Bijlagen
1. Archeologisch onderzoek
Archeologisch Bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek (IVO), verkennende fase ( d.m.v. boringen)
Voordijk 280, Barendrecht Gemeente Barendrecht CIS-code: 36326
Colofon Projectnummer Auteurs Redactie Controle drs. T. Nales Goedkeuring mevr. H. Fawzi
: 16130709/36326 : drs. J.M. Blom & drs. S. Moerman : drs. T. Nales
Senior Prospector
17 augustus 2009
Gemeente Barendrecht
Versie ISBN
: 1.4 : 978-90-8996-324-6
Conceptversie
Opdrachtgever
: dhr. M. Seltenrijch Voordijk 284 2992 AM Barendrecht
© Becker & Van de Graaf bv Noordwijk, augustus 2009 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
SAMENVATTING: In opdracht van dhr. M. Seltenrijch heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv in augustus 2009 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase (door middel van boringen) uitgevoerd aan de Voordijk 280 in Barendrecht, gemeente Barendrecht. De aanleiding voor dit onderzoek is de nieuwbouw van een woning. Hiervoor dient een postzegelbestemmingsplan te worden opgesteld. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden verstoord dan wel vernietigd zullen worden. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek worden in het plangebied archeologische waarden uit het Neolithicum en de Bronstijd verwacht. Deze kunnen worden aangetroffen in oeverafzettingen van kreken die destijds actief waren. Naar verwachting liggen deze afzettingen enkele meters beneden maaiveld. Archeologische waarden vanaf de IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen kunnen worden aangetroffen in de top van het Hollandveen. Aan het maaiveld worden archeologische waarden vanaf de Late Middeleeuwen verwacht. Ook kunnen in het middeleeuwse overstromingsdek overspoelde bewoningsniveaus aanwezig zijn. Tijdens het veldonderzoek, waarbij tot maximaal 400 cm beneden maaiveld is geboord, zijn geen kreekafzettingen uit het Neolithicum en de Bronstijd aangeboord. Wel is aangetoond dat de top van het Hollandveen niet meer intact is. Dit geldt eveneens voor de top van het middeleeuwse overstromingsdek. Overspoelde bewoningsniveaus zijn in het dek niet aangetroffen. De kans op het aantreffen van archeologische waarden in situ is zeer klein. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt daarom geadviseerd om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te laten voeren.
INHOUDSOPGAVE:
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS VAN HET PLANGEBIED ............................................................... 4 1. INLEIDING ........................................................................................................................................ 5
1.1. Aanleiding ............................................................................................................................... 5 1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek............................................................................... 5 1.3. Ligging van het plangebied ..................................................................................................... 6 2. BUREAUONDERZOEK .................................................................................................................... 7
2.1. Werkwijze ................................................................................................................................ 7 2.2. Geologie, geomorfologie en bodem ........................................................................................7 2.3. Archeologische waarden ......................................................................................................... 8 2.4. Historisch landgebruik ............................................................................................................. 9 2.5. Conclusie bureauonderzoek ................................................................................................... 9 2.6. Gespecificeerd verwachtingmodel .......................................................................................... 9 3. VELDONDERZOEK ........................................................................................................................ 10
3.1. Onderzoekshypothese en onderzoeksopzet ........................................................................ 10 3.2. Werkwijze .............................................................................................................................. 10 3.3. Resultaten ............................................................................................................................. 10 3.4. Interpretatie ........................................................................................................................... 10 3.5. Evaluatie archeologisch verwachtingsmodel ........................................................................ 11 4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .......................................................................................... 12
4.1. Beantwoording vraagstelling ................................................................................................. 12 4.2. Aanbevelingen ...................................................................................................................... 13 4.3. Betrouwbaarheid ................................................................................................................... 13 LITERATUUR EN KAARTEN ............................................................................................................. 14 GERAADPLEEGDE INTERNETSITES .............................................................................................. 14 LIJST VAN AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN .................................................................................. 15
BIJLAGEN 1. Topografische kaart 2. Archis-informatie 3. Overzicht Archismeldingen 4. Boorlocatiekaart 5. Boorbeschrijvingen 6. Periodentabel
Administratieve gegevens van het plangebied Toponiem
Voordijk 280
CIS-code
36326
Plaats
Barendrecht
Gemeente
Barendrecht
Kadastrale aanduiding
Barendrecht A 2508 en 3907
Provincie
Zuid-Holland
Coördinaten Centrum Hoekpunten
95.336/430.446 95.348/430.389 (ZO); 95.322/430.389 (ZW); 95.321/430.504 (NW); 95.347/430.504 (NO) 2
Oppervlakte plangebied
2000 m
Opdrachtgever
dhr. M. Seltenrijch Voordijk 284 2992 AM Barendrecht Tel: 06-53241133
Uitvoerder
Becker & Van de Graaf bv Contactpersoon: drs. J.M. Blom Postbus 126 2200 AC Noordwijk (ZH) Tel: 071-3326888
[email protected]
Bevoegde overheid
Gemeente Barendrecht Afdeling Ruimtelijke Ordening Contactpersoon: mevr. H. Fawzi Postbus 501 2990 EA Barendrecht 0180-698798 p/a Bureau Oudheidkundig Onderzoek Rotterdam Ceintuurbaan 213b 3051 KC Rotterdam 010-4898500
[email protected]
Beheer en plaats van documentatie
Becker & Van de Graaf, Noordwijk
Uitvoeringsdatum veldwerk
5 augustus 2009
4
1. Inleiding 1.1. Aanleiding In opdracht van dhr. M. Seltenrijch heeft archeologisch onderzoeksbureau Becker & Van de Graaf bv in augustus 2009 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase (door middel van boringen) uitgevoerd aan de Voordijk 280 in Barendrecht, gemeente Barendrecht. De aanleiding voor dit onderzoek is de bouw van een woning. Hiervoor dient een postzegelbestemmingsplan te worden opgesteld. Exacte bouwplannen zijn in dit stadium niet bekend. Wel is vrijwel zeker dat de woning zal worden onderheid. De kans bestaat dat eventueel aanwezige archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden verstoord dan wel vernietigd zullen worden. 1.2. Doel- en vraagstelling van het onderzoek De doelstelling van het bureauonderzoek is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het plangebied. Hieruit voortvloeiend wordt een gespecificeerde archeologische verwachting opgesteld. Het doel van het veldonderzoek is het aanvullen en vaststellen van de gespecificeerde verwachting. Daarnaast wordt inzicht verkregen in de vormeenheden van het landschap in het plangebied, voor zover deze vormeenheden van invloed kunnen zijn geweest op de bruikbaarheid van de locatie door de mens in het verleden. Op basis van de resultaten van het onderzoek kunnen kansarme zones van het plangebied worden uitgesloten en kansrijke zones worden geselecteerd voor behoud of voor vervolgonderzoek. Om deze doelstelling te kunnen realiseren, wordt op de volgende vragen een antwoord gegeven (Kerkhoven 2009):
Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?
Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog intact?
Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische waarden?
Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?
Kan een aantasting van het mogelijk aanwezige bodemarchief voorkomen worden door planaanpassing?
Het archeologisch bureauonderzoek en het inventariserend veldonderzoek zijn uitgevoerd conform de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1 (Centraal College van Deskundigen 2006) en de gemeentelijke eisen.1 Voor de in dit rapport gebruikte geologische en archeologische tijdsaanduidingen wordt verwezen naar bijlage 6. Afkortingen en enkele vaktermen worden achterin dit rapport uitgelegd (zie lijst van afkortingen en begrippen).
1
Telefonisch contact met dhr. D.E.A. Schiltmans van BOOR: minimaal één boring tot in het Hollandveen, mits aangetroffen binnen maximaal 500 cm –mv.
5
1.3. Ligging van het plangebied De ligging van het onderzochte gebied, ofwel het plangebied, is weergegeven in bijlage 1. De exacte ligging en contouren van het plangebied zijn nader weergegeven in bijlage 4. Het plangebied ligt aan de Voordijk 280 in Barendrecht. Het wordt aan de noord-, oost- en westzijde begrensd door tuinen. In het zuiden vormt de Voordijk de grens. Ten tijde van het veldonderzoek was het plangebied in gebruik als tuin. Ook stond er een woonhuis in de zuidoostelijke hoek van het plangebied.
6
2. Bureauonderzoek 2.1. Werkwijze Bij het bureauonderzoek zijn gegevens verzameld over bekende of verwachte archeologische waarden binnen het onderzoeksgebied, een zone van 500 meter rond het plangebied. Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van de bodemopbouw is voor het landschappelijk deel een ruimere straal aangehouden. Er is gebruik gemaakt van de gemeentelijke archeologische waarden- en kenmerkenkaart van de gemeente Barendrecht, de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland en van de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) en het Archeologisch Informatie Systeem (Archis II) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Aanvullende historische informatie is verkregen uit beschikbaar historisch kaartmateriaal, waaronder het Minuutplan van begin 19e eeuw (www.watwaswaar.nl) en een topografische kaart van 1903 (Uitgeverij Nieuwland 2005, no. 524). Om inzicht te krijgen in de opbouw en ontwikkeling van het landschap zijn onder andere de bodemkaart en de geomorfologische kaart van Nederland gebruikt (bodemkaart van ARCHIS; Alterra 2005). Voor informatie over het reliëf in en rondom het plangebied is gebruik gemaakt van het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN; www.ahn.nl). Deze gegevens zijn aangevuld met relevante informatie uit beschikbare achtergrondliteratuur (zie literatuurlijst). Er is voor het onderzoek geen gebruik gemaakt van historisch archiefmateriaal of luchtfoto’s. 2.2. Geologie, geomorfologie en bodem 2.2.1. Ontstaansgeschiedenis landschap en geologie Het West-Nederlandse rivierengebied, waarin het plangebied ligt, is gevormd onder invloed van afwisselend rivieren en de zee. Aan het einde van de laatste ijstijd (het Weichselien, ongeveer 120.000 tot 11.500 jaar geleden) lag een groot deel van de Noordzeebodem droog en bevond het West-Nederlandse rivierengebied zich daardoor ver landinwaarts. De ondergrond van het gebied wordt gevormd door dikke pakketten zand en grind die gedurende deze ijstijd zijn afgezet door vlechtende rivieren die het smeltwater van het landijs naar zee afvoerden. Vanaf ongeveer 8.000 jaar geleden kwam het West-Nederlandse rivierengebied onder invloed te staan van de zee. De zeespiegel in de Noordzee was door het smelten van de ijsmassa’s aan het einde van de ijstijd snel gestegen en een deel van het droge land was verdronken. Op de grens tussen zee en land ontstond een zone die het beste vergeleken kan worden met de huidige Waddenzee. Aan de zeezijde lagen eilanden. Achter de eilanden lag een zone met zandbanken en verder richting het droge land een zone van kwelders en slikken die werden doorsneden door kreken. Bij hoogtij overstroomden deze kreken en werd door het water klei afgezet op de kwelders en slikken (Laagpakket van Wormer, Formatie van Naaldwijk). Door de snelle zeespiegelstijging schoof deze wadzone steeds verder naar het oosten op. Vanaf 5.000 jaar geleden nam de stijging van de zeespiegelstand sterk af en kwam de oostwaartse verplaatsing van de wadzone tot stilstand. Vanuit de Noordzee en de grote rivieren werden grote hoeveelheden zand aangevoerd, waardoor de getijdengeulen tussen de eilanden geleidelijk verzandden en de eilanden aan elkaar groeiden tot strandwallen. Deze strandwallen sloten het achterliggende land af van de invloed van de zee maar de grondwaterstand bleef meestijgen met de verdergaande stijging van de zeespiegel. Onder invloed van deze stijging van het grondwater vond er in het West-Nederlandse rivierengebied grootschalige veenvorming plaats, waarbij het Hollandveen Laagpakket (Formatie van Nieuwkoop) werd gevormd (De Mulder et al. 2003). Vanaf ongeveer 2.500 jaar geleden ontstond er bij Hoek van Holland een grote opening in de strandwal waardoor de zee opnieuw kon binnendringen in het achterland. Tussen ongeveer 2.500 en de bedijkingen die vanaf de Late Middeleeuwen plaatsvonden werd in een groot gebied rondom Rotterdam een deel van het Hollandveen geërodeerd door verschillende kreeksystemen en werd klei en zand afgezet (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk).
