Bijlage 2: Onderbouwing concept suppletieprogramma 20162019 1 Concept suppletieprogramma 2016-2019 n.a.v. toetsing basiskustlijn Uit de toetsing van de kustlijn blijkt dat de basiskustlijn (BKL) tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2021 op een aantal plaatsen wordt overschreden. Op basis van het uitvoeringskader suppletieprogramma zijn deze locaties onderverdeeld in: Locaties waar een zandsuppletie wordt voorgesteld. Locaties waar de BKL wordt overschreden, maar waar om diverse redenen (nog) geen zandsuppletie wordt voorgesteld. In de tabel op pagina 2 zijn alle locaties opgenomen waar tussen 1 januari 2016 en 1 januari 2021 naar verwachting een overschrijding van de BKL plaatsvindt. De locaties in de groene kolommen zijn opgenomen in het concept suppletieprogramma 2016-2019. De locaties in de grijze kolommen kennen een overschrijding van de BKL, maar zijn om verschillende redenen niet opgenomen in het concept suppletieprogramma 2016–2019. Vanaf pagina 3 vindt u per locatie een onderbouwing. De locaties die zijn opgenomen in het concept suppletieprogramma 2016-2019 worden in hoofdstuk 2 toegelicht. In hoofdstuk 3 wordt onderbouwd waarom de locaties in de grijze kolom niet zijn opgenomen in het concept suppletieprogramma 2016-2019. BKL bij Hoogwaterbescherminsprogramma Op locaties waar een versterking heeft plaatsgevonden vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma en waar de BKL nog moet worden herzien, is bij het beoordelen van de noodzaak van zandsuppleties in het suppletieprogramma 2016-2019 al zo veel mogelijk rekening gehouden met de nieuwe, meer zeewaarts gelegen BKL. Hierdoor kan het aangebrachte zandvolume van de versterking binnen het suppletieprogramma 2016-2019 in stand gehouden worden. Jaarlijkse actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 Er is nu circa 40% van de beschikbare 48 miljoen m3 meter zand gepland voor suppleties. De komende jaren worden in jaarlijkse „actualisaties‟ op basis van metingen en voortschrijdend inzicht stapsgewijs suppleties aan het programma toegevoegd, zodat in 2019 48 miljoen m3 zand geprogrammeerd is.
Pagina 1 van 16
Tabel 1: locaties waarbij de BKL overschreden wordt, op basis van uitvoeringskader en kustlijntoetsing 1 januari 2015 (opgenomen in kustlijnkaartenboek 2015). Opgenomen in programma 2016-2019
Niet opgenomen in programma 2016-2019
Kustvak
Naam kustvak
Kustvak
Naam kustvak
Ameland
Midden & Oost
Terschelling
Noordwest
Ameland
Noordwest
Vlieland
Oost (rond paal 52)
Vlieland
Oost
Texel
Eierlandse Dam
Vlieland
Havenstrand
Texel
Slufter
Texel
Midden
Noord-Holland
Den Helder
Texel
Zuidwest
Noord-Holland
Zwanenwater
Noord-Holland
Julianadorp
Noord Holland
Petten
Noord-Holland
Callantsoog
Noord-Holland
De Kerf
Noord-Holland
Bergen-Egmond
Noord-Holland
Raai 4125
Noord-Holland
Heemskerk
Rijnland
Waterleidingduinen
Rijnland
Katwijk
Rijnland
Noordwijk
Schouwen
Westkop
Rijnland
Nieuweplas
Walcheren
Domburg
Rijnland
Wassenaar
Walcheren
Westkapelse Zeedijk
Delfland
Scheveningen
Zeeuws-Vlaanderen
Nieuwvliet – Groede
Delfland
Kijkduin
Zeeuws-Vlaanderen
Herdijkte Zwarte Polder - Cadzand Bad
Delfland
Monster
Zeeuws-Vlaanderen
Cadzand Bad – Kievitte west
Goeree
Noordwest
Goeree
Westhoofd
Goeree
Zuidwest
Schouwen
Raai 148 Renesse
Schouwen
Renesse
Noord-Beveland
Onrustpolder
Walcheren
Oostkapelle
Walcheren
Westkapelle - Vlissingen
Zeeuws-Vlaanderen
Kom Breskens
Zeeuws-Vlaanderen
Waterdunen
Pagina 2 van 16
2: Onderbouwing locaties opgenomen in het concept suppletieprogramma 2016–2019 In dit hoofdstuk zijn de voorgenomen suppletielocaties voor het onderhouden van de Basiskustlijn (BKL) beschreven. In de overzichtskaart op pagina 2 staan alle suppletielocaties voor het suppletieprogramma 2016-2019. Vanaf pagina 3 volgt per suppletielocatie een korte motivatie, het globale ontwerp en de verwachtte uitvoeringsperiode. Ook worden de relevante Natura 2000 gebieden en beheerplannen genoemd, die in beschouwing zullen worden genomen bij de naleving van de Natuurbeschermingswet. Voor alle gebieden geldt dat: • Er sprake is van structurele erosie en verwacht wordt dat vóór 1 januari 2021 in één of meerdere raaien de BKL overschreden raakt. • Bestrijding van erosie van belang is voor behoud van aanwezige functies. Suppleties die gepland staan in de periode 2016/2017 worden, indien er geen zwaarwegende bezwaren in deze consultatieronde volgen, in juli 2015 definitief. Suppleties die vanaf 2017 zijn voorzien moeten worden beschouwd als een prognose, die in de komende jaren aan de hand van nieuwe metingen nog kan worden bijgesteld. De verdere detaillering van het ontwerp van de suppletie en de vergunningaanvragen vinden in de maanden voor de uitvoering plaats, in overleg met de belanghebbenden.
