Blijf geworteld. In het spoor van Bijbelfiguren na de Wereldjongerendagen. Jaïrus Durf jij op God te vertrouwen?

Blijf geworteld - Jaïrus: durf jij op God te vertrouwen?


Blijf geworteld In het spoor van Bijbelfiguren na de Wereldjongerendagen

Jaïrus Durf jij op God te vertrouwen? 11

1



Jaïrus Marcus 5:215:21-43 [21] Toen Jezus weer met de boot was overgestoken, verzamelde er zich een grote menigte bij hem, en hij bleef aan het meer. [22] Een van de leiders van de synagoge, die Jaïrus heette, kwam naar hem toe, en toen hij Jezus zag viel hij aan zijn voeten neer. [23] Hij smeekte hem dringend: ‘Mijn dochter ligt op sterven; kom haar de handen opleggen om haar te redden en te zorgen dat ze in leven blijft.’ [24] Hij ging met hem mee. Een grote menigte volgde hem en verdrong zich om hem heen. [25] Onder hen was ook een vrouw die al twaalf jaar aan bloedverlies leed. [26] Ze had veel ellende doorgemaakt door de behandeling van allerlei artsen, aan wie ze haar hele vermogen had uitgegeven zonder dat ze ergens baat bij had gehad; integendeel, ze was alleen maar achteruitgegaan. [27] Ze had gehoord over Jezus, en ze begaf zich tussen de menigte en raakte zijn bovenkleed van achteren aan, [28] want ze dacht: Als ik alleen zijn kleren maar kan aanraken, zal ik al gered worden. [29] En meteen hield het bloed op te vloeien en merkte ze aan haar lichaam dat ze voorgoed van de kwaal genezen was. [30] Op hetzelfde ogenblik werd Jezus zich ervan bewust dat er kracht uit hem was weggestroomd. Midden in de menigte draaide hij zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ [31]Zijn leerlingen zeiden tegen hem: ‘U ziet dat de menigte zich om u verdringt en dan vraagt u: “Wie heeft mij aangeraakt?”’ [32] Maar hij keek om zich heen om te zien wie het gedaan had. [33] De vrouw, die bang was geworden en stond te trillen omdat ze wist wat er met haar was gebeurd, kwam naar hem toe en viel voor hem neer en vertelde hem de hele waarheid. [34] Toen zei hij tegen haar: ‘Uw geloof heeft u gered; ga in vrede en wees genezen van uw kwaal.’ [35] Nog voor hij uitgesproken was, kwamen enkele mensen tegen de leider van de synagoge zeggen: ‘Uw dochter is gestorven, waarom valt u de meester nog lastig?’ [36] Maar Jezus hoorde dat en zei tegen de leider van de synagoge: ‘Wees niet bang, maar blijf geloven.’ [37] Hij stond niemand toe om met hem mee te gaan, behalve Petrus, Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus. [38] Ze kwamen bij het huis van de leider van de synagoge en zagen daar een groep mensen die luid stonden te huilen en te weeklagen. [39]Hij ging naar binnen en zei tegen hen: ‘Waarom maken jullie zo’n misbaar en huilen jullie? Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ [40] Ze lachten hem uit. Maar hij stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de 1

10



leerlingen die bij hem waren de kamer van het kind binnen. [41] Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’ [42]Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen. Ze was twaalf jaar. Iedereen was met stomheid geslagen. [43] Hij drukte hun op het hart dat niemand dit te weten mocht komen, en zei dat ze haar te eten moesten geven.