7
2.2.2. Geomorfologie Het plangebied is volgens de geomorfologische kaart gelegen in een vlakte van getijafzettingen (kaartcode 2M35). Ongeveer 100 meter ten noorden van het plangebied ligt een getij-inversierug (kaartcode 3K33). Deze mariene afzettingen behoren tot het Laagpakket van Walcheren. De bovenste afzettingen dateren vermoedelijk uit de Late Middeleeuwen, maar oudere afzettingen kunnen hierdoor zijn afgedekt. 2.2.3. Bodem De bodemkaart geeft aan dat in het plangebied kalkrijke poldervaaggronden aanwezig zijn (Mn15AV). Dergelijke gronden zijn opgebouwd uit klei waarin zich geen bodem heeft ontwikkeld. Grondwatertrap V duidt op gronden met een sterk wisselende grondwaterstand. Bij grondwatertrap V wordt de gemiddeld hoogste grondwaterstand aangetroffen op minder dan 40 cm -mv terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand wordt aangetroffen op een diepte van meer dan 120 cm –mv. Vanwege de ligging in de bebouwde kom van Barendrecht is het aannemelijk dat de grondwaterstand sterk gereguleerd is. Ook kunnen in de bovenste bodemlagen recente verstoringen aanwezig zijn. Er zijn geen aanwijzingen dat het terrein is gesaneerd of afgegraven (www.bodemloket.nl). 2.3. Archeologische waarden Het plangebied staat op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) aangegeven als een gebied met een lage archeologische verwachtingswaarde. De CultuurHistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Zuid-Holland geeft aan dat het plangebied in een zone met een lage trefkans op archeologische sporen is gelegen. Volgens deze kaart kunnen op zee-afzettingen sporen vanaf de Middeleeuwen worden aangetroffen. De kenmerkenkaart van de gemeente Barendrecht geeft aan dat in het plangebied dekafzettingen aanwezig zijn. Hier ligt een overstromingsdek van na 1373 met een dikte van meer dan 80 cm op veen. Plaatselijk bevinden zich tussen het overstromingsdek en het veen oudere dekafzettingen en/of nog oudere geul-, oever-, of dekafzettingen. De Voordijk is aangegeven als een bewoningslint op en in de nabijheid van de dijken in de situatie van circa 1850. Volgens de gemeentelijke archeologische waardenkaart geldt in het plangebied een middelgrote kans op de aanwezigheid van archeologische sporen uit de Late Middeleeuwen op het veen (Hollandveen). Deze bevinden zich dieper dan 80 cm –mv. De grootte van de kans op de aanwezigheid van archeologische sporen ouder dan de IJzertijd is volgens de gemeentelijke archeologische waardenkaart niet aan te geven. In bijlagen 2 en 3 zijn de (indicatieve) archeologische waarden in het onderzoeksgebied weergegeven. Binnen het onderzoeksgebied zijn geen archeologische monumenten of waarnemingen gelegen. Wel is ongeveer 450 meter ten zuidwesten van het plangebied een boor- en proefputtenonderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn 14 vindplaatsen aan het licht gekomen en daarnaast is inzicht verkregen in de loop van een rivier die in het Neolithicum en de Bronstijd actief is geweest. De archeologische waarden dateren uit beide periodes en uit de Late Middeleeuwen (vóór 1373). Tijdens en in de periode direct na de overstromingen van 1373 zijn de locaties van de laat middeleeuwse vindplaatsen sterk aangetast. De oorspronkelijke vondstlaag is hierdoor waarschijnlijk grotendeels verdwenen. Veel van wat zich onder de vondstlagen bevond, zoals bijvoorbeeld ingravingen, is echter ongeschonden. Door de gemiddeld diepere ligging (tussen de 200 en 300 cm –mv) zijn de sporen uit het Neolithicum en de Bronstijd in mindere mate of veelal zelfs niet aangetast door de middeleeuwse overstromingen. In de periode na de overstromingen is het gebied overdekt geraakt met sedimenten. De archeologica uit het Neolithicum en de Bronstijd bevinden zich nu op een diepte van meer dan een meter onder het maaiveld. Geadviseerd is om de vindplaatsen in te passen in de bouwplannen. Indien dit niet mogelijk is dienen de vindplaatsen nader in kaart te worden gebracht door middel van proefsleuven dan wel een opgraving (Marinelli 1998, onderzoeksmelding 31037). Bij een booronderzoek zijn op een afstand van 200 tot 500 meter ten noordoosten van het plangebied diverse vondstmeldingen gedaan. Het betreft aardewerk uit de Late Middeleeuwen. Vermoedelijk is sprake van een nederzettingsterrein uit de tweede helft van de 12e eeuw, maar een duidelijke vondstlaag ontbreekt vooralsnog. Het is niet bekend of en zo ja welk type vervolgonderzoek is geadviseerd (vondstmeldingen 404331, 404332, 4040335, 404336 en 404337).
8
2.4. Historisch landgebruik Op de oudst geraadpleegde kaart, het Minuutplan uit 1811-1832, is de Voordijk weergegeven. Huizen en erven liggen hier direct langs. De percelen hierachter zijn in gebruik als bouw- en weiland. Aangezien het plangebied niet direct langs maar even ten noorden van de Voordijk ligt, wordt aangenomen dat het destijds een agrarische functie had en niet was bebouwd. De bewoners van de woning in het plangebied wonen hier 42 jaar, zo melden zij zelf. Hiervoor bewoonden twee families het huis. Hoe oud de huidige bebouwing is, is niet bekend, maar op basis van topografische kaarten wordt aangenomen dat de huidige bebouwing van kort na de Tweede Wereldoorlog dateert (www.watwaswaar.nl). Een uitbouw aan de noordzijde van de woning is gesloopt, zo laten de huidige bewoners weten. 2.5. Conclusie bureauonderzoek De regio rond het plangebied werd reeds duizenden jaren geleden bewoond, zoals blijkt uit een booren proefputtenonderzoek dat enkele honderden meters ten zuidwesten van het plangebied is uitgevoerd. Mensen hebben zich hier in het Neolithicum en de Bronstijd gevestigd langs een kreek. Door vernatting van het landschap werd de regio al tijdens de Bronstijd onbewoonbaar en maakte het deel uit van een uitgestrekt veenmoeras. De top van het veen is vanaf de IJzertijd tot de Vroege Middeleeuwen dankzij verbeterde afwatering wel bewoonbaar geweest. In de loop van de Vroege Middeleeuwen drong de zee opnieuw het land in en werd op het veen een dik marien klastisch pakket afgezet. Vondstmeldingen in de nabijheid van het plangebied tonen aan dat in de 12e eeuw bewoning mogelijk is geweest. De laatste grote overstromingen dateren uit 1373. Wanneer de Voordijk is ontstaan is niet bekend. Uit historische kaarten blijkt dat het plangebied vanaf het begin van de 19e eeuw een agrarische functie had, vermoedelijk tot aan de realisatie van de huidige bebouwing na de Tweede Wereldoorlog. 2.6. Gespecificeerd verwachtingmodel Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek worden in het plangebied archeologische waarden uit het Neolithicum en de Bronstijd verwacht. Deze kunnen worden aangetroffen in oeverafzettingen van kreken die destijds actief waren. Op basis van onderzoek op enkele honderden meters afstand van het plangebied wordt aangenomen, dat de top van deze afzettingen zich op een diepte van 200 tot 300 cm –mv bevindt. Nederzettingen, grafvelden en akkercomplexen kunnen worden aangetroffen. De vondstdichtheid van de verwachte complexen is laag en derhalve zijn vindplaatsen uit beide periodes in een booronderzoek moeilijk te herkennen. Archeologische waarden vanaf de IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen kunnen worden aangetroffen in de top van het Hollandveen. Ook hier kunnen nederzettingen, grafvelden en akkercomplexen worden aangetroffen. In genoemde periodes hebben deze complexen eveneens een lage vondstdichtheid. Bewoning op het veen kan in boringen worden herkend aan een veraarde top. Aan maaiveld worden archeologische waarden vanaf de Late Middeleeuwen verwacht. Ook kunnen in het middeleeuwse overstromingsdek overspoelde bewoningsniveaus aanwezig zijn. Erven en akkerlagen kunnen worden aangetroffen. Vanwege de ligging van het plangebied ten noorden van het lichaam van de Voordijk wordt aangenomen dat geen bewoning vanaf de Late Middeleeuwen heeft plaatsgevonden. De bodemmatrix en de sterk wisselende grondwaterstanden maken dat de omstandigheden in de bovenste grondlagen relatief ongunstig zijn voor het aantreffen van (onverkoolde) organische vondsten. Anorganische vondsten kunnen wel in goede staat voorkomen. Om het verwachtingsmodel te toetsen en waar nodig aan te vullen is een verkennend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd.
9
3. Veldonderzoek 3.1. Onderzoekshypothese en onderzoeksopzet Het doel van het verkennend veldonderzoek door middel van boringen is om de in het bureauonderzoek opgestelde gespecificeerde archeologische verwachting te toetsen en waar nodig aan te passen. Tijdens het veldonderzoek wordt vastgesteld waar de oorspronkelijke bodemopbouw intact is gebleven en waar niet. Daarnaast wordt vastgesteld of het bodemprofiel en eventuele archeologische indicatoren aanleiding geven te veronderstellen dat archeologische resten aanwezig kunnen zijn in het plangebied. Het veldonderzoek bestond uitsluitend uit een booronderzoek. Vanwege de aanwezigheid van beplanting en verharding in de tuin, was het niet mogelijk een veldkartering uit te voeren. 3.2. Werkwijze In het plangebied aan de Voordijk 280 zijn vijf boringen gezet (bijlagen 4 en 5). Boring 1 is gestaakt op puin op een diepte van een halve meter. Boringen 2 en 3 zijn gezet tot respectievelijk 350 en 400 cm –mv en de overige twee boringen tot 200 cm –mv. De boringen zijn verdeeld over het gehele perceel, waarbij geconcentreerd is rond de plek waar de toekomstige bebouwing is gepland. Er is gebruik gemaakt van een Edelmanboor met een diameter van 7 cm. Vanaf 200 cm –mv is gebruik gemaakt van een 3 cm guts. De boringen zijn beschreven volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode (ASB; SIKB 2008) met behulp van een veldcomputer en het programma Boormanager van I.T. Works. De locaties van de boringen (x- en y-waarden) zijn ingemeten vanuit de lokale topografie. De hoogtes van de boringen (z-waarden) zijn bepaald aan de hand van het AHN. De opgeboorde monsters zijn door middel van versnijding en verbrokkeling in het veld onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren (zoals aardewerk, baksteen, vuursteen, huttenleem en bot). 3.3. Resultaten 3.3.1. Lithologie en bodemopbouw Het diepste niveau dat is aangetroffen bestaat uit bruin, zwak kleiig veen. De top hiervan ligt op 250 tot 340 cm –mv (10 tot 110 cm –NAP). Hierboven is een twee tot drie meter dik pakket zeer fijn matig siltig zand aangetroffen. Beneden de grondwaterspiegel heeft dit een blauwgrijze kleur. De twee boringen die op enige afstand van het huis zijn gezet (boringen 2 en 3) hebben een circa 50 cm dikke humeuze toplaag, waarin puin- en baksteenfragmenten aanwezig zijn. In de overige boringen is dit niveau ongeveer 80 cm dik. In boring 1 is bovendien een fragment asbest in de humushoudende laag aangetroffen. 3.3.2. Archeologische indicatoren Er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. 3.4. Interpretatie Het diepst aangeboorde niveau, het zwak kleiige veen, wordt geïnterpreteerd als het Hollandveen. De top hiervan is niet meer intact. Er is namelijk geen geoxideerde en veraarde top aangetroffen. Ook de is overgang tussen het veen en het zand als erosief te beschouwen. Het dikke zandpakket hierboven betreft middeleeuwse dekafzettingen (Laagpakket van Walcheren). De bovenste 50 cm (in de tuin) tot 80 cm (rond de bebouwing) van dit niveau is omgewerkt, zoals blijkt uit de aantroffen puin- en baksteenfragmenten en het stuk asbest. Vermoedelijk is dit gebeurd bij het ploegen van de grond en bij de bouw van de huidige woning. Het fragment asbest is mogelijk afkomstig van de gesloopte aanbouw. Er zijn in het overstromingsdek geen begraven bodemniveaus aangetroffen.
10
3.5. Evaluatie archeologisch verwachtingsmodel Kreekafzettingen waarop bewoning uit het Neolithicum en de Bronstijd werd verwacht, zijn niet aangeboord, ondanks dat deze binnen 300 cm –mv werden verwacht. Het Hollandveen is wel in enkele boringen aangetroffen, maar dit bleek niet intact te zijn. Archeologische waarden vanaf de IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen zijn derhalve niet meer in situ aanwezig. Vanwege de verstoring van het middeleeuwse mariene kleidek zijn de verwachte erven en akkercomplexen niet meer intact.
11
4. Conclusies en aanbevelingen In opdracht van dhr. Seltenrijch zijn in augustus 2009 een archeologisch bureauonderzoek (BO) en een inventariserend veldonderzoek (IVO) verkennende fase (door middel van boringen) uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Voordijk 280 in Barendrecht, gemeente Barendrecht. Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek worden in het plangebied archeologische waarden uit het Neolithicum en de Bronstijd verwacht. Deze kunnen worden aangetroffen in oeverafzettingen van kreken die destijds actief waren. Archeologische waarden vanaf de IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen kunnen worden aangetroffen in de top van het Hollandveen. Aan het maaiveld worden archeologische waarden vanaf de Late Middeleeuwen verwacht. Ook kunnen in het middeleeuwse overstromingsdek overspoelde bewoningsniveaus aanwezig zijn. Tijdens het booronderzoek zijn geen niveaus uit het Neolithicum en de Bronstijd aangeboord. Deze bevinden zich, indien daadwerkelijk aanwezig, dus dieper dan 400 cm –mv. Het diepst aangetroffen niveau betreft het Hollandveen. De top hiervan is niet intact, waardoor de kans op het aantreffen van archeologische waarden in situ daterend van voor de Late Middeleeuwen zeer klein is. Boven het veen is een homogeen middeleeuws overstromingsdek aanwezig. De top hiervan is recent omgewerkt, waardoor de kans op het aantreffen van archeologische waarden in situ vanaf de Late Middeleeuwen zeer klein is. 4.1. Beantwoording vraagstelling
Wat is de fysiek-landschappelijke ligging van de locatie?
Het plangebied is gelegen in een middeleeuwse overstromingsvlakte. Het zandige dek is afgezet op veen, waarvan de top bij overstromingen is geërodeerd. Vanwege de ligging in bebouwd gebied is het lichaam van de kreek die het zandige pakket heeft afgezet, op een hoogtebeeld niet herkenbaar.
Hoe is de bodemopbouw in het plangebied en in welke mate is deze nog intact?
Het diepst aangetroffen niveau betreft zwak kleiig veen. De top hiervan is niet intact. Hierboven is een dik zandpakket aanwezig. De bovenste 50 tot 80 cm hiervan is recent omgewerkt.
