Jaargang 11 nummer 1 Maart 2011
Breed:
B R O E D P L A AT S EN - PRAKTIJK - BELEID- RESULTATEN - NIEUWS
1800 Roeden/ Gelukkig in Zuidoost/ Killing Skills: ‘Broedplaats heeft ons gered’ / Broedplaatsontwikkelaar CODUM / Ketenonderzoek/ Nieuw leven voor oude gebouwen /
© Auke van der Hoek
www.bureaubroedplaatsen.amsterdam.nl
2
Breed:
Nieuws
Tekst: Sara Spoelstra
Breed:
Interview
Ketenonderzoek STIPO
‘Ik zou niet met de grachtengordel willen ruilen’
‘Meer inhoudelijke organisatie broedplaatsen nodig’ In opdracht van Bureau Broedplaatsen deed Hans Karssenberg van adviesbureau Stipo kwalitatief onderzoek naar ‘waardeketens’ in de creatieve industrie. Belangrijkste conclusie: er is een nieuwe, meer inhoudelijke broedplaatsstrategie nodig. Karssenberg, die zelf werkt vanuit broedplaats Westerdok, stelt vast dat er achter de meeste broedplaatsen wel een concept schuilt, maar dat de selectie van huurders in de praktijk toch vaak via informele netwerken gaat. Met als resultaat een redelijk willekeurig huurdersbestand. Samenwerking is dan niet vanzelfsprekend. ‘En dat is zonde, voor de creatieven zelf, maar ook voor Amsterdam als creatieve stad.’ Karssenberg interviewde vooraanstaande vertegenwoordigers uit de creatieve industrie en talent-
volle broedplaatsgebruikers als Joris Laarman van OH3. Uit alle interviews kwam de noodzaak naar voren van een meer kwalitatiefinhoudelijke selectie aan de poort. Hoe dat dan moet gebeuren, is een tweede. Een toptalent uit een broedplaats zou dat kunnen doen, het publiek of experts van buiten. Ook voorselectie door bestaande instituten is mogelijk. Een laatste model berust op de gedachte om een broedplaats geheel te richten op innovatie rond een specifiek maatschappelijk vraagstuk. Ook zal volgens Karssenberg per broedplaats een aanjager nodig
zijn: een soort artistiek leider die naast het zakelijke beheer van de huidige broedplaatsontwikkelaars de regie heeft. Karssenberg benadrukt dat dit onderzoek niet betekent dat vanaf nu alle broedplaatsen op kwaliteit en ketensamenwerking moeten worden ingericht. ‘Het broedplaatsenbeleid heeft meerdere doelstellingen.’ Maar volgens hem zou het mooi zijn als over vijf jaar een flink deel van de nieuwe broedplaatsen zo georganiseerd is. Want één ding is volgens hem zeker: ‘We moeten af van het idee dat cross-overs van-
zelf bestaan. Een mix van huurders is interessant, maar we moeten vaker “nee” verkopen. Dat is gebruikelijk in de rest van de creatieve industrie, maar nieuw voor de gemeente.’
‘We moeten af van het idee dat cross-overs vanzelf bestaan’
‘Deze broedplaats is onze Tekst en foto: Sara Spoelstra
De werkplek Tineke Brackel
‘De charme van koriander op je brood’ vertentie voor een atelier. Zo kwam ze bij het afgelegen en groene 1800 Roeden terecht. ’s Zomers geeft ze workshops op het gras en luncht ze met koriander uit de gezamenlijke moestuin. ’s Winters moet ze hout stoken om het warm te houden. ‘Deze plek geeft me de ruimte, ik land hier, dat lukt niet in de vluchtigheid van de stad. Er is hier altijd wel een plekje te vinden waar je niet gestoord wordt.’ ‘Mijmerruimte’ noemt Tineke dat.
Tineke Brackel (50) werkt samen met nog vijf ‘vieze’ kunstenaars in de atelierboxen – die ook bekend staan als ‘de broedhokjes’ – aan het begin van het terrein ‘de 1800 Roeden’, broedplaats voor kunst en ambacht in Nieuw-West. Naast haar werk als zelfstandig ‘essentiecoach’
beitelt zij hier vrouwenhoofden, torso’s en abstracte botstructuren uit marmer, albast en onyx. Tineke is pas vijf jaar beeldhouwster. Die passie nam een aanvang na een cursus in Italië. Eenmaal terug in Nederland, zette ze een ad-
Die voorliefde voor ruimte, rust en natuur deelt zij met de rest van haar ruim dertig creatieve medehuurders. In de moestuin schoffelen reclamearchitecten en kunstschilders gebroederlijk naast elkaar. En ook de overige zelfwerkzaamheid aan het terrein wordt graag ter hand genomen. Van Tineke, die sinds vorig jaar in het stichtingsbestuur zit, mag er niettemin nog wel wat meer synergie ontstaan. Onderling, maar ook naar buiten toe. Zoals laatst met Garage Notweg, tijdens een weekend over ambachten in Amsterdam-West. Hierbij werd ook met de naastgelegen boer contact gezocht. In mei worden de atelierboxen met
subsidie van Bureau Broedplaatsen een stukje verplaatst. In plaats van haaks, komen ze dan parallel aan de drukke Haarlemmerweg te staan. Om het ecologisch signatuur van de 1800 Roeden trouw te blijven, zullen de wanden met mos en aarde worden bekleed. ‘Maar ze blijven gereserveerd voor kunstenaars die in beeld en steen werken. Dat is belangrijk want in nieuwe broedplaatsen is daar niet meer zoveel plek voor. Je bent daar al snel iemand tot last, dat zal je hier niet overkomen.’ www.oyh.nl / www.bebusiness.nl / www.1800roeden.nl
Sara Spoelstra Sara Spoelstra (1983) liep stage bij Bureau Broedplaatsen en is momenteel werkzaam als freelance journalist. Op www.saraspoelstra.nl houdt zij een blog bij over de Amsterdamse broedplaatsenpraktijk.
