BIJLAGE
Beleidsverklaring 20102010-2011 van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
Inleiding Deze beleidsverklaring is vernieuwend. Vernieuwend, omdat ze vertrekt vanuit transversale thema’s die als leidraad worden gehanteerd voor een meer geïntegreerd VGC-beleid. Zes invalshoeken of gidslijnen staan daarbij centraal: de VGC als ambassadeur van de stad en haar inwoners, demografische groei, kwaliteit, partnerschappen, armoedebestrijding en taal. Deze beleidsverklaring overstijgt daarmee de klassieke indeling per beleidsdomein. Ze integreert de beleidsacties van de verschillende beleidsdomeinen in een overkoepelende beleidsvisie op de stad. Vernieuwend ook omdat ze de klemtoon legt op de steeds veranderende stedelijke realiteit. De Brusselse stedelijke samenleving verandert in sneltempo, de stad is de frontlijn van verandering, de vitrine waar beweging zichtbaar en voelbaar wordt. Brussel is bij uitstek een laboratorium waar de samenleving experimenteert. Geen andere stad waar het samenleven meer prikkelt, bruist en botst dan Brussel. Als College willen wij op deze maatschappelijke veranderingen inspelen. Deze beleidsverklaring is de uitdrukking van die ambitie. Vanzelfsprekend bouwt deze beleidsverklaring voort op het regeerakkoord, op de beleidsnota’s en op de beleidsplannen die hier in deze Raad al besproken zijn. Daarnaast blikt zij vooruit op de vele toekomstplannen die in 2010-2011 in deze Raad nog besproken zullen worden. In deze beleidsverklaring geven wij de beleidsacties, innovaties en ambities weer die dit jaar centraal staan in ons beleid.
1
Ambassadeur van de stad en haar inwoners Brussel is een complexe, veelzijdige, maar vooral ook boeiende stad: een kleine metropool met een kosmopolitische maatschappelijke realiteit en uitstraling. Wereldwijd gekend als politieke wereldstad, is Brussel in eigen land vaak ongekend en onbemind. De VGC heeft de opdracht om, vandaag meer dan ooit, ambassadeur te zijn van de stad en haar inwoners. De vele initiatieven die met de steun van de VGC hun werking ontplooien, hebben heel wat kennis over en inzicht in de stad. Het College wil deze initiatieven in de kijker zetten, en de kennis die in de VGC en in het werkveld aanwezig is, maximaal ontsluiten. De VGC speelt een onmisbare rol bij het leefbaar maken van de stad. Het zijn de vele kwaliteitsvolle voorzieningen in de nabije omgeving zoals scholen, kinderopvang, bibliotheken, gemeenschapscentra … die mensen, en jonge gezinnen in het bijzonder, doen kiezen voor de stad. Een cruciale hefboom daarbij is het Stedenfonds, dat een erg belangrijk werkjaar in het vooruitzicht heeft. Zo wordt dit najaar het voortgangsrapport Stedenfonds 2008-2009 in deze Raad besproken. Het voortgangsrapport bevat geen details over concrete dossiers, maar legt de klemtoon op de grote beleidslijnen van het Stedenfondsprogramma en de uitvoering daarvan. Het rapport biedt voor het eerst ook een wetenschappelijke onderbouw waarbij de maatschappelijke effecten van het gevoerde beleid aan de hand van meetindicatoren in kaart worden gebracht. Het wetenschappelijke en methodologische kader van de beleidsovereenkomst Stedenfonds wordt tijdens dit werkjaar verder verfijnd, om te komen tot een meer wetenschappelijk onderbouwde beleidsvoering in de toekomst. In 2011 zal, in opdracht van de Vlaamse Gemeenschap, ook een visitatie plaatsvinden in het kader van het Stedenfonds. De steden en de VGC kunnen die visitatie aangrijpen om het debat aan te gaan over hun stad en bestuur, over het instrument Stedenfonds en over het Vlaamse Stedenbeleid in het algemeen. De reflectie over het instrument Stedenfonds steunt op de eigen ervaringen van de VGC, op de ervaringen van andere steden en op de deskundige inbreng van experten. De visitatie wil een vruchtbare dialoog in een open sfeer tot stand brengen waaruit de steden, de VGC en uiteindelijk ook de Vlaamse Gemeenschap kunnen leren. Dit najaar gaat ook de reflectiegroep Stedelijk Beleid van start. Zij is samengesteld uit deskundigen op het gebied van stedelijk beleid en de voorzitters van de reguliere adviesraden. Met deze reflectiegroep wil het College een breed draagvlak creëren waarbij wordt gewerkt rond stedelijkheid en participatie en waarbij de uitwisseling tussen adviesorganen onderling wordt bevorderd. Met de reflectiegroep willen wij vervolgtrajecten schrijven die aansluiten bij het VGC-stadscongres ‘Stadspiratie’ die de inzichten in de stedelijke dynamiek moeten versterken. Ook op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, dataverzameling en kennis van de omgeving heeft de VGC een voortrekkersrol die we het komende jaar willen uitspelen. De VGC heeft rond deze thema’s een overlegorgaan structureel verankerd dat transversaal, samen met alle beleidsdomeinen werkt: het meeten weetplatform. Een belangrijke actie in dit kader is de opstart en de uitvoering van een wetenschappelijk surveyonderzoek in Brussel dat de ambitie heeft om een Brusselse ‘stadsmonitor’ te worden. Als VGC kennen we Brussel weliswaar goed. Onze wetenschappelijk onderbouwde kennis van wat ‘de Brusselaars’ denken, wat hun ervaringen en percepties zijn over hun eigen dagelijkse stedelijke leefomgeving en over de vele voorzieningen in de stad, is quasi onbestaande of zeer gefragmenteerd. Om inzicht te verwerven in de percepties van de Brusselaars wordt een grootschalige enquête opgezet die zal dienen als beleidsondersteunend meetinstrument. De ontwikkeling van dat instrument en de uitvoering van het onderzoek gebeuren in eigen beheer en zullen maximaal aansluiten bij bestaande en gevalideerde beleidsinstrumenten zoals de Vlaamse stadsmonitor. Ook met een kwaliteitsvol, dynamisch en efficiënt communicatiebeleid wil het College het VGC-beleid ondersteunen, toelichten en voeden. Cruciaal in dat verband is de verdere ontwikkeling van Muntpunt. Van verbouwing tot oprichting van de nieuwe vzw, van verdere inhoudelijke concretisering tot voorbereiding en uitvoering van de verhuis: de agenda is goed gevuld. De uitdaging is dan ook niet min: de realisatie van een moderne belevenisbibliotheek, een modern informatiehuis voor iedereen die in Brussel woont of deze grootstad wil leren kennen. De megafoonfunctie van Muntpunt moet Brussel mee uitdragen, in een sterk partnerschap tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap. 2
