Bietplanter planter
De
MAANDBLAD CBB • JAARGANG 49 NR 523 • OKTOBER 2015 • P 806265
Zeer lage suikerprijzen op de Europese markt, behalve voor de consument.
kort geoogst
2
11
MACHT EN DOMINANTIE
Het klimatologisch fenomeen El Nino brengt regen naar Brazilië. Die regen maakt de verwerking van suikerriet moeilijker en vertraagt de exportstroom op de wereldmarkt. Brazilië blijft evenwel de wereldmarkt overspoelen. Na de val van de real ten opzichte van de dollar, exporteren de Braziliaanse producenten hun suiker liever in dollar dan deze te verkopen in real op de interne markt. Algerije start met de suikerbietenteelt. De Algerijnse privégroep Mazouz gaat een suikerfabriek bouwen en suiker produceren uit suikerbieten voor de interne markt. Het project geniet van belastingvrijstelling gedurende een periode van tien jaar. In Algerije is er momenteel geen suikerriet- of suikerbietteelt. Het land importeert de totaliteit van zijn suikerconsumptie voornamelijk uit Brazilië. Ingevolge een klacht van Guatemala veroordeelde de WHO de aanvullende rechten die Peru ontvangt op de invoer van suiker, rijst, maïs en zuivelproducten wanneer de internationale prijzen onder een bepaald niveau zakken. In 2012 had Peru voor meer dan 43 miljoen dollar suiker aangekocht bij Guatemala. In 2014 schroefde Peru zijn aankoop van Guatemaltese suiker terug tot 3 miljoen USD. De concentratie in de energie- en fytosanitaire sectoren zou een probleem kunnen stellen in termen van concurrentie voor de landbouwers, volgens een studie van het Europees Parlement aangaande de inputs in de landbouw. Voor wat de zaadsector (Limagrain, Monsanto of Syngenta) betreft, wijst de studie met een beschuldigende vinger naar de sector van suikerbietzaden die sterk geconcentreerd is. De Europese Unie en Vietnam bereikten een compromis omtrent het sluiten van een vrijhandelsovereenkomst. Aan Europese zijde zullen de invoerquota worden gehandhaafd voor bepaalde gevoelige landbouwproducten zoals rijst, suikermaïs en suiker. Volgens de FAO bereiken de voedselprijzen hun laagste peil in zeven jaar. In augustus 2015 zakte de prijsindex van suiker met 10% en die van graan met 7% in vergelijking met de maand voordien. De prijsindex van plantaardige olie daalde met 8,6% en die van zuivel met 9,1%. Gemiddeld blijven de prijzen 18% onder de historische piek van augustus 2014.
Receptie-controle 3 LEVERING SUIKERBIETEN:
BETASEED-RASSEN TREKKEN FABRIEKSGEMIDDELDE STERK OMHOOG Hogere wortelopbrengst
Hoger suikergehalte
Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw CBB • Anspachlaan 111 Bus 10 • 1000 Brussel T. 02 513 68 98 • F. 02 512 19 88 • www.cbb.be •
[email protected]
COLOFON Verantwoordelijke uitgever Mathieu Vrancken, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie Valerie Vercammen Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB Tienen Druk Corelio Printing Jaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00 IBAN BE 70 1031 0384 3925 • BTW BE 0445.069.157
BETASEED. SIMPLY DIFFERENT.
www.betaseed.be
Verdeeld door Clovis Matton
2
EDITO Macht en dominantie Het is druk in het veld: mais hakselen, bieten en cichorei rooien en laden, aardappelen inschuren, tarwe zaaien,... Tussen al deze activiteiten door zijn er toch ook nog andere dingen die onze hoogste aandacht vragen. Het najaar 2017 is op het eerste gezicht nog ver weg, maar we moeten goed beseffen dat ten laatste augustus 2016 moet duidelijk zijn hoeveel en aan welke voorwaarden we bieten kunnen gaan uitzaaien in het voorjaar 2017. Conclusie: er resten ons nog slechts een tiental maanden om tot een akkoord te komen. Het is dus kort dag.
Het is dan bovendien extra frustrerend als blijkt dat onze”partners”van de CEFS (lees: suikerindustrie) een onderzoek gevraagd hebben waaruit zou moeten blijken dat we als planters te veel macht zouden hebben. De Europese concurrentie-autoriteiten (DG Comp) voeren dit onderzoek en zouden pas in het voorjaar 2016 tot een conclusie komen. Ik stel me de vraag of de mensen van DG Comp mee zijn met hun tijd. De laatste maanden is wel duidelijk geworden tot wat het onevenwicht in onze voedselketen kan leiden: crisis in varkens- en
Scenario van de melksector voor de bietplanters proberen vermijden Volgens de CBB zijn er twee recepten die ons voor een catastrofescenario zouden moeten kunnen behoeden: Bietplanters willen “HET” model voor interprofessioneel overleg blijven De biet-suikersector werd altijd al als een model beschouwd van interprofessioneel overleg tussen landbouwers en suikerfabrikanten. De GMO 1308/2013 voorziet duidelijk dat organisaties van planters erkend door de lidstaten na de afschaffing van de quota verder “interprofessionele akkoorden kunnen blijven sluiten” ... “die de contracten zullen regelen”. Tijdens de onderhandelingen van de Europese trialoog in 2013 hadden de onderhandelaars de bedoeling om de onderhandelingspositie van de bietplanters de versterken. De teksten zijn in die geest geschreven. Het hele GLB is trouwens in die zin geschreven. Nu gaan er bepaalde stemmen op voor een meer restrictieve interpretatie van de GMO. De CBB wil dat het “ketenoverleg” tussen bietplanters en fabrikanten HET model blijft voor interprofessioneel overleg in de landbouw. Het “melkpakket” dat de
2
Europese Commissie als overgangsmaatregel voor het einde van de melkquota bedacht om de relaties tussen producenten en kopers te verbeteren, bestaat al in onze keten. Laat het ons niet afbouwen, maar, integendeel, versterken! Vraaggericht produceren Alle Europese suikerfabrikanten willen gemiddeld 20% meer gaan produceren in 2017. In onze SWOT-analyse van 2014 hadden we bij “risico’s van het postquotum” al de vraag gesteld: “Wat gaan we met al die Europese suiker doen”? De preferentiële akkoorden met de ACP- en MOL-landen bijven immers bestaan. Dit is een potentieel van 2.5 tot 3 miljoen ton suiker dat taxvrij en onbeperkt op de Europese markt kan terechtkomen. We begrijpen dat onze suikerfabrikanten door verlenging van de campagnes hun competitiviteit willen verhogen door hun productiekosten te drukken. De CBB is echter bezorgd over een geplande productieverhoging die niet verantwoord zou worden door een grotere vraag naar suiker, doch enkel door de wil om de productiekosten te drukken.
melksectoren. Akkerbouw doet het niet veel beter! Oorzaak is dat de ene zijn winst pakt en de andere met het verlies opzadelt. De machtsverhoudingen tussen de landbouw enerzijds en de verwerkende sector en distributie anderzijds zijn in onevenwicht. Op Belgisch en Europees niveau erkent men dit probleem: de onderhandelingspositie van de landbouw is veel te zwak ten opzichte van de goed gestructureerde en machtige industrie. Via “ketenoverleg”en “producentenorganisaties” (PO) proberen we dit probleem aan te pakken in verschillende sectoren. Dan is het toch schandalig dat DG Comp ons dreigt in de rug te schieten, terwijl de biet-suikersector vaak model staat voor PO- en ketenoverleg. Geen goed begin van partnership zou ik zeggen. Waar zijn de mensen van DG Comp als Monsanto klaar staat om Syngenta binnen te rijven? En wat gezegd van onze bierbrouwer uit Leuven die als grootste ter wereld op het punt staat om de nummer twee over te nemen. Van macht en dominantie gesproken… Uit Leuven kwam er enkele weken geleden nog ander wereldnieuws. Piet Vanthemsche stopt binnen enkele maanden als voorzitter van de Belgische Boerenbond om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Het zou ons veel te ver leiden om de kwaliteiten en verwezenlijkingen van Piet hier uit de doeken te doen. Als voorzitter van de CBB maar ook ten persoonlijke titel wil ik Piet bedanken voor zijn ongebreideld engagement ten voordele van onze Belgische en Europese landbouw. Zijn intelligentie en analyses hebben vaak het verschil gemaakt. Bedankt daarvoor Piet en alle succes gewenst in alle dingen die nog voor je weggelegd zijn in dit leven. Mathieu Vrancken, Voorzitter CBB
SUIKERBIETCAMPAGNE 2015/16 Campagne Tienen De resultaten van de eerste twee weken campagne zijn meer dan bevredigend: - het suikergehalte zit in de lift en steeg van gemiddeld 16,72% op 21/09 naar 17,53% op 7/10 (gemiddelde campagne op 7/10 = 17,09%); - de grondtarra is dalend van gemiddeld 4,92% (nat begin van de campagne) naar 3,30% op 7/10 (gemiddelde campagne = 4,12%); - de koptarra (op netto) bedraagt gemiddeld 6,67% (uitschieters tot op heden zijn 21/09 met 5,91% en 3/10 met 7,04%); - de tarra samengevat: de ± 9.000 leveringen tot 7 oktober hebben een gemiddelde totale tarra van 10,48%; - een vergelijking van de bietenhopen die gespreid geleverd werden in de beide recepties van de TS (Tienen en Longchamps) levert geen noemenswaardige verschillen op, noch op vlak van de tarra, noch op vlak van het suikergehalte; - Het DS-gehalte van de pulp bedroeg de eerste week gemiddeld 24,28% en de tweede week 23,99%. Op 30/09 had een eerste vergadering van het Fabriekscomité plaats. De campagneresultaten werden er overlopen, alsook de werkzaamheden in het tarragebouw. De Parmentières worden dit jaar zeer intensief gecontroleerd. Dagelijks ondergaan beide wasinstallaties een “bruto”controle, een (tijdrovende) “netto”controle gebeurt tweemaal per week. Het gemiddelde verlies tot op heden is 0,31%. Bijzondere aandacht wordt er ook besteed aan de sets met zagen die, voorafgaand aan de plaatsing ervan in de rasp, zeer nauwkeurig gecontroleerd worden. Met de goede werking van de rasp staat of valt de kwaliteit van de “rapûre” (het raspsel) en bijgevolg ook de correcte bepaling van het suikergehalte! De parameters (temperatuur, luchtvochtigheid, duurtijd van diverse processen, toegelaten toleranties bij gewichtscontroles en controles op het suikergehalte,…) geven tot op heden geen problemen. Ook de beoordeling van het uitsorteren
van vreemde voorwerpen en het nakoppen van de bieten (dit zijn veruit de enige resterende manuele handelingen!) is positief, hoewel vrij regelmatig moet herinnerd worden aan de afspraken die terzake zijn gemaakt. Onze controleurs, die dag en nacht aanwezig zijn, noteren nauwgezet de resultaten van hun veelvuldige controles en signaleren eventuele tekortkomingen en afwijkingen, die doorgaans snel worden opgevolgd door de dienstdoende verantwoordelijke in het tarragebouw. De samenwerking verloopt vlot en positief… houden zo! De landbouwkundige dienst schat dat het gemiddelde rendement voor deze campagne 83 ton/ha à 17,47% suiker zal bedragen, dit is 14.500 kg suiker/ha. Met een gemiddelde verwerkingscapaciteit van 12.500 ton/dag in Tienen, zou de TS-campagne duren tot 7 januari 2016.
