1
Bijbels-historische romans terecht populair? Ds. Tj. de Jong: ‘Reformatorische religie wordt gemist’ Eigenlijk is de term ‘bijbelse romans’ een onmogelijkheid, want Bijbel en roman gaan niet samen. Wanneer we deze term toch gebruiken, dan denken we aan romans die een bijbels gegeven of thema gebruiken en daaromheen vanuit de fantasie een verhaal weven. Deze fantasie kan gebruik maken van gegevens die ontleend zijn aan de bijbelse tijden, plaatsen, gebouwen, historische personen, geschiedkundige feiten, en die een nauwkeurig beeld geven van die tijd. Dat is dus vanuit wetenschappelijk oogpunt gezien wellicht leerzaam, omdat de auteur betrouwbare en feitelijke gegevens verwerkt, als hij zich tenminste goed verdiept heeft in de cultuur van die dagen. Het kan ook anders. Op oppervlakkige wijze kunnen schijnbaar voorwerpen en omstandigheden enzovoort gebruikt worden. Men wordt dan op een verkeerd been gezet, ook wat betreft de uiterlijke situaties waarin de bijbelse geschiedenissen plaatsvinden.
Geschiedenis Ik gebruik opzettelijk het woord geschiedenissen. Zo zien we tegen de bijbelse verhalen aan: ze zijn geschied. Ze zijn geen fantasie, en het kader waarin de personen optreden is historisch. In vele romans is dat niet het geval. Het thema of de persoon wordt letterlijk ontleend aan de Bijbel, uit de context en het kader van de bijbelse boodschap gehaald, en een nieuwe roman ontstaat. In feite heeft dat niets met de Bijbel te maken. Laten we dat duidelijk onderstrepen. Vaak is er sprake van heel veel fictie, die overheersend aanwezig is. In hoeverre is dat juist? Ik denk ook aan een kinderboek over Onésimus en Filémon, de weggelopen slaaf van Filémon. Het gaat niet over sensatie enzovoort, maar kan middellijk een geschiedenis dicht bij het kind brengen, en zo kan hetgeen verzonnen is wellicht staan in het kader van verkondiging. In hoeverre gaan onderwijsgevenden en zondagsschoolvertelsters in hun fantasie ook in deze weg en maakt men van de boodschap een verhaal, hetwelk soms toch de eigenlijke boodschap vervormt? Kinderbijbels Dat geldt ook voor zogenaamde kinderbijbels. Ze geven soms een aantrekkelijk en aansprekend verhaal, maar de vraag is of de boodschap van het Woord, welke boodschap rechtstreeks met feiten te maken heeft en met dat wat het Woord zegt, ook doorkomt. Ik las een boek over Saul. Het was spannend en boeiend; je denkt al lezend van een aantal zaken: ‘zo zou het gekund hebben’, maar wordt de boodschap doorgegeven? Dan moet ik negatief antwoorden. Een boek van literair niveau ging over Kaïn. Het is, meen ik, van Rogier van Aerde. Ook dat las ik, en ik denk er nog veel aan, omdat het zo duidelijk tekent de diepte van de val van de mens, de doorwerking der zonde, de hoogmoed van de mens in Adam. Was dat de bedoeling van de auteur? De stof is vanuit de fantasie. Kan en mag dit middel zijn om een deel of facet van de boodschap door te geven? Ook daar neig ik naar een negatief antwoord, ondanks een stuk zelfherkenning! Zo zijn er meerdere boeken. Ik heb een boek over de Sunamitische staan; het is nog ongelezen. De schrijver is Seerp Anema, die veel schreef over bijbelse personen. Kan en mag dat? Van groot belang vind ik in ieder geval de bedoeling. Dat is het eerste. We wijzen puur
2
wereldse, sensationele films (bijvoorbeeld over Simson, of Bathséba) vanzelfsprekend al rechtstreeks en totaal van de hand. Dat geldt ook de overdadige illustraties in sommige zogenaamde kinderbijbels. We laten dat nu even achterwege, alhoewel in overdrachtelijke zin romans ook zaken voor ogen kunnen schilderen, zodat het geschreven woord door de wijze waarop de compositie enzovoort is, iets visueel voor de gedachte-ogen komt te stellen. Romeinen 10 spreekt van Gods weg via het Woord en de oorpoort (zie Heid. Cat., antw. 98). Dat is essentieel! Wezenlijk anders Het tweede daaraan onlosmakelijk verbonden is of het niet in tegenspraak is met de boodschap van de Schrift en de gereformeerde religie vanuit de confessies, die ons gelaten zijn. Voorts: doet de roman en fantasie niet af