Pagina 3 van 16
Pagina 4 van 16
Ameland Midden & Oost (raaien nader te bepalen) Motivatie: Op Ameland Midden treedt structurele erosie op. Om de lokale functies te kunnen behouden moet deze structurele erosie gecompenseerd worden. Ervaring van voorgaande suppleties op Ameland Midden leert dat de levensduur van suppleties hier 4 tot 5 jaar is. De suppleties van 2010-2011 en 2015-2016 moeten naar verwachting in 2019-2020 weer aangevuld worden. Er wordt een vooroeversuppletie voorgesteld om de erosie onder water te compenseren en de achteruitgang van de ondiepe kustzone en het strand te beperken. Op Ameland Oost tussen km 17-23 treedt ook structurele erosie op. Omdat voor dit gebied vrijwel alleen natuurbelangen spelen is de afspraak (Provinciaal Overleg Kust Fryslan, 2000) dat strikte handhaving van de BKL hier niet noodzakelijk is. Structurele erosie wordt pas bestreden als de gemiddelde kustlijn tussen de trajecten km 17-20 of 20-23 structureel zeewaarts ligt ten opzichte van de BKL. De toetsresultaten van 1 januari 2015 laten zien dat de gemiddelde kustlijn tussen km 20-23 nu structureel landwaarts ligt ten opzichte van de BKL. Op basis van deze afspraak wordt voorgesteld om de suppletie van Ameland Midden door te trekken naar maximaal km 23. • • • •
Ontwerp: Vooroeversuppletie, 4.000.000 m3 Raaien: n.t.b. Uitvoeringsperiode: 2019-2020 Ecologie: N2000 gebied Noordzeekustzone
Ameland Noordwest (raaien nader te bepalen) Motivatie: Op Ameland Noordwest treedt al sinds begin jaren 90 structurele erosie op door het migreren van een strandhaak langs de kust. Om de lokale functies hier te kunnen waarborgen hoeft niet alle erosie gecompenseerd worden. Voor het gebied tussen km 1-7 zijn daarom afspraken gemaakt (Provinciaal Overleg Kust Fryslan, 1997) over het beheer van de BKL en de zeereep. Overschrijding van de BKL is hier in bepaalde mate acceptabel. Daarnaast hoeft er tussen km 3-5 niet in de zeereep te worden ingegrepen totdat deze gemiddeld circa 50 meter landinwaarts is verplaatst. Sinds 1990 is de kust ondanks enkele suppleties fors teruggeschreden. Tijdens de „sinterklaasstorm‟ van 2013 en de „januaristorm‟ van 2015 heeft op dit deel van de kust aanzienlijke (duin)afslag plaatsgevonden. In 2015 wordt de strandsuppletie uit het suppletieprogramma 2012-2015 uitgevoerd. Het doel van deze suppletie is het compenseren van de optredende erosie, waardoor ondermeer aanvullende bescherming voor de duinen wordt geboden. Gezien de ervaringen uit het verleden en de doorgaande erosie verwachten we dat nieuw onderhoud nodig is rond 2019–2020. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 1.800.000 m3 Raaien: n.t.b. Uitvoeringsperiode: 2019-2020 Ecologie: N2000 gebied Noordzeekustzone & duinen Ameland
Pagina 5 van 16
Vlieland Oost (inclusief Havenstrand) (raaien nader te bepalen) Motivatie: Op Vlieland Oost treedt structurele erosie op, waardoor op termijn de aanwezige functies in het geding komen. De suppletie van 2013 heeft nog onvoldoende bijgedragen aan het herstel van de kust. Vanwege de doorgaande erosie is een herhaalsuppletie in het suppletieprogramma 2016-2019 voorzien. Het havenstrand wordt hierbij meegesuppleerd(5460-5480). • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 1.000.000 m3 (incl 20.000 m3 Havenstrand) Raaien: nog nader te bepalen Uitvoeringsperiode: 2017-2018 Ecologie: N2000 gebied Noordzeekustzone & Duinen Vlieland
