Nieuws brief VO Oktober 2010 (nr. 34) Inhoud • M3-motto: Medezeggenschap, Meerwaarde en Maatwerk • NMA onderzoekt de schoolboekenmarkt • Gedichtendag 2011 • ‘Ouders en de loopbaan van hun kind’ • Website digitale LOB-scan en de rol van ouders • Kennisbasis voor de toekomstige leraar • Hoe werkt de onderwijsinspectie? • Werk aan vertrouwen, wees transparant en zelfkritisch! • Thema’s die er toe doen • Theresialyceum: voorbeeld thema’s 4 en 5! • Trends in Beeld 2010 • Apps voegen meer toe dan je wenst! • Jongeren minder handig online dan ouders vaak denken • Wachtwoordwisselaar voor een veilig wachtwoord • Leerlingenkrimp en de rol van de MR • Onze kinderen zitten teveel! • Wat lezen jongeren? • Missers in inspectiepublicatie vrijwillige ouderbijdrage ---------
M3-motto: Medezeggenschap, Meerwaarde en Maatwerk Medezeggenschap M3 is een logisch gevolg op de landelijke waardering voor de beste prijs/kwaliteitsverhouding, die de NKO enkele jaren geleden voor haar medezeggenschapscursussen heeft gekregen. Medezeggenschap M3 staat voor interactieve trainingen, waarbij het uitwisselen van ervaringen en het delen van kennis centraal staat. Medezeggenschap M3 gaat over een andere manier van samenwerken met de (G)MR. Speciaal daarvoor is er een ruime keuze uit vijftig modules over medezeggenschap, die de (G)MR in elke willekeurige volgorde kan stapelen. Tijdens de training (van één avond tot meerdere avonden) maakt de NKO-cursusleider, naast zijn eigen inbreng, gebruik van de collectieve vermogens en vaardigheden van de deelnemers. De NKO wil de deelnemers niet alleen inspireren maar ook uitdagen zich als ambassadeur van de NKO te presenteren. Nieuwsgierig naar onze cursussen en modules? Kijk dan hier of neem contact op met
[email protected]. --------
NMA onderzoekt de schoolboekenmarkt De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMA) gaat de komende maanden onderzoek doen naar de markt voor schoolboeken in het voortgezet onderwijs. Zij wil een beeld krijgen hoe
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
1
de markt nu functioneert. De komende maanden zal de NMA interviews houden met betrokken organisaties in de sector, waaronder ook scholen voor voortgezet onderwijs. Overigens kunnen scholen zich ook zelf melden via
[email protected] Voor ouders in OR en MR is dit ook interessant, dus wellicht kunnen/willen jullie uitgenodigd worden bij zo’n gesprek. Zaken die aan de orde kunnen komen, is de al dan niet gedwongen winkelnering bij de educatieve boekdistributeurs, de mate waarin scholen vast zitten aan bepaalde contracten (zoals pakketkeuze pas afronden als borg is aangekruist), et cetera. -------
Gedichtendag 2011 Op donderdag 27 januari 2011 wordt de twaalfde Gedichtendag gehouden. Het thema is Een bliksemflits….en toen de nacht. Op deze laatste donderdag van januari staat de poëzie een dag lang in het zonnetje in Nederland en Vlaanderen. Er zijn in elke provincie in bibliotheken, culturele instellingen en winkels tal van poëzieactiviteiten. Voor meer informatie kun je terecht op www.gedichtendag.com. Op deze site staan vanaf begin november ook lessuggesties over het thema. In het archief kun je ook andere lessuggesties vinden. Remco Campert schrijft de Gedichtendagbundel 2011. De bundel zal zo'n tien nieuwe gedichten bevatten en is vanaf Gedichtendag voor € 2,50 te koop in de boekhandel. --------