Om het communicatiebeleid te versterken wordt dit jaar een meerjarenplan externe communicatie opgesteld, waarvoor momenteel de belangrijkste stakeholders worden bevraagd. Het plan zal prioriteiten, doelstellingen en acties bevatten en ook sterk inzetten op de digitale communicatie. Ook de interne communicatie wordt op dit moment geëvalueerd en bijgestuurd en de samenwerking met IT wordt gestroomlijnd. Verschillende communicatieprojecten moeten het merk van de VGC en de vele Nederlandstalige gemeenschapsvoorzieningen meer zichtbaar maken in de stad. Informatie aan de burger over onderwijsmogelijkheden in Brussel behoort tot de kerntaken van de VGC. In de afgelopen vijftien jaar, sinds het toenmalige BITS²-project een van de eerste onderwijswebsites in België lanceerde, heeft de VGC heel wat onderwijswebsites in het leven geroepen. We willen die verspreide informatie beter ontsluiten, zodat de burger vindt wat hij zoekt. In het afgelopen jaar zijn er kleine face-to-face-publieksbevragingen geweest, waarbij vooral naar verwachtingen werd gepeild. Op basis hiervan wordt de digitale communicatie omtrent onderwijs conceptueel uitgebouwd. Een vergelijkbare oefening wordt gemaakt voor het Onderwijscentrum Brussel, zodat zowel de interne ontsluiting van digitale expertise naar de medewerkers als het ter beschikking stellen van ondersteunend materiaal naar leerkrachten toe, geoptimaliseerd wordt. Ook voor de VGC-onderwijsinstellingen worden nieuwe communicatieproducten ontwikkeld, waarbij we onder meer de huisstijl, websites, logo’s,… onder de loep nemen. De jaarlijks campagne ter promotie van het TSO en BSO wordt hernomen. De VGC blijft eveneens haar rol vervullen in de promotie van initiatieven als ‘Samen naar School’ en het wegwijs maken van ouders bij het inschrijvingsbeleid. In 2010 gaf het College de opdracht om alle VGC-communicatie omtrent vrije tijdsvoorzieningen van en voor de jeugd in Brussel te analyseren. Eind 2010 zal de lopende opdracht opgeleverd worden met als resultaat een concreet communicatieplan gebaseerd op de hedendaagse informatiebehoeften, een kader voor de ontwikkeling van zowel de digitale als de “off-line” communicatie en een ontwerp voor de vormgeving van een digitaal jeugdportaal, alsook een geïntegreerde website voor de gemeenschapscentra. In 2011 moet het jeugdportaal gestalte krijgen als een fris en jong on-line medium dat beantwoordt aan de verwachtingen van de jonge Brusselaars. In 2011 zal de VGC het sportaanbod van de VGC verder ontwikkelen en promoten, met specifieke aandacht voor studenten, gezinnen, senioren en personen met een handicap. Daartoe zal een vernieuwd sportpromotieplan voorbereid en opgesteld worden waarbij we een heroriëntatie geven aan mediagebruik, campagnes en sportpromotionele acties. Voor de uitstraling van Brussel zijn ook onze regionale mediapartners essentieel. Brussel Deze Week, FM Brussel, tvbrussel en brusselnieuws.be vormen samen de kern van het Nederlandstalige mediabeleid in Brussel en werken als een complementair geheel. Die complementariteit wil de VGC het komende jaar versterken door samenwerking en synergieën aan te moedigen en te ondersteunen, vanzelfsprekend met respect voor het behoud van hun eigenheid en redactionele autonomie. Dit jaar worden nieuwe beheersovereenkomsten tussen de VGC en Brussel Deze Week en tvbrussel gesloten. Deze overeenkomsten zullen de klemtoon leggen op de onafhankelijkheid en neutraliteit van de redacties en het respect voor de beginselen van het 'corporate governance-beleid' in hun raden van bestuur. De convenanten zullen ook specifieke accenten leggen i.v.m. de positieve beeldvorming van Brussel en de verschillende beleidsdomeinen en –initiatieven van de VGC. Ook de samenwerkingsverbanden tussen de Brusselse media worden in deze convenanten vastgelegd. Het komende jaar zal het College de opdracht geven om een procedure uit te tekenen om, op een onafhankelijke en frequente wijze, tot een meting te komen van het bereik van de Brusselse media. Ook de uitbouw van een Digitext content-aanbod wordt onderzocht, samen met tvbrussel. Bedoeling is om met de regionale tv-zender een systeem van digitale content-verspreiding op te zetten zodat VGCboodschap(pen) nog ruimer worden verspreid. Ambassadeur zijn van de stad houdt ook in dat de VGC de ‘labo-functie’ die de stad vervult, aanmoedigt en dat de VGC ook zelf expertise opbouwt over werken in een grootstedelijke, multiculturele omgeving. Daarom worden in alle beleidsdomeinen experimentele projecten gelanceerd waarmee wij onze ambitie van een dynamische, toekomstgerichte overheid willen waarmaken.
3
Goede voorbeelden van de labo-functie vinden we ondermeer in de beleidsdomeinen Cultuur, Jeugd en Sport, bijvoorbeeld in het project van de Greeters. Buurtbewoners worden ambassadeurs van hun wijk en bouwen zo mee aan een traject van gemeenschapsvorming. Dergelijke experimentele projecten passen volledig binnen de beleidsoptie om het begrip ‘cultural broker’ concreet vorm te geven. Ook enkele gemeenschapscentra zullen meewerken aan dergelijke proefprojecten. Binnen het sociaal-cultureel werk en het kunstenbeleid wordt de nieuwe piste om als VGC vernieuwend op te treden om de hedendaagse circuspraktijk een plek te geven in het podiumkunstenlandschap geanalyseerd. In het kader van een letterenbeleid wil de VGC een beleid rond graphic novels en strips uitbouwen en wordt het project Vers Brussel uitgewerkt. De komende maanden willen wij voor de jeugdsector een nieuw instrument ontwikkelen in de vorm van ‘cocktailsubsidies’, een ondersteuning bij het mengen van verschillende praktijken of doelgroepen. Deze subsidies zullen aan het jeugdwerk een laagdrempelige ondersteuning bieden bij kleine lokale uitwisselings-, samenwerkings- en toegankelijkheidsprojecten, met als doel meer diversiteit en samenwerking te stimuleren. Het komende jaar wordt ook de aangekondigde piste om experimenten mogelijk te maken rond leefbaarheid en ecologie in de stad concreet vormgegeven. Van volkstuintjes tot nieuwe bewegingen omtrent leefbaarheid: deze oudere en recentere vormen van gemeenschapsvorming bieden een actieve invulling van publieke ruimte en leveren een wezenlijke bijdrage aan de positieve ontwikkeling van Brussel.
