Bonjour BOEr
Frans op de boerderij
WAT IS “BONJOUR BOER”? Bonjour Boer = Kinderen op jonge leeftijd laten kennismaken met de Franse taal… in de rijke en concrete context van een landbouwbedrijf. Bonjour Boer = Een taal-plonsbad op de boerderij. Taal leren begint met taal horen in een rijke context. Op de boerderij beleven we heel veel met alle zintuigen. Kinderen leren de taal niet voor de taal, maar om prettige dingen te kunnen doen. En dat kan: - in de rijke en concrete context van een landbouwbedrijf; - met hulp van een landbouw(st)er die zijn of haar moedertaal spreekt; - ondersteund door een pedagogisch opzet en didactisch materiaal (boekje en cd-rom).
Bonjour Boer = Een prettige, leerrijke en haalbare dag voor leerling, leerkracht en landbouw(st)er. Voor kinderen tussen 6 en 10 jaar : L1 tot L4 / P1 tot P4 /CP-CE1-CE2-CM1
Prettig
Leerrijk
Haalbaar
“Bonjour Boer” kadert in het grensoverschrijdend INTERREG IV-project “Onthaal op de boerderij in de grensstreek” Het INTERREG IV-Programma France-Wallonie-Vlaanderen is een Europees programma voor grensoverschrijdende samenwerking dat tot doel heeft de economische en sociale uitwisselingen te stimuleren tussen o.a. de grensregio’s Nord-Pas de Calais in Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen in België. Via het intiatief ‘Bonjour Boer’ laten we kinderen kennismaken met: - het boerderijleven - een andere streek - een andere taal Via het initiatief ‘Bonjour Boer’ : spelen we in op taaldoelen van - de school • als eerste kennismaking met taalinitiatie • of als onderdeel van het programma voor vroegtijdig vreemdetalenonderwijs op school - de ouders • die de economische meerwaarde van meertaligheid zeer belangrijk vinden - de Europese Commissie • die streeft naar meertaligheid van alle Europese burgers (moedertaal + 2 andere talen)
2
VOOR DE LANDBOUW(ST)ER Bedrijven die willen meewerken aan dit initiatief moeten lid zijn van één van volgende netwerken voor bezoekboerderijen: ‘Met de klas de boer op’ in West-Vlaanderen, ‘Le Savoir Vert des Agriculteurs’ in Nord-Pas de Calais en” Accueil Champêtre en Wallonie”. Naast de basisvorming voor bezoekboerderijen moeten ze de specifieke vorming ‘Bonjour Boer’ volgen. We bieden een kader aan waarbinnen iedereen concreet kan werken: de kinderen, de leerkracht en jij als landbouw(st)er. Dit kader is belangrijk voor jullie en de jonge bezoekers om enerzijds kennis te maken met de boerderij en de tweede taal, en om anderzijds voldoende veiligheid en houvast te behouden tijdens deze taalonderdompeling. Natuurlijk kun je binnen dit kader aanpassingen maken, specifiek voor jouw bedrijf.
Structuur voor een prettige en leerrijke dag! voor de kinderen, landbouw(st)er en leerkracht - Twee groepen: onderdompeling in de Franse taal bij de boer(-in) en veiligheid in de moedertaal bij de leerkracht. Tien tot twaalf kinderen per groep is ideaal. • Landbouw(st)er: doe-opdrachten op de boerderij: de boerderij ontdekken de boerderij en koken met boerderijproducten in het Frans zijn een hele uitdaging voor de kinderen. • Leerkracht: prettige verwerkingsopdrachten met de kinderen: actieve spelletjes op de boerderij in de moedertaal, met aandacht voor de Franse doeltaal, geven een veilig gevoel door de aanwezigheid en betrokkenheid van de leerkracht. - Werkboekje “Bonjour Boer”: een stimulerende houvast voor kinderen, leerkrachten, landbouw(st)er en ouders • voorbereiden in de klas; • spelen en werken op de boerderij; • een neerslag voor thuis.
