Groep 3/4 Techniekproject juni 2009 Thema: huizen/ bouwen
1
Inhoudsopgave Uitleg draaiboek __________________________________________________________ 3 Algemeen _______________________________________________________________ 4 Planning dagdelen ________________________________________________________ 5 Zorg dat je dit van tevoren regelt_ ___________________________________________ 6 Didactiek: dagdeel bouwen _________________________________________________ 7 Dagdeel bouwen _________________________________________________________ 8 Bijlage 1-2-3 _____________________________________________________________ 11 Didactiek: dagdeel beroepencircuit____________________________________________ 16 Dagdeel beroepencircuit____________________________________________________ 17 Bijlage 4-5-6-7-8-9 _________________________________________________________ 21 Didactiek: dagdeel isolatie __________________________________________________ 29 Dagdeel isolatie __________________________________________________________ 30 Bijlage 10-11______________________________________________________________ 33 Didactiek: dagdeel constructies_______________________________________________ 39 Dagdeel constructies _______________________________________________________ 40 Bijlage 12-13 ______________________________________________________________ 42 Gymactiviteit 1: van kamer naar kamer ________________________________________ 46 Gymactiviteit 2: verhuizen __________________________________________________ 47 Gymactiviteit 3: werken als een bouwvakker ____________________________________ 52 Gymactiviteit 4: harde werker ________________________________________________53
2
Uitleg bij draaiboeken techniekweek In dit blad wordt uitgelegd hoe de draaiboeken voor de volgende groepen in elkaar steken en werken: Groepen 3+4, 5+6 en 7+8. De opbouw van al deze draaiboeken zijn gelijk en dit blad is dus bruikbaar bij ieder draaiboek. Voor iedere groep is er een 4-tal activiteiten ontwikkeld, waarbij ook voor iedere activiteit een lesbox aanwezig zal zijn. Voorkaft Ieder draaiboek heeft een voorkaft. Hierop staat voor welke groepen het draaiboek is bedoeld en welk thema er behandeld word. Tevens staat er natuurlijk een leuk plaatje dat bij het thema hoort bij. Planning dagdelen Hier vind je een schema, wat verteld welke klas welk dagdeel doet op welk moment. Iedere klas voert namelijk per dagdeel een andere activiteit uit, zodat de lesboxen eenvoudig uitgewisseld kunnen worden en er voldoende materialen aanwezig zijn. Hier staat ook vermeld welke lesbox bij welk dagdeel hoort. Dagdelen Hier staat 1 dagdeel uitgewerkt, ieder dagdeel is op dezelfde manier uitgewerkt. Ieder dagdeel bestaat uit 3 onderdelen: Algemeen, lesbeschrijving en bijlagen. Algemeen Dit onderdeel is ook weer onderverdeeld. - In dit gedeelte wordt kort verteld hoe de les eruit gaat zien en wat de leerlingen gaan leren en doen tijdens desbetreffende dagdeel. - Er word verteld wat de beginsituatie voor de leerling is, wat zouden de leerlingen al weten en wat is juist helemaal nieuw voor de leerlingen. - Er zijn leerdoelen voor de leerlingen geformuleerd. - Als laatste staat er opgesomd wat er allemaal aanwezig is in de lesbox. Lesbeschrijving In dit onderdeel van het draaiboek staat het lesverloop uitgestippeld. Alle onderdelen van de les staan uitgelegd, wat vertel je de leerlingen al en wat nog niet over het onderwerp. Hoe gaan de leerlingen aan de slag, wat krijgen ze voor materialen. Dat soort dingen kun je in de lesbeschrijving vinden. Het is dus belangrijk om deze ruim en goed van tevoren door te nemen! Bijlagen In de bijlagen vind je spullen op papier die je nodig zult hebben in de les. Didactiek bij de dagdelen De didactiek bij de dagdelen is op 2 verschillende manieren toegevoegd. De technische cyclus en het 5stappenplan. De technische cyclus Bij de technische cyclus wordt aan de volgende onderdelen aandacht besteed: Materiaal: Voor deze les is bewust voor bepaalde materialen gekozen, waarom zijn deze materialen juist geschikt voor deze les? Energie: Op wat voor manier zorgen de leerlingen ervoor dat de les tot een goed einde gebracht word, wat doen ze tijdens de les en waarom laten we ze dat doen? Informatie: Op wat voor manier krijgen de leerlingen informatie van de docent(e), of op andere manieren, zoals door andere leerlingen? Bedenken/ontwerpen: Wat doen de leerlingen deze les aan bedenken en ontwerpen? Maken: Wat maken de leerlingen in deze les? Gebruiken: Worden de producten van de leerlingen verder gebruikt in de les, wat nemen ze mee naar huis? Het 5-stappenplan In een les onderscheiden we 5 fasen, in het 5-stappenplan wordt verteld wat het nut is van de handelingen van de leerling tijdens deze les. De fasen zijn: 1. Introductie fase 2. Aanrommelen/ vrije exploratie 3. Onderzoek 4. Rapportage/ nabespreking 5. Verbreden/ toepassen
3
Algemeen Zoals het titelblad al laat weten gaat dit project over bouwen en huizen. De leerlingen gaan met 4 activiteiten over dit onderwerp aan de slag en leren zo gaandeweg het belang van bouwen en huizen. In deze bundel staan de 4 activiteiten uitgewerkt met alle informatie die nodig is om dit project succesvol te laten verlopen. Activiteiten 1. 2. 3. 4.
Bouwen Beroepencircuit Constructies Isolatie
Uitwerking We hebben voor de uitwerking van de activiteiten voor een standaard lesmodel gekozen vanwege de volledigheid en overzichtelijkheid hier van. In het lesmodel zijn per activiteit de beginsituatie, het doel, de tijdsplanning, een lesbeschrijving en de benodigdheden vernoemt en uitgewerkt. Het doel van dit project Het overkoepelende doel van dit project is het volgende: Wanneer de leerlingen dit project hebben afgerond hebben de leerlingen inzicht in gebouwen, het tot stand komen en tot stand blijven van gebouwen en het nut ervan. Ze begrijpen waar huizen voor nodig zijn en weten zelfs enkele belangrijke begrippen te benoemen die bij huizen van toepassing zijn. Enkele van deze begrippen hebben ze zelfs onderzocht.
4
Planning dagdelen
groep 3/4
Beste leerkracht, Zoals je hieronder in het schema ziet voert elke groep per dagdeel een andere activiteit uit, zodat de lesboxen eenvoudig uitgewisseld kunnen worden en er voldoende materialen aanwezig zijn. Ook kun je hieronder vinden welke lesbox bij welk dagdeel hoort. Op deze manier heb je alle benodigdheden voor je activiteit bij elkaar.
Groep 3 Ghislaine/Ellen
Groep 3 Ninke/Sanne
Groep Terry/Nienke
Groep 4 Hans/Mariëtte
Dagdeel 1: Bouwen
Dagdeel 2: Techniek circuit
Dagdeel 3: Isolatie
Dagdeel 4: Constructies
Dagdeel 2: Techniek circuit
Dagdeel 3: Isolatie
Dagdeel 4: Constructies
Dagdeel 1: Bouwen
Dagdeel 3: Isolatie
Dagdeel 4: Constructies
Dagdeel 1: Bouwen
Dagdeel 2: Techniek circuit
Dagdeel 4: Constructies
Dagdeel 1: Bouwen
Dagdeel 2: Techniek circuit
Dagdeel 3: Isolatie
Dagdeel 1: bouwen lesbox 1 Dagdeel 2: Techniek circuit Lesbox 2 Dagdeel 3: Isolatie Lesbox 3 Dagdeel 4: Constructies Lesbox 4
5
Zorg dat je dit van tevoren regelt Bij een aantal activiteiten van deze techniekweek moet je zelf nog voor wat spullen zorgen (de meeste zijn binnen de klas/binnen de school te vinden.) Ook zijn er bij sommige activiteiten hulpouders nodig of moeten de kinderen zelf iets van huis meenemen. Hieronder staat bij elke activiteit waar je van tevoren rekening mee moet houden. Houd hier dus rekening mee!