Texel Midden (raaien 1490-2111) Motivatie: Op het midden van Texel treedt structurele erosie op. Om de lokale functies te kunnen waarborgen moet de erosie gecompenseerd worden. In 2012 zijn een strand- en een lange vooroeversuppletie uitgevoerd. Ervaring van voorgaande suppleties leert dat de levensduur van suppleties hier circa 4 jaar is. Een herhaling van de vooroeversuppletie (4.000.000 m3) staat vanuit het suppletieprogramma 2012-2015 gepland in 2015-2016.. Vanuit het suppletieprogramma 2016-2019 is een strandsuppletie gepland in 2016-2017. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 1.000.000 m3 Raaien: 1490–2111. Uitvoeringsperiode: 2016-2017 Ecologie: N2000 gebied Noordzeekustzone & duinen en Lage Land Texel
Texel Zuidwest (raaien 900-1200) Motivatie: Door de structurele erosie kunnen lokale functies als recreatie, natuur en -op lange termijn ook- veiligheid in het geding komen. De suppletie van 2012 heeft niet in alle raaien de BKL kunnen herstellen. Daarom wordt een herhaling van deze suppletie gepland met een uitvoering in 2016-2017. De suppletie is dit keer kleiner in volume vanwege de beperkt beschikbare ruimte om het zand aan te brengen, zowel in de vooroever als op het strand. In de buitendelta verplaatst het Marsdiep zich op dit moment landwaarts. waardoor het Molengat opschuift richting de kust. De verwachting is dat op de lange termijn hier sedimentatie gaat plaatsvinden van zand, afkomstig uit de buitendelta. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 500.000 m3 Raaien: 900–1200 Uitvoeringsperiode: 2016-2017 Ecologie: N2000 gebied Noordzeekustzone & Duinen en Lage Land Texel
Noord-Holland Julianadorp (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: De kust bij Julianadorp is onderhevig aan structurele erosie door het opdringen van de getijdengeulen van het Marsdiep en het netto zandtransport naar het noorden. Compensatie van de optredende erosie is nodig om de functies van het gebied, waaronder lange termijn veiligheid, recreatie en natuur, te behouden. In dit suppletieprogramma wordt in 2019-2020 een vooroeversuppletie voorzien. Deze vooroeversuppletie wordt vanwege de beschikbare ruimte hoger in
Pagina 6 van 16
het onderwaterprofiel aangebracht dan de reguliere vooroeversuppleties van –5 meter NAP. • Ontwerp: Onderwatersuppletie, 1.500.000 m3 • Raaien: n.t.b. • Uitvoeringsperiode: 2019-2020Ecologie: N2000 gebied Noordzeekustzone
Noord-Holland Callantsoog (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: Bij Callantsoog treedt structurele erosie op. De structurele erosie is sinds 2003 toegenomen, doordat hier voor de veiligheid van de relatief smalle duinregel de kust is uitgebouwd met intensieve zandsuppleties. In de tweede toetsing van de primaire waterkeringen zijn de duinen van Callantsoog afgekeurd, omdat het veiligheidsoordeel rekentechnisch bepaald werd door de kustlijnligging van vóór de intensieve suppleties. De momentane veiligheid is door de intensieve suppleties wel degelijk op orde. In 2013 is een vooroeversuppletie van 2.000.000 m3 uitgevoerd. Op basis van de eerste monitoringsgegevens van deze vooroeversuppletie verwacht Rijkswaterstaat dat het nog enige tijd zal duren voordat deze suppletie voor aangroei van de strandzone zal zorgen. Daarom staat er een strandsuppletie (400.000 m3) gepland in 2015-2016. Verder staat in dezelfde periode een diepe vooroeversuppletie (1.000.000 m3) gepland. In 2015-2016 wordt de ligging van de BKL bij Callantsoog herzien. De nieuwe BKL-ligging moet ervoor gaan zorgen dat het zandvolume dat na 2006 aanwezig is,behouden blijft. Om de kustligging te laten voldoen aan de voorziene BKL ligging, wordtin het suppletieprogramma 2016-2019 voorgesteld om de strandsuppletie van 2015-2016 te herhalen in 2019-2020… • Ontwerp: Strandsuppletie, 400.000 m3 • Raaien: n.t.b. • Uitvoeringsperiode: 2019-2020 • Ecologie: Noordzeekustzone en Duinen Den Helder Callantsoog
