bouwtechniek-timmeren CSPE BB
2013
instructie voor de examinator In deze instructie vindt u richtlijnen en aandachtspunten bij de geheimhouding, de voorbereiding, de afname en de herkansing van het cspe. De paragrafen 1 tot en met 5 bevatten algemene informatie, die ook van toepassing is op cspe’s van andere vakken. Vakspecifieke informatie treft u aan in de overige paragrafen. De mededelingen over de cspe’s van 2013 (Septembermededeling op www.examenblad.nl) bevatten nadere informatie over dit cspe.
1 Geheimhouding cspe 1
2
3
4 5
6
Veel scholen hebben een protocol voor de afname van het cspe. In dit protocol staat dat de examinatoren tekenen voor de ontvangst van de examendocumenten van het cspe en verklaren alle zorgvuldigheid in acht te zullen nemen om te voorkomen dat de geheimhouding van de examendocumenten wordt geschonden. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast. In het protocol staat dat de eerste en tweede examinator verklaren dat zij de beoordeling in overeenstemming met het correctievoorschrift hebben verricht. Op www.vo-raad.nl en www.aocraad.nl staat een goed voorbeeld van een protocol. Alle examendocumenten (papier en digitaal) zijn geheim. Bewaar ze in een kluis op school. Neem ze niet mee naar huis. Voer de voorbereidingen van het examen uit in een ruimte waar geen leerlingen aanwezig zijn. Reik examendocumenten aan het begin van iedere zitting uit aan de kandidaten en neem ze na iedere zitting in. Tenzij anders vermeld in de instructie voor de examinator hebben kandidaten buiten de zittingen om geen inzage in de examendocumenten. Houd het correctievoorschrift en de instructie voor de examinator voor de kandidaten geheim. Examendocumenten zijn na afloop van de examenperiode pas openbaar. Hetzelfde geldt voor de producten die door de kandidaten in het kader van het cspe gemaakt worden. Deze kunnen pas na afloop van de examenperiode tentoongesteld of meegegeven worden. Pas eind juni is de examenperiode afgelopen (zie het examenrooster voor het tweede tijdvak op www.examenblad.nl). Tot die tijd kunnen er nog kandidaten geëxamineerd worden en is geheimhouding noodzakelijk. Eventuele foto- of filmopnamen van de afname mogen alleen gemaakt worden door bij de afname betrokken examenfunctionarissen die door de directeur zijn aangewezen. Tenzij een opname een onderdeel is van een praktische opdracht mogen ook kandidaten dus geen opnamen maken. Eventuele gemaakte opnamen mogen niet toegankelijk gemaakt worden zolang er (op andere scholen) nog kandidaten geëxamineerd kunnen worden. Tot eind juni is publicatie van cspemateriaal via bijvoorbeeld de website van de school of YouTube dus niet toegestaan.
PB-0601-b-13-1-i
1
lees verder ►►►
7
8
9
Van de minitoetsen zijn varianten aanwezig. Alle kandidaten die gelijktijdig aan onderdeel X werken, kunt u dezelfde variant laten maken, mits de kandidaten niet bij elkaar kunnen kijken. Kandidaten die later zijn ingeroosterd, geeft u een andere variant van de minitoets. Zo waarborgt u de geheimhouding. Op de laatste bladzijde van deze instructie voor de examinator staat vermeld welke informatie over de inhoud van het examen vooraf verstrekt mag worden aan de kandidaten. Meer inhoudelijke informatie geven is niet toegestaan. Deze bladzijde behandelt u als een examendocument (zie punt 2). U reikt een kopie van deze bladzijde uit in de laatste lesweek die aan de afname van het cspe voorafgaat. Dit examendocument is dus alleen ter inzage voor de kandidaten. Na inzage neemt u deze bladzijde weer in. Het is niet geoorloofd om de opdrachten van tevoren met de kandidaten te oefenen.