Dagdeel 1: Bouwen - zorg zelf voor: grote blokken (deze kunnen geleend worden bij een kleuterklas)
Dagdeel 2: beroepen circuit - zorg zelf voor: hulpouders (tijdens dit dagdeel is het misschien handig om bij ieder groepje een leerkracht te zetten, om de kinderen te begeleiden, te sturen en te ondersteunen)
Dagdeel 3: Isolatie - zorg zelf voor: ieder leerling een leeg pak melk mee naar school neemt. Per tweetal hebben de kinderen één melkpak nodig. Regel dit van tevoren.
Dagdeel 4: constructies -
6
Didactiek: dagdeel bouwen 5- Stappenplan 1.Introductie fase Kijken van informatieve film, praten in de kring. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie Met ze beperkte informatie die de kinderen hebben gekregen mogen ze gaan proberen of ze zelf een muur kunnen bouwen. In de laatste fase mogen ze een stapje verder gaan door het zelfde te gaan doen met echte bakstenen, alleen nu verrijkt met de opgedane informatie van de blokken. 3. Onderzoek Tijdens de vrije exploratie onderzoeken de kinderen wat het effect is van verschillende manieren van het stapelen van stenen. Met de ervaring die ze hier uit opdoen gaan ze hun voordeel doen tijdens het bouwen van de bakstenen muur. 4. Rapportage/ nabespreking Telkens als de kinderen iets hebben uitgeprobeerd of aan hebben mogen rommelen is het de bedoeling om met ze te bespreken wat ze gezien/gemerkt hebben. 5. Verbreden/ toepassen De verworven kennis uit het aanrommelen met de blokken en het bespreken van de resultaten hieruit passen de kinderen toe op de bakstenen muur. __________________________________________________________________________________
Techniek cirkel Materiaal: We hebben gekozen voor een informatieve film omdat dit een verhaal en beelden aan de kinderen geeft. Ook is het een voordeel dat de kinderen bekend zijn met dit materiaal. Daarna gaan ze een stap zetten in de richting van het met ‘’echt’’ materiaal werken, de blokken. Dit zodat ze wat kunnen uitproberen. Bij het laatste onderdeel werken de kinderen met echte bakstenen, dit om het zo echt mogelijk te laten zijn voor de kinderen. Energie: De kinderen moeten het opbrengen om de hele film op te letten. Ook moeten ze zowel van blokken als van stenen muurtjes bouwen. Informatie: De eerste informatie die de kinderen krijgen komt van de informatieve film, vervolgens krijgen ze van de docent nog informatie over verschillende metselpatronen. Die bekijken ze zelf aan de hand van schematische tekeningen en door het kijken naar echte muren. Tijdens en na het uitproberen met de blokken en bakstenen krijgen ze informatie van elkaar doordat ze zie wat de anderen doen en ze ervaren wat goed en fout gaat. Bedenken/ ontwerpen: De kinderen krijgen tot een zekere zin informatie over het bouwen van muren. De kinderen moeten dit echter zelf in de praktijk brengen. Ze bedenken en ontwerpen hiervoor een muurtje. Maken: De kinderen maken een houten en een stenen muur Gebruiken: De kinderen kunnen de verworven kennis telkens in de volgende dagdelen toepassen.
7
Dagdeel bouwen
groep 3/4
Algemeen Algemeen: In deze les leren de kinderen verschillende bouwstructuren kennen en toepassen. Tijdens de les komen verschillende werkvormen aan bod( in groepjes, klassikaal, individueel) zodat alle delen een uitdaging blijven voor de kinderen en ze niet snel af zullen haken. Ook laat je de kinderen vooral zelf bezig zijn, zodat ze actief betrokken worden bij dit thema en zelfontdekkend kunnen leren. Beginsituatie Het thema bouwen/huizen zal niet voor alle kinderen nieuw zijn, omdat dit thema ook aan bod is toen de kinderen nog in de kleutergroep zaten. Wel zullen er nieuw, uitdagende aspecten rondom dit thema aan bod komen, zodat de kinderen actief mee zullen werken. Ook zullen de verschillende werkvormen die tijdens deze les aan bod komen al vaker zijn toegepast tijdens activiteiten. Doelen - De kinderen kennis laten maken met de opbouw van huizen (verschillende bouwtechnieken aan de hand van bakstenen). Inhoud van de lesbox - bijlage 1 en 2 - dvd aflevering: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_bakstenen01 - blokken - bakstenen - cement
8
Deel 1: film Tijd: 30 minuten Beginsituatie: Het is niet de eerste keer dat de kinderen een informatieve film te zien krijgen. Wel zal het rondom dit thema nieuw voor ze zijn. Hierdoor zullen de kinderen een actieve houding aannemen, omdat het nieuw voor ze is. Leerdoelen: - Kinderen kennis laten maken met het onderwerp voor dit dagdeel. - Kinderen activeren voor het onderwerp bouwen/bakstenen - Voorkennis van de kinderen prikkelen Inhoud: Om dit dagdeel te introduceren gaan de kinderen eerst een filmpje bekijken rondom het thema bouwen. Op deze manier maak je de kinderen nieuwsgierig naar de rest van de activiteit en wordt de voorkennis van de kinderen geprikkeld. Benodigdheden: - dvd aflevering: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_bakstenen01 Deel 2: Wanneer is een muur het stevigst Tijd: 15/20 minuten Beginsituatie: Het is nieuw voor de kinderen om er bewust mee bezig te zijn hoe een huis is opgebouwd. De kinderen zullen het waarschijnlijk lastig vinden om aan te geven hoe je stenen het beste kunt metselen, zodat het stevig is. Wel zullen ze door middel van het spelen en bouwen van lego/blokken wel verschillende bouwstructuren kennen en uitgeprobeerd hebben. Leerdoelen: - Inzicht krijgen in een goede/stevige bouwtechniek. Inhoud: De kinderen zitten allemaal in de kring. Je gaat in de kring met de kinderen verschillende manieren bespreken hoe je een muur kan bouwen. Wat is stevig en wat juist niet? Probeer dit ook samen uit met de kinderen door middel van blokken. Bij de bijlage ( voorbeeld muren maken) zitten voorbeelden van muren die je samen met de kinderen kan maken. Hierbij laat je de kinderen zelf proberen/vertellen welke volgens hen het stevigst is. Ook ga je na hoe
9
bakstenen bij een huis meestal gebouwd zijn en dit laat je zien door middel van platen. Vergelijk de bouwstructuur van echte huizen met de structuren die jullie in de kring hebben gebruikt. Hebben jullie dezelfde gemaakt? Benodigdheden: - voldoende blokken - bijlage voorbeeld muren maken(1) - bijlage huizen/bakstenen(2) Deel 3: metselen Tijd: 30 minuten Beginsituatie: De kinderen hebben al eerder gebouwd met bijvoorbeeld blokken, lego, knex enz. Maar met echte bouwmaterialen zal voor de meerderheid van de kinderen nieuw zijn. Ook is het de bedoeling dat kinderen tijdens deze activiteit met elkaar samenwerken. Dit is tijdens andere activiteiten vaker aan bod gekomen en hebben hier dus meer ervaring mee. Leerdoelen: - Vooraf geleerde kennis kunnen toepassen. - Kinderen door ze samen te laten werken tot een goed eindproduct Inhoud: Tijdens dit deel gaan de kinderen zelf een muur bouwen met echte bakstenen en ‘cement’. Verdeel de klas in groepjes en in deze groepjes gaan ze proberen om samen een zo stevig mogelijke muur te maken. Ze gebruiken de kennis die ze bij deel 2( wanneer is een muur het stevigst) hebben opgedaan om een zo goed mogelijk eindresultaat neer te zetten. Tip: Maak per groepje een foto, zodat ze deze eventueel mee naar huis kunnen nemen van hun eigen gebouwde muur. Benodigdheden: - bakstenen - ‘cement Deel 4 Tijd: 15 minuten Tijdens deel 4 gaan de kinderen een evaluatie werkblad invullen naar aanleiding van hun eigen metselwerk. Dit doen ze individueel, zodat ze nog een keer bewust stil staan bij wat ze in bovenstaande delen gedaan hebben.
