BIBLIOGRAFIE VAN HOOGLERAREN IN DE RECHTEN AAN DE UNIVERSITEITEN VAN GRONINGEN EN HARDERWIJK TOT 1811
GESCHIEDENIS DER NEDERLANDSCHE RECHTSWETENSCHAP
samengesteld in opdracht van de Commissie voor de uitgave van de Geschiedenis der Nederlandsche Rechtswetenschap van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
DEEL VII
BIBLIOGRAFIE NEDERLANDSE RECHTSWETENSCHAP TOT 1811
Afl. 4 Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Universiteiten van Groningen en Harderwijk tot 1811
Aanbevolen citeerwijze: Hempenius-van Dijk, BGNR Groningen-Harderwijk
Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen
BIBLIOGRAFIE VAN HOOGLERAREN IN DE RECHTEN AAN DE UNIVERSITEITEN VAN GRONINGEN EN HARDERWIJK TOT 1811
door
B.S. HEMPENIUS-VAN DIJK
met medewerking van
R. Feenstra, J.H.A. Lokin en A.L. Hempenius
Amsterdam, 2013
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door: NWO het Rechtshistorisch Fonds te Groningen het Consulentschap voor de Heraldiek in de provincie Groningen
ISBN
978 90 6984 642 2
NUR
680 / 693
© B.S. Hempenius-van Dijk / Amsterdam University Press, Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Amsterdam 2013 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 jº het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
INHOUD
Voorwoord .............................................................................................................. VII Inleiding ................................................................................................................... IX Lijst van verkort aangehaalde literatuur ..............................................................XVIII Lijst van bibliotheken ............................................................................................ XXI Lijst van gebruikte afkortingen ........................................................................ XXVIII Nieuwste aanvullingen op de Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Leidse universiteit tot 1811 ............................................................ XXX Nieuwe aanvullingen de Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Utrechtse universiteit tot 1811 .................................................... XXXIII Aanvullingen de Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Franeker universiteit tot 1811 ...................................................... XXXV Overzicht van de behandelde werken van de hoogleraren in de rechten te Groningen en Harderwijk .................................................................. XXXIX Bibliografie van de hoogleraren in de rechten te Groningen en Harderwijk .............. 1 Register van drukkers en uitgevers ........................................................................ 280 Register van persoonsnamen .................................................................................. 296
OVERZICHT VAN EERDER VERSCHENEN DELEN EN AFLEVERINGEN VAN DE GESCHIEDENIS DER NEDERLANDSCHE RECHTSWETENSCHAP I
1937
II
[-1]
1940
II
[-2]
1942
II
[3]
1956
III [-1]
1950
III [-2]
1957
IV [-1]
1952
IV [-2]
1955
V
[-1]
1956
V V
[-2] -3
1956 1968
VI
1963
VII -1
1984
VII -2
1993
VII -3
2003
Geschiedenis van de Nederlandse wetenschap van het internationaal Privaatrecht tot 1880, door R.D. Kollewijn Geschiedenis van de wetenschap van het Nederlandsch burgerlijk procesrecht na 1811, door Th.A. Fruin Geschiedenis van het natuurrecht en de wijsbegeerte van het recht in Nederland, door W.J.A.J. Duynstee Geschiedenis van de wetenschap van het strafrecht en strafprocesrecht in de Noordelijke Nederlanden vóór de Codificatie, door J.Ph. de Monté Verloren Geschiedenis der Nederlandse strafrechtswetenschap sinds de Codificatie-Beweging, door W.P.J. Pompe Geschiedenis van de Nederlandsche wetenschap van het volkenrecht, door W.J.M. van Eysinga Geschiedenis van de Nederlandsche wetenschap van de Nederlandsche rechtsgeschiedenis, door S.J. Fockema Andreae Geschiedenis van de wetenschap van het Nederlandse staatsrecht sedert 1813, door C.W. van der Pot Geschiedenis van de wetenschap van het burderlijk procesrecht (praktijkrecht) in Nederland van de aanvang tot 1813, door Jb. Zeylemaker Jnz. [sic] Het burgerlijk recht in de buitengewesten van Nederland, door S.J. Fockema Andreae Geschiedenis van de wetenschap van het handelsrecht in Nederland tot 1809, door W.F. Lichtenauer De geschiedenis der notariële wetenschap, door A. Pitlo Geschiedenis van de wetenschap van het handelsrecht in Nederland in de 19e eeuw, door A. van Oven De wijsbegeerte des rechts en de encyclopaedie der rechtswetenschap sedert 1880, door G.E. Langemeijer Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Leidse Universiteit tot 1811, door Margreet Ahsmann en R. Feenstra Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Utrechtse Universiteit tot 1811, door Margreet Ahsmann [= Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, Verhandelingen, Afd. Letterkunde, Nieuwe Reeks, deel 154] Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Franeker Universiteit tot 1811, door R. Feenstra [Uitgave in samenwerking met de Fryske Akademy Nr. 951]
VOORWOORD
Aan het in mei 2002 geschreven voorwoord van mijn Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Franeker Universiteit voegde ik aan het slot enkele regels toe als voorzitter van de Commissie voor de uitgave van de Geschiedenis der Nederlandse Rechtswetenschap van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen. Daaruit klonk weinig optimisme omtrent de voortzetting van de reeks ‘Bibliografie Nederlandse Rechtswetenschap tot 1811’; ik suggereerde evenwel de mogelijkheid dat deze reeks ‘wellicht in een ietwat vereenvoudigde vorm’ zou kunnen worden afgerond en dat daarvoor in de eerste plaats in aanmerking kwam een deel betreffende hoogleraren aan de Groninger Universiteit. Naast Groningen noemde ik de Universiteit van Harderwijk en het Athenaeum Illustre van Amsterdam als instellingen – waarvoor nog materiaal aanwezig was – alsmede een aantal juristen die nooit hoogleraar geweest zijn – waarvoor nog veel zou moeten worden uitgezocht (vgl. daarbij de Inleiding tot de bibliografie voor de Leidse Universiteit (p. 34), waar naast het Amsterdamse Athenaeum ook dat van Deventer genoemd wordt). Kort na het verschijnen van de Franeker bibliografie in 2003 opende zich echter een hoopvol nieuw perspectief voor een deel over de Groninger hoogleraren. Mevrouw dr. B.S. Hempenius – van Dijk, universitair docent bij de sectie Romeins recht en zijn geschiedenis aan de Groninger Universiteit, bleek bereid te zijn de uitgave van een deel over hoogleraren in Groningen op zich te nemen (zonder daarbij een ‘ietwat vereenvoudigde vorm’ toe te passen) en dit werk zelfs te combineren met een bibliografie van hoogleraren aan de Universiteit van Harderwijk (inclusief enkele docenten van het sinds 1600 reeds op juridische gebied actieve Gymnasium Illustre aldaar, de voorganger van de universiteit). Het bleek na enige tijd mogelijk om althans voor een deel van de werkzaamheden subsidie te verkrijgen van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) voor de jaren 2006 en 2007. Een beslissende rol werd hierbij gespeeld door prof. mr. J.H.A. Lokin, hoofd van de genoemde sectie Romeins recht en zijn geschiedenis en lid van de Commissie voor de Geschiedenis der Nederlandse Rechtswetenschap. Aan zijn steun heeft mevrouw Hempenius veel te danken gehad, zoals blijkt uit het feit dat zijn medewerking op het titelblad van haar publicatie vermeld wordt. Eind 2006 gelukte het de Commissie (waarvan mevr. Hempenius intussen ook lid geworden was) tevens een auteur te vinden voor het deel over Nederlandse juristen die nooit hoogleraar aan een universiteit geweest zijn: dr. D.J. Osler, wetenschappelijk onderzoeker aan het Max-Planck-Institut für europäische Rechtsgeschichte te Frankfurt-am-Main, auteur van enkele fundamentele bibliografieën van Europese (en speciaal ook Nederlandse) juristen.
VIII
Voorwoord
Beide ondernemingen hebben intussen veel meer tijd in beslag genomen dan oorspronkelijk voorzien was maar zij zijn recentelijk beide tot een goed einde gebracht. Het werk van Dr. Osler zal echter iets later verschijnen dan het onderhavige deel over Groningen en Harderwijk. Het is voor mij een groot genoegen hierbij het werk van mevrouw Hempenius te mogen presenteren. Op het titelblad vindt men mij ook als ‘medewerker’ vermeld. Daaruit zal men wellicht afleiden dat ik niet geheel objectief kan zijn maar dat neemt niet weg dat ik meer dan wie ook kan getuigen met hoeveel toewijding zij haar taak heeft vervuld. Geen moeite is haar te veel geweest om haar onderzoek in talloze bibliotheken in binnen- en buitenland te perfectioneren en de resultaten op een door en door verantwoorde wijze in een heldere vorm te presenteren. In dit verband moge ook de naam genoemd worden van haar echtgenoot, drs. A.L. Hempenius (als derde medewerker op het titelblad vermeld), wiens rol zij aan het slot van haar ‘Inleiding’ geschetst heeft. Namens de Commissie voor de Geschiedenis der Nederlandse Rechtswetenschap wil ik hier, naast hartelijke gelukwensen, een woord van welgemeende dank uitspreken. Januari 2013
R. Feenstra
INLEIDING
Ongeveer 25 jaar geleden, in juni 1987, verwierf C.J.H. Jansen, thans hoogleraar Rechtsgeschiedenis en Burgerlijk Recht in Nijmegen, de doctorstitel met de verdediging van zijn proefschrift over leven en werk van Frederik Adolf van der Marck (1719-1800).1 In de Inleiding deelt de auteur bij het beschrijven van de opzet van zijn werk mee, dat hij afziet van het geven van ‘een uitvoerige bibliografie van het werk van Van der Marck (of van andere geleerden)’, omdat daar, zo voegt hij aan deze mededeling toe, ‘een aparte reeks voor in het leven [is] geroepen.’ Daarbij verwijst hij naar ‘bibliografieën van hoogleraren in de rechten aan de Nederlandse universiteiten tot 1811’ die ‘verschijnen in de reeks ‘Geschiedenis der Nederlandsche rechtswetenschap’’.2 Bedoeld was het onderdeel van deze reeks, dat uitgegeven is – en wordt – als ‘deel VII, Bibliografie Nederlandse Rechtswetenschap tot 1811’, welk deel gaandeweg in ‘afleveringen’ zou verschijnen. In juni 1987 had overigens nog maar één aflevering het licht gezien: de Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de Leidse universiteit tot 1811, gepubliceerd in 1984. Inmiddels zijn ook de afleveringen met de bibliografieën van de Utrechtse en de Franeker hoogleraren in de rechten tot 1811 verschenen, respectievelijk in 1993 en 2003.3 Er bleven dus wat betreft te beschrijven werken van juridische hoogleraren in de Republiek der Verenigde Nederlanden nog twee universiteiten over: Groningen en Harderwijk, die naar de oorspronkelijke plannen elk hun aflevering zouden krijgen. In de aanloop tot de voorbereidingen voor het maken van deze afleveringen is besloten ze in één boek te verenigen. Met de thans verschenen Bibliografie van hoogleraren in de rechten aan de universiteiten te Groningen en Harderwijk tot 1811, hierna aan te halen als BGNR Groningen-Harderwijk, zijn de afleveringen met de bibliografieën van hoogleraren in de rechten aan de (Noord-)Nederlandse universiteiten tot 1811 voltooid.4 Toen de
1
C.J.H. Jansen, Natuurrecht of Romeins recht, een studie over leven en werk van F.A. van der Marck (1719-1800) in het licht van de opvattingen van zijn tijd, Leiden 1987. Jansen, op. cit., p. 3 en noot 2 op p. 295. 3 Zie voor de titels van deze eerder verschenen afleveringen, hierna kortheidshalve aan te halen als BGNR Leiden, BGNR Utrecht en BGNR Franeker, het Overzicht van eerder verschenen delen en afleveringen van de Geschiedenis der Nederlandsche rechtswetenschap, hierboven p. VI. 4 Daarnaast was in 1984 nog een aflevering voorzien, ‘waarin juristen zijn opgenomen die niet aan een universiteit of athenaeum gedoceerd hebben’, zie BGNR Leiden, p. 34. Een dergelijke aflevering wordt sinds 2007 voorbereid door Dr. Douglas Osler te Frankfurt am Main. Het zal binnenkort gereedkomen en verschijnen onder de titel Bibliography of Dutch legal jurists active outside the Dutch universities from c.1585 to 1811. Er is een klein verschil met de in 1984 geformuleerde planning. Destijds werd er van uitgegaan dat er naast de afleveringen met betrekking tot de vijf universiteiten ook nog een aflevering zou verschijnen die gewijd zou zijn aan ‘andere instellingen van hoger onderwijs, zoals de Athenaea van Amsterdam en Deventer’. Van dit plan is intussen afgezien. Een aantal van degenen die aan deze instellingen het juridisch onderwijs verzorgd hebben, is later aan een van die vijf universiteiten werkzaam geweest; zij zijn te vinden in de afleveringen met betrekking tot deze universiteiten. Degenen bij wie dit niet het 2
X
Inleiding
werkzaamheden voor deze bibliografie begonnen, leek het er even op, dat de verschijning daarvan niet lang op zich zou laten wachten. Dit optimisme werd mede ingegeven door de gedachte dat het bij deze Groninger en Harderwijker hoogleraren om een soort restant zou gaan. Van een aantal van hen waren de werken immers al beschreven in één van de eerdere afleveringen, omdat zij behalve in Groningen c.q. Harderwijk ook in Leiden, Utrecht of Franeker een juridische leerstoel hadden bekleed. Uiteindelijk bleken dit bij elkaar 14 professoren te zijn: vier ‘Groningers’ en tien ‘Harderwijkers’ van wie één later ook in Groningen aan de universiteit werkzaam is geweest. Voor Groningen zijn dit (in alfabetische volgorde): Henricus Johannes Arntzenius: 1774-1788 hoogleraar te Groningen en vervolgens te Utrecht (van 1788 tot zijn dood in 1797). Zie BGNR Utrecht nrs. 1-35. Dionysius Godefridus van der Keesel: 1762-1770 hoogleraar te Groningen en daarna te Leiden (1770-1815). Zie BGNR Leiden nrs. 271-292; voor aanvullingen BGNR Franeker, p. XXV. Cornelis Pynacker: 1614-1624 hoogleraar te Groningen, voordien buitengewoon hoogleraar te Leiden (1597- 1611) en vervolgens ordinarius aldaar (16111614), en nadien te Franeker (van 1636 tot zijn dood in 1645). Zie BGNR Leiden nrs. 522-538; voor aanvullingen BGNR Utrecht, p. 42, en BGNR Franeker, p. XXVI. Johan Gerhard Christiaan Rücker: 1752-1760 hoogleraar te Groningen en vervolgens te Utrecht (effectief van 1760 tot 1769). Zie BGNR Utrecht nrs. 333-336. En voor Harderwijk: Pieter Bondam: 1763-1773 hoogleraar te Harderwijk, daarna te Utrecht (van 1773 tot zijn dood in 1800). Zie BGNR Utrecht nrs. 40-64. Willem Cup: 1634-1647 hoogleraar te Harderwijk en vervolgens te Franeker (van 1647 tot zijn dood in 1667). Zie BGNR Franeker nrs. 98-103A. Cornelis Adrianus van Enschut: 1806-1815 hoogleraar te Harderwijk, daarna te Groningen (1815-1822) en tenslotte te Utrecht (van 1822 tot zijn dood in 1835). Zie BGNR Utrecht nrs. 104-112. Eduard Hageman: 1796-1797 hoogleraar te Harderwijk en daarna te Leiden (1797-1819). Zie BGNR Leiden nrs. 268-270; voor een aanvulling BGNR Utrecht, p. 38. Johan Melchior Kemper: 1798-1806 hoogleraar te Harderwijk, daarna te Amsterdam (1806-1809) en tenslotte te Leiden (van 1809 tot zijn dood in
geval is, zijn voor een deel opgenomen in het bovengenoemde nog te verschijnen bibliografie van Nederlandse juristen die niet aan een universiteit gedoceerd hebben.
Inleiding
XI
1824). Zie BGNR Leiden nrs. 293-328; voor een aanvulling BGNR Utrecht, p. 38. Antonius Matthaeus [II]: 1629-1634 hoogleraar te Harderwijk en vervolgens te Utrecht (van 1634 tot zijn dood in 1654). Zie BGNR Utrecht nrs. 120-[189]; voor aanvullingen BGNR Franeker, p. XXX-XXXI, en hierna p. XXXII. Pieter Roscam: 1773-1787 hoogleraar te Harderwijk, daarna voor enkele maanden in 1787 te Utrecht en vervolgens weer te Harderwijk (1788 tot 1795). Zie BGNR Utrecht nrs. 330-332. Anton Schultingh: 1691- 1694 hoogleraar te Harderwijk, vervolgens te Franeker (1694-1713) en tenslotte te Leiden (van 1713 tot zijn dood in 1734). Zie BGNR Leiden nrs. 598-630; voor aanvullingen BGNR Utrecht, p. 44, BGNR Franeker, p. XXVI e.v. en hierna p. XXXI, XXXII en 179 (nr. 430). Meinhard Tydeman: 1765- 1766 hoogleraar te Harderwijk, vervolgens te Utrecht (1766-1787), dan weer te Harderwijk (1787) en weer te Utrecht (1787-1790). Zie BGNR Utrecht nrs. 360-378. Johannes Ortwinus Westenberg: 1694- 1716 hoogleraar te Harderwijk, daarna te Franeker (1716-1723) en tenslotte te Leiden (van 1723 tot zijn dood in 1737). Zie BGNR Leiden nrs. 1128A-1161; voor aanvullingen BGNR Utrecht, p. 5152, en BGNR Franeker, p. XXIX en XXXII. Alles bij elkaar bleven er nog 39 hoogleraren over die vóór 1811 wat het bekleden van een leerstoel aan een universiteit in de Noordelijke Nederlanden betrof, uitsluitend in Groningen of in Harderwijk gedoceerd hadden. Twee van hen, Seerp Gratama en Arnoldus Rotgers, hadden dat in beide plaatsen gedaan. Voor de goede orde zij opgemerkt, dat het bij al deze professoren voor Groningen gaat om de periode 1614 – het jaar waarin de Academie van Stad en Lande haar deuren opende – tot 1811 en voor Harderwijk de periode 1600 tot 1811. De Harderwijkse hogeschool was op het moment dat zij van start ging, eigenlijk nog geen universiteit, maar een gymnasium illustre. Pas in 1647 namen de drie Gelderse kwartieren het besluit dit gymnasium tot universiteit te verheffen, zodat men ook in het gewest Gelre een academische graad kon behalen. De feestelijke inauguratie van de Harderwijkse universiteit vond plaats in 1648. Voor het juridisch onderwijs aldaar maakte deze hogere status geen wezenlijk verschil, zodat het voor de hand lag ook de nog niet in één van de eerdere afleveringen behandelde juridische hoogleraren uit de periode 1600 tot 1647/48 op te nemen.5 Het gaat daarbij overigens maar om twee personen: Jacobus Varnerius en Lambertus Goris, die respectievelijk van 1600-1625 en in 1625 in Harderwijk rechten gedoceerd hebben. Aan de derde nog niet behandelde
5
Zie over deze periode M. Evers, ‘The Illustre School at Harderwijk 1600-1647’, in: Lias, Sources and Documents relating to the early modern history of ideas, nr. 12 (1985), p. 81-113, en voor het onderwijs in de rechten en de daarmee in deze periode belaste hoogleraren in het bijzonder p. 90-93.
XII
Inleiding
hoogleraar uit de periode vòòr 1648, Gerardus Bronckhorst, wordt in deze aflevering voorbijgegaan. Van hem zijn namelijk geen publicaties overgeleverd.6 Het aanhouden van het jaar 1614 als tijdstip van het begin van de Groningse universiteit betekent, dat Mello Brunsema (1557-1610), die in 1596 voor één jaar in Groningen aangesteld werd om onderwijs in de Instituten van Justinianus te gaan verzorgen – hetgeen wel beschouwd wordt als de aanloop tot de juridische faculteit aldaar –, buiten deze bibliografie valt.7 Bijgevolg worden in deze bibliografie slechts 37 professoren in de rechten uit de periode vóór 1811 behandeld. Bij de samenstelling van BGNR Leiden is destijds wat betreft de buiten de Republiek der Verenigde Nederlanden geboren hoogleraren als criterium genomen dat zij tenminste vijf jaar aan een juridische faculteit binnen de Republiek verbonden moesten zijn geweest om in één van de afleveringen een plaats te krijgen. De toepassing van dit criterium heeft voor BGNR Groningen-Harderwijk tot gevolg dat er geen plaats was voor de in Creutznach in de Palts (het tegenwoordige Bad Kreuznach in de deelstaat Rijnland-Palts) geboren Johannes Conradus Monaeus die van 1645 tot zijn overlijden in 1648 in Groningen doceerde.8 Onder verwijzing naar de Effigies et vitae professorum Academiae Groningae et Omlandiae uit 1654, het eerste werk waarin ooit levensbeschrijvingen van Groninger hoogleraren werden gepubliceerd, noemt Boeles bij zijn levensbeschrijving van Monaeus drie werken van hem zonder daarbij een drukker of een jaartal te noemen: ‘Tractatus de legum interpretatione, disputationibus;Tractatus de jure publico’ en ‘Explicatio rubricarum ad Digesta’.9 Van geen van deze werken heb ik een exemplaar kunnen vinden, wel van zijn inaugurele disputatie, gehouden te Rinteln in 1643.10 Daarnaast heb ik één of meer exemplaren gevonden van disputaties die onder zijn voorzitterschap te Rinteln en Groningen gehouden zijn. Onder deze disputaties bevinden zich vijf opeenvolgende over onderwerpen uit de Instituten van Justinianus, berustende in de Universiteitsbibliotheek te Groningen. Het feit, dat zij genummerd zijn als Disputatio
6 Gerardus Bronckhorst was een zoon van de Leidse hoogleraar in de rechten Everhardus Bronckhorst. Hij werd in 1591 geboren te Leiden en stierf in 1631 te Harderwijk, waar hij sinds 1628 als hoogleraar werkzaam was (Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, 68-71, en Ahsmann, Collegia en colleges, in het bijzonder p. 482 j° p. 97). Tijdens zijn studie in Leiden heeft hij eenmaal als respondent gedisputeerd onder voorzitterschap van zijn vader (19 juni 1613); zijn doctorale disputatie (De mutuo et Sc. Macedon.) hield hij op 22 nov. 1618, maar hij promoveerde pas op 24 april 1620 (zie Ahsmann, op. cit., p. 436 (nr. 653) en p. 443 (nr. 740)). 7 Zie voor Mello Brunsema (1557-1610) de inleiding bij de uitgave van zijn Oratio pro nova juridicae facultatis Groningae instituta praelectione, habita ad VI Julij A.S. MDXCVI, door T.J. Veen en met vertaling van F. Akkerman, Groningen, 1967 (Mededelingen van het Rechtshistorisch Instituut nr. 6). 8 Johannes Conradus Monaeus (ca. 1618-1648), studeerde o.a. in Marburg en Genève en promoveerde tot J.U.D. in 1643 te Rinteln, waar hij in 1642 professor was geworden (zie Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 32-33 en Van der Aa 12-2, p. 972 en m.b.t. zijn inaugurele disputatie hieronder noot 10). 9 Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 33, noot 1. 10 Dit exemplaar berust in de UBJena. De titel van deze zeven pagina’s tellende inaugurele disputatie, verdedigd onder voorzitterschap van David Pestel, die sinds 1641 professor te Rinteln was, luidt: Disputatio inauguralis exhibens V decades positionum hinc inde ex jure civili … sub praesidio … Dn. Davidis Pesteli … publice examinandam proponit Johan Conradus Monaeus … ad diem 3. Febr. 1643. Rinteli, typis exscripsit Petrus Lucius, 1643.
Inleiding
XIII
Justinianea prima, secunda, tertia, quarta en quinta wijst erop, dat zij naar alle waarschijnlijkheid het resultaat zijn van een door Monaeus opgezet collegium in het kader van zijn onderwijs op basis van de Instituten. De disputaties zijn publiekelijk gehouden tussen november 1647 en juni 1648.11 De genoemde Monaeus was overigens lang niet de enige ‘in het buitenland’ geboren professor in de rechten in Groningen of Harderwijk. Van de 22 Groninger hoogleraren van wie de werken hier beschreven worden, waren er 15 buiten de landsgrenzen geboren, en van de 17 Harderwijker zeven. Het begrip ‘buitenland’ is trouwens betrekkelijk. De geboorteplaats van Gerhardus Feltman was bijvoorbeeld het vlak over de grens gelegen Kleef en die van Franciscus Junius, een kleinzoon van de gelijknamige theoloog uit de zestiende eeuw, Emden. Beiden hebben o.a. in de Republiek gestudeerd, de een in Leiden, de ander in Groningen en Utrecht. Deze vaagheid van de landsgrenzen is kenmerkend voor de academische wereld van de zeventiende en achttiende eeuw. Ook de rechtenstudie had in die tijd, zou men kunnen zeggen, een breed Europees karakter. Of men nu in het ‘buitenland’ studeerde of binnen de Republiek, overal werd men getraind in de kennis van het Romeinse recht op basis van het Corpus Juris Civilis. Toen het natuurrecht zijn intrede in het juridisch curriculum deed, was dat voor dit vak niet anders. Slechts sporadisch was er aandacht voor het locale recht, al nam deze in de loop van de achttiende eeuw meer en meer toe. Verreweg de meesten van de in dit boek behandelde professoren en hun werken zijn inmiddels in de vergetelheid geraakt. Sommigen van hen hebben ook weinig werken gepubliceerd, zoals Johan Otto Arntzenius, Gerhardus Coccejus, Jacobus Eck en Joachim Schwartz om maar enkelen te noemen. Daar staat tegenover dat twee van de in deze aflevering behandelde professoren een uitzonderlijk groot oeuvre hebben nagelaten: Alexander Arnold Pagenstecher en Jean Barbeyrac. Het werk van de laatste, die van 1717 tot zijn dood in 1744 in Groningen natuuren volkenrecht doceerde, wordt nog vandaag de dag al of niet in vertaling keer op keer opnieuw uitgegeven en hij zet nog steeds de pennen in beweging. Het meest recent in dit verband is het in 2011 verschenen boek Die Berliner Hugenotten und der Fall Barbeyrac, Orthodoxe und ‘Sozinianer’ im Refuge (1685-1720) van dr. Fiammetta Palladini12, waarin het gaat over het conflict dat Barbeyrac tijdens zijn Berlijnse jaren had met de kerkenraad van de Franse gemeente aldaar. Als gevolg van dit conflict werd hij geen predikant – Barbeyrac was eigenlijk theoloog –, maar uiteindelijk hoogleraar in het natuurrecht. Zijn bekwaamheid in deze discipline had hij mede aan deze jaren in Berlijn te danken, omdat hij zich in die tijd ging bezig houden
11 Het gaat hier om de volgende disputaties: Disputatio Justinianea prima. Continens proem. et tit. prim. Inst. De justitia et jure (respondens Johannes Ringels), Disputatio Justinianea secunda De jure naturali, gentium ac civili (respondens Nicolaas Finckius), Disputatio Justinianea tertia De jure personarum … (respondens Werner Herman a Sporcken), Disputatio Justinianea quarta De patria potestate et nuptiis (respondens Johannes Piscator), Disputatio Justinianea quinta De legitimatione, adoptione et modis solvendi patriam potestatem (respondens Allardus Meijer). Alle zijn door Johannes Cöllen in 1647 en 1648 te Groningen gedrukt. 12 Verschenen als Volume 204 in de serie Brill’s Studies in Intellectual History, (Leiden/Boston, 2011).
XIV
Inleiding
met het vertalen in het Frans van Samuel Pufendorfs werken De jure naturae et gentium en De officio hominis et civis.13 Barbeyrac was in wezen een workaholic avant la lettre die elke nieuwe editie van zijn boeken nauwlettend in de gaten hield. Naar het zich laat aanzien liet hij zich van elk nieuw verschenen boek c.q. van elke herdruk door de drukker een exemplaar sturen, dat hij dan onmiddellijk weer doornam en bewerkte. Mede daarom verfoeide hij roofdrukken, omdat hij daarover geen enkele zeggenschap had. Kenmerkend voor zijn werkwijze is het ooit aan hem toebehoord hebbend exemplaar van zijn Histoire des anciens Traitéz14 dat tegenwoordig in de Universiteitsbibliotheek van Groningen berust. Het boek staat vol met minutieuze verbeteringen en aantekeningen, waarin af en toe ook nieuwe literatuur is verwerkt. Dit alles in voorbereiding op een herdruk, die nooit tot stand gekomen is. Al met al neemt het oeuvre van Barbeyrac, dat op zichzelf qua aantal werken niet zo omvangrijk is15, vanwege de vele herdrukken, heruitgaven en vertalingen in deze bibliografie iets minder dan 1/6 gedeelte in beslag van de bladzijden die aan de beschrijvingen van de publicaties van de juridische hoogleraren in Groningen en Harderwijk gewijd zijn. De fotomechanische herdrukken van Barbeyracs werken vindt men in beginsel opgenomen bij de drukken, die daaraan ten grondslag liggen, tenzij de facsimile-uitgave in kwestie iets bijzonders heeft en daardoor een eigen nummer verdient. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de fotomechanische herdrukken van de werken van de andere hoogleraren. Wat Barbeyracs oeuvre betreft is de hier gepresenteerde aflevering van de bibliografieën van hoogleraren in de rechten aan de Nederlandse universiteiten tot 1811 overigens beslist niet volledig. Zij bevat dus geen ultieme ‘Barbeyrac-bibliografie’ en wil dat ook niet pretenderen. Zo ontbreken de vele artikelen, die Barbeyrac publiceerde in wetenschappelijke tijdschriften als het Journal des Sçavans en de Bibliotheque raisonnée des ouvrages des savans de l’Europe, waarvan hij ook één van de redacteuren was, nog afgezien daarvan dat het waarschijnlijk zeer moeilijk is vast te stellen welke artikelen daarin van zijn hand zijn geweest. Daarnaast is een beschrijving achterwege gebleven van de verschillende edities van Barbeyracs vertaling in het Frans van de preken van de Engelse geestelijke John Tillotson (16301694), die o.a. hofprediker was van koning-stadhouder Willem III en koningin Mary en zijn loopbaan beëindigde als aartsbisschop van Canterbury. In de loop der jaren heeft Barbeyrac in totaal 44 van Tillotsons 54 uitgegeven preken vertaald, die gedrukt en herdrukt zijn in de eerste vijf delen van een serie met de titel Sermons sur diverses matières importantes.16 Barbeyracs voortreffelijke vertaling van deze preken toont
13
Zie hiervoor in deze aflevering de nrs. 11-12 en 39. Zie hiervoor in deze aflevering nr. 151. 15 Gemeten naar de eerste drukken telt dit oeuvre acht zelf geconcipiëeerde boeken, negen vertalingen van werken van anderen (inclusief die van de preken van John Tillotson), één heruitgave (nl. van De jure belli ac pacis van Hugo de Groot) en zeven te Lausanne dan wel Groningen bij allerlei gelegenheden gehouden redes. 16 De vertaling van de laatste tien van Tillotsons uitgegeven preken is opgenomen in een zesde deel, dat in 1729 zowel bij Frederic Barnard als bij Pierre Humbert verscheen, is van iemand anders, wiens naam Barbeyrac, zoals hij in zijn ‘Avis’ bij dit deel meedeelt, niet mocht noemen. De vertaler is ook onbekend gebleven. 14
Inleiding
XV
aan hoe goed hij ook het Engels als – voor hem moderne – vreemde taal is gaan beheersen. De andere auteur, die wat betreft de beschrijving van zijn oeuvre een bijna even groot aantal pagina’s als Barbeyrac in BGNR Groningen-Harderwijk inneemt, Alexander Arnold Pagenstecher, was toevallig Barbeyracs voorganger in Groningen. Hij doceerde daar aan de juridische faculteit van 1694 tot 1717, aanvankelijk met Wessel Bertling als collega proximus, later na Bertlings overlijden in 1706 alleen. Zijn oeuvre is geheel anders opgebouwd dan dat van Barbeyrac en bestaat vooral uit een veelheid van commentaren en verhandelingen.17 De meeste daarvan zijn al eerder beschreven in de Bibliographie der Veröffentlichungen von Alexander Arnold Pagenstecher und Johann Friedrich Wilhelm Pagenstecher van de hand van R. Feenstra.18 Aanvankelijk was het de bedoeling deze bestaande ‘Pagenstecherbibliografie’, vertaald in het Nederlands integraal over te nemen. Uiteindelijk is ervoor gekozen de bibliografie te bewerken en aan te passen aan het ‘model’ van de andere bibliografieën in de serie. Dit houdt in, dat de volgorde waarin de werken gepresenteerd worden, weliswaar bepaald is door het jaar van de eerste druk, maar dat alle herdrukken en door anderen verzorgde heruitgaven meteen op de beschrijving van de eerste druk volgen. Verder zijn de opmerkingen die Feenstra achter de verschillende werken van deze twee Pagenstechers had geplaatst, zoveel mogelijk verwerkt in de noten waarmee de verschillende – clusters van – werken worden ingeleid. De vele in deze ‘Pagenstecher-bibliografie’ uit 1991 voorkomende enkelvoudige oefendisputaties van studenten die onder voorzitterschap van A.A. Pagenstecher hebben gedisputeerd, zijn op een enkele uitzondering na weggelaten. Wel wordt naar deze disputaties verwezen als dat zo uitkwam. Bij elk werk, dat ook in Feenstra’s ‘Pagenstecher-bibliografie’ voorkomt, is bij de beschrijving een verwijzing naar deze bibliografie opgenomen met de aanduiding ‘Steinf. Bibliogr.’ en dan het nummer. Verder zijn in de genoemde noten nieuwe bevindingen opgenomen en ook is een aantal nieuw gevonden werken toegevoegd. Voor de beschrijving van de publicaties van Alexander Arnold Pagenstechers zoon Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher, die in deze aflevering een plaats heeft gekregen, omdat hij hoogleraar in Harderwijk was, geldt mutatis mutandis hetzelfde. De hoogleraren, van wie de werken in BGNR Groningen-Harderwijk behandeld worden, zijn daarin met hun oeuvre opgenomen in alfabetische volgorde, ongeacht of zij in Groningen dan wel in Harderwijk doceerden. In het ‘Overzicht van de behandelde werken’ van is bij elk van hen middels een [G] of een [H] aangegeven of
17
A.A. Pagenstechers oeuvre bestaat, gemeten naar de eerste drukken daarvan, uit ca. 25 zelf geconcipiëerde boeken, negen uitgaven van werken van anderen en 30 bij allerlei gelegenheden gehouden redes. Daarnaast heeft hij een niet gering aantal lofdichten geschreven, waarvan er acht apart gedrukt zijn. 18 Deze ‘Bibliographie’ is een bijlage bij Feenstra’s artikel ‘Der juristische Unterricht in Steinfurt im 17. Jahrhundert und die an niederländische Universitäten berufenen Steinfurter Professoren der Rechte, Mit einem besonderen Beitrag über A.A. Pagenstecher’ in: Symposion 400 Jahre Hohe Schule Steinfurt, H. Holzhauer en R. Toellner (ed.), Steinfurt 1991 (Steinfurter Schriften 17), p. 36-74; de bibliografie is te vinden op p. 74-108.
XVI
Inleiding
het een Groninger of een Harderwijker professor betreft. In de korte opgave van levensdata bij elke hoogleraar vindt men van wanneer tot wanneer de betrokkene een juridische leerstoel in Groningen c.q. Harderwijk bekleed heeft, alsmede zijn geboorteplaats en –jaar, de plaats en het jaar van zijn overlijden, en een kort overzicht van zijn loopbaan. Daarna volgt de opsomming en beschrijving van zijn oeuvre naar het model dat sinds BGNR Leiden gehanteerd wordt.19 De aan de Romeinse kalender ontleende datumaanduidingen in de dedicaties en prefaties zijn alle ‘opgelost’, dat wil zeggen overgebracht naar de data volgens de Juliaanse c.q Gregoriaanse kalender. Voor de goede orde zij er op gewezen dat de genoemde Juliaanse kalender in de Noordelijke Nederlanden pas in 1701 door de betere Gregoriaanse kalender, die in de Zuidelijke landen van Europa sinds 1582 gold, werd vervangen. Toen deze kalender in 1701 voor de Noordelijke Nederlanden gelding kreeg, ging men van 31 december 1700 meteen naar 11 januari 1701, waardoor de data weer in de pas liepen met de seizoenen.20 Verder zijn in de titels van boeken en andere publicaties als ‘I’s c.q. ‘i’s gedrukte ‘j’s als ‘J’ c.q. ‘j’ weergegeven, en de ‘V’s en ‘v’s die staan voor een ‘u’ als ‘U’s en ‘u’s. Hetzelfde geldt wanneer in de beschrijvingen aan de druk ontleende woorden met deze letters worden aangehaald. Voor het gemak van de gebruiker zijn ook de aanduidingen van plaatsen uit het Corpus Juris Civilis, die her en der in titels van boeken en geschriften voorkomen, in de bijbehorende koppen en kopnoten opgelost.21 Met inachtneming van wat hierboven met betrekking tot het oeuvre van Jean Barbeyrac gezegd is, vindt men hieronder in beginsel alle ooit in druk verschenen geschriften van de 37 professoren, die in deze aflevering behandeld worden, beschreven. Alleen voor afzonderlijk gedrukte gelegenheidsgedichten, die in de ‘particuliere sfeer’ ontstaan zijn, zoals bruilofts- en felicitatiegedichten voor familie en vrienden, is een uitzondering gemaakt, omdat bij het samenstellen van deze bibliografie de universitaire en wetenschappelijke loopbaan van de behandelde hoogleraren voorop stond. Een of meer van dergelijke gedichten zijn overgeleverd van Everhardus Balck, Alexander Arnoldus Pagenstecher, Gerhardus Schroder en Hubertus Gregorius van Vrijhoff. Wel wordt bij deze hoogleraren na de opgave van de over hen beschikbare literatuur kort melding gemaakt van het bestaan van deze gedrukte gelegenheidsgedichten onder vermelding van de bibliotheken, waar ze te vinden zijn. Het blijft overigens moeilijk te bepalen wat wel en wat niet onder deze gedichten valt. Toen deze serie begon, moesten de publicaties van de professoren in de rechten, die voor 1811 aan één van de ‘Nederlandse’ faculteiten gedoceerd hadden, nog moeizaam per bibliotheek bijeen gezocht worden. Dankzij de inmiddeld bestaande elektronische
19
Zie BGNR Leiden, p. 31-34. Een illustratie van het gebruik van de Juliaanse kalender biedt de ‘Ode in dedicationem templi in Harckstede etc.’ van A.A. Pagenstecher uit 1700. Daaruit blijkt dat de ingebruikneming van deze kerk plaats vond ‘a.d. XI Aprilis Julianei anni a nativitate Christ MDCC’, welke dag volgens de Gregoriaanse kalender op 21-4-1700 viel. (Zie onder A.A. Pagenstecher, hieronder nr. 493.) 21 Zie bijvoorbeeld onder Johannes Steinberg nr. 613, waarbij het gaat om verzameling van 15 disputaties ‘ad celebrem legem XXIII. ff. de R.I. de culpa in contractibus praestanda, etc.’, waarbij in de kop vermeld wordt, dat het daarbij om D. 50.17.23 gaat. 20
Inleiding
XVII
zoeksystemen, zoals de ‘Karlsruher Virtueller Katalog’, waarvan ik veel gebruik gemaakt heb, en het feit dat nagenoeg alle wetenschappelijke bibliotheken hun catalogus op internet gezet hebben, was dit voor mij een stuk eenvoudiger, ondanks de fouten en onvolmaaktheden die soms aan het daglicht traden. Op deze wijze ben ik waarschijnlijk meer werken c.q. herdrukken en andere uitgaven op het spoor gekomen dan anders gelukt zou zijn. Toch is deze bibliografie, gelet op wat ik hierboven met betrekking tot het oeuvre van Jean Barbeyrac gezegd heb, niet voor alle hierin opgenomen hoogleraren volledig. Een ander punt is, dat inmiddels nogal wat – edities van – hier behandelde werken integraal ‘op internet’ geplaatst zijn. Met name de Bayerische Staatsbibliothek te München en de Universiteitsbibliotheek te Göttingen hebben edities, die bij hen berusten, gedigitaliseerd en ook ‘Google’ heeft daar veel aan gedaan. Dat zo’n editie via internet bestudeerd en geraadpleegd kan worden, kan handig zijn, maar mij is toch wel gebleken, dat er bij het scannen van de boeken ook fouten worden gemaakt, wat weer afbreuk doet aan de gemakkelijke toegang tot allerlei edities van belangrijke werken. Voorzichtigheid is dus geboden met deze nieuwe manier om oude werken via de eigen computer te raadplegen. Hoewel ik getracht heb de beschrijving van de in deze laatste aflevering van de ‘bibliografieën van hoogleraren in de rechten aan de Nederlandse universiteiten tot 1811’ vermelde publicaties volledig te krijgen, is mij dat helaas niet gelukt. Mede door persoonlijke omstandigheden heeft het mij uiteindelijk eenvoudig aan tijd ontbroken om alle gegevens te verzamelen, die voor een juiste beschrijving van alle in dit boek ten tonele gevoerde werken noodzakelijk waren. Zelfs de hulp van mijn man, wiens medearbeid aan het onderzoek voor dit boek – en aan dit boek zelf – voor mij van onschatbare waarde is geweest, heeft niet kunnen bewerkstelligen, dat het onderzoek geheel afgerond kon worden. Deze bibliografie is dus in zekere zin ‘a work in progress’. Daar waar een titel niet volledig beschreven is kunnen worden, wordt dit bij de beschrijving aangegeven. Naar ik hoop, zal ik in de volgende jaren door middel van ‘addenda’ – waarvoor overigens nog een vorm gevonden moet worden – in de lacunes van dit boek kunnen voorzien. Tot slot wil ik hier graag alle medewerkers van de door ons bezochte bibliotheken in binnen- en buitenland bedanken voor hun vriendelijke hulp, en in het bijzonder mevrouw drs. Karen Mulders, die onmisbaar is geweest bij het verzorgen van de layout.
