Bijlagen Aristoteles Prestatiemeting en -verantwoording in de Veiligheidsregio's
23 november 2009
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Bijlagen Aristoteles Prestatiemeting en -verantwoording in de Veiligheidsregio's
Inhoud
Pagina
1. Projectorganisatie
1
2. Brondocumenten
5
3. Indicatoren Brandweer
9
3.1 Risicobeheersing 3.2 Bedrijfsvoeringsindicatoren
4. Indicatoren GHOR 4.1 Operationele indicatoren 4.2 Bedrijfsvoeringingsindicatoren
5. Indicatoren Meldkamer 5.1 Operationele indicatoren 5.2 Bedrijfsvoeringsindicatoren
6. Indicatoren Crisisbeheersing & Rampenbestrijding 6.1 Operationele indicatoren 6.2 Bedrijfsvoeringindicatoren
9 19
27 27 40
47 47 58
65 65 73
7. Indicatoren Bedrijfsvoering
79
8. Indicatoren Veiligheidsdirectie en Veiligheidsbestuur
87
8.1 Veiligheidsdirectie 8.2 Veiligheidsbestuur
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
87 103
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
1. Projectorganisatie
De projectorganisatie zag er als volgt uit:
Stuurgroep De stuurgroep gaf richting aan het project en was eindverantwoordelijk voor het succes van het project. Alle belangrijke projectdocumenten zijn door de stuurgroep bekrachtigd. Daarnaast werd door de stuurgroep beslist over belangrijke afwijkingen van het oorspronkelijke plan. De stuurgroep vergaderde elke 6 tot 8 weken. Discipline / organisatie
Vertegenwoordiger
Brandweer
Thomas Faber, namens portefeuille Bedrijfsvoering RRC (voorzitter)
GHOR
Aad Groos, vertegenwoordigd door Mariëlla Dreessen
Ministerie van BZK
Maarten Schermer Voest
Netwerk Finance & Control
Frans v.d. Bogaert
Veiligheidsberaad
Roelant Schenk / Marco van de Reep
Programmamanager Aristoteles
Rieks Schuinder
Programmamanager Cicero
Conny Schumacher
Projectleiding Berenschot
Gert Jan Bosland
Secretariaat
Jacqueline Bouman
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
1
Projectgroep De projectleider (Berenschot) gaf leiding aan de dagelijkse gang van zaken van het project. Dit gebeurde binnen de kaders zoals die door de stuurgroep zijn gegeven. De belangrijkste verantwoordelijkheid van de projectleider was zeker te stellen dat het project de afgesproken producten binnen de afgesproken tijd en kosten op zou leveren en dat deze zouden voldoen aan de kwaliteitseisen die daarvoor gesteld zijn. In de projectgroep werden de deelresultaten vanuit de verschillende domeinen besproken. Naast brandweer en GHOR waren zowel de inspectie OOV als adviserende partijen betrokken bij het project. De inspectie was vanuit haar toezichthoudende rol betrokken bij de wijze waarop de hulpverleningsdiensten prestatiemeting en –monitoring implementeren. Ook de beleidsdirectie van BZK (DG Veiligheid, Politie en Veiligheidsregio’s, bekostiging & monitoring) was betrokken bij het project, o.a. als subsidieverstrekker. De betrokkenheid van inspectie en beleidsdirectie was adviserend van karakter. De projectgroep vergaderde elke 3 à 4 weken. Discipline / organisatie
Vertegenwoordiger
Projectleider
Gert Jan Bosland
Programmamanager Aristoteles
Rieks Schuinder
GHOR
Mariëlla Dreessen
Netwerk Kwaliteit
Sietske Houkes
Inspectie OOV
Hans Foekens
Ministerie van BZK
Paul Rutten
Projectsecretaris
Judith van Krieken
Intern Berenschot
Peter van Zanten
Pilotregio’s Aan het project Aristoteles deden 7 pilotregio’s mee. De pilotregio’s namen ook deel aan de projectgroepvergaderingen. Op deze manier is altijd de input vanuit de dagelijkse praktijk geborgd. Daarnaast speelden de pilotregio’s een belangrijke rol in de beoordeling van de indicatoren, in de verschillende fasen van het project. De deelnemende pilotregio’s en hun vertegenwoordiger in de projectgroep waren:
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
2
Discipline
Regio
Contactpersoon / deelnemer
Brandweer
Gelderland-Midden
Suzanne Roijakkers
Limburg-Noord
Cor Kierkels
GHOR
Zuid-Oost Brabant
Bert Fievez
Meldkamer
Midden-West Brabant
Pieterjan Vriens en Geert van der Vleuten
Crisisbeheersing & Rampenbestrijding
Amsterdam-Amstelland
Barry van ’t Padje
Bedrijfsvoering
Haaglanden
Leen de Zoete, Patrick Fritz, Ernie Gabel en Jack Ruibing
Noord-Holland Noord
Mark Besteman en Rikus Koeman
Overige externe deskundigen: Bij de opzet van de selectiemethodiek, zoals beschreven in hoofdstuk 3, was prof. mr. dr. J.A. (Hans) de Bruijn betrokken. Hij is hoogleraar Bestuurskunde / Organisatie en Management aan de Technische Universiteit Delft. Bij de finale beoordeling van eindrapport en indicatorensets was prof. dr. I. (Ira) Helsloot betrokken. Hij is hoogleraar Crisisbeheersing en Fysieke Veiligheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
3
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
4
2. Brondocumenten
Op de volgende pagina’s treft u een overzicht met alle brondocumenten die tijdens de desk-study gebruikt zijn. Op basis van deze documenten zijn prestatie-indicatoren opgesteld. Deze zijn terug te vinden in de database die aan het eind van het project wordt overgedragen.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
5
Document Aanbevelingen Taskforce Gemeentelijke Processen, Veiligheidsberaad Algemeen doorlichtingsinstrument / provinciale toetsingskaders Arbeidsomstandighedenwet Arbeidstijdenwet Basisleerstof GHOR Besluit Bedrijfsbrandweren Besluit Begroting en Verantwoording Besluit Brandweer Personeel Besluit externe veiligheid inrichtingen (BEVI) Besluit gebruik bouwwerken Besluit informatie rampen en zware ongevallen (BIR) Besluit kwaliteitscriteria planvorming rampenbestrijding Besluit Rampenbestrijdingsplannen inrichtingen (BRI) Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO) (1999) Besluit Veiligheidsregio's Bouwbesluit Brandweerwet (1985) Brief bij beleidsnota Rampenbestrijding 2000-2004 BZK Circulaire Referentiekader Opschaling (GRIP) Gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften Gemeentewet Handboek Rampenbestrijding Handleiding bluswatervoorziening en bereikbaarheid, NVBR (2003) Handleiding Brandweerzorg, BZK (1996) Handleiding Prevap
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Brandweer Bedrijfsvoering GHOR
Meldkamer C&R v
v v v
v
v
v
v v v v v v v v v v v v
v v
v
v v
v v
v
v v
v
v v v v v
v v
v v v
v
v v v
v v v
6
Document
Brandweer Bedrijfsvoering GHOR
Handreiking brandpreventiebeleid bestaande bouw Handreiking Kwaliteit Proactie en Preventie (2003), BZK HKZ HKZ-ambulancezorg Leidraad bestrijding waterongevallen door de brandweer BZK/Nibra (2004) Leidraad Brandweercompagnie, Nibra (1996) Leidraad Inventarisatie veiligheidsaspecten bij repressief optreden, NVBR Leidraad Maatramp (2000) Leidraad Nafase Leidraad Oefenen BZK/Nibra (2006) Leidraad OGS BZK/Nibra (2001) Leidraad ongevallen gevaarlijke stoffen Leidraad Operationele prestaties (2001) Leidraad organisatiestructuur opschaling rampenbestrijding Leidraad repressieve brandweerbasiszorg Model APV Model brandbeveiligingsverordening Normenboek Brandweer Nota Met Zorg Verbonden, BZK/VWS (1997) Ontwerpbesluit Personeel Veiligheidsregio's Productenboek GHOR Raamwerk Convenant Veiligheidsregio's RADAR Referentiekader gemeenschappelijke meldkamer Referentiekader PVB, Bedrijfsvoering en ondersteuning, BZK/KNBV (1996)
v v
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Meldkamer C&R v
v v v v v v v v v v v v v v v v
v v v
v
v
v v
v
v
v
v v
v v
v
v
v v
v v
v
v
v
v v v
v v
v
7
Document
Brandweer Bedrijfsvoering GHOR
Referentiekaders gewenst zorgniveau, PVB, BZK/KNBV (1996) Register Brandweerzorg, rampenbestrijding en bedrijfshulpverlening Vuurwerkbesluit Wet Ambulancevervoer (WAR) Wet Ambulancezorg Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (WGHR) Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding Wet Milieubeheer Wet op de veiligheidsregio's Wet Zware Rampen en Ongevallen (1997) Woningwet (1991)
v v v
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
v v
v v v v
v v v v v
v v
Meldkamer C&R
v
v v
v
v v
v v
8
3. Indicatoren Brandweer
3.1 Risicobeheersing 1. Controle gebruiksvergunningen Indicator
˜
Huidig: Bij hoeveel procent van de geplande controles op afgegeven gebruiksvergunningen heeft controle plaatsgevonden?
˜
Toekomstig (na invoering Wabo): Bij hoeveel procent van de eerder afgegeven meldingen (Wabo) heeft controle plaatsgevonden?
