Bijlage 1 Omgevingsanalyse Zwembaden in de omgeving Aanbod In de omgeving van het Flevoparkbad is een groot aantal zwemvoorzieningen gelegen. Dat blijkt ook uit de tabellen aan het einde van deze omgevingsanalyse, die een overzicht bieden van alle zwemvoorzieningen, die 1
vanaf het Flevoparkbad binnen 20 minuten en 20 kilometers met de auto kunnen worden bereikt. Bij het opstellen van dat overzicht is overigens mede gebruikgemaakt van informatie in het rapport ‘Prognose zwembehoefte 2013 – 2025 stadsdeel Oost’. Allereerst liggen er verschillende buitenbaden rondom het Flevoparkbad. Zij zijn overigens geen van allen binnen 10 minuten te bereiken. Het BadBuiten heeft een zeer beperkte omvang en is in feite geen regulier buitenbad, maar De Breek, het Brediusbad en het Amstelbad zijn dat wel. De drie laatstgenoemde baden beschikken over behoorlijk wat zwemwater, maar hebben in tegenstelling tot het Flevoparkbad geen 50meterbad. Daarentegen bieden de drie baden wel zwemlessen en doelgroepactiviteiten aan, terwijl het Flevoparkbad dat zelf niet doet. De buitenbaden zijn niet de enige zwembaden met onoverdekt zwemwater. Er zijn namelijk vier combibaden in Amsterdam. Hoewel geen van die baden binnen 10 minuten vanaf het Flevoparkbad kan worden bereikt, is vooral het De Mirandabad voor een deel van de inwoners van stadsdeel Oost dichterbij dan het Flevoparkbad. Net als Sportplaza Mercator beschikt het De Mirandabad over een onoverdekt 50-meterbad. Overigens zijn de buitenbaden van het Floraparkbad momenteel gesloten in verband met de bouw van het Noorderparkbad, dat ook een combibad zal zijn. Zoals gebruikelijk hebben de combibaden een veel uitgebreider activiteitenaanbod dan het Flevoparkbad. Combibaden zijn immers het gehele jaar geopend en hebben ook overdekte faciliteiten. In de omgeving van het Flevoparkbad liggen ook verschillende binnenbaden. Weliswaar beschikken deze accommodaties niet over een onoverdekt zwemaanbod, maar ze bieden wel activiteiten aan die het Flevoparkbad ook zou kunnen aanbieden. Daarnaast accommoderen deze binnenbaden een deel van de totale zwembehoefte in stadsdeel Oost. Het dichtstbijzijnde bad is het Sportfondsenbad Amsterdam-Oost, maar ook het bad in Diemen, het Zuiderbad, Bijlmer Sportcentrum en Het Marnix zijn voor veel inwoners van stadsdeel Oost niet ver weg. Er zijn ook drie private sport-/wellnessaanbieders met een binnenbad. Zij vormen geen grote concurrenten van het Flevoparkbad. Hun aanbod is beperkt en vooral voor leden bedoeld. Wel bieden twee van de drie centra zwemlessen aan. In één van beide gevallen is daarvoor een lidmaatschap vereist. Naast de ‘reguliere’ binnenbaden en de sport-/wellnesscentra zijn er diverse zorginstellingen met een zwembad. In vrijwel alle gevallen gaat het alleen om een instructiebad, dat uitsluitend door specifieke (zorg)groepen mag worden gebruikt. Toch zijn deze accommodaties relevant, omdat ze een deel van de zwembehoefte accommoderen. Bovendien worden ze vaak door zwemscholen gebruikt, die in de meeste gevallen geen eigen bad hebben. In plaats daarvan huren zij zwemwater bij zorginstellingen en in ‘reguliere’ zwembaden. Twee van hen – Akwaak en Zweminstituut Siemons – bieden ook doelgroepactiviteiten aan.
1
Zwembaden die niet door bezoekers ‘van buiten’ kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld in hotels, worden buiten beschouwing gelaten.
i
Mensen die in de openlucht willen zwemmen, hoeven dat uiteraard niet per definitie in een zwembad te doen. In de omgeving van het Flevoparkbad bevinden zich verschillende recreatieplassen en –strandjes, zoals het Strand IJburg. Dit aanbod is vooral aantrekkelijk voor liefhebbers van het vrij zwemmen. Voor banen zwemmers vormt het geen goed alternatief. Tarieven Ten opzichte van de buitenbaden in de omgeving zijn de tarieven van het Flevoparkbad aan de lage kant. Dat geldt vooral voor het tarief voor volwassenen. Het Brediusbad hanteert een opvallend groot onderscheid tussen de prijs voor volwassenen en die voor de jeugd. Kinderen betalen namelijk minder dan de helft van het ‘volwassen’ tarief. Voor de prijzen van seizoenskaarten geldt overigens hetzelfde. Mede gezien het voorzieningenaanbod van het Flevoparkbad (zie bijlage 2) luidt de conclusie, dat er ruimte is om de tarieven van het bad te verhogen. Dat geldt zeker voor de tarieven voor volwassenen. De recreatieve tarieven van de combibaden en de binnenbaden zijn hoger dan die van het Flevoparkbad. Voor zover de andere aanbieders recreatief zwemmen aanbieden, geldt daarvoor hetzelfde. Het is echter niet reëel om de prijzen van overdekte baden met die van buitenbaden te vergelijken. De recreatieplassen en –strandjes zijn gratis en dat kan voor sommigen aanleiding zijn om daar in plaats van in een openluchtzwembad te gaan zwemmen.
Demografische ontwikkelingen Ontwikkelingen sinds 2000 Uit de volgende tabel blijkt, dat het aantal inwoners van stadsdeel Oost in de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Deze stijging heeft zich bij elk van de vijf onderscheiden leeftijdsgroepen voorgedaan. In tegenstelling tot in veel andere delen van het land is de groep van 65 jaar of ouder nauwelijks gegroeid. Dit betekent dat puur vanuit demografisch oogpunt de vraag naar zwemwater en –activiteiten – uitgezonderd doelgroepactiviteiten voor senioren – flink is gestegen. Dat geldt ook voor recreatief zwemmen. Dat laatste lijkt wellicht opvallend, aangezien recreatief zwemmen landelijk juist onder druk staat. Dat komt doordat er ook andere dan demografische factoren invloed op de zwembehoefte uitoefenen. Op deze plek gaat het echter alleen om de demografische ontwikkeling en die heeft een positieve invloed op de vraag naar recreatief zwemmen. Overigens wordt in de Amsterdamse sportwereld ook regelmatig van stadssector Oost gesproken. Dit bestaat uit stadsdeel Oost plus drie buurten van stadsdeel Centrum. In 2012 woonden er in de drie buurten in stadsdeel Centrum circa 29.500 mensen. stadsdeel Oost totaal 0 tot 20 jaar 20 tot 35 jaar 35 tot 50 jaar 50 tot 65 jaar 65 jaar of ouder
2000 92.543 19.386 27.420 24.238 12.191 9.308
2005 100.922 22.128 26.705 27.867 15.362 8.860
2010 116.615 26.566 31.131 30.768 18.772 9.378
2012 122.275 28.014 33.076 31.077 20.048 10.060
Bevolkingsontwikkeling stadsdeel Oost 2000 – 2012 (bron: Bureau Onderzoek en Statistiek)
ii
Prognose In de volgende twee tabellen is voor stadsdeel Oost en stadssector Oost de demografische prognose 2
weergegeven. Daaruit blijkt dat het aantal inwoners in de komende jaren zal blijven groeien. De meest in het oog springende toenames doen zich voor bij de groepen van 15 tot 20 jaar, 25 tot 35 jaar en 50 jaar of ouder. Vooral de groep senioren wordt flink groter: het aandeel van het aantal inwoners van 65 jaar of ouder in de totale bevolking neemt in de periode tot en met 2030 met 5% toe. De ontwikkelingen wijzen op een verdere stimulering van de vraag naar zwemwater en –activiteiten en vooral voor banen zwemmen en doelgroepactiviteiten voor senioren. Meer specifieke cijfers laten echter zien, dat het aantal kinderen in de ‘zwemlesleeftijd’ in de periode tot en met 2025 licht zal afnemen. Dat leidt in die jaren dus tot een beperkte daling van de vraag naar les zwemmen en schoolzwemmen. Overigens wordt voor de jaren daarna een flinke toename van deze groep verwacht, maar dat is mede afhankelijk van de ‘snelheid’ waarmee IJburg verder wordt ontwikkeld. stadsdeel Oost totaal 0 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 15 jaar 15 tot 20 jaar 20 tot 25 jaar 25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar 65 tot 70 jaar 70 tot 75 jaar 75 tot 80 jaar 80 tot 85 jaar 85 jaar of ouder
2013 122.847
2015 126.734
2020 134.977
2025 137.932
2030 147.239
8.774 7.381 6.150 5.903 10.037 11.239 11.298 10.665 10.907 9.600 8.309 6.703 5.389 4.044 2.575 1.661 1.112 1.100
8.526 7.567 6.492 5.949 10.302 11.922 11.950 10.634 10.663 9.736 8.686 7.236 5.691 4.456 2.816 1.825 1.147 1.136
8.536 7.538 7.045 6.831 10.258 12.111 12.603 11.417 10.340 10.194 9.331 8.287 6.596 5.040 3.970 2.327 1.370 1.183
8.402 7.285 6.977 7.122 10.210 11.868 12.265 11.267 10.464 9.819 9.596 8.698 7.445 5.734 4.377 3.269 1.744 1.390
9.027 7.764 7.166 7.406 10.665 12.755 12.958 11.854 11.005 10.401 9.647 9.101 7.880 6.587 5.085 3.643 2.512 1.783
Demografische prognose stadsdeel Oost (bron: Bureau Onderzoek en Statistiek)
2
De weergegeven cijfers zijn gelijk aan die in het rapport ‘Prognose zwembehoefte 2013 – 2025 stadsdeel Oost’, alleen zijn de gegevens gedeeltelijk op een andere wijze gecategoriseerd. Dat heeft te maken met het feit dat de opdrachtformulering van beide onderzoeken verschillend is.