redding geweest’ Jaap Wiewel vormt met Chris van Rootselaar Killing Skills, dat in het Volkskrantgebouw uitgroeide tot een van dè hiphop producers van Nederland. Je komt bij Killing Skills op de vijfde verdieping van het Volkskrantgebouw niet zomaar binnen, want Jaap (28, links op de foto) en Chris (28) hebben hun studio zelf van extra beveiligde deuren voorzien. Er staat tenslotte de nodige hoogwaardige apparatuur, waarmee ze hun naam in de afgelopen drieënhalf jaar hebben gevestigd. Honderden artiesten hebben ze geholpen hun muziek vast te leggen, van één liedje tot langlopende projecten. Hoe kennen jullie elkaar? ‘Op de opleiding Audio Design in Hilversum kwamen we erachter dat we allebei uit Zoetermeer komen. Onze interesses bleken ook hetzelfde te zijn, dus besloten we te gaan samenwerken.’ Jullie zitten al vanaf de start in het Volkskrantgebouw. ‘Wij waren een van de eersten, want deze etage was al vrij snel volledig verhuurd. We moesten een plan in-
3
Foto: Jeremy van Bedijk. www.jere-me.com
dienen met een groep. Niet dat je samen een project moest hebben, meer een netwerk van mensen die elkaar al kenden en al hadden samengewerkt. Wij kenden een van de initiatiefnemers, grafisch vormgever Erjee, hij zit verderop in de gang.’ Hoe word je een van de bekendste hiphop-producers van Nederland? ‘Vanaf het begin dat Chris en ik hier zaten, ging het hard. We werken allebei zestig uur per week, dat is ook de enige manier. Maar de plek werkt ook mee. We zitten dichtbij de stad, niet op een of ander afgelegen industrieterrein, en de huur is niet hoog. We betalen tussen de 500 en 600 euro per maand, inclusief servicekosten en electra. Daarom konden we ook een lagere prijs aanbieden aan onze musici. Ja, en dan breidt je netwerk zich steeds verder uit.’ Je draagt een sweater met een opdruk van een van jullie bekend-
ste klanten, de rappers van Bijlmer Style. Wat is jullie band met de Bijlmer? ‘Voor de Bijlmer is dit het eerste station van de bewoonde wereld, en het is makkelijk bereikbaar. Via via is hier een groep jongens gekomen die op een hele positieve manier via muziek iets met hun leven willen doen. We waarderen elkaar. Als ik anderen vertel dat ik veel met artiesten uit Zuidoost werk, krijg ik vaak vooroordelen te horen. Ik ontken niet dat er daar vervelende dingen gebeuren, maar de artiesten uit de Bijlmer met wie wij werken horen tot de eerlijkste, oprechtste en hardst werkende mensen die we kennen. Ik voel me altijd van harte welkom in de Bijlmer.’ Werkt hiphop als een emancipatieinstrument voor Zuidoost? ‘Het is in de eerste plaats een uitlaatklep, maar het kan ook politiek betekenis hebben. Kijk maar naar wat Public Enemy in Amerika heeft betekend. Bijlmer Style heeft een politieke partij opgericht die op honderd stemmen na in de deelraad van Zuidoost is gekomen. De Stichting Bijlmer Style wil jongeren in die wijk een kans geven zich te ontwikkelen, met een betere toekomst bezig te zijn. Ze maken nu met ons een cd van artiesten uit Zuidoost.’ Komen de nieuwe talenten hier spontaan langs? ‘Ze dienen zich meestal via de mail aan. We hebben het nu zo druk dat we het ons kunnen permitteren selectief te zijn, dus we nemen niet meer alles en iedereen aan.’
