Handleiding CogniTrain Bijlage: onderbouwing
Gericht op ouderen en valpreventie
Opleiding fysiotherapie Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra Januari 2011
Auteurs
Shirley Meuldijk
[email protected] Yoeri Veenstra
[email protected]
Opdrachtgevers
Jules Alberga & Tom de Boer Fysiotherapie Oosterpark Blasiusstraat 130 1291 CZ Amsterdam
[email protected]
Docentbegeleider
H. Helmes Hogeschool van Amsterdam Tafelbergweg 51
[email protected]
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Voorwoord Dit document is een tweede deel van de beroepsopdracht van studenten fysiotherapie Shirley Meudijk & Yoeri Veenstra. De beroepsopdracht is gemaakt in opdracht van de Hogeschool van Amsterdam. De externe opdrachtgevers zijn de ontwikkelaars van het CogniTrain concept, Jules Alberga en Ton de Boer. Onze coach vanuit de Hogeschool van Amsterdam is Hugo Helmes. Met veel plezier en interesse hebben wij de afgelopen periode aan deze opdracht gewerkt. We zijn erg blij met de samenwerking tussen en ‘scherpe feedback’ van Jules en Ton. Bedankt dat wij een bijdrage hebben mogen leveren aan deze manier van trainen! Ook dank aan onze coach die vanuit school met een kritische blik naar ons product heeft gekeken. Verder willen wij onze vrienden en familie bedanken voor hun hulp en natuurlijk onze opa en oma’s die ons hebben geholpen als testpersonen.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 3
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Inleiding Voor u ligt de bijlage van de trainershandleiding van CogniTrain bij de module ouderen & valpreventie; de verantwoording. Dit document is in twee delen opgebouwd. - Het eerste deel bestaat uit een uitleg van onze samenwerking, werkwijze en totstandkoming van deze afstudeeropdracht. Hierin staat beschreven wie er betrokken waren en welke stappen we ondernomen hebben. - Het tweede deel is een onderbouwing van de trainershandleiding van CogniTrain gericht op ouderen en valpreventie. In dit deel onderbouwen wij de keuze van de oefeningen en de manier van trainen. Ook zullen wij ingaan op de inclusie en exclusiecriteria en geven wij het belang van valpreventietraining bij ouderen aan.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 4
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Inhoudsopgave INLEIDING ...................................................................................................................................................................4 INHOUDSOPGAVE.....................................................................................................................................................5 PROBLEEMSTELLING ............................................................................................................................................6 DE OPDRACHT ..............................................................................................................................................................6 METHODE ....................................................................................................................................................................6 Werkgroep ...............................................................................................................................................................6 Werkwijze ................................................................................................................................................................7 ONDERBOUWING COGNITRAIN .........................................................................................................................8 ANALYSE VAN HET GEZONDHEIDSPROBLEEM .........................................................................................9 INCIDENTIE/PREVALENTIE ..........................................................................................................................................9 GEVOLGEN VAN VALINCIDENTEN OP OUDEREN........................................................................................................9 GEVOLGEN VAN VALINCIDENTEN OP DE MAATSCHAPPIJ ..........................................................................................9 DE VOORDELEN VAN EEN VALPREVENTIEPROGRAMMA .........................................................................................10 DE BELANGEN VAN VALPREVENTIETRAINING OP OUDEREN ..................................................................................10 DE BELANGEN VAN VALPREVENTIETRAINING OP OUDEREN ..................................................................................10 INCLUSIE- EN EXCLUSIECRITERIA................................................................................................................11 INCLUSIECRITERIA .....................................................................................................................................................11 Minimaal 15 minuten aaneenvolgend en zelfstandig kunnen lopen..................................................................11 Goede algemene gezondheid.................................................................................................................................11 EXCLUSIECRITERIA ....................................................................................................................................................11 Ernstige long- en vaataandoeningen...................................................................................................................11 Parkinsonpatiënten ...............................................................................................................................................11 MULTIFACTORIELE INTERVENTIES.............................................................................................................12 TRAININGSPARCOURS EN LOSSE OEFENINGEN. ....................................................................................13 1. Groeps-, en individuele training .....................................................................................................................13 2. Functionele ADL training ...............................................................................................................................13 DISCUSSIE..................................................................................................................................................................14 MATE VAN BEWIJSKRACHT..............................................................................................................................15 BRONVERMELDING ...............................................................................................................................................16
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 5
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Probleemstelling In 2007 hebben Jules Alberga en Ton de Boer het CogniTrain concept ontwikkeld. Tientallen fysiotherapiepraktijken, ziekenhuizen en professionele voetbalclubs maken hedendaags gebruik van CogniTrain. CogniTrain is echter bij nogmeer verschillende doelgroepen te gebruiken, hierdoor ontstond er behoefte aan oefenvoorbeelden. Er is eerder al een module kinderfysiotherapie met CogniTrain ontwikkeld en tevens is er een module sportrevalidatie met CogniTrain in ontwikkeling. Om het product completer te maken wilden de ontwikkelaars van CogniTrain er ook een module gericht op ouderen & valpreventie aan toevoegen. Met dit laatste onderwerp hebben wij ons de afgelopen periode beziggehouden.
