BUDGET TOEKENNINGSSYSTEMATIEK (BTS) TU DELFT
Inhoudsopgave BTS-notitie
1. Inleiding
3
2. Uitgangspunten en randvoorwaarden
3
3. Beschrijving Budget ToekenningsSystematiek 4 4. Facultaire BTS
9
5. Transitie huidige allocatiesysteem naar BTS
10
Bijlage 1: Te verdelen 1e geldstroommiddelen Bijlage 2: Toelichting randvoorwaarden Bijlage 3: Beoordelingscriteria
12 13 14
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
2
1.
Inleiding
Jaarlijks worden de binnen de TU Delft ontvangen 1e geldstroommiddelen verdeeld volgens een vastgestelde allocatiesystematiek. In bijlage 1 wordt uitgebreider stilgestaan bij welke middelen tot deze 1e geldstroom worden gerekend. De allocatiesystematiek wordt gebruikt bij het uitwerken van de jaarlijkse Financiële Kaderstelling. In 2010 heeft het College van Bestuur het besluit genomen om het huidige allocatiemodel (2003-2010) binnen de TU Delft te bevriezen. De redenen hiervoor zijn aangegeven in de Herijkingsagenda, kort samengevat, de volgende:
Het huidige allocatiemodel kent een te mechanistische werking en biedt hiermee onvoldoende mogelijkheden om slagvaardig te kunnen inspringen op veranderende omstandigheden.
Het huidige allocatiemodel wordt intern als een verdienmodel ervaren, met als gevolg dat op diverse bestuurlijke lagen in de organisatie vraagstukken vanuit een te financieel perspectief worden beoordeeld (strategisch gedrag).
Het College van Bestuur ziet dat het huidige allocatiemodel zijn bijdrage heeft kunnen leveren aan het financiële beleid in de periode 2003-2010, maar wil in de komende jaren een nieuw allocatiemodel dat bijdraagt aan de noodzakelijke wetenschappelijke visie van de TU Delft in relatie tot een dynamische omgeving. Werd het huidige allocatiemodel nog als ‘financieel verdienmodel’ van geleverde prestatie uit het verleden gezien, het nieuwe allocatiemodel moet directer kunnen bijdragen aan de bekostiging van de toekomstige activiteiten voortkomend uit de visie neergelegd in de Roadmap 2020. Daarnaast is uiteraard aansluiting op de Herijkingsagenda van groot belang.
2.
Uitgangspunten en randvoorwaarden
Het College van Bestuur heeft op basis van de in de Herijkingsagenda TU Delft; towards a sustained worldclass position in januari 2011 vastgesteld dat de nieuwe budgetteringssystematiek de volgende uitgangspunten moet hebben:
De BTS moet functioneel bijdragen aan de meerjarenstrategie van de instelling.
Streven naar stabiliteit, rust en een bepaalde mate van voorspelbaarheid van de 1e geldstroomtoekenning over de jaren heen.
Duidelijk moet zijn dat de BTS geen financieel verdienmodel is.
Onderlinge verrekeningen tussen beheerseenheden worden zoveel mogelijk voorkomen.
Eenvoud van en transparantie in de werking van het model.
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
3
De afzonderlijke verdeelmodellen van de faculteiten zijn gebaseerd op dezelfde principes en criteria als het instellingsbrede BTS.
De BTS vormt een verstandige doorvertaling van de hoofdlijn van het externe bekostigingsmodel. Het is niet noodzakelijk dat de variabelen (incentives) en de omvang van de compartimenten uit het externe bekostigingsmodel 1-op-1 worden doorvertaald.
Naast de uitgangspunten is het bij het vaststellen van de BTS tevens van belang om een aantal randvoorwaarden te stellen. Deze randvoorwaarden hebben betrekking op enkele financiële beleidsvormen die een directe koppeling hebben met de BTS en betreffen het reservebeleid, detacheringsbeleid (Universiteitsdienst), huurbeleid (TUD-Vastgoed) en het rentebeleid (zie tevens bijlage 2).
3.
Beschrijving Budget ToekenningsSystematiek (BTS)
In onderstaande schematische weergave is het nieuwe allocatiemodel per hoofdcomponent weergegeven. De afzonderlijke componenten worden in het resterende gedeelte van deze beleidsnotitie toegelicht.
Beschikbaar budget voor toekenning
2. Concern brede budgetten
3. Faculteiten
3.2 Variabele component
3.2.1 Onderwijs (ects'en)
Component 1.