iii
stadssector Oost totaal
2013 153.030
2015 157.696
2020 165.896
2025 168.676
2030 177.454
10.110 8.346 7.007 6.953 12.953 14.385 13.845 12.911 13.215 12.012 10.686 8.926 7.510 5.514 3.419 2.213 1.474 1.551
9.898 8.583 7.387 7.037 13.410 15.175 14.507 12.816 12.928 12.044 11.154 9.571 7.780 6.141 3.788 2.396 1.526 1.555
9.858 8.555 7.983 7.864 13.201 15.223 15.165 13.532 12.294 12.390 11.631 10.707 8.773 6.839 5.372 3.113 1.805 1.591
9.644 8.226 7.899 8.175 13.258 14.943 14.650 13.272 12.314 11.768 11.794 10.994 9.709 7.623 5.856 4.383 2.323 1.845
10.195 8.631 8.006 8.427 13.677 15.824 15.286 13.707 12.733 12.252 11.650 11.304 10.045 8.569 6.650 4.811 3.324 2.363
0 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar 10 tot 15 jaar 15 tot 20 jaar 20 tot 25 jaar 25 tot 30 jaar 30 tot 35 jaar 35 tot 40 jaar 40 tot 45 jaar 45 tot 50 jaar 50 tot 55 jaar 55 tot 60 jaar 60 tot 65 jaar 65 tot 70 jaar 70 tot 75 jaar 75 tot 80 jaar 80 tot 85 jaar 85 jaar of ouder
Demografische prognose stadssector Oost (bron: Bureau Onderzoek en Statistiek)
Bevolkingssamenstelling Ongeveer de helft van de inwoners van stadsdeel Oost en stadssector Oost is van buitenlandse afkomst. Van deze groep heeft circa 70% een zogenaamde ‘niet-westerse’ achtergrond (bron: Bureau Onderzoek en Statistiek). In algemene zin blijkt in de praktijk, dat deze groep inwoners om verschillende redenen duidelijk minder vaak zwembaden bezoekt dan andere groepen inwoners. Dat heeft gevolgen voor de totale behoefte aan zwemwater en –activiteiten. Dit blijkt ook uit het gemiddelde aantal bezoeken per inwoner van grootstedelijke gemeenten, dat meestal lager is dan het cijfer in meer landelijke gebieden. Overigens spelen daarbij uiteraard ook andere factoren een rol, waaronder sociaal-economische verschillen en het grotere vrijetijdsaanbod in grote steden.
Trends en ontwikkelingen In het rapport ‘Prognose zwembehoefte 2013 – 2025 stadsdeel Oost’ wordt een aantal algemene landelijke trends en ontwikkelingen beschreven, dat ook voor dit rapport relevant is. In aanvulling daarop wordt voor deze rapportage nog een aantal relevante aspecten benoemd, dat op sport en zwemmen in het algemeen en zwemactiviteiten in het bijzonder betrekking heeft. Algemeen •
De aandacht voor gezond leven en bewegen blijft onverminderd groot. Dat betekent een positieve stimulans voor sportbeoefening in het algemeen. Vooral 55-plussers blijken aanzienlijk vaker deel te nemen aan sportieve (doelgroep)activiteiten dan in het verleden. Daarentegen neemt de interesse van jongeren voor sportieve activiteiten vanaf een jaar of 15 duidelijk af;
•
de kwaliteit van de dienstverlening wordt in steeds grotere mate bepalend geacht voor de keuzes van de zwembadbezoeker. Leden van verenigingen en deelnemers aan begeleide activiteiten vinden de klantgerichtheid en deskundigheid van trainers/instructeurs het belangrijkste aspect van de dienstverlening. Daarnaast is bereikbaarheid een belangrijk punt;
iv
•
onder invloed van verdrinkingsgevallen en ongelukken in zwembaden en recreatiegebieden blijft de discussie over veiligheid actueel. Daarbij gaat het niet alleen om de veiligheid in het water, maar ook om de (sociale) veiligheid in en om sportaccommodaties. Mede hierom zijn het Keurmerk Veilig en Schoon en het Protocol Vrolijk en Veilig opgesteld. Het Flevoparkbad beschikt over het keurmerk en hanteert het protocol;
•
op veel plekken in het land staat de exploitatie van publiek toegankelijke buitenbaden onder druk. Mede door noodzakelijke bezuinigingen en afnemende bezoekersaantallen wordt soms het besluit genomen om een buitenbad te sluiten. Andere keuzes die worden gemaakt zijn het afstoten van het bad aan een lokale belangen- c.q. vrijwilligersorganisatie of een marktpartij, dan wel het vervangen van een deel van het zwemwater door bijvoorbeeld een waterspeeltuin, ‘spraypark’, zandsportveld, of andere aanvullende functie;
•
geclusterde en multifunctionele sportvoorzieningen zijn in opmars, waarbij soms ook combinaties met andere maatschappelijke of commerciële voorzieningen worden gemaakt. Succesvolle combinaties resulteren in meerwaarde voor de bezoeker en financiële voordelen voor de exploitant. Het vervangen van bestaande accommodaties is vaak aanleiding om over clustering na te denken.
Zwemactiviteiten •
In de jaren tachtig en in het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw is door menig gemeente fors geïnvesteerd in recreatieve zwembaden en combibaden. In het afgelopen decennium heeft echter een verschuiving van recreatief zwemmen naar begeleide activiteiten plaatsgevonden. Daarbij hebben demografische ontwikkelingen, gewenning aan recreatieve zwemvoorzieningen en uitbreiding van andersoortige recreatieve voorzieningen een rol gespeeld. Overigens geldt het voorgaande vooral voor het vrij zwemmen en veel minder voor het banen zwemmen;
•
de aquafitactiviteiten zijn in de afgelopen jaren populair geweest en zullen dat in de komende jaren ook blijven. Middels een aantrekkelijk en afwisselend aanbod dient hierop te worden ingespeeld. Net als bij de overige doelgroepen is de kwaliteit van de instructeurs zeer bepalend voor de populariteit van de activiteiten;
•
gezien de veranderende samenstelling van de Nederlandse bevolking worden activiteiten voor senioren steeds belangrijker. Zij stellen echter meer en andere wensen aan deze activiteiten dan jongere mensen, bijvoorbeeld ten aanzien van hygiëne, persoonlijke aandacht en de sociale functie van het zwemmen;
•
het les zwemmen is van oudsher sterk aanbodgericht. Lessen worden op vaste tijdstippen in de week aangeboden. Steeds meer zwembaden bieden ook lessen op zaterdag en zondag aan en organiseren snelcursussen of turbolessen, waarbij kinderen in een korte periode hun diploma kunnen behalen;
•
steeds meer gemeenten besluiten – al dan niet onder invloed van bezuinigingen – tot het geheel of gedeeltelijk afschaffen van het schoolzwemmen. In de grote steden is dat veelal niet het geval. Daar is het aandeel kinderen dat via het schoolzwemmen het zwemdiploma behaalt vaak ook groter dan in andere delen van het land;
•
zwem- en waterpoloverenigingen hebben over het algemeen met relatief sterk teruglopende ledenaantallen te kampen. Het positieve effect van de goede prestaties van de Nederlandse zwemmers en waterpolosters op de ledenaantallen van verenigingen is gering geweest. Uiteraard kan het beeld per individuele vereniging verschillen.
