Bureau voor Integriteit Jaarverslag 2008
Inhoudstafel
Woord vooraf
2
1.
Samenstelling van het bureau
3
2. 2.1 2.2
Werking van het bureau Bureauvergaderingen Middelen
3. Realisaties van het bureau 3.1 Klokkenluidersregeling 3.2 Registratiesysteem 3.3 Aangepaste gedragscode voor personeelsleden 3.4 Vragen om advies, meldingen en informatieve vragen 3.4.1. Vragen om advies A Uitnodigingen B Belangenvermenging C Nevenactiviteiten D Geschenken E Gebruik materiaal van de stad F Diversiteit G Dienstreizen H Samenwerken I Sponsoring 3.4.2. Meldingen 3.4.3. Informatieve vragen 3.5 Grotere visibiliteit 3.5.1. Intern 3.5.2. Extern 4. 4.1 4.2
Aandachtspunten voor de toekomst Aandachtspunten voor het bureau Suggesties aan het bestuur
4 4 4
1 5
5 6 6 6 7 8 10 11 13 14 15 17 18 20 22 24 25 25 25 28 28 29
Bijlagen
31
Colofon
62
Woord vooraf
2
Integriteit is zoals alle waarden niet te vatten onder abstracte of absolute begrippen. Het gaat om een permanente aanpassing aan de wisselende noodwendigheden van de samenleving en de veranderlijke aspecten van de menselijke betrekkingen. Geen mens kan aanspraak maken op algehele integriteit: het gaat om een ideaal waar elkeen slechts naar streven kan. In de loop van dit lustrum hebben we door middel van gedragscodes gepoogd de krijtlijnen voor een degelijk bestuur vorm te geven. De ervaring heeft uitgewezen dat deze richtlijnen een stevig houvast vormen voor zowel het stedelijk beleid als voor de individuele gedragingen van het stadspersoneel. Zoals elk jaar werden ook dit jaar talloze vragen betreffende de interpretatie van de codes aan het bureau voor integriteit gericht. Ook voor ons vormen de verzoeken om uitleg een ideale toetssteen voor de nauwkeurigheid, de deugdelijkheid en de volledigheid van onze codes. Zo hebben we in de loop van dit jaar de nood aan duidelijkere of aanvullende criteria kunnen vaststellen bij het inrichten van buitenlandse reizen en het toelaten van nevenactiviteiten aan stadsambtenaren. Het bureau heeft ook een ontwerp van klokkenluidersregeling opgesteld waarover op dit moment nog verdere besprekingen gevoerd worden met de vakbonden, het college en de gemeenteraad. De werking van het secretariaat van het bureau werd naar gewoonte grotendeels verzorgd door Annemie Breëns, bestuurscoördinator personeelsmanagement en Debbie Jacobs, integriteitmedewerker. Zonder hun kennis en toewijding had het bureau zijn taak niet naar behoren kunnen vervullen. Alle leden, zowel interne als externe, hebben zoals steeds bereidwillig meegewerkt aan de werkzaamheden van het bureau. Ik wens hen allen hiervoor van harte te bedanken. Ik ben ook verheugd om vast te stellen dat het management van de stad Antwerpen in 2008 nog meer aandacht is gaan besteden aan integriteit en waarden op de werkvloer. Dit zorgt enerzijds voor een groter aantal adviesvragen en meldingen aan het adres van het bureau. Anderzijds heeft de verhoogde aandacht ervoor gezorgd dat medewerkers ook sneller intern over integriteit kunnen en durven spreken.
Armand Vandeplas voorzitter
Hoofdstuk 1 Samenstelling van het bureau
Het bureau voor integriteit bestaat uit een voorzitter, vier interne leden of stedelijke ambtenaren en vier externe leden. Deze externe leden komen zowel uit de academische wereld als uit het bedrijfsleven. •
Voorzitter Armand Vandeplas, ere-magistraat
•
Externe leden Sigrid Sterckx, professor ethiek, Vrije Universiteit Brussel en Universiteit Gent Luc Van den Rijn, directeur relationship management corporate clients, ING België NV Bernard Hubeau, professor sociologie en rechtssociologie, Universiteit Antwerpen Monique Van Trappen, chief marketing officer, Antwerp World Diamond Centre
In 2008 startten twee nieuwe externe leden bij het bureau. Vanaf april maakt Bernard Hubeau, professor aan de faculteit rechten van de Universiteit Antwerpen en vroegere ombudsman bij de Vlaamse overheid en de stad Antwerpen, deel uit van het bureau. Op 23 juni 2008 keurde de gemeenteraad de aanstelling goed van mevrouw Monique Van Trappen, chief marketing officer bij het Antwerp World Diamond Centre.
•
Interne leden Annemie Breëns, bestuurscoördinator personeelsmanagement, stad Antwerpen Sabine Dierckx, directeur inspectie financiën, stad Antwerpen Linda Snoeys, tuchtambtenaar, stad Antwerpen Erik Vinck, bestuurscoördinator interne audit, stad Antwerpen
3
Hoofdstuk 2 Werking van het bureau 2.1 Bureauvergaderingen Het bureau komt in principe elke maand samen, behalve in juli en augustus. Als tussentijds dringende beslissingen vereist zijn, wordt hierover telefonisch of per mail overleg gepleegd. In 2008 kwam het bureau elf maal samen. Uitzonderlijk vond ook een vergadering plaats in juli, vanwege een dringend dossier. De externe leden ontvangen zitpenningen voor deelname aan de vergaderingen.
4 2.2 Middelen Het bureau functioneert bewust met beperkte middelen. Het heeft geen eigen werkingsmiddelen, maar maakt gebruik van de middelen die de stad Antwerpen ter beschikking stelt van de onafhankelijke diensten. Een aantal kosten (zoals de kosten voor het opmaken en drukken van het jaarverslag) worden verrekend via andere stedelijke diensten. In dit jaarverslag doet het bureau een nieuwe suggestie aan het bestuur in verband met het werkingsbudget ( 4.2 op p. 29). Personeel In 2008 bleef Debbie Jacobs aan de slag als voltijds integriteitmedewerker. Enerzijds verzorgt zij de ondersteuning van het bureau voor integriteit, anderzijds is zij het aanspreekpunt voor alle integriteitkwesties binnen het personeelsbeleid (opleiding, selectie, communicatie, …). Omwille van de verhoogde aandacht voor integriteit en de andere A-waarden1 binnen de stad, kreeg consulent communicatie Ariane van Houdt de opdracht om een communicatieplan uit te werken over integriteit en A-waarden. In het voorjaar van 2009 start de uitrol van dit plan. Infrastructuur Het bureau maakt gebruik van de lokalen, pc’s en dergelijke die de stad ter beschikking stelt van de onafhankelijke diensten. De vergaderingen van het bureau voor integriteit vinden meestal plaats in een vergaderzaal van de onafhankelijke diensten inspectie financiën / interne audit in de Gildekamersstraat 5. Om de onafhankelijkheid van het bureau te waarborgen wordt het adres van de ombudsvrouw als postadres gebruikt. In 2008 verhuisde de ombudsdienst naar een nieuwe locatie. Ook het postadres van het bureau verhuisde mee. Het nieuwe adres is Sint-Jacobsmarkt 5 – 7, 2000 Antwerpen.
1
De vijf A-waarden of kernwaarden bij de stad Antwerpen zijn integriteit, diversiteit, kostenbewustzijn, klantgerichtheid en samenwerken.
Hoofdstuk 3 Realisaties van het bureau 3.1 Klokkenluidersregeling In zijn jaarverslag 2007 nam het bureau zich voor om in 2008 een concreet voorstel tot een klokkenluidersregeling te formuleren aan het stadsbestuur. Een klokkenluidersregeling biedt aan medewerkers van de stad Antwerpen een veilig kanaal om mogelijke integriteitschendingen te melden. Onderzoek In het voorjaar en de zomer van 2008 ondernam het bureau verschillende acties in de zoektocht naar een geschikte regeling. Onder meer via een literatuurstudie werden verschillende klokkenluidersregelingen uit binnen- en buitenland met elkaar vergeleken. Daarnaast voerde de integriteitmedewerker een aantal gesprekken met interne en externe experten. In Vlaanderen ging het bureau te rade bij het integriteitbureau van de federale overheid, de collega’s van de Vlaamse gemeenschap en Bernard Hubeau (die de Vlaamse regeling mee ontwikkelde). Binnen de stedelijke administratie werden gesprekken gevoerd met medewerkers van SOWEL en GDPBW2, de tuchtambtenaar en de medewerkers van het waarderingssysteem. In het voorjaar van 2008 ging het bureau op werkbezoek naar Amsterdam en Den Haag. Samen met de integriteitcoördinator en de auditor van de Vlaamse gemeenschap voerde de integriteitmedewerker gesprekken met een aantal Nederlandse experten op het vlak van integriteit en klokkenluiden (onder meer met het Amsterdamse bureau voor integriteit en het Bureau Integriteitbevordering Openbare Sector van het ministerie van binnenlandse zaken (BIOS)). Uitwerking Het bureau koos ervoor om eerst een aantal algemene principes in verband met de procedure en de bescherming van klokkenluiders op een rijtje te zetten. Na een voorbereidend gesprek met de burgemeester, de schepen van personeel en de stadssecretaris, werden deze principes in december ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Ook met de gemeenteraadscommissie algemene bestuurlijke aangelegenheden werd hieromtrent reeds van gedachten gewisseld. Zowel het college als de ABA-commissie3 waren het grotendeels eens met de voorgestelde principes. Verder verloop In het voorjaar van 2009 zal de juridische dienst van personeelsmanagement op basis van de goedgekeurde principes een formele tekst uitschrijven. Deze tekst wordt toegevoegd aan het arbeidsreglement. Na goedkeuring door het college en de gemeenteraad wordt een vlot leesbare tekst opgemaakt die vanaf mei gecommuniceerd zal worden aan de medewerkers.
