Biologie faculteit wetenschappen | deel 1 bacheloropleiding
2008
Colofon
Redactie
Departement Studentgerichte Diensten Departement Biologie
Vormgeving E. Willockx Fotografie
J. Crab, Departement Biologie, Photo Alto, Photo Disc
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het vakkenaanbod van de verschillende studierichtingen enigzins afwijkt van de informatie in deze brochure.
|
Inhoud
Voorwoord Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? Studentgerichtheid Innoverende academische opleidingen Infrastructuur Vorming Antwerpen
5 6 6 6 6 7 7
De opleiding Biologie Wat is Biologie? Waarom Biologie studeren? Waarom Biologie studeren in Antwerpen? Bachelor in de Biologie Master in de Biologie
8 8 8 9 9 10
Onderwijs en examens Onderwijs Studiepunten Semestersysteem - examens Internationaal
12 12 12 13 14
Waar kan je met je diploma aan de slag?
15
Toelatingsvoorwaarden en voorkennis Toelatingsvoorwaarden Voorkennis Heb je keuzemoeilijkheden?
17 17 17 18
Studiebegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Overbruggingsonderwijs in de maand september Algemene studie- en studentenbegeleiding Vakspecifieke begeleiding tijdens het academiejaar
19 19 19 19 22
Studieprogramma 23 Bachelor eerste jaar 23 Bachelor tweede jaar 24 Bachelor derde jaar 25 Master 26
|
Inhoud
Opleidingsonderdelen 29 Bachelor eerste jaar 29 Bachelor tweede jaar 33 Bachelor derde jaar 37 Studie- en studentenvoorzieningen 47 Cursusdienst 47 Sport 47 Computerfaciliteiten 48 Studentenrestaurants 48 Studentenverenigingen 49 Hoe bereik je makkelijk de campussen? Wegbeschrijving Met de bus Met de trein
50 50 50 50
Plattegrond van de campussen Stadscampus Campus Groenenborger Campus Middelheim Campus Drie Eiken
51 51 52 53 54
Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen Informatiedagen aan onze instelling Brochures over andere opleidingen Internet Studenten Informatie Punt (STIP) Faculteit Wetenschappen Decanaat Departement Biologie
55 55 55 55 55 56 56 56
|
Voorwoord
Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt je weg naar onze universiteit gevonden en je wenst wellicht wat meer informatie over onze instelling en de studierichtingen die wij bieden. Het boekje dat je nu ter hand neemt, brengt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 10.000 studenten. De bestaande opleidingen werden met ingang van het academiejaar 2004-2005 omgevormd naar de bachelor- en masterstructuur. Vanaf 2007-2008 worden de masteropleidingen gestart die aansluiten op de academische bacheloropleidingen. Binnen de associatie wordt de samenwerking bevorderd met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote Hogeschool, de Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Studeren aan de universiteit is het begin van een nieuwe periode in je leven. Belangrijk is dat je je goed voelt op de universiteit van je keuze en dat je je nadien goed voelt met je behaalde diploma. Daarom stelt de Universiteit Antwerpen alles in het werk om je studietijd aangenaam te maken en de kwaliteit van de opleiding op topniveau te houden. Onze opleidingen worden regelmatig bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. Als je naar één van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het aangenaam is om aan de Universiteit Antwerpen te studeren. Zowel onze medewerkers als studenten zullen je er graag over vertellen en kijken alvast uit naar de kennismaking!
Universiteit Antwerpen Prof. dr. Francis Van Loon
Rector
|
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, zodat een vlotte interactie mogelijk wordt. De kleine afstand tussen studenten en het docentencorps zorgt ervoor dat je bij je profs terecht kan met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mede ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard; dit biedt ook nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, met een evenwichtig aanbod van theorie en praktijkgerichtheid. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook interna tionale faam geniet. De academische toren werd reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft de kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. Ook de BaMa-structuur werd gezien als een kans tot vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd. Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er “hotspots” waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook grootschalig geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden.
|
Waarom aan de Universiteit Antwerpen studeren? De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit, met meer dan 10 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim en het Nachtegalenpark. Studeer je op campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde 16deeeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Biologie is gesitueerd op de campussen Groenenborger en Drie Eiken. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, personeel en studenten. Antwerpen Tenslotte kies je voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is, naast een universiteitsstad, een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, .... Kortom: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen, schreef Pieter Embrechts een lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
|
De opleiding Biologie Wat is Biologie? Biologie is zo verscheiden als haar onderwerp zelf: het leven. Als bioloog bestudeer je het leven in al zijn verschijningsvormen, van virussen tot walvissen. Je onderzoekt hoe levende systemen functioneren, vanaf het moleculaire en cellulaire niveau over weefsels en organen tot individuele dieren en planten en volledige ecosystemen. Als bioloog probeer je te begrijpen hoe het leven ontstaan is, waar de enorme diversiteit aan levensvormen vandaan komt, en hoe organismen zich blijven aanpassen aan hun omgeving. Je krijgt inzicht in de complexe biochemische processen in de cel en hoe deze gestuurd worden door het genetisch materiaal. Je leert hoe planten en dieren functioneren, hoe ze hun omgeving gebruiken en samenleven in gemeenschappen. Je bestudeert het functioneren van natuurlijke ecosystemen en de invloed van de mens op het natuurlijke milieu. De biologie omvat zoveel verschillende onderwerpen dat elke bioloog zich onvermijdelijk specialiseert. Aan de Universiteit Antwerpen kan je dat vanaf de Masterjaren doen op drie duidelijk onderscheiden niveaus: cellen en weefsels (cel- en systeembiologie), organismen en populaties (evolutie- en gedragsbiologie), en ecosystemen en landschappen (ecologie en milieu). Waarom Biologie studeren? De bioloog is dé specialist als het gaat om de kennis van levende materie. Andere opleidingen met een “bio” label richten zich eerder op de toepassing van biologische processen (Bio-ingenieur), op de biologie van de mens en op medische toepassingen (Biomedische Wetenschappen) of beperken zich tot het moleculaire en cellulaire niveau (Biochemie en Biotechnologie). De bioloog heeft als enige het overzicht van alle vormen en niveaus van leven. Hij kan bijvoorbeeld inzicht hebben in zowel de toxische effecten van watervervuiling als de gevolgen voor vispopulaties en ook adviezen geven voor het ecologisch beheer van een integraal rivierbekken. Ook de menselijke biologie komt aan bod in deze opleiding, maar niet als bijzonder aandachtspunt. Een bioloog heeft interesse in alles wat leeft en in wetenschap in het algemeen, heeft een kritische geest en heeft oog voor onderzoek maar ook voor de toepassing van zijn kennis. Biologie is een fundamentele onderzoeksrichting die de nieuwste ontwikkelingen op de voet volgt, wat niet wegneemt dat veel van dit onderzoek een directe toepasbaarheid heeft naar gentechnologie, dierenwelzijn, natuurbeheer, klimaatsverandering... De opleiding aan de Universiteit Antwerpen is
|
De opleiding Biologie sterk gekoppeld aan het onderzoek op internationaal topniveau dat in haar laboratoria en op het veld gebeurt. Dit wordt weerspiegeld in de specialisaties die je als Masterstudent kan volgen. Waarom Biologie studeren in Antwerpen? Sinds 2004 is de Biologie opleiding overal in Vlaanderen hervormd naar een driejarige Bachelor en een tweejarige Master in de Biologie. De Biologie opleiding in Antwerpen heeft een totaal nieuw profiel dat zich spiegelt aan programma’s van de internationale top. In Antwerpen ga je voluit voor de biologie en alle vakken die je krijgt passen in dat kader. Zowel het “kennen” als het “kunnen” worden ontwikkeld door ruimte te bieden voor vaardigheden zoals wetenschapcommunicatie, specifieke laboratorium- en veldtechnieken, stages... en door het aanbieden van meer keuzemogelijkheden (vanaf het derde jaar). Nieuw zijn ook de drie opties (Onderwijs, Onderzoek, Ondernemerschap) waarvoor in de Master 30 studiepunten (ongeveer een half jaar) zijn uitgetrokken. De opleiding Biologie aan de Universiteit Antwerpen heeft een sterke traditie in interactief onderwijs en heeft dit nog verder uitgebouwd in het nieuwe programma: zelfstandig informatie leren opzoeken, werken in kleine groepen, je eigen resultaten schriftelijk of mondeling presenteren, een portfolio opbouwen die je meeneemt naar het volgende jaar... Het vernieuwde programma kreeg intussen een zeer goede beoordeling door de visitatiecommissie die in 2005 alle Vlaamse Biologie opleidingen evalueerde en vergeleek. De commissie had naast het programma ook veel lof voor de interne kwaliteitszorg van de Universiteit Antwerpen (het rapport is ter inzage op www.vlir.be). Bachelor in de Biologie In de drie Bachelorjaren verwerf je basiskennis en -vaardigheden in de diverse domeinen van de biologie. Dit wordt ondersteund door de basiswetenschappelijke vakken wiskunde, chemie en fysica. Vanaf het eerste jaar is de opleiding opgebouwd rond drie grote leerlijnen die respectievelijk het moleculair-cellulaire niveau, het organisme-niveau (dieren, planten, microorganismen) en het ecosysteem-niveau behandelen. In deze drie leerlijnen ga je van het basisniveau in het eerste jaar (celbiologie, bouwplannen dieren
|
De opleiding Biologie en planten, basis ecologie...) naar een grotere diepgang in het tweede en derde jaar (bijvoorbeeld immunologie, gedragsleer, ecosysteembeheer...). Een voorname plaats is voorzien voor de evolutieleer als kader voor de hele biologie. De Biologie opleiding is echter meer dan kennis verwerven: in diverse vakken leer je zelfstandig informatie zoeken en verwerken (aanvankelijk onder begeleiding), leer je je eigen werk en dat van medestudenten kritisch te beoordelen en gebruik te maken van gespecialiseerde wetenschappelijke literatuur. Uiteraard leer je ook een aantal basistechnieken in het laboratorium en in het veld, en in het derde jaar maak je een projectwerk dat gekoppeld is aan een onderzoeksstage. De opleiding biedt jaarlijks meerdere stages aan die doorgaan in het laboratorium of op het veld, van het mariene milieu tot de Alpen of tropisch Afrika. Je leert ook kritisch nadenken over de waarde van wetenschappelijke data, over de milieuproblematiek en duurzame ontwikkeling en over ethische problemen in de biologie. In het derde jaar heb je de volledige vrijheid om je eigen interesses aan te vullen met keuzevakken binnen en buiten de biologie, of om bijkomende stages te volgen. Elk studiejaar bevat ongeveer 600 contacturen (uren waarin je les krijgt of begeleide practica volgt) met een grote variatie in onderwijsvormen, van interactieve hoorcolleges tot praktische oefeningen, excursies, stages, groepswerken, individuele projecten en zelfstudie. Master in de Biologie In de twee jaar durende Master-opleiding kan je je specialiseren in één van de drie aangeboden afstudeerrichtingen: 1) In de richting cel- en systeembiologie bestudeer je processen in cellen en weefsels van planten, dieren en mensen en leer je een hele reeks gespecialiseerde laboratoriumtechnieken. 2) In evolutie- en gedragsbiologie staat het organisme centraal: hoe het leeft, zich voortbeweegt, zich gedraagt tegenover zijn soortgenoten, hoe populaties zich in stand houden en verspreiden, en welke evolutionaire processen hiertoe geleid hebben.
| 10
De opleiding Biologie 3) In de richting ecologie en milieu gaat de aandacht vooral naar de structuur en functie van natuurlijke systemen en naar de invloed van de mens op deze eco systemen.
