biologie masteropleiding
2013 2013
uantwerpen.be
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
Biologie binnen de Universiteit Antwerpen
5
De opleiding biologie
6
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden
7
Loopbaanperspectieven 8 Studieprogramma
9
Opleidingsonderdelen
21
Masterproef 33 Nuttige info over je studietraject
35
Studiebegeleiding 36 Studeren in het buitenland
38
Infomomenten 38 Nuttige websites
39
Nuttige contactgegevens
40
|2
Welkom Je hebt de weg naar de Universiteit Antwerpen gevonden. Misschien is dit je eerste kennismaking met onze universiteit. Misschien heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over onze masteropleidingen. Hopelijk helpt dit boekje je een stap vooruit in je keuzeproces. Aan de Universiteit Antwerpen studeren zo’n 15 000 studenten in de meest uiteenlopende vakgebieden. In heel Antwerpen zijn er dat nog veel meer. Daarom werken we nauw samen met de Antwerpse hogescholen binnen de Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studietijd zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze open campusdagen op zaterdagen 23 maart en 27 april en op de infomarkt op woensdag 4 september.
Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Prof en student staan dicht bij elkaar De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen. Dat maakt een vlotte interactie met je proffen mogelijk: je kan rechtstreeks bij hen terecht met vragen en problemen. De communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. De Universiteit Antwerpen is bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning. Je staat er dus nooit alleen voor. We spelen zo veel mogelijk in op jouw individuele noden. Bovendien nodigen we jou uit om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn onze studenten vertegenwoordigd. Academische opleidingen op topniveau De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Tijdens je opleiding aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar bouw je kennis en vaardigheden op die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Daardoor kunnen we voortdurend inspelen op maatschappelijke uitdagingen. Door nieuwe opleidingen in te voeren en door keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen te verruimen. Een moderne leeromgeving We omringen jou met de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. Momenteel heeft de universiteit vier campussen. Eentje in hartje Antwerpen, drie in de zuidelijke stadsrand. Met de komst van een aantal nieuwe opleidingen, die vanaf volgend academiejaar integreren in de Universiteit Antwerpen, komen er nog locaties bij. Om het toenemend aantal studenten op te vangen en jou een aangename leeromgeving te bieden, investeren we op grote schaal in nieuwe gebouwen. Enkele staan er al. Voor andere liggen de plannen op tafel. |4
Meer dan een opleiding We willen jou niet alleen een opleiding, maar ook een brede vorming aanbieden: jou helpen opgroeien tot een professional met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studieprogramma’s. Antwerpen Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten zich thuisvoelen.
Biologie binnen de Universiteit Antwerpen Biologie is een opleiding binnen de Faculteit Wetenschappen. Andere masteropleidingen binnen deze faculteit zijn chemie, oceans and lakes, fysica, informatica, milieuwetenschap, molecular biology, wiskunde. Het Departement Biologie is het grootste departement van de Faculteit Wetenschappen en sterk onderzoeksgericht, met ondermeer 22 voltijdse professoren, een 35-tal postdoctorale onderzoekers en meer dan 120 doctoraatsstudenten. Het onderwijs in de master biologie is sterk beïnvloed door de achtergrond van de verschillende gespecialiseerde onderzoeksgroepen in het Departement: • Systemic physiological and ecotoxicological research • Ecosysteembeheer • Ethologie • Evolutionaire ecologie • Functionele morfologie • Gedragsbiologie • Planten- en vegetatie-ecologie • Moleculaire plantenfysiologie en biotechnologie • Plantengroei en -ontwikkeling De professoren en medewerkers in deze groepen doen onderzoek van hoog niveau en genieten een goede internationale reputatie. Meer informatie over het onderzoek vind je op: www.ua.ac.be/depbio. Bijkomende expertise wordt ingebracht door samenwerking met andere departementen en faculteiten binnen de Universiteit Antwerpen en via deeltijdse docenten of gastprofes-
5|
soren van instellingen zoals de Nationale Plantentuin, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, het Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, de ZOO Antwerpen, e.d.
De opleiding biologie Biologie is een fundamenteel wetenschappelijke opleiding waarin de klemtoon ligt op het formuleren van vraagstellingen en het testen van hypothesen aan de hand van observaties en experimenten in veld- en laboratoriumomstandigheden. Je wordt dan ook actief betrokken bij het lopende onderzoek in de verschillende onderzoeksgroepen, welke van de vier afstudeerrichtingen je ook kiest. Elk van de afstudeerrichtingen steunt op de expertise van meerdere gespecialiseerde onderzoeksgroepen binnen het Departement Biologie. In de afstudeerrichting cel- en systeembiologie bestudeer je hoe dieren en planten functioneren als geïntegreerde systemen. Deze richting behandelt het oorzakelijk verband tussen wijzigingen in genexpressie, celmetabolisme en de fysiologische reacties van het hele organisme. Je krijgt een grondig inzicht in de processen die op moleculair, cellulair en weefselniveau de ontwikkeling van planten, dieren en mensen sturen. Je verwerft een gedegen kennis en kunde in de celbiologie, biochemie en fysiologie van organismen.
In de afstudeerrichting evolutie- en gedragsbiologie bestudeer je hoe dieren en planten functioneren in relatie tot hun omgeving en tot hun soortgenoten en ga je op zoek naar de evolutionaire verklaring voor de verscheidenheid aan vormen en kenmerken. Je verdiept je in het gedrag van dieren, de functionele morfologie en fysiologie en leert hoe populaties georganiseerd zijn. Je komt in contact met toepassingen in bijvoorbeeld natuurbescherming of beheer van populaties. Alle organismen komen aan bod maar er is extra aandacht voor (vooral gewervelde) dieren. In de afstudeerrichting ecologie en milieu leer je hoe planten en dieren functioneren in een ecosysteem. Zowel de interacties tussen organismen en hun abiotische omgeving (bodem, water, lucht), als tussen organismen onderling, komen aan bod. Centraal staat de invloed van de mens op het milieu: vervuiling, eutrofiëring, overexploitatie van de natuur, fragmentatie van habitats, klimaatverandering. Je wordt opgeleid om milieu-problemen te analyseren en om oplossingen uit te werken in het kader van ecosysteem- en landschapsbeheer. De afstudeerrichting biedt gelegenheid tot contact met uiteenlopende biomes, van de polen tot de woestijn. De onderwijstaal van deze drie afstudeerrichtingen is het Nederlands. Een beperkt aantal opleidingsonderdelen wordt in het Engels ingericht.
|6
Sinds 2010-2011 wordt een nieuwe, vierde afstudeerrichting ingericht: biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel. Deze afstudeerrichting wordt georganiseerd in het Engels en in het Nederlands. De klemtoon ligt op de globale biodiversiteitscrisis. Je maakt er kennis met de oorzaken en gevolgen van het huidig wereldwijd verlies aan planten- en diersoorten, en met de theorie en de praktijk van het management van bedreigde soorten en het behoud en herstel van habitats. Je doet een stage bij een externe organisatie actief op gebied van conservation/restoration. Maatschappelijke aspecten zoals beleid, wetgeving en internationale verdragen, komen eveneens aan bod.
Deze afstudeerrichting is zowel bedoeld voor nederlandstalige studenten die een internationale opleiding willen volgen, als voor buitenlandse anderstalige studenten.
