BUITENLANDSE WERKNEMERS EN GECERTIFICEERDE UITZENDBUREAUS 2010 Een onderzoek naar cao-afspraken over buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus
Juni 2011
A.M. Wilms A. Houtkoop
INHOUDSOPGAVE
BLZ
SAMENVATTING
I
1 1.1 1.2 1.3 1.4
INLEIDING Doelstelling van het onderzoek Achtergrond van het onderzoek Methodiek van het onderzoek Opzet van het rapport
1 1 1 2 2
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10
BUITENLANDSE WERKNEMERS Werkingssfeer bepalingen WAGA gerelateerde bepalingen Tewerkstellingsvergunning Bepalingen over huisvesting Verlof voor bezoek land van herkomst Taal en inburgering Vrij op religieuze feestdagen Ziektekostenverzekering Overige bepalingen Ontwikkelingen 2008 – 2010
3 4 5 6 6 7 8 8 9 9 10
3 3.1 3.2 3.3
GECERTIFICEERDE UITZENDBUREAUS Verschillende keurmerken Mate van dwingendheid certificering Ontwikkelingen 2008 - 2010
11 12 14 16
4
ONDERKRUIPERSVERBOD EN INLENERSAANSPRAKELIJKHEID
17
5 5.1 5.2 5.3
NALEVEN OF HANDHAVEN VAN CAO-BEPALINGEN Intentionele afspraken over naleving Naleving met algemene middelen/maatregelen Naleving met concrete middelen/maatregen of organen
18 19 19 20
Bijlagen 1
Onderzochte cao‟s
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
SAMENVATTING
In dit rapport staan de resultaten van het onderzoek naar cao-bepalingen over buitenlandse werknemers, gecertificeerde uitzendbureaus en het naleven of handhaven van de cao. Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in cao-afspraken gericht op buitenlandse werknemers of arbeidsmigranten, om te kijken in hoeverre cao-partijen in hun cao‟s afspraken maken over gecertificeerde uitzendbureaus en of in cao‟s afspraken staan over het naleven of handhaven van de cao. In totaal staan in 36 van de onderzochte 149 cao‟s (deze 36 cao‟s zijn van toepassing op 35% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) bepalingen gericht op buitenlandse werknemers. Deze bepalingen gaan over de werkingssfeer van de cao, de Wet Arbeidsvoorwaarden bij Grensoverschrijdende Arbeid (WAGA), tewerkstellingsvergunningen, huisvesting, (on)betaald verlof voor bezoek aan het buitenland, taal en inburgering, vrij op religieuze feestdagen, ziektekostenverzekeringen en overige bepalingen. Cao-bepalingen over de mogelijkheid om vrij te nemen op religieuze feestdagen en de mogelijkheid om verlof te nemen voor een bezoek aan het land van herkomst komen het meest voor. Beide categorieën bepalingen staan in 10 van de onderzochte cao‟s. In vergelijking met onderzoek uit 2008 zijn op het gebied van buitenlandse werknemers nauwelijks ontwikkelingen waar te nemen. Bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus staan in 46 van de onderzochte cao‟s (van toepassing op 31% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s). Het kan gaan om een verplichting (33 cao‟s) of aanbeveling (3 cao‟s) om met gecertificeerde uitzendbureaus zaken te doen, of om bepalingen waarin staat dat een werkgever zich er niet meer van hoeft te verzekeren dat het uitzendbureau ten opzichte van de uitzendkracht bepaalde wettelijke verplichtingen nakomt wanneer de werkgever gebruik maakt van gecertificeerde uitzendbureaus (10 cao‟s). Ten opzichte van onderzoek uit 2008 is het aantal bepalingen over certificering met bijna de helft toegenomen. In 68 cao‟s van de onderzochte cao‟s (van toepassing op 34% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) staan afspraken die te maken hebben met naleving van de cao of handhaving van cao-bepalingen. Van deze 68 cao‟s kennen 32 cao‟s een of meer concrete maatregelen of hebben één of meer organen opgericht om naleving te bevorderen. Ten slotte staat in 4 cao‟s (van toepassing op 2% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een bepaling over een onderkruipersverbod. Dit houdt bijvoorbeeld in dat een werkgever het werk van stakers niet door uitzendkrachten of werknemers die niet staken laat overnemen.
I
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
1.
INLEIDING
1.1
Doelstelling van het onderzoek
Dit rapport bevat de resultaten van het cao-onderzoek naar buitenlandse werknemers, gecertificeerde uitzendbureaus en bepalingen over het naleven of handhaven van de cao. Ten eerste gaat het hierbij om cao-bepalingen die expliciet betrekking hebben op buitenlandse werknemers. Dit kunnen bijvoorbeeld cao-afspraken zijn over huisvesting of hulp bij inburgering of taalgerelateerde zaken. Ten tweede gaat het om cao-bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus. Hierbij valt te denken aan cao-afspraken over het uitsluitend zaken doen met NEN 4400 gecertificeerde uitzendbureaus. Ten slotte komen in dit onderzoek ook afspraken over naleven of handhaven van de cao aan de orde. Het kan bijvoorbeeld gaan om concrete maatregelen van cao-partijen om naleving van de cao te bevorderen. 1.2
Achtergrond van het onderzoek
Wanneer je als organisatie of particulier een vreemdeling laat werken ben in je in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen (WAV) een werkgever. Dit geldt ook als de vreemdeling niet direct in dienst is maar bijvoorbeeld werkt via een uitzendbureau of loonbedrijf. Wanneer deze persoon uit één van de landen van de EER1 of Zwitserland komt is vrij verkeer van werknemers van toepassing. Komt deze persoon echter niet uit één van deze landen dan is de werkgever verplicht om een tewerkstellingsvergunning aan te vragen. Een werkgever komt pas in aanmerking voor een tewerkstellingsvergunning als onder andere de arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden in het bedrijf minstens het wettelijk minimum of wat in de bedrijfstak gebruikelijk is bedragen, en passende huisvesting voor de werknemer beschikbaar is. Wanneer een werknemer via een werkgever uit een ander land in de Europese Unie bij een Nederlandse werkgever komt te werken is de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (WAGA) van toepassing. In dit geval is dus geen sprake van een arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en de tijdelijke werkgever. De Waga stelt dat deze werknemers recht hebben op minimaal dezelfde arbeidsvoorwaarden als de Nederlandse werknemers. Dit kunnen de in de cao vastgelegde arbeidsvoorwaarden zijn, en bij gebrek aan een cao de wettelijke vastgelegde minimum arbeidsvoorwaarden. De Waga voorkomt hiermee concurrentie op arbeidsvoorwaarden. In het geval een werknemer uit een ander EU land via een uitzendbureau bij een Nederlandse werkgever gaat werken is de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) van toepassing. Ook deze wet zegt dat een buitenlandse werknemer recht heeft op dezelfde arbeidsvoorwaarden als een 1
Europese Economische Ruimte, dit zijn de landen van de Europese Unie inclusief Noorwegen, IJsland en Liechtenstein.
1
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Nederlandse werknemer. Dit is dan ofwel volgens de arbeidsvoorwaarden vastgelegd in de cao van het uitzendbureau ofwel volgens de cao van de inlener. Sinds 1 januari 2007 is de NEN 4400-I norm voor in Nederland gevestigde uitzendbureaus officieel van kracht. De uitzendbranche heeft op eigen initiatief deze vorm van zelfregulering opgezet om ervoor te zorgen dat de branche zich gaat houden aan de regels. Hiermee wordt het imago van de branche verbeterd. De uitzendbranche streeft naar een hoge dekkingsgraad van NEN-gecertificeerde bedrijven. Wanneer inleners hierover in hun cao afspraken maken zal dit de uitzendbureaus stimuleren om zich te laten certificeren. Door het keuzegedrag van inleners te beïnvloeden kan het deel van de uitzendmarkt dat zich laat certificeren, dus groeien. In deze norm zijn een aantal eisen vastgelegd, onder andere op het gebied van de personeels- loon- en financiële administratie. Een inlener kan er zo van op aan dat een gecertificeerd uitzendbureau belastingen en sociale premies afdraagt en uitzendkrachten gerechtigd zijn in Nederland te werken. Een onafhankelijke certificerende instelling controleert of een uitzendbureau aan deze eisen voldoet.