Zijn er archeologische waarden aanwezig in het plangebied?
De kans op het aantreffen van archeologische waarden is zeer klein. De twee mogelijke archeologische niveaus (top Hollandveen en top Laagpakket van Walcheren) zijn niet meer intact.
Wat is de diepteligging van eventueel aanwezige archeologische waarden?
Niet van toepassing.
Wat is de specifieke archeologische verwachting van het plangebied en wordt deze bij het veldonderzoek bevestigd?
Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek worden in het plangebied archeologische waarden uit het Neolithicum en de Bronstijd verwacht. Deze kunnen worden aangetroffen in oeverafzettingen van kreken die destijds actief waren. Archeologische waarden vanaf de IJzertijd tot en met de Vroege Middeleeuwen kunnen worden aangetroffen in de top van het Hollandveen. Aan het maaiveld worden archeologische waarden vanaf de Late Middeleeuwen verwacht. Ook kunnen in het middeleeuwse overstromingsdek overspoelde bewoningsniveaus aanwezig zijn. Tijdens het veldonderzoek zijn geen kreekafzettingen uit het Neolithicum en de Bronstijd aangeboord. Wel is aangetoond dat de top van het Hollandveen niet meer intact is. Dit geldt eveneens voor de top van het middeleeuwse overstromingsdek. Overspoelde bewoningsniveaus zijn in het dek niet aangetroffen.
12
In hoeverre worden eventueel aanwezige archeologische waarden bedreigd door de voorgenomen graafwerkzaamheden?
Niet van toepassing.
Kan een aantasting van het mogelijk aanwezige bodemarchief voorkomen worden door planaanpassing?
Niet van toepassing. 4.2. Aanbevelingen Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat eventuele archeologische niveaus in het plangebied niet meer intact zijn. De kans op het aantreffen van archeologische waarden in situ is derhalve zeer klein. De geplande bouwwerkzaamheden zullen derhalve zeer waarschijnlijk niet leiden tot verstoring van archeologische waarden. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt daarom geadviseerd om geen archeologisch vervolgonderzoek uit te laten voeren. NB. Bovenstaand advies wordt gecontroleerd en beoordeeld door de bevoegde overheid, in dit geval de gemeente Barendrecht. Deze zal vervolgens een besluit nemen inzake de te volgen procedure. Becker & Van de Graaf bv wil meegeven dat voordat dit besluit genomen is, er niet begonnen kan worden met bodemverstorende activiteiten of activiteiten die voorbereiden op bodemverstoringen. 4.3. Betrouwbaarheid Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verricht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het archeologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. Indien archeologische waarden worden aangetroffen dienen deze conform de Monumentenwet 1988, artikel 53, bij het Rijk gemeld te worden.
13
Literatuur en kaarten ANWB, 2005: ANWB Topografische Atlas «provincie» 1:25.000, Den Haag. Berendsen, H.J.A., 20053 (1997): Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio’s, Assen. Centraal College van Deskundigen, 2006: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie, versie 3.1, Gouda. Kerkhoven, A., 2009: Plan van aanpak. Voordijk 280 in Barendrecht, gemeente Barendrecht, Noordwijk (Intern rapport, Becker & Van de Graaf). Marinelli, M.G., 1998: VINEX-LOCATIE MIDDEN-IJSSELMONDE, Archeologisch vooronderzoek van de deelplannen Stadse Rechthoek 3-4 en Bedrijventerrein 2 van de nieuwbouwlocatie Carnisselande (gemeente Barendrecht), Rotterdam. Mulder, E.F.J. de et al., 2003: De ondergrond van Nederland, Groningen/Houten. SIKB, 2008: Archeologische standaard boorbeschrijving, Archeologie Leidraad, Gouda. Stichting voor Bodemkartering, 1983: Bodemkaart van Nederland, 1:50.000, blad 37 West Rotterdam, Wageningen. Uitgeverij Nieuwland, 2005: Grote Historische topografische Atlas, 1905, Zuid-Holland, schaal 1:25.000, Tilburg.
Geraadpleegde internetsites Actueel Hoogtebestand Nederland: www.ahn.nl/kaart Archeologische Waarden- en Beleidskaart: www.barendrecht.nl ARCHIS: http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html Bodemloket: www.bodemloket.nl CHS Zuid-Holland: http://geo.zuid-holland.nl/geo-loket/kaart_chs.html Minuutplan en topografische kaarten: www.watwaswaar.nl
14
Lijst van afkortingen en begrippen Afkortingen AMK ASB Archis CHS IKAW KNA mv NAP PvA RCE SIKB
Archeologische Monumenten Kaart Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode Archeologisch Informatie Systeem Cultuurhistorische Hoofdstructuur Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie maaiveld (het landoppervlak) Normaal Amsterdams Peil Plan van Aanpak Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer
Verklarende woordenlijst antropogeen door menselijke activiteit veroorzaakt of gemaakt Edelmanboor een handboor voor bodemonderzoek kwelder zie schor Hollandveen Holocene formatie, ontstaan tussen 3500 en 1500 voor Chr. horizont kenmerkende laag binnen de bodemvorming humeus organische stoffen bevattend; bestaande uit resten van planten en dieren in de bodem silt zeer fijn sediment met grootte 0,002-0,063 mm strandvlakte groot vlak zandig gebied tussen twee strandwallen strandwal langs de kust gevormde langgerekte zandrug die uitsteekt boven het gemiddelde hoogwaterniveau; geeft in Nederland de oude ligging van de kustlijn weer vaaggrond grond zonder duidelijke tekenen van bodemvorming
15
Bijlage 2: Archis-informatie bron: Archis II (RCE).
0
( !
6588
31037
Archeologische informatie
(
(
404337 404336 404335
(
(
10183
404332
10312
geraadpleegd via archis2 en de website van de RACM 9500095000
9500095000
IKAW lage trefkans (water) middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water) lage trefkans water middelhoge trefkans ongekarteerd hoge trefkans zeer lage trefkans
(
9600096000
10310
404331
9600096000
24862
17353
!
30223
24863 29635!
30569
−
430000
30239
30282
Terrein van archeologische betekenis
monumenten
waarnemingen
Terrein van archeologische waarde
400 Meter
Terrein van zeer hoge archeologische waarde, beschermd
Terrein van zeer hoge archeologische waarde
plangebied
200
Terrein van hoge archeologische waarde
100
onderzoeksmeldingen
vondstmeldingen
Legenda
430000
Bijlage 3: Overzicht Archismeldingen Vondstmeldingen Nummer Omschrijving 404331 Aardewerk 404332 Aardewerk 404335 Aardewerk 404336 Aardewerk 404337 Aardewerk
Tijdvak Late Middeleeuwen Late Middeleeuwen Late Middeleeuwen Late Middeleeuwen Late Middeleeuwen
Onderzoeksmeldingen Nummer Uitvoerder 31037 BOOR
Type onderzoek Boor- en proefputtenonderzoek
bron: Archis II (RCE).
Jaar 1998
Bijlage 4: Boorlocatiekaart
Bijlage 5: Boorbeschrijvingen
0
50
Boring:
1
Boring:
2
Boring:
3
Datum:
05-08-2009
Datum:
05-08-2009
Datum:
05-08-2009
X:
95234
X:
95328
X:
95320
Y:
430432
Y:
430454
Y:
430475
Maaiveld [m]
2.5
Maaiveld [m]
2.4
Maaiveld [m]
2.3
GWS:
GWS:
GWS:
Opmerking:
Opmerking:
Opmerking:
gazon Klei, zwak zandig, matig humeus, zwak grindig, matig puinhoudend, sterk baksteenhoudend, donker grijsbruin, gestaakt, fragment asbest
0
50
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, sporen baksteen, sporen puin, donker grijsbruin
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, sporen schelpen, lichtgrijs
100
0
50
gazon Klei, zwak zandig, zwak humeus, zwak baksteenhoudend, sporen schelpen, donker grijsbruin
Zand, uiterst fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijs
100
Zand, zeer fijn, matig siltig, blauwgrijs
150
Zand, zeer fijn, matig siltig, sporen schelpen, blauwgrijs
200
250
150
200
Veen, zwak kleiïg, bruin
250
300
300
350
350
Veen, zwak kleiïg, bruin
400
Projectcode: 16130709
0
Boring:
4
Boring:
5
Datum:
05-08-2009
Datum:
05-08-2009
X:
95310
X:
95317
Y:
430428
Y:
430401
Maaiveld [m]
3
Maaiveld [m]
3.2
GWS:
GWS:
Opmerking:
Opmerking: gazon Zand, zeer fijn, sterk siltig, zwak humeus, zwak grindig, matig baksteenhoudend, matig puinhoudend, donker grijsbruin
50
0
50
gazon Klei, matig zandig, zwak humeus, zwak grindig, zwak roesthoudend, zwak puinhoudend, sporen baksteen, donker grijsbruin
Klei, sterk zandig, zwak humeus, sporen schelpen, zwak roesthoudend, donkergrijs
Zand, zeer fijn, matig siltig, grijs 100
Zand, zeer fijn, matig siltig, matig roesthoudend, grijs
100
Zand, zeer fijn, matig siltig, blauwgrijs
Zand, zeer fijn, matig siltig, zwak roesthoudend, grijs
150
150
200
200
Zand, zeer fijn, matig siltig, blauwgrijs
Projectcode: 16130709
Legenda (conform NEN 5104) grind
klei
geur
Grind, siltig
Klei, zwak siltig
Grind, zwak zandig
Klei, matig siltig
geen geur zwakke geur matige geur sterke geur
Grind, matig zandig
Klei, sterk siltig
Grind, sterk zandig
Klei, uiterst siltig
Grind, uiterst zandig
Klei, zwak zandig
uiterste geur
olie geen olie-water reactie zwakke olie-water reactie matige olie-water reactie sterke olie-water reactie Klei, matig zandig
Klei, sterk zandig
zand
uiterste olie-water reactie
p.i.d.-waarde >0
Zand, kleiïg
>1 >10 Zand, zwak siltig
>100
leem
>1000
Zand, matig siltig
Leem, zwak zandig
>10000
Zand, sterk siltig
Leem, sterk zandig
monsters geroerd monster
Zand, uiterst siltig
overige toevoegingen
ongeroerd monster
zwak humeus
veen Veen, mineraalarm
matig humeus
overig bijzonder bestanddeel
Veen, zwak kleiïg
sterk humeus
Gemiddeld hoogste grondwaterstand grondwaterstand
Veen, sterk kleiïg
zwak grindig
Veen, zwak zandig
matig grindig
Veen, sterk zandig
sterk grindig
Gemiddeld laagste grondwaterstand slib
water
Legenda afkortingen Archeologische Boorbeschrijving (conform ASB 2008) Percentages en Mediaan Klasse Zandmediaan Uiterst fijn 63-105 µm Zeer fijn 105-150 µm Matig fijn 150-210 µm Matig grof 210-300 µm Zeer grof 300-420 µm Uiterst grof 420-2000 µm Nieuwvormingen (1=spoor, 2=weinig, 3=veel) Afkorting Nieuwvormingen FEC IJzerconcreties FFC Fosfaatconcreties FOV Fosfaatvlekken MNC Mangaanconcreties ROV Roestvlekken VIV Vivianiet VKZ Verkiezeling ZAV Zandverkittingen Bodemkundige interpretaties Code Bodemkundige interpretaties BOD Bodem BOV Bouwvoor ESG Esgrond GLE Gleyhorizont HIN Humusinspoeling INH Inspoelingshorizont KAT Katteklei KBR Klei, brokkelig LOO Loodzand MOE Moedermateriaal OMG Omgewerkte grond OPG Opgebrachte grond OXR Oxidatie-reductiegrens POD Podzol RYP Gerijpt TKL Top kalkloos TRP Terpaarde UIT Uitspoelingshorizont VEN Vegetatieniveau VNG Gelaagd vegetatieniveau VRG Vergraven
Bodemhorizont Code Bodemhorizont BHA A-horizont BHAB BHAC BHAE BHB BHBC BHC BHE BHEB BHO BHR
AB-horizont AC-horizont AE-horizont B-horizont BH-horizont C-horizont E-horizont EB-horizont O-horizont R-horizont
Omschrijving Minerale bovengrond Overgangshorizont Overgangshorizont Overgangshorizont Inspoelingshorizont Overgangshorizont Uitgangsmateriaal Uitspoelingshorizont Overgangshorizont Strooisellaag Vast gesteente
Sedimentaire karakteristiek, laaggrens Afkorting Afmeting Klasse overgangszone BDI ≥ 3,0 - < 10,0 cm Basis diffuus BGE ≥ 0,3 - < 3,0 cm Basis geleidelijk BSE < 0,3 cm Basis scherp Kalkgehalte Code Kalkgehalte CA1 Kalkloos CA2 Kalkarm CA3 kalkrijk Archeologische indicatoren (1=spoor, 2=weinig, 3=veel) Code Omschrijving AWF Aardewerkfragmenten BST Baksteen GLS Glas HKB Houtskoolbrokken HKS Houtskoolspikkels MXX Metaal OXBO Onverbrand bot OXBV Verbrand bot SGK Gebroken kwarts SLA Slakken/sintels SVU Vuursteen SXX Natuursteen VKL Verbrande klei VSR Visresten
Bijlage 6: Periodentabel
2. Bodemonderzoek
3. Akoestisch onderzoek
W.107a
Onderzoek wegverkeerslawaai en spoorweglawaai ten behoeve van het bouwplan Voordijk 280 in de gemeente Barendrecht
Opdrachtgever De heer Seltentrijch
Wissing stedebouw en ruimtelijke vormgeving b.v.