2 Voorbereiding cspe 1
2
3
4 5 6 7
8
9
Om het cspe voor te kunnen bereiden, ontvangt de school in de tweede helft van februari zending A van de cspe’s. Zending A bevat in tweevoud alle papieren examendocumenten inclusief de instructie voor de examinator. Het correctievoorschrift behoort niet tot deze zending. In deze examendocumenten is de informatie die niet nodig is voor de voorbereiding van het cspe met grijze vlekken bedekt. Zending B van maart bevat de papieren examendocumenten in kandidaataantallen. Met inachtneming van de geheimhouding mag u vijf werkdagen voorafgaand aan de start van de afname op uw school, de examendocumenten van zending B gebruiken om voorbereid te zijn op de afname van het cspe (bijvoorbeeld door zelf voorafgaand aan de afname, het cspe te maken). Het cspe kent de onderdelen A, B, C, …. Uw school bepaalt per onderdeel, hoeveel kandidaten gelijktijdig geëxamineerd worden. Paragraaf 6 bevat aanbevelingen hiervoor. Laat de opdrachten uitvoeren zoals ze in de examenopdrachten zijn gesteld. Het is niet toegestaan opdrachten aan te passen, te vervangen of over te slaan. Zorg ervoor dat de school voldoet aan de eisen met betrekking tot veiligheid, hygiëne en milieu. Controleer voor aanvang van het examen of per kandidaat alle benodigde materialen, grondstoffen, gereedschappen en/of hulpmiddelen aanwezig zijn. Van elk onderdeel van het cspe is de richttijd aangegeven. Zie paragraaf 6 overzicht opdrachten. In de Septembermededeling staat in ‘de richtlijnen examentijd cspe’ nadere informatie hierover (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). In een cspe kunnen opdrachten voorkomen waarbij het werktempo beoordeeld wordt. Let erop dat u tijdens deze opdrachten per kandidaat de tijd exact bijhoudt. Cito heeft een helpdesk ingericht voor technische vragen over computergebruik in het cspe. Informatie over de bereikbaarheid van deze helpdesk kunt u vinden op http://ictexamenhelpdesk.cito.nl Met vakinhoudelijke vragen of opmerkingen over het cspe kunt u terecht bij de examenlijn van het College voor Examens (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl).
PB-0601-b-13-1-i
2
lees verder ►►►
3 Afname cspe 1
2
3
4
5 6
Iedere kandidaat werkt individueel aan de opdrachten van het examen. Tenzij anders vermeld in de examendocumenten is overleg en samenwerking met anderen niet toegestaan. De opdrachten moeten in de aangegeven volgorde gemaakt worden. Om organisatorische redenen kan eventueel van de aangegeven volgorde worden afgeweken. Per onderdeel van het cspe zijn richttijden aangegeven. De richttijden gaan uit van een werktempo dat de kandidaat aan moet kunnen. Overschrijding van de richttijd en de reden hiervoor kunnen in het protocol vermeld worden (zie de Septembermededeling op www.examenblad.nl). Hulp aan kandidaten door de examinator of anderen tijdens het cspe is niet toegestaan, tenzij anders vermeld in het vakspecifieke deel van deze instructie of in het correctievoorschrift. Deel de kandidaten vooraf mee dat u hen tijdens het examen niet kunt helpen. Het is niet toegestaan om bij de beoordeling af te wijken van het correctievoorschrift. Stuur de WOLF-scores in van de eerste afname van de kandidaten, dus vóór een eventuele herkansing.