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden De masteropleiding biologie richt zich in de eerste plaats tot bachelors biologie. Sommige verwante bachelors (zie hieronder) kunnen ook rechtstreeks instromen in bepaalde afstudeerrichtingen, mits een aanpassing van hun vakkenpakket om eventuele hiaten in de biologische kennis aan te vullen. Hierbij wordt rekening gehouden met de reeds in de bacheloropleiding verworven kennis. Studenten van andere bacheloropleidingen kunnen eventueel instromen via een voorbereidingsprogramma, dat dan op maat wordt gemaakt en ervoor moet zorgen dat ze over een goede biologische basiskennis beschikken bij de start van de masteropleiding. Afstudeerrichting cel- en systeembiologie Rechtstreekse instroom: bachelor in de biologie Rechtstreekse instroom, mits wijziging van bepaalde vakken: • bachelor in de biochemie en biotechnologie • bachelor in de biomedische wetenschappen • bachelor in de toegepaste biologische wetenschappen, afstudeerrichting cel- en genbiotechnologie Afstudeerrichting evolutie- en gedragsbiologie Rechtstreekse instroom: bachelor in de biologie Afstudeerrichting ecologie en milieu Rechtstreekse instroom: bachelor in de biologie Rechtstreekse instroom, mits wijziging van bepaalde vakken: Bachelor in de toegepaste biologische wetenschappen, afstudeerrichting land- en bos beheer en afstudeerrichting milieutechnologie. 7|
Afstudeerrichting biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel Rechtstreekse instroom: bachelor in de biologie Taaltoelatingsvoorwaarden voor de engelstalige variant van deze opleiding (biodiversity: conservation and restoration): kandidaat-studenten met een diploma uitgereikt door een Vlaamse universiteit kunnen zich zonder taaltoelatingsvoorwaarden inschrijven. Kandidaat-studenten met een diploma uitgereikt buiten de Vlaamse gemeenschap dienen hun Engelse taalbekwaamheid te bewijzen om toegelaten te worden tot biodiversity: conservation and restoration. Zie ‘Master programmes’ onder: www.ua.ac.be/internationaldegreestudent Vereiste voorkennis De masteropleiding biologie aan de Universiteit Antwerpen staat open voor alle Vlaamse bachelors biologie, zonder enige bijkomende voorwaarde over de tijdens de bacheloropleiding gevolgde vakken of specialisaties. Merk je dat je bacheloropleiding niet helemaal overeenkomt met die van Antwerpen, dan kan je eventueel de gemiste opleidingsonderdelen uit het bachelorprogramma opnemen als keuzevak in de masteropleiding. Dit brengt dus geen bijkomende belasting mee, je hele masterprogramma blijft 120 studiepunten. We gaan er immers van uit dat je dan aan andere onderwerpen juist meer aandacht hebt besteed tijdens je bacheloropleiding. Bachelors biologie met een diploma van buiten de Vlaamse Gemeenschap hebben toegang tot de masteropleiding biologie aan de Universiteit Antwerpen mits akkoord van de Onderwijscommissie Biologie. Indien het buitenlandse bachelor diploma onvoldoende voorbereidt op de masteropleiding biologie dan wordt een voorbereidingsprogramma opgelegd.
Loopbaanperspectieven Biologie heeft heel wat raakvlakken met de samenleving. De tewerkstelling van biologen is dan ook meer divers dan vaak wordt gedacht. Een eerste belangrijke tewerk stellingssector (> 40% van de afgestudeerden) is het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of andere instellingen (bv. natuur wetenschappelijke instituten, Vlaams Instituut voor Biotechnologie, de Zoo...). Een onderzoekscarrière start meestal met een doctoraat, waar je aan werkt via een aanstelling als universitair assistent, doctoraatsbursaal of projectmedewerker. Een volledige academische loopbaan is weggelegd voor een beperkt aantal excellente onderzoekers. In de privé-sector zijn er heel wat mogelijkheden in Research & Development (vaak na eerst een doctoraat gemaakt te hebben) en in marketing, o. a. in de medische, farmaceu|8
tische en biotechnologische sectoren en in industriële laboratoria. Er is ook veel vraag naar biologen bij de overheid (federaal, gewest, provincie, gemeente), bij natuurverenigingen, in studiecentra en adviesbureaus, in het bijzonder in de milieusector. Ongeveer een vijfde van de biologen wordt leraar in het secundair en hoger onderwijs. Om je beter te kunnen voorbereiden op een bepaald beroepsprofiel, kies je tijdens de opleiding ook voor een van de opties (onderwijs, ondernemerschap, onderzoek), naast je inhoudelijke afstudeerrichting (uitzondering: de afstudeerrichting biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel, heeft geen opties).
Studieprogramma Het programma master biologie is opgevat als een geheel van 120 studiepunten (sp.), te verdelen over twee studiejaren. Je schrijft je per jaar in voor een pakket van 60 studiepunten (afwijkingen mogelijk tussen de 54 en 66 studiepunten). Bij je inschrijving in MA1 kies je voor een afstudeerrichting. De afstudeerrichtingen cel- en systeembiologie, evolutie- en gedragsbiologie, ecologie en milieu worden gecombineerd met een optie: • De optie ‘onderwijs’ omvat 30 sp. van de initiële lerarenopleiding (theorie en praktijk). Na het afstuderen moet je dan nog 30 sp. behalen, waaronder 21 sp. stage, om je diploma als leraar te behalen. Dit laatste kan ook voor wie al aan de slag is als leraar. • De optie ‘ondernemerschap’ omvat het pakket ‘beleid, management en ondernemerschap’ (30 sp.) dat specifiek voor de wetenschappen wordt ingericht. Hierin komen zaken aan bod als bedrijfscommunicatie, financieel management, innovatie, procesmanagement en kwaliteitszorg. • De optie ‘onderzoek’ houdt een individueel onderzoeksproject in (10 sp.) dat los staat van de masterproef en een bijkomende ruimte van 20 sp. voor specialisatie via keuzevakken. Het volgen van deze optie is niet noodzakelijk om later een doctoraat aan te vatten, maar is wel de beste voorbereiding. Het eerste semester van MA1 bestaat uit een volledig verplicht pakket, afhankelijk van de gemaakte keuze. In de loop van dat eerste semester beslis je over de invulling van het tweede semester (keuzevakken, eventueel individueel project, eventueel reeds een aantal studiepunten voor de masterproef). Het pakket voor het tweede jaar leg je vast bij de inschrijving voor dat jaar. De verplichte vakken zijn verdeeld over de verschillende semesters naargelang de gekozen optie en afstudeerrichting. In functie van een buitenlands verblijf (Erasmus en/ of werk voor de masterproef) is het mogelijk om verplichte vakken te verschuiven tussen het eerste en het tweede jaar. Het eerste semester ligt vast, de drie andere semesters (tweede semester van het eerste jaar, de twee semesters van het tweede jaar) kan je flexibeler invullen. Het werk voor de masterproef kan je spreiden over semesters 2, 3 en 9|
4. Als je de optie ‘onderzoek’ kiest, voer je naast de masterproef ook nog een kleiner individueel project uit in de loop van een van die semesters. Elke student kiest keuzevakken voor een totaal van 16 studiepunten (opties onderwijs of ondernemerschap) of 36 sp. (optie onderzoek); de timing daarvan hangt af van wanneer de vakken worden aangeboden en hoe je het werk aan je masterproef (en eventueel individueel project) plant. In elk van de drie hierboven opgesomde afstudeerrichtingen (cel- en systeembiologie, evolutie- en gedragsbiologie, ecologie en milieu) wordt een beperkt aantal opleidingsonderdelen in het Engels ingericht. Uiteraard wordt er enkel in het Engels les gegeven indien er buitenlandse studenten de lessen volgen die het Nederlands niet machtig zijn. Je kan ook altijd examen afleggen in het Nederlands. De vierde afstudeerrichting, biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel, wordt zowel ingericht in het Engels als in het Nederlands en heeft geen opties. De engelstalige variant bestaat volledig uit opleidingsonderdelen in het Engels, terwijl de nederlandstalige variant voor ongeveer 50% uit engelstalige opleidingsonderdelen bestaat. Deze laatste zijn gemeenschappelijk en worden gezamenlijk gevolgd door studenten van beide taalvarianten. De afstudeerrichting omvat een module met fundamentele vakken en vaardigheden vakken en een module over het behoud en herstel van biodiversiteit in de praktijk (samen 62 sp.). Alle studenten voeren ook een masterproef (30 sp.) en een stage (10 sp.) uit en kiezen 18 sp. aan keuzevakken. De timing hiervan is flexibel en valt grotendeels in het tweede master jaar. Algemeen schema voor de afstudeerrichtingen cel- en systeembiologie, evolutie- en gedragsbiologie, ecologie en milieu: Het aantal sp. per semester is indicatief, kleine afwijkingen zijn mogelijk zowel in het verplicht als in het keuzepakket.
| 10
Semester 1 (eerste jaar) Semester 2 (eerste jaar)
Semester 3 (tweede jaar)
Semester 4 (tweede jaar) Vrij in te vullen in semesters 2, 3 of 4
Onderwijs, ondernemerschap 18 sp. verplicht 12 sp. optie 12 sp. verplicht 6 sp. optie 12 sp. vrij in te vullen (zie hieronder) 13 sp. verplicht 12 sp. optie 5 sp. vrij in te vullen (zie hieronder) 30 sp. vrij in te vullen (zie hieronder) 30 sp. masterproef 16 sp. keuzevakken
Onderzoek 30 sp. verplicht 12 sp. verplicht 18 sp. vrij in te vullen (zie hieronder) 5 sp. verplicht 25 sp. vrij in te vullen (zie hieronder) 30 sp. vrij in te vullen (zie hieronder) 30 sp. masterproef 36 sp. keuzevakken 10 sp. individueel project
11 |
Cel- en systeembiologie: master eerste jaar
sp..
Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen Biochemie en systeembiologie 3 Plantenbiochemie 3 Celbiologie 3 Animal physiology 6 Genoom- en proteoomstudie 6 Ontwikkelingsbiologie 3 Plant physiology and functional morphology 6 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart wordt in MA1 Masterproef biologie: deel 1 10 Optie onderwijs Inleiding in de didactiek 3 Didactiek natuuwetenschappen basis 3 Didactiek biologie 3 Oefenlessen 3 Leerlingenbegeleiding 3 Inleefstage 3 Optie ondernemerschap Strategische bedrijfscommunicatie 6 Management van een organisatie 6 Financieel management en juridische aspecten 6 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen Biochemie en systeembiologie 3 Plantenbiochemie 3 Animal physiology 6 Geïntegreerd practicum 13 Genoom- en proteoomstudie 6 Plant physiology and functional morphology 6 Biostatistics 7 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2 Individueel project 10 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart wordt in MA1 Masterproef biologie: deel 1 10 | 12
Cel- en systeembiologie: master tweede jaar
sp..
Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen Geïntegreerd practicum 13 Optie onderwijs Onderwijsorganisatie en -beleid 3 Instapstage 3 Optie onderwijs: keuze-opleidingsonderdelen (6 sp. te kiezen): Klasmanagement 3 Onderwijs aan achtergestelden 3 Ontwerpen van multimediale leeromgevingen 3 Taal en leren 3 Optie ondernemerschap Innovatie en entrepreneurship 6 Procesmanagament en kwaliteitszorg 6 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA1 Masterproef biologie: deel 2 20 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA2 Masterproef biologie 30 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen Celbiologie 3 Ontwikkelingsbiologie 3 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2 Individueel project 10 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA1 Masterproef biologie: deel 2 20 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA2 Masterproef biologie 30
13 |
Evolutie- en gedragsbiologie: master eerste jaar Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen Macro-evolutie Ecology of populations and communities Fylogenie en systematiek Evolutionary and ecological physiology Practicum organismale biologie Biostatistics Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart wordt in MA1 Masterproef biologie: deel 1 Optie onderwijs Inleiding in de didactiek Didactiek natuurwetenschappen basis Didactiek biologie Oefenlessen Leerlingenbegeleiding Inleefstage Optie ondernemerschap Strategische bedrijfscommunicatie Management van een organisatie Financieel management en juridische aspecten
sp.. 3 6 6 4 4 7
10 3 3 3 3 3 3 6 6 6
Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen Fylogenie en systematiek 6 Macro-evolutie 3 Ecology of populations and communities 6 Behavioral ecology 5 Evolutionary and ecological physiology 4 Functionele morfologie vertebraten 4 Practicum organismale biologie 4 Biostatistics 7 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2 Individueel project 10 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart wordt in MA1 Masterproef biologie: deel 1 10 | 14
Evolutie- en gedragsbiologie: master tweede jaar
sp..
Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen Functionele morfologie vertebraten 4 Behavioral ecology 5 Gedragsfysiologie 5 Optie onderwijs Onderwijsorganisatie en -beleid 3 Instapstage 3 Optie onderwijs: keuze-opleidingsonderdelen (6 sp. te kiezen): Klasmanagement 3 Onderwijs aan achtergestelden 3 Ontwerpen van multimediale leeromgevingen 3 Taal en leren 3 Optie ondernemerschap Innovatie en entrepreneurship 6 Procesmanagament en kwaliteitszorg 6 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA1 Masterproef biologie: deel 2 20 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA2 Masterproef biologie 30 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen Gedragsfysiologie 5 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2 Individueel project 10 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA1 Masterproef biologie: deel 2 20 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA2 Masterproef biologie 30
15 |
Ecologie en milieu: master eerste jaar Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen Biostatistics
sp. 7
Fysische ecologie 4 Landscape ecology 4 Paleo-ecologie 3 Plant ecology 6 Ecology of populations and communities 6 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart wordt in MA1 Masterproef biologie: deel 1 10 Optie onderwijs Inleiding in de didactiek 3 Didactiek natuurwetenschappen basis 3 Didactiek biologie 3 Oefenlessen 3 Leerlingenbegeleiding 3 Inleefstage 3 Optie ondernemerschap Strategische bedrijfscommunicatie 6 Management van een organisatie 6 Financieel management en juridische aspecten 6 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen Biostatistics 7 Geographic information systems 4 Fysische ecologie 4 Landscape ecology 4 Milieustress 4 Paleo-ecologie 3 Plant ecology 6 Ecology of populations and communities 6 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2 Individueel project 10 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart wordt in MA1 Masterproef biologie: deel 1 10 | 16
Ecologie en milieu: master tweede jaar
sp..
Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen Terreincursus ecohydrologie 6 Geographic information systems 4 Milieustress 4 Optie onderwijs Onderwijsorganisatie en -beleid 3 Instapstage 3 Optie onderwijs: keuze-opleidingsonderdelen (6 sp. te kiezen): Klasmanagement 3 Onderwijs aan achtergestelden 3 Ontwerpen van multimediale leeromgevingen 3 Taal en leren 3 Optie ondernemerschap Innovatie en entrepreneurship 6 Procesmanagament en kwaliteitszorg 6 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA1 Masterproef biologie: deel 2 20 Optie ondernemerschap en optie onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA2 Masterproef biologie 30 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen Terreincursus ecohydrologie 6 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2 Individueel project 10 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA1 Masterproef biologie: deel 2 20 Optie onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen indien de masterproef gestart werd in MA2 Masterproef biologie 30
17 |
Biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel - eerste jaar Conservation biogeography Plant ecology Habitat conservation Conservation and society Biostatistics Geographic information systems Conservation genetics Ecology of populations and communities Landscape ecology Conservation internship of master thesis of optional courses Stage of masterproef of keuzevakken Biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel - tweede jaar Ecohydrology field course - terreincursus ecohydrologie Restoration ecology Species conservation and management Conservation internship of master thesis of optional courses Stage of masterproef of keuzevakken
sp.. 4 6 4 5 7 4 6 6 4 14
sp.. 6 4 6 44
Deze vierde afstudeerrichting bestaat in twee taalvarianten (Engels en Nederlands). Zoals hoger vermeld zijn er geen opties. In deze afstudeerrichting kan dus de specifieke lerarenopleiding of het interfacultair programma ‘ondernemerschap’ niet worden gevolgd. In de engelstalige variant worden alle opleidingsonderdelen in het Engels ingericht. In de nederlandstalige variant wordt ongeveer 50% van de opleidingsonderdelen in het Engels ingericht. Dit betreft alle hierboven vermelde opleidingsonderdelen behalve de stage (10 sp.), de Masterproef (30 sp.), terreincursus ecohydrologie (6 sp.) en 18 sp. keuzevakken. In de engelstalige variant wordt gekozen uit de engelstalige keuzevakken van de lijst op blz. 19-20, in de nederlandstalige variant uit de nederlandstalige keuzevakken van deze lijst. Lijst keuze-opleidingsonderdelen eerste jaar master biologie Je hebt de keuze tussen een uitgebreide waaier van gespecialiseerde vakken, gebaseerd op de onderzoeksexpertise van de docenten. • De keuzevakken zijn niet strikt gebonden aan afstudeerrichtingen, dus je kan uit alle keuzevakken kiezen (uitzondering: afstudeerrichting biodiversity: conservation | 18
• • • • • •
and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel, zie verder). De promotor van de masterproef kan eventueel wel vakken suggereren die nuttig zijn voor de eindverhandeling. Je kan ook verplichte vakken van een andere afstudeerrichting kiezen als keuzevak. Keuzevakken bedragen 3 tot 6 studiepunten en zijn een mengeling van hoorcolleges, seminaries, individueel werk, praktisch werk en (buitenlandse) veldstages. Er kan ook gekozen worden uit andere opleidingen en zelfs instellingen, mits toelating van de Onderwijscommissie en met een maximum van de helft van de studiepunten voor keuzevakken. Sommige keuzevakken vereisen voorkennis van een verplicht vak en daarom kan je ze pas in het tweede masterjaar volgen. Sommige keuzevakken worden tweejaarlijks aangeboden en in dat geval door studenten van beide masterjaren tegelijkertijd gevolgd. Een deel van de keuzevakken wordt in het Engels ingericht. In de afstudeerrichting biodiversity: conservation and restoration (engelstalige variant) kan je enkel kiezen uit de engelstalige keuzevakken van de lijst, aangezien de opleiding volledig engelstalig is. In de nederlandstalige variant biodiversiteit: behoud en herstel dien je te kiezen uit de nederlandstalige keuzevakken van de lijst.
