bulletin Periodiek voor de Federatie van Nederlandse officieren en hoger burgerpersoneel bij Defensie enkel overleg met de militaire belan-

08

juli/augustus 2005

bulletin Periodiek voor de Federatie van Nederlandse officieren en hoger burgerpersoneel bij Defensie

van de voorzitter

Onbehoorlijk bestuur

uit de inhoud 2 Werkgever: start CAOonderhandelingen!

In het overleg met de Tweede Kamer op 8 juni j.l. heeft de staatssecretaris uitgelegd dat hij de Militaire Ambtenaren Wet gaat wijzigen om het Flexibel Personeels Systeem (FPS) te kunnen uitvoeren. Deze wijziging zou alleen maar de noodzakelijke voorwaarden scheppen om het FPS te kunnen gaan invoeren. Het zou maar om vier of vijf regeltjes gaan. Hoe de voorwaarden zouden worden ingevuld, zou nader onderwerp van overleg zijn met de ambtenarencentrales.

4 FVNO werkgroep up-or-out 5 FVNO in het nieuws 7 Gevolgen pensioenknip 9 ABP wijzigt FPU 11 Veel discussie tijdens ALV KVMO 14 VMHB: versterk de

Over verhoging van de leeftijd van het Functioneel Leeftijdsontslag werden door de leden van de Tweede Kamer vele vragen gesteld. De teneur van de antwoorden was dat dit een zaak is van het overleg met de ambtenarencentrales. Wat schetst onze verbazing dat, in tegenstelling tot deze verklaring in de Tweede Kamer, onlangs een wijziging van Militaire Ambtenaren Wet is aangeboden aan het kabinet waarin de ont-

lid worden? www.fvno.nl

slagleeftijd van 60/65 jaar is opgenomen. Er is tot het aanbieden van dit wetswijzigingsvoorstel aan het kabinet geen enkel overleg met de militaire belangenverenigingen geweest. De verhoging van de verplichte ontslagleeftijd in 2001 werd na de onderhandelingen met de centrales vastgelegd in de Uitkeringswet Gewezen Militairen (meestal afgekort tot UKW). Het feit dat nu van deze procedure wordt afge-

koopkracht! 16 Ledenvoordeel/lid worden

weken kan er alleen maar op duiden dat de ambtenarencentrales buiten spel worden gezet. Een grof staaltje van onbehoorlijk bestuur! H.A. Couzy Voorzitter FVNO

FVNO bulletin, juli/augustus 2005

1

uit het georganiseerd overleg

CAO Inzetbrief FVNO:

Werkgever, start de CAOonderhandelingen! De centrales van overheidspersoneel hebben met de hieronder gevoegde CAO-inzetbrief de werkgever dringend verzocht de CAO-onderhandelingen eindelijk eens te starten.

“In de afgelopen maanden is in het Sectoroverleg Defensie meermalen gesproken over de vraag op welk moment het overleg over de arbeidsvoorwaarden voor het defensiepersoneel voor de periode vanaf 1 januari 2004 zou moeten worden geopend. De centrales, samenwerkend in het SCODefensie, zijn van oordeel dat langer uitstel van deze besprekingen niet verantwoord is en dringen er daarom bij u op aan thans op korte termijn de gesprekken daarover te beginnen. De redenen daarvoor is mede gelegen in het feit dat de laatste aanpassing van de belangrijkste arbeidsvoorwaarden dateren van 1 november 2002. Hoewel de centrales zich bewust zijn van de minder gunstige economische ontwikkelingen van de laatste jaren en tussen de sociale partners en het kabinet door middel van een Sociaal Akkoord afspraken zijn gemaakt over een verantwoorde arbeidsvoorwaardenontwikkeling, een afspraak waaraan ook de centrales bij Defensie zich gebonden achten, menen wij dat een verbetering van de arbeidsvoorwaarden thans noodzakelijk is om de toenemende onrust en onvrede bij het defensiepersoneel een halt toe te roepen. Onderstaand geven wij een overzicht van die onderwerpen die wij in de komende onderhandelingen aan de orde wensen te stellen. 1. Looptijd De centrales zijn van oordeel dat nieuwe afspraken over de arbeidsvoor-

2

FVNO bulletin, juli/augustus december 2004 2005

waarden van defensiepersoneel zich in eerste instantie dienen te richten op de periode van 1 januari 2004 tot en met 31 december 2005. 2. Inkomensontwikkeling In het Sociaal Akkoord is overeengekomen dat voor het jaar 2004 ten aanzien van de loonontwikkeling de nullijn zou worden gehanteerd.

de toenemende onrust en onvrede bij het defensiepersoneel moet een halt worden toegeroepen

De centrales bij Defensie sluiten zich hierbij aan. Zij constateren echter dat voor het defensiepersoneel in 2004 echter niet de nullijn is toegepast, maar dat in feite een negatieve loonontwikkeling heeft plaatsgevonden. Immers, gedurende een grote reeks van jaren was sprake van een eenmalige eindejaarsuitkering. Waar dit in het jaar 2004 niet het geval was is de facto het loon over 2004 niet gelijk aan maar lager dan in het jaar 2003. Naar onze opvatting is dit strijdig met de doelstelling van het Sociaal Akkoord, zodat

wij u voorstellen dit te corrigeren met een eenmalige uitkering van 0,8% over het jaarloon 2004, uit te keren op het moment dat overeenstemming over de arbeidsvoorwaarden in de in punt 1 genoemde periode is bereikt. Voor het jaar 2005 stellen wij u voor deze eenmalige uitkering structureel te maken door 0,8% toe te voegen aan de structurele eindejaarsuitkering. Daarnaast staat het Sociaal Akkoord voor het jaar 2005 een gematigde loonontwikkeling toe. Gelet daarop, en de prijsontwikkeling, stellen wij u voor met terugwerkende kracht tot 1 januari 2005 de bezoldiging te verhogen met 1,25%. Tenslotte merken wij op dat sinds 1 januari 2004 in arbeidsvoorwaardelijke zin een aantal maatregelen zijn genomen waarvan is afgesproken dat de opbrengsten daarvan binnen de sfeer van de arbeidsvoorwaarden zullen worden herbesteed, zoals de verlaging van de kilometervergoeding en de afschaffing van de premiespaarregeling. Wij stellen u voor de opbrengsten daarvan over de jaren 2004 en 2005 toe te voegen aan de eenmalige uitkering zoals hiervoor genoemd. Over de aanwending van deze middelen voor de jaren 2006 en volgende zullen wij u later suggesties doen. 3. Keuzemogelijkheden in arbeidsvoorwaarden De centrales zijn er voorstander van de keuzemogelijkheden binnen de arbeidsvoorwaarden te verruimen. Daarbij valt met name te denken aan verdere verruiming van de ruilmogelijkheden tussen arbeidsduur en vrije tijd.


1

De centrales stellen daarbij wel als voorwaarde dat het personeel hierbij een echte vrije keuzemogelijkheid heeft en dat de waarde van de te ruilen arbeidsvoorwaarden gelijkwaardig dient te zijn. 4. Woon-werkverkeer Ten aanzien van de vergoeding van woon-werkverkeer stellen de centrales voor: a. De franchise bij de vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer te verlagen. Hiervoor zou ondermeer gebruik kunnen worden gemaakt van de vrijgevallen middelen van de verlaging van de kilometervergoeding. b. De geldende beperking in het aantal te vergoeden kilometers voor burgerpersoneel te laten vervallen en voor deze personeelscategorie de aanspraken gelijk te maken aan die van het militair personeel. c. Door de beperking van de kilometervergoeding bij woon-werkverkeer voor moeilijk bereikbare plaatsen is het desbetreffende personeel onevenredig getroffen. Wij stellen daarom voor de vergoeding voor deze categorie te verhogen. d. Bij grensoverschrijdend woonwerkverkeer de vergoeding niet te laten beëindigen op de plaats van de grensoverschrijding, maar de vergoeding te baseren op het aantal te reizen kilometers en de vergoeding vast te stellen als waren de verreden kilometers geheel binnen Nederland gereisd.

voor kinderopvang vaak maar nauwelijks opwegen tegen het te verwerven inkomen, menen de centrales dat met een verhoging van de vergoeding voor kinderopvang een belangrijke bijdrage wordt geleverd aan het genderbeleid. 6. Uitzending Uitzending van defensiemedewerkers naar het buitenland heeft ingrijpende gevolgen voor de sociale contacten van het uitgezonden personeel. In dat kader stellen de centrales voor de mogelijkheden voor familiebezoek te verruimen. Daarnaast zijn de centrales van oordeel dat de vergoeding van de kosten wegens terugkeer naar Nederland wegens levensbedreigende ziekte of overlijden van een familielid moet worden uitgebreid tot familieleden in de tweede graad. Tenslotte menen de centrales dat voor personeel dat met het gezin in het buitenland verblijft de beperkingen in de mogelijkheid tot het opnemen van ouderschapsverlof zoveel mogelijk moeten worden weggenomen.

