L&L brief november 2009
L L &
Nieuwsbrief van de VOR-Divisie Lerarenopleiding & Leraarsgedrag en VELON werkgroep onderzoek
BRIEF De L&L-brief is een gezamenlijke uitgave van de VOR-divisie Lerarenopleiding en Leraarsgedrag en de VELON-werkgroep Onderzoek. Meer informatie over de activiteiten van de divisie vindt u op de VORwebsite: www.vorsite.nl/nl/divisies/lerarenopleiding_en_leraarsgedrag.html Jaargang 15, nummer 3
Inhoud
Inhoud ........................................................................................................................................................... 1 Van de redactie ............................................................................................................................................ 2 Jure en Earli 2009: een impressie ............................................................................................................... 2 Verslag intreerede Douwe Beijaard .......................................................................................................... 4 Verslag oratie Petra Ponte .......................................................................................................................... 6 Verschenen proefschriften .......................................................................................................................... 9 Congressen ................................................................................................................................................... 9 Mededelingen van het bestuur .................................................................................................................10
1
L&L brief november 2009
Van de redactie
Beste VOR- en VELON-leden,
Bij deze ontvangt u de derde nieuwsbrief van 2009. In deze laatste editie van 2009 treft u een impressie aan van de Earli conferentie in Amsterdam inclusief de voorafgaande JURE conferentie en verslagen van de intreerede van Douwe Beijaard (3 juli) en de oratie van Petra Ponte (7 oktober). Verder in deze nieuwsbrief: informatie over congressen, informatie over verschenen proefschriften en ten slotte mededelingen van het bestuur.
Met de nieuwsbrief willen we u op de hoogte houden van de activiteiten binnen ons (onderzoeks)veld. Hebt u zelf een interessant nieuwtje, een boeiende activiteit bijgewoond, een vacature binnen uw instelling, of heeft u tips, laat het ons weten via:
[email protected]. De redactie bedankt hierbij de mensen die hebben meegewerkt aan deze nieuwsbrief: Saskia van der Jagt en Inne Vandyck. De volgende nieuwsbrief zal uitkomen in januari 2010.
Voor Marjolein Dobber is dit de laatste nieuwsbrief als redactielid en secretaris. In de volgende nieuwsbrief zal haar opvolger zich voorstellen. Bij deze bedankt Marjolein haar mederedactieleden en mede-bestuurders voor de fijne samenwerking.
Wij wensen u veel leesplezier!
Marjolein Dobber, Migchiel van Diggelen en Esther Canrinus
Jure en Earli 2009: een impressie Door Saskia van der Jagt Vrije Universiteit Amsterdam Terwijl de organisatiecomités van JURE 09 en EARLI 09 weer enigszins op krachten komen, een korte terugblik op beide conferenties die eind augustus jl. plaatsvonden op de Vrije Universiteit Amsterdam. De eerste bezoekers voor de JURE arriveerden op zondag 23 augustus, maakten een
2
L&L brief november 2009
fietstour door Amsterdam en belandden op een terras om nader kennis te maken. Maandag 24 augustus werd de opening van JURE 09 verricht door Janneke van de Pol (VU), voorzitter van het internationale organisatiecomité. De bijna 200 deelnemers konden zich vervolgens via diverse paper- en postersessies informeren over een breed scala aan onderwijsonderzoek en meedenken over onderzoek van anderen tijdens ronde tafelsessies. De dag werd afgesloten met een congresdiner in De Basket op de VU-campus. Hoewel de EARLI-bezoekers al in grote getale present waren, was de ochtend van 25 augustus grotendeels gereserveerd voor JURE-workshops. De „jonge‟ onderzoekers konden zich onder andere bekwamen in het reviewen van artikelen, multilevel analyse en het organiseren van conferenties.
In een gezamenlijke sessie werd JURE 09 gesloten en EARLI 09 geopend. De opening door voorzitter Jos Beishuizen (VU) van het internationaal organisatiecomité van EARLI 09 werd gevolgd door de “Best-of-JURE”-lezingen, waarbij de vier beste papers van JURE gepresenteerd werden aan de senior onderzoekers. De winnaar werd Jack McMullen, een promovendus aan de Universiteit van Turku (Finland) die onderzoek doet naar de sociale relaties tussen leerlingen binnen de muren van een klaslokaal.