van de boodschap, zodat het verhaal de boodschap en de tekst der Schrift gaat overheersen? Wordt het boeiende en spannende zó overheersend, dat verder alles wegvalt? Dan heb ik het niet over de ware geestelijke en innerlijke geloofsbeleving van de schrijver en de lezer; dat is nog weer een andere zaak. Dan heb ik het ook nog niet over methode van schrijven, woordkeus, taalgebruik, enzovoort; dat is niet het belangrijkste. Het zal de lezer inmiddels duidelijk zijn dat ik niet direct zo enthousiast ben over dit alles. Zaken worden naar beneden gehaald, heel menselijk gemaakt, de kracht van de boodschap gaat verloren, en de Bijbel wordt inspiratiebron voor menselijke bezigheid, terwijl de Schrift wezenlijk wat anders beoogt! Ook is van belang welke onderwerpen gekozen worden. Francine Rivers Ik noem een naam. Francine Rivers heeft een vlotte pen en heeft al heel wat geschreven wat ook in het Nederlands vertaald is. Ze schrijft romans. We lazen niets van haar, behalve twee van haar bijbelse romans. Ze schrijft boeiend en wellicht is dat des te verleidelijker. Ten aanzien van een aantal facetten denk je ook dat zaken zo geweest hebben kunnen zijn. Ik las enkele van haar zogenaamde bijbelse romans. Het gaat me dus over haar bijbelse romans en novelles. Deze boeken moeten leesbaar zijn, verkopen, en dan moet je mensen levendig neerzetten, een boeiend en spannend verhaal maken, enzovoort; je moet romantiseren en vele, vele elementen inbrengen die het Woord weglaat omdat ze niet van wezenlijk belang zijn voor de boodschap. Het blijkt dat dit soort boeken zelfs in de top-tien van fictie van het RD terechtkomt. Er is dus een immense belangstelling. De boeken moeten spannend zijn en als een geschreven film overkomen. Daarbij moet ik zeggen wat betreft de boeken over Thamar en Rachab, dat op het vlak der seksualiteit geen rare dingen, woorden of passages voorkomen. Teleurstelling Deze elementen van spanning enzovoort worden belangrijk in deze romans en novellen. Ik bedoel het in goede zin, maar mijns inziens betekent dit dat de lezing van Gods Woord teleurstelt vergeleken bij deze boeken. Dat geldt voor hen die niet echt belangstellend zijn voor en gegrepen door de boodschap van het Woord. Ik geloof er niet in dat men naar Gods Woord gaat grijpen en beter begrijpt wat het Woord zegt. Dat betekent dat dit soort boeken Gods Woord eerder verduistert dan verheldert; dat de inhoudelijke leer en boodschap van deze boeken strijdig is met wat Gods Woord leert, dat oppervlakkigheid en algemene verzoening naar voren komen, en een algemene religiositeit gevoed wordt op deze wijze.
3
Eigenlijk is het verdrietig dat je wat oppervlakkig positief lijkt te zijn, zonder meer als negatief terzijde moet schuiven. Thom Lemmons Ik wil nog een concreet voorbeeld noemen. Het is vanzelf niet mogelijk om alles te lezen. Zo schreef Thom Lemmons over Jeremia, de man die huilde, en over Daniël, de man die de morgen zag. Paul Maier schreef een boek over Pontius Pilatus. Er is nogal wat verschil in benadering. We lazen zelf een aantal boeken van Lemmons. Ik denk aan zijn boek Lydia. Dat is een roman voor honderd procent. Er worden wat bijbelse namen en gegevens aangehaald; ook de gesprekken enzovoort zijn verzonnen. Het is geen bijbels-historische roman, zoals hij wordt aangekondigd. Ik vind dat wanneer men romans schrijft, men daar geen bijbelse figuren voor moet nemen. Voor de verkoop onder christenen is het wel goed om dat te doen, maar het bevordert de ware kennis der Schrift en der geloofsleer geenszins. Ik wijs dit genre dan ook helemaal af, temeer omdat ons verder van Lydia niets bekend is. Over Jeremia is meer bekend, en vanuit de boeken die zijn naam dragen weten we meer; dan kan er ook over gefantaseerd worden en citaten enzovoort gezet worden in het fantasiekader van de auteur, die gebruik maakt van historische gegevens, archeologische vondsten, enzovoort. Afgezien van het feit dat roman en Bijbel zich zo niet verdragen, zoals ik al schreef, kan ik ook naar de inhoudelijke zijde deze boeken geenszins