SOWEL (Sociaal Welzijn) werkt omtrent het psychosociaal welzijn van de medewerkers, GDPBW is de
2
Gemeenschappelijke Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk. Zij ondersteunen o.m. de vertrouwenspersonen in procedures i.v.m. ‘pesten op het werk’. ABA-commissie staat voor de gemeenteraadscommissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden
3
5
3.2 Registratiesysteem In de loop van 2008 werd het bureau zich bewust van de nood aan een goed werkend registratiesysteem voor adviesvragen en klachten. In 2009 verhuizen alle back-office diensten (dus ook het personeel dat het bureau voor integriteit ondersteunt) naar het Bell-gebouw en wordt alle stedelijke informatie gedigitaliseerd. Het bureau zal dus niet langer alle documenten kunnen opslaan in fysieke mappen.
6
Met de hulp van Inge Casteleyn van inspectie financiën, ontwikkelde het bureau in 2008 een nieuw registratiesysteem dat vanaf januari 2009 gebruikt kan worden.
3.3 Aangepaste gedragscode voor personeelsleden In het jaarverslag 2007 nam het bureau zich voor om een aangepaste gedragscode voor personeelsleden te ontwikkelen. De gedragscode is gebaseerd op de vijf waardegebonden competenties van de stad Antwerpen. Een wijziging in deze waarden4 maakte ook de aanpassing van de gedragscode noodzakelijk. Het bureau koos ervoor om van deze gelegenheid gebruik te maken en samen met het OCMW een nieuwe gedragscode te ontwikkelen. In 2008 werden de eerste onderhandelingen opgestart, in de loop van 2009 worden deze verdergezet. Via twee focusgroepen zal ook de gedragenheid van de code op de werkvloer worden getest.
3.4 Vragen om advies, meldingen en informatieve vragen In 2008 behandelde het bureau 95 dossiers waarvan: • 44 vragen om advies • 21 meldingen • 30 informatieve vragen
Adviesvragen, meldingen en informatieve vragen
adviesvragen
meldingen
informatieve vragen
0
4
10
20
30
40
50
De waarde ‘motivatie en betrokkenheid’ werd vervangen door de waarde ‘kostenbewustzijn’, n.a.v. de nauwere samenwerking met het OCMW.
In 2008 behandelde het bureau bijna dubbel zoveel dossiers in vergelijking met 2007 (95 dossiers tegenover 48 ). Deze opvallende stijging kan enerzijds te wijten zijn aan de grotere bekendheid die het bureau voor integriteit verwierf in het voorbije jaar. Anderzijds ging ook het stadsbestuur meer aandacht aan integriteit en waarden besteden, onder meer door het thema expliciet en impliciet mee te nemen in verschillende HR-processen, zoals opleiding, werving en selectie.
3.4.1 Vragen om advies
7
In 2008 noteerde het bureau meer adviesvragen dan in 2007 (44 tegenover 30). Dit kan te wijten zijn aan het feit dat integriteit in 2008 uitgebreid op de agenda van de medewerkers werd geplaatst. Onder meer in de trainingen morele oordeelsvorming, de diverse gesprekken over integriteit met de stadssecretaris, de bedrijfsdirecteurs, de personeelsverantwoordelijken en deskundigen vorming, werd het thema besproken. Dit zorgt ervoor dat bij medewerkers meer vragen rijzen over wat kan en niet kan in situaties waarin de regels geen concrete oplossing bieden. De 44 adviesvragen handelden over de volgende thema’s: • • • • • • • • • •
uitnodigingen (10) belangenvermenging (7) nevenactiviteiten (5) geschenken (5) gebruik materiaal van de stad (5) diversiteit (2) dienstreizen (2) samenwerken (2) sponsoring (1) overige (5) 0
5
10
15
20
25
30
Thema’s adviezen
uitnodigingen belangenvermenging nevenactiviteiten geschenken gebruik materiaal van de stad diversiteit dienstreizen samenwerken sponsoring) overige
0
2
4
6
8
10
Vooral medewerkers (34) stelden adviesvragen. Ook mandatarissen (8) en externen (2) vroegen advies aan het bureau. De opvallende stijging van het aantal vragen door medewerkers, kan te wijten zijn aan de trainingen morele oordeelsvorming en de toenemende aandacht voor integriteit.
8
Hierna volgen enkele voorbeelden van vragen en adviezen per thema. Zoals gebruikelijk opteert het bureau ook dit jaar om hierbij exemplarisch te werk te gaan, eerder dan alle adviezen op te nemen. Elk voorbeeld wordt volgens onderstaande structuur uitgewerkt: • • • •
de bestaande en van toepassing zijnde regelgeving de vraag om advies het advies van het bureau de gevolgen die aan het advies werden gegeven
Namen van verzoekers worden niet vermeld. Er wordt afwisselend de hij/zij vorm gebruikt. Verwijzingen naar diensten of politieke verantwoordelijken zijn verwijderd.
A Uitnodigingen Regelgeving Gedragscode voor personeelsleden: We aanvaarden geschenken, gunsten en uitnodigingen voor diners, activiteiten en bedrijfsbezoeken alleen onder strikte voorwaarden: we spreken erover in het openbaar, we stellen onze chef ervan op de hoogte, ze vertegenwoordigen een geringe materiële waarde en ze verplichten ons tot geen enkele gunst of wederdienst. Als we op een uitnodiging ingaan, kadert dat in de uitoefening van ons beroep en in het belang van onze organisatie. Waar liggen de grenzen en wanneer is het er over? De grenzen van integriteit liggen scherp. We moeten zelfs de schijn van partijdigheid, afhankelijkheid, willekeur en bevoordeling vermijden. We mogen dus niemand een dienst, een overeenkomst of een tussenkomst beloven die strijdig is met de regels en procedures van de stad. We mogen voor onze diensten geen persoonlijke wederdiensten, gunsten of geschenken vragen of aannemen. Gedragscode voor collegeleden: Collegeleden beschikken normaal over een goed netwerk dat hen ondersteunt bij de uitoefening van hun mandaat. Contacten met burgers, bedrijven, verenigingen en instellingen zijn van groot belang voor het stadsbestuur. Collegeleden zijn geheel vrij om zich in hun netwerken te bewegen en deel te nemen aan alle sociale activiteiten naar hun keuze. Ze zijn zich er alleen terdege van bewust dat het aannemen van geschenken van derden, of van uitnodigingen voor bijzondere gebeurtenissen, de schijn van partijdigheid kan wekken en zij doen er alles aan om die schijn weg te nemen of te voorkomen.
Bovendien aanvaarden ze geschenken alleen onder strikte voorwaarden: ze gebeuren in het openbaar en ze verplichten hen tot geen enkele gunst of wederdienst. Geschenken of giften van geringe waarde kunnen worden behouden en hoeven niet te worden gemeld of geregistreerd. Andere geschenken en giften die een collegelid uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn eigendom van de stad Antwerpen. Er wordt een stedelijke bestemming voor gezocht.
Vraag over uitnodigingen Een medewerker stelde de volgende vraag aan het bureau: Onze dienst kreeg van het college de opdracht om op te treden als aanspreekpunt voor een bedrijf dat in Antwerpen een musical organiseert. We hadden dan ook verschillende vergaderingen met deze mensen. Een tijdje geleden ontvingen we een mail van het bewuste bedrijf, waarin zij een heleboel collega’s van de stad (die op één of andere manier meewerkten aan de voorbereidingen van deze musical) uitnodigen voor een try-out voorstelling. Hoewel ik begrijp dat het bedrijf een geste wil doen voor het vele werk dat een aantal stadsmedewerkers voor hen verricht hebben, denk ik dat we hier beter niet kunnen op ingaan. Het enige argument om dit wel te doen zou kunnen zijn dat het niet over dure première-tickets gaat, maar over een gratis try-out voorstelling. Wat is uw mening hierover? Advies Na overleg gaf het bureau volgend advies: Het bureau adviseert om niet op de uitnodiging in te gaan omwille van twee redenen: • Bij het ingaan op een uitnodiging moet er steeds een meerwaarde voor de stad zijn, bijvoorbeeld netwerking. In dit geval zien we niet onmiddellijk de meerwaarde voor de stad. • Het feit dat de medewerkers die uitgenodigd werden, in de toekomst mogelijk nog vergunningen zouden uitschrijven voor de firma in kwestie, zou de schijn van partijdigheid in de hand kunnen werken. Enkel het feit dat het om gratis tickets gaat, spreekt in het voordeel om de uitnodiging wel te aanvaarden. Toch, uw aanvoelen om hier niet zomaar op in te gaan, lijkt ons terecht. Gevolgen van het advies De medewerker besloot om zelf de uitnodiging niet aan te nemen en raadde ook zijn collega’s aan om het advies van het bureau te volgen. Hij liet iedere medewerker wel de vrijheid om voor zichzelf te beslissen of hij wel of niet de try-out zou bijwonen.