v
Zwemvoorzieningen in de omgeving Buitenbaden Naam Plaats Afstand tot zwembad in min. Afstand tot zwembad in km. Baden en faciliteiten
Karakter Tarieven recreatief zwemmen - losse badenkaart - jeugd - meerbadenkaart (per keer) - jeugd les zwemmen - lesduur in min. - gemiddelde prijs per 30 min. doelgroepen - soorten - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs
aquasporten seniorenactiviteiten zwangeren, b/p/k, o/k overig
Flevoparkbad Amsterdam
Zwembad BadBuiten Amsterdam
0 0,0 50-meterbad met springplank, Drijvend instructiebad, ondiep bad, kleuterbad, onderdeel van ligweide, speeltoestellen horecagelegenheid Buitenbad
Zwembad de Breek Landsmeer
Brediusbad Amsterdam
11 4,6
12 12,4 Wedstrijd-/recreatiebad, instructiebad met glijbaan, peuter-/kleuterbad, speeltoestellen, ligweide Buitenbad
Buitenbad
Het Amstelbad Ouderkerk aan de Amstel 15 7,7
Wedstrijdbad, recreatiebad, kleuterbad met fontein
Buitenbad
15 13,9 Wedstrijdbad, instructiebad, peuterbad, speelvoorzieningen, ligweide Buitenbad
€ 3,20 € 3,10 € 2,67 € 2,58
€ 4,00 € 4,00 -
€ 4,00 € 3,50 € 3,50 € 3,50
€ 3,85 € 1,75 € 2,88 € 1,43
€ 4,00 € 4,00 -
-
-
30 uitsluitend met leskaart
-
30 € 3,50
-
- Aquajoggen, aquarobics, Aquasport conditiezwemmen € 5,50 -
-
Aquafit € 2,88 -
€ 3,67 -
vi
Combibaden Naam Plaats Afstand tot zwembad in min. Afstand tot zwembad in km. Baden en faciliteiten
Karakter Tarieven recreatief zwemmen - losse badenkaart - jeugd - meerbadenkaart (per keer) - jeugd les zwemmen - lesduur in min. - gemiddelde prijs per 30 min. doelgroepen - soorten
- gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs
aquasporten seniorenactiviteiten zwangeren, b/p/k, o/k overig
De Mirandabad Amsterdam
Floraparkbad Amsterdam
Sportplaza Mercator Amsterdam
Het Sloterparkbad Amsterdam
11 10,7 Golfslagbad, wedstrijdbad met duikplank. Buiten: 50-meterbad, kinderbad met speeltoestellen en glijbaan, peuterbad, speeltuintje
12 6,9
14 17 18,0 20,0 Wedstrijdbad, doelgroepenbad, 50-meterbad, doelgroepenbad, Wedstrijdbad met glijbaan, instructiebad, springkuil met therapiebad, peuterbad, sauna, springbassin met duikplanken, duikplanken, Turkse tuin, stoombad, 50-meterbad buiten recreatiebad met glijbaan, sauna, zonnebank (buitenbaden stroomversnelling, bubbelbad, gesloten i.v.m. bouw massagestralen, stoomcabines, Noorderparkbad) kruidenbaden, peuterbad. Buiten: wedstrijdbad, ligweide
Combibad
Combibad
Combibad
Combibad
€ 3,90 € 3,90 € 3,12 € 3,12
€ 3,95 € 3,40 € 3,29 € 2,83
€ 4,70 € 4,70 € 3,92 € 3,92
€ 4,60 € 4,60 € 3,68 € 3,68
30, 45 of 60 € 4,50
45 € 2,75
45 € 5,31
45 € 4,88
Zwangerschapszwemmen, baby- Aquajoggen, aquarobics, /peuter-/kleuterzwemmen, aquacombi, fit en fun, babyaquajoggen, aquajoggen 55+, /peuterzwemmen aquatotaal, aquamove, MBVO
€ 6,18 € 5,19 € 6,18 -
€ 6,08 € 3,21 € 4,06 -
Aquavitaal, aquarobics, Aquasport, senior fit, ouderaquajogging, aquacycling, /kindzwemmen aquazumba, baby/peuterzwemmen, ouder/kindzwemmen, zwangerschapszwemmen € 5,58 € 5,21 € 5,58 € 3,00 € 6,63 € 5,58 -
vii
Binnenbaden Naam Plaats Afstand tot zwembad in min. Afstand tot zwembad in km. Baden en faciliteiten
Karakter Tarieven recreatief zwemmen - losse badenkaart - jeugd - meerbadenkaart (per keer) - jeugd les zwemmen - lesduur in min. - gemiddelde prijs per 30 min. doelgroepen - soorten
- gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs
aquasporten seniorenactiviteiten zwangeren, b/p/k, o/k overig
Sportfondsenbad Amsterdam Oost Amsterdam
Sportcentrum wethouder F.B. Het Zuiderbad Duran Diemen Amsterdam 7 9 2,5 6,9 Wedstrijdbad, doelgroepenbad, Wedstrijdbad, instructiebad, Wedstrijdbad, zonnebank recreatiebad, ondiep bad, whirlpool kruidenbaden, whirlpool, sauna, zonnebanken
Binnenbad
Binnenbad
11 6,5
Binnenbad
Bijlmer Sportcentrum
Het Marnix
Zwembad Het Meerbad
Zib Victoriabad
Zwembad De Slag
Amsterdam
Amsterdam
Abcoude
Weesp
Zaandam
13 15 17 18 10,3 7,2 17,8 16,4 Wedstrijdbad, doelgroepenbad, Wedstrijdbad, instructiebad, Wedstrijdbad, instrucƟebad Wedstrijdbad, instructiebad, recreatiebad met whirlpool, massagestraat met speelattributen, peuterbad, whirlpool, sauna, zonnebank stroomversnelling, bubbelbank, whirlpool, stoombad glijbaan
Wedstrijdbad, Recreatiebad/wedstrijdbad, instructiebad, peuterbad, whirlpool, stoombad, glijbaan
Binnenbad
Binnenbad
Binnenbad
Binnenbad
Binnenbad
18 18,1
€ 4,20 € 3,90 € 3,50 € 3,25
€ 4,20 € 3,50 onbekend onbekend
€ 3,40 € 3,40 € 2,72 € 2,72
€ 3,80 € 3,50 € 2,80 € 2,60
€ 3,90 € 3,90 € 3,25 € 3,25
€ 4,50 € 4,50 € 3,75 € 3,75
€ 3,50 € 3,50 € 3,15 € 3,15
€ 4,40 € 4,40 € 3,85 € 3,85
45 € 5,23
30 € 4,41
30, 45 of 60 € 4,50
45 € 4,43
30 € 6,46
45 € 7,23
50 € 5,16
45 € 5,06
Ouder-/kindzwemmen, zwangerschapszwemmen, MBVO, aquasportief
Aquazumba, aquajogging, Aquajoggen,babyaquafit, conditiezwemmen, fifty /peuterzwemmen, fit, baby-/peuterzwemmen, zwangerschapszwemmen zwangerschapszwemmen
€ 7,78 € 4,29 € 4,79 -
€ 6,07 € 5,20 € 6,50 -
Senior fit, ouder/kindzwemmen, zwangerschapszwemmen, swimba
€ 6,18 € 6,18 -
Aquasport, 50 fit, ouder/kindzwemmen
€ 5,00 € 2,71 € 4,63 -
Trimzwemmen, ouder/kindzwemmen, ClubAqua, ClubAquajogging, ClubAquarobics, ClubAquavitaal
€ 4,31 € 3,90 € 4,31 -
€ 6,38 € 5,83 -
Aquarobics, aquajoggen, baby- Dynamic mix, dynamic running, /peuterzwemmen dynamic moves, dynamic dance, aquatherapie, ouder/kindzwemmen, trimzemmen, seniorenzwemmen, zwangerschapszwemmen, hart in beweging € 7,45 € 7,45 -
€ 4,81 € 3,85 € 5,50 -
viii
Fitnesscentra Naam Plaats Afstand tot zwembad in min. Afstand tot zwembad in km. Baden en faciliteiten
Karakter Tarieven recreatief zwemmen - losse badenkaart - jeugd - meerbadenkaart (per keer) - jeugd les zwemmen - lesduur in min. - gemiddelde prijs per 30 min. doelgroepen - soorten - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs - gemiddelde prijs
aquasporten seniorenactiviteiten zwangeren, b/p/k, o/k overig
David Lloyd Sports Health Club Special sports Amstelveen The Wellness Garden Amsterdam Amstelveen Amsterdam 13 16 16 7,3 15,6 17,2 Instructiebad, Instructiebad, onderdeel van Instructiebad, onderdeel van hydrotherapiebad, relaxbad, sportcentrum wellnesscentrum sauna, stoombad Binnenbad Binnenbad Binnenbad uitsluitend met lidmaatschap -
uitsluitend met lidmaatschap -
€ 14,00 € 14,00 € 12,60 € 12,60
onbekend onbekend
60 € 9,38
-
Swim to trim, pool fit, Aquarobic, fysio swim, fifty fit aquarobics uitsluitend met lidmaatschap uitsluitend met lidmaatschap -
-
ix
Zorgbaden Naam Ronald McDonald Centre Zwembad Stichting Omega Ago Zwembad Zwembad Reade locatie Overtoom Zwembad Mytylschool Centrum voor Aangepast Sporten Amsterdam (Reade) Woon- en zorgcentrum De Werf
Plaats Amsterdam Amsterdam Diemen Amsterdam Amsterdam Amsterdam Amsterdam
Afstand tot zwembad In min. In km. 9 5,9 9 6,0 9 8,6 12 6,5 13 10,1 15 18,5 16 16,2
Zwemscholen Naam Akwaak zwemschool Zwemacademie Easyswim Zwemeducatie Reade Zweminstituut Siemons Zwemschool Bubbles Zwemschool de Anemoon Zwemschool de Druppel Zwemschool de Natte Kikker Zwemschool de Oceaan Zwemschool de Zwaantjes Zwemschool het Kikkertje Zwemschool Pardoes Zwemschool Plons Zwemschool Robbedoes
Zwemt in Ronald McDonald Centre Sportplaze Mercator, De Werf Sportplaza Mercator Zwembad Stichting Omega Zwembad Mytylschool Zwembad Mytylschool, Ago zwembad Wethouder F.B. Duranbad, Sloterparkbad Sloterparkbad, eigen instructiebad Sloterparkbad Sloterparkbad, Sportfondsenbad Amsterdam Oost, zwembad Mytylschool Het Zuiderbad Sloterparkbad, zwembad Reade locatie Overtoom Het Marnix, zwembad Mytylschool Sloterparkbad, eigen instructiebad
Lesduur in min. Gem. prijs/30 min. 45 € 8,50 45 € 16,67 40 € 8,50 50 € 12,00 45 € 8,67 45 € 5,62 45 € 7,33 30 € 16,00 45 € 6,67 45 € 5,38 45 € 7,67 45 € 10,00 45 € 9,00 45 € 5,77
x
Recreatieplassen en –stranden Naam Strand IJburg Strand Diemerpark Ouderkerkerplas Gaasperplas Recreatiegebied het Twiske De Hoge Dijk Strand Sloterplas
Plaats Amsterdam Amsterdam Ouderkerk aan de Amstel Amstelveen Oostzaan Amsterdam Amsterdam
Afstand tot zwembad In min. In km. 9 6,5 11 11,2 13 13,6 16 15,0 16 16,6 17 15,2 17 20,0
Karakter Stadsstrand Stadsstrand Recreatieplas Recreatieplas Recreatiegebied Recreatieplas en stadsstrand Stadsstrand
xi
Bijlage 2 Exploitatie Flevoparkbad Aanbod Algemeen Het Flevoparkbad is prachtig gelegen in het Flevopark en aan de rand van het Nieuwe Diep. Het bad is in 1967 gebouwd en in 1997 gerenoveerd. In 2002 is een aantal kleedkamers vernieuwd. De afdeling Accommodaties van stadsdeel Oost is verantwoordelijk voor de exploitatie van het bad, terwijl het eigendom bij de afdeling Vastgoed en Grondzaken is ondergebracht. Tussen beide afdelingen is een dienstverleningsovereenkomst van kracht. Daarin zijn de verplichtingen en verantwoordelijkheden ten aanzien van beheer, onderhoud en aanverwante zaken vastgelegd. Het algemene uitgangspunt is, dat de afdeling Vastgoed en Grondzaken verantwoordelijk is voor het groot onderhoud en de afdeling Accommodaties voor het dagelijks onderhoud. Per 2013 zijn het groenonderhoud op het terrein, het groot onderhoud aan bestrating en tegelwerk op het terrein (niet in de bassins) en het groot onderhoud van het sanitair (inclusief tegelwerk) van eerstgenoemde naar laatstgenoemde afdeling overgedragen. Het doel daarvan is een hogere mate van efficiëntie. Voorzieningen Het zwembad biedt de volgende voorzieningen: •
een diep L-vormig bassin van circa 50 bij 25 meter en springkuil van circa 12,5 bij 9 meter (totaal: 1.181 m² zwemwater);
•
een ondiep L-vormig bassin van circa 43 bij 24 meter met een diepte van 0,50 tot 1,20 meter en een gedeelte van circa 20 bij 36 meter met een diepte van 0,45 meter (totaal: 1.767 m² zwemwater);
•
een kleuter-/peuterbad van circa 134 m²;
•
een horecagelegenheid (verpacht);
•
een grote ligweide (deels verhuurd aan camping Zeeburg);
•
een springkussen en diverse andere speelvoorzieningen;
•
een entree- en kleedgebouw.
