Jaargang nr.18, nr 49, april 2009
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
Redactioneel
colofon Verschijnt: Redactie:
Druk: Oplage:
Driemaal per jaar Peter Schmid (hoofdredacteur) Bart van der Sijde ( eindredacteur) Toon van Hooijdonk (redactielid) Piet Schram (redactielid) Hendrik Venema (adviseur) Henny van der Graaf ( vormgeving) O.K.Z. Tilburg 500 op chloorvrij papier en gifvrije inkt
Stichting Vredescentrum Eindhoven
De stichting is een voortzetting van de op 14 april 1988 opgerichte Bestuurscommissie Vredescentrum TU/e. De doelstelling van de nieuwe stichting is aandacht te schenken aan de problematiek van vrede en veiligheid door het jaarlijks organiseren van een aantal symposia en lunchdebatten over ontwapening, conversie van gewelddadige naar duurzame vreedzame middelen en over terugdringen van het militair/industriële proces alsmede over de relatie tussen veiligheid en duurzame ontwikkeling in het kader van de door de VN geformuleerde millenniumdoelen voor armoedebestrijding. Geinteresseerden worden uitgenodigd bijdragen te zenden naar het redactieadres: Stichting Vredescentrum Eindhoven Traverse 0.28, postbus 513, 5600 MB, Eindhoven Tel: 040 247 4546 Fax : 040 247 5990 Email:
[email protected]
Inlichtingen
Bart van der Sijde Tel: 040 283 2070 Email:
[email protected] Tekst dient aangeleverd te worden via email of op een Windows-geformatteerde CD/DVD als MS -WORD of PDF document samen met illustraties en een foto van de auteur. Als illustraties kunnen dienen : - foto’s ( kleur of zwartwit) - tekeningen ( max A4 zonder raster) In JPEG of TIFF format met een voor afdrukken geschikte resolutie De redactie behoudt het recht om tekst en stijl aan te passen. De inhoud is voor verantwoordelijkheid van de auteur.
Het Vredescentrum in het Internationale jaar van de rechten van de mens In de hoop, dat u zeer gewaardeerde lezer/es al hebt kunnen wennen aan de – vanwege geldgebrek – elektronisch-digitale uitgave van onze VredesTertsPeriodiek, begroeten we u in 2009, uitgeroepen tot het International Year of Human Rights, onvermoeid doorgaande met het werk voor de Vrede. Dit schijnt dan ook – met wie u ook daarover van gedachte wisselt – dringender nodig dan ooit. Of we als Stichting Vredescentrum Eindhoven een steentje bij kunnen dragen aan de Rechten van de Mens blijft uiteraard een vraag, maar zonder (met ijdelheid) naar de vruchten van het werk te lonken, zal het ook in de toekomst een morele verplichting zijn, met de beschikbare – geweldloze – middelen alles te doen, Vrede te bevorderen. In de voor u liggende aflevering treft u, naast allerlei wetenswaardigheden in gebruikelijke vorm, het bericht over het tweede, thematisch zeer actuele vredessymposium aan, dat de Stichting – het Vredescentrum in een nieuw gewaad – heeft georganiseerd: Gaming for War or Peace – ICT voor Wereldvrede en Duurzaamheid. En ook wordt verslag uitgebracht over – weer na zeer lange tijd – een avonddebat, namelijk De Crisiskaravaan, een ‘eye-opener’ voor menigeen. Bovendien wordt weer aandacht besteed aan het inmiddels langlopende project Vredespark Eindhoven, dat inmiddels een hele reeks bijna dramatische up’s and down’s achter de rug heeft. De met vaak ongeloofelijk geweld gepaard gaande onrusthaarden in de wereld wisselen van aard, hoeveelheid en intensiteit af. Grosso modo krijgt menigeen de indruk, dat het er niet beter op is geworden. In tegendeel: hier en daar komt het opnieuw tot de meest buitensporige ongeregeldheden. Het kan niet anders dan dat er achter de schermen krachten aan de gang zijn, die op hoge kosten van anderen hun eigen machtsdoelen nastreven en deze met alle middelen en letterlijk op alle fronten tot triomf willen brengen. Wat te doen, tegen de achtergond van zo’n ondoordringbaar en onoplosbaar schijnende situatie? Zonder naar de vruchten van het werk te lonken, blijven werken aan Vredesopbouw is toch het enige alternatief met het vooruitzicht dat uiteindelijk vrede en geluk voor iedereen in ieders diepste verlangen duidelijk gegrondvest is of minstens sluimert en vroeg of laat zal ontwaken. Maar we eindigen met een lichtpunt. U vindt in dit nummer twee artikelen over nucleaire ontwapening. In één ervan wordt aandacht besteed aan het uitkomen van het rapport van IKV -Pax Christi Een kernwapenvrije wereld in februari 2009 en in het tweede wordt ingegaan op de hoopvolle boodschap van Barack Obama dat hij wil streven naar een kernwapenvrije wereld. In deze zin wensen we u wederom veel voordeel bij het lezen van deze uitgave, en blijven ook dankbaar voor elke reactie, die we van u mogen ontvangen. PeterSchmid.
: VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
Gaming for War or Peace Vredessymposium op dinsdag 4 november 2008 in de Openbare Bibliotheek Eindhoven De Stichting Vredescentrum Eindhoven heeft met dit avondsymposium in de Eindhovense Openbare Bibliotheek een poging gedaan dit actuele thema onder de aandacht van een breder publiek te brengen dan bij organisatie op het TU/e terrein te verwachten is. Dit was tot nu toe gebruikelijk bij onze symposia. Of dit gelukt is, valt echter nog te betwijfelen, want door omstandigheden, zoals herhaaldelijke afzegging door reeds geplande sprekers en een daardoor pas late bekendmaking van het evenement, was de opkomst getalsmatig toch niet groter. Ondanks dat was het symposium inhoudelijk – rijk aan variatie – buitengewoon interessant en hoog van kwaliteit. Hierna volgt het rapport van de bijdragen. De Stichting Vredescentrum Eindhoven werd – zover nog niet bekend – afgelopen zomer opgericht als vervolg op de Bestuurscommissie Vredescentrum van deTechnische Universiteit Eindhoven, die gedurende twee decennia als Multidisciplinair Centrum voor technische vraagstukken van vrede en veiligheid veelvuldig dienst deed, maar door het College van Bestuur met ingang van 2008 opgeheven werd. De nieuwe status van het Vredescentrum is een van de redenen, dat als locatie voor de gebruikelijke (trimester)symposia deze keer voor een plaats buiten de universiteit gekozen werd. Bij deze dan ook onze grote dank aan de Openbare Bibliotheek Eindhoven, die ons vredessymposium vandaag herbergt. Plaats en tijd behoren in zekere zin bij elkaar. Daarom – het tijdstip van dit vredessymposium is weliswaar niet op de Internationale Dag van de Vrede – 21 september – mogelijk geweest, maar is wel in het verlengte van die dag te zien.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Goede en slechte spellen In het Romeijnse rijk was er een tijd, dat ‘brood en spelen’ aan het volk aangeboden werden, onder andere om de aandacht af te leiden van de doelen die de overheid toen nastreefde. Volgens Oud-Indiase overleveringen is het gehele universum -de schepping- niets anders dan een spel – raslila genoemd. Bovendien is dit hele spel, volgens dezelfde overlevering, ook nog maar één en al begogeling. Johan Huisinga interpreteerde – al of niet geinspireerd door het Indiase concept – vrijwel alle menselijke acties van de hele geschiedenis als spel. Nu heeft spel over het algemeen de lading van iets speels – dat wil zeggen spel is plezierig, ontspannend, soms fijn, zelfs hemels. Hoe langer hoe meer echter begonnen
spelen van
verschillene aard serieuzer, gewelddadiger, sommigen zeggen zelfs - diabolischer te worden. Veel van de oude faire spelregels – want een spel kent naast spelers en een speelveld ook spelregels – werden over boord gegooid en wat overbleef is uiteraard concurrerend en zelfs unfair en uiterst aanvechtbaar. Dit geldt in hoge mate – zoals de geschiedenis bewijst - voor het ‘oorlogsspel’. Vermenigvuldiging van vrijwel alles is een ander teken van onze tijd, waarbij men tot de pessimistische opvatting zou kunnen neigen, dat ‘het slechte’ in veel sterkere mate vermenigvuldigt dan ‘het goede’. Dat wil zeggen dat fysiek en psychologisch vernietigend geweld meer en meer in onze mondiale samenleving overheerst. Desalniettemin blijven we uteraard optimistisch hopen en werken aan vredesopbouw en aan alles wat deze vredesopbouw zou kunnen ondersteunen. Alhoewel we moeten beseffen dat de veelal fantastische en niet meer weg te denken Informatie- en Communicatie-Technologie tot de meest energieverslinderende technieken van onze
Jaargang 19, nr 49, april 2009
tijd is geworden – met alle ecologische en politieke gevolgen van dien, dat misbruik op elke schaal gaande is, van het pesten onder kinderen via soms gruwelijke war games en hacker attaques tot en met oorlogstoepassingen, blijven we uiteraard hopen, dat juist de mogelijk opbouwende kant van dit medium ooit zal gaan domineren. ///////////////////////////// Het Internet en het World Wide Web begon zijn triomftocht in 1969. Sindsdien heeft – zoals algemeen bekend – een razensnelle ontwikkeling plaats gevonden. Vandaag in 2008 zijn ongeveer 1 1/3 miljaard internetgebruikers geregistreerd. Dit aantal is een vijfde van de weredbevolking. Vergeleken bij het feit dat ook ongeveer een vijfde van de wereldbevolking kortweg rijk te noemen is, terwijl vier vijfde tot de armen en allerarmsten behoren, geeft deze verhouding misschien ook te denken.
laptop per kind in ontwikkelingslanden’ en indirect ‘In 2015 minder mensen in sloppenwijken’ en ‘Iedereen voorzien van schoon drinkwater’ alsmede ‘Meer plaats voor bloemen en dieren bieden’ vallen. Doelen, waarvoor ICT ongetwijfeld positief ingezet kan en zou moeten worden.
Vanaf het jaar 2000 begonnen verschillende zo geheten Onlineverbindingen op het Internet te ‘groeien’.
PeterSchmid. Eindhoven, International Peace Day, 21 september 2008
Don Tapscott en Anthony D. Williams beschrijven in hun boek ‘Wikinomics’ How Mass Collaboration Changes Everything, recentelijk uitgegeven bij Portofolio in New York, de rasante veranderingen van de mogelijkheden die door ICT voor een hoog-democratische wereldsamenleving geboden worden.
De volgende sprekers namen aan het symposium deel:
Facebook, Flickr, Human Genome Project, InnoCentive, Kiva, Linux, MySpace, SecondLife en Wikipedia zijn bijvoorbeeld deze ‘Onlines’, die open zijn voor iedereen die toegang heeft en neemt, die daardoor mondiaal gedeelt kunnen worden met iedereen die daar actief in is, en – dit alles uitermate snel. ‘Wiki’ overigens is het Hawaiiaanse woord voor ‘snel’. Het is verheugend dat er al een ICT for Peace Foundation bestaat, die uiteraard ook op het Internet toegankelijk is, alsmede diverse vergelijkbare vredesgeorienteerde en conflictoplossende pogingen in het kader van een duurzame, dus ook vreedzame ontwikkeling. Er rijzen vragen ten opzichte van oorlog en vrede en een duurzame ontwikkeling: Zouden mogelijke toekomstige oorlogen ‘online’ uitgevochten kunnen worden, zodat het vergieten van bloed bespaart blijft ? Zal de dichtheid van een overweldigende en – tenminste gedeeltelijk wijze informatiestroom uiteindelijk helpen bij het bereiken van een vreedzame samenleving en wereldvrede ? Hoe kan ICT – mogelijk spelenderwijs – bijdragen aan een duurzame vrede en een duurzame onwikkeling ? Deze vraagstukken liggen sterk in het verlengte van de zogenaamde Millenniumdoelen, waaronder direct ‘Op naar een
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
We hopen in dit vredessymposium Gaming for War or Peace met vraagteken op deze vragen wellicht enkele antwoorden te mogen krijgen. Ik wens u allen en ons daarbij veel kennisvoordeel, maar die kans daartoe zouden we niet kunnen krijgen, ware het niet dat de programmacommissie van het Vredescentrum daar alle zorg aan had besteedt, en vooral omdat n.c.d.o., het National Committee for International and Sustainable Development daarvoor een subsidie had verstrekt, waarvoor onze oprechte dank.