Achtergrond bij deze tekst Het verhaal van de opwekking van de dochter van Jaïrus staat niet op zichzelf. Het staat in een reeks van drie verhalen die steeds gaan over de buitengewone macht die Jezus heeft over de natuurverschijnselen, de kwade geesten en over ziekte en dood. Het eerste wonder waarin Jezus een storm tot zwijgen brengt, leidt tot de vraag waar heel het Marcusevangelie om gaat: wie is Jezus toch? Het tweede wonder waarin Jezus een bezeten man geneest, roept angst en verwondering op. In de beschrijving van het derde wonder waarin Jezus een vrouw die aan bloedverlies lijdt, geneest en waarin Hij de dochter van Jaïrus uit de dood opwekt, mengen onbegrip en ongeloof zich met verbazing. De wonderen die Jezus doet laten zien dat het koninkrijk van God is begonnen met Jezus; Hij is de redder die door God gestuurd is en zijn wonderen bewijzen dat. De spanning in het verhaal wordt langzaamaan opgebouwd. Het begint ermee dat Jaïrus bij Jezus komt met de mededeling dat zijn dochter op sterven ligt. Jezus gaat met hem mee, maar een enorme menigte maakt het Hem moeilijk om door te lopen. In die menigte is een vrouw die al twaalf jaar lijdt aan constant bloedverlies. We horen dat de vrouw al haar geld aan dokters heeft uitgegeven – zonder enig positief resultaat. De vrouw is dus door de toenmalige medische wereld niet te genezen. Jezus geneest haar wel, sterker nog, Hij geneest haar zelfs zonder enige actie te ondernemen. Jezus’ grote autoriteit wordt in het verhaal nog verder onderstreept doordat Hij vraagt wie Hem heeft aangeraakt. Hoe kun je zo’n vraag stellen in een menigte die zich aan alle kanten tegen je opdringt? Jezus wist dus wat er gebeurd was en Hij zegt tegen de vrouw, die erg bang geworden is: ‘Uw geloof heeft u gered’. Het gaat dus uiteindelijk om het geloof. Terwijl Hij met de vrouw staat te praten, komen mensen bij Jaïrus om te zeggen dat hij Jezus niet langer moet lastigvallen. Zijn dochter is inmiddels gestorven. Als Jezus dat hoort, grijpt Hij in. Hij zegt tegen Jaïrus: blijf geloven! Net als bij de vrouw met bloedverlies gaat het hier om geloven. 9

2


Wat betekent dat nu in deze context? Jaïrus komt bij Jezus in het vertrouwen dat Jezus zieken kan genezen. Nadat de vrouw genezen is en Jaïrus dus een bevestiging gekregen heeft dat zijn vertrouwen terecht is, wordt duidelijk dat de dochter van Jaïrus dood is. Nu komt het erop aan. Jezus zegt tegen Jaïrus: ‘Blijf geloven, blijf vertrouwen.’ Maar nu moet Jaïrus ook nog geloven dat Jezus mensen kan opwekken uit de dood, dus eigenlijk extra vertrouwen vinden. Het gaat dus bij ‘geloven’ en ‘geloof’ in dit verhaal om het vertrouwen dat de mensen in Jezus hebben en in zijn macht. Maar er is meer over te zeggen. Als Jezus tot Jaïrus zegt ‘blijf geloven’, dan betekent dat ook: blijf geloven dat met Mij de nieuwe wereld is begonnen. Dit had Hij aan het begin van zijn optreden gezegd, dat er dingen gebeuren die je niet voor mogelijk had gehouden en dat je moet leven naar de maatstaven van Gods nieuwe wereld. Zo’n verhaal kan je ook wel een beetje beangstigen. Zouden wij genoeg geloof hebben als we in Jaïrus’ schoenen stonden?


Vrije voorbede met lied: Confitemini Domino Breng dank aan de Heer, want Hij is goed.

Onze Vader Gespreksthema’s Verkenningsvragen Lees de tekst - Wat valt je op in dit verhaal? - Wat spreekt je aan? - Wat voor beeld van Jezus spreekt er uit deze tekst? - Is het vreemd dat de leider van de synagoge op zijn knieën gaat voor Jezus? Verdiepingsvragen Bespreek onderstaande vragen in de groep. - Wat zegt Jezus tegen Jaïrus als Hij gehoord heeft dat zijn dochter overleden is? Wat vind je van deze uitspraak? - Zou jij op Jezus kunnen blijven vertrouwen als jij Jaïrus was? - Denk je dat Jaïrus anders tegen Jezus aankeek voordat zijn dochter uit de dood werd opgewekt dan daarna? Waarom denk je dat? - Jezus stelt de vrouw op de proef, totdat zij er, ondanks haar angst, openlijk voor uitkomt wat ze gedaan heeft. Herken je dit? - Is er in jouw leven wel eens iets gebeurd waardoor dingen opeens heel anders gingen dan je verwachtte?

