Bietplanter planter
De
MAANDBLAD CBB • JAARGANG 49 NR 520 • MEI-JUNI 2015 • P 806265
Bij de TS werd de pulpprijs voor de campagne 2015-16 vastgelegd op 5,00 euro per ton bieten
kort geoogst
3 10
Suiker: overleg van de expertenwerkgroep om de overgang naar het quotumvrije tijdperk te verbeteren. De expertengroep, samengesteld uit experten van de landbouwministeries van de achtentwintig lidstaten, besprak de manier waarop de lidstaten besloten hebben de vrijwillige gekoppelde steun die voor de sector voorzien is door de hervorming van het GLB toe te passen. Deze optie werd geïmplementeerd door tien landen (Tsjechië, Griekenland, Spanje, Finland, Hongarije, Kroatië, Italië, Polen, Roemenië en Slowakije). Ze vertegenwoordigt 4% van totale gekoppelde steun in de EU. Biobrandstoffen: de Europese Commissie stelt Spanje in gebreke en vraagt een correcte uitvoering van de Europese Richtlijn hernieuwbare energie van 2009, met name wat biobrandstoffen betreft. Spanje zou de duurzaamheidseisen negeren die voorzien zijn in de richtlijn om op het nationale grondgebied te komen tot een aandeel van 10%. hernieuwbare energie in het vervoer. Bovendien behandelt Spanje biobrandstoffen en grondstoffen van geografische oorsprong verschillend, in tegenstelling tot wat is vastgelegd in de Europese richtlijn.
EINDE VAN DE HANDELOORLOG TUSSEN DE VERENIGDE STATEN EN MEXICO ?
Het imago van suiker 2
De graanoogst 2015 in de EU zou 5,2% lager uitkomen in vergelijking met het record van vorig jaar. Die afname is deels te wijten aan een areaaldaling van 2,1%. Het areaal van de belangrijkste teelten zoals tarwe (-4%) en maïs (-4.3%) is afgenomen. Gezien de stabiele consumptie en de dalende export (-12%), zouden volgens de experten de voorraden 52 Mt bereiken aan het einde van de campagne (+3.1 Mt). Voor oliehoudende gewassen, blijft het areaal zo goed als onveranderd maar de oogst zou dalen met ongeveer 10% tot 31,1 Mt.
Wees gerust, u heeft kwaliteit in handen
Antibioticagebruik in de veehouderij zou wereldwijd stijgen met 67% tegen 2030. Vooral in Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika zou het verbruik stijgen. Het antibioticaverbruik zou er verdubbelen omdat extensieve veeteelt geleidelijk wordt vervangen door intensieve systemen waar antibiotica worden gebruikt als groeifactor. In de EU werden ondertussen twee nieuwe verordeningen voorgesteld in 2014 om o.a. het gemedicineerd voer als groeibevorderaar of voor preventief gebruik te verbieden.
Maandblad van de Confederatie van de Belgische Bietenplanters vzw CBB • Anspachlaan 111 Bus 10 • 1000 Brussel T. 02 513 68 98 • F. 02 512 19 88 • www.cbb.be •
[email protected]
COLOFON Verantwoordelijke uitgever Mathieu Vrancken, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie Valerie Vercammen Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - Martine Moyart Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek KBIVB Tienen Druk Corelio Printing Jaarabonnement € 12,00 EU-land € 22,00 niet EU-land € 27,00 IBAN BE 70 1031 0384 3925 • BTW BE 0445.069.157
AMAROK
BONSAI
OKAPI
W W W . S E S V A N D E R H A V E . B E
2
EDITO IMAGO Landbouw vervuilt: eet veggie!
L
“
2
andbouw vervuilt de natuur en koeien produceren CO2gassen. Dus moeten we één keer per week veggie eten, want dat is goed voor het milieu”. Met deze boodschap kwam mijn zoon onlangs thuis van school. De juffen en meesters vertolken wat een groot stuk van de bevolking denkt. Landbouw kampt dus nog steeds met een ernstig imagoprobleem. Men kan niet van leerkrachten verwachten dat ze specialisten zijn in alle materies. Hun job is al moeilijk genoeg: het bijbrengen van een basiskennis aan vijfentwintig, niet altijd even gemakkelijke twaalfjarigen die al de eerste tekens van prepuberteit vertonen, dat verdient respect! Maar als mijn zoon de dag nadien in de klas zegt “dat om tofu en seitan te maken soja nodig is, die voor het merendeel met de boot van ver over de oceaan moet komen en dat de tofufabrieken ook vervuilen wanneer ze draaien”, dan vind ik wel dat ze daar in klasverband verder over moeten nadenken. De kinderen van vandaag zijn immers de consumenten van binnen tien jaar. Wat aan onze kinderen wordt onderwezen, doet me de link leggen met het opiniestuk van Dirk Draulans, bioloog en redacteur bij Knack, een paar weken terug. In zijn artikel schrijft hij dingen die misschien wel klopten voor de naoorlogse landbouw, doch die totaal niet meer overeenkomen met de landbouw van de laatste decennia en zeker niet met de landbouw van vandaag. De boeren die ik ontmoet, houden van hun land en van de natuur en gaan er heel zorgzaam mee om. De natuur is niet alleen hun broodwinning, maar ook de erfenis voor hun kinderen: letterlijk en figuurlijk. Zeggen dat boeren “een diepgewortelde afkeer hebben van natuurwaarden”, is dan ook totaal onaanvaardbaar. Ik beschouw het zelfs als lasterlijk! Europa houdt bovendien meer dan een oogje in het zeil: ik raad
iedereen die boeren ervan beschuldigt “vervuilers” te zijn aan om onze tijd. Er gaat geen week voorbij, of je ziet een artikel verschijde tekst van het GLB over vergroening eens door te nemen. Zijn er nen over het “witte gif” dat toxischer zou zijn dan drugs (op muivroeger misbruiken geweest? Zeer zeker. Is nu alles perfect? Neen, zen weliswaar). In de supermarkten verschijnt voor veel producten nog verre van, maar het gaat wel de goede richting uit met onze een suikervrij alternatief, gezoet met stevia of andere zoetstoffen, landbouw. Onderzoek en ontwikkeling, investeringen, specialisa- al dan niet kunstmatig. In Europa consumeren we jaarlijks gemidtie van de teelttechnieken en een deld zo’n 40 kilogram suiker per “Wat vet was voor de jaren ‘80 en ’90, lijkt suiker nu weloverwogen gebruik van plantpersoon. In de wereld ligt het beschermingsmiddelen waneer het gemiddelde suikerverbruik op 25 te worden voor onze tijd. Er gaat geen week voorbij, of nodig is, hebben van de landbouw kilogram per capita. In de vorige je ziet een artikel verschijnen over het “witte gif” dat een innovatieve sector gemaakt die editie van de Bietplanter kon u toxischer zou zijn dan drugs (op muizen weliswaar)” harmonieus probeert samen te leven lezen dat de WHO (Wereldmet de natuur. De landbouw is een sector die de problemen her- gezondheidsorganisatie) de suikerinname wil terugschroeven kent en erkent en er wat aan doet. naar 25 gram per dag: 6 koffielepels per dag, hetzij 9 kilo per jaar. Is dit een haalbare kaart wetende dat in één frisdrank al tien theelepels suiker zitten? Vooral “verborgen suikers” zijn de grote boosWordt suiker het nieuwe vet? Mijn generatie is opgegroeid met de boodschap om zo weinig doeners: ze zitten in bijna alle voorverpakte voedingsmiddelen mogelijk vetten te gebruiken. Van vetten werd je dik en je ging er zoals sauzen, yoghurt en blikgroente. We vergeten ze vaak mee te dood van, door allerlei hart- en vaatziektes. Overal zag je vetarme tellen in ons dagelijks suikerverbruik. voedingswaren opduiken, margarines en andere “light”-produc- “Overdaad schaadt” en genieten moet je van alles “met mate” ten. Het vetpercentage was het eerste waar het oog van een wel- doen. Maar ik ben toch benieuwd wat men binnen 25 à 30 jaar over suiker zal schrijven? geïnformeerde consument op moest vallen. Is het tij gekeerd? Zo lijkt het wel, want de laatste maanden waren er verschillende studies in omloop over de gevaren van te weinig Valerie Vercammen vet eten. Wie te weinig vet inneemt, maakt onvoldoende goede Secretaris generaal cholesterol aan, krijgt meer depressies en heeft zelfs een hoger risicopercentage om bepaalde types van kanker te ontwikkelen. Voor de anti-cholesterol-generatie lijkt deze boodschap, die totaal contradictorisch is met wat we vroeger geleerd hebben, bijna ongeloofwaardig. Wat vet was voor de jaren ‘80 en ’90, lijkt suiker nu te worden voor
BIOBRANDSTOFFEN
Onderhandelingen gestart tussen Europese Raad en Parlement Nu de onderhandelingen tussen de Europese Raad en het Parlement van start gaan, herhalen de Europese landbouw- en coöperatieve organisaties (COPA-COGECA) hun standpunt. Zij willen dat het gebruik van biobrandstoffen uit landbouwgewassen niet onder de 8% daalt en verwijzen hiervoor naar de volgende elementen: verhoging van de energieveiligheid in de EU, beperking van het proteïnetekort in de EU en stabilisering van de landbouwmarkten.
D
e Europese landbouworganisaties vragen eveneens: - de notie van de ILUC landgebruiksveranderingen niet in de Europese wetgeving op te nemen zolang geen betrouwbare en consensuele wetenschappelijke gegevens op internationaal vlak voorhanden zijn; - een minimaal en verplichtend subobjectief van 0,5% voor geavanceerde biobrandstoffen.
legt 6,5% hernieuwbare energie op specifiek met betrekking tot benzine, terwijl tot nu toe alle brandstoffen op gelijke leest geschoeid waren. Dit zou leiden tot de veralgemening van brandstof E10 op basis van ethanol in de 28 landen van de Unie, die tot op heden eerder dieselvoertuigen viseerde door bij voorkeur biodiesel bij te mengen. Besprekingen zijn voorzien in de eerstkomende maanden.