? h u e M
3
voor de leerkracht Het doel: kinderen op jonge leeftijd laten kennismaken met de Franse taal… - Als eenmalige activiteit en eerste kennismaking met taalinitiatie - In het kader van taalinitiatie en vroegtijdig vreemdetalenonderwijs op school
Bonjour Boer = Een prettige, leerrijke en haalbare dag voor leerling, leerkracht en landbouw(st)er.
Hoe gaat het in zijn werk? Inschrijven via de website - - - - -
Zoek een boerderij, de adressen vind je op www.bonjourboer.be et www.bonjourboer.fr Maak een afspraak met de boerderij: datum en geplande activiteiten. Zorg voor vervoer die dag. De prijs is 8 euro per kind (minimum 150 euro per bezoek). De betaling gebeurt rechtstreeks aan de landbouw(st)er. Als je het reservatieformulier invult en opstuurt, ontvang je per kind het werkboekje “Bonjour Boer” en een cd-rom voor de klas. Het reservatieformulier staat op de website.
Voorbereiden met “Bonjour boer” - - - - -
De kinderen kijken uit naar hun avontuur op een Franstalige boerderij. Ze zijn extra gemotiveerd. In het werkboekje “Bonjour Boer” vind je doeblaadjes waarmee de kinderen basiswoordenschat kunnen oefenen. Op de cd-rom staan een verhaaltje, spelletjes, liedjes en knutselblaadjes om je lesjes te ondersteunen. Met de speelse oefeningen kun je tot 10 keer een half uurtje Frans inlassen. Eén tot twee weken voor het boerderijbezoek is ideaal om met de voorbereiding te starten.
Op de boerderij: prettige activiteiten in kleine groep - We werken in twee groepen. De landbouw(st)er neemt een groep kinderen mee op ontdekking en gaat ook samen met de kinderen koken. In kleine groepen is het voor iedereen leuker. Dus we splitsen op. Verdeel op voorhand je klas in twee groepen die prima werken. Ideaal is 10 tot 12 kinderen per groep. - Als leerkracht heb je een heel actieve rol. De kinderen krijgen hier een minitaalbad. Het is nuttig dat de kinderen kunnen terugvallen op een vertrouwde persoon en op een vertrouwde taal. En daar zorg jij als leerkracht voor. - Terwijl een groep werkt met de landbouwer en een klasbegeleider, werk jij met de andere groep. In het werkboekje “Bonjour Boer” vind je opdrachten, spelletjes en activiteiten. Op de boerderij is er materiaal aanwezig om er een concreet en actief uurtje van te maken. - Als leerkracht en als begeleider blijf je gedurende de hele dag verantwoordelijk voor je klas. Twee begeleiders per klas (max. 25 leerlingen) is aan te raden.
Hoe kan een dag eruit zien? De activiteiten vult de landbouw(st)er in aan de hand van het soort bedrijf. Spreek dus concreet af wat betreft de activiteiten. Hier vind je een voorbeeld van een dagindeling:
4
9.30
aankomst
9.30-9.50
20’
9.50-10.40
50’
10.40-11.00
20’
11.00-11.50
11.50-12.50
50’
60’
Landbouwer (in het Frans)
13.40-14.30
14.30-15.00
15.00
50’
50’
30’ vertrek
s)
Verwelkoming en toilet
Eerste rondleid
ing
Toilet, smullen
Andere groep w erkt met leerkracht rond boerderij. Zij kr ijgen de rondleiding pa s in de namiddag.
Koken bv. aardap pelpuree Toilet, handen wassen Tafel dekken, eten, opruimen
12.50-13.40
Leerkracht (in het Nederla nd
Andere groep w erkt met leerkracht rond boerderij. Zij he bben de rondleiding ge had. Met leerkracht en landbouwer sam en
Vrij spel Rondleiding voor tweede groep Koken, bv. pannenkoek
Toilet, smullen
Andere groep w erkt rond koken met de leerkracht. Zij ko ken pas straks. Andere groep w erkt rond koken met de leerkracht. Zij hebben gekookt in de voormiddag.