De centrales stellen zich op het standpunt dat ruim voor 1 januari 2006 duidelijk moet zijn hoe deze wijzigingen zullen uitwerken naar de te onderscheiden groepen belanghebbenden en welke op de zorgverzekeringswet aanvullende arbeidsvoorwaardelijke

verhoging van de vergoeding voor kinderopvang levert een belangrijke bijdrage aan het genderbeleid

voorzieningen zullen worden getroffen. De centrales stellen zich daarbij op het standpunt dat voor zover wijziging van het ziektekostenstelsel leidt tot een aantal kostenbesparingen bij de werkgever, deze besparingen binnen het arbeidsvoorwaardenpakket, en dan vooral ten behoeve van de ziektekosten, kunnen worden aangewend.

CAO

Met de voorgestelde wijzigingen menen de centrales bestaande drempels in de mobiliteit van defensiemedewerkers verder te slechten, wat als gevolg van de vele verplaatsingen in het kader van de reorganisaties als noodzakelijk wordt gezien. 5. Kinderopvang Als gevolg van de laatste wijziging in de vergoeding van de kosten van kinderopvang zien de centrales in een aantal gevallen een aanzienlijke toename van die kosten. Dit is met name het geval indien de werkgever van de partner geen vergoeding in deze kosten geeft dan wel indien de defensiemedewerker geen partner heeft. Waar in vele gevallen het ondanks alle inspanningen de vrouw meer bij het arbeidsproces te betrekken het veelal toch de vrouw is die met de zorg voor de kinderen is belast en de hoge kosten


7. Ziekte De centrales achten zich gebonden aan de in het Sociaal Akkoord gemaakte afspraken betreffende doorbetaling van het loon bij ziekte. Over de nadere invulling daarvan zullen wij in het overleg voorstellen doen. Daarnaast stellen de centrales zich op het standpunt dat werkgever en werknemer zich tot het uiterste zullen inspannen om op verantwoorde wijze een zo spoedig mogelijke werkhervatting mogelijk te maken. Reïntegratie activiteiten en het verrichten van aangepaste werkzaamheden zullen in dit kader als normaal gewerkte uren dienen te worden aangemerkt. Tenslotte stellen de centrales zich op het standpunt dat korting van loonbetaling bij ziekte achterwege dient te blijven indien de oorzaken van het verzuim zijn gelegen in het verrichten van dienst.

9. Onderhoud De centrales zijn van mening dat met betrekking tot een aantal onderwerpen de noodzaak bestaat om achterstallig onderhoud te plegen dan wel om de uitvoering van bestaande regelingen aan te passen. Hierbij kan ondermeer worden gedacht aan de regeling ouderschapsverlof voor militairen, het maken van dienstreizen, de toelage bedrijfshulpverlening etc.. Graag willen wij op korte termijn met u de gesprekken over de arbeidsvoorwaarden aanvangen en zien wij gaarne van u een opgave tegemoet van de onderwerpen die uwerzijds op de agenda zullen worden geplaatst.”

8. Zorgverzekeringswet Naar verwachting zal op 1 januari 2006 de zorgverzekeringswet in werking treden, wat ingrijpende gevolgen heeft op de verschillende arbeidsvoorwaardelijke regelingen terzake van ziektekosten, zoals het interim-besluit ziektekosten burgerambtenaren Defensie en de ZVD-regeling.


3

Up-or-out Tweede Kamer eist duidelijkheid van staatssecretaris Op 8 juni jl. heeft de staatssecretaris van Defensie met de Tweede Kamer overlegd over de voortgang van zijn personeelsplannen. De twee belangrijkste onderwerpen waren het Flexibel Personeelssysteem (upor-out) en de transitie naar de nieuwe organisatie volgens de migratiepaden.

De FVNO/KVMO heeft vooraf bij de staatssecretaris (STAS) aangedrongen om nu eindelijk duidelijkheid te verschaffen aan het voltallige defensiepersoneel. De geruchten over het ophogen van de UKW-leeftijd en de negatieve gevolgen van het Flexibel Personeelssysteem beginnen naar een onaanvaardbaar niveau te stijgen. Duidelijkheid heeft de STAS helaas weer niet gegeven; hij herhaalde

slechts een aantal hoofdlijnen uit de P-brief van vorig jaar en ging er inhoudelijk verder niet op in. De Tweede Kamer was op 8 juni echter

wel duidelijk en gaf de STAS twee heldere opdrachten mee die ook werden toegezegd: (1) produceer een uitgewerkt plan op papier en (2) betrek nu eerst de bonden.De Raad van State zal langs dezelfde lijn oordelen. Bij verzoek

om advies inzake een aanpassing van de Militaire Ambtenarenwet (MAW, erop gericht om up-or-out mogelijk te maken) zal het advies van de militaire bonden gevoegd dienen te zijn voordat zij als Raad adviseert. Dat alles is een forse tegenvaller voor onze staatssecretaris. In de bovengenoemde belangrijke dossiers zal de STAS nu eerst een plan moeten uitwerken en vervolgens met de centrales moeten onderhandelen voordat hij verder mag en kan met de voor het personeel zeer ingrijpende wijzigingen van het stelsel.

FVNO start werkgroep up-or-out De FVNO heeft zichzelf de morele plicht opgelegd om de kar te trekken als het gaat om denkkracht en creatieve ideeën ten behoeve van het georganiseerd overleg. In dat kader wil de FVNO binnenkort met een uitgewerkte visie op het up-or-out-systeem komen. cartoon downloaden? www.fvno.nl

De FVNO heeft in november 2004 reeds als enige centrale een tegenvoorstel op de plannen van de STAS gedaan en aangegeven, onder bepaalde voorwaarden, een voorstander te zijn van het up-or-out-systeem (zie het bericht uit december 2004 op www.fvno.nl). De FVNO is nu op zoek naar enthousiaste leden met visie op en/of kennis van P&O die op korte termijn willen meedenken over de fine tuning van de voorwaarden waaronder de FVNO kan instemmen met de invoering van een nieuw Flexibel Personeelssysteem, zoals dat nu door Defensie aan de hand van 14 hoofdthema’s (zie www.kvmo.nl) wordt uitgewerkt. De werkgever zal het plan van aanpak spoedig met de bonden moeten be-

4



1

spreken want de staatssecretaris heeft toegezegd zijn notitie op 1 september as. aan de Tweede Kamer aan te bieden.

Aanmelden Voor deelname aan de werkgroep kunt u zich wenden tot het Hoofd Sectie Georganiseerd Overleg, LTZ 1 M. de Natris, [email protected].

Mocht u niet in staat zijn om te participeren in de werkgroep maar heeft u een goed idee of insteek ten aanzien van up-or-out dan kunt u dit natuurlijk ook aan hem mailen.