Het zwemwater wordt tot circa 20 graden verwarmd. In eerdere jaren was dat 21, respectievelijk 22 graden. Activiteiten Het Flevoparkbad wordt vooral gebruikt voor recreatief zwemmen. Deze activiteit kan verschillende vormen aannemen, zoals vrij zwemmen, gezinszwemmen en banen zwemmen. (Men zou ook het recreëren op de ligweide hiertoe kunnen rekenen.) Deze activiteiten worden niet op aparte tijdstippen of in aparte bassins aangeboden. De praktijk leert echter dat er meestal ‘vanzelf’ een scheiding van de verschillende typen activiteiten plaatsvindt. Banen zwemmers zijn uiteraard in het 50-meterbad te vinden en zien het liefst dat een aantal banen in dat bad permanent voor hen beschikbaar zou zijn. Dat kan door middel van belijning. Daarnaast wordt het bad – vooral sinds 2013 – aan diverse partijen verhuurd, namelijk zwemvereniging het Y, studentenzwemvereniging SPONS en Swimfantastic (zwemtraining voor volwassenen en reddend zwemmen voor jongeren). Dat gebeurt op basis van sleutelverhuur, dus zonder personele inzet van het zwembad. Daarnaast maken scholen tijdens reguliere openingstijden van het bad gebruik en vinden er diverse ‘incidentele’ activiteiten plaats, waaronder de jaarlijkse sportdag van de scholen en de zwemvierdaagse.
xii
In diverse andere buitenbaden worden ook doelgroepactiviteiten en zwemlessen aangeboden. In het verleden was dat ook het geval in het Flevoparkbad, maar het bezoek liep steeds verder terug en de activiteiten zijn op een gegeven moment stopgezet. Swimfantastic heeft aan het begin van de zomervakantie 2013 overigens wel een snelcursus les zwemmen in het bad aangeboden. Daarnaast zijn er in den lande buitenbaden waarin het schoolzwemmen plaatsvindt. In het Flevoparkbad is dat niet het geval. Als redenen daarvoor noemt het stadsdeel: •
het schoolzwemmen vindt in Amsterdam gedurende het gehele schooljaar plaats en een buitenbad is
•
de omstandigheden, zoals de watertemperatuur en de weersafhankelijkheid, in een buitenbad zijn
slechts gedurende een deel van het jaar geopend; niet optimaal voor schoolzwemmen; •
er is voldoende overdekt zwemwater voor schoolzwemmen aanwezig.
Bezoek en gebruik Bezoekontwikkeling Het jaarlijkse aantal bezoekers is in de volgende tabel weergegeven. Met uitzondering van 2011 ligt het bezoek in de afgelopen jaren tussen de 40.000 en 50.000 (inclusief schoolbezoek, maar exclusief verenigingsbezoek). Dankzij het mooie weer in de maanden juli en augustus is het bezoek in 2013 ruim boven de 50.000 uitgekomen. Daarnaast is het bezoek van gasten van de naastgelegen tijdelijke camping sterk gegroeid. De bezoekcijfers laten zien dat het bad zeker een functie vervult en bestaansrecht heeft. jaar 2008 2009 2010 2011 2012
bezoek 43.617 45.228 41.831 23.811 46.643 3
Bezoekcijfers Flevoparkbad
Voor 2012 is een nadere uitsplitsing van het bezoek beschikbaar. Uit de volgende tabel blijkt, dat ruim driekwart van het bezoek een los kaartje koopt. Het aantal bezoeken met een 12-badenkaart of seizoenskaart is beperkt. Dat hangt uiteraard samen met het aantal verkochte kaarten. In 2012 werden 154 12-badenkaarten en 124 seizoenskaarten verkocht. Ten opzichte van veel andere Nederlandse buitenbaden zijn dat lage cijfers. Dat geldt zeker voor een buitenbad met de omvang van het Flevoparkbad en het aantal inwoners van stadsdeel Oost.
3
In de bezoekcijfers zit een beperkt aantal dubbeltellingen. Dat komt doordat voor de 12-badenkaarten en de seizoenskaarten zowel de (eenmalige) verkoop van de betreffende toegangsbewijzen zelf, als elk bezoek daarmee wordt geregistreerd. In 2012 gaat het om 278 bezoekers. Daar staat tegenover, dat seizoenkaarthouders bij binnenkomst soms niet meteen worden ‘aangeslagen’, maar dat dit achteraf gebeurt. Het is niet ondenkbaar dat dit op drukke dagen in enkele gevallen wordt vergeten. Overigens zorgen beide ‘oneffenheden’ niet voor andere conclusies.
xiii
losse entree 12-badenkaart seizoenskaart overig totaal
2012 36.044 2.647 5.225 2.727 46.643 4
Bezoek 2012 naar type entreebewijs
Uit de volgende tabel blijkt, dat meer dan de helft van het bezoek uit ‘volwassenen’ (16 tot 65 jaar) bestaat. Kinderen (3 tot 16 jaar) en vooral senioren (65+) bezoeken het bad minder vaak. Het is niet mogelijk om onderscheid te maken tussen het bezoek van vrij zwemmen en gezinszwemmen enerzijds en banen zwemmen anderzijds. Bezoekers zijn immers vrij om te bepalen welke vorm(en) van recreatief zwemmen zij tijdens hun bezoek willen beoefenen. In de praktijk zal een deel van vooral het bezoek van volwassenen en senioren aan het banen zwemmen kunnen worden toegerekend.
jeugd volwassenen senioren peuter overig totaal
2012 14.047 26.041 742 2.305 3.508 46.643 5
Bezoek 2012 naar leeftijdsgroep
Het bezoek van openluchtzwembaden is in sterke mate – zij het zeker niet volledig – weersafhankelijk. In de volgende tabel is voor de meest recente jaren een aantal statistieken weergegeven. De gegevens hebben 6
betrekking op de weken waarin buitenbaden normaalgesproken geopend zijn. Uit de cijfers blijkt duidelijk dat 2011 een relatief koude, natte en niet zonnige zomer was. Dat heeft zich ook in het bezoekcijfer van dat jaar vertaald. jaar 2008 2009 2010 2011 2012 gemiddelde
ranking sinds 1901 6 12 33 40 21 22
gemiddelde aantal zonuren neerslag (in mm) temperatuur 16,9 837 313 16,5 927 272 15,9 890 317 15,7 759 420 17,2 593 250 16,4 801 314 7
Weergegevens van 1 mei tot 1 september (bron: KNMI)
4
Het overige bezoek betreft onder andere bezoek door groepen, campinggasten, het onderwijs en mensen met een vrijkaartje. 5 Het overige bezoek betreft mensen met een dalurenkaartje of een vrijkaartje. 6 Dit wijkt af van de periode, zoals in het rapport ‘Prognose zwembehoefte 2013 – 2025 stadsdeel Oost’ wordt gehanteerd. Daarin wordt namelijk de meteorologische zomer aangehouden, maar die komt niet volledig overeen met de openstellingsperiode van buitenbaden in Nederland. 7 Met ‘ranking sinds 1901’ wordt gedoeld op de ‘ranglijst’ van jaren, die op basis van temperatuur, zonuren en neerslag kan worden gemaakt. De gegevens zijn vanaf het jaar 1901 beschikbaar. Een voorbeeld: wanneer die cijfers worden gecombineerd, zijn er maar vijf jaren waarin de weersomstandigheden in de periode 1 mei tot 1 september gunstiger waren dan in 2008. Dat jaar neemt dus de zesde positie op de ranglijst in.
