masteropleiding
Biologie faculteit wetenschappen
2009
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Departement studentgerichte diensten en de faculteiten. Ann Engelen (kaft) An Devaux (binnenwerk) Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure.
|2
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
Biologie aan de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
Over Biologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
8
Vereiste voorkennis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Loopbaanperspectieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
9
Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Masterproef . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Vakbeschrijvingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Studeren in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Studie- en studentenbegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Nuttige websites . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Meer info? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
3|
Voorwoord Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien heb je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit gevonden en hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent, en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 11.000 studenten. Vanaf 2007-2008 zijn de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijn Hogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Tijdens je masteropleiding wordt de kennis die je opdeed tijdens je bacheloropleiding verder uitgediept. De Universiteit Antwerpen stelt alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan maatschappelijke en wetenschappelijke evoluties. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (21 maart en 25 april 2009) of op de infomarkt (9 september 2009). Welkom bij de Universiteit Antwerpen! Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|4
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? STUDENTGERICHTHEID De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, hetgeen een vlotte interactie mogelijk maakt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en –ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. INNOVERENDE ACADEMISCHE OPLEIDINGEN De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als voor praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De academische ‘ivoren’ toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. Ook de BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. INFRASTRUCTUUR Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en meerdere studielandschappen. In alle publieke ruimten (bibliotheken, cafetaria, aula’s) zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen met je eigen laptop. De laatste jaren werd grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving aan te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer 5|
je op de campus Drie Eiken? Dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Biologie is gesitueerd op Campus Drie Eiken, de afstudeerrichting Cel- en Systeembiologie vooral op Campus Groenenborger. VORMING De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook vorming. Ze wil jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. ANTWERPEN Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.
biologie aan de Universiteit Antwerpen Biologie is een opleiding binnen de faculteit wetenschappen. Andere masteropleidingen binnen deze faculteit zijn Chemie, Ecological Marine Management, Fysica, Informatica, Milieuwetenschap, Molecular biology, Wiskunde.
|6
Het departement Biologie is het grootste departement van de faculteit Wetenschappen en sterk onderzoeksgericht, met ondermeer 24 voltijdse professoren, een 35-tal postdoctorale onderzoekers en meer dan 120 doctoraatsstudenten. Het onderwijs in de Master Biologie is sterk beïnvloed door de achtergrond van de verschillende gespecialiseerde onderzoeksgroepen in het departement: • Ecofysiologie, biochemie en toxicologie • Ecosysteembeheer • Ethologie • Evolutionaire ecologie • Functionele morfologie • Gedragsbiologie • Planten- en vegetatie-ecologie • Plantenfysiologie • Plantengroei en -ontwikkeling • Polaire ecologie, limnologie en geomorfologie
De professoren en medewerkers in deze groepen doen onderzoek van hoog niveau en genieten een goede internationale reputatie. Meer informatie over het onderzoek vind je op: http://www.ua.ac.be/depbio. Bijkomende expertise wordt ingebracht door samenwerking met andere departementen en faculteiten binnen de UA en via deeltijdse docenten of gastprofessoren van instellingen zoals de Nationale Plantentuin, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, het Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, de ZOO Antwerpen, e.d.
Over biologie Biologie is een fundamenteel wetenschappelijke opleiding waarin de klemtoon ligt op het formuleren van vraagstellingen en het testen van hypothesen aan de hand van observaties en experimenten in veld- en laboratoriumomstandigheden. Je wordt dan ook actief betrokken bij het lopende onderzoek in de verschillende onderzoeksgroepen, welke van de drie afstudeerrichtingen je ook kiest. Elk van de afstudeerrichtingen steunt op de expertise van meerdere gespecialiseerde onderzoeksgroepen binnen het departement Biologie. In de afstudeerrichting Cel- en Systeembiologie bestudeer je hoe dieren en planten functioneren als geïntegreerde systemen. Deze richting behandelt het oorzakelijk verband tussen wijzigingen in genexpressie, celmetabolisme en de fysiologische reacties van het hele organisme. Je krijgt een grondig inzicht in de processen die op moleculair, cellulair en weefselniveau de ontwikkeling van planten, dieren en mensen sturen. Je verwerft een gedegen kennis en kunde in de celbiologie, biochemie en fysiologie van organismen.
In de afstudeerrichting Evolutie- en Gedragsbiologie bestudeer je hoe dieren en planten functioneren in relatie tot hun omgeving en tot hun soortgenoten, en ga je op zoek naar de evolutionaire verklaring voor de verscheidenheid aan vormen en kenmerken. Je verdiept je in het gedrag van dieren, de functionele morfologie en fysiologie en leert hoe populaties georganiseerd zijn. Je komt in contact met toepassingen in bijvoorbeeld natuurbescherming of beheer van populaties. Alle organismen komen aan bod maar er is extra aandacht voor (vooral gewervelde) dieren. In de afstudeerrichting Ecologie en Milieu leer je hoe planten en dieren functioneren in een ecosysteem. Zowel de interacties tussen organismen en hun abiotische omgeving (bodem, water, lucht), als tussen organismen onderling, komen aan bod. Centraal staat de invloed van de mens op het milieu: vervuiling, eutrofiëring, overexploitatie van de natuur, fragmentatie van habitats, klimaatverandering. Je wordt opgeleid om milieu-problemen te analyseren en om oplossingen uit te werken in het kader van ecosysteem- en landschapsbeheer. De afstudeerrichting biedt gelegenheid tot contact met uiteenlopende biomes, van de polen tot de woestijn. 7|
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden De Masteropleiding Biologie richt zich in de eerste plaats tot bachelors Biologie. Sommige verwante bachelors (zie hieronder) kunnen ook rechtstreeks instromen in bepaalde afstudeerrichtingen, mits een aanpassing van hun vakkenpakket om eventuele hiaten in de biologische kennis aan te vullen. Hierbij wordt rekening gehouden met de reeds in de bachelor-opleiding verworven kennis. Studenten van andere bachelor opleidingen kunnen eventueel instromen via een schakelprogramma, dat dan op maat wordt gemaakt en ervoor moet zorgen dat ze over een goede biologische basiskennis beschikken bij de start van de Masteropleiding. AFSTUDEERRICHTING CEL- EN SYSTEEMBIOLOGIE Rechtstreekse instroom: Bachelor in de Biologie • • •
Rechtstreekse instroom, mits wijziging van bepaalde vakken: Bachelor in de Biochemie en Biotechnologie Bachelor in de Biomedische Wetenschappen Bachelor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen, Afstudeerrichting Cel en Genbiotechnologie
AFSTUDEERRICHTING EVOLUTIE- EN GEDRAGSBIOLOGIE Rechtstreekse instroom: Bachelor in de Biologie AFSTUDEERRICHTING ECOLOGIE EN MILIEU Rechtstreekse instroom: Bachelor in de Biologie Rechtstreekse instroom, mits wijziging van bepaalde vakken: Bachelor in de Toegepaste Biologische Wetenschappen, Afstudeerrichting Land- en Bosbeheer.