aanbevelen; met inhoudelijk bedoel ik dan de religieuze gang en strekking. Voor zover ik naging in de gelezen boeken was er geen taalgebruik dat ik moet afwijzen of passages die onkies zijn. Maar wel heb ik grote problemen met betrekking tot de bijbelse en gereformeerde oude geloofsleer. Stortenbeker Enige jaren geleden maakte het boek van T. Stortenbeker David zal je vader maar zijn, nogal wat opgang. Ik vind het een verschrikkelijk boek, alleen de titel al. Ik vind ook dat hier de eerbied verre te zoeken is en de ware bijbelse boodschap afbreuk gedaan wordt. Hier worden bijbelse gegevens in een puur menselijk kader geplaatst, en ik mis de ware geestelijke beving van Gods uitverkorenen. Naar aanleiding van dit artikel nam ik het weer eens ter hand en ik blijf het afwijzen. Ook een boek als Weerzien met heiligen, waarin een 20-tal bijbelse figuren aan het woord gelaten wordt, heeft vanzelf iets van fantasie. Toch komt hier duidelijker naar voren dat het gaat om het bijbels gedachtegoed van de auteur, dat het gaat om een boodschap door te geven, en dat deze in de ik-vorm van een aantal personen verwoord wordt. Ik prijs dit niet aan, maar signaleer het onderscheid. Het gaat bij hem ook niet om een roman of novelle. Jabez Wanneer ik dan vervolgens de novelle Jabez noem, die een historische roman genoemd wordt, dan kan ik niet zeggen dat ze enige meerwaarde biedt in de uitleg. Deze novelle is puur verzinsel en fantasie. Een verhaal uit een primitieve, ruwe en brute samenleving. Jabez wordt geplaatst in de tijd van Eglon en Ehud. Daarbij komt dat over de Heere gesproken wordt op een wijze die ik bijbels niet kan en wil plaatsen. Vaak wordt de Naam van God met kleine letter geschreven, hetwelk Francine Rivers ook wel doet, maar dan bij hen die niet in God geloven. Ik kan daartoe verwijzen naar de bladzijden 17v, 41v, 54vv, 93, 192. Ook deze wijze van spreken van God is niet de bijbelse gang. Ik heb ook bezwaren tegen de wijze waarop de worsteling in Pniël beschreven wordt (39vv). Naar de inhoudelijke zijde wijs ik dit extreem
4
populaire boek in Amerika, maar ook in Nederlandse vertaling geheel en al af. Dit geeft een voorstelling van zaken die dan wel bijbelgetrouw genoemd kan worden, maar waar geheel andere uitlegkundige en leerstellige principes aan ten grondslag liggen dan onze gereformeerde religie zegt. Boekenweek Dat deze schrijver een grote populariteit heeft, blijkt wel uit het feit dat ook het alternatieve boekenweekgeschenk van dit jaar door hem geschreven is. Meestal krijgen schrijvers die een zekere naam en faam hebben deze vererende opdracht. Het boek ligt in dezelfde lijn van ons onderwerp. Alleen gaat het hier om Adam, Izak, Ruth, de vrouw van Job, David, Lázarus en Petrus. ‘Zij waren mensen van vlees en bloed. Ieder met eigen - nog herkenbare - vragen, fouten, idealen en aanvechtingen.’ Ook hier zien we dat het woord zonde vermeden wordt. Het boek heet Eindbestemming, naar het thema van leven en dood van de boekenweek dit jaar. Op de kaft staat dat het om verhalen gaat. Dat blijkt bij de fantasie over Kaïn en Abel, waar het wezen van de strijd totaal wordt genegeerd en waar staat ‘dat wij de vijand die op de hielen zit zullen vermorzelen.’ Ook bij Izak blijkt de essentie van de boodschap niet naar voren te komen en het verhaal psychisch vermenselijkt te worden. Dat geldt ook het hoofdstuk over de twaalf verspieders. Voorts vraag ik me af waarom zelfs details niet letterlijk worden overgenomen, bijvoorbeeld de scheiding van Orpa op de grens van Moab en Israël (42v). En gaat het erom dat Ruth mooi is (50)? We moeten van dat boek niet een romantisch liefdesverhaal maken! Ik ben bang dat we op deze manier Gods openbaring zeer naar beneden halen! Er zijn best weleens gedeelten die aanspreken, als bijvoorbeeld ten aanzien van de vrouw van Job en ten aanzien van Petrus, maar ik mis het ware geestelijke leven, de wezenlijke betekenis van het plaatsvervangend lijden van Christus, en de menselijke psychische verwerking van de zaken neemt de plaats in van geloofsleven, terwijl