3

Slotgebed Heer God, uw uitgestoken hand betekent altijd redding en nieuw leven. Uw Woord opent altijd nieuwe wegen. Wij vragen U, schenk ons geloof en vertrouwen. Geleid ons op onze dagdagelijkse wegen met zachte leidsels en in milde voorzienigheid, en draag ons op uw schouders binnen in het eeuwig leven, dat ons beloofd werd in Christus Jezus onze Heer, Amen. Slotlied: Christ be beside me

8



Mijn vijanden wensen mij kwaad toe:

-

‘Wanneer zal hij sterven, vergaat zijn naam?’ Men komt mij bezoeken met lege woorden,

Werkvormen

men neemt de ellende nieuwsgierig op en gaat er op straat van vertellen. Zij fluisteren samen, zij die mij haten, en vragen zich af wat voor ziekte ik heb. ‘Een slag van de Boze heeft hem getroffen en nu hij daar ligt staat hij niet meer op.’ Ja zelfs mijn vriend, op wie ik vertrouwde, die at van mijn brood, laat mij nu in de steek. Maar Gij, Heer, heb medelijden met mij, genees mij zodat ik het hun kan vergelden. Daaraan zal ik merken dat Gij mij bemint wanneer Gij mijn vijanden niet laat juichen. Gij hebt mij toch om mijn onschuld gesteund en mij voor uw aanschijn gesteld voor immer. De Heer zij gezegend, Israëls God, van eeuwig tot eeuwig. Zo zij het. Lezing: Mc 5,40-42 Jezus stuurde hen allemaal naar buiten en ging met de vader en moeder van het kind en de leerlingen die bij Hem waren de kamer van het kind binnen. Hij pakte de hand van het kind vast en zei tegen haar: ‘Talita koem!’ In onze taal betekent dat: ‘Meisje, ik zeg je, sta op!’ Meteen stond het meisje op en begon heen en weer te lopen.

7

Geloof je dat God kan ingrijpen in jouw leven of in dat van anderen? Zo ja, hoe?

Blindemannetje spelen Zet een parcours uit met stoelen, pionnetjes en lint. Dit kan in een kamer of buiten zijn. Je kunt eventueel nog extra obstakels in het parcours plaatsen, zoals een stapel boeken, een prullenbak… Verdeel de groep in duo’s. Van elk duo wordt iemand geblinddoekt. De ander leidt de geblinddoekte persoon door het parcours. Neem de tijd op. Het gaat erom in zo’n kort mogelijke tijd het parcours te doorlopen zonder de obstakels aan te raken. Na afloop kun je bespreken hoe het was om je te laten leiden door een ander. Als dit goed loopt en er is genoeg vertrouwen, kun je deze werkvorm uitbreiden door duimspijkers neer te leggen in het parcours. De persoon die geleid moet worden gaat nu op sokken door het parcours. Wie bepaalt mijn agenda? We gaan naar onze eigen agenda’s kijken; is er nog ruimte voor geloof in onze drukke levens? Laat de deelnemers opschrijven hoeveel uur per week zij besteden aan slapen, eten, school, computeren, bellen, sport, uitgaan, lezen, winkelen, vrienden, hobby, werken… Materiaal Stoelen Pionnen Lint Eventueel boeken, prullenbak Blinddoeken Chronometer duimspijkers

• • • • • • •

4


Bezinningsmoment Lied: Ne craignez pas


Openingsgebed Heer God, altijd krijgt het verlorene uw eerste aandacht. Gij zoekt het op. Gij laat U diep raken door het leed van de mensen. Wij bidden om de goede gaven van de Geest, die ons de moed geeft en het vertrouwen om het hart voor U uit te storten, en ons te laten genezen door uw levenwekkend woord, Christus Jezus, onze Heer. Amen. Psalm 41 met Taizérefrein El Senyor (In de Heer)

Gelukkig wie zorgt heeft voor zwakken en armen: komt hij in nood, dan helpt hem de Heer. De Heer beschermt hem en houdt hem in leven, Hij maakt hem op aarde gelukkig en geeft hem niet prijs aan andermans hebzucht. De Heer staat hem bij als hij ziek te bed ligt, verzorgt hem als kwalen hem slaan. Ook ik roep de Heer aan: ‘Wees mij genadig, genees mij, al heb ik misdaan tegen U.’ 5

6

Blijf geworteld. In het spoor van Bijbelfiguren na de Wereldjongerendagen. Jaïrus Durf jij op God te vertrouwen?

Recommend Documents