Noord-Holland Bergen-Egmond (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: De structurele erosie bij Bergen en Egmond wordt grotendeels veroorzaakt doordat de BKL hier circa 30 meter zeewaarts ligt ten opzichte van de omgeving. Het compenseren van de structurele erosie is nodig voor het behouden van de bij beide dorpen aanwezige functies, waaronder veiligheid, buitendijkse bebouwing en recreatie. In 2010-2011 is een combinatie van een vooroever- en strandsuppletie uitgevoerd bij beide dorpen. Deze gecombineerde suppletie wordt herhaald in 2015. Gezien de lange ervaring met de levensduur van suppleties bij deze dorpen wordt er een vooroeversuppletie van 2.000.000 m3 opgenomen in het suppletieprogramma 2016-2019, met een uitvoering in 2019-2020. • • • •
Ontwerp: Vooroeversuppletie, 2.000.000 m3 Raaien: n.t.b. Uitvoeringsperiode: 2019-2020 Ecologie: Deels N2000 gebied Noordzeekustzone
Pagina 7 van 16
Noord-Holland Heemskerk (raaien 4575–5075) Motivatie: In 2011-2012 is een vooroeversuppletie bij Heemskerk uitgevoerd. De bijdrage van deze suppletie aan de ontwikkeling van het zandvolume in de BKLzone is onvoldoende gebleken om de BKL op alle raaien te herstellen. Een strandsuppletie van 1.000.000 m3 is daarom in het suppletieprogramma 20162019 opgenomen met een uitvoering in 2016-2017. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 1.000.000 m3 Raaien: 4575–5075 Uitvoeringsperiode: 2016-2017 Ecologie: Noord-Hollands duinreservaat
Rijnland Katwijk (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: De kust van Katwijk is in 2014 versterkt door het aanleggen van een dijk in duin constructie. Als onderdeel van deze versterking zijn ook het strand en de ondiepe vooroever uitgebouwd. De verbreding ten opzichte van de bestaande situatie bedraagt circa 90 meter. Een voorzien gevolg van deze versterkingswijze is dat er langere tijd (minimaal 20 jaar) sprake zal zijn van sterkere lokale erosie van de uitbouw. Deze lokale structurele erosie moet gecompenseerd worden om de lokale functies te behouden. Sinds de uitbouw is er een directe relatie tussen het aanwezige zandvolume en de veiligheid van de nieuwe waterkering, waardoor bestrijding van de erosie essentieel is. Daarom wordt er in de toekomst voor Katwijk een nieuwe BKL vastgesteld, die rekening houdt met het benodigde zandvolume voor de veiligheid. De voorziene suppletie houdt rekening met de ligging van een nieuwe BKL en de verwachtte levensduur van 4 tot 5 jaar van de aangebrachte zandige slijtlaag. • Ontwerp: Strandsuppletie, 400.000 m3 • Raaien: n.t.b. • Uitvoeringsperiode: 2018-2019 • Ecologie: Meijendel en Berkheijde
Schouwen Westkop (raaien A: 1044-1228 en B: 1445-1719) Motivatie: Op de Westkop van Schouwen treedt structurele erosie op. Door deze structurele erosie komen op termijn de functies van de kust in het geding. Naar aanleiding van deze erosie is in 2012 een strandsuppletie uitgevoerd op de Westkop van Schouwen. Vanaf 2015 zal de BKL door erosie weer overschreden raken. De voorgestelde strandsuppletie is, in overeenstemming met het convenant voor de pilot „Slimmer omgaan met zand op Schouwen‟, opgedeeld in twee delen; A (raai 1044-1228) en B (raai 1445-1719). In de pilot „Slimmer omgaan met zand op Schouwen‟ is afgesproken dat eenmalig het stuk kust tussen raai 1248 en 1425 niet gesuppleerd wordt ten behoeve van natuurontwikkeling en stikstof reductie. De ontwikkeling van de kust en de gevolgen van het niet uitvoeren van de suppletie, worden door Rijkswaterstaat onderzocht en geëvalueerd. Indien blijkt dat de teruggang van de kust ongewenste snel gaat, kan er voor gekozen worden de suppletie Schouwen Westkop te vergroten. Eventuele besluiten hierover worden genomen in overleg met de leden van de projectgroep van de bovengenoemde pilot op Schouwen.