Bio-ethanol: tegen het project van afschaffing van de communautaire regels
Biobrandstoffen: het cascadeprincipe verontrust de professionelen uit de houtsector
De landbouworganisaties en bio-ethanolproducenten van de EU (Epure) verzetten zich tegen het project van de Europese Commissie om het systeem van de registratie van de communautaire markt voor ethylalcohol (import, export, productie,...) af te schaffen. Zij vragen om het systeem te verbeteren. Voor de professionelen is het inzamelen van deze gegevens een belangrijke informatiebron voor de bio-ethanolproducenten, maar laat het de overheden ook toe om de markten te beheren. Het door de Commissie beoogde project voorziet ook in de afschaffing van de belangrijke bepalingen inzake de te nemen urgentiemaatregelen om de EU-ethanolmarkt te beschermen tegen verstoringen ten gevolge van buitensporige import uit derde landen wat voor de landbouworganisaties en bio-ethanolproducenten erg belangrijk is. De bio-ethanolketen hoopt dan ook dat het Europees Parlement zijn stem van februari in de Commissie Leefmilieu zal bevestigen. De tekst
In een brief aan de Europese Commissie, maken de Europese landbouw- en coöperatieve organisaties (COPA-COGECA), de Confederatie van Europese boseigenaren (CEPF) en de Europese Vereniging van landeigenaars (EIO) zich zorgen over de houding van het Europees Parlement omtrent biobrandstoffen. Het EP heeft zich uitgesproken voor de invoering van het cascadeprincipe als bindend element in de duurzaamheidscriteria voor hernieuwbare energie. De Parlementaire Commissie voor leefmilieu heeft immers beslist tot invoering van het cascadeprincipe dat erin bestaat een hiërarchie voor houtgebruik op te leggen als prioriteitenvolgorde: producten op basis van hout, hergebruik, reyclage, bio-energie en eliminatie. Voor de ondertekenaars van de brief, zou deze bepaling, als zij in de eindtekst mocht worden behouden, de ontwikkeling en investering in geavanceerde biobrandstoffen in de weg staan. Bron: AgraEurope
Het huidige bijmengingspercentage van biobrandstoffen in het transport bedraagt 5,4 %, daar waar de door de EU vastgelegde doelstelling 10% bedraagt tegen 2020.
Het aandeel hernieuwbare energie in Europa bedraagt 15% in 2013 Volgens een rapport van Eurostat bedroeg in 2013 het aandeel hernieuwbare energie in de consumptie 15%. In 2020 moet 20 procent van het Europese energiegebruik uit hernieuwbare energiebronnen komen. Bulgarije (19% voor een objectief van 16%), Estland (25,6% voor 25%) en Zweden (52,1% voor 49%), hebben de doelstelling al bereikt. Litouwen (23%), Roemenië (23,9%) en Italië (16,7%) zijn op minder dan 0,5% van dit objectief verwijderd. Het Verenigd Koninkrijk (5,1% voor een objectief van 15%), Nederland (4,5% voor 14%), Frankrijk (14,2% voor 23%) en Ierland (7,8% voor 16%) zijn het verst van de doelstelling verwijderd. De EU blijft nog ver verwijderd van de subdoelstelling van 10% hernieuwbare energie in de transportsector in 2020. In 2013 bedroeg het aandeel 5,4%. Biobrandstoffen vertegenwoordigen bijna drie vierde van dit totaal (16,7%). Alleen Zweden overschrijdt het gevraagde percentage (16,7%). Finland benadert het percentage (9,9%). Dan volgen Oostenrijk (7,5%), Frankrijk (7,2%) en Polen (6%). Estland (0,2%), Spanje (0,4%) en Portugal (0,7%) zijn nog ver van de doelstelling verwijderd.
PLANTERS TS
PULPMARKT 2015 Ingevolge de besprekingen tussen planters en suikerfabrikanten van de TS, werden volgende modaliteiten vastgelegd voor de afname van en handel in pulp in 2015.
Z
oals in 2014 wordt de pulpprijs voor de kopers van pulp buiten recht vastgesteld op basis van 5,00 € per ton netto bieten, met een mogelijke aanpassing van maximum plus of min 0,5 naargelang de marktomstandigheden.
Pulpprijs De prijs (PP = perspulp; NP = natte pulp) voor de pulp buiten recht wordt berekend in functie van het droge stofgehalte van de pulp en desgevallend vermeerderd met de perskosten. Voor een correcte berekening: zie de website www.suikerbiet.be Een berekening wordt weergegeven in Tabel 1 op basis van een hypothese van 23,5% voor PP en 12% voor NP. In 2015 wordt PP aangeboden aan 28,99 €/t en NP aan 11,76 €/t. De basisprijs kan eventueel aangepast worden met maximaal 0,5 €/t bieten naar boven of naar onder, volgens de marktomstandigheden. De minimumen maximumprijzen voor PP en voor NP die er kun-
nen uit voortvloeien, worden weergegeven in Tabel 2. Om de prijs geleverd te bekomen, moet men aan de in Tabel 1 berekende prijs, de transportkosten toevoegen. Voor 2015 moeten de definitieve tarieven nog vastgesteld worden. In 2014 bedroegen deze 7,84 €/t PP voor kleine vrachtwagens (< 20 t) en 4,14 €/t PP voor grote vrachtwagens (>20 t).
Niet-afgenomen bestellingen Aan het einde van de campagne 2014-15 en conform de van kracht zijnde interprofessionele akkoorden, werden sancties toegekend voor de hoeveelheden pulp die werden besteld maar niet werden afgenomen. Naast het verlies van recht op de waarde van de pulp in kwestie werd een boete aangerekend van 5 euro per ton niet afgenomen pulp. Dit bedrag dient om de inspanningen geleverd door de andere planters en de logistieke problemen veroorzaakt door deze situatie te compenseren.
De pulpprijs TS wordt vastgesteld op basis van 5,00 € per ton netto bieten, met een mogelijke aanpassing van maximum plus of min 0,5 naargelang de marktomstandigheden. Voor de campagne 2015-16, zal de boete minimaal 10 euro per ton niet afgenomen pulp bedragen. Opgelet, in de akkoorden staat dat de volledige pulpwaarde kan gefactureerd worden. Het is daar-
Perspulp (PP)
kg DS t PP PPP P PPERS kg DS t biet
P (€/t biet)
Prijs 2015
Ppp 5,00
235 4,71a 28,99€/t 48,4
Natte pulp (NP) PNP P
Pnp 5,00
kg DS t NP kg DS t biet
120 11,76 € /t 51,0
Benoît Haag, Secretaris Coco Haspengouw.
Tabel 2 : Prijs voor pers- en natte pulp in 2015, met de mogelijke schommelingen, op basis van een DS-gehalte van 23,5% voor PP en 12% voor NP.
Pmin
4,50
PPP (€/t PP) vertrek fabriek 26,56
Pgemid
5,00
28,99
Pmax
5,50
31,41
Tabel 1 : Berekening van de prijs voor perspulp en natte pulp, vertrek fabriek. Formule
om belangrijk om een hoeveelheid pulp te bestellen die werkelijk nodig is voor het bedrijf.
perskosten met droge stofgehalte van meer dan of gelijk aan 22% ; met P = Prijs; P PERS = Persprijs a
PPP (€/t PP) met transportb kv gv kv gv kv gv
34,40 30,70 36,82 33,13 39,25 35,56
PNP (€/t NP) vertrek fabriek
PNP (€/t NP) met transportc
11,76
max 17,25
12,94
max 18,42
10,59
max 16,07
op basis van de prijzen van 2014; c variabel; met P = Prijs; kv = kleine vrachtwagen; gv = grote vrachtwagen. b
Hogere opbrengsten met een fungicide op basis van Xpro technologie • Nieuwe fungicidenfamilie met innoverende Leafshield formulering • Betere ziektebestrijding • Langere werkingsduur • Sterkere stresstolerantie • Alle graangewassen
www.bayercropscience.be Ged. merk Bayer AG. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.
3
4
CICHOREI Algemene vergadering van de Professionele Organisatie van de Cichoreiproducenten van Warcoing Cosucra organiseerde een technische vergadering “cichorei” samen met de syndicale organisatie (POCPW) op donderdag 26 februari in “La Ferme du Reposoir’ in Kaïn.