Op het Master-niveau ontwikkel je jezelf tot een kritisch onderzoeker die zelf hypothesen kan opstellen en toetsen, experimenten ontwerpen en data analyseren, en gespecialiseerde technieken gebruiken. De Masterproef of eindverhandeling is hiervan het resultaat. De Master-opleiding is sterk gebonden aan het onderzoek van de professoren die de opleiding verzorgen en vaak meedraaien aan de wereldtop in hun eigen specialiteit. Elke opleiding en elke universiteit heeft hierin haar eigen sterktes en accenten. Nog meer dan bij het bachelorprogramma is het dan belangrijk om na te gaan welke opleiding het beste bij jouw interesses past. Meer informatie over de onderzoeksgroepen Biologie aan de Universiteit Antwerpen vind je op de webpagina van het departement Biologie: www.ua.ac.be/departementbiologie. Naast je inhoudelijke specialisatie kan je kiezen uit drie opties die leiden tot een beroepsprofiel: 1) In de optie “Onderwijs” volg je de Specifieke Lerarenopleiding (SLO). 2) In de optie “Onderzoek” versterk je je onderzoekscapaciteiten met een bijkomend projectwerk en specialisatievakken – uiteraard gekoppeld aan je afstudeerrichting. Dit is ook de ideale voorbereiding op een doctoraatsstudie na de Master. 3) In de optie “Ondernemerschap” volg je het interfacultaire programma “Beleid, Management en Ondernemerschap”.
11 |
Onderwijs en examens Onderwijs Voor de meeste vakken worden hoorcolleges georganiseerd. Je volgt in groep een uiteenzetting van de docent, al dan niet ondersteund door audio-visueel materiaal. Voor bepaalde vakken zijn er ook werkcolleges, waar de leerstof uit de hoorcolleges in kleinere groepen wordt uitgediept en ingeoefend. Als universiteitsstudent leer je zelfstandig, kritisch en probleemoplossend denken. Je bepaalt zelf je studietempo en bereidt tussentijdse evaluatiemomenten voor. Zo krijg je de nodige bagage en ontwikkel je de nodige creativiteit om een grote diversiteit aan problemen te behandelen. Dit heeft tot gevolg dat het bedrijfsleven voor de invulling van hogere functies de voorkeur geeft aan universitairen. De digitale leeromgeving Blackboard speelt in deze context een grote rol. Opdrachten worden via dit medium doorgegeven en interactief verwerkt en je kan docenten te allen tijde om feedback vragen. Het contact met professoren en assistenten is niet altijd even intens als met je leerkrachten in het secundair onderwijs, maar je wordt allerminst aan je lot overgelaten. Wanneer je zelf het initiatief neemt om hulp te zoeken, zijn deze mensen zeker bereid een antwoord of oplossing te formuleren voor je vragen of problemen. Het uitgebreide gamma aan begeleidingsmogelijkheden wordt verderop in deze brochure besproken. Studiepunten De studieomvang van elk studiejaar wordt uitgedrukt in studiepunten. Elk voltijds studiejaar staat voor 60 studiepunten. Deze norm werd overgenomen van het Europees ECTS-project (European Community Course Credit Transfer System). Deze studiepunten zijn een relatieve maatstaf voor de studieomvang van de opleidingsonderdelen in het jaarprogramma. De volledige bacheloropleiding Biologie omvat 180 studiepunten, de masteropleiding 120 studiepunten. Elk studiepunt komt overeen met een studietijd van 25 tot 30 uren. Hierin zijn zowel het bijwonen van de colleges of practica, de voorbereidingstijd en het studeren voor de examens vervat. De studietijd van een voltijds academiejaar varieert van 1500 tot 1800 uren studie. Het aantal studiepunten van een opleidingsonderdeel zegt dus veel meer over hoeveel tijd je er uiteindelijk aan zal besteden, dan enkel het aantal uren dat
| 12
Onderwijs en examens je les hebt. De normen zijn overal in Vlaanderen en in Europa gelijkaardig, dus gemakkelijk vergelijkbaar. Semestersysteem - Examens Het academiejaar wordt verdeeld in twee semesters, met een examen periode na elk semester. In januari leg je examens af voor ongeveer de helft van het jaarprogramma, in juni voor de overige vakken van de eerste zittijd. Voor wie niet geslaagd is na de eerste zittijd, wordt in september de tweede zittijd ingericht. Door de flexibilisering in het hoger onderwijs bestaan er geen “studiejaren” meer. Wel worden nog modeltrajecten vastgesteld die één jaar voltijdse studie omvatten (60 studiepunten). Wanneer je geslaagd bent voor een opleidingsonderdeel en dus minstens 10 op 20 behaalt, verwerf je een creditbewijs dat overeenkomt met het aantal studiepunten van dit opleidingsonderdeel. Zelfs indien je niet alle creditbewijzen voor je studieprogramma behaalt, mag je verder met je studie. De faculteit moet dan je programma - een geïndividualiseerd traject of GT - goedkeuren. Omdat de studieprogramma’s volgens een logische volgorde werden ingebouwd, zijn er voorwaarden vastgelegd om welbepaalde vakken al te mogen volgen. Dit noemt men volgtijdelijkheid. Je slaagt voor een opleiding als je creditbewijzen haalt voor alle opleidingsonderdelen van de opleiding. Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald!
13 |
Onderwijs en examens De volledige examenregeling (examenreglement) vind je terug op de website van de Universiteit Antwerpen (www.ua.ac.be), onder de rubriek “huidige student”. Tijdens de examens kan je met problemen (examenregeling, uitstel van examen, onderbreking of definitief stopzetten van examens, conflict met de docent) terecht bij de ombudspersoon. De ombudspersoon zorgt ervoor dat het examenreglement correct wordt opgevolgd en bemiddelt tussen studenten en docenten. De ombuds is ook aanwezig bij de deliberatie en kan, op basis van verzachtende omstandigheden zoals ziekte of ongeval, je “zaak” bepleiten. Internationaal De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen.
| 14
Waar kan je met je diploma aan de slag?
Biologie heeft heel wat raakvlakken met de samenleving en de tewerkstelling van biologen is dan ook meer divers dan vaak wordt gedacht. Biologen hebben in de eerste plaats een goede algemene vorming in de wetenschappen en een kritische ingesteldheid. Een belangrijke tewerkstellingssector is dan ook het fundamenteel en toegepast wetenschappelijk onderzoek. Je vindt biologen als onderzoekers niet enkel in de universiteiten maar ook in diverse onderzoeks- en ontwikkelingscentra. Dit gaat dan niet enkel over klassieke biologische instituten zoals de Nationale Plantentuin, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek of de Zoo, maar ook over het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, het Vlaams Instituut voor Technologisch Onderzoek, Aquafin, het Instituut voor Tropische Geneeskunde... Voor een onderzoekscarrière is niet alleen kennis en vaardigheid nodig maar ook een grote dosis creativiteit en ondernemingszin. Het behalen van een doctoraat is hier vaak een noodzaak. Jaarlijks levert het departement Biologie aan de Universiteit Antwerpen 10 tot 15 doctorstitels af in onderzoek gaande van diergedrag tot gentechnologie. In de privé-sector zijn er heel wat mogelijkheden in navorsings- en ontwik‑ kelingswerk en in marketing, o.a. in de medische en farmaceutische sectoren, in industriële laboratoria, biotech- en chemische industrie en land- en tuinbouworganisaties.
15 |
Waar kan je met je diploma aan de slag? Er is ook veel vraag naar biologen in studiecentra en adviesbureaus, in het bijzonder in de milieusector. Na aanvullende opleidingen nemen biologen ook specifieke milieugerichte taken op zich als milieucoördinator in bedrijven of milieuambtenaar in openbare besturen. Ongeveer één vierde van de biologen vindt werk in het onderwijs. Zowel in het secundair als in het hoger onderwijs worden biologen ingezet om lessen te geven in biologie en in andere basiswetenschappen zoals chemie en fysica. Tenslotte zijn er nogal wat biologen die zich waarmaken buiten het eigen vakgebied dankzij hun algemeen wetenschappelijke vorming en hun diverse vaardigheden. Zij nemen dan ook commerciële of management-taken op, specialiseren zich in informatica of in wetenschapscommunicatie.
| 16
Toelatingsvoorwaarden en voorkennis Toelatingsvoorwaarden Om toegelaten te worden tot een universitaire studierichting, moet je beschikken over een diploma van het hoger secundair onderwijs. Een diploma van een professionele bachelor geeft eveneens toegang tot het universitair onderwijs. Buitenlandse studenten en studenten met een buitenlands diploma nemen best contact op met de studentenadministratie. Voorkennis Interesse en aanleg voor exacte wetenschappen zijn de belangrijkste vereisten voor een succesvolle start in de biologie. Je moet ook handig zijn en nauwkeurig kunnen werken, anders zal je het moeilijk krijgen bij het werk in het laboratorium of achter de microscoop. Besef dat de uren die je in een laboratorium doorbrengt een groot deel van je studietijd zullen innemen. Verder zijn doorzettingsvermogen, wilskracht en regelmatige werklust absoluut noodzakelijk, maar dit geldt voor alle universitaire studies. Voorkennis van biologie is niet noodzakelijk, wel veel interesse voor organismen en het milieu waarin ze leven. Ook voor de cursussen chemie en fysica is geen directe voorkennis vereist. De cursussen starten vanaf nul. De leerstof uit het secundair onderwijs wordt grotendeels herhaald, zij het dan vanuit een ander oogpunt. Het begrijpen, opbouwen en toepassen van de stof is belangrijker dan het “kennen”. Leerlingen uit de wetenschappelijk-wiskundig sterke afdelingen, nl. leerlingen die in de laatste twee jaren van het secundair onderwijs minimaal 6 uur wiskunde per week kozen hebben een goede vertrekbasis voor de opleiding Biologie. Leerlingen uit andere afdelingen doen er goed aan hun wiskunde extra bij te werken. Vrees je een tekort in je voorkennis voor wiskunde, dan kan je in de maand september speciale overbruggingslessen volgen. Hierover lees je verder meer.