4 Herkansing cspe 1 2
3
4
5
6
Herkansing kan pas plaatsvinden nadat het gehele cspe is afgelegd. Herkansen van het cspe betekent dat de kandidaat het cspe geheel, of onderdelen daarvan, opnieuw aflegt. Tijdens een eventuele herkansing demonstreert een kandidaat zijn kennis en vaardigheden door dezelfde praktische opdrachten van het cspe nogmaals uit te voeren. BB- en KB-kandidaten kunnen het cspe herkansen en daarnaast mogen zij het centraal examen van één algemeen vak herkansen. GL-kandidaten mogen slechts één centraal examen herkansen, dat wil zeggen óf het cspe GL óf het centraal examen van één algemeen vak. Met de herkansing van het cspe GL kan derhalve pas gestart worden als de uitslag van het eerste tijdvak is vastgesteld. De kandidaat maakt in de herkansing een andere variant van dezelfde minitoets dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen van het cspe, waarvan meer varianten voorhanden zijn, maakt de kandidaat eveneens een andere variant dan tijdens de eerste afname. Van de onderdelen, die in de herkansing worden afgelegd, komen alle scores in de plaats van de scores die de kandidaat tijdens de eerste afname heeft behaald. Wat niet mag, is dat per onderdeel de hoogste score wordt genomen. Van de onderdelen die niet worden herkanst, blijft de score staan. Het kan voorkomen dat een kandidaat, na een weinig succesvolle herkansing, achteraf meedeelt dat hij liever andere onderdelen had willen herkansen. Het verdient daarom aanbeveling dat de school voorafgaand aan de herkansing de keuze van de te herkansen onderdelen in overleg met de kandidaat en diens ouders/wettelijke vertegenwoordigers vastlegt in een overeenkomst. Voor aanvullende informatie zie de Septembermededeling op Examenblad.nl.
PB-0601-b-13-1-i
3
lees verder ►►►
5 ICT-gebruik en dvd met bestanden 1
2 3
4
5
6
7
8
De digitale bestanden die nodig zijn voor het cspe, worden in maart op dvd aan de secretaris van het eindexamen van uw school gezonden. Een handleiding voor het ICT-gebruik bij het cspe wordt tegelijkertijd met de digitale bestanden aan uw examensecretaris gestuurd. In de handleiding staan onderstaande aandachtspunten voor ICT-gebruik. Overleg vooraf met de ICT-coördinator / systeembeheerder van uw school over de afname van de cspe-onderdelen waarbij de computer wordt gebruikt. Houd per groep één reservecomputer beschikbaar, en bij grotere groepen één reservecomputer per tien kandidaten. In de examenzaal dienen één of meer printers aanwezig te zijn. Het is in het belang van de kandidaat dat de systeembeheerder de back-upfunctionaliteiten zo instelt dat bij uitval van de computer zo weinig mogelijk examenwerk verloren gaat. Daarnaast wordt aanbevolen dat de examinator / surveillant tijdens de afname op de hoogte is van de locatie van de back-upbestanden. De digitale bestanden voor de praktische opdrachten dienen voor de kandidaten beschikbaar gemaakt te worden op, dvd’s, USB-sticks of op een veilige plaats op de centrale server. De kandidaten moeten een duidelijke instructie krijgen waar de bestanden te vinden zijn en waar de eigen bestanden opgeslagen moeten worden. Op de USB-stick wordt de naam van de kandidaat en het kandidaatnummer vermeld. De opdracht is veelal zo geformuleerd dat de kandidaat het door hem bewerkte bestand opslaat onder een andere, eigen bestandsnaam. Dit maakt het mogelijk dat de kandidaat terugkeert naar het originele bestand, als er iets verkeerd mocht gaan. Wanneer er meer zittingen zijn waarbij de computer gebruikt wordt, gebruikt de kandidaat bij elke zitting in principe dezelfde USB-stick. Wanneer een volgende zitting op een andere dag of dagdeel plaatsvindt, wordt de USB-stick ingenomen. Laat de school de bestanden in een netwerkomgeving opslaan, dan zorgt men ervoor dat de toegang tot die bestanden buiten de examentijd geblokkeerd is. In een volgende zitting mag de kandidaat geen veranderingen aanbrengen in examenbestanden die in een eerdere zitting zijn gemaakt. Na elke opdracht of examenonderdeel maakt de kandidaat tijdens het examen een afdruk op papier die wordt ingeleverd, tenzij anders wordt aangegeven. Deze afdruk is een “beveiliging” tegen het later aanpassen van bestanden. Na afsluiting van het examenonderdeel worden afdrukken op papier niet meer in ontvangst genomen. Het toetsprogramma voor de digitale minitoetsen moet vooraf in overleg met de ICT-coördinator / systeembeheerder zijn geïnstalleerd en gecontroleerd.