LIJST VAN VERKORT AANGEHAALDE LITERATUUR
Aa, van der: A.J. van der Aa, Biografisch woordenboek der Nederlanden, bevattende levensbeschrijvingen van zoodanige personen, die zich op eenigerlei wijze in ons vaderland hebben vermaard gemaakt, voortgezet door K.J.R van Harderwijk en G.D.J. Schotel, 21 dln., Harderwijk 1852-1878. Aanhangsel Gedenkboek Atheneum en Universteit Amsterdam: Gedenkboek van het Atheneum en de Universiteit van Amsterdam 1632-1932, Druk en uitgave van de stadsdrukkerij te Amsterdam 1932. Daarin Aanhangsel ‘Levensberichten van professoren en lectoren’ van de hand van J.S. Theissen, 535-715. Ahsmann, Collegia en colleges: M.J.A.M. Ahsmann, Collegia en colleges: juridisch onderwijs aan de Leidse universiteit 1575-1630, in het bijzonder het disputeren, Groningen 1990. (Er is ook een Duitse vertaling van dit werk: Collegium und Kolleg: der juristische Unterricht an der Universität Leiden 1575-1630 unter besonderer Berücksichtigung der Disputationen, aus dem Niederländischen übersetzt von Irene Sagel-Grande, Frankfurt am Main 2000.) Alphen (Van - ): Catalogus der pamfletten van de bibliotheek der Rijksuniversiteit te Groningen, 1542-1853 (niet voorkomende in de catalogi van Broekema, Knuttel, Petit, van Someren en Van der Wulp) bewerkt door G. van Alphen, Groningen 1944. ASGron.: Album Studiosorum Academiae Groningana, uitgegeven door het Historisch Genootschap te Groningen, Groningen 1915. Aud.: F. Postma [und] J. van Sluis, Auditorium Academiae Franekerensis, Bibliographie der Reden, Disputationen und Gelegenheitsdruckwerke der Universität und des Athenaeums in Franeker 1585-1843 [= Fryske Akademy, nr. 760 = Rige bio- en bibliografyske skriften, 23], Leeuwarden 1995. Boekzael: Maendelyke uittreksels, of Boekzael der geleerde we(r)relt. Te/T’ Amsterdam, by Gerard onder de Linden, 1715-1727 etc. (de dln. na 1727 zijn door de weduwe van Gerard onder de Linden en opvolgers gedrukt) Boeles,‘Levenschetsen’: W.B.S. Boeles, ‘Levenschetsen der Groninger hoogleeraren’, bijlage I (met eigen paginering) in: Gedenkboek der hoogeschool te
Lijst van verkort aangehaalde literatuur
XIX
Groningen, ter gelegenheid van haar vijfde halve eeuwfeest, op last van den Akademischen Senaat uitgegeven door W.J.A. Jonckbloet, Groningen 1864. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool: H. Bouman, Geschiedenis van de voormalige Geldersche Hoogeschool en hare hoogleeraren, grootendeels uit ongedrukte of zeldzame bescheiden, 2 dln., Utrecht 1844-1847. Dekkers: R. Dekkers, Bibliotheca belgica juridica. Een bio-bibliografisch overzicht der rechtsgeleerdheid in de Nederlanden, van de vroegste tijden af tot 1800 [= Verhandelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Letteren, XIII, 14], Brussel 1951 [in 1997 verscheen een ongewijzigde anastatische herdruk, waarvan t.p. ook het jaartal 1951 draagt; alleen op het verso van het vóór de t.p. geplaatste ‘woord vooraf’ vindt men het jaartal 1997]. Dictionary of Dutch Philosophers: The Dictionary of seventeenth and eighteenthcentury Dutch Philosophers, Volume I [II], Bristol 2003. Effigies et vitae: Effigies et vitae professorum Academiae Groningae et Omlandiae, Facsimile van de in 1654 verschenen uitgave met een Nederlandse vertaling, Tot stand gekomen op initiatief van de stichting Groninger Universiteitsfonds. Groningen 1968. [Naar het titelblad van de oorspronkelijke uitgave: Effigies et vitae professorum Academiae Groningae et Omlandiae; cum historiola fundationis ejusdem Acad. Apud Johannem Nicolai, Goningae, 1654]. Ensink, Academische rouw: J. Ensink, Academische rouw, uittreksels uit de programmata funebria van de Academie van Stad en Lande van Groningen, de Rijks Hogeschool te Groningen (1615-1833), ten dienste van biografie en genealogie [Groninger bronnen en toegangen, 31], Groningen 2002. Feenstra, Der juristische Unterricht in Steinfurt: R. Feenstra, Der juristische Unterricht in Steinfurt im 17. Jahrhundert und die an niederländische Universitäten berufenen Steinfurter Professoren der Rechte. Mit einem besonderen Beitrag über A.A. Pagenstecher, in: Symposion 400 Jahre Hohe Schule Steinfurt, H. Holzhauer en R. Toellner (ed.) [Steinfurter Schriften, 17], Steinfurt 1991, 36-73. Zie ook hieronder Steinf. Bibliogr. Hempenius-van Dijk, Antonius Matthaeus I: B.S. Hempenius-van Dijk, Antonius Matthaeus (I) en zijn juridisch onderwijs in Groningen. 1625-1637, in: Onderwijs en onderzoek: studie en wetenschap aan de academie van Groningen in de 17e en 18e eeuw, A.H. Huussen jr (red.), Hilversum 2003, 85-126.
XX
Lijst van verkort aangehaalde literatuur
Höting, Professoren Steinfurt: Ingeborg Höting, Die Professoren der Steinfurter Hohen Schule [Steinfurter Schriften, 21], Steinfurt 1991. Jöcher-Adelung, Allgemeines Gelehrten-Lexikon: Fortsetzung und Ergänzungen zu Christian Gottlieb Jöchers allgemeinem Gelehrten-Lexikon worin die Schriftsteller aller Stände nach ihren vornehmsten Lebensumständen und Schriften beschrieben werden. Angefangen von Johann Christoph Adelung und vom Buchstaben K fortgesetzt von Heinrich Wilhelm Rotermund, 7 dln. Leipzig etc. 1784-1897 [Reprint Hildesheim 1961]. Knuttel: W.P.C. Knuttel, Catalogus van de pamfletten-verzameling berustende in de Koninklijke Bibliotheek, 9 dln., ’s Gravenhage 1889-1920 [Reprint Utrecht 1978]. Meulen-Diermanse (Ter - ): J. Ter Meulen en P.J.J. Diermanse, Biographie des écrits imprimés de Hugo Grotius, La Haye 1950 [Reprint Zutphen 1995]. Meusel, Lexikon: J.G. Meusel, Lexikon der vom Jahr 1750 bis 1800 verstorbenen teutschen Schriftsteller, Leipzig 1802-1816 [Reprint Hildesheim 1967]. NNBW: Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, 10 dln., Leiden 1911-1937 [Reprint Leiden1964; Amsterdam 1974]. Othmer, Berlin und die Verbreitung des Naturrechts: S.C. Othmer, Berlin und die Verbreitung des Naturrechts in Europa: kultur- und sozialgeschichtliche Studien zu Jean Barbeyracs Pufendorf-Uebersetzungen und eine Analyse seiner Leserschaft [Veröffentlichungen der Historischen Kommission zu Berlin beim Friedrich Meinecke-Institut der Freien Universität Berlin, 30], Berlin 1970. Hierin is ook een bibliografie met betrekking tot de uitgaven van S. Pufendorf, De jure naturae et gentium en zijn De officio hominis opgenomen, p. 200 – 206. Slee (Van - ), De illustre School te Deventer: J.C. van Slee, De illustre School te Deventer, 1630-1878: hare geschiedenis, hoogleeraren en studenten, met bijvoeging van het Album Studiosorum, ’s Gravenhage 1916. Steinf. Bibliogr.: R. Feenstra, Bibliografie der Veröffentlichungen von Alexander Arnold Pagenstecher und Johann Friedrich Wilhelm Pagenstecher, in: Symposion 400 Jahre Hohe Schule Steinfurt, H. Holzhauer en R. Toellner (ed.) [Steinfurter Schriften, 17], Steinfurt 1991, 74-113.
LIJST VAN BIBLIOTHEKEN De in de voorafgaande delen van deze serie opgenomen lijst van bibliotheken is in de loop van de totstandkoming van de serie steeds uitgebreid en zo nodig gewijzigd. Dit is ook bij het vierde deel het geval. De uitbreiding is voor een groot deel te danken aan de toegenomen toegankelijkheid van catalogi van bibliotheken via het Internet en de met grote voortvarendheid ter hand genomen openlegging van de bestanden. Deze is, wat de beschrijving van oude boeken betreft, helaas soms gepaard gegaan met overhaasting, zodat de beschrijvingen niet altijd nauwkeurig zijn of het transport naar het internet te wensen overlaat. Hierdoor zijn en worden af en toe eigenaardige fouten gemaakt, die de onderzoeker gemakkelijk op het verkeerde been kunnen zetten. Het is buitengewoon jammer dat de onderzoeker bij de beschrijving per bibliotheek en per bibliotheek-consortium uiteenlopende gegevens aantreft; wanneer bijvoorbeeld het aantal pagina’s of het formaat niet wordt vermeld, zal bij publicaties met gelijke titels en ongelijke jaren van uitgave ter plaatse vaker nader onderzoek moeten worden gedaan. Na de oprichting van nieuwe universiteiten zijn naar hun bibliotheken dikwijls omvangrijke boekenbestanden van steden en (oude) kerkelijke instellingen overgebracht, die voordien waarschijnlijk slecht toegankelijk waren. Daarnaast worden van tijd tot tijd grote bestanden uit familiebezit door bibliotheken verworven; zo heb ik boeken uit de Fürstlich Ysenburgische und Büdingensche Bibliothek in de Johannes a Lasco-Bibliothek (voorheen Bibliothek der grossen Kirche) te Emden kunnen raadplegen. De werken van Jean Barbeyrac, die in deze bibliografie worden vermeld, zijn wereldwijd verspreid geraakt; voor de werken van de overige hoogleraren te Groningen en Harderwijk geldt dat veel minder. Op een enkele uitzondering na zijn bij de vermelde boeken geen bibliotheken in andere werelddelen dan Europa opgenomen. Onderstaande lijst van afkortingen is omvangrijker dan die in de voorgaande delen van de serie, omdat zij mede een aantal nog niet eerder ‘ontdekte’ bibliotheken van universiteiten en andere instellingen bevat. De afkortingen voor deze ‘nieuwe’ bibliotheken zijn in lijn met de afkortingen voor de reeds in deze andere delen genoemde bibliotheken opgesteld. Aanwijzing voor de gebruiker: In enkele gevallen zijn aanduidingen van bibliotheken tussen rechte haken gezet. Dit heeft te maken met bijzondere omstandigheden: de publicaties zijn niet meer voorhanden, zoals bij: [SB Berlin]: Kriegsverlust c.q. kriegsbedingt verlagert; [HAAB] (Weimar): boek verloren gegaan bij de brand in 2004; [BNün]: moeilijk toegankelijke particuliere bibliotheek in Münsterland, of [UB Duisburg]: boek niet in origineel raadpleegbaar.
ABDev
Atheneumbibliotheek Deventer
ALEd
Advocates Library Edinburgh
XXII
Lijst van bibliotheken
Arn
Bibliothek des Gymnasium Arnoldinum Burgsteinfurt
ASC
All Souls College Oxford
BArn
Openbare Bibliotheek Arnhem
BASTor
Biblioteca dell’Accademia delle Scienze Torino
BCC
Bibliothèque de la Cour de Cassation Paris
BCI
Biblioteca centrale della Facoltà di ingegneria del Politecnico di Milano
BCP
Bibliothèque Cujas Paris
BFSH
Bibliothek der Franckeschen Stiftungen Halle an der Saale
BGen
Bibliothèque de Genève
BHL
Bibliothek der Hansestadt Lübeck
BKEm
Bibliothek der grossen Kirche Emden
BKrSt
Biblioteket Krigsarkivet Stockholm
BL
British Library London
BN
Bibliothèque Nationale Paris
BNBari
Biblioteca Nazionale Sagarriga Visconti-Volpi Bari
BNBrai
Biblioteca Nazionale Braidense Milano
BNCR
Biblioteca Nazionale Centrale Vittorio Emanuele II Roma
BNF
Biblioteca Nazionale Centrale Firenze
BNMarc
Biblioteca Nazionale Marciana Venezia
BNN
Biblioteca Nazionale Vittorio Emanuele III Napoli
BNün
Von und zur Mühlen’sche Bibliothek Nünning Senden-Bösensell
Bodl
Bodleian Library Oxford
BOrKev
Bibliothek Oratorium Kevelaeriense Kevelaer
BPCam
Biblioteca provinciale Pasquale Albino Campobasso
BRDom
Biblioteca Regionale dei Domenicani Palermo
BRGH
Bibliotheek Remonstrantse Gemeente Den Haag
BRTor
Biblioteca Reale di Torino
BSB
Bayerische Staatsbibliothek München
BSNap
Biblioteca della Società napoletana di storia patria
BSorm
Biblioteca Comunale Centrale (Sormani) Milano
BStLB
Bibliothèque St Louis Bruxelles
BUAngers Bibliothèque universitaire Angers BUBol
Biblioteca degli studi di Bologna
BUCaen
Bibliothèque universitaire Caen
Lijst van bibliotheken
BUCSC
Biblioteca Università Cattolica del Sacro Cuore Milano
BUGen
Bibliothèque universitaire Genève
BULau
Bibliothèque universitaire Lausanne
BULiège
Bibliothèque universitaire Liège
BUMace
Biblioteca degli studi di Macerata
BUMil
Biblioteca degli studi di Milano
BUMod
Biblioteca Estense-universitaria Modena
BUNap
Biblioteca universitaria Napoli
BUPad
Biblioteca universitaria Padova
BURenn
Bibliothèque universitaire Rennes
BURoma
Biblioteca Università degli studi di Roma ‘La Sapienza’
BUS
Bibliothèque universitaire Strasbourg
BUTor
Biblioteca Nazionale universitaria Torino
BUU
Biblioteca universitaria Urbino
BVat
Biblioteca Apostolica Vaticana Roma
BvgLeip
Bundesverwaltungsgericht Leipzig
CCO
Christ Church Oxford
CPD
Supreme Court Cape Provincial Division Library Cape Town
CUL
Cambridge University Library
DNB
Deutsche Nationalbibliothek Leipzig
EBHC
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Antwerpen
EmUG
Emory University Georgia Atlanta
EvPrW
Bibliothek Evangelisches Predigerseminar Wittenberg
EvStTüb
Evangelisches Stift Tübingen
ExCL
Exeter College Library Oxford
FBB
Fürstlich Bentheimsche Bibliothek Burgsteinfurt
FBGotha
Forschungsbibliothek Gotha
FUBerl
Freie Universität Berlin
GADH
Gemeentearchief Den Haag
GBR
Gemeentebibliotheek Rotterdam
GUL
Glasgow University Library
HAAB
Herzogin Anna Amalia Bibliothek Weimar
HABW
Herzog August Bibliothek Wolfenbüttel
Harv
Harvard University Cambridge Mass.
XXIII
XXIV
Lijst van bibliotheken
HLBD
Hessische Landesbibliothek Darmstadt
HLBW
Hessische Landesbibliothek Wiesbaden
HR
Bibliotheek Hoge Raad der Nederlanden Den Haag
IMV
Institut et Musée Voltaire Genève
INPK
Institut für neuere Privatrechtsgeschichte Köln
KB
Koninklijke Bibliotheek Den Haag
KBBr
Koninklijke Bibliotheek Brussel
KBK
Kongelige Bibliotek København
KBSt
Kungl. Biblioteket Stockholm
LBAu
Landschaftsbibliothek Aurich
LBCob
Landesbibliothek Coburg
LBMV
Landesbibliothek Mecklenburg-Vorpommern Schwerin
LBOld
Landesbibliothek Oldenburg
LC
Library of Congress Washington D.C.
LLBD
Lippische Landesbibliothek Detmold
MBHal
Marienbibliothek Halle an der Saale
MMW
Museum Meermanno-Westreenianum Den Haag
MPI
Max Planck Institut für europäische Rechtsgeschichte Frankfurt am Main
MPIH
Max Planck Institut für ausländisches öffentliches Recht Heidelberg
NBBern
Schweizerische Nationalbibliothek Bern
NBBu
Nationale Bibliotheek van Hongarije Budapest
NBOslo
Nasjonalbiblioteket Oslo
NLH
Niedersächsische Landesbibliothek Hannover
NLIr
National Library of Ireland Dublin
NLS
National Library of Scotland Edinburgh
NYPL
New York Public Library
OBWG
Oberlausitzische Bibliothek der Wissenschaften Görlitz
ÖNB
Oesterreichische Nationalbibliothek Wien
PBL
Provinciale Bibliotheek van Friesland Leeuwarden (Tresoar)
PGLDur
Palace Green Library Durham
PUL
Pennsylvania State University Philadelphia
QCL
Queen’s College Library Oxford
SBAach
Stadtbibliothek Aachen
SBAns
Staatliche Bibliothek Ansbach
Lijst van bibliotheken
SBBam
Staatsbibliothek Bamberg
SBBerl
Staatsbibliothek Berlin
SBBrau
Stadtbibliothek Braunsweig
SBKrem
Stiftsbibliothek Kremsmünster
SBL
Stedelijke Bibliotheek Leeuwarden
SBMai
Stadtbibliothek Mainz
SBOff
Stadtbücherei Offenburg
SBReg
Staatliche Bibliothek Regensburg
SBSoe
Stadtarchiv und wissenschaftliche Bibliothek Soest
SBTr
Stadtbibliothek Trier
SBX
Stiftsbibliothek St.Viktor Xanten
SLBD
Sächsische Landes-, Staats- und Universitätsbibliothek Dresden
Sorb
Université Paris-Sorbonne
SSBAug
Staats- und Stadtbibliothek Augsburg
TCD
Trinity College Dublin
ThUKam
Theologische Universiteit Kampen
UBA
Universiteitsbibliotheek Amsterdam
UBAntw
Universiteitsbibliotheek Antwerpen
UBÅr
Universitets bibliotheket Århus
UBAug
Universitätsbibliothek Augsburg
UBBas
Universitätsbibliothek Basel
UBBay
Universitätsbibliothek Bayreuth
UBBern
Universitätsbibliothek Bern
UBBiel
Universitätsbibliothek Bielefeld
UBBonn
Universitätsbibliothek Bonn
UBBrem
Universitätsbibliothek Bremen
UBDui
Universitätsbibliothek Duisburg
UBDüss
Universitätsbibliothek Düsseldorf
UBErf
Universitätsbibliothek Erfurt
UBErl
Universitätsbibliothek Erlangen
UBFrei
Universitätsbibliothek Freiburg im Breisgau
UBFrf
Universitätsbibliothek Frankfurt am Main
UBG
Universiteitsbibliotheek Groningen
UBGent
Universiteitsbibliotheek Gent
XXV
XXVI
Lijst van bibliotheken
UBGies
Universitätsbibliothek Giessen
UBGött
Universitätsbibliothek Göttingen
UBGrei
Universitätsbibliothek Greifswald
UBHal
Universitätsbibliothek Halle an der Saale
UBHam
Universitätsbibliothek Hamburg
UBHei
Universitätsbibliothek Heidelberg
UBJena
Universitätsbibliothek Jena
UBKas
Universitätsbibliothek Kassel
UBKiel
Universitätsbibliothek Kiel
UBKöln
Universitätsbibliothek Köln
UBL
Universiteitsbibliotheek Leiden
UBLeip
Universitätsbibliothek Leipzig
UBLund
Universitetsbibliotek Lund
UBM
Universiteitsbibliotheek Maastricht
UBMai
Universitätsbibliothek Mainz
UBMann
Universitätsbibliothek Mannheim
UBMar
Universitätsbibliothek Marburg
UBMünch Universitätsbibliothek München UBMüns
Universitätsbibliothek Münster
UBN
Universiteitsbibliotheek Nijmegen
UBOs
Universitätsbibliothek Osnabrück
UBR
Universiteitsbibliotheek Rotterdam
UBReg
Universitätsbibliothek Regensburg
UBRos
Universitätsbibliothek Rostock
UBSal
Universitätsbibliothek Salzburg
UBStel
Universiteitsbiblioteek Stellenbosch
UBT
Universiteitsbibliotheek Tilburg
UBTr
Universitätsbibliothek Trier
UBTüb
Universitätsbibliothek Tübingen
UBU
Universiteitsbibliotheek Utrecht
UBVU
Bibliotheek Vrije Universiteit Amsterdam
UBWürz
Universitätsbibliothek Würzburg
UBZür
Universitätsbibliothek Zürich
UCP
Universidade Católica Portuguesa Lissabon
Lijst van bibliotheken
ULAb
University Library Aberdeen
ULEd
University Library Edinburgh
ULLeeds
University Library Leeds
ULLiv
University Library Liverpool
ULManch University Library Manchester ULNott
University Library Nottingham
ULon
University of London Research Libraries
ULStAn
University Library St Andrews
VP
Bibliotheek Vredespaleis Den Haag
WLBS
Württembergische Landesbibliothek Stuttgart
YMLib
York Minster Library
ZBM
Zeeuwse Bibliotheek Middelburg (was PBMi)
ZBZür
Zentralbibliothek Zürich
XXVII
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN a.d.
ad diem (op de dag)
add.
additamenta (toevoegsels)
bd(n.)
band(en)
C.
Codex [Justinianus]
D.
Digesten
ded.
dedicatie
disp(p).
disputatie(s)
diss.
dissertatie(s)
dl(n).
deel (delen)
dn(n).
dominus, domini (heer, heren)
doorl.
doorlopend
ed(d).
editie(s)
err.
errata
ex(x).
exemplaar (exemplaren)
ff.
Digesten
fr.t.p.
franse titelpagina
front.
frontispice
gepag.
gepagineerd
I(nst.)
Instituten
i.p.v.
in plaats van
inh.
inhoudsopgave
kol.
kolom
lijkd(d).
lijkdicht(en)
lofd(d).
lofdicht(en)
nr(s).
nummer(s)
ongedat.
ongedateerd
ongepag.
ongepagineerd
p(p).
pagina(’s)
port.
portret
praes.
Praeses (voorzitter)
pref.
prefatie (voorwoord)
Lijst van gebruikte afkortingen
priv.
XXIX
(aan de drukker gegeven) privilege (geheel of gedeeltelijk afgedrukt)
priv. in tit. het bestaan van een drukkersprivilege blijkt alleen uit de vermelding op de t.p. reg(g).
register(s)
resp.
respondent
tom.
tomus/tome (deel)
t.p(p).
titelpagina(’s)
tit.
titel
vgl.
vergelijk
z.j.
zonder jaar
z.pl.
zonder plaats
NIEUWSTE AANVULLINGEN OP DE BIBLIOGRAFIE VAN HOOGLERAREN IN DE RECHTEN AAN DE LEIDSE UNIVERSITEIT TOT 1811 De hieronder volgende aanvullingen betreffen niet alleen Ahsmann–Feenstra, BGNR Leiden (1984), maar ook de aanvullingen daarop in Ahsmann, BGNR Utrecht (1993), p. 33–52, en de nieuwe aanvullingen in Feenstra, BGNR Franeker (2003), p. XXIVXXIX. Zij zijn opgesteld door Prof. Mr. R. Feenstra, die daarbij dezelfde werkwijze heeft gevolgd als bij de hierboven vermelde aanvullingen.
EVERARD BRONCHORST 103
In het opschrift i.p.v. ‘met twee redes en annotaties van’ [Regnerus ab Oosterga] te lezen: ‘met twee redes en met annotaties van’. Als noot toe te voegen: Zie BGNR Utrecht nr. 311.
GEORGIUS CONRADUS CRUSIUS Bio
Voor verdere gegevens over Crusius zie M.L. Hewett, Ulric Huber (16361694), De ratione juris docendi et discendi diatribe (zie hieronder, p. XXXV), p. 109-112 (en passim).
GERARD NOODT 431 A Dit nummer toe te voegen onder de nieuwe kop ‘De foenore, Engelse vertaling door D.M. Kriel et al.’. The three books on interest-bearing loans and interest (Foenus et usurae) by Gerard Noodt. [Translation of De foenore et usuris , third edition, in Opera omnia, vol. I, Leiden 1724, p. 175-264, by D.M. Kriel et al.]. Pretoria University Law Press [Pretoria] 2009. 4o: P. X, 285, I; IV, p. 175-264 [reprint van ed. 1724]. – Preamble, Table of contents, [Text of the translation], Translator’s note, Bibliographical abbreviations; reprints van de titelpagina van Opera omnia, Leiden 1724, dl. I, en van de Franse titelpagina van De foenore, reprints van p. 175-264 die de tekst bevatten.
Nieuwste aanvullingen Leiden
XXXI
JOHAN CONRAD RÜCKER 529
Ook ex. in UBL.
552
In het jaar 1744, waarin Rücker zijn colleges ‘De notitia librorum et interpretum iuris civilis’ hield, gaf hij een nieuwe druk uit van de Instituteneditie van Joannes van de Water (1688-1761), met een voorwoord van zijn hand.
ALBERTUS RUSIUS Bio
Uit de periode van zijn professoraat in Amsterdam is te vermelden een door hem als praeses geschreven disputatie, verschenen op naam van de respondent Lubertus Hummelingius, Disputatio juridica De tutelis, super praecipuis ex tutelarum tractatu quaestionibus, Amsterdam 1655 (ex. in UBA); zie D. van Miert, Illuster onderwijs, Het Amsterdams Athenaeum in de Gouden Eeuw, 1632-1704, Amsterdam 2005, p. 241 (en noot 23) en p. 385. Voor verdere gegevens over Rusius zie M.L. Hewett, Ulric Huber (16361694), De ratione juris docendi et discendi diatribe (zie hieronder, p. XXXV). p. 116-120 (en passim).
ANTON SCHULTING Bio
In de noot toe te voegen een verwijzing naar de hieronder bij nummers 628– 629 vermelde inleiding van G.C.J.J. van den Bergh bij de in 2004 verschenen reprint van de editie van Schulting’s Notae op de Digesten.
614 B Dit nummer toe te voegen onder de nieuwe kop ‘Jurisprudentia vetus antejustinianea, gedeeltelijke heruitgave van het onderdeel betreffende de Instituten van Gaius’ (614 A is reeds toegevoegd in BGNR Franeker, p. XXVI-XXVII). Het betreft een uitgave waarvan de t.p. wel de naam van Schulting en die van G. Meerman vermeldt maar niet die van de nieuwe uitgever van de tekst, Christianus Gottlieb Haubold (1766–1824); deze komt alleen in een toevoeging aan de handschriftelijke dedicatie van het exemplaar in UBHal voor. Zie voor deze uitgave Christina Vano, ‘Il nostro autentico Gaio’, Napoli 2000, p. 66 en p. 98 e.v. (Duitse bewerking onder de titel Der Gaius der Historischen Rechtsschule, Frankfurt am Main 2008; aldaar p. 53 e.v. en p. 81 e.v.). Caii Institutionum sive potius epitomes Institutionum libri II, adiectis genuinis Caii fragmentis undique collectis, ex recensione Ant. Schultingii, cum animadversionibus criticis Ger. Meermanni, in usum praelectionis academicae seorsim editi. Lipsiae, apud Io. Ambros. Barthium, 1792. 8o : p.68 UBHal
XXXII
628 629
Nieuwste aanvullingen Leiden
Van dit werk is in 2004 een reprint verschenen bij Vico Verlag in Frankfurt am Main in een serie ‘Ius commune, Rechtstradition der europäischen Länder’ als ‘Historia et interpretatio fontium iuris, 2’. Deze reprint omvat acht banden (tom. VII, pars 2, van de oorspronkelijke uitgave is hier Band VIII). In Band I is, op p. V-XIX, toegevoegd een inleiding van G.C.J.J. van den Bergh, onder de titel ‘Anthonis Schulting et Nicolaas Smallenburg Notae ad Digesta, Introduction’. De tekst en de noten van deze inleiding zijn in het Duits, met toevoeging van een Engelse vertaling die alleen de tekst (en niet de noten) betreft. Van den Bergh beklemtoont dat Smallenburg als co-auteur van het werk moet worden beschouwd.
NICOLAAS SMALLENBURG Bio
In de noot toe te voegen een verwijzing naar de hierboven bij Anton Schulting onder de nummers 628-629 vermelde inleiding van G.C.J.J. van den Bergh bij de in 2004 verschenen reprint van de editie van Schulting’s Notae op de Digesten. Van den Bergh beklemtoont dat Smallenburg als coauteur van het werk van Schulting moet worden beschouwd. Op p. XV in noot 26 wordt overigens naar handschriftelijke notities van Smallenburg (aanwezig in MS UB Leiden BPL 1390 (en 1389 I-II)) verwezen.
ARNOLD VINNIUS 925
Het impressum ‘Amstelodami, expensis Stephani Abbatis, 1717’ is gefantaseerd; in feite gaat het om een editie uit Napels, zie R. Savelli, Censori e giuristi, Storie di libri, di idee e di costumi (secoli XVI-XVII), [Per la storia del pensiero giuridico moderno, 94], Milano 2011, p. 302 n. 389.
936
Het impressum ‘Amstelodami, expensis Stephani Abbatis, 1717’ is gefantaseerd, zie Savelli, geciteerd bij nr. 925.
939
Het impressum ‘Coloniae Agrippinae, sumptibus Stephani abbatis, 1716’ is gefantaseerd, zie Savelli, geciteerd bij nr. 925.
NIEUWE AANVULLINGEN OP DE BIBLIOGRAFIE VAN HOOGLERAREN IN DE RECHTEN AAN DE UTRECHTSE UNIVERSITEIT TOT 1811
Na de aanvullingen die reeds verschenen zijn in Feenstra, BGNR Franeker (2002), p. XXX-XXXIV, bleken naast één nieuwe aanvulling en één nieuwe correctie op de oorspronkelijke tekst van Ahsmann, BGNR Utrecht (1993), vooral aanvullingen en correcties op de Aanvullingen van 2002 noodzakelijk te zijn.
ANTONIUS MATTHAEUS [II] 119A
Dit nr. toe te voegen onder de nieuwe kop ‘De jurisdictione et imperio’ en daaronder als noot: Deze inaugurele disputatie is mij gesignaleerd door mevr. Dr. B.S. Hempenius-van Dijk, die het – enig bekende – exemplaar in de Universiteitsbibliotheek Groningen heeft gevonden. De disputatie is op 1 en 2 mei 1628 te Groningen gehouden ‘pro consequendis I.U. honoribus’. Disputatio iuridica de iurisdictione et imperio. Groningae, ex officina Joannis Sas, 1628. 4o: 16 pp. (ongepag.). – Ded. aan God, tekst, corollaria, lofdd. – STCN
JACOBUS VOORDA Bio
Naast de reeds in Feenstra, BGNR Franeker, p. XXXI, vermelde toevoegingen dient thans vooral verwezen te worden naar de Prolegomena van Margaret Hewett in haar hieronder als nr. 429 C vermelde uitgave van Voorda’s Dictata ad ius hodiernum (2005).
417
In de noot boven dit nummer dienen de verwijzingen naar ‘volgend nr.’ gewijzigd te worden in verwijzingen naar ‘nr. 448 hieronder’.
425
Voor deze edities en de hieraan in Feenstra, BGNR Franeker, p. XXXII, toegevoegde editie nr. 424 A (van1744), zie thans ook Hewett, Prolegomena (vgl. hierboven onder ‘Bio’), p. XXI-XXII.
426 429 A 429 B
Deze nummers zijn in 2002 onder de nieuwe kop ‘Dictata ad ius hodiernum, Gedeeltelijke uitgave door P. van Warmelo’ door Feenstra, BGNR Franeker, p. XXXII, toegevoegd en van commentaar voorzien met vermelding van de toen reeds in bewerking zijnde volledige uitgave door Margaret Hewett, die hieronder als nr. 429 C volgt. Het spreekt vanzelf dat thans in die editie ook enige opmerkingen over de nrs. 429 A en B voorkomen, zie p. VII (‘Preface’) en p. XXVIII (in de ‘Prolegomena’).
XXXIV
429 C
Nieuwe aanvullingen Utrecht
Dit nr. toe te voegen onder de nieuwe kop ‘Dictata ad ius hodiernum, Uitgave en vertaling door Margaret Hewett’. Dictata ad ius hodiernum, Lectures on the contemporary law (Ms. Leeuwarden P.B.F., Hof 33) given by Jacobus Voorda (1698–1768) at the University of Utrecht, Transcribed, edited and translated into English by Margaret Hewett. Volume I [Volume II]. [= Geschiedenis der Nederlandse rechtswetenschap VIII]. [Amsterdam, ] Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences, 2005. 4o: P. LXII, 835, VII, p. 836-1510. – Preface, Contents of volumes I and II, Prolegomena, Bibliography of sources used for the Prolegomena, Published works by Jacobus Voorda, List of plates, Bibliographical note, Local Stadtrechten etc. cited by Voorda, Text of the lectures [Latin and English], Indices.
JOHANNES HENRICUS VOORDA Bio
Naast de reeds in Feenstra, BGNR Franeker, p. XXXII, vermelde toevoegingen dient nog verwezen te worden naar A. Krikke, De Franeker juridische faculteit vanaf het ontstaan der Bataafse Republiek tot aan haar opheffing in 1811, in: Universiteit te Franeker 1585-1811, Bijdragen tot de geschiedenis van de Friese hogeschool, onder redactie van G.Th. Jensma, F.R.H. Smit [en] F. Westra [= Fryske Akademy, nr. 648], Leeuwarden 1985, p. 335-347.
AANVULLINGEN OP DE BIBLIOGRAFIE VAN HOOGLERAREN IN DE RECHTEN AAN DE FRANEKER UNIVERSITEIT TOT 1811
De hieronder volgende aanvullingen betreffen Feenstra, BGNR Franeker (2002). Zij zijn opgesteld door Prof. Mr. R. Feenstra, die daarbij dezelfde werkwijze heeft gevolgd als bij de eerder verschenen aanvullingen op BGNR Leiden en BGNR Utrecht (zie hierboven, p. XXX en p. XXXII). Wat de ‘Inleiding’ van BGNR Franeker betreft moge hier, naast een aan te brengen correctie in een voetnoot betreffende de niet verder behandelde Sylvester Jacobus Danckelman22, vooral gewezen worden op nieuwe informatie over de – eveneens niet in de bibliografie opgenomen – bekende Duitse jurist Johann Gotlieb Heineccius (1681-1741), die van 1723 tot 1727 hoogleraar in Franeker was23: daarvoor raadplege men thans R. Feenstra, Heineccius in den alten Niederlanden, Ein biblio-graphischer Beitrag, in Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 72 (2004), p. 297-326.
GEORGIUS JOHANNES MICHAEL D’ARNAUD 16
In de beschrijving toe te voegen: – Aud. M/1734.4.
LAURENTIUS BANCK 39 A
Dit nr. toe te voegen onder de nieuwe kop ‘Toespraak bij het huwelijk van Johannes Georgius Horstius’. Deze publicatie is mij gesignaleerd door Prof. Dr. Ferenc Postma bij brief van 10 juni 2003, met de mededeling dat zij zal worden vermeld in een supplement op Auditorium Academiae Franekerensis als M/1652.8 Allocutio nuptialis Johanni Georgio Horstio … Franekerae, Idzardus Alberti, 1652.
22
In noot 2 op p. XII, eerste regel, in plaats van ‘kol.169-170’ te lezen: ‘kol. 365-366’ Zie p. XIII, met de noten 4 en 5. De in deze noten gegeven verwijzingen worden door het hierna geciteerde artikel grotendeels overbodig. Wel moge nog gesignaleerd worden dat niet alleen naar BNGR Franeker nr. 95 (Cannegieter) verwezen had moeten worden maar ook naar nr. 473, waar een voorwoord van Heineccius bij een uitgave van J.J. Wissenbach’s Emblemata Triboniana uit 1736 vermeld is. 23
XXXVI
Aanvullingen Franeker
HECTOR BOURICIUS 44
In de beschrijving toe te voegen: – Aud. 35/1620.1
PAULUS BUIS (BUSIUS) 67 A
Dit nr. toe te voegen op p. 23 – in de linker marge ter hoogte van de vierde regel van de noot – met verwijzing naar het in de noot bij nr. 68 vermelde addendum op p. 193 van BGNR Franeker.
HERMAN CANNEGIETER 94 A
Dit nr. toe te voegen onder de nieuwe kop ‘Uitgave van J.G. Heineccius, Recitationes in Elementa iuris civilis secundum ordinem Institutionum’, en daaronder als noot: Deze uitgave van 1773 vermeldt de naam van Cannegieter niet, maar er zijn sterke aanwijzingen dat hij de ‘secundus auctor’ is die een anonieme praefatio in deze editie heeft gepubliceerd; zie daarvoor R. Feenstra, Heineccius in den alten Niederlanden, Ein bibliographischer Beitrag, in Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 72 (2004), p. 297-326, op p. 317 (vgl. ook p. 319 over het gebruik van de toevoegingen van Cannegieter uit 1773 in een Gentse editie van de Recitationes uit 1818). Recitationes in Elementa iuris civilis secundum ordinem Institutionum, accedit Jo. Christ. Gottl. Heineccii … Commentarius de vita, fatis ac scriptis beati Parentis auctior, emendatior, Editio altera, priore longe adcuratior. Leovardiae et Franequerae, apud H.A. de Chalmot et D. Romar, 1773. 8o: twee stukken: XII, 80; 625, III pp.; Colophon: ‘Leovardiae, ex typographia H.A. de Chalmot’.
95
In de noot toe te voegen: Vgl. over deze ed. thans ook het bij nr. 94 A geciteerde artikel van R. Feenstra, Heineccius in den alten Niederlanden, p. 315–316, waar een verklaring gezocht wordt voor de aanduiding van deze uitgave als editio quinta (die vreemd is omdat in 1745 in Utrecht al een editio sexta verschenen was).
ULRIK HUBER 143
Zie hieronder bij nr. 208.
144
Zie hieronder bij nr. 208.
208
In de noot toe te voegen: M.L. Hewett, Ulrik Huber (1636-1694), De ratione juris docendi et discendi diatribe per modum dialogi, nonnullis aucta παραλιπομενοις, with a translation and commentary, Academisch proefschrift … Universiteit van Amsterdam … 22 april 2010 …. [Rechtshistorische Reeks
Aanvullingen Franeker
XXXVII
van het Gerard Noodt Instituut, 52], Nijmegen 2010. Deze studie over Huber’s geschrift bevat en regard van de vertaling ook de Latijnse tekst in de vorm van een reprint van de editie van 1688 als aanhangsel van Huber’s Digressiones Justineaneae van dat jaar, beschreven in BGNR Franeker nr. 143. De drukgeschiedenis van deze editie wordt uitvoerig besproken; daarnaast wordt ingegaan op de verschillen met de oorspronkelijke editie uit 1684 (BGNR Franeker, nr. 208) en met de latere edities uit 1696 (BGNR Franeker, nr. 144) en 1724 (BGNR Franeker, nr. 285). 214
Van deze editie bestaat ook een titeluitgave met het impressum t’Amsterdam, by Evert Visscher, 1726. Daarop is de aandacht gevestigd door Mevr. Mr. B.S. Hempenius-van Dijk in haar recensie van BGNR Franeker in Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2005, p. 36-38, op p. 37; zij is in het bezit van een exemplaar van deze uitgave.
262
Aan de beschrijving toe te voegen twee correcties die het gevolg zijn van het feit dat in 2007 een exemplaar van deze editie is aangekocht door UBL: in regel 2 i.p.v. ‘740 pp.’ te lezen ‘740, II pp.; in regel 9 na ‘Index legum’ toe te voegen ‘reg.’ (zoals in de ed. Lovanii 1766, BGNR Franeker, nr. 261).
285
Zie hierboven bij nr. 208.
ZACHARIAS HUBER 310
In regel 2 van de titel i.p.v. ‘de mortua inferendo’ te lezen ‘de mortuo inferendo’.
315
In de titel i.p.v. ‘juris civilis in Frisia’ te lezen ‘juris civilis Romani in Frisia’.
316
In de titel i.p.v. ‘de jure civitate’ te lezen ‘de jure civitatis’.
323
In het impressum i.p.v. ‘Henricum Halma’ te lezen ‘Henricus Halma’. In de beschrijving i.p.v. ‘UBMün’ te lezen ‘MPI’.
MARCUS LYCKLAMA A NYEHOLT Bio
In de eerste regel i.p.v. ‘omstreeks 1575’ te lezen ‘1573’; in de laatste regel na ‘1619-1622’ toe te voegen: ‘lid van de Raad van State 1616-1619 en 16221624’. (Inlichtingen verstrekt door Drs. M.H.H. Engels).
JOHAN VAN DEN SANDE 393
In de noot toe te voegen bij regel 6 e.v.: ‘Van deze derde druk bestaan herdrukken Bruxellis, typis Petri de Dobbeleer, 1687, en Coloniae Agrippinae, sumptibus Henrici Rommerskirchen et Christiani Simonis, 1731, zie Hempenius-van Dijk, BGNR Groningen en Harderwijk, nrs. 251 en 252; bij regel 10 e.v.: de brief van Johan van den Sande aan L. Goris komt met een
XXXVIII
Aanvullingen Franeker
andere datering, nl. 15-5-1638, reeds voor in Goris’ Commentatio ad tres et viginti priores titulos reformatae consuetudinis Velavie, editie 1645 (heruitgegeven in 1664), beschreven door Hempenius-van Dijk, op. cit., nrs. 255, 256 en 257. 399
In de noot toe te voegen: Voor de edities van de Decisiones zie nog W.A. Verbeek, De Voorda Collectie, Catalogus van de door Johannes Henricus Voorda aan het Hof van Friesland gelegateerde handschriften en gedrukte werken, Groningen 1983, p. 17.