Jack McMullen Na de lunch konden de circa 2000 deelnemers aan EARLI 09 terecht bij talrijke papersessies, posterpresentaties en ronde tafelbijeenkomsten, die duurden tot en met zaterdag 29 augustus. Tijdens de receptie en het congresdiner werden oude en nieuwe vriendschappen beklonken. Wie Nederland beter wilde leren kennen, kon deelnemen aan de “Dutch Course”.
3
L&L brief november 2009
Tijdens het congres werd een drietal prijzen uitgereikt. De Outstanding Publication Award 2009 werd gewonnen door Jannet van Drie en Carla van Boxtel (UvA) voor hun artikel „Historical Reasoning: Towards a Framework for Analyzing Students' Reasoning about the Past‟. Erno Lethinen, Universiteit van Turku (Finland) ontving de Oeuvre Award 2009. De Erik de Corte Award 2009 was voor Katharina Scheiter van de Universiteit van Tübingen (Duitsland).
Voor een uitgebreider verslag: tijdens EARLI 09 is dagelijks een krant verschenen met verslagen van
sessies
en
interviews
met
sprekers.
Deze
kranten
zijn
terug
te
vinden
op:
http://www.earli2009.org/nqcontent.cfm?a_id=498
Verslag intreerede Douwe Beijaard
Door Migchiel van Diggelen ESoE, Technische Universiteit Eindhoven Op 3 juli 2009 hield Douwe Beijaard (Technische Universiteit Eindhoven, Eindhoven School Of Education) zijn intreerede. Met deze intreerede werd Douwe Beijaard zijn positie als lector van de kenniskring “leren van docenten in de context van het beroepsonderwijs” (Fontys Hogescholen) ook formeel bekrachtigd. Ter gelegenheid van de intreerede werd een symposium georganiseerd getiteld: “competentie gericht opleiden en leren van docenten”. Tijdens het symposium werden enkele workshops gehouden, te weten:
-
Kennen zij alle kunde en kunnen zij alles kennen? Vakinhoudelijke en vakdidactische kennis over wetenschap en techniek in het primair onderwijs. (Ellen Rohaan & Rens Gresnigt, ESOE/Fontys)
-
Nieuwe docentrollen in competentiegericht onderwijs: uitdagingen en handvatten. (Maaike Koopman en Kariene Mittendorf, ESOE/Fontys)
-
Beoordelen in het competentiegerichte onderwijs: kan het valide, eerlijk en transparant? (Mirjam Bakker, Universiteit Leiden en Mirjam Nijveldt, Universiteit Nijmegen).
Na de verschillende workshops volgde de rede van Douwe Beijaard. De titel van zijn rede luidde: “leraar worden en leraar blijven. Over de rol van identiteit in professioneel leren van
4
L&L brief november 2009
docenten”.
De
volledige
rede
is
te
vinden
op
de
ESOE
site
onder:
http://www.esoe.nl/intreerede/douwe-beijaard/ Nu volgt een korte samenvatting van de inhoud van de rede.
Vertrekpunt voor zijn rede vormt de vraag op welke manier binnen scholen leeromgevingen kunnen worden gecreëerd waarin docenten zichtbaar veel leren en waarbij een actieve rol voor de lerende zelf is weggelegd om een professioneel docent te kunnen worden. Beijaard spreekt in termen van professioneel leren van docenten. Leren betekent dan blijvend leren op de werkplek, nadenken over de beroepspraktijk, over jezelf als docent en over jouw eigen persoonlijke relaties met (jouw) beroepspraktijk. Leren is dan een persoonlijk en uniek proces dat gekenmerkt wordt door grote verschillen tussen individuen. Juist hier signaleert Beijaard knelpunten in de huidige opleidingspraktijk. Professionele ontwikkelingsprogramma‟s vanuit opleidingen verzorgd zijn niet of onvoldoende afgestemd op de complexe en unieke leerprocessen van leraren in opleiding. Door kort resultaten van recent onderzoek van Brilhart te bespreken legt Beijaard een verbinding met het perspectief van professionele identiteit. Het onderzoek van Brilhart laat zien, zo blijkt, dat beginnende docenten vooral het exploreren van persoonlijke interesses, waarden, visies en het ingang zetten van een eigen identiteitsontwikkeling als docent als nuttig en waardevol beschouwen.