17 |
Toelatingsvoorwaarden en voorkennis Heb je keuzemoeilijkheden? Misschien heb je nog geen antwoord op al je vragen of twijfel je nog tussen bepaalde richtingen. Wordt het bio-ingenieur, biochemie en biotechnologie, biologie of biomedische wetenschappen? Welke studierichting is meer theoretisch en welke biedt meer toepassingen en is meer praktisch gericht? Op de infodagen in de maanden maart en april kom je er meer over te weten. Je kan ook steeds een afspraak maken via het Studenten Informatie Punt (STIP) met een studieadviseur. Wil je je keuze eens bespreken met een professor uit de biologie, neem dan contact op per email met Prof. Erik Matthysen (
[email protected]) of Prof. Veerle Coeckelberghs (
[email protected] ).
| 18
Studiebegeleiding Overgang van het secundair onderwijs naar de universiteit Aan de universiteit ben je meer dan ooit verantwoordelijk voor jezelf. De manier waarop je studeert en het academiejaar indeelt moet je aanpassen aan je persoonlijk studeervermogen. Deze vaardigheid onder de knie krijgen is voor een “eerstejaarsstudent” niet altijd eenvoudig. Je wordt immers tegelijkertijd geconfronteerd met een aanzienlijke hoeveelheid leerstof en met een examensysteem waar je geen ervaring mee hebt. De medewerkers van de dienst Studieloopbaanbegeleiding kunnen je helpen. Hier kan je het hele academiejaar terecht voor algemene studiebegeleiding. Hierna geven we een kort overzicht van elk van de geboden diensten. Overbruggingsonderwijs in de maand september Gedurende twee weken voorafgaand aan het academiejaar (september) worden overbruggingslessen wiskunde en studiemethodiek ingericht. Het overbruggingsonderwijs steunt op drie pijlers: herhaling, remediëring en kennismaking. In grote lijnen wordt de voorkennis herhaald die nodig is om de gekozen studierichting goed voorbereid aan te vatten. Voor hen die vaststellen dat de voorkennis niet op peil is, worden remediëringslessen voorzien. Tenslotte biedt het overbruggingsonderwijs de gelegenheid om in een ontspannen sfeer kennis te maken met de nieuwe studieomgeving, lesgevers en medestudenten. De overbruggingslessen zijn gratis en niet verplicht. Het rooster is zo opgesteld dat iedere student een eigen lessenpakket kan samenstellen. Algemene studie- en studentenbegeleiding Tijdens het academiejaar kan je terecht bij de dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, zowel met studie- als met persoonlijke problemen. Zowel groepsactiviteiten als individuele begeleiding zijn volledig gratis. Afspraken met de begeleiders van deze dienst kan je maken via het Studenten Informatie Punt (STIP).
19 |
Studiebegeleiding Studiekeuze De dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding geeft je advies over je studiekeuze, eventueel heroriëntatie en helpt je bij alle keuzemomenten van het begin van je studieloopbaan tot bij het afstuderen. De dienst werkt ook mee aan het Trampolineproject dat heroriëntatie beoogt wanneer blijkt dat de gekozen richting voor jou minder geschikt zou zijn.
Algemene studiebegeleiding: studievaardigheden en studieplanning Studentenbegeleiders organiseren trainingen en begeleidingen over studievaardigheden: studiemethode, studieplanning voor eerstejaarsstudenten. Na de examens van het eerste semester worden remediërende trainingen aangeboden (bv. uitstelgedrag aanpakken en examenstress onder controle krijgen). Je kan er ook terecht voor individuele begeleiding. Voor specifieke vragen over je individuele programma, vrijstellingen e.d. kan je terecht bij de Studietrajectbegeleider van de opleiding Biologie (
[email protected]).
Psychosociale begeleiding Wanneer je last hebt om je te concentreren, twijfelt aan je studiekeuze, kampt met examenangst of persoonlijke problemen zoals het afspringen van een relatie, ernstige ziekte in je onmiddellijke omgeving ... kan je een afspraak maken met een studentenbegeleider. Vervolgens word je, indien nodig, individueel begeleid of doorverwezen naar gepaste trainingen in kleine groepjes. Dit gebeurt steeds op vrijwillige basis. Het aanbod aan individuele, groepsgerichte en digitale begeleiding wordt in het begin van elk semester bekend gemaakt in alle mogelijke publicaties voor studenten. Je vindt ook heel wat informatie op de website www.ua.ac.be/adstud of www.ua.ac.be/studentenportaal.
| 20
Studiebegeleiding
Begeleiding van studenten met specifieke noden: aanvragen bijzondere faciliteiten Studenten met functiebeperkingen (fysische handicap of chronische ziekte, leerstoornis zoals dyslexie, ADHD, psychische problemen ...) of met bijzondere vragen omwille van sport op topniveau of kunstbeoefening kunnen via de Dienst voor studieadvies en studentenbegeleiding bijzondere faciliteiten voor onderwijs en/of examens aanvragen. Dit is voorzien in het Onderwijsen examenreglement van de Universiteit Antwerpen. Na het indienen van je aanvraag, word je uitgenodigd voor een intake gesprek met een studentenbegeleider. In onderling overleg worden de nodige afspraken gemaakt. Als je dossier helemaal in orde is en voorzien van de nodige attestering zal de dienst je dossier ter goedkeuring voorleggen aan de rector.
21 |
Studiebegeleiding Vakspecifieke begeleiding tijdens het academiejaar Met je vragen over de cursus kan je steeds terecht bij de docent die deze cursus doceert of bij zijn of haar assistent(en). Gewoon aankloppen en meestal word je direct geholpen. Zoniet maak je vooraf een afspraak. Onderwijsassistenten geven extra begeleiding o.a. voor vakken als wiskunde, scheikunde en natuurkunde. In groepsessies worden de gekende knelpunten van de cursus behandeld. Deze begeleiding bestaat doorgaans uit een herhaling van de essentie van de theorie, waarna deze wordt toegepast in oefeningen. Het voornaamste verschil tussen de sessies en de lessen is de grote wisselwerking (vragen, bijsturing, ...) tussen de studenten en de begeleider. Individueel wordt er ook de mogelijkheid geboden om vragen te stellen over onderwerpen die buiten de sessies vallen. Deze vragen worden meestal behandeld in groepen van enkele personen. Tot slot kunnen de studenten de gemaakte oefeningen steeds ter verbetering voorleggen aan de onderwijsassistenten. Wens je begeleiding voor andere vakken dan wiskunde, chemie of fysica dan vraag je best informatie aan de studentenbegeleiders. Zij beschikken over een aantal adressen van contactpersonen waar je terecht kan. Ook ouderejaarsstudenten zijn vaak bereid om eerstejaars te helpen of te begeleiden met hun studieproblemen. Informeer hiervoor bij de sociale diensten of via Jobweb. Onthou vooral dat je niet met je vragen mag blijven zitten tot het te laat is. Professoren, assistenten, studiebegeleiders en de medewerkers van Studieloopbaanbegeleiding zijn er om je zo goed mogelijk te helpen.
| 22
Studieprogramma Bachelor eerste jaar Zoek je een voorbeeld van een collegerooster? Surf dan naar www.ua.ac.be/collegeroosters . Daar vind je een overzicht van de huidige collegeroosters. Th = aantal uren theorie Pr = aantal uren practicum Sp = studiepunten
Vak
Th.
Pr.
Sp.
Celbiologie Evolutie en biologische complexiteit Evolutieleer en biologische classificatie Overzicht van de grote bouwplannen: dieren Overzicht van de grote bouwplannen: planten Ecologie I Aardwetenschappen I Algemene chemie Bio-organische chemie Wiskunde Informatica Fysica I
52
30
8
20 35 15 30 30 40 60 30 15 40
totaal
367
15 30 45 30 15 30
3 6 4 4 5 6 9 6 3 6
270
60
30 45
Nota De indeling in uren theorie (Th.) en praktijk (Pr.) is in werkelijkheid niet altijd even scherp als hier weergegeven. Sommige vakken bieden een mengvorm van klassieke lessen, zelfstudie en praktisch werk. De studiepunten geven een goed beeld van de relatieve tijdsbesteding die verwacht wordt voor elk opleidingsonderdeel.
23 |
Studieprogramma Bachelor tweede jaar Vak
Th.
Pr.
Sp.
Biochemie Moleculaire biologie Vorm, functie en diversiteit van dieren Vorm en functie: dieren Histologie Embryologie Diversiteit van dieren Vorm, functie en diversiteit van planten en schimmels Vorm en functie: planten
30 30
30 30
6 6
30 15 15 15
30 15 15 15
6 3 3 3
40
50
9
15
15
3
Diversiteit van wieren, landplanten en schimmels Ecologie II Aardwetenschappen II Fysica II Bio-ethiek Geïntegreerde excursies (ecologie en diversiteit)
23 15 30 23
totaal
273
| 24
75
3 4 6 3 5
350
60
30 45
Studieprogramma Bachelor derde jaar Vak
Th.
Pr.
Sp.
Microbiologie Immunologie Parasitologie Genetica m.i.v. populatiegenetica Ecosysteembeheer Gedragsbiologie Statistiek Duurzame ontwikkeling Levensbeschouwing Vrije studieruimte waarin: - projectwerk met labo- of veldstage - vaardigheden of verbredingsvakken
15 23 23 40 30 30 30 30 30
15
3 3 3 5 5 5 6 3 3 24 6 18
20
15 15 30
80
Totaal
60
Het individualiseren van het leertraject gebeurt in de vrije studieruimte. Daar kan: - -
de uitstromende bachelor zich voorbereiden op de beroepswereld; de bachelor die wenst verder te studeren, zich verdiepen in onderdelen van de biologie of van andere wetenschappen.