Bron Indicator
Inbreng pilotregio
Omschrijving
˜
Gebruiksvergunningen: dit betreffen de gebruiksvergunningen die voor de invoering van de Wabo zijn afgegeven
˜
Meldingen: bij de invoering van de Wabo zijn/worden de gebruiksvergunningen vervangen door meldingen
Norm
Het aantal geplande controles van gebruiksvergunningen en eerder afgegeven meldingen
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal afgegeven gebruiksvergunningen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Kwartaal
Weergave
<80% van de planning wordt gehaald 80% - 90% van de planning wordt gehaald ≥90% van de planning wordt gehaald
Gegevensbron
Gegevens over gebruiksvergunningen kunnen gehaald worden uit: ˜
Prebear (2009)
˜
Firstwatch
Toekomstige gegevens over meldingen (Wabo) kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
BWT4all
Deze indicator is alleen toepasbaar voor gemeenten/regio’s waarin de Brandweer nog een taak vervult in de vergunningverlening en controle.
9
2. Adviestermijn Indicator
Hoeveel procent van de aangevraagde (preventie)adviezen is binnen de hiervoor gestelde termijn afgegeven?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Het betreffen adviezen voor vergunningen en meldingen
Norm
De voor uw organisatie vastgestelde termijn voor afhandeling van adviezen.
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal aangevraagde (preventie)adviezen dat bij de Brandweer is binnengekomen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Kwartaal
Weergave
< 80% wordt binnen de norm afgegeven 80% - 90% wordt binnen de norm afgegeven ≥ 90% wordt binnen de norm afgegeven
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Firstwatch
Welk soort afspraken u meet in deze indicator, is afhankelijk van de afspraken die hiervoor gelden in uw regio/gemeente/organisatie
10
3. Brandweeradvies bij evenementen Indicator
In hoeveel procent van de relevante evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer geadviseerd?
Bron indicator
Normenboek (2006) G_BZ_Prev020
Omschrijving
Relevante evenementen: vast te stellen volgens het gemeentelijk/regionaal evenementenbeleid en/of de gemeentelijke/regionale evenementenkalender
Norm
Adviesnorm: bij 90% van de relevante evenementen waarbij de brandweer moet adviseren, heeft de brandweer geadviseerd
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal relevante evenementen waarvan de Brandweer op de hoogte is gesteld.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
Bij < 80% van de evenementen geadviseerd Bij 80% - 90% van de evenementen geadviseerd Bij ≥ 90% van de evenementen geadviseerd
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Om vast te stellen welke evenementen relevant zijn voor de Brandweer, is het van belang dat de regio/gemeente beschikt over een analysemethodiek om evenementen op zwaarte (relevantie voor Brandweeradvies) te wegen
11
Incidentbeheersing 4. Aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten Indicator
Hoeveel procent van de daarvoor in aanmerking komende objecten beschikken over actuele aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
˜
In aanmerking komende objecten: welke objecten in aanmerking komen voor aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten is afhankelijk van het gemeentelijk/regionaal beleid hiervoor. Dit kan bijvoorbeeld gekoppeld zijn aan OMS of gebruiksvergunningen
˜
Actueel: d.w.z. maximaal twee jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast.
Norm
Adviesnorm: 90% van objecten die in aanmerking komen voor aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten (o.b.v. gemeentelijk/regionaal beleid) beschikken hierover en de aanvalsplannen en bereikbaarheidskaarten zijn actueel
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal in aanmerking komende objecten
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks <80% van de objecten beschikt over een actueel aanvalsplan en/of actuele bereikbaarheidskaart
Weergave
80% - 90% van de objecten beschikt over een actueel aanvalsplan en/of actuele bereikbaarheidskaart ≥ 90% van de objecten beschikt over een actueel aanvalsplan en/of actuele bereikbaarheidskaart Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Firstwatch
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard
12
5. Controle brandpreparatieve voorzieningen Indicator
Hoeveel procent van de brandpreparatieve voorzieningen waren bij controle op orde?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Brandpreparatieve voorzieningen: hiertoe dient de brandweer een limitatieve lijst op te stellen van de brandpreparatieve voorzieningen waarover zij beschikt. Voor de inventarisatie kunnen bijvoorbeeld preventieadviezen, bereikbaarheidskaarten en aanvalsplannen gebruikt worden. Brandpreparatieve voorzieningen zijn bijv. brandweerliften, sleutelkluizen, droge stijgleidingen e.d.
Norm
90% van de brandpreparatieve voorzieningen blijken bij de controle naar behoren te functioneren.
Relevante cluster
Incidentbeheersingbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle brandpreparatieve voorzieningen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 75% van de brandprep. voorzieningen bij controle op orde 75% - 90% van de brandprep. voorzieningen bij controle op orde ≥ 90% van de brandprep. voorzieningen bij controle op orde
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
13
6. Geoefendheid Personeel Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers is opgeleid en geoefend conform de gestelde eisen?
Bron indicator
Herziene Leidraad Oefenen (2007)
Omschrijving
˜
Medewerkers: het betreft hier zowel beroeps- als vrijwillig brandweerpersoneel met een repressieve functie
˜
Opleiden en oefenen: conform het regionaal/gemeentelijk bestuurlijk vastgestelde opleidings- en oefenplan. Het gaat om zowel mono- als multidisciplinaire oefeningen
Norm
Adviesnorm: 80% van het brandweerpersoneel voldoet aan de in de regio geldende eisen voor opleiden en oefenen (zowel monoals multidisciplinair oefenen)
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal medewerkers dat moet voldoen aan de eisen voor opleiden en oefenen.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Kwartaal
Weergave
< 70% voldoet aan de eisen 70% - 80% voldoet aan de eisen ≥ 80% voldoet aan de eisen
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Safety Portal
˜
Eigen Excel-bestanden
˜
Veiligheidspaspoort
˜
KSD
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijzonderheden
Indien gewenst kan deze indicator in een toelichting worden opgesplitst naar onderdelen/specialismen
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
14
7. Opkomsttijd sleutelfunctionarissen Indicator
In hoeveel procent van de gevallen was/waren de Commandant van Dienst / Hoofd-Officier van Dienst / Officier van Dienst binnen de afgesproken tijd na alarmering ter plaatse?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Opkomsttijden monodisciplinaire inzet: de in uw regio geldende opkomsttijden voor monodisciplinair optreden
˜
Opkomsttijden multidisciplinaire inzet: ˜ ˜ ˜
CvD: 60 minuten na alarmering in het ROT HOvD: 45 minuten na alarmering In het (R)BT OvD: 30 minuten na alarmering in het CoPI
Norm
Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoet een sleutelfunctionaris aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte opkomsttijd
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal inzetten van een sleutelfunctionaris
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
>1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm Alle sleutelfunctionarissen voldoen aan de norm
Gegevensbron
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Safety Portal
˜
GMS
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard
15
8. Uitrukken die voldoen aan normtijd Indicator
In hoeveel procent van de uitrukken wordt de vastgestelde normtijd behaald?
Bron
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
De opkomsttijd bestaat uit verschillende componenten. De aan de brandweer toerekenbare onderdelen zijn: ˜
Uitruktijd (tijd van alarmering tot vertrek voertuig)
˜
Aanrijdtijd (tijd van vertrekvoertuig tot aankomst)
Deze twee onderdelen moeten apart worden gemeten alvorens de indicator als geheel te kunnen scoren.
Norm
˜
Uitrukken: prio-1 uitrukken
˜
De in uw regio bestuurlijk vastgestelde zorgnormtijd
˜
De wettelijk vastgestelde zorgnormtijd
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal uitrukken (prio-1)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
<80% van de uitrukken voldoet aan de norm 80% - 90% van de uitrukken voldoet aan de norm ≥ 90% van de uitrukken voldoet aan de norm
Gegevensbron
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Safety Portal
˜
GMS
˜
CARE (AvD-ICT)
˜
Mapinfo
Deze indicator is onderdeel van de samengestelde indicator “opkomsttijd” op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard. Voor het bepalen van de opkomsttijd wordt de verwerkingstijd van de meldkamer bij bovenstaande onderdelen opgeteld.
16
9. Terechte uitrukken Indicator
Het aantal terechte uitrukken als gevolg van automatisch brandalarm ten opzichte van het totaal aantal automatische brandalarmen.
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Terechte uitrukken als gevolg van automatische brandalarmen
Norm
Er vinden zo min mogelijk onechte en onnodige uitrukken als gevolg van automatisch brandalarm plaats
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal automatische brandalarmen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 10% van de uitrukken is terecht 10% - 40% van de uitrukken is terecht ≥ 50% van de uitrukken is terecht
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard
17
Herstel 10. Monodisciplinaire evaluaties brandweer Indicator
Hoeveel procent van de branweerinzetten is binnen de brandweer geëvalueerd?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
˜
Evalueren: volgens de hiervoor in de organisatie vastgestelde en gehanteerde evaluatiemethodiek
˜
Brandweerinzetten: het gaat om monodisciplinaire brandweerinzetten
Norm
De in de organisatie geldende norm ten aanzien van monodisciplinaire evaluaties
Relevante cluster
Herstel
Eenheid
Percentage (%) van alle monodisciplinaire brandweerinzetten
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 80% voldoet aan de norm 80% - 90% voldoet aan de norm ≥90% voldoet aan de norm
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
18
3.2 Bedrijfsvoeringsindicatoren Personeel 10. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Bovenliggende indicator
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
19
11. Ziekteverzuimpercentage Indicator
Ziekteverzuimpercentage
Omschrijving
˜
Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS)
˜
Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar
˜
Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof
˜
Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte)
Norm:
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
20
12. Ziekteverzuimfrequentie Indicator
Ziekteverzuimfrequentie
Omschrijving
Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS)
Norm
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (gemiddelde frequentie)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
13. Functioneringsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
21
14. Beoordelingsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
15. Uitstroom Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie?
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
22
16. Periodiek Preventief Medisch Onderzoek Indicator
Wat is het slagingspercentage van het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Periodiek Preventief Medisch Onderzoek: vanaf 2010 wordt het PPMO waarschijnlijk ingevoerd.