Dr. Fred Spiessens Universitair docent/onderzoeker TU/e Technische Universiteit Eindhoven Wiskunde en Informatica Helden en boeven in de tovercirkel Drs. Antoine van den Beemt Hoofddocent Game Design & Technology en lid lectoraat Serious Game Design Fontys Hogeschool ICT Eindhoven (G)aiming for peace: gebruik van ICT in vredesonderzoek De ontwikkeling van een databank over wapentrafiek Drs. Tomas Baum Directeur vlaams vredesinstituut Brussel, Belgie Speltheoretische onderhandelingen met coalities van gekwetste groepen en de regering Dr.ir.drs. C. Maria (Marijke) Keet Assistant professor Research Centre for Knowledge and data, Faculty Infomatica, Libeia Universita’ di Bolzano, Italie Geo-ICT, leuker kunnen we het voor Vrede & Veiligheid niet maken Dr. George G. Van der Meulen Universitair hoofddocent Faculteit Bouwkunde TU/e Technische Universiteit Eindhoven Directeur Compuplan, een door het Ministerie E.Z. erkende kennisinstelling Disseminatie van grondgebonden (geo-) informatie als terugdringend actie inzake veiligheid, geo-politiek, landepik, burenruzies
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
Games tegen terrorisme en voor conflictoplossing
Speltheoretische onderhandelingen tussen coalities van gekwetste groepen en regeringen Speltheorie heeft doorgaans een negatief imago in vredesonderzoek vanwege de negatieve zero -sum benaderingen. Met behulp van recente ontwikkelingen in de speltheorie zijn er mogelijkheden om het in te zetten als middel om vredesonderhandelingen te modelleren om daardoor beter inzicht te krijgen in de dynamiek van interacties tussen de partijen. Dientengevolge kunnen ‘onverklaarbare’ reacties begrijpelijk worden en rationele handelingen aanduiden. Dit zal worden geïllustreerd voor drie -partijen onderhandelingen tussen terroristen en de overheid; dit kan met behulp van computational speltheorie verder uitgebreid worden om meer onderhandelingsfactoren in de simulatie te betrekken.
Wie speelt welk spel?
Om speltheorie toe te passen in vredesonderzoek, en in het zogeheten terrorisme theater in het bijzonder, moet men eerst een idee hebben van de typen partijen die ‘spelen’ en welk spel met welke strategie er gespeeld wordt. Met een voorlopige definitie van terrorisme als “het gebruik van fysiek en psychologisch geweld als een middel om een politiek doel te bereiken” kunnen we grofweg de partijen in potentiële vredesonderhandelingen karakteriseren als: Regering (al dan niet zelf terroristisch als régime de terreur) met een één -partij systeem, met een gepolariseerd twee -partijen systeem, met een absolute meerderheid of een coalitie -regering, en terroristen en gekrenkte groeperingen, welke afhangen van plaats en tijdskader, zoals “het rode netwerk” en “afvallige intelligentsia” in de jaren tachtig, “het religieuze netwerk”, afscheidings - en autonomie bewegingen, vrije tijds terroristen, gematigden die binnen een politiek onderhandelingskader willen opereren en fundamentalisten die geweld niet schuwen als middel (Keet 2003). Ten tweede zijn er erg veel typen spellen. In plaats van de oude spellen, zoals “zero -sum, prisoners” dilemma, of “chicken” te nemen, kunnen we voortborduren op Axelrod’s fascinerende resultaten, waarbij het bleek dat als men een spel “oneindig” keren herhaalt, dit samenwerking tussen de partijen genereert (cf.zogeheten end of-game pathologies). Dit leidde tot onderzoe naar coalities, evolutionaire speltheorie, n -speler games met het meer omvattend modelleren van complexere situaties en experimentele speltheorie, niet alleen met mensen maar ook ondersteund door en geheel met software applicaties.
Coalities en asymmetrische overeenkomsten
Om nu zo’n spel te modelleren nemen we de volgende opzet om het principe te illustreren dat u gemakkelijk zelf kunt uitproberen. Als type groeperingen nemen we gematigde en fanatieke ‘terroristen’ en de regering (Bueno de Mesquita 2002), met een structuur van de coalities waarbij intern of met meerderheid of unaniem gestemd wordt (zie bijv. Manzini e Mandreotti 2001), waarbij een ongelijke politieke macht heerst
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
en waarbij we deel -coalities hebben zodat twee of meer partijen samenwerken maar niet allemaal (Chae en Heidhues 2001). Wat betreft de deel -coalities, nemen we een set van drie partijen. De traditionele benadering geeft dan twee mogelijke alternatieve coalitie structuren: ieder voor zich of 1 en 2 werken samen tegen 3, met als resultaat—de winst—dat, respectievelijk iedere fraktie 1/3 krijgt of partijen 1 en 2 krijgen ieder ¼ en partij 3 krijgt ½. Dus door samen te werken krijgen de coalitiepartners uiteindelijk minder! Dit druist in tegen zowel intuïtie en praktijk waaruit blijkt dat samenwerken voordelig kan zijn; dit is bekend als de joint -bargaining paradox. Echter: waarom zou het nu altijd een 50%-50% verdeling moeten zijn tussen de coalitie en de tegenstander? En waarom 50%-50% binnen in de coalitie? Als we deze impliciete veronderstellingen gaan variëren, worden de resultaten heel wat realistischer. We kunnen hiervoor een formule van Chae en Heidhues (2001) aanpassen. Daaruit blijkt dat soms een coalitie beter is voor
Marijke Keet
mogelijke coalitie partners, en soms rationeel verstandiger is om uit de coalitie te stappen. Deze formule kan gebruikt worden om verschillende mogelijke scenario’s door te berekenen. Met de zogeheten pure bargaining, en 50%-50% verdeling binnen de fractie, dan is het zogeheten breakdown punt voor alle betrokkenen 1/3. Met een zwakkere overheid en sterkere fundamentele terroristen bijvoorbeeld, krijgen we dat het op verschillende punten voordeliger is voor de ene coalitiepartner om samen te werken, dan wel uit de coalitie te stappen dan voor de ander; in dit geval is het voor de fundamentalisten eerder voordelig om samen te werken dan voor de gematigden.
Jaargang 19, nr 49, april 2009
Simulaties met computational speltheorie
Eén formule en een Excel berekening is echter vrij primitief gezien vanuit de ICT en informatica. Kunstmatige intelligentie, zoals verwerkt in multi -agent systemen en computational speltheorie, en software ontwikkeling zouden opschaling kunnen te weeg brengen om experimentele speltheorie verder uit te breiden zodat men betere controle heeft over meer variabelen. Dat wil zeggen, zodat men de onderhandelingsscenario’s kan doorberekenen alvorens het in de praktijk uit te proberen. Echter, een standaard simulatie met 15 partijen geeft al meer dan 1,3 miljard theoretische mogelijkheden om de beste coalities(s) te berekenen, een aantal dat met behulp van Partition Function Games met externalities verkleind kan worden om het de computer daadwerkelijk te kunnen laten berekenen (Michalak et al. 2008). Voorts kan men afvragen hoe de (set van) optimale oplossing(en) berekend kan worden. In plaats van handmatig en subjectief te werk te gaan, zou men mogelijk de ondeelbare do-ut-des (geef om te krijgen) kunnen gebruiken (Boella et al. 2006) en te kijken naar wat nu optimale coalities zijn en wat de intenties van de partijen zijn op basis van geformuleerde sub -doelen (Aknine en Shehory 2006). Deze en andere vooruitzichten zijn vooralsnog gebaseerd op overwegend theoretische resultaten die eerst nog in software geïmplementeerd moeten worden, daarna voor politieke wetenschappers bruikbaar gemaakt worden, en dan nog eens voor eindgebruikers.
Coalitions. Proceedings of the European Conference on Artificial Intelligence (ECAI’06), Riva del Garda, Italy. Bueno de Mesquita, E. An adverse selection model of terrorism: theory and evidence. Department of Government, Harvard University. 2002. Chae, S., Heidhues, P. Nash bargaining solution with coalitions and the joint bargaining paradox. DP FS IV01-01-15. Berlin: Wissenchaftszentrum Berlin für Sozialforschung. 2001. 28 p. Manzini, P., Mariotti, M. Alliances and negotiations. Working Paper 424, University of London and University of Exeter. November 2001. 32 p. Michalak, T., Dowell, A., McBurney, P., Wooldridge, M. Optimal Coalition Structure Generation In Partition Function Games. Proceedings of the European Conference on Artificial Intelligence (ECAI’08), Patras, Greece.
Achtergrond literatuur
Guelke, A. The age of terrorism and the international political system. London, UK. I.B. Tauris. 1995. Keet, C. M. Terrorism and Game Theory—coalitions, negotiations, and audience costs. MSc Thesis, Dept. of Government & Society, University of Limerick, Ireland. 2003. http://www.meteck.org/TerrorismGameTheory.pdf Rasmusen, E Games & Information -- an introduction to game theory. Massachusetts: Blackwell Publishers, 3rd ed., 2001, 445p. see also http://www.rasmusen.org/ Reid, E.F., Chen, H. Mapping the terrorism research domain. Int. J. of Human-Computer Studies, 2007, 65: 42-56.
Samenvatting en vooruitzichten
Een belangrijke bijdrage die speltheorie kan geven in de ICT & vrede ligt in de methodologie, door middel van haar benaderingswijze voor het abstraheren van individuele situaties—type spelers en principes van de strategieën—en het bestuderen van de strategieën (wat zijn de variabelen en hoe hangen ze met elkaar samen?). De laatste 15 jaar heeft veel nieuwe ontwikkelingen voor het modelleren en simuleren van complexe onderhandelingssituaties, waaronder coalities, voortgebracht waaruit blijkt dat de onderhandelingen tussen gekrenkte groepen en de regering geen negatieve 0%-100% situatie behoeft te zijn, wat de praktijk ook aantoont, zoals in Noord Ierland, Libanon en Spanje. Verder heeft de informatica zich ook op het probleem gestort, en computer simulaties kunnen het dan mogelijk maken om met nieuwe, en beter te controleren variabelen alle onderhandelingsscenario’s door te rekenen, zodat de meest voordelige in de praktijk uitgeprobeerd kan worden. Echter, deze laatste mogelijkheid vertoont vooralsnog wel de gebruikelijke vertragingen in het proces van kennisoverdracht van theorie naar praktijktoepassingen. Marijke Keet, Faculty of Computer Science, Free University of Bozen-Bolzano, Italy
[email protected]
Referenties
Aknine, S., Shehory, O. Reaching Agreements for Coalition Formation through Derivation of Agents Intentions. Proceedings of the European Conference on Artificial Intelligence (ECAI’06), Riva del Garda, Italy. Boella, G., Sauro, L., van der Torre, L. Strengthening Admissible
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
Geo-ICT en Geo - politieke vrede en veiligheid
Grondgebonden informatie inzake burenruzies en landjepik
Inleiding
Het interessante van informatie en communicatie in een digitaal tijdperk is dat met relatief grote snelheid in beeld, geluid en tekst gegevens verkregen en verzameld kunnen worden, en alsmede waar nodig, bewijsvoering geleverd kan worden over zaken die zich ergens voordoen of, in voorspellende zin, kunnen gaan voordoen. Daarbij is sprake van een toenemende betekenis van en rol voor geografische, ruimtelijke expertise, ondersteund door verschillende systemen, die bovendien intussen kunnen bogen op publieke, dagelijkse belangstelling en toepassings-relevantie, zoals GIS, GPS, routeplanners. Het meer of minder precies en correct afbeelden van de werkelijkheid kan in veel opzichten aanleiding zijn tot ‘missers’, meningsverschillen, ruzies, agressie en zelfs oorlog en moordpartijen. Zij beinvloeden dan zogezegd “de lieve vrede”. Afhankelijk van schaalniveau worden de ruimtelijke objecten meer of minder geografisch (visueel) correct gerepresenteerd. Dit kan consequenties hebben voor vrede en veiligheid zodra die mate van correctheid aanleiding voor meningsverschil, en soms erger, wordt.
De ‘lieve’ Vrede en Veiligheid
Als vrede en veiligheid vooral gekoppeld worden aan geweld en oorlogshandelingen, zowel in de realiteit alsook in spelletjes (bijv. de spellen ‘Kill Zone’ of ‘Hell’s Highway’dat aan de Operation Market Garden in 1944 refereert) dan valt dat --afgezien van mijn rol als ‘oplettende en betrokken burger’- buiten mijn expertise. Dit neemt uiteraard niet weg dat er soms interessante ICT gebeurtenissen zijn die voor Vrede en Veiligheid betekenis hebben, zoals bijvoorbeeld Colossus, de kraker van Duits gecodeerde communicatie, of de (Amerikaanse en NAVO) Cyber Storm, met vrees voor oorlog in de vierde dimensie (de ruimte). Het zijn zogezegd niet mijn ‘dingen’. Als geograaf en geo-ICTer wordt het concept van vrede en veiligheid benaderd vanuit een breder, ander perspectief en richt zich op grondconflicten, landjepik, geo-politiek. Dit sluit bovendien ‘dagelijkse’ burenruzies in.
Geo-ICT
De geo-ICT kan mins inziens overtuigende ondersteuning bieden aan oplossingen voor deze --hoewel soms slepende, tragische en treurige-- meningsverschillen inzake grondeigendom en daarmee samenhangend grondgebruik. Dit gebeurt dan aan de hand van kadastraal, grootschalig kartografisch en soms ook luchtfotografisch materiaal, bij voorkeur (vanuit geo-ICT perspectief gezien) digitaal, computer ondersteund. Hierbij kan ook een kaart en juridische beschrijving van een betrokken bestemmingsplan ondersteunende betekenis hebben. De slogan ‘als de sirene gaat’ herinnert ons uiteraard aan een andersoortig aspect van vrede en veiligheid, te weten onveiligheid die ons bedreigt vanuit de omgeving.
