Nieuws brief VO November 2009 (nr. 24) In dit nummer Bel gratis 5010 Openbaarheid toelatingscriteria HAVO-4 belabberd De NKO en de achterstand van jongens Rol ouders bij alcoholgebruik jongeren Website Bevoegdheid in het onderwijs Beter toezicht op leeftijdsgrens films en games Nieuwe NKO-ouderavond over games Opvoeders en de Wifi-generatie Maatschappelijke stages, óók in de cultuursector De MR en het cultuurbeleid van de school Meer inzicht met de Leerlijnwijzer Staatssecretaris: coulance verblijfsduur VMBO Arbeidsmarktperspectieven en LOB NKO: specialist LOB en Ouders -------
Bel gratis 5010! Heb je vragen over de schoolkosten, de maatschappelijke stage of andere onderwerpen (zoals leerplicht, zakken/slagen, zittenblijven/overgaan, rechten/plichten van ouders) bel dan dé gratis vraagbaak voor ouders met schoolgaande kinderen: 0800-5010 (toets eerst 1 en dan 2). Je kunt de vraag ook schriftelijk stellen via www.50tien.nl Kies dan de button ‘katholiek onderwijs’. Tip: zet dit gratis nummer op de website of in de Nieuwsbrief, zodat alle ouders van de school het kennen. ---------
Openbaarheid toelatingscriteria HAVO-4 belabberd Op basis van de vraag naar de toelatingscritera HAVO-4 in september jl. kwam de NKO tot de conclusie dat het met de openbaarheid daarvan slecht is gesteld. Om misverstanden te voorkomen is het zinvol een onderscheid te maken in passieve en actieve openbaarheid. Van passieve openbaarheid is sprake als de school op verzoek van ouders informatie beschikbaar stelt. Van actieve openbaarheid is sprake als elke ouder, ongeacht of deze wel of geen kinderen op school heeft, zonder tussenkomst van de school bij de informatie kan. Bijvoorbeeld omdat deze openlijk op de website staat. Wie gaat zoeken met google komt er al snel achter dat het met de actieve openbaarheid van de toelatingscriteria HAVO-4 bijzonder slecht is gesteld.
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
1
In de Telegraaf verscheen daarover een artikel. Ook heeft de NKO dit punt besproken met staatssecretaris Van Bijsterveldt. Zij is het met ons eens dat de geringe (actieve) openbaarheid een slechte zaak is en zal de VO-Raad daarop aanspreken. Tevens overweegt zij om de inspectie opdracht te geven hierop te gaan toezien.
--------
De NKO en de achterstand van jongens Aanleiding In de eerste Nieuwsbrief VO, die in januari 2008 verscheen, stond een bijdrage met als titel ‘Jongens raken achterop’. Aanleiding daarvoor was een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). We hebben dit onderwerp destijds onder de aandacht van het ministerie gebracht. Het antwoord luidde toen dat het meegenomen zou worden bij het voorgenomen beleid om het ‘stapelen’ in het voortgezet onderwijs weer te bevorderen. In het geregelde overleg met staatssecretaris Van Bijsterveldt heeft de NKO het onlangs opnieuw ter sprake gebracht. Het blijkt dat het ministerie dit onderwerp inmiddels heeft opgepakt. Ambtenaren van het ministerie bekijken hoe de doorstroom van VMBO-gl/tl naar HAVO-4 én van HAVO-5 naar VWO-5 verbeterd kan worden. Naar verwachting komt het ministerie in december/januari met nadere maatregelen. NKO-standpunt Op basis van recent onderzoek van het CBS schreef het dagblad Trouw eind oktober een artikel over de achterstand van jongens. De NKO heeft daar op 5 november jl. met een ingezonden artikel op gereageerd. Op basis van beide artikelen hebben wij ook een reactie naar de onderwijsspecialisten van de Tweede Kamer gestuurd. Die reactie vind je hier: Lees verder>>. ----------