Pagina 8 van 16
• Ontwerp: Strandsuppletie – A: 500.000 m3 – B: 700.000 m3 • Raaien: – A: 1044-1228 – B: 1445-1719 • Uitvoeringsperiode: 2016-2017 • Ecologie: beheerplan Voordelta en Kop van Schouwen
Walcheren Domburg (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: Bij Domburg treedt structurele erosie op. De structurele erosie wordt hier versterkt door de relatief zeewaarts gelegen ligging van de BKL ter hoogte van het dorp. Deze relatief zeewaartse BKL ligging is nodig voor de veiligheid van de bebouwing op het duin en de dijkring. Uit ervaring weten we dat de kust van Domburg gemiddeld eens per 3 tot 4 jaar moet gesuppleerd worden, omdat in die termijn de BKL wordt overschreden. Eind 2014 is een strandsuppletie uitgevoerd. In 2015-2016 wordt een vooroeversuppletie uitgevoerd ten behoeve van het kustfundament, waarbij onderzocht wordt of een vooroeversuppletie de levensduur van de strandsuppleties verlengt. De strandsuppletie moet naar verwachting rond 2019-2020 herhaald worden. Ontwerp: Strandsuppletie, 300.000 m3 • Raaien: n.t.b. • Uitvoeringsperiode: 2019-2020 • Ecologie: N2000-gebied Voordelta & Mantelingen van Walcheren
Walcheren Westkapelse Zeedijk (raaien nog nader te bepalen ) Motivatie: De Westkapelse Zeedijk is in 2008 versterkt door o.a. het verbeteren van de bekleding van de dijk en het verhogen/uitbouwen van de vooroever door een combinatie van een vooroever- en strandsuppletie. Een voorzien gevolg van deze versterkingswijze is dat er langere tijd (minimaal 20 jaar) sprake zal zijn van sterkere lokale erosie door de uitbouw. Door de uitbouw is er een directe relatie tussen het aanwezige zandvolume en de veiligheid van de Westkapelse Zeedijk. Daarom is bestrijding van de erosie hier essentieel. Voor een effectieve erosiebestrijding is in 2012 voor dit stuk van de kust een nieuwe BKL vastgesteld. Ook is de benodigde suppletiefrequentie de komende jaren hoger dan gemiddeld. Begin 2015 is een strandsuppletie uitgevoerd. In aanvulling op deze strandsuppletie wordt er in 2015/2016 een vooroeversuppletie ten behoeve van het kustfundament uitgevoerd vanuit het suppletieprogramma 2012-2015. In het suppletieprogramma 2016-2019 wordt er in 2019-2020 een strandsuppletie voorzien. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 400.000 m3 Raaien: n.t.b. Uitvoeringsperiode: 2019-2020 Ecologie: N2000-gebied Voordelta
Pagina 9 van 16
Zeeuws-Vlaanderen Nieuwvliet – Groede (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: De kust tussen Nieuwvliet en Groede in Zeeuws-Vlaanderen is in 2009 versterkt door het aanleggen van een duin voor de huidige dijk. Als onderdeel van de versterking zijn ook het strand en de ondiepe vooroever flink uitgebouwd. Een voorzien gevolg van deze versterkingswijze is dat er langere tijd (minimaal 20 jaar) sprake zal zijn van sterkere lokale erosie van de uitbouw. Door de uitbouw is er een directe relatie tussen het aanwezige zandvolume en de veiligheid van de nieuwe waterkering. Daarom is voor dit stuk van de kust in 2012 een nieuwe BKL vastgesteld. In het suppletieprogramma 2016-2019 wordt verwacht dat in 20192020 een herhaling van de strandsuppletie uit 2014 nodig is. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 400.000 m3 Raaien: n.t.b. Uitvoeringsperiode: 2019-2020 Ecologie: N2000-gebied Westerschelde en Saeftinghe & Vlakte van de Raan
Zeeuws-Vlaanderen Herdijkte Zwarte Polder – Cadzand-Bad (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: De kust bij de Herdijkte Zwarte Polder is in 2010 versterkt door het aanleggen van een duin voor de huidige dijk en het vergroten van een aanwezige strekdam. Als onderdeel van de versterking zijn ook het strand en de ondiepe vooroever flink uitgebouwd. Een voorzien gevolg van deze versterkingswijze is dat er langere tijd (minimaal 20 jaar) sprake zal zijn van sterkere lokale erosie van de uitbouw. Door de uitbouw is er een directe relatie tussen het aanwezige zandvolume en de veiligheid van de nieuwe waterkering. De BKL op deze locatie wordt daarom herzien en naar verwachting in 2016 opnieuw vastgesteld. Voordat de nieuwe BKL is vastgesteld, is er onderhoud nodig. In 2014 is er een strandsuppletie uitgevoerd die aansluit op de kustversterking bij Cadzand-Bad. Een herhaalsuppletie wordt in het suppletieprogramma 2016-2019 verwacht in 2019-2020. • • • •