xiv
Naast de weersgesteldheid gedurende alle weken waarin een buitenbad is geopend, is het weer in april en het voorseizoen belangrijk. In die periode worden immers de meeste seizoenskaarten verkocht. Indien iemand eenmaal een seizoenskaart heeft aangeschaft, is de drempel om het bad te bezoeken veel lager. Daarnaast heeft het weer in het voorgaande jaar ook invloed op de verkoop van seizoenskaarten. Iemand die bijvoorbeeld in 2011 in de voorverkoop een seizoenskaart heeft gekocht, kon daar in dat jaar relatief weinig plezier aan beleven. Diegene zal minder geneigd zijn geweest om in 2012 een seizoenskaart te kopen. Animocijfer en bezetting Animocijfer Het animocijfer van een zwembad geeft aan, hoe vaak een inwoner van het verzorgingsgebied van het zwembad jaarlijks gemiddeld het bad bezoekt. Het wordt dus berekend door het totale aantal bezoekers te delen door het aantal inwoners van het verzorgingsgebied. Met ‘verzorgingsgebied’ wordt gedoeld op het gebied waar het bad primair op is gericht en waar het merendeel van het bezoek vandaan komt. De aanwezigheid van andere (buiten)baden in de omgeving speelt hierbij ook een rol. Voor het Flevoparkbad is het echter lastig om het verzorgingsgebied exact vast te stellen. Het bad is weliswaar primair op de inwoners van stadsdeel Oost gericht, maar gezien de ligging van het De Mirandabad is het maar de vraag, of het stadsdeel volledig aan het Flevoparkbad kan worden ‘toegerekend’. Daarbij zijn de oostelijke buurten van stadsdeel Centrum – die tot stadssector Oost behoren – niet ver weg. Datzelfde geldt voor de oostelijke wijken van stadsdeel Noord. Op basis van deze overwegingen is het uitgangspunt voor dit onderzoek, 8
dat het primaire verzorgingsgebied van het Flevoparkbad uit minstens 100.000 inwoners bestaat. Ook wanneer voor het verzorgingsgebied van deze ‘ondergrens’ van 100.000 inwoners wordt uitgegaan, is het animocijfer van het Flevoparkbad (0,4 à 0,5) echter duidelijk lager dan dat van andere grote buitenbaden in den lande. Vanzelfsprekend moet dit soort vergelijkingen altijd met enige voorzichtigheid worden gemaakt. Zo wordt in grootstedelijke gebieden minder vaak gezwommen dan in plattelandsgebieden. Dat heeft onder andere te maken met sociaal-economische en culturele factoren, maar ook met het aanbod van alternatieve recreatieve voorzieningen. Daarnaast kunnen verschillen tussen buitenbaden ook gedeeltelijk door andere factoren worden verklaard, waarop het zwembad weinig invloed kan uitoefenen. Voorbeelden daarvan zijn de bereikbaarheid per auto, openbaar vervoer en fiets, de tarieven en het sportbeleid van de gemeente. Al deze factoren betekenen, dat niet ‘zo maar’ een animocijfer van meer dan 1,0 van het Flevoparkbad mag worden verwacht. Indien wordt gekeken naar de ‘Amsterdamse’ setting doet het Flevoparkbad het – zeker in 2013 – heel behoorlijk. Bezetting Met uitzondering van het jaar 2011 ligt de bezetting jaarlijks rond de 15 bezoekers per vierkante meter zwemwater. Dat is zeer laag, want een cijfer van minimaal 35 is landelijk gebruikelijk. Dat betekent dat het zwembad te groot is ten opzichte van het aantal bezoekers. Dat wordt slechts ten dele door het matige bezoek, maar vooral door de omvang van het zwemwateraanbod veroorzaakt. Het bad is immers gebouwd om een veelvoud van het huidige bezoek te accommoderen. In Nederland bestaan nauwelijks nog buitenbaden met zo veel zwemwateroppervlak als het Flevoparkbad. Voor het bezoek maakt het niet veel uit of een 8
Dit lijkt wellicht in tegenspraak te zijn met datgene wat in het rapport ‘Prognose zwembehoefte 2013 – 2025 stadsdeel Oost’ is vermeld. Dat is niet het geval. In dat rapport wordt immers de behoefte van de inwoners van het stadsdeel geraamd en wordt dus niet het verzorgingsgebied van het Flevoparkbad gedefinieerd.
xv
openluchtzwembad 2.500 of 3.000 m² zwemwater aanbiedt. Dat geldt op zonnige, warme dagen, maar zeker ook op natte, koude dagen. Het heeft echter wel tot gevolg, dat de bezetting bij een relatief natte en koude zomer – denk aan 2011 – extra hard afneemt.
Openstelling Het zwembad is van eind april tot en met de eerste weken van september dagelijks van 10.00 tot 17.30 uur geopend. Op dinsdag en vrijdag gaat het bad al om 7.00 uur open. Deze ochtendopenstelling is in eerste instantie als pilot opgezet, maar is uiteindelijk tot het einde van het seizoen 2013 gehandhaafd. Dit ondanks het feit dat het bezoek tijdens die ochtenduren beperkt is tot 20 à 25 zwemmers. Bij temperaturen van meer dan 25 graden op werkdagen blijft het bad tot 19.00 uur geopend. Daarnaast gaat het bad een week later dan gepland dicht, indien het weer in september daartoe aanleiding geeft. Er is echter geen sprake van een beperkte openstelling bij slecht weer. Dat betekent dat er ook op koude en regenachtige dagen met weinig bezoekers een bepaald aantal medewerkers aanwezig moet zijn en dat leidt tot hogere personeelslasten. Op basis van een openstelling van 19 weken en 58,5 uur per week is de minimale openstelling 1.111,5 uur in 2013. Dat is nog exclusief de langere openstelling bij hoge temperaturen. Ook zijn de verenigingsuren (10,5 per week) nog niet meegenomen. In 2012 was er voor zover bekend geen vroege ochtend openstelling en een beperkter verenigingsgebruik. Dat betekent een openstelling van circa 1.000 uur per seizoen voor dat jaar en eerdere jaren. Dat leidt tot een gemiddeld bezoek van 40 à 50 per uur in de afgelopen jaren (met uitzondering van 2011). Daarmee is de openstelling passend in relatie tot het bezoek.
Tarievenstructuur In bijlage 1 is al op de hoogte van de tarieven in relatie tot de baden in de omgeving ingegaan. Daarbij bleek dat het Flevoparkbad over het algemeen wat lage prijzen hanteert. Overigens worden de tarieven in het stedelijk bestuursakkoord Sport vastgesteld. Het zwembad kan dus niet uit eigen beweging een tariefsverhoging doorvoeren. Hier gaat het over de tarievenstructuur. Daarbij valt als eerste op, dat er vele tarieven en kortingsmogelijkheden zijn. Zo worden er zowel meerbadenkaarten als seizoenskaarten verkocht. In de meeste zwembaden wordt daarom een keuze tussen beide kortingssystemen gemaakt, waarbij buitenbaden vaak voor een seizoenskaart kiezen. Met de meerbadenkaarten kunnen 12 bezoeken aan het zwembad worden gebracht. Daarbij geldt een korting van 17% per bezoek. Dat is aan de hoge kant. Daar komt bij dat de meerbadenkaarten vijf jaar geldig zijn. Dat is veel te lang. Meerbadenkaarten bestaan om bezoekers te stimuleren om het bad vaker te bezoeken en ze daarvoor te belonen. Bij een geldigheid van vijf jaar verdwijnt echter elke prikkel om het bad vaker te bezoeken en wordt ook niet-frequent bezoek met een korting ‘beloond’. Dat laatste wordt nog versterkt door het feit, dat de kaarten niet persoonsgebonden en dus door meerdere personen kunnen worden gebruikt.
xvi
Seizoenskaarthouders moeten het zwembad 25 keer bezoeken om de seizoenkaart terug te verdienen. Dat is een passend aantal. Overigens waren er in 2012 grote verschillen tussen het gemiddelde aantal bezoeken per seizoenkaarthouder. Volwassenen bezochten het bad gemiddeld 48 keer met hun seizoenkaart, terwijl de jeugd (25 keer) en vooral senioren (10 keer) dat een stuk minder deden. In de voorverkoop zijn seizoenskaarten 10% goedkoper. Dat is niet ongebruikelijk. Het bad is dan immers van een bepaalde opbrengst verzekerd, los van de weersgesteldheid in dat seizoen. Er zijn overigens voorbeelden van zwembaden, die de voorverkoop sterker stimuleren door de voorverkoopprijs te handhaven, maar het reguliere tarief van de seizoenskaarten fors in prijs te verhogen. Naast seizoenskaarten en meerbadenkaarten kan de stadspas in het bad worden gebruikt. Daarmee kan een los kaartje en/of een seizoenkaart tegen een gereduceerd tarief worden aangeschaft. Het gaat om kortingen van 16% tot 29% op het bijbehorende ‘volle’ tarief. Ook zijn er groepstarieven voor groepen van minimaal 10 personen. Tevens geldt gedurende de laatste anderhalf uur van de openstelling een lager tarief van € 1,50. Tot slot wordt er zoals gebruikelijk onderscheid naar leeftijd gemaakt. De allerkleinsten (tot 3 jaar) betalen geen toegang en kinderen tot 16 jaar betalen een lager tarief dan volwassenen. Datzelfde geldt voor volwassenen vanaf 65 jaar, die nog wat minder betalen dan kinderen. Overigens is het verschil tussen het tarief voor kinderen tot 16 jaar en dat van volwassenen tot 65 jaar gering. Samenvattend zijn de ‘volle’ tarieven van het Flevoparkbad aan de lage kant, is het aantal kortingsmogelijkheden groot en is de hoogte van de kortingen over het algemeen aan de hoge kant. Vanaf een bepaald moment zorgen meer en hogere kortingen niet meer voor extra bezoek, maar alleen voor lagere opbrengsten. In het geval van het Flevoparkbad is dit kantelpunt al gepasseerd.
Marktbewerking en public relations Uit diverse bronnen – waaronder de ideeënbus, het burgerinitiatief van de Vrienden van het Flevoparkbad en reacties tijdens de klankbordgroepbijeenkomsten – blijkt, dat bezoekers de communicatie en marketing van het bad als onvoldoende ervaren. Daarbij gaat het niet alleen om het aantal ‘uitingen’, maar ook om de kwaliteit daarvan. In het kader van dit onderzoek is hier geen diepgaande analyse van gemaakt. Wel is onderzocht wat er op het gebied van marktbewerking en public relations al dan niet gebeurt. De communicatieafdeling van het stadsdeel verzorgt de uitingen op het gebied van communicatie en marketing. Van de meer ‘traditionele’ middelen wordt volgens het stadsdeel veel gebruikgemaakt. Het betreft: •
advertenties en nieuwsberichten in de media (AT5, kranten);
•
verspreiding van folders en flyers;
•
de website van het stadsdeel, waarop vooral feitelijke informatie wordt vermeld;
•
Twitter;
•
Facebook;
•
Stadsdeelkrant;
•
digitale nieuwsbrief van het stadsdeel;
•
lichtkrant in de hal van het stadsdeelhuis;
•
persberichten naar lokale en regionale media;
xvii
•
free publicity door nieuwsitems op televisie en artikelen in kranten (door de mooie zomer is er in 2013 veel persaandacht voor buitenbaden in Amsterdam in het algemeen en voor het Flevoparkbad in het bijzonder geweest).