|8
Vereiste voorkennis De Masteropleiding Biologie aan de Universiteit Antwerpen staat open voor alle Vlaamse (en andere geaccrediteerde Europese) bachelors Biologie, zonder enige bijkomende voorwaarde over de tijdens de bacheloropleiding gevolgde vakken of specialisaties. Merk je dat je bacheloropleiding niet helemaal overeenkomt met die van Antwerpen, dan kan je eventueel de gemiste opleidingsonderdelen uit het Bachelorprogramma opnemen als keuzevak in de Masteropleiding. Dit brengt dus geen bijkomende belasting mee, je hele Master-programma blijft 120 studiepunten. We gaan er immers van uit dat je dan aan andere onderwerpen juist meer aandacht hebt besteed tijdens je bacheloropleiding.
Loopbaanperspectieven Biologie heeft heel wat raakvlakken met de samenleving, en de tewerkstelling van biologen is dan ook meer divers dan vaak wordt gedacht. Een eerste belangrijke tewerk stellingssector (>40% van de afgestudeerden) is het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit of andere instellingen (bijv. natuur wetenschappelijke instituten, Vlaams Instituut voor Biotechnologie, de Zoo...). Een onderzoekscarrière start meestal met een doctoraat, waar je aan werkt via een aanstelling als universitair assistent, doctoraatsbursaal of projectmedewerker. Een volledige academische loopbaan is weggelegd voor een beperkt aantal excellente onderzoekers. In de privé-sector zijn er heel wat mogelijkheden in Research & Development (vaak na eerst een doctoraat gemaakt te hebben) en in marketing, o. a. in de medische, farmaceutische en biotechnologische sectoren en in industriële laboratoria. Er is ook veel vraag naar biologen bij de overheid (federaal, gewest, provincie, gemeente), bij natuurverenigingen, in studiecentra en adviesbureaus, in het bijzonder in de milieusector. Ongeveer één vijfde van de biologen wordt leraar in het secundair en hoger onderwijs. Om je beter te kunnen voorbereiden op een bepaald beroepsprofiel, kies je tijdens de opleiding ook voor één van de opties (Onderwijs, Ondernemerschap, Onderzoek), naast je inhoudelijke afstudeerrichting.
9|
Studieprogramma Het programma Master Biologie is opgevat als een geheel van 120 studiepunten (sp), te verdelen over twee studiejaren. Je schrijft je per jaar in voor een pakket van 60 studiepunten (afwijkingen mogelijk tussen de 54 en 66 studiepunten). Bij je inschrijving in MA1 kies je een afstudeerrichting (Cel- en systeembiologie, Evolutie- en Gedragsbiologie, Ecologie en Milieu) en een optie: •
•
•
De optie “Onderwijs” omvat 30 sp van de initiële lerarenopleiding (theorie en praktijk). Na het afstuderen moet je dan nog 30 sp behalen, waaronder 21sp stage, om je diploma als leraar te behalen. Dit laatste kan ook voor wie al aan de slag is als leraar. De optie “Ondernemerschap” omvat het pakket “Beleid, management en ondernemerschap” (30 sp) dat specifiek voor de Wetenschappen wordt ingericht. Hierin komen zaken aan bod als bedrijfscommunicatie, financieel management, innovatie, procesmanagement en kwaliteitszorg. De optie “Onderzoek” houdt een individueel onderzoeksproject in (10sp) dat los staat van de Masterproef, een vak “Experimenteel design” (4sp) en een bijkomende ruimte van 16sp voor specialisatie via keuzevakken. Het volgen van deze optie is niet noodzakelijk om later een doctoraat aan te vatten, maar is wel de beste voorbereiding. Het eerste semester van MA1 bestaat uit een volledig verplicht pakket, afhankelijk van de gemaakte keuze. In de loop van dat eerste semester beslis je over de invulling van het tweede semester (keuzevakken, eventueel Individueel Project, eventueel reeds een aantal studiepunten voor de Masterproef). Het pakket voor het tweede jaar leg je vast bij de inschrijving voor dat jaar. De verplichte vakken zijn verdeeld over de verschillende semesters naargelang de gekozen optie en afstudeerrichting. In functie van een buitenlands verblijf (Erasmus en/of werk voor de Masterproef) is het mogelijk om verplichte vakken te verschuiven tussen het eerste en het tweede jaar. Het eerste semester ligt vast, de drie andere semesters (tweede semester van het eerste jaar, de twee semesters van het tweede jaar) kan je flexibeler invullen. Het werk voor de Masterproef kan je spreiden over semesters 2, 3 en 4. Als je de optie “Onderzoek” kiest, voer je naast de Masterproef ook nog een kleiner Individueel Project uit in de loop van één van die semesters. Elke student kiest keuzevakken voor een totaal van 17 studiepunten (opties Onderwijs of Ondernemerschap) of 33 sp (optie Onderzoek); de timing daarvan hangt af van wanneer de vakken worden aangeboden en hoe je het werk aan je Masterproef (en eventueel Individueel Project) plant.