400
In de beschrijving, regel 2, na ‘komen te vervallen’ toe te voegen: ‘en vervangen door ‘Editio secunda’ ’.
ELIAS WIGERI 457 A Aan de titel toe te voegen: Rectificaties van het artikel van Th. Veen zijn verschenen in Pro Memorie, 5 (2008), p. 223.
JOHANNES JACOBUS WISSENBACH 473
In de beschrijving toevoegen dat het werk van Wybo p. 201-424 in beslag neemt.
476
In de noot, regel 4, tussen ‘deze ed., ’ en ‘nrs. 495 en 496’ in te voegen ‘zie hieronder’.
519
In de noot, tweede alinea, toe te voegen: De disputatie De jure emphyteutico is teruggevonden; zij zal als Aud. G/1663.4 in een aanvulling op het Auditorium worden opgenomen. Zij blijkt echter een pro gradu disputatie te zijn, zodat de veronderstelde band met de Commentationes op de boeken 5 en 6 van de Codex niet mogelijk is (brief van Prof. Dr. Ferenc Postma aan R. Feenstra d.d. 10 februari 2004).
OVERZICHT VAN DE BEHANDELDE WERKEN VAN DE HOOGLERAREN IN DE RECHTEN TE GRONINGEN EN HARDERWIJK Er wordt verwezen naar de bladzijden in de Bibliografie.
Arntzenius, Johan Otto [H] Theses juridicae inaugurales ................................................................................ 3 Oratio de meritis Gelrorum in jurisprudentiam .................................................... 3 Balck, Everhardus [H] Oefendisputatie over Inst. 4.9 en volgende titels .................................................. 4 Disputatie: De obligationibus ex contractu .......................................................... 5 Disputatie: De tutelis et curatelis ......................................................................... 5 Ad intellectum l. quisquis (C. 9.8.5) .................................................................... 5 Oratio de commodiore perdiscendi juris civilis ratione ........................................ 6 Electorum juris civilis libri duo, met Oratio de commodiore perdiscendi juris civilis ratione ....................................................................................... 6 Barbeyrac, Jean [G] Vertaling in het Frans van S. Pufendorf, De jure naturae et gentium, met voorwoord en annotaties van B. ................................................................... 8 ------------- met B.’s nader uitgewerkte voorwoord en annotaties, alsmede zijn Oratio de dignitate ................................................................................ 9 ------------- met B.’s nader uitgewerkte voorwoord en annotaties en zijn Orationes de dignitate, de studio juris en de magistratu forte peccante ..... 11 S. Pufendorf, De jure naturae, Engelse vertaling, met gebruikmaking van B.’s vertaling en met toevoeging van zijn annotaties ................................. 14 ------------- Engelse vertaling, met gebruikmaking van B.’s vertaling, met toevoeging van zijn nader uitgewerkte voorwoord volgens de editie Amsterdam 1712 en zijn annotaties ............................................. 15 The spirit of the ecclesiasticks ........................................................................... 16
XL
Overzicht van de behandelde werken
S. Pufendorf, De jure naturae et gentium, Duitse vertaling, met de annotaties van J.N. Hertius, B. en anderen ................................................ 17 S. Pufendorf, De jure naturae, heruitgave verzorgd door G. Mascovius, met de commentaren van J.N. Hertius en van B. met een heruitgave van Eris Scandica .................................................................... 18 S. Pufendorf, De jure naturae et gentium, Italiaanse vertaling door G. Almici, mede op basis van die van B. .................................................. 18 Vertaling in het Frans van G. Noodt, De jure summi imperii, en De religione ab imperio libera ................................................................... 19 G. Noodt, De jure summi imperii en De religione met voorwoord en annotaties van B., Engelse vertaling ..................................................... 19 -------------, Nederlandse vertaling, mede naar die in het Frans van B. .............. 19 -------------, Duitse vertaling, mede naar die in het Frans van B. ....................... 20 Vertaling in het Frans van S. Pufendorf, De officio hominis et civis, met B.’s annotaties .................................................................................... 20 ------------- en het oordeel van Leibnitz, inclusief B.’s reactie, alsmede zijn redes ‘Sur la permission’ en ‘Sur le bénéfice des loix’ ....................... 21 ------------- en het oordeel van Leibnitz, verbonden aan de Franse vertaling van J.J. Burlamaqui, Juris naturae elementa ............................... 27 S. Pufendorf, De officio hominis, in het Engels vertaald door A. Tooke, vierde editie, met daarin verwerkt B.’s annotaties ..................................... 27 Heruitgave van Tooke’s vertaling van S. Pufendorf, De officio hominis, inclusief B.’s annotaties, alsmede Leibnitz’ oordeel, inclusief B.’s reactie, en diens redes ‘Sur la permission’ en ‘Sur le bénéfice des loix’, vertaald in het Engels ................................................................................ 28 -------------, vertaald in het Portugees ................................................................. 29 Uitgave van S. Pufendorf, De officio hominis, door S. Masson, met B.’s door hem in het Latijn vertaalde annotaties en Leibnitz’ oordeel, inclusief B.’s reactie .................................................................................. 30 ------------- , aangevuld door C.F. Ayrmann ...................................................... 30 Uitgave van S. Pufendorf, De officio hominis, met de observaties van E. Otto, met daaraan o.a. toegevoegd die van B., alsmede Leibnitz’ oordeel, inclusief B.’s reactie .................................................................... 32
Overzicht van de behandelde werken
XLI
S. Pufendorf, De officio hominis, Deense vertaling op basis van B.’s vertaling met diens annotaties .................................................................... 32 -------------, Italiaanse vertaling, op basis van B.’s vertaling, met commentaar van M. Grandi ....................................................................... 32 Engelse samenvatting van S. Pufendorf, De jure naturae et gentium, met inbegrip van zijn De officio hominis, door J. Spavan, met gebruikmaking van B.’s vertaling en diens annotaties ................................................ 33 Traité du jeu ....................................................................................................... 33 ------------- , met Discours sur la nature du sort .................................................. 34 ------------- , met Discours sur la nature du sort, Duitse vertaling ....................... 34 De dignitate et utilitate juris ............................................................................... 35 Discours sur la nature du sort ............................................................................. 36 -------------, Duitse vertaling ............................................................................... 36 Discours sur l’utilité des lettres .......................................................................... 36 -------------, Duitse vertaling ............................................................................... 37 -------------, Nederlandse vertaling ..................................................................... 37 -------------, Italiaanse vertaling .......................................................................... 37 Discours sur la permission des loix .................................................................... 37 -------------, Nederlandse vertaling ..................................................................... 38 Discours sur le bénéfice des loix ........................................................................ 38 -------------, Nederlandse vertaling ..................................................................... 39 Discours sur la permission des loix, en Discours sur le bénéfice des loix, Italiaanse vertaling ............................................................................. 39 -------------, Engelse vertaling ............................................................................. 39 -------------, Portugese vertaling .......................................................................... 39 De studio juris recte instituendo ......................................................................... 39 -------------, Italiaanse vertaling .......................................................................... 40 Uitgave van H. Grotius, De jure belli ac pacis, met diens annotaties en die van J.F. Gronovius en van B., alsmede Grotius’ De mari libero en De aequitate ................................................................................ 41 -------------, met diens annotaties, die van J.F. Gronovius en die van B., het commentaar van H. en de observaties van S. Coccejus, met Grotius’ De mari libero en De aequitate ............................................. 43
XLII
Overzicht van de behandelde werken
-------------, met de annotaties van J.F. Gronovius en van B., met De mari libero en De aequitate, door M. Tydeman ............................ 44 -------------, met verkorte Engelse vertaling door W. Whewell, met noten van B. en anderen ..................................................................... 45 Vertaling in het Frans van H. Grotius, De jure belli ac pacis ............................. 45 Uitgave nieuwe Franse vertaling van H. Grotius, De jure belli ac pacis, met o.a. de noten van B., door P.L. Pradier-Fodéré ................................... 47 Uitgave van H. Grotius, De jure belli ac pacis, Engelse vertaling, met een Engelse vertaling van o.a. B.’s noten ........................................... 48 Gedeeltelijke uitgave van H. Grotius, De jure belli ac pacis, Engelse vertaling, met o.a. B.’s noten, door A.C. Campbell ..................... 49 Uitgave van H. Grotius, De jure belli ac pacis, Engelse vertaling, met B.’s noten, geïntroduceerd door R. Tuck ............................................ 49 H. Grotius, De jure belli ac pacis, gedeeltelijke Italiaanse vertaling van A. Porpora op basis van de vertaling in het Frans van B., met diens noten .......................................................................................................... 50 De magistratu forte peccante ............................................................................. 50 -------------, Nederlandse vertaling ..................................................................... 52 -------------, Duitse vertaling .............................................................................. 52 Vertaling in het Frans van De magistratu forte peccante ................................... 52 Vertaling in het Frans van C. van Bynkershoek, Liber singularis de foro legatorum ...................................................................................... 52 Vertaling in het Frans van de – eerste – dissertatie van A. Westerveen ter verdediging van de rechten van de V.O.C. ........................................... 54 Défense du droit de la Compagnie hollandoise des Indes Orientales ................ 54 Traité de la morale des pères de l’église ............................................................ 55 Recueil de discours sur diverses matières importantes, met lofrede op G. Noodt ............................................................................................... 56 Aanmerkingen over de verdraagzaamheid ......................................................... 57 Levensbericht van Petrus de Toullieu ................................................................ 58 Biografie van G. Noodt, toegevoegd aan diens Opera omnia ............................ 58 Éloge historique de Jean Leclerc ....................................................................... 59 -------------, Duitse vertaling .............................................................................. 59 Histoire des anciens traitez ................................................................................ 60
Overzicht van de behandelde werken
XLIII
Mémoire sur la vie et sur les ecrits de Jean Barbeyrac, écrit par lui-même .................................................................................................... 61 Vertaling in het Frans van R. Cumberland, De legibus naturae disquisitio philosophica, met B.’s annotaties ............................................. 61 Verzaameling van reedenvoeringen ................................................................... 63 Brief uitgegeven door Püttmann in diens Memoria Gottfridi Mascovii ............. 63 Uitgave van een aantal teksten van B. door S. Goyard-Fabre ............................ 63 Bertling, Wessel [G] Oefendisputatie: De successione ab intestato ..................................................... 65 Oefendisputatie: De gravitate et levitate ............................................................ 65 De restitutionibus in integrum ............................................................................ 65 Nucleus juris universi ......................................................................................... 66 Lijkrede voor Johannes Bertling ........................................................................ 66 Best, Willem [H] Conjecturae quaedam ex jure civili .................................................................... 67 Ratio emendandi leges ....................................................................................... 67 Ratio emendandi leges Pandectarum, heruitgave door J.W. Neuhaus, met twee oraties van B. .............................................................................. 68 Oratio de aequitate juris Romani illiusque studii jucunditate ............................. 68 Oratio de pactorum et contractuum secundum jus gentium et romanorum natura .............................................................................................. 69 Cannegieter, Johannes [G] Oefendisputatie: De difficiliori Nonii Marcelli loco in v. Nubentes .................. 70 Dissertatio ad difficiliora quaedam capita .......................................................... 71 Uitgave van Domitii Ulpiani Fragmenta, geannoteerd door C., met C.’s Disquisitio de notis et siglis veterum et observationes miscellaneae ......... 71 Oratio de Romanorum jurisconsultorum excellentia et sanctitate ...................... 72 Christenius, Johannes [H] Oefendisputatie: De metallis et mediis mineralibus ........................................... 73 Lofdichten voor Arnoldus Tholingius ................................................................ 73
XLIV
Overzicht van de behandelde werken
Excercitationes juridicae ad Institutiones, met Elementorum juris compendium, en Oratio de ortu et progressu jurisprudentiae .................... 74 Collegium super materia obligationum .............................................................. 74 Philomathia sive de discendi cupiditate ............................................................. 75 Rede ter gelegenheid van C.’s aftreden als hoogleraar in Deventer ................... 75 Rede gehouden bij de inauguratie van de Gelderse academie te Harderwijk in 1648 ................................................................................... 75 Disputaties over het huwelijksrecht ................................................................... 76 Oratio de erroribus discentium .......................................................................... 77 Heruitgave van Matthias Wesenbecius’ Tractatus de feudis ............................. 77 Coccejus, Gerhardus [G] Oefendisputatie: Theses juridicae de impensis .................................................. 78 De variis lectissimis juris capitibus ................................................................... 78 Commentarii ad titulum pandectarum De origine juris (en op enige andere teksten uit de Digesten) ................................................... 78 Duymaer van Twist, Albert Jacob [G] De mulieris privilegio, eiusque usu in foro Hollandico ..................................... 80 De juris Romani addiscendi utilitate .................................................................. 80 De sapiente legislatore civili .............................................................................. 81 De iis, ad quae Codicis Napoleontei Hollandi doctor consilium sua docendi ratione adjuvandum inprimis attendat ................................................... 81 -------------, Nederlandse vertaling ..................................................................... 81 Eck, Jacobus [G] Oefendisputatie: De coalitione diversorum Germaniae regionum ..................... 82 De clerico debitore ............................................................................................ 82 Feltman, Gerhardus [G] Oefendisputatie: De jurisdictione veteri et nova ................................................ 84 De jure in re et ad rem ....................................................................................... 84 Sciagraphia successionis ab intestato ................................................................ 85 De promotione absentis, met De jurejurando in alterius animam ...................... 86
Overzicht van de behandelde werken
XLV
De juramento perhorrescentiae ........................................................................... 86 -------------, tweede editie, verzorgd door A.A. Pagenstecher, met Observatio de responsis prudentum adversario non edendis ................................... 87 De feudis, met Observatio singularis de responsis prudentum adversario non edendis ............................................................................... 87 De feudis, tweede en derde editie, verzorgd door A.A. Pagenstecher ................ 88 Institutiones juris novissimi Justiniani verbis, met Spicilegium ......................... 88 De titulis honorum ............................................................................................. 90 Bene dictorum liber unus, met uitleg van D. 23.3.66 ......................................... 90 De cadavere inspiciendo, met twee Disceptationes over C. 3.34.11 .................. 91 Decas responsorum juris ad rem militarem, met Decisionum decades duae ...... 92 Commentaar op de Artikelbrief of Ordonnantie op de militaire discipline ........ 93 De polygamia ..................................................................................................... 94 De polygamia, Nederlandse vertaling ................................................................ 95 Jus georgicum de inclusione animalium et aliis rei agrariae argumentis ............ 95 Commentarius ad Digestorum seu Pandectarum lib. I et II ................................ 95 De accessionibus memorabilibus, met Disceptatio forensis de stellionibus ....... 96 De impari matrimonio liber unus ....................................................................... 96 De dea podagra .................................................................................................. 97 Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica, uitgegeven door J.J. van Hasselt ........................................................................................... 97 Gesseler, Jodocus van [H] Oefendisputatie: De anima humana caput tertium ........................................... 100 De juris et facti ignorantia (D. 22.6) ................................................................ 100 Disputationes de successione ab intestato ........................................................ 100 Goris, Lambertus [H] Inaugurele rede, gehouden te Harderwijk ........................................................ 102 Adversaria, met commentaar op D. 1.18.19 ..................................................... 102 ------------- en F. van der Sande, Tractatus de effestucatione en enkele gedichten van G. ............................................................................. 103 ------------- en F. van der Sande, Tractatus de effestucatione, latere uitgaven .......................................................................................... 104
XLVI
Overzicht van de behandelde werken
Uitgave van F. van der Sande, Commentatio in consuetudinem Gelriae de effestucatione ......................................................................... 104 De nupero terrae motu epistola ........................................................................ 105 Commentatio ad tres et viginti priores titulos reformatae consuetudinis Velaviae, met Farrago carminum abortivorum ........................................ 105 Gratama, Seerp [H en G] De vrijheid der drukpers .................................................................................. 107 Theses juridicae inaugurales ............................................................................ 107 Zwaarigheden tegen het invoeren van nieuwe katoen- en wol-spinneryen te Harlingen ............................................................................................. 108 De gelukkige toestand van Friesland ............................................................... 108 Onderzoek naar de geestelijke goederen in Friesland ...................................... 108 Dissertatio, qua respondetur problemati, investigare naturam ac causas superstitionis ................................................................................ 109 Beschouwingen over de huisselijke slaverny bij de Romeinen ....................... 110 Oratio de sera nec multum provecta quiritium humanitate, met Additamentum de victimis humanis et de senatu-consulto ad eas pertinente ..... 110 Oratio qua docetur cum homines, tum etiam populos ad justitiam esse natos ................................................................................................. 110 Oratio qua inquiritur in caussas malorum, met vier programmata ................... 111 De honesta aemulatione inter homines, met de rede van Theodorus van Swinderen, De Platone ..................................................................... 111 Regtsgeleerd magazijn ..................................................................................... 112 De Hermodoro Ephesio vero XII tabularum auctore ....................................... 114 Praelectiones ad prolegomena ......................................................................... 114 Redevoering over het staats-wezen .................................................................. 114 Opuscula academica ........................................................................................ 115 De Greve, Petrus [H] Oefendisputatie: De rerum divisione et acquirendo dominio ........................... 117 Oefendisputatie: De acquisitione feudi per successionem ............................... 117 De processu judiciario ..................................................................................... 117 Disputationes ad Institutiones imperiales (loca difficiliora) ............................ 118
Overzicht van de behandelde werken
XLVII
Exercitationes ad Pandectarum loca difficiliora ............................................... 119 Disputationes anniversariae de dominio ........................................................... 119 Vijftien disputaties over de Pandecten ............................................................. 119 Huninga (ab Oostwold), Johannes Epinus [G] Twee oefendisputaties over de Instituten ......................................................... 120 Oratie bij de inauguratie van de Groningse universiteit ................................... 121 Lijkrede voor Eggerik Egges Phebens ............................................................. 121 Lijkrede voor Frederik Coenders van Helpen .................................................. 121 Junius, Franciscus [G] Oefendisputatie in het kader van Steinbergs Collegium Wesenbecianum ....... 123 Oefendisputatie: De contractibus innominatis .................................................. 123 Oefendisputatie over C. 2.18(19).24 ................................................................ 124 Dertien oefendisputaties over de Digesten ....................................................... 124 Twee oefendisputaties: De transactionibus en De SC. Macedoniano ............... 125 De potestate patria ............................................................................................ 125 Uitgave van J. Steinberg, Collegium Wesenbecianum ..................................... 126 Insomnium ....................................................................................................... 126 Lijkrede voor Gerardus Coccejus ..................................................................... 126 Epigrammata in Groningam urbem obsessam et desertam ............................... 127 Langius, Nicolaus [G] Twee oefendisputaties over de Instituten ......................................................... 128 Oefendisputatie: De assessoribus et advocatis ................................................. 128 Oefendisputatie: De executione rei judicatae ................................................... 129 Oefendisputatie: De jure connubiorum ............................................................ 130 Oefendisputatie: De dote .................................................................................. 130 Oefendisputatie: De rerum divisione ................................................................ 131 Inaugurele disputatie over D. 28.5.86(85) ........................................................ 131 Jus controversum ............................................................................................. 131 Exercitationes juridicae ad textum Institutionum ............................................. 131 Disputationes juridicae secundum Institutionum ordinem ............................... 132 Compendium Institutionum juris titulorum ...................................................... 132
XLVIII
Overzicht van de behandelde werken
Van der Marck, Frederik Adolf [G] De morte hominis naturali ............................................................................... 134 De ordine totius universi .................................................................................. 134 De finibus jurisprudentiae ............................................................................... 135 Institutiones juris civilis privati communis et Reipublicae GroningoOmlandiae proprii ...................................................................................... 136 De libertate reipublicae Groningo-Omlandicae ............................................... 136 Nadere verklaring over de vrijheid van den burgerstaat van Groninger-land .. 136 Commentatio de jure Groninganorum consuetudinario ................................... 137 Theses juris ecclesiastici protestantium universalis .......................................... 137 Brieven aan Th. Brunsveld de Blau ................................................................. 138 Lectiones academicae ...................................................................................... 138 Eerste antwoord aan Paulus Chevallier ............................................................ 139 Antwoord exceptioneel aan den Senatus Academiae ....................................... 140 Verklaaring tegen de bedenkingen en bezwaaren van de classis Groningen ... 140 Bericht aan den Senatus Academiae ................................................................ 141 Requeste en brief over de gedreigde kerkelyke censure .................................. 141 De gloria Dei, suprema naturae lege ................................................................ 141 Afscheids-brief aan den kerkenraad van de Nederduits Gereformeerde gemeente te Groningen ............................................................................ 142 Stukken in de zaak van Jan Hendrik van der Wyck ......................................... 142 Waaragtig verhaal omtrent het hoogleeraars ambt van mr. Fred. Adolf van der Marck ...................................................................... 143 Oratio de bona filiorum educatione ................................................................. 143 Advies in de zaak van J. D. van der Capellen tot den Pol ................................ 143 Missive over de aart en oorsprong der drostendiensten ................................... 144 Oratio de amore erga patriam .......................................................................... 144 -------------, Nederlandse vertaling ................................................................... 144 Commentatio de portentosa Hobbesiani civis imagine .................................... 145 Sermo de pomoeriis juris naturae .................................................................... 145 Sermo de jure hominis naturae insito .............................................................. 145 -------------, Nederlandse vertaling ................................................................... 146 Iets ten gevolge op het waaragtig verhaal ........................................................ 146 Oratio de meritis M.Tullii Ciceronis ................................................................ 146
Overzicht van de behandelde werken
XLIX
Twee verhandelingen voor het Genootschap ter bevordering van waaren Godsdienst etc. ............................................................................ 146 Schets over de rechten van den mensch ........................................................... 147 Marckart, Johannes Wilhelmus [H] Oefendisputatie: De jurisprudentia Belgica cum Romana conjugenda ............ 148 Probabilia receptarum lectionum ..................................................................... 148 Schediasma juris publici de suffragio et archiofficio reginae Bohemiae .......... 149 -------------, Nederlandse vertaling ................................................................... 149 Interpretationum receptarum juris civilis lectionum libri duo .......................... 149 De jure atque obligatione gentium succurendi injuria oppressis ...................... 150 Excercitationes academicae .............................................................................. 150 Mascovius, Gottfried [H] De procuratore Caesaris ................................................................................... 151 De sectis Sabinianorum et Proculianorum ....................................................... 151 De modestia veterum jurisconsultorum ............................................................ 152 De usu et praestantia Historiae Augustae in jure civili ..................................... 152 -------------, heruitgave, verzorgd door Püttmann ............................................. 152 De usu juris cum scientia ejusdem conjungendo .............................................. 153 De paroemia Längst Leib längst Guth .............................................................. 153 Felicitatierede ter gelegenheid van het huwelijk van Frederik prins van Wales en Augusta hertogin van Saxen-Gotha-Altenburg .................. 153 Uitnodiging voor de begrafenis van Christiana Friderica Hubner .................... 154 Uitgave van J.V. Gravina, Opera, met M.’s annotaties .................................... 154 Uitgave van J.V. Gravina, Originum juris civilis libri tres en De Romano imperio, met M.’s annotaties ................................................................... 157 -------------, Originum juris civilis libri tres, met M.’s annotaties, Duitse vertaling ........................................................................................ 158 De redhibitione equorum .................................................................................. 159 De rationibus decidendi .................................................................................... 159 De matrimonio putativo ................................................................................... 159 Notitia juris et judiciorum Brunsvico-Luneburgicorum, met Notitia juris Osnabrugensis et Hildesiensis .................................................................. 160
L
Overzicht van de behandelde werken
De eo quod singulare est in demonstrationibus juris civilis ............................. 160 Heruitgave van S. Pufendorf, De jure naturae et gentium, met de commentaren van J.N. Hertius en van J. Barbeyrac, met daaraan toegevoegd de heruitgave van S. Pufendorf, Eris Scandica ..................... 161 Quaestiones selectae juris naturae et gentium inter Grotium et Pufendorfium ....................................................................................... 163 De ingenio judicis epistola .............................................................................. 163 Prolusio betreffende D. 4.4.38 ......................................................................... 164 De saltu Leucadio prolusio .............................................................................. 164 Uitgave van enige brieven en van een Griekse tekst door Püttmann in Memoria Gottfridi Mascovii ............................................................... 164 Opuscula juridica et philologica ...................................................................... 165 Matthaeus, Antonius [I] [G] Oefendisputatie: De ultimis voluntatibus ......................................................... 168 Notae et animadversiones ad Institutiones Justiniani, met Epistola Aegidii Mommeri, en Synopsis Institutionum ..................................................... 168 Collegium Institutionum juris sive controversiae, met Disputationes aliquot extraordinariae ............................................................................. 170 Collegium pandectarum ................................................................................... 171 Disputationes XIV de fundamentis quibusdam juris ....................................... 172 Fundamentorum juris disputationes viginti ..................................................... 172 Collegium Institutionum juris reformatum ...................................................... 173 Vier disputaties over Inst. 4.6 .......................................................................... 173 Tredecim disputationes juris de totidem legibus Codicis ................................. 173 Centuriae tres selectarum controversiarum librum IV Institutionum juris ....... 174 Collegia juris sex ............................................................................................. 174 Collegia juris quinque ...................................................................................... 176 Disputationes juris civilis ................................................................................ 177 Oiselius, Jacobus [G] Uitgave van de Octavius van Marcus Minucius Felix ..................................... 178 De obligationibus ............................................................................................. 179 Caji e libris quatuor Institutionum quae supersunt .......................................... 179
Overzicht van de behandelde werken
LI
Uitgave en heruitgave van Aulus Gellius, Noctes Atticae, samen met A. Thysius ......................................................................................... 180 Thesaurus selectorum numismatum ................................................................. 180 Lijkrede voor Jacobus Alting ........................................................................... 180 Paehlig, Carel Christiaan (Levin) [G] Oefendisputatie: Observationes philologicae ................................................... 181 De poena conatus ............................................................................................. 181 Oratio de studio jurisprudentiae ....................................................................... 181 -------------, Nederlandse vertaling, met recensie van deze redevoering ........... 182 Pagenstecher, Alexander Arnold [G] Oefendisputatie: Illustrium juris controversiae sylloge .................................... 183 Series Pandectarum sive librorum atque titulorum Pandectarum conferruminatio Justinianea ........................................................................... 184 Tituli juris canonici de regulis juris paraphrasis metrica .................................. 184 Lijkdicht op Johan Maurits van Nassau ........................................................... 184 De jure virginum .............................................................................................. 184 Paean votivus comiti Benthemii ....................................................................... 185 Felicitatie voor Simon Gerlacus Ebel ............................................................... 185 Myn Nie jaar vär här doktor Ebel ..................................................................... 185 Oratio de scopo sive fine matrimonii ............................................................... 186 Sciagraphia institutionum politicarum etc., met Aphorismi de successionibus ab intestato ................................................................................. 186 Uitgave van Phaedri Fabularum libri quinque .................................................. 187 [Assertionum juridicarum ad Institutiones Justinianeas centuria] .................... 188 Aphorismi Justinianei ad Institutiones ............................................................. 188 -----------, derde editie, met Dissertationum academicarum manipulus unus, en andere stukken ................................................................. 188 ------------, vierde editie .................................................................................... 191 ------------, vijfde editie, met Accessiones Irnerianae ....................................... 191 ------------, zesde editie, met Accessiones Irnerianae, verzorgd door G. Schroder, met diens lijkrede voor J.F.W. Pagenstecher ...................... 192
LII
Overzicht van de behandelde werken
Periculum academicum ad l. mandatum 57 ff. mandati (= D. 17.1.57), brief aan Otto Zaunschlifferum ............................................................... 192 Visiones de jure ventris ................................................................................... 193 De unico matrimonii scopo, dissertatio I ......................................................... 194 Sicilimentorum ad Compendium juris Schutzio-Lauterbachianum manipulus primus .................................................................................... 195 ------------ ad Compendium juris ad Digesta Schutzio-Lauterbachianum manipuli duo, met drie oefendisputaties .................................................. 196 ------------ ad Compendium Lauterbachianum manipulus tertius, met Disputationes de ventre en Pro Irnerio injuria vapulante ......................... 197 ------------ ad Compendium Lauterbachianum manipulus quartus ................... 199 ------------ ad Compendium juris Schutzio-Lauterbachianum manipuli quatuor, nunc quinto adaucti .................................................... 200 Uitgave van J.A. Brand, Purgatorium juris veteris bipertitum ......................... 201 Heruitgaven van Gerhard Feltman, De feudis ................................................. 201 Memoria Bockelmanniana ............................................................................... 201 Oratio de matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filia [I] .................. 201 Oratio de matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filia [II] ................. 202 Oratio de praestantia et auctoritate juris canonici ............................................ 202 Oratio de rapis ................................................................................................. 202 Lijkrede voor Johannes Mensinga ................................................................... 202 Uitgave van J.F. Böckelman, Synopsis juris publici ........................................ 203 Oratio de quarta monarchia ............................................................................. 203 Invitatio apologetica pro responso suo ............................................................ 203 Rerum quotidianarum ad Pandectarum seriem sylloge, met De regulis juris canonici, en Paraphrasis metrica ............................................................. 204 Advys nopende het huwelijk met een moeders broeders weduwe ................... 204 -------------, Latijnse vertaling .......................................................................... 204 Bene dictorum liber unus ................................................................................. 205 De praescriptione feudi ecclesiastici, lege Anastasiana etc., met drie oraties .. 206 Feriarum liber unus .......................................................................................... 207 Orationes II de matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filiae ............. 208 Ode bij de inwijding van de nieuwe kerk te Harkstede .................................... 208 Irnerius injuria vapulans .................................................................................. 208
Overzicht van de behandelde werken
LIII
Manualium ad Institutiones .............................................................................. 210 Manualium ad Institutiones juris, met Disputatio de jure naturae et juris civilis auctoritate en andere stukken ........................................................ 211 Disputationes testamentariae ............................................................................ 212 Heruitgave van G. Feltman, De juramento perhorrescentiae, tweede editie, met ‘Observatio singularis de responsis prudentum adversario non edendis’ ............................................................................................. 213 De jure filiorum progymnasma juridicum, verzorgd door J.F.W. Pagenstecher ................................................................................. 213 Sermo inauguralis bij de promotie van C. Schultens en N. Rotgers ................. 214 Sermo inauguralis bij de promotie van A. Houck ............................................ 214 De jure ventris, tractatus singularis .................................................................. 215 De jure ventris met De cornibus et cornutis dissertationes duae ...................... 215 Murus aheneus, verzorgd door J.F.W. Pagenstecher ........................................ 216 Sermo inauguralis voor H. Schoene ................................................................. 216 Dissertatio de jure naturae ejusque principio ................................................... 216 Sermo inauguralis de virginibus voor J.G. van der Poel .................................. 217 Notae ad G. Feltmanni Tractatum de feudis ..................................................... 217 Sermo inauguralis voor F.A. Hast .................................................................... 217 Lijkrede voor Wessel Bertling ......................................................................... 218 De unico matrimonii scopo, dissertatio II ........................................................ 218 Dissertatio de pallio ......................................................................................... 218 Admonitoria ad Pandectas, met een aantal andere stukken, uitgave verzorgd door J.F.W. Pagenstecher .......................................................... 218 Admonitoria ad Pandectarum partem primam ................................................. 221 Admonitoria ad Pandectas, vierde editie .......................................................... 221 De duobus reis disputatio ................................................................................. 221 Dissertatio I de cornibus et cornutis ................................................................. 222 Sermo inauguralis de auctoritate juris Justinianei ............................................ 222 Oratio de senum natura et jure ......................................................................... 222 Dissertatio II de cornibus et cornutis ................................................................ 222 De jure virginum et virginis Florentinae ecloga ............................................... 223 Oratio pro Arminio ........................................................................................... 223 Exercitationes feudales ..................................................................................... 223
LIV
Overzicht van de behandelde werken
Dissertatio I de septem Graeciae sapientibus ................................................... 224 Dissertatio II de septem Graeciae sapientibus ................................................. 224 Uitgave van Th. Feltman, Tractatus de somno ................................................ 224 Uitgave van S. Pufendorf, De officio hominis ................................................. 225 Dissertatio de dominio maritali ....................................................................... 225 Lijkrede voor Paulus Hulsius ........................................................................... 226 Sylloge dissertationum en andere stukken ....................................................... 226 Collegium disputatorium ad aphorismos ......................................................... 227 Dissertatio de cornibus .................................................................................... 228 De usu juris Romani in rebus theologicis et philologicis ................................. 228 Dissertatio de urbe Amalfi ............................................................................... 228 Golgotha .......................................................................................................... 228 Dissertationum hebdomada I et II .................................................................... 228 Pagenstecher, Johannes Alexander Wynandus [H] Oefendisputatie over D. 2.1.11.11 ................................................................... 230 De emendatione legum .................................................................................... 230 Ode tot felicitatie van stadhouder Willem IV .................................................. 231 Examen juris publici Romani, Germanici ........................................................ 231 De jurisprudentia Tertulliani ............................................................................ 231 Pagenstecher, Johannes Fredericus Wilhelmus [H] Oefendisputatie: De jure filiorum tertia ........................................................... 232 Uitgave van zijn vaders De jure filiorum progymnasma ................................. 232 Oefendisputatie: Admonitorium ad partem sextam Pandectarum sectio prima ............................................................................................. 232 Uitgave van zijn vaders Murus Aheneus ......................................................... 233 Oefendisputatie: Admonitoria ad pandectarum prota ...................................... 233 Disputatio ad legem Cornelius de heredibus instituendis ................................ 233 Admonitoria ad Pandectarum partem primam ................................................. 233 De jure sanctorum ............................................................................................ 234 Apologia adversus Gerardum Sichterman ....................................................... 234 De barba .......................................................................................................... 234 De Pandorae pyxide ......................................................................................... 235
Overzicht van de behandelde werken
LV
Lijkrede voor Goedhard Borgesius .................................................................. 236 De lege regia apostoli Jacobi ............................................................................ 236 Oratio de Christo in forma servi ....................................................................... 236 Jurisprudentia polemica ................................................................................... 236 De dominio eminenti ........................................................................................ 237 Selectae juris quaestiones ................................................................................. 237 Selectae juris quaestiones, pars secunda .......................................................... 238 Tabella juridica notis et regulis illustrata, met Oratio de Christo in forma servi ........................................................................................... 238 Oratio de imperio in imperio ............................................................................ 238 Enchiridion politices, met Oratio de imperio in imperio .................................. 238 Selectarum juris quaestionum pars tertia .......................................................... 239 Rotgers, Arnoldus [H en G] Dissertatio qua adstruitur jus gentium non dari ................................................ 240 Oratio de socialitate a Grotio contra Carneadem [I] ......................................... 240 Apodicticae demonstrationes ad illustrandum jus Romanum, met Dissertatio pro gradu, en Oratio de socialitate [I] .................................... 241 Oratio de socialitate a Grotio contra Carneadem [II] ....................................... 241 Schoene, Arnold [H] Oefendisputatie: De legibus civilibus ............................................................... 243 Disputatio De subhastationibus ........................................................................ 243 -------------, Duitse vertaling ............................................................................. 243 Schroder, Gerhardus [H] Oefendisputatie: De lictoribus et fascibus Romanorum ................................... 245 Dissertatio pro gradu over D. 1.3.2 .................................................................. 245 Oratio de jurisprudentiae et politioris litteraturae connubio ............................. 246 Lijkrede voor J.F.W. Pagenstecher .................................................................. 246 Elegia de Themidis Romanae fatis ................................................................... 246 Heruitgave van A.A. Pagenstecher, Aphorismi juris, met Accessiones Irnerianae, en de lijkrede voor J.F.W. Pagenstecher ................................ 246
LVI
Overzicht van de behandelde werken
Lofdicht bij de verheffing van prins Willem IV tot erfstadhouder van Gelderland ........................................................................................ 247 Lijkrede voor Bernard Sebastiaan Cremer ....................................................... 247 Klaagzang bij het overlijden van stadhouder Willem IV ................................. 247 Observationum juris civilis libri quatuor, met Oratio de jurisprudentiae et politioris litteraturae connubio ............................................................. 248 Oratio de advocatorum eloquentia ................................................................... 248 Lijkrede voor prinses Anna van Hannover ...................................................... 248 Schroeder, Lodewijk Coenraad [G] Oefendisputatie: Specimen juris Germanici de actionibus personalibus ......... 249 De principe imperii citra testamentum de tutela filii sui disponente ................ 249 Programma de actione negatoria ...................................................................... 250 Programma over een rechtsvraag m.b.t. de actio hypothecaria ........................ 250 Programma de stipulationibus quibusdam ....................................................... 250 Opusculum de natura et effectibus pignoris praetorii atque judicialis ............. 250 Programma quo disquiritur num recte a reo hereditatis petitione conveniendo adhuc hodie editio tituli petatur .......................................... 251 De legatis ex testamento destituto ................................................................... 251 Oratio de jureconsultis Romanis ...................................................................... 252 Oratio de praetoribus ....................................................................................... 252 Elementa juris naturalis, socialis et gentium .................................................... 252 Schwartz, Joachim Johannes [G] Ad varia jurisconsultorum veterum fragmenta ................................................ 253 Sermo de finibus critices in libris veteris prudentiae regundis ........................ 253 Steinberg, Johannes [G] Oefendisputatie: De privatis delictis ................................................................ 254 Acclamatio votiva ad Fridericum coronatum ................................................... 254 Dichtbundel voor weldoeners en hoogleraren in Heidelberg ........................... 255 Decas quaestionum juridico-politicarum ......................................................... 255 Overzicht van de titels van de Digesten en de Codex, met zes disputaties ...... 256 Vijftien disputaties over D. 50.17.23 ............................................................... 256
Overzicht van de behandelde werken
LVII
Disputaties over de Instituten ........................................................................... 257 Dissertationes aliquot de quartis juridicis, met nog enkele andere over onderwerpen van contractenrecht ............................................................ 258 Repetitionum juridicarum disputationes XLI ................................................... 259 Disputationes ad quinquaginta decisiones Justinianeas .................................... 259 Collegium Wesenbecianum, uitgave verzorgd door Franciscus Junius F.n. .... 260 Toullieu, Petrus de [G] Oefendisputatie: De jure nuptarum [I] ............................................................. 266 Oefendisputatie: De cessione actionum ........................................................... 266 Oefendisputatie: Pro oenomia Romana septima ............................................... 266 Oefendisputatie: De jure nuptarum [II] ............................................................ 267 Disputationes duae de jure nuptarum ............................................................... 267 Variae conjecturae de jure civili ....................................................................... 267 Contentio litteraria cum A.A. Pagenstechero ................................................... 268 Lijkrede voor koning-stadhouder Willem III ................................................... 268 Dissertationes judicatarum trias ....................................................................... 268 Lijkrede voor Thomas Ernestus von Danckelman ........................................... 269 De jurisprudentiae cum rerum divinarum scientia affinitate ............................ 269 De non solubili ob malitiosam desertationem matrimonio ............................... 269 De Ulpiano, an Christianis infenso? ................................................................. 270 Collectanea, met levensbericht van T. door J. Barbeyrac, uitgegeven door J. Wolbers ........................................................................................ 270 Trigland, Theodorus [H] Oefendisputatie: De jurisdictione et imperio .................................................... 272 Uitgave van J. Trigland, Antapologia, samen met zijn broers .......................... 272 Paedia juris, sive examen Institutionum ........................................................... 273 Varnerius, Jacobus [H] Oefendisputatie: De usufructu .......................................................................... 274 Oefendisputatie: De jure dotium ...................................................................... 274 Twee oefendisputaties over het leenrecht ......................................................... 274 [Disputatio] Ex tertio juris objecto de actionibus .............................................. 275
LVIII
Overzicht van de behandelde werken
Vrijhoff, Hubertus Gregorius van [H] De gewaende dronkaert door liefde ................................................................. 276 Gedichten (1725) ............................................................................................. 276 Gezang op het derde 50-jarig jubelfeest van de stichting der Leidsche Akademie ................................................................................. 277 Heruitgave van dit Gezang .............................................................................. 277 Dissertatio pro gradu over D. 1.8.6.5 en andere plaatsen ................................. 277 Oratio de aequissima juris antiqui permutatione .............................................. 278 Oratio qua ostenditur interiorem juris Romani notitiam in foro versaturis omnino esse necessariam ........................................................ 278 Observationes juris civilis, met V.V.’s Amsterdamse oratie ........................... 278 Gedichten (1755) ............................................................................................. 279
BIBLIOGRAFIE VAN HOOGLERAREN IN DE RECHTEN AAN DE UNIVERSITEITEN VAN GRONINGEN EN HARDERWIJK TOT 1811
Caerte van de vermaerde ende antique stad Groeningen 1630 – 1640 Op 10 februari 1631 vraagt Egbert Haubois samen met boekhandelaar Nathanael Roman aan burgemeesters en raad van de stad Groningen ‘om dese stadt in een coperen plaet uyt te (mogen) snijden’. Hij krijgt daartoe toestemming en eind 1631 kan kopergraveur Jan Lubberts Langeweerd de resultaten in vier koperplaten uitsnijden. Haubois en Roman hebben echter onenigheid gekregen over de auteursrechten en het zou nog tot 1637 duren alvorens de kaart eindelijk verschijnt. Deze versie is een latere lichtdruk (reproductie) op één koperplaat [coll. RHC Groninger Archieven 1536-1746]. Het kaft toont een detail van deze uitgave met daarop de Academie en de Academiekerk (toen nog geheten de Broerkerk).