Tevens worden er gedurende het seizoen beperkt promotieactiviteiten gefaciliteerd, zoals de zwemvierdaagse en het midzomernachtzwemmen. Er zijn geen speciale themadagen, bijvoorbeeld op Moederdag, Vaderdag, Dierendag, enzovoort. Overigens moet worden opgemerkt dat de Vrienden van het Flevoparkbad in de afgelopen periode ook voor veel promotie hebben gezorgd. Public relations is echter geen eenrichtingsverkeer. Het is immers van belang om te weten waar klanten behoefte aan hebben, welke aspecten ze goed en minder goed beoordelen en op welke wijze ze het best kunnen worden benaderd. Om deze redenen voeren zwembaden regelmatig een klanttevredenheidsonderzoek uit. In het Flevoparkbad worden geen soortgelijke onderzoeken of enquêtes uitgevoerd. Wel horen de medewerkers van het zwembad in hun contacten met bezoekers welke zaken als positief of minder positief worden ervaren. Het is zaak om daar alert en proactief op te reageren. Er dient voorkomen te worden dat er te veel een beheer- in plaats van een exploiteermentaliteit heerst. Dat laat onverlet dat er geen sprake is van een gestructureerde meting van de beleving van de bezoekers. De gemeentelijke Sportmonitor van de Dienst Onderzoek en Statistiek is daar wel een voorbeeld van, maar daarin wordt alleen de mening over alle sportvoorzieningen in het stadsdeel tezamen gevraagd. Dat zegt dus weinig over het Flevoparkbad. Het gaat niet alleen om communicatie en public relations, maar ook om het proactief contact zoeken en onderhouden van relaties met organisaties in de omgeving van het zwembad. Momenteel is daar nauwelijks sprake van, met uitzondering van informele contacten met onder andere de politie. Ook bestaat er geen inhoudelijke samenwerking met bijvoorbeeld jongerenwerk, welzijnsorganisaties, buitenschoolse opvang, fysiotherapeuten en seniorenorganisaties. Hierbij kan worden gedacht aan het samen organiseren van activiteiten of het gezamenlijk ontwikkelen van een speciaal zwemaanbod voor kinderen met overgewicht. Dit soort organisaties weet wat er onder de verschillende doelgroepen leeft en kan ook de communicatie van het bad versterken. Weliswaar probeert het zwembad organisaties met ideeën zo goed mogelijk te faciliteren, maar de indruk bestaat dat er op dit gebied geen initiatieven vanuit het zwembad zèlf worden ondernomen. Van gestructureerde samenwerking is ook geen sprake. Door samen activiteiten en evenementen in het zwembad te organiseren komen meer potentiële bezoekers met het zwembad in aanraking. Dat geldt ook voor activiteiten die niet op zwemmen betrekking hebben, zoals het einde van de avondvierdaagse eerder dit seizoen. Van buiten de poort is niet zichtbaar wat het zwembad te bieden heeft, maar eenmaal binnen kan men enthousiast worden gemaakt om het bad (vaker) te bezoeken. Als reden voor het ontbreken van inhoudelijke samenwerking tussen het zwembad en maatschappelijke organisaties wordt genoemd, dat het team Sportstimulering van stadsdeel Oost contacten met die organisaties onderhoudt. Dat heeft echter nog niet tot het stelselmatig gezamenlijk aanbieden van activiteiten geleid. Samenvattend gebeurt er veel op het gebied van marktbewerking en public relations, maar daarbij gaat het vooral om ‘traditionele’ middelen die in één richting – van het zwembad naar de klant – communiceren. De minder traditionele middelen worden in beperktere mate ingezet en hebben vooral een niet-gestructureerd karakter. De huidige organisatie is vooral gericht op het ‘beheren’ in plaats van het proactief en vraaggestuurd exploiteren van het bad. Het zou goed zijn wanneer het zwembad zelf directe relaties met de partijen in de omgeving van het bad zou aangaan en onderhouden. Een meer ondernemende en proactieve bedrijfsvoering leidt tot hogere maatschappelijke waarde van het bad en op termijn ook tot een lager exploitatietekort.
xviii
Exploitatieresultaten Aan het einde van deze exploitatieanalyse is een overzicht van de baten en lasten van het Flevoparkbad in 2011 9
en 2012 weergegeven. De gegevens doen vermoeden, dat kosten en opbrengsten niet altijd even consistent worden geboekt. Tevens lijkt het systeem niet te zijn ingericht om snel consistente en bruikbare managementinformatie te kunnen leveren. Dat beperkt het inzicht in de bedrijfsvoering en daarmee ook de mogelijkheden voor het management om op de exploitatie te sturen en het effect van eventuele maatregelen te bepalen. Baten Entreegelden In de officiële overzichten van baten en lasten van de afdeling Accommodaties is geen uitsplitsing van de entreegelden naar type entreebewijs of leeftijdsgroep opgenomen. Op basis van de jaarlijkse ‘kassa-uitdraai’ kan daar wel een indicatie van worden gegeven. Daarbij zijn de in die uitdraai weergegeven omzetcijfers inclusief BTW, maar ook zonder BTW sluiten die gegevens niet perfect aan op de in het exploitatieoverzicht weergegeven totale omzet. Op basis van de huidige gegevens bedraagt de gemiddelde opbrengst per bezoeker € 2,23 (inclusief het bezoek en de omzet van scholen). Dat is niet slecht ten opzichte van andere buitenbaden, maar voor een grote openluchtvoorziening als het Flevoparkbad moet het mogelijk zijn om een hogere omzet per bezoeker te realiseren. Aanpassing van de hoogte van de tarieven en de tarievenstructuur kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Overige inkomsten Deze post bestaat uit verschillende subposten, waaronder omzet uit het bezoek van c.q. gebruik door scholen, verenigingen en overige huurders. Over drie subposten dienen nadere opmerkingen te worden gemaakt. Camping Camping Zeeburg is gelegen aan de Zuider IJdijk, aan de andere kant van het Amsterdam-Rijnkanaal. In 2012 heeft de camping als pilot een gedeelte van de grote ligweide van het zwembad gebruikt om gasten te accommoderen. Ook in 2013 huurt de camping gedurende zes weken per jaar ruimte op de ligweide. De huur bedraagt circa € 5.000,-. Gezien de extra (commerciële) mogelijkheden voor de camping is dat een laag bedrag, hoewel het volgens het stadsdeel op de vigerende huurtarieven is gebaseerd. Daarnaast moet ze minimaal 2.500 entreekaartjes afnemen, maar dat aantal is volgens het zwembad in 2013 ruim overschreden en kan dus worden verhoogd. Tevens betaalt de camping circa € 5.000,- gebruiksvergoeding voor het door het stadsdeel gerealiseerde hekwerk. Tot slot worden de kosten voor energiegebruik en dergelijke doorberekend. Het is niet duidelijk of de in het exploitatieoverzicht vermelde opbrengsten van de camping à € 5.000,- de huur of de gebruiksvergoeding voor het hekwerk betreffen. Wel is duidelijk dat niet alle opbrengsten van de camping in dat overzicht zijn geboekt. Volgens het stadsdeel heeft dat te maken met het feit, dat een aantal kosten later is doorgefactureerd en op 2013 is geboekt.
9
Doordat in 2010 twee organisaties en administraties zijn samengevoegd, is het voor dat jaar (en de voorgaande jaren) niet mogelijk om een betrouwbaar overzicht van de exploitatie te geven.
xix
Het gebruik van een deel van de grote ligweide als camping zorgt dus voor extra inkomsten. Weliswaar wordt de ligweide hierdoor kleiner, maar dat heeft niet tot ruimtelijke problemen of vraaguitval geleid. Wel vinden sommige bezoekers het jammer dat een mooi gedeelte van de ligweide niet meer beschikbaar is. Met uitzondering van enkele zeer warme dagen werden de verder van het bad gelegen delen van het terrein in de afgelopen jaren al steeds minder gebruikt. Voor de meeste bezoekersgroepen zijn de betreffende delen ook weinig interessant. De fanatieke banen zwemmers komen immers vooral voor het zwemmen in het zwembad en niet zo zeer voor een lang verblijf op de ligweide. Daarnaast verblijven de gezinnen met kinderen, die een belangrijk deel van het recreatieve bezoek vormen, vooral rond het ondiepe bad en de speelfaciliteiten. De aanwezigheid van de camping biedt derhalve diverse voordelen en die zijn niet alleen van financiële aard. Door de aanwezigheid van twee nachtwakers op het campingterrein is de kans op ongewenste nachtelijke gasten in het zwembad namelijk een stuk kleiner geworden. Daarnaast is de sociale controle toegenomen. Pacht horeca De horeca wordt, samen met de horeca van de tegenover het zwembad gelegen sporthal Zeeburg, door een private partij verzorgd. Voor het zwembad betaalt deze partij sinds 2012 geen pachtsom meer. Volgens het stadsdeel is daar na meerdere faillissementen van vorige pachters bewust voor gekozen. In andere buitenbaden wordt vaak wel een beperkte pachtsom in rekening gebracht, ook al is de horeca ook in die baden op minder drukke momenten geopend. Overigens is de horecavoorziening in het Flevoparkbad beperkt qua omvang, uitstraling en aanbod. Gebruik ago dienstverblijf Dit betreft het gebruik van de personeelsruimte door de ‘prikploeg’ van Cordaan, die helpt bij het schoonmaken van het bad. Uit de cijfers blijkt dat er van jaar tot jaar een verschillende huursom wordt ontvangen. Dit komt doordat de huursom soms niet in het jaar wordt gefactureerd, waarop het betrekking heeft. De jaarlijkse huursom bedraagt circa € 3.200,-. Lasten Personeel en doorbelastingen Vast personeel Het zwembadpersoneel bestaat uit drie ‘categorieën’. Ten eerste zijn er vaste medewerkers van de afdeling Accommodaties. Zij worden echter niet alleen in het zwembad ingezet, maar ook in de andere accommodaties in het stadsdeel, waaronder de tegenover het zwembad gelegen sporthal Zeeburg. Dit past ook goed bij de aard van de accommodaties: een sporthalseizoen kent immers de rustigste periode op het moment dat het buitenbadseizoen op zijn hoogtepunt is. Gedurende het zwemseizoen gebeurt de inzet ook op flexibele wijze. Op zeer drukke dagen worden vrijwel alle medewerkers in het zwembad ingezet, terwijl ze op rustige dagen meer uren in de overige accommodaties maken. Vanwege deze flexibele en wisselende inzet wordt niet bijgehouden hoeveel uren een medewerker in een bepaalde accommodatie werkt. Wel is het mogelijk om een indicatie te geven. Voor het Flevoparkbad gaat het naar schatting om circa 2.600 (netto) uren gedurende het zwemseizoen. De in het zwembad gewerkte (onderhouds)uren gedurende de andere maanden zijn niet in dit cijfer opgenomen. Mede vanwege de flexibele inzet van vaste medewerkers in het zwembad en het niet exact registreren van de gewerkte uren kunnen de bijbehorende personeelslasten ook niet precies worden bepaald. Om die reden worden de totale personele lasten van de afdeling Accommodaties volgens een bepaalde verdeelsleutel over de diverse voorzieningen verdeeld. Voor het Flevoparkbad wordt daarbij van een formatie van 1,43 fte
