Bijlage 3.
PRAKTIJKONDERZOEK TEN BEHOEVE VAN DE RICHTLIJN ALCOHOLGEBRUIKSRUIMTEN
Tactus Verslavingszorg, April 2011
K. van der Horst, MANP J. van Essen, MANP
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
Inleiding
In deze bijlage zijn de resultaten te vinden van het onderzoek dat is gedaan om zoveel mogelijk informatie te verzamelen over de huidige praktijk van de bestaande alcoholgebruiksruimten. Allereerst door middel van vragenlijsten die naar alle alcoholgebruiksruimten zijn gestuurd, in vullen door leidinggevenden en medewerkers. Daarnaast zijn er focusgroepen gedaan met cliënten (Tactus: Deventer en Enschede) en met medewerkers (Novadic-Kentron: Breda en Eindhoven) om bestaande ideeën en opvattingen te inventariseren over allerhande onderwerpen.
1. Vragenlijstonderzoek leidinggevenden alcoholgebruiksruimten Doel van het vragenlijstonderzoek onder leidinggevenden is een sociale kaart te ontwikkelen van het aanbod en de werkwijze van alcoholgebruiksruimten in Nederland. De vragenlijst voor de leidinggevende bestaat uit stellingen (ja /nee) en een aantal open vragen (zie bijlage). De stellingen en vragen zijn gerelateerd aan de hoofdthema’s: 1. organisatie & inrichting, 2. toelating & toeleiding, 3. aanbod, 4. personeel en 5. relatie tot de omgeving en 6. Aanvullende documentatie (bestaand beleid instellingen).
1.1. Werkwijze Uit inventarisatie vooraf is gebleken dat er 18 instellingen met Alcoholgebruiksruimten zijn in Nederland. Om zo gedetailleerd mogelijke informatie te verkrijgen is besloten om de respondenten te vragen de vragenlijsten door medewerkers uit verschillende functies in te laten vullen. Om een zo hoog mogelijk responspercentage te realiseren zijn alle betrokken locaties via een brief naar de leidinggevende een maand van tevoren op de hoogte gesteld van de ontwikkeling van de richtlijn en de aankondiging van de vragenlijst. Daarnaast is er een week voor de deadline een belronde uitgevoerd om de verschillende locaties te helpen herinneren aan het invullen en opsturen van de lijst. Als acceptabele respons is uitgegaan van minimaal vijftig procent omdat het totaal aantal potentiële deelnemers al vrij laag is. Om deze reden is er wat flexibel met de sluitingsdatum voor het insturen van de vragenlijsten omgegaan en is er een week na de deadline nogmaals een belronde gedaan met het verzoek de vragenlijsten alsnog in te vullen en op te sturen.
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
2
1.2. Uitkomsten vragenlijstonderzoek leidinggevenden Respons -
Er zijn 19 vragenlijsten verstuurd in week 50
-
Er is gebeld met alle locaties van niet geretourneerde vragenlijsten in week 1
-
Er is gebeld met alle locaties van niet geretourneerde vragenlijsten in week 4
-
Het resultaat in week 7: 8 vragenlijsten retour, uitsluitend van de instellingen die samenwerken in NISPA-verband, waarbij 2 instellingen gekozen hebben voor het beschrijven van de verschillende alcoholgebruiksruimten van de instelling in 1 vragenlijst. Eén alcoholgebruiksruimte is opgeheven, één alcoholgebruiksruimte is nog niet gestart. Omgerekend betekent dit dat er een respons is van 8 van de 14 alcoholgebruiksruimten is 57% .
Uitkomsten 1. Organisatie & inrichting De verschillende alcoholgebruiksruimten zijn van start gegaan tussen 2000 en 2009. Eén van de instellingen heeft gekozen voor gecombineerde ruimten voor alcohol- en druggebruik. De andere instellingen hebben separate ruimten voor gebruik, waarbij niet alle ruimtes al volledig naar wens ingericht zijn. Op een na zijn deze keuzes bewust gemaakt en is men tevreden met deze keus. Een voorziening is niet tevreden met de keus voor een separate alcholgebruiksruimte. In deze plaats hebben ze geen plek voor druggebruikers om te gebruiken. Dit wordt gemist. De helft van de alcoholgebruiksruimten en huiskamer zijn geïntegreerd, de andere helft separaat.
De helft van de ruimten is sober en klinisch ingericht, de andere helft meer aangekleed, als huiskamer. Er is niet nagegaan of de separate alcoholgebruiksruimten tevens de sober en klinisch ingericht zijn.
Drie voorzieningen zijn centraal gelegen, zes perifeer, maar met goede verbindingen met het openbaar vervoer. De openingstijden variëren per gemeente. Minimaal zijn ze maandag tot en met vrijdag geopend van 09.30 tot 14.30 uur, Maximaal dagelijks, overdag en ´s avonds. Verschillende alcoholgebruiksruimten zijn op zondag gesloten. Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
3
2. Toelating & toeleiding Het toeleidingsproces naar de alcoholgebruiksruimten verschilt per instelling. Een deel van de instellingen maakt gebruik van bemoeizorg en casemanagement om cliënten toe te leiden naar de alcoholgebruiksruimte. Ook wordt de maatschappelijke opvang als eerste contact gebruikt bij aanmelding. In iedere instelling wordt gekozen voor een intake, met arts, verpleegkundige of eerst verantwoordelijk hulpverlener. Soms wordt een multidisciplinair overleg gebruikt voor toelating, soms bepaalt de arts over toelating en voorwaarden. Er wordt gekeken naar de fysieke conditie van de cliënt, maar ook of het bezoeken van de alcoholgebruiksruimte past in het traject van de cliënt. Een medische screening kan voorwaarde zijn voor toelating. Er is geen uniforme werkwijze binnen de verschillende instellingen. De persoonlijke en demografische gegevens over bezoekers wordt in verschillende instellingen bijgehouden in een elektronisch patiëntendossier.