Rol ouders bij alcoholgebruik jongeren Thuis drinken Bijna negentig procent van de jongeren drinkt alcohol voordat ze zestien zijn. ‘Nee’ zeggen is lastig. ‘Al mijn vrienden drinken ook’ is vaak het antwoord. Daarnaast spelen de ouders een grote rol in het alcoholgebruik van hun kinderen. Zij bieden zelf vaak het eerste drankje aan onder het mom dat ‘het verstandig is onder toezicht te leren omgaan met alcohol’. Dit remt het gebruik van alcohol echter niet. Integendeel, ouders die hun kroost geen regels stellen en hen toestaan om thuis te drinken, stimuleren juist het alcoholgebruik. Dit blijkt uit recent onderzoek van het Trimbosinstituut Nico van der Lely, kinderarts bij het Reinier de Graaf Gasthuis in Delft en medeoprichter van de eerste polikliniek Jeugd & Alcohol, bevestigt dit beeld in het interview ‘Blijvende hersenschade bij alcoholgebruik pubers’ (zie het artikel ‘Alcohol en hersenschade’). Kijk hier voor een animatie over de schadelijke gevolgen van alcohol op de hersenen van pubers. Voorlichtingsavond Voorts blijkt uit het Trimbosonderzoek dat het alcoholgebruik van jongeren alleen uitgesteld kan worden als jongeren én hun ouders worden geïnformeerd over hoe en waarom jongeren Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
2
geen alcohol zouden moeten drinken. Als alleen ouders of alleen hun kinderen hierover worden geïnformeerd, zoals dat nu vaak het geval is, dan heeft dat geen zin. Dr. Nico van der Lely wil samen met de NKO voorlichtingsavonden geven voor ouders en leerlingen. Het liefst een zo groot mogelijk gezelschap, zoals een grote school of enkele scholen gezamenlijk in dezelfde plaats, want hij wil zijn schaarse tijd zeer efficiënt besteden. Wie daarvoor belangstelling heeft en dit (mee) wil organiseren, kan zich melden bij
[email protected] Bovengenoemd artikel uit Ouders en School biedt enige achtergrondinformatie over de inhoud van de presentatie van dr. Van der Lely. ---------
Website Bevoegdheid in het onderwijs Percentages Sinds begin november bestaat de website ‘Bevoegd’. Het doel van deze website is om een beeld te geven van de ontwikkelingen rondom de bevoegdheden in het onderwijs. In hoeverre wordt voldaan aan de opleidingseisen en welk deel van de lessen wordt bevoegd of onbevoegd gegeven? Op de website kan iedere ouder zien hoeveel procent docenten van de school respectievelijk bevoegd, benoembaar/in opleiding dan wel onbevoegd/benoembaar (cf. WVO art. 33.3: tijdelijke vervanging voor telkens ten hoogste een jaar) zijn. Voor ouders in de OR en MR is dit zinvolle informatie voor het gesprek met de schoolleiding hierover. Vakmanschap/meesterschap Ongeveer een kwart van de docenten in het voortgezet onderwijs staat, al dan niet tijdelijk, zonder de juiste papieren voor de klas. De krapte op de arbeidsmarkt is er de oorzaak van dat scholen bij de werving genoodzaakt zijn onbevoegden of onderbevoegden in dienst te nemen. Iedereen is het er over eens dat onbevoegde docenten goed moeten worden begeleid. Inhoudelijk zijn ze misschien wel goed, maar goed lesgeven vraagt om méér. Vakmanschap is nog geen garantie voor meesterschap! Opleidingsplan In de Wet op de beroepen in het onderwijs (Wet Bio) is vastgelegd dat onbevoegden een opleidingsplan moeten maken om hun bevoegdheid alsnog binnen twee jaar te behalen. Het is de vraag of dat ook gebeurt en of de planning wordt bewaakt. De Onderwijsinspectie controleert er niet standaard op. Wel heeft minister Plasterk bij de opening van de website gezegd dat hij de inspectie opdracht gaat geven te controleren of docenten op school voldoende bevoegd zijn. Rol OR en MR Wat kunnen ouders doen? De OR kan er bij de schoolleiding op aandringen dat, als het onvermijdelijk is om onbevoegden in te zetten, er in ieder geval een goed opleidingsplan is. Dit kan dan op de agenda blijven staan om de voortgang ervan te volgen. De MR of de oudergeleding MR kan via de algemene bevoegdheden, Wms art. 6 onder lid 2, een gesprek hierover aanvragen met het bevoegd gezag. Als zo’n gesprek jaarlijks plaatsvindt, kan ook gevolgd worden hoe de voortgang is met betrekking tot dit twee jaar durende opleidingsplan.
