Bijlage 1: Archeologisch vooronderzoek
Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland Ruimtelijk advies op basis van bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase)
Rapportnummer:
V1037
Projectnummer:
V12-2475
ISSN:
1573 - 9406
Status en versie:
Definitief 2.0
In opdracht van:
KuiperCompagnons
Rapportage:
W.J. Weerheijm, H.J. Pierik, E. Louwe
Plaats en datum:
Amersfoort, 25 maart 2013
Niets uit dit werk mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook, daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Vestigia BV of KuiperCompagnons Vestigia BV Spoorstraat 5 3811 MN Amersfoort telefoon 033 277 92 00 fax 033 277 92 01
[email protected]
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Initiatief Toponiem / locatie Plaats Gemeente Provincie Opdrachtgever
Contactpersoon opdrachtgever Oppervlakte plangebied Diepte grondwerkzaamheden Huidig grondgebruik Onderzoeksmelding Soort onderzoek RD-hoekcoördinaten van het plangebied Kaartblad (1:25.000) Uitvoerder en documentatie Projectleider/Senior archeoloog Projectmedewerkers
Uitvoering booronderzoek Bevoegd gezag
Contactpersoon Gecontroleerd door Geaccordeerd door
Projectgegevens Woningbouw “Eilanden van Berkel”, Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel en Rodenrijs Lansingerland Zuid-Holland KuiperCompagnons Postbus 13060 3004 HB Rotterdam Dhr. M. van der Wielen; (010) 4330099 2,9 ha Onbekend Braakliggend 54.027 Bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek 092.125/445.922 091.956/446.299 091.897/446.260 092.184/445.964 37O Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie Dr. R.M. van Heeringen H.J. Pierik MSc (fysisch geograaf) Drs. E. Louwe (archeoloog) Mr. W.J. Weerheijm MA (archeoloog) 13 februari 2013 Gemeente Lansingerland Postbus 1 2650 AA Berkel en Rodenrijs Mevr. P. Kloosterman; (06) 53986564 Vestigia/R.M. van Heeringen d.d. 25 maart 2013 Gemeente Lansingerland d.d.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
2
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Inhoudsopgave Samenvatting en advies ........................................................................................................................................................... 5 Onderbouwing advies .............................................................................................................................................................. 7 1 Projectomgeving .............................................................................................................................................................. 7 1.1 Plangebied ..................................................................................................................................................................... 7 1.2 Onderzoeksdoel en -methode ............................................................................................................................ 7 2 Verwachtingsmodel ........................................................................................................................................................ 9 2.1 Landschappelijke context ..................................................................................................................................... 9 2.2 Archeologische context ...................................................................................................................................... 10 2.3 Gespecificeerde archeologische verwachting op basis van het bureauonderzoek ............................14 3 Verkennend booronderzoek ........................................................................................................................................ 15 3.1 Vraagstelling .......................................................................................................................................................... 15 3.2 Onderzoeksmethode ............................................................................................................................................ 15 3.3 Resultaten ............................................................................................................................................................... 16 3.4 Conclusies veldonderzoek .................................................................................................................................. 17 Literatuur.................................................................................................................................................................................... 21 Digitale bronnen ....................................................................................................................................................................... 21 Kaarten en bijlagen ................................................................................................................................................................. 23
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
3
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Afbeelding 1: Inrichtingsplan met de geplande woningbouw. Het plangebied is globaal in rood aangegeven (Bron: KuiperCompagnons).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
4
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Samenvatting en advies In opdracht van KuiperCompagnons heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) verricht voor een plangebied in de gemeente Lansingerland (kaart 1). KuiperCompagnons is betrokken bij het zogenaamde “Eilanden van Berkel”: de bestemmingsplanwijziging in het kader van de nieuwbouw van 80 woningen nabij het Westerscheldepad en de Oostmeerlaan te Berkel, gemeente Lansingerland (afbeelding 1). Het plangebied is momenteel braakliggend en heeft een oppervlakte van circa 2,9 ha. De woningen zullen worden onderheid (diepte onbekend). Voor riolen en water zal tot circa 1,5-2,0 m –mv worden gegraven. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen. Op de concept archeologische beleidskaart van december 2011 heeft een zone van circa 0,3 ha in het noordelijk deel van het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met het Neolithicum. Deze verhoogde verwachting houdt verband met de relatief hoge ligging van het plangebied op een getij-inversierug, ontstaan vanaf 4000 v. Chr. Archeologische vondsten en sporen uit deze periode kunnen in theorie worden aangetroffen vanaf het maaiveld tot enkele meters daaronder. Het grootste deel van het plangebied kent echter geen archeologische verwachting. Aanwijzingen voor bebouwing vanaf de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd zijn op basis van de cartografische gegevens niet gevonden. Tijdens het booronderzoek is in het noordelijke gedeelte van het plangebied het Laagpakket van Wormer intact aangetroffen, met hierop een dunne bodem. Dit gebied lijkt groter te zijn dan in eerste instantie op basis van het bureauonderzoek en de gemeentelijke archeologische beleidskaart kon worden aangenomen. Binnen dit gebied is in principe bewoning mogelijk geweest tijdens het Mesolithicum/Neolithicum. Een dergelijke situatie binnen de gemeente Lansingerland is zeldzaam te noemen; slechts een beperkt aantal locaties binnen de gemeente leent zich (nog) voor bewoning uit deze periode (Wormer kreken en getij-inversieruggen). Tijdens veldonderzoeken in de omgeving is veelal gebleken dat deze geërodeerd zijn. Vestigia adviseert dan ook om in het noorden van het plangebied (d.w.z. van de noordgrens van het plangebied tot aan het gedeelte van het plangebied dat op basis van het AHN als diepgaand verstoord kan worden beschouwd, zie oranje gebied kaart 5) een vervolgonderzoek uit te voeren door middel van een karterend boor- of proefsleuvenonderzoek. Gezien het beperkte oppervlak (circa 130 x 80 m) verdient het dan de voorkeur om hier een karterend booronderzoek uit te voeren door middel van een megaboor om de trefkans op archeologische indicatoren te vergroten (vuursteen, houtskool, aardewerk). Hiervoor dient eerst een Plan van Aanpak te worden opgesteld dat ter beoordeling dient te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag, de gemeente Lansingerland (in geval van een proefsleuvenonderzoek: een Programma van Eisen). Geadviseerd wordt om voor dit onderzoek een grid aan te houden van 10 x 12,5 m. Dit komt neer op circa 75 boringen. Minus de reeds uitgevoerd 6 boringen komt dit neer op circa 69 boringen. Wellicht zal dit in de praktijk lager zijn aangezien delen van het plangebied bedekt zijn met grote bergen zand. Uit het AHN-beeld blijkt dat het gebied met de stroomrug groter is en mogelijk een uitgebreidere loop heeft dan op basis van de AHN-analyse van de gemeentelijke waardenkaart verwacht mocht worden. De kreek heeft in ieder geval meer noordelijk gelopen dan op de gemeentelijke waardenkaart is aangegeven. Op basis van de gegevens van het veldonderzoek en een hernieuwd onderzoek van het AHN lijkt de kreek ten westen van het plangebied mogelijk af te splitsen en weer terug te draaien richting het plangebied. Ter hoogte van het plangebied is het beeld onduidelijker, maar het is zeer wel mogelijk dat VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
5
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
zich ook in het zuiden van het plangebied bedding en oeverafzettingen van deze kreek bevinden. Het feit dat het zuidelijke gedeelte van het plangebied op het AHN in zijn geheel hoger ligt kan komen door ophoging in het (recente) verleden, of door (tijdelijke) bebouwing en het gebruik van het plangebied als gronddepot in het kader van de grootschalige nieuwbouw in de omgeving. Het is niet duidelijk in hoeverre deze soms tijdelijke verhogingen van invloed zijn geweest op het AHN beeld. Of de recente activiteiten verstoringen tot gevolg hebben gehad is moeilijk te voorspellen, in de rest van het gebied zijn zowel diepe als ondiepere verstoringen aangetroffen. Aanvullend booronderzoek zou meer duidelijkheid kunnen scheppen over de situatie in het zuiden van het plangebied (zie groene gebied kaart 5). Geadviseerd wordt om in aanvulling op het karterende booronderzoek in het noordelijke gedeelte tevens een raai te zetten in de lengterichting van het plangebied, bijvoorbeeld met een tussenruimte van 50 m. Dit zou neerkomen op circa 4-5 boringen.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
6
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Onderbouwing advies 1 1.1
Projectomgeving Plangebied
In opdracht van KuiperCompagnons heeft Vestigia Archeologie & Cultuurhistorie een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) verricht voor een plangebied in de gemeente Lansingerland (kaart 1). KuiperCompagnons is betrokken bij het zogenaamde “Eilanden van Berkel”: de bestemmingsplanwijziging in het kader van de nieuwbouw van 80 woningen nabij het Westerscheldepad/Oostmeerlaan te Berkel, gemeente Lansingerland (afbeelding 1). Het plangebied is momenteel braakliggend en heeft een oppervlakte van circa 2,9 ha. De woningen zullen worden onderheid (diepte onbekend). Voor riolen en water zal tot circa 1,5-2,0 m –mv worden gegraven. Voorafgaand aan de ontwikkelingen dient in kaart gebracht te worden of zich binnen het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische resten (zouden kunnen) bevinden, die tegen de achtergrond van de bodemingrepen gevaar lopen.