Ruimtelijk detail
Deze geo-systemen, in 2- en 3-dimensionale toepassingen rich-
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
ten zich op geografisch-ruimtelijke data (klein- en grootschalige kartografie) en op aan de ruimtelijke objecten toegekende attributieve gegevens, welke van velerlei aard en in verscheiden detail verbonden zijn aan punt-, lijn, raster en/of polygone objecten. Zij kunnen conform afgebeeld worden als bitmapped (pixel) images, als grid conversies of als coordinaat-getrouwe vector samenstellingen. Een hedendaags, toenemend belangrijke geo-ICT gegevensbron betreft remote sensing, hetgeen zowel luchtfotografie als de scanning en visualisering van het aardoppervlak vauit satellieten omvat. Hierbij spelen GPS systemen een belangrijke rol. Het Amerikaanse GPS systeem functioneert al vele jaren. Jammer genoeg met een voor het ‘publiek’ relatief geringe resolutie. Voorts is, in het algemeen gesproken, sprake van een grote afhankelijkheid van de beheerders van het systeem, dat is het Amerikaanse defensieapparaat. Stellig brengt het in ontwikkeling zijnde Europese Galileo (satelliet) systeem daarin op korte termijn verandering. Het grote publiek kent de GPS chronologisch gezien door de ‘trefzekere’ locatiescanningen vanuit gevechtsvliegtuigen gedurende bombardementen, waarvan de beelden uit Irak menigeen nog duidelijk op het netvlies staan, en nadrukkelijker door de flitspaal-waarschuwers en routeplanners in auto’s (Garmin, TomTom, Medior, Mio, Cartrek); zelfs landbouwtractoren worden tegenwoordig steeds vaker satelliet gestuurd.
Geo -niveaus
Onderscheid in ruimtelijke niveaus is relevant omdat de ernst van de problematiek in een kader van vrede en veiligheid (sterk) verschilt. Daar hangen informatie en oplossing(en) nauw mee samen. Als onderscheid is hier geopteerd voor: 1. perceelsgrenzen en buren 2. buurt- en wijkniveau 3. binnenlands 4. grensoverschrijdend, transnationaal 5. regionaal, internationaal Twee invalshoeken: grondconflicten en grondgebruikrisico’s (veiligheid) Deze geo-ICT bijdrage aan Vrede en Veiligheid gaat in op grondconflicten van verschillende aard en van de risico’s en gevaren die het gevolg kunnen zijn van grondgebruik in de omgeving. Voor beide is het schaalonderscheid relevant. Voor een aantal van die problemen worden geo-ICT applicaties vermeld die ondersteuning aan oplossingen zouden kunnen aandragen. Immers, geo-ICT levert informatie van geo -ruimtelijke aard, bedoeld als ondersteuning van besluitvorming. Deze bijdrage wordt met enkele conclusies afgesloten.
Landjepik en geo -politiek
Buren De wisselwerking tussen locatie en perceelgrens conflicten vraagt soms een geo-ICT aanpak. Deze richt zich op (a) burenruzies over problemen inzake perceelsgrenzen en het grondgebruik op en rond die begrenzingen; en, (b) onjuist en/of illegaal
Jaargang 19, nr 49, april 2009
grondgebruik gelet op vigerende bestemmingen van de grond en opstallen. In de woonomgeving van mensen zijn deze voer voor en een vruchtbare werkvloer voor de rijdende rechter. Overigens, deze rijdende rechter af en toe op de televisie gadeslaande, wordt duidelijk dat ook hij afhankelijk is van adequate, zo correct mogelijk afleesbare, geo-informatie om de problemen van landjepik, overhangende struiken, boomtakken, dakbedekkingen en regengoten en conflicten over perceelsgrenzen en (qua locatie mogelijk discutabel) aangebrachte schuttingen en hekwerken enigszins finaal te kunnen beslechten, hetzij met een rechterlijke uitspraak, hetzij voorzien van een financieel dwangmiddel. Buurt en wijk Op dit niveau is ruimtelijke ordening een voorname speler inzake en soms bedreiging van grondgebruik en –eigendom. Aangezien het om een algemeen maatschappelijk probleem gaat, wordt slechts zelden over conflict gesproken. Dat is uiteraard niet correct, immers gebruiksbeperkingen kunnen voor lange tijd conflictueus werken, terwijl grondeigendom via onteigening niet uit ‘liefde’ gebeurt, in sommige gevallen tragedies betreft. Hoewel in de Nederlandse situatie dit in redelijke mate via de rechtbank of economisch verantwoorde financiele compensatie wordt afgehandeld, zijn niet-nederlandse voorbeelden ten overvloede beschikbaar waar dat niet het geval is, en bovendien soms met zeer levensbedreigende uitzettingen gepaard gaat. Zimbabwaanse blanke grondbezitters zijn een voorbeeld. In andere, bijvoorbeeld Aziatische landen, wordt de zaak afgehandeld met een ‘koperen handdruk’, een ondermaatse fooi in naam der wet. Op perceel-, buurt- en wijkniveau is voorts de veiligheid in het geding wanneer incidenten en rampen (kunnen) optreden. Deze gebeurtenissen en ramprisico’s in meer algemene zin omvatten overstromingen, chemische emissies en ontploffingen. Maar ook dient gewezen te worden op de minder zichtbare grondconflicten welke zich vandaag de dag in sterk toenemende mate en soms met onvoorzienbare consequenties afspelen in de ondergrond (ondergronds bouwen, belemmeren van grondwaterstromen en aanverwante ecologie, onttrekken van grondwater door industrie en landbouw, koude-warmte opslag, etc.). De geo-ICT, in het bijzonder geo-informatie vanuit grootschalige basiskaarten in combinatie met kadastrale en notarieel vastgelegde gegevens, naast een adequate ruimtelijke ordening op gemeentelijk niveau, kan positief en uitsluitend bijdragen aan oplossingen voor bovenstaande grondproblemen. Binnenlands De problematiek wordt vaak indringender en ernstiger zodra landjepik binnen de nationale grenzen van een land aan de orde is als gevolg van natuurrampen, agrarisch gemotiveerde landhonger, burgeroorlog, politieke, post-koloniale of etnische zuivering. Bovendien kennen veel Aziatische landen zeer veel grondgebruik zonder grondrechten (eigendom, huur, pacht of ‘tenure’). In die gevallen trekken grondgebruikers, soms reeds vele decennia, van generatie op generatie, aan het kortste eind en
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
worden letterlijk verjaagd. Soms op last van de overheid, maar ook vaak betreft het speculanten die via corruptie grondrechten verworven hebben. In de door tsunami van 24 december 2004 getroffen kustgebieden zijn hiervan intussen verschillende voorbeelden bekend en in de publiciteit gebracht. Geo -ICT zal dan beslist een andere rol moeten spelen, namelijk informerend en communicerend, gerelateerd aan locaties, ruimtelijke spreiding van risico’s en effecten. ICT heeft dan een humane missie, waaronder extern, naar de buitenwereld toe, melding maken van gebeurtenissen. Internationale aandacht, immers, heeft er waarschijnlijk al vaak voor gezorgd dat exorbitante ‘criminaliteit’ binnen zekere perken is gebleven, en in andere situaties aanleiding is geworden tot internationaal ingrijpen. Buurlanden, transnationaal Grensconflicten tussen buurlanden zijn meestal nadrukkelijk terug te voeren tot historische meningsveschillen en pogingen tot voorgenomen of slepend landjepik. Een historisch gegroeide situatie is bijvoorbeeld het bestaan van allerlei enclaves. Een interessant voorbeeld betreft het Belgisch grondgebied binnen Nederlands territorium. Dit is voor velen een aanleiding tot verwondering, met grenslijnen die dwars door de bebouwing loopt. Hoewel een gronduitwisseling tussen de beide landen voor de hand liggend is, talen geen van beide vredelievende landen daar naar. Soms gaat het louter om meer willen hebben, maar ook al te vaak liggen er emotionele, diep in de cultuur en vooral in godsdiensten verankerde beweeggronden. Zo kan een tot werelderfgoed aangewezen tempel de gemoederen zo sterk doen oplopen, dat over en weer militairen elkaar beschieten. Een recent voorbeeld is de oude hindoeistische tempel op Cambodiaanse grondgebied, opgeëist door Thailand, min of meer als enclave. In andere omstandigheden betreft het vooral grensbeveiliging en het daartoe nauwlettend in de gaten houden (monitoren) van grenoverschrijdingen, met name vanuit overwegingen van (nationale) veiligheid. Naarmate grenzen langer worden, zoals bij voorbeeld het geval is met de EU buitengrenzen, zien we de betekenis van geo-ICT drastisch toenemen en zelfs een centrale rol toebedeeld krijgen, zowel via uitkijktorens, GPS, digitale warmteverandering- en bewegingsdetectoren in grensgebieden, alsmede via remote sensing.
Regionaal, internationaal
Een opmerkelijk voorbeeld op dit niveau zijn de landjepik- en grondconflicten volgend op een ernstige natuurramp. In Thailand was dit het geval na de tsunami van 25 december 2004. In de uitgestrekte kustgebieden wonen vele generaties lang mensen, individueel of als gemeenschap op grond die zij op historische overwegingen tot de hunne rekenen. Helaas hebben zij nooit aanstalten gemaakt zich als grondeigenaar kadastraal te registreren. Ook de locale, regionale of nationale overheden hebben geen initiatieven ondernomen. Met andere woorden, eigendomsrechten in geschreven, geregis-
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
treerde zin ontbreken. Zolang zij echter daadwerkelijk op die grond wonen en hun activiteiten plegen, maken anderen geen aanspraak op die grond. De tsunami bracht daar verandering in. Het oprukkend water
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
en de daarmee gepaard gaande vernielingen van woningen en bedrijfsgebouwen verdreef de bewoners. Zij hebben stellig gemeend dat dit tijdelijk zou zijn tot herstel, renovatie en rehabilitatie van de getroffen kuststroken plaats zou vinden.
Jaargang 19, nr 49, april 2009
10 Helaas, corruptie van ambtenaren stelde een aantal speculanten en projectontwikkelaars in staat, zonder medeweten van die bevolking, grondrechten te vestigen en die kadastraal te regisreren. Onvrede en spanningen liepen zwaar op. Of dit op een overzienbare termijn kan worden teruggedraaid, valt te bezien. Dit niveau is bovendien rijk aan geo -politieke voorbeelden die vrede en veiligheid ernstig bedreigen, zoals de Israëlisch -Palestijnse problematiek (met recent als dramatisch hoogtepunt de Gaza -oorlog), etnische zuiveringen in Zuid-Ossetië, de landhervormingen in Kenia en in Zimbabwe. Ondersteuningen vanuit de geo-ICT kunnen bij calamiteiten en landhervormingen -op termijn- mogelijk verwacht worden uit de digitale modernisering van kadastrale registraties. Of dat evenwel in die conflictsituaties kans van slagen heeft, is stellig de vraag. Ook wanneer sprake is van projectontwikkelaars die gebruik maken van het ontbreken van notariële registratie en corruptiepraktijken staat geo-ICT machteloos. Alle reden dus om pro-actief en preventief geo-ICT in te schakelen teneinde digitale kadastrale registraties en kaarteringen tot stand te brengen. In geval van etnische zuiveringen kan geo-ICT in combinatie met GPS en remote sensing een opsporende rol van betekenis vervullen. In bepaalde gevallen zijn door geo-ICT (remote sensing) na afloop van een crisis sporen en locaties bepaald waarmee bewijsvoering van gruwelen en gruweldaden geleverd kon worden en in bepaalde gevallen slachtoffers gevonden zijn en aan nabestaanden uitsluitsel gegeven kon worden, waarna
herbegrafenis van stoffelijke overschotten en –voor zover mogelijk-- een emotionele afronding kon volgen.
Grondgebruikrisico’s, rampen & veiligheid
Buurt- en wijkniveau Onze veiligheid wordt soms ernstig in gevaar gebracht, met name daar waar wij wonen en werken. Ook al regelt een land
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
nog zo veel, het neemt niet weg dat woongebieden door de aanwezigheid van gevaarlijke objecten grote risisco’s lopen op ingrijpende calamiteiten. Het betreft hier in het bijzonder de zgn. SIRA (of Soveso 2) aangemelde objecten. In veel gevallen is hun locatie historisch te verklaren. Woongebieden breiden uit, omsluiten deze objecten op een gegeven moment, zonder dat verantwoordelijke overheden voor verplaatsing van de objecten zorgt of afstandszones creëert. De Indiase stad Bhopal, onderging in 1984 de gevolgen van een chemische ontploffing van een fabriek, Union Carbide, en een gifuitstoot van veertig ton methylisocyanaat (MIC). Deze calamiteit maakte een groot aantal slachtoffers in de nabijgelegen woongebieden. In mei 2000 was het raak in Enschedé, een opslagdepot met vuurwerk ontploft, ruïneert een woonwijk en maakt slachtoffers. Ondersteuning door geo-ICT gedurende de verschillende fasen van de Veiligheidsketen is de laatste jaren usance geworden. De provincies vertonen op hun websites de statische veiligheidskaarten, die helaas, deels bewust, niet compleet zijn. Voorts zijn programma’s ontwikkeld waarin de gevolgen van emissie of explosie op kaartondergronden gesimuleerd en getoond kunnen worden. Zo ontwikkelde Compuplan Instituut daartoe het programma GasWolkMal, waarin integraal benodigde informatie voor de rampbestrijders verwerkt wordt. Ook TNO ontwikkelde een dergelijk programma, GasMal, zij het dat dit zich voornamelijk richt op simulatie van het incident.