1. Universiteitsdienst
3.1 Basis component
3.2.2 Onderzoek (promoties & ontwerpcertificaten)
2.1 Strategische middelen
2.2 Programma's / projecten
Bekostiging Universiteitsdienst
Binnen de BTS wordt de bekostiging van de Universiteitsdienst ten opzichte van het huidige allocatiemodel gedeeltelijk gewijzigd. De opzet is om binnen de BTS de organisatiekosten en de kosten van reguliere activiteiten in component 1 te behouden. Dit betreffen kosten van de personele bezetting, aangevuld met een budget voor onder andere opleiding, werkplek e.d. en jaarlijks terugkerende kosten zoals het reguliere onderhoud. De kosten voor universiteitsbrede programma’s en projecten op het gebied van innovatie en ontwikkeling zullen binnen de BTS worden overgeheveld naar component 2.2
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
4
In principe kent de totale omvang van de reguliere bekostiging van de Universiteitsdienst een vast absoluut bedrag. Om de bekostiging van deze component echter in lijn met de totale bekostiging van de TU Delft te houden, zal de omvang jaarlijks worden getoetst. Bij deze toetsing zal het benodigde budget van de Universiteitsdienst inclusief de kosten van de gedetacheerden in verhouding worden gebracht tot de totale omvang van alle baten (1e, 2e en 3e geldstroombaten) van de TU Delft. De uitkomsten van deze ratio wordt, naast een aantal inhoudelijke overwegingen, gebruikt bij de uiteindelijke jaarlijkse vaststelling van de 1e geldstroom voor de Universiteitsdienst.
Component 2.1
Strategische middelen
De component strategische middelen is vergelijkbaar met de strategische middelen uit het huidige allocatiemodel. Vanuit deze component kan het College van Bestuur, na consultatie van de decanen en directeuren, strategische keuzes binnen de gehele universiteit bekostigen op het gebied van onderwijs, onderzoek en valorisatie. De bekostiging kan hierbij zowel ten goede komen aan de faculteiten alsmede aan de Universiteitsdienst (inclusief vastgoed). Aan de component van de strategische middelen wordt binnen de BTS een absoluut bedrag toegekend.
Vanuit de component strategische middelen worden een- of meerjarige toekenningen gedaan die de uitvoering van het strategisch beleid financieel kunnen ondersteunen, zoals bijvoorbeeld het stimuleren van nieuwe wetenschapsgebieden. Kortom vanuit de strategische component worden projectmatige beleidsinitiatieven voor een tijdelijke, vooraf vastgestelde periode toegekend. Het besluitvormingsproces over toekenning van strategische middelen vormt onderdeel van de P&E-cyclus.
Jaarlijks wordt de Gemeenschappelijke Vergadering een overzicht gegeven van de belangrijkste projecten.
Component 2.2
Universiteitsbrede programma’s en projecten
Zoals reeds uit de beschrijving van component 1 valt te concluderen, zal een gedeelte van de huidige kosten van de Universiteitsdienst worden overgeheveld naar component 2.2. Deze component is bedoeld voor de bekostiging van programma’s en projecten die gericht zijn op innovatie en ontwikkeling en die betrekking hebben op en ten goede komen aan de gehele universiteit.
Het College van Bestuur maakt voor deze component een meerjareninschatting van de benodigde middelen voor de budgettoekenning. Het voorstel tot prioritering van de projecten wordt door de directies voorbereid waarbij de strategische prioriteiten uit de Roadmap 2020 TU Delft als referentiekader
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
5
dienen en de faculteiten hun inbreng kunnen geven. Na prioritering zal de portfolio in de Groepsraad en Directieteam worden besproken, alvorens het College van Bestuur een besluit hierover neemt.
Groot voordeel van het afsplitsen van de universiteitsbrede programma’s en projecten (component 2.2) is dat keuzes op dit gebied in de toekomst zoveel mogelijk universiteitsbreed kunnen worden afgewogen. De budgetten die te maken hebben met het starten van dergelijke projecten betreffen universiteitsbreed beleid dat in beginsel een verantwoordelijkheid is van het College van Bestuur na overleg met de decanen en directeuren. Besluitvorming vindt hiermee plaats op TUD-breed niveau.
Component 3.1
Basiscomponent faculteiten
Eén van de belangrijke uitgangspunten van de BTS is de basiscomponent. Hiermee wordt aangegeven dat sterk rekening wordt gehouden met het inhoudelijke profiel van de faculteit en daarmee de bekostiging van de toekomstige activiteiten (in tegenstelling tot de uitbetaling van prestaties uit het verleden). Door deze basiscomponent krijgt de betreffende faculteit ruimte om te werken aan een stabiele meerjarenstrategie en bijbehorende begroting.