xx
uitgegaan. In het exploitatieoverzicht is dit de subpost ‘personeelslasten’. Overigens wordt in verschillende stukken – onder andere antwoorden op raadsvragen – ook een cijfer van 1,7 fte vermeld. Vooralsnog is niet duidelijk waar dit verschil vandaan komt. De eerder vermelde 2.600 netto uren passen in elk geval eerder bij 1,7 fte dan bij 1,43 fte. Bij het toerekenen op basis van de verdeelsleutel is een complicerende factor, dat een deel van de totale formatie van de afdeling Accommodaties in de praktijk niet wordt ingevuld. Dat ‘gat’ wordt gebruik om zelfstandigen in te huren en zo flexibeler op veranderende weersomstandigheden en dus benodigde personele inzet te kunnen inspelen (zie verderop). De wijze waarop het personeel wordt ingezet is logisch, maar maakt het wel bijzonder lastig om de werkelijke inzet en de bijbehorende lasten te bepalen. De lasten in 2011 (ruim € 66.000,-) passen bij een formatie van ongeveer 1,7 fte. De lasten in 2012 (ruim € 116.000,-) passen echter bij een formatie van circa 3,0 fte. Overige inhuur De tweede ‘categorie’ medewerkers betreft zelfstandigen en uitzendkrachten. Zij worden ingehuurd op momenten dat er meer personele inzet nodig is, dan er via de vaste medewerkers kan worden geleverd. Dat is bijvoorbeeld het geval op dagen met veel bezoek. Op basis van de werkelijke kosten (subpost ‘overige inhuur’) gaat het in 2011 naar schatting om 1,0 à 1,5 fte en in 2012 om 2,0 à 2,5 fte. Feitelijke cijfers zijn (nog) niet bekend. De derde ‘categorie’ medewerkers betreft additionele krachten, zoals medewerkers die via de Dienst Werk en Inkomen en Justitie binnenkomen. Zij werken overigens niet in plaats van bestaand personeel, maar als aanvulling op de benodigde inzet. Aan de inzet van deze medewerkers zijn geen extra personele kosten verbonden. Doorbelastingen Naast personele kosten worden er ook bepaalde algemene kosten aan het zwembad toegerekend. Het betreft hier overheadkosten: algemene kosten van het stadsdeel, die op basis van een verdeelsleutel aan de diverse accommodaties worden toegekend. Het gaat onder andere om kosten voor de financiële administratie, communicatie, personeelszaken, juridische zaken, facilitaire zaken en informatievoorziening. Voor gemeenten is het gebruikelijk om dit soort kosten op deze wijze aan accommodaties toe te rekenen. Het betekent echter wel, dat de hoogte van deze lasten meestal geen directe relatie met de werkelijk geleverde diensten heeft. Voor een goede beoordeling van de exploitatie van het zwembad en de vergelijking daarvan met de exploitatie van andere buitenbaden dienen deze kosten daarom buiten beschouwing te worden gelaten. Samenvattend Het totale aantal in het zwembad gewerkte uren wisselt sterk van jaar tot jaar. In het koude en natte 2011 was de inzet flink lager dan in 2012. De flexibele wijze waarop personeel wordt ingezet en de onnauwkeurige of niet-transparante registratie maken het bijzonder lastig om de totale personele inzet en de bijbehorende lasten vast te stellen. In algemene zin kan op basis van kengetallen en referentiecijfers worden gesteld, dat er bij een bezoek van ruim 46.000 (2012) in het Flevoparkbad een totale formatie van circa 4,0 fte past. Energie Uit een in 2009 door het toenmalige stadsdeel Zeeburg uitgevoerde energiestudie blijkt, dat het zwembad zeer energie onzuinig is (energielabel G). Dit heeft te maken met de leeftijd, maar ook met de specifieke kenmerken van het bad. Zo drijven de bassins bijvoorbeeld op koud en snel stromend grondwater. Dat leidt tot aanzienlijke energielasten. Het feit dat het water ook bij lage buitentemperaturen in het voorjaar wordt verwarmd, zorgt
xxi
nog voor extra hoge kosten. Daarentegen is ook het verlagen van de watertemperatuur in de afgelopen jaren goed in de kosten van het gasverbruik zichtbaar. Overigens is het verwarmen van het water wel nodig. Het stoppen daarmee zal namelijk onherroepelijk tot vraaguitval (minder bezoekers) leiden. Uit de energiestudie blijkt eveneens, dat het afdekken van het bad door middel van een isolerende ‘deken’ niet kan worden terugverdiend. Daarbij speelt de extra benodigde personele inzet ook een rol. Daarnaast is het veiligheidsaspect van belang: de afdekdeken kan tot gevaarlijke situaties leiden, bijvoorbeeld wanneer er in de nachtelijke uren door ongenode gasten over het doek wordt gelopen, of eronder wordt gezwommen. Ook de inzet van zonne-energie ten behoeve van het verwarmen van het water kan niet worden terugverdiend. Dit komt mede door het feit, dat voor het terugverdienen ‘slechts’ circa 20 exploitatieweken per jaar beschikbaar zijn. Bovendien is de voor de zonnecollectoren benodigde ruimte in onvoldoende mate beschikbaar. Tot slot is het idee van een vloeibare isolerende afdeklaag recent opnieuw onderzocht, maar dit blijkt in het Flevoparkbad niet toepasbaar te zijn. Onderhoud Deze post bestaat uit de werkelijke onderhoudsuitgaven van de afdeling Accommodaties (ook dagelijks onderhoud) plus de uitgaven aan onderhoud die vanuit de voorziening groot onderhoud zijn betaald. Bij de eigenaarslasten (zie verderop) van de afdeling Vastgoed en Grondzaken zijn ook onderhoudslasten opgenomen, maar die zijn beperkt. Daarnaast zijn in de posten ‘materiële kosten’ en ‘overige uitbestedingen’ (zie verderop) onderhoudsgerelateerde kosten opgenomen. Op basis van de beschikbare gegevens kan geen duidelijk onderscheid tussen dagelijks en groot onderhoud worden gemaakt. In 2012 zijn de onderhoudslasten laag ten opzichte van het voorgaande jaar. In afwachting van de uitkomst van de discussie over de toekomst van het zwembad zijn in dat jaar namelijk niet alle geplande groot onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd. De meerjarenonderhoudsplanning geeft een beter beeld van de gemiddelde te verwachten onderhoudskosten voor het Flevoparkbad. Voor de periode 2013 – 2022 gaat het om een gemiddeld bedrag van € 281.363,- per jaar voor onderhoud aan terrein, gebouwen en installaties van het zwembad. Schoonmaak Tot 2011 werd het bad nog door een extern schoonmaakbedrijf schoongemaakt. Sindsdien wordt het door het eigen personeel gedaan en dat verklaart ook de zeer lage kosten. In 2012 betreft het hooguit de kosten van de schoonmaakmiddelen. Overigens zijn de bijbehorende personele kosten ook gering, omdat de werkzaamheden vooral door de eerder vermelde ‘additionele krachten’ en de ‘prikploeg’ van Cordaan worden uitgevoerd. Belastingen en verzekeringen Deze kosten zijn in 2012 van de afdeling Accommodaties naar de afdeling Vastgoed en Grondzaken overgedragen. Dit verklaart de verschuiving van deze lasten in het exploitatieoverzicht. Overige materiële kosten en overige uitbestedingen Dit zijn verzamelposten voor veel kleinere lasten. In 2012 zorgt een correctie van ruim € 30.000,- voor een toename van de overige materiële kosten ten opzichte van 2011. Overig Deze post betreft kosten voor onder andere dienstkleding, beveiliging, afvalverwerking, telecommunicatie en de huur van containers en geeft geen aanleiding tot verdere opmerkingen.
xxii
Doorbelaste rente en afschrijvingen Dit betreft de kapitaallasten van de totale accommodatie. Per eind 2012 bedraagt de boekwaarde van het zwembad ruim € 750.000,-.
10
Eigenaarslasten Dit betreft de kosten van de afdeling Vastgoed en Grondzaken ten behoeve van het zwembad. Deze lasten zijn bewust apart weergegeven, zodat goed onderscheid tussen de lasten van de ‘eigenaar’ en de ‘exploitant’ kan worden gemaakt. Op onderhoud, belastingen en verzekeringen is al eerder in deze bijlage ingegaan. De enige andere grotere post is ‘huuropbrengsten gebouwen’. Vooralsnog is niet duidelijk wat deze post behelst. Resultaat Het exploitatietekort is in 2011 veel hoger dan in 2012. Voor een buitenbad zijn sterk wisselende resultaten niet ongebruikelijk. De weersgesteldheid speelt bij dit soort accommodaties immers een veel grotere rol dan bij binnenbaden. Naast een duidelijk verschil in de totale omzet – waar uiteraard ook veel hogere personeelslasten tegenover staan – zorgen vooral de lagere onderhoudslasten in 2012 voor het verschil tussen beide jaren. Voor een beoordeling van de efficiëntie van de exploitatie wordt veelal de verhouding tussen baten en lasten (exclusief doorbelastingen/overhead, kapitaallasten, eigenaarslasten en groot onderhoud) gebruikt. Wanneer de baten bijvoorbeeld een relatief klein deel van de lasten vormen en het exploitatietekort dus relatief groot is, betekent dit dat er van een efficiënte exploitatie geen sprake is. Bij het Flevoparkbad kan op basis van de gegevens overigens geen duidelijk onderscheid tussen groot en dagelijks onderhoud worden gemaakt. Ook wanneer alle onderhoudslasten buiten beschouwing worden gelaten, is de verhouding tussen baten en lasten met 31,5% (2012) echter laag. (In 2011 was het met 20,8% zelfs zeer laag, maar dat kwam ook door de koude en natte zomer.) Voor buitenbaden is een dekkingspercentage van 40% à 50% namelijk gebruikelijk. Dit betekent dat geen sprake is van een financieel efficiënte exploitatie van het Flevoparkbad.