Wie zijn de sterren uit jullie ‘stal’? ‘Gikkels, die samen met Robert Coblijn Bijlmer Style heeft opgezet. Dret & Krulle hebben vorig jaar de Grote Prijs van Nederland gewonnen, M.O. & Brakko in 2008. Artiesten uit de Bijlmer hebben die prijs nu al drie jaar achter elkaar gewonnen! Wij werken ook met MC Steen, een hele grote naam uit de Underground, en met Joe Kickass, een MC (Master of Ceremonies, een rapterm, red.) uit Zoetermeer, doen we nu een project. Het grafisch werk daarvoor doet Erjee.’ Hebben jullie een eigen label? ‘Nee, maar tegenwoordig heb je eigenlijk geen label meer nodig. Het enige waar labels als Top Notch wel nuttig voor zijn is om publiciteit te genereren, zij kunnen een artiest wegzetten bij De Wereld Draait Door of Giel Beelen, maar de rest kun je zelf, van het drukken van cd’s tot promotie en marketing. Dat hele traject doen we voor een kleine groep, onder meer Joe Kickass.’ Het Volkskrantgebouw heeft een grote muziekscene. Werken jullie veel samen met andere huurders? ‘Niet zo heel veel, iedereen is toch aan zijn eigen ding bezig. Op –1 heb je muziekstudio’s en we kennen de mensen van Canvas goed. Wij zorgen wel voor artiesten bij feestjes daar, en soms organiseren we die ook. Ik ben er ook wel eens de dj, samen met Joe Kickass, maar verder blijf ik zo veel mogelijk van het podium af. Je moet doen wat je het beste kunt, vind ik.’ Wat zijn jullie plannen? ‘Ik denk wel dat we hier nog een tijdje zullen zitten, maar we zijn natuurlijk wel bezig met hoe we verder zullen groeien. In Nederland zitten we nu wel zo’n beetje aan ons plafond, maar in Duitsland, Tsjechië en Polen hebben we al opgetreden, dus dat biedt mogelijkheden. Dan moeten we hier misschien wel weg, want dan zullen we een grotere studio nodig hebben. En akoestisch is het hier ook niet bepaald geweldig. ‘ Hoe denk je nu over deze broedplaats? ‘Het is onze redding geweest. Toen we nog maar een maand van de kunstacademie af waren, konden we hier al terecht. Over Urban Resort zijn we heel positief. Als er een probleem is, springen ze daar adequaat op in. Laatst hebben ze na klachten van sommige huurders de ventilatieroosters schoongemaakt, die waren al veertig jaar niet meer nagekeken. Ze hebben echt hart voor de zaak. Als je ziet wat er hier in al die jaren is gebeurd, dat is onvoorstelbaar.’ www.killingskills.com
Breed:
4
Breed:
Verslag
5
Marcel La Rose
Creatieven zijn happy in Amsterdam Zuidoost
‘Wij houden van de Bijlmer’ In Zuidoost schiet steeds meer creativiteit op tussen de resterende hoogbouw en frisse nieuwbouw. Deel een van een tweeluik over een creatieve place to be. Als een herinnering aan de jaren zeventig houdt Florijn stand tussen stadsvernieuwingsprojecten. Hoewel, het middendeel van wat de langste Bijlmerflat was is al weggesloopt om plaats te maken voor eensgezinswoningen. In FlorijnNoord delen kunstenaar/ dj’s Jonas Ohlsson en Daniela Bershan een woon-werkatelier van 164 vierkante meter op de begane grond en eerste verdieping. Hoe komen een Zweed en een Duits-Israëlische hier terecht? Jonas maakte deel uit van een internationale groep afgestudeerden van de Rietveld die eind 2002 gezamenlijk aan de Weesperzijde zou worden gehuisvest. Toen dat niet doorging, bood woningcorporatie Rochdale hen deze plek in de Bijlmer, met dank aan Bureau Broedplaatsen. Florijn-Noord telt dertig van zulke eenheden, waarvan ongeveer de helft is verhuurd aan de Stichting FLAT, een collectief van creatieve talenten als Jonas en Daniela. Ze selecteren zelf wie er bij mag komen in de Stichting. Daniela: ‘We willen mensen met ambitie, drive,
professionele kunstenaars.’ Jonas: ‘Voor mij is het logisch dat elitisme nodig is voor goede kunst.’ De rest van de benedenverdieping van Florijn-Noord is voor wat zij ‘amateurkunstenaars’ noemen, één eenheid wordt verhuurd aan Artists in Residence. Jonas en Daniela exposeren van Antwerpen tot LA en Sâo Paulo. Vorig jaar zomer waren ze mede-organisator van FATForm, een spetterende manifestatie op het dak van flat Kraaijenest waar 800 gasten uit de hele wereld op afkwamen. Na acht jaar in de Bijlmer hebben ze veel contacten met de buurt. ‘Je voelt dat hier een scene aan het ontstaan is’, zegt Jonas. ‘Vroeger was het zo dat alleen de hiphoppers bij elkaar klitten en de kunstenaars apart, nu gaat iedereen met elkaar om. We hebben hier iedere dag wel tien mensen over de vloer, er is ineens een interesse in kunst.’ Even verderop ligt Omega. De kenmerkende gebouwtjes in wigwamvorm herinneren aan de ‘kneuterige’ jaren zeventig. De naam
is nog van de gehandicaptenopvang die er eerst zat, nu is het een broedplaats in wording. Omega is opgezet met hulp van Bureau Broedplaatsen en broedplaatsontwikkelaar Urban Resort; Stadsdeel Zuidoost stelde het gebouw beschikbaar en de grond is van de gemeente. Oorspronkelijk zou Omega moeten wijken voor grootse bouwplannen, maar de economische crisis heeft deze tijdelijke herbestemming mogelijk gemaakt. Nu zit er een woon/werkgroep met voldoende kunstenaars om ‘CAWA’gecertificeerd’ te zijn. Ze zijn door Urban Resort geselecteerd uit zestien gegadigden. Martijn Braber is een van de bewoners met zijn gezin, maar hij fungeert ook als aannemer, want er moet flink worden verbouwd. Iedere bewoner krijgt een mooie eenheid, met natte cel en keuken. In de gezamenlijke tuin moeten de kinderen kunnen spelen, maar ze gaan er ook biologische groenten verbouwen. In mei of juni gaat Omega feestelijk open. Met mede-initiatiefnemer, kunstenaar en kunstdocent Bas Serlé leidt