De volgende keuzevakken worden door de opleiding Biologie ingericht in het derde jaar bachelor (3 of 4 studiepunten) -
-
Vaardigheidsvakken: Good Field Practices, Good Laboratory Practices, Leren observeren (practicum Gedragsbiologie), Microscopietechnieken, Wetenschapscommunicatie. Verbredingsvakken: Biologische Anthropologie, Culturele Ecologie, Dierenwelzijn, GGO’s (Genetisch Gemodificeerde Organismen) in het dagelijks leven, Inleiding tot Systeembiologie, Milieu en Maatschappij.
25 |
Studieprogramma Master Elke student kiest uit één van de drie afstudeerrichtingen, en kiest daarnaast ook voor één van de drie opties. Elke afstudeerrichting staat open voor alle bachelors Biologie. Studenten die van elders komen kunnen eventueel een vrijblijvend advies krijgen hoe ze bepaalde gebreken in hun voorkennis kunnen opvangen, zonder dat het totale pakket wordt verzwaard. Elke afstudeerrichting bestaat uit een pakket verplichte vakken (43 sp.), de optie (30 sp.), de Masterproef (30 sp.) en een keuzeruimte (17 sp.). De optie “Onderwijs” bestaat uit de eerste 30 studiepunten van de Academische Initiële Lerarenopleiding; de resterende 30 studiepunten volg je na het afstuderen als Master, dit tweede gedeelte bestaat in belangrijke mate uit stages. De optie “Ondernemerschap” wordt interfacultair ingericht. Hierin komen zaken aan bod als bedrijfscommunicatie, financieel management, innovatie, procesmanagement en kwaliteitszorg. De optie “Onderzoek” omvat een individueel onderzoeksproject (10 sp.) waarbij je stage loopt in een onderzoeksgroep en extra onderzoekservaring opdoet bovenop de Masterproef. Verder bevat dit extra ondersteuning in Experimenteel Design en Statistiek, en kan je je specialiseren via bijkomende keuzevakken. De Masterproef kan flexibel worden uitgevoerd in de loop van de twee Master jaren, wat de mogelijkheden vergroot voor internationale uitwisseling en seizoensgebonden veldonderzoek. Zowel de verplichte als de keuzepakketten bevatten een grote verscheidenheid aan werkvormen met sterke nadruk op begeleide studie en het verwerven van diverse vaardigheden.
| 26
Studieprogramma Master Verplichte vakken Cel- en Systeembiologie
Sp.
Dierenfysiologie Plantenfysiologie en functionele morfologie Biochemie en Systeembiologie Geïntegreerd Practicum Celbiologie Genoom- en Proteoomstudie Ontwikkelingsbiologie
6 6 6 13 3 6 3
Verplichte vakken Evolutie- en Gedragsbiologie
Sp.
Biostatistiek Evolutionaire & Ecologische Fysiologie Functionele Morfologie Vertebraten Fylogenie en Systematiek Gedragsecologie Gedragsfysiologie Macro-evolutie Populatie-ecologie Practicum Organismale Biologie Verplichte vakken Ecologie en Milieu
Biostatistiek Populatie-ecologie Ecologische stage Ecosysteemtypes Fysische ecologie Landschapsecologie Milieustress Paleo-ecologie Plantenecologie
6 4 4 6 5 5 3 6 4 Sp.
6 6 6 4 4 4 4 3 6
27 |
Studieprogramma Master Keuzevakken Studenten kiezen 17 tot 33 studiepunten aan keuzevakken (de omvang van elk vak ligt tussen 3 en 6 sp.) uit de onderstaande lijst (ook keuzevakken uit andere opleidingen zijn mogelijk mits toelating van de Onderwijs commissie): Aquatische ecologie, Bioakoestiek, Bio-energie en Milieu, Biogeomorfologie, Bioinformatica, Biomechanica, De plant als systeem, Dierenecofysiologie, Ecologie van de fungi, Ecologie van infectieziekten, Ecologische Genetica, Ecologische modellering, Ecomorfologie, Ecotoxicologie, Eilandbiologie, Entomologie, Estuariene en kust ecologie, Evolutie en classificatie van de landplanten, Evolutionaire Ecologie, Gedrag: seminarie en vaardigheden, Gentechnologie , Geografische Informatie Systemen (GIS), Herpetologie, Mammalogie, Mariene Biologie, Menselijk gedrag, Meteorologie, klimatologie en global change, Methoden in de omgevingsbiologie, Moleculaire Genetica, Ontwikkelingsbiologie van planten., Organografie en identificatie van vaatplanten, Ornithologie, Plantenecofysiologie, Plant-Microbe Interacties, Polaire ecologie, Primatologie, Recombinant-eiwit-technologie, Remote sensing, Restoration ecology, Scaling in vorm en functie, Seminarie Biochemie, Stressfysiologie, Systeemecologie, Technieken proteoom- en genoomstudie, Toegepaste Gedragsbiologie, Toegepaste Populatiebiologie, Topics in Biostatistiek, Wetenschappelijk schrijven in het Engels.
Meer informatie vind je in de brochure “Biologie - deel 2 masteropleidingen” of op de website: www.ua.ac.be/masters
| 28
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
www.ua.ac.be/wetenschappen -> onderwijs -> biologie In deze brochure laten we je kennis maken met de inhoud van de opleidingsonderdelen van het eerste, tweede en derde jaar Bachelor Biologie. Op de website van de Universiteit Antwerpen onder www.ua.ac.be/wetenschappen > onderwijs > biologie > vakbeschrijvingen, vind je meer uitgebreide informatie over de beginen eindtermen, inhoud, werk- en evaluatievormen en het noodzakelijk en aanbevolen studiemateriaal. Aardwetenschappen I Dit vak vangt aan bij de basisprincipes en -concepten van geologie en bodemkunde, en wel op verschillende schalen: van atomaire kristalstructuur over mineralen en gesteenten tot globale platentektoniek. Je verwerft een praktische kennis van mineralen, gesteenten en bodems. Je gebruikt en interpreteert geologische en bodemkundige kaarten, met als casus de geologie van België. Zo krijg je inzicht in geologische en bodemkundige processen op verschillende schalen. Algemene chemie Eerst wordt de basiskennis scheikunde opgefrist (types chemische reacties, stoichiometrie, werken met het mol concept, werken met molaire concentraties). Dan wordt de kennis uitgediept met voortdurende verwijzing naar de levende materie, zoals blijkt uit enkele voorbeelden: “Chemisch evenwicht”: hoe staan biomineralen (tanden, bot..) in evenwicht met hun omgeving? “De zuurtegraad van waterige oplossingen” bekijkt hoe moleculen de pH veranderen, en wat het effect van pH is op de eigenschappen van bio-moleculen. “Thermochemie en thermodynamica” behandelt de spier als een machine die chemische energie omzet naar arbeid. “Reactiekinetiek” past de klassieke vergelijkingen toe op voorbeelden uit de natuur zoals afbraak van een medicament of alcohol in bloed. “Oplossingen en colloïdale systemen” geeft een beeld van extra- en intracellulaire vloeistoffen.
29 |
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar Bio-organische chemie De aanvang van deze cursus is een bondig overzicht (herhaling) van een aantal begrippen van de organische chemie. Nadien wordt de opbouw van belangrijke klassen van organische verbindingen behandeld: koolwaterstoffen, organische halogeenverbindingen, alcoholen, aldehyden, ketonen, carbonzuren, aminen. Door aandacht voor het fysische gedrag en de fundamentele reactiemechanismen van deze moleculen, bouw je een praktische kennis op van het chemische gedrag van deze stoffen (bv. thiolen en de geur van het stinkdier). Tenslotte pas je de verworven kennis toe bij de studie van biomoleculen zoals lipiden, carbohydraten, aminozuren-peptiden-proteïnen en nucleotiden-nucleïnezuren. Celbiologie Alle vormen van leven hebben de cel als bouwsteen. Deze inleiding tot celbiologie begint met “de cel” als eenheid op de grens tussen levende en dode materie en laat je dan kennis maken met de activiteiten van membraan-gebonden organellen, met mobiliteit en cytoskelet, met celdeling, celdifferentiatie en celdood en met de bijhorende cel-signalen. Gaandeweg herken je de “oerkenmerken” aanwezig in alle vormen van leven en de “nieuwe” kenmerken verworven tijdens de evolutie. De cursus eindigt met de mechanismen van meercelligheid en weefselvorming bij dier, plant en schimmel. Ecologie I Aan de hand van voorbeelden leer je de regels en principes kennen van verschillende organisatievormen in de levende wereld. De graad van complexiteit verschilt en neemt toe van individu naar ecosysteem. Je leert over de interactie tussen organismen onderling en tussen organismen en hun niet-levende omgeving. Uiteindelijk kan je structurele en functionele eenheden in ecologische systemen definiëren. Evolutieleer en biologische classificatie In deze cursus verwerf je een inzicht in de mechanismen van biologische evolutie, zodat je een helder en gefundeerd standpunt kan innemen over de theorie van evolutie door natuurlijke selectie. Je leert over de basisprincipes van microevolutie en staat stil bij enkele controversen omtrent de evolutietheorie. Dan wordt kort ingegaan op macro-evolutionaire gebeurtenissen en de snelheid en het tempo van dergelijke veranderingen. Ten slotte bespreek je de biologische nomenclatuur en classificatie.
| 30
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar Fysica I Deze cursus reikt de essentiële kennis aan die nodig is voor een goed begrip van de fysica van het leven. De behandelde onderwerpen omvatten vectorrekening, kinematica, dynamica, hydrostatica, oppervlaktespanning en kapillariteit, hydrodynamica, thermometrie, transport van materie, thermodynamica, geometrische optica, trillingen en golven. Zij worden toegelicht met aan biologie verwante voorbeelden, toepassingen en vraagstukken. Informatica Dit vak behandelt kort de algemene begrippen i.v.m. de bewaring en de bewerking van digitale informatie. Het practische gedeelte overweegt en richt zich op het gebruik van software, vnl. EXCEL, zoals je dat nodig hebt voor andere vakken of in biologisch onderzoek. Vooral functies voor het statistisch beschrijven van gegevens, simpele grafieken en overzichtstabellen komen aan bod, naast eenvoudige simulaties van wiskundige berekeningen. Overzicht van de grote bouwplannen: dieren Hier wordt het ontstaan en de opbouw van de bouwplannen van grote diergroepen aangebracht. Je maakt kennis met de belangrijkste groepen van dieren (sponzen, neteldieren, verschillende groepen wormen, mollusken en geleedpotigen, chordadieren met o.a. de gewervelden) en de belangrijke evolutieve veranderingen die kenmerkend zijn voor die groepen zoals: de evolutie van ééncellig naar meercellig organisme, het ontstaan van lichaamsholten en het gemeenschappelijke basisbouwplan van de Chordata. Het vak zet aan tot analytisch denken over het hoe en waarom van specifieke differentiaties in het dierenrijk, ook tijdens de rijk geïllustreerde practica. Overzicht van de grote bouwplannen: planten De studenten worden geconfronteerd met de drie grote groepen organismen: wieren, schimmels en landplanten, waarbij voor elke groep evolutielijnen worden uitgezet. Hypothesen worden geformuleerd rond de evolutie van de primitieve landplanten tot de bloemplanten: de meest succesrijke plantengroep in de huidige ecosystemen. In dit verband worden zowel de morfologische kenmerken als de aanpassingen op het vlak van de voortplanting besproken en wordt nagegaan hoe fossielen hierbij informatie aanleveren.