FVNO in het nieuws Naar aanleiding van uitlatingen van FVNO-voorzitter H. Couzy in het NRC Handelsblad heeft het kamerlid Eijsink een aantal kamervragen aan de staatssecretaris gesteld.

vraag & antwoord

Kern van de vragen betrof het voornemen om 3.000 extra oudere militairenBOT de komende jaren te ontslaan om te kunnen voldoen aan de financiën die ter beschikking zijn gesteld aan de personele plafonds van de zeven (toekomstige) defensieonderdelen. De antwoorden van de staatssecretaris worden voorzien van een korte reactie van de FVNO. 1. Bent u op de hoogte van berichten over dreigend ontslag voor oudere militairen? 2. Klopt het dat u voornemens bent om “de komende jaren waarschijnlijk 3.000 oudere militairen te ontslaan”? 3. Hoe verhoudt zich het getal 3.000 tot het in het Defensie migratieplan genoemde getal van 1.391 BOT’ers (beroepsmilitairen voor onbepaalde tijd) die moeten afvloeien? 4. Wat zijn in dit verband “oudere” militairen? 5. Is dit dreigend ontslag een direct gevolg van het kabinetsbesluit om het prepensioen af te schaffen? 6. Bent u van plan om de militaire ontslagleeftijd “ergens tussen de 60 en 65 jaar” te laten vallen? 7. Hoe verdraagt dit beleid zich met de grote verjongingsoperatie bij Defensie die thans gaande is? Schuilt hierin niet een grote onderlinge tegenstelling? 8. Klopt het, zoals Couzy stelt, dat u “geen enkel plan heeft” voor de invoering van de hogere ontslagleeftijd? Zo ja, wat wilt u daaraan doen? Zo neen, kan de Kamer die plannen dan per omgaande van u vernemen? Hoe wilt u deze plannen invoeren? 9. Hoeveel oudere militairen worden “overtollig”? Wanneer?


Antwoord STAS: De kabinetsvoornemens op het gebied van de bevordering van de arbeidsparticipatie van ouderen en de daaraan gerelateerde wijzigingen op het gebied van de fiscale behandeling van VUT-regelingen hebben ook consequenties voor het leeftijdsontslag van militairen. In de Personeelsbrief van november 2004 werd de Kamer geïnformeerd over de voorgenomen overgang naar een individueel te bepalen ontslagleeftijd die ligt tussen 60 en 65 jaar. Met de Centrales van Overheidspersoneel zal hier overleg over worden gevoerd, waarbij ook het overgangsrecht dient te worden bepaald.

het vestzakbroekzak principe is van toepassing

Reactie FVNO:De grondslag tot verhogen van de ontslagleeftijd is dus financieel gedreven. Omdat het kabinet een fiscale straf uitdeelt aan werkgevers die hun personeel vervroegd met pensioen sturen, verhoogt Defensie de UKW-leeftijd. Is Defensie vergeten dat UKW niets met pensioen heeft te maken? Of ophoging psychologisch en/of fysiek mogelijk is, is blijkbaar ook geen issue. Defensie wenst de extra kosten niet voor haar rekening te nemen. Overigens is bij de overheid op de fiscale straf ‘Het vestzak broekzak’ principe van toepassing. Defensie betaalt meer en Financiën absorbeert het douceurtje.

Vervolg antwoord STAS: Met de Prinsjesdagbrief 2003 is een proces van ontbureaucratisering en ontstaffing ingezet. Dit is gericht op een verjonging van het personeelsbestand van Defensie. Door de introductie van het nieuwe up-or-out personeelssysteem worden tevens de getalsmatige verhoudingen tussen de lagere rangen en de hogere rangen (de verhoudingen tussen de zgn. onderbouw en de zgn. bovenbouw) herschikt. De verwachting is dat deze twee met elkaar samenhangende ontwikkelingen de Defensieorganisatie zodanig zullen vormgeven, dat de introductie van een hogere ontslagleeftijd niet tot aanvullende overtolligheid zal leiden.

Reactie FVNO: De inkrimping van de Haagse Staven is het gevolg van de gekozen ontschotting en ontbureaucratisering bij Defensie ingegeven door de Reorganisatie zonder weerga. Van de 6.000 Haagse staffuncties moeten er 4.000 verdwijnen. Dat heeft dus niets te maken met de beoogde verjonging. De staatssecretaris strooit hier met zand. Sterker nog: de FVNO heeft reeds haar zorgen geuit over het feit dat in de nieuw gevormde Bestuursstaf geen functies meer beschikbaar zijn voor jonge officieren. Ervaring opdoen bij de Bestuursstaf acht de FVNO zeer belangrijk voor de ontplooiing van jonge officieren die in de toekomst beleidsfuncties dienen te gaan vervullen. Vervolg antwoord STAS: Er is dus ook geen tegenspraak tussen de beoogde verjonging enerzijds, die vooral effect sorteert in de onderbouw van de or-


5

ganisatie, en, anderzijds, de verhoging van de ontslagleeftijd. De kabinetsmaatregelen, gericht op het verlengen van de arbeidsparticipatie, zullen van invloed zijn op de samenstelling van de bovenbouw, dat wil zeggen onder de medewerkers die zich kwalificeren voor de hogere functies bij Defensie. In lijn met het kabinetsbeleid is het personeelsbeleid er op gericht deze medewerkers langer te kunnen laten doorwerken. Het nieuwe ontslagbeleid is onderwerp van gesprek met de Centrales voor Overheidspersoneel. Over de uitkomsten ervan zal ik u te gelegener tijd informeren.

cartoon downloaden? www.fvno.nl

Reactie FVNO: Defensie transformeert nu naar een expeditionaire krijgsmacht, waarin iedere militair moet kunnen

worden uitgezonden. Er is bij elk krijgsmachtdeel een operationele leeftijdsgrens, waarboven militairen niet meer worden uitgezonden. Defensie heeft nog geen nadere invulling gegeven aan de gewenste nieuwe bracket van leeftijdsontslag tussen 60 en 65 jaar. Zonder een nieuwe studie naar de wijze waarop de organisatie om kan gaan met een verhoging van de LOM-leeftijd en de vastgestelde operationele leeftijdsgrenzen, is invoering niet verantwoord. De staatssecretaris geeft aan dat het nieuwe ontslagbeleid onderwerp van gesprek is met de centrales. Helaas zal dit laatste pas formeel aan de orde zijn als de wijziging van de Militaire Ambtenaren Wet (MAW) de Tweede

6


Kamer heeft gepasseerd. Op dat moment is het echter een voldongen feit en kan er alleen nog maar over details en de overgangsregeling worden gesproken. Vragen 10. Deelt u de opvatting van oud-bevelhebber der landstrijdkrachten, H. Couzy, dat “Geld kennelijk belangrijker is dan gemotiveerd personeel”? 11. Hecht u veel waarde aan het draagvlak onder het personeel? Bent u niet bevreesd dat dit wordt uitgehold door deze dreigende nieuwe ontslagronde bovenop de lopende afslankingsoperaties? Antwoord STAS: Het spreekt voor zichzelf dat het draagvlak onder het personeel voor het ontwikkelen en uitvoeren van het personeelsbeleid van zeer grote betekenis is. De personeelsaangelegenheden vormen één van de speerpunten van het defensiebeleid. De opvattingen van de heer Couzy daarover zijn voor zijn eigen rekening. In het antwoord op de voorgaande vragen is uiteengezet dat het niet aannemelijk is dat de verhoging van de ontslagleeftijd tot aanvullende overtolligheid zal leiden.

Reactie FVNO: De personeelsaangelegenheden vormen een speerpunt van het defensiebeleid. De afgelopen maanden is veel aandacht besteed aan twee van de drie speerpunten nl. genderbeleid en veteranenbeleid. Het belangrijkste punt waarover bij het personeel het afgelopen jaar veel onrust is ontstaan te weten: " mag ik bij defensie blijven en tot welke leeftijd" is formeel niet aan de orde geweest. Vraag 12. Kunt u de Kamer uitleggen waarom er nog steeds wordt gesproken van BBT- (beroepsmilitairen bepaalde tijd) en BOT-militairen, terwijl uit uw migratieplannen blijkt dat dit onderscheid inmiddels is opgeheven?