| 10
Algemeen schema: Het aantal sp per semester is indicatief, kleine afwijkingen zijn mogelijk zowel in verplicht als in keuzepakket. Onderwijs, Ondernemerschap
Onderzoek
Semester 1 (eerste jaar)
18 sp verplicht 12 sp optie
30 sp verplicht
Semester 2 (eerste jaar)
12 sp verplicht 6 sp optie 12 sp vrij in te vullen (zie hieronder)
12 sp verplicht 18 sp vrij in te vullen (zie hieronder)
Semester 3 (tweede jaar)
13 sp verplicht 12 sp optie 5 sp vrij in te vullen (zie hieronder)
5 sp verplicht 25 sp vrij in te vullen (zie hieronder)
Semester 4 (tweede jaar)
30 sp vrij in te vullen (zie hieronder)
30 sp vrij in te vullen (zie hieronder)
Vrij in te vullen in semesters 2, 3 of 4
30 sp Masterproef 17 sp keuzevakken
30 sp Masterproef 33 sp keuzevakken 10 sp Individueel Project
11 |
CEL- EN SYSTEEMBIOLOGIE: EERSTE JAAR
| 12
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Biochemie en systeembiologie
6
Celbiologie
3
Dierenfysiologie
6
Genoom- en proteoomstudie
6
Ontwikkelingsbiologie
3
Plantenfysiologie en functionele morfologie
6
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Masterproef biologie: deel 1
10
Optie Onderwijs
sp
Inleiding in de onderwijskunde
3
Didactiek natuuwetenschappen
3
Didactiek uitbreidingsmodule biologie
3
Oefenlessen
3
Leerlingenbegeleiding: trends en ontwikkelingen
3
Inleefstage
3
Optie Ondernemerschap
sp
Communicatie
6
Management van een organisatie
6
Financieel management en juridische aspecten
6
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Biochemie en systeembiologie
6
Dierenfysiologie
6
Geïntegreerd practicum
13
Genoom- en proteoomstudie
6
Ontwikkelingsbiologie
3
Plantenfysiologie en functionele morfologie
6
Biostatistiek partim: univariate technieken
3
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Individueel Project
10
Masterproef biologie: deel 1
10
CEL- EN SYSTEEMBIOLOGIE: TWEEDE JAAR Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Geïntegreerd practicum
13
Optie Onderwijs
sp
Onderwijsorganisatie en -beleid
3
Instapstage
3
Optie Onderwijs: keuze-opleidingsonderdelen (6 sp te kiezen):
sp
Klasmanagement
3
Onderwijs aan achtergestelden
3
Leer- en denkprocessen bevorderen
3
Taal en leren
3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
3
Optie Ondernemerschap
sp
Innovatie en entrepreneurship
6
Procesmanagament en kwaliteitszorg
6
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Masterproef biologie: deel 1
10
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Celbiologie
3
Experimenteel design
3
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Individueel Project
10
Masterproef biologie: deel 1
10
Masterproef
sp
Masterproef biologie: deel 2
20
13 |
EVOLUTIE- EN GEDRAGSBIOLOGIE: EERSTE JAAR
| 14
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Macro-evolutie
3
Populatie-ecologie
6
Fylogenie en systematiek
6
Evolutionaire & ecologische fysiologie
4
Practicum organismale biologie
4
Biostatistiek partim: univariate technieken
3
Biostatistiek partim: multivariate technieken
3
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Masterproef biologie: deel 1
10
Optie Onderwijs
sp
Inleiding in de onderwijskunde
3
Didactiek natuuwetenschappen
3
Didactiek uitbreidingsmodule biologie
3
Oefenlessen
3
Leerlingenbegeleiding: trends en ontwikkelingen
3
Inleefstage
3
Optie Ondernemerschap
sp
Communicatie
6
Management van een organisatie
6
Financieel management en juridische aspecten
6
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Fylogenie en systematiek
6
Macro-evolutie
3
Populatie-ecologie
6
Gedragsecologie
5
Evolutionaire & ecologische fysiologie
4
Functionele morfologie vertebraten
4
Practicum organismale biologie
4
Biostatistiek partim: univariate technieken
3
Biostatistiek partim: multivariate technieken
3
Experimenteel design
4
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Individueel Project
10
Masterproef Biologie: deel 1
10
EVOLUTIE- EN GEDRAGSBIOLOGIE: TWEEDE JAAR Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Functionele morfologie vertebraten
4
Gedragsecologie
5
Gedragsfysiologie
5
Optie Onderwijs
sp
Onderwijsorganisatie en -beleid
3
Instapstage
3
Optie Onderwijs: keuze-opleidingsonderdelen (6 sp te kiezen):
sp
Klasmanagement
3
Onderwijs aan achtergestelden
3
Leer- en denkprocessen bevorderen
3
Taal en leren
3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
3
Optie Ondernemerschap
sp
Innovatie en entrepreneurship
6
Procesmanagament en kwaliteitszorg
6
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Masterproef biologie: deel 1
10
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Gedragsfysiologie
5
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Individueel Project
10
Masterproef biologie: deel 1
10
Masterproef
sp
Masterproef biologie: deel 2
20 15 |
ECOLOGIE EN MILIEU: EERSTE JAAR
| 16
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Biostatistiek, partim: multivariate technieken
3
Biostatistiek, partim: univariate technieken
3
Fysische ecologie
4
Landschapsecologie
4
Paleo-ecologie
3
Plantenecologie
6
Populatie-ecologie
6
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Masterproef Biologie: deel 1
10
Optie Onderwijs
sp
Inleiding in de onderwijskunde
3
Didactiek natuuwetenschappen
3
Didactiek uitbreidingsmodule biologie
3
Oefenlessen
3
Leerlingenbegeleiding: trends en ontwikkelingen
3
Inleefstage
3
Optie Ondernemerschap
sp
Communicatie
6
Management van een organisatie
6
Financieel management en juridische aspecten
6
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Biostatistiek, partim: multivariate technieken
3
Biostatistiek, partim: univariate technieken
3
Ecosysteemtypes
4
Fysische ecologie
4
Landschapsecologie
4
Milieustress
4
Paleo-ecologie
3
Plantenecologie
6
Populatie-ecologie
6
Experimenteel design
4
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Individueel Project
10
Masterproef Biologie: deel 1
10
ECOLOGIE EN MILIEU: TWEEDE JAAR Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Ecologische stage
6
Ecosysteemtypes
4
Milieustress
4
Optie Onderwijs
sp
Onderwijsorganisatie en -beleid
3
Instapstage
3
Optie Onderwijs: keuze-opleidingsonderdelen (6 sp te kiezen):
sp
Klasmanagement
3
Onderwijs aan achtergestelden
3
Leer- en denkprocessen bevorderen
3
Taal en leren
3
Verbreding en verdieping didactiek wiskunde
3
Optie Ondernemerschap
sp
Innovatie en entrepreneurship
6
Procesmanagament en kwaliteitszorg
6
Optie Ondernemerschap en optie Onderwijs: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Masterproef biologie: deel 1
10