‘Ouders en de loopbaan van hun kind’ Onderzoek De NKO heeft regelmatig contact met instanties en personen die op hun gebied expert zijn op specifieke facetten binnen de relatie ouders - school. Annemarie Oomen (APS) is dat op het gebied van loopbaanoriëntatie en –begeleiding (en de rol van ouders daarbij). Onlangs heeft zij het rapport ‘Ouders en de loopbaan van hun kind’ gepubliceerd, waarin zij op basis van internationaal onderzoek antwoord geeft op de volgende vragen: 1. Wat helpt en hindert jongeren bij de risicovolle overgangsmomenten tussen scholen? Welke factoren dragen bij aan uitval en falen? Worden ouders daarbij ook als factor gezien? 2. Wat is in de loopbaankunde gebleken over de invloed van ouders op studiekeuze, beroepskeuze en loopbaanontwikkeling? Welke aspecten van ouderschap zijn hier cruciaal? 3. Hoe is de kennis van ouders over de mogelijkheden in het hedendaagse onderwijssysteem en op de arbeidsmarkt? Wat doen ouders als het hen aan deze kennis ontbreekt? Wordt het begeleiden van hun kind bepaald door sociaaleconomische factoren? De vragen worden beantwoord in deel 1 van het rapport. Centraal staat de bevinding dat uit het onderzoek blijkt dat ouders een cruciale rol vervullen bij de loopbaanoriëntatie en –begeleiding van hun kinderen. In deel 2 van het rapport wordt nagegaan wat de betekenis van de bevindingen is voor de praktijk van de scholen. Ouderavonden De NKO is er al langer van overtuigd dat ouders een belangrijke rol hebben bij de keuze die hun kinderen maken. Om ouders te helpen hun begeleidende rol nog beter uit de verf te laten komen, heeft de NKO drie ouderavonden op het gebied van LOB ontwikkeld. 1. Coach de schoolloopbaan van je kind; 2. Kiezen is een kunst; 3. ‘Later’ telt niet rond je 15e jaar. Wil je meer informatie over één van de avonden? Neem dan contact op met
[email protected] Wil je de ouderavond bestellen, neem dan contact op met
[email protected] (070-3282882).
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
2
-------
Website digitale LOB-scan en de rol van ouders Onlangs lanceerde de VO-Raad de website www.lob-vo.nl Deze website ondersteunt scholen in het voortgezet onderwijs bij de verbetering van hun loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) voor leerlingen. Centraal op deze website staat de LOB-scan. Daarmee kunnen scholen analyseren waarin zij sterk en minder sterk zijn bij LOB. Invullen leidt derhalve tot verbeterpunten. De scan kent vier pijlers: Visie & beleid, Oriëntatie en begeleiding, Organisatie en Samenwerking. Het spreekt bijna vanzelf dat ouders/verzorger(s) onder de pijler Samenwerking nadrukkelijk in beeld zijn. De scan bevat bij deze categorie de volgende items: In onze school • lichten we ouders/verzorger(s) op maat voor over de mogelijkheden in en na de school; • betrekken we ouders/verzorger(s) als voorlichters etc. over de mogelijkheden in en na de school; • stimuleren we ouders/verzorger(s) actief om thuis de leerlingen te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun loopbaancompetenties; • participeren ouders/verzorger(s) in de loopbaanbesluitvorming. Ook bij de categorie Organisatie is er een item over ouders te vinden: Op onze school • gaat de begeleider/mentor met de leerling en diens ouders/verzorger(s) in open overleg over het advies.