Ontwerp: Strandsuppletie, 400.000 m3 Raaien: n.t.b. Uitvoeringsperiode: 2019-2020 Ecologie: N2000-gebied Westerschelde en Saeftinghe & Vlakte van de Raan
Zeeuws-Vlaanderen Cadzand – Kievitte West (raaien nog nader te bepalen) Motivatie: Door de structurele erosie komen de lokale functies, waaronder veiligheid en recreatie, in het geding. Om deze functies in stand te houden moet dit stuk kust geregeld gesuppleerd worden. Vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt op dit moment gewerkt aan de kustversterking van Cadzand. Onderdeel van deze versterking is het deels aanvullen van het strand naast de uitwateringssluis. In 2014 is er een strandsuppletie tussen raaien 1391-1467 uitgevoerd, die aansloot op deze versterking. Een herhaling van deze suppletie wordt voorzien in 2019-2020. Hiertoe zal te zijner tijd worden afgestemd met Waterschap Scheldestromen. Ontwerp: Strandsuppletie, 100.000 m3 • Raaien: n.t.b. • Uitvoeringsperiode: 2019-2020 • Ecologie: N2000-gebied Westerschelde en Saeftinghe & Vlakte van de Raan
Pagina 10 van 16
3: Onderbouwing locaties niet opgenomen in het concept suppletieprogramma 2016-2019 In dit hoofdstuk volgt een toelichting voor alle locaties waar volgens de toetsing 1 januari 2015 de BKL overschreden wordt of raakt vóór 1 januari 2021, maar waar geen suppletie is gepland. Per locatie zijn er één of meerdere redenen waarom er in het suppletieprogramma 2016-2019 geen suppletie wordt gepland. Belangrijkste redenen om geen suppletie te plannen zijn: Vanwege negatieve effecten op een bepaalde functie is een suppletie niet gewenst. Omdat er geen functies zijn die belang hebben bij een suppletie is een suppletie niet nodig. Omdat er wel sprake is van overschrijding maar niet van structurele erosie is een suppletie niet nodig. Naar verwachting zal voor een aantal van de onderstaande locaties op basis van nieuwe metingen en voortschrijdend inzicht alsnog een suppletie in het suppletieprogramma 2016-2019 voorgesteld worden. Als dit het geval is, wordt een locatie meegenomen in de jaarlijkse actualisaties van het suppletieprogramma.
Terschelling Noordwest (raaien 120-400, 600-760) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In het gebied spelen primair natuurbelangen. • Overschrijdingen van de BKL zijn al jaren aanwezig. Conform de regionale bestuurlijke afspraken (Provinciaal Overleg Kust) wordt flexibel omgegaan met overschrijdingen van de BKL. De natuur is hier gebaat bij een ongestoord verloop van de natuurlijke processen. Ingrijpen is pas nodig wanneer natuurbelangen worden geschaad. Dit is momenteel niet het geval. Ook andere functies zijn niet in het geding. • In meerdere raaien is de BKL wel overschreden maar treedt er aanzanding op. Het voorstel om niet te suppleren heeft geen invloed op de in de zomer van 2012 gemaakte afspraken over de voorgenomen ligging van de primaire waterkering. Vlieland Oost (raaien 5185-5212 en 5374) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Vanaf 2015 worden de eerste BKL overschrijdingen verwacht voor deze raaien. Echter, op de vooroever treedt aanzanding op. Het is de verwachting dat deze aanzanding een positief effect zal hebben op de ontwikkeling van de kust in relatie tot de BKL. Daarnaast zijn de overschrijdingen beperkt van aard. • In dit gebied spelen vooral recreatieve belangen, maar die zijn hier nog niet in het geding. Het voorstel om niet te suppleren heeft geen invloed op gemaakte afspraken over de nieuwe ligging van de primaire waterkering en de functie veiligheid. • In 2015-2016 wordt er tussen raai 5110 en 5360 een geulwandsuppletie uitgevoerd vanuit het meerjarenprogramma 2012-2015. Naar verwachting zal deze suppletie een positief effect hebben op de positie van de kustlijn.