Het maximum aantal bezoekers ligt tussen de 5 en 40. Op twee plaatsen wordt geen maximum gehanteerd. Het gemiddeld aantal unieke bezoekers 6 en 30. een instelling meldt dat er momenteel niet veel mensen gebruik maken van de alcoholgebruiksruimte. De doelgroep die men wil bereiken ligt tussen 10 en 65 bezoekers. Op een plaats worden ook alle andere bezoekers van sociale verslavingszorg meegenomen in de som en komt men op 200. Een deel wordt dus nog niet bereikt.
Indicaties -
Afhankelijkheid van alcohol
-
Instabiele woonsituatie
-
Ouder dan 21 -23jaar
-
Bezorgt maatschappelijke omgeving overlast door manier van gebruik of door verslaving gerelateerd gedrag
-
Ingeschreven in gemeente
-
Legaal in Nederland
Contraindicaties -
Niet afhankelijk van alcohol
-
Dealen in middelen
-
Ernstige fysieke verslechtering, acute psychiatrie of besmettelijke aandoeningen waarvoor intensieve medische of psychiatrische zorg noodzakelijk is
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
4
-
Ernstig agressief of zwaar onder invloed bij binnenkomst
-
Gebruik medische heroïneverstrekking
3. Aanbod Het aanbod van andere zorg en voorzieningen op dezelfde plek verschilt ook per instelling. Het varieert van een solitaire voorziening tot het aanbod van inloop, huiskamer, activiteitenproject, gebruiksruimten voor druggebruikers, medische heroïneverstrekking, methadonpost, casemangement, bemoeizorg, dagactiviteiten, medische en vepleegkundige zorg, dag/ en nachtopvang, hulp op gebied van arbeid, financiën en wonen.
In geen enkele instelling wordt alcohol verkocht. Cliënten nemen allen hun eigen alcohol mee. Binnen vijf voorzieningen worden er grenzen gesteld aan de hoeveelheid alcohol, in drie niet. Binnen een voorziening is gedistilleerd toegestaan, binnen zeven niet. Bij zes voorzieningen wordt gecontroleerd op promillage, bij twee niet. Bij zeven voorziening is sprake van continue toezicht, bij twee niet.
In iedere instelling is sprake van aanbod van koffie, thee en voeding, recreatie en activiteiten, sociale en of juridische dienstverlening, medische en verpleegkundige zorg en ondersteuning op het gebied van inkomen en werk. Bij een instelling mist men de mogelijkheid tot persoonlijke verzorging en hygiëne en wordt geen gezondheidsvoorlichting aan cliënten gegeven, de rest heeft dit aanbod wel.
4. Personeel De personele inzet op de alcoholgebruiksruimten verschilt. Geïntegreerde voorzieningen hebben gekozen voor flexibel personeel dat op verschillende plekken binnen de instelling werkt en ook beschikbaar is voor de alcoholgebruiksruimte. Voor de aanwezigheid op de alcoholgebruiksruimten wordt gekozen voor het werken met medewerkers met een SPW functie, medewerkers basiszorg, inloopmedewerkers, sociotherapeuten, beveiligingsmedewerkers, activiteitenbegeleiders. De andere medewerkers die verbonden zijn aan de alcoholgebruiksruimten zijn een arts, verpleegkundigen, casemanagers, bemoeizorgers, budgetbeheerders. Het aantal fte. wordt per instelling verschillend ingezet. In 6 voorzieningen krijgen bezoekers van de alcoholgebruiksruimten allen een eerst verantwoordelijk hulpverlener toegewezen, in twee voorzieningen niet. Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
5
Voor deskundigheidsbevordering van het personeel worden de volgende cursussen aangeboden: cursus Korsakov, cursus middelengebruik, cursus motiverende gesprektechnieken, cursus lichamelijke gevolgen van middelengebruik en intervisie.
5. Relatie tot de omgeving Iedere instelling zegt samenwerkingsafspraken te hebben met ketenpartners als maatschappelijke opvang, politie en ziekenhuizen. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn in de helft van de voorzieningen op papier vastgelegd. Achterliggende informatie hierover heeft ons niet bereikt.
In de helft van de voorzieningen zijn metingen gedaan op overlast voor en na het openen van de alcoholgebruiksruimten. Dit is op verschillende manieren vastgesteld. Zo heeft men meldingen geteld bij politie en stadstoezicht, is bijgehouden hoeveel er op straat gedronken werd, door politie of bemoeizorgers, overdenkt een voorziening om samenwerking te zoeken met het veiligheidshuis. In enkele gemeente is onderzoek gedaan naar de overlast. Ook is op enkele plaatsen het onderzoeksbureau Intraval ingeschakeld om metingen te doen. Vijf voorzieningen melden dat de overlast in de periode na het openen van de alcoholgebruiksruimte is verminderd.