Binnenlands Sedert de aandacht voor rampen in Nederrland is toegenomen, is ook het aantal grootschalige rampoefeningen toegenomen. Oefenen blijkt hard nodig. Uit de oefeningen die gehouden zijn, is bovendien geconcludeerd dat geo-ICT in alle volgende rampoefeningen een ‘must’ is (Automatiseringsgids 2008 inzake rampoefening Rotterdamse Haven). Door stijging van de zeespiegel wordt ons land in toenemende
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
11 mate bedreigd door overstromingen vanuit de Noordzee. Dit is geen nieuws, immers we weten dat het land voor ruim 60 procent onder zeeniveau ligt. Een gedateerde, eenvoudige simulatie opgesteld ten behoeve van voormalig UNDRO (UN Disaster Reduction Organisation in Geneva) in het kader van één van haar bewustwordingprogramma’s, laat dat duidelijk zien. We weten ons beschermd door de dijken, duinen en barrieres. Bij een stijgend zeewater niveau wordt dat anders, vandaar het voorgestelde Deltaplan 2.
dend langs de Rijn in de polders Groot Maas en Waal, Ooij en de Duitse Duffelt tot aan Xanten, wordt nagegaan hoe in tijdtempo bij bepaalde dijkbreuken het water zal stromen en met dat inzicht te bezien of evacuatie van polderbewoners daarop kan worden afgestemd. Alleen preventief evacueren als dat strikt, gelet op de tijd die beschikbaar is nodig is om met droge voeten het poldergebied te verlaten Immers, met te weinig adequate informatie, was in februari 1995 besloten ongeveer 250.000 inwoners te evacueren, terwijl achteraf dit achterweg had kunnen blijven. Regionaal, internationaal Op dit niveau zijn onder andere de gevolgen van de tsunami (2004) aanleiding voor geo-ICT geweest om zowel oorzaken als verloop van de tsunami te simuleren (zie bijvoorbeeld Automatiseringsgids van 29 april 2005. Deze simulaties zijn met name relevant en van belang in samenhang met het in de oceanen plaatsen van meetapparatuur als onderdeel van een regionaal, internationaal Early Tsunami Warning Systeem. Vroegtijdige waarschuwing (via sirenes, sms’jes) biedt betrokkenen gelegenheid naar hoger gelegen locaties te gaan, waardoor hun veiligheid beter te garanderen is.
Conclusies
Grensoverschrijdend Onze veiligheid wordt niet alleen door water vanuit zee bedreigd. Overvloedige aanvoer van water door de grote rivieren Maas en vooral de Rijn, onder ongunstige weersomstandigheden, waren in 1993 en 1995 zelfs aanleiding tot uitgebreide evacuaties vanuit de nabij gelegen poldergebieden. Klimaatverandering versterkt de kans hierop mogelijk in de toekomst. Uiteraard heeft hoogwater bescherming alleen zin wanneer dat grensoverschrijdend gebeurd. In de loop van 1996 tot 2004, grotendeels onder het IRMA programma van EU Interreg II C, is een zeer omvanrijk geoICT project,”PoldEvac”, een samenwerkingsinitiatief tussen Regionale Brandweer Nijmegen en Compuplan Instituut, ondersteund door vele andere organisaties aan weerszijde van de Nederlands-Duitse grens uitgevoerd waarin grensoverschrij-
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Tenslotte, samenvattend, hoe, in het licht van de lieve vrede en veiligheid, in de in deze bijdrage genoemde voorbeelden, geo-ICT een conflict-reducerend c.q. oplossend vermogen kan bieden: ◊ adequate geo-informatie op grootschalig niveau is voor de verzekering en/of vergroting van veiligheid noodzakelijk; ◊ in het ‘echte’ leven zijn applicaties van geo-ICT geen spelletje; ◊ geo-ICT kan sturend ten goede (van Vrede & Veiligheid) werken; maar ook ten slechte (oorlog, terreur en agressie); ◊ geo-ICT biedt (of kan bieden) pro-active en preventieve ondersteuning in vraagstukken van veiligheid; bovendien kan het relevant zijn in andere fasen van de Veiligheidsketen (preparatief, repressief en tijdens de nazorg). George G. van der Meulen, Faculteit Bouwkunde, TU/e, te Eindhoven en Compuplan, instituut voor toegepaste geo-ruimtelijke en milieu informatica, te Cuijk
Jaargang 19, nr 49, april 2009
12
De crisiskaravaan
Op 18 december 2008 werd op de TU/e een debat Op 18 december 2008 werd op de TU/e ganigehouden over zin en onzin van ontwikkelingi satie Hieronder volgtzin een samenvatting van een Oxfam/Novib. debat gehouden over en onzin van beide sprekers. nder volgt een samenvattde sprekers.
ontwikkelingswerk tussen Linda Polman en Hans van den Hoogen van de organisatie Oxfam/Novib. Hieronder volgt een samenvatting van beide sprekers. Het dilemma
Stel U bent een internationale humanitaire hulpverlener in een oorlogsgebied en trouw aan de Rode Kruis beginselen, zoals het een humanitair hulpverlener betaamt. U bent dus onpartijdig, neutraal en onafhankelijk. Uw verantwoordelijkheid is het om menselijk lijden te verlichten, ongeacht de persoon of de omstandigheden ter plekke. Uw roeping bracht u ditmaal naar een vluchtelingenkamp in Darfur. U doet hier voor de slachtoffers wat u kunt, maar militairen maken misbruik van uw inspanningen. Ze eisen geld voor iedere waterput die u slaat en heffen torenhoge, ter plekke verzonnen belastingen op de zakken rijst en de tenten en medicijnen die u laat invliegen. Een deel van uw hulpgoederen gebruiken ze zelf, een ander deel verkopen ze. Van de opbrengst schaffen ze onder meer wapens aan, waarmee ze nog meer mensen het vluchtelingenkamp of zelfs de dood injagen. Wat doet u? Blijft u ondanks de zeer moeilijke omstandigheden voor de slachtoffers doen wat u kunt, want ieder gered mensenleven is er één en een klein beetje hulp is altijd nog beter dan niets? Of beziet u de omstandigheden, concludeert u dat de beginselen van het Rode Kruis hier niet langer
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
van toepassing kunnen zijn en gaat u ergens anders helpen?
Het dilemma is al heel oud
Vertrekken of koste wat kost doorgaan met hulpverlenen. Het is een eeuwenoud dilemma. Twee van ‘s werelds eerste internationale humanitaire hulpverleners, Florence Nightingale en Henri Dunant, waren het al grondig met elkaar oneens over de juiste keuze. Nightingale was ervan overtuigd dat hulp het doel voorbijschiet als oorlogvoerende partijen er hun voordeel mee doen. Voor Henri Dunant was helpen een heilige plicht. ‘Tutti fratelli’ was het motto van Dunant. We zijn allen broeders. In 1859 was de Zwitserse zakenman getuige van de Slag van Solferino tijdens de oorlog van Italië en Frankrijk tegen Oostenrijk. Van de driehonderd duizend mannen en jongens aan het 25 kilometer lange Italiaanse front, sneuvelden er veertigduizend. Nog eens veertigduizend raakten gewond. Bij gebrek aan legerartsen bleven ze op het slagveld achter, Italiaanse, Franse en Oostenrijkse soldaten, de meesten om te sterven. Voor welke vlag ze hadden gevochten maakte Dunant niet uit: zonder vragen te stellen regelde hij zoveel mogelijk ketels soep, tabak en balen katoenpluksel en vrijwilligers om met het pluksel wonden uit te wassen. Terug in Zwitserland, lobbyde hij voor de oprichting van een particuliere organisatie voor hulp aan gewonde militairen. In zijn voorstel aan potentiële geldgevers voerde hij aan dat het werk van deze NGO niet alleen humaan en christelijk, maar ook voordelig voor de staatskas zou zijn. ‘Vermindering van het aantal invalide militairen zou een besparing betekenen op de uitgaven van de overheid die pensioenen aan hen ter beschikking moet stellen’ argumenteerde hij. Dat laatste was precies waarom de andere grote humanitair van die tijd, de Britse verpleegkundige Florence Nightingale, Du-
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
13 nants plan helemaal niks vond. Hoe hoger de kosten van een oorlog, hoe eerder die is afgelopen, zo dacht ‘juffrouw Nightingale’ erover. In 1854, vijf jaar vóór Dunants ervaringen in de Slag van Solferino, had Nightingale gehoor gegeven aan het verzoek van de Britse minister van Oorlog om zijn zieke en gewonde manschappen in de Krimoorlog bij te staan. De minister lag onder vuur van de Britse kranten vanwege zijn gebrekkige zorg voor frontsoldaten. Met een team van 37 door haar geselecteerde verpleegsters reisde Nightingale naar de Britse kazerne Scutari in het Aziatische deel van Istanbul. Bomvolle, stinkende, lekkende zaaltjes moesten het legerhospitaal voorstellen. Ongewassen lagen soldaten te creperen in bedden zonder lakens of dekens. Slechts één op de zes sterfgevallen in Scutari was het gevolg van verwondingen; de andere vijf waren veroorzaakt door cholera, dysenterie, tyfus en infecties. Voor deze ene kazerne wist Nightingale geld van de minister los te peuteren om de hygiëne te verbeteren. Het aantal sterfgevallen in Scutari liep terug, maar de soldaten die dankzij Nightingale herstelden, moesten wel terug naar het front. Velen sneuvelden alsnog. Zónder haar hulp zou de oorlog sneller doodbloeden, realiseerde Nightingale zich. Het aantal gevechtsklare soldaten zou eerder opraken en als de minister van Oorlog niet zou investeren in
humanitaire hulporganisaties. De ‘humanitaire’ principes van het ICRC , neutrale, onafhankelijke en onpartijdige hulp door particulieren, werden verankerd in de Conventies van Genève. ‘Absurd,’ morde Nightingale. ‘Alleen in een landje als Zwitserland, dat zelf nooit oorlog zal zien, kan zoiets ontstaan.’