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen
sp
Ecologische stage
6
Optie Onderzoek: verplichte opleidingsonderdelen naar keuze te volgen in MA1 of MA2
sp
Individueel Project
10
Masterproef biologie: deel 1
10
Masterproef
sp
Masterproef biologie: deel 2
20 17 |
LIJST KEUZE-OPLEIDINGSONDERDELEN EERSTE JAAR MASTER BIOLOGIE • •
• •
• •
| 18
Je hebt de keuze tussen een uitgebreide waaier van gespecialiseerde vakken, gebaseerd op de onderzoeksexpertise van de docenten. De keuzevakken zijn niet strikt gebonden aan afstudeerrichtingen. De promotor van de Masterproef kan eventueel wel vakken suggereren die nuttig zijn voor de eindverhandeling. Je kan ook verplichte vakken van een andere afstudeerrichting kiezen als keuzevak. Keuzevakken bedragen 3 tot 6 studiepunten en zijn een mengeling van hoorcolleges, seminaries, individueel werk, praktisch werk en (buitenlandse) veldstages. Er kan ook gekozen worden uit verbredings- en vaardigheidsvakken van Bachelor 3, uit andere opleidingen en zelfs instellingen, mits toelating van de Onderwijscommissie, en met een maximum van de helft van de studiepunten voor keuzevakken Sommige keuzevakken vereisen voorkennis van een verplicht vak, en daarom kan je ze pas in het tweede Masterjaar volgen Sommige keuzevakken worden tweejaarlijks aangeboden, en in dat geval door studenten van beide Masterjaren tegelijkertijd gevolgd. Lijst keuze-opleidingsonderdelen (te kiezen als aanvulling op de verplichte vakken, zodat op het einde van de masteropleiding minimum 120 sp verworven zijn)
sp
Aquatische ecologie
4
Bioakoestiek (tweejaarlijks)
4
Bio-energie en milieu (tweejaarlijks)
4
Biogeomorfologie (tweejaarlijks)
3
Bioinformatica
3
Biomechanica
4
De plant als systeem
6
Dierenecofysiologie
4
Ecologie van de fungi
4
Ecologie van infectieziekten
4
Ecologische genetica (tweejaarlijks)
4
Ecologische modellering
6
Ecomorfologie
3
Ecotoxicologie
4
Eilandbiologie
6
Entomologie
4
Estuariene en kust ecologie
4
Evolutie en classificatie van de landplanten
3
Evolutionaire ecologie (tweejaarlijks)
4
Gedrag: seminarie en vaardigheden (tweejaarlijks)
4
Gentechnologie
4
Geografische informatiesystemen (GIS)
4
Herpetologie
3
Mammalogie
4
Mariene biologie
4
Menselijk gedrag
4
Meteorologie, klimatologie en global change (tweejaarlijks)
4
Methoden in de omgevingsbiologie (tweejaarlijks)
3
Moleculaire genetica (tweejaarlijks)
3
Ornithologie (tweejaarlijks)
4
Plantenecofysiologie
6
Plant-microbe interacties
3
Polaire ecologie
4
Primatologie
4
Recombinant-eiwit-technologie (tweejaarlijks)
4
Restoration ecology (tweejaarlijks)
4
Scaling in vorm en functie
3
Seminarie biochemie
4
Stressfysiologie
3
Systeemecologie
4
Technieken proteoom- en genoomstudie
3
Teledetectie
4
Toegepaste gedragsbiologie
3
Toegepaste populatiebiologie
6
Topics in biostatistiek (tweejaarlijks)
4
Wetenschappelijk schrijven in het Engels
6
19 |
Masterproef Met de Masterproef toon je aan dat je voldoende kennis en vaardigheden hebt verworven om, onder begeleiding, een wetenschappelijk onderzoek uit te voeren waarbij je (i) blijk geeft van de nodige wetenschappelijke bagage; (ii) in staat bent om primaire literatuur op een kritische manier te verwerken en (iii) de bevindingen op een correcte en adequate manier in een bondig document kan verwoorden. De Masterproef wordt formeel op gesplitst in twee opleidingsonderdelen (deel 1 en deel 2). Je kan deel 1 opnemen in je programma in het eerste of in het tweede Masterjaar. Daardoor kan je reeds in jaar 1 starten met het praktisch werk, bijvoorbeeld in het kader van seizoensgebonden veldwerk of van een verblijf in het buitenland. Deel 2 wordt altijd opgenomen in het tweede Masterjaar. Beide onderdelen worden steeds apart geëvalueerd. Je kiest het onderwerp van je Masterproef, tegen het einde van december in het eerste Masterjaar, uit een lijst met voorstellen die worden aangeboden door promotoren van het departement Biologie, andere departementen of zelfs andere instellingen (vb. Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek, Zoo, Instituut voor Tropische Geneeskunde, Universiteit Hasselt,...). Je kan ook zelf een onderwerp voorstellen, op voorwaarde dat je een promotor vindt die dat wil begeleiden. Tegelijkertijd met de keuze van je masterproef, leg je ook je keuzevakken vast en (voor de optie “Onderzoek”) je Individueel Project.
De evaluatie van deel 1 is gebaseerd op de vorderingen die je maakt in de voorbereidingsfase van de Masterproef en tijdens de eerste stadia van het onderzoekswerk. Hiervoor spreek je vooraf met je promotor expliciete kwantitatieve en kwalitatieve criteria af. Het werk kan de volgende aspecten (of een combinatie daarvan) inhouden: • Literatuurstudie, al dan niet reeds resulterend in een geschreven tekst • Uitwerken van een methodologie of proefopzet • Aanleren van technische of analytische vaardigheden • Verzamelen van een dataset (geheel of gedeeltelijk), verwerken van de data in een database • Analyse van reeds beschikbare datasets • Basisversie van een theoretisch model of simulatie De evaluatie van deel 1 gebeurt minimaal aan de hand van een gesprek tussen student, promotor (hierin eventueel bijgestaan door copromotoren of begeleiders) en twee assessoren, waarbij je laat zien in welke mate je de vooropgestelde mijlpalen bereikt hebt. De evaluatie van deel 2 is gebaseerd op het schriftelijke verslag van de Masterproef en op een openbare verdediging. Het referentiemodel voor de Masterproef is een wetenschappelijk artikel in een vaktijdschrift. De Masterproef wordt in het Nederlands geschreven. Een uitzondering is enkel mogelijk indien de Masterproef grotendeels of geheel aan een anderstalige instelling wordt voorbereid of indien de (co-)promotor niet nederlandstalig is.
| 20
Elke Masterproef wordt beoordeeld door de promotor (hierin eventueel bijgestaan door copromotoren of begeleiders) en twee assessoren. Bij de evaluatie wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de kwaliteit van de voorliggende verhandeling. Er wordt gekeken naar het gehalte van het wetenschappelijke werk, het niveau van de dataverwerking, de bespreking en de conclusies die worden getrokken, de bondigheid en de algemene presentatie en schrijfstijl. De kwaliteit van de verdediging, zowel presentatie als discussie, is ook belangrijk. Aspecten die expliciet beoordeeld werden in deel 1 worden niet nog eens beoordeeld voor deel 2, maar de beoordeling kan wel rekening houden met de wijze waarop is tegemoet gekomen aan de opmerkingen die op deel 1 gemaakt werden.