De opdracht De afgelopen periode hebben wij ons met de volgende opdracht beziggehouden: - Schrijf een trainingshandleiding gericht op het CogniTrain concept oefenvoorbeelden die toepasbaar zijn op de doelgroep ouderen & valpreventie.
met
Methode Allereerst hebben wij de volgende vraagstellingen opgesteld om ons meer te verdiepen in het CogniTrain concept: 1. Wat is CogniTrain? 2. Wat is valpreventie? a. Zijn er al valpreventieprogramma’s? b. Waar moeten we op letten bij het opstellen van een valpreventieprogramma? c. Wat is de doelgroep? d. Wat is de meerwaarde van valpreventieprogramma’s? e. Wat is de meerwaarde van CogniTrain bij valpreventieprogramma’s 3. Hoe is de trainbaarheid van ouderen a. Waar moet je op letten bij het trainen van ouderen? 4. Hoe stel je een handleiding op? a. Wat is belangrijk in een handleiding? 5. Hoe leggen we de oefenvoorbeelden vast? a. Hoe leggen we de oefeningen duidelijk uit? b. Hoe kunnen we een duidelijk voorbeeld maken? Aan de hand van de gevonden informatie van deze lijst met vraagstellingen, zijn wij op sommige punten nog verder gaan zoeken naar informatie. Zo hebben wij ons specifieker gericht op de belangen en meerwaarde van valpreventietrainingen. Daarnaast hebben wij ons verder verdiept in de manier van trainen bij ouderen om een zo goed mogelijk resultaat uit de valpreventietrainingen te halen met CogniTrain.
Werkgroep Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra vormen samen de opdrachtnemers. Zij zijn beide derdejaars fysiotherapiestudenten aan de Hogeschool van Amsterdam. Jules Alberga en Ton de Boer vormen samen de opdrachtgevers. Zij zijn de ontwikkelaars van het CogniTrain Concept. Jules Alberga is daarnaast werkzaam in fysiotherapiepraktijk Oosterpark in Amsterdam. Hugo Helmes is afgelopen periode coach geweest van de opdrachtnemers Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra. Hugo Helmes is werkzaam als docent Fysiotherapie aan de Hogeschool van Amsterdam.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 6
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Werkwijze Na het lezen van alle beroepsopdrachten die wij konden gaan uitvoeren aan het begin van de periode, hebben wij CogniTrain als eerste keuze gesteld. Er waren twee onderwerpen vanuit CogniTrain waaruit gekozen kon worden, namelijk sportrevalidatie en ouderen en valpreventie. Ons eerste keus was de doelgroep sporters, maar deze opdracht werd helaas aan een ander tweetal gegeven. Achteraf zijn wij erg blij dat wij het onderwerp ouderen en valpreventie hebben gekregen, aangezien wij hier beide niet zoveel van afwisten. Tijdens een eerste bijeenkomt met de externe opdrachtgevers Jules Alberga en Ton de Boer kregen we een goede uitleg over de opdracht en de inhoud van het concept CogniTrain. Samen met de groep die de module sportrevalidatie uitvoert, hebben we een PowerPoint presentatie en demonstratie gekregen over CogniTrain. Vervolgens hebben wij zelf ook ondervonden hoe het is om met CogniTrain te trainen. Na deze bijeenkomst gingen wij erg enthousiast met de opdracht aan de slag. In de daaropvolgende weken zijn we gestart met het uitwerken van onze vraagstellingen. We hebben veel informatie opgezocht over het trainen van ouderen en het belang hiervan. Ook zijn we ons gaan verdiepen in valpreventieprogramma’s die al op de markt zijn. Al na een simpele zoektocht bleken dit er honderden te zijn. Velen programma’s waren echter niet wetenschappelijk onderbouwd. Nadat we voldoende informatie hadden gevonden, zijn wij verder gegaan met de volgende stap. Het bedenken en uitwerken van verschillende oefeningen. In het begin was het nog vrij lastig om de bedachte oefeningen te koppelen aan het concept CogniTrain, maar