9
B Belangenvermenging Regelgeving Gedragscode personeelsleden: Als we voorkennis hebben van besluiten die de waarde van roerende of onroerende goederen kunnen beïnvloeden, houden we die strikt geheim. We houden onze persoonlijke voorkeur of overtuiging en onze privé-belangen strikt gescheiden van ons werk. Als we
10
bij een bepaalde zaak een persoonlijk belang hebben (via een bedrijf, een persoon, een vereniging), lichten we onze chef over dat belang in en dragen we het dossier aan hem of aan een collega over. Gedragscode collegeleden: Collegeleden kunnen bij de uitoefening van hun mandaat kennis krijgen van vertrouwelijke informatie. Die vertrouwelijke informatie kan voor anderen een grote waarde hebben. Collegeleden verstrekken vertrouwelijke informatie – waardevol of niet - nooit aan anderen zolang het stadsbestuur die nog niet officieel openbaar heeft gemaakt. Als een collegelid, al dan niet via een tussenpersoon, een persoonlijke betrokkenheid of privébelang heeft bij een bepaald dossier, stelt hij of zij de voorzitter van de gemeenteraad daarvan op de hoogte en bemoeit zich niet met de behandeling van dat dossier.
Vraag over belangenvermenging Een medewerkster stelde de volgende vraag aan het bureau: De stad Antwerpen vraagt me om in de jury te zitten die bepaalt welke vuurwerkmaker een show verzorgt tijdens de bevrijdingsfeesten. Ik heb een grote kennis van de vuurwerkmaterie, omdat ik meer dan 10 jaar als vuurwerkmaker heb gewerkt voor de firma X in bijberoep. Drie jaar geleden stopte ik met mijn bijberoep. Ik weet dat de firma X nu ook offertes heeft ingediend voor deze opdracht. De huidige directie van de firma X ken ik niet, enkele werknemers nog wel. Persoonlijk heb ik er geen problemen mee om in eer en geweten in deze jury te zitten, maar toch wil ik de vraag aan jullie voorleggen. Advies Na overleg gaf het bureau het volgende advies: De bureauleden vinden dat er momenteel geen belangenvermenging is, omdat u geen contact meer heeft met deze firma. Uw kennis als vuurwerkmaker weegt ook op tegen de 'schijn van partijdigheid' die kan ontstaan. Het bureau heeft er geen problemen mee dat u in de jury zit. Gevolgen van het advies De medewerkster maakte deel uit van de jury.
C Nevenactiviteiten Regelgeving Reglement op de nevenactiviteiten “Artikel 1: Personeelsleden wijden zich optimaal aan hun taken in opdracht van de stad. Personeelsleden kunnen niet rechtstreeks of onrechtstreeks (bijvoorbeeld via familie) een nevenactiviteit uitoefenen die een correcte uitoefening van hun job bij de stad in de weg staat. Elk personeelslid draagt de verantwoordelijkheid voor het correct naleven van dit reglement. Het uitoefenen van syndicale, politieke, en andere bij wet, decreet of CAO geregelde mandaten, vallen niet onder de toepassing van dit reglement. Artikel 2: De job bij de stad primeert in alle gevallen op de nevenactiviteit. Artikel 3: Een nevenactiviteit mag geen invloed hebben op de job bij de stad, de goede werking van de dienst, of op het normale dienstrooster van het personeelslid. Een personeelslid moet gevolg kunnen geven aan een dringende wederoproep, indien dit van toepassing is. Artikel 4: Een nevenactiviteit mag geen invloed hebben op de aanwezigheid, of de mentale en fysieke paraatheid voor het uitoefenen van de job bij de stad. Artikel 5: Een nevenactiviteit mag niet indruisen tegen de doelstellingen of beleidslijnen van de stad. Artikel 6: Een nevenactiviteit mag de eigen onafhankelijkheid van het personeelslid bij het uitoefenen van zijn taken in stadsdienst niet in het gedrang brengen. Artikel 7: Een personeelslid mag informatie of voorkennis verkregen uit zijn job bij de stad, niet gebruiken bij het uitoefenen van een nevenactiviteit. Artikel 8: Een nevenactiviteit mag de wettelijkheid en de goede naam of de waardigheid van de stad of het openbaar ambt niet in het gedrang brengen. Artikel 9: Een nevenactiviteit kan niet worden uitgeoefend tijdens de werkuren en op de plaats waar men werkt als personeelslid van de stad. Artikel 10: Voor het uitoefenen van een nevenactiviteit mag een personeelslid geen gebruik maken van materiaal, infrastructuur, persoonlijke beschermingsmiddelen, beroepskledij of energie van de stad.
11
Artikel 11: Indien een nevenactiviteit om de een of andere reden niet te combineren is met de job bij de stad, dient het personeelslid, hetzij een vorm van onbezoldigd verlof te nemen, hetzij ontslag bij de stad te nemen. Artikel 12: Voor statutaire personeelsleden maken de bepalingen van dit reglement deel uit van het administratief statuut en het arbeidsreglement.
12
Voor contractuele personeelsleden worden de bepalingen van dit reglement opgenomen in de arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement. Dit reglement is eveneens van toepassing op het operationeel personeel van de brandweer, dat na collegebeslissing met verlof is, voorafgaand aan het pensioen. Artikel 13: Tegen personeelsleden die dit reglement niet naleven, of zwartwerk uitvoeren of enige vorm van ongeoorloofde activiteit uitoefenen, kan opgetreden worden via ongunstige waardering, tucht, beëindigen van de arbeidsovereenkomst of ontslag. Artikel 14: De bepalingen van artikel 107 tot en met 112 van het gemeentedecreet m.b.t. de deontologische rechten en plichten, gelden onverkort. Voor de brandweer gelden de bepalingen van het KB van 1971 onverkort.
Vraag over nevenactiviteiten Een medewerkster stelde de volgende vraag aan het bureau: Iemand van mijn medewerkers heeft buiten zijn hoofdberoep bij de Stad Antwerpen nog ergens anders een part- time job aangenomen. Hoe zit dit juist in elkaar? Moet dit op het college komen? En wat moet de medewerker doen om in orde te zijn voor de stad? Advies Het bureau gaf het volgende advies: Medewerkers die naast hun functie bij de stad nog een andere job uitoefenen, moeten dit niet langer melden aan het college. Op basis van het reglement op de nevenactiviteiten kunnen uw medewerkers zelf in alle eer en geweten oordelen of hun bijberoep al dan niet binnen de regels past. Gevolgen van het advies De leidinggevende besprak dit advies met zijn medewerker. De medewerker kan de part-time functie blijven uitoefenen.
D Geschenken Regelgeving Zie passages uit gedragscodes en basisstatuut bij uitnodigingen (3.4.1.A) Vraag over geschenken Een medewerkster stelde de volgende vraag aan het bureau: Ik ben medewerker op de dienst die instaat voor het toezicht op de woonwagenterreinen. Gisteren ontving ik van een woonwagenbewoner een doosje pralines. Toen ik terug op mijn dienst kwam, deelde ik dit met de collega’s. Mijn coördinator wees me erop dat ik dit eigenlijk had moeten melden aan het integriteitbureau. Bestaat hiervoor een standaarddocument? Of laat ik het via mail weten indien zo’n zeldzame situatie als dit zich nog eens voordoet? Advies Het bureau gaf het volgende advies: Om te beginnen wijs ik u graag op de passage over geschenken in de gedragscode voor personeelsleden (zie 3.1.1. A). Zoals u kan lezen, is het zeker niet de bedoeling om het bureau voor integriteit op de hoogte te stellen telkens wanneer u een geschenk ontvangt. Er bestaat ook geen ‘meldpunt’ voor geschenken bij de stad. Het is wel belangrijk om goed af te wegen of een geschenk van geringe waarde is, en of men geen tegenprestatie verwacht. In het geval van een doosje pralines gaat het duidelijk om een geschenk van geringe waarde. Zorg ook dat je in alle openheid communiceert over het geschenk. Vertel het bijvoorbeeld zeker aan je chef. De pralines delen met je collega’s is ook een mooi gebaar. Gevolgen van het advies De medewerkster stelde geen bijkomende vragen. Het bureau is niet op de hoogte of zij nadien nog met gelijkaardige kwesties geconfronteerd werd.
13
E Gebruik materiaal van de stad Regelgeving Gedragscode voor personeelsleden: We respecteren de eigendommen en de rechten van de stad en gebruiken die alleen voor ons werk.
Vraag over gebruik materiaal van de stad
14
Een medewerker stelde de volgende vraag aan het bureau: Binnen de groendienst hebben wij geregeld overschotten die overblijven na het opplanten van de bloemperken. Wat kunnen we het best doen met deze overschotten? Ik denk zelf aan drie mogelijke pistes: 1. vernietiging van de overschotten 2. verdeling onder de medewerkers 3. centraliseren van alle overschotten Advies Na overleg gaf het bureau het volgende advies: De voorkeur van de bureauleden gaat uit naar de derde piste (het centraliseren van de overschotten), om terug te vallen op optie twee indien drie te omslachtig, te kostelijk en/of zonder veel interesse zou blijken. Als uitbreiding van drie zou (indien geen interesse van scholen/ziekenhuizen/rusthuizen) jaarlijks in de serre een opendeurdag gehouden kunnen worden, waarbij aan de bewoners van Antwerpen wordt aangeboden de overschotten tegen een zacht prijsje te kunnen kopen. Dit gebeurt bijvoorbeeld door de gemeente Hove en leidt volgens de bureauleden tot goede resultaten. Gevolgen van het advies De medewerker liet het bureau het volgende weten: Praktisch blijkt het weinig effectief en efficiënt te zijn (als arbeidstijd meegerekend wordt) om een gecentraliseerde verkoop van plantoverschotten op het getouw te zetten. Contacten met de vernoemde benchmark, de gemeente Hove, maakten duidelijk dat ook zij reeds geruime tijd gestopt zijn met het verkopen van plantoverschotten. Enerzijds gebruikten we de vraag om advies om het probleem op de kaart te zetten; anderzijds diende het advies als inspiratie tot volgende afspraken:
• het verkleinen van de “plantmarge” door een accuratere inschatting; doelstelling is om de plantmarge van 10% terug te brengen naar 5%. Dit zal de plantoverschotten verminderen. • er zullen geen planten meer meegegeven worden aan medewerkers • kleine overschotten worden op de stelplaats gehouden om kapotte planten te vervangen of extra bloembakken op te planten. Eventuele grote overschotten worden terug gecentraliseerd in de serre waarna er mobiele bloembakken mee worden opgeplant.