JOHAN OTTO ARNTZENIUS
Geboren Zutphen 1770, overleden Zoeterwoude 1825. Studie Groningen en Utrecht. Promotie tot doctor juris Utrecht 1794. Advocaat Utrecht. Hoogleraar Harderwijk 1801-1812 en 1815-1818. NNBW I, 180; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 536-538.
THESES JURIDICAE INAUGURALES Theses pro gradu, verdedigd te Utrecht 12-11-1794. De tekst omvat 20 stellingen. 1
Theses juridicae inauguralis, quas pro gradu doctoratus eruditorum examini submittit Jan Otto Arntzenius. Trajecti ad Rhenum, ex officina Wilhelmi van Yzerworst, 1794. 4°: 8 pp. – t.p., tekst. – STCN. UBU
ORATIO DE MERITIS GELRORUM IN JURISPRUDENTIAM Rede, gehouden te Harderwijk 9-6-1802 ter gelegenheid van de aanvaarding van het professoraat in de rechten aldaar. 2
Oratio de meritis Gelrorum in jurisprudentiam. Hardervici, apud Everardum Tyhoff, 1802. 4°: 45, I pp. – fr.t.p., t.p., ded. aan curatoren van de universiteit te Harderwijk, tekst. UBL, UBU, KB, ABDev, PBL, BArn, UBGött, UBLeip, HLBW, Bodl
EVERHARDUS BALCK
Geboren Deventer 1590, overleden Harderwijk 1628. Studie Steinfurt, Franeker, Groningen, Leiden (wsch.), Bourges en Orléans. Promotie tot doctor juris Orléans 1623/24. Hoogleraar Harderwijk 1625. NNBW I, 22624; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, p. 57-59; A.A.M. de Haan, Het wijsgerige onderwijs aan het Gymnasium Illustre en de Hogeschool te Harderwijk 1599-1811, Leiden 1960 (diss.) en Harderwijk 1960, p. 18-19; M. Evers, ‘The Illustre School at Harderwijk, 1600-1647’ in: Lias, 12 (1985) p. 81-113, 92; Feenstra, Der juristische Unterricht in Steinfurt, p. 36-113, in het bijzonder p. 44-45; Ahsmann, Collegia en colleges, in het bijzonder p. 224 (noot 5 van hfdst. III). Een ex. van een bruiloftsgedicht van B. uit 1622, geschreven ter gelegenheid van het huwelijk van Winoldus van Bommel en Judith van Hekeren berust in BN.
OEFENDISPUTATIE OVER INST. 4.9 EN VOLGENDE TITELS Wanneer deze oefendisputatie te Franeker gehouden is, is niet overgeleverd, maar het moet ca. 1620 geweest zijn. Ze is gepubliceerd als 28ste en laatste van een in 1622 gedrukt werk met een serie van onder voorzitterschap van Timaeus Faber gehouden disputaties over de vier boeken van de Instituten onder de titel Disputationes anniversariae etc. (zie BGNR Franeker nr. 112; voor Balck zie Aud. 21/1622.1, nr. 28). In feite ging het daarbij om een herdruk van een in 1615 verschenen ed. van dit werk (zie BGNR Franeker nr. 111), die wat betreft de daarin opgenomen disputaties weer een herdruk was van een ed. uit 1612 (zie BGNR Franeker nr. 110), die op haar beurt weer een herdruk was van uitgaven die respectievelijk in 1609 en eerder in 1612 verschenen waren (zie BGNR Franeker nrs. 107 en 109). Alle edd. bevatten qua tekst dezelfde disputaties, maar die van 1622 heeft andere respondenten, wat de conclusie rechtvaardigt dat Faber deze bestaande disputaties ca. 1620 opnieuw heeft laten houden met een nieuwe ‘lichting’ respondenten (cf. Aud. 21/1609.1 en 21/1612.1 en 1622.1). 3
[‘Disputatio vigesima octava ad tit. 9 et seqqq. (sic), respondente Everhardo Balck.’ in: Disputationes anniversariae ad 4 libros Institut. Imperial. propositae in Academia Franecarana a Timaeo Fabro. Editio quarta et multis locis aucta, emendata. Cum Diatyposi annotationum etc. Franekerae Frisiorum, prostant apud Danielem Johannidem, typis Frederici Heynsii, 1622.]
24
Ten onrechte laat Van Kuyk, de auteur van dit lemma, Balck in Bourges promoveren; wel vermeldt hij, op gezag van Cunaeus, een poging in 1624 om hem professor in Franeker te maken, hetgeen is mislukt.
Everhardus Balck
5
4°: p. 493-508 (ongepag.) – Na de tekst volgen nog vier corollaria. UBG, UBU, UBVU, KB, PBL, SBL, BKEm, MPI, KBBr, SBX, BCC, ALEd, CPD
DISPUTATIE: DE OBLIGATIONIBUS EX CONTRACTU Deze door B. zelf geschreven disputatie is gehouden te Steinfurt onder voorzitterschap van Philippus Glaum, waarschijnlijk in 1618. Zie m.b.t. Philippus Glaum en de onder zijn voorzitterschap gehouden oefendisputaties Feenstra, Der juristische Unterricht in Steinfurt, p. 41-45. 4
[‘Disputatio De obligationibus ex contractu, tanquam modo acquirendi jus. Authore et respondente Eberhardo Balck.’ In: a. Disputationes X, quasi ideam juris civilis continentes … praeside Philippo Glaum. Impensis Joannis Caroli Unckelii, bibliopolae, Francofurti ad Moenum, 1619. Welk werk ook is uitgegeven als eerste onderdeel van: b. Steinfurtensium studiosorum extemporalia seu disputationes tam super jus civile quam feudale ex tempore conscriptae, praeside … Philippo Glaumio. In illustri illustrium et generosissim. comitum Benthemicorum Arnoldino, quod est Steinfurti, habitae. Impressae sumptibus Joan. Caroli Unckelii, Francofurtensis ad Moenum, 1619.] (4°: VIII, 138 pp.) P. 88-101. – (voor b) VD17. (a) UBGött, UBHam, UBMüns, SBBerl (b) UBErf, UBMüns, HABW, MPI, Bodl
DISPUTATIE: DE TUTELIS ET CURATELIS Deze eveneens door B. geschreven disputatie is 7-3-1618 gehouden te Steinfurt onder voorzitterschap van Johannes Goeddaeus, zoals blijkt uit de ‘inleidende opmerking’ daarbij op p. 128 van het hierboven bij nr. 4 (a. en b.) vermelde werk aan het eind waarvan het mede is opgenomen. Deze opmerking luidt als volgt: ‘… uti generosissimo indicarunt juxta praefat. inf. ad disput. feudales Eberhardus Balck et Adolphus Holterman sub scholae prorectore doct. Johanne Goeddaeo 7 et 14 Martij disputationes proposuere, quarum illa de tutelis sequitur.’ Zie m.b.t. deze disputatie ook Feenstra, op. cit. p. 44-45. 5
[‘Disputatio legalis De tutelis et curatelis, authore et respondente Eberhardo Balck.’, in: Disputationes X … (titels als hierboven onder nrs. 4a. en 4b.)] P. 128-138.
AD INTELLECTUM L. QUISQUIS (C. 9.8.5) Na een inleiding met het opschrift ‘Occasio et causa constitutionis in l. quisquis. Cod. ad l. Jul. Majestat.’, wordt de tekst van deze constitutie (C. 9.8.5.) in gedeelten gepresenteerd en becommentarieerd. B. was op dat
6
Everhardus Balck
moment nog student. Volgens NNBW I, p. 226 zou het werk in 1625 uitgegeven zijn, maar dit is onjuist. In de mededeling op de laatste pag. (= p. [94] ‘Ad lectorem’) maakt B. er o.a. melding van, dat hij in Franeker met verlof van de Faculteit private colleges m.b.t. de Pandecten en de Instituten gegeven heeft. Deze mededeling ontbreekt in de ed. 1622. 6
Ad intellectum l. quisquis 5. Cod. ad L. J. Majest. liber singularis. Franekerae, excudebat Fredericus Heynsius, 1621. 8°: XVI, 93, I pp. – t.p., cit. uit ‘Seneca in Epist. 33 in fine’, pref. met ded. aan Theodorus Graswinckel (1-12-1621), lofd. van H. Bouritius, tekst, ‘Ad lectorem’. – Aud. M/1621.2. UBL, UBRos, BKEm, SBBerl
7
Ad intellectum … [titel als in nr. 6] singularis. Franekerae, excudebat Fredericus Heynsius, 1622. 8°: XVI, 93, I pp. – t.p., cit. uit ‘Seneca in Epist. 33 in fine’, ded. aan ‘consulibus, scabinis, ac senatoribus civitatis Daventriensis’ (23-4-1622), lofd. van H. Bouritius, tekst. BN
ORATIO DE COMMODIORE PERDISCENDI JURIS CIVILIS RATIONE Deze oratie, gehouden in 1625 bij B.’s aantreden als hoogleraar in Harderwijk, is pas in 1627 uitgegeven en in 1628 c.q. 1629 toegevoegd aan Electorum juris civilis libri duo etc. Zie voor de inhoud van deze oratie Ahsmann, Collegia en colleges, p. 230-232. Ten onrechte dateert zij (op. cit. p. 223 en p. 374) het houden van deze oratie op 1627. 8
Oratio de commodiore perdiscendi juris ratione, habita in illustri gymnasio GelroVelavico, cum praelectiones ordiretur. Hardervici, excudebat Nicolaus à Wieringen, 1627. 8°: XVI, 32 pp. – t.p., cit. uit ‘Seneca in Epist. XXXIII.’, ded. aan de curatoren Henricus ab Essen en Henricus Feith van het gymnasium illustre (Harderwijk, 31-8-1625), tekst oratie. UBL, PBL, UBGött, UBRos, SBBerl, Bodl
ELECTORUM JURIS CIVILIS LIBRI DUO, MET ORATIO DE COMMODIORE PERDISCENDI JURIS CIVILIS RATIONE 9
Electorum juris civilis libri duo in quibus varia juris civilis loca, quaestiones, noviter explicantur, deciduntur, tractantur… Accessit in fine oratio ejusdem de commodiore perdiscendi juris ratione. Hardervici Sycambrorum, excudebat Nicolaus à Wieringen, 1528 (lees : 1628). 8°: XVI, 209, XVI, 32 pp. – t.p., cit. uit: ‘Accius apud A. Gellium 13. Noct. Attic. Cap.2.’ ded. aan Ridderschap en Steden van het kwartier van de Veluwe (Harderwijk, 1-3-1628), lofdd. van H. Bouricius, Jacobus Zevecotius en P. Knyff, tekst Electorum etc., inh., regg., err., (voor de toegevoegde oratie zie hierboven nr.8.) – Er zijn enkele onregelmatigheden in de pag.; in het ex. van de ALEd ontbreekt de oratie. PBL, UBGött, UBRos, SBBerl, ALEd
Everhardus Balck
10
7
Electorum juris civilis … [titel als in nr. 9] tractantur. Accessit in fine oratio ejusdem de commodiore perdiscendi juris ratione. Hardervici Sycambrorum, excudebat Nicolaus à Wieringen, 1629. 8°: Pag. en inh. gelijk aan die van nr. 9. Titeluitgave ?
UBL, Bodl
JEAN BARBEYRAC
Geboren Béziers in Languedoc 1674, overleden Groningen 1744. Studie Lausanne, Genève en Frankfort a/d Oder, aanvankelijk theologie, later ook rechten. Conrector en leraar filosofie en klassieke talen aan het Collège français in Berlijn 1697. Zelfstudie in het natuur- en volkenrecht. Hoogleraar rechten en geschiedenis Lausanne 1711. Promotie tot doctor juris (in absentia) Bazel 1717. Hoogleraar natuur- en volkenrecht Groningen 1717. Boelens, ‘Levenschetsen’, p. 63-64, NNBW I, k. 235-237; Ensink, Academische rouw, p. 675678 (familie Barbeyrac); Dictionary of Dutch Philosophers, vol. I, p. 98-102; Ph. Meylan, Jean Barbeyrac, 1674-1744, et les débuts de l’enseignement du droit dans l’ancienne Académie de Lausanne: contributions à l’histoire du droit naturel, Lausanne 1937; S. C. Othmer, Berlin und die Verbreitung des Naturrechts, waarin ook een bibliografie met betrekking tot de uitgaven van S. Pufendorf, De jure naturae et gentium en zijn De officio hominis is opgenomen, p. 200 – 206. Voor de uitgaven van De officio hominis sluit hierbij aan: K. Luig, ‘Zur Verbreitung des Naturrechts in Europa’ in TvRg 40 (1972) p. 539-557; Frank Ankersmit, ‘Jean Barbeyrac’ in Groniek 37 (1975) pp. 11-17 en 26; Fr. Guida, Jus naturale e jus gentium nell’opera di Jean Barbeyrac (1674–1744): contributo alla storia delle origini della dottrina del diritto internazionale, Napoli, 1981; T. Hochstrasser, ‘Conscience and reason: the natural law theory of Jean Barbeyrac’ in: The Historical Journal 36 (1993) p. 289-308; Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale, présentés par S. Goyard-Fabre (Thesaurus de philosophie du droit) Paris 1996 (zie ook hieronder nr. 160); F. Lomonaco, Tolleranza e libertá de coscienza: filosofia, diritto e storia tra Leida e Napoli nel secolo XVIII (met voorwoord van G.C.J.J. van den Bergh), Napoli 1999; P. Korkman, Barbeyrac and Natural law, Helsinki, 2001; G. M. Labriola, Barbeyrac interprete di Pufendorf e Grozio: dalla costruzione della sovranità alla teoria della resistenza (Pensiero giuridico e politico. Saggi; Nuova serie 1), Napoli, 2003; D. Saunders, ‘The natural jurisprudence of Jean Barbeyrac : Translation as an art of political adjustment’ in: Eighteenh-Century Studies 36.4 (2003) p. 473-490, Fiammetta Palladini, Die Berliner Hugenotten und der Fall Barbeyrac Orthodoxe und ‘Sozinianer’ im Refuge (1685–1720) (Brill’s Studies in Intellectual History, Volume 204), Leiden/Boston 2011. [Nodiging ter begrafenis van Jean Barbeyrac door Daniel Gerdes, h.t. rector magnificus, ] ‘ad exequias Jo. Barbeiracii invitatio’, Groningae, typis Nicolai Jacobi Crans, 1744 (ex. UBL; zie Ensink, Academische rouw, p. 827 (nr. 343); Catalogus Manuscriptorum Ineditorum Jo. Barbeirac, Hagae Comitum 1754 (exx. in UBJena en UBMünch); Bibliotheca Barbeyraciana sive Catalogus exquisitissimae supellectilis librariae, qua usus est … J. Barbeyracius. Hujus publica fiet auctio Groningae die 30 Mart. et seqq. anno 1745. Groningae, apud Georgium et Hajonem Spandaw. 1744. (Microfiche UBG en andere bibliotheken in Nederland naar het ex. in de Bibliotheek van de Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels. Het ex. draagt het nummer 167. De UB Freiburg im Breisgau en de SBBerl bezitten ook een ex. van het orgineel.)
VERTALING IN HET FRANS VAN S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, MET VOORWOORD EN ANNOTATIES VAN B. De eerste uitgave van B.’s vertaling van dit werk van Samuel Pufendorf (1632-1694), waarvan de eerste druk verschenen was in Lund in 1672, verscheen in 1706 in Amsterdam zowel bij Gerard (Gerrit) Kuyper als bij
Jean Barbeyrac
9
Henry (Hendrick) Schelte. Het privilege van de Staten van Holland, Zeeland en West-Friesland van 21-1-1704, is aan beiden gericht. De uitgave werd door Jean Leclerc (zie over hem de kopnoot bij nr. 149) besproken in zijn Bibliothèque choisie, Année 1706 Tome IX. A Amsterdam, chez Henri Schelte, 1706, p. 387-410, waarbij Leclerc zeer lovend was over B.’s vertaling. Zie over Pufendorf, zijn De jure naturae et gentium alsmede zijn De officio hominis en de vertalingen die B. van beide werken maakte, ook Pierre Laurent, Pufendorf et la loi naturelle. Paris 1982. 11
Le droit de la nature et des gens, ou système général des principes les plus importans de la morale, de la jurisprudence, et de la politique. Traduit du Latin de feu Mr. le baron de Pufendorf, par Jean Barbeyrac. Avec des notes du traducteur, où il supplée, explique, défend et critique les pensées de l’auteur: et une préface, qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Gerard Kuyper, 1706. 4°: Twee dln. in één bd., elk met eigen t.p.en pag.: VIII, XCVI, 550 pp.; IV, 472, XXXV, I pp. – I: t.p., ded. aan de koning van Pruisen (ongedat.), ‘Sommaire de la préface.’, ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), priv. van de Staten van Holland voor Hendrick Schelte en Gerrit Kuyper (Den Haag, 21-1-1704), inh. dl. I, tekst Boeken I-IV; II: t.p., inh. dl. II, tekst Boeken V-VIII, regg., err. in dl. I, err. in dl. II. – Op de laatste p. van dl. II (p. XXXV) ‘Achevé d’ imprimer le 2 Mars 1706’. – STCN. UBA, UBG, UBU, KB, UBFrei, UBTüb, HAAB, BKEm, SBBerl, ÖNB, BULau, UBAntw, EBHC, BN, BUCSC, GUL, ALEd
12
Le droit de la nature et des gens, … [titel als in nr. 11] l’ouvrage. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Henri Schelte, 1706. 4°: Twee dln. in één bd., pag. en inhoud gelijk aan die van nr. 11. – Op de laatste p. van dl. II (p. XXXV) ‘Achevé d’imprimer le 2 Mars 1706’. UBU, VP, UBLeip, BSB, MPI, UBAntw, BUS
VERTALING IN HET FRANS VAN S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, MET B.’S NADER UITGEWERKTE VOORWOORD EN ANNOTATIES, ALSMEDE ZIJN ORATIO DE DIGNITATE In de §§ 6-11 van zijn nader uitgewerkte zeer uitgebreide voorwoord bij de tweede druk van zijn vertaling gaat B. uitvoerig in op de zedenleer van de kerkvaders, die hij veroordeelt. In wezen gaat het daarbij om een uitwerking van § 6 van zijn voorwoord bij de uitgave van 1706. B.’s opmerkingen zijn voor de Benedictijner pater Remy Ceillier (1688-1761) aanleiding geweest tot een weerlegging van het in de genoemde §§ door B. gehuldigde standpunt met het boek: Apologie de la morale des pères de l’église: contre les injustes accusations du sieur Jean Barbeyrac, A Paris, chez Emery fils, 1718. Op dit werk heeft B. weer gereageerd: zie hieronder nrs. 139 en 140. Zie over B.’s benadering van de zedenleer van de kerkvaders ook J. van Eijnatten, ‘The Church Fathers assessed. Nature, Bible and Morality in Jean Barbeyrac’ in: De Achttiende Eeuw jg. 35 (2003) 15-25.
10
Jean Barbeyrac
Ook in Engeland hebben deze §§, die in 1720 apart in het Engels zijn vertaald, tot discussie geleid. Zie hieronder nr. 27. In het voorbericht bij deze tweede druk (p. VIII) merkt B. op dat hij de boeken VI, VII, en VIII van zijn vertaling en becommentariëring in strijd met zijn gewoonte door tijdgebrek niet zo nauwgezet heeft kunnen bewerken en verbeteren als hij gedaan had bij de boeken I-V vanwege zijn vertrek naar Lausanne in verband met zijn benoeming aldaar. Dat aan de ed. Amsterdam 1712 de tweede druk van B.’s 19-3-1711 in Lausanne gehouden Oratio de dignitate et utilitate juris ac historiarum et utriusque disciplinae amica conjunctione is toegevoegd, wordt niet op de t.p. vermeld. B. heeft voor deze toevoeging toestemming verleend aan De Coup, die een tweede druk van deze oratie ook al ‘apart’ had gedrukt (cf. hieronder nr. 78). Volgens Goyard-Fabre in Jean Barbeyrac, Écrits de droit et de morale p. 15, noot 6, is deze tweede ed. in 1712 nagedrukt in Parijs. Othmer vermeldt deze roofdruk ook in haar hierboven genoemde bibliografie (p. 200). Ik heb daarvan geen ex. kunnen vinden. Daarmee is ook niet bekend of in deze druk de Oratio de dignitate et utilitate juris is opgenomen, maar het is mogelijk. Op basis van de hierboven reeds genoemde ‘introduction’ van W. Simons maakt Othmer (p. 200) ook nog melding van een ‘Französische Übersetzung Barbeyracs, Frankfurt/Main, 1717’. Ook van deze ‘Übersetzung’ heb ik geen ex. kunnen vinden. Simons geeft bij zijn vermelding van deze uitgave (p. 64a) ook geen bibliotheek aan, waar zich een ex. van deze uitgave zou bevinden. In 1732 verscheen in Bazel een herdruk van de uitgave van B.’s vertaling, zoals die in 1712 gedrukt was door De Coup, echter zonder B.’s toestemming of medewerking (zie hieronder nr. 14). Op de t.p. wordt deze druk vermeld als de vierde editie van B.’s vertaling. In Othmer’s bibliografie (p. 200) staat deze Bazeler roofdruk als de derde editie van B.’s vertaling vermeld. B.’s ‘Oratio de dignitate etc.’ is daarin ook opgenomen en wel met de vermelding ‘Editio quarta auctior et emendatior’. Van deze Bazeler roofdruk zijn in 1987-’89 en 2009 aan de Universiteit van Caen fotomechanische herdrukken gemaakt (zie hieronder bij nr. 14) 13
Le droit de la nature et des gens, … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Seconde édition, revue et augmentée considérablement. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1712. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., met twee stukken, waarvan het tweede – in dl. II – ook met eigen pag.: IV, CXXXVI, 613, I pp.; IV, 506, XXXIV, IV, 28 pp. – I: portr. S. Pufendorf, t.p., ded. van B. aan Jean Jaques Sinner, o.a. ‘bailli de Lausanne’ (Lausanne, 15-31712), ‘Avertissement sur cette nouvelle édition’ (Lausanne, 15-3-1712), ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), err. voor dl. I en voor dl. II (onderaan de betreffende pag. ‘Cette seconde edition a été achevée d’imprimer le 25 Juillet 1712’), priv. van de Staten van Holland etc. voor Hendrick Schelte en Gerrit Kuyper (Den Haag, 24-1-1704) met de toevoeging: ‘Mr. Henri Schelte et la veuve de feu mr. Gerard Kuyper ont cedé leur privilège à mr. Pierre de Coup suivant l’accord fait entr’eux.’ (ongedat.), inh. dl. I, tekst Boeken I-IV; II: t.p., inh. dl. II, tekst Boeken V-VIII, regg.; t.p. ‘Oratio inauguralis de dignitate et utilitate juris ac historiarum et utriusque disciplinae amica conjunctione. Editio secunda auctior et emendatior, Amstelodami, apud Petrum de Coup, 1712’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4-
Jean Barbeyrac
11
1711), tekst oratie. – Fouten in de pag. van dl. II: p. 54 gepag. als p. 44 en p. 160 als p. 260. – STCN. UBA, UBG, UBN, UBR, UBVU, KB, VP, UBHei, UBKöln, UBRos, UBTüb, HAAB, LBAu, MPI, SBBerl, WLBS, UBBern, BULau, UBGent, KBBr, BNN, Bodl, CUL, BL, Harv
14
Le droit de la nature et des gens, … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage, quatrième édition, revue et augmentée considérablement. Tome premier [second]. A Basle, chez E. & J.R. Thourneisen, frères, 1732. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., met twee stukken, waarvan het tweede – in dl. II – ook met eigen pag.: IV, CXXXIV, 613, I pp.; IV, 506, XXXIV, 20 pp. – I: port. van S. Pufendorf, t.p. ded. van B. aan Jean-Jaques Sinner, o.a. ‘bailli de Lausanne’ (Lausanne, 15-31712), ‘Avertissement sur cette nouvelle édition’, ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), inh., tekst Boeken I – IV; II: t.p., inh., tekst Boeken V-VIII, regg.; t.p. ‘Oratio de dignitate etc. Editio quarta auctior et emendatior. Basileae, apud E. et J. Thurnisios fratres, 1732.’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4- 1711), tekst oratie. VP, UBAug, UBHal, UBJena, UBRos, BSB, BULau, UBAntw, BUCaen, BUCSC, BUU, Bodl, LC, Harv Fotomechanische herdrukken van deze ed.: 1. Le droit de la nature etc., Caen, Centre de philosophie politique et juridique de l’université de Caen, 1987 (2 dln., CXXXIV, 613 en 506, 20 pp. met ‘Notes bibliographiques en bas de page’) o.a. in BUS en BURenn 1. 2. Le droit de la nature etc., Caen, Centre de philosophie politique et juridique, 1989 (2 dln. CXXXIV, 613 en 506 pp.), o.a. BUCaen, MPIH en BStLB. 3. Le droit de la nature etc., Caen, Université de Caen-Basse Normandie, 2009 (2 dln. CXXXIV, 613 en 506, [34] pp.), o.a. in BUCaen en VP.
VERTALING IN HET FRANS VAN S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, MET B.’S NADER UITGEWERKTE VOORWOORD EN ANNOTATIES EN ZIJN ORATIONES DE DIGNITATE, DE STUDIO JURIS EN DE MAGISTRATU FORTE PECCANTE In het voorbericht van deze nieuwe druk uit 1734 (p. XIII) stelt B. dat deze ed. eigenlijk de derde was. Omdat in 1732 een druk was verschenen van een ‘contrefacteur’, die zijn druk als de vierde had gepresenteerd (zie hierboven nr. 14), was er toch voor gekozen deze nieuwe ed. de vijfde te laten zijn, waarbij de roofdruk die in 1712 in Parijs verschenen was kennelijk als de derde was geaccepteerd. Verder vermeldt B. in dit voorbericht (p. XX), dat hij Pierre de Coup in 1712 toegestaan had, zijn in 1711 te Lausanne gehouden inaugurele rede aan de tweede druk van Le droit de la Nature et des gens toe te voegen, omdat De Coup deze ook al apart gedrukt had (zie hieronder nr. 78). B. verklaart nu aan de erfgenamen van De Coup toestemming verleend te hebben behalve deze rede, ook zijn ooit door De Coup gedrukte ‘harangue’ over de vraag of een predikant een ernstig zondigende magistraat vanaf de kansel aan de kaak mag stellen aan de nieuwe heruitgave toe te voegen, maar dan samen met zijn in
12
Jean Barbeyrac
1717 te Groningen gehouden inaugurele rede. De drie redes die aan deze uitgave zijn toegevoegd, zijn derhalve: – De dignitate et utilitate juris historiarum et utriusque disciplinae amica conjunctione, uit 1711, – De studio juris recte instituendo, uit 1717 en – De magistratu forte peccante, e pulpitis sacris non traducendo, uit 1721. Zij zijn sindsdien in elke herdruk van Le droit de la nature et des gens opgenomen, of het nu gaat om een ‘legitieme’ dan wel een roofdruk. Zie voor de afzonderlijke en andere drukken van deze oraties respectievelijk hieronder de nrs. 77-79, 96-98 en 122-124. De ed. Londen 1740 (hieronder nr. 17) is een roofdruk. De typografie en ornamentiek van de t.p. doen Frans aan, wat wel past bij de drukker, Jean Nours, die waarschijnlijk uit Frankrijk afkomstig was. Ook voor de ed. Basle 1750 (hieronder nr. 18) geldt, dat het in wezen een roofdruk is. Met de totstandkoming van de ed. Amsterdam 1734 (hieronder nr. 15) heeft B. zich zelf nog bemoeid. De ed. Leiden 1759 (hieronder nr. 19) is een – op basis van B.’s aantekeningen bij zijn eigen exemplaar van de uitgave van 1734 – verbeterde heruitgave van de toen verschenen vijfde editie. M. m. geldt hetzelfde voor de ed. Leiden 1771 (zie hieronder nr. 20). 15
Le droit de la nature et des gens … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Cinquième édition, revue de nouveau et fort augmentée. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez la veuve de Pierre de Coup, 1734. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., met vier stukken, waarvan de laatste drie – in dl. II – tesamen ook met eigen doorlopende pag.: II, CXXVI, 716 pp., IV, 613, XXXVII, 52, II pp. – I: portr. van S. Pufendorf, t.p., ded. van B. aan Jean Jaques Sinner, gewezen ‘bailli de Lausanne etc.’ (Groningen, 5-9-1733), ‘Avertissement sur cette cinqième édition.’ (Groningen, 5-9-1733), ‘Préface du traducteur’ (= B.; ongedat.), priv. van de Staten van Holland etc. aan Pierre de Coup om het boek 15 jaar lang te mogen drukken (’s-Gravenhage, 14-10-1730), inh. dl. I, [uitslaand portr. van B.], tekst Boeken I-IV; II: t.p., inh. dl. II, tekst Boeken V-VIII, regg.; fr.t.p. ‘Oratio inauguralis de dignitate et utilitate juris ac historiarum et utriusque disciplinae amica conjunctione. Editia tertia, emendatior.’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst oratie; fr.t.p. ‘Oratio inauguralis de studio recte instituendo. Editia secunda, emendatior.’, tekst oratie; fr.t.p. ‘Oratio de magistratu forte peccante, e pulpitis sacris non traducendo. Editio secunda, emendatior, et in notis auctior.’, tekst; err. – Het ex. van de PBL heeft geen portr. van Pufendorf en van B. – STCN, NUC. UBG, UBL, UBM, UBT, UBU, PBL, VP, ZBM, UBDüss, UBFrf, UBGött, UBHam, UBRos, LBMV, MPI, SBBerl, WLBS, UBBas, UBBern, BULau, NBBu, BN, BL, ALEd, GUL, LC, Harv, NYPL
16
Le droit de la nature et des gens … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Cinquième édition, revûe de nouveau, et fort augmentée. Tome premier [second]. A Amsterdam, et se vend a Paris, chez Briasson, 1734. 4°: Titeluitgave van nr. 15. – In dl. I is p. 707 gepag. als 607 en in dl. II p. 357 als 358. – UBN bezit alleen dl. I. – STCN. UBN, KB, UBKöln, NBBern, UBGent
Jean Barbeyrac
17
13
Le droit de la nature et des gens … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur; et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Nouvelle édition, revue de nouveau et augmentée considérablement. Tome premier [second, troisième]. A Londres, chez Jean Nours, 1740. 4°; Drie dln., elk met eigen t.p. en pag., met vier stukken, waarvan het tweede, derde en vierde in dl. III: CLXXIV, 359, I pp.; IV, 576 pp.; IV, 503, I pp. – I: t.p., ded. (als bij nr. 15), ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), inh. dl. I, tekst Boeken I-II, privilege Staten van Holland (Den Haag, 14-10-1730); II: inh. dl. II, tekst Boeken III-V; III: inh. dl. III, tekst Boeken VI-VIII; fr.t.p. ‘Oratio inauguralis de dignitate etc. Editio quarta, emendatior’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst oratie; fr.t.p. ‘Oratio inauguralis de studio juris etc. Editio tertia, emendatior’, tekst oratie; fr.t.p. ‘Oratio de magistratu etc. Editio tertia, emendatior et in notis auctior’, tekst oratie, regg.. – NUC. VP, SBBerl, BULau, UBAntw, KBBr, BN, BUCSC, ALEd, Harv, PUL
18
Le droit de la nature et des gens, … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Sixième édition, revue de nouveau et fort augmentée. Tome premier [second] A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1750. 4°: Twee dln. (soms in één bd., soms in twee), elk met eigen t.p. en pag., met vier stukken, waarvan het tweede, derde en vierde - in dl. II – tesamen ook met eigen doorlopende pag.: II, XVI, 96, II, 716; IV, 613, XXXVII, 53, I pp. – I: portr. van S. Pufendorf, t.p. (priv. in tit.), ded. (als bij nr. 15), ‘Avertissement sur cette sixième édition.’, ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), inh. dl. I, tekst boeken I-IV; II: t.p., inh. dl. II, tekst boeken V-VIII, regg.; fr. t.p. ‘Oratio inauguralis de dignitate etc. Editio tertia, emendatior. Basle, 1750’, ded. aan het stadsbestuur van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst; fr.t.p. ‘Oratio inauguralis de studio juris etc. Editio tertia, emendatior. Basle, 1750’, tekst; fr.t.p. ‘Oratio de magistratu forte peccante etc. Editia tertia, emendatior et in notis auctior. Basileae 1750’, tekst oratie. – De VP bezit twee exx., waarvan één zonder portr. van Pufendorf. UBG, ThUKam, UBU, VP, UBDüss, UBGrei, HAAB, ÖNB, BUS, BUBol, BUU, BNN, ULon, BL
19
Le droit de la nature et des gens … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Nouvelle édition faite d’après un exemplaire retouché de nouveau, et augmenté de la main de mr. Barbeyrac. Tome Premier [Second]. A Leide, chez J. de Wetstein, 1759. 4°: Twee dln. in één bd., elk met eigen t.p. en pag. met vier stukken, waarvan het tweede, derde en vierde – in dl. II – tesamen ook met eigen doorlopende pag.: VIII, VIII, CXIV, 680 pp.; VIII, 613, XXXVII, 53, I pp. – I: fr.t.p., front., t.p., portr. van S. Pufendorf, ‘Avertissement du libraire’, ‘Avertissement de l’editeur sur la cinquième édition’, ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), err. in de pref., inh. dl I., tekst Boeken I-IV; II: fr. t.p., portr. van B., t.p., inh. dl II, tekst Boeken V-VIII, regg.; fr. t.p.: ‘Oratio inauguralis de dignitate etc.. Editio tertia, emendatior’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst oratie; fr. t.p.: ‘Oratio inauguralis de studio juris etc. Editio secunda, emendatior’, tekst oratie; fr. t.p.: ‘Oratio de magistratu forte peccante etc. Editio secunda, emendatior et in notis auctior’, tekst oratie, err. dl. II – STCN, NUC. UBA, UBL, UBM, UBN, UBU, UBVU, VP, UBHam, UBAntw, BN, BUPad, Harv, PUL
20
Le droit de la nature et des gens … [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur; et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Tome premier [second]. Nouvelle édition faite d’après un exemplaire retouché de nouveau, et
14
Jean Barbeyrac
augmenté de la main de mr. Barbeyrac. A Leide, chez J. de Wetstein, et se trouve a Lyon, chez Jean-Marie Bruyset, 1771. 4°: Twee dln. elk met eigen t.p. en pag. met vier stukken, waarvan het tweede, derde en vierde – in dl. II – tesamen ook met eigen doorlopende pag.: II, CIV, 680 pp.; VI, 613, XXXVII, 52 pp. – I: fr.t.p. ‘Le droit de la nature et des gens. Tome premier.’, t.p., portret van S. Pufendorf, ded. (als bij nr. 15), ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), inh. dl. I, tekst Boeken I-IV; II: fr.t.p. ‘Le droit de la nature et des gens. Tome second.’, t.p., inh. dl. II, tekst Boeken V-VIII, regg., fr.t.p. ‘Oratio de dignitate etc. Editio tertia, emendatior.’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst oratie; fr. t.p. ‘Oratio inauguralis de studio juris etc. Editio secunda, emendatior.’, tekst oratie; fr. t.p. ‘.’Oratio de Magistratu forte peccante etc. Editio secunda, emendatior et in notis auctior, tekst oratie. – STCN. UBA, VP, BSB, NBBern
21
Le droit de la nature et des gens... [titel als in nr. 11] Barbeyrac. Avec des notes du traducteur et une préface qui sert d’introduction à tout l’ouvrage. Tome premier [Second]. Nouvelle édition faite d’après un exemplaire retouché de nouveau, et augmenté de la main de mr. Barbeyrac. A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1771. 4°: Twee dln.met eigen t.p. en pag., met vier stukken, waarvan de laatste drie - in dl. II - ook met eigen pag.: IV, CIV, II, 680 pp.; VI, 613, XVIII, 52 pp. – I: t.p. ‘Préface du traducteur.’ (= B.; ongedat.), inh. dl. I, tekst Boeken I-IV; II: t.p., inh. dl. II, tekst Boeken V-VIII, regg.; fr.t.p. ‘Oratio inauguralis de dignitate etc. Editio tertia, emendatior.’, ded. aan het bestuur van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst oratie; fr.t.p. ‘Joannis Barbeyracii, Oratio de studio juris etc. Editio tertia, emendatior’, tekst oratie, fr.t.p. ‘Joannis Barbeyracii, Oratio de magistratu, forte peccante, etc. Editio tertia, emendatior, et in notis auctior’, tekst oratie. UBHal, NBBern, UBGent, KBBr, BUAngers, BUU, Bodl, PUL
S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE, ENGELSE VERTALING, MET GEBRUIKMAKING VAN B.’S VERTALING EN MET TOEVOEGING VAN ZIJN ANNOTATIES Blijkens de ondertekening van de dedicatie is deze uitgave verzorgd door Basil Kennett (1674-1715), een dr. in de theologie, oudheidkundige, fellow en later president van Corpus Christi College in Oxford, die behalve dit werk ook verscheidene andere vanuit het Frans in het Engels heeft vertaald.25 De eerste editie van zijn Engelse vertaling van dit werk verscheen in 1703: Of the law of nature and nations: eight books, written in Latin by the baron Pufendorf; translated into English, from the best edition, with a short introduction. Oxford, printed by L. Lichfield, 1703 (o.a. in VP). De tweede editie (hieronder nr. 22) is de eerste, waarbij gebruik is gemaakt van B.’s vertaling in het Frans, zoals die in 1706 verschenen was (zie hierboven nrs. 11 en 12). Bij de totstandkoming van de derde editie (hieronder nr. 23) is gebruik gemaakt van de uitgave Amsterdam 1712 (hierboven nr. 13). Behalve de genoemde Kennett hebben ook William Percivale, M.A., student van Christ Church, en ‘reverend’ Itchiner aan de vertaling meegewerkt. Percivale is verantwoordelijk voor de
25 Zie over hem ook The Oxford History of Literary Translations in English, vol. 3 (1660-1790), Stuart Gillespie and David Hopkins, ed., Oxford Univerity Press, 2005, p. 528.
Jean Barbeyrac
15
vertaling van boek V van De jure naturae et gentium, hetgeen ook bij boek V vermeld staat, en Itchiner voor die van boek VIII zonder dat dat vermeld wordt bij dit boek. 22
Of the law of nature and nations. Eight books. Written in Latin by the baron Pufendorf. Translated into English. The second edition carefully corrected, and compared with Mr. Barbeyrac’s French translation; With the addition of his notes, and two tables. Oxford, printed by L. Lichfield, for A. and J. Churchil, et al., 1710. Fol.: [XXIV(?)], 724, [22?] pp. – t.p., ded. van B. Kennett aan Sir Nathan Wright, merchant of London (ongedat.), pref. (van B. Kennett), inh., tekst, regg. UBVU, VP, Bodl, ULon, LC, Harv, PUL
23
Of the law of nature and nations. Eight books. Written in Latin by the baron Puffendorf. Done into English by Basil Kennet. The third edition: carefully corrected, with two tables. To which are now added all the large notes of Mr. Barbeyrac, translated from his last edition, printed at Amsterdam, in 1712. London, printed for R. Sare, R. Bonwicke et al., 1717. Fol.: XXIV, 212, 242, 168 (gepag. 221-390), 123 (gepag. 453-577), I, 131 pp. – t.p., ded. van B. Kennett aan Sir Nathan Wright (ongedat.), pref. (van B. Kennett), inh., tekst, regg. – In de pag. komen talrijke fouten en omissies voor. De voetnoten die ontleend zijn aan B. worden, behalve bij de boeken 7 en 8, steeds met zijn naam erbij vermeld. VP, BSB, Bodl, BL, GUL, NLS, LC, Harv, PUL
S. PUFENDORF DE JURE NATURAE ET GENTIUM, ENGELSE VERTALING, MET GEBRUIKMAKING VAN B.’S VERTALING, MET TOEVOEGING VAN ZIJN NADER UITGEWERKTE VOORWOORD VOLGENS DE EDITIE AMSTERDAM 1712 EN ZIJN ANNOTATIES Deze editie, de vierde, werd verzorgd door George Carew, vermoedelijk solicitor in Londen en o.m. de auteur van Fraud and violence etc., London 1662, en van Lex talionis, Londen 1682. Hij heeft ook B.’s voorwoord bij de uitgave van 1712 (zie hierboven onder nr. 13) in Engelse vertaling toegevoegd als een apart onderdeel van deze uitgave met de titel: ‘An historical and critical account of de science of morality, and the progress it had made in the World, from the earliest times down to the publication of Pufendorf of the Law of nature and nations: In a prefatory discourse to the said work by mr. Barbeyrac, now done into English from the French of the author; together with the authorities and notes in the margin, by mr. Carew of Lincolns-Inn.’ Daarbij heeft Carew de 33ste en laatste § weggelaten ‘… relating wholly to the text, notes and indexes of mr. Barbeyrac’s French translation of Pufendorf’ en als zodanig ‘of no use to the English reader.’ De vijfde editie van deze Engelse vertaling, verschenen in 1749 (hieronder nr. 26), zou zijn verzorgd door John Barrow. Van de editie London 1729 is in 2005 een fotomechanische herdruk verschenen (zie hieronder bij nr. 25).