betere zorg, zou het veel moeilijker worden voor hem om nieuwe rekruten te ronselen. Mannen die weten dat ze niet op verzorging hoeven rekenen als ze gewond raken, zoeken liever een andere baan. De inspanningen van Dunant voor een particuliere hulporganisatie vervulden haar met boze afkeer. In 1863 richtten een aantal notabelen in Genève het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) op, de moeder van alle huidige westerse
Tweede Wereldoorlog, besloot men om de Rode Kruis beginselen ook van toepassing te verklaren op hulp aan burgers in oorlogen. Burgers waren militair doelwit geworden, bijvoorbeeld door bombardementen op steden en dorpen, door vervolging en door uitroeiingsprogramma’s. In de Tweede Wereldoorlog vielen ongeveer net zoveel militaire als burgerslachtoffers. In onze tijd, zijn zelfs negentig van de honderd oorlogsdoden burg-
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Het wordt nog ingewikkelder
Met ondertekening door Nauru en Montenegro, zijn sinds augustus 2006 de Conventies van Genève aanvaard door alle landen ter wereld. Nooit werden de Rode Kruis beginselen meer unaniem omhelsd dan nu. En nooit waren er zoveel humanitaire hulporganisaties als nu. De NGO’s, van regeringen onafhankelijke, neutrale organisaties, vormen gezamenlijk een ‘humanitaire gemeenschap’ die opereert in ‘humanitaire ruimtes’. Humanitaire ruimtes zijn virtuele enclaves in oorlogsgebieden waarin slachtofferhulp alle militaire en politieke belangen dient te overstijgen, want ‘tutti fratelli’; slachtoffers zijn slachtoffers, ongeacht waarom ze vielen. In de anderhalve eeuw die verstreek sinds de oprichting van het ICRC bleven de principes hetzelfde, maar oorlogen en humanitaire ruimtes veranderden volledig. In Dunants tijd werden oorlogen nog uitgevochten op slagvelden en waren bijna alle oorlogsdoden en –gewonden militairen. Honderd jaar later, na de
Jaargang 19, nr 49, april 2009
14 ers en zijn bijna alle oorlogen burgeroorlogen, die niet worden uitgevochten door legers van verschillende landen, maar door afscheidingsbewegingen, volksmilities, opstandelingen en rebellen uit het eigen land. Regeringslegers vertegenwoordigen in die oorlogen vaak hooguit één van de – doorgaans vele - partijen. De huidige humanitaire ruimtes waarin de humanitaire gemeenschap menselijk lijden probeert te verlichten, bevinden zich in landen als Irak en Afghanistan, waar smerig en langdurig gevochten wordt. En in Congo, Somalië, Sierra Leone, Ethiopië en Sudan, helse oorden waar het voornaamste doel van strijdende partijen vaak is om zoveel mogelijk burgers af te slachten en iedere overlevende van huis en haard te verdrijven. Humanitaire ruimtes zijn vaak de slagvelden, omdat burgers zich daar verzamelen, om hulporganisaties heen. Humanitaire hulpverleners zijn daarbij aan de grillen en genade van oorlogvoerenden overgeleverd. De tragiek van de mooie Rode Kruis regels is, dat ze niet afdwingbaar zijn. ‘In burgeroorlogen vragen aan partijen om de humanitaire beginselen te respecteren, is als vragen aan een bende straatrovers om zich als mensen creperen, zolang hun prestige maar gestreeld blijft,’ verzuchtte eens Jan Egeland, voormalig ondersecretaris-generaal voor Humanitaire Zaken van de VN. Strijdende partijen zorgen ervoor dat zijzelf zo veel mogelijk profiteren en de vijand zo weinig mogelijk. In Liberia eiste de toenmalige president Charles Taylor in onderhandelingen met internationale hulporganisaties vijftien procent van de waarde van alle hulp op: niet alleen de Liberiaanse oorlogsslachtoffers, maar ook Taylors troepen moesten eten. In Somalië eisten warlords tot wel tachtig procent van de hulpgoederen voor hun eigen manschappen op. In delen van ex-Joegoslavië stond de UNHCR dertig procent van de waarde van alle hulpgoederen aan Servische strijdkrachten af. Het hoofd van de VN -vertegenwoordiging in Zuid -Afghanistan, Talatbek Masadykov, schatte in 2007 dat hulporganisaties in Uruzgan eenderde van hun voedsel- en landbouwhulp aan de Taliban overhandigen. Rebellen, zowel als oorlogvoerende regeringen, bestoken hulporganisaties met vaak ter plekke verzonnen belastingen. Het regime van Sudan, door het ICC verantwoordelijk gehouden voor genocide in Darfur, incasseert enige miljoenen dollars per jaar van hulporganisaties voor visa en werkvergunningen, loonheffingen, voertuigenbelasting en haven- en luchthavenbelastingen. In oorlogslanden verdwijnen opbrengsten van ‘belastingen’ rechtstreeks in oorlogskassen. Zelfs voor het ‘gebruik’ door hulporganisaties van in te enten kinderen, op te vangen vrouwen en te revalideren gewonden bestaan er in sommige ‘humanitaire ruimtes’ pittige toeslagen. an de regels van een bokswedstrijd te houden. Het is niet alleen belachelijk, het is irrelevant,’ zei een Afghaanse oorlogsslachtoffer
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
in Kabul tegen onderzoekers van de Universiteit van Utrecht. Ook Jan Egeland onderkent het dilemma van de “schattingen” ‘We hebben te maken met lokale ambtenaren die geld uit onze hulpgoederen persen en met guerrillaleiders, paramilitairen, generaals en regeringslieden die het au fond niets kan schelen
Hoe bekwaam zijn de talloze hulporganisaties?
Het aantal hulporganisaties in oorlogsgebieden is sinds de Tweede Wereldoorlog geëxplodeerd. Humanitaire drama’s die door westerse donorregeringen belangrijk genoeg gevonden worden om
aandacht en geld aan te besteden, mogen tegenwoordig rekenen op de komst van gemiddeld niet minder dan duizend nationale en internationale hulporganisaties. Maar we kijken ook niet meer op van het dubbele, zoals in Afghanistan. Budgetten groeien ook. Voor humanitaire noodhulp - zeg maar: EHBO bij oorlogen en rampen – stellen donoren jaarlijks ruim zes miljard dollar beschikbaar– extra’s zoals voor de tsunami en voor noodhulp door militairen in frontlijnstaten van de War on Terror niet meegerekend. Via collectes in kerken, bedrijven, verenigingen en huis aan huis en allerhande spontane, hartverwarmende lokale initiatieven komen daar jaarlijks nog honderden miljoenen dollars bovenop. Het dilemma van Dunant en Nightingale is actueler dan ooit, maar een gezamenlijk antwoord van de humanitaire hulpwereld op het misbruik is er niet en is ook niet in de maak. Hulporganisaties zwijgen over het probleem, bang voor teruglopende inkomsten als het slechte nieuws bekend wordt. Gezamenlijke pogingen om de schade te kwantificeren doen ze al helemaal niet. Liever dragen ze in ’s werelds smerige oorlogsgebieden de zuiverheid van hun humanitaire beginselen, van neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid, als een schild voor zich uit. Volgens hen moet de humanitaire plicht om te helpen prevaleren, hoe schaamteloos die ook door warlords en generaals en transnationale terroristenleiders wordt misbruikt. Voor de consequenties moet ‘de politiek’ maar een
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
15 oplossing vinden, zeggen ze. Maar als ‘de politiek’ dat niet doet, zoals bijna nooit, waar leggen de humanitaire hulporganisaties dan hun grenzen? Doorgaan met helpen, of vertrekken: wat is op den duur het wreedst? De vraag wat de balans is, als je de positieve gevolgen van hulp afweegt tegen exploitatie van de hulp door bad guys, moet in iedere ‘humanitaire ruimte’ steeds opnieuw gesteld worden. De tijd dringt. Het aantal hulporganisaties groeit nog steeds. Het United Nations Development Programme (UNDP) schat dat er al meer dan 37 .000 internationaal opereren. Hulpbudgetten stijgen nog steeds en het aantal donoren ook. Als de Wereldbank nee zegt tegen een warlord, zegt een rijke islamitische geldschieter wel ja, en als Europa niet meedoet, biedt China z’n diensten aan. Het is zoals voormalig VN -ondersecretaris-generaal van Humanitaire Zaken Jan Egeland vlak voor zijn terugtreding in 2007 zei: ‘Het ene mensenrecht dat de armen en kwetsbaren op z’n allerminst zouden moeten hebben, is bescherming tegen hulp.’ Hij bedoelde hulp van incompetente hulporganisaties. Urgenter nog dan het behoeden tegen amateurisme op de immer uitdijende hulpmarkt, is het behoeden van de armen en kwetsbaren tegen hulp die leidt tot meer geweld. De noodhulpbranche, zeker als die neerstrijkt in oorlogsgebieden, is te belangrijk om in z’n eentje te beslissen waar en wanneer hulp ethische grenzen overschrijdt. De journalistiek draagt verantwoordelijkheid, maar donateurs aan hulporganisaties ook. Als hulporganisaties zeggen dat wat ze doen helpt, vraag dan hoe ze dat kunnen weten. Wie wordt geholpen met dat voedsel, met die medicijnen? Onschuldige slachtoffers, warlords, of allebei? Linda Polman. Zij is schrijfster van het gelijknamige boek “De crisiskaravaan”.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Intermezzo door de avondvoorzitter Peter Schmid We werden hier geconfronteerd met zwaar te verteren ellende. Misschien is het op zijn plaats om aan een sprookje te herinneren, wellicht een sprookje dat niet geheel los staat van waarover het vandaag gaat, om een brug te slaan tussen de ‘hevige’ toelichting op ‘de crisiskaravaan’ en het daarop volgende co-referaat: In Bagdad leefde – lang geleden – een jonge man, Aladin, samen met zijn oude moeder in erbarmelijk arme omstandigheden. Op een goede dag verscheen een man – zoals later bleek een soort tovenaar – die zich uitgaf als een vriend van de gestorven vader van Aladin. Kort daarna bracht hij verrukkelijke etenswaren in grote hoeveelheid naar de sombere hut van Aladin en zijn moeder, om vervolges van Aladin, een ‘tegendienst’ te vragen: uit een grot, waar hij zelf, om welke reden dan ook, niet mocht komen, vroeg hij Aladin een oude olielamp te halen. De zoektocht naar de lamp nam nogal wat tijd in beslag, waarbij Aladin ook alle tijd nam, zodat de tovenaar, inmiddels enigszins boos, naar een andere afspraak moest ijlen. Door een toeval ontdekte Aladin – niet zonder schrik –nadat de opening van de grot door de macht van de tovenaar dicht viel, dat door aan de gevonden olielamp te wrijven – een reuze figuur, de geest uit de fles – Djini- te voorschijn kwam ... en u weet wel wat de beweegredenen van de tovenaar waren, en wat er verder allemaal zal gebeuren, want om dat nu verder te beschrijven zou ik misschien duizend en één nacht nodig hebben – daarom nu verder met ons programma.
Jaargang 19, nr 49, april 2009
16
Kritische opmerkingen bij “De crisiskaravaan” Een Code of Conduct
Linda Polman en Hans van den Hoogen in debat. Linda Polman is journalist en auteur van het boek : De crisiskaravaan en Hans van den Hoogen is hoofd Noodhulp bij Oxfam/Novib
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Linda Polman heeft een prikkelend boek geschreven over een aantal dilemma’s van de humanitaire hulpverlening. Het boek snijdt een aantal punten aan waar Oxfam Novib en haar partnerorganisaties zich dagelijks mee bezig houden en mee worstelen: als hulp misbruikt wordt, moeten we dan doorgaan of de hulp stopzetten? Wat betekent dat voor de getroffen bevolking? Wat kun je als niet -gouvernementele organisatie doen in complexe crises temidden van overheden, strijders, VN –organisaties en bedrijven? Hoe kies je tussen het lot van vaak onschuldige slachtoffers en de manipulaties van strijdende partijen? Er worden relevante punten aangesneden in het boek van Polman. Echter, de manier waarop dat gebeurt geeft een vertekend en ongenuanceerd beeld. Dat begint al in het inleidende hoofdstuk waarin gesteld wordt dat de door Dunant in de negentiende eeuw geformuleerde kernprincipes van neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid nog steeds voor alle organisaties gelden. Deze drie principes worden inderdaad door een aantal organisaties gehanteerd, maar door een groot aantal ook niet. Oxfam Novib en ruim driehonderd andere organisaties hebben een humanitaire Code of Conduct ondertekend. Deze Code bevat tien humanitaire principes, maar het neutraliteitsprincipe komt er niet in voor. Oxfam Novib en vele andere organisaties bekijken van situatie tot situatie of het verstandig en nodig is duidelijke politieke posities in te nemen en mensenrechten- en andere schendingen aan de kaak te stellen of niet. Daar hebben we geen blauwdruk voor en dat bepalen we, in afstemming met onze partners en met getroffenen, van geval tot geval. Soms stellen we zaken achter de schermen aan de orde, soms doen we dat publiekelijk en soms kiezen we er voor om ons niet uit te spreken om het werk van partners niet onmogelijk te maken.
Hanteer getallen met zorgvuldigheid
Een andere miskleun van het boek is het bewust door elkaar halen van internationale (ontwikkelings)organisaties en ontwikkelingshulp (pakweg US$ 90 miljard per jaar) en van humanitaire organisaties en dito hulp (pakweg US$ 9 miljard per jaar). Het overgrote deel van de US$ 9 miljard gaat via overheden en VN -organisaties en niet via NGO’s. Polman heeft het over 37.000 Internationale NGO’s . Dat getal kan best kloppen – er is geen centraal, wereldwijd NGO -register, en het begrip “NGO” is een container begrip, waar ook vakbonden, werkgeversbonden, verenigingen, stichtingen, enzovoort onder vallen. Zeker is dat er geen 37.000 internationale noodhulporganisaties bestaan. De pakweg twintig grote internationale humanitaire koepel NGO’s (waaronder de IFRC, ICRC, AzG, Oxfam International, World Vision, Care en Safe the Children Federation, het Caritas en het ACT -netwerk) zijn samen verantwoordelijk voor het overgrote deel van de humanitaire hulpverlening door internationale
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
17 NGO’s. Een aantal hiervan, zoals Oxfam Novib, werkt samen met lokale partners in hulpverlening en preventie, maar steunt ook de lokale organisaties om de eigen overheden aan te spreken op haar verantwoordelijkheid om de eigen burgers te beschermen. Niet alle overheden zijn daar van gediend of daar gevoelig voor (Soedan, Zimbabwe, om een paar voorbeelden te noemen), maar andere overheden nemen in toenemende mate die verantwoordelijkheid wel: Mozambique is daarvan een voorbeeld . Dat laatste is mede te danken aan het werk van nationale en internationale NGO’s.