31 |
Opleidingsonderdelen bachelor eerste jaar
Wiskunde Wiskunde is voor een bioloog niet enkel “rekenen” maar ook een gereedschap dat je toelaat om bepaalde ideeën op een formele manier uit te schrijven en daaruit allerlei afleidingen te maken. De cursus biedt je de wiskundige vorming die je toelaat zelfstandig mathematische stof te verwerken en te gebruiken voor het oplossen van problemen in biologische disciplines. Eerst worden de fundamenten herhaald met: rationale getallen, de reële as, intervallen, functies, limieten, continuiteit. Verdere hoofdstukken behandelen: Afgeleiden, Integralen, Lineaire algebra, Beginwaardeproblemen en Multivariate analyse. Er worden regelmatig voorbeelden aangehaald om het gebruik van wiskunde in de biologie duidelijk te maken.
| 32
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar Aardwetenschappen II Met de basiskennis van geologie en bodemkunde opgedaan in bachelor 1, verwerf je hier inzicht in de geomorfologie en oceanografie. De praktische kennis en de interpretatie van geomorfologische vormen worden aangeleerd met kaartmateriaal, fotomateriaal en terreinobservaties. Biochemie De belangrijkste doelstelling van deze cursus is het begrijpen van het metabolisme dat de chemische en fysische basis is van leven in al zijn vormen. De grote metabole pathways van koolhydraten, lipiden, aminozuren en nucleotiden alsook de fotosynthese, het elektronentransport en de oxidatieve fosforylatie worden uitvoerig besproken. Daarnaast worden ook de thermodynamische aspecten van de reacties en de hormonale regulatie van de metabole activiteit van de organismen uitvoering belicht. Bio-ethiek De student wordt vertrouwd gemaakt met de ethische problemen en discussies rond natuurbescherming, dierenwelzijn, biotechnologie, bio-medische wetenschappen die in de maatschappij en de wetenschappelijke wereld aan de orde zijn. Dit vak wil veeleer tot kritisch denken uitnodigen dan pasklare antwoorden bieden. Inleidend worden de methoden van ethische reflectie gesitueerd en wordt de band ethiek/maatschappij onderlijnd. Nadien nodigt het vak de studenten uit tot zelfstandige kritische reflectie, gesteund door wetenschappelijke informatie, maar ook bewust van de eigenheid van tradities, methoden en stijlen van ethische reflectie die vandaag de maatschappelijk-ethische discussies en debatten vorm geven. Diversiteit van dieren De cursus bespreekt de de evolutionaire samenhang tussen de belangrijkste bouwplannen, de verschillende hypothesen over de afstamming van deze groepen in hoe variaties op een zelfde bouwplan leiden tot een grote diversiteit. Je zoekt zelf informatie bijeen over de minder bekende bouwplannen van een kleiner phylum, en verwerkt dat tot een presentatie voor je medestudenten.
33 |
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar Tenslotte worden, d.m.v. een voorbeeld van een diverse groep (bijv. Arthropoda, Mollusca of Vertebrata) de variaties binnen eenzelfde bouwplan besproken en wordt nagegaan hoe deze diversiteit beschreven en gekatalogeerd kan worden. Ook in de praktische oefeningen ga je verder in op variaties in bouwplannen en bouw je daarmee verder aan een portfolio waarin je ook de resultaten van de practica van de andere dierkundige vakken verzamelt. Diversiteit van wieren, landplanten en schimmels Deze cursus sluit aan op het vak “Overzicht van de grote bouwplannen”; hij heeft, naar inhoud, drie aspecten. Inzicht verwerven in de diversiteit van schimmels en wieren is hiervan het eerste. Daarnaast wordt door met de klassieke classificatie te leren omgaan, een basis verworven voor het opleidingsonderdeel geïntegreerde excursies; inzicht in de taxonomie is bij determinaties inderdaad een noodzaak. Als laatste wordt een inzicht verworven in de positie van de belangrijkste groep landplanten: de angiospermen. De controverse rond de oorsprong en de radiatie van de bloemplanten wordt op basis van de gekende argumenten (fossielen, cladistische analyse) ontleed. Ecologie II De studie van de ecologie gaat hier verder op het niveau van gemeenschappen, ecosystemen en de wereld als geheel. Je leert over biodiversiteit en het samenleven van verschillende soorten organismen, over biogeochemische cycli, cycli van nutriënten en van energie en de effecten van global change. Ook de rol van de mens in de interacties met populaties, verstoring van kringlopen en gebruik van energie komen aan bod. Embryologie Sex-determinatie, gametogenese, bevruchting, gastrulatie, neurulatie en vooral organogenese komen in deze cursus aan bod. Daarnaast worden belangrijke regulerende processen (genetische factoren en inductieprocessen) behandeld. Deze inleiding tot de embryologie steunt vooral op voorbeelden uit de ontwikkeling van de vertebraten.
| 34
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar Fysica II De cursus brengt een overzicht van de belangrijkste begrippen uit de elektriciteit, elektromagnetisme, fysische optica, microscopen, atoomkernen en radioactiviteit, en dit als wetenschappelijke bagage voor de verdere opleiding. Experimenten demonstreren het verband tussen theorie en natuurverschijnsel proefondervindelijk. Tijdens de les worden vele topics toegelicht met toepassingsvoorbeelden uit de life-sciences, zoals: elektrostatische krachten bij de replicatie van DNA, of begrippen als weerstand en condensator toegepast in de geleiding van zenuwvezels. Geïntegreerde excursies (ecologie en diversiteit) Onder begeleiding bezoek je gedurende een achttal excursies verschillende biotopen en verzamelt er materiaal. De identificatie van dieren en planten gebeurt tijdens de excursie of nadien in het laboratorium, aan de hand van determinatiesleutels en floras. Zo verbreed je je faunistische en floristische kennis, en door aandacht voor verschillende aspecten van de biotopen krijg je tevens een inzicht in de samenhang van levensgemeenschappen. Histologie Dit vak omvat een grondige bespreking van de hoofdweefsels van dieren (epithelia, bindweefsels, spierweefsel en zenuwweefsel), hun belangrijkste onderverdelingen en derivaten (bv. cuticula). Zodoende reikt het essentiële basiskennis aan waarop de verdere bespreking van Vorm-Functie & Diversiteit in het dierenrijk kan bouwen. Moleculaire biologie De cursus biedt een theoretische basis voor alle biologen, wat ook hun finaliteit zal zijn. Je verwerft hier inzicht in de verschillende machinerieën (transcriptie, translatie, ...) die het mogelijk maken dat gecodeerde informatie aanleiding geeft tot specifieke eiwitten. Maar je leert ook hoe, a.h.w. in de omgekeerde richting, controle gebeurt van de informatiestroom opgeslagen in de nucleïnezuren door eiwitten (enzymen, transcriptiefactoren, enz...). Zodoende ontwikkel je een inzicht in ingewikkelde regulatiemechanismen. Daarnaast is er ook aandacht gegeven aan belangrijke zogenaamde “recombinant-DNA-technologieën” die meer toepassingsgericht zijn.
35 |
Opleidingsonderdelen bachelor tweede jaar Vorm en functie: dieren De cursus heeft tot doel de student kennis en inzicht te geven in de structurele en functionele organisatie en werking van dierlijke organismen. Hij vangt aan met de rol van regulatie en adaptatiemechanismen waardoor dieren zich aan zeer uiteenlopende omstandigheden aanpassen. Nadien volgt een verkenning van zenuw, spier en endocriene systemen, en worden de homeostase en de water- en zouthuishouding besproken. Het circulatiesysteem zorgt voor het transport van stoffen naar en van de weefsels, het spijsverteringsysteem voor de voedselopname. Het geheel van deze functies wordt gestuurd door het centrale zenuwstelsel en het endocrien systeem. Tenslotte wordt aandacht besteedt aan de fysiologie van de voortplanting. Voorbeelden om de principes en mechanismen te illustreren zijn afkomstig uit het ganse dierenrijk, van ééncelligen tot de mens. Op het einde van de cursus ben je vertrouwd met de principes van regulatie en homeostase, de organisatie en werking van de belangrijkste orgaansystemen en de functionele diversiteit die bestaat binnen het dierenrijk. Vorm en functie van planten De vorm (morfologie en anatomie) en de functie (fysiologie) van zaadplanten worden op een geïntegreerde wijze gedoceerd: celdifferentiatie en weefselvorming worden gekoppeld aan fundamentele fysiologische processen als waterbalans, transport, fotosynthese, bloei en voortplanting. Waarneming van signalen uit de omgeving en vertaling ervan in een gecoördineerde ontwikkeling van de plant vormen een onderdeel van de cursus waarin zowel de functies van plantenhormonen als actief transport en het klassieke apoplast/symplast concept integreren.