Lijst keuze-opleidingsonderdelen (te kiezen als aanvulling op de verplichte vakken, zodat op het einde van de masteropleiding minimum 120 sp. verworven zijn)
sp.
Advanced biostatistics
6
Applied and conservation behaviour
3
Aquatic ecology
4
Bio-akoestiek
4
Energy from biomass
4
Biogeomorphology
3
Bioinformatica
6
Biomechanica
4
Coastal and estuarine management
4
Conservation genetics
6
De plant als systeem
6
Dierenecofysiologie
4
Ecological modelling
6
Ecomorfologie
3
Eilandbiologie
6
19 |
Entomology
4
Evolutionaire ecologie
4
Gedrag: seminarie en vaardigheden
4
Gentechnologie
4
Geographic information systems
4
Herpetology
3
Infectious disease ecology
4
Mammalogy
4
Menselijk gedrag
4
Meteorologie, klimatologie en global change
4
Methoden in de omgevingsbiologie
3
Moleculaire genetica
3
Ornithology
4
Plantenecofysiologie
6
Plant-microbe interacties
3
Primatology
4
Recombinant-eiwit-technologie
4
Remote sensing
4
Restoration ecology
4
Scaling in vorm en functie
3
Seminarie biochemie
4
Species conservation and management
6
Systeemecologie
4
Technieken proteoom- en genoomstudie
3
Wetenschappelijk schrijven in het Engels
6
| 20
Opleidingsonderdelen In deze brochure maak je kennis met de inhoud van de verplichte opleidingsonderdelen. Op www.ua.ac.be/ood vind je meer informatie over de andere opleidingsonderdelen, begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal.
Afstudeerrichting cel- en systeembiologie Plantenbiochemie In dit opleidingsonderdeel zal de basiskennis van de plantenbiochemie in belangrijke mate worden verdiept en uitgebreid. De belangrijkste thema’s die daarbij aan bod zullen komen zijn de fotosynthese en het secundair metabolisme in planten. Wat betreft de fotosynthese zal in detail besproken worden hoe de koolstoffixatie in C3, C4 en CAM planten verloopt, en wat daarvan de consequenties zijn voor het gehele plantenmetabolisme. Op het niveau van de secundaire metabolieten, worden de biosynthese pathways geïllustreerd en de rol van secundaire metabolieten voor de plant en de mens. Biochemie en systeembiologie Ook dit opleidingsonderdeel bouwt verder op de basiskennis biochemie uit de bachelor. Met name zal aandacht besteed worden aan de regulatie van het celmetabolisme en aan onderwerpen die nog weinig aan bod zijn geweest zoals het N-metabolisme, de biosynthese van biomoleculen o.a. aminozuurbiosynthese,... Daarnaast zal a.d.h.v. enkele specifieke onderwerpen de integratie van de biochemische pathways in het hele organisme geïllustreerd worden. Hierbij wordt eerst aandacht besteed aan het weefselspecifiek metabolisme van de belangrijkste weefsels (zoals lever, vetweefsel en spier). Daarna wordt deze kennis geïntegreerd en geïnterpreteerd onder verschillende metabole en energetische omstandigheden, om op die manier het globaal energiemetabolisme te leren begrijpen. In een apart hoofdstuk wordt stilgestaan bij fenomenen die te maken hebben met energieflux, energietransfer, energierijke verbindingen, oxidatieve en nietoxidatieve fosforlatie, het elektronentransportsysteem, respiratorische complexen, enz. Celbiologie Dit opleidingsonderdeel behandelt grondig enkele onderdelen van het hedendaagse celbiologie-onderzoek en wijst op toepassingsgebieden van deze wetenschap aan de hand van casussen uit cel-cel contacten, ontwikkelingsbiologie, stamcelonderzoek, heterologe expressie.
21 |
Animal physiology De cursus behandelt belangrijke onderdelen uit de dierenfysiologie (hersenfunctie, zintuigperceptie, energiemetabolisme, hormoonregulatie, thermoregulatie…) die worden uitgediept en waarrond een aantal verbandhoudende vragen worden beantwoord. Genoom- en proteoomstudie Genoomstudie brengt een dieper inzicht aan van de structuur en de functie van het genoom tijdens de ontwikkeling van organismen. Er wordt vaak verwezen naar courant gebruikte technieken. Proteoomstudie behelst de analyse van het geheel aan eiwitten en van hun toestand aanwezig in een systeem (bv. een cel), van hun interactie en van wijzigingen die gepaard gaan met ontwikkeling. De discipline berust op de technologie om zowel massaal eiwitten moleculair te identificeren als de bekomen gegevens te beheren en beheersen. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan het complementaire karakter van genomics en proteomics alsook aan het gebruik van ‘tools’ die tot de bio-informatica behoren. Ontwikkelingsbiologie De cursus behandelt de moleculaire mechanismen die de ontwikkeling van dier en plant sturen: van controle op genexpressie tot controle van weefselvorming en van embryonale tot adulte ontwikkeling. Nadruk ligt op het gebruik van modelsystemen. Plant physiology and functional morphology Het deel fysiologie behandelt deelprocessen van de vegetatieve en generatieve ontwikkeling, zaadfysiologie, senescentie, regeneratie en stress resistentie. Het deel morfologie behandelt de moderne kennis over enkele typische plantencelkenmerken (vacuole, celwand, plasmodesmata,...) en belicht de rol van hun eigenschappen bij het functioneren van weefsels in de watertransportbaan van zaadplanten. Geïntegreerd practicum Dit practicum heeft tot doel om je op een geïntegreerde wijze kennis te laten maken met verschillende aspecten van plantenbiochemie, plantenfysiologie, dierenfysiologie en plantenmorfologie. Hierbij wordt de inhoud van meerdere vakken geïllustreerd en worden verschillende laboratoriumtechnieken aangeleerd. Een greep hieruit: • Transformatie, selectiecriteria na tranformatie en effect plantenhormonen in differentiatie • Gus-expressie • Zuivering en analyse van plantenhormonen d.m.v. vaste stof extractie, ELISA, HPLC, -GC-MS • Effect van zware metalen op celculturen: detectie van actieve zuurstofspecies • Bepaling opname ascorbaat (vitamine C) in protoplasten van celculturen | 22
• • • • • • • • • • • • • • • • •
Effect van licht op planten: Shibata-shift en fytochroom Analyse van plantenpigmenten (in vitro, in vivo spectrofotometrie, HPLC-UVVis-detectie) Celfractionatie en scheiding membraantypes via sucrosegradiëntcentrifugatie, spectrofotometrische bepaling van merkerenzymen en scheiding van eiwitten via natieve gelelectroferese (nPAGE) Bepalen multixenobiotische weerstand bij aquatische organismen Bepalen osmoregulatie en bioaccumulatie zware metalen bij aquatische organismen a.d.h.v. Atomic Absorption Spectroscopy (AAS) en Inductive Coupled Plasma – Atomic Emission Spectroscopy (ICP-AES) Bepalen van energieverbruik aquatische organismen door het meten van energiereserves (compositional approach) en de bepaling van het groeipotentieel (instant fuel use approach) (zuurstof-elektrodes, Coulter counter, Spectrofotometrie) In vitrocultuur (planten en cellen) Opzuivering van recombinante eiwitten via affiniteitschromatografie (EIMAC) Praktische inleiding tot de bioinformatica Rol cytoskelet bij beweging en bij aanmaak van de celwand Structuur /functie relaties bij de weefsels die de waterhuishouding van de plant waarmaken Organellen van de plantencel: dynamiek, structuur en ultrastructuur Licht-, fluorescentie-, confocale- en electronenmicroscopie, ultradunne coupes Analyse van expressiepatroon CDKA in delende en stationaire plantencellen Proteïne extractie en zuivering op 1D SDS-PAGE Zilverkleuring proteïnegelen Western blot en immunodetectie van proteïnen op blot a.h.v. colorimetrische methode met alkalisch fosfatase geconjugeerde antilichamen
23 |
Biostatistics Na afloop van deze cursus zijn de studenten in staat om een biologische vraagstelling om te vormen in een statistische vraagstelling. De correcte analyse methode kan toegepast worden in het pakket R. De statistische resultaten kunnen voorgesteld worden voor een breed publiek. De volgende topics zullen aan bod komen: ANOVA, two-way ANOVA, mixed models, regressie, multiple regressie, ANCOVA, generalized mixed models (binomial and poisson), experimenteel design (inclusief simulatietechnieken), multivariate statistiek (PCA, factor analyse, ordinatie, MANOVA, discriminant analyse, canonische correlatie). Individueel project Je neemt, onder begeleiding, deel aan een lopend wetenschappelijk onderzoek in één van de onderzoeksgroepen van het departement en rapporteert over de resultaten in een projectverslag. Je moet het individueel project uitvoeren in een andere onderzoeksdiscipline en liefst ook in een andere onderzoeksgroep dan de masterproef. De keuze van het onderwerp gebeurt op het einde van het eerste semester in het eerste masterjaar. Het individueel project wordt geëvalueerd door de promotor (eventueel bijgestaan door copromotor of projectbegeleiders) en een assessor.