PB-0601-b-13-1-i
4
lees verder ►►►
6 Overzicht opdrachten ONDERDEEL A 1
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel met bestand, Adobe Acrobat Reader met bestanden
2
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel met bestand, Adobe Acrobat Reader met bestanden
3
praktijkopdracht
ICT-gebruik: CAD-programma, bijlage 1
4
praktijkopdracht
ICT-gebruik: Excel met bestand, bijlage 2
5
praktijkopdracht
ONDERDEEL B 6
minitoets
7
mondelinge opdracht
8
praktijkopdracht
ONDERDEEL C
variant a, b, c, d 1 bijlage 3 variant a, b, c, d
10
praktijkopdracht
bijlage 2
praktijkopdracht
6
richttijd: 200 minuten
minitoets
11
*
richttijd: 400 minuten
9
ONDERDEEL D
akg*
richttijd: 280 minuten
6
richttijd: 10 minuten uitwerkbijlage, bijlage 2
6
akg = aantal kandidaten gelijktijdig. Toetstechnisch advies over het aantal kandidaten dat bij deze praktijkopdracht gelijktijdig beoordeeld kan worden.
PB-0601-b-13-1-i
5
lees verder ►►►
7 Vakspecifieke aanbevelingen met betrekking tot de organisatie Algemene aanbevelingen Planning afname Als u ook KB-kandidaten heeft, is het advies om eerst het cspe-KB af te nemen voordat u het cspe-BB afneemt. In het cspe-KB maken de kandidaten een kozijn dat gebruikt kan worden in de opstelling voor het cspe-BB. Houd bij voorkeur de aangeboden volgorde van de onderdelen aan. Bij de volgende opdrachten moet de aangeboden volgorde aangehouden worden: opdracht 3 en 4, opdracht 7, 8,10 en 11. Afhankelijk van de organisatie van het examen kunt u ervoor kiezen opdracht 7 (een mondelinge opdracht) als apart examen-onderdeel af te nemen, of dit onderdeel af te nemen tijdens het uitvoeren van de machinale bewerking van het kozijn in opdracht 8. Voorbereiding Voor de praktijkwerkstukken en opdracht 7 (vragen in de machinale) is enige voorbereiding noodzakelijk. Zie voor meer informatie aanbevelingen per opdracht. ICT Bij dit examen horen de volgende bestanden: bestand gevels_bb.xls bouwvoorbereidingstekening.pdf deelbestek.pdf dekvloer_bb.xls matstaat_werkvolgorde.xls
opdracht 1 1 en 2 1 en 2 2 4
Macrobeveiliging Veel Word- en Excel-bestanden voor de praktische opdrachten bevatten macro’s. De macrobeveiliging in zowel Word als Excel moet daarom aangepast worden: in Office 2003 moet het beveiligingsniveau op laag gezet worden; in Office 2007 en Office 2010 moeten alle macro’s worden ingeschakeld. In de Handleiding Applicaties die op de dvd met digitale bestanden te vinden is, staat beschreven hoe u dit kunt (laten) doen.