1.3
Methodiek van het onderzoek
In het kader van dit onderzoek zijn vijf risicosectoren benoemd. Dit zijn sectoren waar relatief veel van uitzendarbeid en buitenlandse werknemers gebruik wordt gemaakt. Het gaat hier om de sectoren Land- en Tuinbouw, Metaal en Technische bedrijfstakken, Vleesverwerkende bedrijven, Groothandel en Handelsbemiddeling en de Horeca. In dit onderzoek is gebruik gemaakt van de standaard steekproef van 114 cao‟s, uitgebreid met 35 cao‟s uit een risicosector. In totaal zijn daarmee 149 cao‟s bekeken. Van deze 149 onderzochte cao‟s vallen in totaal 53 cao‟s onder een risicosector. De standaardsteekproef van 114 cao‟s bestaat uit alle bij SZW aangemelde bedrijfstak-cao‟s die op 10.000 of meer werknemers van toepassing zijn, en alle ondernemings-cao‟s met meer dan 3.000 werknemers. Voor de extra cao‟s geldt alleen dat deze afkomstig zijn uit één van de risicosectoren. De peildatum van dit onderzoek is 1 december 2010. Dit wil zeggen dat de meest recente cao per 1 december 2010 voor dit onderzoek is bekeken. In bijlage 1 staat een overzicht van alle onderzochte cao‟s, inclusief de looptijden. 1.4
Opzet van het rapport
Hoofdstuk 2 van dit rapport gaat in op de resultaten van het onderdeel „buitenlandse werknemers‟, hoofdstuk 3 bevat het onderdeel over gecertificeerde uitzendbureaus. Hoofdstuk 4 gaat over het onderkruipersverbod en inlenersaansprakelijkheid. Hoofdstuk 5 gaan ten slotte over cao-bepalingen die betrekking hebben op het naleven of handhaven van de cao.
2
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
2.
BUITENLANDSE WERKNEMERS
De cao-bepalingen over buitenlandse werknemers vallen in één van de volgende categorieën: Expliciete verwijzingen in de werkingssfeer naar buitenlandse werknemers Verwijzingen naar de Wet Arbeidsvoorwaarden bij Grensoverschrijdende Arbeid (WAGA) Aanvragen van een tewerkstellingsvergunning Huisvesting Bepalingen over verlof voor bezoek land van herkomst Bepalingen over taal en inburgering Mogelijkheid voor vrije dagen op eigen religieuze feestdagen Bepalingen over ziektekostenverzekeringen voor buitenlandse werknemers Overige bepalingen In de onderstaande tabel is te zien dat in 36 cao‟s een relevante bepaling over buitenlandse werknemers staat. De twee grootste categorieën zijn „verlof bezoek land van herkomst‟ (10 cao‟s, van toepassing op 3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) en „vrij op religieuze feestdagen‟ (10 cao‟s, van toepassing 13% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s). Hierbij valt op dat „verlof bezoek land van herkomst‟ de grootste categorie is wat betreft aantallen cao‟s, maar de kleinste categorie wat betreft het percentage werknemers waarvoor een afspraak geldt. Dit betekent dat afspraken uit de categorie „verlof bezoek buitenland‟ vooral in cao‟s staan waar relatief weinig werknemers onder vallen. Tabel 2.1
Aantal cao’s met bepalingen over buitenlandse werknemers (aantal cao’s en % werknemers) Soort bepaling Aantal cao’s % werknemers Werkingssfeer 8 11 WAGA gerelateerd 5 9 Tewerkstellingsvergunning 4 5 Huisvesting 7 8 Verlof bezoek land van herkomst 10 3 Taal en inburgering 9 10 Vrij op religieuze feestdagen 10 13 Ziektekostenverzekeringen 2 5 Overige bepalingen 8 12 Totaal 36 35 Totaal onderzochte cao’s 149 100 N.B.: In sommige cao‟s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
3
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Bepalingen over buitenlandse werknemers komen ongeveer even vaak voor in de risicosectoren als in de gehele steekproef van 149 cao‟s. Uit tabel 2.2 valt op te maken dat in 14 van de 53 cao‟s uit een risicosector (26% van de onderzochte cao‟s) een relevante bepaling over buitenlandse werknemers staat. Uit tabel 2.1 blijkt dat in 36 van de 149 cao‟s (24%) een relevante bepaling staat. Tabel 2.2
Aantal cao’s met bepalingen over buitenlandse werknemers uitgesplitst naar risicosector (tussen haakjes het % van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao’s uit de risicosectoren): Sector Land/ VleesverMeGroothandel/ HoTotaal tuinwerkende taal handelsreca RisicoBepaling bouw bedrijven bemiddeling sector Werkingssfeer 0 0 1 0 0 1 (15%) WAGA gerelateerd 0 0 0 0 0 0 (0%) Tewerkstellings0 0 0 0 0 0 (0%) vergunning Huisvesting 3 0 0 0 0 3 (10%) (On)betaald verlof 0 1 0 4 0 5 (1%) bezoek buitenland Taal en 0 1 0 2 0 3 (4%) inburgering Vrij op religieuze 0 1 1 2 0 4 (16%) feestdagen Ziektekosten0 0 0 0 0 0 (0%) verzekeringen Overige 0 0 1 0 0 1 (13%) bepalingen Totaal 3 3 2 6 0 14 (43%) Totaal aantal 5 4 4 37 3 53 onderzochte (100%) cao’s risicosector N.B.: In sommige cao‟s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
2.1
Werkingssfeerbepalingen
In totaal staat in 8 van de onderzochte cao‟s (van toepassing op 11% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) in de werkingssfeer een verwijzing naar buitenlandse werknemers. In 6 gevallen is expliciet vermeld de cao volledig van toepassing is op buitenlandse werknemers. In de overige 2 gevallen staat dat de cao niet van toepassing is op werknemers die tijdelijk in Nederland komen werken, maar die een standplaats in het buitenland hebben. Een voorbeeld staat Glazenwassersbedrijf:
in
de
cao
voor
het
Schoonmaak-
en
In overeenstemming met het bepaalde in de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid is deze CAO van toepassing op de ter beschikking gestelde werknemer die in Nederland arbeid verricht en wiens arbeidsovereenkomst wordt beheerst door een ander recht dan het Nederlandse recht.
4
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
2.2
Wet Arbeidsvoorwaarden bij Grensoverschrijdende Arbeid
In 5 van de onderzochte cao‟s (van toepassing op 9% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) staat een bepaling die verwijst naar de Wet Arbeidsvoorwaarden bij Grensoverschrijdende Arbeid (WAGA). In deze bepalingen staat een opsomming van de arbeidsvoorwaarden die van toepassing zijn op werknemers die in Nederland werken, maar waarvan de arbeidsovereenkomst wordt beheerst door ander recht dan het Nederlandse recht. In de cao voor de Timmerindustrie staat een voorbeeld: In overeenstemming met de Wet Arbeidsvoorwaarden Grensoverschrijdende Arbeid (WAGA) zijn de op de hieronder genoemde gebieden algemeen verbindend verklaarde bepalingen van deze CAO ook van toepassing op de uitzendkracht die vanuit het buitenland door een buitenlandse uitzendonderneming aan een werkgever in de zin van deze CAO ter beschikking wordt gesteld en van wie de arbeidsovereenkomst wordt beheerst door ander recht dan het Nederlandse recht. Het betreft de volgende gebieden: - maximale werktijden en minimale rusttijden; - minimum aantal vakantiedagen gedurende welke de verplichting van de werkgever om loon te betalen bestaat; - minimum lonen, daaronder begrepen vergoedingen voor overwerk en daaronder niet begrepen aanvullende bedrijfs(tak)pensioenregelingen; - gezondheid, veiligheid en hygiëne op het werk; - beschermende maatregelen met betrekking tot arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van zwangere of pas bevallen vrouwen, kinderen en jongeren; - gelijke behandeling mannen en vrouwen, alsmede andere bepalingen inzake niet discriminatie.