Norm
Adviesnorm: jaarlijks slaagt 90% van het brandweerpersoneel de eerste keer voor het Periodiek Preventief Medisch Onderzoek
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%) van alle medewerkers die een Periodiek Preventief Medisch Onderzoek ondergingen en de eerste keer slagen.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 80% slaagt bij de eerste keuring voor het PPMO 80% - 90% slaagt bij de eerste keuring voor het PPMO ≥ 90% slaagt bij de eerste keuring voor het PPMO
17. Letsel Indicator
Het aantal ongevallen waarbij personeel tijdens de uitoefening van de functie letsel oploopt
Norm
In de organisatie zelf te bepalen
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (aantal ongevallen met letsel)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
23
Financiën 18. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed ≤ 100% van het totaalbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
19. Besteding budget Opleiden en Oefenen Indicator
Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
24
20. Besteding Personeelsbudget Indicator
Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
21. Besteding inhuurbudget Indicator
Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed ≤ 100% van het inhuurbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
Bijzonderheden
Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
25
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
26
4. Indicatoren GHOR
4.1 Operationele indicatoren Risicobeheersing 1. Afspraken met ketenpartners Indicator
Met hoeveel procent van de eerstelijns ketenpartners zijn actuele afspraken gemaakt?
Bron indicator
Tab. 10 Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument algemeen IVDG ALF 13.3
Omschrijving
˜
Eerstelijns ketenpartners: huisartsen en overige ketenpartners waarmee regio’s afspraken hebben gemaakt (bijv. psychologen, fysiotherapeuten en verloskundigen)
˜
Actuele afspraken: d.w.z. maximaal een jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast
Norm
Adviesnorm: met 70% van de eerstelijns ketenpartners zijn afspraken gemaakt
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage van de eerstelijns ketenpartners
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
<60% 60% - 70% ≥ 70%
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Om deze indicator te meten, moet elke regio een limitatieve lijst met de regionale eerstelijns ketenpartners opstellen.
27
2. GHOR-advies bij evenementen Indicator
In hoeveel procent van de relevante evenementen waarbij de GHOR moet adviseren, heeft de GHOR geadviseerd?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Relevante evenementen: vast te stellen volgens het gemeentelijk/regionaal evenementenbeleid en/of de gemeentelijke/regionale evenementenkalender
Norm
Adviesnorm: de GHOR adviseert in 90% van de relevante evenementen (waarbij de GHOR moet adviseren)
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal relevante evenementen waarvan de GHOR op de hoogte is gesteld.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
Bij < 80% van de evenementen geadviseerd Bij 80% - 90% van de evenementen geadviseerd Bij ≥ 90% van de evenementen geadviseerd
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Om vast te stellen welke evenementen relevant zijn voor de GHOR, is het van belang dat de regio/gemeente beschikt over een analysemethodiek om evenementen op zwaarte (relevantie voor GHOR-advies) te wegen
28
Incidentbeheersing 3. Continuïteitsplannen Indicator
Hoeveel procent van de eerstelijns zorginstellingen heeft een actueel continuïteitsplan?
Bron indicator
Certificatieschema HKZ-GHOR-bureau 2164 CERT HKZ 4.15.9
Omschrijving
˜
Eerstelijns zorginstellingen: thuiszorg
˜
Actueel continuïteitsplan: d.w.z. maximaal twee jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast.
Norm
Adviesnorm: 95% van de eerstelijns zorginstellingen heeft een actueel en geoefend continuïteitsplan.
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal eerstelijns zorginstellingen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 85% voldoet aan de norm 85% - 95% voldoet aan de norm ≥ 95% voldoet aan de norm
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
29
4. Zirop Indicator
Hoeveel procent van de ziekenhuizen in de regio beschikt over een actueel en geoefend Ziekenhuis Rampen Opvangplan (Zirop)?
Bron indicator
Wet Geneeskundige Hulpverlening bij Rampen (WGHR) BLS GHOR 1.6
Omschrijving
Actueel Zirop: d.w.z. maximaal twee jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast.
Norm
Adviesnorm: alle ziekenhuizen beschikken over een actueel en geoefend Zirop
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal ziekenhuizen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 90% van de ziekenhuizen voldoet aan de norm 90% - 100% van de ziekenhuizen voldoet aan de norm 100% van de ziekenhuizen voldoet aan de norm
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Wanneer een ziekenhuis regio-overstijgend is, dan telt de score van dit ziekenhuis mee in alle van toepassing zijnde regio’s
30
5. Geoefendheid 1e lijns ketenpartners Indicator
Hoeveel procent van de eerstelijns ketenpartners dat een convenant heeft is beoefend zoals afgesproken in het convenant?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Eerstelijns ketenpartners: huisartsen en overige ketenpartners waarmee regio’s afspraken hebben gemaakt (bijv. psychologen, fysiotherapeuten en verloskundigen)
Norm
Adviesnorm: 90% van de eerstelijns ketenpartners heeft geoefend zoals afgesproken in het convenant
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage van het totaal aantal eerstelijns ketenpartners dat een convenant heeft afgesloten
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
<80% voldoet aan de norm 80% - 90% voldoet aan de norm ≥ 90% voldoet aan de norm
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Om deze indicator te meten, moet elke regio een limitatieve lijst met de regionale eerstelijns ketenpartners opstellen.
31
6. Geoefendheid sleutelfunctionarissen GHOR Indicator
Hoeveel procent van de sleutelfunctionarissen is opgeleid en geoefend conform de hiervoor gestelde eisen in het jaarplan GHOR OTO?
Bron indicator
Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten IJsselland KWAL GHOR 1
Omschrijving
Sleutelfunctionarissen: ˜
RGF
˜
HS GHOR
˜
OvD-G
˜
CvDG
˜
GAGS
Norm
Adviesnorm: alle sleutelfunctionarissen zijn opgeleid en geoefend conform GHOR OTO
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het aantal sleutelfunctionarissen dat moet voldoen aan de gestelde eisen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
> 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm Alle sleutelfunctionarissen voldoen aan de norm
Gegevensbron
De gegevens kunnen gehaald worden uit: functioneringsvolgsysteem
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
32
7. Geoefendheid GHOR-teams Indicator
Hoeveel procent van de GHOR-teams is opgeleid en geoefend conform de hiervoor afgestelde eisen in het jaarplan GHOR OTO?
Bron indicator
Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten IJsselland KWAL GHOR 1 en inbreng pilotregio’s
Omschrijving
GHOR-teams: ˜
MMT
˜
GNK-C
Norm
Adviesnorm: alle teams voldoen aan de gestelde eisen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van de GHOR-teams
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
Geen van de teams voldoet aan de norm 1 team voldoet niet aan de norm Alle teams voldoen aan de norm
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
33
8. Profcheck SIGMA-medewerkers Indicator
Hoeveel procent van de aangestelde SIGMA-medewerkers heeft de jaarlijkse bekwaamheidstest (profcheck) met positief gevolg afgelegd?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Profcheck: jaarlijkse bekwaamheidstest voor SIGMA-medewerkers
Norm
Adviesnorm: 90% van de aangestelde SIGMA-medewerkers heeft de profcheck met positief gevolg afgelegd.
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle aangestelde SIGMA-medewerkers
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
<80% is geslaagd voor profcheck 80% - 90% is geslaagd voor profcheck ≥ 90% is geslaagd voor profcheck
Gegevensbron
De gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Praktijktoetsen
34
9. Beschikbaarheid GHOR-functionarissen Indicator
Hoeveel procent van de GHOR-functionarissen was na alarmering binnen de afgesproken tijd beschikbaar voor (telefonisch) overleg?
Bron indicator
Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten Ijsselland KWAL GHOR 1; Tab 10. Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument SMH
Omschrijving
Norm
GHOR-functionarissen: ˜
RGFvD
˜
HS-GHOR
˜
OvD-G
˜
GAGS
Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoet een sleutelfunctionaris aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte reactietijd ˜
RGFvD: de RGFvD is in alle gevallen binnen 10 minuten beschikbaar voor telefonisch overleg met het HS-GHOR
˜
HS-GHOR: het HS-GHOR is in alle gevallen binnen 10 minuten beschikbaar voor telefonisch of persoonlijk overleg met degene die daarom heeft gevraagd
˜
OvDG: de OvDG is maximaal binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse
˜
GAGS: De GAGS neemt in alle gevallen binnen 15 minuten na een alarmeringsverzoek bij de MKA contact op met de OvDG of het HS-GHOR
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal alarmeringen van een sleutelfunctionaris
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 functionaris voldoet niet aan de norm 1 functionaris voldoet niet aan de norm Alle functionarissen voldoen aan de norm
Gegevensbron
De gegevens kunnen uit GMS gehaald worden
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
35
10. Opkomsttijden sleutelfunctionarissen en teams GHOR bij GRIP Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-incidenten waren de sleutelfunctionarissen en teams binnen de daarvoor gestelde tijden na alarmering aanwezig?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009), art. 2.3.1 Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten Ijsselland KWAL GHOR 1 Tab 10. Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument SMH
Omschrijving
˜
Sleutelfunctionarissen:
˜
RGFvD HS GHOR ˜ OvD-G Teams ˜
˜
˜ ˜
Norm
MMT GNK-C
Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoet een sleutelfunctionaris of team aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte opkomsttijd ˜
˜
˜
˜
˜
De RGFvD is binnen 60 minuten in het RBT of het BT in het gemeentehuis Het HS GHOR is binnen 45 minuten na alarmering aanwezig in het ROT De OvDG is binnen 30 minuten na alarmering aanwezig in het CoPI Het MMT is gemiddeld binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse De GNK-C is binnen 60 minuten na alarmering ter plaatse
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal alarmeringen van een sleutelfunctionaris of team
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 voldoet niet aan de norm 1 voldoet niet aan de norm Allen voldoen aan de norm
Gegevensbron
De gegevens kunnen gehaald worden uit:
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard
˜
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS
36
11. Materieel GHOR Indicator
In hoeveel procent van de gevallen was het benodigde rampenbestrijdingsmateriaal tijdig ter plaatse?