Demografische groei De maatschappelijke tendensen die Brussel typeren, kunnen als volgt worden samengevat: een toename van de bevolking of ‘city boom’, een toenemende dualisering, een ‘vergroening’ en ‘verkleuring’ van de bevolking en een voortschrijdende internationalisering van de stad. Brussel telt meer inwoners dan ooit tevoren. Anno 2010 is het historische record uit 1968 verbroken. In 2015 zullen er ten opzichte van 2005 meer dan 100.000 personen extra in het gewest wonen. De gemiddelde leeftijd in Brussel daalt nog altijd: Brussel vergroent, verjongt verder. Terwijl we de dichtstbevolkte gemeenten van het gewest kunnen typeren als ‘jong’, herbergen andere gemeenten proportioneel voornamelijk volwassenen of vindt daar een relatieve vergrijzing plaats. De beleidsmiddelen zullen daarom geografisch gedifferentieerd worden ingezet. De bevolkingsevoluties hebben uiteraard hun weerslag op de Brusselse gemeenschapsvoorzieningen, niet in het minst op het onderwijs. Verwachting is dat de Brusselse scholen tussen 2010 en 2015 7.000 kleuters, 10.000 lagere schoolkinderen en iets minder dan 5.000 leerlingen voor het middelbaar onderwijs zullen moeten opvangen. De VGC wil als verantwoordelijke overheid, begaan met het lot van de Brusselse jeugd in zijn globaliteit, een voortrekkersrol spelen bij het zoeken naar oplossingen voor de capaciteitsproblematiek in het Brussels Nederlandstalig basisonderwijs, zowel op korte als op lange termijn. Bedoeling is om te komen tot een overleg over de gemeenschappen heen, zodat de problematiek gezamenlijk kan worden aangepakt. Om concrete en haalbare projecten te kunnen voorleggen op (middel)lange termijn heeft de VGC een ‘Taskforce Capaciteit Onderwijs Brussel’ opgericht. In de loop van de komende maanden moet deze taskforce meer duidelijkheid brengen over de noden en de opportuniteiten m.b.t. de capaciteit en de randvoorwaarden m.b.t. de kwaliteit. De demografische evolutie doet ook de behoefte aan extra kinderopvang toenemen. In afwachting van subsidiëring door Kind en Gezin zal de VGC zelf initiatieven (tijdelijk) financieel ondersteunen, met Stedenfondsmiddelen. Het gaat dan over de uitbreiding van de capaciteit van bestaande en/of de opstart van nieuwe initiatieven. De demografische groei verhoogt ook de druk op vrijetijdsvoorzieningen voor de jeugd. Nu al zijn er wachtrijen en wachtlijsten bij de inschrijvingen voor speelweken, ateliers van WMKJ’s, sportkampen, enz. Om daaraan tegemoet te komen werken we binnen het beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport aan een toereikend en goed gespreid vakantieaanbod. In 2011 ontwikkelt de VGC een nieuw subsidiereglement dat een kader en duidelijke criteria biedt voor alle vormen van Nederlandstalige vakantie-initiatieven (speelpleinen, speelweken, speelstraten …). Dit moet ook dienen om nieuwe initiatieven te stimuleren. 4
De Brusselse samenleving ‘verkleurt’ ook verder. Deze ‘verkleuring’ van onze stad vraagt daarom ook op dit gebied naar een actueel beleid wat onder meer tot uiting komt in het minderheden- en integratiebeleid. Het komende werkjaar zal het College de evoluties van het integratiebeleid op Vlaams niveau actief opvolgen. In het decreet werd bepaald dat de VGC de regierol opneemt voor het integratiebeleid in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad. De concretisering van deze regierol en de beleidsplanning zijn daarbij cruciale beleidsacties in 2010-2011. Uitgangspunt is de afstemming met het aangekondigde uitvoeringsbesluit van het integratiedecreet. Ook de relatie met de relevante partners op het terrein, zoals het Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel en het Minderhedenforum, wordt geactualiseerd. De leemten die er bestaan bij de ondersteuning van het allochtoon middenveld worden in kaart gebracht, samen met de allochtone (koepel)verenigingen, de Foyer en het Minderhedenforum. Er bestaat duidelijk nood aan meer vorming van sleutelfiguren en ook de zogenaamde ‘voorportaalfunctie’ van deze organisaties, gericht op een actieve doorverwijzing naar reguliere instanties, willen wij versterken. Belangrijk actiepunt daarbij is de registratie van de doorverwijzing. Als College willen wij ook tegemoetkomen aan noden die in het werkveld gedetecteerd werden op het gebied van interculturalisering van de welzijns- en gezondheidsinstellingen. In 2011 wordt eveneens de eindevaluatie gemaakt van het proefproject ‘Work-up’, dat als doelstelling heeft om, via een samenwerking met de verenigingen van etnisch-culturele minderheden, allochtone werkzoekenden beter toe te leiden naar de bestaande diensten in het kader van opleiding tot werk. Het aandeel personen van 65 jaar of ouder in de totale Brusselse bevolking neemt weliswaar af, maar de oudere bevolking (het aantal ouderen) zal vanaf 2010 voor het eerst in meer dan twintig jaar licht stijgen. Aangezien het aantal personen ouder dan 80 jaar al enkele jaren stabiel bleef of licht steeg, is de veroudering binnen de veroudering nu al een feit. Dit jaar zal het College ook inzetten op ouderenwelzijn door de uitbouw en versterking van de Brusselse lokale dienstencentra. Leidraad daarvoor is het organisatiemodel voor lokale dienstencentra dat door het College werd goedgekeurd in maart 2010. De VGC zal de noodzakelijke stappen ondernemen om de bestaande, door Vlaanderen erkende dienstencentra te vrijwaren en zet in op de uitbreiding van het aanbod. Daarbij wil het College ook dwarsverbindingen creëren tussen lokale dienstencentra enerzijds en de klusdiensten en diensten sociaal vervoer anderzijds. Deze samenwerkingsverbanden worden conceptueel uitgebouwd binnen afzonderlijke werkgroepen waarin alle relevante partners vertegenwoordigd zijn. Momenteel staat de analyse van drie veelbelovende pistes op stapel om extra lokale dienstencentra op te starten in Sint-Agatha-Berchem, Anderlecht en Oudergem. Ook het garanderen van een vrijetijdsaanbod voor ouderen blijft essentieel. Dit doen we bijvoorbeeld via een gegarandeerd sportaanbod of de ondersteuning van het sociaal-cultureel werk, maar evenzeer in de reguliere werking van het Seniorencentrum.