F Diversiteit Regelgeving Volgens het bestuursakkoord: Het bestuur wil de diversiteit van het personeel aanmoedigen. Bij de stad moeten veel mensen met veel verschillende persoonlijke visies kunnen werken. Maar de uiterlijke tekenen van die persoonlijke overtuiging kunnen niet worden getoond bij rechtstreeks klantencontact. Dan staan neutraliteit van de dienstverlening en respect voorop. Uiterlijke symbolen van levensbeschouwelijke, religieuze, politieke of andere overtuigingen worden bij rechtstreeks klantencontact niet gedragen. Niet alleen moet dat elke schijn van partijdigheid vermijden. Tevens moet dit het draagvlak voor een divers personeelsbeleid, als afspiegeling van een diverse stad bij personeel en bevolking vergroten.
Vraag over diversiteit Een medewerkster stelde de volgende vraag aan het bureau: We hebben de vraag gekregen van een stedelijke dienst die omtrent de vluchtelingenproblematiek werkt, om een kerststal te plaatsen op het binnenplein van Permeke. De kerststallen stellen de vluchtelingenproblematiek aan de orde. Is het opportuun een kerststal te plaatsen op de site Permeke? Overtreden we dan het neutraliteitsprincipe? Op de site komen allerlei organisaties die werken rond allerlei problematieken vaak samen, zij houden daar tentoonstellingen enzovoort. Advies Het bureau gaf het volgende advies: Het bureau denkt dat het een goed idee is om contact op te nemen met de diversiteitsdienst. Waarschijnlijk hebben zij al nagedacht over een concreet beleid omtrent kerstbomen, kerststallen, en dergelijke. Geraken jullie er niet uit, helpen wij je graag verder. Vanuit de diversiteitsdienst ontving de adviesvrager de volgende reactie, gebaseerd op de passage over ‘neutraliteit’ uit het bestuursakkoord:
15
Aangezien Permeke een cultuurverspreidende organisatie is en een informatiecentrum is van vele culturen, levensbeschouwingen, … kan ik ervan uitgaan dat het neutraliteitsbeginsel voor dit project niet van toepassing is.
16
De adviesvrager nam nadien ook contact met marketing en communicatie, omdat er op meerdere plaatsen in de stad, al dan niet in stadsgebouwen, kerststallen geplaatst zouden worden. Ook zij gaven een positief advies. Gevolgen van het advies Op de site van Permeke werd een kerststal geplaatst.
G Dienstreizen Regelgeving Gedragscode personeelsleden: Deelname aan buitenlandse werkbezoeken leggen we altijd ter goedkeuring voor aan het college van burgemeester en schepenen. Goedkeuring volgt alleen als het belang van de stad met een werkbezoek is gediend; het college kan het programma aanpassen. We brengen van deze werkbezoeken altijd schriftelijk verslag uit. We zorgen ervoor dat alle gemaakte kosten controleerbaar en verifieerbaar zijn. Gedragscode collegeleden: Collegeleden kunnen individueel of als lid van een delegatie officiële buitenlandse werkbezoeken afleggen. Wie deze kosten ook draagt, het werkbezoek wordt altijd eerst in het college van burgemeester en schepenen besproken en goedgekeurd. De deelnemende collegeleden brengen schriftelijk verslag uit van een dergelijk bezoek.
Vraag over dienstreizen Een kabinetsmedewerker stelde de volgende vraag: Medewerkers stellen ons geregeld de vraag hoe ze moeten omgaan met uitnodigingen voor bedrijfsbezoeken bij aannemers en leveranciers. Vaak komt die vraag vanuit een productleverancier die op een bepaalde werf actief is via een aannemer. Dit is voor de medewerker altijd een moeilijke oefening. Uiteraard is het de bedoeling van de firma die zo’n bedrijfsbezoek organiseert, om haar producten te verkopen. Dergelijke bezoeken zijn echter zeer leerrijk en belangrijk. Fabrikanten zijn immers veel beter op de hoogte van de laatste technologische evoluties dan de administratie. Daarnaast is het wenselijk om bepaalde productieprocessen ‘in real time’ te zien, zodat men een inschatting kan maken van hun sterktes en zwaktes. Om hierin duidelijkheid te creëren (zodat dergelijke bezoeken niet langer in een grijze zone gebeuren), lijkt het ons nuttig deze bedrijfsbezoeken zelf te organiseren, in het kader van vorming. Hierdoor kan een weloverwogen keuze worden gemaakt van welke producten men jaarlijks wenst te bekijken en welke bedrijven hiervoor in aanmerking komen. Voorstel zou zijn om de administratie een gemotiveerde lijst met ‘producten’ op te laten maken die ze graag via een bedrijfsbezoek willen leren kennen. Op die manier halen we het initiatief ook weg bij de producenten en leggen we het bij ons zelf, wat de geloofwaardigheid natuurlijk doet toenemen. Graag hadden wij jullie advies hierover gekregen.
17
Advies Het bureau gaf het volgende advies: Jullie voorstel lijkt ons zeer aanvaardbaar. In het verleden werden zulke bedrijfsbezoeken nog als vorming ingeschreven. Ook het feit dat de bezoeken op deze manier in alle openheid en vanuit het initiatief van de stad plaatsvinden, vindt het bureau positief.
18
Gevolgen van het advies Het kabinet behandelde nadien geen gelijkaardige kwesties.
H Samenwerken Regelgeving Gedragscode voor personeelsleden: Samenwerken betekent dat we onze inspanningen richten op het gezamenlijk belang van onze afdeling, team of bedrijf, de stad, met het oog op een zo goed mogelijk resultaat. Het geheel is meer dan de som der delen: dat geldt zeker voor een organisatie als de Stad Antwerpen. Daarom steken we onze energie in samenwerking, in het vlot nakomen van afspraken, in een open manier van met elkaar omgaan, in opbouwende opmerkingen over de manier van werken, in ideeën om resultaten te verbeteren, in het creëren van een goede werksfeer, in collegiale steun aan elkaar. We voelen ons medeverantwoordelijk voor onze collega’s en hoe die functioneren. We steunen onze chef in zijn beslissingen en helpen hem of haar om die zo snel en effectief mogelijk uit te voeren. Als we een leidinggevende functie hebben, zijn we altijd aanspreekbaar voor onze medewerkers, we luisteren naar hun kritiek en doen er wat mee en we vertellen onze medewerkers op tijd, helder en volledig wat ze over hun werk en hun dienst moeten weten.
Vraag over samenwerken Een medewerkster stelde de volgende vraag aan het bureau: In oktober wil de vereniging Zij-kant een studiedag organiseren over ‘gender en studiekeuze’ in het Open Onderwijshuis. Doel van de studiedag is om professionelen uit de onderwijssector bewust te maken van het belang van gender bij studiekeuze. Op deze studiedag zullen andere organisaties gevraagd worden om een workshop rond dit thema te geven. Het doelpubliek zijn professionelen uit de sector, leerkrachten, directies, studiebegeleiders, … Zij-kant is de trekker van deze studiedag en tevens het vrouwennetwerk van een politieke partij. Zij vroegen aan onze afdeling of we dit mee willen ondersteunen omdat dit past binnen onze eigen doelstellingen, namelijk het Antwerps onderwijsveld ondersteunen bij het voeren van een eigen studiekeuzebeleid. Als partner in deze studiedag zouden we een stuk logistieke en inhoudelijke ondersteuning voorzien. Onze vraag is of de stad (en dus de afdeling) als partner kan optreden in dit evenement gezien de binding met een politieke partij. Hoe verhoudt zich dit tot de onpartijdigheid van de stad? Advies Na overleg gaf het bureau volgend advies: U vroeg of lerende stad voor de studiedag over ‘gender en studiekeuze’ in het Open Onderwijshuis logistieke ondersteuning kan bieden aan een politieke beweging. Het bureau juicht de samenwerking tussen de stad en externe organisaties toe, indien bepaalde spelregels worden nageleefd. Zo moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de stad en de initiatiefnemer (in dit geval Zij-kant), zodat het niet lijkt alsof beide op een gelijkwaardig niveau dit project organiseren. In de bekendmaking van het evenement, de affichering en de communicatie mag hierover geen verwarring rijzen. Tot slot is het zo dat het college van burgemeester en schepenen elke ‘logistieke samenwerking’ moet goedkeuren. Ik raad u dan ook aan om een collegebesluit i.v.m. deze studiedag voor te leggen aan het college. Gevolgen van het advies De medewerkster legde haar vraag voor aan het college. Dit gaf een positief advies. De studiedag kon dan ook plaatsvinden.
19
I Sponsoring Regelgeving Op het vlak van sponsoring zijn er weinig of geen regels of dienstnota’s voorhanden. Het bureau kaartte dit in het verleden reeds aan bij de stadssecretaris. In 2008 werd er echter nog geen reglement omtrent sponsoring ontwikkeld. Het bureau voor integriteit schreef dan ook een brief aan de secretaris met de vraag om dit toch op te nemen.
20
Vraag over sponsoring Een medewerker stelde de volgende vraag aan het bureau: In de buurt van een stedelijke vzw is zich een verfwinkel komen vestigen, gespecialiseerd in natuurverven. Zij wensen indien nodig gratis verfmateriaal ter beschikking te stellen indien er verfwerken gepland zijn. Het voorstel is om een overeenkomst aan te gaan voor één jaar. In de sponsorovereenkomst staat dat de stedelijke vzw een aantal diensten aanbiedt in ruil voor het gratis verfmateriaal. Graag uw advies hierover.