1.2
Onderzoeksdoel en -methode
1
Doel van het archeologisch vooronderzoek was vast te stellen of er in het plangebied sprake is (of kan zijn) van archeologische resten die door de bouwwerkzaamheden verstoord dreigen te worden en, indien mogelijk, uitspraken te doen over de waarde hiervan in termen van fysieke en inhoudelijke kwaliteit zoals zeldzaamheid en gaafheid. Hiertoe is eerst een bureauonderzoek verricht, waarbij voor het plangebied een specifiek archeologisch verwachtingsmodel is opgesteld. In aanvulling op het bureauonderzoek is een verkennend archeologisch booronderzoek verricht waarbij in de eerste plaats de geo(morfo)logische en bodemkundige kenmerken zijn getoetst. Daarnaast is vastgesteld in hoeverre de oorspronkelijke bodemopbouw intact is met het oog op de aanwezigheid en de conservering van archeologische vindplaatsen en is de opgeboorde grond onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. Op basis van dit onderzoek is een advies geformuleerd in het kader van de cyclus van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ).
1
Het onderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de KNA versie 3.2 (zie bijlage 2).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
7
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
8
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
2
Verwachtingsmodel
2.1
Landschappelijke context
Voor het bepalen van de archeologische verwachting van het plangebied is kennis van de geolandschappelijke situatie essentieel. Enerzijds omdat de landschappelijke situatie in het verleden bepalend was voor de locatiekeuze voor bewoning, anderzijds omdat middels een landschappelijke reconstructie bepaald kan worden of mogelijke voormalige bewoningsoppervlakken nog in de ondergrond aanwezig zijn of zijn verdwenen door erosie of door menselijk ingrijpen. In het kader van de ontwikkeling van de archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart voor de gemeente Lansingerland is in 2009 door Erfgoed Delft een geo-landschappelijke reconstructie gemaakt op basis van de geologische kaart van Nederland schaal (1:50.000), de bodemkaart van Nederland en het 2 Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). Dit uitgebreide onderzoek, de kaarten en de daaraan vooraf opgestelde geo-landschappelijke reconstructie zijn bij het onderhavige bureauonderzoek betrokken. De nauwkeurigheid van de hierin vastgestelde archeolandschappelijke zones is sterk afhankelijk van het schaalniveau van de gebruikte geologische en bodemkaarten. Om een gedetailleerder beeld te krijgen van de archeologische verwachting binnen het plangebied is voor het bureauonderzoek het plangebied op perceelsniveau geanalyseerd met behulp van de beschikbare landschappelijke reconstructies, bodemkaarten, geomorfologische kaarten en een hoogtemodel uit het AHN. Geo-landschappelijke ontwikkeling In de omgeving van het plangebied liggen in de diepere ondergrond rivierafzettingen die zijn gevormd tijdens de laatste ijstijd (Weichselien; bijlage 1). Deze liggen op een diepte van circa 9-13 m onder 3 maaiveld. Op een aantal plaatsen liggen door de wind gevormde rivierduincomplexen (donken) op deze afzettingen. Hier komt het Pleistocene oppervlak dichter onder maaiveld voor. Deze duinen waren gedurende het Mesolithicum (tussen 8000 en 5000 v. Chr.) gunstige droge bewoningsplaatsen in de natte 4 delta. De grootste rivierduincomplexen liggen ten zuiden van het plangebied. Het is echter niet helemaal uitgesloten dat ze ter plekke van het plangebied ook voorkomen. Door het veranderende klimaat en de 5 stijgende zeespiegel tijdens het Holoceen, begon West-Nederland vanaf 8000 v. Chr. te vernatten. Hierdoor vond aanvankelijk vooral veengroei plaats en vormde het basisveen, tegenwoordig ligt dit tussen 13 m en 5 m onder maaiveld. Vrij snel daarna kwam het gebied onder invloed van de Rijn en de Maas te liggen en werden vooral komafzettingen gevormd, die onder natte omstandigheden zijn afgezet. Een aantal kilometer ten noorden van het plangebied liggen enkele fossiele stroomgordels met 6 oeverwallen, beginnend tussen 5 m en 8 m onder maaiveld (Formatie van Echteld). Aangezien de stroomgordels vrij globaal zijn uitgekarteerd, is het niet uitgesloten ze in de ondergrond van het plangebied voorkomen. Ook dit kunnen interessante bewoningsgebieden geweest zijn in het Mesolithicum en Neolithicum. Rond 5000 v. Chr. kwam de regio rondom Lansingerland steeds meer onder invloed van zee te liggen en ontstond een gebied met kwelders, wadden en geulen (Laagpakket van 7 Wormer - tussen 5 m en 0 m -mv). In deze wadafzettingen kan ook ingeschakeld veen worden 8 aangetroffen. De geulen zijn veelal zandig opgevuld, de kwelders en wadden zijn kleiiger. Naderhand compacteerden de kleiige delen meer dan de zandige delen en zo kwamen de voormalige geulen als ruggen in het landschap te liggen (reliëfinversie). Deze vormden zo voor bewoning gunstiger hoger gelegen delen van het landschap. Volgens de landschappelijke eenhedenkaart ligt in het noordelijk deel
2
Kerkhof 2009; Kok/De Groot 1987. GeoTOP. 4 Hijma 2009 - Addendum 1 profiel B/C ; archeologische verwachtingskaart Lansingerland. 5 Bos 2010, 193. 6 Weerts et al. 2000; TNO 2011. 7 Kok/De Groot 1987; Hijma 2009 - Addendum 1 profiel B/C. 8 Kok/De Groot 1987. 3
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
9
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
van het plangebied een dergelijke getij-inversierug (kaart 3), in de rest van het plangebied bevindt zich een wadvlakte. De getij-inversieruggen zijn, in tegenstelling tot wadvlaktes, tijdens de periode van 4000 tot 2000 v. Chr. mogelijk geschikt geweest voor bewoning. De gunstige bewoningssituatie binnen het plangebied deed zich voor tot rond circa 2000 v. Chr., toen het 9 Laagpakket van Wormer overgroeid raakte met het Hollandveen Laagpakket (Formatie van Nieuwkoop). Sinds de Late Middeleeuwen zijn op grote schaal delen van dit veenpakket rond Berkel en Rodenrijs ontgonnen en afgegraven, waardoor het veen grotendeels is verdwenen. De plassen die na de ontginning e van de veengebieden overbleven, zijn in de 18 eeuw ingepolderd. Sindsdien ligt het Laagpakket van Wormer in de polder van het plangebied weer aan de oppervlakte en is dankzij de goede (kunstmatige) ontwatering weer geschikt voor bewoning en landbouw. Slechts op enkele locaties zijn nog veenresten te vinden binnen de smalle stroken. Zo ligt bijvoorbeeld enkele honderden meters ten oosten van het plangebied een veenrestant met historische lintbebouwing (langs de Noordeindseweg – kaart 3). Ten noorden van het onderzoeksgebied liggen nog veenafzettingen onder jongere getijafzettingen van de Gantel (Laagpakket van Walcheren). Deze zijn ter hoogte van het plangebied afgegraven. 2.2
Archeologische context
Gemeentelijk beleid De gemeente beschikt nog niet over een vastgesteld archeologiebeleid. In 2009 is door Erfgoed Delft een concept archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart met bijbehorend rapport opgesteld. Volgens deze kaart ligt het plangebied in een zone met een middelhoge archeologische verwachting. Inmiddels heeft de gemeente Lansingerland een aangepaste beleidsadvieskaart opgesteld (conceptversie december 2011, kaart 2). Deze kaart wordt naar verwachting in 2013 door het College vastgesteld, maar heeft momenteel nog geen status. Volgens de nieuwe conceptkaart ligt het plangebied vrijwel geheel in een zone zonder archeologische verwachting. Alleen in het noorden van het plangebied ligt een kleine strook van circa 0,3 ha met een middelhoge archeologische verwachting (Zone IV), waarvoor bij een oppervlakte van meer dan 500 m2 en een voorgenomen verstoringsdiepte van minimaal 0,3 m onder maaiveld archeologisch vooronderzoek uitgevoerd dient te worden. Deze middelhoge verwachting houdt verband met de relatief hoge ligging van de getij-inversierug ontstaan vanaf circa 4000 v. Chr. De oeverafzettingen van deze kreekafzettingen waren in het bijzonder geschikt voor bewoning totdat het 10 gebied overgroeid raakte met Hollandveen. Daarom geldt een middelhoge archeologische verwachting voor het Mesolithicum tot en met het Neolithicum. Aangezien de nieuwe conceptkaart nog geen status heeft, hanteert de gemeente in de tussentijd de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van de provincie Zuid-Holland (CHS). Volgens deze kaart ligt het plangebied geheel in een zone zonder archeologische verwachting. Bekende archeologische waarden Voor de archeologische gegevens omtrent het huidige plangebied is het Archeologisch Informatiesysteem (Archis) geraadpleegd, dat alle geregistreerde archeologische monumenten, onderzoeken, waarnemingen en vondsten bevat. Archeologische monumenten zijn terreinen met een (hoge/zeer hoge) archeologische waarde, die ofwel fysiek (wettelijk en juridisch) beschermd worden, ofwel een planologische bescherming hebben waarbij in het bestemmingsplan voorschriften voor het gebruik zijn opgenomen. Archeologische waarnemingen zijn meldingen van archeologische vondsten en/of sporen van bijvoorbeeld nederzettingen, grafvelden, akkersystemen, heiligdommen, enz., die niet nader onderzocht en gewaardeerd zijn. Archeologische vondstmeldingen zijn meldingen die nog niet zijn gecontroleerd om in het systeem te worden opgewaardeerd tot een waarneming (kaart 2).