Afstudeerrichting evolutie- en gedragsbiologie Macro-evolutie Je verdiept je in onderwerpen als speciatie (de verschillende modellen), vermeende trends binnen evolutielijnen, diversificatiesnelheden, tempo van evolutie, evolutionaire ontwikkelingsbiologie (evo-devo) en hoe dit mee de evolutie van de grote bouwplannen kan verklaren. Fylogenie en systematiek Dit opleidingsonderdeel bevat een theoretisch gedeelte met inleiding tot de t heoretische systematiek, met onderwerpen als soortconcept, definitie hogere taxa, cladisme, opstellen van fylogenetische bomen en gebruik ervan in de ‘comparative method’ (inclusief oefeningen met software). In een seminariegedeelte werk je een case-study uit over de fylogenie van een taxon, een evolutionaire gebeurtenis of een discussiepunt binnen de fylogenetische systematiek. Ecology of populations and communities In dit opleidingsonderdeel ga je in op de vraag waarom sommige organismen op de ene plaats en op het ene moment talrijk zijn, terwijl dat elders of op een ander moment niet zo is. Je gaat na wat het belang is van demografie voor de dynamiek van een p opulatie en hoe je dat onderzoekt. Er wordt veel aandacht besteed aan intra- en interspecifieke | 24
i nteracties tussen individuen en vooral het effect daarvan op populatieniveau. In dat kader kijk je naar fenomenen zoals intra- en interspecifieke competitie, herbivorie, plant-insect relaties, parasitisme, predatie,... Je leert populatiedynamische patronen onderzoeken en het belang van zowel deterministische mechanismen als stochasticiteit herkennen. Je raakt vertrouwd met de ecologie als een formele wetenschap die i nzichten uitwerkt tot (mathematische) modellen en je leert dergelijke modellen gebruiken en interpreteren. Behavioral ecology Dit opleidingsonderdeel richt zich op de analyse van gedragsvariatie in een evolutionair kader aan de hand van hoorcolleges en seminariewerk (literatuurstudie en synthese van verschillende theorieën/benaderingen rond een specifieke gedragsvorm). Onderwerpen die uitgebreid aan bod komen zijn o.a. seksuele selectie, reproductieve strategieën, communicatie, conflictgedrag en coöperatie, inleiding tot speltheorie als theoretisch kader voor het begrijpen van evolutionair stabiele strategieën . Evolutionary and ecological physiology Dit opleidingsonderdeel geeft je een overzicht van aspecten van het fysische milieu die van belang zijn in de biologie van organismen en populaties. Je maakt kennis met methoden om het fysische milieu te kwantificeren. Je ontdekt hoe organismen reageren op veranderingen in hun fysische omgeving: gedragsveranderingen, acclimatie en genetische adaptatie van fysiologische parameters en je leert methoden om die organismale responsen te meten. Er is speciale aandacht voor een aantal punten van onderzoek: trade-off specialist/generalist, evolutionaire flexibiliteit van fysiologische variabelen, adaptieve waarde acclimatie, kosten en baten van fenotypische plasticiteit. Functionele morfologie vertebraten Dit opleidingsonderdeel focust op de werking van het bewegingsapparaat (spier-botsysteem) bij vertebraten. De nadruk ligt daarbij op twee belangrijke ecologische functies (nl. de locomotie en de voedselopname), die in grote mate mee de fitness van organismen bepalen. De verschillende specifieke functies (zwemmen, vliegen, terrestrische locomotievormen, aquatische en terrestrische voeding...) worden gekoppeld aan hun morfologische specialisaties. Practicum organismale biologie De praktijk van het onderzoek voorgesteld in de cursussen ‘evolutionaire en ecologische fysiologie’ en ‘functionele morfologie vertebraten’ wordt toegelicht. Concreet betekent dit dat je op het niveau van het organisme praktische oefeningen zal uitvoeren die je moeten toelaten om onderzoekservaring op te doen en inzichten te verwerven in het domein van de thermische biologie, het energiemetabolisme en de werking van spier25 |
bot-systemen. Je werkt een onderzoekstopic uit in groep (3-4 pers), met eerst een inhoudelijke verwerking van een aantal onderzoeksartikels. Vervolgens zet je in samenspraak met de begeleider een experiment op en voert dat uit. Data worden verder geanalyseerd en in een verslag gepresenteerd en bediscussieerd. De resultaten worden finaal aan de groep gepresenteerd. Biostatistics Na afloop van deze cursus zijn de studenten in staat om een biologische vraagstelling om te vormen in een statistische vraagstelling. De correcte analyse methode kan toegepast worden in het pakket R. De statistische resultaten kunnen voorgesteld worden voor een breed publiek. De volgende topics zullen aan bod komen: ANOVA, two-way ANOVA, mixed models, regressie, multiple regressie, ANCOVA, generalized mixed models (binomial and poisson), experimenteel design (inclusief simulatietechnieken), multivariate statistiek (PCA, factor analyse, ordinatie, MANOVA, discriminant analyse, canonische correlatie). Behavioral physiology Dit opleidingsonderdeel beschrijft en analyseert de mechanismen van proximale causaliteit van gedrag. Onderwerpen die aan bod komen zijn: fysiologische basis van gedrag met de nadruk op neurofysiologie, relaties tussen gedrag en hormonen, evolutionaire neurobiologie, cerebrale coördinatie, psychobiologische en biopsychologische topics, cognitieve en leerprocessen. Individueel project Je neemt, onder begeleiding, deel aan een lopend wetenschappelijk onderzoek in één van de onderzoeksgroepen van het departement en rapporteert over de resultaten in een projectverslag. Je moet het individueel project uitvoeren in een andere onderzoeksdiscipline en liefst ook in een andere onderzoeksgroep dan de masterproef. De keuze van het onderwerp gebeurt op het einde van de eerste semester in het eerste masterjaar. Het individueel project wordt geëvalueerd door de promotor (eventueel bijgestaan door co-promotor of projectbegeleiders) en een assessor.
