P7_TA(2010)0100 Kwijting 2008: Communautair Bureau voor visserijcontrole 1. Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008 (C7-0201/2009 – 2009/2130(DEC))
Het Europees Parlement, – gezien de definitieve jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008, – gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008, met de antwoorden van het Bureau1, – gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 – C7-0061/2010), – gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, – gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen2, en met name artikel 185, – gelet op Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole3, en met name artikel 36, – gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024, en met name artikel 94, – gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement, – gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0105/2010), 1. verleent de uitvoerend directeur van het Communautair Bureau voor visserijcontrole kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 2008; 2. formuleert zijn opmerkingen in onderstaande resolutie; 3. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit en de resolutie die daarvan een integrerend deel uitmaakt, te doen toekomen aan de directeur van het Communautair Bureau voor visserijcontrole, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie 1 2 3 4
PB C 304 van 15.12.2009, blz. 1. PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1. PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).
2. Besluit van het Europees Parlement van 5 mei 2010 over de afsluiting van de rekeningen van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008 (C7-0201/2009 – 2009/2130(DEC)) Het Europees Parlement, – gezien de definitieve jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008, – gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008, met de antwoorden van het Bureau1, – gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 – C7-0061/2010), – gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, – gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen2, en met name artikel 185, – gelet op Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole3, en met name artikel 36, – gezien Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024, en met name artikel 94, – gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement, – gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0105/2010), 1. gaat akkoord met de afsluiting van de rekeningen van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008; 2. verzoekt zijn Voorzitter dit besluit te doen toekomen aan de directeur van het Communautair Bureau voor visserijcontrole, de Raad, de Commissie en de Rekenkamer, en te zorgen voor publicatie ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie (serie L).
1 2 3 4
PB C 304 van 15.12.2009, blz. 1. PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1. PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72.
3. Resolutie van het Europees Parlement van 5 mei 2010 met de opmerkingen die een integrerend deel uitmaken van het besluit over het verlenen van kwijting voor de uitvoering van de begroting van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008 (C7-0201/2009 – 2009/2130(DEC)) Het Europees Parlement, – gezien de definitieve jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008, – gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de jaarrekening van het Communautair Bureau voor visserijcontrole voor het begrotingsjaar 2008, met de antwoorden van het Bureau1, – gezien de aanbeveling van de Raad van 16 februari 2010 (5827/2010 – C7-0061/2010), – gelet op artikel 276 van het EG-Verdrag en artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, – gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen2, en met name artikel 185, – gelet op Verordening (EG) nr. 768/2005 van de Raad van 26 april 2005 tot oprichting van een Communautair Bureau voor visserijcontrole3, en met name artikel 36, – gelet op Verordening (EG, Euratom) nr. 2343/2002 van de Commissie van 19 november 2002 houdende de financiële kaderregeling van de organen zoals bedoeld in artikel 185 van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/20024, en met name artikel 94, – gelet op artikel 77 en bijlage VI van zijn Reglement, – gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A7-0105/2010), A. overwegende dat de Rekenkamer verklaard heeft redelijke zekerheid te hebben verkregen dat de jaarrekening voor het begrotingsjaar 2008 betrouwbaar is en dat de onderliggende verrichtingen wettig en regelmatig zijn, B. overwegende dat het Parlement de directeur van het Communautair Bureau voor visserijcontrole op 23 april 2009 kwijting heeft verleend voor de uitvoering van de begroting van het Bureau voor het begrotingsjaar 20075 en dat het in zijn resolutie behorende bij het kwijtingsbesluit onder andere kennis heeft genomen van: −
1 2 3 4 5
de opmerking van de Rekenkamer dat het Bureau niet de passende procedures heeft ingesteld voor de vaststelling van kredietoverdrachten, zodat voor een bedrag van
PB C 304 van 15.12.2009, blz. 1. PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1. PB L 128 van 21.5.2005, blz. 1. PB L 357 van 31.12.2002, blz. 72. PB L 255 van 26.9.2009, blz. 202.