Er van uitgaande dat de school niet meteen alle punten, indien niet gepraktiseerd, kan/wil aanpakken, kiest de invuller bij elke categorie één van de punten als verbeterpunt. Voor ouders (in de OR en/of MR) is het interessant om ook eens de scan in te vullen. --------
Kennisbasis voor de toekomstige leraar De Pabo’s en de 2e graads lerarenopleiding voor het voortgezet onderwijs hebben een zogenoemde Kennisbasis ontwikkeld. De Kennisbasis tweede graads lerarenopleidingen geeft aan wat een toekomstige leraar in het basis- en voortgezet onderwijs tenminste moet kennen en kunnen om te kunnen afstuderen aan de lerarenopleiding. De 2e graads opleidingen hebben voor alle 18 opleidingen een eigen Kennisbasis. Deze bestaat voor 50% uit vakkennis en voor 50% uit praktijkkennis (zoals pedagogiek, didactiek en praktijkstage). Na de propedeuse (1e jaar) en aan het eind van de opleiding wordt voortaan getoetst of studenten voldoen aan de eisen uit de Kennisbasis van hun opleiding. Zonder het behalen van deze in heel Nederland identieke toetsen wordt afstuderen als 2e graads leraar onmogelijk. ---------
Hoe werkt de onderwijsinspectie? Het onderwijstoezicht door de inspectie is tegenwoordig risicogericht. Dat betekent dat zij per school een inschatting maakt van het risico dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Sinds 2008 doet de inspectie dit tenminste één keer per jaar. Als er wordt geconstateerd dat de kwaliteit van het onderwijs op een school mogelijk onvoldoende is, gaat de inspectie gerichter kijken op de school. Over die risicoanalyse heeft de inspectie onlangs een brochure uitgebracht. Daarin wordt uitgelegd hoe de inspectie dit doet. Achterin staat ook een rubriek ‘Veel gestelde vragen’. -------
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
3
Werk aan vertrouwen, wees transparant en zelfkritisch! Onderzoek Schoolleiders in het primair en voortgezet onderwijs begrijpen over het algemeen goed dat ze zich moeten verantwoorden. Maar toch…..hoe groter de zelfstandigheid is die scholen krijgen om zelf beleid te maken, hoe vaker ze zich moeten verantwoorden en ook nog aan uiteenlopende instanties. Het gaat hierbij om de verticale verantwoording, om verantwoording naar allerlei subsidiegevers. We spreken van horizontale verantwoording als het gaat om verantwoording naar direct belanghebbenden als ouders, leerlingen, vervolgonderwijs, lokale werkgevers, et cetera. De verwachting was dat horizontale verantwoording zou leiden tot minder verticale verantwoording. Naar de verticale verantwoordingslast van schoolleiders is onlangs onderzoek gedaan en dat leidde tot het rapport met de beeldende titel: Schoolleiders ontketend. We zullen een aantal conclusies en aanbevelingen belichten. Enkele conclusies • Het algemene beeld onder de schoolleiders is dat de verantwoordingsdruk veel te hoog is en dat dit te maken heeft met het motto ‘dat vertrouwen verdiend moet worden’. Zij zijn daar niet zo van gecharmeerd, maar dat is wel het uitgangspunt bij het inspectietoezicht. Als de kwaliteit aantoonbaar op orde is, vermindert de inspectie het toezicht. • Schoolleiders moeten meer investeren in hun externe communicatie. Dat komt het imago van de school ten goede. Met name het verhaal achter de cijfers (ook bij inspectierapportages) moet beter verteld (beschreven) worden. • De lastendruk wordt niet enkel veroorzaakt door administratieve activiteiten, maar eveneens door de vele overleggen en verzoeken tot deelname aan onderzoek, et cetera. • Zowel in het primair als in het voortgezet onderwijs roept de regel over de verplichte onderwijstijd de meeste weerstand op. • Ook de toegenomen interne verantwoording aan het eigen bestuur roept irritatie op. Aanbevelingen • Het motto ‘verdiend vertrouwen’ moet worden ingewisseld tegen het uitgangspunt dat scholen a priori ‘vertrouwen krijgen’. Als blijkt dat scholen dit niet waar kunnen maken, moeten ze onder