Campagne Fontenoy Het was dit jaar lang wachten op de start van de Iscal-campagne. De eerste bieten werden er pas geleverd op 7 oktober. Op basis van de resultaten van een vierde staalname die half september gebeurde, verwacht men er het campagne-einde tegen 21 januari 2016. We kruisen de vingers voor een vlekkeloos lopende campagne… tot de laatste dag! Wat hierboven werd geschreven voor de receptie in Tienen, geldt ook voor deze in Fontenoy: een bijzondere aandacht gaat naar de goede werking van de Parmentières, naar de kwaliteit van het raspsel, naar de correcte nakopping en codering van de bietstalen. We zijn op dit moment slechts twee dagen ver maar alles wijst erop dat de richtlijnen en receptievoorwaarden nu reeds grotendeels volledig en correct worden toegepast.
Uitzaai 2016 De tijd is intussen rijp om de uitzaai 2016 te plannen – dit wordt de laatste uitzaai van quotumbieten want vanaf 2017 bevinden we ons volop in het “Postquotumtijdperk”! Coco Haspengouw heeft met de TS een collectief
De suikerbietcampagne 2015/16 zal duren tot ver in januari. Hopelijk blijven we bespaard van sterke temperatuursschommelingen en strenge winterse omstandigheden! contract afgesloten voor een groot deel van de verwachte buitenquotumbieten aan een vergoeding van minimum 15,5 euro/ton bieten à 16% suiker. De definitieve vergoeding zou ± eind december 2015 worden vastgesteld. Ter info: in 2014 bedroeg de initiële vergoeding 14,5 euro/ ton en de definitieve vergoeding 15,59 euro/ton. Elke planter heeft evenwel het recht om prioritair zijn buitenquotumproductie over te dragen naar 2016/17 (tot maximum 12% van zijn quotum en op voorwaarde dat het collectief contract volledig wordt ingevuld). Voor de overgedragen bieten zal de planter 25,41 euro ontvangen (dit is de Europese minimumprijs verminderd met de productieheffing) min 2 euro kosten voor overdracht = 23,41 euro à 16% suiker. Coco Iscal en Iscal hebben nog geen afspraken gemaakt. Zoals het er naar uitziet stevent Iscal af op een grote hoeveelheid buitenquotumsuiker die, als deze niet aan gunstige voorwaarden zou kunnen gevaloriseerd worden, verplicht zou moeten overgedragen worden naar 2016/17,met als gevolg een inkrimping van het te planten bietenareaal! We hopen hierover snel concrete duidelijkheid te kunnen verschaffen.
Nieuwsbrief Met de start van de bietencampagne start opnieuw de regelmatige verzending (per e-mail) van de “Nieuwsbrief”. Met deze Nieuwsbrief kan snel actuele en accurate informatie worden gegeven aan de planters. Een eerste Nieuwsbrief werd op 3 oktober verzonden aan 2.280 Vlaamse planters (dit is ± 75 % van het Vlaamse cliënteel van Iscal en TS samen). 157 e-mails geraakten niet op hun bestemming (verkeerd e-mailadres), 1.112 werden er geopend (en hopelijk ook gelezen!), 1.100 bleven er tot op heden ongeopend. Mocht je interesse hebben voor de Nieuwsbrief, en je hebt hem tot op heden niet ontvangen, stuur dan zeker een berichtje met je plantersnummer en adres naar
[email protected] Eric Van Dijck, Secretaris TIP : lees zeker de artikelenreeks in “De Bietplanter” over het werk van onze controleurs in het tarragebouw! De reeks verschijnt in drie opeenvolgende nummers, vanaf dit nummer tot en met het januarinummer.
DE BIETENRECEPTIE - deel 1
Wat doen de controleurs voor u en voor uw bieten? Een flink aantal lezers is ongetwijfeld geïnteresseerd in het werk dat de controleurs verrichten in de ontvangstcentra. Aan de hand van drie artikels zullen we daarom proberen een beeld te schetsen van hun werkzaamheden. In dit eerste artikel geven we uitleg over het “inwegen” van de leveringen en over het tarralokaal met de verschillende ontvangstverrichtingen en de controles die onze controleurs uitvoeren.
O
ns motto luidt «Voorkomen is beter dan genezen!». Daarom zijn in elke fabriek teams van vier tot vijf controleurs, onder toezicht van de secretarissen-inspecteurs, permanent aanwezig om een oogje in het zeil te houden. Zij richten zich op het doen naleven van de normen. Deze normen liggen vast in interprofessionele overeenkomsten en staan beschreven in de «Richtlijnen aangaande de ontvangst van de suikerbieten» (www.cbb.be). De controleurs volgen het werk dat door de suikerfabriek wordt verricht op en zorgen voor het goede verloop van de ontvangstverrichtingen. Dit doen ze onder meer door een aantal testen uit te voeren. Ze analyseren ook de pulp en controleren de resultaten die aan de planters worden overgemaakt. Bij de minste twijfel informeren zij de verantwoordelijke van de receptie die de nodige maatregelen neemt om de situatie te regulariseren. Blijft het probleem zich herhalen, dan proberen vertegenwoordigers van de planters en de fabrikanten om via overleg een aanvaardbare oplossing te vinden.
Een geladen voertuig rijdt achtereenvolgens over elke weegbrug. De eventuele verschillen tussen de gemeten gewichten mogen de tolerantie niet overschrijden en mogen niet altijd in dezelfde richting gaan.
Deel 1: Van het wegen van het voertuig tot het gewassen staal… Het wegen van de voertuigen: controle van de weegbruggen Bij het binnenrijden van het fabrieksterrein wordt het voertuig eerst gewogen: de controle van de weegbruggen gebeurt door eenzelfde geladen voertuig op elke weegbrug te laten rijden en de gemeten gewichten af te drukken. Het eventuele verschil tussen de gemeten gewichten mag niet hoger zijn dan de maximale tolerantie bepaald door de dienst Metrologie die afhangt van de FOD Economie. Dit verschil mag niet altijd in dezelfde richting gaan. Verder wordt gecontroleerd of de randen van de weegbruggen proper zijn, want het resultaat van de weging kan vertekend worden door bijvoorbeeld vastzittende steentjes. In 2014 werden in totaal 1.800 controles uitgevoerd: sommige controles hebben geleid tot herkalibratie van de weegbruggen ingevolge abnormale resultaten en soms tot correcties: 263 metingen werden gecorrigeerd in 2014. Staalname Het staal dat dient om de tarra en het suikergehalte van de lading te bepalen, wordt genomen met een sonde, de «Rupro». De sondes voor de bemonstering worden gecontroleerd, zowel de technische kenmerken (klauwen en snijranden, positie van de klauwen bij het neerdalen in het voertuig,…) als de werking ervan (zo min mogelijk bietenstukken produceren, complete lediging; positie in de breedte en in de lengte bij het laden,...). De Rupro wordt onmiddellijk stilgelegd bij problemen zoals bijvoorbeeld: gebroVervolg op pagina 4
De klauwen en de randen van de sonde moeten snijden, de klauwen moeten tegen de sonde gepositionneerd zijn om bietenstukjes te vermijden.
Laadt uw opbrengst op met …
LITHIUM
3
4
DE BIETENRECEPTIE - deel 1
Wat doen de controleurs voor u en voor uw bieten? Vervolg van pagina 3 ken Rupro-randen, losgeschroefde klauwen,…. De controles worden verricht om de hoeveelheid bietenstukjes in het staal te beperken. Tijdens het wassen gaan de bietenstukjes immers water absorberen, waardoor het suikergehalte kan afnemen. Daarnaast is het de bedoeling om een zo representatief mogelijk staal te bekomen, onder meer op het niveau van de grondtarra. Het is daarom belangrijk dat de sonde zich positioneert op ¼ of ¾ van de breedte van de lading, met een bepaalde tolerantie.