Bron indicator
Tab. 10 Inspectie voor de gezondheidszorg: toetsingsinstrument algemeen ICDG ALG 9.4
Omschrijving
Benodigde rampenbestrijdingsmateriaal: dit is afhankelijk van de aard en omvang van het incident en moet per incident bekeken worden
Norm Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal inzetten (calamiteiten)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
Gegevensbron
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: •
GMS
•
Evaluaties
37
Herstel 11. Evaluatie GHOR-inzetten Indicator
Hoeveel procent van de GHOR-inzetten is binnen de GHOR geëvalueerd?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
˜
Evalueren: volgens de hiervoor in de organisatie vastgestelde en gehanteerde evaluatiemethodiek
˜
GHOR-inzetten: het gaat om mono-GHOR inzetten
Norm
Adviesnorm: 90%
Relevante cluster
Herstel
Eenheid
Percentage (%) van alle mono-GHOR inzetten
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
<80%% van de GHOR-inzetten wordt geëvalueerd 80% - 90% van de GHOR-inzetten wordt geëvalueerd ≥90% van de GHOR-inzetten wordt geëvalueerd
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
38
12. Verbeteracties uit oefeningen Indicator
Hoeveel procent van de verbeteracties uit oefeningen is gerealiseerd?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
˜
Oefeningen: monodisciplinaire en multidisciplinaire oefeningen
˜
Evalueren: volgens een vaste (in de organisatie vastgestelde en gehanteerde) evaluatiemethodiek
Norm
Adviesnorm: 90%
Relevante cluster
Herstel
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal oefeningen (mono- en multidisciplinair)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
<80%% van de verbeteracties wordt gerealiseerd 80% - 90% van de verbeteracties wordt gerealiseerd ≥90% van de verbeteracties wordt gerealiseerd
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
39
4.2 Bedrijfsvoeringingsindicatoren Personeel 13. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Bovenliggende indicator
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
40
14. Ziekteverzuimpercentage Indicator
Ziekteverzuimpercentage
Omschrijving
˜
Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS)
˜
Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar
˜
Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof
˜
Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte)
Norm:
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
41
15. Ziekteverzuimfrequentie Indicator
Ziekteverzuimfrequentie
Omschrijving
Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS)
Norm
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (gemiddelde frequentie)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
16. Functioneringsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
42
17. Beoordelingsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
18. Uitstroom Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie?
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
43
Financiën 19. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed ≤ 100% van het totaalbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
20. Besteding budget Opleiden en Oefenen Indicator
Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
44
21. Besteding Personeelsbudget Indicator
Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
22. Besteding inhuurbudget Indicator
Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed ≤ 100% van het inhuurbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
Bijzonderheden
Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
45
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
46
5. Indicatoren Meldkamer
5.1 Operationele indicatoren Incidentbeheersing 1. Aannametijd 112-meldingen Indicator
Welk percentage van de 112-meldingen wordt binnen 10 seconden door de 112-meldkamer aangenomen?
Bron indicator
Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007
Omschrijving
˜
Aannametijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het opnemen van de telefoon door de 112centralist
˜
112-meldingen
Norm
Adviesnorm: 90 % van de 112-meldingen moet binnen 10 sec
worden opgenomen Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aangenomen 112-meldingen
˜
Tijdseenheid aannametijd: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks / halfjaarlijks
Weergave
< 80% wordt binnen de normtijd opgenomen 80% - 90% wordt binnen de normtijd opgenomen ≥ 90% wordt binnen de normtijd opgenomen
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
KLPD exportbestand TB112
47
2. Doorverbinden 112-meldingen Indicator
Welk percentage van de 112-meldingen is binnen 15 seconden aangenomen door een van de disciplines?
Bron indicator
HKZ 1.1.1 Evaluatie efficiency en effectiviteit Gemeenschappelijk Meldcentrum Brabant-Noord (2004). Par. 6.1
Omschrijving
Doorverbindtijd: het aantal seconden dat verstrijkt tussen het doorverbinden van een 112-melding en het opnemen van de melding door een centralist van een van de disciplines (rood, wit, blauw)
Norm
De 112-melding is binnen 15 seconden door een andere discipline aangenomen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aantal doorverbonden 112meldingen
˜
Tijdseenheid doorverbinden: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% voldoet aan de norm 80% - 90% voldoet aan de norm ≥ 90% voldoet aan de norm
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
KLPD exportbestand TB112 in Excel
48
3. Verwerkingstijd brandweermeldingen Indicator
In welk percentage van de gevallen haalt de alarmcentrale de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (brandweer)?
Bron indicator
Normenboek (2006), R_BZ_Repr004
Omschrijving
˜
Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden
˜
Brandweermeldingen: het betreft enkel prio-1 meldingen
Norm
De in de regio bestuurlijk vastgelegde verwerkingstijd voor brandweermeldingen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aantal brandweermeldingen dat bij de meldkamer binnenkomt
˜
Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd ≥ 90% wordt verwerkt binnen normtijd
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS
Deze indicator komt geaggregeerd voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard
49
4. Verwerkingstijd politiemeldingen Indicator
In welk percentage van de gevallen haalt de meldkamer de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (politie)?
Bron indicator
Landelijk Kader Nederlandse Politie 2007
Omschrijving
˜
Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden
˜
Politiemeldingen: het betreft enkel prio-1 meldingen
Norm
De in de regio vastgestelde verwerkingstijd voor politiemeldingen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aantal politiemeldingen dat bij de meldkamer binnenkomt
˜
Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd ≥ 90% wordt verwerkt binnen normtijd
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
GMS
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt geaggregeerd voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard
Bijzonderheden
Hoewel de Veiligheidsregio niet verantwoordelijk is voor het politiedeel van de meldkamer, is het wel van belang om te weten wat de prestaties zijn. Deze prestaties kunnen immers van invloed zijn op overige prestaties binnen de Veiligheidsregio
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
50
5. Verwerkingstijd MKA-meldingen (Meldkamer Ambulancezorg) Indicator
In welk percentage van de gevallen haalt de meldkamer de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (MKA)
Bron
Inbreng pilotregio’s HKZ 1.1.2
Omschrijving
˜
Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden
˜
MKA-meldingen: het betreft enkel A-ritten / prio-1 meldingen
Norm
De in de regio bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd voor MKAmeldingen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aantal MKA-meldingen dat bij de meldkamer binnenkomt
˜
Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd ≥ 90% wordt verwerkt binnen normtijd
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS
Deze indicator komt geaggregeerd voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard
51
6. Terechte meldingen OMS Indicator
Welk percentage van de direct aan de meldkamer gekoppelde OMS-systemen heeft terechte meldingen gegenereerd in de rapportageperiode?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
˜
OMS: Openbaar Meld Systeem
˜
Terechte melding is geen loze melding die voortkomt uit een storing of verkeerd gebruik van het Openbaar Meld Systeem
Norm
Adviesnorm: 50% van de meldingen is terecht
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van de direct aan de meldkamer gekoppelde OMSsystemen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 10% van de meldingen is terecht 10% - 40% van de meldingen is terecht ≥ 50% van de meldingen is terecht
Gegevensbron
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
GMS
˜
Het betreft hier verplichte brandmeldinstallaties en inbraakinstallaties
˜
Hoewel de meldkamer geen invloed kan uitoefenen op het aantal loze OMS-meldingen, is het voor de meldkamer wel belangrijke informatie.
52
7. Multidisciplinaire start incident Indicator
Welk percentage van de incidenten is primair multidisciplinair gestart t.o.v. het totaal aantal multidisciplinaire incidenten?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Multidisciplinaire start: vanuit de meldkamer is een melding multidisciplinair uitgegeven, d.w.z. dat er bij de uitgifte direct sprake is van een multidisciplinaire inzet
Norm
Adviesnorm: 90% van de multidisciplinaire incidenten is primair door de meldkamer multidisciplinair gestart
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal incidenten waarbij (uiteindelijk) sprake was van een multidisciplinaire inzet
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 80% is primair multidisciplinair gestart 80% - 90% is primair multidisciplinair gestart ≥ 90% is primair multidisciplinair gestart
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS
53
8. Start alarmering sleutelfunctionarissen Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-incidenten is de meldkamer binnen twee minuten na alarmering gestart met de alarmering van sleutelfunctionarissen?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009), art. 2.2.3
Omschrijving
˜
Welke sleutelfunctionarissen gealarmeerd moeten worden hangt af van de aard van het incident en het afgegeven GRIPniveau
˜
Alarmering sleutelfunctionarissen: d.m.v. paging of communicator
Norm
De meldkamer start binnen 2 minuten na opschaling naar het betreffende GRIP-niveau met de alarmering
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van alle GRIP-incidenten
˜
De tijd tot aan de start van de alarmering van sleutelfunctionarissen wordt gemeten in seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 80% van de alarmeringen start binnen 2 minuten 80% - 90% van de alarmeringen start binnen 2 minuten ≥ 90% van de alarmeringen start binnen 2 minuten
Gegevensbron
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Alarmeringscomputer
˜
GMS
Het betreft hier de tijd die verstrijkt tot aan de start van de alarmering vanuit de meldkamer, niet de tijd die verstrijkt tot dat alle betrokken sleutelfunctionarissen zijn gealarmeerd
54
9. Bekwaamheidstest Meldkamer Indicator
Hoeveel procent van de centralisten is geslaagd voor de periodieke bekwaamheidstest?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
˜
Norm
Alle centralisten zijn geslaagd voor de periodieke bekwaamheidstest
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle centralisten (per discipline) die aan een periodieke bekwaamheidstest hebben deelgenomen.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
Bekwaamheidstest: bij een bekwaamheidstest (profcheck) wordt gekeken naar vaardigheden en kennis maar ook naar gedrag en handelen van een centralis
< 90% van de centralisten in geslaagd 90% - 100% van de centralisten is geslaagd 100% van de centralisten is geslaagd
Bijzonderheden
Er bestaat nog geen uniforme bekwaamheidstest binnen de meldkamer. Alleen de RAV kent momenteel en bekwaamheidstest. Het is nastrevenswaardig als alle disciplines een meldkamer bekwaamheidstest krijgen. Momenteel alleen van toepassing op de MKA
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
55
10. Inzet politie op verzoek MKA of brandweer Indicator
Op hoeveel procent van de incidenten wordt door de politie op verzoek van MKA of brandweer inzet gepleegd ?