6. Aanvullende documentatie Binnen de instellingen zijn verschillende documenten ontwikkeld, als visiedocumenten, handleidingen, richtlijnen, protocollen, huisregels (3x), functiebeschrijvingen, managementoverzichten, interne evaluaties, gegevens eigen onderzoek, contracten met cliënten, samenwerkingsovereenkomsten met andere instellingen en draaiboeken. De implementatie van de beleidskeuzes die gemaakt zijn is in maximaal de helft van de voorzieningen voltooid. De alcoholgebruiksruimten zijn relatief jong en nog volop aan het ontwikkelen en professionaliseren.
2. Vragenlijsten medewerkers alcoholgebruiksruimten Doel van het vragenlijstonderzoek onder medewerkers is een sociale kaart te ontwikkelen van het aanbod en de werkwijze van alcoholgebruiksruimten in Nederland. De vragenlijst voor de medewerkers bestaat uit 27 stellingen (ja /nee/weet niet) en een open vraag (overige Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
6
opmerkingen) (zie bijlage). De stellingen en vragen zijn gerelateerd aan de hoofdthema’s: 1. organisatie & inrichting, 2. aanbod, 3. personeel en 4. relatie tot de omgeving en 5. cliënt (autonomie, veiligheid en gezondheid). Sommige stellingen passen bij meerdere thema’s. Deze stellingen worden in een categorie geplaatst waar zij het best bijpassen. De stellingen komen overeen met de stellingen voor cliënten in de focusgroepdiscussies (3.3). Door dezelfde stellingen te gebruiken zijn de meningen en ideeën van medewerkers en cliënten met elkaar te vergeleken. Vragen gerelateerd aan het thema gezondheid zijn ingevuld door medisch personeel.
2.1 Werkwijze vragenlijsten medewerkers Iedere alcoholgebruiksruimte kreeg 1 vragenlijst toegestuurd, die door slechts 1 medewerker van de gebruiksruimte ingevuld hoefde te worden, en 1 medewerker van het medisch personeel (als van toepassing). In totaal zijn er 19 vragenlijsten voor medewerkers verstuurd. Vooraf zijn de vragenlijsten per brief aangekondigd, en na versturen is en twee weken voor de uiterste terugstuurdatum een belronde gedaan naar alle locaties die nog geen vragenlijsten hadden teruggestuurd. Dezelfde belronde is nogmaals uitgevoerd een week na de uiterste terugstuurdatum. Er is gekozen deze datum te verlengen vanwege de op dat moment nog lage respons.
2.2. Uitkomsten vragenlijsten medewerkers Respons Er zijn vragenlijsten van 8 locaties retour gekomen, waarbij van vier locaties de vragen over het verpleegkundige en medische gedeelte zijn ingevuld. Dit betekent 47 % en 24 %. De minimaal acceptabele respons van 50% is met 47 % net niet gehaald.
Uitkomsten per categorie De antwoorden van de medewerkers van de verschillende alcoholgebruiksruimten lenen zich niet voor harde conclusies, omdat de alcoholgebruiksruimten op punten erg kunnen verschillen. Bij de opmerkingen gaven medewerkers aan een aantal stellingen niet makkelijk te kunnen beantwoorden omdat men vond dat dit per individu verschilde, of omdat de situatie ter plekke niet altijd optimaal was. Dit kan verklaren waarom bij een aantal stellingen de meningen erg uiteen lopen. Toch zijn er wel een aantal stellingen waarop de medewerkers zich eensgezind uitspreken. De overeenkomsten en verschillen worden in dit deel benoemd. Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
7
1. organisatie & inrichting Ja Nee Weet niet De openingstijden van onze alcoholgebruiksruimte zijn goed
5
2
We hebben onze openingstijden afgestemd met andere instellingen voor
5
3
De regels die we hanteren in de alcoholgebruiksruimte zijn functioneel
7
1
Onze alcoholgebruiksruimte zit op een goede locatie
6
2
Onze alcoholgebruiksruimte is goed ingericht
5
2
1
maatschappelijke opvang
1
Medewerkers zijn over het algemeen tevreden over openingstijden. Ongeveer de helft geeft aan dat de openingstijden afgestemd zijn op andere voorzieningen. Men is tevreden over locatie en inrichting en de regels zijn functioneel.
2. aanbod Ja Nee Weet niet Het activiteitenaanbod voor de bezoekers van de alcoholgebruiksruimte
3
4
1
5
1
2
1
7
is voldoende De hulpverlening die we bieden aan bezoekers van de alcoholgebruiksruimte is toereikend We zouden hier alcohol moeten verkopen aan cliënten
Medewerkers zijn nog ontevreden over het activiteitenaanbod voor cliënten. De meeste respondenten beoordelen de hulpverlening als toereikend. Verkoop van alcohol wordt door de respondenten als niet wenselijk beoordeeld.
3. personeel Ja Nee Weet niet Als bezoekers teveel drinken moeten ze worden aangesproken door
8
medewerkers van de alcoholgebruiksruimte Medewerkers moeten in de gaten houden of het slecht met iemand gaat
8
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
8
We houden zicht op de gezondheid van de bezoekers aan de
8
alcoholgebruiksruimte Er is voldoende deskundigheid in de voorziening aanwezig om bezoekers
7
1
te helpen De sfeer tussen bezoekers en medewerkers is goed
8
Als iemand agressief is wordt er goed opgetreden
7
1
Alle vragen binnen de categorie personeel wordt positief beoordeeld. De stellingen over begrenzing van cliënten door medewerkers (optreden bij teveel drinken, gezondheid en agressie) worden door vrijwel alle medewerkers duidelijk bevestigend beantwoord. De medewerkers lijken hierin een belangrijk doel van hun werk in te herkennen. De sfeer tussen medewerkers en cliënten wordt als goed beoordeeld. Ook wordt aangegeven dat er voldoende deskundigheid aanwezig is om cliënten te helpen.