na enkele keren ging dit al een stuk beter. Dit kwam mede door de vele en goede contacten met de opdrachtgevers. Wij hebben zowel telefonisch, over mailverkeer en persoonlijk contact gehad in de afgelopen periode. Daarnaast hebben wij de voortgang naar de coach op school gestuurd. Hij heeft ons vervolgens via de mail en tijdens bijeenkomsten feedback gegeven. In december heeft Yoeri helaas twee keer een week in het ziekenhuis moeten verblijven en is uiteindelijk geopereerd aan zijn klachten. Deze twee weken konden wij gelukkig goed opvangen door de grote voorsprong die wij de weken daarvoor hadden opgebouwd. Door de hoeveelheid contactmomenten per week iets te verhogen en de duur van de contactmomenten iets in te korten, kon Yoeri het fysiek goed bijhouden. Wij hebben dan ook geen achterstand opgelopen en gelukkig is Yoeri goed hersteld. Eind december hebben wij de eerste versie van de handleiding met voorbeeldoefeningen naar de opdrachtgevers en coach gestuurd. In januari hebben wij de feedback ontvangen en zijn wij hier meteen hard mee aan het werk gegaan. In dezelfde week zijn wij ook begonnen met het uittesten van de oefeningen op ouderen. De proefpersonen waren onze opa’s en oma’s. De oefeningen hebben wij vervolgens voor een deel in een sportschool en voor een deel in een verpleeghuis gefilmd en er zijn foto’s genomen. Wij zijn erg trots op het uiteindelijke resultaat wat wij hebben bereikt!
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 7
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Onderbouwing CogniTrain In 2007 is in opdracht van Jules Alberga en Ton de Boer door studenten fysiotherapie van de Hogeschool van Amsterdam een gebruikershandleiding geschreveni voor CogniTrian. Hierin wordt de algemene toepasbaarheid van het product CogniTrain beschreven en onderbouwd. De onderbouwing van het trainingsconcept van CogniTrain: het terugwinnen van het automatisme tot bewegen d.m.v. cognitieve afleiding en scherpe feedback is hier uitvoerig in onderbouwd. Voor meer informatie hierover verwijzen wij naar deze scriptie1. In het stuk hieronder onderbouwen wij de manier van trainen met CogniTrain bij het trainen van ouderen en valpreventie. Bij het trainen van ouderen voor valpreventie is het belangrijk dat dit zo functioneel mogelijk gebeurd, dat wil zeggen ADL gerichtii. Bij een afnamen van ADL activiteiten en verminderde lichamelijke activiteit neemt het risico op vallen toe. De Vreede (2006) heeft een onderzoek gedaan naar het effect van ADL training vergeleken met spierversterkende oefeningen bij zelfstandig wonende oudere vrouwen(60+). Aan het einde van de trainingsperiode had de functiegroep een betere score dan de weerstandgroep. Zelfs na 6 maanden waren de scores van de functiegroep hetzelfde terwijl deze bij de weerstandgroep waren afgenomeniii. Met CogniTrain wordt er getraind op het uitvoeren van dubbeltaken. Uit onderzoek blijkt dat wanneer een deelnemer dubbeltaken krijgt bij het uitvoeren van oefeningen één taak geautomatiseerd wordt.iv Bij CogniTrian trainen de deelnemers een motorisch taak, gericht op valpreventie en krijgen hierbij cognitieve afleiding via opdrachten van de DVD. De motorische opdracht wordt hierdoor geautomatiseerd, omdat de deelnemer zich tijdens de uitvoering zal concentreren op de cognitieve cue1.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 8
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Analyse van het gezondheidsprobleem In Nederland vallen naar schatting per jaar ongeveer 1 miljoen ouderen van 65 jaar en ouderen.v De gevolgen van een val hebben een grote impact. Er zijn gevolgen voor de persoon zelf maar ook voor de maatschappij. In het stuk hieronder gaan wij hier verder op in.