M
eer dan 100 personen namen eraan deel. Het eerste deel van de vergadering werd voorgezeten door de voorzitter en de penningmeester van het planterscomité. De voorzitter, Pierre Dubuisson, sprak eerst over de specifieke opdrachten van de POCPW. Met de nodige tact liet hij verschillende vertegenwoordigers van Cosucra en planters aan het woord komen. Uit deze uitwisseling van informatie, onthouden wij dat het comité als raakvlak dient tussen planters en industrieel, dat het alle planters zo goed mogelijk moet vertegenwoordigen, dat het bij het onderzoek betrokken is via het Landbouwcentrum Bieten Cichorei (LCBC) en dat het de bevoorrechte gesprekspartner is om bepaalde punten van het contract en van de receptie te onderhandelen. In de praktijk is het betreurenswaardig dat het comité al te vaak alleen een plaats is voor het delen van informatie en niet genoeg echt partnerschap inhoudt: de belangen van de partijen zijn dikwijls erg uiteenlopend en toch moeten akkoorden worden gevonden gezien de een niet zonder de andere kan functioneren. Met deze bedenking voor ogen deed de voorzitter een oproep om het comité te komen vervoegen. Het comité moet zijn actie versterken en nieuwe krachten inlijven. Wanneer u dit leest en u als cichoreiteler van Warcoing ons comité wilt vervoegen, gelieve contact op te nemen met Pierre Dubuisson (
[email protected]). Vervolgens besprak de voorzitter de werking van het comité in 2014, waarbij hij wees op het belangrijke werk dat door de twee controleurs gerealiseerd werd. Een van de twistpunten met de directie van Cosucra, blijft de kwestie van de forfaitaire koptarra die, zoals blijkt uit ondersteunende analyses, gemiddeld 0,9 punt hoger is, hetzij ongeveer 20% hoger dan de reëel gemeten koptarra. Zonder hier in detail in te gaan op de verschillende elementen die het inkomen van de planters negatief beïnvloeden, meent het comité dat elke planter gemiddeld ongeveer 250 euro verliest. Een echt partnerschap tussen industrieel en planters zou er moeten voor zorgen dat dit zo spoedig mogelijk gecorrigeerd wordt. Dan werd de laatste campagne overlopen die globaal bevredigende resultaten gaf. Meer dan 48,5 ton per hectare met een gemiddeld suikergehalte van 16,26°. Dat de campagne zo laat (9 september) van start ging, terwijl de uitzaai in het algemeen vrij vroeg werd gerealiseerd (rond 20 maart) is een minpunt. Gezien de dagelijkse verwerkingscapaciteit van Cosucra beperkt is, leidt dit altijd tot zeer late campagne-eindes (19 januari 2015) met een groot risico op verliezen van tonnage en suikergehalte voor de producenten. Daarna werd de financiële situatie van de POCPW bondig besproken door de penningmeester André Coudyzer. Rekening gehouden met een bijdrage die verhoogd werd (momenteel 0,30 euro per ton cichorei), vertonen de rekeningen 2014 een winst die toelaat om de verliezen van voorgaande jaren te compenseren. Dit syndicale deel werd afgesloten met een reeks hangende kwesties: de uitwerking van een overeenkomst inzake de parmentièresverliezen, de herziening van de forfaitaire koptarra, een nieuwe aanpak zaden met een manifest gebrek aan informatie over de rassen, de leesbaarheid van het aankoopborderel,... Laten wij hopen dat beide partijen echt vooruitgang willen boeken over deze onderwerpen. Het laatste contract en de belangrijke wijziging met betrekking tot de betaling van de geleverde cichorei buiten contract is geen goed signaal vanwege Cosucra omdat het een onderwerp betreft waarover geen enkele discussie noch onderhandeling plaatsvond met het comité... Is dit normaal? NEEN. Na afloop van dit syndicale deel, presenteerde de heer Benoît Dion, landbouwkundig verantwoordelijke
De laatste cichoreicampagne in Warcoing gaf globaal bevredigende resultaten: meer dan 48,5 ton per hectare met een gemiddeld suikergehalte van 16,26°. van COSUCRA de resultaten en de balans van afgelopen campagne alsmede het contract 2015. Hij legde ook de nadruk op de verschillende scenario’s van onkruidbestrijding en beantwoordde fragmentarisch de informatieverstrekking over de zaden. Twee andere sprekers hadden het over de factoren die de opbrengst bepalen (Adeline Deffontaines van Cosucra) en enkele nieuwe ideeën op het vlak van bemesting (Jean-Marie Parmentier van de firma Rosier). Ten slotte kwamen de heer Eric Bosly, productiedirecteur bij Cosucra, en de heer Jacques Crahay, gedelegeerd bestuurder van Cosucra, aan het woord. Volgens de heer Bosly verliep de campagne goed in de fabriek, al hebben de twee stakingsdagen geleid tot 2,5 dagen onderbreking. De landbouwkundige dienst werd versterkt door mevrouw Adeline Deffontaines die zich op de Franse planters zal focussen. De heer Jacques Crahay, van zijn kant, wees op de onderdrukzetting van de inulinemarkt ingevolge de afzet van voorraden afgewerkte producten tegen bijzonder agressieve prijzen door de Duitse concurrent. Dit is duidelijk geen goed nieuws wanneer men weet dat de wereldmarkt van inuline sinds vier jaar stabiel is. Maar de industrieel zegt zijn marktaandeel te kunnen behouden dankzij innovaties. ■ A.C.
Oproep aan de cichoreiplanters van Warcoing: Wenst u als cichoreiteler van Warcoing ons comité te komen versterken, neem dan zeker contact op met Pierre Dubuisson (
[email protected]).
[email protected]
Agrovoeding
Cichorei Oreye: de uitzaai komt volop op gang
Cosucra behoort tot de wereldtop
Momenteel wordt cichorei uitgezaaid voor de campagne 2015. Hopelijk verloopt de uitzaai naar behoren en zullen de resultaten navenant zijn.
B
egin maart organiseerde Orafti naar jaarlijkse gewoonte drie informatievergaderingen. Tijdens die vergaderingen werden conclusies en lessen getrokken uit de vorige campagne, werd de balans opgemaakt van de markt van verkochte producten en werd informatie verstrekt die belangrijk is voor de komende campagne. De vergaderingen vonden plaats in Sint-Truiden voor de Nederlandstalige planters en in Meux en Verlaine voor de Franstalige planters. De campagne 2014 duurde even lang als de campagne 2013, zelfs als was het globale volume dat de fabriek moest verwerken hoger. De technische gegevens van de campagne 2014 werden overlopen (duur van de leveringen, tarrapeil, opbrengsten, contract- en buiten contractprijs). Volgens de grafieken evolueert de gemiddelde opbrengst constant. Het gemiddelde van de vijf laatste jaren bedraagt 51,9 ton per hectare. Volgens Orafti is er nog veel groeipotentieel. Dat blijkt door de veldresultaten te vergelijken met de proefveldresultaten. In 2014 werd meer dan 90% van de cichoreileveringen gereinigd op het veld. De impact van het reinigen blijft positief zoals de analyseresultaten aantonen. De verkoop van de door Orafti gecommercialiseerde producten
blijft stijgen, zelfs al blijft deze onder de verwachtingen van de onderneming. Door de erg productieve campagne 2014 stegen de voorraden afgewerkte producten, met als gevolg dat in 2015 op het geheel van de contracten een lichte daling zal worden toegepast. Voor de uitzaai van de komende campagne herhaalt de fabriek dat een juiste zaaidiepte heel belangrijk is evenals een voldoende temperatuur (10°C) in het kiembed. De cichoreireceptie in de fabriek zal normaal starten begin oktober, net zoals vorige jaren. Wat de planning van de leveringen betreft is er een belangrijke wijziging: de twee laadplaatsen zullen de klok rond werken (tot 2014 was maar één enkele laadplaats operationeel voor de nachtleveringen). Binnen de onderneming vindt momenteel een belangrijke denkoefening plaats over het afdekken van de cichoreisilo’s vóór levering. Er zal binnenkort hierover een interprofessionele bespreking plaatsvinden. Ook op personeelsvlak zijn er dit jaar wijzigingen in Orafti. Jean Franc, tot op heden verantwoordelijk voor de landbouwkundige dienst van Longchamps (bieten), zal de ploeg van Oreye vervoegen. Mevrouw Anne Moers, die verantwoordelijk was voor het beheer van de contracten en de logistiek, verlaat de ploeg. Zij kreeg een nieuw taak toegewezen in de zetel van de Tiense Suikerraffinaderij. ■
T
er gelegenheid van haar 40ste verjaardag vond het financieel-economische weekblad Trends 40 Belgische bedrijven die in hun niche tot de wereldtop behoren. Zes Belgische wereldtoppers die de selectie in Trends haalden, zijn in de agrovoedingsindustrie actief. Ondernemer Hein Deprez maakte van Univeg uit Sint-Katelijne-Waver een wereldspeler in verse groenten en fruit. Cosucra uit Warcoing is wereldmarktleider met een proteïne-isolaat dat uit erwten wordt gehaald. SES Vanderhave in Tienen produceert één derde van alle suikerbietzaden ter wereld. Petersimi, dat opereert vanuit Olsene, heeft 42 procent van de wereldmarkt voor broedmachines in handen. Biobest uit Westerlo, een bedrijf dat tuinders en fruittelers voorziet van hommels voor bestuiving, natuurlijke vijanden van schadelijke insecten en de noodzakelijke toebehoren voor geïntegreerde gewasbescherming zoals feromoonvallen en plakvallen voor het monitoren en wegvangen van insecten. En tot slot mag ook AB Inbev niet ontbreken, als grootste brouwer ter wereld. Bron: VILT
5
KONINKLIJK BELGISCH INSTITUUT TOT VERBETERING VAN DE BIET VZW Molenstraat 45, B-3300 Tienen -
[email protected] - www.irbab-kbivb.be
De suikerbiet en haar teelttechniek PVBC - PROGRAMMA VOORLICHTING BIET CICHOREI, IN HET KADER VAN DE PRAKTIJKCENTRA Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.
Controle van het suikerbietenzaad door het KBIVB: een kwaliteitsgarantie voor de gebruiker
André WAUTERS (KBIVB vzw - IRBAB asbl)
Sinds vele jaren is het KBIVB gemachtigd door de Suikerfabrieken en zijn Raad van Bestuur om de zaadkwaliteit van de in België op de markt gebrachte bieten te controleren.
Minimale kwaliteitsnormen zijn vereist voor de commercialisatie van suikerbietenzaad. Deze normen worden beschreven bij de verschillende analysen die hieronder gedetailleerd worden.
De handel in bietenzaad wordt geregeld door de Europese Richtlijn 2002/54/CE van de Raad van 13 juni 2002 inzake het in de handel brengen van bietenzaad. Voor alle commercieel zaad bestaat er een Europese certificering die de kwaliteit van het ras garandeert (blauw label op de zaaddoos). Nochtans heeft de Raad van Bestuur van het KBIVB in 1998 een « lastenboek voor het in de handel brengen van éénkiemig genetisch en omhuld suikerbietenzaad » aangenomen via de Belgische suikerfabrieken die veeleiserender zijn dan de Europese normen.
Indien het resultaat van een analyse lager is dan de opgelegde norm is het zaadlot van het ras niet conform met het lastenboek. In dat geval kan het zaadlot als niet leverbaar beschouwd worden.
Dit lastenboek is bedoeld om de nieuwe minimale eisen te omschrijven die gevraagd worden aan de zaadhandelaars inzake kwaliteit kiemkracht, kalibers, actieve stoffen, … en de methodologie en protocollen van de gebruikte testen te beschrijven. Dit lastenboek werd meerdere malen aangepast, waarvan de laatste keer in februari 2013. Het KBIVB werd opdracht gegeven door de Raad van Bestuur om de nodige testen uit te voeren.
De financiering van de anayses wordt ondersteund door de Suikerfabrieken (Tiense Suikerraffinaderij en ISCAL). De volledige resultaten van de zaadanalyses worden gepubliceerd op de website van het KBIVB in de rubriek « zaad » http://www.irbab-kbivb.be/nl/publications/seed/index.php.
Kiemkracht (ISTA) Aantal zaden dat in gestandardiseerde omstandigheden gekiemd is na 10 dagen: Honderd zaden worden (in 4 herhalingen) op een geplooide filter met filterbriefomslag gebracht, bevochtigd met 30 ml water en gedurende 10 dagen in een kiemkamer aan 20 °C in het donker gezet. De kiemkracht is gelijk aan het aantal gekiemde zaden. Norm = minimum 90%. Alle partijen hadden een conforme kiemkracht in 2015.
