Bijlage 11 Archeologisch onderzoek
Woningbouwlocatie Laan van Westenenk 501-701 1243
ontwerp, september 2015
selectiebesluit APD ZW Rapport
Selectiebesluit
Plangebied
Laan van Westenenk 501 TNO
Plaats
Apeldoorn
Type onderzoek Uitvoerder
BOZ en BOR verkennend RAAP
E. Goossens, Plangebied TNO-terrrein te Apeldoorn, Gemeente Apeldoorn. Archeologisch vooronderzoek: bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek verkennende fase. Archis onderz.meldingsnr. 60441 Versie: 10 nov 2014 • Het archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek heeft aangetoond dat voor het grootste deel van het onderzoeksgebied geen archeologische verwachting meer geldt. Dit deel van het plangebied is nagenoeg geheel verstoord tot (diep) in de C-horizont. Daarmee is de archeologisch relevante laag verdwenen. Gezien de veel voorkomende diepe bodemverstoringen wordt niet verwacht dat hier nog intacte archeologische resten voorkomen. • Binnen het plangebied komen echter ook twee zones voor waarbinnen nog wel archeologische resten kunnen voorkomen. De eerste bevindt zich in de zuidwestelijk hoek van het plangebied. Hiervoor blijft de middelhoge tot hoge archeologische verwachting gehandhaafd. Voor deze zone wordt geadviseerd een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. • De tweede zone betreft het perceel van de voormalige herberg De Zwaan, uit de 19de eeuw tegen de oostelijke begrenzing van het onderzoeksgebied. Ter plaatse kunnen onder meer (funderings)resten van de herberg en bijgebouwen, afval- en waterputten aangetroffen worden. Ook voor deze zone wordt geadviseerd een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. • Dit betekent dat in de zuidwestelijke zone van het onderzoeksgebied er bij bodemingrepen groter dan 500m2 en dieper dan 35 cm archeologisch onderzoek plaats hoort te vinden, en dat in de zuidoostelijke zone van het onderzoeksgebied er bij bodemingrepen groter dan 100m2 en dieper dan 35 cm archeologisch onderzoek plaats hoort te vinden. Als bij de bouw van de woningen en het herinrichten van het terrein binnen deze zones meer dan 500 resp. 100 m2 bodem wordt verstoord (dieper dan 35 cm), zal er dus een vervolgonderzoek nodig zijn. In dit geval zou dit er het best uit kunnen zien als een proefsleuvenonderzoek met een mogelijke doorstart naar een opgraving. Het onderzoek dient in één keer te worden uitgevoerd; niet in aparte onderzoekjes. • De wijze waarop dit onderzoek uitgevoerd moet worden, dient verwoord te worden in een archeologisch Programma van Eisen. Als er minder dan 500 resp. 100 m2 wordt verstoord in deze twee zones, dan is er geen archeologisch onderzoek nodig. • Als nu reeds duidelijk is dat voor deze ontwikkeling meer dan 500 en 100 m2 bodem verstoord gaat worden binnen de zuidwestelijke resp. zuidoostelijke zones, dan dient het proefsleuvenonderzoek voor vaststelling van het bestemmingsplan uitgevoerd te worden. Als er minder dan 500 resp. 100 m2 bodem verstoord wordt of als dit nog niet duidelijk is, dan dient in het BP een aanduiding te worden opgenomen voor de delen van het plangebied die in de zones met hoge archeologische verwachting resp. specifieke archeologische waarden vallen. • Hierbij wordt uitgegaan van het onderzoeksgebied en zones voor vervolgonderzoek zoals hieronder in kaart is weergegeven
Sectie Archeologie Gemeente Apeldoorn (SAGA), Dienst RO, Afdeling Stedebouw & Cultuurhistorie Postbus 9033, 7300 ES Apeldoorn, Marktplein 1, 055-5802115,
[email protected] Pagina 1 van 2
selectiebesluit APD ZW
Plangebied
Laan van Westenenk 501 TNO
Plaats
Apeldoorn
Type onderzoek Uitvoerder
BOZ en BOR verkennend RAAP
Consequenties bestemmingsplan
Er zijn twee mogelijkheden, afhankelijk van de aard/omvang van de graafwerkzaamheden: • In het BP een aanduiding opnemen 'overige zone – hoge archeologische verwachtingswaarde' en 'overige zone – specifieke archeologische waarden' met bijbehorende bestemmingsregels. • Het onderzoek eerst vervolgen met een proefsleuvenonderzoek (met mogelijke doorstart naar een opgraving) als reeds duidelijk is dat er meer dan 500 en 100 m2 bodem verstoord gaat worden binnen de zuidwestelijke resp. zuidoostelijke zones. Het onderzoek dient in één keer te worden uitgevoerd; niet in aparte onderzoekjes. • De resultaten van dit onderzoek worden in het BP meegenomen.