10
Bijlage 1: Werkblad bouwen
Naam:_____________________________________________________________________ - Teken de muur zoals jij deze hebt gemetseld
- ziet de muur er stevig uit: __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
- Heb je de muur hetzelfde gemetseld zoals jullie dit hebben geoefend in de klas? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
- Welk beroep heb je net nagedaan? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
- Vond je het leuk om dit beroep te proberen? En waarom? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
11
Bijlage 2: voorbeeld muren bouwen Voorbeeld muur nummer 1:
Vooraanzicht:
Voorbeeld muur nummer 2: Vooraanzicht:
Voorbeeld muur nummer 3: Vooraanzicht:
Bovenaanzicht:
12
Bijlage 3: Posters muren (voorbeeld platen)
13
14
15
Didactiek: dagdeel beroepencircuit 5- Stappenplan 1.Introductie fase Klassikaal bespreken wat alle beroepen in huis op technisch gebied betekenen. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie Tijdens elk onderdeel gaan de kinderen zelf aanrommelen. Bij elke opdracht zijn wat ‘’hints’’ gegeven om de boel goed te laten verlopen, maar de kinderen moeten zelf uitvinden hoe het allemaal het beste werkt. 3. Onderzoek Door uit te proberen en te vergelijken met gegeven voorbeelden onderzoeken de kinderen wat de beroepen inhouden. 4. Rapportage/ nabespreking Na afloop van de les bespreek je met de kinderen wat ze ontdekt hebben en hoe ze dit dagdeel ervaren hebben. 5. Verbreden/ toepassen. Er is een grote kans dat de kinderen het geleerde zelf gaan toepassen in de andere dagdelen. __________________________________________________________________________________
Techniek cirkel Materiaal: We hebben er voor gekozen om de kinderen tijdens deze les vrijwel alleen met echte materialen te laten werken. Ze leren over echte beroepen die met techniek te maken hebben, dus is het belangrijk dat ze goed ervaren wat de mensen die deze beroepen uitvoeren zoal doen. Met de materialen die wij hiervoor hebben gekozen kunnen ze deze handelingen zelf uitvoeren. Energie: Ieder onderdeel van dit dagdeel heeft een eigen eindproduct. De doen beroepshandelingen na en maken dus wat de vaklui ook maken, maar dan in het klein. Informatie: De kinderen krijgen hun informatie tijdens dit dagdeel uit de korte gezamenlijke inleiding en voor de rest uit de klaarliggende materialen. Bedenken/ ontwerpen: Tijdens ieder onderdeel van dit dagdeel ontwerpen de kinderen een eigen versie van hoe ze zelf zien hoe het beroep uitgevoerd wordt. Bij de loodgieren ontwerpen ze bijvoorbeeld een riolering met rietjes, en bij de stratenmaker een ‘’straat’’ uit blokken. Maken: Bij de elektricien, de metselaar en de loodgieter maken de kinderen een werkblad, bij de stratenmaker en de timmerman maken ze een tastbaar werkje van blokken en hout. Gebruiken: Na dit dagdeel hebben de kinderen meer inzicht in wat de verschillende behandelde beroepen inhouden. Telkens als de kinderen weer te maken krijgen met iets dat met deze beroepen te maken heeft hebben ze een heel stuk extra voorkennis.
16
Dagdeel: beroepencircuit
Groep 3/4
Algemeen In deze les leren de kinderen in groepsverband kennis maken met verschillende beroepen uit de sector techniek. Het gaat om 5 beroepen die de kinderen via een roulerend circuit aflopen. Voor elk onderdeel hebben ze ongeveer 15 minuten de tijd. Ze gaan vooral zelf met de materialen aan de slag, daarbij ontdekken, concluderen en evalueren ze samen met hun klasgenoten. Hoewel ze dus vrij mogen werken, is het wel verstandig om bij elk groepje een hulpouder als begeleiding te laten zitten. Vooral bij het timmeren met echte spijkers/ bij het ingewikkelde proefje met de stroomkring.
Let op! Hulpouders vragen! Beginsituatie Met een aantal beroepen zullen de kinderen al bekend zijn, enkele zullen eerst toegelicht moeten worden. Ook hebben de kinderen al vaker met circuits binnen één onderwerp gewerkt. Het werken in groepjes hebben ze ook al vaker gedaan. Wat wel vernieuwend voor ze zal zijn is het vrije gedeelte binnen deze les. Ze mogen lekker zelf aanrommelen met de materialen waardoor ze op hun eigen tempo kennis kunnen maken met de verrassende conclusies binnen techniek.
Doelen - Kinderen kennis laten maken met verschillende technische beroepen door hen zelf met het materiaal te laten werken - Kinderen laten samenwerken binnen het thema techniek en zo per onderdeel tot een geslaagd eindresultaat te komen (bijvoorbeeld een goed ingevuld werkblad.) - Kinderen de mogelijkheid geven om zelf te ontdekken. (Er wordt vooraf dus erg weinig uitgelegd over de verschillende onderdelen, het gaat om de vrije exploratie.)
Inhoud van de lesbox - Bijlage 1 t/m 6 - Opdrachtenkaartjes (met uitleg over elk onderdeel) - Stickers voor de namen (werkstukjes die mee naar huis mogen) - Poster 20x (Waterleiding) - Lijm - Rietjes - Houten blokken - Zandbak kleuters - 3x rubberhamer - Appel 5x - Spons 5x - Lepel - Glas water - Glas met potgrond - Blokje hout - Stroomkring met batterij en lampje - 5x hamer - Spijkers - Blokjes hout - Bruin papier (voor het knippen van de bakstenen)
17
Dagdeel beroepencircuit Deel 1: Loodgieter Bij deze activiteit gaan de kinderen hun ruimtelijk inzicht verbreden. We hebben er bij deze oefening voor gekozen om ze dit te laten doen door hen een plattegrond na te laten maken. De bedoeling is dat de leerkracht zo min mogelijk helpt. De leerlingen ontdekken zelf en fouten worden opgespoord door de kinderen zelf. Omdat de kinderen is groepjes aan het zelfde product werken is de onderlinge controle hierin groot. Deel 2: stratenmaker Bij deze activiteit gaan de kinderen zich oriënteren op bestaande klinkertechnieken. Het is de bedoeling dat ze dit doen door de voorbeelden op papier na te maken met echte materialen (houten blokken). Het idee hierachter is dat ze gebruik gaan maken van bestaande technieken binnen een beroep. Omdat dit beroep al vele jaren wordt uitgevoerd zijn er technieken ontstaan die ieder op hun manier goed werken. Door het ze zelf uit te laten proberen ondervinden ze de voor en nadelen van de verschillende bestaande technieken om een klinkerpatroon te leggen. Deel 3: Elektricien Bij deze activiteit gaan de kinderen kijken naar verschillende geleiders en isolatoren. Dit gaan ze doen door een onderbroken stroomkring proberen te overbruggen met verschillende materialen. Door ze zelf te laten uitproberen is het de bedoeling dat ze ontdekken wat wel en wat niet goed geleidt. Het is de bedoeling dat je als leerkracht een aantal verschillende materialen aangeeft die ze moeten uitproberen, anders zou het zo kunnen zijn dat ze vanuit hun voorkennis alleen ijzeren (metalen) voorwerpen uitproberen. Door ze, nadat ze de aangegeven materialen hebben uitgeprobeerd, zelf voorwerpen te laten zoeken die stroom geleiden kan je zien of ze heb begrepen hebben. Als ze het in dit stadium nog niet door hebben is dat ook niet erg omdat ze nu weer van elkaar leren omdat ze zien wat anderen pakken en wat dat voor resultaat oplevert. Deel 4: Timmerman Bij deze activiteit gaan de kinderen het beroep als het ware uitvoeren. Dit om te ervaren hoe het is om als timmerman een hamer te hanteren. Deel 5: Metselaar Bij deze opdracht gaan de leerlingen door middel van een beroep uit te voeren hun ruimtelijk inzicht verbreden. Ook oefenen ze hier hun motoriek bij deze opdracht.