5
hoe doe je dat, kinderen op jonge leeftijd laten kennismaken met de franse taal ... Tips voor taalinitiatie
Taalinitiatie kun je best vergelijken met watergewenning. De kinderen worden vertrouwd gemaakt met een nieuwe taal en leren die taal later gemakkelijker. (Entiteit Curriculum, 2005) Kinderen gebruiken taal om leuke dingen te doen, indien nodig zelfs via een “nieuwe” taal. De activiteiten komen op de eerste plaats. De nieuwe taal nemen ze er graag bij. (Van Den Branden, 2004) Attitude primeert op kennis. Daarom beoordelen we de kinderen niet op wat ze al kennen. Succes meten we aan de mate waarin de kinderen durven meedoen en plezier beleven aan de activiteiten. (Verhelst, Goethals, & Vanoosthuyze, 2006) (Edelenbos, Johnstone, & Kubanek, 2006) Taal horen, taal begrijpen en taal gebruiken zijn drie stapjes in het leren van een taal die elkaar opvolgen. Soms zit er veel tijd tussen die stapjes, soms weinig. Iedereen heeft een ander ritme. Daar hebben we heel veel begrip voor. Een kind begrijpt heel veel uit de context. De boerderij is een heel concrete omgeving waar een kind met al zijn zintuigen veel herkenbaars beleeft. Taal leren begint bij de oren. Daarom krijgen kinderen als baby al een gehoortest. Kinderen spreken een nieuwe taal beter uit als ze die taal al te horen krijgen voor ze acht jaar zijn. (Beheydt, 2004) Moedertaalsprekers leren je het best een juiste uitspraak. (Entiteit Curriculum, 2005) (Edelenbos, Johnstone, & Kubanek, 2006) Liedjes zijn belangrijk voor het oefenen van klanken en intonaties die eigen zijn aan de nieuwe taal. Horen en nabootsen zijn ons hoofddoel. Begrijpen komt op de tweede plaats. (Edelenbos, Johnstone, & Kubanek, 2006) Kinderen experimenteren graag met vreemde klanken. Dus als we even tijd hebben, gaan we in groep Franse klanken, woordjes, zinsfragmentjes maken … Heel leuk om doen en het moet echt niet lang duren. Herhaling is leuk voor jonge kinderen. Het geeft een succeservaring. Wat ze al kunnen, oefenen ze graag. Fouten durven maken is belangrijk. Het helpt natuurlijk als je omgeving ook aanvaardt dat je fouten maakt. Eén vreemde taal leren geeft je een voorsprong bij het leren van een tweede vreemde taal en helpt je zelfs bij moedertaal en rekenen. Vergelijk het maar met een topsporter, die beoefent ook verschillende disciplines om uit te blinken in één sport. (Entiteit Curriculum, 2005) Een taal leren is goed voor het zelfvertrouwen. Je kunt je redden in vreemde situaties en dat helpt. (Entiteit Curriculum, 2005) Als je daarna in contact komt met een tweede vreemde taal voel je je ook meer op je gemak. Je gebruikt een aantal strategieën die je onbewust geleerd hebt bij het aanleren van je eerste vreemde taal. (Entiteit Curriculum, 2005) (Edelenbos, Johnstone, & Kubanek, 2006) Mensen die meer talen spreken, zijn meestal toleranter tegenover anderen. (Edelenbos, Johnstone, & Kubanek, 2006) De Europese Commissie streeft naar meertaligheid van alle Europese burgers. Er is heel wat onderzoek verricht om dit doel te bereiken. Hier vind je informatie over meertaligheid en vroegtijdig vreemdetalenonderwijs (early language learning): http://ec.europa.eu/education/languages/language-teaching/doc36_fr.htm
6
Woordenschat
Op de boerderij komen we in contact met:
Woordenschat die we iedere dag kunnen gebruiken: begroeten, handen wassen, naar het toilet gaan, eten, tellen, kleine opdrachten geven ... Het is deze woordenschat die we vooraf al in de klas oefenen. Voor deze woordenschat streven we naar een actief gebruik door de kinderen. De landbouw(st)er besteedt extra aandacht aan deze woordenschat en voorziet voor elk kind tijd om deze woordenschat te gebruiken.