Behandeld door Datum Paraaf
M. Parlevliet en W. Boerefijn 12 feb 2015
Sectie Archeologie Gemeente Apeldoorn (SAGA), Dienst RO, Afdeling Stedebouw & Cultuurhistorie Postbus 9033, 7300 ES Apeldoorn, Marktplein 1, 055-5802115,
[email protected] Pagina 2 van 2
Woningbouwlocatie Laan van Westenenk 501-701 1246
ontwerp, september 2015
Bijlage 12 Selectiebesluit na boz+bor
Woningbouwlocatie Laan van Westenenk 501-701 1247
ontwerp, september 2015
selectiebesluit APD ZW Rapport
Selectiebesluit
Plangebied
Laan van Westenenk 501 TNO
Plaats
Apeldoorn
Type onderzoek Uitvoerder
BOZ en BOR verkennend RAAP
E. Goossens, Plangebied TNO-terrrein te Apeldoorn, Gemeente Apeldoorn. Archeologisch vooronderzoek: bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek verkennende fase. Archis onderz.meldingsnr. 60441 Versie: 10 nov 2014 • Het archeologisch bureau- en verkennend booronderzoek heeft aangetoond dat voor het grootste deel van het onderzoeksgebied geen archeologische verwachting meer geldt. Dit deel van het plangebied is nagenoeg geheel verstoord tot (diep) in de C-horizont. Daarmee is de archeologisch relevante laag verdwenen. Gezien de veel voorkomende diepe bodemverstoringen wordt niet verwacht dat hier nog intacte archeologische resten voorkomen. • Binnen het plangebied komen echter ook twee zones voor waarbinnen nog wel archeologische resten kunnen voorkomen. De eerste bevindt zich in de zuidwestelijk hoek van het plangebied. Hiervoor blijft de middelhoge tot hoge archeologische verwachting gehandhaafd. Voor deze zone wordt geadviseerd een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. • De tweede zone betreft het perceel van de voormalige herberg De Zwaan, uit de 19de eeuw tegen de oostelijke begrenzing van het onderzoeksgebied. Ter plaatse kunnen onder meer (funderings)resten van de herberg en bijgebouwen, afval- en waterputten aangetroffen worden. Ook voor deze zone wordt geadviseerd een proefsleuvenonderzoek uit te voeren. • Dit betekent dat in de zuidwestelijke zone van het onderzoeksgebied er bij bodemingrepen groter dan 500m2 en dieper dan 35 cm archeologisch onderzoek plaats hoort te vinden, en dat in de zuidoostelijke zone van het onderzoeksgebied er bij bodemingrepen groter dan 100m2 en dieper dan 35 cm archeologisch onderzoek plaats hoort te vinden. Als bij de bouw van de woningen en het herinrichten van het terrein binnen deze zones meer dan 500 resp. 100 m2 bodem wordt verstoord (dieper dan 35 cm), zal er dus een vervolgonderzoek nodig zijn. In dit geval zou dit er het best uit kunnen zien als een proefsleuvenonderzoek met een mogelijke doorstart naar een opgraving. Het onderzoek dient in één keer te worden uitgevoerd; niet in aparte onderzoekjes. • De wijze waarop dit onderzoek uitgevoerd moet worden, dient verwoord te worden in een archeologisch Programma van Eisen. Als er minder dan 500 resp. 100 m2 wordt verstoord in deze twee zones, dan is er geen archeologisch onderzoek nodig. • Als nu reeds duidelijk is dat voor deze ontwikkeling meer dan 500 en 100 m2 bodem verstoord gaat worden binnen de zuidwestelijke resp. zuidoostelijke zones, dan dient het proefsleuvenonderzoek voor vaststelling van het bestemmingsplan uitgevoerd te worden. Als er minder dan 500 resp. 100 m2 bodem verstoord wordt of als dit nog niet duidelijk is, dan dient in het BP een aanduiding te worden opgenomen voor de delen van het plangebied die in de zones met hoge archeologische verwachting resp. specifieke archeologische waarden vallen. • Hierbij wordt uitgegaan van het onderzoeksgebied en zones voor vervolgonderzoek zoals hieronder in kaart is weergegeven
Sectie Archeologie Gemeente Apeldoorn (SAGA), Dienst RO, Afdeling Stedebouw & Cultuurhistorie Postbus 9033, 7300 ES Apeldoorn, Marktplein 1, 055-5802115,
[email protected] Pagina 1 van 2
selectiebesluit APD ZW
Plangebied
Laan van Westenenk 501 TNO
Plaats
Apeldoorn
Type onderzoek Uitvoerder
BOZ en BOR verkennend RAAP
Consequenties bestemmingsplan
Er zijn twee mogelijkheden, afhankelijk van de aard/omvang van de graafwerkzaamheden: • In het BP een aanduiding opnemen 'overige zone – hoge archeologische verwachtingswaarde' en 'overige zone – specifieke archeologische waarden' met bijbehorende bestemmingsregels. • Het onderzoek eerst vervolgen met een proefsleuvenonderzoek (met mogelijke doorstart naar een opgraving) als reeds duidelijk is dat er meer dan 500 en 100 m2 bodem verstoord gaat worden binnen de zuidwestelijke resp. zuidoostelijke zones. Het onderzoek dient in één keer te worden uitgevoerd; niet in aparte onderzoekjes. • De resultaten van dit onderzoek worden in het BP meegenomen.
Behandeld door Datum Paraaf
M. Parlevliet en W. Boerefijn 12 feb 2015
Sectie Archeologie Gemeente Apeldoorn (SAGA), Dienst RO, Afdeling Stedebouw & Cultuurhistorie Postbus 9033, 7300 ES Apeldoorn, Marktplein 1, 055-5802115,
[email protected] Pagina 2 van 2