PB-0601-b-13-1-i
6
lees verder ►►►
Aanbevelingen per opdracht Opdracht 3 CAD tekening De kandidaten moeten de CAD-tekening tekenen volgens de KVT en volgens de methode die op uw school gebruikelijk is. Hiervoor mogen ze dus het gebruikelijke bouwtechnische tekenprogramma gebruiken met de daarbij behorende instellingen, mits dit geen afbreuk doet aan het examen. Deze instellingen houden in dat de kandidaat gebruik mag maken van een zogenaamde template (een starttekening). Hierop mag ingesteld staan: een lagenwerkbalk met de toe te passen lijnsoorten en daaraan gekoppeld de lijndiktes, een maatvoeringswerkbalk met tekenschalen, layout-tabbladen met de tekenbladformaten en de kaderlijn met een blanco identificatiehoek. De kandidaat mag geen gebruik maken van bestaande bestanden met tekeningen of delen van tekeningen. Opdracht 7 mondelinge vragen in de machinale Bij deze opdracht heeft u de volgende documenten nodig: bijlage voor de examinator uit deze instructie, het beoordelingsschema uit het correctievoorschrift. Aan het begin van de opdracht zorgt u dat de machines en materialen gereedliggen zoals beschreven in hoofdstuk 8. Bij deze opdracht gaat u met de kandidaat de machinale in en stelt u hem de vragen uit de bijlage voor de examinator in deze instructie. Het is niet de bedoeling dat de kandidaat deze vragen te zien krijgt, u houdt ze bij zich terwijl u de vragen aan de kandidaat stelt. Het zijn vragen over veiligheid en over het gebruik van een aantal machines. Soms moet de kandidaat iets aanwijzen of beantwoorden, soms moet hij een (korte) handeling uitvoeren. U beoordeelt dan of deze handeling goed is uitgevoerd. Bij elke vraag kunt u kiezen uit een aantal varianten. Probeer de kandidaten zoveel mogelijk verschillende varianten aan te bieden, in verband met de geheimhouding. Soms is de keuze afhankelijk van de beschikbaarheid van machine of materiaal. Opdracht 8 kozijn maken De kandidaat schaaft het hout en maakt het kozijn geheel machinaal met de machines die op school aanwezig zijn. De kandidaat stelt de (houtbewerkings)machines zelf in en monteert het snijgereedschap dat op school aanwezig is. In verband met mogelijk hergebruik van materiaal is het toegestaan af te wijken van de in dit examen voorgestelde materialen en maatvoering (voor lengtematen en houtmaten), mits dit geen afbreuk doet aan de essentie van het examen.
PB-0601-b-13-1-i
7
lees verder ►►►
Opdracht 10 kozijn plaatsen en aftimmering erker In opdracht 8 hebben de kandidaten kozijn A gemaakt. Dit kozijn gaan ze in een hoekopstelling tegen kozijn B monteren (zie foto en tekening voorbeeld-opstelling). Kozijn B wordt gemaakt in het cspe-KB. Heeft u niet voldoende of geen KBkandidaten, dan zult u zelf dit kozijn B moeten (laten) maken. Op pagina 12 in deze instructie vindt u een werktekening voor dit kozijn. De 542 mm is een maat om speling te hebben bij het stellen van de vensterbank. U mag van deze maat afwijken, mits er voldoende speling overblijft. Voor het kopschot van de vensterbank gebruikt u een strook triplex (zie tekening). Stel twee profielen volgens de foto en de tekening in deze paragraaf. Schroef met kozijnhoeken twee horizontale regels 1000 mm +P, gebruik op de hoek een verticale regel ter ondersteuning. Bevestig het kopschot van triplex aan het rechterprofiel. Stel kozijn B op onderkant 1000 mm +P gelijk met de horizontale regel op twee montagehoeken. Bevestig kozijn B met de rechterstijl aan het kopschot. Schoor de linkerstijl. Monteer twee montagehoeken voor kozijn A op de horizontale regel (zie foto). Voorbeeld van de opstelling van de profielen (het kopschot is hier nog niet aangebracht):