| 36
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Duurzame ontwikkeling In dit vak krijg je een brede inleiding tot de problematiek van duurzame ontwikkeling, met aandacht voor de ecologische, economische en sociale pijlers ervan, maar ook de lokale en internationale beleidscontext. Tijd en ruimte zijn daarbij essentiële dimensies; ze verwijzen naar de inter- en intragenerationele solidariteit en ethiek. De (uitdaging van) toepassing van duurzame ontwikkeling in de realiteit wordt uitgebreid geïllustreerd in het gebruik van indicatoren voor duurzame ontwikkeling en in cases in de sfeer van water, energie en duurzaam ondernemen. Ecosysteembeheer In deze cursus ga je na waarom de biodiversiteit achteruitgaat en wat de wetenschappelijke basis is voor het natuurbeheer. Er wordt een globaal beeld geschetst van de wereldmilieuproblematiek en van specifieke zaken als de invloed van habitatverlies, verzuring, versnippering, vermesting op de natuur. Verder komen verschillende aspecten aan bod zoals eilandbiogeografie, landschapsecologie, vegetatie-ecologie, etc. Vervolgens komt een bespreking van de verschillende methoden voor natuurbeheer en wordt dieper ingegaan op de globale visie zowel nationaal als internationaal. Hierbij wordt ook de relevante wetgeving besproken. Vervolgens wordt dieper ingegaan op het concept eco systeembeheer. Gedragsbiologie De grote verscheidenheid aan gedragingen die men in het dierenrijk kan terugvinden, is vaak overweldigend. In deze cursus zoek je naar verklaringen
37 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar voor gedrag, op 4 verschillende manieren. De vraag waardoor richt zich op de machinerie die nodig is voor het uitvoeren van gedrag (fysiologie/hersenen); de vraag waarlangs gaat over de ontwikkeling van het gedrag tijdens het leven van een individu; de vraag waartoe heeft te maken met de functie van het gedrag; de vraag waaruit verwijst naar het evolutieproces, vooral naar het gedrag van voorouders en naar de overeenkomsten en verschillen tussen verwante soorten. Bijzondere aandacht zal besteed worden aan (1) enkele specifieke vormen van gedrag: (eu)sociaal gedrag, communicatie, defensief gedrag, reproductie en seksuele selectie; (2) recente ontwikkelingen en wisselwerkingen met andere onderzoeksdisciplines; (3) discussiepunten binnen het vakgebied (aangeboren-aangeleerd discussie), evolutionaire benadering van menselijk gedrag (sociobiologie, evolutionaire psychologie…), (4) de toepassingen en maatschappelijke betekenis van de gedragsbiologie, bijvoorbeeld i.v.m. welzijn van dieren, natuurbeheer, cognitieonderzoek…. In een meer praktisch gedeelte komt het objectief beschrijven en meetbaar maken van gedrag aan bod. Je maakt kennis met de praktijk van gedragsbiologisch onderzoek: het observeren en registreren, het analyseren en interpreteren. Genetica m.i.v. populatiegenetica De cursus biedt een breed, inleidend overzicht van de basisprincipes van Mendeliaanse overerving in het licht van de neo-Darwinistische evolutietheorie. Inhoudelijk behandelt de cursus in grote lijnen vooral de wetten van Mendel en de (schijnbare) afwijkingen daarvan zoals interacties tussen allelen op een locus, pleiotropie, epistasie, extranucleaire erfelijkheid, maternale effecten, ‘genomic imprinting’, epigenetische fenomenen en kwantitatief genetische kenmerken. Binnen deze topics worden telkens biologisch relevante onderwerpen behandeld. Vervolgens wordt aandacht geschonken aan chromosomen, geslachtsgebonden erfelijkheid en koppeling. Op populatieniveau worden thema’s zoals Hardy-Weinberg evenwicht, koppelingsevenwicht, drift, mutatie en selectie behandeld. De cursus stimuleert een interdisciplinaire benadering, waarbij je wordt aangespoord om verbanden te leggen met stof uit andere cursussen. Kortom, de cursus wil genetica aanbrengen vanuit een holistische visie en dus niet vanuit een visie van ‘genetica om de genetica’. Daarom wordt er ook regelmatig (kort) ingegaan op maatschappelijke en filosofische implicaties en problemen die verband houden met genetica (bv. eugenetica, rassenproblematiek, Lysenkoism, GMOs, resistentieproblematiek, ‘intelligent design’, enz.).
| 38
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Immunologie Het doel van deze cursus is je wegwijs te maken in de basisbegrippen van immunologie: het onderscheid tussen het “zelf” en “niet-zelf”, basisfuncties van en interacties tussen de belangrijkste immunologische organen en celtypes. De diversiteit van het immuunsysteem in in levende organismen wordt belicht en tevens worden de belangrijkste immuunpathologische reacties behandeld. Tot slot komen toepassingsmogelijkheden van de belangrijkste immunologische laboratoriumtechnieken aan bod. Levensbeschouwing Deze cursus wil je doen nadenken over de basis en betekenis van verschillende levensbeschouwingen en hun effecten op de maatschappij. Iedereen volgt een inleidende module over wat levensbeschouwing eigenlijk inhoudt en wat de belangrijkste levensbeschouwingen zijn. Daarna verdiep je je verder in een levensbeschouwing naar keuze (Christendom, Monotheistische religies, Oosterse levensbeschouwing Vrijzinnig Humanisme). Tenslotte kies je tussen modules die levensbeschouwing in een breder kader plaatsen (Levensbeschouwelijke visies op staat, recht en civil society, Levensbeschouwing en natuurwetenschap, Antropologische bouwstenen van levensbeschouwing, Levensbeschouwing en het individu, De levensbeschouwelijke basis van de Westerse samenleving). Microbiologie Dit opleidingsonderdeel voorziet een grondige basis in de algemene microbiologie door inzicht te verschaffen in de diversiteit en biologie van bacteriën en virussen, de plaats van micro-organismen in ecosystemen en de rol die ze in de biosfeer spelen in diverse natuurlijke processen en bij menselijke activiteiten. Je maakt kennis met technieken om micro-organismen te kweken, of om ze te bestrijden. Tijdens het practicum leer je standaardtechnieken uit de bacteriologie (aseptisch werken, kleuringen, celkweek), je leert bacteriën herkennen en tellen en bestudeert bacteriële activiteit in bodem- en waterstalen.
39 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Parasitologie Hier krijg je een systematisch overzicht van de belangrijkste groepen van parasitaire protista, dieren (en in beperkte mate planten en schimmels). Microbiële parasieten worden slechts inleidend vermeld. Er wordt vooral aandacht geschonken aan de vormenrijkdom, de verschillende levenscycli en transmissiepatronen en het samenspel tussen gastheren, vectoren en parasieten. Er is een practicum voorzien dat de vormenrijkdom van parasieten illustreert en dat je in staat stelt verschillende types van parasieten en levensstadia van deze parasieten te herkennen. Statistiek Je leert statistiek begrijpen en gebruiken vanuit een biologisch perspectief. Vooreerst worden de basisbegrippen van de biostatistiek behandeld en wordt aan de hand van voorbeelden het basisprincipe van het testen van hypotheses uitgewerkt. De binomiaal en normale verdeling worden meer in detail behandeld. Daarna volgt een bespreking van een reeks statistische procedures (t-test, ANOVA, regressie/correlatie, vergelijken van frequentieverdelingen) en hun toepassingen met biologische data. Het gebruik van het statistische pakket R wordt doorheen de cursus geïllustreerd en toegepast aan de hand van praktische oefeningen. Projectwerk Je voert onder begeleiding een eigen onderzoeksproject uit binnen het kader van één van de gekozen stages. Je zoekt informatie op in de internationale vakliteratuur, stelt op basis hiervan werkhypothesen op en zet deze om in experimenten en protocols voor datacollectie. De data worden verwerkt, waar nodig ondersteund met statistische analyses, en geïnterpreteerd in het kader van de relevante vakliteratuur. Over de resultaten rapporteer je in een schriftelijk verslag (in de stijl van een wetenschappelijk artikel) en via mondelinge presentaties; deze worden geëvalueerd via peer-review door medestudenten. Stages (minimum 1 verplicht te kiezen)
Alpiene stage De alpiene stage wordt om de twee jaar georganiseerd, alternerend met de Tropische stage. De student verwerft een overzicht van alpiene en arctische biotopen, zowel betreffende de voorkomende levensvormen als de geomorfolo-
| 40
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar gische - en bodemkarakteristieken, en het klimaat. De stage gaat door gedurende een 7 à 10 dagen durende groepsreis naar de Alpen of in een arctisch gebied. Dagelijks worden excursies (meestal voettochten) georganiseerd naar sites die relevant zijn voor de kennismaking met het landschap en de vegetatiezones in het gebergte. De studenten verzamelen tijdens deze excursies materiaal en gegevens (determinaties, observaties, metingen) die ze kunnen gebruiken voor het Projectwerk.
Laboratoriumstage Je ervaart hoe in laboratoria onderzoek verricht wordt naar de fysiologie, de celbiologie en de biochemie van organismen. De nadruk ligt op het begrijpen van de vraagstelling en het uitstippelen, uitvoeren van experimenten en het interpreteren van de resultaten. Er worden technieken gebruikt als: in vitro cultuur, microscopie, courante moleculaire biologie manipulaties, reporter-gen expressie, extractie, precipitatie, filtratie, chromatografische zuiveringstechnieken, isolatie van eiwitcomplexen en scheiding onder natieve omstandigheden, identificatie met massaspectrometrie. Je kiest een onderwerp in samenspraak met de lesgever en verzamelt data die je dan later in je Projectwerk gebruikt.
Oefeningen en toepassingen worden in kleine groepen doorgenomen om het inzicht in de stof te vergroten.
41 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Mariene stage De stage mariene biologie wordt georganiseerd bij springtij in de maand september in Pas-de-Calais. Op dat moment is het laag tij extreem laag waardoor er diep in de getijdezone kan worden doorgedrongen om materiaal te verzamelen en te determineren. Je bestudeert de unieke geologische situatie van het gebied, met een rijke kalkvegetatie en gaat op excursie naar beschermde en nietbeschermde zand- en rotsgebieden. Je leert over getijden en getijdengebieden en bekijkt welke planten en dieren in welke niche vertegenwoordigd zijn. Naast een morfologisch systematisch gedeelte van de stage, wordt in een tweede luik dieper ingegaan op de ecofysiologie van organismen in de zee en getijdezone. Je krijgt de kans om zelf een experiment op te zetten en uit te voeren om gegevens te verzamelen voor je Projectwerk.