Een zeef met gekalibreerde mazen wordt geplaatst in het afvoersysteem van het waswater en vangt het afval en de bietenstukjes op.
De sonde moet correct geplaatst worden in de lading om een zo representatief mogelijk staal te bekomen. Het wegen van het staal: controle van de balansen Van zodra het staal genomen is, komen de bieten terecht in de brutobalans. Het staal wordt er gewogen vóór het wassen. Deze balans en alle andere balansen in de tarrazaal worden minstens eenmaal per dag gecontroleerd met geijkte gewichten. Zoals voor de weegbruggen is er een tolerantie op de gemeten gewichten en de verschillen vastgesteld ten opzichte van de geijkte gewichten mogen niet altijd in dezelfde richting gaan. De controleurs letten er ook nauw op dat de balansen vóór het wegen terug op de nulstand staan en stabiel staan (er mag geen luchtstroom zijn die het gemeten gewicht kan vertekenen). Zij kijken er ook op toe dat er geen water stroomt ( dit kan een verkeerd gewicht weergeven) en dat de balansen proper zijn. Vanaf de brutobalans moet elk verlies aan bietenstukjes voorkomen worden. Bietenstukjes worden namelijk beschouwd als grond- of koptarra en betekenen dus een verlies voor de planter.
Verlies in het waswater In deze fase worden de achtergebleven bietenstukjes gerecupeerd in een gekalibreerde zeef. Daarna worden ze getriëerd zodat er alleen nog biet overblijft die daarna wordt gewogen. Deze kleine stukjes in het waswater worden immers als grondtarra beschouwd, wat niet correct is. Dit werk neemt veel tijd in beslag, maar wanneer het verlies groter is dan 1% van het nettogewicht van het staal, dan moet de fabrikant het resultaat terugbrengen naar 0,5% en een correctie toepassen op alle betrokken stalen. Herhaalt het probleem zich, dan controleren de secretarissen/inspecteurs de andere parameters van de machine (snelheid, afstand tussen de wand en het draaiplateau, type en werking van de injectoren, correcte sluiting van de deur,...). In 2014 werden er 330 metingen verricht. De norm van 1% werd 11 dagen overschreden. Ongeveer 3.500 stalen werden gecorrigeerd conform de Richtlijnen (het verlies werd teruggebracht vanaf 0,5%). Dit leidde bijgevolg tot een herberekening van de grondtarra van 3.500 leveringen!
De inhoud van de zeef wordt in een teil met water gedaan. Het grootste deel van de lichte deeltjes zoals bladeren, stelen,… drijven boven en worden manueel verwijderd. Dit is een eerste triage. Alle balansen worden minstens eenmaal per jaar door de bevoegde diensten gecontroleerd met geijkte gewichten. Het wassen van de stalen Het staal van ongeveer 60 kg wordt vervolgens gewassen in een Parmentière. Dit is een kuip met een draaitafel waarop de bieten worden besproeid met water met behulp van injectoren. De controleurs meten de temperatuur van het waswater (indien het water te warm is , loopt men het risico van een mogelijk verlies van suiker in het water), de druk (bij een te hoge druk, verliest men mogelijks verkoopbare grondstof), de duur van het wassen en het drogen, alsook het percentage bietenstukjes in het waswater. De bieten worden gewassen in de kuip van de Parmentière (bovenste gedeelte). Het leegloopsysteem laat de controleurs toe het verlies aan bietenstukken in het waswater te bepalen. Is het verlies hoger dan 1%, dan worden de resultaten van alle betrokken stalen gecorrigeerd.
Het triëren van het verlies bij de Parmentière gebeurt met een pincet, zodat alleen nog verkoopbare grondstof (biet) overblijft. Het tweede artikel omtrent de bietenreceptie zal verschijnen in de volgende Bietplanter. n Pascale Tychon, inspectrice CBB
5
KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen -
[email protected] - www.irbab-kbivb.be
De suikerbiet en haar teelttechniek PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING BIET CICHOREI, IN HET KADER VAN DE PRAKTIJKCENTRA Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.
Bewaring van bieten op lange termijn en Bescherming van bietenGuy LEGRAND (KBIVB vzw - IRBAB asbl ) hopen tegen vorst : herhaling aandachtspunten NB : Talrijke richtlijnen werden voorgesteld en herinnerd aan de bestuurders van rooimachines tijdens de recente opleidingsdagen, georganiseerd door de Landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken, in samenwerking met het KBIVB (meer details in dit nummer van de Bietplanter).
Herhaling van de voornaamste aandachtspunten bij de rooi Indien u bieten, te leveren tussen midden november en midden januari, het best wil bewaren op lange termijn, dan moeten het bieten zijn die:
• in een goede gezondheidstoestand verkeren: velden met problemen van wortelrot (rhizoctonia bruinwortelrot of violetrot, boorgebrek, wortelstengelaaltje, …) moeten in het begin van de campagne gerooid worden. Deze bieten kunnen niet correct bewaard worden op lange termijn. • correct gerooid werden: - in uw aanwezigheid, en in goede rooiomstandigheden: het best schuift men de rooi enkele dagen vooruit wanneer de dagen nog gunstig zijn eerder dan hem uit te stellen en op het einde van de campagne geconfronteerd te worden met meer schadelijke rooiomstandigheden voor de bodem, de bieten en de bewaring op lange termijn,
Bovenstaande tabel toont de « eerste » rooidata volgens verschillende leveringsdata. Het gemiddeld aantal dagen en de overeenkomstige leveringsdatum werden opgemaakt op basis van de gemiddelde dagtemperatuur te Ukkel (KMI, Brussel) om bij de levering de drempel van 300 graaddagen niet te overschrijden. Deze gegevens zijn eveneens weergegeven voor een warm (zoals in 2006) of koud najaar (zoals in 1996). De gele vakken komen overeen met perioden waar men rekening moet houden met het vorstrisico (en vooral de dooi). Bevroren bieten rotten zeer snel en worden niet toegelaten in de fabriek. Vanaf de drempel 300 graaddagen, kan men een begin van verrotting van de bieten waarnemen (±2% in gewicht rotte delen). Deze verrotting wordt vervolgens exponentieel. De in deze tabel voorgestelde termijnen zijn normaal gesproken een beetje korter in het Noorden van het land (maritiem en milder klimaat) en dus iets langer ten zuiden van Samber & Maas (continentaal en koeler klimaat). In 2014 werden zeer veel velden gerooid eind oktober om geleverd te worden in december of later. Deze hopen die te vroeg aangelegd werden, hebben de door het KBIVB vastgelegde drempel van 300 graaddagen ruimschoots overschreden. De industriële kwaliteit van deze bieten was nadelig voor de goede werking van de fabrieken en hebben hun tempo vertraagd.
- met een minimum aan wortelschade: dit wil zeggen met een normale of minimum ontkopping (maar zonder bladstelen), met weinig kwetsuren en vooral met een wortelpuntbreuk lager dan 4-6 cm diameter (3 vingers), - voor de eerste vorstperiodes: vorstperiodes zijn theoretisch mogelijk vanaf 15/11 in het Centrum en het Zuiden van het land of vanaf 01/12 in het Noorden van het land.
• opgeslagen zijn: - op een aangepaste opslagplaats en toegankelijk voor het laden met siloreinigers (buiten vochtige zones, met voldoende vrije ruimte en op bepaalde afstand van een verharde weg), - in een goed door de wind verluchte hoop (weinig grondtarra, geen loof noch onkruid), zeer goed beschermd tegen regen (dank zij een afdekking met geotextiel van het type Toptex, voldoende aangespannen en bevestigd) en vooral beschermd tegen vorst (met een bijkomende afdekking met een plastiek dekzeil, winddicht).
Voor de bewaring op lange termijn, beperk maximaal de aanwezigheid van bieten met wortelbreuk gelijk aan of groter dan 4-6 cm (dit is een diameter van 3 vingers). Deze kwetsuren zijn een zeer grote toegangspoort voor de ontwikkeling van bewaarschimmels die de waarde van de biet en de verkoopbaarheid van uw oogst snel zullen degraderen.
Wanneer rooien? Iedereen zal zeggen: « zo laat mogelijk », wetende dat men de bodem, de bieten, de grondtarra, de afwezigheid van vorst, … maar ook de bewaardrempel waarboven de bieten hun marktwaarde beginnen te verliezen, moet respecteren. Een eerste rooidatum kan ideaal worden bepaald in functie van de leveringsdatum, zodat de opslagtijd de bewaardrempel van 300 graaddagen niet (te veel) overschrijdt, zoals bepaald door het KBIVB (dit is een equivalent van twee maanden (60 dagen) aan een gemiddelde temperatuur van 5°C: 60 dagen * 5°C = 300 graaddagen).
Bewaartijd (in dagen) en leveringsdata Koud
Gemiddeld
Warm
Rooi
jaar
datum
1996
1987 tot 2007
2006
1 oktober
23 - 24/10
23 - 24/10
18 - 19/10
22 - 23/10
10 oktober
24 - 03/11
26 - 05/11
19 - 29/10
23 - 02/11
20 oktober
37 - 26/11
32 - 21/11
26 - 15/11
28 - 17/11
1 november
93 - *
42 - 13/12
29 - 30/11
43 - 14/12
10 november
*
53 - 02/01
27 - 07/12
52 - 01/01
20 november
*
58 - 17/01
39 - 29/12
59 - 18/01
jaar
2014
Een overmatige grondtarra beperkt de verluchting van de hoop, voorkomt het opdrogen van de grond en bevordert de opwarming van de hoop. Alles wat slecht is voor een bewaring op lange termijn.