5
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
2.3
Tewerkstellingsvergunning
In 4 cao‟s (3% van de onderzochte cao‟s, van toepassing op 5% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) staat vermeld dat een buitenlandse werknemer pas in dienst kan treden wanneer de werkgever beschikt over een tewerkstellingsvergunning, conform de Wet arbeid vreemdelingen (Wav). Alle vier cao‟s met een dergelijke bepaling vallen onder de sector overheid. Zo staat bijvoorbeeld in de cao voor de Universitaire Medische Centra de volgende bepaling: De werkgever kan met de vreemdeling als omschreven in de Vreemdelingenwet slechts een dienstverband aangaan indien betrokkene beschikt over een tewerkstellings vergunning, tenzij betrokkene van deze verplichting is uitgesloten krachtensde artikelen 3 of 4 van de Wet arbeid vreemdelingen. 2.4
Bepalingen over huisvesting
In totaal staat in 7 cao‟s (van toepassing op 8% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een bepaling die betrekking heeft op huisvesting voor buitenlandse werknemers. Het kan bij deze bepalingen bijvoorbeeld gaan over kwaliteitseisen of de kosten die een werkgever voor huisvesting in rekening kan brengen. In totaal staat een dergelijke bepaling in 5 cao‟s. In de cao voor de Glastuinbouw staat een voorbeeld: Protocollaire afspraken … 6. Cao-partijen trekken waar mogelijk samen op om naleving van de cao en huisvestingsnormen te laten opnemen in de NEN-norm. … Artikel 38A Huisvesting 1.De werkgever draagt er zorg voor, dat hij buitenlandse tijdelijk in Nederland verblijvende werknemers waarmee hij een arbeidsovereenkomst heeft, tegen reele kosten redelijk huisvest. Alle voorzieningen van de locatie moeten minimaal conform wettelijke en gemeentelijke regels zijn ingeregeld betreffende de huisvesting, sanitair, kookgelegen-heid, verwarming en brandveiligheid. 2.De werkgever rekent daarvoor ten hoogste een bedrag van € 55,per week per 1 juli 2010 en € 70,- per week per 1 juli 2011 per medewerker, inclusief gas, water en licht.
6
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
In de cao Schilders- , Afwerkings- en Glaszetbedrijf en de cao voor de Afbouw gaat het niet over concrete eisen aan de huisvesting, maar over hulp bij het zoeken naar geschikte huisvesting: 2.
2.5
Buitenlandse werknemers: De werkgever die één of meer buitenlandse werknemers in dienst heeft, zal zijn medewerking verlenen ter zake van: … gezinshereniging: bij langdurig verblijf van deze werknemer(s) in Nederland helpen bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning alsmede van geschikte huisvesting voor de gezinsleden.
Verlof voor bezoek land van herkomst
In totaal staat in 10 cao‟s (van toepassing op 3% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een bepaling over verlof voor een bezoek aan het land van herkomst. Het gaat hierbij om de mogelijkheid voor buitenlandse werknemers om verlof op te nemen om gezin of familie in het land van herkomst te bezoeken. In de cao voor de Houthandel staat een voorbeeld: Een buitenlandse werknemer, wiens gezin niet in Nederland woont, en die afkomstig is uit een land waarmee geen vrij verkeer van werknemers bestaat, mag in aansluiting op zijn aaneengesloten vakantie 10 werkdagen verlof op eigen rekening nemen. In 6 gevallen hebben cao-partijen een maximum gesteld aan de duur van dit verlof. Ten slotte staat in de cao voor het Bakkersbedrijf de volgende bepaling: Ten aanzien van onbetaald verlof van buitenlandse werknemers geldt, dat het dienstverband als niet onderbroken wordt voortgezet, indien de werkzaamheden na terugkeer van het familiebezoek in het land van herkomst van de werknemer door deze binnen de afgesproken tijd dan wel op het afgesproken tijdstip worden hervat. Aanspraken op vakantie en vakantietoeslag worden niet verworven gedurende de periode van onbetaald verlof.
7
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
2.6
Taal en inburgering
In totaal staat in 9 cao‟s (van toepassing op 10% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een bepaling over taal en/of inburgering. In al deze 9 cao‟s staat een bepaling over het volgen van een taalcursus. Ook kunnen belangrijke mededelingen in de eigen taal worden gedaan. In 3 van deze 9 cao‟s staat een bepaling die stelt dat belangrijke mededelingen of stukken in de eigen taal worden gedaan of beschikbaar zijn. In de cao voor de Vleessector staat de volgende bepaling: Buitenlandse werknemers in vaste dienst zullen (voor zover nodig) worden verplicht een cursus Nederlands op de werkvloer te volgen. In de cao voor de Afbouw staat een ander voorbeeld: Ten aanzien van buitenlandse werknemers wordt bepaald dat: … - zal worden bevorderd, dat alle voor de buitenlandse werknemers relevante mededelingen in hun taal – dan wel anders voor hen begrijpelijk – schriftelijk of mondeling worden bekend gemaakt. Ten slotte is de cao voor de Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf de enige cao met een bepaling over inburgering: Partijen zullen zich inspannen om het budget bestemd voor de tegemoetkoming in de (verlet)kosten in verband met het volgen van het traject Nederlandse taal en inburgering via het verkrijgen van subsidies te vergroten. 2.7
Vrij op religieuze feestdagen
In 10 cao‟s (van toepassing op 13% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) staat een bepaling over de mogelijkheid voor buitenlandse werknemers om op belangrijke religieuze feestdagen verlof op te nemen. In het kader van dit onderzoek zijn bij dit onderwerp alleen bepalingen die expliciet verwijzen naar buitenlandse werknemers meegeteld. In de cao van Brocacef staat een voorbeeld: Aan buitenlandse medewerkers zal voorrang worden verleend bij het opnemen van snipperdagen op voor hen geldende feestdagen.
8
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
2.8
Ziektekostenverzekering
In de cao‟s voor de ABU Uitzendkrachten en de NBBU uitzendkrachten staat een bepaling over een ziektekostenverzekering voor buitenlandse werknemers. De volgende bepaling staat in de cao voor de ABU Uitzendkrachten: De uitzendonderneming is gehouden een aanbod te doen voor een ziektekostenverzekering, welk aanbod de uitzendkracht niet gehouden is te accepteren. De uitzendonderneming is voorts gehouden de uitzendkracht voor te lichten over het nut en de noodzaak van het afsluiten van een ziektekostenverzekering en het eventueel vrijwillig voortzetten van de zorgverzekering na het einde van het dienstverband. 2.9
Overige bepalingen
Onder „overige bepalingen‟ vallen alle bepalingen die niet in één van de hiervoor genoemde categorieën vallen. In totaal bevatten 8 cao‟s (van toepassing op 12% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) één of meer bepalingen die in de categorie ‟overige bepalingen‟ valt. De cao‟s voor de ABU en NBBU uitzendkrachten kennen bijvoorbeeld een aantal alternatieve arbeidsvoorwaarden voor buitenlandse werknemers. Zo kan bijvoorbeeld volgens de ABU cao de buitenlandse uitzendkracht periodiek de vakantiebijslag of vier bovenwettelijk vakantiedagen in geld uit laten keren. Ook kan de uitzendonderneming een deel van het loon in natura uitbetalen. In de cao voor de Metalektro staat de volgende bepaling: Partijen bevelen aan in de onderneming extra aandacht te geven aan het ontwikkelen van een integraal ouderenbeleid en aan de problemen van gehandicapten en buitenlandse werknemers. In de cao‟s voor de Afbouw en het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf staat een ander voorbeeld: De werkgever die één of meer buitenlandse werknemers in dienst heeft, zal zijn medewerking verlenen ter zake van: … - gezinshereniging: bij langdurig verblijf van deze werknemer(s) in Nederland helpen bij het verkrijgen van een verblijfsvergunning alsmede van geschikte huisvesting voor de gezinsleden. Ten slotte staat in de cao voor de Universitaire Medische Centra dat wanneer een werknemer vanuit het buitenland naar Nederland komt hij een vergoeding kan krijgen voor onder andere het vervoer naar de nieuwe woning, eventuele overnachtingen en het verzekeren van de bagage en inboedel tegen schade tijdens de verhuizing.