Met de introductie van een grotere basiscomponent binnen het verdeelmodel, wordt voorkomen dat de budgetten volledig automatisch en mechanistisch meebewegen met prestaties van de faculteiten. Met een basiscomponent kan het College van Bestuur, na bijvoorbeeld consultatie van de Groepsraad en Directieteam binnen de Planning en Evaluatiecyclus, budgettaire ruimte bieden voor de realisatie van de meerjarenplannen van de faculteiten. De basiscomponent dient ten goede te komen aan de kwaliteit van de onderzoek-, onderwijs- en valorisatieprestaties.
In de BTS wordt op totaalniveau van de facultaire bekostiging gestreefd naar een basiscomponent van 70%, waarbij een bandbreedte wordt gehanteerd tussen de 60% en 80%. De profielgedreven basiscomponent per individuele faculteit kan, afhankelijk van de omvang van de prestaties, buiten deze bandbreedte vallen.
De totale basiscomponent voor faculteiten wordt via vaste percentages over de faculteiten verdeeld. Deze aandelen per faculteit worden in eerste instantie bij de overgang van het huidige allocatiemodel naar de BTS geijkt op de huidige bekostigingsomvang (welke gebaseerd is op de herijking). Bij de uitwerking van de Financiële Kaderstellingen in de volgende jaren zullen de aandelen per faculteit kunnen wijzigen, deze wijzigingen vloeien voort uit:
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
6
bestuurlijke bilaterale overleggen inzake het meerjarig strategische beleidsperspectief van de faculteit in het kader van de integrale planning- en evaluatiecyclus (P&E-cyclus). Dit is een inputgerelateerde aanpak, waarbij een
onderbouwing
met inhoudelijke strategische
beleidsplannen van belang is. Het onderscheidende profiel en ambities van de verschillende faculteiten in het licht van de overkoepelende strategie van de universiteit kunnen via deze systematiek zichtbaar worden.
inhoudelijke overwegingen zoals de uitkomsten van de strategische Roadmap TU Delft 2020
ontwikkelingen
in
kentallen,
performance-indicatoren
uit
managementcontracten
en
prestatieafspraken met het Ministerie van OC&W
specifieke infrastructurele componenten binnen de faculteiten
De aandelen per faculteit zullen op basis van bovenstaande trajecten gedurende de jaren worden beïnvloed. Hierbij kan ingediende en besproken planvorming in combinatie met gerealiseerde prestaties van faculteiten zorgen voor zowel een stijgend als een dalend aandeel in de basiscomponent. De beoordeling van de facultaire planvorming vindt plaats op drie manieren die in nauwe relatie tot elkaar staan: 1) Faculteiten wordt – in lijn met de externe beoordeling van de Roadmap 2020 door OCW gevraagd voor hun strategische planvorming expliciet aandacht te geven aan de volgende aspecten: •
Het plan dient voldoende ambitieus te zijn,
•
Het plan dient realistisch te zijn
•
Het plan dient uitvoerbaar te zijn, en tenslotte:
•
Het plan dient in lijn te zijn met de instellingsstrategie
2) Daar waar mogelijk worden aan de plannen kwantitatieve- en kwalitatieve prestatieindicatoren verbonden (kengetallen met streefwaarden, zowel externe prestatie-indicatoren van OCW als ook TU Delft interne bestuurlijke kengetallen). Het College van Bestuur heeft reeds besloten welke set bestuurlijke kengetallen hiervoor gebruikt wordt. De streefwaarden worden besproken en indien nodig bijgesteld op basis van bestuurlijke bespreking in het voorjaars- en najaarsoverleg. Monitoring van de voortgang en realisatie van de meerjarenplannen vindt plaats binnen de bestuurlijke kwartaalgesprekken.
3) De kwaliteit van de facultaire plannen (ambitie, realiteit, uitvoerbaarheid & koppeling Roadmap 2020) wordt tijdens de bestuurlijke overleggen besproken. De directies O&S ,HR, Finance en instellingsbeleid bereiden dit voor door te toetsen of de interne (facultaire)
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
7
procesbeheersing van voldoende kwaliteit is om de uitvoering van de plannen optimaal te ondersteunen. Concreet wordt hierbij gekeken vanuit 4 invalshoeken: •
Past het plan binnen de normen en waarden kaders van de TUD?