16
24
Jean Barbeyrac
Of the law of nature and nations. Eight books. … [titel als in nr. 23] Kennet. To which are added all the large notes of Mr Barbeyrac, translated from the best edition; together with large tables to the whole. The fourth edition carefully corrected. To which is now prefixed Mr Barbeyrac’s prefatory discourse, containing An historical and critical account of the science of morality and the progress it has made in the world from the earliest times down to the publication of this work. Done into English by Mr. Carew of Lincoln’s-Inn. London, printed for J. and J. Knapton et al., 1728. Fol. [28], 84, 480, 477 – 878, [24] pp. – ...(niet gezien). – p. 40, 41, 42 en 43 ontbreken in de pag. van de 84 pp. (eerste telling) ... (niet gezien). MPI, ExCL, ULEd, PUL
25
Of the law of nature and nations. Eight books. … [titel als in nr. 24] Carew of Lincoln’s-Inn. London, printed [by Sam. Aris] for J. Walthoe, R. Wilkin, et al., 1729. Fol, XXIV, IV, 88, 878, XXI pp. – t.p., ded. van B. Kennett aan Sir Nathan Wright (ongedat.), pref. (van B. Kennett), inh., t.p. ‘An historical and critical account of the science of morality, and the progress it has made in the world from the earliest times down to the publication of Pufendorf of the law of nature and nations: in a prefatory discourse to the said work, by Mr. Barbeyrac. Now done into English from the French of the author, together with the authorities and notes in the margin, by Mr. Carew of Lincoln’s-Inn. London, printed for J. Walthoe, e.a., 1729’, err., tekst ‘An historical and critical account etc.’, tekst ‘Of the law of nature and nations etc.’, regg.. – NUC. VP, BL, PGLDur, ULAb, LC, Harv, PUL Fotomechanische herdruk: Of the law of nature and nations. Eight books. … [titel als in nr. 24] down to the publication of this work, done into English by Mr. Carew. Clark, N.J., Lawbook Exchange, 2005. (37 cm.: 88, 678 pp.), o.a. in VP en LC.
26
Of the law of nature and nations: or, a general system of the most important principles of morality, jurisprudence, and politics. In eight books. Written in Latin by Pufendorf. Done into English by Basil Kennet. To which is prefix’d M. Barbeyrac’s prefatory discourse, containing An historical and critical Account of the Science of Morality, and the Progress it has made in the world, from the earliest Times down to the Publication of this work. Done into English by Mr. Carew. To which are now added all the large notes of Mr. Barbeyrac, translated from his fourth and last edition together with large tables to the whole. The fifth edition, carefully corr. London, printed for J. and J. Bonwicke et al., 1749. Fol.: [20], 75, I, 883, [23] pp. – t.p., ded. van J. Barrow aan Sir William Lee, pref. van B. Kennett (?), met een toevoeging van J. Barrow, err., inh., tekst ‘An historical and critical account of the science of morality, etc.’, tekst ‘Of the law of nature and nations etc.’, regg. (?) – NUC. BL, Bodl, ULon, ULLeeds, YMLib, Harv, PUL
THE SPIRIT OF THE ECCLESIASTICKS In 1722 verscheen in Londen een boekje met de Engelse vertaling van de §§ 611 van B.’s voorwoord bij zijn vertaling van Pufendorf’s De jure naturae et gentium, zoals gepubliceerd in de ed. Amsterdam 17. De vertaler verschool zich achter het pseudoniem ‘a gentleman of Gray’s Inn’. Het geschrift was voorzien van een voorwoord van ‘the author of the Independent Whig’. Bij de
Jean Barbeyrac
17
laatste gaat het om Thomas Gordon (ca. 1692- 1750). ‘The Independent Whig’ was een tussen 1720 en 1723 wekelijks verschijnend tijdschrift, dat Gordon samen met John Trenchart uitgaf. In deze Engelse vertaling worden de §§ waarom het gaat, overigens niet aangegeven. De tekst loopt gewoon door en de noten zijn aangepast. Tegen deze Engelse publicatie verscheen in 1723 een geschrift met de titel: The spirit of infidelity detected. In answer to a scandalous pamphlet, intituled The spirit of the ecclesiasticks of all sects and ages, as to the doctrines of morality and more particularly the spirit of the ancient Fathers of the Church, examined by Mons. Barbeyrac. In which the fathers are vindicated, the gross falshoods of that writer exposed and his innummerable inconsistences, as well as those of the Independent Whig, his infidel prefacer, are fully lay’d open. By a believer. London, printed for T. Payne, 1723 (exx. o.a. in BL, Bodl en CUL). De schrijver bleek Zachary Grey, rector of Houghton Conquest in Bedfordshire (1688-1766) te zijn. In 1735 verscheen een tweede editie van dit werk: The spirit of infidelity detected, in answer to a scandalous pamphlet, intituled The spirit of the ecclesiasticks of all sects and ages, as to the doctrines of morality and more particularly the spirit of the ancient Fathers of the Church, examined by Mons. Barbeyrac. In which the fathers are vindicated, the gross falshoods of that writer exposed and his innummerable inconsistences, as well as those of the Independent Whig, his infidel prefacer, are fully laid open. By Zachary Grey. The second edition corrected and enlarg’d. To which is added, a preface, in answer to M. Barbeyrac’s short invective against Dr. Waterland prefixed to his last French edition of Pufendorf De officio hominis et civis, London, printed for J. Clarke, 1735 (exx. o.a. in BL, Bodl en CUL). Het laatste deel van de titel verwijst naar de vijfde editie van B.’s vertaling van dit werk van Pufendorf (zie hieronder nr. 44), in het voorwoord waarvan B. ingaat op de kritiek van deze Daniel Cosgrove Waterland (1683-1740), een Engels theoloog en verdediger van de orthodoxie (zie over hem R.T. Holtby, Daniel Waterland, 1683-1740, a story in eighteenth century orthodoxy, Carlisle, 1966). 27
The spirit of the ecclesiasticks of all sects and ages, as to the doctrines of morality and more particularly the spirit of the ancient Fathers of the Church, examin’d by Mons. Barbeyrac. Translated from the French by a gentleman of Gray’s-Inn. With a preface by the author of the Independent Whig [i.e. Thomas Gordon]. London, printed for J. Peele, 1722. 8°: VIII, 72 pp. – t.p., ‘The Preface’ (van [Thomas Gordon]), tekst met als opschrift ‘The History of Morality’ – NUC. o.a. BL, Bodl, CUL, ULLiv, NLS, LC, Harv
S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, DUITSE VERTALING, MET DE ANNOTATIES VAN J.N. HERTIUS, B. EN ANDEREN In 1998 is van deze uitgave uit 1711 een fotomechanische herdruk gemaakt naar het ex. van dit werk, dat berust in NLH. Het formaat van deze herdruk, die in 2001 herhaald is, is iets kleiner dan het origineel.
18
28
Jean Barbeyrac
Des Herrn Samuels Freyherrn von Pufendorfs Acht Bücher Vom Natur- und Voelkerrechte mit des weitberühmten JCti Johann Nicolai Hertii, Johann Barbeyrac, und anderer Hoch-Gelehrten Männer außerlesenen Anmerckungen erläutert und in die teutsche Sprach übersetzet. Franckfurt am Mäyn, in Verlag von Friedrich Knochen, Druckts Johann Balthasar Wächter, 1711. 4°: 2 dln. met eigen t.p. en pag.: II, XXX, 1036; II, 1020, CXVIII pp. – I: portr. van S. Pufendorf, t.p., ded. van Friedrich Knoch aan Georg Ludewig, hertog van Brunswijk en Luneburg, etc. (Frankfurt, 23-4-1711), keizerlijk privilege voor Friederich Knoch (Wenen, 254-1708), pref. (van Friedrich Knoch; Frankfurt, 8-4-1711), inh., ‘Ordnung dieses Wercks’ (gedrukt op één blad dat uitsteekt naar boven), tekst Boeken I-IV; II: t.p., tekst Boeken VVIII, reg. – NUC. SLBD, UBDüss, UBLeip, SBBerl, UBBern, ÖNB, LC Fotomechanische herdrukken van deze ed.: 1. Acht Bücher vom Natur- und Völkerrecht etc. Hildesheim-Zürich-New York, Georg Olms Verlag, 1998 o.a. in UBN, UBGött, UBHal, FUBerl, NLH. 2. Acht Bücher vom Natur- und Völkerrecht etc. 2. Nachdr. der Ausg. Frankfurt/Main, 1711. Hildesheim-Zürich-New York., Georg Olms Verlag, 2001 (2 dln. met eigen t.p. en pag. ) o.a. in HAAB, UBGött, FUBerl, DNB.
S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE, HERUITGAVE VERZORGD DOOR G. MASCOVIUS, MET DE COMMENTAREN VAN J. N. HERTIUS EN VAN B. MET EEN HERUITGAVE VAN ERIS SCANDICA 29
Zie onder Gottfried Mascovius, hieronder nrs. 389-393.
S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, ITALIAANSE VERTALING DOOR G. ALMICI, MEDE OP BASIS VAN DIE VAN B. Hoewel noch op de t.p. noch elders in het boek de naam van B. genoemd wordt, wordt algemeen aangenomen, dat B.’s vertaling van dit werk van Pufendorf aan deze Italiaanse vertaling ten grondslag ligt (zie o.a. Stefania Stofella, ‘Il diritto di resistenza nel Settecento italiano. Documento per la storia delle traduzione de De jure naturae et gentium di Pufendorf’ in: Laboratoire italien politique et société, 2-2001, p. 173-199). 30
Il diritto della natura e delle genti o sia sistema generale de’ principii li più impor-tanti di morale, giurisprudenza e politica di Samuele … di Pufendorf rettificato, accressiuto, e illustrato da Giovambatista Almici Bresciano. Tomo primo [secondo, terzo, quarto]. In Venezia, appresso Pietro Valvasense, 1757-1759. 4°: 4 dln.: XLVIII, 322 pp.; 476 pp.; 395, I pp.; 536 pp. – I: port. Pufendorf, t.p., ded. aan Giovanni Fogliani di Arragona etc., pref. (ongedat.), ‘Discorso preliminare’, ‘Licenze’ (1756), tekst boeken I en II, inh. – II: t.p., tekst boeken III en IV, inh., lijst van intekenaren. – III: t.p., tekst boeken V en VI, inh. – IV: t.p., tekst boeken VII en VIII, inh. err. VP, ÖNB, BUBol, BUMil, BSorm, BNN, LC, Harv
Jean Barbeyrac
19
VERTALING IN HET FRANS VAN G. NOODT, DE JURE SUMMI IMPERII, EN DE RELIGIONE AB IMPERIO LIBERA Het gaat hier om B.’s vertalingen van twee redes van Gerard Noodt, beide gehouden te Leiden bij het neerleggen van het rectoraat, de ene 9-2-1699, de andere 8-2-1705 (zie BGNR Leiden nrs. 436 en 451). Behalve in de ed. Amsterdam 1775 zijn B.’s vertalingen van deze redes altijd samen gepubliceerd. Zie met betrekking tot de tweede rede J. van Eijnatten, ‘Gerard Noodt’s Standing in the Eighteenth-Century Dutch Debates on Religious Freedom’ in Nederlands Archief voor Kerkgeschiedenis 79/1 (1999), 74-98. Bij de herdruk van zijn vertaling in 1714 (hieronder nr. 32) voegde B. ook zijn ‘Discours sur la nature du sort’ toe, dat daarmee voor het eerst in druk verscheen (zie verder hieronder nr. 80). B.’s vertalingen van Noodt’s redes zijn ook opgenomen in zijn Recueil de discours sur diverses matières importantes, dat verscheen in 1731 en wel in dl. I, p. 12-231 (zie BGNR Leiden nr. 440, en hieronder nr. 141). Zij zijn ook gepubliceerd in G.M. Labriola, Barbeyrac interprete di Pufendorf e Grozio etc., Napoli 2003, Parte quarta, III.7, 683-696: ‘Considerazioni conclusive sulla formazione della teoria di un diritto di resistenza nel pensiero di Barbeyac: le traduzioni di due discorsi rettorali di Gerard Noodt’, terwijl B.’s ‘préface’ bij deze redes is opgenomen in F. Lomonaco, Tolleranza e libertá de coscienza: filosofia, diritto e storia tra Leida e Napoli nel secolo XVIII (met voorwoord van G.C.J.J. van den Bergh), Napoli 1999, p. 223 e.v. 31
= BGNR Leiden nr. 438.
32
= BGNR Leiden nr. 439.
33
= BGNR Leiden nr. 441.
G. NOODT, DE JURE SUMMI IMPERII EN DE RELIGIONE, MET VOORWOORD EN ANNOTATIES VAN B., ENGELSE VERTALING 34
= BGNR Leiden nr. 442.
35
= BGNR Leiden nr. 443. – NUC.
G. NOODT, DE JURE SUMMI IMPERII, NEDERLANDSE VERTALING MEDE NAAR DIE IN HET FRANS VAN B. 36
= BGNR Leiden nr. 445.
20
Jean Barbeyrac
G. NOODT, DE RELIGIONE AB IMPERIO LIBERA, DUITSE VERTALING, MEDE NAAR DIE IN HET FRANS VAN B. 37
= BGNR Leiden nr. 461.
38
= BGNR Leiden nr. 462.
VERTALING IN HET FRANS VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS ET CIVIS MET B.’S ANNOTATIES Volgens het voorwoord van B. als vertaler bij de uitgave van 1718 (zie hieronder nr. 42) heeft hij dit werk vertaald naar de uitgave van Immanuel Weber (1657- 1726), hoogleraar te Giessen: De officio hominis juxta legem naturalem libri duo … Curante Immanuele Webero. Editio post furtivas undecima, omnium quae hactenus prodierunt, emendatissima; lemmatibus, remissionibus et indice auctior. Francofurti ad Moenum, apud Joh. Maximilian à Sande, 1705 (exx. o.a. in UBHal, NLH en SBBerl) Othmer vermeldt deze uitgave niet, Luig wel, zie TvRg 40 (1972) p. 550, onder nr. 36. Naast deze elfde druk had B. naar zijn zeggen ook de oorspronkelijke uitgave (Londini Scanorum (= Lund) 1673), voortdurend geraadpleegd. Er was overigens al eerder een Franse vertaling van dit werk van Pufendorf verschenen: Les devoirs des hommes et des citoyens, suivant la loi naturelle. Ouvrage composé en Latin par Puffendorf et mis en François par Antoine Teissier. A Berlin, chez Robert Roger, 1696 (exx. o.a. in UBHal, HABW en SBBerl). De Luxemburgse uitgave van B.’s vertaling uit 1708, (hieronder nr. 40), is een roofdruk. Het verschijnen daarvan maakte, zoals B. in zijn voorwoord bij de editie 1715 (hieronder nr. 41) schrijft, een nieuwe uitgave van zijn vertaling noodzakelijk, omdat deze roofdruk veel fouten bevatte en op slecht papier was gedrukt. Vanwege deze roofdruk wordt de herdruk van 1715 overigens als de derde druk aangeduid. Het voorwoord dat B. in 1707 schreef bij de eerste druk van dit werk als ‘Avertissement du traducteur.’ vindt men in alle herdrukken terug, meestal als ‘Préface du traducteur’ met de toevoeging ‘telle à peu près qu’elle étoit dans le prémière édition de MDCCVII.’. Alleen bij de derde druk verscheen dit voorwoord als ‘Avertissement sur la troisième édition.’ De hier onder nr. 39 genoemde eerste druk van B.’s vertaling vindt men besproken door Jean Leclerc in zijn Bibliothèque choisie, Année 1707 Tome XII. A Amsterdam, chez Henri Schelte, 1707, p. 415-419. Leclerc maakt in deze recensie (p. 418) melding van een verschil tussen de uitgave van B.’s vertaling en de uitgaven van De officio hominis, verschenen in Utrecht bij Broedelet, respectievelijk in 1696, 1700 en 1705 (deze jaren noemt Leclerc overigens niet): ‘On trouvera au reste dans cette version, au Livre I Ch. V § 3 et suiv. jusq’au 10 exclusivement, une addition considerable touchant le soin que châcun est obligé d’avoir de son esprit. Cette addition n’est point dans les éditions de ce livre qui ont été faites a Utrecht. … Mr. Barbeyrac rapporte,
Jean Barbeyrac
21
dans sa préface, quelques raisons, qui persuadent que cette addition avoit été faite du consentement de l’auteur. …’ Zie in dit verband ook Les devoirs de l’homme et du citoyen (1707), ‘Avertissement du traducteur.’, p. XII. 39
Les devoirs de l’homme et du citoyen, tels qu’ils lui sont prescrits par la loi naturelle. Traduits du Latin de feu Mr. le baron de Pufendorf, par Jean Barbeyrac. Avec quelques notes du traducteur. A Amsterdam, chez Henri Schelte, 1707. 8°: XLVIII, 376 pp. – t.p., ‘Avertissement du traducteur.’ (= B.; Berlijn, 1-3-1707; met aan het eind een opgave van err.), ‘Préface de l’auteur.’ (= S. Pufendorf; ongedat.; met enkele noten van B.), inh., fondscat. van H. Schelte, tekst, reg. – STCN. UBA, UBL, UBM, UBN, VP, FBGotha, SBBerl, BULau, BULiège, BN, ULon, ALEd, KBK
40
Les devoirs de l’homme et du citoien, … [titel als in nr. 39] Jean Barbeyrac. Avec quelques notes du traducteur. A Amsterdam, et se vend a Luxembourg, chez André Chevalier, 1708. 8°: XXXXIV, IV, 399, I pp. – inh. gelijk aan nr. 39, m.u.v. de fondscatalogus. – STCN. VP, SLBD, MPI, SBTr, UBAntw, UBGent, KBBr, BN, BNF
41
Les devoirs de l’homme et du citoien, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Troisième édition, revue avec soin, et augmentée d’un grand nombre de notes du traducteur. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1715. 8°: LVI, 424 pp. – portr. van S. Pufendorf, t.p., ‘Avertissement sur cette troisième édition.’ (Lausanne, 9-10-1714), ‘Préface du traducteur (= B.). Telle à peu près qu’elle étoit dans la prémière édition de MDCCVII.’ (Berlijn, 1-3-1707)’ ‘Préface de l’auteur.’ (= S. Pufendorf; ongedat.), inh., tekst, reg. – In het ex. van de VP staan zowel op het schutblad als verspeid over de tekst handschriftelijke aantekeningen en verbeteringen. Ook het register bevat handschriftelijke. aanvullingen.- Bij het ex. in UBBern zijn exx. van de tweede druk van B.’s redes ‘sur la permission’en ‘sur le bénéfice des loix’ (zie hieronder nrs. 88 en 91) ingebonden – STCN. UBA, UBT, UBVU, BArn, VP, UBHam, UBMünch, SSBAug, UBBas, UBBern, BN, BL, GUL, ALEd, KBK
VERTALING IN HET FRANS VAN S.PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, MET B.’S ANNOTATIES EN HET OORDEEL VAN LEIBNITZ, INCLUSIEF B.’S REACTIE, ALSMEDE ZIJN REDES ‘SUR LA PERMISSION’ EN ‘SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX’ Gottfried Wilhelm Leibnitz (1646-1716) had zijn oordeel over dit werk van Pufendorf in 1709 anomiem doen verschijnen onder de titel ‘Epistola viri excellentissimi ad amicum, qua monita quaedam ad principia Pufendorfiani operis De officio hominis et civis, continentur’. B. vertaalde dit oordeel in het Frans en nam het op achter de vierde editie van zijn vertaling van De officio hominis et civis etc. tezamen met zijn reactie op dit oordeel onder de titel: ‘Jugement d’un anonyme sur l’original de cet abrégé’ (p. 429 e.v.). Uit een noot in de kantlijn aan het begin van het stuk, geschreven in Groningen in november 1717, blijkt dat B. reeds uit de in 1712 verschenen door A.A.
22
Jean Barbeyrac
Pagenstecher verzorgde uitgave van De officio hominis et civis (zie hieronder nr. 533) had begrepen dat dit stuk van Leibnitz was. Diens overlijden in 1716 maakte de weg vrij zijn naam bij B.’s uitgave in 1718 op de titelpagina te vermelden. Zie over Leibnitz’ kritiek op Pufendorf en B.’s reactie daarop: J.B. Schneewind, ‘Barbeyrac and Leibnitz on Pufendorf’ in Fiammetta Palladini und Gerald Hartung (eds.), Samuel Pufendorf und die europäische Frühaufklärung: Werk und Einfluß eines deutschen Bürgers der Gelehrtenrepublik nach 300 Jahre (1694-1994), Berlin, 1996, 181-189, en Petter Korkman, ‘Voluntarism and moral obligation: Barbeyrac’s defense of Pufendorf revisited’ in Tim. J. Hochstrasser and Peter Schröder (eds.), Early modern natural law theories, contexts and strategies in early Enlightment. Dordrecht etc., 2003, p. 195-224. De tekst van dit ‘Jugement d’un anonyme etc.’ is ook uitgegeven in Jean Barbeyrac, Écrits de droit et de morale, présentés par Simone Goyard-Fabre (hieronder nr. 160), p. (189) 195-234, op basis van de uitgave Amsterdam-Leipzig, 1756 (hieronder nr. 50). Voor de volledige titel van de twee redes van B., die sinds de editie van 1718 altijd aan dit werk zijn toegevoegd, zij verwezen naar de nrs. 88 en 91 hieronder. Tussen 1718 en 1756 zijn successievelijk negen edities van B.’s vertaling van Pufendorfs De officio hominis verschenen. Voor de drukkers was het kennelijk moeilijk in de gaten te houden met welke druk zij bezig waren. Zo zijn – het tweede deel van – de editie, gedrukt door Pierre de Coup in 1722 en 1723 (hieronder nr. 43) en de editie, gedrukt door zijn weduwe en haar voorzoon Gerrit (eigenlijk Willem) Kuyper in 1734 en 1735 (hieronder nr. 44) beide gepresenteerd als de vijfde druk, en zijn er ook twee zesde drukken (zie hieonder de nrs. 45 en 46). Van de vijfde druk uit 1734-’35 is in 1992 een fotomechanische herdruk verschenen, waarvoor het ex. van de HAAB is gebruikt. Het heeft een iets kleiner formaat dan het origineel. Ook van de Londense uitgave bij J. Nours in 1741 zijn facsimile uitgaven gemaakt (zie hieronder bij nr. 46). Othmer maakt in haar bibliografie geen melding van een uitgave van B.’s vertaling die in 1723 in Ulm zou zijn verschenen. Luig doet dat in zijn aanvulling op Othmers bibliografie wel (zie TvRg 40 (1972) p. 552, onder nr. 76). Daarbij beroept hij zich op Meylan, Jean Barbeyrac, 1674-1744, et les débuts de l’enseignement du droit dans l’ancienne Académie de Lausanne, p. 61, nt. 1. Verder noemt Luig een uitgave, die in 1722 in Bazel zou zijn verschenen (zie ibid. onder nr. 74). Van geen van deze uitgaven heb ik een ex. gevonden. Othmer noemt (p. 206) ook nog een andere uitgave: De officio hominis et civis, c. not. J. Barbeyrac. Ingolstadt 1759. Ook hiervan heb ik geen ex. gevonden. De bovengenoemde heruitgave die in 1748 in Genève bij Gosse et Comp. verscheen (hieronder nr. 48) is in wezen een herdruk van de uitgave Amsterdam 1734-1735. Datzelfde geldt voor de editie die in 1756 bij Arkstée en Merkus in Amsterdam en Leipzig verscheen (hieronder nr. 50). In het speciale ‘Avertissement’ bij deze druk wordt overigens vermeld, dat het formaat anders is en wel ‘plus portatif et plus commode qu’un grand octavo.’ Op haar beurt ligt deze ed. weer ten grondslag aan die van Delestre-Boulage in Parijs in 1822 (zie hieronder nr. 51).
Jean Barbeyrac
23
Vanaf de vierde druk gaan aan de eigenlijke tekst van het werk allerlei ‘voorberichten’ vooraf van de hand van B. Het meest uitvoerige daarvan is het voorbericht bij de vijfde druk, ‘Avertissement sur cette cinquième édition.’, in de ed. Amsterdam 1734-’35 (hieronder nr. 44). In dit voorbericht maakt B. o.a. melding van zijn reactie op de aantijgingen van pater Ceillier (zie hierboven de noot bij nr. 13) en van de opmerkingen van Daniel Waterland (zie hierboven de introductie bij nr. 27). In de edd. Trevoux en Londres 1741 komt dit voorbericht voor als ‘Avertissement.’ zonder datering. 42
Les devoirs de l’homme et du citoien, … [titel als in nr. 39] par J. Barbeyrac. Quatrième édition, revue avec soin, et augmentée d’un grand nombre de notes du traducteur, de ses deux Discours sur la permission et le bénéfice des loix; et du Jugement de M. de Leibniz sur cet ouvrage, avec des reflexions du traducteur. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1718. 8°: Twee dln. in één bd., elk met eigen t.p., doorl. gepag, bevattende vier stukken, waarvan twee apart toegevoegd, met eigen t.pp. en pag.: LXIV, 280 pp.; 215 (gepag. 281-495), I, 45, I, 55, I pp. – I: portr. van S. Pufendorf, t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Stad en Lande (Groningen, 15-11-1717), ‘Avertissement sur la troisième et cette quatrième édition.’ (Lausanne, 1-10-1716), ‘Avis posterieur.’ (Groningen, 15-11-1717), ‘Préface du traducteur (= B.). Telle à peu près qu’elle étoit dans le prémière édition de MDCCVII.’ (Berlijn, 1-3-1707), ‘Préface de l’auteur.’ (= S. Pufendorf; ongedat.), inh. met aparte vermelding van de drie toegevoegde stukken, waarvan de laatste twee zonder verwijzing naar een p., tekst Boek I; II: tekst Boek II, reg., tekst ‘Jugement d’un anonyme sur l’original de cet abrégé avec des reflexions du traducteur, qui serviront a éclaircir quelques principes de l’auteur.’ (Lausanne, 1-10-1716 ; ‘Achevé d’imprimer le 28. Decembre 1717’); t.p. ‘Discours sur la permission des loix etc. Seconde édition revue et corrigée, A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1716’, tekst Discours; t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix etc. Seconde edition revue et corrigée, A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1717’, tekst Discours. – Fout in de paginering: p. 414 lees: 418. – STCN. UBG, UBU, UBVU, KB, VP, UBGött, UBHal, UBRos, BSB, HABW, SBBerl, UBBas, BURoma, Bodl, CUL, GUL, Harv
43
Les devoirs de l’homme, et du citoien, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Nouvelle édition, revue avec soin, et augmentée d’un grand nombre de notes du traducteur, de ses deux discours sur la permission et le bénéfice des loix, et du jugement de Mr. Leibniz sur cet ouvrage avec des reflexions du traducteur. Tome premier. Suivant la copie imprimé A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1723. (Dl. II) Les devoirs etc., cinquième édition, revue avec soin, et augmentée etc. Tome second. Suivant la copie imprimé A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1722. 8°: Twee dln. in één bd., bevattende vier stukken, doorl. gepag.: II, LXI (minus p. XV en XVI), II, 280 pp.; II, 214 pp. (gepag. 283-597) – I: portr. van S. Pufendorf, t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Stad en Lande (Groningen, 15-11-1717), ‘Avertissement sur le troisième et sur cette quatrième édition.’ (Lausanne, 1-10-1716), ‘Avis posterieur.’ (Groningen, 15-11-1717), ‘Préface du traducteur (= B.) telle à peu près qu’elle étoit dans le prémière édition de MDCCVII.’ (Berlijn, 1-3-1707), ‘Préface de l’auteur.’ (= S. Pufendorf; ongedat.), inh. (voor beide Boeken met de drie toegevoegde stukken, waarvan de twee laatste, de beide Discours geen verwijzing naar een pag. hebben), tekst boek I; II: fr.t.p., tekst boek II, reg., tekst ‘Jugement d’un anonyme etc.’, fr.t.p. ‘Discours sur la permission des loix, où l’on fait voir etc. par Jean Barbeyrac.’, tekst Discours, fr.t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix, où l’on fait voir etc. par Jean Barbeyrac.’, tekst Discours. BSB, MPI, SBBerl, BULau, Harv
24
44
Jean Barbeyrac
Les devoirs de l’homme, et du citoien, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Cinquième édition, accompagnée, comme la précédente, des deux discours sur la permission et sur le bénéfice des loix, et du jugement de M. Leibniz sur cet ouvrage, avec des reflexions du même traducteur, mais revue de nouveau, et augmentée d’un grand nombre de notes. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez la veuve de P. de Coup et G. Kuyper, 1734-1735. 8°: Twee dln. in één bd. elk met eigen t.p., bevattende vier stukken, doorl. gepag. (dl I: 1735, dl II: 1734): LII, 252 pp.; II, 122 (gepag. 255-377), III, 57 (gepag. 379-435), III, 32 (gepag. 437-468), II, 53 (gepag. 471-523), I pp. – I: Portr. S. Pufendorf, t.p., ‘Avertissement sur cette cinquième édition’ (Groningen, 25-8-1734), ‘Avertissement sur la troisiéme et sur la quatrième édition.’ (Lausanne, 1-10-1716), ‘Avis posterieur sur la quatrième édition’ (Groningen, 15-11-1717), ‘Preface du traducteur (= B.), telle a peu près qu’ele étoit dans la première édition de MDCCVII.’ (Berlijn, 1-3-1707), ‘Preface de l’auteur.’ (= S. Pufendorf; ongedat.; met noten in de marge van B.)), inh. van beide Boeken met ‘Pièces ajoutées a cette édition’, tekst Boek I; II: t.p., tekst Boek II; fr.t.p. ‘Jugement d’ un anonyme, sur l’original de cet abrégé avec des réflexions du traducteur.’, tekst Jugement etc.; fr.t.p. Discours sur la permission des loix etc., Troisième edition, revue et corrigée.’, tekst oratie; fr.t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix etc., Troisième edition, revue et corrigée.’, tekst oratie, reg., err. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBM, VP, UBHal, UBMar, HAAB, ÖNB, BULau, ZBZür, UBGent, BUBol, BUCSC, BUU, ULon, Bodl, NLS, KBK, LC, Harv, PUL Fotomechanische herdrukken van deze editie: 1. Les devoirs de l’homme, et du citoien etc. 5ième éd. Nachdruck der Ausg. Amsterdam, chez la veuve de P. de Coup et G. Kuyper, 1734-1735. Hildesheim/Zürich, Olms, 1992. (2 dln., pag. en inh. gelijk aan nr. 43, inclusief de toegevoegde redes. O.a. in UBDui, UBGies, UBKiel, UBOs, HAAB, UBPad, UBTr, DNB, NLH, ZBZür. 2. Les devoirs de l’homme et du citoyen etc. [publ. par l’] Équipe Identité et subjectivé, Université de Caen Basse-Normandie Réprod. en fac-sim., [sans les appendices (?)] de la 6e éd. de Londres, J. Nours, 1741. Caen, 2002. (2 dln., 446 pp). O.a. in BUCaen, BN en Sorb.
45
Les devoirs de l’homme, et du citoyen, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Sixième édition, accompagnée, comme la précédente des deux Discours sur la permission et sur le bénéfice des loix, et du jugement de Mr. Leibnitz sur cet ouvrage, avec des réflexions du même traducteur, mais revue de nouveaux, et augmentée d’un grand nombre de notes. Tome premier [second]. A Trevoux, de l’imprimerie de S. Altesse Sérénissime, 1741. 12°: Twee dln. elk met eigen t.p.en pag., bevattende vier stukken: IV, LX, 403, I; IV, 411, I pp. – I: portr. van S. Pufendorf., t.p., ‘Avertissement.’ (ongedat.), ‘Avertissement sur les éditions précédentes.’ (ongedat.), ‘Avis posterieur sur la quatrième édition’ (Groningen, 1511-1717), ‘Préface du traducteur.’ (= B.; Berlijn 1-3-1707), ‘Préface de l’auteur.’ (= Pufendorf; met enige noten van B.; ongedat.), inh. Boek I, tekst Boek I; II: t.p., inh. Boek II, tekst Boek II, fr.t.p. ‘Jugement d’ un anonyme, sur l’original de cet abrégé avec des réflexions du traducteur’, tekst Jugement etc., fr.t.p. ‘Discours sur la permission des loix etc. Quatrième édition, revue et corrigée’, tekst; fr.t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix etc. Quatrième édition, revue et corrigée’, tekst, reg. VP (Tome premier), FUBerl, UBBern, BULau, BL, LC, Harv
46
Les devoirs de l’homme, et du citoyen, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Sixième édition, accompagnée, comme la précédente des deux Discours sur la permission et sur le bénéfice des loix, et du jugement de Mr. Leibnitz sur cet ouvrage,
Jean Barbeyrac
25
avec des réflexions du même traducteur, mais revue de nouveaux, et augmentée d’un grand nombre de notes. Tome premier [second]. A Londres, chez Jean Nourse, 1741. 12°: Twee dln. – Pag. en inhoud gelijk aan het voorgaande nr. met ontbreken van het portr. van S. Pufendorf. VP, UB Gent (alleen Tome second), SBAach, UBBern, Sorb Fotomechanische herdrukken van deze ed.: 1. Les devoirs de l’homme et du citoyen, etc. Réprod. en fac-sim., sans les appendices, de la 6e éd. de Londres, J. Nours, 1741. publié à l'occasion du colloque Souverainité et citoyennité mai 1983. Caen, Centre de philosophie politique et juridique, de l'université de Caen, cop. 1984.(…) O.a. in BStLB, BN, BUS. 2. Les devoirs de l’homme et du citoyen etc. [publ. par l’] Équipe Identité et subjectivé, Université de Caen Basse-Normandie Réprod. en fac-sim., [sans les appendices (?)] de la 6e éd. de Londres, J. Nours, 1741. Caen, Presses universitaires de Caen, 2002. (2 dln. 446 pp). O.a. in BUCaen, BN en Sorb.
47
Les devoirs de l’homme et du citoyen, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Septième Edition, accompagnée, comme la précédente, des deux Discours sur la permission et sur le bénéfice des loix, et du jugement de Mr. Leibnitz sur cette ouvrage, avec des réfléxions du même traducteur: mais revûe de nouveau, et augmentée d’un grand nombre de notes. Tome premier [second]. A Trevoux, de l’imprimerie de S. Altesse Serenissime, 1747. 12°: Twee dln. elk met eigen t.p. en pag., bevattende vier stukken: (IV) II, LX, 402 pp.; 411 pp. – I: [portr. van S. Pufendorf,] t.p., ‘Avertissement.’, ‘Avertissement sur les éditions précédentes.’, ‘Avis postérieur, sur la quatrième édition.’, ‘Préface du traducteur.’, ‘Préface de l’auteur.’ (alles ongedat.), inh. dl. I, tekst Boek I; II: t.p., inh. dl. II, tekst Boek II, fr.t.p. ‘Jugement d’un anonyme sur l’original de cet abrégé. Avec des réfléctions du traducteur.’, tekst Jugement ; fr.t.p. ‘Discours sur la permission des loix etc. Quatrième éditon, revue et corrigée.’, tekst Discours; fr.t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix etc. Quatrième éditon, revue et corrigée.’, tekst Discours, reg. VP, FUBerl, BNF, UBLund
48
Les devoirs de l’homme et du citoyen, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Sixième (!) edition, accompagnée, comme la précedente, des deux Discours sur la permission et sur le bénéfice des loix; et du jugement de M. Leibnitz sur cet ouvrage, avec des réflexions du traducteur; mais revue de nouveau, et augmentée d’un grand nombre de notes. Tome premier [second]. A Genève, chez Henri-Albert Gosse et Comp., 1748. 8°: Twee dln. elk met eigen t.p. en pag., bevattende vier stukken: LII, 252 pp.; II, 523, I pp. – I: t.p., ‘Avertissement sur cette cinquième édition’ (Groningen, 25-8-1734), ‘Avertissement sur la troisième et sur la quatrième édition.’ (Lausanne, 1-10-1716), ‘Avis posterieur sur la quatrième édition’ (Groningen, 15-11- 1717), ‘Preface du traducteur (= B.), telle a peu près qu’elle étoit dans la première édition de MDCCVII.’ (Berlijn, 1-3-1707), inh., tekst Boek I; II: t.p., tekst Boek II; fr.t.p. ‘Jugement d’un anonyme sur l’original de cet abrégé. Avec des réfléctions du traducteur.’, tekst Jugement; fr.t.p. ‘Discours sur la permission des loix etc.’ (derde ed.), tekst Discours; fr.t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix etc.’ (derde ed.), tekst Discours, reg., err. – NB De t.p. van dl. I van deze uitgave bevat een drukfout, i.p.v. ‘Tels qu’ils etc.’ is ‘Tels quil etc.’ gedrukt. De drukfout is bij het drukken van de t.p. van dl. II hersteld. VP, SBBerl, BNBari, BL, NBOslo, LC
26
49
Jean Barbeyrac
Les devoirs de l’homme et du citoien, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Sixième (!) edition, accompagnée, comme la précedente, de deux Discours sur la permission et sur le bénéfice des loix; et du jugement de M. Leibnitz sur cet ouvrage, avec des réflexions du traducteur; mais revue de nouveau, et augmentée d’un grand nombre de notes. Amsterdam, chez la veuve de P. Coup en G. Kuyper, 1748. 8°, Twee dln in één bd. – Pag. en inhoud gelijk aan de ed. Amsterdam 1734-1735 (hierboven nr. 44). BULau, BNBari, BNF
50
Les devoirs de l’homme et du citoyen, … [titel als in nr. 39] Pufendorff, par Jean Barbeyrac. Nouvelle édition. Tome premier [second]. A Amsterdam et a Leipzig, chez Arkstée et Merkus, 1756. 12°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., bevattende vier stukken: IV, LXVIII, IV, 428 pp.; IV, 427, I pp. – I: portr. van S. Pufendorf, t.p., ‘Avertissement sur cette nouvelle édition’ (ongedat.), ‘Avertissement sur cette cinquième édition’ (Groningen, 15-8-1734), ‘Avertissement sur la troisième et sur la quatrième édition.’ (Lausanne, 1-10-1716), ‘Avis posterieur sur la quatrième édition’ (Groningen, 15-11- 1717), ‘Preface du traducteur, telle a peu près qu’elle étoit dans la première édition de MDCCVII.’ (Berlijn, 1-3-1707), ‘Preface de l’auteur.’ (= S. Pufendorf (ongedat.); met noten van B. in de marge), inh. met ‘Pieces, ajoutées a cette édition.’, tekst Boek I; II: fr.t.p. t.p., tekst Boek II; fr.t.p. ‘Jugement d’un anonyme etc.’, tekst Jugement, fr.t.p. ‘Discours sur la permission des loix etc., Troisième éd., revue et corrigée’, tekst Discours ; fr. t.p. ‘Discours sur le bénéfice des loix etc., Troisième éd., revue et corrigée.’, tekst Discours, reg. – STCN. UBA, UBN, VP, UBGrei, BSB, SBBerl, KBBr, BN, BUPad, BRTor, BL
51
Les devoirs de l’homme et du citoyen, … [titel als in nr. 39]; traduit du latin de S. Pufendorf par Jean Barbeyrac avec toutes ses notes. Nouvelle édition, ou se trouvent le jugement de Leibnitz sur cet ouvrage, la préface du traducteur et ses deux discours sur la permission et sur le bénéfice des lois. Tome premier (second). A Paris, chez Delestre-Boulage, 1822. 8°: Twee dln. met eigen fr.t.p., t.p. en pag., bevattende vier stukken: VIII, XL, 412 pp. (gepag. 41-452); IV, 427, I pp. – I: fr.tp. ‘Les devoirs de l’homme et du citoyen (op verso fr.t.p. ‘De l’Imprimerie de Pillet Ainé etc.’), t.p., ‘Avertissement du libraire-éditeur’, ‘Préface du traducteur’ (= B.; Berlijn 1-3-1707, geannoteerd, ook door degene die deze ed. heeft verzorgd), ‘Préface de l’auteur’ (= S. Pufendorf; ongedat.), tekst Boek I; II: fr.t.p. ‘Les devoirs de l’homme et du citoyen (op verso fr.t.p. ‘De l’Imprimerie de Pillet Ainé etc.’), t.p., tekst Boek II; fr.t.p. ‘Jugement d’un anonyme etc.’, tekst Jugement; fr.t.p. ‘Discours sur le permission etc.’, tekst Discours; fr.t.p. ‘Discours sur le bénéfice etc.’, tekst Discours, inh., reg. – NUC. VP, UBHei, UBGent, BN, LC, NYPL
52
Les devoirs de l’homme et du citoyen, … [titel als in nr. 39] par Jean Barbeyrac. Nouvelle éd. à l’usage des élèves qui suivent les cours de philosophie et de droit des gens, contenant toutes les notes du traducteur, ses deux discours sur la permission et sur le bénéfice des lois et le jugement de Leibnitz sur cet ouvrage. Paris, Librairie Brajeux, 1830. 12°: Twee dln. … (niet gezien). – NUC.
