Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012
Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO’s en lerarenopleidingen VO Doel van deze box: Het vaststellen van de beginsituatie van het praktijkmodel Handelingsgericht werken (HGW) binnen de PABO en lerarenopleidingen VO en MBO. U krijgt na het invullen van deze lijst per uitgangspunt zicht op wat er binnen uw opleiding reeds gebeurt om tot handelingsgerichte opbrengsten van het onderwijsaanbod te komen. Van daaruit kunt u actiepunten formuleren om het curriculum waar nodig meer handelingsgerichte inhoud te geven. Werkwijze: Na de uitgebreide toelichting op de zeven uitgangspunten van het praktijkmodel HGW, vindt u op de volgende pagina’s elk uitgangspunt in een invulschema terug. De domeinen taal en rekenen/wiskunde staan in de eerste kolom al ingevuld. De overige domeinen die in het programma van uw opleiding aan bod komen, kunt u zelf benoemen en aanvullen. Bij het invullen gaat u na in welke mate er in de verschillende domeinen tijdens contactmomenten met studenten en in het programma aanbod sprake is van het genoemde HGW uitgangspunt. U gaat na in hoeverre dit geldt voor: -het curriculum in het algemeen; -literatuur (bronnen) -onderwerp tijdens bijeenkomsten -toetsing
1
Per domein omcirkelt u of kleurt u de tekens ++, +, - of -Het verdient aanbeveling om in kernachtige bewoording het teken in het vak eronder toe te lichten onder het kopje: ‘waar(in) zichtbaar?’ In het vak ‘wat kan meer?’ kunt u de verbetervoorstellen per uitgangspunt t.b.v. curriculum, bronnen materiaal en/of invulling van bijeenkomsten en toetsing noteren. Na het invullen van deze lijst biedt hij informatie om binnen uw sectie met elkaar in gesprek te gaan, conclusies te trekken en waar wenselijk tot verandervoorstellen te komen om de inhoud van de curricula meer handelingsgericht te maken. Dit gesprek zal de kracht van deze 0 meting zijn! De getrokken conclusies worden vervolgens in breed overleg binnen de opleiding waar mogelijk omgezet in concrete actiepunten. Wijze van invullen: ++ = veel aanwezig + = ruime mate aanwezig - = weinig aanwezig -- = niet aanwezig
Aanbeveling: dit instrument kunt u na verloop van tijd nog eens voorleggen binnen uw organisatie om de voortgang op deze aspecten na te gaan en te toetsen aan de geformuleerde actiepunten uit de 0-meting.
2
Toelichting op de uitgangspunten Doelgericht Aansluitend bij de onderwijsbehoeften werken studenten aan SMARTI geformuleerde doelen en opbrengsten. Het gaat om doelgericht antwoord krijgen op de vraag: ‘wat heeft deze student, met zijn mogelijkheden en beperkingen, nodig om aan zijn onderwijsbehoeften tegemoet te komen waarmee hij zijn competenties verder kan ontwikkelen?’ De doelen zijn Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistsich, Tijdgebonden en Inspirerend geformuleerd. Bij evaluatie zal blijken of de doelen niet alleen wenselijk, maar ook haalbaar waren en ze voldoen aan de vereiste opbrengsten en competenties. Systematisch en transparant De heldere en systematische werkwijze is bij de studenten bekend. De studenten kunnen de stappen ‘waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren’ doorlopen om van daaruit te komen tot het opzetten van en werken met plannen. Deze systematische en cyclische aanpak is eenduidig en transparant en helpt om het verhogen van leeropbrengsten te bewaken en de competenties van de studenten te vergroten. Dit gebeurt vanuit een ecologisch perspectief waarbij omgevingsfactoren in de brede zin van het woord nadrukkelijk meegenomen worden. Protectieve factoren Studenten ontwikkelen een vanzelfsprekende aandacht voor het positieve van alle betrokkenen. Men denkt oplossingsgericht en in mogelijkheden en kansen. Aandacht voor positieve, beschermende factoren biedt tegenwicht aan negatieve aspecten in de onderwijsleersituatie. Het biedt ook perspectief: dat wat goed gaat, geeft namelijk ingang voor een succesvol plan; ingang tot verandering. Specifieke interesses of vaardigheden van de student kunnen benut worden, evenals de sterke kanten in de omgevingskenmerken om van daaruit te werken aan ambitieuze doelen. De student zal vanuit deze basishouding zijn handelen in de stageschool op een oplossingsgerichte wijze aanpassen. Deze houding draagt bij aan de gewenste omslag in het denken, waarbij het medisch model plaats maakt voor het model van handelingsgericht werken. Het probleemdenken wordt denken in mogelijkheden en kansen. Interactionistisch referentiekader Er is sprake van een permanente wisselwerking met de omgeving . Het gaat om deze student, in deze leersituatie, bij deze leraar in de stageschool, op deze school, in deze context.