Te snelle en daarom onzorgvuldige conclusies
Ook is zeker dat er niet, zoals Polman suggereert, na iedere ramp honderden of duizenden NGO’s actief zijn. In Somalië kom je maar een handvol internationale organisaties en enkele tientallen lokale organisaties tegen. In Birma was na de cycloon Nargis het aantal beperkt en in Noord Pakistan en in het grensgebied met Afghanistan zijn slechts een zeer beperkt aantal organisaties, waaronder Oxfam Novib partners, actief om de slachtoffers van natuurrampen en van de Taliban -terreur te helpen een bestaan op te bouwen. “Hulpkaravanen” kom je hier niet tegen, eerder hulpkruiwagens. Oxfam Novib en vele andere hulporganisaties volgen de noden en niet de hypes en we blijven actief gedurende een langere periode en volgen niet de waan van de dag. Soms valt een publieke hype samen met een noodsituatie en dan is er een grotere geefbereidheid en zijn er grotere sommen geld beschikbaar. Dat was bijvoorbeeld het geval bij de tsunami van 2004. De beschikbare fondsen waren ongekend hoog: ruim US$1.241 per tsunami slachtoffer. Dat is eerder uitzondering dan regel. Voor de 700.000 vluchtelingen in Tsjaad was in 2008 bijvoorbeeld slechts US$23 per persoon beschikbaar. Ook Polmans schets van eerste klas vliegende en dikke salarissen verdienende hulpverleners gaat misschien op voor een zeer klein deel van de ontwikkelingswereld, maar dit geldt zeker niet voor het overgrote deel van de internationale en lokale NGO’s en ook niet voor Oxfam Novib. Haar boek is een vlot geschreven aaneenrijging van anekdotes, citaten en cijfers. Op het eerste gezicht komt dat indrukwekkend over. Wanneer je beter en dieper gaat kijken, ontstaat er een ander perspectief. Een paar voorbeelden: Polmans feiten over de gigantische hulpstroom naar de kampen in Goma lijken indrukwekkend: één miljoen US$ per dag lijkt veel. Maar als je je realiseert dat het om één miljoen mensen gaat, dan is er één US$ per dag per persoon beschikbaar om mensen te voeden, van drinkwater, scholing en basis medische hulp te voorzien. In Nederland geven mensen naar verhouding meer uit om hun kat te voeden. Het hoofd van het Wereldvoedsel programma wordt geciteerd om haar betoog kracht bij te zetten dat je als kind in Afrika het beste in een vluchtelingenkamp geboren kunt worden. Iedereen die de moeite doet om Human Development rapporten door te nemen, zal zien dat de kindersterfte beduidend hoger is en de levensverwachting lager in chronische crisislanden zoals Soedan, Congo en Somalië dan in andere Afrikaanse landen. In sommige vluchtelingenkampen is bij uitzondering de hulp zo (goed) geregeld dat kindersterfte op een “normaal” Afrikaans peil is en soms zijn voorzieningen
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
in vluchtelingenkampen beter dan in de omliggende dorpen. Daar is van geleerd en daarom wordt er bij de hulpverlening ook gekeken naar de behoeften van de “host community”.
Aanvechtbare benadering
Polman pleit tussen de regels door voor een “Verelendungs”benadering: als we de negatieve bijwerkingen van hulp niet kunnen uitbannen, moeten we maar helemaal niet helpen. Alsof dan het probleem vanzelf ophoudt. Als het Zweedse Rode Kruis tijdens de hongerwinter in 1944/45 deze redenering had gevolgd, waren er nog meer slachtoffers gevallen in bezet West Nederland. Zouden de Nazi -Duitsers daarvan onder de indruk geweest zijn en zou daarmee de oorlog eerder geëindigd zijn? Polman verwijt hulporganisaties dat ze zich verschuilen achter de “internationale gemeenschap” en “gebrek aan politieke wil”. Verwacht Polman dan dat de hulpverleners het falen van de VN en de internationale gemeenschap goedmaken? Moeten hulpverleners dan tegelijk politicus, politie, militair, rechter en hulpverlener zijn? Organisaties als Oxfam Novib laten niet na regeringen en de internationale gemeenschap te wijzen op hun verantwoordelijkheden en we steunen onze lokale partners om dat ook bij hun eigen overheden te doen. Wat verder ontbreekt in het boek is het noemen en analyseren van de rol die overheden, landen en bedrijven spelen in de toegang tot en exploitatie van bodemschatten zoals goud, coltan, diamanten en olie. De conflicten in Congo (coltan, goud), Soedan (olie), Angola (olie, diamant), Sierra Leone (diamant) werden en worden gevoed door de partijen die strijden om het beheer van de bodemschatten veilig te stellen. Zo wordt iedere Veiligheidsraadresolutie over Darfur/Soedan door China geblokkeerd, omdat China een belangrijke afnemer is van olie uit Soedan en belangrijke leverancier van wapens.
Fouten niet verdoezelen
Tenslotte, Polman daagt de humanitaire sector uit om fouten en tekortkomingen in de sector niet te verdoezelen maar juist aan de kaak te stellen. We zullen dat inderdaad meer en openlijker moeten doen. Maar het gebeurt ook al. Er is vorig jaar bijvoorbeeld een zeer kritisch rapport van de Afghaanse organisatie ACBAR verschenen over de hulpverlening in dat land en ook over de hulpverlening na de tsunami zijn zeer kritische rapporten verschenen. Er is inderdaad moed voor nodig van hulporganisaties om elkaar aan te spreken op dilemma’s en fouten. Ook journalisten, waar Polman overigens geen hoge pet van op heeft, kunnen hierin een nuttige rol spelen. . Hans van den Hoogen. De schrijver is hoofd Noodhulp bij Oxfam Novib
Jaargang 19, nr 49, april 2009
18
Vredespark Eindhoven in Kronehoef Een ontwikkeling met up’s en down’s
?
Herhaaldelijk al konden we verslag uitbrengen over de ontwikkelingen voor een Vredespark in Eindhoven, oorspronkelijk een initiatief van de voormalige TU/e Bestuurscie. Vredescentrum. De uiteindelijke bedoeling is de inrichting van een Vredespark hier en soms ook elders in het kader van het beoogte Global Network of Peace Gardens, een mondiaal netwerk van vredesparken of vredestuinen. Binnen dit netwerk zou dan ook in BrabantStad – in 2018 misschien Culturele Hoofdstad van Europa - een groot aantal Vredesparken gerealiseerd moeten zijn. Afgelopen jaar groeide intense belangstelling in de wijk Kronehoef, om, nabij een ROC- school op een daar al aanwezig ruim groen terrein met gedeeltelijk een mooi boombestand, een Vredespark in te richten. Omdat op dit terrein tegenwoordig ook een tijdelijk onderkomen voor een opleidingsinstituut met parkeerplaats is gevestigd, werden twee voorstellen geconcipieerd: een kleinschalige versie met behoud van de barakken van de onderwijsinstelling en een grootschalige versie, waarbij het daar provisorisch gehuisveste opleidingsinstituut al naar een andere, definitieve plaats verhuisd is. Hierbij vindt u de twee varianten afgebeeld, die uiteraard aanzienelijk in dimensies van elkaar verschillen, maar inhoudelijk analoog zijn opgebouwd. Rondom een gemeenschapsgebouw voor vredesbijeenkomsten, zoals op vrede en conflictmanagement georiënteerde conferenties, lezingen, concerten, tentoonstellingen, meditaties etc. met de nodige facilitaire bijruimten, waaronder een cafeteria en een soort museumwinkel, een ‘peace shop’, bevindt zich het eigenlijke Vredespark. Dit Vredespark is gekenmerkt door een achttal thema’s, die de een na de ander of ook willekeurig bezocht kunnen worden. Te denken valt hierbij aan Vrede in relatie met sociale, politieke, economische, ecologische, religieuze, historische, wetenschappelijk-technische aspecten en muziek-, literatuur- en kunstuitingen, die daar, deels in combinaties, langs de paden en met behulp van display’s getoond kunnen worden. Daarbij zal het park met zijn schoonheid en mogelijkheid tot acties uitnodigend zijn voor jong en oud, en men zal leren waar al elders Vredesparken bestaan Verder wordt de mogelijkheid geboden een of ander regionaal of mondiaal conflictprobleem samen met een exemplarische vreedzame en geweldloze oplossing daarvoor aanschouwelijk te maken. Heel recentelijk kwam de Gemeente Eindhoven met de vraag, wat een Vredespark eigenlijk inhoudt. Men heeft kennis genomen van de diverse plannen en de daaraan ten grondslag liggende bedoelingen. Men heeft al overwogen een mooie locatie in Meerhoven daarvoor te bestemmen, maar ook de mogelijkheid van Kronehoef zal nog onderzocht worden. Na herhaaldelijke ‘down’s’ is er blijkbaar weer een ‘up’ op komst – wie weet – krijgen we nog gauw een Vredespark, als een bouwsteen voor ‘een wereld als een vredespark’ . PeterSchmid.
Kleine variant VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
19
Grote variant
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
20
Een Kernwapenvrije Wereld De aanbieding van het IKV -Pax Christi Rapport op 19 januari 2009
G
lobal Zero
Dames en heren, er is nog een lange weg te gaan naar dat doel, er zijn veel kansen gemist in de afgelopen jaren, maar de strohalm die er zelfs een paar jaar geleden niet eens meer leek te zijn, laat zich misschien toch weer grijpen. Global Zero is het initiatief dat honderd beroemde mensen op 8 december 2008 bij elkaar bracht en de wereldleiders oproept om via een gefaseerd en gecontroleerd plan ernst te maken met de oude leus - maar ook verplichting uit het NPV!- om de kernwapens uit de wereld te helpen. Het zijn niet de minste namen die we onder de lijst van honderd vinden: Jimmy Carter; Lawrence Eagleburger; Frank Carlucci; Mikhail Gorbachev; Malcolm Rifkind, Richard Burt, Strobe Talbott. Eén naam uit Nederland helaas (alleen) nog maar: Mabel van Oranje.
H
et IKV –Pax Christi rapport
Ik denk dat we er meer van gaan horen. Het rapport van IKV -Pax Christi, “Een Kernwapenvrije Wereld”, zal daar aan bijdragen en past uitstekend in de kaders van Global Zero. Ik kan daarvan getuigen want ik heb de werkgroep die het rapport “Een Kernwapenvrije Wereld” heeft opgesteld als luis in de pels, adviseur staat er voorin het rapport, mogen volgen en bijstaan en haar niet op dromerijen kunnen betrappen. Maar laten we vooral realistisch blijven, het uitgangspunt van vandaag is natuurlijk nog steeds niet best, en een strohalm is nog lang geen reddingsboei. De beroemde doomsday -klok van de Bulletin of Atomic Scientists staat nog steeds op vijf voor twaalf. Hoewel het aantal atoomwapens in de wereld sinds het eind van de Koude Oorlog spectaculair is afgenomen van 70.000 wereldwijd naar 24.000 nu, is dat nog altijd een ontzagwekkend vernietigende voorraad. Volgens the BAS kun je daarmee 4,5 dag lang elke seconde een Hiroshima -bom tot ontploffing brengen, een vermogen dat krankzinniger is dan wij kunnen bevatten. Ruwweg 95% van dat vermogen is in handen van de twee grootmachten, de VS en Rusland, landen die alleen al daarom gemakkelijk zonder enig gevolg voor hun militaire dominantie het goede voorbeeld kunnen geven en hun voorraden tot een tiende van wat ze nu bezitten zouden kunnen wegsnijden. Laten we daarom, na acht zwarte jaren waarin we het Non Proliferatieregime hebben zien afkalven tot bedenkelijke zwakte, enige hoop putten uit geluiden die tegenwoordig uit Washington komen. Maar we komen dus van ver.
H
et recente verleden
In de afgelopen tien jaar hebben we buiten het speelveld van het Non Proliferatieverdrag de opkomst van twee -drie kernwapenstaten gezien en de nauwelijks betwiste zekerheid
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
dat naast India, Pakistan en Noord-Korea ook Israël die status bezit. We wachten op de inwerkingtreding van het Kernstopverdrag en het begin van onderhandelingen over een stop op de productie van splijtstoffen. In de sfeer van wapenbeheersing is de afgelopen tien jaar vrijwel niets gebeurd waar je gelukkig van wordt. Was er maar helemaal niets gebeurd, zou je soms denken, dan was de merkwaardige paradox dat de Koude Oorlog zijns ondanks soms tot aansprekende verdragen leidde in elk geval nog behouden gebleven. Nu zien we zelfs een zekere regressie. Bush was niet geïnteresseerd in de traditie van verifieerbare strategische wapenreducties. Hij zegde het ABM -verdrag op, om de belemmering voor een raketschild weg te nemen. Poetin dreigde met opzegging van het INF -verdrag, dat het verbod op middellangeafstandsraketten (zeg maar de Europese dimensie) in 1987 regelde. De positie van het IAEA is , door het eenzijdige wantrouwen dat de VS in die organisatie etaleerde in de kwestie of Saddam Hoessein nu wel of geen atoomprogramma had, een tijd beschadigd geweest. De speciale behandeling die India heeft gekregen van de VS door het afgelopen najaar van kracht geworden akkoord roept ernstige vragen op terzake van het gelijke –monniken –gelijke kappen beginsel in het internationale recht. Zo zou het NPV zo maar een gelegenheidsverdrag kunnen worden waaruit iedereen zijn eigen menu kan samenstellen. Op doctrinair gebied hebben we gezien hoe de VS, Frankrijk en Rusland hun nucleaire strategie hebben bijgesteld in de richting van eventueel first use inzet van kernwapens. Het Internationaal Atoomagentschap, althans de directeur El Baradei, meldde ons twee weken geleden nog dat de bedenkelijke mijlpaal van 1.500 incidenten – denk aan diefstal van radioactief materiaal- is gepasseerd. De wereld vraagt, in een tijd van terrorisme en vervanging van het geweldsmonopolie van staten, om beveiliging van deze voorraden want anders komen ze in verkeerde handen. Eerder klaagde El Baradei al dat het budget van zijn Atoomagentschap, waarmee zijn inspecteurs landen die lid zijn van het NPV controleren op de vreedzame toepassing van kernenergie, kleiner is dan de zak geld die de Rus Abramovitsch jaarlijks aan nieuwe spelers voor zijn club Chelsea heeft te besteden. Wat een merkwaardig woord trouwens, die term ‘vreedzaam’. De pakweg 10.000 atoomwapens die de NAVO-landen bezitten zijn volgens het Strategisch Concept van de NAVO allemaal ‘vreedzaam’: de ultieme garantie ‘to preserve peace and prevent coercion, the supreme guarantee of our security’.