Afstudeerrichting ecologie en milieu Fysische ecologie Een aantal ecologische fenomenen zijn fysisch in hun oorzaken en fysiologisch in hun gevolgen. Dit opleidingsonderdeel maakt je bedreven in het meten en en analyseren van de interacties tussen organismen en/of gemeenschappen en hun fysisch milieu, meer in het bijzonder de uitwisselingen van straling (kort- en langgolvig, stralingsbalans), warmte (convectie, conductie), massa (verdamping, fotosynthese, respiratie, enz.) en | 26
omentum. Aan de hand van vraagstukken pas je de theorie toe op planten, dieren of de m mens. Landscape ecology Je leert de basisprincipes van opbouw van het landschap en de voornaamste landschapsvormende factoren. Je onderzoekt de relatie tussen grote landschapseenheden (natuurlijk zowel als antropogeen) onderling en met het abiotische milieu. Je voert een effectieve landschapsstudie uit aan de hand van thematische kaarten en geografische literatuur. Paleo-ecologie De paleo-ecologie beoogt de reconstructie van het milieu in het verleden. De kennis van het paleomilieu is bijvoorbeeld onontbeerlijk gebleken om de gevolgen in te schatten van de huidige milieuveranderingen, inclusief deze van het klimaat. De discipline steunt op de interpretatie van fossiele fauna’s en flora’s in hun stratigrafische en geomorfologische context. De doelstelling van deze cursus is de student te laten kennis maken met de multidisciplinaire methodiek die hiervoor nodig is (o.a. ook het palynologisch onderzoek). Je gaat na hoe hiermee de overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen en het verdere verloop van het Holoceen, kan gereconstrueerd worden. Een aantal casestudies over uiteenlopende onderwerpen, zoals bv. de verzuring van de oppervlaktewateren, de reconstructie van de veranderingen in zeespiegelniveau en ijsbedekking in de arctische oceaan, de impact van de neolithische mens op het landschap, zal dit illustreren. Plant ecology Dit opleidingsonderdeel behandelt de interacties tussen planten en hun omgeving. De doelstelling is inzicht te bekomen in de invloed van omgevingsfactoren en in de reacties van de planten op hun milieu. Hierbij komen zowel de directe effecten van veranderingen in milieufactoren ter sprake als de indirecte effecten via acclimatisatie. Volgende thema’s komen uitgebreid aan bod: planten en straling/klimaat, fotosynthese, plantengroei, productiviteit en koolstofbudget, plant-waterrelaties, stomata en waterbalans, energiebalans, opname van minerale nutriënten, stikstofhuishouding, planten onder stress (straling, droogteresistentie), atmosferische pollutie. Ecology of populations and communities In dit opleidingsonderdeel ga je in op de vraag waarom sommige organismen op de ene plaats en op het ene moment talrijk zijn, terwijl dat elders of op een ander moment niet zo is. Je gaat na wat het belang is van demografie voor de dynamiek van een populatie en hoe je dat onderzoekt. Er wordt veel aandacht besteed aan intra- en interspecifieke interacties tussen individuen en vooral het effect daarvan op populatieniveau. In dat kader kijk je naar fenomenen zoals intra- en interspecifieke competitie, herbivorie, plant-insect 27 |
relaties, parasitisme, predatie,... Je leert populatiedynamische patronen onderzoeken en het belang van zowel deterministische mechanismen als stochasticiteit herkennen. Je raakt vertrouwd met de ecologie als een formele wetenschap die i nzichten uitwerkt tot (mathematische) modellen en je leert dergelijke modellen gebruiken en i nterpreteren. Geographic information systems De bedoeling van dit vak is om inzicht te verwerven in de basisprincipes van Geografische Informatie Systemen (GIS). Er wordt ruime aandacht besteed aan de ontwikkeling van praktische GIS-vaardigheden en toepassingen. De ruimtelijke presentatie, analyse en modellering van gegevens in een GIS is essentieel voor milieuwetenschappers, zoals biologen en bio-ingenieurs. In een eerste, theoretische deel van deze cursus worden een aantal basisprincipes van GIS uitgelegd, zoals de datastructuur in een GIS (vectorieel, raster, attributen), dataverwerving en -invoer (georeferentie, kaartdigitalisatie, classificatie van remote sensing beelden, LIDAR,...), dataconversie, ruimtelijke interpolatie (Kriging, triangulatie), fouten en filtering, ruimtelijke analyse (o.a. overlay, zonale indeling, nearest distance, analyse van digitale hoogtemodellen), cartografische presentatie, inleiding tot ruimtelijk-dynamisch modelleren. In een tweede, praktisch gedeelte wordt ruime aandacht besteed aan een aantal praktische oefeningen en opdrachten (in Arcview, Idrisi en/of Mapinfo), waarin de theoretische kennis wordt toegepast, en wordt er kennis gemaakt met GIS-databronnen op het internet (bv. Agiv, Geocommunity,…). Milieustress Je krijgt een gedetailleerd overzicht van alle milieuproblemen, m.i.v. hun oorzaken, fysiologische en ecologische impact, remediëring, en maatschappelijke context: klimaatverandering (CO2, opwarming van de aarde), pollutie (troposferisch ozon, zware metalen, ...), UV-B en afbraak van de ozonlaag, eutrofiëring, habitatfragmentatie, enz. Biostatistics Na afloop van deze cursus zijn de studenten in staat om een biologische vraagstelling om te vormen in een statistische vraagstelling. De correcte analyse methode kan toegepast worden in het pakket R. De statistische resultaten kunnen voorgesteld worden voor een breed publiek. De volgende topics zullen aan bod komen: ANOVA, two-way ANOVA, mixed models, regressie, multiple regressie, ANCOVA, generalized mixed models (binomial and poisson), experimenteel design (inclusief simulatietechnieken), multivariate statistiek (PCA, factor analyse, ordinatie, MANOVA, discriminant analyse, canonische correlatie). Terreincursus ecohydrologie - ecohydrology field course Tijdens deze stage krijg je als student (in groepjes van gemiddeld 4) een onderzoeksvraag voorgeschoteld. Het is de bedoeling dat de groepen eerst brainstormen over de | 28
onderzoeksvraag en zelf een methodologie voorstellen om deze vraag te beantwoorden. Dit methodologisch ontwerp wordt dan voor het vertrek op stage besproken met de begeleiders en verfijnd. De stage zelf vindt plaats in de vallei van de Biebrza-rivier in Oost-Polen, een natuur reservaat dat slechts beperkt vervuild is en waar traditioneel landgebruik zoals handmatig maaien nog voorkomt. Het reservaat omvat heel veel moerassen, vandaar dat je voor het vertrek een aantal lessen ‘moerasecologie’ krijgt. Tijdens de stage, die 8-9 dagen duurt, voer je het veld- (en labo-) werk uit om de o pdracht tot een goed einde te brengen. Om de prijs te drukken wordt er gekampeerd. Na de stage analyseren de studenten hun resultaten statistisch en geven een voordracht over hun bekomen resultaten. Individueel project Je neemt, onder begeleiding, deel aan een lopend wetenschappelijk onderzoek in een van de onderzoeksgroepen van het departement en rapporteert over de resultaten in een projectverslag. Je moet het individueel project uitvoeren in een andere onderzoeksdiscipline en een andere onderzoeksgroep dan de masterproef. De keuze van het onderwerp gebeurt op het einde van de eerste semester in het eerste masterjaar. Het individueel project wordt geëvalueerd door de promotor (eventueel bijgestaan door co-promotor of projectbegeleiders) en een assessor.
Afstudeerrichting biodiversity: conservation and restoration / biodiversiteit: behoud en herstel
De engelstalige variant van deze afstudeerrichting wordt zoals hoger vermeld volledig in het Engels ingericht. In de nederlandstalige variant zijn de verplichte opleidingsonderdelen eveneens grotendeels in het Engels. Landscape ecology Je leert de basisprincipes van opbouw van het landschap en de voornaamste landschapsvormende factoren. Je onderzoekt de relatie tussen grote landschapseenheden (natuurlijk zowel als antropogeen) onderling en met het abiotische milieu. Je voert een effectieve landschapsstudie uit aan de hand van thematische kaarten en geografische literatuur. Conservation biogeography In deze cursus maak je kennis met de fundamentele principes achter de patronen van biodiversiteit:
29 |
• • •
macro-ecologische patronen (soortenrijkdom, endemisme, gemeenschapsstructuur) en de factoren verantwoordelijk voor deze patronen (productiviteit, seizoenaliteit, …) soortspecifieke correlaties tussen distributie en zeldzaamheid (lichaamsgrootte, life history traits, trofisch niveau, dispersievermogen) biogeografische principes en theorieën (paleobiogeografie, eilandbiogeografie, community assembly)