10
Dit bedrag bestaat uit circa € 3.500,- voor de dienstwoning, € 300.000,- voor het filtergebouw, € 110.000,voor het toiletgebouw, € 118.000,- voor de bassins en € 223.000,- voor de installaties.
xxiii
FLEVOPARKBAD 2011 baten entreegelden overige inkomsten - scholen - verenigingen en overige huurders - camping - pacht horeca - gebruik ago dienstverblijf totaal lasten personeel en doorbelastingen - personeelslasten - overige inhuur - doorbelastingen energie - gas - overige brandstoffen - elektriciteit - water onderhoud - Accommodaties - onttrekking voorziening groot onderhoud schoonmaak belastingen en verzekeringen overige materiële kosten overige uitbestedingen overig doorbelaste rente afschrijvingen eigenaarslasten - onderhoud - belastingen en heffingen - verzekeringen - overige uitbestedingen - doorbelaste rente - afschrijvingen - huuropbrengsten gebouwen - overige inkomsten totaal exploitatieresultaat exploitatieresultaat excl. kapitaallasten en overhead
2012
47.256 11.475 1.716 215 0 3.149 6.396 58.731
101.950 11.366 1.877 1.290 5.000 0 3.198 113.316
184.037 66.727 46.784 70.526 83.812 35.081 8.536 20.868 19.327 301.848 196.092 105.756 638 29.946 24.163 19.899 11.043 39.051 83.895 25.281 28.508 0 117 0 165 204 -3.663 -50 803.613
275.367 116.231 80.474 78.662 91.254 27.998 8.813 25.607 28.836 128.566 92.447 36.119 0 -4.058 40.650 25.229 9.923 37.573 83.895 12.382 2.524 10.315 7.965 237 166 204 -8.909 -120 700.781
-744.882 -551.410
-587.465 -387.335
(Zie voor een toelichting op de verschillende baten en lasten de analyse op de voorgaande pagina’s.)
xxiv
Bijlage 3 Voorbeeld uitgangspunten en randvoorwaarden Risicodragende of taakstellende exploitatie •
Bij een nieuw te starten exploitatie heeft een exploitant belang bij een langjarig contract. Een contract voor vijf jaar is voor meerdere exploitanten dan onacceptabel. Hierdoor zal de respons op de aanbesteding naar verwachting (te) beperkt zijn;
•
de gemeente wenst over te gaan tot een vorm van uitbestede exploitatie, waarbij een particuliere exploitant tegen een van tevoren overeengekomen bijdrage in het exploitatietekort voor een contractperiode van 10 jaar de accommodatie beheert en exploiteert;
•
de
particuliere
exploitant
exploiteert
de
accommodatie
op
basis
van
een
huur-
en
exploitatieovereenkomst en een overeenkomst tot het toekennen van een exploitatiebijdrage. Voor beëindiging van deze overeenkomsten wordt een opzegtermijn gehanteerd van tenminste twaalf maanden. Eigendom en verhuur •
De accommodatie wordt door de eigenaar (gemeente) in zijn geheel aan de geselecteerde exploitant verhuurd. Via deze huurovereenkomst wordt geregeld en vastgelegd in hoeverre functies en ruimten in de accommodatie kunnen worden onderverhuurd of in gebruik gegeven aan derden;
•
de gemeente schaft eenmalig de benodigde inventaris aan op basis van de inventarislijst, met uitzondering van specifieke inventaris zoals voor de horeca;
•
de exploitant draagt zorg voor onderhoud en vervanging van de losse inventaris. Na de contractperiode wordt de losse inventaris na verrekening aan de eigenaar overgedragen;
•
uitgangspunt voor verrekening is de resterende boekwaarde volgens een vooraf overeengekomen afschrijvingsmethodiek;
•
eigenaar en exploitant dragen de kosten voortkomend uit de eigenaars-, respectievelijk huurdersverplichtingen. Eigenaar draagt de kosten voor de OZB eigenaar en de premie opstalverzekering;
•
voor zover investeringen door de exploitant hebben plaatsgevonden met uitdrukkelijke instemming van de eigenaar, verrekenen partijen deze bij afloop van de contractperiode. Uitgangspunt voor verrekening
is
de
resterende
boekwaarde
volgens
een
vooraf
overeengekomen
afschrijvingsmethodiek. Gebruik algemeen •
De zwemfunctie van de accommodatie vormt een basisvoorziening voor de inwoners van Amsterdam, die hen gelegenheid biedt tot actieve en passieve sportbeoefening, bewegingsonderwijs en recreatiemogelijkheden in de meest brede zin des woords;
•
de
accommodatie
is
bestemd
en
toegankelijk
voor
lesklanten,
sporters,
leerlingen
bewegingsonderwijs, recreatieve bezoekers en deelnemers aan activiteiten De zwemfunctie moet voor de gemeenschap voor lange tijd in stand worden gehouden; •
de accommodatie dient op een evenwichtige wijze beschikbaar en opengesteld te zijn voor particulieren en verenigingen/groepen uit de gemeente Amsterdam. De exploitant is verplicht de accommodatie te exploiteren en ingericht te houden als publieke voorziening;
•
voor al het overige krijgt de exploitant de vrijheid om de openstelling en verhuur van de accommodatie(-onderdelen) te bepalen.
xxv
Commerciële activiteiten •
De exploitant heeft de vrijheid om commerciële activiteiten in de accommodatie te organiseren. De publieke functie van de eerdergenoemde gebruiksfunctie dient echter in tact te blijven;
•
de eigenaar legt geen beperkingen op met betrekking tot de aard en omvang van de commerciële activiteiten, mits deze niet strijdig zijn met de overige voorwaarden, het vigerende bestemmingsplan, de alsdan van toepassing zijnde Algemene Plaatselijke Verordening en overige wet- en regelgeving. De georganiseerde activiteiten mogen geen hinder voor de omgeving en de omwonenden van de accommodatie opleveren.
Tarieven •
De exploitant is vrij om de tarieven voor de accommodatie naar eigen inzicht vast te stellen, voor zover de gemeente hiervoor geen richtlijnen verstrekt. Dat laatste betreft de tarieven voor het onderwijs- en verenigingsgebruik van het zwembad;
•
alle (huur)opbrengsten en gebruiksvergoedingen die verband houden met de exploitatie van de accommodatie komen ten gunste van de exploitant.
Personeel •
De exploitant neemt het huidige vaste personeel over, waarbij gelijke dan wel vergelijkbare primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden gelden. Deze worden in een sociaal statuut vastgelegd;
•
de exploitant is altijd verantwoordelijk voor voldoende en in overeenstemming met de activiteit gekwalificeerd toezichthoudend en/of instructiegevend personeel, in verband met de hygiëne en veiligheid van toezicht in de accommodatie.
Onderhoud en instandhouding •
De gemeente is eigenaar van het zwembad en draagt zorg voor de instandhouding van het gebouw en de terreinen (eigenaarsonderhoud);
•
de exploitant voert het huurdersonderhoud uit. De exploitant is verplicht om de accommodatie op het kwaliteitsniveau ten tijde van de aanvaarding van de accommodatie te onderhouden en in stand te houden;
•
voor de ingebruikname van de accommodatie is een meerjarenonderhoudsplanning beschikbaar. Dat plan geeft een prognose voor het toekomstige onderhoud gedurende de eerstkomende tien contractjaren
en
is
bindend
voor
de
gedurende
de
contractperiode
uit
te
voeren
onderhoudswerkzaamheden. Dit onderhoudsplan wordt in goed overleg tussen huurder en eigenaar jaarlijks geactualiseerd; •
de scheiding van onderhoudsverplichtingen wordt middels een overzicht vastgelegd;
•
partijen stellen jaarlijks na de actualisatie van het MOP gezamenlijk de werkelijk door de exploitant uit te voeren onderhoudswerkzaamheden op in de vorm van prestatie-eisen (E+H-verdeling). Ook kan in onderling overleg worden afgesproken dat bepaalde eigenaarstaken door de exploitant worden uitgevoerd;
•
de eigenaar bewaakt c.q. controleert de uitvoering van het onderhoud door periodiek overleg met de exploitant en zo nodig een (jaarlijkse) schouw.
Verslaglegging en informatieverstrekking •
De informatie-uitwisseling tussen eigenaar en exploitant wordt geregeld conform het overzicht in de volgende tabel.
xxvi
wat bezoek/gebruikscijfers per half jaar publicitair jaarverslag overzicht tarieven overzicht openingstijden samenvatting verslagen klantenpanels cijfers energieverbruik per half jaar prestatieafspraken MOP opname onderhoud verslagen werkoverleg inzake onderhoud
bijzonderheden verdeeld op hoofdgroepen verspreiding naar College en raadsleden per seizoen per seizoen per seizoen voor het daaropvolgende jaar opname gezamenlijk met gemeente verslag binnen vier weken
Overzicht informatie-uitwisseling tussen eigenaar en exploitant
Overige voorwaarden •
De exploitant zorgt voor het afsluiten van voldoende verzekeringen ter afdekking van de in haar risicosfeer liggende aansprakelijkheden;
•
de exploitant verplicht zich te voldoen aan alle wettelijke voorschriften en regelgevingen, waaronder Drank- en Horecawet, APV, Arbo-wet en geldende CAO, Brandpreventieverordening, Wet Milieubeheer, Bouwbesluit, Warenwet en WHVBZ. De exploitant is verantwoordelijk voor hygiëne, veiligheid en toezicht, inclusief de criteria voor het verkrijgen en behouden van het 'Keurmerk Veilig en Schoon' voor het zwembad;
•
in de huur- en exploitatieovereenkomst worden ontbindende voorwaarden opgenomen (plus boeteclausule) ingeval van wanprestatie door de exploitant;
•
de exploitant vrijwaart de eigenaar voor alle aansprakelijkheden, in welke vorm en onder welke benaming ook gedaan, die de exploitant zelf of derden zouden kunnen doen gelden als gevolg van het hebben, het gebruiken of het doen gebruiken van de accommodatie.
xxvii