Tropische stage De Tropische stage wordt om de twee jaar georganiseerd, alternerend met de Alpiene stage. Ze bestaat uit een reis van iets meer dan 2 weken naar Tanzania in de loop van de maand juli. Onder begeleiding van professoren en assistenten van de Universiteit Antwerpen en van Tanzaniaanse onderzoekers, voer je gedurende de eerste week een klein, en vooraf in België voorbereid, microproject uit op de universiteitscampus in Morogoro. Tijdens dit microproject kunnen gegevens worden verzameld voor het Projectwerk. Gedurende het tweede gedeelte van de stage maak je, via een rondreis in Tanzania, kennis met belangrijke tropische biotopen zoals savanna, struiksavanna, bergregenwoud, mangrove, koraalrif. Tijdens deze rondreis worden uiteraard heel wat observaties van planten en dieren verricht. Keuzevakken
Biologische anthropologie In dit opleidingsonderdeel behandel je de evolutie en radiatie van de primaten wordt behandeld, met een summier overzicht van de fylogenie en een grondiger behandeling van de ecologie en het sociaal gedrag van de primaten. De overgang naar de hominiden wordt geanalyseerd met als voorbeeld de overgang naar het bipedalisme. Bij de bespreking van de eerste hominiden wordt vooral stilgestaan bij de australopithecinen. De opkomst van het genus Homo wordt vooral besproken a.h.v. H. erectus. De modernere mens wordt belicht via de Neanderthalmens. De evolutie van het brein neemt een speciale plaats in de biologische antropologie in en zal uitgebreid worden belicht aan de hand van
| 42
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Theory of Mind, taal, oorlogvoering en bewustzijn.
Culturele ecologie Culturele ecologie onderzoekt de wisselwerking tussen menselijke populaties, hun cultuur en het milieu. M.a.w. culturele ecologie bestudeert hoe het milieu menselijke populaties beïnvloedt en hoe mensen via hun cultuur een adaptief antwoord vinden op milieuveranderingen. Deze cursus biedt een grondige reflectie over één der cruciale draaimomenten in de menselijke geschiedenis en evolutie, het ontstaan van de landbouw. Hierbij staat het interdisciplinair denken voorop en worden zowel de archeologische, biologische, antropologische, etnografische als filosofische aspecten uitgediept van de overgang van jagerverzamelaar-visser naar landbouwer en de maatschappelijke gevolgen hiervan. Andere voorbeelden komen uit meer recentere tijden, zoals ondermeer de relatie tussen het klimaat, het landschap in Groenland en de opkomst en ondergang van de Vikingculturen in Groenland. Samenhangend hiermee wordt de veranderende perceptie van het landschap, en onze houding ten opzichte van de natuur, zoals te vinden in allerlei (kunst)uitingen, ter sprake gebracht.
Dierenwelzijn Vooreerst wordt een omschrijving gegeven van het begrip ‘dierenwelzijn’ rond de notie “vijf vrijheidsgraden en voorzieningen”. Er worden enkele topics grondig uitgediept: stress (als adaptatie en uitputting), bewustzijn, gewaarwording en lijden. Welzijn wordt belicht vanuit de veeteelt. Verder wordt deze kennis meer specifiek toegepast op dieren die gehouden worden voor voedsel (geïndustrialiseerde veehouderij, pluimvee, varkens, runderen, transport en slacht), voor wetenschappelijk onderzoek en biotechnologie (laboratoriumdieren), voor sport (jacht, visvangst, paardrijden), als huisdieren (hond, kat, paard...).
GGO’s in het dagelijks leven Genetisch gemodificeerde organismen (GMO’s) vinden steeds meer hun weg naar ons dagelijks leven. Dieren worden volop gevoed met producten afkomstig van GMO’s en talrijke medicijnen bevatten actieve bestanddelen verkregen door recombinante technologieën. Maar, weet jij waar ze voorkomen? Weet jij hoe ze verkregen worden en of de consumptie ervan risico’s inhoudt? In dit verbredingsvak wrodt aandacht besteed aan de gebruikte technieken voor de aanmaak van GMO’s, het gebruik ervan in alledaagse producten, hun voor- en nadelen en het industriële belang ervan.
43 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Good Field Practices Heel wat biologen voeren onderzoek uit in het veld en in dit opleidingsonderdeel leer je een aantal vaardigheden die daarbij van pas komen of dingen die je in het achterhoofd moet houden: planning en voorbereiding; vergunningen; gebruik van kaartmateriaal; methodes om abundantie en verspreiding van soorten na te gaan; algemene bemonsteringstechnieken; aspecten van veiligheid in terreincondities; beheer en analyse van gegevens; algemene aspecten van rapportering; kwaliteitscontrole van data.
Good Laboratory Practices Je leert hoe je in een laboratorium moet functioneren conform de GLP-richtlijnen. Deze hebben te maken met algemene orde, het ijken en onderhouden van instrumenten, de biologische en chemische veiligheid in het laboratorium, het verzamelen, noteren en opslaan van (soms vertrouwelijke) gegevens en de rapportering. Je ziet hoe dit gebeurt zowel in onderzoeks- als in productielaboratoria. Je maakt kennis met de regels hieromtrent die vastliggen in wetgeving, in registratie-, certificatie- en normeringsvoorwaarden e.d.
Inleiding tot systeembiologie In een globale benadering van biologische systemen worden de grenzen van de afzonderlijke “klassieke” vakken zoals biochemie, genetica, fysiologie e.d. overstegen. Bestaande basiskennis wordt gecombineerd met concepten en gegevens uit verschillende disciplines zoals biologie, wiskunde, fysica en chemie om te begrijpen hoe een cel werkt, interageert en communiceert in een multicellulair systeem zoals een orgaan en organisme. Eiwit- & gen-expressie, bio-informatica, discovery vs hypothese gedreven onderzoek worden behandeld om te komen tot actuele voorbeelden van systeembiologie. Belangrijke modelorganismen (zoals Caenorhabditis, zebravis, Arabidopsis) worden behandeld en hun meest recente bijdragen in deze integrerende benadering worden besproken.
| 44
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Leren observeren Aansluitend op de cursus gedragsbiologie verwerf je in dit practicum vaardigheden met betrekking tot het observeren en interpreteren van gedrag (zelfstandig opstellen en uitvoeren van gedragsprotocollen, analyse en interpretatie van eenvoudige waarnemingsgegevens, trainen in het opstellen van eenvoudige gedragsexperimenten, schrijven van een werk/essay aan de hand van een opdracht…). Daarnaast zal bijzondere aandacht besteed worden aan (1) het stellen van de juiste vragen in de context van gedragsonderzoek; (2) hoe hypothesen en predicties kunnen getest worden op basis van gedragsgegevens; (3) hoe gedragsgegevens kunnen verwerkt, geïnterpreteerd, en gepresenteerd worden.
Microscopietechnieken In het theorie-deel van de cursus worden de preparatietechnieken behandeld en de observatie/analysetechnieken. Deze laatste omvatten licht- en electronenoptische methoden en scanning probe benaderingen zoals AFM en SNOM. In het praktische deel gebruikt de student zelfstandig één of meerdere technieken en voert een opdracht uit. Voor het theoriedeel van de observatietechnieken is een inbreng uit het departement Fysica voorzien.
45 |
Opleidingsonderdelen bachelor derde jaar Milieu en maatschappij Dit vak is opgevat als een brede inleiding op de inhoud, rol en belangrijke concepten van milieurecht, milieueconomie en beleidswetenschap in de context van milieuvraagstukken en hun oplossing. Daarom doceren in dit opleidingsonderdeel verschillende vakspecialisten. De complementariteit van benadering en accenten worden geïllustreerd aan de hand van een gemeenschappelijke case: gebiedsgericht natuurbeleid. Onderwerpen in de cursus zijn: sociale dilemma’s, types beleidsinstrumenten, (de fasen uit) de beleidsontwikkeling, strategische planning, meerlagig beleid, de organisatie van het recht, de inhoud van het milieu- en natuurbeheerrecht, de bevoegdheidsverdeling; basiswerking van de markt, economische externalisering van milieueffecten; publieke economie, de economische waardering van natuur, de perceptie van milieu- en natuur en maatschappelijk draagvlak voor beleid.
Wetenschapscommunicatie In deze cursus verwerf je instrumenten en inzichten om succesvol over wetenschappen te communiceren. Je leert doelen en doelgroepen definiëren en denkt na over de relatie tussen wetenschap en samenleving en over trends en evoluties in communicatie en wetenschapscommunicatie. De cursus is echter vooral praktijk gericht met als doel je te bekwamen in een aantal vaardigheden zoals het helder leren schrijven, het spreken in groep en het omgaan met media (radio/TV) en andere informatieverspreiders.
| 46
Studie- en studentenvoorzieningen Cursusdienst Eerstejaars kunnen voor de aankoop van cursussen terecht bij de Cursusdienst (Campus Groenenborger, naast de cafetaria, tegenover lokaal U024 en U025). De officiële cursussen, uitgegeven door de professoren en assistenten onder de vorm van losse kopies en eventueel CD’s met illustratiemateriaal, worden er tegen minimale prijzen verkocht. Veel van dit materiaal is natuurlijk ook beschikbaar via het electronische leerplatform Blackboard. Aan de balie van de cursusdienst vind je een lijst van de cursussen met betrekking tot jouw studierichting. De cursusdienst verkoopt ook ander studiemateriaal zoals labojassen, veiligheidsbrillen, dissectiesets, enz. Sport Je kan zowel individueel als in groep een grote verscheidenheid aan sporttakken beoefenen (+/- 30 sporten). Daarnaast besteden we aandacht aan representatiesport en interfacultaire competities en worden er allerhande tornooien georganiseerd evenals sportinitiaties, skistages, de 24-urenloop, Hossa-sportorganisaties... Campus Middelheim beschikt over een mooie sporthal (Sportopolis). Je kan er naar hartelust fitnessen, dansen, vechtsporten beoefenen, squashen, badminton spelen, tafeltennissen enz. Daarnaast beschikt het sportcomplex over een polyvalente zaal die ruimte biedt voor sporten zoals volleybal, handbal, basket- en korfbal, zaalvoetbal...,. Er is ook een denksportruimte (schaken, bridge,...), een ontspanningsruimte met biljart en een cafetaria voorzien. Het spreekt voor zich dat hier ook plaats is voor TD’s en andere studentikoze en culturele activiteiten.