Vakbeschrijvingen In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de verplichte opleidingsonderdelen. Op www.ua.ac.be/ood vind je meer informatie over de andere opleidingsonderdelen, begin- en eindtermen, werkvormen, evaluatie, noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal. AFSTUDEERRICHTING CEL- EN SYSTEEMBIOLOGIE Biochemie en systeembiologie In dit opleidingsonderdeel zal de basiskennis Biochemie die je reeds in de bacheloropleiding kreeg, verder worden verbreed en worden uitgediept. Met name zal aandacht besteed worden aan de regulatie van het celmetabolisme, en aan onderwerpen die weinig aan bod komen in een basisvak biochemie (e.g. N-metabolisme, biosynthese van biomoleculen, secundair metabolisme bij planten, ...). Verder zal aan de hand van enkele specifieke onderwerpen de integratie van biochemische pathways in het hele organisme, zowel in planten als dieren, geïllustreerd worden. Celbiologie Dit opleidingsonderdeel behandelt grondig enkele onderdelen van het hedendaagse celbiologie-onderzoek en wijst op toepassingsgebieden van deze wetenschap aan de hand van casussen uit cel-cel contacten, ontwikkelingsbiologie, stamcelonderzoek, heterologe expressie... Dierenfysiologie De cursus behandelt belangrijke onderdelen uit de dierenfysiologie (hersenfunctie, zintuigperceptie, energiemetabolisme, hormoonregulatie, thermoregulatie…) die worden uitgediept en waarrond een aantal verbandhoudende vragen worden beantwoord. 21 |
Genoom- en proteoomstudie Genoomstudie brengt een dieper inzicht aan van de structuur en de functie van het genoom tijdens de ontwikkeling van organismen. Er wordt vaak verwezen naar courant gebruikte technieken. Proteoomstudie behelst de analyse van het geheel aan eiwitten en van hun toestand aanwezig in een systeem (bv. een cel), van hun interactie en van wijzigingen die gepaard gaan met ontwikkeling. De discipline berust op de technologie om zowel massaal eiwitten moleculair te identificeren als de bekomen gegevens te beheren en beheersen. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan het complementaire karakter van genomics en proteomics alsook aan het gebruik van ‘tools’ die tot de bioinformatica behoren. Ontwikkelingsbiologie De cursus behandelt de moleculaire mechanismen die de ontwikkeling van dier en plant sturen: van controle op genexpressie tot controle van weefselvorming en van embryonale tot adulte ontwikkeling. Nadruk ligt op het gebruik van modelsystemen. Plantenfysiologie en functionele morfologie Het deel Fysiologie behandelt deelprocessen van de vegetatieve en generatieve ontwikkeling, zaadfysiologie, senescentie, regeneratie en stress resistentie. Het deel Morfologie behandelt de moderne kennis over enkele typische plantencelkenmerken (vacuole, celwand, plasmodesmata,...) en belicht de rol van hun eigenschappen bij het functioneren van weefsels in de watertransportbaan van zaadplanten. Geïntegreerd practicum Dit practicum heeft tot doel om je op een geïntegreerde wijze kennis te laten maken met verschillende aspecten van plantenbiochemie, plantenfysiologie, dierenfysiologie en plantenmorfologie. Hierbij wordt de inhoud van meerdere vakken geïllustreerd en worden verschillende laboratoriumtechnieken aangeleerd. Een greep hieruit: | 22
• Transformatie, selectiecriteria na tranformatie en effect plantenhormonen in differentiatie • Gus-expressie • Zuivering en analyse van plantenhormonen d.m.v. vaste stof extractie, ELISA, HPLC, -GC-MS • Effect van zware metalen op celculturen: detectie van actieve zuurstofspecies • Bepaling opname ascorbaat (vitamine C) in protoplasten van celculturen • Effect van licht op planten: Shibata-shift en fytochroom • Analyse van plantenpigmenten (in vitro, in vivo spectrofotometrie,HPLC-UV-Vis detectie) • Celfractionatie en scheiding membraantypes via sucrosegradiëntcentrifugatie,
• • • • • • • • • • • • • •
spectrofotometrische bepaling van merkerenzymen en scheiding van eiwitten via natieve gelelectroferese (nPAGE) Bepalen multixenobiotische weerstand bij aquatische organismen Bepalen osmoregulatie en bioaccumulatie zware metalen bij aquatische organismen adhv Atomic Absorption Spectroscopy (AAS) en Inductive Coupled Plasma – Atomic Emission Spectroscopy (ICP-AES) Bepalen van energieverbruik aquatische organismen door het meten van energiereserves (compositional approach) en de bepaling van het groeipotentieel (instant fuel use approach) (zuurstof-elektrodes, Coulter counter, Spectrofotometrie) In vitro cultuur (planten en cellen) Opzuivering van recombinante eiwitten via affiniteitschromatografie (EIMAC) Practische inleiding tot de bioinformatica Rol cytoskelet bij beweging en bij aanmaak van de celwand Structuur /functie relaties bij de weefsels die de waterhuishouding van de plant waar maken Organellen van de plantencel: dynamiek, strcutuur en ultrastructuur. Licht-, fluorescentie-, confocale- en electronenmicroscopie, ultradunne coupes Analyse van expressiepatroon CDKA in delende en stationaire plantencellen Proteïne extractie en zuivering op 1D SDS-PAGE Zilverkleuring proteïnegelen Western blot en immunodetectie van proteïnen op blot a.h.v. colorimetrische methode met alkalisch fosfatase geconjugeerde antilichamen