9
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
2.10
Ontwikkelingen 2008 – 2010
Ook in 2008 is onderzoek gedaan naar cao-bepalingen gericht op buitenlandse werknemers. In de onderstaande tabel staan de cijfers uit dit onderzoek uit 2008 naast de cijfers uit het huidige onderzoek: Tabel 2.3
Vergelijking cijfers onderzoeken 2008 en 2010 (aantal cao’s en % werknemers) Soort Bepaling Aantal cao’s % werknemers 2008 2010 2008 2010 Werkingssfeer 9 8 12 11 WAGA gerelateerd 7 5 10 9 Tewerkstellingsvergunning 4 4 5 5 Huisvesting 7 7 8 8 Verlof bezoek land van 10 10 3 3 herkomst Taal en inburgering 8 9 8 10 Vrij op religieuze feestdagen 10 10 11 13 Ziektekostenverzekering 2 2 3 5 Overige bepalingen 9 8 11 12 Totaal 37 36 37 35 Totaal onderzochte cao’s 150 149 100 100
Uit de tabel blijkt dat de cijfers in vergelijking met het vorige onderzoek uit 2008 vrijwel constant zijn gebleven. Dit geldt zowel voor het aantal cao‟s met een relevante afspraak als voor het percentage van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s waarvoor een bepaalde afspraak geldt. De grootste daling is te zien bij aantal cao‟s met een WAGA gerelateerde bepaling: van 7 cao‟s naar 5 cao‟s.
10
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
3.
GECERTIFICEERDE UITZENDBUREAUS
Dit hoofdstuk gaat in op cao-bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus. Dit kunnen bijvoorbeeld bepalingen zijn waarin staat dat een werkgever alleen gebruik mag maken van uitzendkrachten afkomstig van NEN-4400 gecertificeerde uitzendbureaus. In het kader van dit onderzoek zijn de caobepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus ten eerste opgesplitst naar het soort keurmerk waarnaar de bepaling verwijst: NEN 4400-I keurmerk (voor in Nederland uitzendbureaus) NEN 4400-II keurmerk (voor in het buitenland uitzendbureaus) Registratie bij de Stichting Normering Arbeid NEN+ Overige keurmerken
gevestigde gevestigde
In de NEN 4400 norm zijn een aantal eisen vastgelegd, onder andere op het gebied van de personeels- loon- en financiële administratie. Een inlener kan er zo van op aan dat een gecertificeerd uitzendbureau belastingen en sociale premies afdraagt en uitzendkrachten gerechtigd zijn in Nederland te werken. Een onafhankelijke certificerende instelling controleert of een uitzendbureau aan deze eisen voldoet. Het NEN 4400-I keurmerk is voor in Nederland gevestigde uitzendbureaus, het NEN 4400-II keurmerk voor buitenlandse uitzendbureaus. Ten tweede zijn alle bepalingen over certificering opgesplitst naar dwingende bepalingen, aanbevelingen en overige bepalingen: Dwingend: bepaling is geformuleerd als verplichting om van gecertificeerde uitzendbureaus gebruik te maken. Het kan hier expliciet gaan om NEN 4400 gecertificeerde uitzendbureaus, maar ook om andersoortige keurmerken zoals “bonafide uitzendbureaus” of “uitzendbureaus met een vergunning”. Aanbeveling: bepaling is geformuleerd als aanbeveling om van gecertificeerde uitzendbureaus gebruik te maken. Het kan hier expliciet gaan om NEN 4400 gecertificeerde uitzendbureaus, maar ook om andersoortige keurmerken zoals “bonafide uitzendbureaus” of “uitzendbureaus met een vergunning”. Overig: bepalingen over certificering zonder verplichting of aanbeveling om van gecertificeerde uitzendbureaus gebruik te maken. Het kan bijvoorbeeld gaan om bepalingen waarin staat dat een werkgever zich er niet meer van hoeft te verzekeren dat het uitzendbureau ten opzichte van de uitzendkracht bepaalde wettelijke verplichtingen nakomt wanneer de werkgever gebruik maakt van gecertificeerde uitzendbureaus.
11
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
3.1
Verschillende keurmerken
De onstaande tabel geeft een overzicht hoe vaak verschillende keurmerken in cao‟s voorkomen: Tabel 3.1
Aantal cao’s met bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus: verschillende keurmerken (aantal cao’s en % werknemers) Soort bepaling Aantal cao’s % werknemers NEN 4400-I keurmerk 35 26 NEN 4400-II keurmerk 4 1 Stichting Normering Arbeid (SNA) 16 11 NEN+ 2 0 Overige keurmerken 10 5 Totaal 46 31 Totaal onderzochte cao’s 149 100 N.B.: In sommige cao‟s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
Van de in totaal 46 cao‟s met een bepaling over gecertificeerde uitzendbureaus wordt in 35 gevallen verwezen naar het NEN 4400-I keurmerk voor uitzendbureaus. In 16 cao‟s staat een verwijzing naar uitzendbureaus geregistreerd bij de Stichting Normering Arbeid. In de cao voor de Bloemen en Planten Groothandel staat het volgende voorbeeld van het NEN 4400-I keurmerk en het register van de Stichting Normering Arbeid: De werkgever dient zich ervan te vergewissen, dat het in Nederland gevestigde uitzendbureau waarmee wordt samengewerkt gecertificeerd is op basis van de NEN-4400-I norm en in het register van de Stichting Normering Arbeid is opgenomen. In de cao voor de Afbouw staat een bepaling over het NEN 4400-II keurmerk voor buitenlandse uitzendbureaus: Met ingang van 1 juli 2010 mogen ondernemingen bij de inleen van uitzendkrachten alleen nog gebruik maken van uitzendbureaus met een NEN-certificaat. Voor in Nederland gevestigde bureaus is dit NEN4400-I; voor in het buitenland gevestigde bureaus NEN-4400-II.
12
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
In de cao voor de pluimveeverwerkende industrie staat een voorbeeld van een bepaling over NEN+: Voorts mogen uitzendkrachten van uitleenbedrijven binnen de werkingssfeer van deze CAO vanaf 1 januari 2011 slechts te werk worden gesteld indien zij in dienstverband werkzaam zijn bij een organisatie, die per 1 januari 2011 is gecertificeerd als NEN+ bedrijf en daartoe is opgenomen in het Register van uitleenbedrijven in de pluimveeverwerkende industrie van de Stichting Normering Arbeid. Deze NEN+ regeling heeft als doelstelling om structureel controles uit te oefenen op de juiste toepassing van de arbeidsvoorwaarden voor werknemers van uitleenbedrijven die in de sector werkzaam zijn. Dit betreft de arbeidsvoorwaarden van deze CAO en, indien van toepassing, gedurende de eerste zes maanden ook de arbeidsvoorwaarden van de op de uitlenende partij van toepassing zijnde CAO. Onder overige keurmerken vallen bijvoorbeeld bepalingen over buitenlandse uitzendbureaus geregistreerd bij het Register van Vereniging Registratie Ondernemingen, uitzendbureaus met een “officiële vergunning” of RIA gecertificeerde bureaus. Bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus komen relatief vaker voor in cao‟s uit één van de risicosectoren. Uit tabel 3.2 hieronder blijkt dat 26 van 53 onderzochte cao‟s uit een risicosector (49%) een relevante bepaling op het gebied van certificering bevatten. Voor de gehele steekproef geldt dat in 46 van de 149 cao‟s (31%) een relevante bepaling staat. Tabel 3.2
Aantal cao’s met bepalingen over verschillende keurmerken onderverdeeld naar risicosector (tussen haakjes het % van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao’s uit de risicosectoren): Sector Land/ VleesverMetaal Groothandel/ Hore Totaal tuinwerkende handels-ca Risicobouw bedrijven bemiddeling sector I 4 2 3 10 0 19 (47%) II 0 1 0 0 0 1 (1%)
Bepaling NEN-4400 keurmerk NEN-4400 keurmerk Stichting Normering Arbeid (SNA) NEN+ Overige keurmerken Totaal
2
1
0
5
0
8 (9%)
0 0
1 1
0 0
1 6
0 0
2 (1%) 7 (5%)
4
3
3
16
0
26 (52%) 53 (100%)
Totaal aantal 5 4 4 37 3 onderzochte cao’s risicosector N.B.: In sommige cao‟s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
13
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
3.2
Mate van dwingendheid certificering
Uit tabel 3.3 blijkt dat de grootste categorie de groep bepalingen is die gebruik van gecertificeerde uitzendbureaus verplicht stelt (33 cao‟s). De groep bepalingen die alleen aanbeveelt om gebruik te maken van gecertificeerde uitzendbureaus is relatief klein (3 cao‟s). In totaal staan in 46 cao‟s (van toepassing op 31% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus. In de onderstaande tabel staat in gecertificeerde uitzendbureaus bevatten:
hoeveel
cao‟s
bepalingen
over
Tabel 3.3
Aantal cao’s met bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus: onderverdeling in dwingend, aanbeveling of overig (aantal cao’s en % werknemers) Soort bepaling Aantal cao’s % werknemers Dwingend 33 18 Aanbeveling 3 1 Overig 10 13 Totaal 46 31 Totaal onderzochte cao’s 149 100
Gebruik gecertificeerde uitzendbureaus verplicht: In totaal staat in 33 cao‟s (van toepassing op 18% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een verplichting om van gecertificeerde uitzendbureaus gebruik te maken. In 25 van de 33 gevallen noemen cao-partijen hierbij het NEN keurmerk (NEN 4400-I, NEN 4400-II of NEN keurmerk zonder dit verder te specificeren). In de cao voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf staat een voorbeeld: Bij het inlenen van uitzendkrachten maakt de werkgever uitsluitend gebruik van ondernemingen, die geregistreerd zijn bij SNA (Stichting Normering Arbeid) en gecertificeerd zijn volgens NEN 4400-1, voorzover deze uitzendondernemingen zijn gevestigd in Nederland, en volgens NEN 4400-2 voorzover het buiten Nederland gevestigde ondernemingen betreft. Gebruik gecertificeerde uitzendbureaus aanbevolen: In totaal staat in 3 cao‟s (van toepassing op 1% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een aanbeveling om van gecertificeerde uitzendbureaus gebruik te maken. In twee van deze drie gevallen noemen cao-partijen hierbij het NEN keurmerk. Een voorbeeld staat in de cao P. Bakker Hillegom: Gedurende de looptijd van deze CAO zal werkgever streven naar samenwerking met uitsluitend NEN- en/of RIA-gecertificeerde uitzendbureaus.