18
Lesbeschrijving Inleiding (15 min.) Ja gaat met de kinderen in de kring zitten en bespreekt kort de 5 verschillende onderdelen van het circuit. Laat hierbij niet teveel los over de inhoud van de activiteiten, maar vertel alleen wat de bedoeling is. Het is namelijk belangrijk dat de kinderen tijdens dit circuit vooral zelfontdekkend aan het werk gaan. Bespreek wel uitgebreid alle beroepen en wat zij binnen huis op technisch gebied kunnen betekenen. Vraag de kinderen of ze hier ervaring mee hebben. Als de klas in groepjes is verdeeld, kan het circuit beginnen. Circuit (15 min. per onderdeel) Onderdeel 1: Loodgieter (Bijlage 2) Leerdoel: ruimtelijk inzicht verbreden. Bij dit onderdeel krijgt het groepje leerlingen een plattegrond van een woonwijk. Met witte lijnen is op deze plattegrond aangeven hoe de loodgieter de riolering heeft gelegd. Samen kruipen de kinderen in de huid van een loodgieter en gaan op een grote poster deze riolering zelf aanleggen. De woonwijk moet exact nagemaakt worden. Ze plakken de huizen, grote gebouwen, bomen en rioleringsbuizen op de poster zoals op de plattegrond staat aangegeven. De rioleringsbuizen worden nagemaakt met rietjes die van gebouw naar gebouw worden gelegd. De kinderen moeten bij deze opdracht goed in de gaten houden dat de taken worden verdeeld. Voorbeeld: de één knipt de onderdelen uit, de ander plakt ze op en weer iemand anders controleert aan de hand van de plattegrond of alles in verhouding wordt opgeplakt. Nodig: Grote poster, lijm, plattegrond riool, rietjes, bijlage 1 en 2.
Onderdeel 2: Stratenmaker (Bijlage 3) Leerdoel: Kennis maken met verschillende technieken om een straat te leggen, en deze nabouwen. De kinderen krijgen een plaat met 6 verschillende technieken om een straat te leggen. Op het voorbeeld zijn klinkers gebruikt, de kinderen gaan aan de slag met houten blokken. Het is de bedoeling dat ze alle 6 de technieken op hun tafel in de praktijk uitwerken. Op deze manier krijgen ze inzicht in technieken en ruimte. Nodig: Plaat met klinkertechnieken, houten blokken, bijlage 3.
19
Onderdeel 3: Elektricien (Bijlage 4) Leerdoel: Inzicht krijgen in voorwerpen die stroom wel/ niet geleidden. Bij dit onderdeel staat er een Electro- practicum klaar op tafel. De kinderen krijgen een werkblad en gaan aan de slag met de stroomkring. Ze mogen zelf ontdekken welke stoffen wel en welke geen stroom doorlaten. Om ze extra inzicht te geven staat dit onderwerp in een korte context. Ook komt er een voorwerp later op het werkblad terug, namelijk de spons. Eerst wordt hij droog getest en later mogen ze hem nat maken. Hierdoor zien de kinderen dat water stroom geleidt. Als er nog tijd over is, kunnen ze de extra opdracht vanuit het werkblad uitvoeren. Let op! - Elk nieuw groepje heeft eerst een droge spons nodig. Zorg na elk draaimoment voor een droge spons en haal de natte weg. - De stroomkring is van tevoren opgebouwd zodat de kinderen direct aan de slag kunnen. Nodig: Stroomkring met lampje, stroomdraadjes, 9 voltbatterij en spijkers. Appel, 5x spons, lepel, glas water, bakje potgrond, houten blokje. Onderdeel 4: Timmerman (bijlage 5) Leerdoel: het ontdekken van het werken met materialen van een timmerman. De kinderen schuiven aan in het groepje waar houtblokjes, hamers en spijkers klaarliggen. Ze mogen zelf aan de slag met het maken van hun eigen werkstukje. Er zullen 4 platen als beeldmateriaal dienen voor de kinderen die graag wat houvast willen hebben. Het is dus niet de opdracht om deze werkjes na te bouwen. In principe is dit dus een vrije timmeropdracht. Nodig: hamers, spijkers, stukjes hout Onderdeel 5: Metselaar (bijlage 6) Leerdoel: toepassen/ voorkennis opdoen over een stevige metselstructuur bij een huis. De kinderen schuiven aan in het groepje. Ze gaan individueel bakstenen knippen en plakken in hun eigen huis. Hierbij is het ook de bedoeling dat de verhouding tussen bakstenen en huis klopt qua grootte. Ook is het de bedoeling dat ze de bakstenen niet tegen elkaar aanplakken, maar dat ze witte voegen openlaten bij het opplakken van hun stenen. Nodig:bruin papier, poster met huis, scharen, lijm. Afsluiting (15 min.) Als de groepjes alle onderdelen hebben gehad geef je aan dat elk groepje het onderdeel waar ze het laatst mee hebben gewerkt netjes opruimt. De losse onderdelen gaan nu weer terug in de lesbox. Vervolgens ga je met de kinderen weer terug in de kring zitten en evalueer je de verschillende beroepen. Vraag naar hun bevindingen, verwachtingen en conclusies.
20
Bijlage 4: Opdrachtkaartjes
Opdracht 1: loodgieter Bij deze opdracht ga je samen met jou groepje de waterleiding in het huis leggen. Kijk goed naar wat je allemaal ziet in het huis. Waarbij heb je allemaal water nodig? Leg de leidingen naar alles waar water voor nodig is. Begin bovenaan in het huis. Wat gebeurd er met het water als het in het huis niet meer nodig is? Leg ook hier een leiding naartoe, zodat het water op het laatst uitkomt in het riool.
Opdracht 2: stratenmaker Op tafel ligt een blad met allemaal verschillende manieren hoe je stenen kunt leggen. Al deze manieren ga je zelf ook uitproberen met jou groepje. Dit mag je doen in de bak met zand, zodat het lijkt alsof je echt een straat aan het leggen bent. Probeer de stenen goed vast te laten liggen, zodat je een mooie straat krijgt. Dit kun je doen door de hamer te gebruiken.