Daarnaast leer je de indicatoren en maten van biodiversiteit gebruiken en maak je kennis met de biogeografische regio’s. Het tweede deel behandelt de belangrijkste bedreigingen van de biodiversiteit, de biodiversiteitshotspots in de wereld en de indicatorwaarde van soorten. Je leert ook methoden voor het kiezen van gebieden die prioritair moeten beschermd worden, op basis van diversiteitsindicatoren (incl. principes van design van reservaten en gap-analyse). Plant ecology Dit opleidingsonderdeel behandelt de interacties tussen planten en hun omgeving. De doelstelling is inzicht te bekomen in de invloed van omgevingsfactoren en in de reacties van de planten op hun milieu. Hierbij komen zowel de directe effecten van veranderingen in milieufactoren ter sprake als de indirecte effecten via acclimatisatie. Volgende thema’s komen uitgebreid aan bod: planten en straling/klimaat, fotosynthese, plantengroei, productiviteit en koolstofbudget, plant-water relaties, stomata en waterbalans, energiebalans, opname van minerale nutriënten, stikstofhuishouding, planten onder stress (straling, droogteresistentie), atmosferische pollutie. Ecology of populations and communities In dit opleidingsonderdeel ga je in op de vraag waarom sommige organismen op de ene plaats en op het ene moment talrijk zijn, terwijl dat elders of op een ander moment niet zo is. Je gaat na wat het belang is van demografie voor de dynamiek van een populatie en hoe je dat onderzoekt. Er wordt veel aandacht besteed aan intra- en interspecifieke interacties tussen individuen en vooral het effect daarvan op populatieniveau. In dat kader kijk je naar fenomenen zoals intra- en interspecifieke competitie, herbivorie, plant-insect relaties, parasitisme, predatie,... Je leert populatiedynamische patronen onderzoeken en het belang van zowel deterministische mechanismen als stochasticiteit herkennen.Je raakt vertrouwd met de ecologie als een formele wetenschap die inzichten uitwerkt tot (mathematische) modellen en je leert dergelijke modellen gebruiken en interpreteren. Habitat conservation Na een aantal inleidende theorieën komen de volgende thema’s aan bod: identificatie van kwetsbare ecosystemen, bescherming van waardevolle/beschermde gebieden door connectiviteit, conflicten tussen mens en natuur (bv. jacht en andere vormen van | 30
exploitatie), sustainable management van bossen en certificatieschema’s, biodiversiteit in landbouwgebieden. Species conservation and management Problematiek van kleine en versnipperde populaties; modellen van ruimtelijk gestructureerde populaties, met bijzondere aandacht voor metapopulaties; toepassing van individugebaseerde en ruimtelijk expliciete populatiemodellen voor het bepalen van minimum leefbare populatiegrootte. Concepten en modellen voor het beheer van geëxploiteerde populaties, strategieën voor optimale oogst en de rol van economische wetmatigheden in de realisatie daarvan. Eigenschappen van populaties van pestsoorten, de invloed van omgevingsstochasticiteit op populatie-explosies; voorspellings- en simulatiemodellen; bio-economische aspecten van plaagdierbestrijding. Conservation and society Dit opleidingsonderdeel wordt ingericht als een lessenreeks met gastsprekers. Topics: • duurzaamheid: historiek van het concept, concept ‘natuurlijk kapitaal’, resiliëntie, ‘environmental utilization space’, ecologische voetafdruk • ethische aspecten: intrinsieke waarde van natuur, anthropocentrisme vs. fysiocentrisme, rechten van inheemse volkeren, beleidsmakers vs. beneficiaries • economische waardering van natuur: direct-use vs. non-direct-use values, waarde van ecosystem services, ecosystem health, handel in emissierechten, theory of public goods • conservation targets, hun selectie en bepaling van het succes van conservation • beleid: globaal, EU, NW Europa; internationale verdragen; juridische aspecten en wetgeving Biostatistics Na afloop van deze cursus zijn de studenten in staat om een biologische vraagstelling om te vormen in een statistische vraagstelling. De correcte analyse methode kan toegepast worden in het pakket R. De statistische resultaten kunnen voorgesteld worden voor een breed publiek. De volgende topics zullen aan bod komen: ANOVA, two-way ANOVA, mixed models, regressie, multiple regressie, ANCOVA, generalized mixed models (binomial and poisson), experimenteel design (inclusief simulatietechnieken), multivariate statistiek (PCA, factor analyse, ordinatie, MANOVA, discriminant analyse, canonische correlatie). Terreincursus ecohydrologie – ecohydrology field course Tijdens deze stage krijg je als student (in groepjes van gemiddeld 4) een onderzoeksvraag voorgeschoteld. Het is de bedoeling dat de groepen eerst brainstormen over de onderzoeksvraag en zelf een methodologie voorstellen om deze vraag te beantwoorden. 31 |
Dit methodologisch ontwerp wordt dan voor het vertrek op stage besproken met de begeleiders en verfijnd. De stage zelf vindt plaats in de vallei van de Biebrza-rivier in Oost-Polen, een natuurreservaat dat slechts beperkt vervuild is en waar traditioneel landgebruik zoals handmatig maaien nog voorkomt. Het reservaat omvat heel veel moerassen, vandaar dat je voor het vertrek een aantal lessen ‘moerasecologie’ krijgt. Tijdens de stage, die 8-9 dagen duurt, voer je het veld- (en labo-) werk uit om de opdracht tot een goed einde te brengen. Om de prijs te drukken wordt er gekampeerd. Na de stage analyseren de studenten hun resultaten statistisch en geven een voordracht over hun bekomen resultaten. Geographic information systems De bedoeling van dit vak is om inzicht te verwerven in de basisprincipes van Geografische Informatie Systemen (GIS). Er wordt ruime aandacht besteed aan de ontwikkeling van praktische GIS-vaardigheden en toepassingen. De ruimtelijke presentatie, analyse en modellering van gegevens in een GIS is essentieel voor milieuwetenschappers, zoals biologen en bio-ingenieurs. In een eerste, theoretische deel van deze cursus worden een aantal basisprincipes van GIS uitgelegd, zoals de datastructuur in een GIS (vectorieel, raster, attributen), dataverwerving en -invoer (georeferentie, kaartdigitalisatie, classificatie van remote sensing beelden, LIDAR,...), dataconversie, ruimtelijke interpolatie (Kriging, triangulatie), fouten en filtering, ruimtelijke analyse (o.a. overlay, zonale indeling, nearest distance, analyse van digitale hoogtemodellen), cartografische presentatie, inleiding tot ruimtelijk-dynamisch modelleren. In een tweede, praktisch gedeelte wordt ruime aandacht besteed aan een aantal praktische oefeningen en opdrachten (in Arcview, Idrisi en/of Mapinfo), waarin de theoretische kennis wordt toegepast, en wordt er kennis gemaakt met GIS-databronnen op het internet (bv. Agiv, Geocommunity,…). Conservation genetics De biologische diversiteit van de planeet neemt in snel tempo af door directe en indirecte gevolgen van menselijke activiteit. De discipline van conservation genetics richt zich op processen die zich afspelen binnen kleine en gefragmenteerde populaties en over praktische benaderingen om de schadelijke effecten daarvan te minimaliseren. Met afnemende populatiegrootte en het verlies van genetische diversiteit vermindert ook het vermogen van soorten om zich aan te passen aan veranderingen in het milieu, met inteelt en een verminderde conditie als gevolg. Het doel van deze cursus is om de student te laten kennismaken met de relatief jonge discipline van de conservation genetics.
| 32
Restoration ecology De cursus bestaat uit een aantal onderdelen. Vooreerst wordt een overzicht gegeven van de ecologische achtergronden, alsmede van de maatschappelijke inbedding van het vakgebied. Vervolgens wordt dieper ingegaan op de problemen en mogelijkheden van herstel in een aantal geselecteerde ecosystemen. Uiteindelijk wordt een reeële case study in groepjes verder uitgewerkt. Hierbij is het de bedoeling dat een gebiedsontwikkelingsplan gemaakt wordt. Naast de hoorcolleges en de case study vormen verschillende excursies een essentieel onderdeel van de cursus. Hierbij worden diverse praktijkvoorbeelden bezocht. Conservation internship Deze stage zal georganiseerd worden in samenwerking met externe organisaties die actief zijn op gebied van conservation/restoration, bv. NGO’s zoals Natuurpunt of Greenpeace, overheidsinstellingen zoals het Agentschap voor Natuur en Bos, enz. Tijdens de stage worden de studenten getraind in het toepassen van hun inzicht, kennis en vaardigheden op een praktische conservation/restoration problematiek, bv. het selecteren van prioritaire habitats in conservation/restoration planning, de gevolgen van wetgeving en internationale verdragen over conservation/restoration, problemen rond ex situ conservation zoals in dierentuinen, conflicten tussen conservation/restoration doelstellingen en de samenleving, enz. De student heeft zowel een supervisor binnen de opleiding als een externe stagebegeleider en maakt een stageverslag. De begeleiding is individueel, hetzij in het Engels of in het Nederlands, alnaargelang de onderwijstaal van de afstudeerrichting.