14
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Bepalingen over certificering zonder verplichting of aanbeveling van gecertificeerde bureaus gebruik te maken: Bij dit type bepaling gaat het niet om een aanbeveling of verplichting om van gecertificeerde uitzendbureaus gebruik te maken, maar gaat het om het benoemen van de voordelen wanneer een werkgever met een gecertificeerd uitzendbureau zaken doet. In totaal staat in 10 cao‟s (van toepassing op 13% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een dergelijke bepaling. In de cao voor het Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf staat een voorbeeld: 1. De werkgever moet zich ervan verzekeren dat deze CAO ook wordt nageleefd ten aanzien van uitzendkrachten die bij hem te werk zijn gesteld. 2. Indien het uitzendbureau beschikt over een NEN4400-1 certificaat en de werkgever een kopie daarvan in zijn administratie bewaart, voldoet de werkgever aan het gestelde in lid 1. Bepalingen over certificering van uitzendbureaus komen relatief vaker voor in de risicosectoren. Uit tabel 3.4 blijkt dat in 26 van de 53 cao‟s uit een risicosector (49%) een relevante bepaling over certificering staat. Voor de gehele steekproef geldt dit voor 46 van de 149 cao‟s (31%). In tabel 3.4 valt verder op dat in de categorie „dwingend‟ 19 bepalingen vallen en in de categorie „overig‟ 5 bepalingen vallen, maar deze categorieën wat betreft het percentage werknemers waarvoor deze bepalingen gelden bijna gelijk scoren. Bepalingen uit de categorie „dwingend‟ staan voornamelijk in cao‟s waar relatief weinig werknemers onder vallen. Tabel 3.4
Aantal cao’s met bepalingen over gecertificeerde uitzendbureaus: dwingend, aanbeveling of overig onderverdeeld naar risicosector (tussen haakjes het % werknemers van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao’s uit de risicosectoren): Sector Land/ VleesverMetaal Groothandel/ Hore Totaal tuinwerkende handels-ca RisicoBepaling bouw bedrijven bemiddeling sector Dwingend 1 2 2 14 0 19 (27%) Aanbeveling 0 1 0 1 0 2 (0%)* Overig 3 0 1 1 0 5 (25%) Totaal 4 3 3 16 0 26 (52%) Totaal aantal 5 4 4 37 3 53 (100%) onderzochte cao’s risicosector * Onafgerond 0,4%.
15
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
3.3
Ontwikkelingen 2008 – 2010
De cijfers uit 2008 in tabel 3.5 zijn aangepaste cijfers. In 2008 zijn voor dit onderzoek ook principeakkoorden bekeken, terwijl dit nu niet het geval is. De cijfers in de tabel uit 2008 hebben daarom alleen betrekking op afspraken in cao‟s. Op deze manier zijn de cijfers uit beide onderzoek met elkaar te vergelijken. Uit tabel 3.5 blijkt dat het aantal cao‟s met een afspraak over gecertificeerde uitzendbureaus ten opzichte van 2008 is toegenomen. Ten opzichte van 2008 is het aantal bepaling over gecertificeerde uitzendbureaus met bijna de helft gestegen. In 2008 stond in 4 gevallen de afspraak over gecertificeerde uitzendbureaus alleen in een principeakkoord. In 3 gevallen is deze afspraak uit het principeakkoord omgezet in een cao-afspraak. Tabel 3.5
Vergelijking cijfers gecertificeerde uitzendbureaus onderzoeken 2008 en 2010 Soort Bepaling Aantal cao’s % werknemers 2008 2010 2008 2010 Certificering van 31 46 25 31 uitzendbureaus Totaal onderzochte cao’s 150 149 100 100
16
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
4.
ONDERKRUIPERSVERBOD EN INLENERSAANSPRAKELIJKHEID
In totaal staat in 4 cao‟s (van toepassing op 2% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) een bepaling over een onderkruipersverbod. Dit houdt bijvoorbeeld in dat een werkgever het werk van stakers niet door uitzendkrachten of werknemers die niet staken laat overnemen. In de cao voor de NS staat een voorbeeld van een dergelijke bepaling: Werknemer kan niet worden verplicht werkzaamheden van stakers over te nemen. Ook in de cao‟s voor het Defensiepersoneel, het Provinciepersoneel en het grondpersoneel van KLM staat een zelfde soort bepaling. Ten slotte staat in 5 cao‟s (van toepassing op 2% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao‟s) expliciet vermeld dat wanneer een werkgever gebruik maakt van een uitzendbureau dat niet NEN gecertificeerd is of wanneer een werkgever niet nagaat of het uitzendbureau aan al zijn verplichten tegenover de uitzendkracht voldoet, de inlenende werkgever hoofdelijk aansprakelijk is voor een juiste naleving. In de cao voor de Glastuinbouw staat bijvoorbeeld de volgende bepaling: Bij gebruikmaking van uitzendbureaus die niet gecertificeerd zijn volgens NEN-4400 normen, is de inlenende werkgever ten opzichte van de ingeleende arbeidskrachten hoofdelijk aansprakelijk voor de naleving van de arbeidsvoorwaarden als bedoeld in lid 1 voor de periode van de ter beschikkingstelling. Ook in de cao voor de Handel in Bouwmaterialen staat een dergelijke bepaling: De werkgever doet alleen in uitzonderlijke situaties (zoals ziekte, vakantie of piekdrukte) een beroep op een gecertificeerd uitzendbureau. Hij is verplicht zich ervan te verzekeren dat dit uitzendbureau voldoet aan de regels in de artikelen 2.1 tot en met 2.7, hoofdstuk 3 en de artikelen 5.1 tot en met 5.3 en 5.5 van deze Cao. Als de werkgever deze verplichting niet nakomt, is hij zélf verantwoordelijk voor het toepassen van de genoemde regels – als ware de uitzendkracht rechtstreeks bij hem in dienst.
17
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
5.