Antwoord STAS: Het onderscheid tussen BBT en BOT is thans nog niet opgeheven. Na de introductie van een nieuw personeelssysteem in 2007, gebaseerd op het up-or-out-model, is het onderscheid echter niet meer relevant en zal het worden opgeheven.

de bonden en het personeel komen buiten spel te staan

Reactie FVNO: Voor de werkgever is het niet relevant of een militair een BOT’er is of een BBT’er. De FVNO denkt hier anders over. De BOT’er heeft een arbeidscontract dat niet eenzijdig door de werkgever kan worden opgezegd alleen maar omdat die werkgever vindt dat de goed functionerende oudere militair te duur is. Vraag 13. Wilt u deze vragen beantwoorden vóór dinsdag 17 mei 2005, om 12.00 uur? Antwoord STAS: Ik heb geprobeerd tegemoet te komen aan uw verzoek tot versnelling van de beantwoording, maar ben daarin niet geslaagd. Desondanks ontvangt u deze schriftelijke antwoorden binnen de reguliere reactietermijn.

Reactie FVNO: Op één van de belangrijkste vragen, nr. 10, wordt door de STAS niet ingegaan. Een plan wordt niet overhandigd en dat kan STAS ook niet omdat hij zowel de Tweede Kamer als de Centrales van Overheidspersoneel in het ongewis wil laten totdat hij zijn troef ‘een aangepast Militaire Ambtenarenwet’ kan uitspelen. Als de STAS die felbegeerde wet in handen heeft, dan is hij klaar: het betekent dat de bonden en het personeel buiten spel staan en alleen nog maar over de invulling van een raamwet mogen meepraten waarin de uitgangspunten reeds zijn gedefinieerd.


1

Pensioenen Nadere tekst en uitleg over de gevolgen van een eventuele

Pensioenknip In het SOD is overeenstemming bereikt over de knipsystematiek in het verwachte militaire eindloonpensioensysteem vanaf 2006. Dit is een grote stap in de richting tot het komen van een sectorale pensioenregeling voor Defensie. Er dient echter nog wel een belangrijke stap te worden genomen voordat dit een feit is. De werkgevers en werknemers in de Pensioenkamer dienen nog hun goedkeuring te geven aan de overeenkomst die aan de defensieonderhandelingstafel is overeengekomen.

bij een langzame of juist zeer snelle carrière tot opperofficier treden er wel knippen op. Op de FVNO-site vindt u bij dit artikel een spreadsheet toegevoegd waarin zichtbaar is gemaakt bij welke bevordering de knippen zich voordoen.

Gevolgen voor de marineofficier Hierboven is verwezen naar een knipsystematiek. Een knip in de pensioenopbouw houdt in dat boven een bepaalde loonstijging geen pensioenopbouw plaatsvindt. De knip komt procentueel te liggen op 10% van het brutojaarsalaris en daarnaast geldt een drempelbedrag van € 5.240,-. Op dit moment in 2005 geldt een knippercentage van 25% en als de salarisverhoging dat percentage overschrijdt vindt er in het geheel geen pensioenopbouw plaats over deze verhoging. Bij eerdere besprekingen over de knip was er ook nog sprake van een tweede knip in de laatste 5 jaar voor UKW-datum. Deze knip is er uitgehaald omdat dit hoogstwaarschijnlijk in strijd is met de wetgeving over leeftijdsdiscriminatie.

wordt het drempelbedrag van € 5.240,en ook de 10% grens overschreden.Het laatste houdt in dat maar 10% van uw salarisverhoging pensioengevend wordt, oftewel € 3.000,-. Het bedrag van de stijging boven de 10% (€ 5.500 € 3.000 = € 2.500) is niet pensioengevend. De knip betreft alleen individuele salarisverhogingen, dus niet CAO-loonstijgingen. In de eerste twee jaren tijdens de initiële opleiding wordt, indien

afhankelijk van de carrière zullen zich nog meer knippen voordoen

Bij de KM bestaat er nu reeds één keer een knip in de officierscarrière bij de bevordering van sergeant naar LTZ3 (28%). Dat levert dan na 40 dienstjaren een pensioenschade op van 0,7 pensioenjaar x 1,75% = 1,22%. Door de nieuwe 10%-knip treden er twee knippen op in een normale KM-officierscarrière. Eén nog steeds bij bevordering van SGT naar LTZ3 en een nieuwe bij bevordering van LTZ2 naar LTZ 2OC. In beide gevallen liggen de salarisstijgingen boven het drempelbedrag en wordt geknipt op 10% met als gevolg niet een opbouw van 40 maar van 38,6 pensioengevende jaren. In verhouding met de huidige 25% knip is dat een meerknip van 0,7 jaar, d.w.z. nog eens

Wat wordt er bedoeld met een drempelbedrag? Indien de salarisverhoging in één jaar € 5.240,- niet overschrijdt, wordt er niet geknipt. Als het drempelbedrag wel wordt overschreden wordt geknipt op 10%, d.w.z. dat de salarisstijging tot en met 10% wel pensioengevend is. Dit dus in tegenstelling tot de huidige situatie bij de 25% knip. Voorbeeld 1: U verdient € 30.000 per jaar. U wordt bevorderd en in één jaar tijd gaat u er in salaris € 5000,- op vooruit. De salarisverhoging is meer dan 10% echter het blijft onder de drempel. Er wordt dus niet geknipt. Voorbeeld 2: U verdient weer € 30.000,- . U wordt bevorderd en in één jaar tijd gaat u er € 5.500,- op vooruit. In dit voorbeeld


het drempelbedrag wordt overschreden, geknipt op het drempelbedrag. Dus in de eerste twee opleidingsjaren is alleen de salarisstijging groter dan € 5.240,- niet pensioengevend.

Gevolgen voor de KL, Klu en KMAR-officier In een normale officierscarrière tot kolonel bij de KL, Klu en KMAR komt zo’n knip bij de 25%-grens niet voor. Na 40 dienstjaren resten dan ook 40 pensioengevende jaren. Dat blijft in de nieuwe situatie ook zo. De salarisstijgingen bij een normale bevordering van ELNT naar KAP en van KAP naar MAJ blijven net onder het drempelbedrag. Dus ook in het nieuwe knipsysteem resteert er een opbouw van 40 pensioenjaren. Afhankelijk van het verloop van een bepaalde carrière, bijvoorbeeld


7

1,22%. Tezamen dus zo’n 2,5%. De knippen zijn een direct gevolg van het in verhouding tot de andere krijgsmachtdelen steilere salarisverloop in de carrière van een marineofficier. Oftewel; de marineofficier verdient eerder meer salaris, maar bouwt daardoor iets minder pensioen op.

solute stijgingen die boven het drempelbedrag uitkomen. Hier treedt dus een verbetering op omdat op dit moment deze gehele loonstijging niet pensioengevend is en vanaf 2006 is de stijging tot aan het drempelbedrag wel pensioengevend. Verdere knippen zijn er in een normale carrière in het nieuwe stelsel ook niet te verwachten. Uiteindelijk zal de pensioenschade niet hoger zijn dan 0,5%.

werking door veel jongeren niet ervaren wordt als een medicijn dat erger is dan de kwaal.

Toelichting spreadsheets

pensioenknip

De hierboven beschreven knippen in de carrière van een marineofficier zullen zich in alle (standaard)carrières tot KLTZ voordoen. Net als bij de collega’s van andere krijgsmachtdelen is het afhankelijk van de carrière (snel, langzaam, vlagofficier) mogelijk dat er zich nog meer knippen voordoen. Op de FVNO-site vindt u dit artikel terug met daaraan toegevoegd een spreadsheet waarin zichtbaar is gemaakt bij welke bevordering de knippen zich voordoen.

Knippen voor de onderofficier In de onderofficierscarrière van SLD3/MATR3 tot AOO is er in alle krijgsmachtdelen nu al één knip bij bevordering van SLD3 en MATR3 tot SGT. Dat zijn stijgingen van 40% en 50% en ab-

Is er een medicijn tegen de pensioenknip? Er is inderdaad een oplossing om pensioenknippen te voorkomen. Het salarishuis kan zodanig worden aangepast dat er steeds aan de twee knipcriteria kan worden voldaan. Echter dit laatste houdt in dat het verschil in salarissen bij knipbevorderingen kleiner gemaakt dient te worden. Aan dit laatste kan gemakkelijk worden voldaan als dit niet budgetneutraal dient te geschieden. Een andere mogelijkheid is het gelijk trekken van de KM-salarisschalen met die van de andere krijgsmachtdelen. Echter dit betekent een salarisachteruitgang voor jonge KMofficieren. Het is de vraag of deze bij-

Op de FVNO-site vindt u dus twee spreadsheets; één voor KL, Klu en KMAR en één voor de KM. Daarin kunt u zien op welk moment in de officierscarrière de knippen zich voordoen. Daar waar achter het salarisnummer in zwarte cijfers 0,0 is ingevuld vindt bij een bevordering geen knip plaats. Daar waar een rood cijfer verschijnt, bijv. bij de KM bij bevordering van LTZ2 naar LTZ 2OC achter de salarisnummers 6 t/m 10, of bij KL en Klu bij bevordering van ELNT naar KAP achter de salarisnummers 6 t/m 9 treedt er wel een knip op. Het bedrag dat u in het rood aantreft is het bedrag waarover geen pensioen wordt opgebouwd. Dit is dus het bedrag op jaarbasis boven de 10% salarisstijging. De groene bedragen vertegenwoordigen de pensioenknippen die optreden bij lang verblijf in een bepaalde rang, waardoor een max-max effect optreedt.