9 10
Weerts et al 2000; TNO 2011. Kerkhof 2009, 51.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
10
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Binnen het plangebied zelf zijn geen archeologische monumenten, waarnemingen of vondstmeldingen gedocumenteerd in het Archeologische Informatiesysteem (Archis). Binnen een straal van een kilometer zijn wel enkele waarnemingen en een groot aantal onderzoeken geregistreerd. De dichtstbijzijnde waarnemingen liggen op circa 500-750 m ten zuidwesten van het plangebied waar een cluster van drie waarnemingen is geregistreerd (waarnemingsnrs. 26.011, 51.541 en 414.752). Deze drie waarnemingen houden verband met bewoning in de oude kern van Berkel gedurende de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Gezien de aard en grote afstand tot het plangebied kunnen deze waarnemingen verder buiten beschouwing blijven. Verder zijn in een straal van een kilometer rond het plangebied in totaal 32 onderzoeken geregistreerd (tabel 1).
1
Onderzoeks meldingsnr. meldingsnr. 1.886
2
2.030
3
3.371
4
5.390
5
7.483
6
7.812
7
9.447
8
10.140
9
10.395
10
10.396
11
14.085
12
17.367
13
22.642
14
25.341
15
29.747
16
30.561
17
35.437
18
37.427
19
37.760
Afstand plangebied in m. Ca. 500 m (ten zuiden) Ca. 500 m (ten zuiden) Ca. 800 m (ten zuidoosten) Ca. 800 m (ten zuiden) Ca. 500 m (ten zuiden) Ca. 500 m (ten zuiden) Ca. 500 m (ten oosten) Overlappend
Jaar
Toponiem
Aard onderzoek
1998
Herenstraat Berkel
Onbekend
1998
Herenstraat Berkel
Onbekend
2001
VINEX-locatie Bergschenhoek
Booronderzoek
1988
Oude Leede
Booronderzoek/veldkartering
2004
Rodenrijseweg 2 Berkel
Booronderzoek
2004
Julianastraat Berkel
Begeleiding
2005
Transportleiding CO2
Bureauonderzoek
1995
Booronderzoek
Ca. 750 m (ten westen) Ca. 900 m (ten noorden) Ca. 500 m (ten zuidoosten) Ca. 500 m (ten zuiden) Ca. 800 m (ten oosten) Ca. 700 m (ten zuiden) Ca. 600 m (ten zuidoosten) Ca. 800 m (ten zuidwesten) Ca. 800 m (ten westen) Ca. 150 m (ten noorden) Ca. 500 m (ten
1998
Randstadrail ZoetermeerRotterdam (ZoRo) Provincialeweg N470
1998
Provincialeweg N470
Booronderzoek
2005
Westersingel 102 Berkel
Booronderzoek
2004
Julianastraat Berkel
Booronderzoek
2007
Noordeindseweg Berkel
Booronderzoek
2007
Booronderzoek
2004
De Tol, Kerksingel 5, 6 en 7 Berkel ZoRo busbaan
Bureauonderzoek
1999
Noordrand III Berkel
Booronderzoek
2009
Randstad 380 kV hoogspanningsverbinding Kleihoogt, Noordeindseweg, Meerweg Kleihoogt 9 Berkel
Bureauonderzoek
2009 2009
Booronderzoek
Bureauonderzoek Booronderzoek
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
11
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
20
37.871
21
37.876
22
39.021
noorden) Overlappend Ca. 600 m (ten westen)
2009 2009
Verwachtings- en beleidskaart Lansingerland Verwachtings- en beleidskaart PijnackerNootdorp Herenstraat 16 en 18
Verwachtingskaart Verwachtingskaart
Ca. 500 m (ten 1997 Begeleiding zuiden) 23 40.093 Ca. 800 m (ten 2010 Politiebureau Berkel Booronderzoek zuiden) 24 40.478 Ca. 250 m (ten 2010 Groenzone Berkel-Pijnacker Booronderzoek noorden) 25 42.000 Ca. 800 m (ten 2010 Randstad 380 kV Booronderzoek westen) hoogspanningsverbinding 26 45.989 Ca. 500 m (ten 2011 De Groenzoom Booronderzoek noorden) 27 48.138 Ca. 600 m (ten 2011 Klapwijkse Pieren Booronderzoek zuiden) 28 48.365 Ca. 750 m (ten 2011 4 ontwikkellocaties Berkel Booronderzoek zuiden) 29 48.366 Ca. 750 m (ten 2011 4 ontwikkellocaties Berkel Booronderzoek zuiden) 30 48.367 Ca. 750 m (ten 2011 4 ontwikkellocaties Berkel Bureauonderzoek zuiden) 31 48.368 Ca. 250 m (ten 2011 4 ontwikkellocaties Berkel Booronderzoek zuiden) 32 51.049 Ca. 750 m (ten 2012 Meerweg/Oostmeerlaan Booronderzoek oosten) Tabel 1: Overzicht onderzoeken binnen een straal van 1 kilometer rond het plangebied (Bron: ArchisII). Het meest van belang voor het onderhavige plangebied is de vraag of zich inderdaad volgens de landschappelijke eenhedenkaart van de gemeente Lansingerland een getij-inversierug binnen het plangebied bevindt, waarop tijdens het Mesolithicum tot en met het Neolithicum bewoning heeft kunnen plaatsvinden. Om deze vraag te kunnen beantwoorden moet gekeken worden naar booronderzoeken die (het liefst) binnen of direct bij het plangebied zijn uitgevoerd. Twee onderzoeksgebieden overlappen met 11 het onderhavige plangebied: onderzoeksmeldingsnr. 10.140 (booronderzoek Randstadrail) en 37.871 12 (beleidskaart Lansingerland). Het onderzoek ten behoeve van de beleidskaart is uiteraard in het onderhavige onderzoek verwerkt, en hierop is ook de middelhoge verwachting voor het Mesolithicum tot en met het Neolithicum gebaseerd. Het onderzoek van de Randstadrail overlapt in Archis weliswaar met het onderhavige plangebied, maar is in werkelijkheid gericht op een gebied dat meer dan een kilometer ten westen ligt. Het onderzoeksmeldingsnr. 37.427 betreft een bureauonderzoek met een 13 onderzoeksgebied dat ca. 150 m ten noorden van het onderhavige plangebied is gelegen. Omdat hierbij geen boringen zijn gezet, kan de huidige onderzoeksvraag niet worden beantwoord. Geconcludeerd moet worden dat er vele onderzoeken in de omgeving zijn uitgevoerd, maar dat er geen (boor)onderzoeken zijn uitgevoerd op de veronderstelde getij-inversierug die de huidige onderzoeksvraag zouden kunnen beantwoorden.
11
Oude Rengerink 1996. Kerkhof 2009. 13 Ras 2011. 12
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
12
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Historische geografie 14 15 Voor historisch-geografische gegevens is gebruik gemaakt van de websites van TU Delft en Watwaswaar. De vroegste betrouwbare kaart met betrekking tot het plangebied is de kaart van Kruikius uit 1712. Op deze kaart is te zien dat het plangebied zich in ingepolderd gebied bevindt, met verkavelingsstroken die zuidwestnoordoost georiënteerd zijn. Er is geen bebouwing zichtbaar, wel enige kavelsloten en een grotere sloot of vaart die richting het westelijk gelegen ‘Oost Meer’ loopt (kaart 4). Ten zuiden van het plangebied bevindt zich een perceel met een afwijkende verkaveling; de reden hiervoor kan op basis van dit bureauonderzoek niet worden achterhaald. Door daling van het maaiveld en verslechterende afwatering groeiden de petgaten en kalfden de veenlanden steeds verder af, waardoor de dorpen en de dijken in toenemende mate door het water e werden bedreigd. In de 18 eeuw besloot men over te gaan op grootschalige droogmaling van de veenplassen.
Afbeelding 2: Uitsnede Topografische kaart 1850. Het plangebied is globaal in rood aangegeven (Bron: Arcgisonline).