Kwaliteit Kwaliteit staat voorop in het VGC-beleid, in de dienstverlening en in de ondersteuning van het werkveld. Het is met kwaliteitsvolle en toegankelijke voorzieningen dat wij als VGC het verschil in deze stad kunnen en willen maken. Kwaliteit in de dienstverlening, in de voorbereiding en in de uitvoering van het beleid betekent ook werken aan een sterke en moderne overheid. Een belangrijk en in zekere zin zelfs historisch moment voor de VGC-administratie is de centralisatie van de huisvesting volgend jaar. Het is een belangrijke stap in de richting van een moderne, kwaliteitsvolle stadsadministratie. In juli 2010 werd na een marktbevraging en geslaagde onderhandelingen een geschikt pand gevonden voor de centrale huisvesting. De effectieve verhuis van de administratie, gepland voor de eerste helft van 2011, zal gefaseerd gebeuren in functie van de einddata van de bestaande huurcontracten. De centralisatie biedt tal van voordelen: tijds- en efficiëntiewinst dankzij minder interne verplaatsingen, besparing op logistieke kosten, verhoogde zichtbaarheid van de VGC in de stad … Maar belangrijker nog: het is een project voor de personeelsleden van de VGC, een project dat een nieuwe dynamiek van samenwerking en transversaliteit binnen de organisatie zal teweegbrengen. De VGC wil haar nieuwe infrastructuur openstellen voor haar gebruikers en een optimaal en polyvalent gebruik nastreven. Daarnaast wil de VGC het gebouw inbedden in de buurt zodat het de dialoog kan aangaan met de nabije omgeving. De verhuis zal gepaard gaan met een doorlichting van het facilitair beheer en het formuleren van verbeterplannen om tot meer efficiëntie en 5
doelmatige taakverdelingen te komen. Gelijklopend met de centralisatie willen wij de openingsuren van de VGC-uitleendienst beter afstemmen op de behoeften van de vrijwilligers en de organisaties die op deze dienst een beroep doen. Een sterke administratie vergt evenzeer een kwaliteitsvol, hedendaags en gedragen personeelsbeleid. Belangrijk daarbij is de verdere uitvoering van het personeelsplan. Concrete acties het komende jaar zijn het finaliseren en implementeren van het beleid op het gebied van de loopbaanmogelijkheden, het organiseren van aanwervings- en bevorderingsexamens, het starten met de uitwerking van een persoonlijk ontwikkelingsplan in het kader van het competentiemanagement, het aanpassen van het bestaande personeelsstatuut en het opstellen van een arbeidsreglement. De verschillen tussen contractuele en statutaire personeelsleden worden in kaart gebracht en waar nodig en indien mogelijk weggewerkt. Het gaat daarbij over de gevolgen van een negatieve evaluatie, de eindeloopbaanproblematiek (pensioenen) en afwezigheid wegens ziekte. Verder staat 2010-2011 in het teken van het actualiseren en implementeren van de principes van een ‘gelijkekansenbeleid’ en ‘diversiteitsbeleid’ in de gehanteerde personeelsinstrumenten, waarbij metingen en sensibiliseringsacties belangrijke elementen zijn. Aansluitend bij de centralisatie van de administratie werkt de VGC een vernieuwend kennismanagement uit. Kwaliteit betekent ook investeren in gebouwen en patrimonium. Dit najaar bespreekt de Raad het investeringsplan 2011–2015. In het plan zullen voor de verschillende beleidsdomeinen scherpe keuzes worden gemaakt, de noden op het gebied van infrastructuur blijven immers groot. Voor het beleidsdomein Onderwijs en Vorming zullen inspanningen worden geleverd op het vlak van de capaciteitsuitbreiding (zie: demografische groei). Tevens zal de focus blijven liggen op het verhogen van het pedagogisch comfort, via renovatie en investeringen in uitrusting. Bij de VGC-onderwijsinstellingen staat de finalisering van de bouw en verbouwingswerken op de Elishout-COOVI-campus bovenaan de agenda. In 2011 nemen de secundaire school, het volwassenenonderwijs en het internaat hun intrek in het grondig gerenoveerde gebouw 5 en de nieuwe keukentoren. In het komende jaar zal het bouwproject ‘Kasterlinden’ in de startblokken staan en een duurzame oplossing worden gevonden voor ‘Zaveldal’. Voor het beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport krijgt de inhoudelijke hervorming van de gemeenschapscentra een vertaling in de lijn van de opties die genomen worden op het vlak van de gebouwen. Binnen het investeringsbeleid zal er aandacht zijn voor het kunstintegratiebeleid dat vorm moet krijgen en dit voor alle bouwprojecten van de VGC. Naast een gedifferentieerde subsidiëring van concrete sportinfrastructuurprojecten, geniet ook de vrijwaring van de KUB-sporthal absolute prioriteit. Het is immers essentieel om voldoende kwaliteitsvolle, zuivere oppervlakte te garanderen voor het sportgebeuren. Voor de jeugdsector is de ontwikkeling van een groen en avontuurlijk speeldomein een prioriteit waarvoor wij dit jaar de planning opstellen. Evenzeer zullen wij de subsidiëring van initiatieven in de jeugdwerksector voortzetten (jeugdhuizen, jeugdwerklokalen, ...), denken we bijvoorbeeld aan de investeringen in jeugdhuis De Branding. Ook brandveiligheid van de jeugdwerkinfrastructuur blijft dit werkjaar een aandachtspunt, net zoals de creatie van bijkomende repetitieruimtes. De prioriteiten van het investeringsbeleid binnen de beleidsdomeinen Welzijn, Gezondheid en Gezin liggen in de uitbreiding van de voorzieningen voor personen met een handicap, lokale dienstencentra, kinderdagverblijven en een wijkgezondheidscentrum. Een fijnmazig netwerk van het Nederlandstalige welzijns-, gezondheids- en gezinsvoorzieningen draagt bij tot een toegankelijke dienstverlening. De VGC verhoogt de kwaliteitsvolle werking van kinderdagverblijven en IBO’s door het aanbieden van vorming, taalondersteuning en begeleiding op de werkvloer, met bijzondere aandacht voor de pedagogische en sociale functie. Om deze opdracht efficiënt te realiseren zal het bestaande ondersteuningsaanbod samen gebracht worden in een steunpunt. Om het aanbod maximaal te ontsluiten voor de ouders, neemt de VGC het initiatief voor de opstart van een lokaal loket kinderopvang. Om de werking van de lokale dienstencentra te optimaliseren wordt de ondersteunende dienstverlening, zoals klusdiensten en sociaal vervoer, efficiënter georganiseerd. Om de kwaliteit van de gezondheidszorg te verhogen zal de positie en de omkadering van de Nederlandskundige (huis)artsen en de toegankelijkheid op de eerste lijn worden versterkt. Het aantrekken van Nederlandskundige zorgverstrekkers blijft een prioritair aandachtspunt. 6