Advies Na overleg in het bureau kwamen de leden tot het volgende advies: U vroeg het bureau om advies in verband met sponsoring. Uw vraag had betrekking op een sponsorovereenkomst met een verfwinkel gespecialiseerd in natuurverf. Na een uitgebreide discussie kwamen de leden van het bureau tot de onderstaande conclusie. Het bureau deed om te beginnen navraag bij de juridische dienst van bestuurszaken. Volgens hen is jullie voorstel juridisch (in het kader van de wetgeving op de overheidsopdrachten) correct. De leden zijn dan ook vooral gaan kijken naar de ethische kant van de zaak. Het bureau is er principieel zeker niet tegen dat de stad en haar dochters gebruik maken van sponsoring. Wel dienen enkele criteria in acht genomen te worden: • sponsoring moet organisatiegestuurd zijn • de sponsorovereenkomst moet evenwichtig zijn • de geest van de wetgeving op de overheidsopdrachten moet gerespecteerd worden Aan de hand van deze criteria besprak het bureau uw vraag. De leden zijn van mening dat uw dagelijks bestuur met de bedenkingen van het bureau in alle eer en geweten zelf kan oordelen of de sponsoring al dan niet kan plaatsvinden. • sponsoring organisatiegestuurd Dat is hier niet het geval. De verfwinkel is zelf naar uw dienst gestapt met een voorstel voor sponsoring. De overeenkomst wordt ad hoc gesloten: indien uw dienst ooit zou (her)schilderen, kan het gebruik maken van de natuurverf van de winkel. • evenwichtige sponsorovereenkomst Het bureau is van mening dat de sponsorovereenkomst niet evenwichtig werd opgesteld. De diensten die de verfwinkel vanuit de stedelijke vzw kan ontvangen, staan niet in verhouding tot het materiaal dat de verfwinkel aanbiedt. • de geest van de wetgeving overheidsopdrachten respecteren De sponsorovereenkomst is ad hoc en wordt na een jaar stilzwijgend verlengd. Indien de stedelijke vzw ooit beslist om te (her)schilderen, zal het dus automatisch gebruik maken van de verf van de bewuste winkel. De vzw zal dan geen concurrentie laten spelen. Hierdoor wordt de geest van de wetgeving op de overheidsopdrachten niet helemaal gevolgd. Gevolgen van het advies Het dagelijks bestuur van de stedelijke vzw moet nog beslissen of ze al dan niet ingaan op de vraag om sponsoring.
21
3.4.2 Meldingen Naar aanleiding van de bespreking van de klokkenluidersregeling stootte het bureau op het feit dat er verwarring kan bestaan tussen ‘klachten’ en ‘meldingen’. Het bureau koos ervoor om niet langer te spreken over ‘klachten’ maar over ‘meldingen’. Op die manier wordt ook verwarring met klantenmanagement5 binnen de stad vermeden.
22
In 2008 ontving het bureau 21 meldingen, tegenover negen in 2007. Deze opmerkelijke stijging kan eveneens te wijten zijn aan de grotere bekendheid van het thema integriteit. Onder meer de trainingen morele oordeelsvorming zorgen ervoor dat medewerkers zich sneller vragen gaan stellen over mogelijke integriteitschendingen. Tijdens deze trainingen wordt ook informatie over het bureau voor integriteit gegeven, waardoor medewerkers ook sneller hun weg vinden om een melding in te dienen. De meldingen worden geclusterd in volgende thema’s: • • • • • • • • •
misbruik materiaal stad (5) belangenvermenging (4) samenwerken (3) fraude (3) nalatigheid (2) dienstreizen (1) selecties (1) diversiteit (1) onheuse financiële praktijken (1)
Meldingen misbruik materiaal stad belangenvermenging samenwerken fraude nalatigheid dienstreizen selecties diversiteit onheuse financiële praktijken
0
5
1
2
3
4
Klantenmanagement: het kwaliteitsvol omgaan met klanten. Klantenmanagement ontvangt o.m. klachten van burgers over de stedelijke dienstverlening.
5
Wie meldde een mogelijke integriteitschending? • • •
medewerker (9) mandataris (7) externe (5)
Over wie werd een mogelijke schending gemeld? • • •
medewerker (11) mandataris (6) beleid/organisatie (4)
Omwille van de vertrouwelijkheid van deze meldingen worden verder geen concrete feiten of voorbeelden gegeven. Er wordt enkel in algemene termen over geschreven.
Acties rond meldingen Twee meldingen ontving het bureau net voor de kerstvakantie. Deze worden verder opgenomen in 2009. Bij dertien meldingen voerde het bureau een vooronderzoek: •
twee dossiers werden doorgestuurd naar de stadssecretaris. In één dossier nam de betrokken dienst de kwestie verder op met de medewerker die van een aantal feiten beschuldigd werd. In een ander dossier ontving het bureau nog geen reactie over de acties die de stadssecretaris nam.
•
twee dossiers werden door de betrokken diensten in de bedrijfseenheden opgenomen.
•
twee dossiers werden doorgestuurd naar de deontologische commissie, aangezien zij betrekking hadden op mandatarissen. In één dossier besloot de deontologische commissie dat er weldegelijk een integriteitinbreuk werd gepleegd, maar dat deze niet zwaar genoeg woog om bijvoorbeeld een publieke blaam uit te spreken. In het andere dossier gaf de deontologische commissie een aanbeveling over verdere acties die door het bureau voor integriteit genomen kunnen worden.
•
twee dossiers werden doorgestuurd naar de interne audit. In één dossier oordeelden zowel de interne audit als het bureau dat er geen inbreuk op de gedragscode werd gepleegd. Van het tweede dossier ontving het bureau tot hiertoe nog geen rapport met resultaten over het onderzoek.
•
bij vier meldingen werd het dossier na het vooronderzoek stopgezet. In twee dossiers werd het gemelde probleem ondertussen opgelost. In twee andere dossiers liet de melder niets meer van zich horen.
23
•
één dossier gaf aanleiding tot de vraag van het bureau om een passage toe te voegen aan de gedragscode voor mandatarissen. Na een negatief advies van het college, beslisten de bureauleden om de passage voorlopig niet toe te voegen, aangezien de bureau- en collegeleden niet op dezelfde lijn zaten.
Drie meldingen werden rechtstreeks doorgestuurd naar de ombudsvrouw of So-Wel afdeling voor personeelsleden van de stad.
24
Drie meldingen beschouwde het bureau als niet ontvankelijk. De melder werd op de hoogte gebracht dat deze meldingen niet verder opgenomen werden. Uit één van deze onontvankelijke meldingen leerde het bureau een belangrijke les. Het bureau startte haar vooronderzoek namelijk met het bevragen van de personen die beschuldigd werden. Nadien wenste het een gesprek te voeren met de melder, maar deze beweerde de melding niet verstuurd te hebben. Bij toekomstige meldingen neemt het bureau in eerste instantie contact op met de melder, om in te schatten in hoeverre de klacht waarheidsgetrouw en ‘gemeend’ is. Op die manier worden medewerkers of mandatarissen niet nodeloos betrokken in een vooronderzoek.
3.4.3 Informatieve vragen Het bureau ontving 30 informatieve vragen, zowel van interne medewerkers en mandatarissen als van externe organisaties. Intern werd door medewerkers onder meer informatie gevraagd over de verschillende gedragscodes, de trainingen morele oordeelsvorming en de registratie van geschenken. Het bureau werd ook om haar visie gevraagd naar aanleiding van de ontwikkeling van een interne gedragscode door de afdeling sectorenwerking van patrimoniumonderhoud ( bijlage 1). Extern stelden onder meer het agentschap binnenlands bestuur, de Vlaamse overheid, de gemeentes Rumst en Halle en de Bouwunie vragen over de Antwerpse gedragscode en de werking van het bureau. Met de stad Mechelen en de Karel de Grote Hogeschool had het bureau hierover een gesprek.
3.5 Grotere visibiliteit 3.5.1. Intern In 2008 werkte het bureau verder actief aan het vergroten van haar zichtbaarheid binnen de stad. Het stadsbestuur plaatste integriteit en A-waarden in 2008 opnieuw hoog op de agenda. Onder meer de trainingen morele oordeelsvorming in verschillende bedrijfseenheden zorgden voor een grotere bekendheid van het bureau binnen de stedelijke administratie. Naar aanleiding van deze trainingen ontstond een nauwe samenwerking met de bedrijfsdirecteurs, de personeelsverantwoordelijken en de deskundigen vorming. Net als in 2007 presenteerde het bureau zijn jaarverslag op diverse fora. Het verslag werd onder andere voorgesteld op de gemeenteraadscommissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden, aan het managementteam, de personeelsverantwoordelijken, de deskundigen vorming en het directiecomité van personeelsmanagement. Afhankelijk van het overleg in kwestie stonden de aanwezigen eerder stil bij communicatie, inbreng vanuit vorming of mogelijke samenwerking met diverse diensten. Tijdens deze bijeenkomsten werden systematisch de rol, opdracht en manier van werken van het bureau toegelicht, naast de cijfergegevens en thema’s uit het jaarverslag. Het bureau had in 2008 ook geregeld overleg met Sigi Claes, de integriteitverantwoordelijke bij de Lokale Politie Antwerpen. Ook met de ombudsvrouw, Karla Blomme, onderhoudt het bureau goede contacten. Wanneer een klacht of adviesvraag eerder tot de bevoegdheid van de ombudsvrouw dan tot die van het bureau behoorde, werd deze doorverwezen. Ook andersom was dit het geval. Door de ontwikkeling van de klokkenluidersregeling had het bureau verschillende gesprekken met de medewerkers van SOWEL en GDPBW. Voor het uitbouwen van een netwerk vertrouwenspersonen integriteit is een samenwerking tussen het bureau en deze diensten essentieel. In januari 2008 verscheen in het personeelsblad ANTenne een artikel over integriteit en de A-waarden ( bijlage 2).