In Berkel en Rodenrijs werden tussen 1774 en 1777 de Noord-, West- en Zuidpolders drooggemalen met behulp e van windmolens; pas eind 19 eeuw verdwenen de laatste veenplassen. Op de kadasterkaart van 1811-1832 is te
14 15
www.lib.tudelft.nl. www.watwaswaar.nl.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
13
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
zien dat het plangebied deels in een veenplas is gelegen. De topografische militaire kaart 1850 toont een vergelijkbare situatie als op de kaart van 1811-1832 (afbeelding 2). Opvallend is dat de reeds genoemde getijinversie rug op deze kaart droog lijkt te liggen. Op de Topografische militaire kaart van 1877 is het plangebied voor het eerst weer aangeduid als polder (‘Nieuwe Droogmakerij’); er is echter nog steeds geen bebouwing te zien. Deze situatie blijft onveranderd tot het einde van de 20e eeuw waarna de ontwikkeling van de Meerpolder ter hand wordt genomen en het gebied langzaamaan steeds meer wordt ontwikkeld. Het plangebied is momenteel braakliggend. Bekende bodemverstoringen Ten slotte is de website van het Bodemloket geraadpleegd met het oog op eventuele recente saneringen en/of andere bodemverstoringen. Op deze website staat het gehele gebied tussen de Meerweg, Klapwijkseweg en Westersingel (met middenin het onderhavige plangebied) als “gesaneerd” 16 aangegeven. Uit het bodemonderzoek dat voor dit plangebied is uitgevoerd blijkt echter niet dat de 17 bodem binnen het plangebied geheel is afgegraven. Inmiddels is er aan de westzijde van het plangebied ook een watergang aangelegd. 2.3
Gespecificeerde archeologische verwachting op basis van het bureauonderzoek
Het bureauonderzoek heeft tot doel na te gaan of er reeds archeologische vondsten of waarnemingen in het plangebied bekend zijn en om een gespecificeerde archeologische verwachting te bepalen. Binnen het plangebied zijn geen archeologische vondsten of waarnemingen geregistreerd. Op de concept archeologische beleidskaart van december 2011 heeft een zone van circa 0,3 ha in het noordelijk deel van het plangebied een middelhoge archeologische verwachting voor het aantreffen van archeologische resten uit het Mesolithicum tot en met het Neolithicum. Deze verhoogde verwachting houdt verband met de relatief hoge ligging van het plangebied op een getij-inversierug, ontstaan vanaf 4000 v. Chr. Archeologische vondsten en sporen uit deze periode kunnen in theorie worden aangetroffen vanaf het maaiveld tot enkele meters daaronder. Het grootste deel van het plangebied kent echter geen archeologische verwachting. Aanwijzingen voor bebouwing vanaf de Late Middeleeuwen/Nieuwe tijd zijn op basis van de cartografische gegevens niet gevonden.
16 17
www.bodemloket.nl. Renders 2010.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
14
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
3 3.1
Verkennend booronderzoek Vraagstelling
Aan de hand van het verkennend booronderzoek is getracht voor zover mogelijk de volgende onderzoeksvragen te beantwoorden: - wat zijn de geo(morfo)logische en bodemkundige kenmerken van de ondergrond van het plangebied? - in hoeverre is de oorspronkelijke bodemopbouw intact met het oog op de eventuele aanwezigheid en gaafheid van archeologische vindplaatsen? - bevinden zich in de ondergrond van het plangebied archeologische indicatoren en zo ja, waaruit bestaan deze? - geven de resultaten van het veldonderzoek aanleiding tot vervolgstappen in het kader van de planontwikkeling in relatie tot de archeologische monumentenzorg? 3.2
Onderzoeksmethode
Op basis van het advies van het bureauonderzoek is een Plan van Aanpak opgesteld waarbij binnen het plangebied vier boringen zouden worden gezet, binnen het gedeelte waaraan volgens het bureauonderzoek en de gemeentelijke archeologische beleidskaart een middelhoge verwachting was toegekend. Na een drietal boringen binnen dit gedeelte van het plangebied is op basis van de bevindingen terplekke besloten een aantal extra boringen te zetten, waarna er uiteindelijk in totaal acht boringen zijn gezet verdeeld over het plangebied: zes boringen binnen het noordelijke gedeelte van het plangebied (ca. 0,5 ha), en nog twee boringen richting het zuiden.
Afbeelding 3: Foto plangebied richting het zuiden (Foto Vestigia).
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
15
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Direct ten zuiden van boring 2 en 5 lag een grote hoeveelheid opgebracht zand (afbeelding 3) en waren enkele diepe afwateringssloten gegraven. Vandaar dat boring 6 op enige afstand ten zuiden van deze zandhoop/verstoringen is gezet. Ter controle is nog een boring in het verwachte komgebied gezet, verder zuidelijk (boring 8). Voor het plangebied met een totale oppervlakte van 2,93 ha komt dit neer op circa 3 boringen per ha; voor het gedeelte waar het Laagpakket van Wormer werd verwacht circa 10 boringen per hectare. Tijdens het onderzoek is geboord met een edelmanboor (diameter 7 cm); onder het grondwaterniveau zijn de boringen voortgezet met een guts (diameter 3 cm). De boringen zijn minimaal tot 2,0 m onder maaiveld doorgezet, met een maximum van 4,0 m onder maaiveld. De opgeboorde grond is handmatig (macroscopisch) doorzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals houtskool, aardewerkfragmenten, vuursteen, (verbrand) bot en het voorkomen van fosfaatvlekken. 18 NAP-hoogtes zijn via het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) verkregen. De boorpunten zijn met Global Positioning System (GPS) ingemeten en op een boorpuntenkaart geplot. De boorstaten zijn beschreven conform de NEN 510419, de horizontbeschrijving volgens De Bakker/Schelling.20 Het onderzoek is uitgevoerd conform de in de beroepsgroep geldende richtlijnen vastgelegd in de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA versie 3.2).21 3.3
Resultaten
Tijdens het booronderzoek is in de ondergrond van het plangebied overal een verstoorde of opgebrachte toplaag aangetroffen. Deze vlekkerige laag bestaat uit omgewerkte klei waar scherp bouwzand, puin en veenbrokken doorheen zijn ‘geploegd’. In sommige gevallen bestaat een deel van de bovenste laag zelfs alleen uit opgebracht bouwzand. De verstoorde toplaag is over het algemeen tussen 45 en 90 cm dik (kaart 5). De locatie van boring 6 vormt hierop echter een uitzondering, want deze is verstoord tot 220 cm onder het huidige maaiveld. In combinatie met het AHN-beeld, waarop dit deel van het plangebied duidelijk lager ligt, en de resultaten van boring 6 is het zeer aannemelijk dat dit deel van het perceel in het verleden is afgegraven of geëgaliseerd (afbeelding 4; kaart 5). Onder de geroerde toplaag bevindt zich tot op een diepte van 70 tot 120 cm onder maaiveld een organisch pakket bestaande uit donker bruin zwak kleiig zeggeveen (bijlage 3). Dit organische pakket wordt geïnterpreteerd als het Hollandveen Laagpakket, behorend tot de Formatie van Nieuwkoop. Aan de top zijn geen sporen van veraarding aangetroffen die erop zouden kunnen wijzen dat dit niveau gedurende enige periode heeft drooggelegen en hiermee mogelijk geschikt is geweest voor bewoning. Gezien de scherpe overgang en de veenbrokken in de bovenliggende laag, kan bovendien worden gesteld dat de top van het veenpakket niet meer intact is als gevolg van (sub) recente grondroerend activiteiten. Het onderste sediment dat is aangeboord bestaat uit grijsbruine tot grijze, sterk siltige tot deels sterk zandige klei met een zandige gelaagdheid; naar onder worden de afzettingen in de meeste boringen zandiger en komen er meer zandige laagjes voor (bijlage 3). Deze afzettingen zijn geïnterpreteerd als kreekrugafzettingen (oever en bedding) behorend tot het Laagpakket van Wormer (Formatie van Echteld). In de top van het kleipakket heeft in meer of mindere mate bodemvorming in plaatsgevonden; deze komt tot uiting door een stevige tot matig stevige consistentie, (lichte) doorworteling, verbruining en humus- en ijzerinspoeling.
18
www.ahn.nl. Nederlands Normalisatie Instituut 1989. 20 De Bakker/Schelling 1989. 21 Beleidskaart gemeente Lansingerland; Tol/Verhagen/Verbruggen 2006. 19
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
16
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Boring 8 vormt hierop één van de uitzonderingen, omdat het zand of siltgehalte in deze boring naar onder niet toeneemt (bijlage 3). Mede gezien de bekende bodemkarteringen en de vermoede ligging van de kreken op basis van het AHN-beeld (afbeelding 5), kan de het kleipakket ter plaatse worden geïnterpreteerd als komafzetting behorend tot het Laagpakket van Wormer. In boring 6 is eveneens een afwijkend profiel aangetroffen, omdat zoals reeds genoemd de bodem ter plaatse van boring 6 tot 220 cm onder maaiveld is verstoord. Hierdoor is de top van het Laagpakket van Wormer hier niet meer intact (kaart 5), hetgeen wordt bevestigd doordat er geen bodemvorming is aangetroffen op de overgang van het veen naar de klei (bijlage 3).
Afbeelding 4: Uitsnede van het AHN. Het plangebied is globaal in rood aangegeven (Bron: AHN).