Evoluties in de eerstelijnsgezondheidszorg/thuisgezondheidszorg worden actief opgevolgd. Voor het globale beleidsdomein Cultuur, Jeugd en Sport leggen wij op dit moment de laatste hand aan de verschillende beleidsplannen die dit najaar in deze Raad op de agenda staan: het plan Lokaal Cultuurbeleid, Cultuurcentrum Brussel, het Hoofdstedelijke Bibliotheekbeleid, het Streekgericht Bibliotheekbeleid, het Erfgoedbeleidsplan, het Sportbeleidsplan en Jeugdbeleidsplan. Met deze plannen die via een participatief proces tot stand kwamen, willen wij een kwaliteitsvol vrijetijdsbeleid voor de komende legislatuur gestalte geven. Hieronder geven we slechts enkele beleidsaccenten weer voor 20102011. De VGC zal de beleidslijn voor jonge kunstenaars en de zakelijke begeleiding verder ontwikkelen, waarbij trajectsubsidies, als instrument voor de procesbegeleiding van kunstenaars, gevrijwaard blijven. In samenspraak met de sector wordt de verordening op het sociaal-cultureel werk geëvalueerd en bijgestuurd om in 2011 aan de Raad een voorstel tot wijziging voor te leggen. Ook de uitbouw van het vernieuwde beleid voor de gemeenschapscentra komt in een volgende fase terecht, met als cruciale stap de goedkeuring en de uitvoering van het lang aangekondigde personeelsplan voor de centra. Met de invoering van het personeelsplan zal ook de hervorming van de zakelijke aspecten in een stroomversnelling geraken. De goedkeuring van het nieuwe erfgoedconvenant schept ruimte voor de ontwikkeling van een stilteatlas als onderdeel van immaterieel erfgoed. Tegelijkertijd moet de VGC, in de meertalige omgeving die Brussel is, verder werk maken van de ontwikkeling van een beleidsvisie op talig erfgoed. Als de Vlaamse Gemeenschap haar decretale verplichtingen inzake erfgoedbeleid nakomt, zal de VGC een concreet depotbeleid uittekenen. Door de unieke rol en de werking van het AMVB in Brussel zal de VGC in 2011 een vernieuwde beheersovereenkomst met deze instelling sluiten. Voor wat jeugdinfrastructuur betreft, wil de VGC het komende jaar de beheersaspecten versterken. Om de verenigingen te ondersteunen in het beheer van hun jeugdinfrastructuur zal de VGC een instrument ontwikkelen dat cruciale gegevens inventariseert en opvolgt, zoals overeenkomsten, brandveiligheid, energieprestaties en elektriciteit. De VGC zal in 2011 met het Neerhof een nieuw convenant afsluiten. Het Neerhof moet een dynamisch en hedendaags activiteitencentrum worden waarin natuur- en milieubeleving en -educatie voor de Brusselse kinderen, jongeren en jeugdverenigingen nog meer vorm krijgen. Daarnaast moet er ook een uitgebreide werking in de vakantie komen en een uitgebouwde samenwerking met de speelpleinwerking. Een mogelijke samenwerking tussen het Neerhof en Elishout wordt in dit kader ontwikkeld. Het komende jaar zullen we ook de sportzonewerking van de VGC intensifiëren en zal er worden verder gebouwd op de stevige fundamenten van infrastructuren, zoals de sporthal Emanuel Hiel of het trefcentrum KUB. Deze infrastructuren zullen uitgroeien tot ontmoetings- en vormingsplaatsen voor clubs. Kwaliteitszorg is een heel belangrijke pijler binnen het onderwijsbeleid van de VGC. Onder kwaliteitsvol onderwijs verstaan we onderwijs dat erin slaagt een maximale leerwinst te creëren bij alle kinderen zodat ook de eindtermen worden bereikt. Door de diverse samenstelling van de leerlingenpopulatie moeten Brusselse scholen en leraren specifieke kennis en vaardigheden ontwikkelen. Het is belangrijk dat ze daarin ondersteuning krijgen. De verdere uitbouw van het Onderwijscentrum Brussel als ondersteunings- en expertisecentrum staat hierbij het komende jaar centraal. Ook de functionele samenwerking met andere onderwijsondersteunende partners als VBB (Voorrangsbeleid Brussel) en BROSO (Brussels Ondersteuningscentrum Secundair Onderwijs) wordt verder uitgediept. Het is belangrijk dat de betrokken partners hun werking inschrijven in een longitudinale werking over de onderwijsniveaus heen, waarbij er afstemming is op het vlak van inhouden en begeleidingsstrategie. De overgang basisonderwijs - secundair onderwijs vormt hierbij een eerste belangrijke uitdaging. Parallel daarmee worden strategieën uitgewerkt in functie van een doelgerichte aanpak van uitdagingen als het huistaakbeleid op school en de ondersteuning van de ouders op het vlak van de taalvaardigheid Nederlands. Naast het stimuleren van initiatieven in het kader van ‘Brede School’, willen wij als College de Nederlandstalige scholen in Brussel die naschoolse opvang aanbieden, stimuleren om deze opvang meer kwaliteitsvol en divers uit te bouwen. Het taalaanbod op school is vaak onvoldoende voor kinderen om de eindtermen in Brussel te halen. Daarom is een Nederlandstalige omgeving ook in de vrijetijdssfeer zo belangrijk voor kinderen, taalverwerving vindt immers ook buiten de school(m)uren plaats. Het aanbod van Nederlandstalige vrije tijdsinitiatieven in de buurt is vaak echter beperkt, waardoor het investeren in 7
een kwaliteitsvol, professioneel begeleid naschools aanbod belangrijk is. De VGC wil inzetten op een verdere professionalisering van de begeleiders op het gebied van kwaliteit en organisatie van de opvang, het pedagogisch handelen, de communicatie, enz. Hiervoor willen wij een basistraining of themabijeenkomsten uitwerken.