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Norm
Adviesnorm: in 5% van de gevallen wordt door de politie geen inzet gepleegd vanwege een gebrek aan beschikbaarheid
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van de meldingen waarbij politie-inzet gevraagd is door MKA of brandweer
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks ≤ 95% van de gevallen levert politie assistentie
Weergave
In 95% - 100% van de gevallen levert politie assistentie In 100% van de gevallen levert politie assistentie Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS (karakteristiek ‘geen inzet’)
Geen inzet politie: om deze indicator te kunnen meten, dient eerst in elke regio vastgesteld te worden waarvoor de politie wel en niet ingeschakeld kan worden door MKA of brandweer.
56
Informatiemanagement 11. Totaal aantal binnengekomen incidenten Indicator
Het totaal aantal binnengekomen meldingen
Omschrijving
Totaal aantal binnengekomen meldingen: het aantal meldingen dat per discipline binnenkomst
Relevante cluster
Informatiemanagement
Eenheid
Absoluut (aantallen meldingen)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks / halfjaarlijks
Weergave
Tabel of grafiek
Kwaliteitsmanagement 12. Klachten Indicator
Hoeveel klachten heeft de meldkamer ontvangen per 1000 meldingen?
Omschrijving
Het betreft hier alle soorten klachten die zijn binnengekomen
Relevante cluster
Kwaliteitsmanagement
Eenheid
Absoluut: het aantal klachten per 1000 meldingen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks / halfjaarlijks
Weergave
Tabel of grafiek
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
57
5.2 Bedrijfsvoeringsindicatoren Personeel 13. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Bovenliggende indicator
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
58
14. Ziekteverzuimpercentage Indicator
Ziekteverzuimpercentage
Omschrijving
˜
Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS)
˜
Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar
˜
Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof
˜
Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte)
Norm:
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
59
15. Ziekteverzuimfrequentie Indicator
Ziekteverzuimfrequentie
Omschrijving
Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS)
Norm
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (gemiddelde frequentie)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
16. Functioneringsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
60
17. Beoordelingsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
18. Uitstroom Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie?
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
61
Financiën 19. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed ≤ 100% van het totaalbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
20. Besteding budget Opleiden en Oefenen Indicator
Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
62
21. Besteding Personeelsbudget Indicator
Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
22. Besteding inhuurbudget Indicator
Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed ≤ 100% van het inhuurbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
Bijzonderheden
Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
63
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
64
6. Indicatoren Crisisbeheersing & Rampenbestrijding
6.1 Operationele indicatoren Risicobeheersing 1. Adviezen voor vergunningverlening hoog-risico activiteiten of objecten Indicator
Hoeveel procent van de adviezen aan bevoegd gezag over vergunningverlening voor hoog-risico activiteiten of objecten is opgevolgd/overgenomen door het bevoegd gezag?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009), memorie van toelichting
Omschrijving
˜
Hoog-risico activiteiten of objecten: afhankelijk van de regionaal/gemeentelijk gehanteerde definitie. Te denken valt aan Wet Milieubeheer, Vuurwerkbesluit, BEVI, BRZO, grote evenementen en grote bouwprojecten
˜
Advies: zowel wettelijk voorgeschreven advisering als niet wettelijk verplichte advisering
Norm
Adviesnorm: 90% van de adviezen wordt overgenomen door bevoegd gezag
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal afgegeven adviezen over vergunningverlening voor hoog-risico activiteiten of objecten aan bevoegd gezag
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 80% van de adviezen wordt overgenomen 80% - 90% van de adviezen wordt overgenomen ≥ 90% van de adviezen wordt overgenomen
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
65
2. Actualisatie plannen Indicator
Hoeveel procent van de wettelijk verplichte plannen zijn binnen de daarvoor gestelde normtijd geactualiseerd?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009), memorie van toelichting
Omschrijving
˜
Wettelijk verplichte plannen: alle plannen t.a.v. de rampenbestrijding en crisisbeheersing die bij wet verplicht zijn gesteld. Het betreft: het beleidsplan veiligheidsregio, het crisisplan, het rampbestrijdingsplan en het risicoprofiel
˜
Actueel: d.w.z. maximaal 2 jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast
Norm
Adviesnorm: 90% van de wettelijk verplichte plannen is minder dan twee jaar geleden geactualiseerd (d.w.z. maximaal 2 jaar geleden geëvalueerd en waar nodig aangepast)
Relevante cluster
Risicobeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal wettelijk verplichte plannen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 80% van de verplichte plannen is actueel 80% - 90% van de verplichte plannen is actueel ≥ 90% van de verplichte plannen is actueel
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
66
Incidentbeheersing 3. Geoefendheid sleutelfunctionarissen in Crisisteams Indicator
Hoeveel procent van de sleutelfunctionarissen die deel uit maken van een crisisteam zijn opgeleid en geoefend volgens het multidisciplinaire opleidings- en oefenplan?
Bron
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Sleutelfunctionarissen: alle mono- en multidisciplinaire sleutelfunctionarissen die een functie vervullen in een crisisteam. Het betreft:
˜
Crisisteam: alle teams die tijdens een ramp of crisis kunnen worden ingezet. Het betreft in ieder geval: CoPI ROT ˜ (R)BT ˜ Team Bevolkingszorg: gemeentelijke actiecentra Voorlichten, Opvang & Verzorgen, Nazorg, CRIB, CRAS (Team Bevolkingszorg) ˜ Ketenpartners: politie, OM, waterschappen, etc. Daarnaast kunnen nog meer teams worden gealarmeerd, afhankelijk van de aard van het incident ˜
˜
Norm
Adviesnorm: 85% van de sleutelfunctionarissen die een functie vervullen in een crisisteam voldoet aan de eisen die aan opleiden en oefenen worden gesteld in uw regio
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle sleutelfunctionarissen die deel uitmaken van een crisisteam
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 75% voldoet aan norm 75% - 85% voldoet aan norm ≥ 85% voldoet aan norm
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard
67
4. Opkomsttijden Crisisteams Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-1+ incidenten waren de gealarmeerde crisisteams (kernbezetting) na alarmering binnen de hiervoor gestelde tijden aanwezig?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Crisisteams zijn in ieder geval: ˜ ˜ ˜ ˜
˜
Norm
˜ ˜ ˜ ˜
˜
CoPI ROT (R)BT Team Bevolkingszorg: gemeentelijke actiecentra Voorlichten, Opvang & Verzorgen, Nazorg, CRIB, CRAS (Team Bevolkingszorg) En andere teams die gealarmeerd kunnen CoPI: 30 minuten na alarmering ROT: 45 minuten na alarmering (R)BT: 60 minuten na alarmering Team Bevolkingszorg: 90 minuten alarmering (coördinator voorlichting binnen 30 minuten na alarmering) Bestuurlijk vastgestelde opkomsttijden voor overige teams die zijn gealarmeerd
Adviesnorm: in 85% van de gevallen voldoen de gealarmeerde teams aan de vastgestelde opkomsttijden Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal gealarmeerde crisisteams
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 team voldoet niet aan de norm 1 team voldoet niet aan de norm Alle teams voldoen aan de norm
Gegevensbron
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
GMS
˜
Evaluaties van GRIP-incidenten
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard en Bestuursdashboard
68
5. Toepassing GRIP-procedure Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-waardige incidenten is de GRIPprocedure daadwerkelijk toegepast?
Bron
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
GRIP-waardige incidenten: o.b.v. een professioneel oordeel kan worden vastgesteld welke incidenten GRIP-waardig waren, maar waarbij de GRIP-procedure niet is toegepast
Norm
Adviesnorm: in 80% van de GRIP-waardige incidenten is de GRIPproceduren daadwerkelijk toegepast
Relevante cluster
Incidentbeheersing/herstel
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal GRIP-waardige incidenten
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
In <70% van de gevallen is GRIP toegepast In 70% - 80% van de gevallen is GRIP toegepast In 80% van de gevallen is GRIP toegepast
Bijzonderheden
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Om te beoordelen of incidenten GRIP-waardig zijn, kan een team worden samengesteld met een vertegenwoordiger uit elke discipline. Eens per jaar worden alle grote incidenten geëvalueerd en wordt beoordeeld of een incident eigenlijk naar GRIP had moeten worden opgeschaald.
69
6. Werkruimtes Crisisteams Indicator
Hoeveel procent van de ruimtes voor CoPI, BT en ROT voldoet aan de in de regio vastgestelde inrichtingseisen?
Bron
Raamwerkconvenant Veiligheidsregio's 2008-2009, art. 3.1.1
Omschrijving
Inrichtingseisen: de basisinrichtingseisen staan vermeld in het Raamwerkconvenant Veiligheidsregio’s 2008-2009. Binnen een veiligheidsregio zijn vaak specifieke eisen ten aanzien van de werkruimtes voor crisisteams geformuleerd
Norm
Adviesnorm: in 80% van de gevallen voldoen de ruimtes voor crisisteams aan de vastgestelde inrichtingseisen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle ruimtes die zijn gebruikt
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 70% van de werkruimtes voldoet aan de eisen 70% - 80% van de werkruimtes voldoet aan de eisen ≥ 80% van de werkruimtes voldoet aan de eisen
Herstel 7. Multidisciplinaire evaluaties GRIP Indicator
Hoeveel procent van de GRIP-incidenten is in multidisciplinair verband geëvalueerd?