Vragen over het pensioenoverzicht 2004 (3) In vorige uitgaven van dit bulletin hebben wij reeds het een en ander uit de doeken gedaan over de gedaalde prognose van het ouderdomspensioen (OP) op 65 jaar op het ABP-pensioenoverzicht 2004. Na verontruste reacties van onze leden is er met Defensie en ABP over gesproken. Er is een onderzoek ingesteld, de verschillende oorzaken zijn boven tafel gekomen en de nodige acties zijn ondernomen. Allereerst werd na onderzoek duidelijk dat de door het ABP gebruikte rekenmethode om tot die prognose te komen, technisch juist in elkaar stak. De FVNO/CMHF had vragen gesteld over de juiste technische omrekening van de gedeeltelijke indexatie op het militaire eindloonpensioen. Narekening door FVNO/CMHF en uitleg van het ABP wees wel uit dat door de voorzichtigheid die het ABP in acht had genomen de OPprognoses extra lager uitvielen. Dat wordt bij de pensioenoverzichten 2005 aangepast. In het overleg werd

8


besloten om al die militairen en UKWers die met die lagere OP-prognose werden geconfronteerd (17.000 in totaal), een brief met uitleg op hun huisadres te sturen. Die uitleg is toegespitst op de bijzondere situaties die zich voordeden. Veelal was er sprake van de situatie dat de gedeeltelijke indexatie van de pensioenen in 2004 (3/4 deel) was doorgerekend in de prognose tot 65 jaar. Omdat niet duidelijk is wanneer weer volledig wordt geïndexeerd, is door het ABP behoudend geprogno-

tiseerd en als je dat over een reeks van jaren doet kom je natuurlijk lager uit. Daarnaast was het ABP uitgegaan van een vaste ontslagleeftijd voor alle militairen op 55 jaar. Andere mogelijke oorzaken zijn nog dat u minder bent gaan werken en verdienen, of dat uw burgerlijke staat niet goed in de ABPbestanden is terecht gekomen. In alle bedoelde individuele gevallen krijgt betrokkene een brief, opgesteld met het oog op het specifieke probleem. Daarnaast worden door Defensie en ABP (bestands)hersteltaken uitgevoerd (bij bijv. verkeerde burgerlijke staat). Daar waar geen sprake is van een daling in de prognose is/wordt ook geen brief verstuurd.


1

Pensioen burgerambtenaren Defensie Pensioenopbouw over variabele loonbestanddelen In het overleg met de werkgever is overeenstemming bereikt over de pensioenopbouw over flexibele toelages in het middelloonsysteem voor de burgerambtenaren. In een eindloonregeling tellen alleen vaste structurele loonbestanddelen mee voor pensioenopbouw. In een middelloonregeling kunnen dat ook flexibele en incidentele toelagen zijn.

In de middelloonregeling voor burgerambtenaren wordt verplicht volgens afspraak in de Pensioenkamer een fors aantal flexibele loonbestanddelen pensioengevend, deels per 1 juli 2005 en deels per 1 januari 2006. Onkostenvergoedingen worden niet pensioengevend. Op de FVNO-site op het Internet vindt u een overzicht van alle wel en niet voor pensioenopbouw meetellende toelagen en vergoedingen. Doordat het pensioengevend inkomen door die flexibele toelagen stijgt, wordt de pensioenpremie ook hoger. U als

burgerambtenaar met toelages blijft wel hetzelfde percentage pensioenpremie betalen. Maar doordat de toelages onderdeel gaan uitmaken van het pensioengevend inkomen betaalt u, absoluut gezien, een hogere premie. Alle waar naar zijn geld; daardoor bouwt u natuurlijk ook meer pensioen op. Let op: als u al toelages ontvangt stijgt uw huidige bruto inkomen natuurlijk niet. Alleen het inkomen waarover pensioen wordt opgebouwd stijgt. Omdat aan het begin van het jaar niet bekend is welke flexibele toelagen worden uitge-

keerd, wordt de meerpremie daarover pas in het jaar daarna geheven. De werkgever die 3/4 deel van de premie betaalt moet ook meer premie gaan betalen. Dat geld moet volgens Defensie van een krappe begroting komen. Defensie schat het meerbedrag op € 0,5 miljoen en gaf twee mogelijkheden. Of de financiering gaat ten laste van de totale beschikbare financiële arbeidsvoorwaardenruimte, of er gaan toelagen sneuvelen dan wel deze worden gekort. Het elimineren en beperken van toelagen is een paardenmiddel waar de FVNO/CMHF na overleg met de VMHB niet toe wilde overgaan. De werkgeversbijdrage aan de premie komt dus ten laste van de arbeidsvoorwaardenruimte.

ABP wijzigt FPU-regeling Per 1 januari 2006 treedt de wet VPL (VUT, Prepensioen en Levensloop) in werking. Deze wet verbiedt een pensioendatum vóór 65 jaar en daarom moest de FPU-regeling van het ABP op de schop. In de afgelopen maanden is in de Pensioenkamer tussen de overheidswerkgevers en werknemers langdurig onderhandeld over aanpassing van de pensioenregeling.

delaar namens de CMHF. Voor de leeftijdscategorie 56 jaar en ouder op 1 januari 2006 geldt deze nieuwe regeling niet. Voor deze groep oudere werknemers geldt overgangsrecht. Voor deze groep blijven de huidige FPU-rechten bijna geheel overeind. Ook hier is sprake van 2 tot 3 maanden verlenging vergeleken met de huidige FPU-leeftijd. En daarnaast wordt de anticumulatiebepaling bij bijverdiensten in de FPU-periode aangescherpt. De 100% limiet wordt namelijk verlaagd naar een afroomgrens van 90%. De financiering van de overgangsrechten voor deze groep zal worden opgebracht door alle deelnemers aan het fonds. Desondanks zal de premie per 1 januari 2006 weer zakken naar het niveau van 2004.

FPU

Het doel vanuit de werknemersorganisaties was om zoveel mogelijk vroegpensioenrechten, met de daarbij horende financiering in de nieuwe fiscaal-juridische setting overeind te houden, zodat alsnog een vroegere pensioendatum mogelijk blijft. De werkgevers zien dat toch iets anders. Die willen een deel van de collectieve pensioenpremie naar de sectorale onderhandelingstafels brengen voor de opzet van de levensloopregeling en tegelijkertijd zien ze bezuinigingsmogelijkheden. Bovendien was de omvang van de leeftijdsgroep (vanaf welke leeftijd) waarvoor het overgangsrecht gaat gelden een heet hangijzer.

Op 5 juli 2005 kwam de Pensioenkamer voor het laatst bij elkaar en in deze vergadering is er een onderhandelaarsakkoord bereikt over de inrichting


van de nieuwe ABP-pensioenregeling. Het voert te ver om het ingewikkelde akkoord in detail op te voeren. U leest hier alleen de hoofdpunten.