Kiemkracht 2015 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 95‐ De zaadbemonstering gebeurt rechtstreeks in de commerciële zaadpartijen aanwezig in de Suikerfabriek.
95+
96+
97+
98+
99+
Verdeling van de kiemkracht op filter (frequentie) van de 91 geanalyseerde loten in 2015.
Eénkiemigheid (ISTA)
Vereisten van het bietenzaad verkocht in België
Aantal zaden waaruit slechts één kiem ontstaat Kiemkracht
Eénkiemigheid
Zuiverheid
Gecertificeerd zaad CE
80 %
90 % (5% driekiemig)
97 %
Commercieel zaad Subel
90 %
95 %
99 %
Vergelijking tussen de minimumnormen van de gecertificeerde loten en van het lastenboek.
Controles uitgevoerd op de gecommercialiseerde loten De kwaliteitscontroles, beschreven in het lastenboek, worden enkel uitgevoerd op zaadmonsters bemonsterd door de verantwoordelijken van het KBIVB in de gecertificeerde loten, verkocht door de Belgische suikerfabrieken. De monsters worden genomen met behulp van een speciale boor die in het midden van een doos met een commerciële eenheid zaad gestoken wordt. Enkel zaad in commerciële verpakkingen en aanwezig in de depots van de suikerindustrie worden bemonsterd. Zowel voor de analyses in laboratorium als voor de zaai op proefveld, worden de verschillende loten (ras, ontsmetting, lotnummer) apart gehouden en nooit gemengd. Elke zaadpartij wordt beoordeeld op basis van de analyse van een mengmonster per zaadlot. Dit mengmonster wordt samengesteld uit zaad afkomstig uit minstens 4 zaadbemonsteringen uit 4 verschillende dozen van hetzelfde zaadlot.
na 10 dagen, in gestandardiseerde omstandigheden. Deze telling gebeurt tijdens de test op kiemkracht.
Eenkiemigheid 2015 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 95‐
95+
96+
97+
98+
99+
Verdeling van de eenkiemigheid (frequentie) van de 91 geanalyseerde loten in 2015. Norm = minimum 95%. Twee partijen hadden een onvoldoende éénkiemigheid in 2015. (PS: de activering van het zaad verhoogt de frequentie van genetisch overlevende « dubbels » op het veld.)
6 Kiemenergie (Cold-test)
met een internationaal erkende methode.
Zaadkieming op substraat bij lage temperatuur voor de bepaling van de kiemenergie.
Actieve stof
Deze niet officiële test vergelijkt de opkomstsnelheid van de zaadpartijen door ze te onderwerpen aan een kieming op lage temperatuur in een substraat potgrond/zand. De temperatuur wordt ingesteld op 10°C constant gedurende 18 dagen (dag-nacht). Vanaf de 19de dag wordt de temperatuur op 20°C gebracht (dag-nacht) gedurende 7 bijkomende dagen. De tellingen worden gedaan vanaf de 7de dag tot de 18de dag. Laatste telling op 25ste dag. De opkomsten worden berekend in graaddagen (dagen x temperatuur) met basis 0°C. Het aantal graaddagen wordt berekend om 30% en 80% opkomst te bekomen.
6,0
Minimum g/E 3,5
Hymexazol
14,0
10,4
25,0
Teflutrine Imidacloprid
6,0 90,0
5,4 83,0
13,2 110,0
Thiamethoxame
60,0
55,2
Clothianidine
60,0
55,2
8,0
7,2
g/E (1)
Thiram
Beta-cyfluthrine
Maximum g/E 13,2
(1) Belgische norm
Genetische onzuiverheden Bijvoorbeeld: eenjarige schieters, voederbieten, snijbieten, … De metingen worden gedaan op proefpercelen van het KBIVB of in praktijkvelden. Normen: Specifieke zuiverheid: minimum 99,0%; vreemd zaad: maximum 0,3%.
GGO Het bietenzaad moet voldoen aan de Belgische wetgeving met betrekking tot de aanwezigheid van GGO’s.
Aantal Zaden per Doos Norm: minimum 97.000.
Maximaal Gehalte aan Inert Materiaal De kiemtesten op lage temperatuur laten toe de kenmerken van het zaadlot beter te kennen, zowel opkomstsnelheid als homogeniteit (tijd tussen 30 en 80% opkomst) en de potentiële finale opkomst. Er is momenteel geen norm opgesteld voor deze test.
Norm: maximum 0,5% van het netto gewicht.
Vochtgehalte Norm: het vochtgehalte voor omhuld en naakt zaad mag maximum 12 % bedragen.
Calibers Het aantal zaden met een caliber kleiner dan 3,50 mm, tussen 3,50 en 3,75 mm, tussen 3,75 en 4,00 mm, tussen 4,00 en 4,25 mm, tussen 4,25 en 4,50 mm, tussen 4,50 en 4,75 mm en groter dan 4,75 mm. Het caliber wordt gemeten met behulp van zeven (Bonner Methode). Norm: het zaadcaliber moet liggen tussen tussen 3,50 en 4,75 mm. Buiten caliber: percentage te kleine (< 3.50 mm) en te grote (> 4.75 mm) zaden t.o.v. het aanvaarde caliber (in aantal zaden). Indien het zaadlot meer dan 6% zaden buiten caliber bevat, is de zaadpartij niet conform.
Fraktieverdeling zaden 2013 70
% zaden
60 50
Etikettering Wettelijke normen; Gecertificeerd zaaizaad; Vermelding van het gewicht van de eenheid; Vermelding van de aard en hoeveelheid actieve stoffen bovenaan op de verpakking.
Controle van de rasidentificatie Naast de gekende kwalitatieve kenmerken van het ras zoals haar suikerrijkheid, haar gehalten aan K, Na en alfa-N, haar gevoeligheid voor ziekten of grondtarra, worden de rassen beschreven door de verhouding kiemplanten met de hypocotylas met al dan niet anthocyaan pigmentatie (roodroze). Het percentage gepigmenteerde planten werd beschreven tijdens de inschrijving van het ras en moet stabiel blijven tijdens de latere zaadvermeerderingen. Deze controle is een van de stabiliteitsfactoren waarmee rekening gehouden wordt.
biggest smallest
40 30 20 10 0
Verdeling van de calibers voor het lot met het kleinste gemiddelde caliber (in het rood) en het grootste gemiddelde caliber (in het blauw).
Verzaaibaarheid Regelmatigheid van het uitzaaien van het zaad met verschillende zaaielementen (zonder mechanische dubbels of missers). De verzaaibaarheidstest wordt slechts uitgevoerd indien het percentage zaad buiten caliber tussen 4% en 6% ligt of indien andere redenen dit rechtvaardigen. Na volledige vulling van de zaaielementen tijdens de zaai, worden 3 metingen op telkens 1.000 zaden uitgevoerd met regelmatige intervals van 8 minuten. De verzaaibaarheid van het zaadmonster wordt beoordeeld op basis van de derde meting. Gebruikte zaaielementen: Gilles (mechanisch, type C), Pneumasem (pneumatisch, type Planter 2) en Monosem (mechanisch, type 502). Deze zaaielementen worden optimaal afgesteld en om een zaaisnelheid met 6 km/u en een zaaiafstand 18 cm te simuleren. Norm: maximum 3% dubbels (aantal) of 3% missers (aantal) of 2% breuken (aantal zichtbaar beschadidgde zaden).
Actieve Stoffen in de Zaadomhulling Gehalten aan fungiciden (thiram, hymexazol) en insecticiden (o.a. tefluthrin, imidacloprid, thiamethoxame, clothianidine, beta-cyfluthrine) in de zaadomhulling. De gehalten aan fungiciden en insecticiden in de zaadomhulling van bietenzaad worden bepaald
De rassen worden gekenmerkt door een vastgesteld aantal kiemplanten met gekleurde (hypocotyl) en groene as.
Zaai op het veld De zaadkwaliteitscontroles worden uitgevoerd op staalnames genomen in de suikerfabriek, op commerciële zaadpartijen. De rassenproefvelden worden aangelegd door het KBIVB met dezelfde zaadpartijen die bemonsterd werden in de suikerfabrieken. De proefpercelen worden proportioneel ingezaad met de verschillende bemonsterde zaadpartijen. De resultaten van de proefvelden laten eveneens de controle toe van de rasidentiteit door de analyse van de kwaliteitsresultaten.
7 Waarschuwingsdienst suikerbieten en cichorei georganiseerd door het KBIVB Guy LEGRAND (KBIVB vzw - IRBAB asbl) Het KBIVB beschikt over een “Waarschuwingsdienst”, opgericht in 1987, die gebaseerd is op wekelijkse waarnemingen uitgevoerd in een netwerk van waarnemingsvelden. Deze zijn verspreid over de hele suikerbietenstreek en sinds enkele jaren ook in de inuline cichoreiteelt. Dankzij deze belangrijke activiteit worden de landbouwers op de hoogte gebracht van de evolutie van deze twee teelten, maar vooral over de evolutie van hun ziekten en plagen en de noodzaak (of niet) om in te grijpen wanneer een specifieke economische schadedrempel wordt overschreden (indien een schadedrempel beschikbaar is voor een bepaalde ziekte of plaag). Wanneer ziekten en plagen gesignaleerd worden in waarnemingsvelden wil dit nog niet zeggen dat dit het geval is op alle percelen. De dienst dient om de landbouwers te informeren en dus om hen aan te zetten te gaan kijken wat de situatie is op hun percelen. De situatie kan sterk perceel afhankelijk zijn. Dit betekent dat de KBIVB waarnemingsvelden een algemeen beeld geven van de situatie ten velde. Na evaluatie op hun percelen kunnen de landbouwers dan overgaan tot de bestrijding in functie van de bestaande schadedrempels.
Al deze berichten hebben bijgedragen tot een geïntegreerde en kosteneffectieve bescherming van beide teelten, zonder ongerechtvaardigd gebruik van fytosanitaire producten, en tot het ingrijpen op het meest geschikte moment. In 2014 werden er tussen 5 februari en 30 december, 40 berichten verzonden, die in het algemeen diverse informatie omvatten over de biet en de chicorei (dit is 157 berichten in totaal). Deze berichten werden (gratis) verzonden aan ±5.500 nederlandstalige en/of franstalige “geabonneerden” (bietentelers, landbouwkundigen van de suikerfabriek, landbouwpers, provinciale diensten, technici in de teelttechnici en andere). Om deze belangrijke activiteit mogelijk te maken, ontvangt de Waarschuwingsdienst van het KBIVB een financiële bijdrage van het Ministerie van Landbouw en van het Vlaams en Waals Gewest.