4. relatie tot de omgeving
Een alcoholgebruiksruimte beperkt overlast op straat
Ja
Nee
7
1
Weet niet
De respondenten geven aan dat het doel van overlast beperken op straat met de komst van de alcoholgebruiksruimte is behaald.
5. cliënt (autonomie, veiligheid en gezondheid). Ja
Nee
Weet niet
Bezoekers zijn zelf in staat te bepalen hoeveel ze drinken
1
5
2
Wanneer bezoekers gezondheidsklachten hebben geven ze dit aan
4
3
1
Een alcoholblaastest is onzin
3
4
1
Binnen drinken is beter dan buiten drinken
6
2
De alcoholgebruiksruimte is een ruimte waar cliënten zich veilig
8
kunnen voelen Het gaat over het algemeen beter met de gezondheid van bezoekers
6
2
sinds ze de alcoholgebruiksruimte bezoeken Bezoekers komen in de alcoholgebruiksruimte voor hun rust
6
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
2 9
Bezoekers komen in de alcoholgebruiksruimte voor de gezelligheid
6
2
Bezoekers komen in de alcoholgebruiksruimte voor hun sociale
6
2
Bezoekers drinken alleen minder dan samen met anderen
3
1
4
Bezoekers bespreken hun zorgen over hun gezondheid
5
2
1
contacten
De meeste medewerkers vinden dat bezoekers niet in staat zijn zelf te bepalen hoeveel ze drinken. Over een blaastest zijn de meningen verdeeld. Ook over het zelf aangeven van gezondheidsklachten zijn de meningen verdeeld. Dit heeft te maken met de individuele verschillen per cliënt.
De gebruiksruimte draagt bij aan de gezondheid van de cliënten, geven de medewerkers aan.
Op de vraag welke maatregelen worden genomen om gezondheidsklachten te beperken wordt door medewerkers (ook medisch personeel) geantwoord: een maximum aantal blikken bier, bepaling alcoholpromillage, thiamine-aanbod, vertrekken van maaltijd of het inschakelen van verpleegkundigen wanneer nodig. Slechts drie alcoholgebruiksruimten geven aan dat er medische personeel is aangesteld. De arts wordt over het algemeen bij de intake ingeschakeld, of op indicatie.
De meeste bezoekers komen in de alcoholgebruiksruimte voor gezelligheid en sociale contacten.
3. Focusgroepdiscussies cliënten
Er zijn 27 verschillende stellingen aan de cliënten voorgelegd. De stellingen zijn gekoppeld aan de hoofdthema’s: 1. organisatie & inrichting, 2. aanbod, 3. personeel en 4. relatie tot de omgeving en 5. cliënt (autonomie, veiligheid en gezondheid). De laatste categorie krijgt in de focusgroep de meeste aandacht. Cliënten konden bij elk van de stellingen middels het opsteken van een groene dan wel een rode kaart aangeven of zij het eens of oneens waren met de stelling. De verschillende opmerkingen zijn met een voicerecorder opgenomen en later meegenomen bij de verwerking.
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
10
3.1. Werkwijze Er is gekozen om de groepsdiscussie op twee verschillende locaties uit te voeren, in Deventer (D) en in Enschede (E), beide locaties van Tactus Verslavingszorg. Zodat eventuele verschillen in uitkomst kunnen worden meegenomen. De respondenten konden anoniem deelnemen aan het onderzoek. Rekening houdend met een korte spanningsboog, respondenten die onder invloed zijn en met de gemiddelde intellectuele capaciteiten van de doelgroep is er gekozen voor een vereenvoudigde vorm van een focusgroepsdiscussie.
3.2. Uitkomsten Uitkomsten per categorie organisatie & inrichting Ja Nee Weet niet Ik heb voordeel bij het drinken in de alcoholgebruiksruimte
Ik vind het goed dat er regels zijn in de alcoholgebruiksruimte
Ik ben tevreden over de regels
Ik ben tevreden over de openingstijden
Deze alcoholgebruiksruimte zit op een goede locatie
De alcoholgebruiksruimte is goed ingericht
E* 7
-
-
D
7
-
-
E
7
-
-
D
4
-
3
E
7
-
-
D
1
7
-
E
1
4
1
D
1
8
-
E
7
-
-
D
7
2
-
E
5
2
-
D
-
9
-
Enschede (E), Deventer (D)
De bezoekers geven unaniem aan voordeel te hebben bij de alcoholgebruiksruimte. Ook over de centrale ligging van de locaties zijn beide partijen zeer tevreden.
In Enschede is men zeer tevreden met de aanwezigheid en inhoud van de regels. In Deventer zijn de bezoekers zeer ontevreden.