het zwaarst mogelijke regime van verantwoording te worden geplaatst. • Controle van anderen kan afnemen als scholen meer zichzelf controleren. Bij professioneel werken hoort ook controleren en verbeteren. • Landelijke instellingen moeten schoolleiders helpen om transparant en stevig naar hun omgeving te zijn, ook als vervelende incidenten plaatsvinden. • Schoolleiders moeten werken aan vertrouwen, niet aan minder controle. Vertrouwen ontstaat door (aantoonbaar) beter onderwijs, betere faciliteiten en een goede samenwerking binnen de school en met partners erbuiten. • Wees als schoolleider transparant en zelfkritisch. Schoolleiders die open en helder naar belanghebbenden als ouders, leerlingen en de directe omgeving communiceren, krijgen meer vertrouwen. • Zorg voor tevreden belanghebbenden. Behalve de inhoud (informeren) is ook de relatie (dialoog) belangrijk! Grote verschillen Het is eigenlijk het verhaal van de kip en het ei. Moeten scholen eerst vertrouwen krijgen en moet er hard worden ingegrepen als het mis gaat? Of moeten scholen aantonen dat ze vertrouwen verdienen (via een risicoanalyse) en komt de inspectie alleen in actie als het misgaat? Het is een wat rare discussie die het onderzoeksrapport opwerpt. Eigenlijk vraagt de inspectie steeds aan scholen ‘laat maar zien dat de kwaliteitszorg op orde is’. Daarmee gaat het weliswaar de goede kant op, maar er zijn grote verschillen in het niveau waarop
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
4
scholen de kwaliteitszorg uitvoeren. Zo is een cyclisch systeem van kwaliteitszorg op veel scholen nog niet aan de orde. Bovendien blijkt uit onderzoek (zie pagina 45) dat schoolleiders zelf positiever over hun kwaliteitszorg zijn dan de onderwijsinspectie. 86% denkt dat hun kwaliteitszorg een voldoende krijgt van de inspectie, maar in werkelijkheid ligt dit percentage veel lager. De oog van de (hoofd)meester maakt het paard vet! Een belangrijke impuls wordt verwacht van Vensters voor Verantwoording, maar dat moet de komende jaren nog blijken. Van scholen, die al hun indicatoren voor Venster voor Verantwoording hebben gevuld, kunnen belangstellenden deze via de Schoolkaart bekijken. Vertrouwen Eigenlijk kan de school nu al laten zien dat het vertrouwen van ouders er is. Dan gaat het exact om de elementen die in de aanbevelingen worden genoemd, namelijk ‘wees transparant en communiceer open naar je omgeving’. Helaas schort het daar nogal eens aan. Uit de Monitor Ouderbetrokkenheid, waarvan de resultaten vorig jaar werden gepubliceerd, blijkt dat scholen ouders vooral informeren en dat de dialoog met ouders (‘communiceren!’) nog steeds niet goed van de grond komt. Met andere woorden: de horizontale verantwoording wil nog niet zo lukken. Het is dus niet zo vreemd dat de verticale verantwoording daardoor ook niet wordt teruggebracht! Ter illustratie zoomen we in op één aspect van die transparantie: nog steeds ontvangt de NKO van ouders klachten over het gebrek aan transparantie bij de toelatingscriteria voor HAVO-4. Die zijn voor ouders, die geen kinderen op de school hebben, nog steeds niet op het openbare gedeelte van de website in te zien. En toch brengen schoolleiders in het onderzoek naar voren dat ‘zij transparantie als belangrijkste component van vertrouwen ervaren’. Er is nog genoeg werk aan de winkel om de wens ook daadwerkelijk praktijk te laten worden. --------