Barendrecht, december 2009
Inhoudsopgave
.
1
Inleiding
pag.
2
Te onderzoeken bronnen
2
3
Grenswaarden
3
4
Gebruikte gegevens en uitgangspunten
4
5
Resultaten en Conclusies
6
Bijlage Verkeersgegevens verkeersmodel Rijkswaterstaat
1
1
Inleiding
Wegverkeerslawaai Voor wegverkeerlawaai geldt de Wet geluidhinder. Volgens deze wet dienen nieuwe woningen aan grenswaarden te voldoen. De voorkeursgrenswaarde bedraagt 48 dB(Lden) voor wegverkeerslawaai. Voor stedelijk gebied geldt bij bestaande wegen een maximale ontheffing hogere grenswaarde van 63 dB(Lden) voor wegverkeerslawaai. Voor buitenstedelijk gebied (en hieronder valt ook de situatie van een woning in stedelijk gebied doch binnen de onderzoekszone van een auto(snel)weg) geldt een maximale ontheffingswaarde van 53 dB(Lden). Indien sprake is van vervangende nieuwbouw gelden onder speciale voorwaarden nog ontheffingsmogelijkheden tot 63 dB(Lden). Hiertoe is met de standaard rekenmethode II (geomilieu V 1.30 van DGMR) een akoestisch onderzoek uitgevoerd. Hoewel voor de nabij de woning lopende onderzoeksplichtige wegen als de Dudokdreef, de Henry Dunantlaan en de Sweelincklaan ruimschoots aan de voorkeursgrenswaarden wordt voldaan, geldt dit niet voor de op grotere afstand gelegen rijkswegen A 15 en A 29. Voor beide wegen is hier een ontheffing hogere grenswaarde noodzakelijk. De maximale ontheffingswaarde van 53 dB(Lden) wordt echter niet overschreden. Wel zal in de nabije toekomst de geluidsbelasting van de A 15 teruggebracht worden door de maatregelen die in het kader van de verbreding van deze weg noodzakelijk zijn. Omdat de totale omvang van deze maatregelen nog niet volledig is vastgesteld zijn deze niet in de berekeningen meegenomen. De uiteindelijke geluidsbelasting zal dus enigszins lager uitvallen. De overige wegen nabij de woning geldt dat deze zijn uitgevoerd als 30 km/u wegen. Dientengevolge zijn deze wegen niet onderzoeksplichtig. Voor de nieuw te bouwen woning dient een ontheffing hogere grenswaarde tot 51 dB(Lden) te worden verleend ten aanzien van de A 15 en 53 dB(Lden) voor de A 29 door Burgemeester en Wethouders conform artikel 110 a van de wet geluidhinder. Indien deze ontheffing wordt verleend mag op deze locatie een nieuwe woning worden gebouwd. De geluidsisolatie van deze woning dient dusdanig te worden uitgevoerd dat de binnenwaarde van 33 dB(Lden) niet wordt overschreden.
Spoorweglawaai
Ten noorden van de A 15 loopt de Betuweroute. De woning ligt net binnen de 900 m brede onderzoekszone van deze spoorlijn. Mede door het grote aandeel nachtelijk vrachtverkeer is de overlast van deze spoorlijn aanzienlijk. Zonder maatregelen wordt de voorkeursgrenswaarde in het peiljaar 2015 overschreden. Echter door de aanwezigheid van schermen langs een groot deel van de route en door de afschermende werking van de geluidswallen langs de A 15 en de overige bebouwing wordt de voorkeursgrenswaarde niet overschreden.
1
2
Te onderzoeken bronnen.
Wegverkeerslawaai
Volgens de Wet geluidhinder bevindt zich aan weerszijden van elke weg een onderzoekszone, met uitzondering van woonerven en wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur. De zonebreedte is afhankelijk van het aantal rijstroken en de aard van de omgeving. Volgens de Wet geluidhinder gelden de volgende zonebreedten: Stedelijk
Buitenstedelijk
Aantal rijstroken
Aantal meter aan weerszijden van de weg
5 of meer
350
600 m
3 of 4
350 m
400 m
1 of 2
200 m
250 m
Volgens de Wet geluidhinder is sprake van buitenstedelijk gebied wanneer het betreffende gebied gelegen is buiten de bebouwde kom of wanneer het gebied is gelegen binnen de zone van een auto(snel)weg. In de overige gevallen is sprake van stedelijk gebied. De Dudokdreef en heeft een maximumsnelheid van 50 km/u. Deze weg heeft twee rijstroken. De onderzoekszone van deze weg is 200m. De rondweg van Barendrecht (Henry Dunantlaan en Sweelincklaan) heeft grotendeels een maximumsnelheid van 70 km/u. De onderzoekszone van deze weg heeft een breedte van 250 m. De A 15 en der A 29 hebben 5 of meer rijstroken en kennen dientengevolge een onderzoekszone van 600 m De breedte van de onderzoekszone wordt gemeten vanuit de rand van de verharding.
Spoorweglawaai Het traject van de Betuweroute tussen het Vaanplein en de Barendrechtse knoop (trajectnummers 698 en 689) heeft een onderzoekszone van 900 m, gemeten vanuit de buitenste spoorstaaf. Hoewel de verbindingsboog richting Rotterdam Noord een aanzienlijk kleinere onderzoekszone heeft (100 m), is deze voor de volledigheid wel meegenomen. De spoorverbinding Rotterdam kijfhoek ligt op een dusdanige afstand (1500 m) dat deze niet is (en hoeft) te worden meegenomen in de berekeningen. Bovendien ligt deze grotendeels binnen de overkapping van Barendrecht en achter hoge geluidsschermen.
2
3
Grenswaarden
Wegverkeerslawaai
In stedelijke situaties gelden de volgende grenswaarden voor het geluidsniveau aan gevels van nieuw te bouwen woningen. Stedelijk gebied: Weg
Woning
Aanwezig
Nieuw
Voorkeurs-
Maximum-
grenswaarde
ontheffingswaarde
48 dB(Lden)
63 dB(Lden)
Buitenstedelijk gebied Weg
Woning
Aanwezig
Nieuw
Aanwezig
Voorkeursgrenswaa Maximum-
Vervangende nieuwbouw
rde
ontheffingswaarde
48 dB(Lden)
53 dB(Lden)
48 dB(Lden)
63 dB(Lden)
Volgens artikel 103 Wet Geluidhinder mogen voor wegen met een rijsnelheid van minder dan 70 km/u de geluidsniveaus tijdelijk worden gereduceerd met 5 dB, voor wegen met een hogere maximumsnelheid bedraagt de reductie 2 dB. Deze aftrek is voor de in dit rapport vermelde resultaten toegepast. Bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde zijn burgemeester en wethouders bevoegd een ontheffing hogere grenswaarde te verlenen De hierboven aangegeven maximum grenswaarden mogen hierbij echter niet worden overschreden.
Spoorweglawaai
Voor nieuwe woningen langs een bestaande spoorlijn gelden de volgende grenswaarden: Spoorweg
Woning
Aanwezig
Nieuw
Voorkeurs-
Maximum-
grenswaarde
ontheffingswaarde
55 dB(Lden)
68 dB(Lden)
De gevelisolatie van de betrokken woningen dient zodanig te worden ontworpen, dat voor de binnenwaarde wordt voldaan aan de eisen van het bouwbesluit (33 dB(Lden)). Hiertoe dienen de geluidsbelastingen waarvoor ontheffing is verleend ten gevolge van het spoorweglawaai en van het wegverkeerslawaai (exclusief de aftrek volgens artikel 110 g van de Wet geluidhinder) gesommeerd te worden.
3
4
Gebruikte gegevens en uitgangspunten.
Wegverkeerslawaai
De verkeersgegevens van de wegen binnen de bebouwde kom zijn afkomstig van het verkeersmodel van de gemeente Barendrecht voor 2010 en 2015. Om de gegevens voor 2020 te bepalen zijn deze cijfers geëxtrapoleerd. Voor de verkeersintensiteiten van de A 15 en de A 29 is gebruik gemaakt van het verkeersmodel van Rijkswaterstaat, dat gebruikt is voor de het OTB A 15 Maasvlakte Vaanplein voor 2025. Bij de geluidsbelasting in Lden worden de geluidsbelastingen van dag, avond (+5) en nachtelijke (+10) uren energetisch gemiddeld. De verkeersgegevens van alle etmaalperioden zijn dus van belang Voor de onderzochte wegen is van onderstaande verkeerscijfers (etmaalintensiteit cq uurintensiteit van dag, avond en nachtperiode) gebruik gemaakt. Voor de wegen van de gemeente Barendrecht gelden de onderstaande cijfers. Weg
Intensiteit in
Personenauto’s Middelzwaar
2020 weekdag Dudokdreef dag
Zwaar vrachtverkeer
165
7.1
0.8
idem avond
124
2.9
0.4
idem nacht
15.6
1.9
0.2
Henry Dunantlaan dag
2815 mvt/etm
457
35.0
23.7
idem avond
268
14.2
9.0
idem nacht
71.5
8.7
5.9
457
35.1
23.7
268
14.3
8.7
Sweelincklaan dag
8040 mvt/etm
8050 mvt/etm
idem avond idem nacht
71.6 8.7 5.9 De rijsnelheid is voor de rondweg is voor het overgrote deel 70 km/u, nabij de rotondes is deze teruggebracht tot 50 km/u Voor de berekeningen is echter voor de gehele rondweg uitgegaan van 70 km/u. Voor de Dudokdreef is de rijsnelheid 50 km/u. De 30 km/u wegen zijn niet onderzocht. Gezien de lage intensiteit van deze wegen en de afstand tot de te bouwen woning is hier geen hinder te verwachten.
Voor de A 15 en de A 29 zijn de verkeersgegevens van het model van Rijkswaterstaat ingevoerd. De gegevens van deze 190 wegvakken zijn als bijlage toegevoegd. Als rijsnelheid is voor alle wegvakken 100 km per uur voor personenauto’s en 80 km/u voor vrachtverkeer aangehouden. Dit ondanks dat voor sommige verbindingsbogen een lagere adviessnelheid geldt. Aanvullende geluidbeperkende maatregelen zijn slechts beperkt onderzocht; diepte van de bouwlocatie ten opzichte van de overlast gevende weg is beperkt en de wegen waarvoor een ontheffing hogere grenswaarde moet worden aangevraagd zijn dusdanig massaal dat maatregelen voor een enkele nieuw te bouwen woning zinvol noch kosteneffectief zijn. Bij de verbreding van de A15 wordt wel de toepassing van dubbellaags ZOAB overwogen. Dit geeft een extra reductie van circa 3 dB. Deze is in deze berekeningen niet meegenomen.
4
Spoorweglawaai Voor de gegevens van de spoorweg is uitgegaan van de prognose uit het het akoestisch spoorboekje versie 2007. latere versies bevatten geen prognose en Prorail bleek niet in staat (ondanks herhaaldelijk vragen) om binnen redelijke termijn (eerste vraag gesteld op 10 augustus 2009, nog steeds geen prognose ontvangen op 1 december) een prognose te leveren. Voor het deel tussen de Maasvlakte en Barendrecht gelden in 2015 de volgende intensiteiten in bakken per uur DagDeel
2 (locomotieven)
4 CARGO
Dag
18.3
548
Avond
19.7
591
Nacht
11.5
344
Voor de snelheden en de aanwezigheid van schermen is in uitgegaan van de gegevens van het akoestisch spoorboekje voor 2007 Van de mogelijkheid om stil goederenmateriaal in te voeren is geen gebruik gemaakt; hoewel in 2020 naar schatting 80 % van het goederenmateriaal uit stil goederenmateriaal (ca 8 dB stiller per wagon) staat het ontbreken van een prognose van Prorail dit in de weg. Daarnaast wordt ook zonder deze ontwikkeling ruimschoots aan de voorkeursgrenswaarde voldaan.
Waarneempunten Voor elke gevel is op elke bouwlaag de invallende geluidsbelasting berekend. De waarneemhoogtes liggen op 2, 5 en 8 m boven het maaiveld. Gebruikt model Bijgaand een uitsnede van het gebruikte model. Dit model is samengesteld op basis van digitale tekeningen een aangevuld met verkenningen ter plekke.
5
5
Resultaten en conclusie
Verkeerslawaai
Dudokdreef Voor de Dudokdreef wordt ruimschoots voldaan aan de voorkeursgrenswaarde.
De maximale geluidsbelasting op de noordgevel bedraagt 29 dB(Lden). Rondweg
Ook voor de Rondweg (Dunantlaan en Sweelincklaan) wordt aan de voorkeursgrenswaarde voldaan. De hoogst berekende geluidsbelasting voor de westgevel bedraagt 48 dB(Lden).
6
A 15
Voor de A 15 geldt dat voor de westgevel bij de bovenste verdieping niet aan de voorkeursgrenswaarde wordt voldaan. De berekende geluidsbelasting bedraagt 51 dB(Lden). Voor de overige gevels en verdiepingen wordt wel aan de geluidsbelasting voldaan.
A 29
Ook voor de iets minder drukke maar op kortere afstand liggende A 29 is een ontheffing hogere grenswaarde noodzakelijk. De voor de berekende geluidsbelasting van 53 dB(Lden) (op de westgevel) geldt dat ook hier in principe een ontheffing mogelijk is. 7
Spoorweglawaai
Voor spoorweglawaai wordt ruim voldaan aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB(Lden). De hoogst berekende waarde op de noordgevel bedraagt 49 dB(Lden).