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
11
In Enschede is de inrichting samen met cliënten tot stand gekomen. Over het algemeen is men tevreden over de inrichting binnen de voorziening. Wel wil men graag wat meer sfeerverlichting en wordt gesteld dat wanneer iemand moet gaan liggen, dit in een andere ruimte dient te gebeuren. Men wil wel graag dat er een raam open kan op de locatie en een betere beluchting(er mag gerookt worden in de voorziening). In Deventer is iedereen ontevreden over de inrichting . Luie stoelen en een tv worden gemist, het zou ouderwets ingericht zijn en er moeten meer stoelen en tafels komen.
Discussie ontstaat over de openingstijden in Enschede. Men vindt de basisopeningstijden goed, wil graag de donderdagavond en de zondag erbij. Verder wordt opgemerkt dat de sluiting van een uur tussen de middag te lang is en dat men ruim van te voren wil weten wanneer sluitingstijden aangepast worden. In Deventer is het grootste deel van de groep ontevreden over de openingstijden. De wens bestaat om 24 uur per dag beschikking te hebben over de alcoholgebruiksruimte, ook voor de cliënten die gebruik maken van de nachtopvang in het pand.
aanbod Ja Nee Weet niet Ik ben tevreden over het aanbod hier
E
6
1
-
D -
2
6
Ik zou liever hebben dat hier al bier is in plaats van dat ik het
E
3
3
1
zelf mee moet nemen
D 9
-
-
In Deventer geeft niemand expliciet aan tevreden te zijn over het aanbod. De meerderheid twijfelt over het antwoord. In Enschede zijn de meningen over het aanbod van alcohol binnen de ruimte verschillend. Men wil graag zijn eigen merk drinken, even goedkoop als in de winkel. Het zou wel gemakkelijk zijn om niet zelf de boodschappen te hoeven doen. In Deventer zou iedereen graag zien dat de alcohol in de ruimte aangeboden wordt in plaats van het zelf mee te moeten nemen tegen winkelprijs.
personeel Ja Nee Weet Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
12
niet Als bezoekers teveel drinken moeten ze worden aangesproken
E
7
-
-
door medewerkers van de alcoholgebruiksruimte
D 4
3
-
Medewerkers moeten in de gaten houden of het slecht met iemand
E
7
-
-
gaat
D 6
1
-
Ik vind dat hier goed op mijn gezondheid wordt gelet
E
6
-
1
D 1
1
6
E
6
-
1
D 7
2
-
E
3
3
1
D 2
4
2
E
1
1
4
D 4
4
1
Als ik hulp nodig heb dan krijg ik dat
De sfeer tussen de bezoekers en medewerkers is goed
Als iemand agressief is wordt er goed opgetreden
Het grootste deel van de bezoekers vindt dat ze de hulp krijgen die ze nodig hebben. De opmerkingen die gemaakt worden door de ontevreden bezoekers is dat de hulp sneller geboden kan worden. Er ontstaat discussie over de sfeer tussen medewerkers en cliënten evenals over het optreden van medewerkers bij teveel drinken en agressie. Men vraagt eenduidigheid, voorspelbaarheid en respect in het optreden van medewerkers.
In Enschede is men unaniem over de verantwoordelijkheid van medewerkers om bezoekers aan te spreken wanneer er te veel gedronken wordt. Medewerkers moeten ook in de gaten houden of het slecht met iemand gaat. Ook daar waar het gaat om gezondheid. In Deventer vindt men dat ook cliënten elkaar kunnen aanspreken.
relatie tot de omgeving
Als ik op straat drink ben ik anderen tot last
Als ik hier niet terecht kan, kan ik ergens anders heen.
Ja
Nee
Weet niet
E
-
7
-
D
-
7
-
E
6
1
1
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
13
D
3
4
1
Geen van de bezoekers vindt dat ze, wanneer ze op straat drinken, anderen tot last zijn. De bekeuring van € 90.- houdt hen tegen. Sommigen drinken stiekem op straat. Ongeveer de helft geeft aan nergens anders heen te kunnen om te drinken. Over alternatieven voor de alcoholgebruiksruimte wordt gezegd dat die er wel zijn, maar dat er geen plekken zijn waar men zich prettig voelt.
overige componenten Ja
Nee
Weet niet
Ik bepaal hoeveel ik drink
E
-
7
-
D
9
2
-
E
6
1
-
D
9
2
-
E
1
3
3
D
3
4
-
E
6
-
1
D
7
-
-
E
7
-
-
D
7
-
-
Het gaat beter met mijn gezondheid sinds ik in de
E
2
3
2
alcoholgebruiksruimte kom
D
5
2
-
In mijn eentje drink ik minder dan met anderen
E
3
3
1
D
8
1
-
E
6
1
-
D
9
2
-
E
4
1
2
D
4
5
-
E
3
2
2
D
4
2
1
E
7
-
-
Als ik gezondheidsklachten heb geef ik dat zelf aan
Een alcoholblaastest is onzin
De alcoholgebruiksruimte is een ruimte waar ik me veilig voel
Binnen drinken is beter dan buiten drinken
Als ik gezondheidsklachten heb geef ik dat zelf aan
Ik maak me zorgen over mijn gezondheid
Ik kom in de alcoholgebruiksruimte voor mijn rust
Ik kom in de alcoholgebruiksruimte voor de gezelligheid
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
14
Ik kom in de alcoholgebruiksruimte voor mijn sociale contacten
D
7
1
-
E
6
2
1
D
6
-
-
Het overgrote deel van de bezoekers laat weten dat ze zelf bepalen hoeveel ze drinken en zelf aangeven wanneer ze gezondheidsklachten hebben Over de alcoholblaastest wordt verschillend gedacht. Strekking van de opmerkingen is dat het personeel dit moet bepalen, dat het heel persoonlijk is, dat blazen is voor mensen die niet tegen drank kunnen en niet voor de persoon zelf. Iedereen of niemand. Het gaat om gedrag en niet om promillage.