•
Hoe is binnen de faculteit de interne (bestuurlijke) dialoog georganiseerd gericht op adequate kennisoverdracht afstemming en transparantie?
•
Heeft de faculteit het adequaat instrumentarium om de voortgang te monitoren?
•
Passen de plannen en de uitwerking binnen bestaande regelgeving?
Een niet limitatieve lijst met beoordelingscriteria is opgenomen in bijlage 3 van de BTS-notitie.
Overigens worden de aandelen per faculteit voor een aantal jaren voortrollend vastgesteld. In de aanvangsjaren van de BTS kunnen de aandelen voor een kortere periode worden vastgesteld. Vaststelling van de aandelen per faculteit vindt in principe eenmaal per jaar plaats n.a.v. de uitkomsten van de bilaterale ronde.
Binnen faculteiten zullen uiteraard jaarlijks afwegingen moeten worden gemaakt t.a.v. de besteding van middelen. Een vergelijkbaar proces zal tussenafdelingen moeten worden uitgevoerd.
Bewegingen in de externe bekostiging worden in de regel in de totale omvang van de basiscomponent opgevangen. Deze bewegingen zullen voor mutaties in de absolute omvang van de basiscomponent per faculteit zorgen, zonder dat hierbij de onderlinge verhouding wijzigt.
Component 3.2
Variabele component
In de BTS wordt op totaalniveau binnen de facultaire bekostiging gestreefd naar een variabele component van 30%, waarbij een bandbreedte wordt gehanteerd tussen de 20% en 40%.
Binnen de variabele componenten wordt in de BTS gewerkt met een afzonderlijke prijs per onderwijsprestatie en een prijs per onderzoeksprestatie, aansluitend op de meerjarige instellingsstrategie van de TU Delft en de externe variabelen die OC&W gebruikt. Deze prijzen zullen in verhouding tot de externe OC&W-bekostiging worden vastgesteld. Bij de bepaling van de prijs wordt gestreefd naar prijsstabiliteit gedurende verschillende jaren, maar er kunnen jaarlijks wijzigen ontstaan door schommelingen in het totaal beschikbare budget. De variabele prijzen worden voor alle faculteiten binnen de component op een gelijke hoogte gesteld.
Component 3.2.1
Onderwijsvariabele
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
8
In het externe OC&W-bekostigingsmodel worden met ingang van 2011 twee variabelen gebruikt, namelijk a) de nominale inschrijvingen en b) de behaalde diploma’s (BSc + MSc). De BTS houdt rekening met de dynamiek in studentenaantallen per faculteit, er wordt hierbij gekozen voor één variabele, namelijk het ‘aantal behaalde studiepunten per collegejaar, dat een faculteit verzorgt’. De toekenning zal plaatsvinden aan de faculteiten die het onderwijs hebben verzorgd. Deze variabele beoogt hetzelfde als de incentive uit de externe bekostigingsystematiek, namelijk een efficiënte doorstroom van een student door het onderwijscurriculum.
Eén van de uitgangspunten van de BTS is dat er gestreefd wordt naar een minimalisering van de onderlinge interne verrekeningen. Een voorbeeld van deze verrekeningen betreft de huidige systematiek van OnderwijsDienstVerlening (ODV). Door het aantal gerealiseerde van de verzorgde studiepunten als variabele te gebruiken, wordt eveneens de interne verrekeningen op het gebied van de ODV-activiteiten voorkomen. Omdat een ECTS in de BTS niet kostendekkend is, wordt een gedeelte van de ODV via de basis component geregeld, waarbij gemonitord wordt op te sterke stijging of daling (zie bijlage 3: beoordelingscriteria).
Component 3.2.2
Onderzoeksvariabelen
De behaalde promoties en ontwerpcertificaten worden binnen de BTS als de variabelen binnen de onderzoekscomponent gebruikt. De BTS houdt rekening met de dynamiek in de behaalde promoties en ontwerpcertificaten per faculteit. Hierbij wordt gekozen om één prijs per promotie te hanteren en één afzonderlijke prijs voor ontwerpcertificaten.
4.