Deze activiteit sluit perfect aan bij de Europese richtlijn 2009/128 “Duurzaam gebruik van pesticiden” die werd omgezet in regionale wetgeving. Het KBIVB is dan ook een erkende waarschuwingsdienst voor bieten en cichorei, erkend door zowel Vlaanderen als Wallonië. Deze regionale wetgeving schept een begeleidingskader waarin het gebruik van pesticiden verenigbaar met duurzame ontwikkeling werd opgezet. Deze richtlijn is algemeen bekend als « Beheer IPM - Integrated Pest Management ». Vergeet niet dat elke landbouwer gecertificeerd voor het « Standaard Vegaplan » voldoet aan de beginselen van geïntegreerde gewasbescherming aangezien IPM is opgenomen in het “Standaard Vegaplan”. De audits waarbij ook de punten voor IPM zijn opgenomen gingen van start begin 2014. Berichten met algemene of specifieke informatie worden dus wekelijks verspreid door het KBIVB via mail (gratis abonnement via
[email protected]). Zij worden overgenomen door de landbouwpers, de landbouwkundige diensten van de suikerfabrieken en sommige officiële diensten. Deze berichten kunnen geraadpleegd worden op de website van het KBIVB (www.irbab-kbivb.be) waar er ook een cartografische illustratie van de evolutie van de situatie is weergegeven. Sinds 2006 zijn deze netwerken uitgebreid dankzij de samenwerking van PIBO (Tongeren) en CPLVégémar (Waremme), maar vooral dankzij de vrijwillige medewerking van talrijke planters en andere technici van de biet en/of cichorei. Sinds 2007 verstrekken al deze waarnemers hun gegevens rechtstreeks op een gestandaardiseerde manier via een voor hen gereserveerde toegang op de website van het KBIVB. Deze gegevens worden elke week verzameld en bewerkt door het KBIVB. Het KBIVB coördineerde in 2014 een netwerk van 45 waarnemingsvelden in de suikerbieten en 21 velden in de industriële cichorei, allen opgevolgd door particulieren. Er werden ook wekelijkse waarnemingen uitgevoerd door het personeel van het KBIVB in 17 proefvelden in bieten. Alle uitgevoerde waarnemingen, van de zaai tot in het algemeen begin september, lieten toe de evolutie van deze twee teelten op te volgen. Zij hebben vooral geholpen om de landbouwers op tijd te verwittigen om (al dan niet) een fytosanitaire behandeling of andere interventie in deze twee teelten uit te voeren. In 2014 gingen de berichten voornamelijk over: - de aanbevelingen van de rassen en de resultaten van de zaadanalyses uitgevoerd door het KBIVB, - de moeilijke vernietiging van de groenbedekkers, door het ontbreken van vorst tijdens de winter 2013/2014, - de stikstofbemesting, het klaarleggen van de grond, de raadgevingen voor het zaaien, - informatie over fytosanitaire producten erkend in de bieten- en cichoreiteelt, - de evolutie van de veldopkomst en de algemene ontwikkeling van de teelt, informatie over de onkruidbestrijding, - de aanwezigheid van ondergrondse en bovengrondse plagen (bosmuizen, slakken, emelten, aardvlooien, bietenkevers, Thripsen, zwarte bladluizen, groene bladluizen, springstaarten, bietenvliegen, rupsen van de nachtvlinder, cystenematoden, stengelaaltje, …), - de bestrijding van schieters, distels, aardappelopslag en koolzaadopslag (waardplant van het cystenematode), - de aanwezigheid van bladziekten (Pseudomonas, witziekte, cercospora, ramularia, roest, valse meeldauw, Stemphylium, …) en wortelziekten (rhizoctonia bruinwortelrot, rhizoctonia violetrot, boorgebrek, Aphanomyces, ...), - de bemonsteringen door de suikerfabrieken tijdens de groei in augustus en begin september, - de raadgevingen voor het rooien, de bewaring van bieten op lange termijn en de afdekking van de bietenhopen en de bijkomende afdekking in geval van strenge vorst, - de deelname of organisatie van proefveldbezoeken en voordrachten. In 2014 werden er interventieberichten verzonden in functie van specifieke drempels m.b.t. bosmuizen, slakken, emelten, boorgebrek, Thripsen in cichorei, klassieke bladziekten in bieten (witziekte, roest, cercospora, ramularia) en in cichorei (witziekte en roest). De allereerste symptomen van bladziekten in de biet zijn vroeg verschenen in 2014, dit is rond begin juli. De behandelingsdrempel werd bereikt in ± 50% van de waarnemingsvelden rond 28/07 in 2014 (26/08 in 2013; 07/08 in 2012; 24/08 in 2011; 28/08 in 2010; 11/08 in 2009). In 2014 kon begin september een tweede behandeling verantwoord worden in ± 30% van de velden. Ondanks hun aanwezigheid in 2014 op talrijke velden, werden er ook berichten voor nietinterventie verzonden m.b.t. zwarte bladluizen, springstaarten, bietenkevers, Thripsen in bieten, aardvlooien, rupsen van nachtvlinders, Pseudomonas, valse meeldauw (uitzonderlijk sterk aanwezig in 2014). Deze plagen waren aanwezig op een niveau beneden de kritische drempel, hetzij in velden gezaaid met zaad beschermd door een insecticidebehandeling in de omhulling (bijna 100% van de bietenvelden in 2014) waardoor interventie met vollevelds insecticiden niet noodzakelijk was, hetzij niet beheersbaar door gewasbeschermingsmiddelen. De bietenvlieg en de groene bladluizen werden weinig waargenomen in 2014.
De vrijwillige waarnemers van het netwerk van waarnemingsvelden van het KBIVB doorlopen elke week één of meerdere bieten- of cichoreivelden en verstrekken hun waarnemingen en tellingen rechtstreeks op een gestandardiseerde manier via een voor hen gereserveerde toegang op de website van het KBIVB (www.irbab-kbivb.be > waarnemingsvelden). Talrijke documenten en illustraties worden hen ter beschikking gesteld op deze locatie.
Verdeling van de waarnemingsvelden gedefinieerd voor de Waarschuwingsdienst bieten in 2015. Deze kaart wordt regelmatig bijgewerkt op basis van wekelijkse waarnemingen. Zij is beschikbaar op de webstie van het KBIVB (www.irbab-kbivb.be > Waarnemingsvelden – Cartografie.
Abts Jos, Beguin Etienne, Bekaert Clément, Bonnez Bernard (ISCAL), Bracke Kristof (ISCAL), Carlens Morgan (PIBO), De Vooght Nancy (STRUBE), Debar Guillaume, Decamps Eloïse, Decamps Philippe, Deffontaines Adeline (COSUCRA), Defrenne Bruno, Dhaese Matthias, Dion Benoit (COSUCRA), Doyen Liliane (SPW-DGARNE), Duvivier Xavier, Gistelinck Pieter (ISCAL), Haag Benoit (CBB-ABW), Jans Joeri, Jeurissen Stefan, Laire Anne-Céline, Lambert William, Lammerant Guido, Lardinois Martin (STRUBE), Masson Thierry, Masuy Elodie, Meekers Aäron (PROTEX), Mehauden Bernard, Mehauden Colette (STRUBE), Naeyaert Diederik, Odeurs Eugène, Pier Francis, Samain Philippe (ISCAL), Seutin Benoît, Tasiaux Bertrand (CPL-Végémar), Van den Berghe Toon, Van Schoorisse Patrick (ISCAL), Vandelanotte Jasmien (ISCAL).
Onze oprechte dank aan de landbouwers en andere technici van de bieten- en/of cichoreiteelt die zullen deelnemen, met het personeel van het KBIVB, aan het netwerk van waarnemingsvelden van het KBIVB in 2015.
8 Demonstratie gecombineerde mechanische onkruidbestrijding in suikerbieten in Frankrijk : 20 en 21 mei 2015 te Tourny (Eure) Belang en haalbaarheid van gecombineerde mechanische onkruidbestrijding in de bietenteelt: velddemonstratie De combinatie van mechanische onkruidbestrijding en chemische behandelingen is één van de oplossingen die inspelen op de actuele, sociale en milieu-uitdagingen voor vermindering van de gebruikte hoeveelheid herbiciden. Op 21 en 22 mei organiseert het ITB te Tourny dans l’Eure, Désherb’Avenir IV, een nationaal professioneel evenement waarop op 3 identieke halve dagen de laatste technische innovaties van gecombineerde mechanische onkruidbestrijding voor de bietenteelt worden voorgesteld, alsook het gebruik ervan op andere teelten zoals koolzaad en paardenbonen. Als technisch organisator van de suikerbietenindustrie, organiseert het ITB sinds 2009, elk oneven jaar in een andere bietenstreek het evenement Désherb’Avenir. Dit evenement is bedoeld om u te informeren over en het belang aan te tonen van de mechanische onkruidbestrijding, alsook het geven van oplossingen bij het aanschaffen van geschikte werktuigen. Het richt zich op alle bietentelers alsook op de belangrijke tussenpersonen zoals landbouwadviseurs en -technici. De editie 2015 wordt georganiseerd in samenwerking met CETIOM, ARVALIS-Institut du Végétal, la Chambre d’agriculture de l’Eure, Saint Louis Sucre, en het Syndicat Betteravier de l’Eure, en met de steun van de Conseil Général de l’Eure en ONEMA. Deze partners bundelen hun ondervindingen en middelen ter versterking van de berichten verspreid tijdens deze dag om zo beter te voldoen aan de verwachtingen van de bezoekers. Désherb’Avenir IV zal plaatsvinden op 3 identieke halve dagen: woensdag 20 mei in de namiddag en donderdag 21 in de voor- en namiddag, om een maximum aantal bezoekers toe te laten. Op het programma: • Tussenkomsten van deskundigen inzake het belang van mechanische onkruidbestrijding en het RTK geleidingssysteem. • De voorstelling van de proeven uitgevoerd door het ITB met als doel het vergelijken van de doeltreffendheid van verschillende soorten werktuigen. • Dynamische demonstraties op bieten, koolzaad en paardenboon van een vijftiental machines van verschillende constructeurs: schoffelmachines, kloppers, frezen, rotowieder, wiedeg met tanden afstelbaar met veer, spuitboom die plaatselijk spuit.