Beijaard definieert het begrip professionele identiteit vanuit een sociaal psychologische invalshoek. Professionele identiteit is voor hem het product en het proces van de interactie tussen persoonlijke en professionele dimensies in de beroepsuitoefening. In deze opvatting over professionele identiteit heeft professioneel zowel betrekking op de professionele context waarin de beginnende docent werkzaam is, als op de kennis, opvattingen en attitudes die in het algemeen (wetenschappelijk en vanuit de praktijk) als belangrijk worden gezien voor de beginnende docent. Er worden vier redenen benoemd die het professioneel identiteitsperspectief een meerwaarde geven. Twee argumenten zijn bij mij blijven hangen (wel wat persoonlijk dus). Ten eerste, dat de perceptie van de professionele identiteit bepalend is voor de mate waarin en de manier waarop docenten willen (en kunnen) leren. Ten tweede de cruciale rol die docenten vervullen in de identiteitsontwikkeling van kinderen en jongeren.
Beijaard verbindt in zijn intreerede enkele consequenties van het concept professionele identiteit aan het leren van leraren in opleiding. Een consequentie wil ik er uitlichten, namelijk: leren van binnenuit en van buitenaf. Leren zou dan persoonlijk moeten zijn binnen de vaste kaders.
5
L&L brief november 2009
Immers, kennis (kader) is nodig om een persoonlijke ontwikkeling tot professioneel docent in gang te zetten. Het is slechts een van de consequenties die geschetst wordt.
Tot slot, professioneel leren wordt door Beijaard omschreven als het op actieve wijze construeren van je professionele identiteit. Hiertoe acht Beijaard drie concepten van vitaal belang: betekenisgeving, agency en zelf-evaluatie. In zijn rede geeft Beijaard een aanzet tot concretisering van voorgenoemde concepten. Een poging om de essentie hiervan in enkele zinnen aan te geven: Leraren in opleiding moeten de benodigde en noodzakelijke kennis op doen, op persoonlijke wijze betekenis geven aan ervaringen op de werkvloer, moeten inspraak en invloed kunnen uitoefenen op inhouden van leren en moeten verantwoordelijkheid leren nemen voor hun eigen leerproces. Voor het leren nemen van verantwoordelijkheid zou zelf-evaluatie dan een geschikt hulpmiddel kunnen zijn.
Rest mij nog te zeggen dat ik het als aanwezige als een interessante en leerzame dag heb ervaren. Gedurende de dag heb ik hernieuwd betekenis kunnen geven aan mijn professionele identiteit als promovendus. Leerzaam en interessant, zonder dat ik invloed heb gehad op de inhoud van de dag. Soms zijn kaders kennelijk genoeg…
Verslag oratie Petra Ponte Door Inne Vandyck & Marjolein Dobber Vrije Universiteit Amsterdam Universiteit Leiden Op woensdag 7 oktober 2009 vond de inauguratie plaats van Professor Petra Ponte, lector „Gedrag en onderzoek in de educatieve praxis‟ op de Hogeschool Utrecht. De oratie werd voorafgegaan door een symposium met als thema “Onderzoek in de educatieve praxis”. De dag werd aan elkaar gepraat door dagvoorzitter Carlos van Kan, promovendus en lid van de kenniskring. Bij binnenkomst stond er een lekkere lunch voor ons klaar, waarna we een vol auditorium binnengingen om te luisteren naar een internationaal gezelschap. Na een korte inleiding door Petra Ponte en Carlos van Kan startte het panel met drie presentatoren.
6
L&L brief november 2009
Petra Ponte en Carlos van Kan Professor Alis Oancea (Oxford University, UK) gaf een presentatie over de huidige drang naar relevantie en bruikbaarheid van onderwijskundig onderzoek en de implicaties daarvan voor praktijkonderzoek. De discussie over wanneer onderwijskundig onderzoek bruikbaar en relevant is, wordt tot nu toe gekenmerkt door drie trends: competitie en welvaart; werken voor en met gebruikers; en effectief gebruik van bewijs. Wat ontbreekt in deze discussie is volgens Oancea de doelgerichte betrokkenheid bij de aard en de intentie van iemands handeling in de sociale ruimte. Daarmee bedoelt ze de sociale normen, concrete situaties, impliciete gesitueerde standaarden, ethische kern, enz.