Pagina 11 van 16
Texel Eijerlandsedam (raaien 2880-2937) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In 2012 is een strandsuppletie uitgevoerd. Er zijn twee Jarkusmetingen beschikbaar. De trend die volgt uit de toetsing 1 januari 2015 is hierdoor nog niet representatief voor het gebied. De verdere ontwikkeling van de suppletie uit 2012 wordt gevolgd tijdens de komende actualisaties van dit suppletieprogramma. • Er is op de ondiepe vooroever sedimentatie waarneembaar in de profielen. Texel Slufter (2420-2620) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In het gebied spelen primair natuurbelangen en extensieve recreatie (wandelaars), De functies komen nog niet in het geding. • Voor de dynamiek van de Slufter is het van belang dat de slufter open blijft. Een suppletie recht voor de slufter is daarom niet gewenst. Noord-Holland Den Helder (150) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Dit traject wordt gesuppleerd in 2015/2016 middels een strandsuppletie vanuit het suppletieprogramma 2012-2015. De ontwikkeling van deze suppletie wordt gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen in de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Noord-Holland Zwanenwater (raai 1544) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Vanaf 2017 wordt naar verwachting slechts één raai in beperkte mate overschreden. In het gebied spelen primair natuurbelangen (natuurgebied Zwanenwater). Voorgesteld wordt om de ontwikkeling van deze raai te volgen. De uitkomsten worden meegenomen in de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Noord-Holland Petten (raai 2023, Hondsbossche Pettemer Zeewering) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: Deze raai bevindt zich in het versterkingsgebied van de Hondsbossche Pettemer Zeewering. De zeewering is in 2014-2015 versterkt met zand vanuit het Hoogwaterbeschermingprogramma. Ten tijde van de kustmeting was deze versterking nog niet afgerond. De verwachting is dat door de uitgevoerde versterking de BKL op dit moment niet meer overschreden is. Noord-Holland De Kerf (raai 2923-3100) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In het gebied spelen primair natuurbelangen en extensieve recreatie (wandelaars). • Voor de natuur wordt het van belang geacht dat de Kerf open blijft. De ingang tot de Kerf verzandt van nature. Een suppletie versnelt dit proces waarschijnlijk en dit is niet gewenst. Noord-Holland (raai 4125) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Er wordt naar verwachting slechts één raai overschreden in 2018. • In het gebied spelen primair natuurbelangen en extensieve recreatie (wandelaars).
Pagina 12 van 16
Rijnland Noord Waterleidingduinen (raaien 7050–7100) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In het kusttraject tussen raai 7050-7100 zijn drie raaien licht overschreden. Deze overschrijdingen worden veroorzaakt door natuurlijke fluctuaties van de kust. Er is hier geen sprake van structurele erosie. Rijnland Noordwijk (raai 8100) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In 2013 en 2014 zijn respectievelijk een strand- en een vooroeverrsuppletie uitgevoerd. De uitvoering heeft dermate recent plaatsgevonden dat de gemeten BKL overschrijdingen niet representatief zijn voor de situatie. De verdere ontwikkeling van beide suppleties zal worden gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen in de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Rijnland (ter hoogte van Nieuweplas, raai 8950) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In het kusttraject tussen raai 8925-8975 zijn drie raaien waar de kustlijnligging rond de BKL schommelt. Raai 8950 wordt overschreden. Deze overschrijding en schommelingen worden echter veroorzaakt door natuurlijke fluctuaties van de kust. Er is geen sprake van structurele erosie. Rijnland Wassenaar (raai 9375) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Er is één raai waar de BKL wordt overschreden in 2017. De overschrijding is echter zeer beperkt. Er is op deze en de omringende raaien geen sprake van structurele erosie. Delfland Scheveningen (raaien 10025-10075) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Er is hier in 2015 een strandsuppletie uitgevoerd vanuit het suppletieprogramma 2012-2015. Omdat de verwachte levensduur van deze suppletie op de grens valt met het einde van het suppletieprogramma 20162019 wordt voorgesteld vooralsnog geen herhaling van deze suppletie op te nemen. De ontwikkeling van de suppletie zal worden gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van dit suppletieprogramma. Delfland Kijkduin (raaien 10338-10653) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In het kader van het kustversterkingsproject Delflandse kust is in 2009 de kust ter hoogte van Kijkduin zeewaarts versterkt. Sinds 2009 is er aanzienlijke erosie opgetreden. De optredende erosie is afgenomen door de afronding van de kustversterking in de naastliggende kustvakken. • Er is nog wel sprake van overschrijdingen, maarde verwachting is dat de zandmotor een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van dit deel van de kust levert. De toetsing van 1 januari 2015 laat een voorzichtige positieve ontwikkeling zien. Daarom wordt nu nog geen suppletie voorgesteld. • In 2015-2016 zal de BKL voor het noordelijke deel van het kustvak Delfland herzien worden. Daarbij wordt een nieuwe BKL vastgesteld die zorgt voor de instandhouding van de kustversterking. In het Kustlijnkaartenboek 2015 is de situatie op basis van de huidige BKL weergegeven en vinden er geen overschrijding van de BKL plaats. Echter, als rekening gehouden wordt met