Opdracht 3: Elektricien Bij deze opdracht hoort een werkblad. Samen met je groepje ga je alles doen wat op je werkblad staat en maak je hierbij de opdrachten. Laat de lampjes en de draadjes aan elkaar zitten, zodat elk groepje deze weer kan gebruiken. Let op! Er staat ook nog iets op de achterkant van je werkblad.
21
Opdracht 4: Timmerman Voor je op tafel zie je allemaal hout, spijkers en hamers liggen. Nu ga je zelf iets moois timmeren. Er liggen een paar voorbeelden op tafel, maar deze hoef je niet na te maken. Het mag wel, maar je mag ook zelf iets verzinnen. Pas wel goed op voor je vingers!
Opdracht 5: metselaar Bij deze opdracht ga je zelf je huis metselen. Op tafel ligt papier. Van dit papier ga je zelf bakstenen knippen, zodat jou eigen huis mooie bakstenen krijgt. Kijk goed naar de muur in de klas. Zien jullie ook die witte lijntjes ertussen? Probeer dit ook bij jou eigen huis te doen, zodat niet alle bakstenen tegen elkaar aan zitten. Let ook goed op de grootte van de bakstenen, omdat deze in het echt ook niet heel groot zijn.
22
Leg de waterleiding !
23
Bijlage 6: (stratenmaker)
24
Bijlage 7 (elektricien) ___________________________________________________________________________
Dit is Stroompie. Hij heeft een rugzakje met stroom erin waardoor het lampje gaat branden. Heel snel kan Stroompie door de draadjes kruipen. Jij gaat nu testen door welke dingen Stroompie nog meer kan kruipen. Gaat het lampje altijd aan? Gaat het lampje aan als je Stroompie door deze dingen laat kruipen?
JA / NEE
JA / NEE
JA / NEE
JA / NEE
JA / NEE
JA / NEE
Maak de spons nu eens nat door hem onder de kraan te houden en test of Stroompie er nu wel doorheen kan kruipen. Wat zie je? _______________________________________________________ Hoe kan dat denk je? _______________________________________________
25
Welke dingen die je thuis tegenkomt hebben stroom nodig? Kleur ze!
26
Bijlage 8: timmerman.
27
Bijlage 9: Metselhuis
28
Didactiek: dagdeel isolatie 5-stappenplan 1.Introductie fase De leerlingen krijgen van de docent(e) informatie over het begrip isolatie. De docent(e) stimuleert de voorkennis van alle leerlingen door bekende isolatie mogelijkheden (het dragen van een jas) te koppelen aan het isoleren van een huis. Vervolgens word hen de opdracht uitgelegd. De leerlingen gaan vervolgens een werkblad invullen, waarmee ze kennis maken met de thermometer en het leren af te lezen. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie Er is weinig aanrommelen tijdens deze opdracht. De leerlingen maken een keuze van isolatiemateriaal en dit gaan ze gebruiken om hun huisje te isoleren. 3. Onderzoek De leerlingen gaan onderzoeken welk materiaal het beste isoleert, ieder groepje onderzoekt maar 1 materiaal. De verschillende materialen zullen verschillend goed isoleren en daardoor kun je in de nabespreking hiermee een conclusie trekken. 4. Rapportage/ nabespreking De uitkomsten van temperatuurdaling worden vergeleken en er zal een beste isolatiemateriaal uitkomen. 5. Verbreden/ toepassen De leerlingen hebben een onderzoek uitgevoerd, ze hebben geleerd thermometers af te lezen en te gebruiken. Ze kennen het begrip isolatie. __________________________________________________________________________________
Dagdeel isolatie Materiaal: De leerlingen maken gebruik van verschillende materialen om te bekijken welk materiaal goed isoleert. Hun ‘huisje’ is een leeg melkpak, waarin ze het water zo warm mogelijk moeten houden. Tevens leren de leerlingen werken met een thermometer. Energie: Ze gaan hun huisje zelf inpakken met isolatiemateriaal. Daarna gaan ze gebruik maken van de thermometer, eerst vullen ze een werkblad over thermometers in, waarbij ze het gebruik van de thermometer leren en daarna gaan ze die daadwerkelijk gebruiken. Informatie: De leerlingen krijgen op het begin van de les informatie over het begrip isolatie en over het gebruik van thermometers. Bedenken/ ontwerpen: In tweetallen bedenken de leerlingen welk materiaal goed isoleert, samen gaan ze hun melkpak daar zo goed mogelijk mee isoleren (maximaal 2 cm dik). Maken: De kinderen isoleren hun eigen melkpak in 2 tallen. Gebruiken: Op het einde van de les gaat de docent(e) met de leerlingen bespreken welk materiaal nu het beste heeft gewerkt.
29
Dagdeel: Isolatie
Groep 3/4
Algemeen In deze les gaan de leerlingen kennis maken met het begrip: isolatie. De leerlingen gaan proberen te bedenken welk materiaal goed isoleert en welke niet. Hier doe ze zelf ook onderzoek naar door middel van een practicum. Naast het begrijpen van het begrip isolatie, zullen ze ook temperatuur leren aflezen van thermometers en het verwerken van deze informatie in een tabel. Beginsituatie De leerlingen hebben hoogstwaarschijnlijk nog nooit gehoord van het begrip isolatie. Wel zullen de leerlingen weten dat als ze in de winter geen jas aantrekken, dat ze het buiten dan koud krijgen en dat ze door een jas aan te trekken het wel warm houden. Door de isolerende werking van kleren te koppelen aan het warm houden van een huis kun je de voorkennis van de leerlingen activeren. Doelen - De kinderen maken kennis met het begrip isolatie. - De kinderen leren een thermometer aflezen. - De kinderen ontdekken welke materialen goed isoleren en welke materialen niet goed isoleren. - De kinderen leren een stopwatch af te lezen Inhoud van de lesbox - werkblad bij het practicum (zie bijlage) - 1 lege melkpak per 2 leerlingen (10cmx10cmx20cm) Zelf meenemen - Verschillende isolatie materiaal (watten, katoen, synthetisch materiaal, wol, papier, karton, etc. de leerlingen mogen ook hun eigen materiaal meenemen als ze willen) - Lijm - Heet water (zo heet mogelijk) - 15 thermometers
30
Lesbeschrijving Inleiding (15 min) Je gaat met de leerlingen in de kring zitten en gaat het eerst hebben over manieren waarop de leerlingen het warm houden, ze weten waarschijnlijk kleding en de verwarming in huis te noemen. Vraag door hoe de warmte binnen blijft (door de muren), buiten is het namelijk niet warm. In de muren zit uiteraard weer materiaal, dat zorgt dat de warmte moeilijk kan ontsnappen. Leg uit dat de leerlingen onderzoek gaan doen naar verschillende materialen die je kunt gebruiken om warmte binnen te houden. Leg de opdracht uit aan de leerlingen. Uitleg opdracht: Er wordt begonnen met een werkblad over het aflezen van thermometers, zodat de leerlingen tijdens het practicum daadwerkelijk de thermometers kunnen aflezen. De leerlingen gaan hierna hun eigen “huisje” isoleren. Je legt uit dat het huisje van de leerlingen een melkpak is. Je verteld dat ze die mogen bekleden met één materiaal (ze moeten dus nadenken over hun materiaalkeuze), de laag om het melkpak heen moet ongeveer 2 cm dik zijn (vanwege de resultatenvergelijking op het einde van de les). Wanneer ze hiermee klaar zijn, moeten ze even wachten op de mogelijke andere groepjes die nog bezig zijn. Hierna word bij iedere leerling de melkfles 3 kwart gevuld en krijgen ze een thermometer. De leerlingen gaan 15 minuten lang, om de minuut bekijken hoe warm het water is en vullen dit in op het werkblad. Zorg dat het de leerlingen duidelijk is dat ze heel erg voorzichtig moeten zijn met de thermometers. Werkblad thermometer (15 minuten) De leerlingen gaan in 2tallen het werkblad over thermometers invullen (hierbij mogen ze uiteraard overleggen), de docent loopt rond en kijkt of het de leerlingen lukt en helpt waar nodig is de leerlingen op weg. De 2tallen die gemaakt zijn zullen ook samenwerken met het uitvoeren van de proef. Materiaalkeuze en isoleren (15 min) De leerlingen krijgen het werkblad voor het practicum uitgedeeld. Eerst gaan de leerlingen nadenken over het materiaal waarmee ze hun huisje gaan isoleren, dit mag maar 1 materiaal zijn, dus ze moeten goed nadenken wat ze willen gebruiken, dus wat zei denken dat het beste zal isoleren. Nu gaan ze hun eigen melkpak isoleren, alleen de onderkant en de opening op de bovenkant blijven onbedekt.
