Door: Simon Bruslund Jensen. Boven: Kuifhoenderkoeten (Chauna torquata). Foto: Klaas van der Hoek.
Het grootste vogelpark ter wereld, Vogelpark Walsrode, is helemaal klaar voor een nieuw begin in 2010. Met de overname door de Belgische vennootschap Floralux en haar eigenaren Kris Carrein en Geert Vermeersch in april 2009 kreeg het park een nieuwe toekomst. Nu het park zal worden vaststelling van nieuwe normen voor vogelparken met deze nieuwe epoque. Dit nieuwe begin wil het park graag laten zien door demonstratief naam en logo te veranderen. De nieuwe naam is Weltvogelpark; deze Duitse term betekent wereld-vogel-park en spreekt in vele opzichten voor zichzelf; het nieuwe vogelpark in Walsrode “brengt de wereld van de vogels, dichter bij ons mensen”. Het krijgen van naamsbekendheid is iets waar bedrijven die zichzelf vernieuwen alles van zullen weten. Het is voor elk bedrijf belangrijk om een duidelijke richting te hebben, niet alleen voor de klanten, maar ook voor het personeel, dat in feite het product levert dat de aandacht nodig heeft. Het Weltvogelpark is ook echt een ‘product’ dat alle aandacht waard is; het is een buitengewoon en zeer gespecialiseerd zoologisch instituut, dat zijn gelijke niet heeft. "Het park is niet van richting veranderd; het komt juist steeds meer op de juiste koers" - zegt Algemeen Directeur Geer Scheres. Seizoen 2010 zal beginnen op 18 maart met een zee van bloemen. De tuinen van Weltvogelpark Walsrode staan bekend als een van de prachtigste en goed onderhouden tuinen van in Europa. Ze veranderen niet alleen met het seizoen, maar ook met elke bloeicyclus van de verschillende hoofdgroepen van bloeiende planten. Rechts: Brileidereend (Somateria fischeri) Foto: Klaas van der Hoek.
Een bezoek aan het Weltvogelpark is zeer de moeite waard, en niet alleen voor vogel- en tuinliefhebbers. Het is de plaats voor een relaxed dagje uit met de familie; de Duitse en internationale keuken, speeltuinen, voederdemonstraties en indruk-
wekkende vliegshows zorgen voor de nodige ontspanning, terwijl de vogelwereld voor u open gaat. Links: Kuifzaagbek (Lophodytes cucullatus). Foto: Klaas v. d. Hoek.
Als warming-up voor het komende broedseizoen hebben we een paar nieuwsfeiten en hoogtepunten uit het vorige seizoen die nog niet eerder zijn gepubliceerd. De Australische pelikaan (Pelecanus conspicillatus) en de Peruaanse pelikaan (Pelecanus thagu)zijn de meest zuidelijk voorkomende pelikaansoorten. Zodoende valt hun genetisch voorgeprogrammeerde voorjaar – en dus begin van de broedtijd - in onze Europese herfsttijd. Beide soorten komen dan ook pas in de herfst of vroege winter in broedstemming. Ze bouwen hun nesten in hun winterkwartier in verwarmde kassen met een groot zwembad. Tijdens het seizoen 2008/2009 heeft het Weltvogelpark 4 jonge Australische Pelikanen en 9 Peruaanse Pelikanen gefokt; een goed resultaat, waarmee de fokgroepen van beide soorten versterkt worden voor de toekomst.
Boven: Jonge Australische pelikaan van 3 dagen oud. Links: Nog pas een paar dagen oud, maar deze jonge Australische pelikaan begint al zelf te eten uit een schaaltje. Als ze 5 weken zijn, worden ze speels en besteden meer tijd aan spelen met hun eten, dan aan het eten zelf. Foto’s: Weltvogelpark Walsrode.