Gesommeerde waarde
Zowel voor het beoordelen van de woonkwaliteit als voor het bepalen van de vereiste geluidsisolatie is de
gesommeerde
waarde
van
die
bronnen
waarvoor
niet
voldaan
wordt
aan
de
voorkeursgrenswaarde van belang. Dit betreft dus het lawaai van de beide rijkswegen. Omdat de rondweg tegen de voorkeursgrenswaarde aan zit is deze ook meegenomen. De invloeden van de Betuweroute en de Dudokdreef zijn dusdanig dat deze niet van invloed zijn. Voor de zolderverdieping worden de hoogste waarden berekend. Zowel voor de noord als de westgevel bedraagt deze 57 dB(Lden). Hierdoor is bij het ontwerp extra aandacht nodig voor de geluidsisolatie. Dit geldt ook, zij het in mindere mate voor de 1e verdieping (noord en west) en voor de zuidzijde van de zolder. Voor de begane grond en de niet genoemde gevels geldt dat de standaardwaarde volgend het bouwbesluit voldoende is om aan de vereiste binnenwaarde te voldoen.
Hoewel voor de zolder van deze woning de invloed van de infrastructuur nog steeds merkbaar zal blijven met name de rijkswegen) biedt de locatie zeker de mogelijkheid om tot een goed leefbare woning te realiseren.
8
601 602 603 604 605 606 607 608 609 610 651 652 653 654 655 656 30350 30359 30430 30514 30556 30560 30917 31250 31390 32012 32085 32525 32897 33202 33392 33890 34053 35368 35423 35452 35461 35466 35491 35557 35558 36016 36072 36088 36089 36187 36208 36209 36223 39567 39570 41484 41494 41495 41498 41508 41509 41512
omschrijving Calandbrug N57 32. A15 28. van 31. Calandbrug N57 Calandbrug oprit Calandbrug zuidbaan noordbaan oprit afrit 195. 183. 70. zuidelijke kp. Vaanplein: 6. tussen Calandbrug, tussen Spijkenisse 65. 149. 158. 184. 217. 214. 255. 263. 247. 124. 250. 246. 254. 252. toerit noordelijke 240. 240. noordelijke 240. 240. noordelijke 218. 219. Reeweg: 47. 50. tussen 49. tussen 48.
noordbaan naar aansl. zuidbaan aansl. A15 aansl. noordbaan richting noordbaan vanaf zuidbaan, Calandbrug Calandbrug Noordzeeweg A15 VKV: Benelux: Botlekbrug parallelbaan Hoogvliet: afrit Stenen afnoordbaan afBotlektunnel kp. kp. Benelux: Groene VKV Vaanplein: kp. kp. Barendrecht Vaanplein: Vaanplein: Vaanplein: Vaanplein: IJsselmonde parallelbaan wissel wissel parallelbaan wissel wissel parallelbaan VKV VKV doorgaand Botlekhavens Botlekhavens afBotlekhavens afBotlekhavens
naar Maasvlakte Maasvlakte N57 (oprit richting N57 N57 (afrit zuidbaan richting N57 (afrit naar N57 Calandbrug naar N57 Noordzeewegnaar afrit naar thv noordzeeweg thv Noordzeeweg naar A15 noord naar Reeweg kp. ri. west ri. oost thv IJsselmonde oprit oostzijde A29 ri. Baakplein (oprit toerit zuidzijde
=
1315
ri. Kp. oostzijde) thv
V Rid
toerit zuidzijde Botlekhavens + ri. west Hoogvliet: hoofdrijbaan Benelux: vanuit ri. west Kruisweg: doorgaand Groene Kruisweg: oprit Vaanweg Vaanplein: Vaanweg Vaanplein: afrit kp. afrit A29 afrit oostzijde kp. Ridderkerk afrit oostzijde noordbaan thv IJsselmonde Vrijenburgwegnaar Vrijenburgwegnaar thv IJsselmonde Vrijenburgwegnaar Vrijenburgwegnaar thv IJsselmonde Groene Kruisweg: Groene Kruisweg: verkeer van (oprit westzijde) (oprit oostzijde) en toerit (afrit oostzijde) toerit noordzijde (afrit westzijde)
thv oprit
Spijkeniss westzijde
ri. Beneluxtunnel van verkeer afrit ri. ri. westzijde/A29 Vaanplein ri. ri. ri. ri.
oost ri parallelba v oostzijde wes A29 r
kp. kp.
Vaanp Vaanp
kp. kp.
Vaanp Vaanp
oprit oprit west
westzijde oostzijde n
noordzijde
N57
thv
Welplaatw
westzijde) westzijde) Calandbrug oostzijde)
oostelijk roton A15 zuidbaan Noordzeeweg
Noordbaan Noordzeeweg Benelux hoofdrijbaan van Pernis
N57
Vaanweg V we V
etmaal dag% avond% nacht% pdag pavond pnacht mvdG MVAVOND 92 6,52 3,26 1,09 100 100 100 --1900 6,47 2,95 1,32 66,7 76,8 72 9,8 5,4 20004 6,36 2,56 1,68 92,5 94,2 94,9 2,3 1 1684 6,47 2,49 1,54 75,2 81 84,6 7,3 2,4 2392 6,44 2,51 1,59 74 78,3 81,6 7,8 3,3 800 6,38 2,63 1,63 74,5 76,2 76,9 7,8 4,8 21004 6,35 3,25 1,35 92,8 95,8 94 2,2 0,9 12288 6,33 3,3 1,35 96,5 97,8 97,6 1 0,5 12704 6,34 2,58 1,69 95,8 96,6 97,2 1,2 0,6 12496 6,34 2,94 1,52 96,1 97,3 97,4 1,1 0,5 1404 6,34 2,56 1,71 100 100 100 --1404 6,34 2,56 1,71 100 100 100 --12504 6,33 2,6 1,71 98,4 98,5 98,6 0,5 0,3 11816 6,32 3,31 1,36 98,1 99 98,1 0,5 0,3 1300 6,31 3,31 1,38 100 100 100 --1300 6,31 3,31 1,38 100 100 100 --48192 6,43 3,05 1,33 76,6 85,4 79,8 7,1 3 7600 6,47 2,95 1,32 68,1 79 72 9,6 4,5 24496 6,34 2,58 1,69 95,6 96,5 97,1 1,4 0,6 52088 6,42 2,51 1,61 78,5 82,4 84,8 6,5 3 6208 6,39 2,53 1,64 84,4 87,9 89,2 4,8 1,9 25300 6,32 3,98 1,03 89,4 94,8 88,1 3,4 1,4 4404 6,34 2,59 1,7 95,3 95,6 96 1,4 0,9 20200 6,57 2,38 1,45 46,7 53,1 57,3 16,1 7,9 12946 6,34 2,93 1,52 95,5 96,7 97 1,3 0,7 41704 6,48 2,46 1,55 67 72,4 75,6 10 4,7 44304 6,45 3,02 1,32 73,4 83 77 8 3,5 51516 6,46 2,97 1,32 70,2 80,6 74 9 4 26184 6,48 2,46 1,54 65,6 71 74,6 10,4 5 50296 6,52 3,56 0,94 84,4 93,4 86,7 9,9 2,9 26900 6,43 3,06 1,33 77 85,6 80,2 6,9 2,9 15808 6,64 2,32 1,38 31,9 37,7 41,7 20,6 10,7 10504 6,32 3,31 1,36 97,9 98,9 97,9 0,6 0,3 5916 6,3 2,47 1,81 93 95,9 91,6 2,4 0,7 18816 6,3 2,53 1,78 98,3 98,9 98,2 0,6 0,2 20300 6,29 4,11 1,01 95,6 98 95,6 1,4 0,6 67192 6,33 3,93 1,03 86,8 93,6 85,4 4,2 1,8 14792 6,29 4,12 1,01 96,3 98,2 96 1,2 0,5 16696 6,35 3,26 1,35 93,5 96,3 94,7 2 0,7 10692 6,65 2,53 1,26 34,6 48,1 39,3 19,7 10,7 35196 6,36 3,22 1,34 89,9 94 91,5 3 1,2 7600 6,36 3,25 1,34 91,5 94,7 93,1 2,5 1,2 38304 6,45 3,02 1,32 73,7 83,1 77,3 7,9 3,5 39096 6,44 2,5 1,6 76 80,2 82,8 7,3 3,4 5400 6,33 2,59 1,7 100 100 100 --54104 6,42 3,07 1,33 77,8 86,1 80,8 6,7 2,8 18400 6,33 2,6 1,71 100 100 100 --20696 6,53 2,42 1,49 55,2 61,4 65,4 13,5 6,6 32796 6,42 3,09 1,33 79,8 87,5 82,8 6,1 2,6 12704 6,39 3,15 1,34 84 90,3 86,5 4,8 2 10600 6,34 2,58 1,7 97 97,8 97,8 0,9 0,4 21092 6,46 2,48 1,57 71,1 75,9 78,9 8,7 4 600 6,67 2,67 1,17 32,5 43,8 42,9 20 12,5 4496 6,43 2,51 1,6 76,5 80,5 83,3 7,3 3,5 37400 6,46 2,99 1,32 71,4 81,6 75,1 8,7 3,8 4204 6,42 3,07 1,33 77 85,3 80,4 7 3,1 52900 6,44 3,04 1,33 75,4 84,6 78,8 7,4 3,2 804 6,47 2,36 1,62 61,5 68,4 69,2 11,5 5,3
mvnacht -8 1,5 3,8 5,3 7,7 1,8 0,6 0,9 0,8 --0,5 0,6 --5,6 8 0,7 4,3 2,9 4,2 1,3 11,9 0,8 6,9 6,5 7,4 7,2 9,1 5,6 16,5 0,7 2,8 0,6 1,5 5,1 1,3 1,3 17 2,3 2 6,3 4,8 -5,4 -9,7 4,8 3,5 0,6 6 14,3 4,2 7,1 5,4 6 7,7
zvdag -23,6 5,2 17,4 18,2 17,6 5 2,4 3 2,7 --1,1 1,3 --16,3 22,4 3 15 10,8 7,2 3,2 37,2 3,2 23 18,6 20,8 24 5,7 16 47,5 1,5 4,6 1,1 2,9 8,9 2,5 4,5 45,7 7,1 6 18,4 16,8 -15,5 -31,3 14,1 11,2 2,1 20,2 47,5 16,3 20 15,9 17,1 26,9
zvavond -17,9 4,9 16,7 18,3 19 3,4 1,7 2,7 2,2 --1,2 0,8 --11,7 16,5 2,8 14,6 10,2 3,8 3,5 39 2,6 23 13,5 15,4 24,1 3,7 11,4 51,6 0,9 3,4 0,8 1,4 4,7 1,3 2,9 41,1 4,8 4 13,4 16,4 -11,1 -32 10 7,8 1,8 20,1 43,8 15,9 14,7 11,6 12,3 26,3
zvnacht -20 3,6 11,5 13,2 15,4 4,2 1,8 1,9 1,8 --0,9 1,2 --14,5 20 2,2 10,9 7,8 7,7 2,7 30,7 2,3 17,4 16,6 18,7 18,3 4,2 14,2 41,7 1,4 5,6 1,2 2,9 9,5 2,7 4 43,7 6,1 4,9 16,4 12,3 -13,8 -24,9 12,4 10 1,7 15,1 42,9 12,5 17,8 14,3 15,1 23,1
41513 41517 41518 41519 41520 41523 41524 41601 41603 41666 41677 41681 41734 41737 41738 41741 41742 41764 41903 41904 41909 41910 41913 41914 41915 41921 41922 41924 41926 41928 41929 41931 41932 41933 41936 41936 41938 41941 41942 41944 41945 41953 41956 41959 42834 75473 75475 75477 75491 75492 75935 75937 75939 75945 75969 75990 75993 75993 75994
tussen 44. 41. tussen 42. tussen 43. 199. 68. 238. 251. 253. 238. zuidelijke zuidelijke afrit zuidelijke 196. 139. 137. 134. 173. 174. 175. 176. 181. 178. 160. Parallelbaan 161. 187. 155. 162. 163. 189. 189. 233. 240. 242. 237. 243. 257. 249. 259. 203. 177. 238. tussen 131. 147. 2. 8. 14. 27. 55. 148. 188. 188. 159.