3
Studenten ontwikkelen zich niet in een isolement maar in een context: de onderwijsleersituatie in de opleiding (docenten, medestudenten, persoonlijke motivatie, maatschappelijke ontwikkelingen, enz.). De ontwikkeling van een student vindt altijd plaats in interactie met de omgeving. Student en omgeving beïnvloeden elkaar daarbij wederzijds, daarom spreken we van een transactioneel kader. Bij het formuleren van doelen en opbrengsten zal ook de context meegenomen moeten worden. Het gaat in de interactie om de afstemming van het onderwijsaanbod op de onderwijsbehoeften van de student, die aansluiten bij de nog verder te ontwikkelen competenties. Deze bewustwording werkt door in zijn handelen in de stageschool, waar het eveneens gaat om de vraag; ‘wat heeft deze leerling, in deze klas, op deze school, uit dit gezin van mij nodig?’ Leraar doet ertoe Studenten onderkennen het belang van de centrale rol van de leraar en daarin diens kennis, attitude en vaardigheden. De leraar is als spil in zijn groep eindverantwoordelijk voor het onderwijsaanbod. Hij volgt de leerlingen in zijn klas en registreert hun vorderingen en ontwikkeling. De leraar is in staat om in de groepsoverzichten de waargenomen gegevens te verzamelen, die in de groepsbespreking met de intern begeleider of zorgcoördinator nader geanalyseerd worden. Op grond van deze bespreking begrijpt de leraar welke de onderwijsbehoeften van de leerlingen zijn en kan hij de groepsplannen opstellen waar de komende periode mee gewerkt wordt. De student is zich bewust van zijn rol in deze driedeling waarbij hij vanuit de kennis die hij in de opleiding heeft opgedaan, begrijpt vanuit welke houding hij tot het concrete handelen komt.
4
Samenwerken en afstemmen Studenten kunnen d.m.v. heldere communicatie constructief samenwerken met medestudenten, in een team, met leerlingen en met ouders. De samenwerking met ouders, die als ervaringsdeskundigen gezien worden naast de leraar als de onderwijsprofessional, is bij HGW een essentieel aandachtspunt. Maar ook de leerling, hoe jong ook, is een belangrijke samenwerkingspartner in deze werkwijze. Leerlingen hebben vaak zelf goede verklaringen en simpele oplossingen, die benut kunnen worden. Naast samenwerking met ouders en leerlingen is het ook essentieel dat er binnen het team en met externe instanties goed wordt samengewerkt. Zodoende wordt gebruik gemaakt van elkaars ervaringen. Hier zal de student vanuit een constructieve attitude een bijdrage aan kunnen leveren. Onderwijsbehoeften Studenten onderkennen wat leerlingen didactisch en pedagogisch nodig hebben en hoe hier d.m.v. interventies aan tegemoet gekomen kan worden. In het onderwijs is men vaak gericht op het benoemen van louter leerling-kenmerken en onderwijsbeperkingen van de leerling en niet op de vraag: “Wat heeft deze leerling van mij nodig?” Met andere woorden: Problemen worden veelal in de leerling gezocht en niet in de onderwijsleersituatie. Aan de basis van passend onderwijs en van het werken vanuit onderwijsbehoeften staat het accepteren van verschillen tussen leerlingen. Onderwijsbehoeften richten zich op leerdoelen van betreffende vak-, vormings-, ontwikkelingsgebieden en op sociaal-emotionele en werkhoudingaspecten. Voor de leraar bieden onderwijsbehoeften aanknopingspunten voor zijn pedagogisch en didactisch handelen in de klas. Voor hem is het dan ook belangrijk om alle gegevens die hij heeft verzameld door observatie, toetsen, gesprekken enz. in de groepsoverzichten om te zetten in concrete doelen die aansluiten bij de onderwijsbehoeften. In de benadering van de leerling gaat het er om wat hij nodig heeft om verder te komen en niet om het niet- kunnen van de leerling. Dit vraagt een scherpe zelfreflectie van de leraar. Hij zal zich steeds de vragen stellen: hoe benader ik deze leerling? Wat kan ik eventueel anders doen?