Facultaire BTS
Het College van Bestuur hanteert als uitgangspunt dat de faculteiten de interne verdeling van middelen baseren op dezelfde principes en criteria als die van de universiteitsbrede BTS. Zo wordt verwacht dat de faculteiten de variabelen ects’en, promoties en ontwerpcertificaten tot op het niveau van afdelingen door vertalen. Ook wil het College van Bestuur ruimte aan de faculteiten bieden om een gedeelte van de middelen apart in te zetten voor strategische plannen. De manier waarop de faculteit vorm geeft aan de interne doorvertaling van de middelen en de omvang van de facultaire strategische ruimte, vormen onderdeel van de bestuurlijke afspraken tussen College van Bestuur en de faculteit.
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
9
5.
Transitie huidige allocatiesysteem naar BTS
Het College van Bestuur vindt het belangrijk om bij de introductie van de BTS onverwachte effecten zoveel mogelijk te voorkomen. Bij de Universiteitsdienst zal in de transitieperiode een splitsing worden aangebracht tussen de organisatiekosten en reguliere kosten enerzijds en kosten van projecten en programma’s anderzijds. De totale omvang van beide componenten in de BTS (1. en 2.2) zal bij het startpunt gelijk zijn aan de financiële kaderstelling 2012.
In de transitieperiode van de huidige naar de nieuwe bekostigingsystematiek bij de faculteiten wordt in de basiscomponent rekening gehouden met de uitkomsten van de facultaire herijkingsmaatregelen en de huidige omvang van de 1e geldstroomtoekenning. Hierbij wordt gestreefd naar een zo geleidelijk mogelijke overgang naar een nieuwe bekostigingbasis van de faculteiten.
Bij de middelenverdeling over faculteiten zal in 2013 daarom rekening worden gehouden met de indicatieve middelenverdeling die het College van Bestuur heeft aangegeven in de brief aan de faculteiten d.d. 14.7.2010. Daarnaast zal rekening worden gehouden met de strategische ambities van faculteiten en de specifieke toekenningen die ten tijde van de financiële kaderstelling 2012 reeds aan de faculteiten zijn gedaan (CvBbrief d.d. 21.7.2011).
Evaluatie Het College van Bestuur acht het noodzakelijk dat de overgang van het huidige verdeelmodel naar de nieuwe systematiek beheerst en gecontroleerd plaatsvindt. Het College van Bestuur hanteert hiervoor een evaluatie bestaande uit drie onderdelen:
Jaarlijks naar aanleiding van Kaderstelling Toetsing BTS op zijn werking zodat zo mogelijk ongewenste systeemeffecten direct bijgesteld kunnen worden.
Tussentijdse evaluatie na de Financiële Kaderstelling 2014: Een tussentijdse evaluatie gericht op beoordeling of de systematiek in de uitvoering aan de gewenste doelstellingen voldoet. Evaluatie is primair gericht op de technische werking van het BTS.
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
10
Algehele evaluatie na 5 jaar: Doel van deze evaluatie – die gepland staat voor het 2de deel van 2017 – is de beoordeling of de BTS tot een goede verdeling van de financiële middelen en tot adequate werkwijzen heeft geleid. Tijdens deze evaluatie wordt tevens gekeken naar ervaringen opgedaan tijdens het verloop van het opstellen van de financiële kaderstellingen. Evaluatiecriteria hierbij zijn o.a.: -
Transparantie van de besluitvorming; hoe vindt de vertaalslag plaats van bestuurlijke afspraken naar effecten voor de interne verdelingssystematiek (kwaliteit relatie P&E-cyclus/BTS),
-
Evaluatie van de beoordelingscriteria P&E-cyclus (zie bijlage 3),
-
Mate van voorspelbaarheid van de procesgang,
-
Analyse naar de verhouding tussen geleverde prestaties, werklast en eventuele wijziging van inputfinanciering op basis van planvorming,
-
Algehele kwaliteit van de procesgang van de kaderstelling en de begroting voor de evaluatieperiode (is de procesgang transparant en prettig verlopen).
Ten slotte: Voor de aanpak van de evaluatie en de daarbinnen te hanteren criteria, wordt voor 2013 een Terms of Reference opgesteld die besproken wordt met de medezeggenschap. De uitkomsten van de evaluatie worden gedeeld met de medezeggenschap. De hieruit voortvloeiende bestuurlijke besluitvorming wordt ter instemming voorgelegd aan de Gemeenschappelijke Vergadering (OR/SR) van de TU Delft.