SUIKERINDUSTRIE
Cristal Union participeert in de Italiaanse raffinaderij van Brindisi
D
e tweede Franse suikergroep Cristal Union heeft een partnerschap gesloten met de groep American Sugar Refining (ASR), wereldleider voor suikerraffinage. Naar aanleiding van dit partnerschap participeert Cristal Union in de Italiaanse raffinaderij van Brindisi, die tegelijk aan de Italiaanse groep Sfir en aan de Amerikaanse groep ASR toebehoort. Gebouwd in 2010 in de haven van Brindisi, beschikt deze raffinaderij over een raffinagecapaciteit van 450.000 ton suiker per jaar en heeft extreem lage productiekosten dankzij de omzetting van palmolie in elektriciteit door cogeneratie. ASR en Cristal Union vullen mekaar aan om de Europese markt evenals het Middellandse Zeebekken te bevoorraden. Cristal Union voorziet de Europese markt in bietsuiker terwijl ASR rietsuiker raffineert in het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië. Sinds enkele jaren kent Cristal Union een internationale ontwikkeling met participaties in een raffinaderij in Algerije die haar toegang verschaft tot de Afrikaanse markt, of via partnerschappen. Met de Antilliaanse Suikermaatschappij om suikerriet uit Guadeloupe te valoriseren en met het Suikersyndicaat van Mauritius voor de commercialisatie in Europa van een belangrijk deel van de Mauritiaanse suikerproductie.
producenten van suiker en van alcohol (nummer vijf voor suiker en drie voor bio-ethanol), na Südzucker, Tereos en Nordzucker. De groep is voornamelijk gevestigd in Frankrijk, maar realiseert ook een belangrijk deel van zijn verkopen in het buitenland: een derde van de omzet gaat naar export buiten de Europese markt. Cristal Union is een coöperatieve groep die ongeveer 10.000 landbouwers coöperatoren telt in bijna tien Franse regio’s. Cristal Union heeft tien suikerfabrieken in Frankrijk en tien fabrieken die bio-ethanol produceren uit bieten, granen of wijnresiduen. De groep bereidt zich voor op het postquotum door zijn productieapparaat te moderniseren en door partnerschappen te sluiten. Cristal Union zet in op een stijgende vraag van de groeilanden, daarom wil de groep zijn export verhogen na de verdwijning van de quota vanaf 1 oktober 2017. De groep plant dan om zijn bietsuikerproductie met 20% te verhogen. Tijdens zijn laatste algemene vergadering in de maand maart maakte de groep zijn strategie aan zijn Franse bietplanters bekend. De planters zijn bereid om het bietenareaal met 20% te verhogen, wat de groep in derde positie zou plaatsen in Europa door 16 Mt bieten te verwerken, tegen 14 Mt op dit ogenblik. ■
De raffinaderij van Brindisi is een moderne, zeer efficiënte fabriek. Zij is rechtstreeks verbonden met de handelshaven met transportbanden.
Winstdaling in 2013/2014 door de dalende wereldkoersen De daling van wereldsuikerkoersen woog zwaar op de winst van Cristal Union die met 45 % kromp ten opzichte van vorig jaar. Boosdoener, de daling van de wereldsuikerkoersen, die nog twee jaar op de winsten zal wegen. Op wereldvlak daalden de suikerprijzen met ongeveer 20% voor geraffineerde suiker en met 15% voor ruwe suiker. In de EU daalde de suikerprijs met bijna 25% in een jaar. Het mindere resultaat is ook te wijten aan de vermindering met 3% van het verkoopvolume van suiker dat verband houdt met het lager geoogste bietenvolume. In totaal, produceerde Cristal Union 1,4 Mt suiker en 0,6 Mt suikeralcohol voor de productie van ethanol.
Cristal Union streeft naar een productieverhoging van 20% Met een productie van momenteel 1,4 Mt bietsuiker, behoort de groep Cristal Union tot de eerste Europese
ZOETSTOFFEN Intense zoetstoffen: geen enkel nutritioneel voordeel Volgens een studie van het Franse agentschap voor voedselveiligheid (Anses) gepubliceerd in januari 2015, werd geen enkel nutritioneel voordeel wetenschappelijk aangetoond voor intense zoetstoffen (aspartaam, sucralose, stevia,...) die als caloriearme suikervervangers worden gebruikt. Volgens Anses kan geen enkele studie het nut van deze suikeradditieven voor gewichtscontrole aantonen, evenmin voor de bloedsuikerspiegel bij diabetici of het effect van diabetes van type 2. De benaming “intense zoetstoffen” groepeert diverse substanties verkregen door chemische synthese of geëxtraheerd uit planten, gebruikt in de voedingsindustrie voor hun zoetkracht die tientallen tot verscheidene honderden malen hoger is dan deze van suiker, de sacharose. Limonade drinken op basis van intense zoetstoffen beperkt weliswaar de energie-inname op korte termijn, maar de beschikbare gegevens steunen op te korte tijdsperioden om dit aanhoudend effect te garanderen, laat Anses weten. Trouwens, bepaalde studies maken zelfs paradoxaal gewag van een gewichtstoename zonder dat een oorzakelijk verband kan worden gelegd. Anses merkt ook op dat er geen enkel nutritioneel voordeel bestaat om het optreden van diabetes van type 2 te voorkomen. En dit zou ook gelden voor diabetici die hun bloedsuikerspiegel hopen onder controle te krijgen door aspartaam of steviaextracten in te nemen. Tot slot wijst Anses erop dat diepgaande studies nodig zijn om de potentiële risico’s op kankerontwikkeling of op voortijdige bevalling na inname van intense zoetstoffen in te schatten.
Herbicide voor bieten: Safari® van DuPont
BEREID U VOOR OP DE TOEKOMST, PAS UW ONKRUIDBESTRIJDINGSSYSTEMEN AAN. DuPontTM Safari®: in water dispergeerbare korrels, bevat 50% triflusulfuron-methyl. Erkenningsnummer: 8475P/B.
DuPont Crop Protection Antoon Spinoystraat 6 • 2800 Mechelen • www.bel.ag.dupont.com Het DuPont ovaal, The miracles of scienceTM en Safari® zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van DuPont of zijn filialen.
9
10
INTERNATIONAAL
Mexico: einde van de handelsoorlog met de Verenigde Staten? Traditioneel exporteren de Mexicaanse suikerfabrikanten vooral naar de Verenigde Staten. Momenteel heerst echter onzekerheid omtrent de exportmogelijkheden ingevolge het handelsconflict tussen Mexico en de Verenigde Staten. Bovendien zijn de fabrikanten noch de telers geneigd om meer te produceren door de huidige lage suikerprijzen op de nationale en internationale markt.
D
e suikerindustrie vertegenwoordigt 0,5% van het BNP. Het riet wordt geteeld op meer dan 650.000 ha in ongeveer 150.000 landbouwbedrijven, met een gemiddelde van 4 tot 5 ha suikerriet per bedrijf. Het is de tweede teelt in Mexico na maïs. Volgens de Mexicaanse autoriteiten zou in 2014/15 de nationale suikerproductie 6,15 Mt bereiken, een stijging van 2,2% ten opzichte van de 6,02 Mt geproduceerd in 2013/14. De suikerrietopbrengst daalde tot 76,69 ton/ha tegen 78,86 vorig jaar. Een daling gecompenseerd door een areaalstijging van ongeveer 3%. De binnenlandse consumptie van suiker bedraagt ongeveer 4,5 Mt. Het saldo, tussen 1,5 à 2 Mt, wordt geëxporteerd of opgeslagen. Voor de campagne 2014/15, heeft de Mexicaanse regering het exportquotum voor suiker ingesteld op 1,163 Mt. De fabrikanten hoopten op een export van ongeveer 1,5 Mt.
Suikerindustrie: privatisering van negen overheidsfabrieken Momenteel verwerken een vijftigtal fabrieken suikerriet in 15 van de 32 staten van Mexico. Bijna al het suikerriet is bestemd voor de productie van suiker. De Mexicaanse regering heeft besloten om tegen eind juni negen Mexicaanse suikerfabrieken te verkopen die nog in handen zijn van de staat. In 2001 had Mexico 27 suikerfabrieken onteigend die kampten met ernstige financiële moeilijkheden. Sindsdien werden sommige fabrieken verkocht aan particuliere ondernemingen. Er blijven nog negen fabrieken over die samen instaan voor ongeveer 20% van de nationale jaarlijkse productie. Deze negen overheidsfabrieken zouden de belangstelling moeten opwekken van bedrijven uit Latijns-Amerika of Noord-Amerika en Europa, omdat buitenlandse investeringen in de suikerketen onbeperkt zijn toegelaten. Het is nu al voorzien dat de fabrieken verkocht zullen worden aan verschillende investeerders om te vermijden dat één koper alles controleert. Na de recordsuikerproductie van 2012/13, was de interne markt verzadigd, wat resulteerde in een daling van de suiker- en suikerrietprijzen die zijn gekoppeld aan een standaard suikerprijs, gebruikt als referentieprijs.
Belasting op frisdrank: suikerconsumptie daalt De binnenlandse suikerconsumptie voor 2014/15 werd naar beneden bijgesteld. Sinds januari, 2014, werd een speciale heffing geheven op frisdrank van 1 peso (0,06 euro) per liter. Dit geldt ook voor fruitsappen, vruchtendranken, gesuikerde koffie en thee en energiedranken. Deze maatregel werd genomen om de Mexicanen aan te moedigen hun consumptie van suikerhoudende dranken te beperken. Het aandeel Mexicanen met overgewicht is momenteel hoger dan in de Verenigde
Staten en Mexico heeft het hoogste bevolkingspercentage met diabetes van de 34 lidstaten van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). 71% van de volwassenen en een derde van de kinderen zijn obees. Mexico is wereldwijd de grootste consument van frisdrank met 163 liter per persoon per jaar. Als gevolg van de suikerprijsdaling, heeft de industrie van niet-alcoholische dranken meer suiker gebruikt in 2014, ten koste van isoglucose, belangrijkste vervangproduct van suiker in deze sector. Volgens de Mexicaanse isoglucose-industrie, zou de isoglucoseproductie 2014/15, geproduceerd op basis van maïs die vooral geïmporteerd wordt uit de Verenigde Staten, bijna 500.000 ton droge stof bereiken zoals vorig jaar. Deze volumes komen overeen met de maximumcapaciteit van de industrie.