BN, LC
Jean Barbeyrac
27
VERTALING IN HET FRANS VAN DE OFFICIO HOMINIS, MET B.’S ANNOTATIES EN HET OORDEEL VAN LEIBNITZ, VERBONDEN AAN DE FRANSE VERTALING VAN J.J. BURLAMAQUI, JURIS NATURAE ELEMENTA Jean Jaques Burlamaqui (1694-1748) was een ‘bewonderaar’ en ‘volgeling’ van B. en zijn opvolger als professor in Lausanne (zie over hem Dictionnaire historique et biographique de la Suisse, tome II, Neuchatel 1924, p. 365-366). Bij het hier genoemde werk gaat het om een heruitgave van de Franse vertaling van zijn postuum uitgegeven Juris naturae elementa … Genevae, apud Fratres de Tournes, 1754. Deze Franse vertaling werd voor het eerst uitgegeven in 1775: Elemens du droit naturel… ouvrage posthume, publié complet pour la première fois. Lausanne, chez François Grasset et Comp., 1775. 53
Elémens du droit naturel, et devoirs de l’homme et du citoyen, tels qu’ils lui sont préscrits par la loi naturelle, traduits du latin de Pufendorf par Barbeyrac, avec les notes du traducteur et le jugement de Leibnitz. Nouvelle édition (publié par SaintAnge Cotelle fils). Paris, chez Janet et Cotelle, 1820. 8°: XVI, 428 pp. – fr.t.p., (op verso fr.t.p.:) mededeling over de verkooppunten van de boeken, t.p., ‘Préface de l’éditeur’, fr. t.p. ‘Éléments du droit naturelle par Burlamaqui’, tekst, inh.; fr.t.p. ‘Les devoirs de l’homme et du citoyen, par Pufendorf’, pref. (van S. Pufendorf), tekst, tekst ‘Jugement d’un anonyme sur l’original de cet abrégé, avec des réflexions du traducteur (= B.) etc.’, inh., reg. – NUC. VP, MPI, NBBern, BULau, BN, BUCSC, LC, Harv
S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, IN HET ENGELS VERTAALD DOOR A. TOOKE, VIERDE EDITIE, MET DAARIN VERWERKT B.’S ANNOTATIES Zie met betrekking tot de de vertaling van Andrew Tooke (1674-1732) van dit werk van Pufendorf: David Saunders and Ian Hunter, ‘Bringing the state to England: Andrew Tooke’s translation of Samuel Pufendorf’s De officio hominis et civis.’ In History of Political Thought, vol. 24 (2) (2003) pp. 218234. Tooke was toen hij zijn vertaling maakte ‘Professor of geometry in Gresham College’ in Londen. Volgens Othmer, Berlin und die Verbreitung des Naturrechts (p. 202) is de eerste editie van Tooke’s vertaling van dit werk van Pufendorf onvindbaar. De tweede editie is van 1698 en de derde van 1705 (t.a.p., p. 203). De vierde editie van Tooke’s vertaling is de eerste, waarbij gebruik gemaakt is van B.’s annotaties. In 1715 was nog een vierde druk van Tooke’s vertaling zonder deze annotaties verschenen in Dublin, gedrukt door Elisabeth Sadleir. Een ex. van deze vierde druk berust in NLIr. Het jaar daarop drukte zij deze vertaling nog een keer, nu met toevoeging van B.’s noten, als de vijfde druk (zie hieronder nr. 55). Othmer vermeldt (op. cit., p. 203) ook nog een andere uitgave van Tooke en wel uit 1715 als: ‘Les devoirs de l’homme et du Citoyen. Traduits du latin de Puffendorf par Jean Barbeyrac. Ins Englische übersetzt von Andr. Toocke, Londin. 1715.’. Hiervan heb ik tot nu toe geen exemplaar kunnen vinden.
28
54
Jean Barbeyrac
The whole duty of man according to the law of nature. By that famous civilian Samuel Puffendorf. Now made English. The fourth edition with the notes of Mr. Barbeyrac, and many other additions and amendments; and an index of the matters, not in any former impression. By Andrew Tooke. London, printed for B. Tooke and J. Hooke, 1716. 8°: XVIII, 387, XVII pp. – t.p. (met cit. uit Juv. Sat. VIV. 312), ded. van A. Tooke (‘The translator’) aan George White ‘of London, merchant’ (ongedat.), pref. (van A. Tooke; ongedat.), inh., pref. van de auteur (= S. Pufendorf; ongedat.), tekst, reg. VP, BL, Bodl, CUL, PGLDur, KBK
55
The whole duty of man...[titel als in nr. 54] English. The fifth edition; with the notes of Mr. Barbeyrac, and many other additions and amendments; and an index of the matters, not in any former impression, by Andrew Tooke. Dublin, re-printed by Elisabeth Sadleir, for George Grierson, 1716. 8°: XXIV, 340, XXII pp. – t.p., ded. van A.Tooke (‘The translator’) aan George White ‘of London, merchant’ (ongedat.), pref. (van A. Tooke; ongedat.), pref. van de auteur (= S. Pufendorf), tekst van de vertaling, tekst ‘Barbeyrack’s Annotations to the Whole Duty of Man, according to the Law of Nature.’, reg. – Het ex. in Harv heeft vlgs. de virtuele catalogus als jaar 1715. GUL, NLIr, TCD, Harv
56
The whole duty of man... [titel als in nr. 54] English. The fifth edition. With the notes of Mr. Barbeyrac, and many other amendments. And also an index of matters. By Andrew Tooke. London, printed for R. Gosling, J. Pemberton and B. Motte, 1735. 8°: II, XLVI, 288, XVI pp. – fr.t.p. ‘Puffendorf’s Whole Duty of Man’, lijst van boeken, gedrukt voor Gosling, Pemberton en Motte, t.p. (met cit. uit ‘Juv. Sat. XIV.321.’, ded. van A. Tooke (‘The translator’) aan George White ‘of London, merchant’ (ongedat.), pref. van A. Tooke, inh., pref. van de auteur (= S. Pufendorf), tekst, reg. UBVU, VP, BL, ULon, Bodl, GUL, ULStAn, Harv, PUL
57
The whole duty of man, according to the law of nature. By that famous civilian Samuel Puffendorf. The sixth edition, with the notes of Barbeyrac; and an index of the matters, not in any former impressions, by Andrew Tooke. Dublin, printed for William Sleater, 1754. 8°: XXIV, 340, XXII pp. – … (niet gezien).
EmUG
HERUITGAVE VAN TOOKE’S VERTALING VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, INCLUSIEF B.’S ANNOTATIES, ALSMEDE LEIBNITZ’ OORDEEL INCLUSIEF B.’S REACTIE, EN DIENS REDES ‘SUR LA PERMISSION’ EN ‘SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX’, VERTAALD IN HET ENGELS Dit werk, uitgebracht in de serie Natural Law and Enlightment Classics, is in de eerste plaats een heruitgave van de in 1691 uitgekomen Engelse vertaling van De officio hominis en civis door Andrew Tooke, met de annotaties van B., zoals die in de herdruk van diens vertaling uit 1734–1735 (zie hierboven nr. 44) waren gepubliceerd. Daarna volgt de Engelse vertaling van de stukken die
Jean Barbeyrac
29
sinds 1718 steevast aan de uitgaven van B.’s vertaling van De officio hominis et civis zijn toegevoegd en nu voor het eerst in het Engels zijn gepubliceerd: het oordeel van Leibnitz, inclusief B.’s reactie hierop en B.’s twee redes ‘sur la permission des loix etc.’ en ‘sur le bénéfice des loix etc.’. Het geheel van deze drie nu voor het eerst in het Engels vertaalde stukken wordt gepresenteerd als: ‘Two Discourses and a Commentary’, en wordt ingeleid met een ‘Note on the Translation’ (p. 265 en 266). De respectieve titels van de twee verhandelingen van B. zijn ‘Discourse on What is Permitted by the Laws’ (p. 307-330) en ‘Discourse on the Benefits conferred by the Laws’ (p. 331-360). Het oordeel van Leibnitz gaat daaraan vooraf onder de titel ‘The Judgement of an Anonymous Writer on the orginal of this Abridgement’ (p. 267-306). 58
The whole duty of man according to the law of nature Samuel Pufendorf, translated by Andrew Tooke, 1691; edited with an Introduction by Ian Hunter and David Saunders. Two discourses and a commentary, by Jean Barbeyrac; translated by David Saunders. Indianapolis, Liberty Fund, 2002 (c.q. 2003). XVIII, 381, I pp. – fr.t.p., (op verso fr.t.p.) data m.b.t. de serie: ‘Natural Law and Enlightment Classics Knud Haakonsson General Editor’, portr. Van S. Pufendorf, t.p., (op verso t.p.) data m.b.t. het boek, inh., ‘Introduction’ (van Hunter en Saunders), fr.t.p. ‘Pufendorf’s Whole duty of man’, afbeelding van de t.p. van de uitgave 1735, ded. van A. Tooke (‘The translator’) aan George White ‘of London, merchant’ (ongedat.), pref. (van A. Tooke; ongedat.), ‘Contents’, pref. van de auteur (= S. Pufendorf), tekst (met voetnoten, waarbij telkens wordt aangegeven welke van B. zijn), reg.; fr.t.p. ‘Two discourses and a commentary by Jean Barbeyrac.’, ‘Note on the translation’, tekst ‘The Judgement of an Anonymous Writer on the orginal of this Abridgement’, tekst ‘Discourse on What is Permitted by the Laws etc.’, tekst ‘Discourse on the Benefits conferred by the Laws’, reg., colophon. VP, MPI, UBGent, BL, GUL, Harv
HERUITGAVE VAN TOOKE’S VERTALING VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, INCLUSIEF B.’S ANNOTATIES, ALSMEDE LEIBNITZ’ OORDEEL INCLUSIEF B.’S REACTIE, EN DIENS REDES ‘SUR LA PERMISSION’ EN ‘SUR LA BÉNÉFICE DES LOIX’, VERTAALD IN HET PORTUGEES Deze vertaling is gemaakt op basis van de hierboven onder nr. 58 vermelde Engelse vertaling. 59
Os deveres do homem e do cidadão de acordo com as Leis do Direito Natural. Tradução para o ingles por Andrew Tooke, 1691. Organização e Introdução de Ian Hunter e David Saunders. As Obras de Samuel Pufendorf. Dois Discorsos e um Commentário por Jean Barbeyrac, trazidos por David Saunders. Tradução Eduardo Francisco Alves. Rio de Janeiro, Brazil, Liberty Classics, 2007. 542, VIII pp. – fr.t.p., t.p. (met port. van S. Pufendorf), (op verso t.p.) gegevens m.b.t. het boek, inh., inleiding (van Hunter en Saunders), fr.t.p. ‘Os deveres do homem de Pufendorf’, oorspronkelijke t.p. van de vijfde druk van de Engelse vertaling van A. Tooke (in het Portugees; NB Het afgedrukte jaartal ‘1753’ moet ‘1735’ zijn), tekst ‘Os deveres’ (incl. ded. aan Sr. George White door de vertaler (= A. Tooke), pref. van A. Tooke (ongedat.), inh. en pref. van S. Pufendorf (ongedat.)) (De annotaties van B. staan in de marge), reg, fr. t.p. ‘Dois
30
Jean Barbeyrac
discursos e um commentario por Jean Barbeyrac’, noot betreffende de vertaling, tekst ‘O jugalmento de um autor anônimo sobre o original desta condensação Com reflexões do tradutor, destinadas a esclarecer certos princípios do autor’, tekst ‘Discorso sobre o que é permitido pelas leis’, tekst ‘Discurso sobre os benefícios conferidos pelas leis’, reg., fondscatalogus van boeken verschenen in het Portugees bij Liberty Classics, colofon. VP, UCP
UITGAVE VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, DOOR S. MASSON, MET B.’S DOOR HEM IN HET LATIJN VERTAALDE ANNOTATIES EN LEIBNITZ’ OORDEEL, INCLUSIEF B.’S REACTIE Sebastian Masson (1689-1739), sinds 1720 hoogleraar in de praktische filosofie en het natuur- en volkenrecht in Giessen, maakte deze uitgave voor de ‘Duitse markt’, omdat men daar het Frans niet machtig was. 60
Sam. Pufendorfii De officio hominis et civis, prout ipsi praescribuntur lege naturali, libri duo, cum notis Jo. Barbeyracii nec non eiusdem animadversionibus in epistolam censoriam anonymi, nonnulla auctoris principia illustrantibus: utrisque, ex Gallico in Latinum sermonem versis a Seb. Masson. Giessae, sumptibus Joannis Philippi Krieger, 1728. 8°: Twee stukken: XXXII, 384, XII, II, L pp. – t.p. (priv. in tit.), pref. van S. Masson (Giessen, 22-3-1728), pref. van de auteur (= S. Pufendorf (ongedat.) met noten van B.), inh., tekst, reg.; fr.t.p.: ‘Epistola censoria anonymi in hoc compendium, cum animadversionibus Jo. Barbeyracii, nonnulla auctoris pincipia illustrantibus ex Gallico in Latinum sermonem versis a Seb. Masson.’, tekst Epistola (Lausanne, 1-10-1716). – NB Het reg. na de tekst van De officio hominis gaat tot ‘Res hostibus ereptae’. UBG, VP, UBAug, UBGrei, UBHal, UBLeip, UBMann, BSB, BUCSC, KBK, Harv
61
Sam. Pufendorfii De officiis hominis et civis … [titel als in nr. 60] Masson. Editio altera, priore emendatior. Giessae, sumptibus Joannis Philippi Krieger, 1731. 8°: – Pag. en inhoud gelijk aan die van nr. 60 – NB In de pref. van Masson is op p. III het woord ‘cadat’ tussen ‘pag. 76 censet’ et ‘non inquiram’weggevallen. Het reg. na de tekst van De officio hominis gaat tot ‘Res hostibus ereptae’. VP, UBGött, LBMV, HABW, Harv
UITGAVE VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS DOOR S. MASSON, MET B.’S DOOR HEM IN HET LATIJN VERTAALDE ANNOTATIES EN LEIBNITZ’ OORDEEL, INCLUSIEF B.’S REACTIE, AANGEVULD DOOR C.F. AYRMANN Christoph Friedrich Ayrmann (1695-1747) was sinds 1720 hoogleraar in de filosofie en de geschiedenis in Giessen en daarmee een naaste collega van Masson. In zijn pref. bij deze druk geeft Ayrmann een opsomming van de tot dan toe gepubliceerde geschriften en drukken van B.
Jean Barbeyrac
62
31
Samuelis Pufendorfii De officio hominis et civis secundum legem naturalem libri duo, cum Joannis Barbeyracii notis, et examine censurae Leibnitianae, in calce operis subjunctae. Ex Gallico in Latinum sermonem transtulit Sebastianus Masson. Editio tertia, emendata et locupletata a Christoph. Frid. Ayrmanno. Giessae, sumtibus Jo. Philippi Kriegeri, 1741. 8°: Twee stukken: XX, 478, XIII, I pp. – t.p., pref. van C.F. Ayrmann (Giessen, 10-9-1740), inh., pref. van S. Pufendorf (ongedat.), tekst De officio hominis etc., tekst ‘Epistola censoria anonymi, id est God. Guil. Leibnitii, cum examine Joannis Barbeyracii ex Gallico in Latinum sermonem translato’ (Lausanne, 1-10-1716), reg. – NB Het reg. is volledig. VP, UBGött, UBHal, UBTüb, HABW, BASTor, BNCR
63
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Editio quarta emendata et locupletata a Christoph. Frid. Ayrmanno. Francofurti et Lipsiae, impensis Henr. Lud. Broenneri, 1753. 8°: Twee stukken: 17, III, 478, XIII, I pp. – t.p., pref. van Chr.F.Ayrmann (Giessen, 10-91740), inh., pref. (van S. Pufendorf; ongedat.), tekst De officio hominis etc., tekst ‘Epistola censoria anonymi, id est God. Guil. Leibnitii, cum examine Joannis Barbeyracii ex Gallico in Latinum sermonem translato’, reg. VP, UBBiel, BSB, BvgLeip, NBBu, Harv
64
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Emendata et locupletata, a Christoph. Frid. Ayrmanno. Viennae, Pragae et Tergesti, typis et sumt. Joann. Thom. Trattner, 1757. 8°: XLVI, 480, 46, XVI pp. – Inhoud als in nr. 63.
65
VP, NBBu, BN, BUNap, LC
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Editio quinta emendata et locupletata, a Christoph. Frid. Ayrmanno. Francofurti [et Lipsiae], impensis Henr. Lud. Broenneri, 1758. 8°: XL, 471, I pp. (p. 417-471 gepag. als 307-361) – Inhoud als in nr. 63. – NUC. UBAug, UBGött, UBJena, UBKiel, UBOs, SBBerl, UBTüb, BUCSC, BUU, BRTor, BASTor, BURoma, LC
66
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Editio quarta. Emendata et locupletata a Christoph. Frid. Ayrmanno. Francofurti ad Moenum et Lipsiae, impensis Henr. Lud. Broenneri, 1759. 8°: XVII, 3, 478, XIV pp. (?) – Inhoud als in nr. 63.
67
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Editio quarta. Emendata et locupletata a Christoph. Frid. Ayrmanno. Francofurti et Lipsiae, impensis Henr. Lud. Broenneri, 1759. 8°: XL, 411, 46, XIV pp. – Inhoud als in nr. 63.
68
EvStTüb, BASTor, BURoma, BNF
VP
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Editio quarta emendata et locupletata a Christoph. Frid. Ayrmanno. Claudiopoli, typis Collegii Reform., 1773.
32
Jean Barbeyrac
8°: Twee stukken: XLVI, 508, XIV pp. – t.p., imprimatur 3-5-1773, ded. van Michaël Tsomos, ‘in ill. collegio ref. Claudiop. juris professor’, aan Samuel comes Wass (Claudiopoli (= Cluj), 16-9-1773), pref. (van Chr. F. Ayrmann) (Giessen, 10-9-1740), inh., ‘Praefatio auctoris’ (= S. Pufendorf; ongedat.), tekst, ‘Epistola censoria anonymi’ (Lausanne, 1-101716), reg. VP, NBBu
69
De officio hominis et civis … [titel als in nr. 62] Masson. Editio sexta emendata et locupletata a Christoph. Frid. Ayrmanno. Francofurti et Lipsiae, s.n., 1775. 8°: XXXII, 398, II pp. – … (niet gezien). BUBol, BUMod, BUU, BURoma, BASTor, Harv
UITGAVE VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, MET DE OBSERVATIES VAN E. OTTO, MET DAARAAN O.A. TOEGEVOEGD DIE VAN B., ALSMEDE LEIBNITZ’ OORDEEL, INCLUSIEF B.’S REACTIE Voor de observaties van B., het oordeel van G.W. Leibnitz en de reactie van B. daarop heeft de Utrechtse hoogleraar Everardus Otto (1685-1756) bij deze uitgave gebruik gemaakt van de Latijnse vertaling van S. Masson. 70
= BGNR Utrecht nr. 257. S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, DEENSE VERTALING OP BASIS VAN B.’S VERTALING MET DIENS ANNOTATIES
71
Et menniskes og en borgers pligter efter naturens lov, beskrevne i det Latinske Sprog af Baron Pufendorf, siden oversatte paa Fransk af Jean Barbeyrac, og nu efter samme Franske Oversættelses 4de Edition, tilligemed bemeldte Barbeyracs derhos giorte Anmerkninger, trykt til Amsterdam 1718, fordanskede [af Christian Hornfred Brugman]. Köbenhavn, udi det Kongel. Waysenhuses bogtrykkerie, og paa dets forlag, trykt af Gottman Friederick Kisel, 1742. 8°: XXXVIII, 508, XVI pp. – … (niet gezien).
MPI, UBÅr, KBK, UBLund, KBSt, LC
S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS, ITALIAANSE VERTALING, OP BASIS VAN B.’S VERTALING, MET COMMENTAAR VAN M. GRANDI Het derde deel bevat mede de Italiaanse vertaling van het oordeel van G.W. Leibnitz en B.’s reactie daarop, alsmede die van zijn twee redes ‘sur la permission’ en ‘sur le bénéfice des loix’ en wel van de derde editie. Zie over de vertaling van Michele Grandi: Rossana Favale, La versione, le aggiunte e le note di Michele Grandi alla traduzione francese di Jean Barbeyrac del De officio hominis et civis di Samuel Pufendorf. (Tesi del dottorato; Università di Torino, 2005).
Jean Barbeyrac
72
33
I doveri dell’uomo e del cittadino: tali che a lui dalla legge naturale sono prescritti. Di Samuele di Pufendorf. Dalla versione francese di Giovanni Barbeyrac tradotti, e con molte aggiunte corretti ed illustrati da Michele Grandi. Tomo primo [secondo, terzo]. In Venezia, appresso Francesco Pitteri, 1761-1767. 8°: Drie dln., bevattende vier stukken: XXIV, 380 pp.; 228 pp.; IV, 43, I pp. – I: fr.t.p., t.p. twee citt. (Rom. II: 4 en Juv. Sat XIV, vers 321), pref. (van B. bij zijn vertaling in het Frans; ongedat.), ‘Avertimento sopra questa traduzione Italiana’, ‘Prefazione dell’ Autore’ (= Pufendorf; ongedat.), inh. (van dl. I), imprimatur (?), tekst Boek I, cap. I - IX, tekst ‘Aggiunte ai Doveri dell’uomo, e del cittadino. Le quali contengono una Racolta ad Esame di tutte quelle note, che leggonsi sparse nec commentarii de M. Barbeyrac sur Diritto della natura e delle genti, de Pufendorf, sul Diritto della guerra, e della pace, di Grozio, ed altrove con molti altri frammenti: tutte cose giovolo a maggiore illustrazione ed utilità di quest’opera.’ (nrs. I XLIII), err.; II: t.p., citt. als in dl. I, inh. (van dl. II), tekst Boek I, cap. X - eind boek I, tekst ‘Aggiunte ai Doveri etc.’ (nrs. XLIV - LXV); III: t.p., citt. als in dl. I, inh. (van dl. III), tekst van Boek II, tekst ‘Aggiunte ai Doveri etc.’ (nrs. LXVI-LXXXIV), tekst ‘Giudizio di un anonimo etc.’, tekst ‘Discorso sulla permissione delle leggi etc.’, tekst ‘Discorso sull benefizio delle leggi etc.’, reg., err. VP, BUU, BVat, BRDom, KBSt
ENGELSE SAMENVATTING VAN S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, MET INBEGRIP VAN ZIJN DE OFFICIO HOMINIS, DOOR J. SPAVAN, MET GEBRUIKMAKING VAN B.’S VERTALING EN DIENS ANNOTATIES Het gaat hier niet om een Engelse vertaling van S. Pufendorf, De jure naturae et gentium, maar om een zelfstandige Engelse samenvatting c.q. versie van dit werk, in combinatie met Pufendorfs De officio hominis. Met ‘the last editions of Mr. Barbeyrac’s French translations’ verwijst de schrijver, John Spavan (1685-1718), ongetwijfeld naar de tweede editie van B.'s vertaling van De jure naturae et gentium, uit 1712 (zie hierboven nr. 13) en naar de derde editie van B.’s vertaling van De officio hominis et civis, uit 1715 (zie hierboven nr. 41). Spavan was ten tijde van deze uitgave predikant in Great Maplestead in Essex. Hij werkte ook mee aan de Engelse vertaling van Hugo Grotius’ De jure belli ac pacis, die in 1715 verscheen (zie Ter Meulen-Diermanse, nr. 634). 73
Pufendorf’s Law of Nature and Nations: abridg’d from the original, in which, the Author’s entire treatise (De officio hominis et civis) that was by himself design’d as the epitome of his larger work, is taken. The whole compar’d with the respective last editions of Mr. Barbeyrac’s french translations, and illustrated with his notes, by J. Spavan. In two volumes. London, printed for T. Varnan etc., 1716. 8°, Twee dln., elk met eigen t.p. en pag.: VIII, 319, I pp.; II, 371, XXXVII pp. – I: t.p., pref., tekst hfdst. I-XXIV; II: t.p., tekst hfdst. I-XXXVI, reg. – NUC. VP, BL, ULAb, ULEd, TCD, LC, Harv
TRAITÉ DU JEU Zie in verband met deze verhandeling en de reactie daarop van Pierre de Joncourt ook hieronder nr. 80.
34
74
Jean Barbeyrac
Traité du jeu, où l’on examine les principales questions de droit naturel et de morale qui ont du rapport à cette matière. 2 delen. A Amsterdam, chez Pierre Humbert, 1709. 8°: Twee dln. elk met eigen t.p., doorl. gepag.: IV c.q. II, LXV, 370; II, 274 (gepag. 273-646), XXIV pp. – [front.], t.p., pref., inh. (van beide dln., zeer uitgebreid), err., tekst boek I-boek III, hfdst. V; tekst boek III, hfdst. VI- eind boek IV, reg., [fondscatalogus van P. Humbert]. – STCN, NUC. UBA, UBG, UBL, KB, SBBerl, ÖNB, BULau, BN, BNN, BUCSC, BL, ULon, Bodl, GUL, ALEd, KBK
TRAITÉ DU JEU, MET DISCOURS SUR LA NATURE DU SORT In het voorwoord bij deze herdruk verwijst B. al op voorhand naar zijn correspondentie met andere geleerden aangaande zijn eerdere publicatie over lot en spel, opgenomen in het Appendix in dl. III, p. 731-783. Tevens gaat hij in op het toegevoegde Discours sur la nature du sort, opgenomen in hetzelfde dl. III, p. 784-896. Zie voor dit Discours hieronder nr. 80. 75
Traité du jeu, …[titel als in nr. 74] matière. Seconde édition, revue et augmentée, à laquelle on a joint un Discours sur la nature du sort, et quelques autres écrits de l’auteur, qui servent principalement à défendre ce qu’il avoit dit de l’innocence de jeu consideré en lui-même. A Amsterdam, chez Pierre Humbert, 1737. 8°: Drie dln., elk met eigen t.p, doorl. gepag., bevattende drie stukken: VI c.q. II, CXII, 246 pp.; IV c.q. II, 378 pp. (gepag. 247-624); IV c.q. II, 270 (gepag. 627-896), XXX pp. – I: [front.], t.p., [port. van Anna, ‘princesse royale de la Grande Bretagne et princesse d’Orange’], ded. aan dezelfde prinses Anna (ongedat.), ‘Préface sur cette nouvelle édition.’ (ongedat.), ‘Préface sur la première édition. Ecrite à Berlin, en 1709.’, inh. (zeer uitgebreid), err., fondscatalogus van P. Humbert, tekst Boek I-boek II, hfst. II; II: [front.], t.p., tekst Boek II, hfdst. III-eind Boek III; III: [front.], t.p., tekst Boek IV; fr.t.p. ‘Appendix au traité du jeu.’, tekst Appendix, tekst Discours sur la nature du sort. – In het ex. in UBGött ontbreekt in het derde deel een groot deel van de tekst. – STCN, NUC. UBA, UBG, UBL, ABDev, KB, VP, UBGött, MPI, SBBerl, UBBern, BULau, ZBZür, UBGent, BN, BNF, BUU, BL, NLS, KBK, Harv, PUL
TRAITÉ DU JEU MET DISCOURS SUR LA NATURE DU SORT, DUITSE VERTALING De vertaler J.W. Lustig uit Hamburg was organist van de Groningse Martinikerk. De uitgave is een vertaling van de bovengenoemde ed. van 1737. In tegenstelling tot het origineel is het werk niet verdeeld over drie dln., maar vormt één geheel, inclusief ‘Anhang’ (p. 641-684) en Discours (p. 685-782). 76
Tractat vom Spiel, worinn die vornehmsten zum Recht der Natur, und zur SittenLehre, gehörigen Puncte, so Beziehung haben mit dieser Materie, untersuchet werden, Nach der andern, revidirten und vermehrten Auflage aus dem Französischen übersetzet von Jacob Wilhelm Lustig. Bremen, Verlegts Gerhard Wilhelm Rump, 1740.
Jean Barbeyrac
35
8°: Drie stukken, doorlopend gepag.: LXXXVIII, 782, XXVIII pp. – I: t.p., ded. aan prinses Anna van Hanover (ongedat.), ‘Vorrede zu der ersten Auflage.’ (Berlijn, 1709), ‘Vorrede zu dieser neuen Auflage (Gedrukt und verlegt bey Pieter Humbert zu Amsterdam, anno 1737).’, inh., tekst Tractat, tekst ‘Anhang zum Tractat vom Spiel.’, tekst‚ Discours des Verfassers über die Natur des Loszes.’, reg. UBL, KB, UBGött, UBGrei, SBBerl, ÖNB, KBK, Harv
DE DIGNITATE ET UTILITATE JURIS Rede, uitgesproken te Lausanne 19-3-1711 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten en de geschiedenis aldaar. De tweede druk van deze rede is behalve apart uitgegeven (zie hieronder nr. 78) ook toegevoegd aan: Le droit de la nature et des gens etc. … A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1712 (zie hierboven nr. 13). De tekst van deze rede is vervolgens toegevoegd aan de roofdruk van Le droit de la nature et des gens etc. … A Basle, chez E. & J.R. Thourneisen, Frères, 1732 (zie hierboven nr. 14) en wel merkwaardigerwijs met de toevoeging ‘Editia quarta auctior et emendatior. Basileae, apud E. et J.R. Thurnisios Fratres, 1732’. Vervolgens is de tekst met die van twee andere oraties van B. toegevoegd aan de vijfde editie van Le droit de la nature et des gens etc., A Amsterdam, chez la veuve de Pierre de Coup, 1734 met de vermelding ‘Editio tertia, emendatior’ (zie hierboven nr. 15, alsmede nr. 16). Met eenzelfde vermelding (‘Ed. 3a emendatior. Basle, 1750.’) is zij toegevoegd aan de zesde editie van Le droit de la nature et des gens etc. A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1750 (zie hierboven nr. 18). Aan de edities Leiden 1759, Leiden en Lyon 1771, als ook Bazel 1771 (zie hierboven de nrs. 19, 20 en 21) is zij eveneens toegevoegd met de vermelding ‘Editio tertia emendatior’. Met de vermelding ‘Editio quarta, emendatior’ vindt met de tekst van deze rede ook in het derde deel van de roofdruk Londen 1740 (zie hierboven nr. 17). Zie met betrekking tot deze rede van B. ook Jean-François Poudret, ‘La leçon inaugurale de Jean Barbeyrac à l’Academie de Lausanne’ in: Grand juristes: actes des Journées internationales de la Société d’histoire du droit, Aix-en-Provence, 22-25 mai 2003. [Aix-Marseille] 2006, p. 107-112. 77
De dignitate et utilitate juris ac historiarum et utriusque disciplinae amica conjunctione, oratio inauguralis. Lausannae Helvetiorum, apud Fridericum Gentil et Theophilum Crosat, 1711. 4°: IV, 26 pp. – t.p., ded. aan de bestuurders van de Republiek Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst. UBU, NBBern, UBBern, BULau, BN
78
Oratio inauguralis de dignitate … [titel als in nr. 77] conjunctione. Ed. secunda auctior et emendatior. Amstelodami, apud Petrum de Coup, 1711. 4°: 28 pp. – t.p., ded. aan de bestuurders van Bern (Lausanne, 13-4-1711), tekst.– STCN. UBA, UBVU, SLBD, SBBerl, BULau, BL, CUL, BN, NLS, Harv
79
[Ook in: De ratione ac methodo studiorum juris illustrium et praestantissimorum jurisconsultorum selecta opuscula, conquisivit et praemissa praefatione adjectoque
36
Jean Barbeyrac
indice … Edidit Christian. Gottlieb Buder. Pars secunda. Jenae, ex officina Hartungiana, 1724.] p. 166-205.
UBBiel, UBBonn, SLBD, UBGött, UBJena, UBMünch, BSB, HAAB, HABW, LBOld, SBBerl
DISCOURS SUR LA NATURE DU SORT 80
Dit Discours is voor het eerst uitgegeven als toevoeging bij de tweede editie van B.’s vertaling van G. Noodt, De jure summi imperii (zie BGNR Leiden nr. 439 en hierboven nr. 32) en vervolgens bij de tweede editie van B.’s Traité du jeu in 1737 (zie hierboven nr. 75). Het Discours was B.’s reactie op Pierre de Joncourt, Quatre lettres sur les yeux de hazard. La Haye, chez Thomas Johnson, 1713. Hij bouwt erin voort op wat hij geschreven had in zijn Traité du jeu uit 1709 (hierboven nr. 74).
DISCOURS SUR LA NATURE DU SORT, DUITSE VERTALING 81
Zie voor deze Duitse vertaling hierboven onder nr. 76.
DISCOURS SUR L’ UTILITÉ DES LETTRES Rede gehouden te Lausanne 2-5-1714 ter gelegenheid van enkele publieke promoties. De rede heeft een wijde verspreiding gehad. Er bestaat zelfs een Noorse vertaling, verschenen in 1741 onder de titel: Professor Barbeyrac’s Tale om Viidenskabernes og de boglige Kunsters Nytte i Henseende til Staten. Oversadt af det Franske. Christiania, 1741 (55 pp.; exx. in UBTrondheim en NBOslo). Deze vertaling is waarschijnlijk gemaakt naar de editie van 1715 (hieronder nr. 83). De tekst van deze rede is ook opgenomen in het Recueil de discours sur diverses matières importantes etc. (hieronder nr. 141) dl. II, p. 169-234, en ook in Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale. Présentés par Simone GoyardFabre (hieronder nr. 160), p. (93) 97-127). 82
Discours sur l’utilité des lettres et des sciences, par rapport au bien de l’État. A Genève, chez Fabri et Barrillot, 1714. 4°: VIII, 20 pp. – t.p., ded. aan Antoine Hacbret, baillif de Lausanne, en de leden van de raad van de stad Lausanne (Lausanne, 1-6-1714), ‘Avertissement au lecteur.’, tekst. –NUC. UBG, KB, SLBD, BULau, BUGen, KBK, Harv
83
Discours sur l’utilité … [titel als in nr. 82] l’État. A Amsterdam, chez Pierre Humbert, 1715. 12°: 58 pp. – t.p., ded. aan Antoine Hacbret, ‘baillif de Lausanne’, en de leden van de raad van de stad Lausanne (Lausanne, 1-6-1714), ‘Avertissement au lecteur.’, tekst, [fondscatalogus van Pierre Humbert.] – STCN. UBL, UBU, UBVU, KB, UBAug, ÖNB, NBBu, UBBern, BULau, BUCSC, UBGent, BN, BL, Bodl, KBSt
Jean Barbeyrac
37
DISCOURS SUR L’UTILITÉ DES LETTRES, DUITSE VERTALING Johann Tobias Wagner (ca. 1690-ca. 1735), de samensteller van het hieronder genoemde werk en de vertaler van B.’s rede, was o.a. buitengewoon hoogleraar in de filosofie te Halle en rector van het gymnasium te Blankenburg in Pruisen. Hij was een voorstander van de ‘Aufklärung’. Zie over hem Ernst Witte, ‘Johann Tobias Wagner: ein Lebensbild aus Blankenburgs Vergangenheit.’, Blankenburg, 1937. 84
[‘Des Herrn Barbeyrac Rede von Nutßen der Studien in einem Staat’ in: Entwurff einer Soldaten-Bibliothec nebst der gantzen alten, römischen, teutschen, wie auch neuen Krieges-Verfassung. Verfertiget von Johann Tobias Wagner. Leipzig, Verlegts Joh. Christoph König, 1724.] [8°: XIV, 492 pp.] – Hierin p. 419-471. UBErl, UBFrei, UBGött, UBHal, UBHei, UBJena, UBLeip, UBMünch, UBRos, HAAB, HABW, WLBS, BKrSt
DISCOURS SUR L’UTILITÉ DES LETTRES, NEDERLANDSE VERTALING 85
[‘Reedenvoering over de nuttigheit der weetenschappen en geleerdheit, ten opzicht van een staat.’ In: Verzaameling van Reedenvoeringen, p. 1-44, zie hieronder nr. 158.]
DISCOURS SUR L’UTILITÉ DES LETTRES, ITALIAANSE VERTALING Deze vertaling is toegevoegd aan het derde deel van de Italiaanse vertaling van de werken van Voltaire door Antonmaria Donadoni: 86
[Opere scelte del signor di Voltaire, appartenenti alla storia, alla letteratura, ed alla filosofia, aggiuntovi un discorso del signor Barbeyrac sopra l’utilita delle lettere, e delle scienze riguardo al bene dello Stato. Londra, a spese de Benedetto Milocco, 1760. Tomo terzo] [8°:] p. … (niet gezien).
[HAAB], IMV, BUU, BRDom
DISCOURS SUR LA PERMISSION DES LOIX Rede gehouden te Lausanne 8-5-1715 ter gelegenheid van enkele openbare promoties. De tweede herziene en vermeerderde druk van deze rede is zowel zelfstandig uitgegeven als ook toegevoegd aan de vierde editie van Les devoirs de l’homme et de citoyen, Amsterdam 1718 (zie hierboven nr. 42) samen met B.’s hierna te noemen rede ‘sur le bénéfice des loix’ (zie hieronder nrs. 90 en 91). Bij de verdere uitgaven van Les devoirs de l’homme et du citoyen in de achttiende eeuw vindt men deze twee redes altijd toegevoegd. De vijfde editie
38
Jean Barbeyrac
van Les devoirs de l’homme et du citoyen, Amsterdam 1734-1735, bevat een derde, herziene en verbeterde druk van deze rede, evenals de uitgave Genève 1748 (zie hierboven nrs. 44 en 48) en ook in de ed. Amsterdam en Leipzig 1756 van Les devoirs de l’homme et du citoyen (hierboven nr. 49) staat op de fr.t.p. bij deze redes vermeld dat het om de derde, herziene druk gaat. De uitgaven Trevoux 1741, London, 1741 en Trevoux 1747 (hierboven nrs. 45, 46 en 47) bevatten volgens de fr.t.p. de vierde, verbeterde druk van beide redes. De tekst van de rede is – naar de tweede druk – ook opgenomen in Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale. Présentés par Simone Goyard-Fabre (hieronder nr. 160) p. (129) 133-155). 87
Discours sur la permission des loix, où l’on fait voir, que ce qui est permis par les loix, n’est pas toûjours juste et honnête. A Genève, chez Fabri et Barrillot, 1715. 4°: 24 pp. – t.p., tekst. – NUC.
88
HABW, MPIH, BULau, BL
Discours sur la permission … [titel als in nr. 87] honnête. Seconde édition revue et corrigée. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1716. 8°: 47 dan wel 55 pp. – t.p, tekst. – NUC. UBU, UBVU, VP, UBAug, UBErl, HABW, SBBerl, SSBAug, UBBern, UBGen, UBGent, BUMod, BL, KBK, Harv
DISCOURS SUR LA PERMISSION DES LOIX, NEDERLANDSE VERTALING 89
[‘Reedenvoering over de toelaating der wetten, waar in getoond wordt, dat ’t geen by de wetten geoorloofd is, niet altyd billyk of eerlyk is.’ In: Verzaameling van Reedenvoeringen, p. 45-84, zie hieronder nr. 158.]
DISCOURS SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX Rede gehouden te Lausanne 14-5-1716 ter gelegenheid van enkele publieke promoties. De tweede, herziene en vermeerderde druk van deze rede is samen met die van het hierboven genoemde Discours sur la permission des loix etc.ook toegevoegd aan de vierde editie van Les devoirs de l’homme et de citoyen, Amsterdam 1718 (zie hierboven nr. 42). Voor de derde en vierde druk van dit Discours sur le bénéfice des loix, etc. Zie hierboven de noot bij nr. 87. De tekst van de rede is – naar de tweede druk – ook opgenomen in Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale. Présentés par Simone Goyard-Fabre (hieronder nr. 160) p. 157 (161)-187). 90
Discours sur le bénéfice des loix, où l’on fait voir, qu’un honnête homme ne peut pas toujours se prévaloir des droits et des privilèges que les loix donnent. A Genève, chez Fabri et Barrillot, 1716. 4°: 29, I pp. – t.p., tekst.
UBA, UBU, UBVU, KB, BULau
Jean Barbeyrac
91
39
Discours sur le bénéfice … [titel als in nr. 90] les loix donnent. Seconde édition, revûë et corrigée. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1717. 8°: 55 pp. – t.p., tekst.
KB, VP, UBGent, UBBern
DISCOURS SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX, NEDERLANDSE VERTALING 92
[‘Reedenvoering over de begunstigingen der wetten, waar in getoond wordt, dat een eerlyk man zich niet altyd tot zyn voordeel mag bedienen van de rechten en privilegiën die de wetten geeven.’ In: Verzaameling van Reedenvoeringen, p. 85-135, zie hieronder nr. 158.]
DISCOURS SUR LA PERMISSION DES LOIX EN DISCOURS SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX, ITALIAANSE VERTALING 93
Onder de respectieve titels: ‘Discorso sulla permissione delle leggi etc.’, en ‘Discorso sull benefizio delle leggi etc.’ toegevoegd aan de Italiaanse vertaling van S. Pufendorf, De officio hominis et civis, door M. Grandi (hierboven nr. 72) met de vermelding dat het daarbij om de derde druk gaat.
DISCOURS SUR LA PERMISSION EN SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX, ENGELSE VERTALING 94
Onder de respectieve titels ‘Discourse on What is Permitted by the Laws’ en ‘Discourse on the Benefits conferred by the Laws’ toegevoegd aan de heruitgave van de uitgave 1735 van de Engelse vertaling van Pufendorfs De officio hominis et civis, verzorgd door Ian Hunter and David Saunders. Zie hierboven nr. 58.
DISCOURS SUR LA PERMISSION EN SUR LE BÉNÉFICE DES LOIX, PORTUGESE VERTALING 95
Onder de respectieve titels ‘Discorso sobre o que é permitido pelas leis’ en ‘Discorso sobre os beneficios conferidos pelas leis’ toegevoegd aan de Portugese vertaling van De officio hominis et civis, gemaakt op basis van de hierboven genoemde uitgave van door Ian Hunter and David Saunders. Zie hierboven nr. 59.
DE STUDIO JURIS RECTE INSTITUENDO Rede, gehouden te Groningen 23-9-1717 bij de aanvaarding van zijn professoraat in het natuur- en volkenrecht. Op diezelfde dag hield ook Petrus de Toullieu zijn inaugurele rede, zie hieronder nr. 631.