------
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
3
Beter toezicht op leeftijdsgrens films en games Convenant Minister Hirsch Ballin sloot eind oktober een Convenant met de directies van grote winkel-, videotheek- en bioscoopketens. Daarin staat dat kinderen geen dvd’s of games met de leeftijdsclassificatie 12 en 16 jaar meekrijgen, als zij daarvoor te jong zijn. Bij de leeftijdsgrens van 16 jaar wordt om een identificatiebewijs gevraagd. In bioscopen geldt de uitzondering dat kinderen één of twee jaar jonger mogen zijn als hun ouders hen vergezellen en toestemming geven. Straf Uit recent onderzoek onder ouders met kinderen van 0 t/m 15 jaar zegt 88% van de ouders het belangrijk te vinden dat er wetgeving bestaat die kinderen beschermt tegen schadelijk beeldmateriaal. Ruim 78% van de ouders vindt het belangrijk dat verkopers en bioscoopexploitanten scherper letten op de leeftijdsgrenzen. Dat is mooi, maar hoe zit het met die controle? De overheid gaat actief handhaven door opsporingsambtenaren langs verkoop- en verhuurpunten te sturen. Ook worden er mysterieshoppers ingezet. Verder zullen medewerkers van winkelbedrijven, videotheken en bibliotheken worden geschoold. Op al deze manieren wordt gecontroleerd en/of gewaarborgd dat bedrijven zich aan de regels houden. Bij overtreding kan de rechter een straf opleggen in de vorm van een boete of een vrijheidsstraf. De hoogte van de straf is afhankelijk van de ernst van de overtreding en eerdere incidenten. De boete kan maximaal € 18.500,- bedragen en de vrijheidsstraf maximaal één jaar. --------
Nieuwe NKO-ouderavond over Games Binnenkort verschijnt het boekje Let’s Game. Over games en gaming voor ouders en hun gamers van de bekende psychologe Martine F. Delfos. Dit boekje, dat op verzoek van de NKO is geschreven, introduceert ouders in de wereld van de games en laat daarvan zowel de mooie als lelijke kanten zien. De bedoeling is om ouders een beetje houvast te geven en vooral nieuwsgierig te maken naar wat hun kinderen beweegt bij het gamen. Dat geeft ouders hopelijk de moed om hun kinderen te begeleiden en op te voeden. Alle katholieke scholen in het basis- en voortgezet onderwijs krijgen gratis een exemplaar van het boekje toegezonden. Martine heeft ook een ouderavond over games ontwikkeld. Vanaf januari 2010 zal de NKO deze ouderavond verzorgen. Via onze website (www.nko.nl) wordt bekend gemaakt wanneer het boekje en de ouderavond beschikbaar zijn.
---------
Opvoeders en de Wifi-generatie Continu online Bij de Wifi-generatie gaat het om kinderen en jongeren, die continu online zijn via de modernste gameconsoles of smartphones. Niet alleen vanwege de telefoonfunctie van deze apparaten, maar vooral vanwege de onbeperkte toegang tot het mobiele internet met al zijn mogelijkheden. Op elk gewenst moment en op elke gewenste locatie on line, daar gaat het om. Buiten het blikveld van ouders en dus zonder begeleiding. Ter illustratie: het zeer
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
4
populaire gratis programma eBuddy voor iPhone geeft toegang tot chatmogelijkheden als MSN en Google Talk. Wat betreft de technische vaardigheden is de Wifi-generatie vliegensvlug en zijn zij hun ouders ver voorbij. Daar staat tegenover dat zij echter nog niet over voldoende sociaalemotionele vaardigheden beschikken om verantwoord met de media om te gaan. Dan gaat het om het interpreteren en verwerken van beelden, het omgaan met geweld, seksualisering en digitaal pesten, het vinden van de juiste informatie, het beoordelen van mediabronnen, het verantwoord chatten op profielsites tot aan het bewustzijn over privacy. De werkelijkheid van vandaag is dat correcte en pertinent onjuiste beweringen over de Mexicaanse griep razendsnel worden verspreid door twitterberichten op de mobiele telefoon en andere sociale media (facebook, MSN, et cetera). Maar wat is de juiste informatie? Mediawijsheid Waar voorheen ouders nog enige toezicht konden uitoefenen door de computer