Mexico is de grootste consument frisdrank ter wereld met gemiddeld 163 liter per persoon per jaar.
Nieuwe overeenkomst voor suikerexport naar de Verenigde Staten Sedert 2014 zijn de Verenigde Staten en Mexico het oneens over suiker. De Verenigde Staten, netto-invoerder van suiker, heeft Mexico beschuldigd de Amerikaanse markt te overspoelen met goedkope suiker, wat de Amerikaanse suikerindustrie zou gedestabiliseerd hebben en hen meer dan 1 miljard dollar zou gekost hebben in 2013/14. De incidenten stapelden zich op tijdens deze suikeroorlog. Eerst begonnen de Verenigde Staten taksen te heffen op de invoer van suiker uit Mexico, wat onmiddellijk resulteerde in een daling van de export van Mexicaanse suiker naar de Verenigde Staten. Als vergelding werd de invoer van isoglucose uit de Verenigde Staten naar Mexico stopgezet. De twee regeringen hebben uitvoerig onderhandeld en uiteindelijk een akkoord bereikt vorige maand. De overeenkomst voor vijf jaar, voorziet in de opschorting van de douanerechten op de invoer van Mexicaanse suiker, maar stelt limieten op de aankoop van Mexicaanse suiker en bepaalt minimumprijzen voor de Mexicaanse suikerfabrikanten. Deze prijs is vastgesteld op 23,75 cent per pond voor geraffineerde suiker en op 20,75 cent per pond voor alle andere suikers. De overeenkomst bevat ook bepalingen die ervoor moeten zorgen dat er geen instroom van Mexicaanse suiker is die kan leiden tot prijsdalingen die invloed kunnen hebben op de Amerikaanse suikerindustrie en haar telers. De tekst voorziet ook in het voorkomen van importconcentratie op bepaalde tijdstippen van het jaar en het beperken van de hoeveelheid geraffineerde suiker bestemd voor de Amerikaanse markt. De Mexicaanse minister van Economie verheugt zich over het feit dat de fabrikanten van zijn land opnieuw preferentiële toegang hebben tot de Amerikaanse markt, zonder bedreigd te worden met heffingen. Ze hopen ongeveer 1,4 Mt suiker te
Vanaf het tweede semester 2014 werden heffingen geheven op Mexicaanse suiker bestemd voor de Amerikaanse markt, met een exportdaling tot gevolg.
Suikerriet wordt geteeld op 650.000 ha. Het is de tweede teelt na maïs. kunnen exporteren naar de Verenigde Staten in 2014/15, te vergelijken met een schatting van 1,9 Mt voor de campagne 2013/14. Deze overeenkomsten, die een bodemprijs en aankooplimieten instellen, worden bekritiseerd omdat er hierdoor opnieuw vrije toegang is voor Mexicaanse suiker tot de Amerikaanse markt, ingesteld sinds 2008 krachtens de Noord-Amerikaanse vrijhandelsovereenkomst (NAFTA). Volgens de Amerikaanse vereniging van suikergebruikers, doen deze akkoorden die de toegang van Mexicaanse suiker omkaderen, de kosten voor agrovoedingsbedrijven en Amerikaanse consumenten stijgen. De suikerindustrie vraagt de regering de toegang tot de Amerikaanse suikermarkt uit te breiden via andere handelsovereenkomsten, onder meer met Australië of Canada in het kader van het Trans-Pacific Partnership.
Ethanolproductie In Mexico wordt de ethanolproductie gereguleerd door een wet inzake biobrandstoffen van toepassing sinds 2008. Deze wet bevat een globaal biobrandstoffenbeleid die de productie van ethanol
uit verschillende landbouwproducten bevordert. Volgens de suikerindustrie is de productie van ethanol uit suikerriet in Mexico haalbaar. Huidige opties zijn echter de ethanolproductie voor farmaceutisch gebruik of voor de industrie van alcoholhoudende dranken. Het gebruik van ethanol voor de biobrandstoffenindustrie is nog niet duidelijk. Er zijn bepalingen in de wet voor suiker die algemene doelstellingen bevatten gericht op de mogelijkheid van de productie van ethanol. Tot nu toe werd het overheidsbeleid dat vereist is voor het ontwikkelen van de markt voor brandstofdistributie nog niet toegepast. Sommige suikerfabrieken hebben de capaciteit om ethanol te produceren om deze te mengen met brandstoffen en evalueren de mogelijkheid om te produceren op grote schaal. Belangrijke energiehervormingen zijn aan de gang. De suikerindustrie en de Mexicaanse regering werken samen aan projecten voor de productie van biobrandstoffen, warmtekrachtkoppeling van energie en andere groeipistes voor de Mexicaanse suikerindustrie. ■ Bron: F.O. Licht, FranceAgrimer
Nederland
Cosun: resultaten 2014
O
ndanks de fors lagere suikerprijzen is 2014 toch een goed jaar geworden. Veel suiker is in 2013 verkocht toen de verkoopprijzen hoger lagen. In de loop van het boekjaar zijn de suikerprijzen naar een zeer laag prijsniveau gedaald. Dit zal in 2015 tot een verdere daling van het resultaat in suiker leiden. 2014 is een historisch goed jaar voor zowel de teelt als de verwerking van bieten. De gemiddelde suikeropbrengst per ha is boven de 15 ton uitgekomen, de Nederlandse suikerfabrieken hebben nog nooit zoveel bieten verwerkt en hebben de hele campagne uitstekend gedraaid. De bietenprijs is opgebouwd uit een minimum EU-prijs, de ledentoeslag en suikergehalte- en overige verrekeningen. Voor in campagne 2014 geleverde quotumbieten is een prijs van 50,18 € per ton (2013: 67,26 €) vastgesteld, bij een gemiddelde winbaarheid en een gemiddeld suikergehalte. De uitstekend verlopen campagne waarin 6,6 mln ton bieten binnen 135 dagen is verwerkt in de fabrieken Dinteloord en Vierverlaten heeft daar eveneens aan bijgedragen. Ondanks de lagere bietenprijs is hiermee de gemiddelde financiële opbrengst per hectare voor de teler in 2014 uitgekomen op een goed eindresultaat van 4.354 € (2013: 4.917 €). Vanwege de omvangrijke bietenoogst en hoge suikerproductie wordt circa 170.000 ton suiker doorgeschoven waarmee de eerste quotumsuiker van de volgende campagne al is geproduceerd. bron : www.cosun-jaarverslag.nl
INTERVIEW
“Een lichte ontkopping toepassen beschadigt de suikerbiet minder en kan de bewaring verbeteren”
O
ntmoeting met Jean-Pierre Vandergeten, directeur van het KBIVB, waar hij ook verantwoordelijk is voor “mechanisatie”...
ondermijnen. Wenst men meer precisie in het werk, dan moet men overgaan naar innovatieve systemen zoals die worden voorgesteld door Holmer, Ropa, Grimme, Vervaet en heel recent, Gilles.
Benoît Haag: met het systeem dat onlangs geïntroduceerd werd in Frankrijk, horen we meer en meer spreken over het oogsten van hele bieten met forfaitaire koptarra of andere, maar heeft dit echt een belang?
BH: Is het huidige landbouwmateriaal zoals de klassieke tweefasige reiniger gemakkelijk aan te passen of zijn hiervoor zware investeringen nodig?
Jean-Pierre Vandergeten: Ik zou zeggen dat het vooral een strategische keuze betreft op het niveau van de interprofessionele sector, om de discussies die er nu zijn omtrent de ontkopping te voorkomen. Maar technisch, op het veld, verandert dit niet veel. Jean-Pierre Vandergeten, directeur van het KBIVB.
BH: Er zijn toch technische beperkingen...
JPV: Met goede instellingen, laten de huidige rooisystemen toe om ongeveer 70% van de suikerbieten te ontkoppen volgens de vastgelegde doelstelling. Maar bij de resterende 30%, zijn er ook bieten met bladstelen en te diep ontkopte bieten. Een goede instelling betekent dat de ontbladeraar perfect parallel met de grond loopt, waarbij de klepels goed afgesteld staan op de bieten die het meest uitsteken en dat de ontkoppers goed geslepen zijn, daarbij mag niet uit het oog verloren worden dat een te hoge snelheid (n.v.d.r.: meer dan 5-6 km/uur) dit alles kan
JPV: Het is mogelijk om het het bestaande materiaal aan te passen, door alleen de balk met de ontkoppers te veranderen. Het KBIVB en zijn Franse tegenhanger, het ITB, hebben onlangs testen uitgevoerd op dit soort materiaal. De investering is dus niet te zwaar. Maar het moet ook worden benadrukt dat de nieuwe ontkoppingssystemen echt innovatief zijn en zeer goede resultaten opleveren, de investering is dus niet tevergeefs... BH: hele bieten oogsten is één ding, maar ze bewaren in de hoop is toch nog een ander paar mouwen? JPV: Een goede bewaring begint met een goede oogst, met een minimale beschadiging van de bieten. Hoe kleiner de oppervlakte die in contact komt met schimmels en andere ziekteverwekkers, hoe kleiner het risico dat deze zich ontwikkelen en dus van invloed zijn op de bewaring van de bieten. Een lichte ontkopping toepassen beschadigt de biet minder en kan dus de bewaring verbeteren! Maar opgepast, dit betekent niet dat helemaal niet ontkopt moet worden: wanneer het groeipunt van de bieten niet wordt verwijderd, wordt een risico genomen op het vlak van bewaring, dat we nog moeten bestuderen. De hergroei in de bietenho-
De ontkopper Microtopper van Ropa is een van de nieuwe systemen waarmee een lichte ontkopping gemakkelijk te realiseren is. pen vormt blijkbaar geen probleem voor de bewaring. BH: Sommige parameters moeten dus nog nader bestudeerd worden. Wordt dit onderwerp momenteel door het KBIVB opgevolgd? JPV: Ja, we werken samen met onze Franse collega’s, en de conclusies zullen worden toegelicht op de grote demonstratie “Betteravenir 2016” in Frankrijk. Dus, momenteel kan ik hierover nog niet veel kwijt! ■
Nieuws uit de vennootschappen
PhytofarRecover breidt uit en wordt AgriRecover
S
inds de maand maart is PhytofarRecover omgedoopt in AgriRecover. Aan de naamswijziging zijn een aantal belangrijke veranderingen gekoppeld. Zo zal AgriRecover voortaan ook verpakkingen van meststoffen, zaden en landbouwbiociden inzamelen.