Incidentie/prevalentie Tabel1: Aantal overledenen bij de mannenvi
Jaartal Totaal aantal overledenen Overledenen door accidentele val Percentage
1996
2000
2005
2007
2008
69008
68773
66362
64797
64902
588 0,85%
635 0,92%
806 1,21%
835 1,29%
838 1,29%
1996
2000
2005
2007
2008
68553
71754
70040
68225
70234
1017 1,48%
1040 1,45%
1155 1,65%
1184 1,74%
1255 1,79%
Tabel 2: Aantal overledenen bij de vrouwen6
Jaartal Totaal aantal overledenen Overledenen door accidentele val Percentage
Gevolgen van valincidenten op ouderen Vallen vormt een groot gezondheidsprobleem bij ouderen, omdat het veel voorkomt en ernstige gevolgen met zich meebrengt. Ongeveer 10% van de valpartijen bij ouderen leidt tot ernstige letsels, waaronder heupfracturen (1-2%), andere fracturen (3-5%) en letsel van de weke delen en hoofdtrauma (5%).vii Bijna een kwart (23,5%) van de ouderen die zijn gevallen, maakt gebruik van de gezondheidszorg (huisarts, fysiotherapie, opname in een ziekenhuis of verpleeghuis).5 Aangezien vooral heupfracturen gepaard gaan met een hoge mortaliteit en een hoge kans op blijvende afhankelijkheid, is het van groot belang dat het aantal valincidenten (die leiden tot ernstige letsels) wordt gereduceerd. Behalve lichamelijk letsel kan een valpartij ook psychosociale gevolgen hebben, zoals sociale isolatie en valangst.viii-ix Door de angst en onzekerheid om opnieuw te vallen, gaan de ouderen steeds minder bewegen, terwijl dit juist zo belangrijk is om te blijven volhouden. Immobiliteit gaat op den duur gepaard met een afname van de bodmineraaldichtheid (BMD) en een vermindering van functies van het houding- en bewegingsapparaat, zoals een afgenomen spierkracht en coördinatie.x Een vermindering van de spierkracht, coördinatie, mobiliteit van gewrichten en een verminderd balans bij ADL activiteiten leiden op hun beurt weer tot een verhoogde valkans.10
Gevolgen van valincidenten op de maatschappij Per jaar worden er ongeveer 89.000 ouderen behandeld op de spoedeisende hulp na een val en worden er 28.900 opgenomen in het ziekenhuis.5 Na een operatie heeft de patiënt vaak revalidatie nodig en verblijft hij mogelijk nog in een revalidatiecentrum of verpleeghuis. De kosten hiervan en de uren die zorgprofessionals betrokken zijn bij het herstel van de patiënt zijn hier nog niet bij berekend. Een valpreventieprogramma zou de kans op vallen bij oudere kunnen afnemen. Minder valincidenten betekent namelijk minder hoge kosten. De heupfractuurkost, inclusief negen maanden nazorg, bedroeg gemiddeld € 13.600 per patiënt. Naast heupfracturen hadden ook de minder ernstige letsels zoals kneuzingen, schaafwonden en open wonden een belangrijke economische Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 9
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
impact. Deze twee laatste categorieën vormden, met een gezamenlijk aandeel van 20% van het totaalbedrag gespendeerd aan ongevallen, de tweede belangrijkste kostengroep. Van alle kosten die in deze studie in rekening gebracht werden, kon 44% toegeschreven worden aan valincidentenxi
De voordelen van een valpreventieprogramma Inmiddels is overtuigend aangetoond dat zowel het aantal valincidenten als het aantal botbreuken dat hiervan het gevolg is, beïnvloed kan worden door valpreventie trainingen. Het effect van valpreventietraining is vooral toe te schrijven aan een betere loopvaardigheid (met name het beter leren vermijden van obstakels). De toegenomen balans als gevolg van de training lijkt hierin een rol te spelen (Province et al., 1995). Looptraining is een vast onderdeel geworden in een dergelijk valpreventieprogramma en brengt veel voordelen met zich mee. De angst voor beweging neemt af en de deelnemers zullen minder geforceerd bewegen. Angst verhoogt namelijk de algehele stijfheid door cocontractie van de musculatuur (Adkin et al., 2002; Gage et al., 2003). Door al deze factoren verbetert de looptechniek, waardoor de valincidentie afneemt.xii