in de huiskamer te zetten of mee te kijken met hun chattende kind, is op dit moment deze poortwachterfunctie niet langer haalbaar. Staan ouders dan machteloos? Nee, ouders en ook de school kunnen de kinderen en jongeren wel toerusten door hen mediawijsheid bij te brengen. Afschermen heeft geen zin en is ook kansloos, maar kinderen en jongeren kunnen wel leren hoe zij met de media kunnen omgaan. Dan gaat het bijvoorbeeld om het maken van keuzes. Met wie chatten? Hoe gaan ze om met pesten en schelden, ook als ze in de verleiding komen het zelf te doen? Realiseren kinderen zich dat zij via hun mobiele chatrooms steeds gemakkelijker traceerbaar zijn? Leuk voor ouders en vriendjes, maar ook ongewenste contacten zien dat. Hoe zit het met de steeds veelvuldiger voorkomende reclame in games? Bij mediawijsheid gaat het om kennis, vaardigheden en attitudes waarmee kinderen en jongeren zich op een goede manier staande kunnen houden in deze multimediale wereld. Het is de taak van opvoeders (ouders en school) om de kinderen en jongeren daarin te begeleiden, zodat zij zich ontwikkelen tot bewuste, kritische en actieve mediaconsumenten en ook als mediaproducenten. Want met een smartphone kan bijvoorbeeld heel snel een filmpje worden gemaakt en vervolgens worden geupload bij YouTube. NKO-korting: € 3,-! Wil je als opvoeder meer lezen: De WIFI-generatie: vliegensvlug en vogelvrij Auteurs: Bamber Delver & Liesbeth Hop ISBN 978 9080 9076 52 De winkelprijs is € 19,95, maar de NKO heeft een eindejaarskorting bedongen. Bestellingen via
[email protected] ontvangen het boek voor € 16,95 als de code Wifi-NKO wordt vermeld.
---------
Maatschappelijke stages, óók in de cultuursector! De maatschappelijke stage laat jongeren ontdekken hoe leuk het is om op vrijwillige basis iets voor anderen te doen. Er zijn nu al scholen waarvan de leerlingen op maatschappelijke stage gaan. Jongeren die vanaf het schooljaar 2011/2012 naar een school voor voortgezet onderwijs gaan, zullen allemaal een maatschappelijke stage doen tijdens hun schoolloopbaan. Om maatschappelijke stages in de cultuursector te bevorderen, heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt met een groot aantal culturele instellingen afgesproken dat er de komende jaren 1500 stageplaatsen beschikbaar komen. De kunst- en cultuursector biedt jongeren Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
5
aantrekkelijke stageplaatsen, zoals bij de organisatie van evenementen, bij producties of uitvoeringen, bij de samenstelling van een tentoonstelling of bij het maken van een website. Het mes snijdt daarbij aan twee kanten: leerlingen leren de maatschappij en de plaats van kunst en cultuur daarbinnen beter kennen, en andersom leren culturele organisaties de leefwereld van de jongeren beter kennen. --------
De MR en het cultuurbeleid van de school Cultuurkaart Sinds het schooljaar 2008/2009 bestaat de cultuurkaart voor alle leerlingen van 12 tot 18 jaar. Het doel daarvan is om jongeren meer in aanraking te laten komen met kunst en cultuur. Aan de kaart is een bedrag gekoppeld van € 15,-. Dit bedrag is opgehoogd met € 10,-, afkomstig van het VSB-Fonds. Scholen kiezen zelf welk deel van het tegoed ze willen besteden voor collectieve activiteiten en welk deel voor individueel gebruik door de leerlingen. Voorwaarde hiervoor is wel dat eerst 75% van de leerlingen de cultuurkaart activeert, omdat anders het budget niet wordt vrijgegeven. Slimme scholen zorgen ervoor dat de leerlingen dit klassikaal in het computerlokaal doen. Het geld is jaarlijks vanaf 1 november beschikbaar en moet vóór 1 november van het daaropvolgende jaar zijn uitgegeven. Het resterende bedrag vervalt daarna. De cultuurkaart werkt tevens als kortingspas bij de kassa’s van theaters, musea of filmhuizen. Per school kan er één kortingspas per klas voor docenten worden aangevraagd. Ook kan voor maximaal 12 docenten een persoonlijk budget van € 15,- worden aangevraagd. Resultaten eerste jaar Ruim 80% van de