Hoe moeten vervallen bewaard worden?
fytoproducten
NBGM (Niet Bruikbare GewasbeschermingMiddelen) zijn gewasbeschermingsmiddelen die niet meer mogen gebruikt worden. Net zoals alle gewasbeschermingsmiddelen, horen ook NBGM thuis in het fytolokaal. Ze dienen duidelijk afgescheiden van de andere producten geplaatst te worden, met vermelding (bv. op een stuk karton: “Volgende inzameling van NBGM van AgriRecover”).
Hoe houd ik best controle over NBGM ? Controleer regelmatig het fytolokaal op de aanwezige producten. Bij twijfel kan u best ofwel fytoweb, ofwel uw verdeler raadplegen. De winterperiode is ideaal voor een grondig nazicht. Wat doen bij een bedrijfsovername waarbij Niet Bruikbare GewasbeschermingsMiddelen aanwezig zijn en aldus in het fytolokaal terecht komen? De opslag van deze NBGM is conform mits:
Xemium Super krachtig
> Ze afgezonderd staan van de andere producten; > Ze duidelijk geïdentificeerd zijn (een stuk karton met de vermelding: “Volgende inzameling van NBGM van AgriRecover”); > Ze geregistreerd zijn (naam van de NBGM, geschatte overblijvende hoeveelheid en registratiedatum). Deze registratie bestaat idealiter uit: - een blad toegevoegd aan de producten in het fytolokaal - of uit registratie in het register van de bespuitingen - of uit registratie in het IN – OUT register > De registratie vooraf aan de bevoegde Provinciale Controle Eeenheid (PCE) van het FAVV werd gemeld; > Deze tolerantie blijft geldig tot de volgende inzamelcampagne van AgriRecover die volgt op de datum van de melding aan de PCE.
Waar kunnen NBGM naartoe gebracht worden? Een manier om zich van de NBGM te ontdoen is deze overmaken aan AgriRecover op één van de ophaalsites. Deze ophalingen vinden plaats om de twee jaar (onpare jaren). Naast laatstgenoemde ophalingen voert AgriRecover op aanvraag ook betalende ophalingen uit. Bron: www.agrirecover.eu
De vervallen producten mogen niet langer dan 2 jaar in het fytolokaal worden bewaard.
Vervallen fytoproducten: een van de meeste voorkomende niet-conformiteiten voor VEGAPLAN Vervallen pesticiden en lege verpakkingen moeten aan AgriRecover terugbezorgd worden (gratis ophaling elk onpaar jaar). Het attest van terugname door AgriRecover en/of de stempel aangebracht op de lijst van de door het ophalingsbedrijf teruggenomen producten zijn documenten die moeten bewaard worden omdat zij het bewijs van hun ophaling door AgriRecover uitmaken.
®
ar Adex
®
x Ceria
®
ax Libr
®
• 3de generatie SDHI • Hoge opbrengsten in tarwe en gerst • Sterkste ziektebestrijding (roesten, septoria…) www.agro.basf.be
Xemium® : gedeponeerd handelsmerk BASF voor de actieve stof fluxapyroxad. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig.
Ann Xemium Bett/Biet H90mm X L247mm (1/2) +ECOPACK-NewLogo.indd 1
4/11/14 15:27
11
WERELDKOERSEN
Minder overdrachten in 2015 In 2015 registreerde men plusminus 260 quotumoverdrachten bij Iscal en TS samen.
Suikerprijzen blijven dalen Volgens bepaalde experten zouden de suikerprijzen op de wereldmarkt wel eens hun laagste niveau kunnen halen in 2015.
O
p de beurs van New York zakte de wereldsuikerprijs naar zijn laagste peil sinds 2009, hetzij 12,70 cent per pond. Dergelijke prijs ligt duidelijk onder de productiekosten voor suiker in de wereld. Zelfs in Brazilië zijn de productiekosten hoger. Verschillende factoren versterken de dalende trend. Eerst en vooral is de suikerproductie voor het vijfde opeenvolgende jaar opnieuw hoger dan de consumptie en zijn de wereldsuikervoorraden verzadigd. Landen als Thailand kunnen hun suiker niet meer opslaan en moeten op de wereldmarkt verkopen onder de productiekosten. De Braziliaanse real staat zwaar onder druk door politieke schandalen en de economische recessie. In maart stond de real op zijn laagste peil ten opzichte van de dollar sinds twaalf jaar, met als gevolg dat de ruwe suikerkoersen mee naar beneden tuimelden. Gezien de zwakte van de real tegenover de dollar, verkiezen de Braziliaanse producenten hun suiker op de wereldmarkt (in dollar) te verkopen eerder dan hun productie op de lokale markt (in real) af te zetten. Hierdoor stijgt het aanbod op de wereldmarkt en dalen de koersen. Andere factor die de daling versterkt is de aankondiging dat de Indiase productie zal stijgen met 8% in 2014/15 en dat de Indiase regering besloten heeft om de suikerexport te subsidiëren. Sommige prognoses geven aan dat de wereldmarkt zich zou herstellen tijdens de volgende campagne. Volgens F.O. Licht, bestaat de kans dat de Braziliaanse productie zich stabiliseert, en zelfs lichtjes daalt volgend jaar. De fabrikanten zijn immers van plan de ethanolproductie op te voeren als gevolg van de verhoging van het bijmengingspercentage van ethanol in benzine en de herinvoering van taksen op benzine. In Brazilië
In 2015 werden 264 quotumoverdrachten geregistreerd, wat een daling is in vergelijking met de voorgaande jaren (348 quotumoverdrachten in 2014, rond 400 in 2013 en meer dan 500 de jaren daarvoor). In één quotumoverdracht op drie, blijft het bietenquotum op hetzelfde landbouwbedrijf. Alleen de naam van uitbater verandert. Het gaat om familiale (vader-zoon, tussen echtgenoten,...) of administratieve (overgang naar vennootschap, fusie,...) overdrachten. Zij vertegenwoordigen 30 tot 40 % van de transacties, naargelang de fabrieken. Deze verhouding blijft stabiel. Bij de quotumoverdrachten tussen bedrijven gebeuren drie transacties op vier zonder grondoverdracht. In totaal zijn 86 suikerbietplanters gestopt met de suikerbietteelt (113 in 2014, 121 in 2013, 179 in 2012).
FONTENOY
Het minieme verschil tussen de suikerprijs op de wereldmarkt en de Europese markt ontmoedigt de invoer van suiker naar de EU. is de verhoging van 25 tot 27% van het verplichte bijmengingspercentage van ethanol in benzine van toepassing sinds maart. Volgens de prognoses stemt de verhoging van het bijmengingspercentage van ethanol met 2%, overeen met een productie van zowat 900.000 m2 ethanol, wat neerkomt op een verbruik van 1,4 Mt suiker per jaar. Dit zou de Braziliaanse suikerproductie van volgende campagne met 1,5 Mt verminderen. Ook in Azië (Thailand, China, Pakistan en Indonesië) worden productiedalingen verwacht. India is de enige grote producent van de regio waarvan het aanbod zou stijgen ten opzichte van vorig jaar.
Europese markt: 421 euro per ton witte suiker Het observatorium van de suikerprijzen in de Europese Unie noteerde een gemiddelde EU-suikerverkoopprijs van 421 euro per ton witte suiker voor de maand januari 2015. ■
Fontenoy registreerde ongeveer 91 quotumoverdrachten dit jaar of 17 % minder dan de 110 quotumoverdrachten die vorig jaar werden opgetekend. In 30% van de transacties gaat het om een familiale overdracht of om de overgang naar een vennootschap. Daarnaast werden 64 quotumoverdrachten tussen verschillende bedrijven geregistreerd. Daarvan waren er 43 quotumoverdrachten zonder grond en 21 quotumoverdrachten met grond. In dit geval bedroeg het gemiddelde per verkoop afgestane quotum ongeveer 165 ton bieten. In 2015 zijn 38 bedrijven gestopt met de bietenteelt: 12 in Wallonië en 26 in Vlaanderen.
LONGCHAMPS Dit jaar werden 98 quotumoverdrachten gerealiseerd in Longchamps, hetzij 30% minder dan de 144 overdrachten die vorig jaar werden genoteerd. Van de 98 overdrachten in 2015 zijn er 41 (± 40 %) met administratieve of familiale veranderingen. Van de resterende overdrachten gebeurde twee derde van de quotumoverdrachten zonder grond. Men telt 19 quotumoverdrachten met grond met een gemiddelde van 144 ton quotum afgestaan per verkoop. Van de 2.612 suikerbietplanters in Longchamps zijn er 26 Waalse planters gestopt met de bietenteelt voor de campagne 2015, dat zijn er 21 minder dan vorig jaar.
TIENEN In totaal registreerde men 74 transacties in 2015, hetzij 20 % minder dan vorig jaar. Er waren 29 familiale of administratieve quotumoverdrachten. Er waren 35 quotumverkopen tussen bedrijven, met een gemiddeld quotum afgestaan per verkoop van 238 ton bieten. Er stopten 22 bedrijven met de suikerbietteelt op een totaal van 2.145 planters (+/- 1 %); wat minder is dan de 37 stopzettingen van vorig jaar. ■
Bewezen rentabiliteit in de onkruidbestrijding
▼
Minder behandelingen, minder remming meer ton / ha
▼
Betere selectiviteit, minder remming meer ton / ha Betere werking, minder onkruiden meer ton / ha
▼
12
Quotumoverdrachten
Minder behandelingen: resultaat van nationale en internationale proeven en marktstudies
www.bayercropscience.be
Betanal® Elite: gedeponeerd handelsmerk van Bayer AG - Bevat 71 g/L desmedifam + 91 g/L fenmedifam + 112 g/L ethofumesaat. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.