Thema’s die er toe doen ‘Docenten kunnen nu jaren aaneen werken zonder bijscholing. Dat kan een hersenchirurg zich niet veroorloven –waarom een docent die elke dag bezig is met de hersens van onze kinderen dan wel?’, aldus (toenmalig) staatssecretaris van Bijsterveldt in een interview in de Volkskrant (29 september jl.). Zij reageerde naar aanleiding van de thema’s, die zijn gedestilleerd uit alle ideeën en oplossingen van burgers in het kader van de Onderwijsagenda. De thema’s zijn: 1. Er is op scholen te veel organisatorische rompslomp; 2. Ouders en school zijn onvoldoende partners in onderwijs en opvoeding (!); 3. De arbeidsvoorwaarden voor docenten moeten op de schop; 4. In het onderwijs is te weinig maatwerk om recht te doen aan diversiteit; 5. Talenten van lerenden worden onvoldoende ontwikkeld; 6. Docenten hebben meer kennis, kunde en vaardigheden nodig. Het lijken wellicht open deuren, maar het zijn wel thema’s die er toe doen. De opmerking van de staatssecretaris had betrekking op thema 6. Onderzoek geeft haar gelijk, want leraren besteden slechts 3% van de beschikbare 10% van hun tijd aan deskundigheidsbevordering. De vorige bijdrage in deze Nieuwsbrief is in feite een illustratie van thema 2 (kijk voor meer informatie ook eens hier). Ook thema 1 heeft daarmee te maken. Passend onderwijs heeft betrekking op de thema’s 4 en 5. En thema 3 lijkt een flinke kluif voor toekomstige CAOonderhandelingen. ---------
Theresialyceum: voorbeeld thema’s 4 en 5! Een voorbeeld van een manier om de thema’s 4 en 5 concreet invulling te geven, is te vinden op het Theresialyceum in Tilburg. Daar start men dit schooljaar met een verrijkingsklas voor hoogbegaafde leerlingen uit groep 8 van de omliggende basisscholen. Op een aantal woensdagochtenden volgen deze leerlingen een speciaal programma, dat
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
5
bestaat uit de volgende vakken: filosofie, robotica, psychologie, Chinese taal en cultuur, natuurwetenschappen en groepslessen (met o.a. zelfreflectie). Omdat de belangstelling groter is dan het aantal beschikbare plaatsen, hebben leerlingen die op hun eigen school geen Plus- of Leonardoklas hebben de voorkeur gekregen. Sinds maart 2008 is het Theresialyceum een begaafdheidsprofielschool. In Ouders en School nr. 5 verschijnt er een artikel over. --------
Trends in Beeld 2010 In voorgaande jaren publiceerde het ministerie van OCW jaarlijks drie afzonderlijke boekjes. Respectievelijk over indicatoren (geven meetbare informatie) van ons onderwijssysteem, over de stand van zaken in het hoger onderwijs en een samenvatting over hoe het Nederlandse onderwijs er in internationaal perspectief voor staat. Ook in de Onderwijsbegroting stonden tal van gegevens over de stand van zaken in ons onderwijs. Nu zijn al deze gegevens voor het eerst samengebracht in de publicatie ‘Trends in Beeld 2010’. Zoek je naar ‘de natuur- en wiskundeprestaties van 15-jarigen’, naar ‘de onderwijsuitgaven per onderwijsdeelnemer’, naar ‘de uitval in het hoger onderwijs’ of naar ‘de leerling/leraar ratio per onderwijssoort’, het is allemaal in deze publicatie te vinden. Kleurige tabellen en diagrammen visualiseren de gegevens. --------
Apps voegen meer toe dan je wenst! Onderzoekers van Intel en twee Amerikaanse universiteiten bekeken dertig populaire programma’s voor mobiele telefoons (zgn. Androidtoestellen). Zij gebruikten speciale software waarmee zij achterhaalden dat de helft van de Apps privacygevoelige informatie blijkt door te sturen naar computers van advertentie- en markettingsbureaus. In 68% van de gevallen gebeurt dit zonder toestemming van de gebruiker. Het gaat dan om gegevens als het telefoonnummer, het serienummer, de simkaart en de geografische positie van de gebruiker op dat moment. Apps die dat laatste doen zijn onder meer de spellen Solitaire en Spongebob, BBC News, Layar, Ringtones, Barcode Scanner en Myspace. De meeste bedrijven die de gratis Apps uitdelen, maken geen privacybeleid bekend waaruit de gebruiker kan opmaken dat zijn surfgedrag wordt afgetapt. En ze vermelden al helemaal niet waar de afgetapte data naar toe gaan. Sommige Apps versturen ook stiekem de surfhistorie van de gebruiker en de gebruikshistorie van andere Apps naar adverteerders. De waarschuwing ‘Big brother is watching you’ herinneren we ons nog wel. Dan werd meestal de overheid mee bedoeld, maar die rol is hier weggelegd voor het bedrijfsleven. -------