Bron
Normenboek (2006), R_RB_Nazo003
Omschrijving
Multidisciplinaire evaluatie: gezamenlijke evaluatie van GRIPincidenten door de betrokken hulpdiensten
Norm
Adviesnorm: 90% van de GRIP-incidenten wordt multidisciplinair geëvalueerd
Relevante cluster
Herstel
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal GRIP-incidenten
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 80% van GRIP is multidisciplinair geëvalueerd 80% - 90% van GRIP is multidisciplinair geëvalueerd ≥ 90% van GRIP is multidisciplinair geëvalueerd
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
70
Kwaliteitsmanagement 8. Verbeteracties uit oefeningen Indicator
Hoeveel procent van de verbeteracties uit oefeningen is daadwerkelijk uitgevoerd?
Bron
Inbreng pilotregio’s
Norm
Adviesnorm: 75% van de verbeteracties uit oefeningen wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Kwaliteitsmanagement
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal verbeteracties uit oefeningen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
< 60% van de verbeteracties wordt uitgevoerd 60% - 75% van de verbeteracties wordt uitgevoerd ≥ 75% van de verbeteracties wordt uitgevoerd
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
71
Informatiemanagement 9. Toegang tot Netcentrische Operationele Informatie Indicator
Hoeveel procent van de ketenpartners heeft toegang tot netcentrische operationele informatie?
Bron
RADAR, 2.4.1.4
Omschrijving
˜
Ketenpartners: de overige hulpdiensten en andere betrokkenen (afhankelijk van de aard van het incident)
˜
Netcentrische Operationele Informatie: informatie die via Nedcedric wordt gedeeld.
˜
Toegang tot Netcentrische Operationele Informatie: toegang hebben tot Nedcedric
Norm
Adviesnorm: 90% van de ketenpartners heeft toegang tot Netcentrische operationele informatie
Relevante cluster
Informatiemanagement
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal ketenpartners
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% van ketenpartners heeft toegang 80% - 90% van ketenpartners heeft toegang ≥ 90% van ketenpartners heeft toegang
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
72
6.2 Bedrijfsvoeringindicatoren Personeel 13. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Bovenliggende indicator
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
73
14. Ziekteverzuimpercentage Indicator
Ziekteverzuimpercentage
Omschrijving
˜
Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS)
˜
Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar
˜
Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof
˜
Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte)
Norm:
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
74
15. Ziekteverzuimfrequentie Indicator
Ziekteverzuimfrequentie
Omschrijving
Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS)
Norm
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (gemiddelde frequentie)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
16. Functioneringsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
75
17. Beoordelingsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
6. Uitstroom Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie?
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
76
Financiën 18. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed ≤ 100% van het totaalbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
19. Besteding budget Opleiden en Oefenen Indicator
Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
77
20. Besteding Personeelsbudget Indicator
Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
21. Besteding inhuurbudget Indicator
Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed ≤ 100% van het inhuurbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
Bijzonderheden
Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
78
7. Indicatoren Bedrijfsvoering
Informatiemanagement 1. Afhandeling storingen bedrijfskritische applicaties Indicator
Hoeveel procent van de storingen in bedrijfskritische applicaties is afgehandeld binnen de maximale afhandeltijd?
Omschrijving
˜
Bedrijfskritische applicaties: de applicaties die door de organisatie als kritisch voor het bedrijfsproces zijn aangemerkt
˜
Maximale afhandeltijd: de door de organisatie bepaalde maximale tijd waarbinnen een storing moet zijn opgelost
Norm
Adviesnorm: 90% van de storingen in bedrijfskritische applicaties worden binnen de normtijd afgehandeld
Relevante cluster
Informatiemanagement
Eenheid
Percentage (%) van het aantal storingen in bedrijfskritische applicaties
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% wordt binnen normtijd afgehandeld 80% - 90% wordt binnen normtijd afgehandeld ≥ 90% wordt binnen normtijd afgehandeld
Personeel 2. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting (beroeps) van uw organisatie?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Bovenliggende indicator
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
79
3. Ziekteverzuimpercentage Indicator
Ziekteverzuimpercentage
Omschrijving
˜
Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS)
˜
Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar
˜
Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof
˜
Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte)
Norm:
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
80
4. Ziekteverzuimfrequentie Indicator
Ziekteverzuimfrequentie
Omschrijving
Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS)
Norm
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (gemiddelde frequentie)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Beaufort
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
5. Functioneringsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de functioneringsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor functioneringsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van functioneringsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) functioneringsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
81
6. Beoordelingsgesprekken Indicator
Hoeveel procent van de beoordelingsgesprekken is conform de afgesproken frequentie gehouden en vastgelegd?
Omschrijving
˜
Frequentie: de in uw organisatie vastgelegde frequentie voor beoordelingsgesprekken
˜
Vastlegging: de vastlegging van de uitkomsten van beoordelingsgesprekken conform de in uw organisatie vastgestelde wijze
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
% van het totaal aantal geplande (volgens de afspraken in uw organisatie) beoordelingsgesprekken
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
7. Uitstroom Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers verliet de afgelopen 12 maanden de organisatie?
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
82
Financiën 8. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het totaalbudget is besteed 100% - 110% van het totaalbudget is besteed ≤ 100% van het totaalbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
9. Besteding budget Opleiden en Oefenen Indicator
Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het budget voor O&O is besteed 100% - 110% van het budget voor O&O is besteed 80% - 100% van het budget voor O&O is besteed 70% - 80% van het budget voor O&O is besteed <70% van het budget voor O&O is besteed
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
83
10. Besteding Personeelsbudget Indicator
Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>100% van het personeelsbudget is besteed 100% - 110% van het personeelsbudget is besteed 80% - 100% van het personeelsbudget is besteed 70% - 80% van het personeelsbudget is besteed <70% van het personeelsbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
11. Besteding inhuurbudget Indicator
Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>110% van het inhuurbudget is besteed 100% - 110% van het inhuurbudget is besteed ≤ 100% van het inhuurbudget is besteed
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook geaggregeerd voor op het Directiedashboard
Bijzonderheden
Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
84
12. Facturering Indicator
Hoeveel procent van facturen is binnen de in de organisatie gestelde termijn voldaan?
Norm indicator
90% van de facturen wordt binnen de vastgestelde termijn voldaan
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het totale aantal facturen dat ontvangen is.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% van de facturen wordt binnen normtijd voldaan 80% - 90% v/d facturen wordt binnen normtijd voldaan ≥ 90% van de facturen wordt binnen normtijd voldaan
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
85
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
86
8. Indicatoren Veiligheidsdirectie en Veiligheidsbestuur
8.1 Veiligheidsdirectie 8.1.1 Operationele indicatoren Meldkamer 1. Verwerkingstijd Meldkamer Indicator
In welk percentage van de gevallen haalt de alarmcentrale de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (brandweer, politie en MKA)?
Bron indicator
Normenboek (2006), R_BZ_Repr004
Omschrijving
˜
Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden
˜
Brandweermeldingen: het betreft enkel prio-1 meldingen
Norm
De in de regio bestuurlijk vastgelegde verwerkingstijd voor brandweer-, politie- en MKA-meldingen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aantal meldingen (brandweer, politie en MKA) dat bij de meldkamer binnenkomt
˜
Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd ≥ 90% wordt verwerkt binnen normtijd
Gegevensbron
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
GMS
˜
Verwerkingstijd Brandweermeldingen (Meldkamer nr. 4)
˜
Verwerkingstijd Politiemeldingen (Meldkamer nr. 5)
˜
Verwerkingstijd MKA-meldingen (Meldkamer nr. 6)
87
GHOR 2. Geoefendheid GHOR Indicator
Hoeveel procent van de GHOR-sleutelfunctionarissen en GHORteams zijn opgeleid en geoefend conform de hiervoor afgestelde eisen?
Bron indicator
Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten IJsselland KWAL GHOR 1 en inbreng pilotregio’s
Norm
Adviesnorm: alle sleutelfunctionarissen en teams voldoen aan de gestelde eisen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van de GHOR-teams
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 sleutelfunctionaris of team voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris of team voldoet niet aan de norm Allen voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
˜
Geoefendheid sleutelfunctionarissen GHOR (GHOR, nr 6)
˜
Geoefendheid GHOR-teams (GHOR, nr.7)
88
3. Beschikbaarheid GHOR-functionarissen Indicator
Hoeveel procent van de GHOR-functionarissen was na alarmering binnen de afgesproken tijd beschikbaar voor (telefonisch) overleg?
Bron indicator
Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten Ijsselland KWAL GHOR 1 Tab 10. Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument SMH
Omschrijving
˜
GHOR-functionarissen: ˜ ˜ ˜ ˜
Norm
RGFvD HS-GHOR OvD-G GAGS
˜
RGFvD: de RGFvD is in alle gevallen binnen 10 minuten beschikbaar voor telefonisch overleg met het HS-GHOR
˜
HS-GHOR: het HS-GHOR is in alle gevallen binnen 10 minuten beschikbaar voor telefonisch of persoonlijk overleg met degene die daarom heeft gevraagd
˜
OvDG: de OvDG is maximaal binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse
˜
GAGS: De GAGS neemt in alle gevallen binnen 15 minuten na een alarmeringsverzoek bij de MKA contact op met de OvDG of het HS-GHOR
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van de gealarmeerde GHOR-functionarissen die zijn benoemd
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 functionaris voldoet niet aan de norm 1 functionaris voldoet niet aan de norm Alle functionarissen voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het GHOR-dashboard (nr. 9)
89
4. Opkomsttijden sleutelfunctionarissen en teams GHOR bij GRIP Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-incidenten waren de sleutelfunctionarissen en teams binnen de daarvoor gestelde tijden na alarmering aanwezig?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009), art. 2.3.1 Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten Ijsselland KWAL GHOR 1 Tab 10. Inspectie voor de gezondheidszorg; toetsingsinstrument SMH
Omschrijving
˜
Sleutelfunctionarissen:
˜
RGFvD HS GHOR ˜ OvD-G Teams ˜
˜
˜ ˜
Norm
MMT GNK-C
˜
De RGFvD is binnen 60 minuten in het RBT of het BT in het gemeentehuis
˜
Het HS GHOR is binnen 45 minuten na alarmering aanwezig in het ROT
˜
De OvDG is binnen 30 minuten na alarmering aanwezig in het CoPI
˜
Het MMT is gemiddeld binnen 30 minuten na alarmering ter plaatse
˜
De GNK-C is binnen 60 minuten na alarmering ter plaatse
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage van alle sleutelfunctionarissen en teams die in de rapportageperiode gealarmeerd zijn
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 voldoet niet aan de norm 1 voldoet niet aan de norm Allen voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het GHOR-dashboard (nr. 10)
90
Brandweer 5. Geoefendheid Personeel Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers is opgeleid en geoefend conform de gestelde eisen?