125 000 EUR aan kredieten zonder juridische verbintenissen werden overgedragen; −
de opmerking van de Rekenkamer dat het Bureau zijn interne controleprocedures nog niet voldoende heeft gedocumenteerd;
Prestaties 1. neemt kennis van de opmerking van de Rekenkamer, die vaststelt dat het Bureau geen meerjarig werkprogramma opstelt ; onderstreept derhalve dat het van belang is dit document op te stellen om de uitvoering van de strategie en de doelstellingen van het Bureau efficiënt te organiseren; is evenwel ingenomen met het besluit van het Bureau om dit document op te stellen overeenkomstig de middellangetermijnstrategie van zijn raad van bestuur; 2. verzoekt het Bureau tevens te overwegen bij de planning van al zijn operationele activiteiten gebruik te maken van een Gantt-diagram, om snel te kunnen nagaan hoeveel tijd een personeelslid aan een bepaald project heeft besteed en te komen tot een meer resultaatgerichte benadering; 3. verzoekt het Bureau in de aan zijn volgende verslag aan de Rekenkamer toe te voegen tabel een vergelijkend overzicht op te nemen van de tijdens het onderhavige verslagjaar en het voorgaande begrotingsjaar bereikte resultaten, zodat de kwijtingsautoriteit de prestaties van het Bureau over de jaren heen beter kan beoordelen; Financieel en begrotingsbeheer 4. wijst erop dat het Bureau de tekortkomingen in de planning van zijn activiteiten moet aanpakken zodat in de toekomst de procedures voor de opstelling van de begroting voldoende strikt zijn en verhogingen en/of verlagingen van de kredieten op zijn begrotingslijnen vermeden worden; onderstreept overigens dat deze situatie in strijd is met het beginsel van specialiteit; stelt bovendien vast dat tegen de geldende regels in de raad van bestuur niet om goedkeuring van de overschrijvingen is verzocht wanneer dit vereist was, noch daarvan in kennis is gesteld; neemt er evenwel kennis van dat het Bureau zich zal inspannen om zijn planning en begrotingstoezicht te verbeteren en zo het aantal begrotingswijzigingen te beperken; 5. neemt tevens kennis van het antwoord van het Bureau, dat erop wijst dat het opstellen van de begroting voor het jaar 2008 bijzonder moeilijk was wegens de verhuizing naar zijn definitieve standplaats; 6. neemt nota van de opmerking van de Rekenkamer dat bepaalde juridische verbintenissen (voor een totaal bedrag van 1 400 000 EUR) zijn aangegaan vóór de desbetreffende begrotingsvastlegging; Interne audit 7. erkent dat de dienst interne controle 15 aanbevelingen voor het Bureau heeft geformuleerd, waarvan er 9 zijn aangemerkt als "zeer belangrijk" en betrekking hebben op de noodzaak een reeks indicatoren te ontwikkelen voor alle activiteiten van het Bureau, de interne organisatie en procedurele structuur ter ondersteuning van de managementgarantie, het personeelsbeheer (wat de versterking van de aanwervingsprocedures en documentatiesystemen betreft) alsook de noodzaak van interne procedures om de
betalingsachterstand van het Bureau te verminderen; Personele middelen 8. merkt op dat in 2008 meer personeel is aangeworven dan aanvankelijk verwacht en dat deze situatie ertoe heeft geleid dat de kredieten voor salariskosten met meer dan 35% (ongeveer 1 300 000 EUR) ondergewaardeerd werden; verzoekt het Bureau dan ook het toezicht op de begrotingsuitvoering te verbeteren; ° °
°
9. verwijst voor verdere, meer algemene opmerkingen bij het kwijtingbesluit naar zijn resolutie van 5 mei 20101 over de resultaten, het financieel beheer en het toezicht op de agentschappen.
1
Aangenomen teksten, P7_TA(2010)0139.