31
De test (30 minuten) Nu wordt er bij alle leerlingen heet water in hun geïsoleerde fles gegoten. Hierna kunnen ze de thermometer in de fles zetten en beginnen met meten. Ze lezen om de minuut de temperatuur van het water af en schrijven dit op het werkblad (de tijd word omgeroepen door de docent). Tegen de tijd dat de leerlingen goed en wel zijn begonnen met de meting zal er wel 5 tot 10 minuten verstreken zijn. Hierna duurt de meting 15 minuten. Daarna is er een kort moment om op te ruimen, voordat de nabespreking volgt. Nabespreking (15 minuten) Zorg dat de leerlingen allemaal hun werkblad ingevuld en wel bij zich hebben, wanneer je de klassikale nabespreking begint. Je gaat vragen aan de leerlingen wat voor materiaal ze hebben gebruikt en hoe groot het verschil is tussen de begintemperatuur en de eindtemperatuur. Je maakt hiervan een inventarisatie, zodat de leerlingen ook kunnen zien welk materiaal het beste gewerkt heeft en welk materiaal minder goed heeft gewerkt, motiveer de leerlingen hierbij om hun waarnemingen uit te spreken.
32
Bijlage 10: Het aflezen van thermometers
Naam:
Waarschijnlijk weten jullie al dat je thermometers gebruikt om temperatuur mee af te lezen. Hoe warm is het nu eigenlijk buiten, of juist binnenshuis, dit kun je meten met een thermometer. Je hebt verschillende thermometers, sommige thermometers gebruik je om de buitentemperatuur mee af te lezen, maar je hebt ook thermometers om lichaamstemperatuur mee af te lezen wanneer iemand ziek is (koortsthermometers). Vandaag gaan we vloeistofthermometers gebruiken. In de thermometer zit een rood sapje, wanneer het warmer word dan word het stofje groter en stijgt het in de thermometer, daardoor krijg je bij een hogere temperatuur een hogere uitkomst op de thermometer.
Hiernaast zie je een plaatje van een thermometer. Misschien heb je het teken dat helemaal bovenaan staat al eens eerder gezien: °C. Dit teken betekent: graden Celsius. Het getal dat de thermometer aangeeft is dus in graden Celsius. Voorbeeld: Wanneer de thermometer 80 aangeeft, dan is de temperatuur: 80 °C
Zoals je ziet staat op de lange, hoge lijn van de thermometer lange, middellange en kleine streepjes. Bij de lange streepjes staat een getal, bij de andere streepjes niet. De lange streepjes staan voor een 10-tal. De middellange streepjes staan voor een 5-tal en de kleinste streepjes staan voor een 1-tal. Op de volgende pagina vind je enkele oefeningetjes over deze thermometer.
Opdracht 1
Vul bij de thermometer die je hiernaast ziet bij ieder middellang streepje in welk getal er bij het streepje hoort, de onderste 2 zijn alvast voorgedaan.
Opdracht 2. Hieronder zijn 5 thermometers getekend. In deze thermometers is tot een bepaald getal de vloeistof ingetekend. Welke temperatuur geven de thermometers aan? De eerste is voorgedaan.
Opdracht 3. Bij deze opdracht zijn ook weer 5 thermometers afgebeeld. Dit keer krijg je de temperatuur gegeven (deze staat onder de thermometer). Teken deze met rode potlood in de thermometer. De eerste is voor gedaan.
Bijlage 11: Werkblad bij isolatie
Naam:
Je gaat je eigen huisje (je melkpak) isoleren, je gaat zorgen dat de warmte binnen in het huisje blijft. Je mag dit doen door 1 materiaal te kiezen en je huisje hiermee bedekken, dit moet ongeveer 2 centimeter dik zijn. Welk materiaal heb je gekozen? ………………………………………………………………………………………………….. Waarom heb je voor dit materiaal gekozen? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………... Op het blad dat hierachter zit zie je 15 plaatjes van een thermometer. Je gaat om de minuut kijken op de thermometer hoeveel de thermometer aangeeft. Je leraar geeft aan wanneer je moet kijken op de thermometer. Je kleurt dan op de thermometer welke temperatuur de thermometer aangeeft. Doe dit met rode potlood.
Na de test kun je de volgende 2 vragen beantwoorden. Wat is de begintemperatuur (bij 0 minuten)? …...°C Wat is de eindtemperatuur (bij 15 minuten?) …...°C
37
Invulblad bij de temperatuur test van je huisje. Hieronder staan 16 thermometers getekend. Iedere keer wanneer je docent een teken geeft kleur je bij de eerstvolgende thermometer in hoeveel je thermometer aangeeft. Boven de thermometer staat een tijd, die geeft aan hoe lang je al bezig bent met het proefje.
0 min
1 min
2 min
3 min
4 min
5 min
6 min
7 min
8 min
9 min
10 min
11 min
12 min 13 min
14 min
15 min
Didactiek: dagdeel constructies 5-stappenplan 1.Introductie fase De leerlingen krijgen enkele theorie van de docent(e), over het belang van constructies. De leerlingen leren dat constructies stevig moeten zijn en leren ook al een beetje hoe je dat kunt bereiken. De leerlingen krijgen ook enkele voorbeelden van constructies aangereikt door de docent(e), hierdoor worden ze geprikkeld, want het zijn interessante constructies die ze te zien krijgen. 2. Aanrommelen/ vrije exploratie De leerlingen gaan hun eigen ontwerp maken, ze tekenen dit ontwerp uit op papier, erg belangrijk is dat de leerlingen er rekening mee houden dat ze dit ontwerp ook moeten kunnen bouwen. In het ontwerp moet dus rekening gehouden zijn met 3 dimensies. 3. Onderzoek De leerlingen gaan hun ontwerp uitbouwen. Ze gaan in feite bekijken of hun constructie met ijsstokjes te bouwen is, of juist niet. Het materiaal is erg licht en zorgt daarom voor een erg hoge succeskans. 4. Rapportage/ nabespreking De leerlingen gaan elkaars bouwwerken bekijken. Ze beoordelen het bouwwerk van de ander aan de hand van vragen die op een beoordelingsformulier gesteld staan. Deze vragen stimuleren de leerlingen om na te denken of de constructie die iemand anders heeft gemaakt uitvoerbaar zou zijn en op welke manier de bouwer daar aandacht aan heeft besteed. 5. Verbreden/ toepassen De leerlingen hebben ervaren waar je allemaal aan moet denken tijdens het bouwen van constructies en kunnen dit ook meenemen naar de volgende keer dat ze weer iets in elkaar moeten zetten. __________________________________________________________________________________ Techniek cirkel Materiaal: De leerlingen gaan met ijsstokjes een zo stevig bouwwerk maken. Saté prikkers zijn licht en stevig en daardoor gemakkelijk in gebruik. Energie: De leerlingen gaan bedenken hoe ze een constructie stevig kunnen maken. Hun motorische vaardigheden worden gestimuleerd met het bouwen van de constructie. Informatie: De leerlingen krijgen enkele uitleg over het belang van een goede constructie (toegereikt met enkele afbeeldingen van constructies). Bedenken/ ontwerpen: De leerlingen gaan een ontwerp maken voor hun eigen bouwwerk. Ze doen dit op papier en moeten rekening houden met de realiteit (3 dimensionaal). Maken: De leerling gaat zijn/haar eigen ontwerp van het papier bouwen met ijsstokjes. Gebruiken: Het product van deze opdracht is voor iedere leerling een eigen gemaakt bouwwerkje, dat ze mee naar huis mogen nemen. Voordat ze het bouwwerk mee naar huis nemen gaan ze eerst een bouwwerk van een ander beoordelen aan de hand van enkele vragen die gesteld staan op een beoordelingsformulier. Deze vragen stimuleren de leerlingen om na te denken of de constructie die iemand anders heeft gemaakt uitvoerbaar zou zijn en op welke manier de bouwer daar aandacht aan heeft besteed. De leerlingen worden dus nog eenmaal gestimuleerd om na te denken.