Biostatistiek, partim: Univariate technieken De basisprincipes van ANOVA en regressie worden uitgebreid tot two-way ANOVA, multiple regressie en ANCOVA. Er zal veel belang gehecht worden aan het concept van random effects. Daarna worden deze verschillende technieken onder één noemer gebracht, namelijk de lineaire modellen. Tot slot maak je kennis met de gegeneraliseerde lineaire modellen, en hierbij het binomiaal en poisson model in het bijzonder. Experimenteel design Basisbegrippen zoals power en type I fout worden herhaald. Daarna wordt behandeld hoe de power van een test berekend kan worden en wordt de techniek van het gebruik van simulaties aangeleerd. Een brede waaier van experimenteel designs worden overlopen, om tot slot het gebruik van longitudinale data te bespreken. Individueel Project Je neemt, onder begeleiding, deel aan een lopend wetenschappelijk onderzoek in één van de onderzoeksgroepen van het departement en rapporteert over de resultaten in een projectverslag. Je moet het Individueel Project uitvoeren in een andere onderzoeks23 |
discipline en een andere onderzoeksgroep dan de Masterproef. De keuze van het onderwerp gebeurt op het einde van de 1e semester in het eerste Masterjaar. Het Individueel Project wordt geëvalueerd door de promotor (eventueel bijgestaan door co-promotor of projectbegeleiders) en een assessor. AFSTUDEERRICHTING EVOLUTIE- EN GEDRAGSBIOLOGIE Macro-evolutie Je verdiept je in onderwerpen als speciatie (de verschillende modellen), vermeende trends binnen evolutielijnen, diversificatiesnelheden, tempo van evolutie, evolutionaire ontwikkelingsbiologie (evo-devo) en hoe dit mee de evolutie van de grote bouwplannen kan verklaren. Fylogenie en systematiek Dit opleidingsonderdeel bevat een theoretisch gedeelte met inleiding tot de theoretische systematiek, met onderwerpen als soortconcept, definitie hogere taxa, cladisme, opstellen van fylogenetische bomen en gebruik ervan in de “comparative method” (inclusief oefeningen met software). In een seminariegedeelte werk je een case-study uit over de fylogenie van een taxon, een evolutionaire gebeurtenis, of een discussiepunt binnen de fylogenetische systematiek Populatie-ecologie In dit opleidingsonderdeel ga je in op de vraag waarom sommige organismen op de ene plaats en op het ene moment talrijk zijn, terwijl dat elders of op een ander moment niet zo is. Je gaat na wat het belang is van demografie voor de dynamiek van een populatie en hoe je dat onderzoekt. Er wordt veel aandacht besteed aan intra- en interspecifieke interacties tussen individuen en vooral het effect daarvan op populatieniveau. In dat kader kijk je naar fenomenen zoals intra- en interspecifieke competitie, herbivorie, plant-insect relaties, parasitisme, predatie,... Je leert populatiedynamische patronen onderzoeken en het belang van zowel deterministische mechanismen als stochasticiteit herkennen. Je raakt vertrouwd met de ecologie als een formele wetenschap die inzichten uitwerkt tot (mathematische) modellen en je leert dergelijke modellen gebruiken en interpreteren. Gedragsecologie Dit opleidingsonderdeel richt zich op de analyse van gedragsvariatie in een evolutionair kader aan de hand van hoorcolleges en seminariewerk (literatuurstudie en synthese van verschillende theorieën/benaderingen rond een specifieke gedragsvorm). Onderwerpen die uitgebreid aan bod komen zijn o.a. seksuele selectie, reproductieve strategieën, communicatie, conflictgedrag en coöperatie, inleiding tot speltheorie als theoretisch kader voor het begrijpen van evolutionair stabiele strategieën . | 24
Evolutionaire & ecologische fysiologie Dit opleidingsonderdeel geeft je een overzicht van aspecten van het fysische milieu die van belang zijn in de biologie van organismen en populaties. Je maakt kennis met methoden om het fysische milieu te kwantificeren. Je ontdekt hoe organismen reageren op veranderingen in hun fysische omgeving: gedragsveranderingen, acclimatie en genetische adaptatie van fysiologische parameters en je leert methoden om die organismale responsen te meten. Er is speciale aandacht voor een aantal punten van onderzoek: trade-off specialist/generalist, evolutionaire flexibiliteit van fysiologische variabelen, adaptieve waarde acclimatie, kosten en baten van fenotypische plasticiteit. Functionele morfologie vertebraten Dit opleidingsonderdeel focust op de werking van het bewegingsapparaat (spier-botsysteem) bij vertebraten. De nadruk ligt daarbij op twee belangrijke ecologische functies (nl. de locomotie en de voedselopname), die in grote mate mee de fitness van organismen bepalen. De verschillende specifieke functies (zwemmen, vliegen, terrestrische locomotievormen, aquatische en terrestrische voeding...) worden gekoppeld aan hun morfologische specialisaties. Practicum Organismale biologie De praktijk van het onderzoek voorgesteld in de cursussen ‘Evolutionaire en Ecologische Fysiologie’ en ‘Functionele Morfologie Vertebraten’ wordt toegelicht. Concreet betekent dit dat je op het niveau van het organisme praktische oefeningen zal uitvoeren die je moeten toelaten om onderzoekservaring op te doen en inzichten te verwerven in het domein van de thermische biologie, het energiemetabolisme en de werking van spierbot-systemen. Je werkt een onderzoekstopic uit in groep (3-4 pers), met eerst een inhoudelijke verwerking van een aantal onderzoeksartikels. Vervolgens zet je in samenspraak met de begeleider een experiment op en voert dat uit. Data worden verder geanalyseerd en in een verslag gepresenteerd en bediscussieerd. De resultaten worden finaal aan de groep gepresenteerd. Biostatistiek, partim: univariate technieken De basisprincipes van ANOVA en regressie worden uitgebreid tot two-way ANOVA, multiple regressie en ANCOVA. Er zal veel belang gehecht worden aan het concept van random effects. Daarna worden deze verschillende technieken onder één noemer gebracht, namelijk de lineaire modellen. Tot slot maak je kennis met de gegeneraliseerde lineaire modellen, en hierbij het binomiaal en poisson model in het bijzonder.