Woordenschat eigen aan de boerderij De landbouw(st)er vertelt over de boerderij en geeft uitleg bij de activiteiten. De kinderen begrijpen veel uit de context. Het passief begrijpen is een eerste stap voor het later actief gebruiken. Als leerkracht kunnen we het begrijpen bevorderen door de kinderen vragen te stellen in het Nederlands over wat de landbouw(st)er vertelt. De kinderen mogen dan ook in het Nederlands antwoorden. Het horen van typische Franse klanken en intonaties is belangrijk voor een juiste uitspraak, ook als de woordenschat niet actief gebruikt wordt door de kinderen.
7
“bonjour boer” en het leerplan 1 Lesdoelen Frans Algemeen Onze doelen zijn opteldoelen. Niet alle doelen worden direct verwezenlijkt. We gaan van passief luisteren naar actief gebruiken. HOREN, BEGRIJPEN, SPREKEN: Deze drie stappen in het taalverwervingsproces houden we in gedachten. Ieder kind heeft zijn eigen ritme. Naargelang het niveau van de groep leggen we verschillende nadrukken.
Verhaal en spelletjes op cd-rom - - - - - -
De kinderen bekijken en beluisteren aandachtig het verhaaltje op de Franstalige cd-rom. De kinderen zeggen zinnen na in het Frans. De kinderen begrijpen in grote lijnen het verhaal op de cd-rom. De kinderen kunnen het verhaaltje op de cd-rom in het Nederlands navertellen. De kinderen memoriseren veelgebruikte Franse woorden, zinnen en uitdrukkingen. De kinderen beleven plezier aan de spelletjes.
Liedjes - - - - -
De kinderen raken vertrouwd met Franse klanken, intonaties en woordenschat. De kinderen begrijpen in grote lijnen de tekst van het Frans lied. De kinderen kunnen het liedverhaal in het Nederlands navertellen. De kinderen beleven plezier aan het meezingen van de liedjes. De kinderen memoriseren de liedjes.
het werkboekje “bonjour boer” - - - - -
De kinderen beleven plezier aan de spelletjes. De kinderen vullen hun werkblaadjes in. De kinderen zien het woordbeeld. De kinderen leren Franse tekststukjes begrijpen uit de context. De kinderen kunnen woorden en zinnen juist overschrijven.
Op de boerderij - - - - -
De kinderen beleven plezier aan de activiteiten en werken actief mee. De kinderen begrijpen de opdrachten en informatie in grote lijnen. De kinderen durven standaard Franse woorden en uitdrukkingen gebruiken. De kinderen aanvaarden van zichzelf en van anderen dat ze fouten maken. De kinderen durven in het Nederlands hulp vragen aan de leerkracht.
2 Lesdoelen WO
- De kinderen ontdekken producten van boer tot winkel, en van winkel tot thuis: concreet bij de boer, abstract in het werkboekje. • De kinderen maken kennis met een landbouwbedrijf: dieren, akkerbouw … * De kinderen ontdekken de boerderij en nemen staaltjes. * De oudere kinderen nemen foto’s om een reportage te maken. * De kinderen nemen actief deel aan klusjes op het bedrijf. • De kinderen koken. * Producten ontdekken. * Producten bereiden. * Producten proeven. • De kinderen knutselen. • De kinderen spelen sportieve spelletjes.
8
3 Lesdoelen interculturele competentie - - - -
De kinderen maken kennis met: • Een andere streek (Wallonië of Noord-Frankrijk). • Een nieuwe taal (Frans). • Een economische activiteit (landbouw). De kinderen staan open voor de nieuwe indrukken op de drie niveaus. De kinderen ontdekken verschillen op de drie niveaus. De kinderen gebruiken hun aanpassingsvermogen om er een geslaagde dag van te maken.