3.4
Conclusies veldonderzoek
Wat zijn de geo(morfo)logische en bodemkundige kenmerken van de ondergrond van het plangebied? Onder veen, dat is geïnterpreteerd al het Hollandveen Laagpakket, zijn op 70 tot 120 cm onder maaiveld afzettingen aangetroffen die behoren tot het Laagpakket van Wormer. In het noorden van het plangebied betreft het kreekafzettingen, die door de relatief hoge en droge ligging in landschap in principe een gunstige vestigingslocatie vormde gedurende het Neolithicum. Gezien de (lichte) bodemvorming die is aangetroffen aan de top het Wormer, kan worden gesteld dat de afzettingen zeker gedurende enige periode in het verleden hebben droog gelegen en geschikt zijn geweest voor bewoning. In boring 8, meer in het zuiden van het plangebied, zijn komafzettingen van het Laagpakket van Wormer aangetroffen onder het veen. Gezien de lagere ligging en relatief nattere omstandigheden die hier heerste tijdens en na afzetting hebben dergelijke komafzettingen in theorie een lage verwachting voor het aantreffen van archeologische resten.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
17
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
In hoeverre is de oorspronkelijke bodemopbouw intact met het oog op de eventuele aanwezigheid en gaafheid van archeologische vindplaatsen? Het bovenste pakket binnen het plangebied bestaat uit opgebracht en recent omgezet materiaal; binnen het gehele plangebied is de ondergrond hierdoor geroerd tot in het Hollandveen Laagpakket. De kans dat zich nog intacte archeologische sporen of vondsten in deze laag bevinden is daarom zo goed als nihil. Ter plaatse van boring 6 is de bodem geroerd tot in de kreekafzettingen van het Laagpakket van Wormer. Op basis van het AHN-beeld kan worden aangenomen dat deze verstoring geldt voor een L-vormig deel van het plangebied (kaart 5; afbeelding 4). De verwachting voor dit deel van het plangebied kan daarom naar beneden worden bijgesteld tot laag. Binnen het overige deel van het plangebied is de top van het Laagpakket van Wormer intact aangetroffen, met hierop een dunne bodem. Bevinden zich in de boormonsters archeologische indicatoren en zo ja, waaruit bestaan deze? Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Hierbij dient wel in aanmerking te worden genomen dat dit verkennende booronderzoek niet primair gericht was op het opsporen van archeologische indicatoren (Edelman boor met een diameter van 7 cm en guts). Geven de resultaten van het veldonderzoek aanleiding tot vervolgstappen in het kader van de planontwikkeling in relatie tot de archeologische monumentenzorg? Tijdens het booronderzoek is in het noordelijke gedeelte van het plangebied het Laagpakket van Wormer intact aangetroffen, met hierop een dunne bodem. Dit gebied lijkt groter te zijn dan in eerste instantie op basis van het bureauonderzoek en de gemeentelijke archeologische beleidskaart kon worden aangenomen. Binnen dit gebied is in principe bewoning mogelijk geweest tijdens het Mesolithicum/Neolithicum. Een dergelijke situatie binnen de gemeente Lansingerland is zeldzaam te noemen; slechts een beperkt aantal locaties binnen de gemeente leent zich (nog) voor bewoning uit deze periode (Wormer kreken en getij-inversieruggen). Tijdens veldonderzoeken in de omgeving is veelal gebleken dat deze geërodeerd zijn. Vestigia adviseert dan ook om in het noorden van het plangebied (d.w.z. van de noordgrens van het plangebied tot aan het gedeelte van het plangebied dat op basis van het AHN als diepgaand verstoord kan worden beschouwd, zie oranje gebied kaart 5) een vervolgonderzoek uit te voeren door middel van een karterend boor- of proefsleuvenonderzoek. Gezien het beperkte oppervlak (circa 130 x 80 m) verdient het dan de voorkeur om hier een karterend booronderzoek uit te voeren door middel van een megaboor om de trefkans op archeologische indicatoren te vergroten (vuursteen, houtskool, aardewerk). Hiervoor dient eerst een Plan van Aanpak te worden opgesteld dat ter beoordeling dient te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag, de gemeente Lansingerland (in geval van een proefsleuvenonderzoek: een Programma van Eisen). Geadviseerd wordt om voor dit onderzoek een grid aan te houden van 10 x 12,5 m. Dit komt neer op circa 75 boringen. Minus de reeds uitgevoerd 6 boringen komt dit neer op circa 69 boringen. Wellicht zal dit in de praktijk lager zijn aangezien delen van het plangebied bedekt zijn met grote bergen zand. Uit het AHN-beeld blijkt dat het gebied met de stroomrug groter is en mogelijk een uitgebreidere loop heeft dan op basis van de AHN-analyse van de gemeentelijke waardenkaart verwacht mocht worden. De kreek heeft in ieder geval meer noordelijk gelopen dan op de gemeentelijke waardenkaart is aangegeven. Op basis van de gegevens van het veldonderzoek en een hernieuwd onderzoek van het AHN lijkt de kreek ten westen van het plangebied mogelijk af te splitsen en weer terug te draaien richting het plangebied. Ter hoogte van het plangebied is het beeld onduidelijker, maar het is zeer wel mogelijk dat zich ook in het zuiden van het plangebied bedding en oeverafzettingen van deze kreek bevinden. Het feit dat het zuidelijke gedeelte van het plangebied op het AHN in zijn geheel hoger ligt kan komen door ophoging in het (recente) verleden, of door (tijdelijke) bebouwing en het gebruik van het plangebied als gronddepot in het kader van de grootschalige nieuwbouw in de omgeving. Het is niet duidelijk in
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
18
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
hoeverre deze soms tijdelijke verhogingen van invloed zijn geweest op het AHN beeld. Of de recente activiteiten verstoringen tot gevolg hebben gehad is moeilijk te voorspellen, in de rest van het gebied zijn zowel diepe als ondiepere verstoringen aangetroffen. Aanvullend booronderzoek zou meer duidelijkheid kunnen scheppen over de situatie in het zuiden van het plangebied (zie groene gebied kaart 5). Geadviseerd wordt om in aanvulling op het karterende booronderzoek in het noordelijke gedeelte tevens een raai te zetten in de lengterichting van het plangebied, bijvoorbeeld met een tussenruimte van 50 m. Dit zou neerkomen op circa 4-5 boringen.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
19
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
20
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Literatuur BAKKER, H. DE/J. SCHELLING, 1989: Systeem van bodemclassificatie voor Nederland. De hogere niveaus, Wageningen (Staring Centrum). BERENDSEN, H.J.A., 1999: Handleiding voor fysisch geografisch veldwerk in het laagland, Universiteit Utrecht (Vakgroep fysische geografie). BOS, I.J., 2010: Distal delta-plain successions - Architecture and lithofacies of organics and lake fills in the Holocene Rhine-Meuse delta plain, The Netherlands, Utrecht (Dissertatie Universiteit Utrecht). GEEL, B. VAN/S.J.P. BOHNCKE/H. DEE, 1980/1981: A palaeoecological study of an upper late glacial and holocene sequence from “de borchert”, The Netherlands, Review of Palaeobotany and Palynology 31, 367392. HOEK, W. Z., 2001: Vegetation response to the ~14.7 and ~11.5 ka cal. BP climate transitions: is vegetation lagging climate?, Global and Planetary Change 30 (1-2), 103-115. HOEK, W. Z., 2008: The Last Glacial-Interglacial transition, Episodes 31(2), 226-229. HIJMA, M. 2009: From river valley to estuary - The early-mid Holocene transgression of the Rhine-Meuse valley, The Netherlands, Netherlands (Geographical Studies 389), Utrecht (Dissertatie Universiteit Utrecht). KERKHOF, M. 2009: Lansingerland. Een archeologische verwachtings- en beleidsadvieskaart, Delft (DAR 97). KOK, H./TH.A.M DE GROOT, 1987: Geologische kaart van Nederland, kaartblad Rotterdam Oost (37O), Rijks Geologische Dienst, Haarlem LOUWE KOOIJMANS, L.P./P.W. VAN DEN BROEKE/H. FOKKENS/A. VAN GIJN, 2005: Nederland in de prehistorie, Amsterdam. NEDERLANDS NORMALISATIE INSTITUUT, 1989: Geotechniek: Classificatie van onverharde grondmonsters, Delft (NEN 5104). OUDE RENGERINK, J.A.M. 1996: Randstadrailverbinding Zoetermeer-Rotterdam (ZoRo): archeologisch onderzoek in het kader van de m.e.r. (RAAP rapport 158). RAS, J. 2011: Archeologisch bureauonderzoek Groenzone Berkel-Pijnacker, gemeente Lansingerland. RASMUSSEN, S.O./K.K. ANDERSEN/A.M. SVENSSON/J.P. STEFFENSEN/B.M. VINTHER/H.B. CLAUSEN/M.-L. SIGGAARDANDERSEN/S.J. JOHNSEN/L.B. LARSEN/D. DAHL-JENSEN/M. BIGLER/R. RÖTHLISBERGER/H. FISCHER/K. GOTOAZUMA/M.E. HANSSON/U. RUTH, 2006: A new Greenland ice core chronology for the last glacial termination, Journal of Geophysical Research 111, D06102. RENDERS, K. 2010: Verkennend bodemonderzoek Meerpolder locatie 49 te Berkel en Rodenrijs, Rotterdam. WEERTS, H.J.T./P. CLEVERINGA/J.H.J. EBBING/F.D. DE LANG/W.E. WESTERHOFF, 2000: De lithostratigrafische indeling van Nederland – Formaties uit het Tertiair en Kwartair, Utrecht (TNO-NITG). TOL, A/P. VERHAGEN/M. VERBRUGGEN, 2006: Leidraad Inventariserend Veldonderzoek, deel karterend booronderzoek (uitgave SIKB). WESTERHOFF, W.E./T.E. WONG/E.F.J. DE MULDER, 2003: Opbouw van de ondergrond – Opbouw van het Neogeen en Kwartair, in: E.F.J. de Mulder/M.C. Geluk/I.L. Ritsema/W.E. Westerhoff/T.E. Wong (red.), De ondergrond van Nederland, Houten.