Nieuwe regeling op hoofdlijnen

De nieuwe pensioenregeling gaat in op 1 januari 2006 en op die datum zal de bestaande FPU-regeling vervallen. De FPU-rechten zijn zoveel mogelijk ingebouwd in de nieuwe pensioenregeling door het opbouwpercentage te verhogen (van 1,9% naar 2,05%) en de AOW-franchise te verlagen (van € 13.000,- naar € 9.400,-). Dat leidt er uiteindelijk toe dat na 40 dienstjaren in de nieuwe regeling een zodanig ouderdomspensioen is opgebouwd dat eerder uitreden vanaf 62 jaar en twee maanden mogelijk is volgens C. Michielse, directeur van en onderhan-

Voor alle duidelijkheid: dit is een onderhandelaarsakkoord dat nog moet worden goedgekeurd door de achterban van de betrokken centrales. De CMHF Ledenraad hierover wordt gehouden op 29 september a.s.. Uitgebreidere informatie vindt u op de websites van FVNO en CMHF.


9

ABP-congres: Nederlandse pensioenregelingen in de toekomst Het ABP en de PGGM, de twee grootste pensioenfondsen in Nederland, organiseerden onlangs een internationaal congres over de toekomst van collectieve pensioenregelingen via pensioenfondsen in het Nederlandse pensioensysteem. Op dit moment vinden namelijk in landen met een pensioentraditie zoals de VS, het VK en Zweden, aanpassingen plaats naar meer individuele pensioenregelingen. Ook in Nederland is die beweging gaande. Waar de twee pensioenfondsen met deze conferentie in geslaagd zijn is het overbrengen van de sfeer: ‘Nederland pensioenland, let op uw saeck’.

deed. En die gevolgen logen er niet om. Uit alle verhalen bleek dat het leggen van verantwoordelijkheid bij het individu voor de eigen pensioenopbouw tot een mager pensioenresultaat leidt. Individuen hebben grote moeite met de vragen waarvoor ze gesteld worden. Vragen als: Hoeveel moet ik sparen voor mijn oude dag? Welke financiële producten moet ik kiezen om mijn pensioen op te bouwen? Op welke wijze moet ik mijn besparingen beleggen? Hoe moet ik het opgebouwde kapitaal op pensioendatum omzetten in een periodieke uitkering?

blijkt: veel mensen willen geen geld neertellen voor een goed financieel advies. Ze spelen voor struisvogel en betalen liever (ongemerkt) een hoger bedrag aan provisie bij de aankoop van een financieel product, dan dat ze een financieel adviseur op uurbasis betalen voor een financieel plan voor de langere termijn.

ABP congres

De individualisering wordt gevoed door een aantal oorzaken. 1. De vergrijzing. De collectieve solidariteit wordt wel erg duur. Jongeren weigeren te betalen voor voorzieningen waarvan ze voorzien dat zij daar zelf geen gebruik meer van kunnen maken.

de vaak verplichte collectieve Nederlandse pensioenopzet is zo slecht nog niet

2. Nieuwe internationale accountancyregels die het ondernemingen verplicht de kosten en de risico’s van hun pensioenverplichtingen op te nemen op de bedrijfsbalans. Het gevolg daarvan is dat het bedrijf af wil van die risico’s en die bij het individu, de werknemer, neerlegt. 3. De veranderingen in de samenleving. De maatschappelijke behoefte aan individualisering die met vertraging nu ook doorwerkt in pensioenregelingen die vnl. nog uit de jaren vijftig stammen. Uitgenodigd was een aantal pensioendeskundigen uit de genoemde landen die de gevolgen van de individualisering in pensioenopbouw aan de hand van kwantitatieve gegevens uit de doeken

10


Psychologie van de mens

Allereerst speelt de psychologie van de mens een grote rol. Individuen blijken voor een doel op de lange termijn de noodzakelijke actie in de tijd op te schuiven. Dat is ook de reden dat jonge mensen zich nauwelijks iets kunnen en willen voorstellen bij pensioen. De meeste mensen leven nu en zien wel wat de toekomst brengt. Uit psychologische tests blijkt dat mensen denken dat ze later gemakkelijker het offer kunnen brengen om iets te bereiken. Later als de omstandigheden beter worden; als ik een hoger inkomen heb, als de vaste lasten zijn verminderd enz, ga ik sparen voor mijn pensioen want dan zal het gemakkelijker zijn. Individuen komen ook moeilijk tot actie als de keuzemogelijkheden groot zijn. Een experiment met twee jamwinkels, de een met 24 en de ander met 6 jamsoorten, wijst uit dat in het eerste geval, terwijl daar meer bezoekers op afkomen, maar 3% van die bezoekers een aankoop doet, terwijl in de tweede winkel 30% van de bezoekers jam koopt. Zo is het ook op de markt van financiële producten. Wie ziet door de bomen het bos nog? Komt nog bij dat veel mensen financiële leken zijn en zich laten weerhouden door de wonderbaarlijke gevaarlijke wereld van het grote geld. En wat in dit verband ook

Dan de uitvoering van de individualisering. Uit de evaluatie van Zweden blijkt dat de uitvoering van individuele pensioenregelingen veel meer kosten met zich mee brengt. De verzekeraars en tussenpersonen eigenen zich een behoorlijk deel van de taart toe, wat uiteindelijk leidt tot een 20% lager pensioenresultaat. De vertegenwoordiger uit het VK meldt dat door de hervormingen onder Thatcher die wel gepaard gingen met (fiscale) prikkels en steunmaatregelen voor het individu, zullen leiden tot gemiddeld 30% minder ouderdomspensioen. Het blijkt dat er simpelweg veel minder wordt gespaard omdat er geen verplichting meer is. Bovendien is het op dit moment onmogelijk op de financiële markt een pensioenproduct te kopen dat een waardeof een welvaartsvast pensioen kan garanderen. Daar zijn tot nu toe alleen pensioenfondsen met hun intergenerationele solidariteit in geslaagd.

What are we doing here? Uit de analyses van de gasten blijkt wel dat de vaak verplichte collectieve Nederlandse pensioenopzet zo slecht nog niet is. Onderzoek van De Nederlandse Bank (DNB) wijst ook uit dat individuele Nederlanders met het oog op hun pensioen toch niet zo veel van onzekerheden houden. Een groot deel van de financiële consumenten heeft ook goed in de gaten dat bepaalde risico’s goed en vertrouwd kunnen worden ondergebracht bij een pensioenfonds. Bovendien worden ze op die manier gevrijwaard van het nemen van moeilijke beslissingen inzake financiële producten en beleggingen. Of, zoals één van de gasten uitriep: Holland is the

pensioncapital of the world. What are we doing here? Why did you invite us here?


1

FVNO Marine

Uit de ALV van 22 juni 2005 Veel discussie, weinig terughoudenheid De marineofficier is traditioneel terughoudend in het spreken over de eigen rechtspositie of over de toekomst van de zeemacht. Het eerste geluid is al snel niet meer “des officiers” en het tweede ligt niet op zijn dek. Deze houding wordt wellicht ingegeven door een dominant vertrouwen in de integriteit en nobele bedoelingen van de bewindslieden en de ambtelijke leiding als het gaat om het welvaren van de zeemacht.

Gevolg was dat de Algemene Ledenvergaderingen van de KVMO zich doorgaans kenmerkten door een hoog routineus gehalte en weinig vuurwerk: in de ochtend veelal statutaire ketelmuziek en in de middag een reeks van respectabele sprekers en notabelen, altijd bereid tot een vriendelijk of opbeurend woord voor de verzamelde marineofficieren die

hoe anders was de Algemene Ledenvergadering van 22 juni jongstleden intussen in geduldige afwachting waren van de borrel na afloop. Een soort ascese, zeg maar. Hoe anders was de Algemene Leden-

vergadering van 22 juni jongstleden! In de ochtend volop aandacht en emotie voor de mogelijkheden en onmogelijkheden van het nieuwe personeelssysteem up-or-out, over ophoging UKW, over CAO en over pensioen en Ziektekosten. Veel discussie, te weinig tijd en na afloop het gevoel: “we hadden nog uren door kunnen en moeten praten.” En doorpraten, dat gaan we dus doen: inmiddels is het momentum van de ALV gecontinueerd in een publieke “KVMOinspraakronde” over up-or-out waarvan de KVMO de resultaten dit najaar aan STAS zal aanbieden. Immers: STAS wil onze hulp bij het creëren van draagvlak en dus zullen de marineofficieren op deze wijze bijdragen. Zie: www.kvmo.nl of bel met de KVMO.