5
Uitgangspunt HGW
Gradatie Domein
Doelgericht Toelichting: Aansluitend bij de onderwijsbehoeften werken studenten aan SMARTI geformuleerde doelen en opbrengsten. Curriculum algemeen Literatuur Onderwerp tijdens bijeenkomsten ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
Naam: Functie: Onderdeel van toetsing ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Taal Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Rekenen/ wiskunde Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
………………. Wat kan meer?
6
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
…………………… Wat kan meer?
Uitgangspunt HGW
Gradatie Domein
Systematisch en transparant Toelichting: De heldere en systematische werkwijze is bij de studenten bekend. De stappen ‘waarnemen, begrijpen, plannen en realiseren’ vormen de basis voor het opzetten van en werken met plannen. Curriculum algemeen Literatuur Onderwerp tijdens bijeenkomsten ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
Naam: Functie:
Onderdeel van toetsing ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Taal Wat kan meer?
++
+
-
--
+
-
--
+
-
--
+
-
--
7
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Rekenen/ wiskunde Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
………………. Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
…………………… Wat kan meer?
Uitgangspunt HGW
Protectieve factoren Toelichting: Studenten ontwikkelen een vanzelfsprekende aandacht voor het positieve van alle betrokkenen. Men denkt oplossingsgericht en in mogelijkheden en kansen.
Naam: Functie:
8
Gradatie
Curriculum algemeen
Literatuur
++
++
Domein +
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Onderwerp tijdens bijeenkomsten
Onderdeel van toetsing
++
++
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Taal Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Rekenen/ wiskunde Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
………………. Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
9
……………………
Wat kan meer?
Uitgangspunt HGW
Interactionistisch referentiekader Toelichting: Er is sprake van een permanente wisselwerking met de omgeving . Het gaat om deze student, in deze leersituatie, bij deze leraar in de stageschool, op deze school, in deze context. Curriculum algemeen Literatuur Onderwerp tijdens bijeenkomsten
Gradatie Domein
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
Naam: Functie:
Onderdeel van toetsing ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Taal Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Rekenen/ wiskunde Wat kan meer?
10
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
………………. Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
…………………… Wat kan meer?
Uitgangspunt HGW
Gradatie Domein
Leraar doet ertoe Toelichting: Studenten onderkennen het belang van de centrale rol van de leraar en daarin diens kennis, attitude en vaardigheden. Curriculum algemeen Literatuur Onderwerp tijdens bijeenkomsten ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Naam: Functie: Onderdeel van toetsing ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Taal
11
Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Rekenen/ wiskunde Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
………………. Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
…………………… Wat kan meer?
12
Uitgangspunt HGW
Gradatie Domein
Samenwerken en afstemmen Toelichting: Studenten kunnen d.m.v. heldere communicatie constructief samenwerken in een team, met leerlingen, met ouders en met medestudenten. Curriculum algemeen Literatuur Onderwerp tijdens bijeenkomsten ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
Naam: Functie:
Onderdeel van toetsing ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Taal Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
+
-
--
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Rekenen/ wiskunde Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
………………. Wat kan meer?
13
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
…………………… Wat kan meer?
Uitgangspunt HGW
Gradatie Domein
Onderwijsbehoeften Toelichting: Studenten onderkennen wat leerlingen didactisch en pedagogisch nodig hebben en hoe hier d.m.v. interventies aan tegemoet gekomen kan worden. Curriculum algemeen Literatuur Onderwerp tijdens bijeenkomsten ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
Naam: Functie:
Onderdeel van toetsing ++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
Taal Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Rekenen/ wiskunde
14
Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
++
+
-
--
++
+
-
--
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
Waar(in) zichtbaar?
++
++
++
………………. Wat kan meer?
++
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
+
-
--
Waar(in) zichtbaar?
…………………… Wat kan meer?
15