PB-0601-b-13-1-i
8
lees verder ►►►
Voorbeeld-opstelling voor opdracht 10:
±
PB-0601-b-13-1-i
9
lees verder ►►►
8 Materialen, gereedschappen en hulpmiddelen Algemeen Voor eventuele ICT-benodigdheden zie paragraaf 7. Overzicht per opdracht De volgende materialen, gereedschappen en hulpmiddelen zijn per kandidaat nodig: Opdracht 5 blanco tekenpapier A4-formaat HB-potlood gum Opdracht 7 In de machinale staan de volgende machines en materialen klaar: machine cirkelzaag
vlakbank
vandiktebank lintzaag freesmachine afkortzaag
PB-0601-b-13-1-i
materiaal vuren deel, ruw, ca. 32 mm x 150 mm, lengte ca. 800 mm; doorsnede waarbij de ronde en bolle kant en de jaarringen goed zichtbaar zijn, of strook triplex, ca. 18 mm x 200 mm, lengte ca. 800 mm. winkelhaak en zwaaihaak aanwezig vuren balk, ruw, ca. 75 mm x 125 mm, lengte ca. 800 mm, in de jaarringen de hartkant goed zichtbaar vuren balk, geschaafd ca. 75 mm x 125 mm, lengte ca. 800 mm, vlak en haaks geschaafd, nog niet op dikte en breedte vuren balk, geschaafd, ca. 67 mm x 114 mm, lengte ca. 800 mm vuren balk, geschaafd, ca. 67 mm x 114 mm, lengte ca. 800 mm vuren balk, ruw, ca. 75 mm x 125 mm, lengte ca. 800 mm
10
lees verder ►►►
Opdracht 8 en 10 Materialen per kandidaat (de houtmaten zijn exclusief overlengte): onderdeel dorpels stijlen vensterbank aftimmerlat binnen regel triplexplaat kozijn A triplexplaat kozijn B kopschot bevestigingsmateriaal kozijn bevestigingsmateriaal montage kozijn bevestigingsmateriaal montage kozijn bevestigingsmateriaal triplexplaten vulmateriaal voor plaatsing vensterbank
aantal dikte breedte lengte materiaal 2 67 114 505 vuren 2 67 114 750 vuren 1 18 110 1030 mdf 1 20 20 725 vuren 1 45 45 750 PVAC-lijm 1 12 134 750 triplex 1 12 112 750 triplex 1 12 214 750 triplex PVAC-lijm 4
2
50
50
24
4
40
12
3,5
30
montagehoeken spaanplaatschroeven spaanplaatschroeven klampen en wiggen
Machines en gereedschappen: Bij het raamkozijn maken wordt uitgegaan van het gebruik van machines in de machinale houtbewerking. De vensterbank en het plaatmateriaal op maat zagen met een cirkelzaag- of formaatzaagmachine. De ronde kanten aan het plaatmateriaal schaven met de bovenfrees. Verder is het gebruik van elektrisch handgereedschap toegestaan. Opdracht 10 Indien u geen cspe-KB afneemt, heeft u ook materialen nodig om kozijn B te maken (zie werktekening kozijn B op de volgende pagina). Dit heeft dezelfde afmetingen als kozijn A dat in opdracht 8 door uw kandidaten wordt gemaakt.
PB-0601-b-13-1-i
11
lees verder ►►►
werktekening kozijn B
PB-0601-b-13-1-i
12
lees verder ►►►
bouwtechniek-timmeren CSPE BB
2013
bijlage voor de examinator Uitleg voor de examinator Opdracht 7 bestaat uit 11 vragen / opdrachten die de kandidaat moet beantwoorden of uitvoeren. Als u vindt dat de kandidaat de vraag goed beantwoordt of de opdracht correct uitvoert, vinkt u dit aan in het correctievoorschrift. Zie hoofdstuk 7 voor een toelichting op de uitvoering. Tussen haakjes staat een voorbeeld van een correct antwoord; u mag de correctheid beoordelen zoals de kandidaat het op school heeft geleerd.