Alis Oancea Professor Stephen Kemmis (Charles Sturt University, Australia) stelde een nieuw inzicht voor in het onderzoek naar praxis/praktijk. Daarbij wordt de praktijk niet gezien als een extern studieobject van de onderzoeker, maar als intern aan de personen wiens praktijk het is, en als intern aan de praktijktradities die betekenis geven aan een praktijk zoals onderwijs. Kemmis stelt voor praxis/praktijk te onderzoeken door praxis en praktijktradities te onderzoeken van binnenuit. Professor Susan Groundwater Smith (University of Sydney, Australia) eindigde het eerste deel van het symposium met de claim dat de definitie en ontwikkeling van een “goede docent” niet kan worden geformuleerd zonder de perspectieven van de lerende serieus te nemen. De input
7
L&L brief november 2009
van de studenten is een krachtige manier om de professionele ontwikkeling van docenten te stimuleren.
Na een korte pauze splitsten de bezoekers zich op in drie parallelle sessies, waarbij wij gingen kijken naar professor Gert Biesta, die inging op de discussie over evidence-based of value-based onderwijs. Het idee dat onderwijs gebaseerd moet zijn of tenminste geïnformeerd moet worden door empirisch bewijs, is op dit moment een hot item in verschillende landen en doorheen verschillende disciplines. Volgens Biesta lijdt evidence-based onderwijs aan drie tekortkomingen op het gebied van kennis, praktijk, en werkzaamheid. Evidence-based onderwijs beschouwt het professioneel handelen van een docent als een interventie waarvan de effectiviteit onderzocht wordt. Hierbij ligt het resultaat al vast en is de vraag wat de meest effectieve en efficiënte manier is om dit resultaat te bereiken. Ook al zouden we weten wat de beste manier is om het resultaat te bereiken, toch beslissen we soms om deze weg niet in te slaan (o.a. door politieke, morele, praktische bezwaren). Daarnaast geeft evidence-based onderwijs alleen aan wat er in die situatie gewerkt heeft, maar niet wat werkt of zal werken in een bepaalde context. Uiteindelijk kunnen de resultaten van het onderzoek niet zomaar vertaald worden in regels voor het professioneel handelen van de docent. Kennis over de relatie tussen handeling en gevolg kan alleen gebruikt worden om het professioneel oplossen van problemen intelligenter te maken. Biesta is voorstander van een value-based professionele praktijk waarin bewijs een rol kán spelen. De belangrijkste vraag voor onderwijskundigen gaat volgens hem niet over de effectiviteit van hun handelen maar over de mogelijke onderwijskundige waarde van wat ze doen. Men moet erkennen dat onderwijs een morele praktijk is en professionals moeten oordelen over de meest geschikte handeling in die specifieke omstandigheden in een bepaalde context met informele regels, heuristieken, normen en waarden. Professor Karin Rönnerman, die als discussiant fungeerde bij deze presentatie, ging in op de politieke aspecten van deze aanpak.
Na de pauze met koffie en een heerlijk gebakje, ging het programma verder in een nog vollere zaal, met korte inleidingen door twee hoge heren van de Hogeschool Utrecht. Daarna volgde de oratie van Petra Ponte, die voor de bezoekers simultaan werd vertaald naar het Engels (geschreven) en naar gebarentaal. Eerst werd er een overzicht gegeven van de drie onderzoekslijnen en bijbehorende projecten in het lectoraat: “conversation of traditions”, “perspectief van leraren” en “perspectief van leerlingen”. In alle drie deze onderzoekslijnen onderzoekt het lectoraat gedrag in de educatieve praxis. Hierna ging Ponte in op hoe gedrag als object van studie binnen het lectoraat gedefinieerd worden vanuit psychologisch, pedagogisch,
8
L&L brief november 2009
epistemologisch en professioneel perspectief. Het was een interessante lezing, waarbij we ook geconfronteerd werden met ons eigen gedrag: een drang om zowel de Nederlandse, Engelse als gebarentaal-versie te willen volgen. Tot slot was er een goedverzorgde borrel die ruimschoots de mogelijkheid bood tot napraten en netwerken.