NALEVEN OF HANDHAVEN VAN CAO-BEPALINGEN
Dit hoofdstuk gaat over cao-bepalingen gericht op het naleven of handhaven van cao. Het gaat bijvoorbeeld om bepalingen waarin staat dat cao-partijen zich zullen inzetten om de cao op een correcte manier na te leven. Ook kan het gaan om geschillencommissies of stichtingen die partijen hebben opgericht en die als taak hebben te zorgen voor een juiste naleving van de cao. In het kader van dit onderzoek zijn deze bepalingen in de volgende drie categorieën onderverdeeld: Alleen naleving: cao-partijen stellen dat zij de cao gaan naleven of handhaven of hier belang aan hechten. Partijen vermelden echter niet dat zij hiervoor maatregelen nemen of middelen inzetten en hebben ook geen commissies en dergelijke in het leven geroepen. Naleving met algemene middelen/maatregelen: cao-partijen stellen dat zij de cao gaan naleven of handhaven of hier belang aan hechten. Partijen vermelden ook dat zij hiervoor middelen willen inzetten of maatregelen willen nemen. Deze middelen of maatregelen zijn niet concreet. Ook hebben partijen geen geschillencommissies en dergelijke in het leven geroepen. Naleving met concrete middelen/maatregelen of organen: caopartijen stellen dat zij de cao gaan naleven of handhaven of hier belang aan hechten. Partijen vermelden hierbij concreet welke middelen zij inzetten of welke maatregelen zij nemen, of zij hebben organen (bijvoorbeeld geschillencommissies) in het leven geroepen om zorg te dragen voor het handhaven of naleven van de cao. Tabel 5.1
Aantal cao’s met bepalingen over naleven/handhaven van de cao (aantal cao’s en % werknemers) Soort bepaling Aantal cao’s % werknemers Alleen naleving 24 2 Naleving met algemene 12 4 middelen/maatregelen Naleving met concrete 32 28 middelen/maatregelen of organen Totaal 68 34 Totaal onderzochte cao’s 149 100
Een aantal formulering komt met zekere regelmaat terug in cao-bepalingen over handhaving of naleving. Zo staat bijvoorbeeld in 16 cao‟s dat caopartijen “met alle hun ten dienste staande middelen” naleving of handhaving willen bevorderen. In 13 cao‟s staat dat cao-partijen de cao “te goeder trouw zullen naleven” en in 6 cao‟s staat dat de werkgever verplicht is de cao “naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid” na te komen.
18
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
5.1
Intentionele afspraken over naleving
Bepalingen uit de categorie ‟alleen naleving‟ zijn vaak meer intentionele bepalingen. Uit tabel 5.1 blijkt dat dit type bepaling voornamelijk voorkomt in relatief kleine cao‟s. Zo‟n bepaling staat in 24 cao‟s (16% van de onderzochte cao‟s), terwijl 2% van het totale aantal werknemers onder deze 24 cao‟s valt. In de cao Energie staat een voorbeeld van een dergelijke bepaling: … 2. Partijen zullen de cao en de bedrijfs-cao te goeder trouw naleven en handhaven. 3. Partijen bevorderen dat hun leden de bepalingen van de cao en de bedrijfs-cao te goeder trouw zullen naleven. In de cao voor de Handel in Bouwmaterialen staat een ander voorbeeld: De werkgever en de werknemer zijn verplicht de afspraken in deze Cao zorgvuldig na te leven.
5.2
Naleving met algemene middelen/maatregelen
De tweede categorie bevat bepalingen waarin partijen stellen dat zij aandacht hebben voor het naleven of handhaven van de cao of dit willen bevorderen en daar ook ‟middelen‟ voor willen inzetten. Zij vermelden echter niet wat deze ‟middelen‟ precies zijn. In 12 van de onderzochte cao‟s (van toepassing op 4% van de werknemers onder de onderzochte cao‟s) staat een dergelijke afspraak. Het volgende voorbeeld staat in de cao voor de Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche: Partijen verbinden zich met alle hun ten dienste staande middelen nakoming van deze overeenkomst door hun leden te bevorderen, en generlei actie te voeren of te bevorderen die beoogt wijziging te brengen in deze overeenkomst op een andere wijze dan die, omschreven in artikel 1, Cluster 5 (Duur van de overeenkomst). Een ander voorbeeld staat in de cao voor de Afbouw: 1.Werkgevers- en werknemersorganisaties verbinden zich hun volle medewerking te zullen verlenen aan de naleving der bepalingen van deze cao en de volle aansprakelijkheid te zullen aanvaarden voor alle handelingen ter uitvoering der door hen genomen beslissingen, waardoor inbreuk wordt gemaakt op de bepalingen van deze cao. 2.Zij verbinden zich voorts de nodige maatregelen ten aanzien van hun leden te zullen nemen, teneinde de naleving van deze cao te bevorderen en hun leden aan te spreken indien de cao niet wordt nagekomen.
19
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
5.3
Naleving met concrete middelen/maatregelen of organen
Ten slotte bevat de categorie „Naleving met concrete middelen/maatregelen of organen‟ bepalingen waarin partijen stellen dat zij aandacht hebben voor het naleven of handhaven van de cao of dit willen bevorderen. Partijen noemen hierbij concrete middelen, of hebben zij bijvoorbeeld een nalevingscommissie of sociaal fonds opgericht met als taak het naleven of handhaven van caoafspraken. In 32 van de onderzochte cao‟s (van toepassing op 28%% van de werknemers onder de onderzochte cao‟s) staat een dergelijke bepaling. In de onderstaande tabel staat hoeveel cao‟s concrete middelen noemen om naleving te bevorderen en hoeveel cao‟s hiervoor een orgaan hebben opgericht: Tabel 5.2
Aantal cao’s met bepalingen over concrete middelen of organen om naleven/handhaven te bevorderen (aantal cao’s en % werknemers) Soort bepaling Aantal cao’s % werknemers Concrete middelen 27 20 Organen (bv. commissie of 22 24 sociaal fonds) Totaal 32 28 Totaal onderzochte cao’s 149 100 N.B.: In sommige cao‟s staan meerdere afspraken, zodat het totaal niet gelijk is aan de som van alle onderzochte aspecten.
In de cao voor het Bakkersbedrijf staan de volgende voorbeelden: Er bestaat een Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden. Tot haar taak en bevoegdheden behoren: a. het verrichten van krachtens deze CAO opgedragen werkzaamheden en het uitoefenen van door het Georganiseerd Overleg in het Bakkersbedrijf toegekende bevoegdheden ter bevordering van de getrouwe naleving van deze CAO; b. het in bijzondere gevallen onder nader te bepalen voorwaarden toestaan van noodzakelijk, dan wel redelijk geachte afwijkingen van deze CAO; c. het geven van adviezen aan het Georganiseerd Overleg in het Bakkersbedrijf over de uitleg en de toepassing van de bepalingen van deze CAO; d. het op verzoek van belanghebbenden doen van uitspraken, op aan recht en billijkheid ontleende gronden in die gevallen, waarin geschillen mochten zijn ontstaan naar aanleiding van deze CAO. En: De doelstellingen van de Stichting Sociaal Fonds Bakkersbedrijf, genoemd in artikel 2 lid 1 van de Statuten van deze Stichting, zullen worden gerealiseerd door het bevorderen, (doen) uitvoeren en (mede) financieren van de navolgende activiteiten: … Het verrichten van activiteiten om een juiste naleving en uitvoering van de CAO Bakkersbedrijf te bewerkstelligen. Ook in de cao voor de Bloemen en Planten Groothandel staat een relevante bepaling:
20
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Artikel 32. Commissie van Toezicht Door de partijen bij deze CAO wordt een Commissie van Toezicht ingesteld die tot taak heeft om: zorg te dragen voor de implementatie van deze CAO door de leden van de werkgeversorganisaties en de leden van de vakorganisaties die bij de totstandkoming van de CAO betrokken zijn geweest; na algemeen verbindend verklaren van deze CAO zorg te dragen voor de implementatie van de CAO door alle werkgevers en werknemers vallend onder de reikwijdte van de CAO; te beslissen in geschillen ten aanzien van de uitleg, toepassing of nakoming van het bepaalde in deze CAO; de naleving van deze CAO te begeleiden en te bevorderen; toe te zien op de invoering van de vereiste medezeggenschap binnen de bedrijven zoals het instellen van ondernemingsraden en personeelsvertegenwoordigingen; te beslissen op dispensatieverzoeken; voor het einde van de looptijd van de CAO zorg te dragen voor evaluatie van deze CAO. … Artikel 33. Geschillenregeling Geschillen betreffende de uitleg, toepassing en nakoming van het bepaalde in deze CAO, worden steeds eerst voorgelegd aan de Commissie van Toezicht die hierover een uitspraak zal doen. Indien een van de betrokken partijen zich niet kan verenigen met de uitspraak van de Commissie, kan het geschil worden voorgelegd aan de kantonrechter. Een geschil wordt bij de Commissie van Toezicht aangemeld door indiening van een verzoekschrift. … Ten slotte staat in de cao Gehandicaptenzorg dat de OR conform de WOR naleving van de cao moet bevorderen: 1. Conform artikel 28 WOR bevordert de ondernemingsraad zoveel als in zijn vermogen ligt de naleving van de voor de onderneming geldende voorschriften op het gebied van de arbeidsvoorwaarden (CAO Gehandicaptenzorg), alsmede de voorschriften op het gebied van de arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden van de in de onderneming werkzame personen. 2. Partijen bevelen de ondernemingsraad aan deze bevorderende taak uit te oefenen door jaarlijks inzage te vragen in de CAO-regelingen die op grond van dit hoofdstuk tot stand zijn gekomen.