Bron indicator
Herziene Leidraad Oefenen (2007)
Omschrijving
˜
Medewerkers: het betreft hier zowel beroeps- als vrijwillig brandweerpersoneel met een repressieve functie
˜
Opleiden en oefenen: conform het regionaal/gemeentelijk bestuurlijk vastgestelde opleidings- en oefenplan. Het gaat om zowel mono- als multidisciplinaire oefeningen
Norm
Adviesnorm: 80% van het brandweerpersoneel voldoet aan de in de regio geldende eisen voor opleiden en oefenen (zowel monoals multidisciplinair oefenen)
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal medewerkers dat moet voldoen aan de eisen voor opleiden en oefenen.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Kwartaal
Weergave
< 70% voldoet aan de eisen 70% - 80% voldoet aan de eisen ≥ 80% voldoet aan de eisen
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het Brandweer-dashboard (nr. 6)
91
6. Opkomsttijd sleutelfunctionarissen brandweer Indicator
In hoeveel procent van de gevallen was/waren de Commandant van Dienst / Hoofd-Officier van Dienst / Officier van Dienst binnen de afgesproken tijd na alarmering ter plaatse?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Opkomsttijden monodisciplinaire inzet: de in uw regio geldende opkomsttijden voor monodisciplinair optreden
˜
Opkomsttijden multidisciplinaire inzet: ˜ ˜ ˜
CvD: 60 minuten na alarmering in het ROT HOvD: 45 minuten na alarmering In het (R)BT OvD: 30 minuten na alarmering in het CoPI
Norm
Adviesnorm: in 90% van de gevallen voldoen sleutelfunctionarissen aan de vastgestelde cq. wettelijk verplichte opkomsttijd
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal inzetten van sleutelfunctionarissen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Jaarlijks
Weergave
>1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris voldoet niet aan de norm Alle sleutelfunctionarissen voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het Brandweer-dashboard (nr. 8)
92
7. Uitrukken brandweer die voldoen aan zorgnormtijd Indicator
In hoeveel procent van de uitrukken door de Brandweer wordt de vastgestelde opkomsttijd behaald?
Bron
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
De opkomsttijd bestaat uit de onderdelen: Verwerkingstijd (meldkamer) Uitruktijd (tijd van alarmering tot vertrek voertuig: brandweer) ˜ Aanrijdtijd (tijd van vertrekvoertuig tot aankomst: brandweer) Alleen de prio-1 uitrukken worden voor deze indicator gemeten. ˜
˜
Norm
˜
De in uw regio bestuurlijk vastgestelde zorgnorm
˜
De wettelijk vastgestelde zorgnorm
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal uitrukken (prio-1)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
<80% van de uitrukken voldoet aan zorgnormtijd 80% - 90% van de uitrukken voldoet aan zorgnormtijd ≥ 90% van de uitrukken voldoet aan zorgnormtijd
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜ ˜ ˜ ˜
Safety Portal GMS CARE (AvD-ICT) Mapinfo
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijzonderheden
De prestaties kunnen worden afgezet tegen twee normtijden: de regionaal vastgestelde norm én de wettelijk vastgelegde norm. Voor deze indicator kunnen daarom desgewenst twee “meters” worden gebruikt.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
93
8. Terechte uitrukken Indicator
Het aantal terechte uitrukken als gevolg van automatisch brandalarm ten opzichte van het totaal aantal automatische brandalarmen.
Bron indicator
Inbreng pilotregio’s
Omschrijving
Terechte uitrukken als gevolg van automatische brandalarmen
Norm
Er vinden zo min mogelijk onechte en onnodige uitrukken als gevolg van automatisch brandalarm plaats
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal automatische brandalarmen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 10% van de uitrukken is terecht 10% - 40% van de uitrukken is terecht ≥ 50% van de uitrukken is terecht
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
Bovenliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
GMS
Deze indicator komt ook voor op het Directiedashboard
94
Crisisbeheersing & Rampenbestrijding 9. Geoefendheid sleutelfunctionarissen in Crisisteams Indicator
Hoeveel procent van de sleutelfunctionarissen die deel uit maken van een crisisteam zijn opgeleid en geoefend volgens het multidisciplinaire opleidings- en oefenplan?
Bron
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Sleutelfunctionarissen: alle mono- en multidisciplinaire sleutelfunctionarissen die een functie vervullen in een crisisteam. Het betreft:
˜
Crisisteam: alle teams die tijdens een ramp of crisis kunnen worden ingezet. Het betreft in ieder geval: CoPI ROT ˜ (R)BT ˜ Team Bevolkingszorg: gemeentelijke actiecentra Voorlichten, Opvang & Verzorgen, Nazorg, CRIB, CRAS (Team Bevolkingszorg) ˜ Ketenpartners: politie, OM, waterschappen, etc. Daarnaast kunnen nog meer teams worden gealarmeerd, afhankelijk van de aard van het incident ˜
˜
Norm
Adviesnorm: 85% van de sleutelfunctionarissen die een functie vervullen in een crisisteam voldoet aan de eisen die aan opleiden en oefenen worden gesteld in uw regio
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle sleutelfunctionarissen die deel uitmaken van een crisisteam
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 75% voldoet aan norm 75% - 85% voldoet aan norm ≥ 85% voldoet aan norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het dashboard van Crisisbeheersing & Rampenbestrijding (nr. 3)
95
10. Opkomsttijden Crisisteams Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-1+ incidenten waren de gealarmeerde crisisteams (kernbezetting) na alarmering binnen de hiervoor gestelde tijden aanwezig?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Crisisteams zijn in ieder geval: ˜ ˜ ˜ ˜
˜
Norm
CoPI ROT (R)BT Team Bevolkingszorg: gemeentelijke actiecentra Voorlichten, Opvang & Verzorgen, Nazorg, CRIB, CRAS (Team Bevolkingszorg) En andere teams die gealarmeerd kunnen
˜
CoPI: 30 minuten na alarmering
˜
ROT: 45 minuten na alarmering
˜
(R)BT: 60 minuten na alarmering
˜
Team Bevolkingszorg: 90 minuten alarmering (coördinator voorlichting binnen 30 minuten na alarmering)
˜
Bestuurlijk vastgestelde opkomsttijden voor overige teams die zijn gealarmeerd
Adviesnorm: in 85% van de gevallen voldoen de gealarmeerde teams aan de vastgestelde opkomsttijden Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal gealarmeerde crisisteams
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 team voldoet niet aan de norm 1 team voldoet niet aan de norm Alle teams voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het dashboard van Crisisbeheersing & Rampenbestrijding (nr. 4)
96
8.1.2 Bedrijfsvoering Personeel 11. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein heeft een onvoldoende personeelsbezetting 1 domein heeft een onvoldoende personeelsbezetting Elk domein heeft een voldoende personeelsbezetting
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘Personeelsbezetting’
97
12. Ziekteverzuimpercentage Indicator
Ziekteverzuimpercentage
Omschrijving
˜
Ziekteverzuimpercentage: het aantal verzuimde kalenderdagen (inclusief weekenden) in de observatieperiode, gedeeld door de personeelsomvang (in voltijdequivalenten), vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen in de observatieperiode. (definitie CBS)
˜
Ziekteverzuimpercentage is inclusief verzuim langer dan één jaar
˜
Ziekteverzuimpercentage is exclusief zwangerschaps- en bevallingverlof
˜
Bij de berekening van het ziekteverzuimpercentage bij deeltijdwerk dient in de teller het aantal verzuimde kalenderdagen per persoon vermenigvuldigd te worden met de deeltijdfactor. Dit wordt vervolgens uitgedrukt als percentage. De personeelssterkte is het aantal fulltime-equivalenten (fte)
Norm:
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage (%)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein heeft een te hoog ziekteverzuimpercentage 1 domein heeft een te hoog ziekteverzuimpercentage Geen domein heeft een te hoog ziekteverzuimperc.