De belangen van valpreventietraining op ouderen Bijna een derde van de ouderen rapporteert een afname in het lichamelijk functioneren als gevolg van de laatste val, 17% is sociaal minder actief, en 15% is lichamelijk minder actief. Uiteindelijk kan dit zelfs leiden tot verlies van zelfstandigheid. Aangezien er overtuigend is aangetoond dat het aantal valincidenten en het aantal fracturen dat tijdens een val opgelopen wordt, beïnvloed kan worden door valpreventietraining, is het van belang dat de ouderen hier veelvuldig mee in aanmerking komen.10-11 Valpreventietraining heeft verschillende positieve effecten op de ouderen. Zo zijn zij minder angstig en onzeker om te vallen en ontwikkelen zij een betere loopvaardigheid. De stimulatie om te blijven bewegen heeft een positief effect op de BMD. Er is echter beperkt bewijs dat de positieve effecten van lichamelijke activiteit de kans op fracturen verminderd.10 Al deze factoren spelen een rol bij een actief en zelfstandig leven. Doordat zij langer zelfstandig kunnen deelnemen aan het dagelijks leven, raken zij ook minder snel sociaal geïsoleerd. Het belangrijkste doel dat men uiteindelijk probeert te bereiken met valpreventietraining is natuurlijk het verminderen van de valincidenten. De kans op fracturen en overige letsels wordt hierdoor ook gereduceerd. Dit leidt er uiteindelijk toe dat de ouderen langer zelfstandig kunnen blijven wonen en dat een verhuizing naar een verzorgings- of verpleeghuis minder snel noodzakelijk is.10-11
De belangen van valpreventietraining op ouderen Zoals beschreven is in de gevolgen van vallende ouderen, zou het de maatschappij veel geld besparen als er minder ouderen vallen en daardoor minder in het ziekenhuis terecht komen. De kans dat ouderen langer zelfstandig kunnen blijven zou hierdoor ook kunnen toenemen. Wanneer ouderen een val maken het dit vaak het gevolg dat zij sneller lichamelijk achteruit gaan en functies in ADL gaan verliezen. Het gevolg is vaak dat zij in een revalidatie of verpleeghuis terechtkomen.xiii Een patiënt kan misschien niet altijd terugkeren naar huis. Een verder voordeel is dat valpreventie niet alleen help tegen vallen. Doordat ouderen een trainingsprogramma volgen is er ook kans dat zij fitter worden en socialer.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 10
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Inclusie- en exclusiecriteria De valpreventie trainingen van CogniTrain zijn opgesteld voor een brede doelgroep. Dit geldt voor de trainers als voor de deelnemers hiervan. De kennis, diplomering en ervaring van de trainers (dit kunnen CIOS afgestudeerde, fysiotherapeuten of dokters zijn) kan erg verschillen. Het is daarom belangrijk dat de trainer van te voren een goed beeld heeft van de patiënt en zijn medische gezondheid. Als een trainer geen goed beeld van de patiënt heeft, wordt aangeraden om medisch advies te vragen van een medische onderbouwde gezondheidsprofessional. Deze zal de deelnemers screenen en bij een pluis gevoel overlaten aan de trainer.
Inclusiecriteria Minimaal 15 minuten aaneenvolgend en zelfstandig kunnen lopen Er is gekozen voor de inclusiecriteria minstens van 15 minuten aaneenvolgend en zelfstandig lopen, om de veiligheid van de oefeningen te kunnen waarborgen. Aangezien veel oefeningen bestaan uit stap- en loopvormen, is het belangrijk dat de deelnemers de oefeningen veilig kunnen blijven uitvoeren. Ook kunnen zij meerdere oefeningen en parcours uitvoeren tijdens een trainingssessie. Dit betekend echter niet dat personen die minder dan 15 minuten aanvolgend kunnen lopen en toch valpreventietraining willen volgen, helemaal niet in aanmerking komen. Zij kunnen de oefeningen ook uitvoeren, maar dan op een aangepaste wijze. Er kunnen bijvoorbeeld minder oefeningen achter elkaar worden uitgevoerd en meer rustpauzes worden ingelast. De inclusiecriteria 15 minuten aaneenvolgend is opgesteld als advies om de veiligheid van het programma en de deelnemers te waarborgen. Het is daarnaast de keuze van de trainer om te bepalen of een deelnemer de oefeningen veilig kan uitvoeren. Er worden geen criteria gesteld aan loophulpmiddelen. De oefeningen uit de handleiding zijn merendeels gericht op deelnemers zonder loophulpmiddelen. Echter zijn er ook verschillende oefeningen te bedenken voor deelnemers met bijvoorbeeld een rollator. In de handleiding staan dan ook enkele voorbeelden met een rollator beschreven.