3.5.2 Extern Media De geschreven pers publiceerde verschillende artikels over het bureau voor integriteit, naar aanleiding van de presentatie van het jaarverslag 2007. ATV en Radio 1 zonden een kort interview met de integriteitmedewerker uit over de belangrijkste aspecten uit het jaarverslag. Binnenland Net zoals in 2007 onderhield het bureau ook in 2008 zijn contacten met de integriteitcoördinatoren van de Vlaamse gemeenschap en de federale overheid. Via mail of telefoon werd geregeld informatie uitgewisseld. Naar aanleiding van het uitwerken van de klokkenluidersregeling vond ook een uitgebreide vergadering met hen plaats.
25
26
In het voorjaar van 2008 organiseerde Helena De Clercq, integriteitcoördinator van de Vlaamse gemeenschap, een tweedaags werkbezoek aan Amsterdam en Den Haag. Naast de integriteitcoördinator maakte ook Wim De Naeyer, manager auditor van de Interne Audit van de Vlaamse gemeenschap (IAVA), en Hilde De Wagter en Jeanine Michel van het federale integriteitbureau, deel uit van de delegatie. Ook het Antwerpse bureau voor integriteit werd uitgenodigd om deel te nemen (zie internationaal). Aan dit werkbezoek werd ook een ‘interne benchmark’ gekoppeld. Gedurende de tweedaagse werd heel wat informatie over het integriteitbeleid uitgewisseld tussen de Belgische deelnemers. Het bureau werd in 2008 ook twee maal gevraagd om te komen spreken over de Antwerpse ervaringen met integriteit. Tom Vanderbeken, Directeur van het Institute for International Research on Criminal Policy aan de Universiteit Gent, nodigde het bureau uit om een gastcollege te komen geven aan de studenten criminologie. Thema was het Antwerpse integriteitbeleid. Steven De Cauwer van Nexus Integrity Consulting nodigde het bureau uit om te komen spreken op een symposium over integriteit in het Brusselse Tour & Taxis. De integriteitmedewerker lichtte daar de eerste Antwerpse ervaringen met het integriteitbeleid toe. Doelpubliek waren leidinggevende ambtenaren uit verschillende openbare besturen. Een studente van de Universiteit Gent, faculteit economie en bedrijfskunde, nam ook een interview af van de integriteitmedewerker in het kader van haar thesis. Thema was de toepassingen van deugdelijk bestuur in lokale besturen. Internationaal Zoals reeds vermeld in de voorgaande passage, nam het bureau in 2008 deel aan een tweedaags werkbezoek aan Amsterdam en Den Haag. Samen met de collega’s van de Vlaamse gemeenschap en de federale overheid, bracht het bureau een bezoek aan een aantal belangrijke Nederlandse instellingen die omtrent integriteit werken. In Amsterdam vond een afspraak plaats met UWV, de Nederlandse organisatie voor werknemersverzekeringen (voor re-integratie en tijdelijk inkomen). Frans Van Oostrum, hoofd van het bureau integriteit van UWV en winnaar van de Nederlandse Ien Dales integriteitprijs, gaf een uitgebreide toelichting over het integriteitbeleid van zijn organisatie. Diezelfde dag werd ook een bezoek afgelegd aan het Amsterdamse bureau voor integriteit, en vond een lunchvergadering plaats met de medewerkers van ‘Meld Misdaad Anoniem’. Deze laatste organisatie richtte in 2008 in samenwerking met het Nederlandse ministerie van binnenlandse zaken een anoniem meldpunt voor integriteitschendingen op. Tot slot maakte op dag twee in Den Haag het Nederlandse Bureau Integriteitbevordering Openbare Sector (BIOS) een hele dag vrij om de Belgische delegatie te ontvangen. BIOS ontwikkelt integriteitinstrumenten (bv. om een risico analyse uit te voeren) voor alle Nederlandse steden en gemeenten. Zij doen dit in samenwerking met het ministerie van binnenlandse zaken. Uit dit werkbezoek deed het bureau inspiratie op voor de ontwikkeling van de Antwerpse klokkenluidersregeling. Het gaf ook aanleiding tot nieuwe ideeën in de uitwerking van het stedelijke integriteitbeleid.
In het vorig jaarverslag werd uitgebreid bericht over de deelname van het bureau aan het internationaal congres over lokaal integriteitbeleid in Amsterdam. In 2008 verscheen het congresboek, waarin elke deelnemende stad een artikel over haar integriteitbeleid schreef. Annemie Breëns, intern lid van het bureau, verzorgde het Antwerpse artikel. Het congresboek werd na ontvangst verdeeld onder de bureauleden. Ook de burgemeester en de stadssecretaris ontvingen een exemplaar.
27
Hoofdstuk 4 Aandachtspunten voor de toekomst 4.1 Aandachtspunten voor het bureau
28
Aandachtspunten uit het vorige jaarverslag In het jaarverslag over het werkingsjaar 2007 kondigde het bureau aan dat het op zoek zou gaan naar een nieuw extern lid, bij voorkeur een vrouwelijke kandidate, omwille van de paritaire samenstelling van het bureau. In juni werd dit nieuwe lid gevonden in de persoon van Monique Van Trappen, chief marketing officer bij het Antwerp World Diamond Centre. Op 23 juni 2008 keurde de gemeenteraad haar aanstelling goed. Daarnaast nam het bureau zich voor om te starten met de ontwikkeling van een nieuwe gedragscode. Zoals reeds vermeld in hoofdstuk 3.3 werden in 2008 de eerste onderhandelingen opgestart, in de loop van 2009 worden deze verdergezet. Via twee focusgroepen6 zal ook de gedragenheid van de code op de werkvloer worden getoetst. Tot slot wilde het bureau in 2008 een concreet voorstel voor een klokkenluidersregeling formuleren aan het stadsbestuur. In hoofdstuk 3.1 wordt uitgelegd welke acties het bureau ondernam. Nieuw aandachtspunt: vijf jaar bureau In 2009 bestaat het bureau vijf jaar. Dat moet gevierd worden! De oprichting van het bureau in 2004 werd erg bescheiden gehouden, vijf jaar later willen de bureauleden er meer aandacht aan geven. Na vijf jaar werking is het tijd voor een moment van zelfreflectie. Met behulp van enkele experten op het vlak van integriteitbeleid bij de overheid, zullen de leden in het voorjaar van 2009 terugblikken op en nadenken over het verleden en de toekomst van het bureau. Daarnaast wil het bureau in het najaar van 2009 een studiedag organiseren voor alle ambtenaren en mandatarissen van de stad Antwerpen die omtrent integriteit werken. Op deze studiedag zullen een aantal externe experten worden uitgenodigd en zal het bureau de resultaten van het interne reflectiemoment en de plannen en verwachtingen voor de toekomst toelichten. Nieuw aandachtspunt: voeling met medewerkers en mandatarissen De leden merken via de vragen en meldingen dat zij niet steeds evenveel voeling hebben met de medewerkers en de mandatarissen van de stad Antwerpen. De leden willen dan ook meer geïnformeerd worden over wat leeft op het vlak van integriteit en waarden op de werkvloer, zonder zich daarom te mengen in het beleid. Via de wisselwerking met de werkgroep directeurs, de rapportage over het stedelijk integriteitbeleid en de studiedag kan het bureau in de toekomst beter op de hoogte gehouden worden. Ook met de mandatarissen van de stad Antwerpen wil het bureau graag meer voeling krijgen. De leden denken aan de mogelijkheid om een themacollege over integriteit te organiseren, waarop zowel het bureau als de collegeleden aanwezig zijn. Dit geeft beide partijen de kans om met elkaar in gesprek te treden over een aantal thema’s op het vlak van integriteit en waarden.
6
Een focusgroep is een soort denktank die zich verdiept in een bepaald onderwerp, in dit geval de gedragscode.