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘Ziekteverzuimpercentage’
98
13. Ziekteverzuimfrequentie Indicator
Ziekteverzuimfrequentie
Omschrijving
Ziekteverzuimfrequentie: het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in de verslagperiode binnen een werknemerspopulatie (definitie CBS)
Norm
De norm hangt af van het ziekteverzuimbeleid dat in de organisatie wordt uitgevoerd
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Absoluut (gemiddelde frequentie)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein heeft een te hoge ziekteverzuimfrequentie 1 domein heeft een te hoge ziekteverzuimfrequentie Geen domein heeft een te hoge ziekteverzuimfrequentie
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘Ziekteverzuimfrequentie’
99
Financiën 14. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein scoort onder de norm 1 domein scoort onder de norm Alle domeinen scoren boven de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘Besteding totaalbudget’
100
15. Besteding budget Opleiden en Oefenen Indicator
Hoeveel procent van het budget voor Opleiden en Oefenen (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen budget voor Opleiden en Oefenen
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein heeft een boven- of onderuitputting 1 domein heeft een boven- of onderuitputting Geen domein heeft boven- of onderuitputting
Onderliggende indicatoren
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘besteding budget Opleiden en Oefenen’
16. Besteding Personeelsbudget Indicator
Hoeveel procent van het (eigen) personeelsbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen (eigen) personeelsbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein heeft een boven- of onderuitputting 1 domein heeft een boven- of onderuitputting Geen domein heeft boven- of onderuitputting
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘besteding Personeelsbudget’
101
17. Besteding inhuurbudget Indicator
Hoeveel procent van het inhuurbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen inhuurbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein scoort onder de norm 1 domein scoort onder de norm Alle domeinen scoren boven de norm
Onderliggende indicatoren
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘besteding Inhuurbudget’
Bijzonderheden
Niet elke organisatie beschikt over een eigen inhuurbudget.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
102
8.2 Veiligheidsbestuur 1. Verwerkingstijd Meldkamer Indicator
In welk percentage van de gevallen haalt de alarmcentrale de bestuurlijk vastgestelde verwerkingstijd (brandweer, politie en MKA)?
Bron indicator
Normenboek (2006), R_BZ_Repr004
Omschrijving
˜
Verwerkingstijd: de tijd die verstrijkt tussen de binnenkomst van een melding en het moment dat een uitgifte gekoppeld wordt aan (een) eenheid/eenheden
˜
Brandweermeldingen: het betreft enkel prio-1 meldingen
Norm
De in de regio bestuurlijk vastgelegde verwerkingstijd voor brandweer-, politie- en MKA-meldingen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
˜
Percentage (%) van het totaal aantal meldingen (brandweer, politie en MKA) dat bij de meldkamer binnenkomt
˜
Tijdseenheid verwerkingstijd: seconden
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
< 80% wordt verwerkt binnen normtijd 80% - 90% wordt verwerkt binnen normtijd ≥ 90% wordt verwerkt binnen normtijd
Gegevensbron
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜
GMS
˜
Verwerkingstijd Brandweermeldingen (Meldkamer nr. 4)
˜
Verwerkingstijd Politiemeldingen (Meldkamer nr. 5)
˜
Verwerkingstijd MKA-meldingen (Meldkamer nr. 6)
103
2. Geoefendheid GHOR Indicator
Hoeveel procent van de GHOR-sleutelfunctionarissen en GHORteams zijn opgeleid en geoefend conform de hiervoor afgestelde eisen?
Bron indicator
Tab 4. Kwaliteitsindicatoren GHOR-keten IJsselland KWAL GHOR 1 en inbreng pilotregio’s
Norm
Adviesnorm: alle sleutelfunctionarissen en teams voldoen aan de gestelde eisen
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van de GHOR-teams
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 sleutelfunctionaris of team voldoet niet aan de norm 1 sleutelfunctionaris of team voldoet niet aan de norm Allen voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
˜
Geoefendheid sleutelfunctionarissen GHOR (GHOR, nr 6)
˜
Geoefendheid GHOR-teams (GHOR, nr.7)
104
3. Geoefendheid Personeel brandweer Indicator
Hoeveel procent van de medewerkers is opgeleid en geoefend conform de gestelde eisen?
Bron indicator
Herziene Leidraad Oefenen (2007)
Omschrijving
˜
Medewerkers: het betreft hier zowel beroeps- als vrijwillig brandweerpersoneel met een repressieve functie
˜
Opleiden en oefenen: conform het regionaal/gemeentelijk bestuurlijk vastgestelde opleidings- en oefenplan. Het gaat om zowel mono- als multidisciplinaire oefeningen
Norm
Adviesnorm: 80% van het brandweerpersoneel voldoet aan de in de regio geldende eisen voor opleiden en oefenen (zowel monoals multidisciplinair oefenen)
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal medewerkers dat moet voldoen aan de eisen voor opleiden en oefenen.
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Kwartaal
Weergave
< 70% voldoet aan de eisen 70% - 80% voldoet aan de eisen ≥ 80% voldoet aan de eisen
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het Brandweer-dashboard (nr. 6)
105
4. Uitrukken brandweer die voldoen aan de zorgnorm Indicator
In hoeveel procent van de uitrukken door de Brandweer wordt de vastgestelde opkomsttijd behaald?
Bron
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
De opkomsttijd bestaat uit de onderdelen: Verwerkingstijd (meldkamer) Uitruktijd (tijd van alarmering tot vertrek voertuig: brandweer) ˜ Aanrijdtijd (tijd van vertrekvoertuig tot aankomst: brandweer) Alleen de prio-1 uitrukken worden voor deze indicator gemeten. ˜
˜
Norm
˜
De in uw regio bestuurlijk vastgestelde zorgnorm
˜
De wettelijk vastgestelde zorgnorm
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal uitrukken (prio-1)
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
<80% van de uitrukken voldoet aan zorgnormtijd 80% - 90% van de uitrukken voldoet aan zorgnormtijd ≥ 90% van de uitrukken voldoet aan zorgnormtijd
Gegevensbron
Gegevens kunnen gehaald worden uit: ˜ ˜ ˜ ˜
Safety Portal GMS CARE (AvD-ICT) Mapinfo
Bovenliggende indicatoren
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de indicator komt voor op het Directiedashboard en het Bestuursdashboard
Bijzonderheden
De prestaties kunnen worden afgezet tegen twee normtijden: de regionaal vastgestelde norm én de wettelijk vastgelegde norm. Voor deze indicator kunnen daarom desgewenst twee “meters” worden gebruikt.
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
106
5. Geoefendheid sleutelfunctionarissen in Crisisteams Indicator
Hoeveel procent van de sleutelfunctionarissen die deel uit maken van een crisisteam zijn opgeleid en geoefend volgens het multidisciplinaire opleidings- en oefenplan?
Bron
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Sleutelfunctionarissen: alle mono- en multidisciplinaire sleutelfunctionarissen die een functie vervullen in een crisisteam. Het betreft:
˜
Crisisteam: alle teams die tijdens een ramp of crisis kunnen worden ingezet. Het betreft in ieder geval: CoPI ROT ˜ (R)BT ˜ Team Bevolkingszorg: gemeentelijke actiecentra Voorlichten, Opvang & Verzorgen, Nazorg, CRIB, CRAS (Team Bevolkingszorg) ˜ Ketenpartners: politie, OM, waterschappen, etc. Daarnaast kunnen nog meer teams worden gealarmeerd, afhankelijk van de aard van het incident ˜
˜
Norm
Adviesnorm: 85% van de sleutelfunctionarissen die een functie vervullen in een crisisteam voldoet aan de eisen die aan opleiden en oefenen worden gesteld in uw regio
Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van alle sleutelfunctionarissen die deel uitmaken van een crisisteam
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
< 75% voldoet aan norm 75% - 85% voldoet aan norm ≥ 85% voldoet aan norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het dashboard van Crisisbeheersing & Rampenbestrijding (nr. 3)
107
6. Opkomsttijden Crisisteams Indicator
In hoeveel procent van de GRIP-1+ incidenten waren de gealarmeerde crisisteams (kernbezetting) na alarmering binnen de hiervoor gestelde tijden aanwezig?
Bron indicator
Besluit Veiligheidsregio’s (2009)
Omschrijving
˜
Crisisteams zijn in ieder geval: ˜ ˜ ˜ ˜
˜
Norm
˜ ˜ ˜ ˜
˜
CoPI ROT (R)BT Team Bevolkingszorg: gemeentelijke actiecentra Voorlichten, Opvang & Verzorgen, Nazorg, CRIB, CRAS (Team Bevolkingszorg) En andere teams die gealarmeerd kunnen CoPI: 30 minuten na alarmering ROT: 45 minuten na alarmering (R)BT: 60 minuten na alarmering Team Bevolkingszorg: 90 minuten alarmering (coördinator voorlichting binnen 30 minuten na alarmering) Bestuurlijk vastgestelde opkomsttijden voor overige teams die zijn gealarmeerd
˜
Adviesnorm: in 85% van de gevallen voldoen de gealarmeerde teams aan de vastgestelde opkomsttijden Relevante cluster
Incidentbeheersing
Eenheid
Percentage (%) van het totaal aantal gealarmeerde crisisteams
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Halfjaarlijks
Weergave
>1 team voldoet niet aan de norm 1 team voldoet niet aan de norm Alle teams voldoen aan de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
De indicator komt ook voor op het dashboard van Crisisbeheersing & Rampenbestrijding (nr. 4)
108
7. Personeelsbezetting Indicator
Wat is de personeelsbezetting?
Omschrijving
Personeelsbezetting: toegestane formatie versus ingevulde formatie
Relevante cluster
Personeel
Eenheid
Percentage van de toegestane personeelsformatie
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein heeft een onvoldoende personeelsbezetting 1 domein heeft een onvoldoende personeelsbezetting Elk domein heeft een voldoende personeelsbezetting
Onderliggende indicatoren
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘Personeelsbezetting’
8. Besteding totaalbudget Indicator
Hoeveel procent van het totaalbudget (Year to Date) is besteed?
Omschrijving
Year to Date: vanaf het begin van het lopende begrotingsjaar (meestal vanaf 1 januari) tot vandaag
Relevante cluster
Financiën
Eenheid
Percentage (%) van het in de begroting opgenomen totaalbudget
Aanbevolen minimale meetfrequentie
Maandelijks
Weergave
>1 domein scoort onder de norm 1 domein scoort onder de norm Alle domeinen scoren boven de norm
Onderliggende indicatoren
Bijlagenboek Aristoteles versie 1.0
Deze indicator wordt samengesteld op basis van de prestaties van de domeinen Brandweer, GHOR, Meldkamer, Crisisbeheersing & Rampenbestrijding en Bedrijfsvoering op de indicator ‘Besteding totaalbudget’
109