47 |
Studie- en studentenvoorzieningen Computerfaciliteiten Op alle campussen van de Universiteit Antwerpen kan je gebruik maken van volwaardige computerfaciliteiten en van het elektronisch leerplatform “Blackboard”. Je vindt zowel computers in de bibliotheekruimten als in speciaal daartoe voorziene lokalen. Bovendien kan je in de bibliotheken en cafetaria’s ook draadloos surfen met je eigen laptop. Studentenrestaurants De Universiteit Antwerpen beschikt over goede studentenrestaurants waar je terecht kan voor warme en vegetarische maaltijden aan een zeer democratische prijs. De studenten kunnen terecht in het studentenrestaurant “Het Atrium” (Campus Middelheim). Een andere mogelijkheid biedt “De Passage” (Campus Groenenborger) met weliswaar een beperkter aanbod aan warme maaltijden maar met een ruime keuze aan broodjes, gebak, salades, versnaperingen en soep. De laatste jaren werd het aanbod aanzienlijk uitgebreid. Campus Drie Eiken beschikt naast een restaurant met een uitgebreide keuze aan gerechten over een uitstekende en drukbezochte cafetaria met een prachtig zonneterras.
Je kan zowel individueel als in groep een grote verscheidenheid aan sporttakken beoefenen.
| 48
Studentenverenigingen Het studentenleven aan de Universiteit Antwerpen De boog kan niet altijd gespannen staan. Zoek je wat verstrooiing en wil je het studentenleven wat aangenamer maken dan kan je je aansluiten of kennismaken met enkele studentenverenigingen van de Universiteit Antwerpen.
FABIANT Als biologiestudent kom je in de eerste plaats in contact met FABIANT, de studentenvereniging voor biologiestudenten. Het is een erg actieve vereniging met een clubblad en diverse activiteiten zoals TD’s en traditionele cantussen, maar ook regelmatig uitstappen en weekends. De sfeer tussen de studenten is erg goed in Antwerpen en ook afgestudeerden (zelfs assistenten en professoren) nemen soms nog deel aan de activiteiten. Kijk eens op www.fabiant.be.
VUAS Naast de eigen studentenvereniging is er ook VUAS (Verenigde Universiteit Antwerpen Studenten). Deze organisatie is een overkoepeling van ASK-Stuwer en UNIFAC (resp. de studentenverenigingen van de buitencampussen en van de Stadscampus).
-
- -
De praeses (voorzitter) en het praesidium engageren zich voor de studenten op vlak van ontspanning, begeleiding en bescherming. Zij stellen drie doelen voorop: de opmaak van de wekelijkse Snelkrant die gratis wordt verspreid en informatie biedt over de activiteiten van studentenverenigingen, beschikbare jobs bij de jobdienst, e.a.; studentenvertegenwoordiging en behartiging van studentenbelangen; instaan voor ontspanning en culturele activiteiten (bv. wekelijkse filmvertoning, jaarlijkse filmweek, go-cartrace, cocktailparty, galabal,...).
VUAS vormt tevens de tussenschakel tussen andere studentenkringen, de studenten en de academische overheid van de Universiteit Antwerpen. Voor meer informatie kan je ook terecht op: www.vuas.be Voorts zijn er nog studentenclubs die niet aan opleidingen gebonden zijn maar studenten bijeen brengen met bijvoorbeeld gelijkaardige politieke interesses. Ook CAMPINARIA, de vereniging van kot- en homestudenten, is een naam die je ongetwijfeld zal horen vallen.
49 |
Hoe bereik je makkelijk de campussen? Wegbeschrijving Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. Alle campussen beschikken over ruime parkings, behalve de Stadscampus. Wens je toch in de buurt van de Stadscampus te parkeren, volg dan best de blauwe parkeerroute “Meir Universiteit”. Parkeren in Antwerpen is echter niet gratis! Meer info kan je terugvinden op www.parkereninantwerpen.be Met de bus
De Lijn info: 070 220 200 Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, verloren voorwerpen en algemene inlichtingen: op weekdagen van 7u tot 19u, za-, zo- en feest dagen van 10u tot 18u. Je kan ook terecht in één van de Lijnwinkels om dienstregelingsboekje te kopen. Die bieden een overzicht van alle bus- en/of tramlijnen in een streek. Op veel bussen en trams vind je een folder met de dienstregeling van de lijn waarop je rijdt. Natuurlijk kan je ook steeds één van de chauffeurs aanspreken of surfen naar de website: www.delijn.be. De website van De Lijn beschikt ook over een routeplanner die voor jou de reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt.
Dienst Abonnementen van De Lijn Antwerpen Grotehondstraat 58, 2018 Antwerpen, tel. 03 218 15 61 op weekdagen van 8u30 tot 16u e-mail:
[email protected] Met de trein Voor alle informatie over reiswegen, dienstregelingen, vertrek- en aankomsttijden kan je terecht bij de NMBS, Centraal Station: Koningin Astridplein 2, 2000 Antwerpen, tel. 03 204 20 40 of op de website: www.b-rail.be.
| 50
Plattegrond van de Stadscampus Hoofdadres Stadscampus Prinsstraat 13 - 2000 Antwerpen
Gebouw A - Prinsstraat 13 Gebouw B - Prinsstraat 13 Gebouw C - Prinsstraat 13 Gebouw D - Grote Kauwenberg 18 Agora / Sporthal / STIP - Grote Kauwenberg 2 Aula Rector Dhanis - Kleine Kauwenberg 14 Gebouw L - Lange Winkelstraat 40 De Meerminne - Sint-Jacobstraat 2 Scribani - Prinsstraat 10 Gebouw R - Rodestraat 14 Gebouw V - Venusstraat 23 Gebouw S - Lange Sint-Annastraat 7 Peter Benoit - Kipdorp 61 Kleine Kauwenberg 12 Centraal magazijn - Vekestraat 33 Annexe - Rodestraat 14 IOIW - Moreel Consulent - Preventiedienst Venusstraat 35 Bibliotheek - Prinsstraat 13 Hof Van Liere - Prinsstraat 13
A B C D E K L M P R V S Z 1 2 3 4 5 6
Ruusbroecgenootschap Grote Kauwenberg 32-34 Studiecentrum Open Universiteit Blindestraat 14 IOIW / Dienst Internationale Samenwerking Gratiekapelstraat 10 Linguapolis - Prinsstraat 8 Studentenhome Ten Prinsenhove Koningstraat 8 Restaurant Ten Prinsenhove /Labotheek Koningstraat 8 Zomaar een dak - Prinsstraat 32 Universitas - Prinsesstraat 16 ITMMA - Keizerstraat 64 UAMS / CVA - Het Brantijser Sint-Jacobsmarkt 13 IOB / Onderwijsadministratie / Steunpunt Buitenlands Beleid - Lange St. Annastraat 7 CBO / CEMiS / Steunpunt Gelijkekansenbeleid Lange Nieuwstraat 55
7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
51 |
Plattegrond van campus Groenenborger Hoofdadres campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171 - 2020 Antwerpen
Onthaal Faculteit FBD Faculteit Geneeskunde Faculteit Wetenschappen
| 52
T T-U-V T-V T-U-V-X
Dept. Studentgerichte Diensten Cursusdienst Studielandschap Cafetaria
T US S Y
Plattegrond van campus Middelheim Hoofdadres campus Middelheim Middelheimlaan 1 - 2020 Antwerpen
Onthaal Stafdiensten van de rector College van Beheer Dept. Financiën Dept. Onderwijs Dept. Onderzoek Dept. WMD
A A A A A A A
Bedrijfsjuridische dienst Dept. Personeel Dept. Wiskunde - Informatica Studentenhome Restaurant - cafetaria VUAS Sportcentrum - Commissariaat voor de sport
A C G D D E B
53 |
Plattegrond van campus Drie Eiken Hoofdadres campus Drie Eiken Universiteitsplein 1 - 2610 Antwerpen
Onthaal Auditoria Bib-leeszaal Linguapolis CNO Dept. ICT - nieuwe mediadienst Dept. Infrastructuur Dept. Studentgerichte Diensten - STIP Faculteit FBD
| 54
D R-S-Q A-R-T E D D D-S-B G D-S-T-U
Faculteit Geneeskunde Faculteit Wetenschappen Konijnenpijp Pavo Restaurant - cafetaria Studentenhome Auditorium Kinsbergen Sporthal
S-T B-C-H-N FKP P G Home UZA FSP
Bijkomende informatie Provinciale informatiedagen De studiebegeleiders en medewerkers van de Universiteit Antwerpen nemen jaarlijks deel aan de netoverschrijdende studie-infobeurzen (Sidin’s). Deze worden per provincie georganiseerd op initiatief van het Ministerie van Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap en de Centra voor Leerlingen begeleiding. Informatiedagen aan onze instelling Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben meestal plaats in de lente. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostands de cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. De data vind je op onze website onder: www.ua.ac.be/infodagen, in onze brochures en in de kranten. Brochures over andere opleidingen Andere publicaties in deze reeks (alfabetisch gerangschikt):
Biochemie en Biotechnologie, Bio-ingenieurswetenschappen, Biomedische Wetenschappen, Chemie, Communicatiewetenschappen, Diergeneeskunde, Farmaceutische Wetenschappen, Fysica, Geneeskunde, Geschiedenis, Handelsingenieur, Handelsingenieur in de Beleidsinformatica, Informatica, Politieke Wetenschappen, Rechten, Sociologie, Sociaal - Economische Wetenschappen, Taal- en Letterkunde, TEW: bedrijfskunde, TEW: economisch beleid, Wijsbegeerte, Wiskunde. Wil je meer informatie dan kan je een brochure van één van deze opleidingen aanvragen bij de dienst Studie-informatie. Internet Surf gerust eens naar de volgende website van de Universiteit Antwerpen: www.ua.ac.be. Je vindt er uitgebreide informatie over alles wat je als student moet weten: studieaanbod, internationale programma’s, studie‑ begeleiding, voorbereidende cursussen, sociale voorzieningen, studenten leven, bibliotheken, examenreglement, enz.
55 |
Bijkomende informatie
Studenten Informatie Punt (STIP) Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, gebouw G 2610 Antwerpen (Wilrijk)
Tel. 03 820 20 09 - 32, fax 03 820 20 92 e-mail:
[email protected] Faculteit Wetenschappen Decanaat Campus Groenenborger Groenenborgerlaan 171, gebouw T 2020 Antwerpen Tel. 03 265 33 07 e-mail:
[email protected]
Departement Biologie Campus Drie Eiken Universiteitsplein 1, gebouw C 2610 Antwerpen (Wilrijk) Tel. 03 820 22 70 of 03 820 22 96
www.ua.ac.be/departementbiologie
| 56