Digitale bronnen -
Archeologisch Informatiesysteem (Archis): http://archis2.archis.nl/archisii/html/index.html. Bodemloket: www.bodemloket.nl. CultuurHistorische HoofdStructuur provincie Zuid-Holland (CHS): http://geo.zuid-holland.nl/geoloket/html/atlas.html?atlas=chs. GeoTOP: 3D model Zuid-Holland http://www.dinoloket.nl/nl/about/modellen/geotop.html TNO: Lithostratigrafische Nomenclator van de Ondiepe Ondergrond, versie 2011: http://www.dinoloket.nl/nomenclatorShallow/start/start/introduction/index.htm TU Delft: www.lib.tudelft.nl. Watwaswaar: www.watwaswaar.nl.
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
21
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
22
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
Kaarten en bijlagen Kaart 1: Kaart 2: Kaart 3: Kaart 4: Kaart 5:
Ligging plangebied Archeologie Landschappelijke kaart Historische kaart Boorresultaten en advies
Bijlage 1: Bijlage 2:
Overzicht van archeologische en geologische perioden Toelichting Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
23
V12-2475: Archeologisch vooronderzoek ten behoeve van de nieuwbouw van woningen op de locatie “Eilanden van Berkel” te Berkel en Rodenrijs, gemeente Lansingerland
VESTIGIA Archeologie & Cultuurhistorie, rapportnummer V1037, definitieve versie 2.0, d.d 25 maart 2013
24
KAART 1 - LOCATIEKAART : : : : : : : :
:
: '
447000
: :' : : È:
:
: : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : :
: È
È
446000
:
:
445000
:
: : : : : : : :
: :
: :
:
:
:
:
:
: : :
spoorlijn
Y:YY: :YYYYY Y:YYY :YYY : YY :
waterloop 0,5 - 3 meter waterloop 3 - 6 meter water
:
: :
: : :
:
:
: : : : : : È: : : : : : : : È
È
91000
È
90000
: :
È
444000
: : :È : :È :
92000
plangebied
93000
YY Y Y YY Y Y Y YY Y YY Y
:
: : : : : : : : : : : : : :
: : :
:
:
regionale weg
: : : : :
: : : : : : : : : :
'
:
hoofdweg
: : : : : : : : : : : : : :
:
:
akkerland grasland
: : : : : : :
: :
>
:
gebouwen
È
:
±
lokale weg
: :
: : :
:
: : : :
LEGENDA
È
:
: : : : : : : : : : :
È
: : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : : :
:
È
:
: :
È
448000
:
94000
:
: : : : : : : : : : : : :
Project: Rapport: Datum: Bron:
V12-2475: Westerscheldepad Berkel V1037 Oktober 2012 Top10NL
Tekenaar: Schaal:
HJP 1:25.000 / A4
: :
0
250 m
447000
KAART 3 - ARCHEOLOGIE 45989 37760
8673
45989 9447
LEGENDA
±
3157
Waarnemingen
22642 446800
Plangebied
51049
40478
!
met nummer
Waarneming
37427 Archeologisch onderzoek 446600
met nummer
35437
Archeologisch: begeleiding Archeologisch: booronderzoek
37876
Archeologisch: bureauonderzoek
446400
10395 Beleidskaart (met vrijstellingscriteria)
446200
Zone II Hoge verwachting (50m2, 0.3m-mv) Zone III Hoge verwachting (500m2, 0.5m-mv) Zone IV Middelhoge verwachting (500m2, 0.3m-mv)
10140
Zone V Middelhoge verwachting (500m2, 1.0m-mv)
445800
446000
37871
445600
14085
48368
7812
48367 ! 1886 17367 445400
30561 91200
91400
48138 91600
91800
25341 ! 26011 48366 48365
7483 92000
92200
92400
92600
V12-2475 Westerscheldepad, Berkel V1037 Oktober 2012 Beleidskaart Lansingerland
Tekenaar: Schaal:
HJP 1:10.000 / A4
29747
! 39021
5390
Project: Rapport: Datum: Bron:
92800
3371
10338 93000
0
250 m
±
446800
447000
KAART 3 - LANDSCHAP LEGENDA plangebied Formatie van Naaldwijk Laagpakket van Wormer
getij-vlakte getij-inversierug
446600
restgeul Laagpakket van Walcheren
Gantel Laag, dekafzettingen 446400
Formatie van Nieuwkoop Hollandveen Laagpakket Formatie van Boxtel
445400
445600
445800
446000
446200
mogelijk voorkomen rivierduinen
Project: Rapport: Datum: Bron:
V12-2475 Westerscheldepad, Berkel V1037 Oktober 2012 Beleidskaart Lansingerland
Tekenaar: Schaal:
HJP 1:10.000 / A4
0 91200
91400
91600
91800
92000
92200
92400
92600
92800
93000
250 m
±
LEGENDA Plangebied
Project: Rapport: Datum: Bron:
V12-2475 Westerscheldepad, Berkel V1037 Oktober 2012 Historische kaart Kruikius 1712
Tekenaar: Schaal:
HJP 1:10.000 / A4
445400
445600
445800
446000
446200
446400
446600
446800
447000
KAART 4 - HISTORISCHE KAART KRUIKIUS 1712
0 91200
91400
91600
91800
92000
92200
92400
92600
92800
93000
250 m
446300
KAART 5 - BOORRESULTATEN EN ADVIES LEGENDA
-70 -70
/
77
1 -50 -50 1
44 -60 -60
-75 -75
33
-45 -45
grens plangebied topografie (GBKN) afgraving op basis AHN
55
verstoord tot in Lp. Wormer
446200
kreek Lp. Wormer
-60 -60
22
kom Lp. Wormer
66 -220 -220
2
boorpuntnummer
-70
verstoringsdiepte
Advies vervolgonderzoek geen vervolg 446100
8 -90 -90 8
verkennende boorraai om de 50m karterend boorgrid 10 x 12,5 m
446000
Project: Rapport: Datum: Bron:
V12-2475 Westerscheldepad Berkel V1037 maart 2013 Gemeentelijke Basiskaart (GBKN)
Tekenaar: EL Schaal: 1:2260 / A4
0 91900
92000
92100
92200
50m
Bijlage 1: geologische en archeologische perioden
Bijlage 2: Toelichting archeologisch proces B u re a u o n d e rz o e k (K N A 3 .2 D e e l II P r o t o c o l 4 0 0 2 ) H e t d b e k e n s ta n d k a n w
o e l v a d e o f a a rd ra o rd e n
n e e n v e rw p p o r te n
b u re a u a c h te a r t m e t e e a a n z ie n
o n d e r z o e k is c h e o lo g is c h e n g e s p e c if ic e v a n (e v e n tu e
h e t w a a e r d e e l) v
v e rw rd e n a rc h e r v o
e r v e n , b in n e o lo g lg o n d
v a n e n e e is c h e e rz o e
in f o r m a t ie , a a n d e h a n d v a n b e s t a a n d e b r o n n e n , o v e r n o m s c h r e v e n g e b ie d . H e t r e s u lt a a t is e e n v e r w a c h t in g , o p b a s is w a a r v a n e e n b e s lis s in g g e n o m e n k .