Martijn me rond. Al woonden ze hiervoor in Ouderkerk aan de Amstel en op de Prinsengracht, ze zitten toch liever hier, met hun jonge gezinnen, aan een doorgaande weg in Zuidoost. Plannen hebben de zeven bewoners genoeg. Ze willen wat voor de buurt gaan betekenen, zoals Urban Resort graag ziet. Er komt een wisselexpositie van kunst in de gangen. Eén ruimte is vrijgemaakt voor buurtgerichte activiteiten als poppentheater, schilderles, exposities of yogacursussen. Nu gaan ze de scholen uit de buurt benaderen. Alleen, hoe krijg je de mensen uit de buurt erbij? Daar dubben ze nog over. Omega is een uitzondering. De meeste broedplaatsen bevinden zich in flats in de ‘oude’ Bijlmer, zoals Florijn, Echtenstein en de Kruitberg. Een plan voor een nieuwe broedplaats, H-Spot in de H-buurt, is in voorbereiding. De Stichting Straat van Sculpturen organiseert tweejaarlijks een internationale kunstmanifestatie op het dak van de flat Kraaijennest. De Stichting Open Ateliers Zuidoost beheert de flats Echtenstein en Kruidberg in de K-buurt. Secretaris Conny Schoor: ‘We verhuren de ateliers in opdracht van woningcorporatie Rochdale. Ongeveer dertig ateliers op Kruidberg en 25 in Echtenstein, van hele kleine tot hele grote. Er zitten vooral beeldend kunstenaars, de laatste tijd ook veel videokunstenaars. Ze hebben hun ateliers in de geheel verbouwde plinten, de vroegere berging en de binnenstraat.’ Een van de huurders in Kruitberg is creatief ontwerpbureau Vinger.nl van
Jeffrey Croese (31) en Sara Mattens (29). Het stel woont al hun hele leven in Zuidoost en kent ‘iedereen’, van de hiphoppers van Bijlmer Style en Samen Sterk Records waarvoor ze het artwork doen en video’s maken, tot de mensen van de Straat van Sculpturen, de Open Ateliers Zuidoost en de kunstenaars van Florijn. De hele ‘scene’ beslaat volgens Jeffrey ‘een mannetje of honderd’, en iedereen helpt elkaar. ‘Als ik een kostuumontwerper nodig heb, vind ik die hier, en in mijn vrije tijd zit ik met jongeren te skypen om ze uit te leggen hoe ze een video op het net kunnen zetten. Dus dat sociale ding zit helemaal in onze bedrijfsvoering.’ ‘De Bijlmer is enorm in beweging’, constateert Jeffrey. ‘De laatste twee jaar is de Grote Prijs van Nederland gewonnen door een hiphopgroep uit de Bijlmer. Alles is er, van theater en andere podiumkunsten tot hiphop. Het enige probleem is dat je veel makers hebt, maar nog niet genoeg zakelijkheid.’ Het negatieve imago van Zuidoost is onterecht, vindt Jeffrey. ‘Ik vind het zo jammer dat dat ook meteen wordt gelinkt aan de hiphopcultuur. Wij hebben Nederlanders, Surinamers, Ghanezen en Antillianen in onze groep, en dat gaat allemaal prima samen. Voor hen is hiphop een uitlaatklep, maar ook een belangrijke inkomstenbron.’ De Bijlmer heeft een soort huiselijkheid, zegt hij. ‘Je hebt er geen kroegen, dus je zit bij elkaar een pilsje te drinken. Kom ook eens langs!’ Andere gedeelten van Zuidoost moeten het nog zonder officiële broedplaats stellen. Zoals Amstel
III, een saaie kantorenwijk waarvan 25 procent leegstaat. ‘Wij willen wel broedplaatsen in Amstel III, maar dan moeten eigenaren hun dure panden afwaarderen’, zegt Suzanne de Wit van Projectbureau Zuidoostlob, dat in opdracht van het Project Management Bureau van de gemeente dit deel van Amsterdam nieuw leven inblaast. ‘En daar hebben ze meestal geen zin in. Ontzettend veel kantoren staan voor een fictief, te hoog bedrag op de balans, dat maakt bijna iedere pionierfunctie ontzettend moeilijk.’ Het projectbureau heeft de opdracht de leegstand om te buigen, maar ontwikkelt ook een nieuwe bestemming voor het gebied. ‘We willen eigenaren verleiden, prikkelen en uitdagen om iets met hun leegstaande panden te doen.’ In Amstel III is Pand 14 als een UFO geland naast La Place en McDonald’s, niet ver van IKEA. Muzikant, dj, party organisator en barman Staas Lucassen kraakte het voormalige Chinese restaurant-annexcasino in 2002, toen het al zes jaar leegstond. Sindsdien woont en werkt hij er, samen met schilderes en fotografe Nadine Spronk. Een fantastische plek; je ziet het snelverkeer over de A2 en de A9 aan alle kanten langszoeven. In 2014 wil eigenaar Rijkswaterstaat het tegen de vlakte om de snelwegen te kunnen verbreden. Een officiële broedplaats is Pand 14 niet geworden. Staas wil van Pand 14 een cultureel ontmoetingscentrum voor Amstel 3, met filmvertoningen, optredens, workshops, exposities, dansfeesten of gewoon een leuke club. Dat heeft
Het Parool vorig jaar oktober ook al geconstateerd, toen ze een artikel wijdden aan het pand. Liefst wekelijks wil Staas hier iets gaan organiseren. Hij laat me de kelder zien, waar hij uiteindelijk zeven oefenruimtes wil realiseren. Nu oefenen er al twee bandjes en een duo gabberdj’s. Staas houdt er zelf ook kantoor met zijn evenementenbureau Switch Music Events. In Florijn benadrukken Jonas Ohlsson en Daniela Bershan nog eens hun volle tevredenheid met hun habitat. Hier kunnen ze op groot formaat werken, tegen een schappelijke huur, en de buurt is niet zo ‘aangeharkt’ als het centrum. Goed, je moet wel tien minuten fietsen voor een pak melk, een leuke kroeg is ver te zoeken en een tentoonstellingsruimte met horeca blijft voorlopig een wensdroom. Daniela: ‘We zijn veel op reis, dan is dit een rustige plek om thuis te komen, een plek waar je de ruimte hebt. De mensen zijn hier ook veel spannender dan in het centrum, je hebt hier wel 150 nationaliteiten. En hier kunnen we de scene actief helpen vormen. Nee, ik zou niet met de grachtengordel willen ruilen. Je moet je tegenover de mensen in het centrum altijd verantwoorden dat je hier zit. Maar wij houden van de Bijlmer!’