In de middag volgde discussie over een onderwerp dat ons net zo hard raakt: de toekomst van de KM. Ditmaal geen externe wijze mannen maar alleen toelichtingen van KM-lui ‘van de plaat’ en die spraken vanuit het hart. En zo ontstond een uitstekende discussie van insiders met grofweg twee kampen: enerzijds de aanwezige KMleiding, die stelde dat het eigenlijk best lekker gaat met de KM: volop operaties en nieuw materieel in zicht. Anderzijds een geluid van officieren die zich zorgen maken en stelden dat de KM in de Maritieme Malaise zit, dat we onze boodschap veel beter moeten gaan brengen, dat we een nieuw elan moeten zoeken en dat de KM haar traditioneel-sterke positie in het bestel snel moet heroveren: weg uit de onbekendheid, weg uit de ontevredenheid, weg uit de positie van underdog. Grote afwezige bij deze ALV: de traditionele terughoudendheid van de marineofficier. Hoe zou dat nu weer komen? KLTZ H. Pleijsier voorzitter KVMO

Deelnemers aan de Algemene Ledenvergadering van de KVMO op 22 juni jl.. (Hein van Gender)



11

Overleg marinezaken

Marineofficieren willen respect van hun staatssecretaris De Nederlandse marineofficieren bijeen op de Algemene Ledenvergadering van de KVMO - hebben op 22 juni jl. in Den Helder hun ongenoegen geuit over de wijze waarop de staatssecretaris (STAS) van Defensie het defensiepersoneel stelselmatig buiten spel tracht te houden bij de personele vormgeving van Defensie. "De STAS spreekt steevast over ons en

niet met ons en dat begint te knagen aan

Meer

onze motivatie" aldus de marineofficieren. "We werken hard om de marine om te buigen in de richting zoals aangegeven door de bewindslieden. Dat is onze taak, maar een weinig respect van de STAS is gepast. Dat respect zou tot uiting moeten komen in een poging van de STAS om onze creativiteit eens aan te spreken en onze bereidwilligheid en ideeën te polsen."

De marineofficieren verwachten van hun staatssecretaris modern management en goed werkgeverschap. Het is veel beter wanneer de leidinggevenden, die straks het beleid moeten uitvoeren, nu meedenken bij het ontwerp van de plannen, zeker als de staatssecretaris met onze hulp draagvlak wil opbouwen.

inspraak voor jonge marineofficieren

De jonge marineofficier heeft te weinig input en invloed in de processen die er voor hem/haar toe doen, zo oordeelde een groep jonge en ambitieuze marineofficieren. Besloten is een jongerengroep op te richten en om contact te zoeken met de KVMO.

verschillen in positie BT/OT, plaatsingsmogelijkheden en -beleid o.a. in de Bestuursstaf, verpaarsing en saamhorigheid met KL, KLu en Kmar.

Daarop is besloten een vertegenwoordiger van deze groep op te nemen in het hoofdbestuur van de KVMO, zodat het belang van de jonge officier

Geïnteresseerd? Meld je aan bij:

goed wordt verankerd en gediend. De groep gaat zich buigen over zaken als: up-or-out, loopbaanplanning, sollicitatieprocedure voor defensievacatures,

[email protected]

Veteranen

Coördinator KVMO veteranen De KVMO heeft een coördinator aangesteld die zich specifiek voor de KVMO gaat bezighouden met veteranenaangelegenheden. Het betreft KLTZ

b.d. J. de Wolf en voor vragen, opmerkingen en/of reacties aan zijn adres kunt u zich wenden tot : [email protected].

In één van de volgende bulletins zal hier nader aandacht aan worden besteed.

KIM Gedenkboek

Aanvullingsbladen Voor het "Gedenkboek Koninklijk Instituut voor de Marine 1904-2004" zijn inmiddels aanvullingsbladen verspreid. Indien u deze niet heeft ontvangen,b.v.

12


omdat u een boek heeft gekocht tijdens de viering 175 jaar KIM, dan kunt u contact opnemen met:

Secretaresse VOKIM, tel.nr. : 0223-657162 of E-mail: [email protected]


1

KVMO Afdelingsactiviteiten Afdeling Zeeland Activiteiten tweede helft 2005 28 sep

Ontmoetingsborrel + maaltijd Locatie: Longroom M.K. Vlissingen Aanvang: 13.00 uur

19 okt

Afdelingsvergadering Locatie: Vergaderzaal M.K. Vlissingen Aanvang: 14.00 uur

17 nov

Mosselavond Locatie: M.K. Vlissingen Aanvang: 18.00 uur

9 dec

Winterbal Locatie: Longroom M.K. Vlissingen Aanvang: 20.00 uur

Opgaven voor deelname naar bestuurslid P. van der Laan, tel: 0118-602677 of [email protected]

Hierover ontvangt u t.z.t. een aparte mailing.

Reünie

‘Reünisten Hr.Ms. De Zeven Provinciën en voormalig Nederlands Nieuw-Guinea’ De zo genoemde stichting houdt op zaterdag 23 oktober a.s. haar 15de reünie. Deze zal plaatsvinden in het Congres- en reüniecentrum Kumpulan Bronbeek, Velperweg 147 te Arnhem.

Echtgenotes, partners en introducés zijn ook van harte welkom.

De zaal gaat open om 11.00 uur, de reünie begint om 12.00 uur. De reünie is toegankelijk voor postactieve medewerkers van de Koninklijke Marine die in het voormalig Nederlands Nieuw-Guinea en/of aan boord van de kruiser Hr.Ms. De Zeven Provinciën hebben gediend. Inschrijving sluit vrijdag 7 oktober. Kosten: € 14,00 per persoon.

Het verschuldigde bedrag kan worden overgemaakt op girorekening 9316837, t.n.v. Stg. Reün 7 Prov & NNG, De Joncheerelaan 25, 3481 GN Harmelen. De overschrijving geldt als toegangsbewijs. Bij elektronische of bankoverschrijving svp adres vermelden! Nadere informatie bij de secretaris van de stichting, de heer N.G.A.F. Meeuwsen, 0486-421138 of [email protected]

In Memoriam Het hoofdbestuur van de KVMO heeft de droeve plicht u in kennis te stellen van het overlijden van: A.J.C. van Loo, KLTZ b.d. († 17 juni 2005) J.Ch.M. de Keijser, KLTZ b.d. († 13 juni 2005) K. Mets-Willemsen, weduwe († 11 juni 2005) W.F. Hermans († 22 mei 2005)

O.J. Bosman, LTZVK 2 OC b.d. († 1 mei 2005) Jhr. F.T. Laman Trip († 26 april 2005) L.P.N. de Winter, LTZSD 2 OC b.d. († 6 december 2004)

In Memoriam

Wij betuigen de nabestaanden onze deelneming en wensen hen veel sterkte toe.



13

FVNO Burgerpersoneel De economie moet worden gestimuleerd

Versterk de koopkracht! De samenwerkende centrales hebben de werkgever opgeroepen om op korte termijn de gesprekken te beginnen over de arbeidsvoorwaarden. Langer uitstel van deze besprekingen wordt niet verantwoord geacht en “een verbetering van de arbeidsvoorwaarden is thans noodzakelijk om

de toenemende onrust en onvrede bij het defensiepersoneel een halt toe te roepen”.

Bij deze oproep is ook de insteek van de samenwerkende centrales voor het overleg met de staatssecretaris ingediend. Qua generieke ontwikkeling was hiervan - zoals bekend wegens de (bijna) nullijn - weinig te verwachten. Voor 2005 is de wens 1,25% en voor 2004 krijgen we alsnog de eindejaarsuitkering, aangezien we anders voor 2004 onder de afgesproken nominale nullijn zouden uitkomen. We gaan er sowieso tot en met 2005 in koopkracht enorm op achteruit, zeker rond de 10% sinds 2002, als alle ontwikkelingen bij elkaar worden opgeteld.