Partnerschappen De VGC wil een dynamische overheid zijn in de complexe Brusselse institutionele en maatschappelijke realiteit. Zij vertrekt vanuit een houding van samenwerking en openheid om, met respect voor ieders rol en opdracht, vorm te geven aan een duurzaam stadsproject. Als College willen wij dat de VGC in 20102011 de samenwerking met andere overheden en partners aanzwengelt om de diverse beleidsinspanningen in de stad te optimaliseren. De VGC onderscheidt drie vormen van samenwerking of partnerschappen om te komen tot een geïntegreerde beleidsvoering: met andere overheden, met het werkveld en binnen de beleidsdomeinen van de VGC. Op het gebied van institutionele partnerschappen wil de VGC in eerste instantie een strategische visie ontwikkelen samen met de Vlaamse Gemeenschap. Die visie kan uitmonden in een globaal actieplan voor de stad, uitgaande van een maximale uitoefening van de gemeenschapsbevoegdheden in Brussel. Finaliteit van dit overleg is bepalen wat de gemeenschappelijke strategische doelstellingen zijn van een Vlaams gemeenschapsbeleid in Brussel, welke overheid het best welke rol opneemt en wat de meest doeltreffende manieren zijn om die doelstellingen te bereiken. De voorbereiding en ambtelijke opvolging van dit overleg zijn in handen van een ambtelijke ‘Task Force Brussel’ die in 2010 effectief start. Het werk van de Task Force moet in 2011 uitmonden in een politiek kerntakendebat tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Daarnaast zal het College voor de verschillende specifieke beleidsdomeinen de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap versterken. Binnen Welzijn en Gezondheid gebeurt dit concreet op volgende gebieden: lokaal sociaal beleid, woonzorg, uitbreidingsbeleid sector personen met een handicap, uitbreiding kinderopvang, Integrale Jeugdhulp, armoedebestrijding en het minderhedenbeleid. Voor Onderwijs en Vorming zal de samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap worden aangehaald in functie van een verdere afstemming van het ondersteuningsbeleid van de Brusselse scholen en om antwoorden te bieden op de capaciteitsproblematiek in het onderwijs. Met de Brusselse overheden en instellingen willen wij in 2011 partnerschappen uitbouwen. In het kader van de wijkcontracten zullen de cel Stedelijk Beleid en de entiteit Gemeenschapscentra samen een methodologisch kader uitwerken voor de verdere opvolging van de duurzame wijkcontracten. Daarbij staan een proactieve en ondersteunende benadering centraal en zal de samenwerking met de verschillende VGC-beleidsdirecties, de gemeentebesturen en Vlaamse schepenen en het netwerk van Nederlandstalige organisaties versterkt worden. Ook met de directie Stadsvernieuwing van het Gewest en het ATO zal een meer gestructureerd overleg en informatie-uitwisseling plaatsvinden. In 2010-2011 participeert de VGC voluit aan de door het Brusselse Gewest georganiseerde interministeriële conferenties of werkgroepen, die over zeer uiteenlopende maar belangrijke stedelijke uitdagingen gaan zoals armoede, gezondheid, kinderopvang, onderwijs … Ook de inbreng van de VGC in andere gewestelijke programma’s zoals Preventie Schoolverzuim, Uitrusting TSO en BSO, milieueducatie, Kinderkribbenplan, gezondheidseducatie, enz. wordt voortgezet en waar mogelijk in overeenstemming gebracht met de eigen VGC-initiatieven om zo het beleid wederzijds te versterken. Binnen de culturele sector engageert de VGC zich om elk jaar één concreet item uit het Cultuurplan voor Brussel uit te voeren. In nauw overleg tussen COCOF, VGC, BKO, RAB en de betrokken kabinetten wordt in 2011 een nieuwe actie afgebakend en gerealiseerd. Ook binnen de jeugdsector zal de samenwerking in Brussel over de gemeenschappen heen worden versterkt. Om de toeleiding naar het Nederlandstalig aanbod voor opleiding en werk te stroomlijnen, hebben de Brusselse Werkwinkels een samenwerkingsverband tussen ACTIRIS, de VDAB en vzw Tracé Brussel uitgebouwd en is er een basisdienstverlening voor werkzoekenden en werkgevers. Dankzij de steun van de VGC kan de Werkwinkel Centraal intrekken in een groter en beter gelegen pand op het Rouppeplein in het centrum van Brussel. Voortaan wordt de VGC sterker betrokken bij de Brusselse Werkwinkels via een afvaardiging in de bestuursorganen. De VGC neemt deel aan het overleg met de dienst beroepsopleiding 8
van de Vlaamse Gemeenschap en met ACTIRIS om te komen tot een transparant financieringsvoorstel voor de Brusselse centra Leren en Werken. In samenwerking met het Huis van het Nederlands zal in 2011 een model voor taalbeleid en taalcoaching van de jongeren in het stelsel Leren en Werken worden afgewerkt. Zowel binnen het onderwijs-, cultuur- als welzijnsbeleid wordt er actief toenadering gezocht tot de gemeenten. Zo zullen de banden met de OCMW’s worden aangehaald om een groter draagvlak voor het lokaal sociaal beleid te creëren en nieuwe perspectieven te openen, ondermeer voor het woonzorgbeleid. Voor het beleidsdomein Onderwijs zal de VGC samenwerken met de gemeenten en hen ondersteunen bij de bouw van nieuwe Nederlandstalige scholen of uitbreiding van hun capaciteit. De interne samenwerking binnen de VGC willen wij bevorderen door middel van ambtelijke werkgroepen over transversale thema’s (armoede, taalbeleid, brede school, brede jeugdhulp, etnisch-culturele minderheden, gemeenschapscentra, opvoedingsondersteuning). Deze werkgroepen zullen in 2010-2011 op kruissnelheid komen. Met deze werkgroepen wil het College de samenwerking tussen de beleidsdomeinen en –diensten versterken in functie van een meer gecoördineerd en geïntegreerd beleid. Met