Bezoekers vinden dat binnen drinken beter is dan buiten drinken. Ook voelt men zich veilig in de alcoholgebruiksruimte en geeft aan voordeel te hebben bij het drinken in de alcoholgebruiksruimte. Een persoon voelt zich niet veilig in de ruimte, de relatie met andere bezoekers staat soms onder spanning. De rest voelt zich veilig.
Bezoekers zeggen zelf aan te geven als ze gezondheidsklachten hebben, vinden over het algemeen wel dat er goed op hun gezondheid gelet wordt. Verschillende cliënten maken zich zorgen over hun gezondheid, maar het verband met alcohol wordt niet gelegd. De bezoekers die aangeven dat het beter met hun gezondheid gaat sinds ze in de alcoholgebruiksruimte komen duiden hier vooral op de afname van stress en spanning. Er wordt door de helft aangegeven dat er minder gedronken wordt alleen dan met anderen, de andere helft geeft juist het tegenovergestelde aan. Er wordt door enkele mensen gezegd dat ze meer drinken als het gezellig is (ook in de alcoholgebruiksruimte) Men wenst meer vitaminepillen, van A tot Z, ter bevordering van de gezondheid.
De meeste bezoekers komen in de alcoholgebruiksruimte voor gezelligheid en sociale contacten.
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
15
4. Focusgroepinterviews en schriftelijke interviews medewerkers Om de uitkomsten op de vragenlijsten en de perspectieven inhoudelijk uit te kunnen diepen zijn focusgroepdiscussies opgezet. Er zijn twee focusgroepdiscussies gedaan binnen de instelling Novadic-Kentron, op locaties in Breda en Eindhoven. De geplande focusgroepen bij de instelling Tactus konden niet doorgaan. De eerste was afgezegd wegens teveel afmeldingen, vervolgens werd de tijdsplanning te krap om nog opnieuw een focusgroep te plannen. Hierop is besloten om de deelnemers van de interne focusgroep via de email afzonderlijk op de stellingen te laten reageren. Hiermee zijn de meningen en ideeën geïnventariseerd: dit heeft verrassend veel informatie opgeleverd omdat dit zeer uitgebreid beantwoord is.
De stellingen zijn gerelateerd aan de in de inleiding genoemde perspectieven: het medisch verpleegkundig perspectief, het sociaal maatschappelijk perspectief en het perspectief van openbare orde & veiligheid.
4.1. Werkwijze Bij iedere stelling kregen de participanten een minuut de tijd om in stilte na te denken over het antwoord en hier aantekeningen over te maken, om vervolgens tegelijkertijd aan te geven of men het eens of oneens was met de stelling. Daarop volgde acht minuten per stelling om de mening toe te lichten en op elkaar te reageren. De focusgroepdiscussie werd met opgenomen met een voice recorder, zodat de gespreksleider zich kon concentreren op het gesprek.
De gebruikte stellingen zijn:
Medisch verpleegkundig 1A De verantwoordelijkheid voor het welzijn van de bezoeker ligt primair bij de bezoeker zelf 1B Somatische screening is voorwaarde voor toegang tot gebruiksruimte 1C Dagelijkse thiamineverstrekking is het minimale verpleegkundige aanbod 1D Bij voortschrijdende teloorgang moeten cliënten gedwongen worden tot behandeling
Sociaal maatschappelijk 2Absolute acceptatie van alcoholgebruik is noodzakelijk bij het exploiteren van een alcoholgebruiksruimte Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
16
2B Een alcoholgebruiksruimte moet voor cliënten qua sfeer en inrichting evenveel gezelligheid bieden als een kroeg. 2C Toegang tot de alcoholgebruiksruimte moet bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van leven van een cliënt
Openbare orde en veiligheid 3A Iedere alcoholist is welkom 3B Agressieve cliënten mogen niet worden geschorst want dan veroorzaken ze overlast op straat
4.2. Uitkomsten Novadic-kentron Eindhoven De locatie van de dagopvang is Kanaaldijk- Noord, gelegen op een industrieterrein een half uur lopen van het centrum. In totaal maken 80 man gebruik van de voorziening. Het aanbod op de locatie omvat de dagopvang (huiskamer), een rookruimte, een spuitruimte, de methadonpost, de alcoholgebruiksruimte, een rustruimte, casemanagers, bemoeizorg, en dagelijks een gratis maaltijd (koken door cliënten). Deelnemers aan de focusgroepdiscussie zijn twee verpleegkundigen en een medewerkster van de alcoholgebruiksruimte.
Eens
oneens
1A
1
2
1B
3
0
1C
3
0
1D
3
0
2A
2
1
2B
0
3
2C
3
0
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
17
3A
2
1
3B
0
3
Tabel Resultaten stellingen Eindhoven
Novadic-kentron Breda De locatie van de dag- en nachtopvang is het industrieterrein, op 100 meter van het centrum, direct naast de spoorlijn. De nachtopvang is van een andere instelling. Door Novadic-kentron wordt de alcoholgebruiksruimte, de spuitruimte, de rookruimte, de methadonpost en de individuele hulpverlening op deze locatie gedaan. Deelnemers aan de focusgroepdiscussie zijn een spv-er, een medewerker van de alcoholgebruiksruimte en de arts (komt later binnen, moet eerder weg) en laatste deel nog een spv-er.