Masterproef Met de masterproef toon je aan dat je voldoende kennis en vaardigheden hebt verworven om, onder begeleiding, een wetenschappelijk onderzoek uit te voeren waarbij je (i) blijk geeft van de nodige wetenschappelijke bagage; (ii) in staat bent om primaire literatuur op een kritische manier te verwerken en (iii) de bevindingen op een correcte en adequate manier in een bondig document kan verwoorden. De masterproef kan worden opgenomen in het programma als één opleidingsonderdeel (30 sp.) of, indien het onderwerp dit vereist, in twee opleidingsonderderdelen (deel 1 en deel 2 van resp. 10 en 20 sp.). In het laatste geval neem je deel 1 op in het programma van het eerste masterjaar en word je hierover apart geëvalueerd. Deel 2 wordt altijd opgenomen in het tweede masterjaar. Je kan dus reeds in jaar 1 starten met het praktisch werk, bijvoorbeeld in het kader van seizoensgebonden veldwerk of van een verblijf in het buitenland. Je kiest het onderwerp van je masterproef, in november in het eerste masterjaar, uit een lijst met voorstellen die worden aangeboden door promotoren van het departement 33 |
Biologie, andere departementen of zelfs andere instellingen (vb. Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, Zoo, Instituut voor Tropische Geneeskunde, Universiteit Hasselt,...). Je kan ook zelf een onderwerp voorstellen, op voorwaarde dat je een promotor vindt die dat wil begeleiden. Tegelijkertijd met de keuze van je masterproef, leg je je individueel project vast (in de optie ‘onderzoek’) of je stage/conservation internship (in de afstudeerrichting biodiversity: conservation and restoration/biodiversiteit: behoud en herstel). Bij dit keuzemoment kan je eventueel nog bepaalde keuzevakken wijzigen die je bij de start van het academiejaar hebt gekozen, als het onderwerp van je masterproef of individueel project dit vereist. De desgevallende evaluatie van deel 1 is gebaseerd op de vorderingen die je maakt in de voorbereidingsfase van de masterproef en tijdens de eerste stadia van het onderzoekswerk. Hiervoor spreek je vooraf met je promotor expliciete kwantitatieve en kwalitatieve criteria af. Het werk kan de volgende aspecten (of een combinatie daarvan) inhouden: • Literatuurstudie, al dan niet reeds resulterend in een geschreven tekst • Uitwerken van een methodologie of proefopzet • Aanleren van technische of analytische vaardigheden • Verzamelen van een dataset (geheel of gedeeltelijk), verwerken van de data in een database • Analyse van reeds beschikbare datasets • Basisversie van een theoretisch model of simulatie De evaluatie van deel 1 gebeurt minimaal aan de hand van een gesprek tussen student, promotor (hierin eventueel bijgestaan door copromotoren of begeleiders) en twee assessoren, waarbij je laat zien in welke mate je de vooropgestelde mijlpalen bereikt hebt. De evaluatie van deel 2 is gebaseerd op het schriftelijke verslag van de masterproef en op een openbare verdediging. Dit is eveneens het geval bij masterproeven die geheel in het tweede masterjaar worden uitgevoerd en als één geheel worden geëvalueerd. Het referentiemodel voor de masterproef is een wetenschappelijk artikel in een vaktijdschrift. De masterproef wordt in het Nederlands geschreven. Een uitzondering is mogelijk indien de masterproef grotendeels of geheel aan een anderstalige instelling wordt voorbereid of indien de (co-)promotor niet nederlandstalig is. In de afstudeerrichting biodiversity: conservation and restoration (engelstalige variant) wordt de masterproef uiteraard ook in het Engels geschreven. Elke masterproef wordt beoordeeld door de promotor (hierin eventueel bijgestaan door copromotoren of begeleiders) en twee assessoren. Bij de evaluatie wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de kwaliteit van de voorliggende verhandeling. Er wordt gekeken naar het gehalte van het wetenschappelijke werk, het niveau van de dataverwerking, de bespreking en de conclusies die worden getrokken, de bondigheid en de | 34
a lgemene presentatie en schrijfstijl. De kwaliteit van de verdediging, zowel presentatie als discussie, is ook belangrijk. Aspecten die expliciet beoordeeld werden in deel 1 worden niet nog eens beoordeeld voor deel 2, maar de beoordeling kan wel r ekening houden met de wijze waarop is tegemoet gekomen aan de opmerkingen die op deel 1 gemaakt werden.
Nuttige info over je studietraject Masteropleidingen binnen de bachelor-masterstructuur Om te kunnen inschrijven voor een masteropleiding, moet je in het bezit zijn van een professioneel of een academisch bachelordiploma. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je: • rechtstreeks instromen in een masteropleiding • eerst een schakelprogramma volgen (na een professionele bacheloropleiding) • eerst een voorbereidingsprogramma volgen (na een academische bacheloropleiding)
academische bachelor professionele bachelor
à
rechtstreekse instroom
à
à
voorbereidingsprogramma
à
à
schakelprogramma
à
academische master
Dankzij de bachelor-masterstructuur heb je als student vaak keuzemogelijkheden bij het invullen van je studieprogramma. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Leerkrediet Het is belangrijk dat je voldoende studievoortgang boekt in je studietraject: als je studiepunten opneemt is het de bedoeling dat je ze opnieuw verwerft door te slagen voor je examens. Om je studievoortgang te bewaken, is het leerkrediet in het leven geroepen. Alle info over het leerkrediet vind je op www.ua.ac.be/studiepunten. Als je geen studievoortgang boekt en op een negatief leerkrediet strandt, is het te laat. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangsbewaking en -begeleiding opgezet: de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van je studieprogramma hebt behaald.
35 |
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Stel ons al je vragen over opleidingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet…
•
Begeleiding bij het maken van je studiekeuze en bij twijfel over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de opleidingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen jou hierbij helpen.
•
Erkenning van eerder verworven competenties (EVC) Contacteer de EVC-coördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer info vind je op www.ua.ac.be/evc.
•
Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden. Hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof? Hoe maak je een schema? Hoe maak je goede nota’s? We helpen je ook realistische planningen te maken en doen oefeningen om uitstelgedrag tegen te gaan.
•
Psychologische begeleiding en psychotherapie Ook wanneer je kampt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken.
•
Begeleiding van studenten met een functiebeperking Heb je een functiebeperking zoals een fysieke handicap, chronische ziekte, leer probleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem? Ook dan kan je bij ons terecht voor begeleiding. Als je beschikt over een geldig attest kan je ook bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Dien je aanvraag tijdig in via www.ua.ac.be/functiebeperking.
•
Begeleiding van studenten met een topsport- of kunstbeoefening Beoefen je sport of kunst op een hoog niveau, dan kan je eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. De Sportcommissie beoordeelt
| 36
aanvragen van topsporters, de Commissie Cultuur die van kunstbeoefenaars. Meer info vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst. •
Afstudeerbegeleiding Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses en voor informatie over verdere studies.
Informatie en afspraken verlopen verder steeds via het Studenteninformatiepunt (STIP): • info: T +32 3 265 48 72 of stip.ua.ac.be • afspraken: enkel telefonisch: T +32 3 265 48 72 Neem ook een kijkje op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding. Studietrajectbegeleiding Voor specifieke vragen over je individuele studieprogramma en vrijstellingen kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Contactgegevens vind je op www.ua.ac.be/contactpersonenslb. Taalbegeleiding: academisch Nederlands Bij het ‘Monitoraat op maat’ kan je terecht voor gratis taalondersteuning academisch Nederlands. Tijdens individuele sessies helpen taaldocenten je met je taalvragen. Voor ondersteuning bij o.a. het schrijven van een academische paper of het lezen van wetenschappelijke teksten, organiseren ze contactmomenten in kleine groep. De ondersteuning sluit aan bij je eigen werkstukken en studiemateriaal. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/monitoraatopmaat.
37 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmusprogramma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal-Europa. Maar we kijken verder dan Europa: op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Heb je interesse in een buitenlandse studie-ervaring? Meer info vind je op de website van de Dienst Internationale Samenwerking: www.ua.ac.be/dis.
Infomomenten Nog vragen? Kom ze ons persoonlijk stellen. Een overzicht van alle infodagen en masterbeurzen in 2013 vind je op www.ua.ac.be/infomomenten. Open campusdagen Op 23 maart en 27 april ben je welkom op onze open campusdagen. Dé gelegenheid om alle informatie uit de eerste hand te krijgen. Babbel met proffen, studenten en studenten begeleiders. Bezoek bib, aula en labo. Kortom: snuif de sfeer aan de Universiteit Antwerpen op. www.ua.ac.be/opencampusdagen Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze? Of wil je graag bevestiging van je keuze? Kom dan naar de infomarkt op 4 september: alle infostanden van alle opleidingen op één plaats. Laatste kans om vragen te stellen, cursussen te doorbladeren en brochures mee naar huis te nemen. www.ua.ac.be/infomarkt
| 38
Nuttige websites Opleidingsaanbod Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle opleidingen die de Universiteit Antwerpen aanbiedt. Inschrijven Een (master)opleiding gekozen? Alle praktische informatie over inschrijven vind je op www.ua.ac.be/inschrijven. Blackboard Na je inschrijving krijg je toegang tot de digitale leeromgeving Blackboard. Je vindt er niet alleen aanvullingen op je cursussen, maar ook je webmail, de academische kalender, informatie over financiering van je studies, huisvesting, studentenjobs ... Inloggen kan via https://blackboard.ua.ac.be. Campussen Op www.ua.ac.be/route vind je campusplannetjes en de wegbeschrijvingen naar onze campussen.
39 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Wetenschappen Campus Groenenborger, gebouw G Groenenborgerlaan 171 2020 Antwerpen Pascale Claes T +32 3 265 32 13
[email protected] Vragen over curriculum en studiekeuze Prof. dr. Ivan Nijs (voorzitter Onderwijscommissie)
[email protected] Prof. dr. Lieven Bervoets (ondervoorzitter Onderwijscommissie)
[email protected] Informatie over collegeroosters, examens, curriculum www.ua.ac.be/biologie Studietrajectbegeleider Pieter Caris T +32 3 265 32 20
[email protected]
| 40