deze klemtoon op transversaliteit willen wij een beleid stimuleren dat verder reikt dan de doelstellingen van elk beleidsdomein afzonderlijk en komen tot een gezamenlijke en gedragen visie en tot concrete beleidsaanbevelingen en beleidsacties voor elk van deze thema’s. Vertrekkend vanuit deze transversale dynamiek wil de VGC het komende jaar een klimaat creëren waarin we netwerken in de buurten stimuleren zodat het aanbod aan voorzieningen en diensten beter op elkaar aansluit. Binnen dit perspectief stimuleren we ook ‘Brede Scholen’ die deel uitmaken van de buurt en de samenleving en brede ontwikkelingskansen van kinderen stimuleren. Dit werkjaar zullen wij concrete voorstellen uitwerken binnen een sectoroverschrijdende samenwerking tussen scholen, welzijnsorganisaties en vrijetijdsinitiatieven. In een eerste fase wordt er een kader ontwikkeld voor de samenwerking tussen het leerplichtonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs, de sportsector en de buitenschoolse opvang (IBO's). De samenwerking tussen onderwijs en de sportsector willen wij aanzwengelen om zo ruimere naschoolse openstelling van schoolsportinfrastructuur te realiseren. De aanbevelingen uit de recent afgesloten SPIN-studie geven een zicht op de technische en organisatorische ingrepen die nodig zijn voor een ruimer gebruik van schoolsportinfrastructuur in het bijzonder en van sportinfrastructuur in het algemeen. Ook het naschoolse sportaanbod willen we in 2011 uitbreiden van het primaire naar het secundaire onderwijs. De SNS-pas (Sport Na School) wordt geïmplementeerd als drempelverlagende maatregel om jongeren aan te zetten tot sporten. Verder willen we de pool van gekwalificeerde lesgevers versterken en ondersteunen via een gerichte uitbreiding van lesgevers in vast dienstverband. Het komende werkjaar zullen wij ook een structurele samenwerking tussen de voorschoolse sector en het onderwijsveld opzetten. Doel is het optimaliseren van de startkansen van kinderen uit de voorschoolse sector die instromen in het kleuteronderwijs. Thema’s die daarbij zeker aan bod komen, zijn: informatie over het Nederlandstalig onderwijsaanbod in Brussel, opvoedingsondersteuning, taalbeleid en kleuterparticipatie. Ook met het middenveld willen wij het komende jaar bruggen bouwen. In december 2010 wordt in Brussel de start gegeven van het Europees jaar van de vrijwilliger 2011. Als College willen wij het aanboren van het aanwezige potentieel aan vrijwilligers in Brussel faciliteren. Daarom zal de VGC een grondige studie laten uitvoeren die als wetenschappelijke basis kan dienen voor een vernieuwend en krachtdadig beleid rond vrijwilligers. De samenwerking met vzw Het Punt, Steunpunt voor Vrijwilligerswerk in Brussel, wordt geactualiseerd in een vernieuwde overeenkomst. Binnen de specifieke reglementen en verordeningen in de vrijetijdssector zijn reeds heel wat mogelijkheden voorzien, ondermeer werkings-, project- en vormingssubsidies. In 2010-2011 zullen wij werk maken van een verdere ondersteuning op het vlak van vrijwilligersmanagement in organisaties, rekrutering van vrijwilligers, coaching, juridische informatie met betrekking tot vrijwilligerswerk, … vanuit het perspectief dat vrijwilligers, ongeacht de sector, ook in partnerschap met de VGC beleid maken. De reorganisatie van het jeugdhuis- en clubgebeuren zal de komende maanden opgestart worden. Een gedragen traject met de vrijwilligers, de beroepskrachten en de jongeren zelf moet resulteren in een nieuwe onafhankelijke koepelstructuur die niet alleen de samenwerking tussen de jeugdhuizen en de beroepskrachten bevordert maar ook het zakelijk en gebouwbeheer optimaliseert. 9
De VGC zet ook in de beleidsdomeinen Welzijn, Gezondheid en Gezin in op het ontwikkelen van partnerschappen en het stimuleren van netwerken. Via het lokaal sociaal beleid wordt de samenwerking en de netwerkontwikkeling met partners op het werkveld gestimuleerd om een optimale toegankelijkheid van het welzijnsaanbod te realiseren. In het nieuwe convenant met de Brusselse Welzijns- en GezondheidsRaad en de Centra voor Algemeen Welzijnswerk zal een belangrijke opdracht worden opgenomen voor het organiseren van het welzijnsoverleg en het ontwikkelen van een vormingsconcept voor onthaalpunten, ondermeer in het kader van het lokaal sociaal beleid. Bij de ontwikkeling van de lokale dienstencentra worden modellen uitgewerkt om de samenwerking met het oog op een optimale inzetbaarheid van klusdiensten en sociaal vervoer te realiseren. Het Huis voor Gezondheid heeft de opdracht om de samenwerking, netwerkvorming en communicatie tussen Nederlandskundige zorgverleners in Brussel te bevorderen en modellen uit te tekenen voor samenwerkingsvormen tussen diverse gezondheidsactoren. Voor de kinderopvang wordt de regionale samenwerking tussen voorzieningen versterkt in functie van de toegankelijkheid voor de gezinnen. De VGC heeft de coördinatieopdracht inzake opvoedingsondersteuning. Deze zal worden gerealiseerd via een breed overleg opvoedingsondersteuning met de klemtoon op netwerkvorming en het samenbrengen van lokale actoren voor een optimale afstemming en het uitbouwen van een samenwerkingsverband voor de Opvoedingswinkel. In de nieuwe opdrachten voor het straathoekwerk zal de klemtoon liggen op de afstemming met de welzijnssector, het opbouwen van partnerschappen om te komen tot een betere samenwerking en een efficiënte aanpak. Het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) betrekt diverse partners op de eerste lijn, eerstelijnszorgers en organisaties met terreinwerking bij het voeren van een preventief gezondheidsbeleid.