bovendien de omstandigheden een geschiedenis aannemelijk maken. De natuurlijke mens Ik vraag me af in hoeverre in de praktijk wordt toegedaan aan de Bijbel, wat Gods Woord verbiedt. De natuurlijke mens heeft behoefte aan meer en verstaat niet de dingen die des Geestes Gods zijn. Religie wordt zo een algemeen menselijk verschijnsel. Het bijzondere, dat is het Goddelijke, op welke wijze dan ook, gaat verloren op deze wijze; ofwel het natuurlijke wordt religieus ingekleurd. Allerlei gedachten We vatten een aantal zaken nog eens samen. Na lezing van zulk een roman komen er allerlei gedachten bij me op: - zó kan het wellicht concreet en in die maatschappelijke context gegaan zijn - die tijd was heel anders dan onze cultuur en maatschappij; men kan dan de bijbelse boodschap wel in de concrete praktijk en cultuur van die tijd plaatsen, wat leerzaam kan zijn, maar ik mis dé Boodschap daarin - het leven van de zogenaamde bijbelheiligen loopt volgens de auteurs van zulke romans heel anders dan een bevindelijk levensverhaal en predicatie zou doen vermoeden - hoe zit het met de ware religie, en wat betekent concreet voor deze auteurs het woord ‘door het geloof’ voor de gelovigen van het O.T., alsook voor die van het N.T., en wat denken deze auteurs van het zicht van de oudtestamentische gelovigen op Christus?
5
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
wordt er in de praktijk toch niet uitgegaan van een gemeenschappelijke vorm van theologie bedrijven, die werkt met een groeiend geloof in de ene God (monotheïsme)? Dat geloof kristalliseert zich dan uit in Jezus Christus. Dat is niet de bijbelse lijn en boodschap. er is vaak sprake van een algemene toepassing, een algemeen aanbod en een bevorderen van verstandelijke kennis, terwijl er overigens ook weer vrij tot wel heel vrij met de bijbelse gegevens wordt omgegaan het gevaar is levensgroot aanwezig dat de psychische en religieuze gevoelens worden vermengd en aangezien voor de ware religie des harten door de Heilige Geest gewerkt; ja, men is bij het schrijven van dit soort boeken, in het algemeen gesproken, niet aan dit gevaar ontkomen ik mis dan ook de werking des Geestes, zoals al Gods volk geleerd wordt door de Heilige Geest in de gangen van de schapen en met name de gangen van de Herder ik mis ook pijnlijk Christus’ plaatsvervangend en verzoenend offer, waar de Schrift vol van is al lezend komt er sympathie voor Thamar die heengroeit naar het geloof in Juda’s God; er is sympathie voor Rachab en haar gang; het wordt noodzakelijk, begrijpelijk, natuurlijk; is dat terecht? Ik ben bang dat velen dat verschil met de Bijbel niet zien en beleven. ik mis ook de reformatorische religie, hoewel de boeken binnen de gereformeerde gezindte grif gelezen worden, want bijvoorbeeld Francine Rivers had al ingang gekregen via haar andere boeken we willen dit genre lectuur niet als lectuur beoordelen, maar vanuit religieus oogpunt, en ik wil niet zeggen dat men bewust het verkeerde wil, maar toch meen ik dat ik niet positief kan en mag zijn je vraagt je ook af waarom deze personen (met name zijn het vrouwen) gekozen worden. Ook al zou je het boek lezen om de boodschap, dan kan het bijna niet anders of je leest het als boeiende en aansprekende roman, en dan schiet de schrijver of schrijfster zijn of haar ‘goede doel’ voorbij. iedereen heeft een eigen voorstelling van datgene wat de auteurs ons bieden; is het wel goed om de voorstelling die de mens zelf heeft, terecht of ten onrechte … , te laten vervangen en te laten bepalen door auteurs die je toch de gedachte geven dat je nu weet wie de vrouw of de man is achter de bijbelse geschiedenis? na het lezen van enkele boeken heb je een verzadigingspunt; de Bijbel is daarentegen, voor wie levend geestelijk leven kent, een onverzadigbaar Boek, dat altijd nieuwe stof geeft. Dit schrijvende bedenk ik overigens hoe schuldig we zijn in de wijze waarop we Gods Woord lezen en de innerlijke gesteldheid daarbij. De vraag ‘Verstaat gij ook hetgeen gij leest?’ moet niet op deze wijze beantwoord worden.