H e t r a p p o r t b e v a t , w a a r m o g e lijk , g e g e v e n s o v e r a a n - o f a fw e z ig h e id , a a r d , o m v a n g , o u d e r d o m , g a a fh e id , c o n s e r v e r in g e n ( r e la t ie v e ) k w a lit e it v a n a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n e n a a r d w e t e n s c h a p p e l ijk e e ig e n s c h a p p e n (L S 0 2 t/m L S 0 4 ). A fh a n k e lijk v a n d e o m v a n g v a n d e t o e k o m s t ig e (p la n o lo g is c h e ) in g r e e p e n w e r k z a a m h e d e n , d e a a r d v a n d e a a n le id in g t o t h e t b u r e a u o n d e r z o e k e n d e v r a a g s te llin g (L S 0 1), z u lle n a a n v u lle n d e g e g e v e n s m o e t e n w o r d e n v e r z a m e ld . H ie r b ij b lijf t d e d o e ls t e l l in g v a n h e t b u r e a u o n d e r z o e k (h e t k o m e n t o t e e n g e s p e c if ic e e r d e v e r w a c h t in g ) o v e r e in d ( L S 0 5 ). T e n a a n z ie n v a n a r c h e o lo g is c h o n d e r z o e k in d e b e b o u w d e o m g e v in g k u n n e n o n d e r g r o n d s e b o u w h is t o r is c h e w a a r d e n a a n g e t a s t w o r d e n . H e t is d a a r o m w e n s e l ijk o m o o k in h e t a r c h e o lo g is c h b u r e a u o n d e r z o e k a a n d a c h t t e s c h e n k e n a a n d e b e b o u w d e o m g e v in g e n h e t v o o r k o m e n v a n o n d e r g r o n d s e b o u w h is t o r is c h e w a a r d e n , e n z o e e n g e s p e c if ic e e r d e v e r w a c h t in g o p t e s t e ll e n o p b a s is v a n a lle c u ltu u r h is t o r is c h e w a a r d e n in h e t o n d e r z o e k s g e b ie d . V e r v o lg e n s w o r d t h e t r a p p o r t o p g e s te ld (L S 0 6 ) e n d e g e g e v e n s a a n g e l e v e r d b ij A r c h is , w a a r n a h e t p r o c e s k a n w o r d e n a f g e s lo t e n . D a a r n a a s t d ie n t d e d ig it a le d o c u m e n t a t ie b in n e n t w e e ja a r n a a f r o n d in g v a n h e t s t a n d a a r d r a p p o r t o v e r g e d r a g e n t e w o r d e n a a n h e t e - D e p o t ( w w w .e d n a .n l) ( D S 0 5 ) . H e t b u re a u o n d e rz o p g e s t e ld e a d v ie s . r u im te lijk e o n tw ik g e t o e ts t d ie n t t e w e n /o f e e n In v e n ta r o n d e r z o e k s g e b ie d o n d e r z o e k . In d ie n te w o r d e n . V o o r e in z a g e o n d e rz g o e d g e g e h e le
e n In v e n d ie n t te o e k d ie n k e u r d te a r c h e o lo
H e t is a a n h e t b w e r k z a a m h e d e n s p e le n e n a ls z o b o u w v e r g u n n in d e b e tr o k k e n g e o n tsta a t o v e r d e
o e k g D it a k e lin o rd e is e r e o f to fy s ie
e ld t a ls o n d e r b o u w in g v o o r h e t d o o d v ie s g a a t n a d e r in o p d e e v e n t u e le g . U it h e t a d v ie s k a n v o lg e n d a t h e t n . D it k a n d o o r m id d e l v a n e e n In v e n d P r o e f s l e u v e n o n d e r z o e k . D it v e ld t e e n a d v ie s v o o r b e h o u d v a n d e v in k b e h o u d n ie t m o g e lijk is , d ie n t e e n
t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k O v lig g e n b ij d e R ijk s d ie n s t v o o r t e e r st e e n P r o g ra m m a v a n E w o r d e n d o o r h e t b e v o e g d g e g is c h e p r o c e s t e d o o r lo p e n . e v o e g d g e z a g o m u v e r r ic h t d ie n e n te d a n ig in g e b r a c h t w g e n . In d ie n g e w e n s m e e n t e lijk e a fd e lin g e m a a k t e a n a ly s e s
e r ig h e t is e n z a g
is C u o p (m
e e n ltu g e s e e s
P la re e l te ld ta l d
r V e s t ig ia B V A r c h e o lo g ie & C u ltu u r h is to r ie r is ic o ’s e n b e n o d ig d e v e r v o lg s t a p p e n b ij d e v e r d e r e a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h tin g s m o d e l n a d e r in h e t v e ld n t a r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k O v e r ig ( b o o r o n d e r z o e k ) o n d e r z o e k le id t o f t o t v r ijg a v e v a n h e t d p la a t s e n in d ie n n ie t m o g e l ijk n a d e r a r c h e o lo g is c h o p g r a v in g o f a r c h e o lo g is c h e b e g e le id in g u itg e v o e r d
n v a E r fg te w e b e
n A a n p a k v e r e is t, d a t o e d . V o o r d e a n d e re o r d e n . D it P r o g r a m m tr e ffe n d e g e m e e n te ).
ite in d e lijk t e b e s lis s e n o f n a h e t w o r d e n . H e t a d v ie s u itg e b r a c h t o r d e n b ij b e s te m m in g s p la n o n t w t , d r a a g t V e s t ig ia z o r g v o o r e e n g e n . O p d e z e w ijz e w o r d t v o o r k .
b u re a d o o r e r p e n a d e q u o m e n
u o n V e s o f a te d a t
10 d a g e n v a n te v o r e n te r t y p e n a r c h e o lo g is c h a v a n E is e n d ie n t V e s t ig ia is b e v o e g d o m h e t
d e rz o e k n o g t ig ia k a n d a a – w ijz ig in g e n a f s t e m m in g in e e n la t e r
a n d e re r b ij e e n e n a a n v a n d e s ta d iu m
a r c h e o lo g is c h e b e la n g r ijk e r o l v ra g e n v o o r r e s u lt a te n m e t d is c u s s ie
In v e n ta r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k (K N A 3 .2 D e e l II P r o to c o l 4 0 0 3 ) H e t d o e l v a n in v e n ta r is e r e n d v e ld o a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g d o o r m v e r k r e g e n o v e r b e k e n d e e n /o f v e rw a a n - o f a fw e z ig h e id , d e a a r d , d e o m v a n d e a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n . H e in h o u d e lijk (s e le c t ie - )a d v ie s (b u it e n (m e e s t a l e e n s e le c t ie b e s lu it) g e n o m v e ld a c t iv it e it e n u it g e v o e r d w o r d e n
n d id a c v a t r n e n to
e r z o e k ( I V O ) is h e t a a n v u lle n e n t o e t s e n v a n d e g e s p e c if ic e e r d e d e l v a n w a a r n e m in g e n in h e t v e ld , w a a r b ij ( e x t r a ) in f o r m a t ie w o r d t h t e a r c h e o lo g is c h e w a a r d e n b in n e n e e n o n d e r z o e k s g e b ie d . D it o m v a n g , d e d a t e r in g , d e g a a f h e id , d e c o n s e r v e r in g e n d e in h o u d e l ijk e k w a e s u lta a t v a n e e n IV O is e e n r a p p o r t m e t e e n w a a r d e r in g e n e e n o r m e n v a n t ijd e n g e l d ) , a a n d e h a n d w a a r v a n e e n b e l e id s b e s lis s in g k a n w o r d e n (S P 0 2 , V S 0 2 t/m V S 0 7 , D S 0 1 t/m D S 0 5 ). D it b e t e k e n t d a t h e t n iv e a u w a a r o p d e z e b e s l is s in g g e f u n d e e r d g e n o m e n k a n w o r d e
t d e lit e it
t d e n .
V e s t ig ia b r e n g t n a a r a a n le id in g v a n h e t v e ld o n d e r z o e k e e n g e s p e c if ic e e r d a d v ie s u it , o p b a s is w a a r v a n h e t b e v o e g d g e z a g e e n b e s lu it k a n n e m e n o v e r d e w ijz ig in g in h e t b e s t e m m in g s p la n v a n h e t o n d e r z o e k s g e b ie d e n e v e n t u e e l n o g t e n e m e n v e r v o lg s ta p p e n in h e t o n d e r z o e k . B ij h e t IV O k a n e e n o n d e r s c h e id a a n g e b r a c h t w o r d e n in e e n v e r k e n n e n d e , k a r t e r e n d e e n w a a r d e r e n d e fa v e r k e n n e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l in z ic h t t e k r ijg e n in d e g a a f h e id v a n v o r m e e n h e d e n v a n h e t la n d s c h a p , v z o v e r d e z e v a n in v lo e d z ijn o p d e lo c a t ie k e u z e in h e t v e r le d e n . H e t d o e l is k a n s a r m e z o n e s u it t e s lu it e n k a n s r ijk e z o n e s t e s e le c t e r e n v o o r d e v o lg e n d e f a s e n v a n o n d e r z o e k . D e k a r t e r e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l h e o n d e r z o e k s t e r r e in s y s t e m a t is c h t e o n d e r z o e k e n o p d e a a n w e z ig h e id v a n v o n d s t e n e n / o f s p o r e n . D e w a a r d e r e n d e f a s e h e e f t t o t d o e l h e t w a a r n e m in g s n e t t e v e r d ic h t e n o m d e a a r d , o m v a n g , d a t e r in g , g a a f h e c o n s e r v e r in g e n in h o u d e lijk e k w a lit e it v a n d e a r c h e o lo g is c h e r e s t e n v a s t t e s t e ll e n .