Goede algemene gezondheid De algemene gezondheidstoestand van ouderen is van groot belang bij valpreventietraining. Dit bepaalt in hoeverre de deelnemer zelf fysiek belastbaar is, bijvoorbeeld als gevolg van chronische ziekte of mobiliteitsproblemen.xiv
Exclusiecriteria Ernstige long- en vaataandoeningen Veel cardiovasculaire aandoeningen kunnen een aanleiding zijn tot een hoger valrisico, omdat zij aanleiding kunnen geven tot duizeligheid en orthostatische hypotensie5 Daarnaast hebben deelnemers met ernstige long- en vaataandoeningen over het algemeen een verminderd algemeen uithoudingsvermogen. Om de veiligheid van de oefeningen te waarborgen, is ervoor gekozen deze aandoeningen tot de exclusiecriteria te laten horen.
Parkinsonpatiënten Wij kiezen ervoor om Parkinson-patiënten duidelijk te vermelden bij de exclusiecriteria gezien het feit dat het uitvoeren van dubbeltaken bij deze patiëntengroep veel onveiligheid met zich meebrengt.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 11
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Bij het gelijktijdig uitvoeren van meerdere taken tegelijkertijd (dubbeltaken) kunnen parkinsonpatiënten niet aan alle taken volledige aandacht schenken. Parkinson-patiënten hebben veelal gericht aandacht nodig om ‘automatische bewegingen’, zoals lopen, veilig uit te voeren. Veel Parkinson-patiënten hebben daarom problemen met het uitvoeren van dubbeltaken. Het vermijden van dubbeltaken, zowel tijdens de behandeling als in het dagelijks leven, vergroot de veiligheid van mensen met de ziekte van Parkinson en vermindert valincidenten.xv
Multifactoriele interventies Onderzoeken naar de effectiviteit van valpreventie trainingen zijn vaak gericht op multifactoriële interventies. Dat wil zeggen dat de onderzoeken zich richten op meerdere mogelijke oorzaken die behandeld kunnen worden bij het reduceren van valincidenten. Dit is te verklaren door de vele mogelijke oorzaken voor valincidenten bij ouderen.5 De CBO richtlijn valpreventie (2004) meldt dat recent onderzochte multifactoriele interventies, combinaties van aanpassingen in de omgeving, bewegingsoefeningen, behandeling van klachten en ziekte, aanbieden en aanpassen van hulpmiddelen, beoordeling en aanpassing van de medicatie en het gebruik van heupprotectoren betreffen. Ray et al. onderzochten in 1997 een multifactoriële interventie, waaruit bleek dat de interventieroep een significant lager aantal vallers (namelijk 19%) had, in vergelijking met de controlegroep. Jensen et al. vonden in 2002 significant minder bewoners met valongevallen in een multifactoriele interventiegroep (44%) in vergelijking met de controlegroep (56%).5 *Tabel 3: multifactoriële & multidisciplinaire aanpak bij valpreventie5
Niveau 1
Het is aangetoond dat bij de preventie van valincidenten een multifactoriële en multidisciplinaire aanpak aangewezen is om de kans op een valincident te verlagen. Hierbij dienen zorgverleners van verschillende disciplines betrokken te worden. A1 Gillespie 2001xvi; Moreland 2002xvii A2 Ray 1997xviii; Jensen 2002xix; McMurdo 2000xx; Rubenstein 1990xxi
*zie mate van bewijskracht, p. 15
CogniTrain is een meervoudig trainingsconcept, waarin het herstellen van het automatisme van bewegen centraal staat. Het richt zich op het afleiden tijdens het oefenen, zodat de concentratie zich niet meer alleen richt op de beweging zelf.xxii Met deze manier wordt getracht het aantal valincidenten reduceren. CogniTrain is echter een onderdeel van een multifactoriële interventie. Zoals in de tekst hierboven staat omschreven, omvat valpreventie een combinatie van verschillende interventies. Er zijn namelijk vele mogelijke oorzaken voor valincidenten te noemen. Er wordt naast bewegingsoefeningen ook gekeken naar bijvoorbeeld aanpassingen in huis, het aanbieden en aanpassen van loophulpmiddelen en de medicatie. Wij adviseren dan ook om het CogniTrain concept te combineren met de verschillende genoemde interventies, om zo de vele mogelijke oorzaken van valincidenten aan te pakken. Op deze manier wordt de kans op het reduceren van de valincidenten bij ouderen vergroot.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 12