25 |
Biostatistiek, partim: multivariate technieken Er wordt gestart met een korte inleiding over matrix rekenen en het berekenen van multivariate afstanden. Daarop volgend worden principale component analyse, factor analyse, discriminant analyse, canonische correlatie en een aantal ordinatie technieken behandeld. Deze technieken worden kort theoretisch ingeleid, waarna de toepassing ervan aan de hand van een aantal voorbeeld-datasets geïllustreerd worden. Doorheen de cursus wordt het software pakket R gebruikt. Experimenteel design Basisbegrippen zoals power en type I fout worden herhaald. Daarna wordt behandeld hoe de power van een test berekend kan worden en wordt de techniek van het gebruik van simulaties aangeleerd. Een brede waaier van experimentele designs worden overlopen, om tot slot het gebruik van longitudinale data te bespreken. Gedragsfysiologie Dit opleidingsonderdeel beschrijft en analyseert de mechanismen van proximale causaliteit van gedrag. Onderwerpen die aan bod komen zijn: fysiologische basis van gedrag met de nadruk op neurofysiologie, relaties tussen gedrag en hormonen, evolutionaire neurobiologie, cerebrale coördinatie, psychobiologische en biopsychologische topics, cognitieve en leerprocessen. Individueel Project Je neemt, onder begeleiding, deel aan een lopend wetenschappelijk onderzoek in één van de onderzoeksgroepen van het departement en rapporteert over de resultaten in een projectverslag. Je moet het Individueel Project uitvoeren in een andere onderzoeksdiscipline en een andere onderzoeksgroep dan de Masterproef. De keuze van het onderwerp gebeurt op het einde van de 1e semester in het eerste Masterjaar. Het Individueel Project wordt geëvalueerd door de promotor (eventueel bijgestaan door co-promotor of projectbegeleiders) en een assessor. AFSTUDEERRICHTING ECOLOGIE EN MILIEU Fysische ecologie Een aantal ecologische fenomenen zijn fysisch in hun oorzaken en fysiologisch in hun gevolgen. Dit opleidingsonderdeel maakt je bedreven in het meten en en analyseren van de interacties tussen organismen en/of gemeenschappen en hun fysisch milieu, meer in het bijzonder de uitwisselingen van straling (kort- en langgolvig, stralingsbalans), warmte (convectie, conductie), massa (verdamping, fotosynthese, respiratie, enz.) en momentum. Aan de hand van vraagstukken pas je de theorie toe op planten, dieren of de mens. | 26
Landschapsecologie Je leert de basisprincipes van opbouw van het landschap en de voornaamste landschapsvormende factoren. Je onderzoekt de relatie tussen grote landschapseenheden (natuurlijk zowel als antropogeen) onderling en met het abiotische milieu. Je voert een effectieve landschapsstudie uit aan de hand van thematische kaarten en geografische literatuur. Paleo-ecologie De Paleo-ecologie beoogt de reconstructie van het milieu in het verleden. De kennis van het paleomilieu is bijvoorbeeld onontbeerlijk gebleken om de gevolgen in te schatten van de huidige milieu-veranderingen, inclusief deze van het klimaat. De discipline steunt op de interpretatie van fossiele fauna’s en flora’s in hun stratigrafische en geomorfologische context. De doelstelling van deze cursus is de student te laten kennis maken met de multidisciplinaire methodiek die hiervoor nodig is (o.a. ook het palynologisch onderzoek). Je gaat na hoe hiermee de overgang van het Pleistoceen naar het Holoceen, en het verdere verloop van het Holoceen, kan gereconstrueerd worden. Een aantal case-studies over uiteenlopende onderwerpen, zoals bv. de verzuring van de oppervlaktewateren, de reconstructie van de veranderingen in zeespiegelniveau en ijsbedekking in de arctische oceaan, de impact van de neolithische mens op het landschap, zal dit illustreren. Plantenecologie Dit opleidingsonderdeel behandelt de interacties tussen planten en hun omgeving. De doelstelling is inzicht te bekomen in de invloed van omgevingsfactoren en in de reacties van de planten op hun milieu. Hierbij komen zowel de directe effecten van veranderingen in milieufactoren ter sprake als de indirecte effecten via acclimatisatie. Volgende thema’s komen uitgebreid aan bod: planten en straling/klimaat, fotosynthese, plantengroei, productiviteit en koolstofbudget, plant-water relaties, stomata en waterbalans, energiebalans, opname van minerale nutriënten, stikstofhuishouding, planten onder stress (straling, droogteresistentie), atmosferische pollutie. Populatie-ecologie In dit opleidingsonderdeel ga je in op de vraag waarom sommige organismen op de ene plaats en op het ene moment talrijk zijn, terwijl dat elders of op een ander moment niet zo is. Je gaat na wat het belang is van demografie voor de dynamiek van een populatie en hoe je dat onderzoekt. Er wordt veel aandacht besteed aan intra- en interspecifieke interacties tussen individuen en vooral het effect daarvan op populatieniveau. In dat kader kijk je naar fenomenen zoals intra- en interspecifieke competitie, herbivorie, plant-insect relaties, parasitisme, predatie,... Je leert populatiedynamische patronen onderzoeken en het belang van zowel deterministische mechanismen als stochasticiteit herkennen.
27 |
Je raakt vertrouwd met de ecologie als een formele wetenschap die inzichten uitwerkt tot (mathematische) modellen en je leert dergelijke modellen gebruiken en interpreteren. Ecosysteemtypes Tijdens een aantal hoorcolleges worden een aantal belangrijke vegetatietypes besproken: Hoe kunnen we ze herkennen? Waar in het landschap komen ze voor? Waarin verschilt hun ecologie van die van andere ecosystemen? Tijdens excursies en/of een zelfstandig groepswerk wordt dit thema dan verder uitgewerkt. Milieustress Je krijgt een gedetailleerd overzicht van alle milieuproblemen, m.i.v. hun oorzaken, fysiologische en ecologische impact, remediëring, en maatschappelijke context: klimaatverandering (CO2, opwarming van de aarde), pollutie (troposferisch ozon, zware metalen, ...), UV-B en afbraak van de ozonlaag, eutrofiëring, habitatfragmentatie, enz. Biostatistiek, partim: univariate technieken De basisprincipes van ANOVA en regressie worden uitgebreid tot two-way ANOVA, multiple regressie en ANCOVA. Er zal veel belang gehecht worden aan het concept van random effects. Daarna worden deze verschillende technieken onder één noemer gebracht, namelijk de lineaire modellen. Tot slot maak je kennis met de gegeneraliseerde lineaire modellen, en hierbij het binomiaal en poisson model in het bijzonder. Biostatistiek, partim: multivariate technieken Er wordt gestart met een korte inleiding over matrix rekenen en het berekenen van multivariate afstanden. Daarop volgend worden principale component analyse, factor analyse, discriminant analyse, canonische correlatie en een aantal ordinatie technieken behandeld. Deze technieken worden kort theoretisch ingeleid, waarna de toepassing ervan aan de hand van een aantal voorbeeld-datasets geïllustreerd worden. Doorheen de cursus wordt het software pakket R gebruikt. Experimenteel design Basis begrippen zoals power en type I fout worden herhaald. Daarna wordt behandeld hoe de power van een test berekend kan worden en wordt de techniek van het gebruik van simulaties aangeleerd. Een brede waaier van experimentele designs worden overlopen, om tot slot het gebruik van longitudinale data te bespreken.
| 28
Ecologische stage Tijdens deze stage krijg je als student (in groepjes van gemiddeld 4) een onderzoeksvraag voorgeschoteld. Het is de bedoeling dat de groepen eerst brainstormen over de onderzoeksvraag en zelf een methodologie voorstellen om deze vraag te beantwoorden. Dit methodologisch ontwerp wordt dan voor het vertrek op stage besproken met de begeleiders en verfijnd. De stage zelf vindt plaats in de vallei van de Biebrza-rivier in Oost-Polen, een natuur reservaat dat slechts beperkt vervuild is en waar traditioneel landgebruik zoals handmatig maaien nog voorkomt. Het reservaat omvat heel veel moerassen, vandaar dat je voor het vertrek een aantal lessen ‘moerasecologie’ krijgt. Tijdens de stage, die 8-9 dagen duurt, voer je het veld- (en labo-) werk uit om de opdracht tot een goed einde te brengen. Om de prijs te drukken wordt er gekampeerd. Na de stage analyseren de studenten hun resultaten statistisch, en geven een voordracht over hun bekomen resultaten. Individueel Project Je neemt, onder begeleiding, deel aan een lopend wetenschappelijk onderzoek in één van de onderzoeksgroepen van het departement en rapporteert over de resultaten in een projectverslag. Je moet het Individueel Project uitvoeren in een andere onderzoeksdiscipline en een andere onderzoeksgroep dan de Masterproef. De keuze van het onderwerp gebeurt op het einde van de 1e semester in het eerste Masterjaar. Het Individueel Project wordt geëvalueerd door de promotor (eventueel bijgestaan door co-promotor of projectbegeleiders) en een assessor.