afRozenburg Rozenburg afRozenburg afRozenburg Reeweg: Botlektunnel kp. Vaanplein: Vaanplein: kp. parallelbaan parallelbaan IJsselmonde parallelbaan kp. Hoogvliet: Hoogvliet: kp. Benelux: Benelux: kp. kp. Benelux: Benelux: kp. Gadering Benelux: Benelux: kp. Benelux: Benelux: Benelux: Benelux: VKV: wissel Wissel wissel Wissel Vaanplein: Vaanplein: kp. VKV Benelux: kp. kp. Hoogvliet: 2e Stenen Dintelbrug aansl. Spijkenisse Hoogvliet: Benelux: Benelux: Benelux:
toerit zuidzijde thv Centrum (oprit zuidzijde) Centrum (oprit noordzijde) toerit zuidzijde thv Centrum (afrit noordzijde) toerit noordzijde thv Centrum (afrit zuidzijde) doorgaand verkeer van ri. oost Vaanplein naar wissel afrit westzijde ri. afrit oostzijde ri. Vaanplein naar wissel thv IJsselmonde thv IJsselmonde zuidbaan thv IJsselmonde Benelux Reeweg afrit westzijde ri. afrit westzijde ri. Hoogvliet: oprit westzijde ri. oost van ri. oost van Benelux: vanuit Beneluxtunnel Benelux: vanuit Beneluxtunnel ri. west van ri. west van Benelux: vanuit Beneluxtunnel Hoogvliet richting ri. west van ri. west van Benelux: vanuit Beneluxtunnel ri. west van ri. west van ri. west van ri. west van wissel Smithoek ri. kp. Vrijenburgwegnaar bij Vrijenburgweg ri. wissel Vrijenburgwegnaar bij Vrijenburgweg ri. afrit A29 ri. Vaanweg ri. kp. Vaanplein: parallelbaan ri. Reeweg: oprit oostzijde ri. west van Vaanplein naar wissel 185 en ID 180 Hoogvliet: oprit westzijde oprit oostzijde ri. Maasvlakte ri. Stenen Baakplein d'Arcyweg (ri. oost) N57 (oprit westzijde) (oprit westzijde ZUID) ri. oost van ri. west van ri. west van vanuit Beneluxtunnel ri
Welplaatwe
Rozenburg Rozenburg oost Vrijenbur V A Vrijenbur
hoofdrijbaan A h paral parallelba parallelba ri ri hoofdrijba hoofdrijba ri we hoofdrijba parallelba ri hoofdrijba hoofdrijba parallelba parallelba west Vaanp oost Sm west west Ridde Ridd hoofdrijba Vrijenbur NIEUW paral B Baakplein
hoofdrij hoofdrijba hoofdrijba
56912 4400 1400 53304 796 49208 4404 28492 56896 31396 5496 18404 9808 37388 14700 7608 34184 61700 9508 15004 20096 55588 12884 16200 36204 18596 6212 7704 9904 4700 13412 4904 1692 3204 48196 48196 10700 44504 24700 25896 17700 27200 2312 16708 10300 24684 41196 5688 6400 9896 18800 18800 19700 1996 2300 45696 23492 23492 33092
6,45 6,66 6,36 6,43 6,41 6,43 6,58 6,43 6,47 6,27 6,35 6,38 6,37 6,39 6,51 6,41 6,46 6,4 6,37 6,32 6,31 6,4 6,53 6,62 6,36 6,4 6,78 6,43 6,34 6,66 6,6 6,73 6,38 6,8 6,45 6,45 6,32 6,42 6,34 6,56 6,32 6,37 6,31 6,56 6,53 6,49 6,45 6,52 6,36 6,36 6,56 6,55 6,57 6,46 6,7 6,41 6,36 6,36 6,53
2,49 2,3 3,21 2,5 2,51 3,07 2,66 3,05 2,47 2,73 2,57 3,18 3,19 2,54 2,44 2,52 2,48 2,53 2,56 2,6 3,34 2,53 2,42 3,25 2,57 3,14 2,22 3,8 3,27 2,47 2,64 2,94 3,13 2,15 3,01 3,01 3,34 2,51 2,58 2,73 3,34 3,79 2,34 2,39 2,8 2,9 3,01 2,41 3,23 2,58 2,39 2,39 2,38 3,01 2,39 2,52 3,22 3,22 3,53
1,58 1,36 1,36 1,6 1,63 1,33 1,29 1,33 1,56 1,73 1,69 1,34 1,35 1,64 1,52 1,62 1,57 1,63 1,66 1,71 1,36 1,63 1,5 0,94 1,68 1,33 1,22 0,96 1,35 1,28 1,28 0,94 1,36 1,22 1,32 1,32 1,36 1,61 1,69 1,29 1,36 1,05 1,86 1,47 1,3 1,31 1,32 1,51 1,34 1,68 1,47 1,47 1,46 1,3 1,26 1,62 1,35 1,35 0,94
73 30,4 92,1 76,4 86,3 77,8 45,9 75,8 68,6 68,7 94,3 86,6 87,8 85,8 60,2 81,8 71,6 82,8 88,8 100 100 82,6 56,4 69,2 92,6 82,8 12,1 97,2 94,6 32,3 43,5 54,2 81,5 8,7 72,9 73 100 78,8 95,7 50,5 100 79,6 82,2 49,6 56,3 64,2 72,8 58 91,6 92,5 49,8 50,3 47,9 68,2 24,7 80,5 90 90 83,1
77,6 35,6 95,6 80,6 90 86 59,8 84,7 73,8 81,8 95,7 92 92,7 88,6 65,9 85,4 76,4 86 90,9 100 100 86 62,5 85,2 94,2 89,4 19,6 99 96,9 45,7 57,6 75 88,7 14,5 82,6 82,6 100 82,8 96,6 64,3 100 89,4 88,9 55,9 69,4 76 82,6 64,2 95,2 93,7 56,1 56,7 54,4 78,3 36,4 84,2 94 94 92,6
80,4 40 94,7 83,2 92,3 80,8 50,9 79,1 77 65,9 95,7 88,7 89,4 90,2 70 87,8 79,6 88 92,4 100 100 87,8 66,3 73 94,9 85,5 14,5 97,3 95,5 36,7 48,3 58,7 82,6 10,3 76,6 76,6 100 85 97,1 55,4 100 77,5 79,1 60 60,4 68,4 76,4 67,4 93 95,2 60,1 60,6 58,5 73,1 27,6 86,4 91,5 91,4 85,6
8,2 21,2 2,2 -7,1 3,9 -6,7 16,2 7,3 9,5 13,6 1,7 4 3,7 4,3 12 5,5 8,6 5,2 3,5 ----5,3 13,2 19,6 2,2 5,2 26,6 1,8 1,6 20,4 17,1 29,1 5,6 27,5 8,2 8,2 --6,4 1,3 14,9 --6,6 6,2 15,2 13,2 10,8 8,2 12,7 2,5 2,2 15,2 15 15,8 9,3 22,7 5,9 3 3 10,8
3,8 10,9
5,5 16,7
18,9 48,5 5,6 16,5 9,8 15,6 37,9 16,9 21,9 17,7 4 9,4 8,5 9,9 27,8 12,7 19,8 12 7,8
-3,3
4,8 --
2,8 8,5 3,1 4,4 7 0,7 1,7 1,6 1,9 5,9 2,6 4 2,4 1,6
5,4 14 5,8 6,5 17,7 1,1 3,2 3 2,8 8,5 3,3 5,8 3,4 1,9 ---
2,3 6,4 6,5 1 2,2 16,7 0,3 0,6 11,2 8,8 11,1 1,9 17,4 3,6 3,6
--3,4 9,3 18,4 1,5 4 23,7 1,4 1,5 18,3 14,5 28,3 4,3 25,6 6,6 6,6
-3 0,6 7,4
--12,1 30,4 11,2 5,2 12 61,3 1 3,8 47,3 39,4 16,7 13 63,8 18,9 18,9
-4,2 0,7 12,6
-2,9 1,9 7,5 6,3 4,9 3,6 5,8 1 1,2 7,3 7,3 7,7 5 12,7 2,7 1,2 1,2 3,3
---
--
8,7 24,4 8,6 3,6 10,5 61,8 1,4 3 45 37,2 13 13 64,1 16,8 16,8 --
14,3 2,8 28,3 --
13,8 11,6 35,1 30,5 25 19 29,4 5,9 5,2 35 34,7 36,3 22,5 52,6 13,6 7 7 6,2
14 43,3 5,3 12,1 7,7 13,8 35,1 15,1 16,6 16,4 3,2 8,1 7,6 7 21,5 8,9 14,7 8,5 5,7
11,7 31,1 8,3 4,8 8,4 63,8 0,7 2,5 43,1 33,6 13,9 9,4 68,1 13,8 13,8
14,8 3 34,5 --
7,7 7 11,4 11,2 9 6,6 9,3 2,3 1,2 11,2 11,2 11,8 7,7 20,7 3,9 2,5 2,5 9,9
18,6 53,5 4,4 16,1 10 11,1 31,6 12,2 21,8 11,2 3,5 6,3 5,8 9,5 28,2 12 19,6 11,5 7,4
10,7 2,2 32 --
7,7 9,3 36,6 24,3 19,1 13,9 29,9 3,9 5,1 36,5 36 38 16,7 50,9 13,1 4,8 4,8 4,1
14,7 14 28,6 28,4 22,6 17,1 23,3 4,7 3,6 28,6 28,2 29,6 19,2 51,7 9,7 6 6 4,5
76001 76025 76026 76488 76489 76491 76493 76494 76498 76499 76500 76501 76502 76503 76504 76506 76508 76509 76510 76511 76513 76516 76517 76519 76520 76521 76523 76526 76528 76529 76530 76531 76533 76535 76537 76538 76552 76560 76565 76567 76570 76573 76574 76575 76577 76593 76596 76597 76600 76604 76606 82672 82672 82674 82680 82681 82683 82685 88888
185. 256. 260. 25. tussen 19. tussen 13. tussen 5. tussen 3. 1. 4. tussen 11. 7. tussen 10. 12. 9. tussen 16. 17. 20. 18. 15. 23. tussen 22. 26. 24. 21. 38. 37. 33. kp. 198. 34. tussen 62. 232. 234. 172. 126. 54. Spijkenisse 56. 69. 57. 53. 215. 215. 213. 202. 211. 216. 212. kp.
Benelux: VKV kp. N57 afMerwedeweg afDintelbrug afStenen afStenen Stenen Stenen afd'Arcyweg d'Arcyweg afd'Arcyweg d'Arcyweg d'Arcyweg afRijnweg Rijnweg Rijnweg Rijnweg Rijnweg Merwedeweg afMerwedeweg Merwedeweg Merwedeweg Merwedeweg Noordzeeweg/Pothof Noordzeeweg/Pothof Thomassentunnel Benelux: VKV Thomassentunnel afSpijkenisse VKV: wissel kp. kp. Spijkenisse (afrit Spijkenisse Botlekbrug Spijkenisse Spijkenisse VKV VKV VKV: VKV Reeweg: Groene VKV: Hoogvliet:
ri. kp. Vaanplein: toerit toerit (ri. toerit Baakplein toerit Baakplein Baakplein Baakplein toerit (afrit toerit (afrit (oprit (oprit toerit (afrit (afrit (oprit (oprit (afrit toerit (afrit (oprit (oprit (oprit (afrit (ri. ri. Reeweg: (ri. toerit (oprit wissel Smithoek Benelux: Vaanplein (afrit westzijde (afrit ri. (oprit (oprit Groene Groene Groene Reeweg: zuidelijke Kruisweg: Reeweg afrit
west Vaanplein: parallelbaan Merwedeweg noordzijde Rijnweg noordzijde west) noordzijde (afrit noordzijde (oprit ri. (afrit zuidzijde noordzijde) Stenen zuidzijde zuidzijde) zuidzijde) noordzijde) zuidzijde westzijde) oostzijde) Merwedeweg oostzijde) westzijde) oostzijde) zuidzijde westzijde) N57 westzijde) westzijde) oostzijde) oostzijde) west) oost afrit oost) noordzijde oostzijde Smithoek naar ri. westzijde) NOORD westzijde west westzijde westzijde) Kruisweg: Kruisweg: Kruisweg afrit oprit doorgaand oostzijde
van oprit ri.
parallelba Vaanweg/Ridderk Ridd
thv
Merwedewe
thv
Rijnweg
thv
thv
d'Arcyweg oostzijde) Stenen westzijde) Maasvlakte westzijde) Stenen
thv
Baakplein d'Arcyweg
thv
Rijnweg
thv 2e
thv
Merwedeweg
van westzijde
Hoefsmidst
thv ri. ri. wissel oost Barendrecht
N57 Botlekbr oost Vrijenb hoofdrijbaan
ri. ZUID)
Bo
NOORD
vanaf
afrit afrit oostzijde naar verkeer Groene ri.