4.2 Suggesties aan het bestuur De bureauleden zijn verheugd om vast te stellen dat het bestuur van de stad Antwerpen de voorbije jaren meer en meer aandacht is gaan besteden aan integriteit en waarden op de werkvloer. Dit zorgt enerzijds voor een groter aantal adviesvragen en meldingen aan het adres van het bureau. Anderzijds heeft de verhoogde aandacht ervoor gezorgd dat medewerkers ook sneller intern over integriteit kunnen en durven spreken. Vaak worden integriteitkwesties dan ook intern, met de collega’s en leidinggevenden behandeld. Dat het thema leeft op de werkvloer, is ook te merken aan de manier waarop integriteit en de A-waarden meegenomen worden in de verschillende HR-processen. In tegenstelling tot de voorbije jaren, koos het bureau er in 2008 voor om dit luik niet mee op te nemen in zijn jaarverslag. Dit om de onafhankelijkheid van het bureau ten aanzien van het stedelijk beleid te waarborgen. Op 10 december 2008 rapporteerde de integriteitdienst van personeelsmanagement aan het managementteam van de stad Antwerpen over het stedelijk integriteitbeleid ( bijlage 3). Net zoals in de vorige jaarverslagen wil het bureau van de gelegenheid gebruik maken om een aantal suggesties aan het bestuur te richten. In het jaarverslag 2007 deed het bureau twee suggesties aan het bestuur in verband met de wisselwerking met de werkgroep directeurs en het netwerk vertrouwenspersonen integriteit. Wisselwerking via werkgroep directeurs Het bureau liet zich in 2007 positief uit over de oprichting van de werkgroep directeurs. Deze werkgroep kreeg van het managementteam de opdracht om zich te buigen over een aantal concrete gedragsregels, en om op termijn verschillende initiatieven omtrent integriteit op elkaar af te stemmen. Via de werkgroep kon het bureau meer voeling krijgen met wat leeft op de werkvloer. Het bureau zag op termijn ook een mogelijke rol voor de werkgroep als coördinerend orgaan voor het stedelijk integriteitbeleid. De werkgroep kwam in de loop van 2008 twee keer samen. Zij ging vanzelf eerder functioneren als klankbord voor het integriteitbeleid, dan wel zich te buigen over zeer specifieke regels en cases. Deze rol werd bevestigd door het managementteam in december 2008. Een intern lid van het bureau en de integriteitmedewerker maken sinds 2008 ook deel uit van de werkgroep directeurs. Zij rapporteren in de bureauvergaderingen over de beslissingen die in de werkgroep genomen worden. Vertrouwenspersonen integriteit In het jaarverslag 2007 richtte het bureau de suggestie aan het bestuur om in het kader van de klokkenluidersregeling een netwerk van vertrouwenspersonen integriteit op te zetten.
29
Zoals toegelicht in hoofdstuk 3.1 besteedde het bureau in 2008 veel tijd aan de ontwikkeling van de klokkenluidersregeling. De vertrouwenspersonen integriteit zijn een belangrijke factor om de klokkenluidersregeling tot een succes te maken. Zij kunnen in de bedrijfseenheden vragen en meldingen over integriteit opvangen. Deze aanspreekpunten kunnen de drempel verlagen om met een vraag of melding naar het bureau te stappen.
30
De vertrouwenspersonen zouden niet zelf als meldpunt functioneren. Zij werken als klankbord en begeleiden en adviseren medewerkers bij het indienen van een melding bij het bureau. Het bureau blijft het enige formele meldpunt7. Om dit netwerk van vertrouwenspersonen integriteit uit te bouwen, kan men gebruik maken van het bestaand netwerk van vertrouwenspersonen ongewenst gedrag. Deze piste wordt in 2009 nog verder intern onderzocht. Bij de verdere uitbouw van het netwerk moet alleszins aandacht besteed worden aan de opleiding en intervisie van de vertrouwenspersonen. Nieuwe suggestie: budget Het bureau voor integriteit heeft geen eigen werkingsbudget. Het maakt gebruik van de middelen van de onafhankelijke diensten. Eén van de vaststellingen na vijf jaar werking, is dat dit moeilijk werken is en dat de tijd rijp is voor een (beperkt) eigen budget. Onder meer voor de aankoop van een aantal werkingsmiddelen (boeken, scanner, …), als voor de organisatie van opleidingen en studiedagen (n.a.v. vijf jaar bureau) is dit noodzakelijk.
7
De medewerkers worden gestimuleerd om met een melding eerst de hiërarchische weg te volgen. Enkel indien dit om welke reden dan ook niet mogelijk is, wordt aangeraden om te melden bij het bureau voor integriteit.
Bijlagen Bijlage 1:
Handleiding integriteit sectoren
Bijlage 2:
Artikel integriteit en A-waarden ANTenne januari 2008
Bijlage 3:
Besluit managementteam acties integriteit
31
Bijlage 1 Handleiding integriteit sectoren
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
Bijlage 2 Artikel integriteit en A-waarden ANTenne januari 2008 10 I ANTenne
Integer zijn: doen wat je zegt en zeggen wat je doet Krijg jij van een leverancier wel eens een doosje pralines voor nieuwjaar? Nam je net nog snel een kopie van een persoonlijk document? Of kreeg je de vraag van een hulpbehoevende burger om met iets te helpen tijdens je diensturen? Dan ben je vast niet alleen. Het bureau voor integriteit van de stad geeft je het nodige advies als je twijfelt aan wat kan. En er is meer. De opleiding ‘hoe omgaan met dilemma’s’ (dilemmatraining) die je via de stad kan volgen, geeft je handvatten om kleine en grote integriteitsvragen beter aan te pakken. Integriteit bij de stad
Iedereen die bij de stad werkt, wordt vroeg of laat met integriteit geconfronteerd. Integriteit is immers meer dan enkel fraude en misbruik. Hoe zou je zelf in een bepaalde situatie reageren? Doe de test op pagina 11. Wie is er met integriteit bezig?
De stad heeft een integriteitsmedewerker, Debbie Jacobs (in het oktobernummer verscheen al een interview met haar, nvdr). Heb je een vraag rond integriteit en kan je ze niet met je chef bespreken, dan kan je bij haar terecht. Zij zoekt
Integriteitsmedewerker Debbie Jacobs, tel. 03 360 46 29, debbie.jacobs@ stad.antwerpen.be Jaarverslag van het bureau voor integriteit: www.antwerpen.be of Debbie Jacobs Gedragscode: intranet – dienstnota – personeelsreglementen – gedragscode voor personeelsleden en lokale mandatarissen – gemeenteraadsbesluit Je kan de papieren versie ook opvragen bij Debbie Jacobs. Vanaf april 2008: informatie over integriteit op het intranet
antenne1_januari2008_Awaarde.indd 10
samen met jou naar de beste manier om met je dilemma om te gaan. In sommige gevallen zal zij je vraag doorgeven aan het bureau voor integriteit. Dit is een onafhankelijk orgaan dat vragen en klachten van personeelsleden, mandatarissen en burgers behandelt en regels opstelt. In dit bureau zetelen zowel medewerkers van de stad als externen. Het bureau voor integriteit werd in 2004 opgericht. Het bureau bracht in oktober zijn jaarverslag uit. Ben je benieuwd naar de vragen die het bureau zoal voorgeschoteld kreeg? Wat doe je bijvoorbeeld als je door een leverancier wordt uitgenodigd voor een kookworkshop? Of mag je zoon deelnemen aan examens van de stad als jij voor de stad werkt? Raadpleeg het jaarverslag op de website van de stad Antwerpen (bestuur en loket – stadsbestuur – stedelijke organisatie – onafhankelijke diensten – bureau voor integriteit) of vraag het op bij Debbie Jacobs (
[email protected], tel. 03 360 46 29).
Wat is integriteit? Volgens Van Dale betekent integriteit ‘rechtschapenheid, onomkoopbaarheid, probiteit’. Maar wat betekent het voor stad Antwerpen? Het stadsbestuur vindt integriteit een belangrijke waarde voor zijn personeel. Daarom maakt integriteit samen met de vier andere zogenaamde ‘A-waarden’ deel uit van de gedragscode.
2.
3. Het college besliste zeer recent om de waarde ‘kostenbewustzijn’ toe te voegen aan de A-waarden. De waarde motivatie en betrokkenheid wordt geschrapt als waarde, maar de kenmerken van deze waarde worden wel in andere waarden opgenomen.
4.
5. De ‘A-waarden’ 1. kostenbewustzijn: als medewerker van de stad ga ik efficiënt om met mensen, middelen, tijd en materiaal. Ik ben dus zuinig met het materiaal van de stad,
kom op tijd en ik betrek niet meer mensen dan nodig bij mijn taken of vergaderingen. klantgerichtheid: ik stem mijn werk en handelen volledig af op de klanten van de stad. Maar ik ben ook klantvriendelijk naar mijn collega’s toe en ga collegiaal met hen om. samenwerken: ik werk zo goed mogelijk samen met mijn collega’s, met het oog op een zo goed mogelijk resultaat integriteit: ik ben steeds correct en betrouwbaar. De klanten moeten erop rekenen dat het algemeen belang van de stad voorop staat. diversiteit: ik kom met veel mensen in contact die allen verschillen op tal van vlakken: leeftijd, geslacht, afkomst, taal, cultuur, opleiding, seksuele geaardheid, inkomen, burgerlijke staat,… Ik respecteer al die verschillen en ga met iedereen professioneel om.
02-04-2009 10:52:41
57
ANTenne I 11
58
Er wordt een werkgroep opgericht die zal nakijken of de regels duidelijk zijn en of er geen ruimte is voor interpretatie. De werkgroep zal ook de verschillende initiatieven op het gebied van integriteit op elkaar afstemmen. Integriteit op de werkvloer
Het is belangrijk dat alle personeelsleden integer handelen en de regels kennen. Zowel het huidige personeel als nieuwkomers. Daarom zal de jury in selectieproeven de nodige aandacht blijven schenken aan hoe integer een kandidaat handelt. Wie aan de stad start, maakt tijdens het onthaal kennis met de vijf ‘A-waarden’ (A-waarden: zie kader ‘Wat is integriteit?’). De
nieuwe collega’s leggen op hun eerste dag ook de eed af. Personeelsleden die al in dienst zijn, zweren de eed na een opleiding rond integriteit. De bedoeling van deze eedaflegging is dat je even stilstaat bij wat het betekent om als ambtenaar te werken. Tijdens de waarderingsgesprekken bespreekt je chef of je met integriteit en de andere A-waarden goed omgaat. Om te weten hoe je best reageert bij een dilemma, zal iedereen voor 2010 een opleiding rond integriteit volgen. In deze dilemmatraining neem je met je collega’s en een externe trainer dilemma’s onder de loep die je in je werk tegenkomt.