Afknijpen economie Van het huidige kabinet hoeft weinig begrip over koopkrachthandhaving te worden verwacht. Het knijpt de economie af, inmiddels ook zelfs voorbij de 3% norm, welhaast als doel op zichzelf.

klaar gunstige uitwerking op de economie én het arbeidsmoreel. Als verdere verslechtering van de economie dwingt men nu bovendien de pensioenfondsen om hun toekomstige verplichtingen te berekenen met een lagere dan de tot dusver gehanteerde rekenrente van 4%. Ook daarvan zal wederom vooral een sterk belemmerende werking op de economie uitgaan. Om Nederland er met dit soort contraproductieve maatregelen weer boven op te helpen.....! En dat alles terwijl uw spaarcenten buiten de pensioenfondsen volgens dezelfde minister Zalm wél de forfaitaire 4% blijven opleveren, in box 3. Welk een dubbele moraal….Welk een inzicht…Welk een trieste toekomstvisie!

Spaarloon

welk een dubbele moraal…welk een inzicht…welk een trieste toekomstvisie

Men hoeft geen Keynesiaan te zijn om te begrijpen dat het kabinet vooral de economie afremt in een tijd dat die juist stimulering behoeft. En dat ze de bestedende consument de moed ontneemt, met haar louter negatieve taal over de economie, die inmiddels een self-fulfilling prophecy is geworden. Zelfs budgetneutrale maatregelen als de employee benefits zijn onbespreekbaar geworden, ondanks hun klip en

14


Onze vakcentrale MHP steunt in deze setting het plan van Tweede Kamerlid Blok (VVD) om de spaarloontegoeden te deblokkeren. Deze bedragen worden dan natuurlijk onmiddellijk uitgegeven door de gestimuleerde consument! De vakcentrale kwam eerder dit jaar ook zelf al met dit idee. Het kabinet ziet er naar verluidt wel brood in…

Hoewel goed bedoeld repareert deze maatregel waarschijnlijk weinig. Door het angstgedrag dat de consument inmiddels is aangepraat zullen de vrijvallende gelden direct weer worden doorgespaard. Bijvoorbeeld voor de levensloopregeling, die straks voor defensiemedewerkers (en andere ABP-klanten) zo goed als ongevuld zal zijn. Dan valt wellicht meer te verwachten van de stimuleringsmaatregelen ten aanzien van schoolgeld en kinderopvang, vanzelfsprekend ook een initiatief van buiten het kabinet… We moeten ons bezinnen op de vraag hoe we serieus om kunnen blijven gaan met een kabinet dat haar onnavolgbare theorievorming koppelt aan sterk demotiverend, autocratisch, autistiform en bestuurlijk gedrag. Zeker in onze omgeving waar de arbeidsvoorwaarden eenzijdig worden vastgesteld door de werkgever. Hoelang moeten wij nog vrijwel kritiekloos loyaal blijven? En aan wie eigenlijk? In de hoop dat uw vakantiegeld niet reeds op is gegaan aan de vervanging van uw fiets of uw computer, of in het algemeen aan uw geslonken koopkracht, wens ik u een heel goede vakantie. Timen Bousema Voorzitter VMHB

Zo ver kan het komen, zo diep kan men zakken. Een sigaar uit eigen doos, die de schoorstenen moet doen roken. Hoewel de MHP primair pleit voor een generieke lastenverlichting, ziet de vakcentrale het deblokkeren van het spaarloontegoed als noodoplossing om de forse koopkrachtachteruitgang van de middengroepen in 2005 op te kunnen vangen.


1

in het kort Juridisch advies FVNO Het juridische team van de FVNO bestaat uit:

E-mailadressen: • algemeen • voorzitter • vice-voorzitter • secretaris • HSGO • medew. pensioenen • redactie bulletin

mr D. van Zoelen Tel.: 0182-617446 , Faxmail: 0842138245 E-mail: [email protected]

[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]

in het kort

mr O.W. Borgeld Tel.: 023-5241524 , Fax.: 023-5443674 E-mail: [email protected]

Bij voorkeur loopt de procedure in aanvang via de coördinator: drs. H. Pleijsier (vice- voorzitter FVNO) tel.: 070-3839504. In spoedeisende gevallen kan onder goedkeuring achteraf rechtstreeks contact worden opgenomen met één van de juridische adviseurs.

Het secretariaat van de FVNO is vanaf station Hollands Spoor en Den Haag Centraal Station te bereiken met tramlijn 9 (uitstappen halte Javastraat). Kopij voor het FVNO bulletin De kopij voor het septembernummer 2005 dient uiterlijk op 15 augustus 2005 per e-mail of op diskette (WINDOWS 95/98, MS-Word 6.0/97) bij de redactie te zijn.

Adres secretariaat en redactie: Adres : Wassenaarseweg 2, 2596 CH Den Haag Tel 070-3839504, Fax 070-3835911 Website : www.fvno.nl

colofon

Colofon: redactie: H.A. Couzy, drs. H. Pleijsier, R. Annema, ing. M.E.M. de Natris, drs. M.A.M. Weusthuis, K.G. Spaans, mw. drs. M.L.G. Lijmbach (redactiesecretaris) en H. Boomstra (illustraties)

Lid worden ? Aanmelding Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorl. . . . . . . . . . . . . . . . . . . M/V Huisadres: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Postcode/woonplaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Administratieve rol/functie: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Rang/schaal: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . E-mail: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Reg. Nummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Soort lidmaatschap Contributie per maand Beroepsofficieren Kl, Klu, Kmar, Km € 8,00 Postactieve officieren, KMR’s, Officieren Kl, Klu, Kmar, Km en tevens lid van een belangenvereniging aangesloten bij een andere centrale € 5,50 Cadetten/Adelborsten/Aspirant officieren gratis Hoger burgerpersoneel werkzaam bij Defensie € 8,00 Plaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Datum: . . . . . . . . . . . . . . . . .

15

Handtekening:

FVNO bulletin, mei december 2004 Stuur deze kaart op2005 in een gesloten envelop, zonder postzegel naar:

FVNO, Antwoordnummer 93244, 2509 WB Den Haag lid worden? www.fvno.nl


15

FVNO Ledenvoordeelpagina De FVNO heeft met diverse bedrijven collectieve voorzieningen afgesloten, die u extra voordeel kunnen opleveren! De inschrijfformulieren kunt u opvragen bij het secretariaat van de FVNO. Voor meer informatie over de bedrijven, de kortingen en de voorwaarden

fvno-voordeel

verwijzen wij u naar onze website www.fvno.nl

• De korting van American Express hangt af van de soort kaart • Met de FVNO-Essotankpas ontvangt u bij Argos een forse korting op de literprijs

• FVNO-leden krijgen 12% korting op de webtarieven autohuur van Budget Renta Car in het buitenland o.v.v. kortingscode FVNO-99991. zie: www.budgetprepaid.nl • Diners club biedt FVNO-leden haar kaart tegen een sterk gereduceerd tarief aan

• De kortingen bij FBTO kunnen voor FVNO-leden oplopen tot 34% (op de autoverzekering)! • Fur Group geeft u 10% korting als u een website via de Fur Group realiseert

• Speciaal voor leden die naar de west worden uitgezonden heeft de FVNO een contract afgesloten bij Inter Assure • InterPolis geeft onder meer 10% korting op haar schadeverzekeringen • Als lid kunt u de Mastercard creditkaart tegen een bijzonder tarief verkrijgen • Bij OHRA ontvangt u onder meer 20% korting op de autoverzekering

• Als lid profiteert u bij de Rabobank van de gunstige hypotheekvoorwaarden • Leden ontvangen o.a. 20% korting op niet originele The Phonehouse accessoires • Unigarant biedt gratis de 2e graads repatriëringverzekering aan bij uitzending en deelname aan een operationele inzet buiten Nederland

A

N

T

W

O

O

R

D

K

A

A

R

Federatie van Nederlandse officieren

Ja ik word lid! Het lidmaatschap van de FVNO staat open voor: Het lidmaatschap van de Nederlandse krijgsmacht middelbaar en hoger burgerpersoneel werkzaam bij Defensie gewezen officieren bij de Nederlandse krijgsmacht militairen in opleiding

16

T

bulletin Periodiek voor de Federatie van Nederlandse officieren en hoger burgerpersoneel bij Defensie enkel overleg met de militaire belan-

Recommend Documents