se : D e o o r e n t id ,
C r u c ia a l v o o r d e u it v o e r in g v a n h e t IV O is d e k e u z e v o o r e e n b e p a a ld e o n d e r z o e k s m e th o d e , w a a r m e e d e g e s p e c if ic e e r d e a r c h e o lo g is c h e v e r w a c h t in g , g e s t e ld in h e t b u r e a u o n d e r z o e k s r a p p o r t g e t o e t s t k a n w o r d e n in h e t v e ld . D it d ie n t in e e n P la n v a n A a n p a k d u id e l ijk g e m a a k t t e w o r d e n (V S 0 1 , S P 0 1) . A ls e is e n g e ld e n e e n v e r a n t w o o r d in g v a n a lle g e b r u ik t e in f o r m a t ie , w a a r o p d e k e u z e g e b a s e e r d w o r d t e n e e n b e s c h r ijv in g v a n d e v e r o n d e r s t e ld e k e n m e r k e n v a n d e v e r w a c h t e a r c h e o lo g is c h e v in d p la a t s e n m .b .t . d ie p t e l ig g in g , o m v a n g , a r c h e o lo g is c h e in d ic a t o r e n , r u im t e l ijk e v e r d e l in g e n b in n e n d e v in d p la a t s , a r t e f a c t e n . B o o r - e n p r o e fs le u v e n o n d e r z o e k z ijn o p d it m o m e n t d e e n ig e k a r t e r e n d e m e t h o d e n v o o r h e t o p s p o r e n v a n (n ie t z ic h t b a r e ) s it e s b u it e n d e h is t o r is c h e k e r n d ie b r e e d in z e t b a a r z ijn . A n d e r e p r o s p e c t ie t e c h n ie k e n z ijn a ll e e n in s p e c if ie k e o m s t a n d ig h e d e n t o e p a s b a a r ( b v . g r o n d r a d a r ) . D a a r n a a s t k a n d e o p p e r v la k t e k a r t e r in g e e n b ijz o n d e r w a a r d e v o ll e a a n v u l l in g z ijn o p e e n b o o r - o f p r o e f s le u v e n o n d e r z o e k , m e t n a m e d a a r w a a r ( p la a t s e l ijk ) s p r a k e is v a n h e t a a n p lo e g e n v a n v o n d s t la g e n o f d e a a n w e z ig h e id v a n m o ls h o p e n e n g e s c h o o n d e s lo t e n . B o o r o n d e r z o e k is e e n g e s c h ik t e p r o s p e c t ie t e c h n ie k v o o r h e t o p s p o r e n v a n s it e s d ie z ic h k e n m e r k e n d o o r e e n a r c h e o lo g is c h e la a g o f e e n v o n d s ts t r o o iin g m e t e e n v o ld o e n d e h o g e d ic h t h e id . In d ie n e e n o p t e s p o r e n s it e z ic h k e n m e r k t d o o r e e n l a g e v o n d s t d i c h t h e i d ( < 4 0 v o n d s t e n / m ²) i s b o o r o n d e r z o e k m i n d e r g e s c h i k t e n k a n e e n p r o e f s l e u v e n o n d e r z o e k e e n b e t e r e m e t h o d e z ijn . V o o r d e t a ils n a a r v e r s c h ill e n d e b o o r m e t h o d e n w o r d t v e r w e z e n n a a r d e K N A L e id r a a d In v e n ta r is e r e n d V e ld o n d e r z o e k d e e l K a r t e r e n d b o o r o n d e r z o e k . V e s t ig ia a a n z ie n b u re a u o a fr o n d in t/m D S 0
B V v a n n d e g v 5 ).
A r c h e o lo g d e ra p p o r rz o e k m e t a n h e t v e ld
ie & ta g e h e t w e r
C u ltu u r h e n a a n le v v e r s c h il d k c o n fo r m
is to r ie is e r in g s e is a t e v e n tu d e e is e n
b e v o e n to e e l v v a n
e g d t d e o n d h e t
to t p o n stm d e p
h e t e r in a te r o t b
d o e n v a n g g e ld e n ia a l (v o n d ij h e t a a n
a lle fa s d e z e lfd ste n , m g e w e z e
e n v a e e is e o n ste n d e p
n b n a r s) o t
o o ro n d e r z o e k . T e n ls b ij e e n b in n e n t w e e ja a r n a w o r d t a a n g e le v e r d (D S 0 1
Bijlage 3: Boorstaten
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 01 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 91932 446228 -430
Lithologie Diepte (cm) 0 - 20 20 - 50 50 - 100 100 - 120 120 - 200
Omschrijving Grondsoort zand zwak siltig, grijs, opgebrachte grond, Opm.: verstoord klei sterk siltig, matig zandig, spoor roestvlekken, omgewerkte grond, Opm.: verstoord veen zwak kleiig, donker-bruin, zeggeveen, Opm.: Hollandveen klei uiterst siltig, bruin-grijs, weinig plantenresten, matig stevig, Opm.: Wormer klei sterk siltig, grijs, weinig zwarte vlekken, spoor plantenresten, matig slap, zandlagen, Opm.: Wormer
01
Opm. verstoord verstoord Hollandveen Wormer Wormer
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 02 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 91955 446200 -430
Lithologie Diepte (cm) 0 - 60 60 - 85 85 - 115 115 - 200
Omschrijving Grondsoort klei zwak zandig, zwak humeus, donker-grijs-bruin, spoor roestvlekken, omgewerkte grond, bouwvoor, Opm.: verstoord veen zwak kleiig, donker-bruin, doorworteling, basis scherp, Opm.: Hollandveen klei sterk siltig, bruin-grijs, weinig zwarte vlekken, spoor roestvlekken, aan de top humeus, Opm.: Wormer klei uiterst siltig, grijs, slap, Opm.: Wormer
02
Opm. verstoord Hollandveen Wormer Wormer
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 03 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 91964 446232 -240
Lithologie Diepte (cm) 0 - 75 75 120 155 170 220 280 -
120 155 170 220 280 400
Omschrijving Grondsoort Opm. klei matig zandig, donker-bruin-grijs, veel zwarte vlekken, spoor roestvlekken, omgewerkte verstoord grond, bouwvoor, Opm.: verstoord veen zwak kleiig, donker-bruin, zeggeveen, basis scherp, Opm.: Hollandveen Hollandveen klei zwak zandig, grijs, spoor plantenresten, matig stevig, aan de top humeus, Opm.: Wormer Wormer klei zwak zandig, grijs, matig stevig, zandlagen, Opm.: Wormer Wormer klei matig zandig, grijs, matig stevig, zandlagen, Opm.: Wormer Wormer klei zwak zandig, grijs, matig stevig, zandlagen, Opm.: Wormer Wormer klei matig zandig, grijs, matig stevig, zandlagen, aan de basis zandig, Opm.: Wormer Wormer
03
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 04 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 91973 446261 -410
Lithologie Diepte (cm)
Omschrijving Grondsoort 0 - 60 zand zwak siltig, grijs, opgebrachte grond, Opm.: verstoord 60 - 90 veen zwak kleiig, donker-bruin, zeggeveen, Opm.: Hollandveen 90 - 300 klei matig zandig, grijs, spoor plantenresten, zandlagen, aan de top humeus, aan de basis zandig, aan de top zandig, aan de basis zandig, aan de top zandig, Opm.: Wormer
04
Opm. verstoord Hollandveen Wormer
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 05 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 91990 446232 -370
Lithologie Diepte (cm) 0 - 45 45 - 70 70 - 100 100 - 200
Omschrijving Grondsoort Opm. zand matig siltig, matig grindig, opgebrachte grond, bouwvoor, Opm.: verstoord verstoord veen zwak kleiig, donker-bruin, Opm.: Hollandveen Hollandveen klei zwak zandig, bruin-grijs, stevig, weinig roestvlekken, aan de top humeus, Opm.: Wormer Wormer klei zwak zandig, grijs, matig stevig, zandlagen, aan de top zandig, Opm.: Wormer Wormer
05
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 06 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 92004 446172 -380
Lithologie Diepte (cm)
Omschrijving Grondsoort Opm. 0 - 220 klei sterk zandig, donker-grijs-bruin, omgewerkte grond, Opm.: verstoord verstoord 220 - 300 klei uiterst siltig, grijs, zandlagen, aan de basis zandig, Opm.: Wormer Wormer 300 - 400 klei matig zandig, grijs, matig stevig, zandlagen, aan de basis zandig, aan de basis zandig, Opm.: Wormer Wormer
06
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 07 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 91937 446269 -470
Lithologie Diepte (cm) 0 - 70 70 - 75 75 - 140 140 - 200
Omschrijving Grondsoort klei zwak zandig, donker-bruin, omgewerkte grond, Opm.: verstoord veen zwak kleiig, donker-bruin, Opm.: Hollandveen klei sterk siltig, bruin-grijs, spoor zwarte vlekken, spoor plantenresten, stevig, Schelpen: spoor schelpmateriaal, spoor roestvlekken, Opm.: Wormer klei matig zandig, grijs, spoor zwarte vlekken, zandlagen, aan de basis zandig, Opm.: Wormer
07
Opm. verstoord Hollandveen Wormer Wormer
1/1
Vestigia Archeologie Cultuurhistorie 08 Projectnummer Projectnaam X-coordinaat (m) Y-coordinaat (m) Maaiveld (cm)
: : : : :
2475 Westerscheldepad/Oostmeerlaan Berkel 92055 446107 -420
Lithologie Diepte (cm) 0 - 60 60 - 90 90 - 110 110 - 130
Omschrijving Grondsoort klei veen veen klei
matig zandig, donker-bruin-grijs, omgewerkte grond, Opm.: verstoord sterk kleiig, omgewerkte grond, Opm.: verstoord zwak kleiig, donker-bruin, zeggeveen, Opm.: Hollandveen sterk siltig, bruin-grijs, veel zwarte vlekken, spoor plantenresten, matig stevig, Opm.: Wormer 130 - 250 klei sterk siltig, grijs, weinig plantenresten, slap, Opm.: Wormer 250 - 300 geen monster
08
Opm. verstoord verstoord Hollandveen Wormer Wormer
1/1
This text was set using the following freely available font software: Allerta
Copyright (c) 2010, Matt McInerney (http://pixelspread.com), with Reserved Font Name Allerta.
Inconsolata_dz
Copyright (c) 2006, Raph Levien (http://www.levien.com), with Reserved Font Name
. Copyright (c) 2009, David Zhou (http://blog.nodnod.net/) with Reserved Font Name .
Molengo_Vestigia
Copyright (c) 2007, Denis Moyogo Jacquerye, with Reserved Font Name <Molengo>. Copyright (c) 2011, Vestigia BV Archeologie & Cultuurhistorie (www.vestigia.nl), with Reserved Font Name <Molengo_Vestigia>; available at www.vestigia.nl/fonts.
ofl
This Font Software is licensed under the SIL Open Font License, Version 1.1. The license is available with a FAQ at: http://scripts.sil.org/OFL