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Trainingsparcours en losse oefeningen. In de CogniTrain module ouderen en valpreventie wordt gebruik gemaakt van zowel parcours als losse oefeningen. Dit hebben we gedaan om twee redenen:
1. Groeps-, en individuele training Alle oefeningen in de CogniTrain module ouderen en valpreventie kunnen in een groep of individueel worden uitgevoerd. Aan het laten uitvoeren van oefeningen in groepsverband of individueel zitten verschillende voor en nadelen. Bij een groepsles kunnen deelnemers elkaar bijvoorbeeld afleiden. Dit kan een gunstige factor zijn bij het trainen van automatisme van bewegen (dubbeltaak). Voor sommige deelnemers zou de afleiding nog te moeilijk kunnen zijn. Voor hen in het belangrijk dat zij eerst de beweging onder de knie krijgen, voordat er extra moeilijkheidsgraad in de oefening wordt gebracht. Het altijd de keuze van de trainer om te bepalen in welke vorm er geoefend wordt.
2. Functionele ADL training De CogniTrain oefeningen zijn zoveel mogelijk functioneel uitgewerkt. (Dit staat ook vermeld op het ADL schema voor de oefeningen.) De kans op vallen neemt toe wanneer iemand steeds minder zelfstandig is, bij het uitvoeren van ADL activiteiten5. In het parcours komen verschillende ADL onderdelen aan bod. Bijvoorbeeld het oppakken van een voorwerp en het lopen over een gekreukelde mat. De deelnemer voert geconcentreerd de bewegingen uit die hij ook in ADL situaties tegenkomt. In een parcours kunnen meerdere oefeningen opeenvolgend uitgevoerd worden. Dit kan ook uitgevoerd worden in groepsverband zoals hierboven is beschreven. Het trainen van ADL activiteiten lijkt effectief bij het verbeteren van de uitvoering van ADL activiteitenxxiii. Bij de losse oefeningen, zoals het maken van een squat met de CogniTrain infrarood kastjes, word de nadruk gelegd op één oefening. De deelnemer traint één beweging en hoef zich alleen hierop te concentreren.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 13
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Discussie Wat we nog missen in de literatuur zijn specifieke ADL taken. Traplopen en opstaan uit een stoel bijvoorbeeld, zijn wel veel voorkomende activiteiten. Verdere activiteiten zoals een voorwerp van de grond of hoge kast pakken wordt niet vaak vermeld. We hebben nog weinig literatuur kunnen vinden over trainen van ADL gerichte taken bij ouderen. Er is meer onderzoek nodig om te kunnen bepalen of trainen van ADL gerichte taken bij ouderen een gunstig effect heeft bij valpreventie. Als aanvulling op het CogniTrain concept zouden we graag nog een aparte DVD zien gericht op ouderen en valpreventie. In de handleiding hebben wij als voorbeeldopdracht het reiken naar de infraroodlijnen vanuit een stoel. Nu worden de cues aangegeven door de trainer, maar idealer zou zijn als dit gestandaardiseerd wordt d.m.v. cues op de DVD. De trainer kan zijn cues nu mogelijk nog aanpassen aan uitvoering van de deelnemers.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 14
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Mate van bewijskracht Niveau van bewijs artikelen: A1
Systematische Reviews die ten minste enkele onderzoeken van A2- niveau betreffen, waarbij de resultaten van afzonderlijke onderzoeken consistent zijn.
A2
Gerandomiseerd vergelijkend klinisch onderzoek van goede kwaliteit (gerandomiseerde, dubbelblind gecontroleerde onderzoeken) van voldoende omvang en consistentie.