Vervolg van de tekst op pagina 8
6
Van biet in het veld tot opbrengstcijfer in de Bietplanter Rooi- en analysesysteem van het KBIVB
Ronald EUBEN (KBIVB vzw - IRBAB asbl)
Ieder jaar legt het KBIVB verspreid in België een heleboel veldproeven aan. Dit jaar staat de teller op 8.157 proefveldjes waarvan er zo’n 6.200 mechanisch gerooid worden. Grondbewerkingsproeven, variëteitenproeven, bemestingsproeven, proeven met gewasbeschermingsmiddelen… deze en nog veel meer worden aangelegd, opgevolgd en gerooid door de medewerkers van het KBIVB. En we doen dit met een heel specifieke uitrusting. In dit artikel kom je alles te weten over de weg die een suikerbiet aflegt van de oogst tot de analyse van het rendement en de uiteindelijke publicatie in « De Bietplanter »of andere voorlichtingsmomenten.
2
1 1 Deze foto toont de indeling van een variëteitenproef . Ieder blok met perceeltjes, gescheiden door dwarse doorgangen (deze zijn op de foto reeds gerooid), telt meerdere variëteiten. Ieder perceeltje is een andere variëteit, is 5m70 lang en telt 6 rijen. Alle variëteiten worden, verspreid over de proefoppervlakte, 4 à 5 keer (afhankelijk van de proef) herhaald. Dit doen we om veldinvloeden niet te laten meespelen. Als je weet dat er ongeveer 130 variëteiten beproefd worden, kom je al snel aan een groot aantal veldjes. Niet alle proeven worden op dezelfde manier aangelegd. Zo is er voor bemestings- of grondbewerkingsproeven meer proefoppervlakte nodig, voor onkruidbestrijding een andere opzet …
2 De eerste machine die een handeling verricht noemen wij de EVoGil. Deze machine ont-
bladert de 6 rijen maar ontkopt en rooit enkel lijn 1 en 6. Lijn 1 en 6 worden afgevoerd en dus niet gebruikt voor analyse of opbrengstbepaling. Waarom doen we dit? Lijn 1 en 6 grenzen altijd aan een ander perceeltje (andere variëteit, behandeling…). Om de invloed van het naastliggende object uit te sluiten, worden deze boordlijnen niet verder gebruikt. Je kan ze zien als een soort buffer die we niet gebruiken.
3 Na doorgang van de EVoGil blijven de 4 middelste lijnen staan. Deze zijn geborsteld (niet ontkopt) met rubberen flappen. Op deze manier bekomen we ‘kale bieten’ die in de receptie volgens de interprofessionele afspraken manueel gekopt worden.
4 De eigenlijke rooier is een omgebouwde praktijkrooier van het merk Edenhall. Deze 4-
rijige rooier rooit de 4 middelste lijnen rechtstreeks in een grote grijze plastic bak (max 120kg). De 4 middelste lijnen komen dus volledig in de bak terecht. Omdat we door deze werkwijze niet met substalen werken, verkrijgen we het meest correcte tarrapercentage per variëteit of andere behandeling (grondbewerking, aantasting door ziekte …).
3
5 Een medewerker op de rooier controleert het vullen van de bakken en legt in iedere bak een vooraf klaargemaakte barcode. Deze dient om de bak in het verdere proces te kunnen identificeren.
4
5
7
1
2
3
4
bieten worden bij aankomst een eerste keer gewogen. Op dit moment scant een medewerker de identificatiecode die overeen komt met het perceeltje waar de bieten vandaan komen. Zo 1 De kunnen de gewichten en verdere analyses door het computersysteem bij het correcte object geplaatst worden. Na een passage door een wastrommel, worden de bieten een tweede keer gewogen. Het verschil tussen dit gewicht en de eerste weging, wordt gebruikt om het tarrapercentage te berekenen.
2 De wastrommels en het procedé voldoet aan exact dezelfde eisen als de systemen in de suikerfabrieken (afgesproken in interprofessionele akkoorden).
Vier medewerkers koppen de kale bieten op de correcte manier bij. Door kale bieten te rooien (niet ontkopte) en manueel te koppen, zijn we zeker dat we het maximale potentieel van de biet
3 rooien (geen overontkopte). Een derde weging van de ontkopte bieten geeft het uiteindelijke nettogewicht dat gebruikt zal worden bij verdere berekeningen voor suikeropbrengst, wortelopbrengst ... de analyse van suikergehalte kan starten, passeren de bieten een rasp. Deze zeer snel draaiende schijven snijden de bieten in schijven. Het raspsel dat door deze snel draaiende schijven 4 Voordat gecreëerd wordt, wordt opgevangen. De kenmerken van deze schijven werden ook vastgelegd in de interprofessionele akkoorden. Na intensief mengen door een geautomatiseerd systeem, worden drie substalen genomen voor verdere analyse. Er wordt getracht om deze bakjes zo snel mogelijk in een diepvriezer te plaatsen, want blootstelling aan lucht en warmte leidt tot oxidatie.
5 De voorlaatste stap in het proces is het voorbereiden van het staal voor analyse. Het staal wordt vermengd met aluminiumsulfaat opdat suiker en andere elementen in oplossing komen en de onzuiverheden neerslaan. Het filtraat van deze oplossing zal geanalyseerd worden.
Tot slot wordt de oplossing in het analysetoestel gegoten. Dit toestel bepaalt niet alleen het suikergehalte maar ook het gehalte natrium, kalium en alfa-aminostikstof. Recent is het toestel ver-
6 der uitgebreid zodat we ook glucose (invertsuiker) kunnen meten. Alle analysegegevens worden automatisch opgeslagen in een databank via de identificatiecode. Nu rest nog enkel de cijfers te analyseren om deze uiteindelijk als opbrengstcijfers te publiceren in « De Bietplanter »of te communiceren tijdens voorlichtingsvergaderingen.
5
6
Wist je dat… ◊
Percelen die gekozen worden voor proeven aan een hele reeks eisen moeten voldoen
◊
Deze percelen zo homogeen mogelijk moeten zijn (bodemtype, nematodenbesmetting, helling…) en goed bereikbaar moeten zijn
◊
Er tijdens de campagne 9 interims tewerk gesteld worden
◊
Wij met ons proefsysteem (6 rijen waarvan 4 geoogst) vrij uniek zijn
◊
Bij andere proefsystemen (3 rijen waarvan alle 3 geoogst) kunnen de opbrengsten over- alsook ondergewaardeerd worden door invloed van boordlijnen (tot -5% en +5% mogelijk)
◊
Deze manier van proefopbouw en rooi veel intensiever (arbeid, kost, logistiek) is. Maar we ervan overtuigd zijn dat dit de meest correcte informatie zal verschaffen aan telers en industrie
◊
Er tijdens de campagne beroep gedaan wordt op een transportfirma om de machines te transporteren maar ook om de gerooide bieten naar onze receptie te transporteren
◊
Onze bietenreceptie jaarlijks zo’n 9000 bakken met bieten verwerkt
◊
Onze bietenreceptie ook bietenstalen verwerkt voor derden
8 Welke rassen houden voor de laatste rooi?
Bescherming tegen vorst
Sinds 2010 bewaren alle commerciële rassen geanalyseerd door het KBIVB (± 20 rassen/jaar) voldoende goed tot minstens 300 graaddagen, voor zover ze correct worden gerooid, met weinig schade aan de wortels en normaal ontkopt zijn.
De bietencampagne 2015 belooft bijzonder lang te zijn. Volg aandachtig de weerberichten en de afdekadviezen tegen vorst, opgesteld door het KBIVB, in samen werking met de suikerfabrieken.
Toch bestaan er situaties waarin sommige rassen minder goed kunnen bewaren. Dit is dan in een situatie waarin men de door het KBIVB voorgestelde drempel overschrijdt en/of wanneer ze gerooid werden in slechte omstandigheden, met een te diepe ontkopping en te veel wortelbreuken.
Voor de bewaring op lange termijn is niet het ras maar het rooitijdstip en een bestuurder die correct werkt en uw bieten respecteert, het belangrijkste. Aanleg van de hoop: denk aan:
Bij een advies voor afdekking tegen vorst (of bijkomende afdekking van hopen afgedekt met Toptex) moeten de dekzeilen tegen de polaire wind geplaatst worden in zeer korte tijd (1 tot 2 dagen). Voorzie daarom personeel en machines. Het plaatsen van de dekzeilen tegen vorst kan eveneens gebeuren volgens het beslissingsdiagram hieronder. Zoals bij de Toptex dekzeilen, moet men zorgen voor een behoorlijke bevestiging van de plastiek dekzeilen zodat ze niet scheuren of wegvliegen met de wind (dikwijls hevig matig tot hevig als het gaat om polaire wind). Een volledige afdekking met plastiek dekzeilen moet verwijderd worden in geval van een dooi van meerdere dagen. Recupereer, na gebruik de (gescheurde) plastiek dekzeilen en breng ze naar de verzamelplaats voor agrarische kunststoffen.
- Plaats de hoop parallel met de laadweg, op een weg die te allen tijde toegankelijk is voor vrachtwagens, - Vermijdt wielsporen onder de hoop, - De hoop mag niet meer dan 9,50 m breed zijn en zorg voor een regelmatige uitlijning van de top en de zijkanten, zonder holten (koudere zones in geval van vorst), met driehoekige hopen, - Vermijdt vochtige zones met stenen en plaats de hoop zo dat de afstand tussen de centrale as van de hoop en de centrale as van de laadbak 10 m bedraagt, zonder al te veel hindernissen of te kort tegen omheiningen, bomen, hagen, wegafscheidingen, ... - Voorzie een vrije ruimte van 25 m vóór de hoop voor het plaatsen van de siloreiniger, - Voorzie een doorgang (3-4 m) rond de hoop, wanneer het Toptex dekzeil aan de basis van de hoop mechanisch wordt bevestigd (bevestiging door een laterale schijf) of wanneer het verwijderen van de Toptex dekzeilen door een loonwerker gebeurt (project TS 2015 - zone van de kraan Paquet).