De volgende keer wat drijft de corporaties? De opening van Omega, en een bezoek aan de K-buurt. En: hoe staat het met de plannen voor de nieuwe broedplaats H-Spot?
Marcel La Rose (PvdA), stadsdeelvoorzitter Zuidoost is enthousiast over de broedplaatsen, maar hij verwacht er geen wonderen van. La Rose: ‘Kijk, we hebben een traditie in West-Europa dat we onze steden zo clean en ordelijk mogelijk willen inrichten, maar dat maakt het voor een bepaalde groep creatieve mensen moeilijker initiatieven te ontplooien. Met het opzetten van broedplaatsen corrigeer je die geordendheid een beetje. Je kunt ze zien als een door de overheid geplande vorm van ongeordendheid, en die is zeer wenselijk. ‘Ook in Zuidoost streven we ernaar restplekken beschikbaar te stellen aan mensen die het allemaal niet zo strak geregeld willen. Die kunnen nauwelijks in commercieel vastgoed terecht. Alle andere betrokkenen hier willen broedplaatsen, het stadsdeel, de corporaties, de creatieve mensen uit de wijk. Er is een grote vraag naar, en er gebeurt veel. ‘Wat ze voor het stadsdeel betekenen? Het is moeilijk om de effecten te meten. Broedplaatsen trekken een bepaalde groep mensen aan, en dan hoop je dat het een grotere uitstraling heeft. Maar aangezien het vaak avantgardistische initiatieven betreft, zullen ze niet snel het grote publiek aanspreken. Maar daar gaat het ook niet om, je moet als overheid sowieso willen dat die creativiteit een plek krijgt in je wijk. ‘De beste manier om veranderingen te bewerkstelligen is om het hier schoon, heel en veilig te houden, dan volgt de rest vanzelf.’
Breed:
6
Column
7
Een selectieve entree A & C Lab vanaf het Damrak
b
De nuchtere idealisten van CODUM
‘Creatieven laten zich niet sturen’ Sinds vorig jaar exploiteert CODUM twee broedplaatsen in Amsterdam. Daarnaast is het bedrijf op vier locaties actief in Rotterdam. Tijd voor een portret van deze broedplaatsontwikkelaar. ‘Wij geloven heel erg in deze kleinschalige markt.’
Vastgoedjongens zijn het, maar aardige vastgoedjongens.* ‘Rotterdams’ mag je de partners van CODUM niet noemen, zoals abusievelijk in de vorige BREED: stond vermeld, want ze zijn ook actief in Amsterdam. Op ‘8-8-8’ richten Marcus Fernhout en Michon van der Salm een bedrijf op dat later CODUM zou gaan heten. Marcus is vastgoedman, Michon bouwkundige. Hun missie: ‘Re-inventing property’. Ofwel: ‘(her)ontwikkeling van leegstaand vastgoed’. Van grote, leegstaande kantoren verzamelgebouwen maken voor de ‘creatieve industrie’, al houden ze niet van die term. Met een tijdelijk karakter. Voorlopig althans. Hun eerste project is vanaf november 2008 Delftseplein 36, vlakbij het CS. Een toplocatie, midden in het Central District Rotterdam. Ze verhuren het kantoorpand aan 38 creatieve ondernemers, met een club voor creatieve en culturele evenementen op de begane grond. In juli 2010 komt daar het Schieblock bij, een robuust jaren60-kantoor waarin vooral architecten en stedebouwkundige ontwikkelaars zitten. CODUM ontwikkelt het samen met architectenbureau ZUS. Op de begane grond zit De Dependance, een gemeenschap-
pelijke ruimte met een ‘flexibele programmering’ van activiteiten als tentoonstellingen en lezingen. En dan is er sinds september vorig jaar het Zoho, ofwel Zomerhofkwartier, dat bestaat uit twee aparte panden met in totaal 80 ‘professionals’ en kunstenaars als huurder. Eerder al, in 2009, wordt Foppe Eshuis de derde partner. Marcus en Foppe kennen elkaar uit de vastgoedbranche, ze werkten allebei bij Fortress. De Provada – professionele vastgoeddagen – in Amsterdam zijn het moment om naar buiten te treden met CODUM Amsterdam. Ruim voor het faillissement van de vorige beheerder FanU neemt het bedrijf vanaf april 2010 de exploitatie van Arts & Crafts Lab over, een verzamelgebouw van 6000 vierkante meter aan het Damrak. Zeventig huurders vormen daar een aantrekkelijke mix van individuele kunstenaars, ‘ambachtslieden’ en andersoortige creatieve bedrijven, maar er zijn ook grotere huurders, zoals een game-ontwikkelaar met 45 personeelsleden. Ze betalen van ‘broedplaatsniveau’ tot 150 euro per m2. Ook een andere broedplaats van FanU komt per 1 januari van dit jaar onder supervisie van CODUM, als
ze het beheer van Ottho Heldringstraat 3 – ofwel OH3 - overnemen, in opdracht van eigenaar De Alliantie. Daar staan enkele gefnuikte projecten tegenover. Zoals de beruchte Brandweerkazerne aan de Weesperzijde. CODUM had de concessie al binnen om daar een broedplaats van te maken, maar de bestemming bleek toch een probleem. En dan is er nog Overhoeks, het voormalige hoofdkantoor van Shell aan het IJ. Eén grote frustratie. Negen maanden bloed, zweet & tranen staken ze er in, in samenspraak met de eigenaar, Bureau Broedplaatsen en De Tolhuistuin. Er zou onder meer een broedplaats komen voor mode en nieuwe media, en in de toren goedlopende creatieve bedrijven. Toen blies de eigenaar van het pand het toch af, hij vond de financiële risico’s in crisistijd te groot.