40
Jean Barbeyrac
Bij de vijfde druk van Le droit de la nature et des gens etc. A Amsterdam, chez la veuve de Pierre de Coup, 1734 (zie hierboven nr. 15, alsmede nr. 16) is een tweede editie van deze rede toegevoegd met de vermelding: ‘Editio secunda, emendatior.’ Met de vermelding ‘Editio tertia, emendatior’ is zij opgenomen aan de in 1740 in Londen bij J. Nours verschenen roofdruk (zie hierboven nr. 17), en aan de zesde editie van Le droit de la nature etc., A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1750 (zie hierboven nr. 18). Aan de edities Leiden 1759 en Leiden en Lyon 1771 (zie hierboven de nrs. 19 en 20) is zij eveneens toegevoegd maar daar met de vermelding ‘Editio secunda, emendatior’, terwijl zij aan de editie A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1771 (zie hierboven nr. 21) weer met de mededeling ‘Editio tertia, emendatior’ voorkomt. 96
Oratio inauguralis de studio juris recte instituendo. Groningae, ex officina viduae Joh. Barlinkhof, 1717. 4°: II, 45, I pp. – t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Stad en Lande, tekst. – STCN. UBG, UBL, UBU, KB, UBGent, BULau, BL, Bodl, ALEd
97
[Ook in: De ratione ac methodo studiorum juris illustrium et praestantissimorum jurisconsultorum selecta opuscula, conquisivit et praemissa praefatione adjectoque indice … Edidit Christian. Gottlieb Buder. Pars prima. Jenae, ex officina Hartungiana, 1724.] p. 1-32.
98
UBBiel, UBBonn, SLBD, UBGött, UBJena, UBMünch, BSB, HAAB, HABW, LBOld, MPI, SBBerl, BULau
[Ook in: Variorum opuscula ad cultiorem jurisprudentiam adsequendam pertinentia, tomus secundus, in quo continentur Jos. Averanii, Corn. Bynkershoekii, Gottl. Heineccii, Jo. Barbeyracii, Ant. Schultingii, G.G. Leibnitii, aliorumque tractatus, dissertationes, orationes, schediasmata, epistolae quibus, vera interpretandi juris methodus constituitur. Pisis, ap. Aug. Pizzorno, 1769.] 8°: p. 65-106 – fr.t.p. ‘Jo. Barbeyracii Oratio de studio Juris recte instituendo.’, tekst oratie. VP, MPI, SBBerl, BNF, BL
DE STUDIO JURIS RECTE INSTITUENDO, ITALIAANSE VERTALING Ook genoemd in ‘Il nuovo ricognitore … Anno I Parte prima. Milano, presso Ant. Fort. Stella e figli, 1825 als ‘Orazione intorno al ben imprendere lo studio del diritto, di Giovanni Barbeyrac, tradotta di Pietro Brozzoni, col testo latine a fronte. Brescia 1825. 99
Orazione di Giovanni Barbeyrac sulla retta istituzione nello studio del diritto. Ristampata e tradotta con note da Pietro Brozzoni. Brescia, tipografia Bettoni e compagni, 1825. 8° (?): 83 pp.- … (niet gezien).
ÖNB, BUCSC, BNMarc
Jean Barbeyrac
41
UITGAVE VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, MET DIENS ANNOTATIES EN DIE VAN J.F. GRONOVIUS EN VAN B., ALSMEDE GROTIUS’ DE MARI LIBERO EN DE AEQUITATE Bij de verschillende hierna genoemde uitgaven van dit werk wordt, zo dat mogelijk is, verwezen naar J. ter Meulen en P.J.J. Diermanse, Bibliographie des écrits imprimés de Hugo Grotius. La Haye, 1950, fotomechanische herdruk Zutphen, 1995, aan te halen als Ter Meulen-Diermanse met het nr. van het betreffende werk van Grotius in deze bibliografie. Bij zijn uitgave handhaafde B. behalve de – door hem verbeterde – noten van Grotius ook die van Johannes Fredericus Gronovius (1611-1671), professor in de welsprekendheid, aanvankelijk aan de Illustre Hoogeschool te Deventer (daar in combinatie met geschiedenis), later aan de Leidse academie (zie NNBW I, k. 989-992). Gronovius’ annotaties waren voor het eerst gepubliceerd in een uitgave van De jure belli ac pacis libri tres die verschenen was in 1680 bij Johannes Janssonius van Waesberge en zoons (‘apud Janssonio-Waesbergios’) te Amsterdam (zie Ter Meulen-Diermanse nr. 582). De titels van de twee toegevoegde werken luiden voluit: Dissertatio de mari libero sive de jure quod Batavis competit ad Indicana commercio (voor het eerst gedrukt in 1609, cf. Ter Meulen-Diermanse nr. 541) en De aequitate, indulgentia, et facilitate liber singularis (zie Ter Meulen-Diermanse nrs. 810 en 810A) en vergelijk J.E. Scholtens et R. Feenstra, ‘Hugo de Groot’s De aequitate. Tekstuitgave en tekstgeschiedenis met bijdrage over Nicolaas Blanckaert en de voorrede tot de Inleidinge’ in TvRg 42 (1974) p. 201-242. 100
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres, in quibus jus naturae et gentium, item juris publici praecipuae explicantur. Cum annotatis auctoris, ejusdemque dissertatione De mari libero; ac Libello singulari de aequitate, indulgentia et facilitate. Nec non Joann. Frid. Gronovii notis in totum opus jure de belli ac pacis. Editionem omnium, quae hactenus prodierunt, emendatissimam, ad fidem priorum et optimarum recensuit; loca pleraque auctorum laudatorum distinctius designavit; innumeros in illis errores sustulit aut indicavit, notulas denique addidit Joannes Barbeyrac. Tomus primus [secundus]. Amstelaedami, ex officina Wetsteniana, 1720. 8°, Twee dln., elk met eigen t.p., doorl. gepag., bevattende drie stukken, waarvan het tweede en het derde – in dl. II – met eigen doorlopende pag.: XXVI, XL, 538; II, 398 (gepag. 539936), 43, LXXXV pp. – I: portr. van H. Grotius, front., t.p, ‘Summa privilegiorum’, door P. Grotius aan J. Blaauw overgedragen (ongedat.), privilege van Frederik Augustus, koning van Polen (14-4-1719) en van de Staten van Holland, etc. (Den Haag, 18-2-1718), ded. van H. Grotius aan Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), pref. van B. bij de nieuwe uitgave (Groningen, 1-11-1719), inh., tekst Prolegomena, ‘Loci scriptorum’, tekst Boek I en Boek II, hfdst. I - XVIII; II: tekst Boek II, hfdst. XIX – XXVI en Boek III, twee citt. ‘ex vita S. Ludovici’; tekst De mari liberum etc., inh.; tekst De aequitate etc. Liber singularis; reg., ‘Emendenda et addenda.’ – STCN. (Ter Meulen-Diermanse nr. 601.)
101
UBA, UBM, UBN, VP, UBAntw, Bodl, GUL, BN
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres, … [titel als in nr. 100], notulas denique addidit Joannes Barbeyrac. Tomus primus [secundus]. Amstelaedami, apud Janssonio-Waesbergios, 1720.
42
Jean Barbeyrac
8°: Pag. en inhoud gelijk aan die van nr. 100. – NB exx. UBG, ULon, en Harv hebben in plaats van ‘ad fidem’ ‘ac fidem’. Op de t.p. van het exemplaar van de UBG is de ‘c’ van ‘ac’ met de hand verbeterd tot een ‘d’. – STCN. (Ter Meulen-Diermanse nrs 602 en 603 (met ‘ac fidem’).) UBA, UBG, UBVU, KB, PBL, VP, SBBerl, UBAntw, KBBr, ÖNB, BL, ULon, ALEd, Harv, LC, PUL
102
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres, … [titel als in nr. 100] belli ac pacis. Ex altera recensione Joannis Barbeyracii: Cum notulis ejusdem nunc auctioribus, pluriumque locorum, ex auctoribus quibusvis laudatorum, adcuratiori indicatione. Amstelaedami, apud Janssonio-Waesbergios, 1735. 8°: Twee dln. in één bd., elk met eigen t.p., doorlopend gepag., bevattende drie stukken, waarvan het tweede en het derde – in dl. II – met eigen doorlopende pag.: XXIV, XXXIX, V, 534 pp.; III, 502 (gepag. 539-1039), I, 43, LXXXV pp. – I: portr. van H. Grotius, front., t.p, ‘Summa privilegiorum’, door P. Grotius aan J. Blaauw overgedragen (ongedat.), privilege van Frederik Augustus, koning van Polen (14-4-1719) en van de Staten van Holland, etc. (18-21718), ded. van H. Grotius aan Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), pref. van B. bij de nieuwe uitgave (met in de noot behorende bij het opschrift: ‘Praefatio editoris in priorem editionem anni 1720. Cui subjicitur monitum de hac posteriore.’; Groningen, 5-2-1735), inh., tekst Prolegomena, ‘Loci scriptorum’, tekst Boek I en Boek II hfdst. I - XVIII; II: tekst Boek II, hfdst. XIX – XXVI en Boek III, twee citt. ‘ex vita S. Ludovici’; tekst De mari liberum etc., inh.; tekst De aequitate etc. Liber singularis; reg., ‘Emendanda et addenda’. – STCN. (Ter Meulen-Diermanse nr. 605.) UBG, UBL, UBM, UBN, UBU, UBVU, KB, VP, PBL, UBLeip, UBAntw, UBGent, KBBr, BUCSC, CUL, ULon, BL
103
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres, … [titel als in nr. 100] belli ac pacis. Ex altera recensione Joannis Barbeyracii. Cum notulis ejusdem nunc auctioribus, pluriumque locorum, ex auctoribus quibusvis laudatorum, adcuratiori indicatione. Amstelaedami, sumptibus Gasparis Fritsch, 1735. 8°: Twee dln. in één bd., elk met eigen t.p., doorlopend gepag., bevattende drie stukken, waarvan het tweede en het derde – in dl. II – met eigen doorlopende pag.: IV, XXII, XXXIX, V, 534 pp.; 503 (gepag. 537-1039), I, 43, LXXXIII pp. – Inhoud gelijk aan die van het voorgaande nr., met uitzondering van de tekst van de privileges. (Ter Meulen-Diermanse nr. 606.)
104
UBA, UBL, VP, BUGen, PUL
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres: … [titel als in nr. 100] belli ac pacis. Ex altera recensione Joannis Barbeyracii. Cum notulis ejusdem nunc auctioribus, pluriumque locorum, ex auctoribus quibusvis laudatorum, adcuratiori indicatione. Lipsiae, impensis J.P. Krausii, 1758. 8°: Twee dln., doorlopend gepag., bevattende drie stukken, waarvan het tweede en het derde– in dl. II – met eigen doorlopende pag.: XXV, XXXIX, V, 534; IV, 502 (gepag. 539-1040), I, 43, LXXXIII pp. – I: t.p. (priv. in tit.), ded. van H. Grotius aan Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), pref. van B. bij de nieuwe uitgave (Groningen, 5-2-1735), inh., tekst Prolegomena, ‘Loci scriptorum’, tekst Boek I en Boek II, hfdst. I - XVIII; II: tekst Boek II, hfdst. XIX – XXVI en Boek III, twee citt. ‘ex vita S. Ludovici’; tekst De mari liberum etc., inh.; tekst De aequitate, reg. – Op de laatste pag. van dl. II ‘Lipsiae ex officina J.G.J. Breitkopfii.’ (Ter Meulen-Diermanse nr. 610.)
VP, UBGrei, UBLeip, BSB, SBBerl, BN, BUCSC, PUL
Jean Barbeyrac
43
UITGAVE VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, MET DIENS ANNOTATIES, DIE VAN J.F. GRONOVIUS EN DIE VAN B., HET COMMENTAAR VAN H. EN DE OBSERVATIES VAN S. COCCEJUS, MET GROTIUS’ DE MARI LIBERO EN DE AEQUITATE Uitgave in vier dln. waaraan een apart dl., bedoeld als inleiding, vooraf gaat. De titel van dit dl. luidt: Samuelis de Cocceii, Introductio ad Henrici L.B. de Cocceii Grotium illustratum, continens dissertationes prooemiales XII. In quibus principia Grotiana circa jus naturae, per totum opus dispersa, ad justam methodum revocantur, mens Grotii, obscura saepius, ex ipso Grotio illustratur et defectus circa ejus principia notantur. Duodecima dissertatio exhibet auctoris novum systema justitiae naturalis et Romanae, in quo universum jus Romanum nova methodo ad artem redigitur Lausannae, sumptibus MarciMichaelis Bousquet, 1751. De beschrijving van dit voorafgaande dl.waarin geen annotaties of andere opmerkingen van B. staan, valt buiten het kader van deze bibliografie. Zie hiervoor Ter Meulen-Diermanse nr. 608, in het bijzonder p. 257, waar pag. en inh. ervan beschreven wordt voorafgaand aan die van Tomus primus. Het in de tekst van dl. I van deze uitgave opgenomen ‘Vita Hugonis Grotii’, waarbij de levensbeschrijving van Grotius gevolgd wordt door teksten van brieven en gedichten, is ontleend aan dl. I van Grotius’ Opera omnia theologica, voor het eerst uitgegeven Amsterdam 1679 en vervolgens Londen 1679 en Bazel 1732 (zie Ter Meulen-Diermanse nrs. 919-921). De pref. van Samuel de Cocceji (1679-1755) is gelijk aan zijn pref. in dl. I van zijn vaders becommentarieerde uitgave van De jure belli ac pacis. Deze vierdelige uitgave met de titel: Henricus de Cocceji Grotius illustratus seu commentarii ad Hugonis Grotii de jure belli ac pacis libros tres etc. Wratislaviae (Breslau), 1744-1752 (zie Ter Meulen-Diermanse nr. 607), ligt mede ten grondslag aan de hier beschreven uitgave, waarin ook de annotaties van B. verwerkt zijn. 105
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres, cum annotatis auctoris, nec non J.F. Gronovii notis, et J. Barbeyracii animadversationibus, commentariis insuper locupletissimis Henr. de Cocceji, sub titulo Grotii illustrati antea editis, nunc ad calcem cuiusque capitis adiectis, insertis quoque observationibus Samuelis de Cocceji Henrici Filii; Adduntur tandem ipsius Grotii dissertatio de mari libero, ac libellus singularis de aequitate, indulgentia et facilitate. Tomus primus [secundus, tertius, quartus]. Lausannae, sumptibus Marci-Michaelis Bousquet, 1751-1752. 4°: Vijf dln., elk met eigen t.p. en pag., bevattende drie stukken, waarvan het tweede en het derde in dl. IV: (voor de dln. I-IV:) VIII, LXIV, 104, 396; II, 731, I; IV, 689, I (1751); II, 638 pp. – I: portr. van H. Grotius, t.p., ded. van M.M. Bousquet aan de intekenaren, ded. van H. Grotius aan koning Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), pref. van B. (gelijk aan die in de uitgave Amsterdam 1735 (hierboven nr. 102), ‘Vita Hugonis Grotii’, pref. van Samuel von Cocceji, keizerlijk privilege (Wenen, 11-8-1750), pref. van de ‘bibliopola’ (= Bousquet, 13-21751), tekst Prolegomena (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind), inh. van de dln. I en II, ‘Loci scriptorum in tom. I et II specialiter explicati, aut examinati, aut emendati.’, tekst De jure belli ac pacis Boek I (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.); II (1751): t.p., tekst De jure belli ac pacis Boek II, hfdst. I - XII (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von
44
Jean Barbeyrac
Cocceji aan het eind van elk hfdst.), ‘Bibliopolae monitum/Avis du libraire.’ (over de prijs van het werk); III (1752): portr. H. Cocceji, t.p., tekst De jure belli ac pacis Boek II, hfdst. XIII – Boek III, hfdst. IV (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.); IV: t.p., tekst De jure belli ac pacis boek III, hfdst. V – hfdst. XV (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.), twee citt. ‘Ex vita S. Ludovici etc.’, fr.t.p. ‘Hugonis Grotii Mare liberum sive De jure, quod Batavis competit ad Indicana commercia, Dissertatio.’, pref. (ongedat.), tekst Mare liberum, tekst brief aan Martinus Alphonsus de Castro (Madrid, 27-11607), inh., tekst ‘De aequitate, indulgentia et facilitate liber singularia.’, reg. voor de dln. III en IV, ‘Loci scriptorum in tomo III et IV etc.’, ‘Series Dominorum praenumeratorum, quorum nomina, ipsis permittentibus, sub finem hujus operi opponuntur, err., ‘Bibliopolae monitum/Avis du libraire.’ (over de prijs van het werk). (Ter Meulen-Diermanse nr. 608.) UBA, UBL, UBN, UBU, ABDev, KB, VP, UBLeip, MPI, SBBerl, NBBu, UBAntw, BN, BUCSC, BUNap, BUU, BNF, BNN, BSorm, BUTor, BRTor, BL, GUL, UBStel
106
Hugonis Grotii De jure belli ac pacis libri tres, … [titel als in nr. 105] facilitate. Cum quibusdam notis criticis. Tomus primus [secundus, tertius, quartus]. Lausannae, sumptibus Marci-Michaelis Bousquet, 1758-’59. 4°: Vijf dln., elk met eigen t.p. en pag., bevattende drie stukken, waarvan het tweede en het derde in dl. IV: (beschrijving voor de dln. I-IV:) XV, LIV, 104, 416; II, 743, I; II, 669, I; II, 638 pp. – I (1758): portr. van H. Grotius, t.p., ded. van M.M. Bousquet aan de intekenaren, ded. van H. Grotius aan koning Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), pref. van B. (gelijk aan die in de uitgave Amsterdam 1735 (hierboven nr. 102), ‘Vita Hugonis Grotii’, pref. van Samuel von Cocceji, pref. van de ‘bibliopola’ (= Bousquet), tekst Prolegomena (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind), inh. van dl. I, ‘Loci scriptorum etc.’ (voor dl. I), tekst De jure belli ac pacis Boek I (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.); II (1759): t.p., tekst De jure belli ac pacis Boek II, hfst. I - XII (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.), inh. van dl. II, ‘Loci scriptorum etc. (voor dl. II); III (1759): t.p., tekst De jure belli ac pacis Boek II, hfdst. XIII – Boek III, hfdst. IV (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.), inh. van dl. III, ‘Loci scriptorum etc. (voor dl. III); IV (1759): t.p., tekst De jure belli ac pacis boek III, hfdst. V – hfdst. XV (met onderaan de pp. de annotaties van Grotius, Gronovius en B. en met het commentaar van Henricus en Samuel von Cocceji aan het eind van elk hfdst.), twee citt. ‘Ex vita S. Ludovici etc.’, fr.t.p. ‘Hugonis Grotii Mare liberum sive De jure, quod Batavis competit ad Indicana commercia, Dissertatio.’, pref. (ongedat.), tekst De mare liberum, inh. van dl. IV, ‘Loci scriptorum etc. (voor dl. IV), reg. (Ter Meulen-Diermanse nr. 609.) VP, UBLau, UBZür, BUCSC, BNF, UBAntw
UITGAVE VAN H.GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, MET DE ANNOTATIES VAN J.F. GRONOVIUS EN VAN B., MET DE MARI LIBERO EN DE AEQUITATE, DOOR M. TYDEMAN Meinhard Tydeman (1741-1825), was op het moment, dat deze door hem verzorgde uitgave verscheen, hoogleraar te Utrecht (zie BGNR Utrecht nrs.
Jean Barbeyrac
45
360-378). Zijn uitgave bevat ook het voorwoord van B., zoals gepubliceerd in de uitgave Amsterdam 1735, zie hierboven nr. 102. 107
= BGNR Utrecht nr 368. – STCN, NUC. (Ter Meulen-Diermanse nr. 611)
UITGAVE VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, MET VERKORTE ENGELSE VERTALING DOOR W. WHEWELL, MET NOTEN VAN GROTIUS EN B. Zie Ter Meulen-Diermanse nrs. 637-640. William Whewell (1794-1866) was ten tijde van deze uitgave van Grotius’ De jure belli ac pacis ‘Knightbridge professor of philosophy’ in Cambridge. 108
De jure belli ac pacis libri tres, accompagnied by an abridged translation by William Whewell: with the notes of the author, Barbeyrac and others. Volume the first [the second, the third]. Edited for the Syndics of the University Press. Cambridge, University Press, London, John W. Parker, 1853. 8°: Drie dln., elk met eigen t.p. en pag.: XXXVI, 33, I, 416 pp.; IV, 457 pp.; IV, 409, XXXVII, VI pp. – I: t.p., pref. van W. Whewell (Cambridge, 23-8-1853), inh., ded. van Grotius aan Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), pref. van B. (Groningen, 1-11-1719), tekst Prolegomena (met annotaties van Grotius en B.), tekst De jure belli ac pacis Boek I en Boek II – hfdst. VIII (met annotaties van Grotius en B.); II: t.p., inh., tekst De jure belli ac pacis Boek II, vanaf hfdst. IX (met annotaties van Grotius en B.); III: t.p., inh., tekst De jure belli ac pacis Boek III (met annotaties van Grotius en B.), regg. Zie verder Ter MeulenDiermanse. (Ter Meulen-Diermanse nr. 612.) UBL, VP, CUL, BL, NLS, ULEd, PUL, Harv
VERTALING IN HET FRANS VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS B.’s vertaling van De jure belli ac pacis libri tres was niet de eerste vertaling in het Frans van dit werk. In 1687 was voor het eerst een vertaling in het Frans verschenen van de hand van Antoine (de) Courtin: Le droit de la guerre et de la paix, par M. Grotius: divisé en trois livres. … Traduit du latin en françois, par Monsieur de Courtin. Dédié au Roy. Tome premier [second]. A Paris, chez Arnould Seneuze, 1687 (zie voor deze druk en de herdrukken Ter MeulenDiermanse nrs. 659-653). Voor een vergelijking tussen De Courtins vertaling en die van B. zie Meri Päivärinne, ‘Translating Grotius’s De jure belli ac pacis: Courtin vs Barbeyrac’ in: Translation Studies. Volume 5, Issue 1, 2012, p. 33-47. Van de eerste druk van deze vertaling is in 1984 en 2011 een fotomechanische herdruk verschenen, uitgegeven door het Centre de philosophie
46
Jean Barbeyrac
politique et juridique, Université de Caen respectievelijk de ‘Équipe “Identité et subjectivé”’. Zie hieronder bij nr. 109 na de titelbeschrijving. 109
Le droit de la guerre et de la paix, par Hugues Grotius, nouvelle traduction par Jean Barbeyrac, avec les notes de l’auteur même, qui n’avoient point encore paru en François et de nouvelles notes du traducteur. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1724. 4°: Twee dln. elk met eigen t.p., doorl. gepag.: LIV, 518 pp.; 503 (gepag. 519-1001, incl. de t.p.), XXXIX pp. – I: portr. van H. Grotius, t.p., ded. van B. aan George I, koning van GrootBrittannië (ongedat.), pref. van de vertaler (= B., ongedat.), inh., tekst Discours préliminaire, tekst Boek I - Boek II, hfdst. XVI); II: t.p. tekst Boek II, hfdst. XVII – eind Boek III), regg., ‘Additions et corrections’, privilege van de Staten van Holland, etc. aan Pierre de Coup (Den Haag, 14-10-1723). – In één van de exx. van VP ontbreekt het portr. van Grotius. (Ter Meulen-Diermanse nr. 654.) UBA, UBG, UBL, UBM, UBN, UBT, UBU, UBVU, KB, BArn, VP, LBAu, MPI, SBBerl, BULau, ÖNB, NBBu, UBAntw, BN, BUCSC, BSorm, BUTor, BNMarc, CUL, BL, ULon, GUL, NLS, ALEd, LC, PUL Fotomechanische herdrukken van deze ed.: 1. Le droit de la guerre et de la paix [Texte imprimé] par Hugues Grotius; trad. de Jean Barbeyrac. Tome premier [second]. Réprod. en facsim. de l’édition d’Amsterdam, P. de Coup, 1724. Caen, Centre de philosophie politique et juridique, Université de Caen, 1984. O.a. in BStLB, EBHC, BN, BUS 2. Le droit de la guerre et de la paix [Texte imprimé] par Hugues Grotius; trad. de Jean Barbeyrac. Tome premier [second]. Réprod. en facsim. de l’édition d’Amsterdam, P. de Coup, 1724. Caen, l’Équipe “Identité et sujectivé”, 2011. O.a. in UBCaen.
110
Le droit de la guerre et de la paix, par Hugues Grotius, … [titel als in nr. 109] traducteur. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1729. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag.: VI, XXXVI, VII, 48, 587 pp., IV, 587, I pp.: I: fr.t.p., portr. van H. Grotius, t.p. (priv. in tit.), ded. van B. aan George I, koning van Groot-Brittannië (ongedat.), ‘Préface du traducteur.’ (= B., ongedat.), err., inh. (voor beide dln.), tekst Discours préliminaire, tekst Boek I – Boek II, hfdst. XVI; II: fr.t.p., t.p., tekst Boek II hfdst. XVII - eind Boek III, regg. – STCN. (Ter Meulen-Diermanse nr. 655.)
111
UBA, UBG, VP, SBBerl, KBBr, BULau, BN, BL
Le droit de la guerre et de la paix, par Hugues Grotius, … [titel als in nr. 109] traducteur. Tome premier [second]. A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1746. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag.: VIII, XLVIII, 518, II, 480, XL pp. – I: portr. van H. Grotius, t.p. (priv. in tit.), ded. van B. aan George I, koning van Groot-Brittannië (ongedat.), ‘Préface du traducteur.’ (= B., ongedat.), ‘Avis du libraire sur cette troisième édition’, inh. (voor beide dln.), tekst ‘Discours préliminaire’, tekst Boek I – Boek II, hfdst. XVI; II: t.p., tekst boek II, hfdst. XVII - eind boek III, regg., err. (Ter Meulen-Diermanse nr. 656.) UBA, UBG, UBN, UBU, UBVU, PBL, VP, UBGrei, MPI, SBBerl, ÖNB, BULau, NBBern, UBGent, EBHC, BN, BNMarc, BRTor, BL
Jean Barbeyrac
112
47
Le droit de la guerre et de la paix, par Hugues Grotius, … [titel als in nr. 109] traducteur. Edition nouvelle faite d’apres un exemplaire considérablement corrigé, retouché et augmenté de la main de Mr. J. Barbeyrac. Tome premier [second]. Leide, aux depens de la Compagnie, 1759. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p., doorl. gepag.: II, X, XLI, III, 516 pp.; II, 471 (gepag. 517987), XXXIII pp. – I: fr.t.p. ‘Droit de la guerre et de la paix en deux tomes’, portr. Hugo Grotius, t.p., ded. van B. aan George I, koning van Groot-Brittannië (ongedat.), ‘Avertissement des libraires sur cette nouvelle édition’, ‘Préface du traducteur’ (= B., ongedat.), inh., tekst Discours préliminaire, tekst Boek I - Boek II, hfdst. XVI; II: t.p., tekst: Boek II, hfdst. XVII - eind Boek III, regg. (Ter Meulen-Diermanse nr. 657.)
113
UBA, UBL, UBN, UBU, UBVU, ABDev, KB, VP, MPI, UBBern, UBGent, Bodl, LC
Le droit de la guerre et de la paix, par Hugues Grotius … [titel als in nr. 109] traducteur, Edition nouvelle, faite d’après un exemplaire considérablement corrigé, retouché, et augmenté de la main de J. Barbeyrac. Tome premier [second]. A Basle, chez Emanuel Tourneisen, 1768. 4°: Twee dln. met eigen t.p. en pag.: VIII, 32, II, 516; II, 471, XXXV pp. – I: t.p. (priv. in tit.), portr. H. Grotius, ded. van B. aan George I, koning van Groot-Brittannië (ongedat.), ‘Préface du traducteur’ (= B., ongedat.), inh., tekst Discours préliminaire, tekst Boek I - Boek II, hfdst. XVI; II: t.p., tekst: Boek II, hfdst. XVII - eind Boek III, regg. (Ter Meulen-Diermanse nr. 658.)
114
UBA, UBM, UBU, VP, UBDüss, UBBas, UBBern, NBBern, ULon
Le droit de la guerre et de la paix, par Hugues Grotius … [titel als in nr. 109] traducteur. Nouvelle édition, faite d’après un exemplaire considérablement corrigé, retouché, et augmgmenté de la main de J. Barbeyrac. Tome premier [second]. A Leyde, chez J. de Wetstein, et se trouve à Lyon, chez Jean-Marie Bruyset, 1768. 4°: Twee dln. met eigen t.p. en pag.: pag. en inh. gelijk aan die van nr. 112. (Ter Meulen-Diermanse nr 659.)
VP
UITGAVE NIEUWE FRANSE VERTALING VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, MET O.A. DE NOTEN VAN B. DOOR P.L. PRADIER-FODÉRÉ Paul Louis Ernest Pradier-Fodéré (1827-1904) bekleedde ten tijde van het verschijnen van zijn nieuwe vertaling van De jure belli ac pacis een professoraat in het publieke recht en de politieke economie aan het Collège armenien Moorat in Parijs. Daarnaast was hij advocaat. In het notenapparaat bij de tekst van de Prolegomena en die van de drie boeken van De jure belli ac pacis heeft hij mede de noten van B. verwerkt. In 1999 is deze vertaling in Parijs opnieuw uitgegeven door D. Alland en S. Goyard-Fabre onder de titel: Le droit de la guerre et de la paix, traduit par P. Pradier-Fodéré (collection ‘Leviathan’), echter zonder het voorwoord, het ‘Essai biographique et historique sur Grotius et son temps’, de ‘Table analytique et alphabétique des matières’ en alle noten van Pradier-Fodéré, inclusief die van B.
48
115
Jean Barbeyrac
Le droit de la guerre et de la paix par Grotius divisé en trois livres où sont expliqués le droit de la nature et des gens et les principaux points du droit publique; Nouvelle traduction précedée d’un essai biographique et historique sur Grotius et son temps accompagnée d’un choix de notes de Gronovius, Barbeyrac etc. Completée par des notes nouvelles. Mise au courant des progrès du Droit publique moderne et suivie d’une table analytique des matières par M. P. Pradier-Fodéré. Tome premier [deuxième, troisième]. Paris, Librairie de Guillaumin et Compagnie, 1865-1867. 8°: Drie dln., elk met eigen t.p. en pag.: IV, LXXX, 580 pp.; II, 631; II, 578 pp. – I: fr. t.p. ‘Le droit de la guerre et de la paix’, (op verso fr.t.p.:) ‘Saint Denis, - typographie de A. Moulin.’, t.p., ded. van Pradier-Fodéré aan zijn moeder (ongedat.), ‘Avant-propos’ van Pradier-Fodéré, ‘Essai biographique et historique sur Grotius et son temps.’, ded. van Grotius aan koning Lodewijk XIII (1625), tekst Prolegomena (‘Prolégomènes sur les trois livres du Droit de la guerre et de la paix.’), tekst Boek I, hfdst. I – Boek II, hfdst. VI, inh. dl. I; II: fr.t.p., t.p., tekst Boek II, hfdst. VII – hfdst. XXVI, inh. dl II; fr.t.p., t.p., tekst Boek III, inh. dl. III, reg. (met uitleg van enige afkortingen en een opgave van de door Grotius meest geciteerde werken). (Ter Meulen-Diermanse nr 660.)
116
UBA, UBG, UBL, VP, Sorb, e.a.
Le droit de la guerre et de la paix par Grotius …[titel als in nr. 115]. Tome premier [second, troisième]. Paris, Librairie de Guillaumin et Compagnie, 1867. 12°: Drie dln.: Afgezien van het formaat geheel gelijk aan het vorige nummer. (Ter Meulen-Diermanse nr 661.)
BL
UITGAVE VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, ENGELSE VERTALING, MET EEN ENGELSE VERTALING VAN O.A. B.’S NOTEN Dit is de eerste uitgave van de Engelse vertaling Grotius’ De jure belli ac pacis inclusief de door B. toegevoegde noten. Voor de tekst van Grotius’ werk zelf heeft de uitgever gebruik gemaakt van de uitgave London 1715 (zie Ter Meulen-Diermanse nr. 634), welke vertaling is gemaakt door John Morrice met hulp van John Spavan en Edward Littlehales (zie ook hierboven de kopnoot bij nr. 73). 117
The rights of war and peace, in three books. Wherein are explained, the law of nature and nations, and the principal points relating to government. Written in Latin by the learned Hugo Grotius, and translated into English. To which are added all the large notes of Mr. J. Barbeyrac. London, printed for W. Innys and R. Manby, e.a., 1738. Fol: IV, XXXVI, 817 pp – fr.t.p., t.p., ‘The life of Hugo Grotius’, Grotius’ ded. aan Lodewijk XIII, koning van Frankrijk (1625), tekst Prolegomena, tekst Boeken I-III (met de noten van Grotius en B. onder aan de pp.), regg., twee tabellen, inh. – NUC. (Ter Meulen-Diermanse nr. 635.) UBA, VP, BL, Bodl, CUL, ULLiv, PGLDur, ULAb, PUL e.a. Fotomechanische herdruk van deze ed.: The rights of war and peace, in three books, … [titel als in nr. 117] Barbeyrac. London, printed for W. Innys and R. Manby, e.a., 1738.Clark NJ., Lawbook Exchange, 2004. (xxxvi, 817 pp. ‘Includes bibliographical references and indexes.’) O.a. in LC.
Jean Barbeyrac
49
GEDEELTELIJKE UITGAVE VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, ENGELSE VERTALING, MET O.A. B.’S NOTEN, DOOR A.C. CAMPBELL Deze uitgave bevat slechts een aantal hoofdstukken uit elk van de drie boeken van De jure belli ac pacis, terwijl de Prolegomena geheel ontbreken. Voor de heruitgaven zie Ter Meulen-Diermanse nrs. 642 en 643. 118
The rights of war and peace, including the law of nature and of nations, translated from the original Latin of Grotius: with notes and illustrations, from the best political writers, both ancient and modern, by the Rev. A.C. Campbell, … In three volumes. Vol. I [II, III]. Pontefract, printed by B. Boothroyd, and sold by F. and C. Rivington e.a., London, 1814. 8°: drie dln., elk met eigen t.p. en pag.: XXXV, 367 pp..; III, 352 pp.; V, 420 pp. – fr.t.p., t.p., inh., ded. van de vertaler Achibald Colin Campbell aan de Earl of Liverpool, ‘The life of Hugo Grotius’, tekst Boek I, de hfdstt. I-III en Boek II, de hfdstt. I-IV en IX-X; II: fr.t.p., t.p., inh. tekst Boek II, de hfstt. XI-XIII en XV- XX; III: fr.t.p., t.p., inh., tekst Boek III, hfdstt. IIX, XI-XIII, XV- XVI, XVIII- XXII en XXIV- XXV (alle hfdstt. met enkele noten van Grotius, B. en anderen onder aan de pp.) (Ter Meulen-Diermanse nr. 636.)
UBA, VP
UITGAVE VAN H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, ENGELSE VERTALING, MET B.’S NOTEN, GEÏNTRODUCEERD DOOR R. TUCK Bij deze uitgave, die deel uitmaakt van de serie Natural Law and Enlightment Classics, gaat het wat betreft de tekst van het werk zelf om een fotomechanische herdruk van de uitgave London 1738, inclusief de Prolegomena. Richard Tuck, die deze uitgave heeft verzorgd, is werkzaam aan de Universiteit van Harvard als professor voor o.a. ‘history of political thought’. 119
The rights of war and peace Book I [II, III] Hugo Grotius. Edited and with an introduction of Richard Tuck, from the edition by Jean Barbeyrac. Indianapolis, Liberty Fund, 2005. Drie dln., elk met eigen t.p., doorl. gepag.: XLII, 387, I pp.; X, 795 (gepag. 389-1183), I pp.; X, 884 (gepag. 1185-1988), II pp. – I.: fr. t.p., data m.b.t. de serie e.d., portr. van H. Grotius, t.p., data m.b.t. het boek zelf, inh. van de drie dln., introductie van Richard Tuck, ‘A note on the text’, ‘Acknowledgment’, fr.t.p. ‘The Rights of War and Peace Book I’, afbeelding oorspr. t.p. (voor de uitg. van 1738), inh. (idem) (NB Bij de eerste drie daarin genoemde onderdelen – ‘The life of Hugo Grotius’, ‘Dedication’ en ‘The Preliminary Discourse’ staat de noot ‘Omitted in original table of contents’; de pp. waarnaar verwezen wordt zijn die van deze nieuwe ed.), tekst ‘The life of Hugo Grotius’, ded. van Grotius aan Lodewijk XIII (1625), ‘The Preliminary Discourse’, tekst Boek I; II: t.p., tekst Boek II; III: t.p., tekst Boek III, ‘Passages of Scripture’, regg., ‘Appendix: Prolegomena to the First Edition of De Jure Belli ac Pacis’, ‘A note on the Translation’, tekst Prolegomena, ‘Bibliography of Postclassical Works referred to by Grotius’, ‘Bibliography of Works referred to in Jean Barbeyrac’s notes’, reg., colofon. VP, BL, ALEd e.a.
50
Jean Barbeyrac
H. GROTIUS, DE JURE BELLI AC PACIS, GEDEELTELIJKE ITALIAANSE VERTALING VAN A. PORPORA OP BASIS VAN DE VERTALING IN HET FRANS VAN B., MET DIENS NOTEN Antonio Porpora baseerde zich bij zijn – gedeeltelijke – vertaling van De jure belli ac pacis op B.’s vertaling uit 1724 (hierboven nr. 109). In zijn voorwoord maakt hij overigens ook melding van door hem gevonden fouten in B.’s vertaling, waaraan hij achterin dl. II een stuk wijdt. Wat de tekst van De jure belli ac pacis betreft beperkt de vertaling van Porpora zich tot die van de Prolegomena, Boek I en Boek II tot hfdst. XV zonder dat daarvoor een reden wordt gegeven. In Termeulen-Diermanse wordt bij dit werk als derde opmerking (p. 296) het volgende vermeld: ‘A. Porpora déclare qu’il a tâché de traduire fidèlement le latin de Grotius, mais en consultant le français de Barbeyrac, dont le traducteur italien a suivi aussi la division des chapitres, Tomo I, p. XI, XVI, XIX, XX; p. XIX dit: “Io in questa mia traduzione ho procurato, per quanto ho potuto, di non allontanarmi dal vero senso e spirito dell’autore, e di fedelmente ed esattamente tradurlo.” Sinds 2002 bestaat van deze uitgave een fotomechanische herdruk (zie hieronder nr. 121). 120
Il dritto della guerra e della pace di Ugone Grozio colle note dello stesso autore, e di Giovanni Barbeyrac. Tradotto nell’ idioma italiano dall’ avvocato napoletano D. Antonio Porpora. Tomo primo [secondo, terzo, quarto] In Napoli, appresso Giuseppe de Dominicis, 1777. 8°: 4 dln., elk met eigen t.p. en pag.: XX, 258 pp.; 342 pp.; 374 pp.; 342 pp. – I: fr.t.p., t.p, ded. van Porpora aan markies Bernardo Tanucci (ongedat.?), ‘Prefazione del Sig. Di Barbeyrac.’, ‘Di Ugone Grozio Discorso preliminare.’ (= de tekst van de Prolegomena, met onderaan de pp. de in het Italiaans vertaalde noten van B., aangevuld met enige noten van Porpora), tekst Boek I, hfst. I (geannoteerd zoals bij het ‘Discorso preliminare’); II: t.p., tekst Boek I, hfdst. II e.v. (geannoteerd op dezelfde wijze), bericht over de fouten in de vertaling van B.; III: t.p., tekst Boek II, hfdstt. I-VII (geannoteerd op dezelfde wijze); IV: t.p., tekst Boek II, hfdstt. VIII-XV (geannoteerd op dezelfde wijze). (Ter Meulen-Diermanse nr. 670.) BPCam (dln. I-IV), BSNap (dln. I-IV), Harv (dln. I, II en III)
121
Il dritto della guerra e della pace di Ugone Grozio; introduzione di Francesca Russo; premessa di Salvo Mastellone. Rist. anast. dell’ed. Napoli: apresso G. De Dominicis, 1777. In custodia. [Collana: Politica e storia 57]. Firenze, Centro editoriale toscano, 2002. 8° (?): 4 dln. elk met eigen t.p. en pag. (?): 1059 pp. -… o.a. VP, BNF, BUNap, BUU, BURoma, BNN
DE MAGISTRATU FORTE PECCANTE Rede, gehouden te Groningen 4-9-1721 bij het neerleggen van het eerste rectoraat dat B. bekleedde. Ankersmit, die deze rede in zijn artikel over B. in Groniek 37 (1975) bespreekt (p. 16 e.v.), noemt als directe aanleiding daarvan
Jean Barbeyrac
51
het conflict dat de kerkenraad van de Waalse gemeente van Groningen sinds 1720 had met het stadsbestuur, omdat de kerkenraad in dat jaar opnieuw besloten had de ouders en peetouders van dopelingen, voorafgaand aan de bediening van de doop, te ondervragen op hun rechtzinnigheid, dit in strijd met de reeds in de zeventiende eeuw daartoe uitgevaardigde verboden van Burgemeesteren en Raad van de stad Groningen. Het conflict had ertoe geleid dat een predikant vanaf de kansel tegen het stadsbestuur was uitgevaren, hetgeen B. ten sterkste afkeurde. Zie over deze rede ook J. van Eijnatten, ‘Swiss Anticlericalism in the United Provinces. Jean Barbeyrac’s Oratio de Magistratu, Forte Peccante, e Pulpitis Sacris non Traducendo 1721’ in: Henri Méchoulan e.a. (eds.) La formatione storica della alterità. Studi di storia della tolleranza nell’ eta moderna offerti a Antonio Rotondò. 3 vols., Florence, 2001, III (Secolo XVIII), p. 861-886. Bij de vijfde druk van Le droit de la nature et des gens etc. A Amsterdam, chez la veuve de Pierre de Coup, 1734 (zie hierboven nr. 15, alsmede nr. 18) is een tweede uitgave van deze rede toegevoegd met de vermelding: ‘Ed. secunda, emendatior et in notis auctior.’ Met de vermelding ‘Editio tertia, emendatior et in notis auctior’ is zij toegevoegd aan de in 1740 bij J. Nours verschenen roofdruk (hierboven nr. 17), zowel als aan de zesde editie van Le droit de la nature etc., A Basle, chez Emanuel Thourneisen, 1750 en de editie Bazel 1771 (hierboven respectievelijk nr. 18 en nr. 21). Aan de edities Leiden 1759 en Leiden en Lyon 1771 (hierboven de nrs. 19 en 20) is zij eveneens toegevoegd, maar daar met de vermelding ‘Editio secunda emendatior et in notis auctior’. 122
Oratio de magistratu, forte peccante, e pulpitis sacris non traducendo. Amstelodami, apud Petrum de Coup, 1721. 4°: 29 pp. – t.p., tekst. – STCN. UBA, UBG, UBU, ABDev, KB, SLBD, Bodl, BL, NLS, Harv
123
[Ook bij: Joh. Abrah. Kromayer, Instructio de elencho morali homiletico, Vom StraffAmt der Prediger: Brevibus paragraphus comprehensa, et notis uberioribus illustrata. Cui adjecta est Joh. Barbetracii Oratio de magistratu, forte peccante, e pulpitis sacris non traducendo. Cum annotationibus necessariis. [Erfurt], Prostat apud Hieron. Philipp. Ritschelium, 1722.] P. 265-328 – Inleiding, tekst (naar de ed. Amsterdam, 1721), ‘Annotatio ad titulum.’, ‘Annotationes ad orationem ipsam.’ UBGött, EvPrW, SBSoe
124
Oratio de magistratu, forte peccante, e pulpitis sacris non traducendo. Tubingae, juxta exemplar Amstelodamense impressit Georgius Fridericus Pflickius, 1724. 4°: II, 26 pp.: t.p., tekst.