westzijde westzijde Reeweg parallelbaan parall v Kruisweg p
11904 16616 14396 18404 15308 16200 15892 16104 13496 2916 12708 4792 17500 4300 14508 2716 15692 16400 2288 3304 2204 19504 200 308 19900 400 300 3096 18892 992 22588 3712 892 13796 13200 37400 6500 8696 40188 16500 7800 7492 18896 25504 61104 19708 16696 3092 26588 10500 12804 14300 14300 6808 10104 8988 26100 15800 16104
6,54 6,54 6,58 6,58 6,59 6,6 6,61 6,61 6,62 6,34 6,67 6,34 6,58 6,35 6,62 6,52 6,61 6,57 6,47 6,57 6,58 6,57 6,5 6,49 6,57 6,5 6,67 6,52 6,56 6,65 6,56 6,55 6,73 6,33 6,33 6,46 6,48 6,55 6,47 6,59 6,33 6,33 6,6 6,47 6,32 6,38 6,35 6,6 6,33 6,32 6,4 6,36 6,36 6,65 6,7 6,63 6,56 6,47 6,34
2,79 2,77 2,38 2,68 2,65 2,63 2,62 2,62 2,58 3,22 2,46 3,26 2,68 2,56 2,34 2,8 2,61 2,38 2,53 2,39 2,72 2,38 2,5 2,92 2,38 2,5 2,33 2,84 2,39 2,42 2,39 2,4 2,35 2,59 3,31 2,99 2,46 2,39 2,47 2,65 2,59 2,6 2,35 2,47 2,44 2,54 2,58 2,36 3,31 3,3 3,14 2,57 2,57 2,31 2,39 2,33 2,74 2,96 3,27
1,3 1,3 1,44 1,29 1,29 1,28 1,28 1,28 1,27 1,37 1,26 1,36 1,29 1,7 1,41 1,33 1,27 1,46 1,53 1,45 1,27 1,46 1,5 1,3 1,46 1,5 1,33 1,29 1,46 1,31 1,47 1,48 1,23 1,71 1,36 1,32 1,55 1,47 1,56 1,28 1,71 1,71 1,42 1,56 1,81 1,65 1,69 1,42 1,35 1,36 1,34 1,67 1,67 1,37 1,26 1,39 1,29 1,32 1,35
56 54,6 45,4 47,5 45,1 43,1 42,7 42,8 39,6 92,4 30,5 93,4 47,1 92,7 37,6 57,1 41,3 48,2 68,2 46,5 52,4 47,9 46,2 65 47,9 73,1 30 59,4 49 28,8 49,5 52,3 21,7 98,5 97,6 71,4 67,7 51,1 69,2 44,7 97,4 100 41,1 69,1 89 86,5 94,9 40,2 98 97 83,3 91,8 91,8 29,4 25,3 33,9 51,6 69,2 94,6
69,3 68,1 51,8 61,5 59,1 57,3 56,8 56,9 53,7 95,7 43,8 96,2 61,2 94,5 43,7 69,7 55,5 54,5 72,4 53,2 66,7 54,2 60 77,8 54,2 80 42,9 71,6 55,2 33,3 55,8 58,4 33,3 98,6 98,6 81,6 73,1 57,2 74,2 58,8 97,5 100 47,2 74,2 93,2 89,2 96 46,6 98,9 98,3 89,8 93,5 93,4 35 37,3 39,7 65,3 79,9 96,9
60,6 13,2 59,3 13,7 55,8 16,5 52,3 15,9 49,7 16,6 47,8 17,2 47,3 17,3 47,6 17,3 44,2 18,2 92,5 2,2 35 21 93,8 2 52 16 94,5 2,2 48 18,9 61,1 13 46 17,7 58,6 15,7 77,1 9,5 56,3 16,1 57,1 14,5 58,5 15,8 66,7 15,4 75 10 58,6 15,8 83,3 7,7 25 20 65 12,4 59,4 15,4 38,5 21,2 60,1 15,2 61,8 14,4 27,3 23,3 98,7 0,5 97,8 0,7 75,2 8,7 76,2 9,7 61,7 14,7 77,4 9,3 49,5 16,7 97,7 0,8 100 -51,7 17,8 77,2 9,3 87,8 3,8 90,5 4,1 96,5 1,5 50 18,1 98,3 0,6 97,2 0,9 86 5 94,6 2,5 94,6 2,5 38,7 21,4 29,1 22,6 44 20 56,4 14,6 73,1 9,3 95,5 1,6
6,3 6,5 8,2 7,9 8,4 8,7 8,9 8,8 9,5 1,1 11,5 0,6 7,9 0,9 9,4 6,6 9 7,7 5,2 7,6 6,7 7,7 ---
11 11,6 12,5 13,5 14,2 14,5 14,8 14,6 15,7 2,5 18,1 1,5 13,3 1,4 14,7 11,1 15 11,7 5,7 12,5 10,7 11,6
30,7 31,6 38,1 36,7 38,4 39,7 40 39,9 42,2 5,4 48,5 4,6 36,9 5,1 43,5 29,9 40,9 36,1 22,3 37,3 33,1 36,3 38,5 25 36,3 19,2 50 28,2 35,6 50 35,2 33,3 55 1 1,7 20 22,6 34,2 21,5 38,6 1,8
--7,8
--
11,7 --
14,3 5,7 7,5 12,5 7,4 6,7 14,3 0,3 0,2 3,8 4,4 7,2 4,3 8,5 0,5 --
25 10 11,6 15,4 11,2 10,9 18,2 0,4 0,6 7,1 6,9 10,9 6,4 14,2 0,8 --
9 4,4 1,6 1,8 0,7 9,6 0,2 0,3 2 1,1 1,1 10,8 12,9 10 7,1 4,1 0,6
-13,8 6,5 3,7 2,8 1,1 13,6 0,6 0,7 4,1 1,7 1,7 17,2 19,7 16 12,2 7,7 1,5
24,4 25,4 40,1 30,6 32,5 34 34,3 34,4 36,8 3,2 44,7 3,2 30,9 4,5 46,9 23,7 35,5 37,9 22,4 39,2 26,7 38,1 40 22,2 38 20 42,9 22,7 37,3 54,2 36,7 34,8 52,4 1,1 1,1 14,7 22,5 35,6 21,4 32,7 2 --
41,1 21,6 7,3 9,5 3,6 41,7 1,4 2,1 11,7 5,7 5,7 49,2 52,1 46,1 33,8 21,5 3,8
28,4 29,2 31,7 34,2 36 37,7 37,9 37,9 40,1 5 46,9 4,6 34,7 4,1 37,3 27,8 39 29,7 17,1 31,3 32,1 29,9 33,3 25 29,7 16,7 50 25 29 46,2 28,7 27,3 54,5 0,8 1,7 17,8 16,8 27,3 16,2 36,3 1,5 --
43,8 21,4 5,2 9 3,3 43,8 0,9 1,4 8,2 5,4 5,4 54,1 49,8 50,2 27,6 16 2,5
34,6 16,3 8,5 6,7 2,5 36,4 1,1 2,1 9,9 3,8 3,8 44,1 51,2 40 31,5 19,2 3
89465 89467 89471 89473 89475 89478 89481 89483 89484 89487 89488 99999 41503 41504
179. 182. 157. 149. tussen Vanuit 262. 59. 59. 61. 64. Van 46. 45.
Benelux: Benelux: kp. kp.
ri. ri. Benelux: Hoogvliet: 300 en Vaanweg en kp. Vaanplein: Spijkenisse (afrit Spijkenisse (afrit Spijkenisse (afrit Spijkenisse (oprit Vondelingenweg naar Rozenburg Centrum Botlekhavens -
oost west vanuit hoofdrijbaan ID Ridderkerk parallelbaan oostzijde) oostzijde) oostzijde oostzijde Hoogvliet Rozenburg
van van Beneluxtunnel ri. 180 naar ri.
parallelba parallelba ri oost NIEUW A29 A29
vanaf ri. (parallelba Botlekhavens Centrum
A15) A15)
50004 52896 41004 18992 7200 37392 23684 23192 16016 7200 15200 6200 57708 53500
6,39 6,42 6,51 6,47 6,53 6,31 6,41 6,4 6,32 6,56 6,45 6,39 6,45 6,44
2,54 3,07 3,58 2,47 2,42 2,48 2,52 3,14 3,32 2,72 2,49 3,15 2,49 3,04
1,64 1,33 0,95 1,56 1,5 1,79 1,63 1,33 1,36 1,31 1,59 1,34 1,58 1,32
85,3 77,8 85,5 69,5 55,1 92,6 82,5 83,4 98,6 50,8 73 84,5 72,6 74,9
88,3 86,2 93,8 74,7 61,5 95,5 86 89,8 99,2 64,8 77,8 90,6 77,5 84,1
89,8 81 87,6 77,8 64,8 91,8 87,8 86 98,6 55,3 80,5 86,8 80,2 78,4
4,4 6,7 9,3 9,2 13,6 2,5 5,3 5 0,4 14,8 8,2 4,7 8,3 7,5
2 2,8 2,7 4,3 6,3 1,1 2,3 2,1 0,2 7,1 3,7 1,9 3,8 3,3
2,9 5,4 8,5 6,4 10,2 2,5 3,4 3,9 0,5 12,8 5,4 3,7 5,6 6,1
10,3 15,5 5,3 21,3 31,3 4,9 12,2 11,6 1 34,3 18,9 10,8 19,1 17,4
9,8 11 3,5 21,1 32,2 3,5 11,7 8,1 0,6 28,1 18,5 7,5 18,7 12,6
7,3 13,7 3,9 15,8 25 5,7 8,8 10 0,9 31,9 14,1 9,5 14,2 15,5
4. Onderzoek externe veiligheid
66912927-GCS 09-50305 09-10-12 RPC Notitie aan
:
C. van Leeuwen
Gasunie
van
:
R.P. Coster
KEMA
kopie
:
Registratuur Registratuur P.C.A. Kassenberg
KEMA Gasunie Gasunie
Betreft
:
Risicoberekening gastransportleidingen A-517-KR-116-2 t/m 119 en A559-KR-002 t/m 006-1
Inleiding In verband met nieuwbouwplannen in Barendrecht, nabij de gastransportleidingen A-517-KR116-2 t/m 119 en A-559-KR-002 t/m 006-1, is een plaatsgebonden risicoberekening (PR) en een groepsrisicoberekening (GR) uitgevoerd. De risicoberekening zoals vastgelegd in dit memorandum is conform PGS 3 [1] uitgevoerd met PIPESAFE, een door de overheid goedgekeurd softwarepakket voor het uitvoeren van risicoberekeningen aan aardgastransport [2]. Voor de GR-berekening is gebruikgemaakt van de bevolkingsgegevens zoals aangeleverd door de gemeente Barendrecht, weergegeven in Appendix A. De GR-berekening is uitgevoerd voor twee nieuwbouwscenario’s en voor de bestaande situatie. Deze scenario’s zijn toegelicht in Appendix A. Uitgangspunten bij de berekeningen De leidingparameters zijn weergegeven in Tabel 1. Tabel 1 Parameterwaarden van de leidingen
!
" #
&
$ % %
'# (
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd: • De faalfrequentie is gebaseerd op schade door derden. Falen door corrosie wordt voldoende ondervangen in het zorgsysteem van Gasunie en de inspectie daarop
-2-
• •
• • •
66912927-GCS 09-50305
door de overheid; in overleg met het ministerie van VROM wordt falen door corrosie daarom niet meegenomen bij de bepaling van de faalfrequentie van de leidingen; De faalfrequentie als gevolg van schade door derden is gecorrigeerd met een factor 2.5 als gevolg van een wettelijke grondroerdersregeling; De faalfrequentie als gevolg van schade door derden is gecorrigeerd voor recent ingevoerde maatregelen (factor 1.2) en een dalende trend in leidingbreuken (factor 2.8); In de risicoberekening is rekening gehouden met directe ontsteking (75%) en ontsteking na 120s (25%); In de risicoberekening is rekening gehouden met de uit casuïstiek verkregen diameter- en drukafhankelijke ontstekingskans; Voor de GR-berekening is gebruikgemaakt van de windroos van Rotterdam.
Resultaten PR-berekening De 10-6 per jaar plaatsgebonden risicoafstanden risicocontouren zijn weergegeven in Figuur 1. Er is in deze figuur geen contour zichtbaar, dus is de PR 10-6-afstand in het hele gebied gelijk aan 0 meter.
Figuur 1 Binnen de lichtpaarse gebieden is het plaatsgebonden risico groter dan 10-6 per jaar. Procedure GR-berekening Voor de leidingen is het groepsrisico berekend voor die kilometer die in de nieuwe situatie het hoogste groepsrisico oplevert (worst-casesegment). Het groepsrisico van deze kilometer is voor de nieuwe en de bestaande situatie berekend. Voor de berekeningen is
-3-
66912927-GCS 09-50305
gebruikgemaakt van de daadwerkelijke parametering over het geselecteerde, één kilometer lange segment. Om het worst-casesegment van iedere leiding te vinden is per stationing de overschrijdingsfactor van het groepsrisico weergegeven. Deze is berekend door rondom elk punt op de leiding een segment van een kilometer te kiezen, dat gecentreerd ligt ten opzichte van dit punt. Voor deze kilometer leiding is een FN-curve berekend en van deze FN-curve de overschrijdingsfactor. De overschrijdingsfactor is de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriëntatiewaarde. Daarmee is de overschrijdingsfactor een maat die aangeeft in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt genaderd of overschreden. Een overschrijdingsfactor kleiner dan één geeft aan dat de FN-curve onder de oriëntatiewaarde blijft. Bij een waarde van één zal de FN-curve de oriëntatiewaarde raken. Bij een waarde groter dan één wordt de oriëntatiewaarde overschreden. Deze overschrijdingsfactor is vervolgens, voor alle leidingen, voor zowel de nieuwe als de bestaande situatie, tegen de stationing uitgezet in een grafiek. In deze grafieken is tevens af te lezen waar het middelpunt van het worst case één kilometer segment ligt. Van het worstcasesegment is de FN-curve weergegeven, zowel voor de nieuwe als voor de bestaande situatie. Hiermee wordt inzichtelijk gemaakt wat de toename van het groepsrisico is.
Resultaten GR-berekening A-517-KR-116-2 t/m 119 De resultaten van de GR-berekeningen van de A-517-KR-116-2 t/m 119 zijn als volgt weergegeven: •
Figuur 2: De overschrijdingsfactor tegen de stationing, in Scenario 1.
•
Figuur 3: De FN-curve van het worst-casesegment, in Scenario 1.
•
Figuur 4: De overschrijdingsfactor tegen de stationing, in Scenario 2.
•
Figuur 5: De FN-curve van het worst-casesegment, in Scenario 2.
•
Figuur 6: De overschrijdingsfactor tegen de stationing, in de bestaande situatie.
•
Figuur 7: De FN-curve van het worst-casesegment, in de bestaande situatie.
•
Figuur 8: De ligging van het worst-casesegment.
-4-
66912927-GCS 09-50305
GR Screening
1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
5,500
Figuur 2 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-517-KR-116-2 t/m 119, Scenario 1. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend.
FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 3 FN-curve worst-casesegment A-517-KR-116-2 t/m 119, Scenario 1. Overschrijdingsfactor 0,44.
-5-
66912927-GCS 09-50305
GR Screening
1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
5,500
Figuur 4 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-517-KR-116-2 t/m 119, Scenario 2. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend. FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 5 FN-curve worst-casesegment A-517-KR-116-2 t/m 119, Scenario 2. Overschrijdingsfactor 0,44
-6-
66912927-GCS 09-50305
GR Screening
1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
5,500
Figuur 6 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-517-KR-116-2 t/m 119, bestaande situatie. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend. FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 7 FN-curve worst-casesegment A-517-KR-116-2 t/m 119, bestaande situatie. Overschrijdingsfactor 0,44.
-7-
66912927-GCS 09-50305
Figuur 8 Worst-casesegment van de A-517-KR-116-2 t/m 119, weergegeven in rood. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op, zowel in Scenario 1 als in Scenario 2.