Eshuis houdt kantoor op de eerste verdieping van A&C Lab aan het Damrak. Bescheiden, als je het fabelachtige uitzicht op de directievloer in aanmerking neemt. Een verdieping lager zit Floris van de Weg, als beheerder het ‘eerste aanspreekpunt’ voor de huurders. CODUM opereert als partij tussen de grote gemeenten, de vastgoedwereld en de creatieve ‘economie’, legt Eshuis uit. ‘We huren panden op risico aan en zijn vervolgens volledig verantwoordelijk voor de herontwikkeling, de verhuur, de oplevering en het beheer. Ofwel, alle partijen hebben gedurende het hele traject maar één aanspreekpunt, CODUM.’ Voor een goede herontwikkeling heb je minstens vijf jaar nodig, zegt hij, want er zijn vaak flinke investeringen nodig om het pand te ‘optimaliseren’. Zo is er nog eens anderhalve ton door eigenaar Bouwinvest en Bureau Broedplaatsen in het A&C Lab gestoken nadat CODUM het overnam. Huurderscontracten zijn opnieuw nagelopen, de veiligheid, de liften, de entree en de ‘signing’ zijn verbeterd. Nu moet er nog een horecagelegenheid komen in de voormalige C&A-kantine waar ook allerlei culturele activiteiten, manifestaties, lezingen en dergelijke zullen gaan plaatsvinden. ‘Daarvoor zijn we zo goed als rond met een partij.’ Nieuwe huurders moeten minimaal twee jaar professioneel actief zijn als ze bij CODUM aankloppen. Kwaliteit en passie zijn ook een eis. Net als diversiteit; dus niet te veel ondernemers uit dezelfde discipline in één verzamelpand. ‘We richten ons niet specifiek op creatieven, maar onze panden hebben wel een natuurlijke aanzuigingskracht op die doelgroep’, zegt Eshuis. ‘We hebben wel een passie en een voorkeur voor kunstenaars, dat is ook leuk voor de leefbaarheid van een pand, maar we verhuren net zo goed aan zakelijke dienstverleners. Het is meer de mindset van een huurder die bepaalt of we met ze willen samenwerken.’ Eshuis erkent dat CODUM niet van nature beschikt over een omvangrijk netwerk in de kunstwereld, zoals veel andere broedplaatsontwikkelaars. ‘Maar wij zien onze achtergrond als een heel groot voordeel, want het begint toch allemaal bij het vastgoed. Niet alleen het ver-
krijgen, maar ook het beoordelen en het inschatten van investeringen en dergelijke. Daarvoor hebben we alles in huis.’ Ze kennen hun plaats, dat wel. ‘Wij als CODUM faciliteren en creëren een platform, maar de inhoud moet toch door de gebruikers zelf worden vastgesteld. Creatieven laten zich niet sturen. We proberen er altijd voor te zorgen dat de huurder zo onafhankelijk mogelijk blijft. Het enige waartoe ze verplicht zijn is het betalen van de huur, voor de rest moeten ze kunnen werken en genieten van het pand. Maar we ondersteunen ze wel, als ze dat willen. We kijken ook bijvoorbeeld hoe we ze met andere dingen op weg kunnen helpen, zoals verzekeringen.’ Idealisten? Wel wat betrokkenheid betreft. Maar zakelijk zijn ze ook. Volgens Eshuis is van de 24.000 vierkante meter huuroppervlak die CODUM in exploitatie heeft, 95 procent bezet, is er overal een wachtlijst en zijn er nauwelijks betalingsproblemen. ‘Ons idealisme zit hem eerder in de onafhankelijkheid en de visie die wij hebben op binnenstedelijke ontwikkeling. We hebben ontzettende voeling met de markt en de gemeente en we geloven heel erg in deze kleinschalige markt.’ Nuchter: ‘Die grote partijen, dat is voorbij. We hebben tweehonderd huurders. Zo spreiden we het risico ook. Als er bij ons één omvalt, zijn er nog 199 over.’ Nu zouden ze graag een pand kopen om het langduriger te kunnen exploiteren. ‘Het liefst partneren we als eigenaar, zodat je een gemeenschappelijk belang hebt. Er zijn echt kansen in deze tijd. En als je koopt, loop je wel meer risico, maar je kunt er ook meer aan verdienen. Ja, we hebben al wat op het oog, zowel in Rotterdam als hier. Voor onze huurders is het ook beter. Nu moeten we overal over drie, vier jaar uit, als mede-eigenaar kunnen we ze meer perspectief op lange termijn bieden.’ Jawel, idealisme zit er toch zeker bij. ‘Heel veel mensen hebben hier geen zin in, die zitten niet te wachten op een pand met 80 huurders. Maar wij werken ons een slag in de rondte, wij willen ook het concept begeleiden en de diepte in. Bij ieder pand worden we slimmer. Net als iedereen maken wij fouten, maar daar leren we van.’ www.codum.nl
‘Voor een goede herontwikkeling heb je minstens vijf jaar nodig.’