Toptex afdekking De Toptex afdekking moet gebeuren volgens de instructies van de suikerfabriek. Men kan bij (zeer) regenachtig weer voorzien dat de dekzeilen minstens een tiental dagen op de hoop blijven opdat deze operatie een effect zou hebben op het opdrogen van de grondtarra (zie schema hieronder). De dekzeilen moeten perfect aangespannen zijn aan de beide zijden, van boven op de hoop tot aan de basis, voor een maximale afvloeiing van het regenwater. De gehele hoop moet afgedekt worden. De dekzeilen worden het best op de hoop geplaatst door middel van mechanische bevestiging, met een laterale schijf die de basis van het Toptex dekzeil in de basis van de hoop duwt. De nieuwe Toptex dekzeilen hebben daarom een breedte van 12,20 m. Bij hevige wind volstaan enkele bieten niet om de dekzeilen vast te houden. Blokken grond die de Toptex dekzeilen tegen de grond zouden houden, zijn bijna onmogelijk te verwijderen bij vorst. Zelfklevende banden (type Velcro) houden meerdere Toptex dekzeilen perfect bijeen. Deze banden maken het ook gemakkelijk om ballast op de Toptex dekzeilen te hangen.
Bijkomende afdekking tegen vorst met « Jupettes » In 2010 ontwikkelde het KBIVB een bijzonder gemakkelijk systeem van bescherming van de hopen tegen intense vorst, ter bescherming van de reeds met Toptex afgedekte hopen. De Belgische firma Pype Agro & Geotextiles heeft vanaf 2011 dit systeem ontwikkeld, onder de naam « Jupettes », in verschillende formaten. De grootste (5 m) zijn bestemd voor afdekking, in een rechte hoek, van de uiteinden van de hoop. De Jupettes hechten zich enkel op Toptex dekzeilen. Zij hebben geen ballast nodig om vast te blijven zitten. De Jupettes moeten zeker vóór de vorst aan de Toptex gehecht worden, het best van zodra de temperatuur lager is dan +5°C. Zij kunnen geplaatst worden door één enkele persoon, zonder machines, noch ballast. Zij kunnen ook mechanisch geplaatst worden. Zij kunnen gemakkelijk verwijderd worden, manueel, zelfs bij een dikke sneeuwlaag. Men mag ze nooit in kleinere stukken snijden! Zij moeten niet verwijderd worden indien het warmer wordt. Zij zijn herbruikbaar gedurende talrijke jaren.
De bescherming van bietenhopen tegen regen (= drogen van de grond) gebeurt met Toptex dekzeilen die de wind doorlaten. De bescherming van bietenhopen tegen strenge vorst (= bescherming van de bieten) gebeurt met plastiek dekzeilen die (polaire-) winddicht zijn. Dit zijn twee afzonderlijke bewerkingen, uitgevoerd op verschillende tijdstippen.
Een gemakkelijk systeem van bijkomende afdekking tegen vorst (voor de hopen die reeds afgedekt zijn met Toptex) werd in 2010 op punt gesteld door het KBIVB. Deze dekzeilen (gecommercialiseerd onder de naam « Jupettes ») dekken meer dan de onderste helft van de hoop af. Zij kunnen gemakkelijk geplaatst en verwijderd worden door één enkele persoon, zonder machine. Bredere Jupettes kunnen gebruikt worden om de uiteinden van de hoop af te dekken. Meer info in de Technisch Gids: « Bewaring van bieten op lange termijn & Bescherming van de bietenhopen tegen vorst », gepubliceerd door het KBIVB in 2013. Deze Technische Gids is beschikbaar op de website.
INTERNATIONAAL OPCO
[email protected]
Guatemala: geïntegreerde exportgerichte industrie
Campagne loopt op wieltjes in Oreye
Met een export van 2,2 Mt suiker, is Guatemala de vierde wereldexporteur na Brazilië, Thailand en Australië. Guatemala is ook de derde mondiale speler in termen van havenlaadcapaciteit. De totaliteit van de in Guatemala verkochte suiker is verrijkt met vitamine A en ijzer.
De cichoreicampagne verloopt momenteel gesmeerd. De oogst is duidelijk beter dan verwacht. Planters, loonwerkers, kraanmannen en transporteurs hopen nog gevrijwaard te blijven van ongunstige weersomstandigheden, zodat de campagne verder optimaal kan verlopen.
G
Dit jaar zullen de twee laadsystemen de klok rond werken en niet meer één laadsysteem tijdens de nacht. De ladingen met de kraan werden dus gereorganiseerd. De continue-ontvangst in de fabriek (de klok rond – behalve op zondag) blijft van toepassing tijdens deze campagne.
De eerste rooiingen werden in goede weersomstandigheden gerealiseerd.
Bij problemen met het leveren kunt u contact opnemen met de verantwoordelijke voor de controle in de fabriek (019/679 006; wordt de telefoon niet opgenomen, gelieve later opnieuw te proberen). U kunt ook contact opnemen met het secretariaat van de organisatie via
[email protected].
Uitzaai 2016 De contracten 2016 blijven aan dezelfde voorwaarden als in 2015 (basisprijs 53 euro plus volatiliteitspremie van 3 euro plus Premie voor Logistieke Efficiëntie – onder voorwaarden – van 5 euro). Oreye heeft de contracten 2016 met 10 procent verminderd voor alle planters. Gezien een zeer goede oogst in het vooruitzicht wordt gesteld voor deze campagne, vraagt de fabriek dat de planters zich voorzichtig opstellen voor de uitzaai 2016. Twee opeenvolgende goede oogsten (2015 en 2016) moeten afzet vinden op de markt, die voor het ogenblik blijkbaar onder de hevige concurrentie tussen de verschillende spelers te lijden heeft.
Premie voor Logistieke Efficiëntie Gelieve de regels en voorziene termijnen nauwgezet te blijven naleven: de drie voorwaarden die tijdens de campagne moeten worden vervuld zijn: - vóór het rooien, de toestemming krijgen van de fabriek om de cichorei te rooien; - na het rooien en vóór de levering, de rooigegevens overmaken aan de fabriek en vragen of er al dan niet moet gereinigd worden; - de silo’s niet langs doodlopende wegen plaatsen. Contacteer de fabriek als u geen nieuws hebt betreffende de toestemming om te rooien. De fabriek vraagt de planters om meer gebruik te maken van het “portaal” (internet) voor deze operaties, maar zal het “groen licht’ voor het rooien nog blijven versturen per sms. n
uatemala heeft de grootste opslagcapaciteit van suiker van Centraal-Amerika met een capaciteit van 430.000 ton. De nationale suikervoorraad wordt aangehouden in de opslagplaatsen van COMETRO verspreid over heel het land. De exportsuiker bevindt zich in de opslagplaatsen van EXPOGRANEL en de laadterminal situeert zich in de haven van Puerto Quetzal. De opslagcapaciteit van de suikerterminal bedraagt 365.000 ton bulksuiker, en 66.000 ton geraffineerde suiker in zakken van 50 kg voor vervoer per container. De suikerindustrie is een van de meeste efficiënte wat havenlading betreft: 2.200 ton suiker laadcapaciteit per uur. De export vertegenwoordigt ongeveer 3% van de wereldexport, met als voornaamste bestemmingen: China, Zuid-Korea, de Verenigde Staten en Canada. Sinds tien jaar exporteert Guatemala steeds meer witte (geraffineerde) suiker. Het huidige aandeel ruwe suiker vertegenwoordigt nog slechts 55% van de totale export. Deze evolutie gaf een boost aan de verkopen naar het Caribisch Gebied en Zuid-Amerika terwijl de export naar Europa afnam. Guatemala wordt erkend als een goede partner in de suikersector, op basis van de hoge kwaliteit van zijn suiker (95-98% polarisatie) en van zijn bedrijfszekerheid.
Tien procent van de landbouwgrond voor suikerriet Het suikerrietareaal wordt op 280.000 ha geschat voor de campagne 2014/15, wat overeenstemt met 3% van de oppervlakte van het land en 10% van de totale landbouwoppervlakte. Uitbreiding is niettemin beperkt gezien het tekort aan aangepaste grond, water en omwille van de concurrentie met andere teelten. De suikerproductie is sterk geïntegreerd. 80% van de suikerrietvelden wordt geteeld door de industriëlen die hetzij de gronden bezitten, hetzij huren. De overige 20% wordt geteeld door zowat 35 private telers met gemiddeld 1.500 ha per bedrijf. Het land telt dertien fabrieken, waarvan vijf ethanol produceren. De op basis van bagasse geproduceerde elektriciteit staat in voor 25% van de elektriciteitsproductie van het land (tegen 15% tien jaar geleden). Suiker is een belangrijke sector van de economie. Hij vertegenwoordigt de derde inkomstenbron voor het land na textiel en koffie. De suikerproductie wordt op 2,9 Mt geschat voor 2014/15. Met zijn 15 miljoen inwoners, consumeert het land maar 700 à 800.000 ton suiker per jaar, hetzij 30% van de nationale pro-
De suikerterminal van de haven van Puerto Quetzal heeft een opslagcapaciteit van 365.000 ton bulksuiker en van 66.000 ton in zakken van 50 kg. ductie. De overige 70%, hetzij 2,2 Mt, wordt uitgevoerd. Momenteel, gaat de inlandse consumptie voor 28% naar industrieel gebruik en 72% naar menselijk gebruik. De frisdrankenindustrie is de voornaamste industriële gebruiker van suiker, gevolgd door suikerwarenfabrikanten, bakkerijen, melkproducenten en farmaceutische bedrijven. Het is de nationale Suikerraad van Guatemala met vertegenwoordigers van het ministerie van Economie, suikerrietproducenten en suikerfabrieken, die de productiedoelstellingen en de suikerrietprijzen vastlegt en die het Amerikaanse suikerquotum aan de verschillende suikerfabrieken toekent.