29 |
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijke groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis Naast de bovenstaande mogelijkheden om opleidingsonderdelen te volgen aan andere universiteiten in Europa of daarbuiten, zijn er in de biologie steeds heel wat studenten die voor hun Masterproef naar het buitenland trekken. Dat kan binnen Europa zijn, maar ook vaak in de tropen. Je werkt daar dan meestal samen met lokale onderzoekers die samenwerkingsprojecten hebben met de professoren in Antwerpen. Je kan voor dergelijke reizen een beurs krijgen van de Universiteit Antwerpen. Na het veldwerk ter plekke, analyseer je nadien je gegevens en schrijf je de tekst van je masterproef in Antwerpen.
| 30
Onderwijs en examens MASTER IN BAMA In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het Bologna -akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je ofwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor
Academische Master
Professionele Bachelor
voorbereidingsprogramma
schakel
Academische Master Academische Master
SEMESTERSYSTEEM EN EXAMENS Aan de Universiteit Antwerpen wordt het semestersysteem gehanteerd. Het academiejaar wordt opgesplitst in twee delen, die elk afgesloten worden door een examen periode. Deze twee examenperiodes (in januari en juni) vormen samen de eerste zittijd. In de tweede zittijd worden alle examens hernomen waarvoor je minder dan 10/20 behaalde. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je slaagt, behaal je credits. Het examenreglement wordt elk jaar kritisch geëvalueerd en aangepast, in samenspraak met studentenvertegenwoordigers. Het volledige reglement kan je raadplegen op www.ua.ac.be/studport.
Studieadvies - en studentenbegeleiding ALGEMENE STUDIE- EN STUDENTENBEGELEIDING Het hele academiejaar kan je terecht bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, zowel met studie- als met persoonlijke problemen. Zowel groepsactiviteiten als individuele begeleiding zijn volledig gratis. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP).
31 |
STUDIEKEUZE De dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding geeft je advies over je studiekeuze, eventueel heroriëntatie en helpt je bij alle keuzemomenten van het begin van je studieloopbaan tot bij het afstuderen. De dienst werkt ook mee aan het Trampolineproject dat heroriëntatie beoogt wanneer blijkt dat de gekozen richting voor jou minder geschikt zou zijn. STUDIEVAARDIGHEDEN EN STUDIEPLANNING Een masteropleiding vraagt een nieuwe studieaanpak: het aandeel zelfstudie wordt groter, presentaties maken deel uit van de meeste programma’s, de masterthesis moet worden voorbereid,… Wie hulp wil bij het uitwerken van een geschikte studieaanpak, kan gebruik maken van het aanbod aan groepstrainingen en individuele begeleiding. PSYCHOSOCIALE BEGELEIDING Ook wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider. Indien nodig wordt een individuele begeleiding opgestart, of word je doorverwezen naar gepaste trainingen in kleine groepjes. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt in het begin van elk semester bekend gemaakt in verschillende publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/adstud of www.ua.ac.be/studentenportaal. BEGELEIDING VAN STUDENTEN MET SPECIFIEKE NODEN: AANVRAGEN BIJZONDERE FACILITEITEN Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijs- en examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intakegesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attestering zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector.
| 32
Nuttige websites WEBSITE MASTERS Op www.ua.ac.be/masters vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit. INFODAGEN Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen twee infodagen en een infomarkt. De eerste vinden plaats in maart en april, de andere begin september. Elke faculteit organiseert een infosessie om haar masterprogramma’s verder toe te lichten. Hierbij krijg je ruim de kans om je vragen met docenten en studenten te bespreken. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data vind je op onze website onder www.ua.ac.be/infodagen. INSCHRIJVEN Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven. HET STUDENTENPORTAAL Op het studentenportaal van de Universiteit Antwerpen www.ua.ac.be/studport vind je algemene informatie die voor alle studenten nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz.. BIBLIOTHEEK De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus is er een gloednieuwe bibliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de Exacte en Medische Wetenschappen gehuisvest. Meer info? Kijk dan op http://lib.ua.ac.be BEGIN ACADEMIEJAAR Het academiejaar 2009-2010 start op maandag 21 september 2009. Op www.ua.ac.be/ onthaaldag kan je vanaf midden september actuele informatie over het begin van het academiejaar terugvinden. HOE DE CAMPUS TE BEREIKEN? De vier campussen zijn vlot bereikbaar met de auto, de fiets of het openbaar vervoer. Op www.ua.ac.be/route vind je duidelijke wegbeschrijvingen.
33 |
Meer info? Voor meer informatie over de opleiding kan je terecht bij het secretariaat van de opleiding: Faculteit Wetenschappen Departement Biologie Campus Drie Eiken, gebouw C Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen An Ost T +32 (0)3 820 22 96
[email protected] Voor inhoudelijke vragen over het curriculum en studiekeuze kan je ook terecht bij: Prof. dr. Herwig Leirs (voorzitter Onderwijscommissie)
[email protected] Prof. dr. Ivan Nijs (ondervoorzitter Onderwijscommissie)
[email protected] Meer informatie over biologie, collegeroosters, examens, curriculum, etc vind je via doorklikken op volgende websites: www.ua.ac.be –> faculteiten –> wetenschappen –> biologie: info voor studenten DEPARTEMENT STUDENTGERICHTE DIENSTEN Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus Agora-gebouw, 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 (0)3 220 48 72 Campus Drie Eiken Gebouw G Universiteitsplein 1 2610 Antwerpen (Wilrijk) T +32 (0)3 820 20 09
[email protected] | 34
Notities
35 |
Notities
| 36
Notities
37 |
Notities
| 38
Notities
39 |
Notities
| 40