VEILIGHEID vraag 1: Kies één van de volgende varianten: variant a: Wat is de functie van een nulspanningsschakelaar en hoe maakt deze een machine veiliger? (voorkomt dat een machine onverwachts weer gaat draaien als er weer spanning is na uitval) variant b: Wijs een noodstop aan, leg uit wanneer je die gebruikt en hoe je de spanning er weer op zet. (te gebruiken als je ziet dat er iets gevaarlijks dreigt te gebeuren, spanning erop = uittrekken en de hoofdschakelaar omzetten) variant c: Bij een gevaarlijke situatie kun je de noodstop indrukken. Leg uit hoe het komt dat de machines niet gaan draaien zodra je de stroom er weer op zet. (doordat er een nulspanningsschakelaar is ingebouwd die dat voorkomt)
PB-0601-b-13-1-i
13
lees verder ►►►
CIRKELZAAG met vuren deel of met triplex vraag 2: Kies één van de volgende varianten, afhankelijk of er een vuren deel of triplex klaarligt: variant a - met vuren deel: Schulpen: Leg het vuren deel op de juiste manier voor de zaag en stel de beschermkap goed. (hartkant boven, beschermkap laag op het hout) variant b - met stuk triplex: Stel de zaag op de juiste hoogte en zorg dat de beschermkap goed staat. (zaag laag, en beschermkap laag op het hout) vraag 3 Kies één van de volgende varianten, afhankelijk of er een vuren deel of triplex klaarligt: variant a met vuren deel: Schulpen: Stel de zaag op de juiste hoogte en leg uit waarom dit nodig is (hoog, hout wordt door neergaande tand vastgedrukt op de tafel, minder kans op terugslag) variant b met stuk triplex: Bij het zagen van triplex moet de zaag laag staan, leg uit waarom dat nodig is. (om splinteren aan de onderzijde te voorkomen) vraag 4 Kies één van de volgende varianten, afhankelijk of er een vuren deel of triplex klaarligt: variant a met vuren deel: Schulpen: Stel de hulpgeleider in. (voorkant 10 tot 20 mm voorbij punt waar het hout helemaal is doorgezaagd, de aluminium/houten hulpgeleider moet vlak liggen) variant b met stuk triplex: Stel de hulpgeleider in. (voorkant hulpgeleider minimaal tot het hart van de zaag)
PB-0601-b-13-1-i
14
lees verder ►►►
VLAKBANK
met vuren balk
vraag 5 Kies één van de volgende varianten: variant a: Vlakken: Leg de vuren balk op de juiste manier op het aanvoerblad. (op de brede kant, hartkant boven) En laat zien hoe je je handen houdt bij vlak- én bij haaks-schaven. (vlak op het hout bij het vlakken, gesloten bij haaks schaven) variant b: Laat zien hoe je het hout moet merken na het vlak- en haaks-schaven. (streep (haaks-teken) op de geschaafde kanten) vraag 6 Kies één van de volgende varianten, afhankelijk van de beginsituatie van de geleider (haaks of schuin): variant a: beginsituatie: de geleider staat haaks: U laat onderstaande tekening kort aan de kandidaat zien. Stel de geleider in op de juiste schuinte voor het schaven van deze doorsnede. (ter beoordeling door de examinator)
120˚
variant b: beginsituatie: de geleider staat schuin: Stel de geleider haaks. (ter beoordeling door de examinator)
PB-0601-b-13-1-i
15
lees verder ►►►
VANDIKTEBANK met vuren balk vraag 7: Kies één van de volgende varianten: variant a: Voor de eerste bewerking: leg het hout op de juiste manier voor de machine. (eerst op breedte schaven, met het haaks-teken op het tafelblad) variant b: Stel de aanvoersnelheid zodanig in dat er weinig kans is op machineslag. (aanvoersnelheid laag) variant c: Een vandiktebank heeft vaak een geribde aanvoerwals. Als je daarmee heel dun schaaft kun je afdrukken in je hout zien. Leg uit hoe dit komt. (afdrukken van de aanvoerwals die niet weg-geschaafd zijn)