Niveau van bewijs van conclusies: Niveau 1
een systematische review (A1) of ten minste twee onafhankelijk van elkaar uitgevoerde onderzoeken van niveau A1 of A2.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 15
Onderbouwing trainershandleiding CogniTrain Gericht op ouderen & valpreventie
Bronvermelding i
Van Kippersluis T, De Groot M. Met CogniTrain tot automatisme van bewegen [afstudeersscriptie]. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, 2007. ii P.L. de Vreede. Proefschrift: Functional tasks exercise improves daily function in older women. Utrecht: Universiteit Utrecht, 2006. iii M. Senten, L. Mies, N. Sanders, S. van der Linde, M. Janssens. Preventie loont: Tussenstand van het Programma Preventie van ZonMw. Assen: Koninklijke van Gorcum, 2003. iv P. Silsupadol, K.C. Siu, A. S. Shumway-Cook, M.H. Woollacott. Training of Balance Under Singleand Dual-Task Conditions in Older Adults With Balance Impairment. University of Oregon. v CBO richtlijn preventie van valincidenten bij ouderen, 2004. vi CBS (doodsoorzaakformulieren). vii Consument en Veiligheid. Letsel informatie systeem, 1998-2001. viii Vellas BJ, Wayne SJ, Romero LJ, Baumgartner RN, Garry PJ. Fear of falling and restriction of mobility in elderly fallers. Age Ageing 1997;26:189-93. ix Tinetti ME, Mendes de Leon CF, Doucette JT, Baker DI. Fear of falling and fall-related efficacy in relationship to functioning among community-living elders. J Gerontol 1994;49:M140-7. x Smits-Engelsman, et al. KNGF-richtlijn Osteoporose. Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Supplement 2001. xi CBS (doodsoorzaakformulieren). xii KNAW. Project: Valpreventietraining voor mensen met verhoogde kans op botbreuk als gevolg van osteoporose: een gerandomiseerde studie naar het effect van een aangepast programma. KNAW; 10-11-2009 00:00 [geraadpleegd 24-12-2010] URl: http://www.onderzoekinformatie.nl/nl/oi/nod/onderzoek/OND1318089/ xiii Stel VS, Smit JH, Pluijm SMF, Lips P. Consequences of falling in older men and women and risk factors for health service use and functional decline. Oxford Journals, Age Ageing. 2002; 33: 58-65. xiv Vilans. Verbeterpakket valpreventie: Preventie van vallen, doen we met ons allen. 2005 xv Keus, et al. KNGF-richtlijn ziekte van Parkinson, Nederlands Tijdschrift voor Fysiotherapie Supplement 2004. xvi Gillespie LD, Gillespie WJ, Robertson MC, Lamb SE, Cumming RG, Rowe BH. Intervention for preventing falls in elderly people [Review]. Cochrane Database Syst Rev 2001;3:CD000340. xvii Moreland J. A meta-analysis of fall prevention programs for the elderly: how effective are they? Nursing Research 2002;51(1) xviii Ray WA, Taylor JA, Meador KG, Thapa PB, Brown AK, Kajihara HK, et al. A randomized trial of consultation service to reduce falls in nursing homes. JAMA 1997;278:557-62. xix Jensen J, Lundin-Olsson L, Nyberg L, Gustafson Y. Fall and injury prevention in older people living in residential care facilities. A cluster randomized trial. Ann Intern Med 2002:;136:733-41. xx McMurdo ME, Millar AM, Daly F. A randomized controlled trial of fall prevention strategies in old peoples homes. Gerontology 2000;46:83-7. xxi Rubenstein LZ , Robbins AS, Josephson KR, Schulman BL, Osterweil D. The value of assessing falls in an elderly population. A randomized clinical trial. Ann Intern Med 1990;113:308-16. xxii CogniTrain. filosofie. CogniTrain 2007. Papendrecht: 123XS [Laatste update 02-32010; geraadpleegd op 18-10-2010] URL http://www.cognitrain.nl/filosofie xxiii P.L. de Vreede. Proefschrift: Functional tasks exercise improves daily function in older women. Utrecht: Universiteit Utrecht, 2006.
Shirley Meuldijk & Yoeri Veenstra
Januari 2011
pagina 16