Met vitamine A verrijkte suiker Guatemala is het land waar de derde hoogste graad van chronische ondervoeding ter wereld voorkomt bij kinderen onder de vijf jaar. Een van de oorzaken is het tekort aan vitamine A verrijkt voedsel, dat oorzaak is voor de aanzienlijke verhoging van kindersterfte en dat, in het meest acute stadium, blindheid veroorzaakt. Alhoewel blindheid geen probleem is in het land, moet al de suiker die in Guatemala verkocht wordt, met vitamine A verrijkt worden en dit conform de wet van 1974. Guatemala is sinds eind de jaren ’70 een pionier in de bestrijding van het vitamine A-tekort door de suiker met vitamine A te verrijken. Deze actie werd nadien door andere CentraalAmerikaanse regeringen overgenomen zoals Honduras en Nicaragua. Het verrijkingsproces van vitamine A van Guatemala werd toevertrouwd aan de suikerindustrie en wordt ook vandaag nog gedaan. In de loop der jaren werd de technologie van verrijking verbeterd. Momenteel is het mogelijk om uitstekende suiker te bekomen dubbel verrijkt met vitamine A en ijzer zonder dat de organoleptische eigenschappen van suiker gewijzigd worden, noch dat kleur- of ongewenste smaakveranderingen optreden tijdens de behandeling. Het verrijkingsproces wordt gevalideerd door het Voedingsinstituut van Centraal-Amerika en van Panama dat de impact steeds als een succes heeft geëvalueerd. Bronnen: USDA Gain report, WABCG
ard a n ëve iteit ! e g on tabil f l e uz t en s n u G mfor co
Trans-SPACE
www.joskin.com Groot trekgemak Conische monocoque laadbak Stevigheid en betrouwbaarheid Brochures en filmpjes op www.joskin.com
Tel : 04 377 35 45 www.joskin.com
JAAR 3 GARANTIE
9
10
MECHANISATIE
Infodagen voor “chauffeurs van bietenrooiers” Ter voorbereiding van de bietencampagne, organiseerde het Koninklijk Belgisch Instituut tot Verbetering van de Biet (KBIVB) in samenwerking met de Belgische suikerindustrie drie infosessies bestemd voor de chauffeurs van bietenrooiers.
D
e twee eerste sessies vonden plaats op de sites van de Tiense Suikerraffinaderij en werden bijgewoond door zo’n 200 personen. De derde sessie vond plaats tijdens de Werktuigendagen te Oudenaarde, in samenwerking met Iscal Sugar.
Doel van deze dagen Met het verlengen van de bietencampagnes is het belang van een kwalitatieve rooi nog toegenomen, dit om een optimale bietenbewaring te verzekeren en zo een minimum aan suikergehalte te verliezen. Het doel van deze infodagen was dus om de chauffeurs attent te maken op enkele kernpunten voor een optimale rooi, om zo een kwalitatief werk te blijven afleveren in lijn met de huidige behoeften.
Programma van de sessies bij de Tiense Suikerraffinaderij N.V. In de voormiddag werden technische presentaties gegeven door de heren Jean-Pierre Vandergeten en Guy Legrand van het KBIVB en François Willocx, deskundige landbouwbanden bij Pirelli. De medewerkers van de Tiense Suikerraffinaderij gaven op hun beurt een toelichting rond het aanleggen van de bietenhopen en de organisatie van de laadplanningen. Meer in detail, gaf Jean-Pierre Vandergeten een opfrissing van de belangrijkste aandachtspunten voor een goede afstelling van de rooimachines. Hij presenteerde ook de resultaten van de proeven uitgevoerd met de nieuwe scalpers, alsook de metingen van verlies aan suikergehalte tijdens het rooien in functie van puntbreuk. Ten slotte, herhaalde hij nog de resultaten van de grondtarra en de verliezen, waargenomen tijdens de proeven met verschillende rooimachines. François Willocx (Pirelli) gaf een uiteenzetting over de banden : hoe de bandenspanning controleren, technische aspec-
ten bij de keuze van de banden en mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Guy Legrand (KBIVB) kwam nog even terug op de metingen van verlies aan suikergehalte. Het KBIVB beschikt namelijk over een « ademhalingskamer » in dewelke de CO2 uitgestoten door de bieten, wordt gemeten. Deze metingen laten toe het suikerverlies te evalueren in functie van de temperatuursomstandigheden. Dankzij deze metingen kon ook een duidelijke link gelegd worden tussen de oogstkwaliteit (puntbreuk, ontkopping, …) en het suikerverlies gemeten tijdens de bietenbewaring bijvoorbeeld. Daarna hebben de sprekers van de Tiense Suikerraffinaderij een woordje uitleg gegeven over het opstellen van de laadplanningen en zijn ze nog teruggekomen op de aandachtspunten voor het aanleggen van een bietenhoop. Zo mag bijvoorbeeld, voor het laden met een bietenreiniger van 10 meter, de breedte van de bietenhoop niet meer dan 9,5m bedragen. De namiddag werd gewijd aan de voorstelling van de 4 rooimachines aanwezig op het bietenplein door hun respectievelijke constructeurs (Grimme, Holmer-Gilles, Ropa en Vervaet ). Zo kon elke constructeur de technische specificiteiten van zijn machine, alsook de beschikbare afstelpunten, toelichten. De deelnemers kregen nadien de gelegenheid om al hun vragen te stellen. Na dit mechanisch gedeelte bezocht de groep de bietenreceptie en het bietenlabo. Dit was de gelegenheid om de ontkopping aan te kaarten. Een zeer actueel onderwerp, aangezien de bietenpopulaties dit jaar een zekere heterogeniteit vertonen, mede door de vaak moeilijke opkomstomstandigheden. Deze omstandigheden hebben geleid tot soms zeer grote bieten met grote bietenkoppen. Men zal dus extra aandacht moeten besteden aan het afstellen van de bietenrooiers, dit om te diepe ontkopping op het veld te vermijden, hetgeen zeker niet ideaal is voor een optimale bietenbewaring.
Bietenplein van Longchamps (15/09): de vertegenwoordigers van elke constructeur gaven uitvoerige informatie over hun rooimachines aan de belangstellenden.
Erwin Boonen (agro-manager TS) gaf toelichting omtrent de gewenste nakopping en de werking van het TS-ontvangstcentrum. De infodagen werden telkens afgesloten met een fabrieksbezoek, door iedereen ten zeerste geapprecieerd! Als we naar het deelnemerspercentage kijken voor dit gezamenlijk evenement KBIVB-suikerindustrie, mogen we van een reëel succes spreken en is dit zeker voor herhaling vatbaar de komende jaren! n Lucie Lejeune, Agro Business Support Manager
UITNODIGING De Tiense Suikerraffinaderij nodigt haar planters en loonwerkers van harte uit op de demodagen Toptex: mechanisch afdekken en verwijderen Demonstraties om 10u30 en 13u30 - op dinsdag 03/11 te 4577 Modave - op woensdag 04/11 te 3730 Alt Hoeselt - op donderdag 05/11 te 3300 Tienen - op vrijdag 06/11 te 1360 Thorembais Les Béguines - op maandag 09/11 te 1460 Ittre
Programma :
Alle praktische informatie vindt u ook :
- Belang van afdekken met Toptex en Interprofessionele akkoorden (TS) - Organisatie van het afnemen van de dekzeilen door de TS - Technische aspecten van Toptex (KBIVB) - Mechanisch afdekken met Toptex en verwijderen (dhr. A. Bernard)
- op het landbouwkundig portaal www.rmp.szgroup.com - of bel gerust op 016 801 402
CONSUMPTIE
Zeer lage suikerprijs… behalve voor de consument In juli 2015 bedroeg de suikerverkoopprijs in de Europese Unie af-fabriek gemiddeld 414 euro per ton, hetzij bijna 25 procent minder dan in 2008. De prijs voor suiker in de winkel steeg, daarentegen, met meer dan 10 procent tijdens dezelfde periode. Detailprijs stijgt, prijs af-fabriek daalt Volgens de statistieken van de Europese Commissie steeg de index van de detailprijs voor suiker in de EU gemiddeld met 13 procent tussen 2008 en 2015. Grafiek 1 toont een eerste periode (tussen augustus 2008 en maart 2010) met prijzen die lichtjes stijgen, een tweede periode waar de prijzen sterk stijgen tussen maart 2010 en oktober 2012 (+10 procent in minder dan 2 jaar) en een derde periode (oktober 2012 tot februari 2015), met stabiele prijzen. Grafiek 1: Evolutie van de detailprijs voor suiker in de EU 115 114 113 112 111 110 109 108 107 106 105 104 103 102 101 100 99
EU sugar consumer price
Source: European Commission, CIBE
Grafiek 2 illustreert dat sinds 2008, de prijs van de door de EU-suikerfabrikanten verkochte bulksuiker (grafiek 2) op een totaal andere manier evolueert. Na een daling tussen 2008 en 2010, gevolgd door een sterke stijging in 2012 en 2013, begon de verkoopprijs affabriek vanaf januari 2014 fel te dalen. Grafiek 2: Evolutie van de verkoopprijs af-fabriek voor suiker in de EU
ook vaststellen in de ande‘De lage verkoopprijs van re lidstaten: de daling van de suiker af-fabriek de gemiddelde verkoopvertaalt zich ook niet in een prijs af-fabriek in de EU in prijsdaling van de de periode 2008-2010 en producten van de 2014-2015 werd zo goed suikerverbruikende als niet doorgerekend aan industrie (koekjes, snoep, de consument, terwijl dit frisdrank,...).’ wel gebeurde met de prijsstijgingen tussen 2011 en 2013. Het is ook interessant om vast te stellen dat de prijzen van de producten op basis van suiker (chocolade, snoep, enz.) in België gestaag en veel sterker stijgen. Tussen 2008 en 2015: +15% voor frisdranken, siropen en confituren, +35% voor chocolade en gebak, terwijl de suikerprijs slechts met 7 procent steeg. Men merkt ook hier op dat de lage verkoopprijs van de suiker af-fabriek zich niet vertaalt in een prijsdaling van de producten van de suikerverbruikende industrie (koekjes, snoep, frisdrank,...).