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
11
BIJLAGE 1: Te verdelen 1ste geldstroommiddelen De BTS heeft als doel om onderstaande externe middelenstromen te verdelen binnen de TU Delft:
Rijksbijdrage OCW (excl. geoormerkte bedragen)
overige overheidsbijdragen
collegegelden
middelen afkomstig van pro-rata BTW-regeling
Rijksbijdrage en overige overheidsbijdragen Op basis van het landelijke verdeelmodel ontvangt de TU Delft jaarlijks een lumpsum 1e geldstroom. In principe dient de gehele Rijksbijdrage als input te worden meegenomen in de BTS. Uitzondering hierop betreft de door OCW geoormerkte bedragen die direct dienen te worden besteed aan bepaalde activiteiten. Voorbeelden van deze geoormerkte toekenningen zijn op dit moment de bekostiging voor UNESCO-IHE, de toponderzoekscholen en het sectorplan natuuren scheikunde. Voor de overige componenten geldt dat conform de wettelijke bepalingen het College van Bestuur naar eigen inzicht en verantwoordelijkheid de middelen verdeelt.
Collegegelden De collegegelden maken onderdeel uit van het BTS, dit geldt voor zowel het wettelijke als het instellingstarief.
Pro rata BTW-regeling Door de pro rata BTW-regeling die van toepassing is, ontvangt de TU Delft jaarlijks een BTW-bedrag terug. Dit behaalde BTW-voordeel wordt via de BTS teruggegeven aan de faculteiten en de Universiteitsdienst.
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
12
BIJLAGE 2: Toelichting randvoorwaarden De financiële instrumenten die een directe koppeling hebben met de BTS zijn: a) Reservebeleid faculteiten b) Detacheringsbeleid Universiteitsdienst c) Huurbeleid TUD-Vastgoed d) Rentebeleid Bij het uitwerken van de BTS zijn de instrumenten (a) tot en met (c) beoordeeld en meegenomen in het opstellen van de BTS. Over het financiële instrument ‘rentebeleid’ zijn geen specifieke opmerkingen te plaatsen. Reservebeleid Het huidige reservebeleid van de TU Delft is er op gericht dat de faculteiten een eigen reserve kunnen aanhouden, die jaarlijks muteert met het behaalde exploitatieresultaat. Deze reserve stelt de faculteiten in staat om schommelingen in het exploitatieresultaat zelf op te vangen. Dit reservebeleid zorgt daarom voor stabiliteit over de jaren heen en voor kostenefficiëntie binnen faculteiten. De BTS en het reservebeleid zijn onderdeel van de afspraken die in het kader van de Planning & Evaluatie cyclus worden opgesteld en geëvalueerd. Bestedingen van de reserve vinden hierdoor altijd in overleg met het College van Bestuur plaats. Detacherings- en huurbeleid Universiteitsdienst Het binnen de TU Delft gehanteerde huurbeleid en de detacheringsystematiek van de Universiteitsdienst is direct gekoppeld aan de uitwerking van het nieuwe verdeelmodel. Bij beide geldt het principe ‘de gebruiker betaalt’. Met dit principe moet worden gestreefd naar een positief effect op efficiënt gebruik van ruimte en diensten binnen de TU Delft.
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
13
BIJLAGE 3: Beoordelingscriteria De in de BTS-notitie besproken basiscomponent en de werking met aandelen per faculteit, zal (na ijking in het startjaar), jaarlijks basis van bestuurlijke bespreking van de facultaire planvorming plaatsvinden. Criteria die bij deze mutaties een rol spelen zijn: Onderwijs- en onderzoekscriteria: •
Beoordeling aanvraag nieuwe opleidingen
•
Uitkomsten visitaties
•
Numerus Fixus
•
Onderwijsintensiteit
•
BKO-certificering
•
Trend langstudeerders
•
Prestaties op gebied van publicaties
•
Aantal succesvolle Veni, Vidi, Vici toekenningen (eventueel benodigde matchingsverplichting)
•
Omvang van en rendement in Graduate School
•
Rendement ‘P-in-1’
•
Kwaliteit onderwijs en onderzoek
•
Prestatie-indicatoren OC&W op gebied van onderwijs
Financiële criteria: •
Kwaliteit budgetrealisatie
•
Toetsing juiste en tijdige aanwending budget in lijn met planvorming (bijv. Herijking, Roadmap)
•
Reservebeleid
Personele criteria: •
Student/docentratio
•
Personeelsstrategie (promovendi, post-doc, tenure track, hoogleraren)
•
Beoordeling werklast
Criteria op gebied van infrastructuur: •
Wijzigingen in grootschalige infrastructuur
•
Beoordeling opportunity proposals (o,a, SMART-formulering)
Notitie Budget Toekenningssystematiek TU Delft
14