Verschenen proefschriften
Roeland van der Rijst (ICLON, Universiteit Leiden): „The research-teaching nexus in the sciences: Scientific research dispositions and teaching practice‟ www.iclon.leidenuniv.nl/onderzoek/onderzoek/visser-rijst-promoties.html
Gerda Visser-Wijnveen (ICLON, Universiteit Leiden): „The research-teaching nexus in the humanities: Variations among academics‟ www.iclon.leidenuniv.nl/onderzoek/onderzoek/visser-rijst-promoties.html
Tim Mainhard (Universiteit Utrecht): „Relatie
tussen docent en klas belangrijk voor
leerprestatie leerling’ www.uu.nl/NL/faculteiten/socialewetenschappen/Actueel/Agenda/Pages/relatietussendocen tenklasbelangrijkvoorleerprestatieleerling.aspx
Congressen EAPRIL/PBPR conference 2009 Thema: Improving Social Competences and Network Learning in education and professional practice Locatie: Trier, Duitsland Datum: 18-20 november 2009 Meer info: www.eapril.org:80/EAPRIL2009
9
L&L brief november 2009
VOR Themaconferentie 2009 Thema: Levenslang Leren Locatie: Breukelen Datum: 24 november 2009 Meer info: www.vorsite.nl/content/bestanden/flyer-achterkant-lo.pdf CARN-NL Conferentie 2009 Thema: Onderzoek en professionele ontwikkeling van docenten Locatie: Utrecht Datum: 28 november 2009 Meer info: www.carn-nl.nl/conferentiesenstudiedagen.html Leren van Docenten de 10.000 uur Thema: Het leren van docenten Locatie: Leiden Datum: 26 januari 2010 Meer info: www.lerenvandocenten.nl/agenda/conferentie_leren_docenten_10000_uur
Mededelingen van het bestuur Divisie bijeenkomsten 2010 De divisiebijeenkomsten in 2010 zullen plaatsvinden op 7 april en 6 oktober. Aankondiging: Behoeftenonderzoek onder leden Het bestuur is erg benieuwd naar de mening van de leden over onze bijeenkomsten. Hoe kunnen we deze leuker, interessanter, boeiender en spannender maken, zodat er nog meer mensen bij aanwezig zullen zijn? Binnenkort verspreiden we hiervoor een vragenlijst onder alle leden. VOR themaconferentie Ter gelegenheid van het vijfde lustrum van de Open Universiteit Nederland zal het Netherlands Laboratory for Lifelong Learning (NeLLL), het interfacultaire onderzoekscentrum naar leven lang leren aan de OUNL, in samenwerking met de divisies BBV, ICT en L&I van de Vereniging
10
L&L brief november 2009
voor Onderwijs Research (VOR) en vakblad Opleiding & Ontwikkeling (O&O) een jaarcongres organiseren over „Onderzoek, Onderwijs en Beleid voor een Leven Lang Leren‟. Vanuit de divisie L&L is er op deze dag aandacht voor 'Een leven lang leren van docenten' met bijdragen vanuit wetenschap (expertisecentrum Leren van docenten, Jacobiene Meirink en Klaas van Veen), onderwijspraktijk (Tom van Kleef, schoolleider en projectleider NIME) en onderwijsbeleid (Gerda Geerdink, HAN). Meer informatie: www.vorsite.nl/content/bestanden/flyer-achterkant-lo.pdf
Colofon Redactie: Marjolein Dobber (ICLON) Migchiel van Diggelen (ESoE) Esther Canrinus (UOCG)
Divisiebestuur Jan Vermunt (voorzitter) Gerda Geerdink Rosanne Zwart Miranda Timmermans Wietske Miedema Carlos van Kan (secretaris) Marjolein Dobber (secretaris)
Redactie- en Divisiesecretariaat: Marjolein Dobber ICLON, Universiteit Leiden Postbus 905, 2300 AX Leiden Tel: 030 253 3808 Fax: 030 253 2741
[email protected]
11