LINTZAAG met vuren balk, geschaafd vraag 8: Kies één van de volgende varianten: variant a: De balk moet doorgezaagd worden, laat zien hoe de beveiliging ingesteld moet worden. (vlak boven het hout, ter beoordeling door de examinator) variant b: Wijs de beide flankgeleiders aan. (links en rechts van het zaagblad) vraag 9: Kies één van de volgende varianten: variant a: Wat voor een zaaglint kun je beter gebruiken voor het zagen van pennen: 15 of 35 mm breed? Leg uit waarom. (35 mm, een breed zaaglint geeft meer steun) variant b: Wat voor een zaaglint kun je beter gebruiken voor gebogen werk met een doorsnede van 300 mm: een zaaglint van 15 of van 35 mm breed? Leg uit waarom. (15 mm, met een smal zaaglint ga je gemakkelijker rond)
PB-0601-b-13-1-i
16
lees verder ►►►
FREESMACHINE met vuren balk, geschaafd vraag 10: Kies één van de volgende varianten, afhankelijk van de beginsituatie bij de frees: variant a: beginsituatie: freesgereedschap is nog niet gemonteerd. Monteer het juiste freesgereedschap op de spil van de frees, voor een sponning naar keuze van de examinator. (ter beoordeling door de examinator, juiste freesgereedschap, correct gemonteerd) variant b: beginsituatie: bij deze opdracht is het juiste freesgereedschap op de spil gemonteerd, maar nog niet op hoogte en diepte ingesteld. Stel de geleider op de juiste diepte, en de freeskop op de juiste hoogte voor het schaven van een kozijnsponning (ter beoordeling door de examinator, hoogte en diepte correct ingesteld) variant c: beginsituatie: bij deze opdracht is de frees volledig ingesteld, maar de beveiliging (of het aanvoerapparaat) is nog niet afgesteld. Stel de beveiliging (of het aanvoerapparaat) en geleiding correct af. (ter beoordeling door de examinator: beveiliging (of aanvoerapparaat) en geleiding correct ingesteld
AFKORTZAAG met vuren balk vraag 11: Kies één van de volgende varianten: variant a: Stel de vingerwijzer op de juiste hoogte. (net boven het hout) variant b: Het vuren deel moet in de lengte ongeveer 200 mm ingezaagd worden (schulpen), mag dit op de afkortzaag? (nee) variant c: Je kunt de afkortzaag ook gebruiken om een keep in te zagen. Laat zien hoe je dat instelt. (hoogte instellen)
PB-0601-b-13-1-i
17
lees verder ►►►
bouwtechniek-timmeren CSPE BB
2013
algemene informatie voor de kandidaat
Inleiding Een aannemer gaat een vrijstaand woonhuis bouwen. In dit huis komt een erker. De aannemer maakt de kozijnen voor deze erker op maat. Wat ga je doen? Jij gaat de aannemer helpen. Je werkt mee aan de voorbereidingen voor de bouw van het huis en vooral van de erker. Je gaat een kozijn voor de erker maken. Ook ga je dit kozijn plaatsen en de erker aan de binnen- en buitenkant aftimmeren. Overzicht van de opdrachten Onderdeel A
Onderdeel B
Onderdeel C Onderdeel D
gegevens in bouwvoorbereidingstekeningen en het deelbestek opzoeken en verwerken een CAD-tekening maken een materiaalstaat en een werkvolgorde maken een schets van een hoek van de erker maken een minitoets maken mondelinge vragen in de machinale beantwoorden een kozijn maken een minitoets maken het kozijn in de erker plaatsen en aftimmeren je eigen werk beoordelen
Wanneer je deze informatie hebt gelezen, lever je het blad weer in bij je docent.
PB-0601-b-13-1-i
18
lees verder ►►► einde