Het seizoen 2009/2010 is nog steeds gaande en de verse eieren worden zorgvuldig verwijderd door de verzorgers Matthias-Malte Müller en Thomas Eichler die ook verantwoordelijk zijn
voor het belangrijke bijhouden van welk paar die eieren zijn en vogels samen paren. Het bebroeden van de eieren toevertrouwen aan de ouders is te riskant, want het gaat er in de kleine kolonie nogal levendig aan toe. De eerste jonge Australische pelikaan van 2010 is inmiddels uitgebroed in het opfokstation. In 2009 hebben de Madagaskar ralreigers (Ardeola idae) zelf hun jongen grootgebracht in de gemeenschappelijke volière voor de mangrove vogels van Madagascar, die achter het uilenkasteel ligt. Door hun wat schuwe gedrag werd het legsel pas ontdekt toen de jongen al bijna klaar waren om uit te vliegen. Madagaskar ralreigers worden momenteel alleen in gevangenschap gehouden op de Weltvogelpark in Walsrode, daarom zijn de 5 nakomelingen van 2009 van groot belang voor het behoud van een levensvatbare populatie van deze bedreigde diersoort. In dezelfde volière hebben de al even zeldzame Blauwoog Heilige Ibissen (Threskiornis bernieri) ook een jong grootgebracht. De Afrikaanse gaper (Anastomus lamelligerus) komt ook voor in de mangrovebossen van West-Madagaskar. Hoewel de drie soorten ook in het wild samen nestelen, is deze Ooievaarsoort veruit het meest dominant en ze veroorzaken verstoring van de ibissen en reigers in de volière, vooral omdat ze nestmateriaal stelen van elkaar en de andere soorten. Links: Vergeleken met andere ooievaars, zijn de kuikens van de Afrikaanse Gaper nogal luidruchtig en actief. Hun gekwaak is erg typerend. Foto: Weltvogelpark Walsrode.
De Afrikaanse gapers zijn dieetspecialisten die bijna uitsluitend leven van grote zoetwaterslakken die heel moeilijk te verkrijgen zijn in Noord-Duitsland. Zodoende lukt de natuurlijke kweek in volières maar zelden. Met behulp van commercieel beschikbare spijsverteringsenzymen zoals Creon en een dag oude ratten zijn we erin geslaagd om ze op een de perfect opfokvoer voor de jongen te maken. In 2009 bracht het fokstation met succes 14 Afrikaanse Gapers met de hand groot; een verbetering van ons eigen record uit 2005, toen we 7 kuikens hebben grootgebracht. Rechts: Een Madagascar Kuifibis van 24 dagen oud, die zijn naam alle eer aan doet. Foto: Walsrode.
Van de twee zeer zeldzame Ibissoorten de Kaapse ibis (Geronticus calvus) en de Madagascar Kuifibis (Lophotibis cristata), werden de meeste eieren verwijderd om kunstmatig uit te broeden en met de hand groot te brengen. Dit is een voorzorgsmaatregel tot de groep groot genoeg is om het voortbestaan te garanderen. Op deze manier konden er 8 Kaapse ibissen en 10 Kuifibissen worden grootgebracht in 2009.
In 2009 hadden we, net als in voorgaande jaren, goede resultaten met onze Madagassische "Zijdekoekoeken" de Coua’s. Vooral de Kuifcoua (Coua cristata) voelt inmiddels vrij goed thuis in Walsrode. Sinds 2000 hebben ze bijna 80 kuikens uitgebroed. Helaas was in 2009 alleen het met de hand opfokken succesvol. Een aantal jongen, die door hun ouders werden grootgebracht, hebben we waarschijnlijk verloren als gevolg van slechte weersomstandigheden. De broedcyclus van de Kuifcoua’s behoort tot de snelste van alle vogelsoorten. De een tot twee kuikens komen al na 13 dagen bebroeden uit en de jongen blijven slechts 11 dagen in het nest voordat ze uitvliegen. Rechts: Jonge Coua’s die met de hand gevoerd worden. Vooraan ziet u de Grote Coua (Coua gigas) en daarachter de Blauwe Coua (Coua caerulea). Het bijzondere ‘patroon’ in hun bek is uniek voor de Coua’s; elk van de 12 soorten heeft zijn eigen specifieke patroon. Het is echter nog niet geheel duidelijk waar dit voor dient. Onder: De verzorging van jonge Renkoekoeken is in grote lijnen gelijk aan die van de Coua’s; maar hun behoeften zijn gelukkig wat makkelijker te vervullen. Foto: Walsrode.
Onze Renkoekoeken (Geococcyx californianus) bleken dit seizoen zeer productief met 9 succesvol gefokte jongen. De soort is goed vertegenwoordigd in Europese dierentuinen, maar nog steeds lijken er wat problemen te zijn met de kweek.
De afgelopen jaren was Weltvogelpark Walsrode de enige instelling met succesvolle kweek resultaten. Helaas lijken bijna alle dieren zeer nauw verwant te zijn aan elkaar en het zal moeilijk worden om inteeltproblemen te vermijden in de toekomst. Rechts: Een 40 dagen oude Briluil. Foto: Weltvogelpark Walsrode.
In 2009 zijn we er voor het ee rst in geslaagd om Briluilen (Pulsatrix perspicillata) te fokken in Walsrode. De twee kuikens van deze opvallend gekleurde uilensoort werden met de hand grootgebracht in ons fokstation. Briluilen hebben een groot verspreidingsgebied in Zuid-Amerika
en worden zodoende niet aangemerkt als bedreigde soort. Ze komen echter alleen voor in streken met een geschikte bosrijke omgeving. Links: Een 60 dagen oude Briluil. Het verenkleed van de jongen is misschien nog wel opmerkelijker dan dat van de volwassen dieren. Foto: Weltvogelpark Walsrode.