Jongeren minder handig online dan ouders vaak denken Onderzoek Uit het onlangs gepubliceerde onderzoeksrapport ‘Einstein bestaat niet' blijkt dat jongeren tussen 12 en 18 jaar erg actief en sociaal op internet zijn, maar dat de sites die zij bezoeken onvoldoende zijn toegesneden op hun vaardigheden. Ze zijn namelijk minder handig online dan vaak wordt gedacht. Ze maken veel fouten doordat ze ongeduldig zijn en slecht lezen. Hierdoor vinden zij vaak niet wat ze zoeken. Bovendien ergeren ze zich op internet aan reclame, slechte leesbaarheid, onoverzichtelijkheid en registratieverplichting. Overige resultaten Enkele andere opvallende resultaten uit de online enquête onder 501 jongeren en persoonlijke interviews met 30 jongeren:
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
6
•
•
•
•
• • • •
Jongeren zeggen dat zij bepaalde sites niet bezoeken uit angst voor virussen. Veel jongeren downloaden echter wel en beseffen te weinig dat daarbij de kans op een virus veel groter is. Scholen hebben weinig computers vinden de jongeren, en het is vaak niet mogelijk om met digitaal lesmateriaal huiswerk via internet te maken. 67% van de jongeren geeft aan dat zij dit leuker zouden vinden dan huiswerk op papier. 38% van de jongeren brengt op doordeweekse dagen één tot twee uur door op internet als vrijetijdsbesteding. Het web wordt vooral gebruikt voor chatten met bekenden (79%) en huiswerk (78%). Jongeren antwoorden in eerste instantie dat ze niet veel op internet zitten. Maar na doorvragen ligt dat anders: internet komt op plaats twee van vrijetijdsbesteding. Op één staat naar buiten gaan met vrienden, maar ‘internetten' komt voor de mobiele telefoon of sporten. Een vijfde van de onderzochte jongeren heeft thuis geen eigen computer. 9% van de jongeren tussen 12 en 18 jaar spreekt af met mensen die ze alleen via chat kennen. 42% van de jongeren vindt het goed dat ouders af en toe over de schouder meekijken. 26% is het hier niet mee eens. YouTube wordt door 83% van de jongeren graag bezocht, gevolgd door Hyves (78%), Hotmail (62%) en Google (62%).
Schijn bedriegt Vrijwel alle geïnterviewde jongeren vinden dat zij handig zijn op internet. Tweederde van de jongeren vindt zichzelf handiger dan de docent (31% vindt zichzelf even handig). Die zelfverzekerdheid blijkt echter niet uit testjes, waaraan ze werden onderworpen. Ze maken weliswaar volop gebruik van sneltoetsen en dat trucje geeft volwassenen de verkeerde indruk. Zij denken dat de jeugd alles weet en kan op het web. Schijn bedriegt echter, want zij gaan op internet vaak de mist in. Bij het gebruik van bijvoorbeeld Google voeren ze zelfs simpele zoekopdrachten vaak zonder succes uit. Verder zijn ze zo ongeduldig in hun zoektocht, dat ze niet goed kijken naar de geboden informatie. Daardoor vinden ze minder snel wat ze zoeken, bijvoorbeeld als ze een passend abonnement voor hun mobiele telefoon proberen te vinden of naar informatie over een vervolgopleiding op zoek zijn. Websites voor jongeren zouden daar beter op kunnen inspelen. In het rapport worden daarvoor tips gegeven. --------
Wachtwoordwisselaar voor een veilig wachtwoord Steeds vaker wordt online een wachtwoord gevraagd. Veel Nederlanders zijn zich nauwelijks bewust van de risico's van gemakkelijk te achterhalen wachtwoorden. Hackers zijn razendsnel in het achterhalen van wachtwoorden. Toch springt de helft van de Nederlanders slordig om met wachtwoorden en wisselt deze nauwelijks. Eén op de tien Nederlanders gebruikt altijd en voor verschillende websites één en hetzelfde wachtwoord. In plaats van een uniek, veilig en sterk wachtwoord gebruiken de meeste Nederlanders voor de hand liggende wachtwoorden, zoals hun eigen naam of die van hun partner of kind (26%). Ook wachtwoorden die te maken hebben met een speciale datum, zoals een huwelijk of geboorte (18%) en de naam van een huisdier (14%), zijn favoriet. Veilige wachtwoorden zijn uniek, minimaal 8 tekens lang en bestaan uit een combinatie van hoofdletters, kleine letters, cijfers en symbolen. Toch vindt 30% van de Nederlanders het lastig om een nieuw wachtwoord te verzinnen. Speciaal voor hen biedt de wachtwoordwisselaar hulp bij het vinden van een uniek wachtwoord. ------