* vrij naar Nescio
Broedplaatsdebat ‘Ruimte voor kwaliteit’ in TrouwAmsterdam Op een zonnige maandag begin maart gaan assistent Arwen en ik als Bureau Broedplaatsen op ‘stand-van-zaken-gesprek’ bij de Kauwgomballenfabriek. Dat past in de nieuwe aanpak om zicht te houden op de verantwoorde besteding van Amsterdams broedplaatsgeld. Na afloop van de zitting met eigenaar en verhuurder Lingotto en een vertegenwoordiging van de huurders, neemt directeur Bob Jansen van Lingotto ons mee naar hun nieuwste uitleg. Het is een pand met drie bouwlagen uit de jaren vijftig aan de Willem Fenengastraat dat in 2009 even degelijk als basic is getransformeerd tot creatief verzamelgebouw. Als we er binnengaan, ziet Bob de rommelige uitstraling van de entree hoofdschuddend aan. Hier huist een afdeling van de Rietveldacademie. Voor een glazen wand staat een soort kunstwerk van opgestapelde dozen, allerlei onduidelijke bouwmaterialen en tweedehands voorwerpen. Kunst? ‘Nee, dit is gewoon slordig!’ moppert Bob, en daar gaat binnenkort wat aan gebeuren, zo verzekert hij ons. Ik ben benieuwd wie er op de hoger gelegen etages kan leven met zo’n binnenkomer. Op één- en tweehoog daarentegen, is het licht, netjes en rustig. Een brede middenruimte met open keuken en hippe hoge tafel wordt aan beide zijden geflankeerd door vijf werkruimten met een glazen wand over de hele breedte. Daar werken creatieven, in overwegend kantooropstelling. De ruimtes van ongeveer dertig vierkante meter worden voor een schappelijke huur aangeboden, en zo te zien kunnen er makkelijk twee mensen in werken. Er is een wachtlijst die eerder langer wordt dan dat hij slinkt, volgens Bob. Op de tweede etage hetzelfde beeld, met een uitloop naar een dakterras. Deze creatieve bedrijfsruimten zijn gemaakt met een bescheiden bijdrage uit het gemeentelijk beleidsbudget voor kleinschalige bedrijfsruimten. Maar ook zonder die subsidie zijn dit units die door twee kunstenaars kunnen worden benut, en door menigeen ook kunnen worden betaald. Dat stemt positief. Lingotto laat zien dat je een gebouw van meer dan vijftig jaar oud eenvoudig kun verbouwen tot populaire werkplekken. In combinatie met ruim een miljoen lege kantoormeters moeten zulke initiatieven meer kunnen opleveren. Alleen, die entree… Misschien moet die ook maar zo blijven. Een selectieve toegang zorgt voor creatieve klanten, mensen die zwerven tussen het kunstenaarschap en een kleine onderneming.
Jaap Schoufour Hoofd Bureau Broedplaatsen
Creatieve toptalenten dreigen de stad te verlaten. Hoe los je dat op? Daarover ging het openbare debat ‘Broedplaatsen, ruimte voor kwaliteit’ op 16 februari in TrouwAmsterdam. Moet je voorrang verlenen aan kwaliteit? Maar waar toets je dan op?