Eens
Oneens
1A
3
0
1B
3
0
1C
3
1
1D
0
4
2A
3
0
2B
0
3
2C
2
1
3A
1
1
3B
1
1
Tabel Resultaten stellingen Breda
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
18
Tactus Almelo, Deventer en Enschede De stellingen zijn schriftelijk beantwoord en becommentarieerd door verschillende medewerkers: een psychiater, een verslavingsarts, een hoofd behandeling en twee verpleegkundigen.
Eens
Oneens
weet niet
1A
4
0
1
1B
3
2
0
1C
2
3
0
1D
1
2
2
2A
2
1
2
2B
0
5
0
2C
4
1
0
3A
2
3
0
3B
0
5
0
Tabel Resultaten stellingen Tactus
1A De verantwoordelijkheid voor het welzijn van de bezoeker ligt primair bij de bezoeker zelf. De meeste participanten en respondenten gaven aan het eens te zijn met deze stelling. Echter vrijwel allen geven hierbij ook aan dat daarbij wel gekeken moet worden naar in hoeverre een cliënt die verantwoordelijkheid ook kan dragen, en daarmee als hulpverlener medeverantwoordelijk zijn. Men geeft aan dat verslaving een stoornis is in de autonomie en daarmee bekeken moet worden wanneer er wel een stuk verantwoordelijkheid overgenomen moet worden. Er wordt ook aangegeven dat verantwoordelijkheid van het personeel voornamelijk in de motivering ligt, en de begrenzing van het gebruik. Huisregels en individuele afspraken zijn hierbij van belang. De verantwoordelijkheid helemaal overnemen ziet men als het andere uiterste, bijvoorbeeld wanneer ingegrepen moet worden met een IBS of RM. Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
19
1B Somatische screening is voorwaarde voor toegang tot gebruiksruimte. Ook hier geven de meeste participanten aan het eens te zijn met de stelling. De twee die het oneens zijn met de stelling geven aan dat het verminderen van overlast op straat een belangrijk doel is, en dat de drempel om in de alcoholgebruiksruimte te drinken niet te hoog moet worden. Ook wordt genoemd dat dit geen strenge voorwaarde hoeft te zijn maar dat de informatie ook via bemoeizorgachtige interventies kan worden verkregen, bv door observatielijsten. Toch wordt door de meesten het in kaart brengen van de alcoholschade om te kunnen zien in hoeverre dit achteruit gaat wel onderschreven, en ziet men deze voorwaarde niet als een hoge drempel voor cliënten. De screening zou ook vaker herhaald moeten worden om vooruitgang of achteruitgang te kunnen constateren. Men ziet het dan als een goed moment om met cliënten in gesprek te gaan, maar ook als manier om als gezondheidszorginstelling wel de verantwoordelijkheid te nemen voor het binnen de instelling toelaten van alcoholgebruik.
1C Dagelijkse thiamineverstrekking is het minimale verpleegkundige aanbod. Heel uitgebreid, probeer per thema kort te beschrijven, rest in bijlage Het grootste deel van de participanten geeft aan het hiermee eens te zijn: zij vinden thiamine een belangrijk aanbod om de tekorten ervan aan te vullen en als ingang tot contact en voorlichting. Degenen die het er niet mee eens zijn vinden dat het minimale aanbod meer moet zijn, en dat thiamineverstrekking een onderdeel kan zijn van bijvoorbeeld voorlichten over de gevolgen van alcoholgebruik. De wijze van thiamineverstrekking wordt ook ter discussie gesteld: veelal wordt er oraal voorgeschreven, maar injecties zouden effectiever zijn. Echter niet alle cliënten willen injecties. Daarnaast lijken ook veel cliënten de thiamine niet belangrijk te vinden, de oorzaak wordt gezocht in het gebrek aan voorlichting erover. Wat als verdere mogelijkheden tot minimale verpleegkundige zorg wordt genoemd: individuele voorlichting, motiverende gespreksvoering, BAC bepaling, CRA, (verplichte) warme maaltijden tussendoor, medische screening, leefstijladviezen, inventarisatie steunsysteem, inventarisatie van zingevende en maatschappelijke aspecten (zoals financiën, huisvesting).
1D Bij voortschrijdende teloorgang moeten cliënten gedwongen worden tot behandeling. De participanten zijn verdeeld in hun antwoorden, mede doordat de term teloorgang niet eenduidig wordt uitgelegd. De beslissingsvaardigheid van de doelgroep van de alcoholgebruiksruimte wordt wel als dilemma gezien. Het komt voor dat cliënten zich dood Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
20
willen drinken, maar alcoholafhankelijkheid wordt nog lang niet altijd gezien als reden voor een RM-aanvraag. De ideeën lopen ook uiteen hierover: enerzijds wordt aangegeven dat de BOPZ nog te terughoudend wordt toegepast, en dat hier binnen de verslavingszorg nog veel te winnen valt. Men zou voor een RM kunnen kiezen bij deze doelgroep zodat de cliënt in een nuchtere toestand een beslissing kan nemen over wat hij wil met zijn leven. Anderzijds wordt aangegeven dat, wanneer er geen wezenlijke ommekeer of verbetering in het leven van de cliënt te verwachten valt, men vindt dat deze procedure de cliënt niet mag worden aangedaan. Daarnaast wordt aangegeven dat dooddrinken binnen de alcoholgebruiksruimte bij wijze van palliatieve zorg niet uit te sluiten is. Het laten vervallen van de indicatie voor toegang tot de alcoholgebruiksruimte bij teloorgang wordt niet als alternatief gezien: men houdt cliënten liever in beeld. Daarnaast wordt samenwerking met justitie nog als mogelijkheid genoemd: door stapeling van zaken kan een cliënt die overlast veroorzaakt maar waarvoor een RM niet van toepassing is wel een mogelijkheid zijn om een negatieve spiraal (tijdelijk) te doorbreken.