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
7
Leerlingenkrimp en de rol van de MR In verschillende delen van Nederland is er sprake van leerlingenkrimp. Dat wil zeggen dat er in de regio minder leerlingen dan voorheen aanwezig zijn om de scholen te bezoeken. Het gevolg is dat schoolbesturen minder geld van de overheid ontvangen (Basisonderwijs per leerling € 4.900,-. Voortgezet onderwijs per leerling: VMBO € 7.200,- en HAVO/VWO € 6.600,-). Daardoor zijn schoolbesturen genoodzaakt tot het nemen van drastische maatregelen. Sommige schoolbesturen fuseren met een ander bestuur of kiezen voor bestuurlijke samenwerking. Anderen voegen scholen samen of sluiten een school. Vooral de laatste optie kan verstrekkende gevolgen hebben, omdat de schoolkeuze van ouders onder druk komt te staan. Lees in dit artikel wat de rol van de (G)MR is bij deze opties? --------
Onze kinderen zitten teveel! Bewegen levert gezondheidswinst op voor jong en oud en kan helpen overgewicht te voorkomen of te beperken. Begin oktober werd de TNO-Monitor Bewegen en Gezondheid 2008 – 2009 gepresenteerd. Ten opzichte van de vorige meting uit 2006 – 2007 is er bij de vier- tot zeventienjarigen nauwelijks verandering opgetreden in hun lichamelijke activiteit. Slechts 46 procent beweegt elke dag tenminste 60 minuten in sport of andere beweegvormen. Eén op de vijf is zelfs volledig inactief. Weliswaar beoefent driekwart van de jongeren een of andere sport, maar dat voorkomt niet dat bijna de helft van de vier- tot elfjarigen teveel zit. Om het bewegen van jongeren extra te stimuleren, heeft het nieuwe kabinet in het Regeerakkoord onder de paragraaf Sport het volgende opgenomen: ´Het kabinet streeft naar meer sportlesuren in basis-, beroeps- en voortgezet onderwijs’. Het is nog niet bekend hoe dit wordt uitgewerkt, maar niets staat initiatieven in de weg om kinderen in schoolverband of thuis te stimuleren meer te gaan bewegen. ---------
Wat lezen jongeren? Het antwoord is af te leiden uit een nieuwsbericht van de website www.scholieren.com. Op deze website kunnen jongeren boekverslagen en uittreksels downloaden. Maandelijks bezoeken zo’n 3 miljoen scholieren deze website. Elk jaar verschijnt er een lijst met boeken, waarvan het vaakst een uittreksel of boekverslag is gedownload. Opvallend aan de top tien 2009 is dat acht van deze boeken zijn verfilmd. Blijkbaar komt de verbeelding ervan de populariteit van het boek zelf ook ten goede. Bovenaan staat ‘Het gouden ei’ door Tim Krabbé. Ook Kluun (‘Komt een vrouw bij de dokter’) en Maria Mosterd (‘Echte mannen eten geen kaas’) zijn in de top tien te vinden. Opvallend is dat er eveneens drie ‘oudgedienden’ in te vinden zijn: Hella Haasse (‘Oeroeg’), Harry Mulisch (‘De aanslag’) en Jan Wolkers (‘Turks Fruit’). De top tien en, in het kielzog daarvan, 90 andere boeken, is hier te vinden. ---------
Missers in inspectiepublicatie vrijwillige ouderbijdrage Onlangs publiceerde de Inspectie van het onderwijs haar onderzoek 'De vrijwillige ouderbijdrage in het primair onderwijs'. Met dit onderzoek wil de inspectie ouders informeren over de manier waarop scholen met de vrijwillige ouderbijdrage omgaan. De bevindingen van het onderzoek wil de inspectie vervolgens gebruiken bij haar toezicht op de scholen. De NKO is blij met dit initiatief, maar schrok van enkele missers in de publicatie die vanwege haar interpretatie van de wet ook implicaties voor het voortgezet onderwijs heeft. Klik hier om naar het volledige artikel te gaan dat in Ouders en School nr. 4 (2010) is verschenen. ---------
Nieuwsbrief VO Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
8