In de EU vertegenwoordigt suiker voor rechtstreeks verbruik slechts 20 procent. De overige 80 procent wordt geconsumeerd in verwerkte producten.
Van fabriek naar winkelrek In de EU vertegenwoordigt suiker voor rechtstreeks verbruik slechts 20 procent. De overige 80 procent wordt geconsumeerd in verwerkte producten. Voor patisseriegebak, suikerhoudende dranken, koekjes en chocolade is dat vanzelfsprekend, maar in de meeste conserven, bereide schotels,... gaat het over “verborgen” suikers. Suiker doorloopt verschillende tussenstappen vooraleer hij op het bord van de consument terechtkomt (behalve consumptiesuiker).
Detailverkoopprijs van een kilo suiker: van 0,85 euro in Polen tot 1,30 euro in Ierland Volgens de cijfers van Eurostat voor het jaar 2013, schommelt de detailverkoopprijs voor suiker sterk per lidstaat. In Polen, Hongarije, de Republiek Tjechië, Duitsland en Spanje, werd suiker tegen minder dan 1 euro per kilogram verkocht. De prijs varieerde tussen 1,00 en 1,10 euro per kilogram in België, Nederland, Estland, Bulgarije, Roemenië, Slovenië en Slovakije. De hoogste prijs, meer dan 1,20 euro, werd genoteerd in Luxemburg, Cyprus, Malta en Ierland.
In België commercialiseren en conditioneren onze twee fabrikanten rechtstreeks hun eigen suiker voor de detailverkoop. Deze vertegenwoordigt “slechts” 10 tot 15 procent van de suikerafzet. Naast de retailmarkt verkopen de fabrikanten hun suiker aan enkele grote klanten, multinationals in agrovoeding, zoals Coca-Cola, Danone,... en verder aan talrijke Grafiek 3: Evolutie van de detailprijs voor suiker en suikerproducten in België kmo’s. 160,00
Siroop, honing en confituur Chocolade en suikerwerk Confituur Chocolade Limonades Suiker Sirop, miel et confiture Chocolat et confiserie Limonades Sucre Limonades Limonades Suiker
150,00
Augustus Août 2008 2008
140,00
130,00
120,00
110,00
100,00
90,00
09/2015
05/2015
01/2015
09/2014
05/2014
01/2014
09/2013
05/2013
09/2012
05/2012
01/2012
09/2011
05/2011
01/2011
09/2010
05/2010
01/2010
09/2009
05/2009
01/2009
09/2008
05/2008
01/2008
09/2007
05/2007
01/2007
09/2006
05/2006
01/2013
Bron : CBB, : CBB, DDV DDV Source CBB:Source D.Du Ville
80,00 01/2006
Uit de vergelijking van de grafieken 1 en 2 kan worden afgeleid dat wanneer de suikerverkoopprijs af-fabriek stijgt, de verhoging aan de consument wordt doorgerekend. Wanneer de prijs bij de fabrikant daalt, daalt de detailprijs voor suiker voor de consument echter niet. Globaal is de suikerverkoopprijs af-fabriek in de EU met bijna 25 procent gedaald tussen augustus 2008 en februari 2015 (van 561 naar 414 euro per ton). De index van de detailverkoopprijs voor suiker nam tijdens dezelfde periode met 13 procent toe in de EU.
In 2014/15 verkocht Iscal Sugar 200.000 ton quotumsuiker: 26.000 ton aan de detailhandel (13 procent), 34.000 ton in grote verpakking (17 procent) en 143.000 ton bulk (70 procent). Iscal Sugar verkoopt verschillende soorten suiker, volgens korrelgrootte geleverd in de meest uiteenlopende verpakkingen. Het Nederlandse filiaal, Iscal Sugar BV gevestigd in Lelystad, staat in voor de rechtstreekse commercialisatie voor de retailmarkt: klontjes, zakjes, suiker voor confituur,... Terwijl de divisie Speciality Sugars, gevestigd in Bergen, speciale mengsels en vloeibare suiker alsmede een gamma caramels aan de industrie levert. Vorig jaar zette Iscal Sugar drie vierde van zijn productie af in België, 20 procent in de rest van Europa en 4 procent in derde landen.
Prepared by Daniel Du Ville, Deputy Secretary of CBB
De evolutie van de suikerprijs (rechtstreeks verbruik door de consument) per lidstaat werd door de CIBE geanalyseerd. De analyse toont aan dat de gemiddelde stijging van de EU-suikerprijs vastgesteld tussen 2010 en 2013, in de detailprijs werd doorgerekend in alle EU-landen, behalve in Ierland. Tussen augustus 2010 en april 2013 steeg de index van de gemiddelde EU-detailverkoopprijzen met 11 procent, terwijl de gemiddelde EU-marktprijs voor suiker met bijna 50 procent steeg. De gemiddelde daling van de EU-suikerprijs waargenomen sedert 2014, daarentegen, werd niet of slechts lichtjes aan de eindverbruiker doorgerekend, behalve in sommige landen (voornamelijk Bulgarije, Griekenland, Roemenië, Portugal, Spanje en Ierland). Tussen april 2013 en januari 2015, bleef de index van de gemiddelde EU-detailverkoopprijzen stabiel (lichte daling van 0,1 punt), terwijl de gemiddelde EU-marktprijs met 42,3 procent kelderde.
‘Wanneer de suikerverkoopprijs af-fabriek stijgt, wordt de verhoging aan de consument doorgerekend. Wanneer de prijs bij de fabrikant daalt, daalt de detailprijs voor suiker voor de consument echter niet.’
In België (zie grafiek 3) steeg de prijs van consumptiesuiker tussen 2008 en 2015 met 7 procent. Dat is 6 procent minder dan de gemiddelde stijging van 13% in Europa. Men kan dit
Verschillende suikerprijzen ●
●
Suikerprijs af-fabriek: ongeveer 0,41 euro/kg (EU-gemiddelde juli 2015, prijsobservatorium). De prijs van een pakje kristalsuiker in de supermarkten kan oplopen van 0,69 euro tot 1,14 euro/kg, en zelfs tot 1,32 euro/kg, indien de suiker verpakt is in een plastic tuitzak (Brussel, oktober 2015).
Tussen de verkoopprijs af-fabriek en de consumentenprijs bedraagt de marge tussen 0,29 en 0,91 euro. Die marge dekt de transport-, conditionerings(papieren zak, plasticverpakking,...), marketing- en publiciteitskosten, en de marge van de kleinhandelaar of van de supermarkt. De laagste prijs van 0,69 euro/kg wordt betaald voor een pak suiker (van Tienen) verkocht in een papieren basisverpakking zonder foto en met weinig kleuren onder het merk “Grandpont», “Oreye” voor Lidl, “Mountain” voor Aldi, of voor suiker verpakt door Colruyt en verkocht onder de merknaam ”Every day” of door Delhaize onder het merk “Delhaize”. In de Delhaize winkels vindt men naast elkaar het “witte product van Delhaize” aan 0,69 euro en het pakje “Tiense suiker van het blauwe T-merk met foto” aan 1,14 euro. Dat verschil van 0,45 euro/kg zou verantwoord worden door een kwaliteitsmarge en/of de kosten voor reclame.
De Tiense Suikerraffinaderij die naargelang het jaar tussen 500.000 en 600.000 ton suiker produceert, zet slechts 10 procent van haar productie, hetzij tussen 50.000 en 60.000 ton per jaar af op de retailmarkt, waarvan 70 procent op de Belgische markt en 30 procent in Europa. De overige 90 procent quotumsuiker is bestemd voor de suikerverbruikende industrie en voor kmo’s waarvan ongeveer 60 procent in België wordt afgezet en de rest in Europa. De buitenquotumsuiker wordt ofwel gebruikt voor de productie van bio-ethanol, ofwel geëxporteerd buiten de EU (Midden-Oosten, Verenigde Staten,...). Als marktleider in België blijft de TS evenwel investeren in marketing (nieuw verpakkingsmateriaal, nieuwe smaken,...) en in publiciteit, om het merk ‘T’ aan het grote publiek kenbaar te maken. Haar publiciteitscampagne met de avonturen van T-man werd trouwens bekroond met verschillende prijzen: de ‘Gouden Blok Award’ voor de beste spot van het jaar 2012 en de ‘Silver Effie Award’ in 2013. n
11
12
NIEUWS UIT DE BEDRIJVEN SESVanderHave: opening van een nieuw onderzoekscentrum in 2016 in Tienen
Verenigd Koninkrijk: dalende winst voor British Sugar
Het nieuwe onderzoekscentrum van SESVanderHave zal vanaf de lente 2016 kantoren, labo’s en 13.000 m2 serres huisvesten.