39
Dagdeel 4: Constructies Algemeen Tijdens dit dagdeel laten we de kinderen kennis maken met verschillende constructies en de mogelijke bouwtechnieken die daarbij komen kijken. Dit doen we op drie verschillende niveaus. De kinderen gaan zelf ontdekken, zelf ontwerpen en zelf toepassen. Aan de hand van hun kennis tijdens de inleiding gaan ze een eigen ontwerp maken, dit wordt later ook uitgewerkt. Tijdens dit dagdeel gaan de kinderen grotendeels individueel aan het werk. Beginsituatie De kinderen hebben al ervaring met het maken van technische bouwwerkjes. Denk hierbij aan werken met materialen als blokken, lego en knexx. Meestal volgen ze hierbij hun eigen fantasie, maar enkele van hen zullen ook al eens een bouwtekening hebben nagemaakt. Dit gaan ze in deze les ook doen, het nabouwen van hun eigen ontwerp op papier. Verder werken de kinderen wel eens met ijsstokjes. Hiervan mogen zij dan bijvoorbeeld een droomhuis bouwen. Op deze manier zijn ze dan ook al bezig met het bedenken van constructies binnen een materiaalsoort. Doelen - Kennis maken met verschillende bouwconstructies en het belang ervan. - Zelf nadenken over een stevige bouwconstructie, deze ontwerpen en uitvoeren. - Analyseren van constructies en beoordelen op verschillende criteria. Inhoud van de lesbox - Beeldmateriaal verschillende constructies - Houtlijm10x - satéprikkers - erwten - Stevig karton als ondergrond - A4 papier voor ontwerp
40
Lesbeschrijving Inleiding (20 min.) De les begint in de kring. Je bespreekt het begrip ‘constructies’ met de kinderen. Waar associëren zij dit mee? En kennen ze het woord al? Dan vertel je dat constructies heel belangrijk zijn om iets stevig te maken, zonder deze techniek zouden bouwwerken zomaar in elkaar storten. Je bespreekt het beeldmateriaal (3 platen) aan de hand van de verschillende constructietechnieken. Maak tijdens de inleiding ook duidelijk dat de ontwerpers eerst een tekening (een ontwerp) maken voordat ze gaan bouwen. Ze denken dus eerst heel goed over het bouwwerk na. “Dit gaan jullie nu ook doen”. Dan volgt de uitleg over het vervolg van de les. Belangrijk bij de uitleg is; dat je de kinderen duidelijk maakt dat hun ontwerp uitvoerbaar moet zijn. Bijvoorbeeld: een fantasiebouwwerk hoeft niet perse realistisch te zijn, als het maar na te bouwen is met satéprikkers en erwten.
Kern (1 uur 20 min.) De kinderen krijgen een A4 papier en gaan individueel aan de slag met het maken van een eigen ontwerp. (alleen met grijs potlood werken!) Het gaat erom dat ze goed nadenken over een stevige constructie. Laat de kinderen zichzelf afvragen: “Als ik dit moet nabouwen, zou het dat stevig zijn of bijna instorten?” Ze mogen van alles ontwerpen, van een gebouw tot een brug of zelfs een fantasiebouwwerk. Als het ontwerp af is, laten ze dit aan de leerkracht zien. Eventueel kunnen er nog wat aanpassingen gedaan worden. Laat de oplossing hierbij vooral vanuit de kinderen zelf komen. Als het ontwerp af is, gaan ze hun tekening uitwerken met satéprikkers en erwten. De constructies wordt met houtlijm aan elkaar bevestigd. Het werkstukje komt op een houten plaat te staan zodat ze hun eigen werk mee naar huis kunnen nemen. Afsluiting (15 min.) Als afsluiting gaan de kinderen elkaars werk analyseren. Hierbij staan ze nogmaals stil bij de constructie van een andere ‘ontwerper’. Ze beoordelen het werkje van hun buurman/vrouw aan de hand van een feedbackblad. Hierop zijn waarnemings-, waarderings- en verklaringsvragen te vinden. (Mocht dit werkblad te moeilijk zijn voor je klas, bespreek dat een aantal bouwwerken klassikaal. Maak hierbij wel gebruik van de vaststaande vragen vanuit het feedbackblad.)
41
Bijlage 12: beoordelingswerkblad
Kijk naar het bouwwerk van je buurman of buurvrouw, kijk er eens heel goed naar en geef dan antwoord op de volgende vragen… Ziet het bouwwerk er hetzelfde uit als op de tekening?
Ziet het bouwwerk er stevig uit?
Wat is er aan gedaan om de constructie stevig te maken?
Wat vind je van het bouwwerk?
Denk je dat ze dit bouwwerk in het echt zullen bouwen? Waarom wel of niet?
42
43
44
45
Gymles 1: van kamer naar kamer Doelen van de les: - De kinderen kunnen behendig klimmen en klauteren van kamer naar kamer. - De kinderen reageren snel op een signaal en voeren een bewegingsopdracht uit. Beschrijving van de les: Onderdeel 1: Tegen de wanden hang je grote platen van vier kamers in huis: slaap-, bad-, woonkamer en keuken. Onder iedere plaat ligt een mat. Je plaatst een klauterparcours met banken , hoepels en matten zodanig, dat de kinderen zonder de vloer aan te raken van de ene naar de andere kamer kunnen gaan: door te klimmen, te springen en te glijden. De verschillende materialen tussen de kamers zijn de ‘gangen’. Onderdeel 2: Verspreid in de opstelling van het vorige onderdeel liggen hoepels. De kinderen staan aan de zijkant van het speellokaal. Op de begeleiding van de handtrom bewegen de kinderen door de ruimte. Bij het stoppen van de trom zoekt ieder een huisje (hoepel). Op jou teken springen de kinderen naar buiten (uit de hoepel) en naar binnen (in de hoepel). Begin daarna weer opnieuw. Tips voor variatie: - Laat de kinderen afwisselend springen, op de tenen lopen en kruipen door de ruimte. - Ook kun je tijdens het bewegen steeds een hoepel meer wegnemen. Het kind dat geen hoepel vindt, gaat aan de kant zitten.