Armoedebestrijding Armoede is voor veel Brusselaars een harde realiteit. ‘Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere gebieden van het individuele en collectieve bestaan. Het scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op eigen kracht overbruggen’ (Prof. Dr. Jan Vranken). Armoede is een maatschappelijk fenomeen en de samenleving heeft dan ook de plicht om, via de beleidsvoerders, bij te dragen tot de bestrijding van armoede. Het ‘Protocol inzake het armoedebeleid’ dat in 2009 werd gesloten tussen de Brusselse Hoofdstedelijke Regering en de Colleges van de drie Brusselse Gemeenschapscommissies vormde een belangrijke aanzet voor het ontwikkelen van een inclusief, globaal en gecoördineerd beleid inzake armoede in het Brussels hoofdstedelijk gewest. De ‘Beleidsnota Armoedebestrijding 2009-2014’ en het ‘Actieplan Armoedebestrijding 2010’ werden intussen goedgekeurd door de verschillende Brusselse overheden. In de beleidsnota erkennen de verschillende Brusselse overheden de noodzaak van een transversaal beleid over verschillende bevoegdheidsniveaus en –domeinen heen en wordt een gemeenschappelijke visie geformuleerd op armoede en de bestrijding van armoede. Daarnaast sluit de VGC ook aan bij het Vlaams armoedebestrijdingsbeleid. De VGC bewaakt de afstemming, vormt de brug tussen het ‘Vlaams Actieplan Armoedebestrijding 2010-2014’ en de ‘Brusselse Beleidsnota Armoedebestrijding 2009-2014’. De VGC betrekt de adviesorganen en partners op het werkveld bij de opvolging van beleidsplannen en de concretisering van acties. In het VGC-beleid is (kans)armoedebestrijding in hoge mate inclusief en geïntegreerd opgenomen in de diverse beleidsdomeinen. In 2010-2011 zal de VGC o.a. volgende acties en initiatieven opnemen. De VGC subsidieert opleiding- en werkervaringsprojecten voor risicowerkzoekenden en ondersteunt inschakelingsprojecten in de zorgsector. De investering in de Werkwinkel en een folder ‘Gids naar werk’ zal de dienstverlening aan werkzoekenden ten goede komen. De opleidings- en werkervaringsprojecten voor werkzoekenden in de sectoren bouw, zorg en horeca - die door de VGC aanvullend worden ondersteund in het kader van het Stedenfonds - worden in 2010 grondig doorgelicht in functie van een eventuele bijsturing. 10
We zetten in op extra acties voor het verbeteren van de schoolinfrastructuur en de schoolomgeving. Voor de ondersteuning van schoolteams die geconfronteerd worden met een groeiend aantal kansarme leerlingen, zijn er verhoogde subsidies voor deelname aan educatieve activiteiten. Tweedekansonderwijs, alfabetisering en taallessen Nederlands verhogen de kansen van laaggeschoolden. De toegankelijkheid van de eerste lijn wordt verder versterkt, bijvoorbeeld via investeringen in wijkgezondheidscentra en lokale dienstencentra. Voor kwetsbare doelgroepen worden specifieke initiatieven ondersteund, zoals het dagcentrum voor thuislozen en begeleid wonen voor thuislozen met een handicap. De sociale functie in de kinderopvang en het verhogen van de toegankelijkheid van de opvang voor kansengroepen blijven in de focus. Ouders krijgen ondersteuning bij de opvoeding van hun kind o.a. via ontmoetingsplaatsen. De nieuwe afsprakennota (2011 - 2013) in het kader van het Vlaamse Participatiedecreet vertrekt vanuit een positieve, offensieve visie, vanuit het geloof in het potentieel van deze stad en haar inwoners. In dit verband is de cultuurwaardebon een gekend en beproefd instrument gebleken. In 2010-2011 wordt beslist welke rol het toekomstige Muntpunt in de verdeling van de cultuurwaardebon zal spelen en maken we bovendien een objectieve analyse van het voorstel om de cultuurwaardebon tot een 'vrijetijdswaardebon' om te vormen. De toegankelijkheid van het sport- en vrijetijdsaanbod verhoogt onder meer dankzij initiatieven als Buurtsport Brussel en Brussel Integratie via Sport, Brede School-projecten, initiatieven buitenschoolse opvang (IBO’s), de werkingen met maatschappelijk kwetsbare jongeren (WMKJ's)… Door het hertekenen van de actieradius van Buurtsport willen we het sportaanbod in kwetsbare wijken aanpassen aan de actuele socio-demografische ontwikkelingen in het gewest en tegelijkertijd de werking stroomlijnen met de sportzonewerking van de VGC. Ook de werking van de organisatie D’Broej draagt bij tot het verhogen van de kansen op maatschappelijke integratie en participatie van kwetsbare jongeren, waarbij ook de inzet van de jeugdwelzijnswerkers erg belangrijk is. Nederlands als ‘rode draad’ Brussel is niet alleen een veelkleurige, maar ook een meertalige stad. Deze rijkdom aan talen en culturen is zonder meer een troef, maar betekent tegelijk een bijzondere uitdaging voor de positie van het Nederlands. De VGC wil vanuit een open opstelling bijdragen tot de positieve uitstraling van het Nederlands in een meertalige omgeving en mee instaan voor de ondersteuning van een brede waaier van kwaliteitsvolle Nederlandstalige diensten. De VGC wil ook voluit kansen geven aan anderstaligen die (bewust) kiezen voor dit aanbod. Een ambtelijke werkgroep legt momenteel de laatste hand aan het uitschrijven van een geïntegreerde visietekst op basis van volgende krijtlijnen: • Bij een efficiënte aanpak van meertalige groepen blijft het Nederlands de eerste en de gemeenschappelijke taal. • De aanwezigheid van andere talen wordt als een verrijking beschouwd. Andere talen kunnen worden gebruikt op voorwaarde dat het niet stoort of als de doelstellingen niet in het Nederlands bereikt kunnen worden. De VGC wil voorzieningen de kans geven om zich te laten begeleiden bij het uitwerken, binnen deze krijtlijnen, van een eigen taalbeleid. Kinderen en jongeren in kinderdagverblijven, in scholen, in de naschoolse en buitenschoolse opvang en in het sport- en vrijetijdsaanbod moeten gestimuleerd worden in hun talige ontwikkeling, met bijzondere aandacht voor het Nederlands. Ouders die hun kinderen van het Nederlandstalig aanbod gebruik (willen) laten maken, zullen verder worden gesensibiliseerd om hun kinderen ook thuis te stimuleren en in contact te brengen met het Nederlands. De bestaande kennis en inspanningen over de beleidsdomeinen heen worden samengebracht. Taal wordt ook een belangrijk aandachtspunt bij de verdere ontwikkeling van “brede school”. De VGC blijft investeren in de toeleiding van volwassenen naar geschikte Nederlandse taallessen. Bijkomende inspanningen zullen worden geleverd op het vlak van taalvaardigheidstraining van de 11
deelnemers aan opleidingen en/of werkervaring, enerzijds en op het vlak van taalstimulering van volwassenen in de vrije tijd, anderzijds.
*** Wij hopen met deze vernieuwende, transversaal opgevatte beleidsverklaring duidelijk aan te tonen dat wij ons met het VGC-beleid voluit inschrijven in de grootstedelijke dynamieken en uitdagingen die Brussel kenmerken. Met de diverse beleidsacties die in deze beleidsverklaring zijn opgenomen, willen wij als College de kwaliteit van het leven in de stad verhogen en kansen bieden aan mensen. Het komende werkjaar is niet alleen goed gevuld met nieuwe plannen en beleidsmaatregelen, het zal volgens ons ook en vooral een boeiend jaar worden. Laten we de handen in elkaar slaan en samen werken aan een betere toekomst voor onze stad.
Gezien om gevoegd te worden bij Collegebesluit houdende de goedkeuring van de beleidsverklaring 2010-2011 van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie nr. 20102011-0060 van 27-09-2010
De collegeleden,
Bruno DE LILLE
Brigitte GROUWELS
Jean-Luc VANRAES
12