R
ealisme en voorspelling
Ik wil niet verhelen realist genoeg te zijn om toe te geven dat ik persoonlijk alleen in een ‘global zero’ op termijn
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
21 geloof, en niet voor vandaag of morgen. Maar ik erken dat je - In 2010 moet volgens het rapport overeenstemming worden meer mag vragen dan haalbaar is, de geschiedenis laat soms bevorderd over een verbodsverdrag op de productie van verrassende successen toe. splijtstoffen: ik zou zeggen dat dit, zo geformuleerd Eerst een paar strohalmen van optimisme: (‘overeenstemming bevorderd’) wel kan. De nieuwe regering -Obama heeft de eliminatie van - In 2015 moet er sprake zijn van een kernwapenv Europa (ik kernwapens een centraal element van haar nucleaire beleid neem aan de EU) en Nederland moet ‘nu’ de kernwapentaak genoemd en dat alleen al schept verplichtingen. Laat ik me van de luchtmacht meteen beëindigen. Laat ik eerlijk zeggen, bezondigen aan een oude fout, namelijk voorspellen: met gooit u niet met schoenen naar me, dat deze doelstelling hoog de democratische meerderheid in het Congress lijkt me de gegrepen is. Nederland? Ik vind het best, ik heb al eens frivool ratificatie van het Kernstopverdrag nu binnen bereik. Ik zou voorgesteld om onze Volkeltaak, de Amerikaanse leasetaak verder verwachten dat de Amerikaanse regering nu bereid is om dus, aan Israël over te doen, in ruil voor Israëlische toetreding over een ‘Cut Off’ verdrag te gaan onderhandelen. Ik zou niet tot het NPV en als wegbereider voor een kernwapenvrije zone verbaasd zijn als de regering, eigenlijk heeft Hillary Clinton in het Midden Oosten, maar ik denk niet dat Frankrijk en het het al gezegd, het START -proces van verdere verifieerbare Verenigd Koninkrijk in 2015 al zover zijn. reducties van strategische raketten, weer ter hand neemt - En in 2020 moet de gehele wereld kernwapenvrij zijn. En voor het laatste verifieerbare verdrag op 31 december dit jaar nu weet ik dat u denkt dat ik dit helemaal onrealistisch vind, afloopt. En ik zou ook niet verbaasd zijn als de regering maar dit is juist de meest realistische van alle doelstellingen. Obama samen met de Russen naar een oplossing gaat zoeken Nu ja, het gaat me niet om 2020, maar om het principe. Het voor het omstreden raketschild en voor een mondialisering, verdwijnpunt op de horizon is de stip die voor allen geldt, wat niet afschaffing dus, van het INF -verdrag. Gevaarlijke 2012 voor alle chemische wapens is voor alle landen, zou 20xy voorspellingen, maar vooruit. Grotere moeilijkheden voorzie voor alle kernwapens voor alle landen moeten zijn. Wat niet ik helaas bij de redding van het Non Proliferatieverdrag. Je lukte met deelonderhandelingen op het gebied van INF, lukte zult Obama zijn, opgescheept zitten met de erfenis van het in 1987 ineens wel met de nuloplossing voor alle landen die verdrag met India dat aan dat land een bonus geeft om géén lid op dat moment over die categorie wapens beschikten. Het zijn te worden, en tegelijkertijd straks met voorstellen komen om denk ik de gemakkelijkste onderhandelingen, de gemakkelijkst landen die nu wel lid zijn en er uit willen stappen (denk aan controleerbare, de gemakkelijkst te rechtvaardigen en in termen Noord-Korea of wie weet Iran) een hoge prijs te laten betalen. van veiligheidsconsequenties de gemakkelijkst te voorziene, op Ik ben werkelijk zeer nieuwsgierig naar de creativiteit van de te vangen, soort verdragen. Als luis in de pels zeg ik: zet u daar nieuwe president in dit opzicht - wanneer in 2010 het Verdrag maar op in, de geschiedenis is u misschien welgezinder dan u opnieuw tegen het licht zal worden gehouden en het drama denkt. van de mislukte Review -conferentie in 2005 moet worden Ko Colijn. Bovenstaande is de tekst die door hem is uitgesproken voorkomen.
H
et rapport
in Niueuwspoort, Den Haag bij de presentatie van het kernwapenrapport “Een kernwapenvrije Wereld” van IKV en Pax Christi op 19 februari 2009.
In het vandaag gepresenteerde rapport van het IKV -PC worden, welbeschouwd, een vijftal harde ijkpunten genoemd en die maken het rapport ‘moedig’. Moediger althans dan de Global Zero, die zich niet aan jaartallen waagt: -
-
Van de NAVO wordt gevraagd dat zij zich dit jaar uitspreekt voor het beëindigen van de politieke en militaire rol van de kernwapens in haar veiligheidsbeleid. Als buitenstaander veronderstel ik dat dit iets te veel gevergd zal zijn van de organisatie maar hoop ik dat die rol daadwerkelijk gereduceerd kan worden. In 2010 moet volgens het rapport het Kernstopverdrag van kracht zijn. Ik moet zeggen: het zou zomaar kunnen dat Obama, en vervolgens China, het Verdrag onderschrijven en dan zou ik al tevreden zijn. Maar dan hebben we Iran, Israël, Noord-Korea, India en Pakistan nog, landen die vooral regionale bedoelingen met hun kernwapens hebben en verwikkeld zijn in lastige conflicten die ik in 2010 graag, maar helaas nog niet afdoende opgelost zie.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
22
Barak Obama luidt nieuw nucleair tijdperk in
J
a, een ommekeer
President Barack Obama heeft opnieuw een verkiezingsbelofte ingelost en heeft in Praag in een rede voor duizenden jongeren begin april 2009 plechtig verklaard dat de Verenigde Staten onder zijn leiding zal streven naar een kernwapenvrije wereld. Deze uitspraak betekent een volledige ommekeer ten opzichte van beleid en werkelijkheid in de laatste vijftien jaar, waarin de indrukwekkende vermindering van de kernbewapening rond 1990 onder leiding van Reagan en Bush senior volledig tot stilstand was gekomen. Bill Clinton heeft slechts een vergeefse poging op zijn naam staan om een volledig Kernstopverdrag tot stand te brengen en heeft er niet echt aan getrokken om vaart in de ontwapening te houden. Het beleid van zijn opvolger George W. Bush wordt gekenmerkt door de ene na de andere frustratie op vele gebieden (Irak, het milieu, de financiële tekorten, zijn houding tegenover de VN) , en niet het minst de kernontwapening. Het ABM Verdrag werd opgezegd. Het Kernstopverdrag verdween definitief in de prullenmand, het Start 2 verdrag met Rusland werd door een vrijblijvend akkoord (Verdrag van Moskou) vervangen en over de positieve voornemens van de Review Conferentie van het Non -Proliferatie Verdrag (NPV, het meest centrale ontwapenings- en non proliferatieverdrag dat we hebben) van het jaar 2000 mocht in 2005 niet eens meer gepraat worden. De lust tot het indienen van enig voorstel was iedereen vergaan, het was wachten op betere tijden na het Bush tijdperk. Daarom is er een groter contrast tussen voor 2009 en de toekomst nauwelijks denkbaar. Eigenlijk is de nieuwe lente in januari 2007, met een artikel van vier Amerikaanse zwaargewichten in de vroegere politiek van de VS, waaronder Henri Kissinger begonnen. Zij stelden zeer verrassend in deze multipolaire wereld met terroristische dreigingen –eventueel ook op nucleair gebied- de afschaffing van het kernwapen voor en veroordeelden het als een wapen van de Koude Oorlog, van de twintigste eeuw. Maar ook oud-premier Ruud Lubbers (adviseur bij het zojuist verschenen nieuwe kernwapenrapport van IKV-Pax Christi) is volledig om en bepleit de afschaffing van kernwapens, inclusief een kernwapenvrije zone in het Midden-Oosten, dus inclusief Israël. En ook Maxime Verhagen heeft in 2008 laten blijken dat wat hem betreft een nieuw tijdperk kan aanbreken.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
D
e balk en de splinter
Een zeer gevoelig punt is meteen door Obama rechtgezet. Veel politici die zorgen uiten over nucleaire ontwikkelingen beginnen met de gevaren van verspreiding –proliferatie uit te meten, te beginnen bij Iran en Noord-Korea. Zelden wordt begonnen met te vermelden dat van de 25.000 kernwapens (goed voor ca. 400.000 Hiroshima’s) die er momenteel zijn, ca 24.000 in de handen van de VS en Rusland zijn. Een waarachtig en succesvol non –proliferatie beleid begint met een welgemeend en fors ontwapeningprogramma van die twee. Pas dan kunnen landen als Noord-Korea en Iran de maat genomen worden, eerder is dat meten met twee maten. En dat nu is de uiterst belangrijke doorbraak die blijkt uit de woorden van Barack Obama. Hij wil zelf het mes zetten in de eigen arsenalen en praten met Rusland over vergelijkbare stappen. Hij heeft de balk in eigen oog gezien en wil daarnaar handelen. Obama heeft terecht aangegeven dat de weg moeilijk kan zijn. Laat ik een schets geven van wat nodig is. De VS en Rusland zullen hun kernbewapening tweezijdig (maar voor een deel eventueel ook eenzijdig) met 90 % moeten verminderen, liefst in een periode van drie tot vijf jaar. Ze zullen in een Verdrag met voldoende controle moeten overeenkomen dat al hun kernwapens van de zogeheten hair trigger alert afgehaald worden, om ongelukken en vergissingen te vermijden. Het is geen Koude Oorlog meer! De VS zullen het Kernstopverdrag moeten ratificeren en de andere weigeraars oproepen hetzelfde te doen. Er zal een zogeheten Cut –off Verdrag tot stand moeten komen, waarin de aanmaak van nieuwe splijtstof (denk aan India en Pakistan) verboden wordt. En ten slotte zal het moeizame, maar broodnodige proces van totale ontwapening, waarin ook China, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk, ook India en Pakistan, ook Israël aan de beurt zijn. Maar laten we de semikernwapenstaten Nederland, Duitsland, Italië, België, Italië en Turkije die Amerikaanse kernwapens op hun grondgebied toelaten (waaronder 20 in Volkel) niet vergeten. Ze zouden bij wijze van spreken morgen kunnen aanbieden deze terug te sturen naar de VS. Met name India en Pakistan zijn cruciaal in de poging kernwapens uit de handen van terroristen te houden. Die van Pakistan (een 50-100 tal) met zijn fragiele bestuurlijke en politieke situatie zijn verreweg het meest kwetsbaar. Kernwapens in handen van terroristen zou echt een ramp zijn.
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
23
Ban the bomb
All posters.com
E
en geplaveide weg?
Is de weg naar “nul” goed geplaveid? Geenszins. Rusland zou in ruil voor drastische verminderingen het annuleren van het Amerikaanse raketschild kunnen eisen, een gevoelig punt bij de Amerikanen. Er dreigt een herhaling van ‘Reykjavik 1986’ toen Reagan en Gorbatsjov het bijna eens werden over totale ontwapening. Hoe krijg je India zover dat ze hun pas verworven status van kernwapenstaat opgeven? En Pakistan zal altijd op India wachten, alvorens zelf iets te doen. En is Israël bereid zijn officieel niet toegegeven kernmacht op te doeken in een turbulent MiddenOosten? En zijn de ontwikkelingen positief genoeg om definitief met Iran en Noord-Korea in het reine te komen? Vragen genoeg.
I
s een kernwapenvrije wereld realistisch?
Een wereld met een klein nucleair arsenaal is uiteindelijk geen duurzame situatie. Tien of vijftig kernwapens in handen van de VS geeft Pakistan het ‘morele’ recht er ook twee of vijf te houden. Een kernwapenvrije wereld is een ‘realisme’ dat we zullen moeten veroveren. Het is tevens een spiegel: zijn we als mensheid in staat immorele wapens die burger en militair niet kunnen discrimineren en daardoor in strijd zijn met het internationaal recht te elimineren? En tenslotte: komen we na wat we in 1968 al vastgelegd hebben in het NPV? Bart van der Sijde. De auteur is oud-hoofddocent Natuurkunde en Samenleving en was als adviseur betrokken bij het genoemde rapport. Dit artikel is in een enigszins verkorte versie opgenomen in het Reformatorisch dagblad van 10 april 2009.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
24
Berichten Wereld Mars voor Vrede en Geweldloosheid
Impact Your World
‘World without wars and without violence’ organiseert een uniek evenement van 02-10-2009 t/m 02-01-2010 tussen Nieuw Zeeland en het Andes Gebergte.