Resultaten GR-berekening A-559-KR-002 t/m 006-1 De resultaten van de GR-berekeningen van de A-559-KR-002 t/m 006-1 zijn als volgt weergegeven: •
Figuur 9: De overschrijdingsfactor tegen de stationing, in Scenario 1.
•
Figuur 10: De FN-curve van het worst-casesegment, in Scenario 1.
•
Figuur 11: De overschrijdingsfactor tegen de stationing, in Scenario 2.
•
Figuur 12: De FN-curve van het worst-casesegment, in Scenario 2.
•
Figuur 13: De overschrijdingsfactor tegen de stationing, in de bestaande situatie.
•
Figuur 14: De FN-curve van het worst-casesegment, in de bestaande situatie.
•
Figuur 15: De ligging van het worst-casesegment.
-8-
66912927-GCS 09-50305
GR Screening
1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
Figuur 9 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-559-KR-002 t/m 006-1, Scenario 1. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend. FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
Figuur 10 FN-curve worst-casesegment Overschrijdingsfactor 0,22
1000
A-559-KR-002
t/m
006-1,
Scenario
1.
-9-
66912927-GCS 09-50305
GR Screening
1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
Figuur 11 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-559-KR-002 t/m 006-1, Scenario 2. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend.
FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 12 FN-curve worst-casesegment A-559-KR-002 t/m 006-1, Scenario 2. Overschrijdingsfactor 0,22
-10-
66912927-GCS 09-50305
GR Screening
1 0.9 0.8 0.7 0.6 0.5 0.4 0.3 0.2 0.1 0
0
500
1,000
1,500
2,000
2,500 3,000 Stationing
3,500
4,000
4,500
5,000
Figuur 13 Overschrijdingsfactor uitgezet tegen stationing van de A-559-KR-002 t/m 006-1, bestaande situatie. Het rood gearceerde deel geeft de kilometer aan waarover de FN-curve is berekend. FN-Curve
Oriëntatiew aarde
Frequentie [/jaar]
1E-4
1E-5
1E-6
1E-7
1E-8 10
100 N [-]
1000
Figuur 14 FN-curve worst-casesegment A-559-KR-002 t/m 006-1, bestaande situatie. Overschrijdingsfactor 0,22.
-11-
66912927-GCS 09-50305
Figuur 15 Worst-casesegment van de A-559-KR-002 t/m 006-1, weergegeven in rood. Dit segment levert het hoogste groepsrisico op, zowel in Scenario 1 als in Scenario 2.
Referenties [1] Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 3, “Guidelines for quantitative risk assessment” (PGS 3), 2005. [2]
Toepasbaarheid van PIPESAFE voor risicoberekeningen van aardgastransportleidingen, ministerie van VROM, VROM DGM/SVS/2000073018, 10 juli 2000
-12-
66912927-GCS 09-50305
Appendix A Hieronder worden de bevolkingsgegevens weergegeven zoals aangeleverd door de gemeente Barendrecht. In Scenario 1 is zowel de locatie voortgezet onderwijs als het gebouw voor de schietvereniging gerealiseerd. In Scenario 2 is alleen de locatie voortgezet onderwijs gerealiseerd. In de bestaande situatie zijn beide projecten niet gerealiseerd.
Figuur 16 Plattegrond van het gebied. Als CAD-bestand aangeleverd. De coördinaten van de hoekpunten van het aan te leggen gebouw voor de schietvereniging zijn weergegeven in Tabel 2. Deze coördinaten zijn ontleend aan het CAD-bestand schiet.dxf. Tabel 2 Coördinaten hoekpunten gebouw schietvereniging X 96685 96683 96643 96645
Y 430851 430866 430860 430846
-13-
66912927-GCS 09-50305
De coördinaten van de hoekpunten van de aan te leggen locatie voortgezet onderwijs zijn weergegeven in Tabel 3. Deze coördinaten zijn door de gemeente aangeleverd. Tabel 3 Coördinaten hoekpunten locatie voortgezet onderwijs X 96841 96781 96811 96871
Y 430691 430721 430777 430747
Figuur 17 Plattegrond van het gebied in de gemeente Ridderkerk. Het betreft het lichtgeel gearceerde gebied rechts van de blauwe stippellijn.
-14-
66912927-GCS 09-50305
Tabel 4 Bevolkingsgegevens van het gebied " ! #$ %&' '(
"
')'(
"
') ')* ( ')+ ,
% # %
"./0 1 # 1 # 1 +
"
+
"
+
"
+ ( $# % &
*
( )
" *) + (
& . -
! ,
#$ %&'
! +
/
De lichtgeel gearceerde velden in Tabel 4 geven een dubbel gebruik van het gebouw aan.
5. Overlegreacties 1.
Provincie Zuid-Holland
2.
VROM-inspectie;
3.
Waterschap Hollandse Delta
4.
DCMR
GEMEENTE BARENDRECHT INGEKOMEN reg.nr.
Directie Ruimte en Mobiliteit Afdeling Ruimte en Wonen
2 5 JAN. 2010
Contact mw H.J.M. Tjauw Foe
afdoen fheXiktk. ovb JA/NEE kopie
provincie
ZUID
T 0 7 0 - 4 4 1 69 18
[email protected]
o
Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 0 7 0 - 4 4 1 66 11 www.zuid-holland.nl
Burgemeester en Wethouders van BARENDRECHT
Datum
2 1 JAW. 2010 Ons kenmerk PZH-2010-153246147 Uw kenmerk 163943 Bijlagen Onderwerp
Overleg ex artikel 3.1. Bro voorontwerpbestemmingsplan "Voordijk 280"
Geacht college, Ik heb kennis genomen van het bovengenoemde voorontwerpbestemmingsplan. Het plan geeft aanleiding tot de volgende reactie. Het provinciale beoordelingskader is per 1 juli 2008 vormgegeven in interim-beleid, bestaande uit de streekplannen en de nota Regels voor Ruimte. Het plan is op een enkel punt niet conform dit beleid. Externe veiligheid Nabij het plangebied loopt er een gasleiding van de Nam. Tevens loopt door het plangebied zelf een buisleiding van de Gasunie. Hieromheen ligt een risicocontour. Bebouwing (van een kwetsbare bestemming) binnen de zogenaamde 10-6 contour van het plaatsgebonden risico is niet toegestaan. Gegevens over het plaatsgebonden risico ontbreken. Er dient alsnog duidelijkheid te worden verkregen van de Gasunie inzake de risicocontour van de nabijgelegen leidingen van de Gasunie en de NAM. Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag
Conclusie Het plan houdt op bovengenoemd punt onvoldoende rekening met het provinciaal belang. Ik verzoek u daarom het plan aan te passen.
Tram 9 en bussen 18, 22. 65 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt.
Overgangsrecht toepassing artikel 19 lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening Op 26 juni 2008 hebben Gedeputeerde Staten u ter gelegenheid van de inwerkingtreding van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening een brief gestuurd waarin nader is ingegaan op de rol van de provincie onder de nieuwe wet. Daarin is ook aangegeven dat u, gelet op het overgangsrecht, voor verzoeken om vrijstelling ex artikel 19 WRO (oud) die bij u zijn ingediend voor 1 juli 2008 nog gebruik kunt maken van de mogelijkheden voor toepassing van artikel 19 lid 2 WRO (oud)
PZH-2010-153246147 dd. 21-01-2010
Ons kenmerk PZH-2010-153246147 p
~D
H O L L A N D
die GS bij hun besluit van 9 oktober 2007 daartoe hebben geboden. Gelet op de opmerking over het plan kan in dit geval geen vrijstelling worden verleend. Dit is een gecoördineerde reactie van alle betrokken directies van de provincie.
Hoogachtend, de directeur van de directie Ruimte en Mobiliteit, voor deze, mr. C. Verwijs hoofd bureau Ontwikkeling en Realisatie Deze brief is digitaal vastgesteld, hierdoor staat er geen fysieke handtekening in de brief.
Afschrift aan: Provinciale Planologische Commissie De Stadsregio Rotterdam
2/2
PZH-2010-153246147 dd. 21-01-2010
VROM-inspectie Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
> Retouradres Postbus 29036 3001 GA Rotterdam
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barendrecht GEMEENTE BARENDRECHT Postbus 501 INGEKOMEN 2990 EA Barendrecht
reg.nr.
- 2 M 2010
Datum Betreft
afdoen fb*y
1 februari 2010 vooroverleg artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening bestemmingsplan "Voordijk 280,,
VROM-Inspectle Directie Uitvoering Kegioaraeimg £ u i a - w
Groothandelsgebouw Weena 723 Postbus 29036 3001 GA Rotterdam www.vrom.nl Contactpersoon mr. drs. J.P. Jansen T 010-224 44 47 F 010-224 44 99
20100005931/26382-PJ A-ZW
Geacht college, Op 18 december 2009 heb ik uw verzoek ontvangen om advies op grond van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het voorontwerpbestemmingsplan "Voordijk 280".
o 3
In de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders heeft de minister van VROM aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr. 1) gemeenten altijd vooroverleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-inspectie coördineert vervolgens de rijksreactie over voorontwerpbestemmingsplannen, projectbesluiten en -structuurvisies richting gemeenten. Het bovengenoemde plan geeft de betrokken rijksdiensten geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen in de RNRB.
IO
%
I
Hoogachtend, de directeur-inspecteur,
i/o
yib^^D
"3?
<
§ 3
dr. J. Blenkers
§
Pagina 1 van 1
Ü
>i i m . 2010
DATUM
UWBRIEFVAN UW KENMERK
16 d e c e m b e r 2 0 0 9
ONDERWERP
ing. H.J.C, van Benschop
DOORKIESNUMMER
088
EMAILADRES
163947
ONSKENMERK S P b l / U "j Q 0 Ü 2 2 3 INGEKOMEN NR.
CONTACTPERSOON
974
33
51
[email protected]
AANTAL BIJLAGEN
10910649
reactie voorontwerpbestemmingsplan 'Voordijk 280' te Barendrecht
GEMF"^
Gemeente Barendrecht T.a.v. de heer ing. D.T. Amesz Postbus 501 2990EA BARENDRECHT
waterschap
■^ECMT
Hollandse Delta
11 . . ■ . ■ ■ ;
.
.Vv;.'
Geachte heer Amesz, Naar aanleiding van het voorontwerp voor het bestemmingsplan 'Voordijk 280', hebben wij tekstueel nog de volgende opmerkingen. Paragraaf 4.1 Watertoets. Het onderdeel 'oppervlaktewatercompensatie' kan tot verwarring leiden. Het beleid van het waterschap is erop gericht dat hemelwater van verhard oppervlak op oppervlaktewater zal worden geloosd. Wanneer in een plangebied verharding wordt toegevoegd, zal dit een extra belasting voor het watersysteem betekenen. Het hemelwater dat normaal de bodem in zal zijgen loopt nu namelijk versneld naar het oppervlaktewater. Om ongewenste peilstij gingen te voorkomen zal er ruimte vrijgemaakt moeten worden om dit water in het systeem te bergen. Met betrekking tot het onderdeel 'waterafvoer' merken wij op dat het hemelwa ter eventueel ook via het verbeterd gescheiden rioolstelsel afgevoerd kan wor den, alleen als uit het doorlopen van de voorkeursvolgorde volgt dat een ge scheiden stelsel niet tot de mogelijkheden behoort. Het plan geeft verder met betrekking tot de taken van onze organisatie geen reden tot het maken van opmerkingen. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met de heer Van Benschop, telefoonnummer 088 974 33 5 1 . Hoogachtend, namens dijkgraaf en heemraden,
'ir. J.M.J. Waals afdelingshoofd Beleid
Handelsweg 100 SPbl/10/4
2988 DC Ridderkerk Postadres Postbus 4103 2980 CC Ridderkerk telefoon 088 974 30 00 fax 088 974 30 01 internet www.wshd.nl
[email protected]
GEMEENTE BARENDRECHT INGF-KOMEN reg. nr.
DCMR milieudienst
- 4 FEB.
Rijnmond
afdoen ovb kopie
Gemeente Barendrecht T.a.v. de heer D. Amesz Postbus 501 2990 EA BARENDRECHT
m Parallelweg 1
G
Postbus 843 3100 AV Schiedam T
010-246 80 00
F
010-246 82 83
E
[email protected]
W www.dcmr.nl
Ons kenmerk
Uw kenmerk
21014092
164227 en 163949
Contactpersoon
Doorkiesnr.
Afdeling
L.C. Luijendijk
0 1 0 - 2 4 6 8107
Regiogemeenten
Bijlagen
Datum
0 3 FEB 2010
Onderwerp
Advisering i.h.k.v art. 3.1.1 Bro
•
• • • ( : >
Geachte heer Amesz, Onlangs ontving ik van u twee verzoeken om advies in het kader van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Het verzoek om advies betrof het voorontwerpbestemmingsplan Jabaay B.V. en het voorontwerpbestemmingsplan Voordijk 280. Jabaay B.V. Ten behoeve van dit advies zijn de milieuaspecten van het voorontwerpbestemmingsplan beoordeeld. Hierop heb ik geen op- of aanmerkingen. Voordijk 280 Ook voor dit advies zijn de milieuaspecten van het voorontwerpbestemmingsplan beoordeeld. Ook hierop heb ik geen op- of aanmerkingen. Hierbij wijs ik er wel op dat het akoestisch model niet is nagerekend, omdat de invoergegevens en rekenresultaten in het rapport ontbraken. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Dgacnlfend, lamenSwQUé directeur DCMR Milieudienst Rijnmond,
drs. D.A.P. Wijngaard - ten Raa bureauhoofd vergunningverlening en ruimtelijke ordening 5>^
Blad 1 van 1