In ieder geval niet alleen op diploma’s, vond Donica Buisman, zakelijk directeur van de Tolhuistuin. Barbara van Lindt, directeur van DasArts: ‘Er zijn ook heel veel goede kunstenaars die misschien niet op de Rijksacademie hebben gezeten.’ Jaap Schoufour van Bureau Broedplaatsen toonde begrip voor vastgoedpartijen die het momenteel financieel erg moeilijk hebben, maar benadrukte dat je met de verhuur van ateliers aan toptalent een heel goed ‘verhaal kunt vertellen’. Bob Jansen, directeur van Lingotto Vastgoed vroeg zich af of je niet ook kunt selecteren op de hoeveelheid werkgelegenheid die iemand meeneemt. Of het internationale netwerk. Anderen vonden het kwaliteitscriterium zo dubieus dat ze er de voorkeur aan gaven het huidige egalitaire toewijzingssysteem te handhaven. Ook tijdens de groepsdiscussies liepen de standpunten ver uiteen. Een van de weinige punten waar nagenoeg de hele zaal het over eens werd, was het belang van een duidelijke visie van de stad Amsterdam. Als die er komt, worden de selectiecriteria vanzelf een stuk duidelijker. Er zullen nog een à twee van deze debatten worden georganiseerd, die de input zullen vormen voor het nieuwe broedplaatsenbeleid 2012-2016. In de tweede helft van 2012 worden de resultaten aan het stadsbestuur worden voorgelegd.
Pleidooi voor hergebruik Nieuw Leven voor meer Gebouwen is een uitgave van Stichting Agora Europa en het Atelier van Bouwmeesters, een netwerk van onafhankelijke deskundigen dat hergebruik popageert. Het biedt een historisch overzicht van hergebruik, en de uitkomsten van viujftig interviews. Ook de resultaten van de tweedelige campagne ‘Nieuw leven voor oude gebouwen’ uit 2007 en 2009 zijn er in te vinden. Daaraan deden 7500 Amsterdammers mee, die onder meer een top-10 samenstelden van gebouwen die zouden moeten worden ‘hergebruikt’. Conclusie: ‘Juist in een crisisperiode waarin de bouwsector grote klappen krijgt en maatschappelijke en culturele voorzieningen noodzakelijk zijn, zijn initiatieven en investeringen wenselijk en noodzakelijk voor duurzame vormen van hergebruik, die een breed draagvlak hebben onder de bevolking.’ Eisse Kalk: Nieuw leven voor meer gebouwen: hergebruik kan sneller en beter. Amsterdam, Agora Europa, 2010. ISBN 978 90 811 002 43, prijs: € 20. Te bestellen via www.nieuwlevenvooroudegebouwen.nl en verkrijgbaar in de betere boekhandels.
Nieuws
8
24
Noorderparkkamer
29
‘Stof, wol en opera’, een speelse kennismaking met opera. www.noorderparkkamer.nl
Tot
W139
april
‘We will never know for sure’, georganiseerd door Sandbergstudenten. 25 kunstenaars en 25 expo’s. www.w139.nl
april t/m mei
2
O.a. in dit nummer:
http://bureaubroedplaatsen.amsterdam.nl/nl/projectenkaart.php
1) 1800 Roeden 2) Westerdok 3) Volkskrantgebouw 4) Florijn 5) Omega 6) Kruitberg 7) Pand 14 8) A & C Lab 9) TrouwAmsterdam
1
2
8
1
Ruigoord
april
De kerk wordt getransformeerd tot ‘Bohemian Museum’. www.museumofthebohemian.org
8-9
9
Mediamatic
april
‘Disco Robot Workshop’, onder begeleiding van Ralf Schreiber, Christian Faubel en Cordula Körber. Vijzelstraat 68. www.mediamatic.nl
26
5
LAB Broedplaatsen
april
januari
- We s t
7
Transvormers In Volkskrantgebouw. TransVormers is een festival over stedelijke transformatie, met discussie en bijdragen van fotografen, animatoren, beeldend kunstenaars, performers en musici uit het Volkskrantgebouw. Op 22 januari vond de succesvolle, uitverkochte eerste editie plaats. (foto: Nieck Bakker) Dit keer wordt ook het 4-jarig jubileum van de broedplaats ‘meegevierd’. Voor meer info zie: www.urbanresort.nl/agenda
Nice
4 6
Start opleiding LAB Broedplaatsen, voor meer informatie & aanmelding zie www.bureaubroedplaatsen.amsterdam.nl
3
N ieu w
3
Nice Nieuw West Op de site van Nice Nieuw West vind je iedere dag leuke en informatieve wetenswaardigheden over deze stadsvernieuwingswijk. Een initiatief van Iwan Daniëls en Jolanda Hogenbirk. www.nicenieuwwest.nl
Breed: Breed: geeft actuele informatie over Broedplaatsen in Amsterdam en wordt mogelijk gemaakt door Bureau Broedplaatsen. Bureau Broedplaatsen is de programmaorganisatie van de gemeente Amsterdam waarin de gemeente samenwerkt met stadsdelen, corporaties, marktpartijen, kunstenaars en alternatieve ondernemers aan de realisatie nvan (woon-)werkpanden en atelierruimtes. Zie www.bureaubroedplaatsen.amsterdam.nl Voor meer informatie kun u bellen met 020 - 552 96 42 of mailen naar
[email protected] Kopij voor Breed:
[email protected]
Cover De foto op de cover toont kunstenares Daniela Bershan tijdens het mede door haar georganiseerde festival FATForm op het dak van Kraaijennest, vorig jaar zomer. Hij is genomen door Auke van der Hoek, journalist/ fotograaf en al 17 jaar bewoner van de Bijlmer. Auke maakt ook portretten en een veelheid aan reportages. www.aukevanderhoek.com. Colofon Redactie en tekst: Fabian Takx Uitgever: Bureau Broedplaaten Vormgeving: Baba Anousch Fotografie: Fabian Takx Auke van der Hoek
Aan deze nieuwsbrief kunnen geen rechten worden ontleend.