21
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
In de onderstaande tabel staat een opsomming welke middelen partijen inzetten om naleving of handhaving van de cao te bevorderen en welke organen zij eventueel hiervoor hebben opgericht: Tabel 5.3 Cao
Opsomming verschillende middelen/maatregelen en organen per cao Middel/maatregel Orgaan
Glastuinbouw
Naleving cao en huisvestingsnormen laten opnemen in NEN-norm
Unilever
OR
Bakkersbedrijf
Voorlichting, behandeling geschillen
Mode-, interieur-, tapijt- en textielindustrie Tata Steel
Behandeling geschillen
Adviescommissie Arbeidsvoorwaarden, Sociaal Fonds Vakraad
Bouwnijverheid
Onderneming en VV wisselen benodigde gegevens uit voor controle op naleving Nalevingsonderzoeken, schadevergoeding
Commissie naleving
Bloemen en Planten Groothandel
Behandeling van geschillen
Commissie van toezicht
Albert Heijn Distributie
AH en vakbonden overleggen over naleving cao
Levensmiddelen en/of Zoetwaren Groothandel Vleessector
Voorlichting Nalevingsonderzoek
Paritaire Commissie
Technische Groothandel
Vaste Commissie
Ikea
Commissie wijst betrokken onderneming op naleving indien belanghebbende daarom vraagt Voorlichting naleving, mogelijkheid tot melden problemen, mogelijkheid bij digitale cao om mistanden te melden Voorlichting naleving, mogelijkheid tot melden problemen, ontwikkelen nalevingsinstrument, mogelijkheid bij digitale cao om mistanden te melden Behandeling van geschillen
Drogisterijbranche
Voorlichting
Recreatie
Voorlichting, behandeling geschillen
Openbaar Vervoer
Behandeling geschillen
Taxivervoer
Controle, behandeling geschillen, voorlichting
Goederenvervoer NL
Controle, schadevergoeding
KLM Grondpersoneel
In overleg nalevingsproblemen oplossen
Rabobank
Voorlichting
Levensmiddelen, Grootwinkelbedrijf Levensmiddelenbedrijf
SNS Reaal
Vaste Commissie
Georganiseerd Overleg Recreatie, Klachtencommissie Geschillencommissie Sociaal Fonds, Geschillencommissie
OR OR
Delta Lloyd Zorgverzekeraars
Vaste Commissie
OR Behandeling geschillen
ABU Uitzendkrachten
Permanente Commissie Stichting
Particuliere Beveiliging
Controle, schadevergoeding
SF
Schoonmaak en Glazenwassers
Behandeling geschillen
Geschillencommissie
Hoveniers
Voorlichting over naleving
UWV Werkbedrijf
Overleg over naleving
Nederlandse Universiteiten
Behandeling geschillen
Gehandicaptenzorg Vlakglas
22
Geschillencommissie OR
Overleg over naleving
Vaste Commissie
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Een aantal veel voorkomende middelen of maatregelen zijn het behandelen van geschillen (10 cao‟s), voorlichting geven over naleving (9 cao‟s) en controles of nalevingsonderzoeken (5 cao‟s). In de cao voor nalevingsonderzoek:
de
Vleessector
staat
een
voorbeeld
van
een
Partijen zullen een paritaire commissie oprichten waaraan CAO partijen kunnen melden dat de CAO Vleessector niet wordt nageleefd. De commissie stelt een onderzoek in en kan, na partijen informeel bevraagd te hebben en indien er een vermoeden bestaat dat de CAO niet wordt nageleefd, het bedrijf uiteindelijk verzoeken schriftelijk aan te tonen dat de CAO Vleessector wordt nageleefd. Indien de commissie constateert dat de CAO niet wordt nageleefd, kunnen vakorganisaties verdere stappen ondernemen. Indien de commissie bij haar onderzoek stuit op problemen bij de praktische toepasbaarheid en/of onderlinge inconsistentie van bepalingen van de CAO Vleessector, kan zij het gesignaleerde probleem voorleggen aan het Georganiseerd Overleg voor de Vleessector. Voor inleenbedrijven geldt dat de paritaire commissie medewerking kan verzoeken van de opdrachtgever. In de cao voor de geschillenbehandeling:
Zorgverzekeraars
staat
een
voorbeeld
van
1. De Permanente Commissie is ingesteld door partijen bij de CAO. 2. De Commissie ziet toe op naleving van (de bepalingen van) de CAO en heeft tot taak de algemene toepassing van de CAO te bevorderen. 3. Zowel de werkgever als de werknemer hebben het recht om zich te wenden tot de Permanente Commissie indien zij met elkaar van mening verschillen over (de interpretatie van) bepalingen van de CAO. 4. De Commissie geeft advies en kan voorstellen doen aan de partijen die het geschil hebben voorgelegd. 5. Adviezen van de Commissie zijn niet bindend, tenzij beide partijen daar vooraf uitdrukkelijk om verzoeken. In de cao voor de Levensmiddelen en/of Zoetwarengroothandel staat een voorbeeld van voorlichting: Ter bevordering van de bekendheid en naleving van de CAO zal een brochure worden ontwikkeld waarin de CAO op hoofdzaken inzichtelijk wordt samengevat. Ten slotte zijn de meest genoemde organen om naleving te bevorderen of handhaven een OR (5 cao‟s), een vaste commissie (4 cao‟s) of een geschillencommissie (4 cao‟s).
23
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
BIJLAGE 1
ONDERZOCHTE CAO’S
Cao naam
Aantal Ingangsdatum werknemers
Expiratiedatum
Risicosector Land- en Tuinbouw Glastuinbouw
49500
1-7-2010
1-7-2012
Open Teelten
44500
1-7-2010
1-7-2012
2900
1-7-2007
1-1-2010
Hoveniersbedrijf In Nederland
16200
1-3-2010
1-3-2011
Landbouwwerktuigen Exploiterende Ondernemingen
19100
1-4-2009
1-4-2010
Pluimveeverwerkende Industrie
4893
1-5-2010
1-5-2011
Gemaksvoedingindustrie
3825
1-7-2010
1-1-2011
Mccain Foods
235
1-7-2010
1-7-2011
Plukon Poultry
766
1-1-2010
1-1-2011
Dierhouderij
Risicosector Vleesverwerkende bedrijven
Unilever
2500
1-5-2007
1-2-2009
Bakkersbedrijf
40400
1-8-2009
1-8-2011
Zoetwarenindustrie
12100
1-7-2009
1-4-2011
Heineken Nederlands Beheer
3100
1-10-2009
1-1-2011
Mode- Interieur- Tapijt- En Textielindustrie
15000
1-7-2010
1-7-2012
Timmerindustrie
12900
1-1-2010
1-1-2011
Grafimedia
35100
1-2-2010
1-2-2012
DSM Limburg
4600
1-6-2009
1-1-2011
Organon Biosciences Nederland
4300
1-4-2007
1-4-2009
Betonproduktenindustrie
9800
1-3-2009
1-4-2011
134300
1-2-2010
1-5-2011
33800
1-2-2010
1-5-2011
Risicosector Metaal Metalektro Metalektro Voor Het Hoger Personeel Tata Steel Metaalbewerkingsbedrijf (M&T) Philips Oce Technologies
9500
1-2-2005
1-10-2006
154100
1-12-2009
1-4-2011
15600
1-1-2010
1-7-2011
3700
1-7-2009
1-1-2011
Carrosseriebedrijf (M&T)
19400
1-12-2009
1-4-2011