Populair/kranten Deze lectuur is extreem populair. Dat blijkt ook uit de vele media-aandacht in de kranten. Het ND wijdde op 15 maart van dit jaar een hele pagina aan Thom Lemmons. Het artikel van Rien van den Berg laat zien dat Lemmons op een volkomen natuurlijke manier kwam tot bijbelshistorische fictie. Hij is niet vies van christelijk opportunisme. Hij zegt dat voor kinderen bijbelse figuren vaak abstracte helden zijn. ‘God kiest geen bleke, vrome, abstracte heiligen voor zijn verhaal. Waarom zou ik het dan wel moeten doen?’ zo vraagt Lemmons. Het RD wijdde op 12 maart driekwart pagina aan deze schrijver. Ook dat artikel van Tineke Goudriaan maakt je niet vrolijk. Ik citeer alleen haar woord dat Lemmons zichzelf meer als evangelisch beschouwt dan als gereformeerd. Ook las ik een recensie van W.C. Remmelink,
6
die zegt dat het boek Jeremia in pakkende, vlot weglezende stijl geschreven is, absoluut niet langdradig en ‘de sneltreinvaart van het vertellen wordt vastgehouden tot het eind.’ Het is te begrijpen dat lezers daardoor aangetrokken worden. Maar we hebben het in feite niet meer over de bijbelse religie, maar over algemene menselijke religiositeit. Ik meen weleens gelezen te hebben dat er theologen waren die fel van leer trokken tegen dit soort natuurlijke religie, die zich voedt met een aantal gegevens uit de Bijbel, maar die daar een eigen onder- en achtergrond aan geeft, ook al lijkt het bijbelgetrouw. Wat betreft Francine Rivers, volop te vinden in ‘onze’ boekhandels, denk ik aan het RD van 30 april dit jaar. Het RD heeft vele boeken van Francine Rivers besproken. Jeannette Donkersteeg bespreekt de boeken over Maria (Onbevreesd) en Bathséba (Onuitgesproken). Drs. G.C. de Waard bespreekt Ruth (Ongeschokt). Beide recensenten stemmen overeen: ‘De auteur veroorlooft zich wel grote vrijheden als het gaat om het toevoegen van eigen verzinsels’, zegt de een; de ander schrijft over haar boeken dat ze fictie zijn op bijbelse basis: ‘Wat toegevoegd is aan activisme, dialogen, innerlijke motivaties en soms extra personages moet helpen de bijbelse boodschap te verstaan.’ Dat geldt ook het toegevoegde. Peggy Lee, een vriendin van de schrijfster, geeft achterin de bijbelse geschiedenissen weer, en stelt daarbij een heel aantal discussievragen. Ik mis in de verhalen en in de studies de diepte, de geestelijke gang, de bijbelse geloofsleer, het bevindelijke leven. Nogmaals: alles wordt vermenselijkt en gepsychologiseerd, wat we in bepaalde kerkelijke kringen en liggingen ook wel tegenkomen! Er is niets vreemds onder de zon. De een doet het openlijker dan de ander. Ook Noor van Haaften schrijft in het EO-vrouwenmagazine Eva (oktober 2002) dat Rivers niet ontkomen is aan een stuk eigen invulling, die ondergeschikt bleef aan haar verlangen om de bijbelse geschiedenis te laten staan. Volledigheidshalve noem ik nog even de titels van de boeken die ik las; het betreft dan de twee voornaamste auteurs die ik noemde. Van Francine Rivers las ik Onbeschaamd (Rachab), Ongeschokt (Ruth) en Ontsluierd (Tamar), terwijl ik Onuitgesproken (Bathséba) doorbladerde. Van Thom Lemmons las ik Eindbestemming (Getuigen van leven en dood), Jabez (de man die vroeg en verhoord werd) en Lydia (de vrouw die vrede vond). Ds. Tj. de Jong (StandVastig juni 2003, p. 15-18)