leerlingen heeft de kaart geactiveerd. In dit eerste jaar is er halverwege september iets meer dan 57% van het beschikbare tegoed besteed. Er blijft dus nog wel wat geld op de plank liggen! De scholen in Flevoland besteedden samen het meest (63%), gevolgd door de scholen in Noord-Holland, Gelderland en Drenthe (62%). Groningen, Limburg en Zuid-Holland blijven achter met respectievelijk 51%, 52% en 54%. De centra voor de kunsten en de theaters profiteren het meest van de kaart (18% en 15% van het totaal bestede tegoed). Ook gezelschappen, steunpunten en musea profiteerden ervan. Van de beschikbare 16 miljoen, kwam 7 miljoen bij culturele instellingen terecht. Leerlingen besteedden hun individuele tegoed het liefst bij de bioscoop, maar ook het museum en het theater waren in trek. Cultuurbeleid Scholen kiezen zelf welk deel van het tegoed aan collectieve activiteiten wordt besteed en welk deel bestemd is voor individueel gebruik door de leerlingen. Hoe gaat dit in de praktijk? Scholen zullen –als het goed is- een visie op cultuureducatie hebben ontwikkeld. Wat bieden wij gedurende de schoolloopbaan van de leerlingen voor welke klassen aan? Bijvoorbeeld het uitnodigen van schrijvers op school, het houden van videoworkshops en workshops theatersport, het uitnodigen van een dansgroep, et cetera. Als het goed is, zal er een soort leerlijn in het aanbod ontstaan. En omdat cultuureducatie niet alleen bij de kunstvakken aan de orde komt, is het belangrijk om schoolbreed draagvlak te zoeken, alsook schoolbreed beleid te ontwikkelen. Een docent biologie of natuurkunde bijvoorbeeld kan het geld gebruiken voor een bezoek aan BEMO of Naturalis. Op basis van het gewenste beleid kan vervolgens worden bepaald welk deel gereserveerd blijft voor individueel gebruik door de
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
6
leerlingen. Andersom kan natuurlijk ook, eerst bepalen hoeveel geld leerlingen mogen behouden en vervolgens kijken wat collectief kan worden gerealiseerd. Er zijn ook scholen die het geld in een zogenoemde ‘cultuursubsidiepot’ stoppen. Ouders, leerlingen en docenten van alle vakken mogen dan aanvragen doen voor workshops, gastlessen, werkweken of culturele reisjes. Rol MR (en OR) Hebben ouders hier ook nog iets over te zeggen? Worden deze keuzes bijvoorbeeld met de OR besproken? Als er cultuurbeleid is of wordt gemaakt, wordt dit dan ter instemming voorgelegd aan de MR? Het zal immers onderdeel zijn van het schoolplan of later worden toegevoegd, als aanvulling daarop. De MR moet instemmen met de vaststelling of wijziging van het schoolplan (WMS, art 10 onder lid b). En een alerte oudergeleding MR bespreekt dit met hun meest nabije achterban, de ouders in de OR. ---------
Meer inzicht met de Leerlijnwijzer De Leerlijnwijzer is een website waarmee scholen kunnen vaststellen hoe zij het doen op het gebied van doorlopende leerlijnen. Doorlopende leerlijnen zijn belangrijk omdat daarmee de continuïteit van het onderwijsleerproces voor de leerlingen wordt gewaarborgd. Daarbij moet je denken aan de overgang van basis- naar voortgezet onderwijs, de aansluiting van de bovenop de onderbouw, de vakinhoudelijke aansluiting van de leerstof door de jaren heen en de overgang naar het vervolgonderwijs. De Leerlijnwijzer heeft betrekking op vijf hoofdgebieden: schoolorganisatie, leerinhoud, vaardigheden, sociaal-emotionele ontwikkeling en loopbaanoriëntatie (LOB). Dit laatste gebied, de LOB, heeft natuurlijk betrekking op de overgang naar de wereld van studie en beroep. Maar ook op de aansluiting van LOBactiviteiten van de onderbouw op de bovenbouw. In de Quickscan, die op de website is in te vullen, gaat de laatste vraag hierover. Ook kunnen op de website de onderdelen ‘Diagnose’, ‘Instrumenten’ en ‘Aan de slag’ worden ingevuld. De website is bedoeld voor scholen, maar elke geïnteresseerde ouder kan er ook zijn licht opsteken. Als je school de website nog niet kent, dan is het misschien een idee deze bij de schoolleiding onder de aandacht te brengen. ---------