A Summer School for Active Global Citizens, 12 July – 1 August 2009, Tilburg, Netherlands – Fontys International Summer School (FISS), The Global Learning Community
De 90-dagen durende Wereld Mars voor Vrede en Geweldloosheid begint op de verjaardag van Mahatma Gandhi, die door de VN uitgeroepen werd tot ‘Internationale Dag van de Geweldloosheid’. Vijftig permanente deelnemers zullen mogelijk, zoals het er nu naar uit ziet, rond één miljoen tijdelijke ‘meelopers’ aantrekken, terwijl men tien miljoen virtuele deelnemers verwacht. De mars kent een hoofdroute en een aantal nevenroutes. Er zullen op de 160.000 km lange afstand 160 grensovergangen gepasserd worden op de weg door 91 landen in 6 continenten. 100 trajecten worden per bus, auto, motorfiets of fiets, 40 met de trein, 25 trajecten met schepen, boten of kano’s en 14 trajecten per vliegtuig afgelegd. De mars doorkruist tweemaal vier verschillende klimaatzones, en tussen 6 en 8 november 2009 zal de Wereld Mars door Nederland komen. Verder zijn er ca. 100 regeringsbezoeken of ontmoetingen met politieke leiders gepland. Aan de Mars voor Vrede en Geweldloosheid zijn talrijke initiatieven verbonden: Concerten, conferenties, ontmoetingen, exposities, documentaires, etc. Er zijn al buitengewoon veel adhesiebetuigingen binnengekomen en samenwerkingsverbanden gesloten door op dit ogenblik 25 spirituele centra, met ongeveer 500 organiserende groepen, vereinigingen en instellingen en 3.000 groepen, verenigingen en instellingen zullen deelnemen. Inmiddels zijn meer dan 5.000 persoonlijke steunbetuigingen uit bijna 100 landen binnengekomen. Ook heeft zich zojuis ‘Abolition 2000’ met ruim 2.000 organisaties in 90 landen, die een kernwapenvrije wereld nastreeft, aangesloten. ‘Mayors for Peace’ met 2.708 gemeenten in 134 landen of regio’s overweegt zich momenteel aan te sluiten. De internationale coordinatie van de Wereld Mars ligt bij Rafael de la Rubia (
[email protected]) het Landelijke Promotie Team wordt vertegenwoordigd door Lory Tasma (
[email protected]) en verder vindt men meer informatie op www.worldmarchforpeace.org, www. theworldmarch.org en www.wereldmars.nl
Finally there’s a summer school that puts the ‘summer’ back into school! We’re a new and different summer school – write the organizers. We’ll challenge, train and inspire you to be an active global citizen – if you’re up for it ! We’re an engaging summer school on academic footing. Part of Fontys University of Applied Sciences, a fully chartered University in the Netherlands. By participating in this summer school, you’ll become an active community member with up-to-date knowledge about global trends and issues, able to reflect critically and to engage and align with others, using multiple intelligences, to wield influence as a student, voter, consumer, mentor, volunteer to impact your world. Fontys International Summer School offers Global Education to a community of global learners. FISS does so by fostering awareness of global citizenship among people from different nations worldwide. To this end FISS offers knowledge and know-how regarding global issues in its aspiration to make the world a more equitable and sustainable place. Through this, FISS is dedicated to empower and activate people to act as global citizens in and from their own communities. About this promising event, full of interesting objectives, activities, and excursions, you learn more by visiting www.fontys.edu/summerschool and info.FISS@ fontys.nl can be contacted as well. Miss. Caecilia J. van Peski, MA is the director of FISS. Oxfam Novib, NCDO - Dutch National Committee for International Cooperation and Sustainable Development, CISV international - building global friendship, and the United Nations Association The Netherlands - all support FISS.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
Berichten
25
Nieuw ontwerp voor de Plaats van Vrede en Vereniging in Hongarije De laatste stand van het ontwerpwerk voor een Wandeling langs alle of de meeste verschillende overtuigingen op het vlak van levensfilosofie, religie, humanisme, enz., eindigend op een Plek van Vereniging en Vrede wordt hier aan de hand van een maquette getoond. De harmonikawanden bevatten in hun nisachtige hoeken de verwijzingen naar de vele verschillende opvattingen van theisme en atheisme, geloof en ongeloof, om na het labyrintachtige doorschrijden door een Ingang de kalme Ruimte of de serene Plaats voor Hereniging en Rust toegankelijk te maken. Hierna of ook hiervoor kan de bezoeker symbolisch alle onvrede en verdeeldheid aan een daar aanwezige soort van vergistingspot aanbieden. Na op de centrale Plek naar eigen voorkeur langer of korter vertoefd te hebben, vindt men weer de weg door een Uitgang naar ‘buiten’. Vanuit de straat in het oosten (nabij een dorpje in Zuid-Hongarije) maakt men een halve zuidelijke cirkelgang om aan de westzijde de toegang tot het ‘labyrint’ te vinden. Bij het verlaten daarvan, ook aan de westkant, loopt men een halve cirkel om het noorden van de rondgang totdat man weer de straat bereikt, waar men eerst vandaan kwam, maar – als het goed is- enigszins vredesgestemd, veranderd.
Maquette van het Hongaarse project. zie ook bladzijde 27
The Art of Peace is the religion that is not a religion, - it perfects and completes all religions. Morihei Ueshiba, de grondlegger van Aikido
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
26
Berichten
Groot evenement in het teken van vrede: Earth Charter Day 5 juli 2009 in Einhoven Green Cross Nederland, een van de ongeveer dertig Non –Govermental -Organisation Green Cross steunpunten in de wereld, ooit geinitieerd door Michael Gorbatsjov, gaat de Earth Charter Day organiseren, en wel van 2 t/m 5 juli 2009 in Eindhoven. Er zijn een groot aantal activiteiten te verwachten, die alle aan een maakbare, betere toekomst in en van onze wereld refereren. Te denken valt hierbij aan publieke presentaties, zoals een info-markt, muziek, film, een kunsttentoonstelling, een educatief en lezingen programma, een nationale prijsvraag debatteren, een Earth Charter test en ook een academische conferentie. Uiteraard zal ook aandacht besteed worden aan de ‘viering van de aarde’. Met andere woorden – een rijk programma met de meest uiteenlopende verwachtingen en voor dito bezoekers. De deadline voor de ‘call for papers’ voor de academische conferentie is al verstreken, maar het is niet uitgesloten, dat nakomers nog geaccepteerd kunnen worden. Voor meer informatie kan men www.ecdac2009.org raadplegen. Er zijn vier beginselen, die de Eart Charter karakteriseren: 1 – Respecteer de aarde en het leven in al zijn verscheidenheid. 2 – Draag zorg voor alle levensvormen, met begrip, compassie en liefde. 3 – Bouw democratische samenlevingen op die rechtvaardig zijn, waaraan iedereen kan deelnemen en die levensvatbaar en vreedzaam zijn. 4 – Stel de rijke schatten en de schoonheid van de aarde veilig voor de huidige en toekomstige generaties. Bij het afronden van dit VTP nummer bereikte ons het bericht dat de Eart Charter Day uitgesteld is naar 2010. Aanbevolen literatuur: Het Earth Charter in actie, naar een duurzame wereld, met bijdragen van Wangari Maathai, Michail Gorbatsjov, Jane Goodall, Peter Blaze Corcoran, Steven C. Rockefeller, Princess Basma Bint Talal, Ruud Lubbers, Mohamed Sahnoun, Leonardo Boff, Erna Witoelar, Maurice F. Strong, Federico Mayor, Hazel Henderson, Jan Pronk en vele anderen, met een voorwoord van NCDO voorzitter mr. J,J,A.M. van Gennip, onder redactie van Peter Blaze Corcoran, Mirian Vilela, Alide Roerink, uitgegeven bij KIT Publishers Amsterdam in samenwerking met het Earth Charter Initiative, San Jose, Costa Rica, 192 pg, formaat 245x305mm, met talrijke kleurafbeeldingen, ISBN 90-6832-173-0, Amsterdam, 2005.
Brieven van lezers
Dualistisch beste = l blokkeert wereldvrede.
De overgrote meerderheid die een duurzame vrede beoogt in het Midden-Oosten, moet in staat zijn dit waar te maken door de oorlog boven de strijdende partijen uit te tillen. Daardoor k= omt namelijk hun lotsverbondenheid aan het licht, die de zinloosheid van de machtsstrijd en het daaraan gekoppelde bloed vergieten duidelijk maakt. Die lotsverbondenheid geldt echter niet alleen voor Palestij= nen en Israëli’s, maar voor ons allemaal wereldwijd. Als mensheid zi= jn wij lotgenoten in de eeuwige strijd om het bestaan, wat inhoudt dat deze slechts effectief kan worden gevoerd in gezamenlijkheid, d= us in vruchtbare samenwerking wereldwijd. Het behoeft geen betoog dat voor de maatschappelijke vertaling daarvan niet de vredeswi= l van de overgrote meerderheid, maar de zinloze strijd om de macht, waarop he= t dualistisch bestel drijft, hét struikelblok vormt. Wouter ter Heide
logo Earth Charter
Bij redactiesluiting bereikte ons het bericht dat Earth Charter Day is uitgesteld tot juli 2010
www.ecd2009.nl www.ecow,nl/www.ecat.nu www.ecdac2009.org www.ecdcommunity.nl
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
Berichten
27
Een andere vergrote versie van het op blz. 24 geplaatste maquetteontwerp voor een vredestuin in Hongarije
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
Considerations
28
Human Rights – Human Duties The year 09 was declared as the International Year of Human Rights, some more than sixty years after the adoption and declaration of The Universal Declaration of Human Rights - UHDR on December 10th 1948 by the General Assembly of the United Nations at Palais Chaillot in Paris. This Declarations contains thirty articles and amendments, like ‘the right to refuse to kill’, which were made later during the last decades. According Guiness Book of Records UHDR is – in hundreds of languages – the most translated document in the world. The 10th of December became afterwards the International Human Rights Day. Looking back in history - humankind had been already always deeply concerned in the quest of human right: Cyrus, the Great of Persia was the one who was behind the after him called Cyrus cylinder with inscriptions on human rights from 539 BC (!). Around WorldWar II we got the statement for ‘freedom of speech, freedom of assembly, freedom of fear, and freedom of want’, and later on we find in the United Nation Charter – ‘freedom for all without distinction as to race, sex, language, and religion’. Eleanor Roosevelt quoted concerning the Universal Declaration: ‘… it may well become the international Magna Charta of all men everywhere.’ On one the hand, we speak about rights, but on the other hand, we also have to consider duties. In our context – how simple it might sound – the foremost duty of everybody is to respect the rights of all the others. It belongs to the essential pre-conditions for Peace to be able and to be free to live in an environment in which human rights, as mentioned above, belong to selfevident circumstances, and to support these circumstances from each point of view and by everybody. It looks so easy and ‘natural’, it would be even so practical, and efficient to design all our life in a way of mutual respect concerning the human rights and – duties. Unfortunately, we are in many parts of the world far away from such a way of life, which – actually – would be the only real, human one. The ‘truth’ on our rights and duties might be preached – already for centuries and even millennia. In the depth of all our hearts, but also in the context of all our speculative intellects we know how to handle – peacefully – our world society. Nevertheless, we obviously still have strongly to work on a peaceful state for everybody by overcoming the heavy heritage of conflict and violence, and to establish the only possible ‘kingdom’ of peace and survival for the innocent beings as well as for the searchers, the honest and the alienated ones as well, the only possible ‘kingdom’ of brother- and sisterhood. PeterSchmid.
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009
29
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr 49, april 2009
30
Stichting Vredescentrum Eindhoven Centrum voor vraagstukken van vrede en veiligheid
VredesTertsPeriodiek Uitgave nr. 49, 2009 Stichting Vredescentrum Eindhoven (SVCE) Postbus 513 5600 MB Eindhoven Tel : 040 - 2474546 Fax : 040 - 2475990 ISSN: 0926 - 6992 Email :
[email protected]
AGENDA -------------------------------------
De volgende activiteiten zijn voorlopig gepland maar zijn afhankelijk van toekenning van subsidie door NCDO l2 juni 2009 lunchdebat:Nucleaire ontwapening, noodzaak of schrikbeeld? 22 september 2009 symposium: Kapitalisme, eerlijke handel, armoedebestrijding en vrede. 30 oktober 2009 lunchdebat: Kleine vrede 15 december 2009 symposium: Welke milleniumdoelen zijn belangrijk en haalbaar voor het Midden-Oosten?
Deze uitgave kwam mede tot stand met financiële steun van NCDO
VredesTertsPeriodiek Stichting Vredescentrum Eindhoven
Jaargang 19, nr. 49, april 2009