2A Absolute acceptatie van alcoholgebruik is noodzakelijk bij het exploiteren van een alcoholgebruiksruimte. De meningen hierover zijn verdeeld. Er wordt door de meeste participanten een onderscheid gemaakt in acceptatie van een persoon met een chronisch alcoholprobleem en van zijn gedrag: men ziet graag een accepterende houding naar een persoon, maar niet van het gedrag. Hieraan wil men grenzen stellen of dit op andere wijze beïnvloeden. Abstinentie wordt voor velen als niet haalbaar gezien, maar verleiden tot behandeling wel als doel. De grenzen die de instelling stelt, worden gezien als bescherming van de cliënt. Cliënten zijn vaak zelf ook blij zijn met die grenzen, omdat men die vaak zelf niet kan bepalen. Manieren om grenzen te bepalen zijn bijvoorbeeld een maximaal promillage dat cliënten mogen blazen, of limiteren van hoeveelheden alcohol die mee naar binnen mogen.
2B Een alcoholgebruiksruimte moet voor cliënten qua sfeer en inrichting evenveel gezelligheid bieden als een kroeg. Alle participanten zijn het oneens met deze vraag. Het idee heerst dat de doelgroep het liefst wel een café met feestsfeer neer zouden zetten, en het daarmee te aantrekkelijk zou maken voor andere gebruikers. Voorop staat de mening dat een gebruiksruimte niet meer dan een gedoogplek is: veilig, droog, warm, rustig en hygiënisch, in ieder geval beter dan de straat. Een plek die kaal of steriel is, en die niet te aantrekkelijk moet zijn. Liefst rookvrij, geen Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
21
televisie. Er zou een gezellige, aantrekkelijke maar gebruiksvrije huiskamer met allerlei activiteiten, koffie, tosti’s etc. tegenover moeten staan. Aan de andere kant staat de mening dat de ruimte wel gezellig moet zijn, dat het een thuis moet zijn voor cliënten, een vorm van aandacht.
2C Toegang tot de alcoholgebruiksruimte moet bijdragen aan verbetering van de kwaliteit van leven van een cliënt. De meeste participanten geven aan het eens te zijn met deze stelling. Maar de doelen moeten niet te hoog gesteld worden, en bepaald worden door de cliënt zelf. Minder boetes krijgen, minder eenzaamheid of niet meer opgejaagd worden is dan een acceptabele verbetering van de kwaliteit van leven. De hulpverlening kan daar wel een eigen visie naast houden, en als verbetering zien dat cliënt bijvoorbeeld niet meer zorgmijdend is, meer gebruik maakt van andere zorg, rust en veiligheid vindt in de alcoholgebruiksruimte. Er wordt opgemerkt dat er tegelijkertijd verbetering en achteruitgang kan plaatsvinden, bijvoorbeeld dat cliënt niet meer wordt opgejaagd maar wel meer gaat drinken. Dit zou een reden kunnen zijn om de toegang te ontzeggen. Samen met cliënt moeten doelen gesteld en geëvalueerd worden.
3A Iedere alcoholist is welkom. Hierop antwoordt men verdeeld. Er zijn duidelijke ideeën over inclusiecriteria, zoals langdurig alcoholafhankelijk, dak-thuisloos, overlast veroorzakend, kwetsbare mensen, minimum leeftijd. Men is het erover eens dat iemand duidelijk tot de doelgroep moet behoren om een indicatie te krijgen, maar dat er ook individueel moet worden gekeken. Wanneer iemand wel een woning krijgt zou niet automatisch de toegang moeten worden ontzegd, wanneer de instelling verwacht dat die persoon uit het oog wordt verloren. Het doel van de alcoholgebruiksruimte zou leidend moeten zijn. Verder staat veiligheid van medewerkers en medecliënten voorop: cliënten die zich niet aan afspraken houden of de veiligheid van andere bezoekers en personeel ondermijnen zouden geen toegang moeten krijgen.
3B Agressieve cliënten mogen niet worden geschorst want dan veroorzaken ze overlast op straat. Vrijwel alle participanten zijn het hiermee oneens. Veiligheid van personeel en andere cliënten moet wel gewaarborgd zijn. Maar de verantwoordelijkheid van de instelling reikt verder dan de voordeur. Samenwerking met politie en andere ketenpartners is dan van belang. Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
22
Sanctioneren is soms onvermijdelijk, cliënten hebben hierin eigen verantwoordelijkheid. Grensoverschrijdend gedrag heeft consequenties. Bij voorkeur kort en “lerend” sanctioneren, en de cliënt zo mogelijk wel een alternatief bieden. De rest van de behandeling van de cliënt moet in de sanctie betrokken worden.
Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
23