46
Gymles 2: Verhuizen Doelen voor de les: - De kinderen maken bewegingen die bij verhuizen horen en stemmen de bewegingen af op die van andere kinderen. - De kinderen bewegen op diverse manieren om voorwerpen over brengen van het ene naar het andere huis (hoepel).
Beschrijving van de les: Onderdeel 1: Doorgeefdans De hele klas gaat in een lange rij staan. Ze beelden uit dat ze verhuizers zijn die dozen tillen. Je geeft steeds aan wat er gedragen wordt: “De verhuizers tillen: grote dozen, kleine dozen, zware spullen, lichte spullen etc.” Daarna gaan alle kinderen achter elkaar staan. Ze geven denkbeeldige dozen op allerlei manieren aan elkaar door, bijvoorbeeld over het hoofd, tussen de benen door, met een draai, etc. Tip: als kinderen het denkbeeldige gedeelte moeilijk vinden, kan je ook pittenzakjes/ blokken gebruiken bij het doorgeven van de verhuisdoos. Onderdeel 2: Verhuisestafette De kinderen staan in groepjes achter een hoepel. Ieder groepje heeft een ‘huis’ (hoepel) met zes voorwerpen, die verhuisd moeten worden. Aan de overkant zijn de nieuwe huizen (lege hoepels). De kinderen lopen steeds met één van de spullen van het oude huis naar het nieuwe huis, en weer terug. De kinderen van het groepje vertrekken om de beurt, is de één terug, dan vertrekt pas de volgende verhuizer. Onderdeel 3: Pas op voor Bob! Dit onderdeel bestaat gewoon uit het traditionele tikspel. Alle kinderen rennen door de zaal en Bob de bouwer ( de tikker) mag hen aftikken. Kinderen die af zijn gaan aan de kant zitten.
Opstelling verhuisestafette:
47
48
49
50
51
Gymles 3: werken als een bouwvakker Doelen van de les: Door het uitoefenen van de verschillende onderdelen leren de kinderen kennis maken met bewegingen vanuit de technische beroepen. Beschrijving van de les: Warming up: Je staat met de kinderen in een kring en laat ze één voor één een handeling van een timmerman/ bouwvakker opnoemen. Deze handeling beeld je klassikaal met de kinderen uit, bijvoorbeeld: timmeren, verven, op de trap omhoog klimmen, etc. Onderdeel 1: De kinderen lopen over een bank met kleine hindernissen. Hierbij worden de kinderen zich ervan bewust dat je op een bouwterrein soms heel voorzichtig moet lopen. Als er een kind over de bank heen is gelopen, sluit hij/zij weer achteraan in de rij. Bij dit onderdeel heb je nodig: 2 banken, aantal blokken als hindernis. Onderdeel 2: De kinderen gaan ervaren hoe goed een dakwerker moet kunnen klimmen helemaal boven op het dak te kunnen timmeren. Je klapt het klimrek uit en laat de kinderen tot een bepaalde hoogte naar boven klimmen. Geef de gewenste hoogte aan met een lintje. Bij dit onderdeel heb je nodig: het klimrek en lintjes. Onderdeel 3: De kinderen gaan hierbij zogenaamd bakstenen in een container gooien, in werkelijkheid gaan ze dus pittenzakjes in hoepels mikken. Bij dit onderdeel heb je nodig: hoepels en pittenzakjes. Onderdeel 4: Hierbij gaan de kinderen verspringen in combinatie met het opmeten van hun eigen sprong. De koppeling aan het thema ‘bouwen’ is hierbij; Timmermannen moeten ook vaak heel goed kunnen meten”. Er liggen twee matten in de zaal met de meetlat ernaast. Kinderen kunnen hiermee zelf meten hoeveel ‘streepjes’ ze hebben gesprongen. Bij dit onderdeel heb je nodig: 2 matten en een meetlat met streepjes. Onderdeel 5: De kinderen kruipen over de matten heen en klauteren over de standaardjes (soort bankjes). Ze doen alsof ze door het riool kruipen en daar een timmerklusje moeten doen. Bij dit onderdeel heb je nodig: 2 matten en 2 standaardjes.
52
Gymles 4: Harde werkers Doelen van de les: - De kinderen leren een bal te laten stuiteren op één bepaald punt. - De kinderen leren een bal geleidelijk van hoog naar laag te rollen zodat deze opgevangen wordt in een daarvoor bestemde bak. - Kinderen leren vanaf verschillende afstanden een voorwerp over te gooien. - Ook is een goede samenwerking vereist tijdens verschillende onderdelen van deze gymles. Beschrijving van de les: Warming up: Om warm te worden gaan de kinderen een tik spelletje doen. Er zijn twee tikkers in het veld en de rest van de kinderen moeten ervoor zorgen dat ze niet getikt worden. Maar dat is niet het enige waar ze op moeten letten. Er liggen ook een aantal hoepels op de grond in het veld. Hiermee kunnen ze kinderen bevrijden die wel getikt zijn. Deze kinderen staan namelijk stil op de plek waar ze afgetikt zijn. Door een hoepel over het hoofd van dit kind op de grond te laten vallen is hij/zij weer vrij en kan weer meedoen met het spel. Onderdeel 1: Bij onderdeel 1 gaan de kinderen tegenover elkaar op de grond zitten. Tussen hen in ligt een hoepel. Ze gaan nu proberen een bal naar elkaar over te laten stuiteren via de hoepel in het midden. De bal mag dus maar 1x de grond raken om bij de overkant te komen. Om het na een tijdje wat ingewikkelder te maken kunnen de kinderen verder uit elkaar gaan zitten zodat het lastiger wordt om in de hoepel te mikken met de bal. Onderdeel 2: Bij onderdeel 2 gaan er twee kinderen tegenover elkaar staan. Eén gooier en één vanger. Vertel hierbij dat een stratenmaker ook stenen aangereikt krijgt door een hulpje die steeds nieuwe stenen toegooit. Elk gevangen pittenzakje telt als 1 punt. Deze worden in een bak of in een korf gelegd zodat ze aan het einde geteld kunnen worden. Daarna wisselen de kinderen van rol en mag de gooier nu proberen zoveel mogelijk te vangen. Onderdeel 3: Hiervoor zet je een bank neer. Aan de lange zijde van deze bank, zet je een andere bank schuin naar beneden. De kinderen gaan een onderdeel van het beroep van een verhuizer uitvoeren. Ze staat zogenaamd op de bovenste verdieping van een huis en moeten de verhuisspullen naar beneden in de vrachtwagen laten glijden. In dit geval staat ze achter de bank en laten ze een bal via de bank naar beneden rollen. Deze wordt opgevangen in een bak/ korf. Om het na een tijdje moeilijker te maken kunnen er twee banken op elkaar komen te staat zodat het punt van waaruit ze moeten rollen hoger wordt. Elk kind mag 1x rollen en weer achteraan gaan staan in de rij. Omdat er 3 verschillende onderdelen zijn in deze les in het de bedoeling dat de klas in 3 groepjes wordt verdeeld, zodat er een ronddraaiend circuit kan ontstaan.
53
Samenonderwijsmaken.nl is een initiatief van Pabo Arnhem en Pabo Groenewoud Nijmegen
Titel les Huizen en bouwen
Vakgebied Techniek
Doelgroep
Tijdsduur
Groep 3/4
Per activiteit een dagdeel
Korte beschrijving/doel Techniekproject. Een bundel met vier activiteiten incl. beschrijving van benodigdheden per les
Naam auteur(s) en e-mailadres
Geplaatst d.d.
Mandy Creusen (
[email protected])
16 maart 2010
Chanine Keijzers (
[email protected])
54