4 Concordanties
Gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen: A1 = Basisgebruiker, Doorbraak
9
informatie Bedankingen
Bij het werken aan het boekje “Bonjour Boer” kon ik rekenen op de steun van een heel enthousiast team, dat ik speciaal wil bedanken: Nele Dejonckheere, Met de klas de boer op, voor de coördinatie tussen de regio’s, de praktische en prettige ideeën en voor de fijne samenwerking. Valérie Mayérus, Accueil champêtre (Wallonië), en Claire Willefert, Le Savoir Vert des Agriculteurs (Frankrijk), voor de nuttige input en voor de fijne samenwerking. Nic Pappijn, Die Keure, voor het ondersteunen van dit project met een heel efficiënt en creatief team. Leen Declercq, De Grote Linde, voor de goede raad en praktische inbreng als landbouwster en leerkracht. De leerkrachten en de klasjes L1 en L2, Gemeentelijke Basisschool B-8500 Kortrijk en B-8510 Kooigem en Francine Nutin, La Ferme Pédagogique de Leers-Nord, voor de prettige samenwerking voor, tijdens en na de testdag. Bart Verhaeghen, Provincie West-Vlaanderen, voor de foto’s, het filmpje en natuurlijk ook de klinkende naam “Bonjour Boer”. Het grensoverschrijdend INTERREG IV-project “Onthaal op de boerderij in de grensstreek Frankrijk, Wallonië, Vlaanderen”. Inge Vandewalle
10
bibliografie en nuttige lectuur Beheydt, L. (2004). Tweedetaalonderricht in immersie voor jonge kinderen in het basisonderwijs. In VLOR, Meertalen in de basisschool? Een verkenning. (pp. 79-102). Brussel: Vlaamse Onderwijsraad & Garant- Uitgevers n.v. Edelenbos, P., Johnstone, R., & Kubanek, A. (2006). The main pedagogical principles underlying the teaching of languages to very young learners. Brussels: European Commission, Education and Culture, Culture and Communication, Multilingualism Policy. Entiteit Curriculum. (2005). “Taalsensibilisering en taalinitiatie: 10 vragen”. Brussel: Entiteit Curriculum. Vale, D., & Feunteun, A. (1995). Teaching children English: a training course for teachers of English to children. Cambridge: Cambridge University Press. Van Den Branden, K. (2004). Tweedetaalonderwijs voor jonge kinderen in het basis onderwijs. In VLOR, Meer talen in de basisschool? Een verkenning (pp. 55-66). Brussel: Vlaamse Onderwijsraad & Garant-Uitgevers n.v. Van Thienen, K., & Baggio, R. (2009). A touch of hola! A holistic approach to language learning. Brussel: vzw DOKO. Verhelst, M., Goethals, M., & Vanoosthuyze, S. (2006). Een wereld vol talen. Vreemde taleninitiatie in het kleuter- en lageronderwijs. Leuven: Centrum voor Taal & Onderwijs. VLAM. (2007, januari 4). http://www.lessenpakket.be/lesson/files/zuivel0.pdf, pagina 19. Opgeroepen op januari 10, 2011, van Lessenpakket: http://www.lessenpakket.be
11
Bonjour boer kadert in het grensoverschrijdend INTERREG IV-project “Onthaal op de boerderij in de grensstreek”
Een realisatie van Accueil Champêtre en Wallonie asbl Chaussée de Namur, 47 B-5030 Gembloux
[email protected] www.accueilchampetre.be Tel. +32 (0) 81/60 00 60 Fax: +32 (0) 81/62 74 50
Association Le Savoir Vert des Agriculteurs 54-56, avenue Roger Salengro – BP 90136 F-62054 St Laurent Blangy cedex
[email protected] www.savoir-vert.asso.fr Tel. +33 (0) 321/60 57 20 Fax: +33 (0) 321/60 58 07
Landbouweducatie West-Vlaanderen Iepersesteenweg 87 B-8800 Rumbeke-Beitem
[email protected] www.onthaalopdeboerderij.be Tel. +32 (0) 51/27 32 25 Fax +32 (0)51/24 00 20
www.bonjourboer.be www.diekeure.be Auteur: Inge Vandewalle Illustraties: Michaël Théaude Foto’s: www.boerinbeeld.be, PCA, Inge Vandewalle ISBN: 978 90 4861 062 4 © copyright by die Keure, Brugge
Met steun van Réalisé avec le soutien de ‘Union Européenne : Fonds Européen de Développement Régional’/ Gerealiseerd met de steun van de ‘Europese Unie: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling’
INTERREG efface les frontières / INTERREG doet grenzen vervagen