Pagina 13 van 16
een nieuwe, meer zeewaartse, ligging van de BKL komt deze locatie naar voren als aandachtslocatie. De ontwikkeling van deze locatie wordt gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Delfland Monster (raaien 11469 en 11560) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In 2013 is een vooroeversuppletie uitgevoerd van raai 11400 tot raai 11800. Er wordt verwacht dat deze suppletie een positieve bijdrage gaat leveren aan de ontwikkeling van het zandvolume in deze raaien. De ontwikkeling van deze suppletie wordt gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Goeree Noordwest (raaien 1275-1502) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: Op de kust van Goeree treden zandgolven op. Deze zandgolven migreren met een snelheid van circa 100 meter per jaar langs de kust. Deze kustsectie bevindt zich momenteel in een eroderende fase van de zandgolf die op deze locatie in de jaren 1990 tot 2000 ‟aankwam‟. Verwacht wordt dat de migratie van de zandbanken ten westen van Goeree in de komende jaren een postieve bijdrage zullen leveren aan de ontwikkeling van dit stuk kust. De ontwikkeling van deze locatie wordt gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. • Door de tijdelijk optredende erosie komen nog geen functies van de kust in het geding. Goeree Westhoofd (raaien 1525-1600) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Vanuit het suppletieprogramma 2012-2015 staat er in 2015/2016 een strandsuppletie gepland van 500.000 m3 tussen raai 1525-1725. • Door de tijdelijk optredende erosie komen nog geen functies van de kust in het geding. • De ontwikkeling van deze locatie wordt gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Goeree Zuidwest (raaien 1800-1900) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In 2012 is op dit kusttraject de BKL herzien. De kustlijn ligt stabiel rond de BKL ligging. De overschrijdingen zijn beperkt. • Er is geen sprake van structurele erosie. Schouwen (raai 148 Renesse) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Er is slechts één raai waar in 2017 de BKL overschreden raakt. Voorgesteld wordt om de ontwikkeling van deze raai en de naastgelegen raaien te volgen. De uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019.
Pagina 14 van 16
Schouwen Renesse (raaien 357-454) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Vanuit het suppletieprogramma 2012-2015 staat er in 2015/2016 een strandsuppletie gepland (500.000 m3 ) tussen raai 222-469. • Naar verwachting zal na deze suppletie de erosie doorzetten en is herhaling van de suppletie nodig. De ontwikkeling van deze suppletie wordt daarom gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Noord-Beveland Onrustpolder (raaien 220-280) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In 2013 zijn een strand- en een geulwandsuppletie uitgevoerd. • Bij de Onrustpolder op Noord-Beveland treedt tussen de raaien 200–280 structurele erosie op door het „oprukken‟ van de Schaar van Onrust richting de kust. Dit kustvak is sinds de start van het suppletieprogramma (jaren 90) zeer regelmatig gesuppleerd. De ontwikkeling van de suppleties uit 2013 wordt gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Walcheren Oostkapelle (raaien 940 en 950) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Het kusttraject 900-1025, waaronder de raaien 940 en 950 vallen, wordt gekenmerkt door structurele erosie. Beide raaien worden naar verwachting in 2019 overschreden. De omliggende raaien worden echter pas overschreden na het suppletieprogramma 2016-2019. • Voorgesteld wordt om dit kusttraject en de ontwikkeling van beide raaien te volgen. De uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Walcheren Westkapelle-Vlissingen (raaien 2195-3226) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • Op dit traject zijn vanuit het suppletieprogramma 2012-2015 twee strandsuppleties gepland in 2015/2016 (tussen raai 2195-2694 en 29503458). • De ontwikkeling van deze suppleties zal worden gevolgd en de uitkomsten ervan worden meegenomen tijdens de komende actualisaties van het suppletieprogramma 2016-2019. Zeeuws-Vlaanderen Kom Breskens (raaien 11–71) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: • In de kom van Breskens blijkt de ligging van de BKL, die in 2011 is gewijzigd, niet duurzaam handhaafbaar zonder (zeer) frequente maatregelen. Een alternatief is om lokaal zand te verplaatsen. Deze oplossing past strikt genomen niet in de randvoorwaarden van het suppletieprogramma, maar is wel een oplossing die op korte termijn verkend wordt met de regio . • Daarnaast wordt deze locatie meegenomen in het traject “Herziening Basiskustlijn”.
Pagina 15 van 16
Zeeuws-Vlaanderen Waterdunen (raaien 324-421) Geen suppletie in programma 2016-2019, want: Het project Waterdunen wordt hier uitgevoerd.Rijkswaterstaat zal gezamenlijk met Waterschap Scheldestromen bespreken of het aanbrengen van zand in het kustvak van nut is met het oog op een nieuwe ligging van de BKL.
Pagina 16 van 16