Staatssecretaris: coulance verblijfduur VMBO In de Nieuwsbrief van augustus (nr. 21) was te lezen dat met ingang van 1 augustus 2011 de maximale verblijfsduur VMBO (nu 5 jaar) zal worden afgeschaft. Vooruitlopend daarop heeft staatssecretaris Van Bijsterveldt de onderwijsinspectie gevraagd om coulant om te gaan met verzoeken van VO-scholen om individuele leerlingen een extra jaar op het VMBO te houden. Voorwaarden zijn dat het in het belang van de leerling moet gebeuren en dat er uitzicht moet zijn op het behalen van het VMBO-diploma. De inspectie beoordeelt deze verzoeken op basis van WVO art. 27, onder lid 10. ---------
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
7
Arbeidsmarktperspectieven en LOB Kiezen Kernvragen bij loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) zijn: ‘Wat kan ik?’, ‘Wat wil ik?’ en ‘Wat vind ik leuk?’. Toch spelen op de achtergrond altijd de kansen van afgestudeerden op de arbeidsmarkt een rol. In het onlangs verschenen rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2014’ noemen de onderzoekers onder meer jongeren, die voor de keuze van een (vervolg)opleiding staan, een belangrijke doelgroep. De resultaten van het onderzoek stellen hen in staat hun keuze te funderen op de arbeidsmarktperspectieven, die de verschillende opleidingen op de middellange termijn bieden. Informatie hierover is op diverse websites terug te vinden ( zoals www.studiekeuze123.nl; www.schoolweb.nl en www.kansopwerk.nl). Niet onvermeld kan blijven dat hierover de meningen nogal zijn verdeeld. Sommigen denken dat de huidige vraag op de arbeidsmarkt niet dominant leidend moet zijn bij de keuze voor een (vervolg)opleiding, maar dat veeleer uitgegaan moet worden van bovengenoemde vragen. Oftewel, niet de arbeidsmarkt, maar de kwaliteiten van de leerlingen moeten het uitgangspunt zijn. Daar zit veel waars in, want in werkelijkheid functioneren veel afgestudeerden uitstekend in sectoren waarvoor zij strikt genomen niet zijn opgeleid. Resultaten De belangrijkste resultaten uit het rapport zijn: Afgestudeerden zullen tot 2014 last houden van de crisis. De vooruitzichten voor academici en jongeren, die hun opleiding niet hebben afgemaakt, zijn ongunstig. Ook al zullen in veel beroepen hoger opgeleiden de lager opgeleiden verdringen, dan nog blijft de vraag naar HBO’ers groot. Dit komt omdat veel mensen op HBO-niveau met pensioen gaan. In de zorg en in het onderwijs zal er vraag blijven naar personeel. Dit komt door uittredend personeel (fpu, pensioen). De zorg groeit tot 2014 bovendien met 2%. Het gaat hierbij vooral om de medische en paramedische beroepen, maar ook om verzorgende beroepen die een lagere opleiding vragen (VMBO-niveau). In het onderwijs daarentegen is de groei bijna voorbij (in sommige regio’s is er al sprake van leerlingenkrimp). Desalniettemin stellen de onderzoekers dat de knelpunten voor de opleidingen en beroepen in het onderwijs en in de zorg groot zullen blijven. Het sterkst daalt de werkgelegenheid in de economisch-administratieve beroepen. Dat wil zeggen dat de vooruitzichten voor studenten economie en rechten matig zijn, zowel op HBO- als op universitair niveau. Uitzonderingen zijn accountants en belastingspecialisten. Ook academici met een technische opleiding hebben matige vooruitzichten. Uitzondering hierop zijn: werktuigbouwkundigen, technisch analisten, natuurwetenschappers en elektrotechnische ontwerpers. Lager en middelbaar geschoold personeel in techniek en industrie zullen er direct van profiteren als de conjunctuur aantrekt. Het rapport is hier te downloaden. -------
NKO: specialist LOB en Ouders De NKO is specialist op het gebied LOB en rol van ouders. Vanaf 1 februari 2010 kan er weer een nieuwe ouderavond LOB geboekt worden over het keuzegedrag van leerlingen (en hun ouders). Meer informatie: Martin van Rooyen of Jan Klomp of 070-3282882. -------
Nieuwsbrief Nederlandse Katholieke vereniging van Ouders
8