V
anaf 2016 zal in het gloednieuwe complex in Tienen een groot deel van het onderzoekswerk gebeuren. Het centrum, dat op dit moment nog in aanbouw is, zal meer dan vier voetbalvelden groot zijn en er zullen tot 50 mensen werken in twee onderzoeksafdelingen: de Breedingafdeling voor de rassenontwikkeling en het onderzoekslabo om de toekomstige ziekten van suikerbieten op te sporen.
Tot drie keer meer tests en meer precisie Het objectief van dit onderzoekscentrum bestaat erin het aantal tests op te voeren en in nog veel preciezere omstandigheden te werken om sneller en terzake de beste bietenrassen te ontwikkelen. Daarom werd de nadruk gelegd op de automatisering van de testprocedures (planten, bladinenting,...) in een zeer groot aantal gesloten groeikamers waarbij in elke kamer onafhankelijk verschillende teeltomstandigheden op het stuk van vochtigheid, temperatuur, lichtsterkte, ziekten,... kunnen worden getest. Enkele cijfers: het aantal groeikamers stijgt van 3 naar 7, het aantal deelcompartimenten stijgt van 7 naar 18 waardoor het aantal biotests zoals het aantal kruisingen zullen verdrievoudigen en 50 verschillende stressfactoren zullen worden onderzocht tegen 13 vroeger.
Toptechnologie en ecologie gaan hand in hand Het centrum vertegenwoordigt een investering van 15 miljoen euro die niet alleen aan nieuwe technologieën wordt besteed maar ook aan een optimaal gebruik van water, energie en licht in de 13.000 m2 voorziene serres. Het nieuwe complex zal meer dan 8 miljoen regenwater kunnen opvangen, dat zal hergebruikt worden om de planten water te geven. Het zal ook LED-lampen gebruiken, die viermaal zuiniger zijn. De serres zullen uitgerust zijn met verduisterende schermen waardoor de lichtpollutie tot een absoluut minimum wordt beperkt, enz.
Geloof in de toekomt, ook na 2017 Tot slot, verheugt Rob Van Teteren, CEO van SESVanderHave, zich over de bouw van het nieuwe onderzoekscentrum van Tienen met de bedoeling dat uiteindelijk de suikerbiet een serieuze concurrent wordt voor het suikerriet. “Dankzij het nieuwe onderzoekscentrum zullen we sneller met nieuwe en betere rassen op de markt kunnen komen: suikerbieten met een hogere opbrengst, een betere ziekteresistentie en die minder afhankelijk zijn van de gewasbeschermingsmiddelen. Het toont aan dat SESVanderHave gelooft in de suikerbiet, zelfs met de afschaffing van de quota die op til staat in 2017.” n
“Curran” : een nieuw middel uit bietenpulp
H
et Schotse bedrijf CelluComp ontwikkelde een middel “Curran” genoemd, dat geraffineerd wordt uit bietenpulp. Curran wordt gebruikt als additief in onder meer coatings en verf. Dankzij dit additief wordt de verf dikker en scheurt en rimpelt ze minder snel. Curran kan ook worden gebruikt als middel om een composiet te maken ‘Curran’ is een nieuw middel uit droge dat vergelijkbaar is met koolstofvezel. bietenpulp dat in Schotland wordt Curran is een derivaat van nanocellugeproduceerd. Het wordt onder meer gebruikt als additief in verf. losedeeltjes uit allerlei wortelgewassen. Aanvankelijk werd het productieproces uitgetest met wortelen. Maar gezien bietenpulp in voldoende hoeveelheid beschikbaar is in het Verenigd Koninkrijk, ontwikkelde de productie van Curran zich op basis van droge bietenpulp. Momenteel wordt Curran geproduceerd in een fabriek in Edinburgh, die 400 ton Curranpoeder per jaar kan produceren. Dit is een belangrijk volume als men weet dat slechts een kleine hoeveelheid nodig is voor de actuele toepassingen (minder dan 1% in verf). Volgens het bedrijf kan Curran ook voor andere toepassingen worden gebruikt zoals beton, cosmetica, boorvloeistoffen en composietmaterialen. CelluComp stelt dat zijn middel Curran tweemaal zo sterk is als koolstofvezel en zelfs voor vliegtuigvleugels zal kunnen worden toegepast. CelluComp wil zijn productie binnen drie jaar opvoeren naar 2.000 ton per jaar. n
British Sugar, het enige Britse suikerbedrijf.
A
B Sugar, Engelse multinational, die het enige Britse suikerbedrijf British Sugar in handen heeft en zowat overal ter wereld suikerondernemingen bezit (Zuid-Afrika, China en Spanje), meldt een sterke daling van de omzet en de winst van zijn suikerdivisie voor het boekjaar 2014/15. De belangrijkste oorzaak hiervoor is de lage suikerprijs op de Europese markt. De voor 2014/15 aangekondigde winstdaling volgt op de reeds vastgestelde winstdaling van het jaar voordien. Het omstandig plan dat werd opgesteld om de algemene kosten te drukken, heeft de impact van de dalende suikerverkoopprijs niet kunnen compenseren.
British Sugar produceerde in het Verenigd Koninkrijk 1,45 miljoen ton suiker tijdens de campagne 2014/15 dankzij de uitstekende bietenopbrengsten. Voor 2015/16 worden evenwel gemiddelde bietenopbrengsten verwacht, waardoor de productie, rekening houdend met een areaalinkrimping van 20%, tot zowat 1 miljoen ton zou terugvallen. Voor de campagne 2016/17 dalen de prijzen voorgesteld aan de planters van British Sugar met 15%, na een daling met 24% vorig jaar. Ook verminderde British Sugar de hoeveelheden gecontracteerde bieten bij de landbouwers om het overaanbod op de markt te beperken. ABF verwacht dat de lage prijzen op de
EU-suikermarkten opnieuw zouden kunnen stijgen voor het verkoopseizoen 2015/16. De Britse groep AB Sugar is de tweede wereldsuikerproducent met activiteiten in tien landen en 29 fabrieken, wereldwijd goed voor een totale productiecapaciteit van 5 miljoen ton suiker. AB Sugar is aanwezig in China en in Spanje en is meerderheidsaandeelhouder van Illovo Sugar, de grootste suikerproducent in Afrika met fabrieken in ZuidAfrika, Malawi, Zambia, Swaziland, Tanzania en Mozambique. n Cristal Union en British Sugar gaan het aflopende contract tussen Südzucker en het Mauritiaanse suikersyndicaat omtrent de suikerexport naar Europa overnemen. Op basis van een vierjarig contract (20152019) gaat de Franse groep Cristal Union ieder jaar 130.000 ton Mauritiaanse witte suiker verkopen. British Sugar, filiaal van AB Sugar, gaat 100.000 ton Mauritiaanse witte suiker in Groot-Brittannië en in Europa verkopen. Het eiland Mauritius exporteert elk jaar 300.000 ton witte suiker naar Europa en 120.000 ton speciale suikers naar Europa, de Verenigde Staten of het Midden-Oosten.
Cristal Union: isobuteen uit bieten om bioplastics en biobrandstof te produceren
D
e suikergroep Cristal Union en het Franse biotechnologiebedrijf Global Bioenergies bezitten in mede-eigendom het projectbedrijf IBN-One voor de productie van isobuteen op basis van suikers uit granen, bieten of cellulose. Isobuteen is een van de belangrijkste chemische bouwstenen die het mogelijk maakt om brandstoffen en plastics te produceren. Isobuteen kan worden gesynthetiseerd uit aardolie of uit biomassa. Het objectief van het IBN-One project is om tegen 2018 de eerste fabriek op grote schaal te bouwen om bieten in 50.000 ton hernieuwbaar isobuteen om te zetten. In 2018, moet de fabriek voordeel kunnen halen uit het einde van de suikerquota in Europa, volgens de directeur van IBN-One. Begin 2015 kondigde Global Bioenergies aan dat het proces ook kon werken met suikers uit land- en bosbouwafval, zij het tegen lagere opbrengsten. De middelen uit dit land- en bosbouwafval, de tweede generatie genoemd, zijn mengsels die niet alleen glucose maar ook andere “suikers” bevatten zoals xylose, ook ‘houtsuiker’ genoemd. De valorisatie van land- en bosbouwafval zijn goedkope
middelen die de productiekosten van hernieuwbaar isobuteen nog zouden kunnen doen dalen en competitiever zouden kunnen zijn ten aanzien van isobuteen uit de petrochemie. Global Bioenergies zal samenwerken met het Duitse bedrijf Aireg (Aviation Initiative for Renewable) dat momenteel zijn industriële demonstrator bouwt te Leuna (Duitsland). Doel is een vliegtuigbrandstof op basis van suikers te produceren. Dankzij hun samenwerking, beogen deze twee bedrijven hernieuwbare brandstoffen in de vliegtuigsector te introduceren. Isododecaan, dat op basis van isobuteen geproduceerd wordt, houdt bepaalde haalbare opties in voor vliegtuigbiobrandstof.
Een nieuwe fabriek van 5.000 ton bioplastics Cristal Union gaat met het Italiaanse bedrijf Bio-On, bioplastics PHA produceren uit bijproducten van suikerbieten. In een eerste fase wordt gestreefd naar een productie van 5.000 ton per jaar, met een uitbreidingsmogelijkheid tot 10.000 ton per jaar. Deze productie-installatie van bioplastics zal een investering van 70 miljoen euro vergen en op een van de sites van Cristal Union worden gevestigd. n