Meubelindustrie en Meubileringsbedrijven
19500
1-7-2008
1-7-2010
Sociale Werkvoorziening
98000
1-11-2007
1-3-2010
Energie
27000
1-5-2010
1-5-2011
Bouwnijverheid
172700
1-1-2011
1-1-2012
Technisch Installatiebedrijf (M&T)
136500
1-12-2009
1-4-2011
Afbouw
10800
1-1-2010
1-1-2011
Schilders-, Afwerkings en Glaszetbedrijf
23300
1-3-2009
1-3-2011
Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielers (M&T)
93500
1-12-2009
1-6-2011
14200
1-7-2010
1-7-2012
700
1-6-2009
30-6-2010
Risicosector Groothandel en Handelsbemiddeling Bloemen en Planten Groothandel P. Bakker Hillegom
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Cao naam Groenten en Fruit, Groothandel
Aantal Ingangsdatum werknemers 12600 1-4-2010
Expiratiedatum 1-7-2011
Brinkers Melissant BV En Culi D'or
100
1-4-2009
1-4-2011
Campbells Netherlands
100
1-8-2010
31-7-2011
Celavita
250
1-4-2010
31-12-2011
Eieren en Eiproductenindustrie Groothandel
900
1-4-2010
30-6-2012
GB Plange The Netherlands
50
1-4-2009
1-4-2011
Genencor International
80
1-4-2010
1-5-2011
4250
1-4-2008
1-4-2010
Levensmiddelen en/of Zoetwaren, Groothandel
27000
1-7-2009
1-10-2010
Vleessector
1-4-2011
Kaaspakhuis Partikuliere
10000
1-4-2009
Arboduo
266
1-7-2007
1-1-2009
Brocacef
630
1-5-2010
30-4-2011
Euroceramic
160
1-1-2010
30-4-2011
Heuvelman
120
1-1-2010
31-12-2012
Interpharm
540
1-4-2007
1-4-2008
Medica Europe
125
1-4-2009
1-7-2011
1500
1-5-2009
1-5-2010
150
1-5-2009
1-4-2010
44300
1-4-2010
1-7-2011
6812
1-4-2009
1-4-2011
40
1-4-2010
30-6-2011
Mediq (voorheen OPG Groep) Ratiopharm Technische Groothandel Textielgoederen en Aanverwante Artikelen groothandel Villeroy En Boch Wellness Aircraft Fuel Supply
16
1-1-2007
1-1-2008
10262
1-7-2010
30-6-2012
Houthandel
8084
1-8-2009
31-12-2011
ICO Holland
90
1-1-2009
1-1-2010 30-6-2011
Bouwmaterialen, Handel in
Johnsondiversey
600
1-7-2010
Mondo Minerals
30
1-7-2009
1-10-2010
Quaron
45
1-1-2010
1-1-2011
5500
1-4-2009
1-4-2011
31600
1-1-2010
1-1-2011 1-4-2010
Vlakglas, Glasbewerkings- en Glazeniersbedrijf groothandel Informatie-, Communicatie- en Kantoortechnologiebranche Schur Flexibele Benelux
90
1-4-2009
Horticoop
390
1-4-2009
1-4-2010
Intertek Polychemlab
170
1-7-2010
30-6-2011
Radio Holland Netherlands
270
1-1-2010
31-12-2010
60
1-1-2009
Albert Heijn Distributie-Organisatie
3400
15-10-2009
La Place
5100
1-2-2010
1-7-2011
Vroom & Dreesmann
6500
1-2-2010
1-7-2011
Hema
8200
1-2-2010
1-2-2011
110000
1-4-2008
1-4-2010
Levensmiddelenbedrijf
88700
1-4-2010
1-4-2011
Slagersbedrijf
18000
1-4-2009
1-4-2011
Apotheken
23700
1-4-2008
1-4-2010
Drogisterijbranche
20500
1-4-2009
1-10-2010
Wonen
31800
1-1-2010
1-1-2011
3800
1-2-2007
1-2-2009
Zenitel Netherlands
Levensmiddelen, Grootwinkelbedrijven
Praxis Groep
1-1-2010 15-10-2010
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Cao naam Doe Het Zelf Branche
Aantal Ingangsdatum werknemers 16000 1-4-2004
Expiratiedatum 1-1-2007
Bloemen en Planten Detailhandel
11100
1-1-2009
1-4-2011
Elektrotechnische Detailhandel
19800
1-7-2007
1-1-2009
Gemengde Branche en Speelgoedbranche
25400
1-1-2009
1-1-2011
6000
1-10-2010
1-10-2011
85400
1-1-2008
1-7-2010
319500
1-4-2010
1-4-2012
Recreatie
27200
1-7-2010
1-7-2012
Contractcateringbranche
18600
1-4-2010
1-4-2012
NS / Nederlandse Spoorwegen
15300
1-5-2009
1-11-2010
Ikea Nederland Mode- en Sportdetailhandel Risicosector Horeca Horeca- en aanverwant Bedrijf
Selektvracht
3000
1-4-2009
1-1-2011
Openbaar Vervoer
12000
1-1-2008
1-7-2009
Taxivervoer
39600
1-1-2009
1-1-2014
119200
1-10-2008
1-1-2010
Goederenvervoer Nederland
25000
1-10-2008
1-1-2010
KLM-Grondpersoneel
15200
1-4-2002
1-4-2004
Beroepsgoederenvervoer over de weg
ANWB
3700
1-4-2010
1-4-2011
20500
1-4-2009
1-4-2011
1500
1-1-2010
1-1-2012
34000
1-4-2010
1-1-2012
7100
1-4-2008
1-4-2009
TNT Cao Zaterdagbestellers
12300
1-4-2008
1-4-2009
Koninklijke KPN
15000
1-1-2010
1-1-2011
Facilitaire Contactcenters
15200
1-5-2010
1-5-2012
ABN-Amro
20000
1-1-2008
1-3-2010
7900
1-1-2009
1-3-2010
ING
29000
1-7-2008
1-1-2012
Rabobank
42900
1-2-2010
1-5-2011
SNS Reaal
6900
1-7-2009
1-11-2010
12400
1-6-2010
1-6-2011
5000
1-6-2007
1-6-2009
Verzekeringsbedrijf Binnendienst
19900
1-12-2009
1-6-2011
Zorgverzekeraars
12100
1-6-2007
1-6-2009
Woondiensten
28600
1-1-2009
1-1-2011
Atos- Origin In Nederland
9000
1-1-2007
1-1-2008
Getronics Nederland
9000
1-1-2009
1-1-2010
14000
1-4-2009
1-4-2010
Reisbranche Postkantoren TNT Mail Nederland TNT Cao Postbezorgers
Fortis Bank Nederland
Achmea Delta Lloyd
Architectenbureaus Uitzendkrachten NBBU
23000
1-4-2009
1-1-2014
242300
29-3-2009
30-3-2014
Uitzendondernemingen Vaste Medewerkers
23000
1-1-2009
1-4-2011
Beveiligingsorganisaties, Particuliere
24800
1-8-2008
1-7-2010
155900
1-1-2010
1-1-2012
Uitzendkrachten ABU
Schoonmaak- en Glazenwassersbedrijf KPN Contact Gemeente-ambtenaren Provinciepersoneel
4500
1-7-2008
1-1-2010
171400
1-6-2007
1-6-2009
13200
1-6-2007
1-6-2009
Buitenlandse werknemers en gecertificeerde uitzendbureaus 2010
Cao naam Rijkspersoneel
Aantal Ingangsdatum werknemers 123200 1-1-2007
Expiratiedatum 1-1-2011
Defensiepersoneel
68200
1-3-2009
1-3-2010
Politiepersoneel
61500
1-1-2008
1-1-2012
Sociale Verzekeringsbank
3300
1-4-2008
1-4-2010
UWV Werkbedrijf
20000
1-5-2010
1-8-2011
Primair Onderwijs
184800
1-1-2009
1-1-2010
53000
1-1-2010
1-11-2010
Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Ons Middelbaar Onderwijs
6700
1-7-2008
1-8-2010
106400
1-7-2008
1-8-2010
Hoger Beroepsonderwijs
38600
1-8-2010
1-2-2012
Nederlandse Universiteiten
49400
1-9-2007
1-3-2010
Universitair Medische Centra
60400
1-1-2008
1-3-2011
192000
1-3-2009
1-3-2011
Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ)
69600
1-4-2009
1-3-2011
Huisartsenzorg
19900
1-4-2010
1-4-2011
3500
1-1-2007
1-11-2007
Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg
395000
1-1-2008
1-3-2010
Gehandicaptenzorg
134800
1-1-2009
1-3-2011
Jeugdzorg
31400
1-5-2008
1-5-2010
Kinderopvang
72000
1-5-2010
1-1-2012
Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening
66500
1-5-2008
1-1-2011
4800
1-1-2006
1-4-2008
Voortgezet Onderwijs
Ziekenhuizen
Arbo Unie Nederland
Holland Casino