Drie maanden nadat zij aan elkaar gekoppeld waren, kreeg ons paar Vuurkruinbaardvogels (Trachyphonus e. erythrocephalus) tot onze verrassing al twee kuikens. Beide kuikens waren mannetjes. Ze bleven bij de ouders en hebben later mee geholpen met het grootbrengen van het volgende legsel, waarvan de kuikens vrouwtjes bleken te zijn. Zodra de jongen hun eerste veertjes krijgen, is het geslacht makkelijk te herkennen: de mannetjes krijgen namelijk een zwarte keelvlek. Het nest dat ze uitgekozen hadden was een hol in een kunstmatige zandstenen muur, die eigenlijk bestemd zijn voor de Bijeneters, met een deur voor nestinspecties in het achterste gedeelte. Na de eerste nest inspecties besloot het paar om het legsel dichter naar de nestingang te verplaatsen, zodat verdere controles niet meer mogelijk waren voor de verantwoordelijke verzorgers Juergen Vielguth en Kirstin Kirchhoeffel. Ze voerden de jongen bij voorkeur met meelwormen en geweekt voer voor Beo’s. Eind 2008 kregen we een kleine groep van Soedanese goudmussen (Passer luteus); slechts 5 vogels, die in het vroege voorjaar van 2009 begonnen te nestelen. Door schermutselingen binnen de groep, op het tijdstip dat de jongen van het eerste paar klaar waren om uit te vliegen, werden de jongen van het tweede paar de dag na het uitkomen uit het nest geworpen. De vier minuscule kuikens werden met succes en met verrassend gemak met de hand grootgebracht door ons ervaren team. De twee paartjes hebben later zelf nog 10 kuikens grootgebracht zonder verdere geschillen.
Boven: Jonge Soedanese Goudmussen worden hier gevoed met een meelworm. Foto: Ingo Klinger.
Zes maanden na het uitkomen ruien de jonge Soedanese goudmussen naar hun eerste volwassen verenkleed. Vervolgens begonnen twee van de jongen die met
de hand grootgebracht waren, een nest te bouwen en gingen eieren leggen. Ze waren niet succesvol, maar dankzij de precieze registratie van onze bioloog Anne Hoppmann kunnen we nu zeggen op welke leeftijd de jonge seksueel volwassen zijn.
Links: Een 4 dagen oude Montezuma Oropendola. Let op de witte snaveltekening, die waarschijnlijk dient als oriëntatie voor het vrouwtje als ze haar jong komt voeren in het donkere hangnest, dat soms wel een meter diep is. Deze soort legt maar één ei per broedsel en het enige kuiken wordt alleen door het vrouwtje verzorgd. Foto: Weltvogelpark Walsrode.
Onze kleine groep Montezuma Oropendola’s (Psarocolius Montezuma) is de enige groep in Europa. Er is nog een andere fokgroep in de Bronx Zoo in New York. Zodoende is het fokprogramma voor deze soort extra belangrijk voor ons. In Walsrode worden ze gehouden in de grote vrije vlucht volière, samen met o.a. de Rode Ibissen en Rode Lepelaars. Ze bouwen hun indrukwekkende nesten van vers gras op de top van de volière, en ze leggen maar één ei. In 2008 en 2009 waren de ouderdieren niet succesvol met fokken, dus werd besloten om te proberen wat jongen met de hand op te fokken. De eerste uitdaging was echter om de ontoegankelijke eieren op te halen; geen klusje voor collega's met hoogtevrees. Wij zijn erin geslaagd twee eieren uit te halen. Helaas redde een van de kuikens het niet, maar de andere is tot onze grote vreugde voorspoedig opgegroeid. Kijk voor alle actuele informatie op onze website www.weltvogelpark.de Weltvogelpark Walsrode Openingstijden, dagelijks van 9.00 tot 19.00 uur Entree: Volwassenen boven de 18 jaar: 16,00 € Kinderen van 4 t/m 17 jaar: 11,00 € Familie dagkaart: 2 ouders met 2 of meer kinderen: 48,00 € 1 ouder met 2 of meer kinderen: 32,00 € Groepen (Meer dan 20 personen): Volwassenen boven de 18 jaar: 13,00 € Kinderen van 4 t/m 17 jaar: 9,00 € Boven: Slobeend. (Anas clypeata). Foto: Klaas van der Hoek. Noot: De foto’s van Klaas van der Hoek zijn ook genomen in Vogelpark Walsrode.
Copyright ©2010 Aviculture-Europe. All rights reserved by VBC.