Hoe integer ben jij? Doe de test. 1. Per ongeluk een balpen mee naar huis nemen, mag dat? 0 JA 0 NEE 2. Een kopie van een persoonlijk document nemen, mag dat? 0 JA 0 NEE 3. Een doos pralines aannemen van een leverancier, mag dat? 0 JA 0 NEE 4. Tijdens een keerronde vraagt een oud vrouwtje om eenmalig haar oprit mee op te kuisen, mag dat? 0 JA 0 NEE 5. Een cadeaubon aannemen tijdens een werkbezoek, mag dat? 0 JA 0 NEE
6. Offertes voor verbouwingswerken opvragen bij aannemers die ook voor de stad werken, mag dat? 0 JA 0 NEE 7. Deelnemen aan een betoging voor het districtshuis, mag dat? 0 JA 0 NEE 8. Ik ben al een tijdje ontevreden over hoe het bij ons op de afdeling loopt. Mijn hart luchten tegen een leverancier, mag dat? 0 JA 0 NEE 9. Onlangs was er een klant aan het loket die enorm begon te tieren en te schelden. Moet ik zo iemand dan maar gelijk geven? 0 JA 0 NEE
Antwoorden 1. JA Een balpen per ongeluk mee naar huis nemen, kan uiteraard geen kwaad. Waarschijnlijk belandt deze balpen de volgende dag toch terug op je bureau. De schoolbenodigdheden van je kinderen in het economaat bijeensprokkelen mag natuurlijk niet.
dit wel aan je collega’s en aan je chef. Misschien proeven die ook graag mee. Dure geschenken of geschenken die je achteraf tot iets verplichten aannemen kan niet.
2. JA Eenmalig een kopie nemen voor bijvoorbeeld je brandverzekering mag. Je volledige cursus bloemschikken kopiëren voor al je vriendinnen kan natuurlijk niet.
4. Dit hangt van de situatie af. Bespreek dit met je chef. Wanneer je je chef niet kan bereiken, maar het opkuisen vraagt niet veel tijd, het past in je planning en het belet je niet in je werkzaamheden, dan kan je dit eenmalig doen. Praat hierover daarna wel met je chef. Het tuintje van deze dame onderhouden kan niet de bedoeling zijn.
3. JA. Een doos pralines van een leverancier mag je aannemen. Ze zijn van geringe waarde en ze verplichten je niet tot een wederdienst. Je vertelt
5. NEE. Dit mag niet, je moet deze bon terugbezorgen aan de schenker. Hij heeft deze waarschijnlijk met de beste bedoelingen gegeven, maar
antenne1_januari2008_Awaarde.indd 11
als ambtenaar moet je altijd de schijn van afhankelijkheid, partijdigheid, willekeur en bevoordeling vermijden. 6. Als ambtenaar mag je offertes vragen aan aannemers die voor de stad werken, als je hen duidelijk maakt dat dit niets met je job bij de stad te maken heeft. Dit mag niet wanneer je voor de stad betrokken bent bij het beoordelen van offertes voor de stad, omdat je als ambtenaar onafhankelijk moet zijn. 7. JA Natuurlijk heb je als burger recht op vrije meningsuiting. Je mag je net als ieder ander kritisch uitlaten over alle openbare zaken. Het moet wel duidelijk zijn dat je op
dat moment als privépersoon je mening uit. 8. NEE Bespreek je ontevredenheid met je collega’s binnen je dienst, en niet met klanten, pers of collega’s van andere diensten. Uiteindelijk moet je binnen je team een oplossing zoeken voor deze problemen. 9. Alleen als iemand gelijk heeft, moet hij of zij het krijgen. Behandel je klant altijd correct en beleefd, zelfs als hij zich boos maakt. Blijf dus zelf altijd rustig, probeer erachter te komen wat hem dwars zit en kijk wat je daar binnen de regels aan kan doen.
02-04-2009 10:52:41
Bijlage 3 Besluit managementteam acties integriteit Managementteam/beslissingen Kopie
Samenstelling : de leden van het managementteam: de heren R.Verhaert, stadssecretaris; R. Gielen, strategisch coördinator; J. Swinnen, stadsontvanger; S. Cauwelier; mevrouw M. Knockaert; de heer T. Meeuws; mevrouwen K. Nauwelaerts; K. Overmeer; de heren E. Schevernels; L. Tesseur; P. Van Steenvoort; B. Verbergt; mevrouwen I. Neuts, E. Bouwen; de heer C. Addiers, luitenant-kolonel.
59
Zitting van woensdag 10 december 2008 Iedereen aanwezig behalve: de heren T. Meeuws, bedrijfsdirecteur; C. Addiers, luitenant-kolonel. Zijn eveneens aanwezig: de heer M Vandewalle, mevrouw A Breëns, bestuurscoördinatoren, de heren D. Diels, P. Crombecq, directeurs, mevrouw D. Jacobs, consulent, de heer A. Stoffels, majoor.
Bestuurszaken 6
A-Punt
Integriteitbeleid. Integriteitinitiatieven 2009. Goedkeuring. Concretisering beleidsrichtlijn (Jaarnummer 640)
Het managementteam neemt kennis van de stand van zaken van de opdrachten die het op het managementteam van 13 november 2007 gaf omtrent integriteit, STAP en tucht. Het managementteam beslist om een aantal nieuwe acties op te zetten om de integriteitbeleving te versterken. Agendapunt, management, gewone zitting, 13/11/2007, jaarnummer 591 Auteur: Debbie Jacobs
Motivering Voorgeschiedenis Met haar besluit van 13 november 2007 (jaarnummer 561) keurde het managementteam een aantal acties goed om de integriteitbeleving bij de medewerkers van de stad Antwerpen te versterken. Ook de oprichting van een werkgroep directeurs die verschillende integriteitinitiatieven op elkaar zal afstemmen, werd goedgekeurd. Op het managementteam van 13 november 2007 stelde het bureau voor integriteit ook zijn jaarverslag 2006 voor.
Feiten en context Op het managementteam van 10 december 2008 overloopt het bureau voor integriteit de belangrijkste cijfers en conclusies uit het jaarverslag 2007. De integriteitmedewerker geeft ook een stand van zaken in verband met de opdrachten die het managementteam in 2007 gaf (omtrent integriteit, STAP en tucht) en lanceert een aantal nieuwe voorstellen.
Financiële gevolgen De stadsontvanger verleent zijn visum voor het huidige dienstjaar, conform artikels 94 en 160 §2 van het gemeentedecreet.
managementbesluit: 640 van woensdag 10 december 2008 Pagina 1 van 3
Managementteam
60
managementteam/beslissingen Kopie
Besluit Artikel 1 Het managementteam neemt kennis van de stand van zaken van de opdrachten die het op het managementteam van 13 november 2007 gaf omtrent integriteit, STAP en tucht.
Artikel 2 Het managementteam geeft personeelsmanagement de opdracht om de eedaflegging van de nieuwe personeelsleden af te stemmen op de eedaflegging bij de brandweer, maar niet bij de politie.
Artikel 3 Het managementteam geeft de werkgroep directeurs de opdracht om zicht te buigen over het project eedaflegging voor personeelsleden die reeds in dienst zijn.
Artikel 4 Het managementteam neemt kennis van de aangepaste timing voor de lancering van de interne website over integriteit. In de loop van februari staat de eerste versie online en tegen 1 april 2009 wordt een tweede en verbeterde versie gelanceerd.
Artikel 5 Het managementteam keurt de bijgestuurde rol van de werkgroep directeurs goed: de werkgroep functioneert als klankbord voor het centrale en decentrale integriteitbeleid, en stemt verschillende initiatieven omtrent integriteit op elkaar af.
Artikel 6 Het managementteam neemt kennis van de oprichting van de werkgroep A-waarden. Deze werkgroep ontwikkelt tegen 1 februari 2009 een communicatieplan omtrent de A-waarden.
Artikel 7 Het managementteam geeft aan de personeelsverantwoordelijken de opdracht om het integriteitbeleid verder te implementeren in elke bedrijfseenheid.
Artikel 8 Het managementteam geeft aan personeelsmanagement de opdracht om een netwerk van vertrouwenspersonen integriteit uit te bouwen. Personeelsmanagement maakt daarvoor gebruik van het bestaand netwerk van vertrouwenspersonen. Personeelsmanagement zorgt voor intervisie en ondersteuning van de vertrouwenspersonen integriteit. managementbesluit: 640 van woensdag 10 december 2008 Pagina 2 van 3
Managementteam
managementteam/beslissingen Kopie
Artikel 9 Het managementteam geeft aan de bedrijfsdirecteurs en de personeelsverantwoordelijken de opdracht om de visienota tucht te vertalen naar de eigen bedrijfseenheid.
Artikel 10 Het managementteam geeft de werkgroep directeurs de opdracht om zich samen met de tuchtambtenaar te buigen over de tuchtprocedure.
Artikel 11 De stadsontvanger verleent zijn visum voor het huidige dienstjaar en regelt de financiële aspecten als volgt: Omschrijving
Bedrag
Begrotingscode
Acties communicatieplan A-waarden
2009: 60 000
2009/10400 030 10 07/0900
Afschrift: 4 exemplaren Aan: PM/HRC Debbie Jacobs Armand Vandeplas S/Roel Verhaert KB
Aantal: 1 1 1 1
Beschikbaar krediet nvt
Vnr nvt
Actie: voor dossier voor kennisneming voor kennisneming voor dossier
managementbesluit: 640 van woensdag 10 december 2008 Pagina 3 van 3
61
Colofon
62
Redactie
Annemie Breëns en Debbie Jacobs
Verantwoordelijke uitgever
Armand Vandeplas, Sint-Jacobsmarkt 5 – 7, 2000 Antwerpen
Vormgeving
Heidi Reyniers - Red Spot bvba - Wilrijk
Wettelijk depotnummer
D/2009/0306/67