UBL, SLBD, UBLeip, UBMünch, MPI, SSBAug, SBBerl, SBReg, NLS
52
Jean Barbeyrac
DE MAGISTRATU FORTE PECCANTE, NEDERLANDSE VERTALING 125
Joannes Barbeyrak’s Redenvoering, dat men den magistraet, ingeval hy eenigen misslagh begaet, van den predikstoel niet magh doorstryken. Uit het Latyn vertaelt. Te Rotterdam, by Joannes Hofhout, 1722. 4°: 35, I pp. – t.p., tekst. – Onderaan p. 35 een verbetering m.b.t. de tekst op p. 23. – STCN. UBA, UBVU, GBR, KB
126
Joannes Barbeyrak’s Redenvoering, dat men den magistraet, ingeval hy eenigen misslagh begaet, van den predikstoel niet magh doorstryken; uit het Lateyn vertaalt. 's Hertogen-bossche, by Joannes du Mont, 1724. 12°: II, 66 pp. – t.p., 1 p. blanco, tekst. – Zie Van Alphen, 768.
127
UBG
Joannes Barbeyrak’s Redenvoering, dat men den magistraet, ingeval hy eenigen misslagh begaet, van den predikstoel niet magh doorstryken. Uit het Lateyn vertaalt, tweeden druk, Te Rotterdam, by Johannes Hofhout, 1738. 4°: 35, I pp. – t.p., tekst. – STCN.
128
UBL
[‘Reedenvoering over de vraage, of ’t geoorlovd is den magistraat, die eenigen misslag begaan heeft, van den predikstoel door te stryken. In: Verzaameling van reedenvoeringen, p. 136-182, zie hieronder nr. 158.]
DE MAGISTRATU FORTE PECCANTE, DUITSE VERTALING 129
Johannis Barbeiraci daselbst gehaltene Rede, dass man die Obrigkeit, ob sie sich gleich etwas versehen möchte, keines weges auf denen Canzeln herdurch ziehen solle. Aus dem Lateinischen denen curieusen Liebhabern der Wahrheit zugefallen, ins Teutsche übersetzt. Gedruckt im Jahr 1722. 4°: 24 pp. – t.p., tekst.
SLBD, UBGrei, SBBerl, BN
VERTALING IN HET FRANS VAN DE MAGISTRATU FORTE PECCANTE 130
[‘Discours sur la question s’il est permis d’echaffauder en chaire le Magistrat, qui a commis quelque faute?’ In: Recueil de discours sur diverses matières importantes etc. (hieronder nr. 141) dl. II, p. 235-298.]
VERTALING IN HET FRANS VAN C. VAN BYNKERSHOEK, LIBER SINGULARIS DE FORO LEGATORUM Dit werk van Cornelis van Bynkershoek, geschreven naar aanleiding van de door het Hof van Holland en Zeeland goedgekeurde beslaglegging onder de goederen van de gezant van de hertog van Sleeswijk-Holstein door diens
Jean Barbeyrac
53
schuldeisers, was verschenen te Leiden in 1721 (zie Boekzael, 1721.2 (= dl. 13, dec. 1721), p. 670-678). B. begon aan deze vertaling op verzoek van ‘un seigneur de cette province’, en ook Van Bynkershoek wilde graag, dat B. zich hiermee zou belasten. 131
Traité du juge competent des ambassadeurs, tant pour le civil, que pour le criminel. Traduit du Latin par Jean Barbeyrac. A La Haye, chez Thomas Johnson, 1723. 8°: XL, 304, XII pp. – t.p., [priv. van de Staten van Holland etc. voor Th. Johnson (Dem Haag, 6-1-1723)], ded. van B. aan Everard Justus Lewe van Aduard (Groningen, 9-11-1722), ‘Préface du traducteur’ (= B.; ongedat.), inh., err., tekst, met annotaties van B., reg. – NB Het priv. is in sommige exx. achterin ingebonden of het ontbreekt. – STCN, NUC. UBA, UBG, UBL, UBU, UBGrei, MPI, SBBerl, UBBas, UBBern, BULau, ZBZür, UBGent, BN, BL, Bodl, GUL, ALEd, BNF, BRTor, PUL
132
[Ook toegevoegd aan: L’Ambassadeur et ses fonctions, par M. de Wicquefort. Nouvelle edition, augmentée d’un Traité du juge competent des ambassadeurs, écrit en Latin par M. de Bynkershoek: et traduit en François par M. J. Barbeyrac avec des notes et une préface du traducteur. A La Haye, chez T. Johnson, 1724.] [4°:] Titeluitgave van nr. 131. – STCN. UBG, UBL, UBU, KB, PBL, BN, BL
133
[Eveneens toegevoegd aan: L’Ambassadeur et ses fonctions par Abraham de Wicquefort. Nouvelle édition augmentée des pièces suivantes: Mémoires de Wicquefort touchant les ambassadeurs et les ministres publics, Reflexions sur ces Mémoires par Ferdinand de Galardi, Discours du même Wicquefort de l’élection de l’empereur, et les électeurs de l’Empire. Traité du juge competent des ambassadeurs, traduit du Latin de De Bynkershoek par Jean Barbeyrac. Seconde édition revue et augmentée dans les notes du traducteur. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez les Janssons a Waesberge, 1730.] [4°:] B.’s vertaling van Bijnkershoeks verhandeling is apart afgedrukt in dl. II achter het hoofdwerk: fr.t.p., ded. aan Everard Justus Lewe van Aduard (Groningen, 9-11-1722), ‘Avertissement sur cette nouvelle édition.’ (Groningen, 11-6-1729), ‘Préface du traducteur’ (= B.; gelijk aan die van de ed. 1723), inh., ‘Avis posterieur du traducteur.’ (met vermelding van de err.), tekst, met annotaties van B., reg. – STCN – NB BULau geeft Traité du juge etc. als los stuk, met de opmerking dat het deel uitmaakt van een boek, dat elders te vinden moet zijn, ook met de vermelding ‘2e éd.’)] UBA, UBG, UBL, UBU, UBBiel, UBLeip, SBBerl, BULau, BNMarc, BNN, BRTor, BL
134
[Alsmede aan: L’Ambassadeur et ses fonctions par Abraham de Wicquefort. Nouvelle édition augmentée des pièces suivantes: I. Mémoires de Wicquefort touchant les ambassadeurs et les ministres publics. II. Reflexions sur ces Mémoires. III. Discours historique de l’élection de l’empereur, et les électeurs de l’Empire. IV. Du juge competent des ambassadeurs, traduit du Latin de De Bynkershoek par Jean Barbeyrac, qui a ajouté ses propre notes. V. Mémoires de Mr. Rousset, sur le rang et la présence entre les souverains, et entre leurs ministres représentants suivant leurs différentes
54
Jean Barbeyrac
caractères, pour servir du supplément au livre de Wicquefort. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez François L’Honoré et fils, 1746.] [4°:] B.’s vertaling van Bijnkershoeks verhandeling is afgedrukt in dl. II achter het reg. met eigen t.p. en pag.: XX, 200, VI pp. – Inh. gelijk aan die van nr. 133. – Het ex. van UBL is incompleet. UBL, SBBerl
VERTALING IN HET FRANS VAN DE – EERSTE – DISSERTATIE VAN A. WESTERVEEN TER VERDEDIGING VAN DE RECHTEN VAN DE V.O.C. Het gaat hier om een vertaling van het vertoog ‘Dissertatio de jure, quod competit Societati Privilegiatae Faederati Belgii ad navigationem et commercia Indiarum Orientalium, adversus incolas Belgii Hispanici hodie Austriaci’, (eerste druk) Amstelaedami, apud Rodolphum et Gerhardum Wetstenios, 1723. Het stuk verscheen anoniem, maar algemeen wordt aangenomen dat de toenmalige eerste advocaat (= secretaris) van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, de jurist Abraham Westerveen (1672-?) de schrijver ervan is. Al heel gauw verscheen een tweede druk van dit vertoog, zowel in Amsterdam in 1723, als in Leipzig in 1724. Welke druk ten grondslag ligt aan B.’s vertaling, is niet na te gaan. De naam van B. wordt overigens in deze uitgave nergens genoemd. (NB Westerveen is in 1699 in Leiden tot J.U.D. gepromoveerd. Een ex. van zijn inaugurele disp. De postremo reatu Pauli Pars altera. Lugduni Batavorum, apud Abrahamum Elsevier, 1699 berust in de NLS.) 135
Dissertation où l’on preuve le droit exclusif de la Compagnie Orientale des Provinces Unies, au commerce et à la navigation des Indes Orientales: contre les prétensions des habitans des Pais-Bas espagnoles ou autrichiens. La Haye, chez T. Johnson, 1724. 4°: II, 22 pp. – t.p., tekst.
136
UBL, VP, GBR, BL
[Ook in: Recueil de pièces en faveur des compagnies hollandoises pour le commerce des Indes orientales et occidentales, et contre les prétensions de la nouvelle Compagnie d’Ostende. A Rotterdam, chez T. Johnson, 1728.] 4°: Het hierboven onder nr. 135 genoemde stuk van B. is – volgend op het eerste onderdeel, de dissertatie van Westerveen – in deze bundel opgenomen met eigen t.p. en pag.: II, 22 pp. – t.p., tekst. – Zie ook hieronder onder nr. 138. UBL, KB, BL
DÉFENSE DU DROIT DE LA COMPAGNIE HOLLANDOISE DES INDES ORIENTALES Dit werk is een verdere uitwerking van de twee vertogen van Abraham Westerveen, waarvan het tweede in 1724 gepubliceerd was als Dissertatio secunda de jure, quod competit societati privilegiatae Faederati Belgii ad navigationem et commercia Indiarum Orientalibus adversus P. Mac. Neny …
Jean Barbeyrac
55
ab Abrahamo Westerveen, Amstelaedami, apud Rudolphum et Gerhardum Wetstenios, 1724 (ex. in UBA). Omdat B., zoals hij in het voorbericht opmerkt, bij het nazien van de tekst niet het gehele manuscript had kunnen vinden is over de pag. met de err. bijna onzichtbaar een nieuw blad met verbeteringen geplakt. 137
Défense du droit de la Compagnie Hollandoise des Indes Orientales, contre les nouvelles prétensions des habitans des Pays-Bas Autrichiens, et les raisons ou objections des avocats de la Compagnie d’Ostende. A La Haye, chez Thomas Johnson, 1725. 4°: VIII, 131, I pp. – t.p., voorbericht van B. (27-1-1725), inh., err., tekst. –NB pp. 97-104 dubbel afgedrukt, na p. 130 zijn de pp. 23, 24, 21, 22 dubbel, maar gedeeltelijk met afwijkende tekst, afgedrukt. Van de twee exx. in de UBG is één onderaan scheef afgesneden met tekstverlies op p. 9 en p. 10. Het ex. van de UBRos bevat ook het volgende geschrift, dat voor B.’s werk is ingebonden: Ausfuerliche Behauptung des denen Innwohnern derer Oesterreichischen Niederlande zustehenden Gerechtsames und Privilegii, nach Indien, auch Africa zu schiffen, und daselbst freye Handlung zu treiben. Oder: Gruendliche Widerlegung dererjenigen Schein-Gruende, so biszanhero an Seiten der Republic Holland und der daselbst befindlichen Indianischen Societaeten, solchem zuwider, aus verschiedenen FriedensSchluessen, Vertraegen und Urkunden hervorgebracht worden. Leipzig 1724. Met als bijlage: Dissertatio de jure, quod competit societati privilegiatae Foederati Belgii ad navigationem et commercia Indiarum Orientalium, adversus incolas Belgii Hispanici (hodie) Austriaci. Editio secunda a mendis purgata. Amstelaedami, apud Rodolphum et Gerhardum Wetstenios, 1724. Verder bevat de convoluut nog andere stukken m.b.t. de handel op ‘Indië’. – Knuttel nr. 16639, Landwehr, VOC nr. 41, NUC. UBA, UBG, UBL, UBU, VP, SLBD, UBRos, SBBerl, UBBas, UBBern, NBBern, UBGent, KBBr, ULon, BL, Harv, LC
138
[Ook in: Recueil de pièces en faveur des compagnies hollandoises pour le commerce des Indes orientales et occidentales, et contre les prétensions de la nouvelle Compagnie d’Ostende. A Rotterdam, chez T. Johnson, 1728.] (Cf. hierboven nr. 135: Ook het hierboven onder nr. 137 genoemde stuk van B. is – als derde onderdeel – opgenomen met eigen t.p. en pag.: VI, 131 pp. – t.p., voorbericht van B. (27-11725), inh., err., tekst. – NB Dit ‘Recueil’ bevat behalve de stukken genoemd onder de nrs. 135 en 137 ook: ‘A second dissertation concerning the right of the Dutch East-India Company to the trade and navigation of the East-Indies … written by Abraham Westerveen’. The Hague, printed for T. Johnson, 1724. UBL, KB, BL
TRAITÉ DE LA MORALE DES PÈRES DE L’ÉGLISE Met dit werk reageerde B. op het hierboven in de in de kopnoot bij nr. 13 genoemde boek van Dom Remy Ceillier. Op B.’s boek werd weer gereageerd door Liberato Fassoni met het werk: De morali patrum doctrina adversus librum Jo. Barbeyraci et ad disputationes de ecclesiastica historia introitus, Liburni, 1767 (ex. in CUL), alsmede door Daniel Tobenz in zijn Examen tractatus Joannis Barbeyraci De doctrina morali patrum ecclesia. Dissertatio prima. Vindobonae, ex typographia Hoerlingiana, 1785 (o.a. in PGLDur). B. zelf besprak zijn boek in de Bibliothèque raisonnée des ouvrages des savans de l’Europe Zie over deze bespreking en dit werk van B.: Petter
56
Jean Barbeyrac
Korkman, ‘Conscience and police in the Bibliothèque raisonnée des savans de l’ Europe’ in Pasi Ihalainen e.a. (ed.) Boundaries in the eighteenth century, Frontières aux dix-huitième siècle. Helsinki and Oxford, 2007, p. 19-34, in het bijzonder p. 29-34. Zie voor een – kortere – Nederlandse versie van B.’s uiteenzetting over de zedenleer van de kerkvaders hieronder de nrs. 142 en 143. Het voorwoord van dit werk is – naar de uitgave ‘Herman Uytwerf’ – afzonderlijk uitgegeven in Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale. Présentés par Simone Goyard-Fabre (hieronder nr. 160), p. (235) 239-274). 139
Traité de la morale des pères de l’eglise, où en defendant un article de la préface sur Puffendorf, contre l’Apologie de la morale des Pères du P. Ceillier, on fait diverses reflexions sur plusieurs matières importantes. A Amsterdam, chez Pierre de Coup, 1728. 4°: XLIV, 334, XX pp. – t.p., pref. (Groningen, 17-1-1728), inh., ‘Corrections et additions.’, tekst, reg. – STCN, NUC. UBA, UBG, UBL, UBM, UBN, UBU, UBGrei, UBHal, NBBern, BUCSC, BUPad, BL, Harv
140
Traité de la morale des pères de l’eglise, … [titel als in nr. 139] matières importantes. A Amsterdam, chez Herman Uytwerf, 1728. 4°: XLIV, 334, XX pp. – De t.p. uitgezonderd, geheel gelijk aan de bij P. de Coup verschenen uitgave, hierboven nr. 139. – STCN, NUC. UBG, UBL, UBVU, UBLeip, MPI, SBBerl, BN, BUU, BNMarc
RECUEIL DE DISCOURS SUR DIVERSES MATIÈRES IMPORTANTES MET LOFREDE OP G. NOODT De lofrede op Gerard Noodt, die in de titel wordt genoemd, volgt in dl. I na de ‘Préface générale sur ce recueil.’ (p. XXIV-XC). Dit dl. bevat ook B.’s vertaling van de rede waarmee Johannes Fredericus Gronovius in 1671 het rectoraat van de Leidse academie, dat hij voor de tweede keer bekleed had, neerlegde. Deze ‘Oratio de lege regia etc.’, gehouden 8-2-1671, was pas in 1678 na Gronovius’ dood gepubliceerd (zie verder NNBW I, k. 992 en voor Gronovius ook hierboven de noot bij nr. 100). Zie m.b.t. de betekenis van de Lex regia in het wijsgerig denken rond 1700 in de Nederlanden bij o.a. Gronovius en B. ook F. Lomonaco, New studies on Lex Regia: Right, Philology and Fides Historica in Holland Between the 17th and 18th Centuries. Bern etc., 2011. Bij de door B. in het Frans vertaalde dissertatie van Janus a Wigboldus Slicher, opgenomen in dl. II, pp. 1-164, gaat het om diens Dissertatio juridica de debita ac legitima vindicatione existimationis; Ubi et de duellis. Amstelaedami, ex officina Wetsteniana, 1717 (exx. in UBRos en UBTüb), eerder verschenen als: Disputatio juridica inauguralis de debita ac legitima vindicatione existimationis, quam … ex auctoritate … Francisci Fabricii … eruditorum examini subjicit A.W. Slicher. Lugduni Batavorum, apud Theodorum Haak, [1716] (ex. in UBA en UBL). De vertaling wordt gevolgd
Jean Barbeyrac
57
door een ‘Extrait d’une lettre de Mr. le baron S. … à Mr. F.G.D.E.G. en response à celle qu’on lui a écrite au sujet de cette dissertation.’ (p. 165-168). De in dit Recueil opgenomen stukken zijn niet alleen vertaald of samengesteld door B., maar ook geannoteerd. Zie voor de andere stukken hierboven de – kopnoten bij de – nrs. 31, 82 en 130. 141
Recueil de discours sur diverses matières importantes, traduits ou composez par Jean Barbeyrac, qui y a joint un Éloge historique de feu Mr. Noodt. Tome premier [second]. A Amsterdam, chez Pierre Humbert, 1731. 8°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag.: XCII, 327, I pp.; IV, 298, LXVI pp. – I: front., t.p., ded. aan de baron de Vernezobre de Laurieux (ongedat.), pref. (alg.), tekst ‘Éloge historique de monsieur Noodt etc.’, inh. (van dl I), err. (voor beide dln.), ‘Préface du traducteur (= B.) sur les deux discours de Mr. Noodt. Telle qu’elle étoit dans la première edition de MDCCVII’ (Berlijn, 20-12-1706), tekst van B.’s vertaling in het Frans van ‘De jure summi imperii’ onder de titel ‘Des droits de la puissance souveraine’ (= ‘Du pouvoir des souverains’), en van ‘De religione ab imperii libera’ onder de titel ‘Discours sur la liberté de conscience’, tekst van B.’s vertaling in het Frans van J.F. Gronovius rectoraatsrede: ‘Discours sur la loi roiale du peuple Romain’; II: t.p., inh. (van dl. II), tekst van B.’s vertaling in het Frans van J. a W. Slichers inaugurele dissertatie:‘De la juste défense de l’honneur: où l’on traite en particulier des duels par Mr. Slicher’, fr. t.p.: ‘Discours sur l’utilité des lettres et des sciences, par rapport au bien de l’État etc.’, tekst (incl. ded. en ‘Avertissement’), tekst van B.’s vertaling in het Frans van zijn eigen ‘Oratio de magistratu, forte peccante, e pulpitis sacris non traducendo’ onder de titel ‘Discours sur la question, S’íl est permis d’éschaffauder en chaire le Magistrat, qui a commis quelque faute?’, inh., ‘Fautes à corriger dans l’Epitre dédicatoire’, ‘Catalogue des divers livres qui se trouvent chez Pierre Humbert, libraire etc.’. – STCN, NUC. UBA, UBG, UBM, UBU, VP, UBGött, UBHal, UBJena, HABW, LBAu, MPI, SBBerl, UBGent, BULau, BN, BL, Bodl, NLS, KBK, Harv, PUL
AANMERKINGEN OVER DE VERDRAAGZAAMHEID In de bundel Verzameling van eenige verhandelingen over de verdraagzaamheid, etc. volgt het stuk van B. op een heruitgave (vijfde druk) van de Nederlandse vertaling van Gerard Noodt’s Dissertatio de religione ab imperio libera (zie BGNR Leiden onder nr. 457). Ook in de bundel De vryheid van godsdienst in de burgerlyke maatschappij etc. (hieronder nr. 143) is dat het geval (vgl. BGNR Leiden nr. 458). In de laatstgenoemde uitgave staat in het Bericht van den uitgever (p. V) over deze verhandeling: ‘Na die redevoering [van G. Noodt] volgen de Aanmerkingen over de verdraagzaamheid van den zeer vermaarden heer Barbeyrac zelven. Zij zijn hier herhaald volgens de vertaling der vorige uitgave van deze verzameling, doch met het oorspronklijke vergeleken, en daarnaar verbeterd. Men vindt dezelve in het werk door den heer Barbeyrac over de zedeleer der kerkvaderen (Morale des Pères) tegens Vader Ceillier, een benediktijner monnik, in ’t Fransch geschreven, en in den jare 1728 uitgegeven.’ Dit laatste verwijst naar B.’s hierboven genoemde Traité de la morale des pères de l’eglise, etc. (hierboven nrs. 139 en 140).
58
142
Jean Barbeyrac
[‘Aanmerkingen over de verdraagzaamheid’ in: Verzameling van eenige verhandelingen over de verdraagzaamheid, en vryheid van godsdienst (verzameld door Is. Tirion). Amsterdam, by Jacob ter Beek en Isaak Tirion, 1734.] 8°: Het gaat om het derde stuk in dit boek met eigen fr. t.p. en paginering: 83 pp. UBA, UBL, ThUKam, KB
143
[Ook – als vijfde verhandeling – in: De vryheid van godsdienst in de burgerlyke maatschappy betoogd en verdeedigd, uit het regt der nature en der volkeren, en uit de nature van den kristelyken godsdienst, door de zeer vermaarde mannen Locke, G. Noodt, J. Barbeyrac, B. Hoadly en J. Drieberge. Etc. door R.D.B.G.D.I.H.M.V. (= Abraham Arent van der Meersch). Amsterdam,by Jan Dóll, 1774.] 8°: p. 299-382. – STCN.
UBA, UBL, PBL
LEVENSBERICHT VAN PETRUS DE TOULLIEU Petrus de Toullieu, B.’s naaste collega in de Groningse rechtenfaculteit, overleed 19-3-1734 (zie voor hem hieronder de nrs. 619-634). B. was toen rector magnificus en was als zodanig bij het overlijden van een hoogleraar of een ander voor Stad en Lande belangrijk persoon belast met het opstellen van een zgn. programma funebre met daarin ook een ‘levensbeschrijving’ met betrekking tot de overledene. Het programma funebre met betrekking tot Petrus de Toullieu, dat B. in 1734 opstelde, werd gedrukt door Nicolaas Jacob Crans. Een kopie hiervan berust in UBG, een origineel in KB (zie Ensink, Academische rouw, p. 827 (nr. 326)). 144
[Onder de titel ‘Vita viri clarissimi Petri de Toullieu, ex programmate viri celeberrimi Joannis Barbeyracii, rectoris magnifici, desumta’ (met als jaar 1736) ook in: Petri de Toullieu Collectanea etc.…, edita a Joanne Wolbers. Groningae, apud Georgium et Hajonem Spandaw, 1737 (zie hieronder nr. 634), p. XI-XVII (ongepag.).]
BIOGRAFIE VAN G. NOODT, TOEGEVOEGD AAN DIENS OPERA OMNIA 145
= BGNR Leiden nr. 466
146
= BGNR Leiden nr. 467
147
= BGNR Leiden nr. 468
148
= BGNR Leiden nr. 472
Jean Barbeyrac
59
ÉLOGE HISTORIQUE DE JEAN LE CLERC Jean Le Clerc of Leclerc[q] (Johannes Clericus) (1657-1736) was een Zwitsers theoloog, die sinds 1684 in Amsterdam woonde en na een korte carrière als predikant verbonden werd aan het Remonstrants seminarie aldaar als professor in de filosofie, schone letteren en Hebreeuws. In 1712 kreeg hij ook nog een leeropdracht voor kerkgeschiedenis. Hij was daarnaast redacteur van enkele belangrijke literaire tijdschriften, en wel de ‘Bibliothèque universelle et historique (Amsterdam, 25 dln. 1686-1693), de ‘Bibliothèque choisie, pour servir de suite a la Bibliothèque universelle’ (Amsterdam, 28 dln. 1703-1713) en de ‘Bibliothèque ancienne et moderne’ (29 dln. (1714-1726)). (Zie verder L. A. van Langeraad, J.P. de Bie en J. Loosjes, Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Utrecht, 1908-1918. dl. II, p. 83-104.) B. kende Le Clerc, die in zijn Bibliothèque choisie enkele vertalingen van hem besproken had, uit deze literaire wereld, en ook op theologisch gebied moeten zij raakvlakken hebben gehad. Hij publiceerde de hierna volgende lofrede naar aanleiding van Le Clercs overlijden in 1736, eerst in de Bibliothèque Raison-née des ouvrages des savans de l’Europe (jg. XVI (1736), dl. II, art. V), maar al gauw afzonderlijk. Het aan het slot opgenomen lofd. op Le Clerc is van de hand van Guilielmus Suderman, remonstrants predikant te Delft. In 1761 verscheen een Duitse vertaling van deze lofrede, zonder dat de naam van Barbeyrac daarbij genoemd werd (zie hieronder nr. 150). 149
Éloge historique de feu Mr. Jean Le Clerc, tiré de la ‘Bibliothèque raisonnée’, mais revû et augmenté. Avec une préface de l’auteur (= Jean Barbeyrac). Amsterdam, J. Wetstein et G. Smith, 1736. 8°: XXXIV, 144, IV pp. – portr. van J. le Clercq (Joannes Clericus), t.p., pref. (ongedat.), tekst Eloge, ‘Avis.’ (m.b.t. het daarna opgenomen lofd. van Guilielmus Suderman, dat bedoeld was als grafschrift voor Le Clerc), tekst lofd. in het Latijn. – STCN. UBA, UBL, BRGH, BULau, BGen, BL
ÉLOGE HISTORIQUE DE JEAN LECLERC, DUITSE VERTALING Wie zich achter de initialen F.C.A.H. verbergt, is onbekend, evenals de naam van de drukker. B.’s naam wordt overigens niet genoemd, maar het is duidelijk, dat het om een vertaling van zijn Éloge historique de feu mr. Jean Le Clerc gaat. 150
Historische Lobschrift auf den berühmten Johann Clericus, öffentlichen Lehrer der Weltweisheit und Kirchengeschichte bey den Remonstranten: nach der vermehrten und verbesserten Auflage; nebst einer Vorrede des Verfassers, aus dem Franz. Übers. von F.C.A.H. Gotha, 1761. 8°: XXXII, 106, IV pp. – t.p., ‘Vorrede des Verfassers’ (= B.), tekst Lobschrift, ‘Nachricht.’, tekst van het als grafschrift voor Le Clerc bedoelde lofd. van Guilielmus Suderman in het Latijn. UBKiel, BFSH, HAAB, SBOff
60
Jean Barbeyrac
HISTOIRE DES ANCIENS TRAITEZ Het gaat hier om de eerste twee aanvullende delen van de serie Corps universel diplomatique du droits des gens, contenant un recueil des traitez d’alliance, de paix, de trève, de neutralité, de commerce, d’échange, de protection et garantie, de toutes les conventions, transactions, pactes, concordats, et autres contrats, qui ont été faits en Europe, depuis le regne de l’empereur Charlemagne jusques à présent; avec les capitulations imperiales et royales … Par Mr. J. Du Mont, écuier, conseiller, et historiographe de Sa Majesté Imperiale et Catholique. A Amsterdam, chez P. Brunel, et al. A La Haye, chez P. Husson et Charles Levier, 1726-1731. Deze serie omvat in totaal 8 dln. in fol. Ter aanvulling verschenen in 1739 nog 6 dln. in 5 bdn. onder de titel: Supplement au Corps universel diplomatique du droit des gens, contenant l’histoire des anciens traitez, ou recueil historique et chronologique des traitez répandus dans les auteurs grecs et latins, et autres monumens de l’antiquité, depuis les tems les plus reculez jusques à l’empereur Charlemagne … pour servir d’introduction au Corps universel diplomatique: un recueil des traitez, d’alliance, de paix, de trève qui avoient échappé aux premières recherches de Mr. Du Mont, continué jusqu’à présent par Mr Rousset …; avec Le cérémonial diplomatique des cours de l’Europe … recueilli en partie par Mr. Du Mont; mis en ordre et considérablement augmenté par Jean Barbeyrac et Mr. Rousset. 5 delen. A Amsterdam: chez les Janssons a Waesberge, Wetstein et Smith, et Z. Chatelain, A La Haye: chez P. de Hondt, La veuve de Ch. Le Vier, et J. Neaulme, 1739. Het eerste van de twee door B. ter aanvulling geschreven dln., die in één bd. werden uitgegeven, bevat de geschiedenis van deze oude verdragen tot de geboorte van Christus, het tweede die vanaf dit moment tot de dood van Karel de Grote. 151
Histoire des anciens traitez, ou recueil historique et chronologique des traitez répandus dans les auteurs grecs et latins, et autres monumens de l’antiquité, depuis les tems les plus reculez, jusques à l’empereur Charlemagne. … Première partie, qui va jusque’à la naissance de Jesus-Christ [Seconde partie, qui contient tout le tems depuis Jesus-Christ, jusqu’à la mort de Charlemagne]. A Amsterdam, chez les Janssons à Waesberge, Wetstein et Smith, et Z. Chatelain. A La Haye, chez P. de Hondt, la veuve de Ch. Le Vier, et J. Neaulme, 1739. Fol.: 2 dln., elk met eigen t.p. en pag. in één bd.: [IV] VI, XII, 474, II, II, 360, XXVIII pp. – [t.p. ‘Supplement au Corps universel etc., Tome premier’, voorbericht van de uitgever], front., t.p.: ‘Histoire des anciens traitez …, Première parti, qui va jusque’à la naissance de JesusChrist …’, ded. aan Willem Karel Hendrik Friso prins van Oranje-Nassau (ongedat.), pref. (ongedat.), tekst; t.p.: ‘Histoire des anciens traitez, … Seconde parti, qui contient tout le tems depuis Jesus-Christ, jusqu’à la mort de Charlemagne …’, tekst, verbeteringen en aanvullingen, regg. – De UBG heeft twee exx., waaronder een ex. dat B. zelf heeft bewerkt, verbeterd en aangevuld; in het – niet door B. bewerkte – tweede ex. van de UBG ontbreken de t.p. ‘Supplement etc.’ en de 2 pp. blanco tussen de twee delen. De VP heeft evenens twee exx., waarvan één met en één zonder de t.p. ‘Supplement etc.’ – STCN, NUC. Met de t.p. ‘Supplement etc.’: UBA, UBG, UBL, UBM, UBN, UBU, BArn, VP, UBGrei, SBBerl, BULau, UBGent, EBHC, KBBr, BN, BUU, BNF, BNN, BSorm, BUTor, BRTor, BL, Harv
Jean Barbeyrac
61
Zonder de t.p. ‘Supplement etc.’: UBA, UBU, UBN, UBVU, VP, PBL, UBDüss, SBBerl, ÖNB, BULau, KBBr, BL
MÉMOIRE SUR LA VIE ET SUR LES ECRITS DE JEAN BARBEYRAC, ÉCRIT PAR LUI-MÊME Dit stuk verscheen in 1744 in het tijdschrift Nouvelle Bibliothèque, ou histoire litéraire des principaux escrits qui se publient, La Haye 1744, tome XIX, als art. XI, p. 271-304. Van dit tijdschrift was B. redacteur samen met Jean Baptiste de Boyer, Marquis d’Argens, Armand Boisbeleau de la Chapelle, Pierre de Boisdeffre en Charles Chais. Het heeft 19 delen gekend en is verschenen van 1738-1753. Uit een noot bij het opschift van dit stuk blijkt, dat het origineel, geschreven in het Latijn, na B.’s overlijden onder zijn papieren gevonden was. Op de rugzijde had B. genoteerd, dat hij het op 14 december 1739 naar E.L. Rathlef gezonden had, die het, vertaald in het Duits, geplaatst had in een boek met de levenbeschrijvingen van enkele beroemdheden uit zijn tijd. Bij zijn uitnodiging voor B.’s begrafenis had ook de toenmalige rector Daniel Gerdes gebruik gemaakt van dit stuk, dat dan ‘nu’, vertaald in het Frans, in Nouvelle Bibliothèque verscheen. Met de Duitse vertaling van het stuk, waarnaar in de noot verwezen wordt, moet wel het eerste artikel bedoeld zijn dat gepubliceerd werd in Geschichte jeztlebende Gelehrten, als eine fortsetzung des Jeztlebenden Gelehrten Europas, herausgegeben von Ernst Ludewig Rathlef, Erster Theil. Zelle, Verlegts Joachim Andreas Deetz, 1740, met de titel: ‘Geschichte des Herrn Johan Barbeyraks, Dokters und Lehrers der Rechte zu Gröningen, und Mitgliedes der königlichen Geselschaft der Wissenschaften zu Berlin.’ (pp. 1-65.) De tekst is ook opgenomen in Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale. Présentés par Simone Goyard-Fabre, pp. 77(81)-98 (zie hieronder nr. 160). 152
[(Article XI) Mémoire sur la Vie, et sur les Ecrits de Mr. Jean Barbeyrac, écrit par lui même in: Nouvelle bibliothèque ou histoire littéraire des principaux écrits qui se publient. Tome XIX. Avril, Mai, Juin, DCC. XLIV. A la Haye, chez Pierre Gosse, le Fils, 1744.] P. 271-304.
UBA, UBL, UBN, KB, UBFrei, UBGött, UBHal, UBTüb, FBGotha, SBBerl, HABW, ÖNB, BN
VERTALING IN HET FRANS VAN R. CUMBERLAND, DE LEGIBUS NATURAE DISQUISITIO PHILOSOPHICA, MET B.’S ANNOTATIES Het gaat hier om een postume uitgave, verschenen in Amsterdam in 1744, hoewel B. in zijn Mémoire sur la vie etc. in een toevoegsel verklaart dat de uitgave plaatsvond in 1743. Dertien jaar, nadat Mortier het boek gedrukt had onder de titel Traité philosophique des loix naturelles etc., drukte Haak het boek opnieuw met mogelijk uit de nalatenschap van Mortier overgenomen gedrukte bladen of zetsel onder de titel Les loix de la nature, expliquées par le docteur Richard Cumberland (zie hieronder nr. 156).
62
153
Jean Barbeyrac
Traité philosophique des loix naturelles où l’on recherche et l’on établit, par la nature des choses, la forme de ces loix, leurs principaux chefs, leur ordre, leur publication et leur obligation: on y refute aussi les élémens de la morale et de la politique de Thomas Hobbes par Richard Cumberland, traduit du Latin par M. Barbeyrac avec des notes du traducteur, qui y a joint celles de la traduction angloise (With a translation of "A Brief Account of the life... of … Richard Cumberland" by S. Paine). A Amsterdam, chez Pierre Mortier, 1744. 4°: IV, XXXII 426, VIII pp. – fr.t.p., front. (allegorie van het natuurrecht), t.p., ‘Préface du traducteur.’ (= B., Groningen, 13-8-1743), levensbeschrijving van R. Cumberland door M. Payne, ‘maître dès arts, recteur (ou curé) de Barnack, dans la province de Northampton’, zijn voormalige kapelaan, inh., ‘Discours préliminaire de l’auteur.’ (= R. Cumberland), tekst Traité, err. – Veel fouten in de pag.: p. VIII en IX dubbel, p. 425 gedrukt als 435, en p. 426 als 436; p. 424 heeft een foutieve overgang van de reclame: ‘conjecture, que ce sera l'Empire’, terwijl p. 435 = 425 begint met: ‘que ce sera l'Empire du Turc.’ – STCN, NUC. UBA, UBG, UBL, UBM, UBU, UBVU, KB, PBL, VP, MPI, UBAntw, UBGent, KBBr, BN, BL, Bodl Fotomechanische herdruk: Traité philosophique des loix naturelles, Richard Cumberland, trad. de Jean Barbeyrac. Caen, Centre de philosophie politique et juridique de l’université de Caen, 1989. (1 dl., 442 pp.), o.a. in UBCaen en BN.
154
Traité philosophique des loix naturelles … [titel als in nr. 153] traduction angloise. A Amsterdam, chez Pierre Mortier, et se vend a Paris: chez Huart, libraire, imprimeur de Monseigneur le Dauphin, 1744. 4°: IV, XXVIII, 425, IX pp. – fr.t.p., front. (allegorie van het natuurrecht), t.p., ‘Préface du traducteur.’ (= B., Groningen, 13-8-1743), levensbeschrijving van R. Cumberland door M. Payne, ‘maître dès arts, recteur (ou curé) de Barnack, dans la province de Northampton’, zijn voormalige kapelaan, inh., ‘Discours préliminaire de l’auteur.’ (= R. Cumberland), tekst Traité, err. reg. BSB, BUTor
155
Traité philosophique des loix naturelles … [titel als in nr. 153] traduction angloise. A Lausanne et à Genève, chez Marc Michel Bousquet et Comp., 1744. 4°:… (niet gezien).
156
BNF, BSorm, LC, Harv
Les loix de la nature, expliquées par le docteur Richard Cumberland: où l’on recherche et l’on établit, par la nature des choses, la forme de ces loix, leurs principaux chefs, leur ordre, leur publication et leur obligation; on y refute aussi les elémens de la morale et de la politique de Thomas Hobbes, traduit du Latin, par monsieur Barbeyrac avec des notes du traducteur, qui y a joint celles de la traduction angloise. A Leide, chez Theodore Haak, 1757. 4°: IV, XXX, 426, VIII pp. – Afgezien van de titelpagina is het boek geheel gelijk aan de uitgave van Mortier in 1744. – STCN. UBA, UBG, UBU, KB, VP, MPI, BStLB, BN, BUCSC, BNN, BL, ULon, Bodl, UCP, Harv
Jean Barbeyrac
157
63
Les loix de la nature, expliquées par le docteur Richard Cumberland, … [titel als in nr. 156], traduit du Latin, par monsieur Barbeyrac avec des notes du traducteur, qui y a joint celles de la traduction angloise. Londres, [s.n.], 1757. 4°: … (niet gezien).
KBBr
VERZAAMELING VAN REEDENVOERINGEN Deze uitgave bevat de Nederlandse vertaling van vier redevoeringen van B., respectievelijk gehouden in 1714, 1715, 1716 en 1721. Zie voor deze redes en de pp., waarop zij in dit werk zij afgedrukt, hierboven de nrs. 85, 89, 92 en 128. 158
Verzaameling van reedenvoeringen, waar in veele zaaken het natuurlyk recht en zedekunde betreffende, grondig verklaard en aangedrongen worden, opgestelt door Jan Barbeyrac; nu voor de eerstemaal met kennis en toestemming van den aucteur in 't Nederduitsch vertaald en uitgegeven (door Willem Coulon). Te Leeuwarden, by Willem Coulon, 1744. 8°: VIII, 182 pp. – t.p., ded. van Willem Coulon aan Tjalling Edo van Sixma, gedep. staat van Friesland (ongedat.), inh., tekst (inclusief noten). – STCN. UBL, UBVU, KB, PBL, SBL
BRIEF UITGEGEVEN DOOR PÜTTMANN IN DIENS MEMORIA GOTTFRIDI MASCOVII Zie ook onder Gottfried Mascovius, hieronder nr. 398. 159
[In: Memoria Gottfridi Mascovii, auctore J.L.E. Püttmann; Accedunt Jo. Barbeyracii, Chr. Gottl. Schwarzii, Joh. Koeleri, Nic. Hier. Gundlingii, Jo. Gottl. Heineccii, Gottfr. Mascovii et Jo. Gottl. Boehmii Epistolae aliquot ineditae nec non specimen manuscripti Graeci eclogam legum continentis typisque nondum inscripti. Lipsiae, apud Siegfr. Lebr. Crusium, 1771.] Zie voor de in dit werk uitgeven brief van B.: p. 97- 98 (brief aan Mascovius – Groningen, 3011-1725). UBG, UBU, KB, SLBD, UBGött, UBGrei, NLH, SBBerl, BL, ALEd
UITGAVE VAN EEN AANTAL TEKSTEN VAN B. DOOR S. GOYARD-FABRE Aan de uitgave van de zes stukken die ontleend zijn aan geschriften en boeken van B. gaat als introductie het stuk ‘Barbeyrac et la theorie du droit naturel’ van Simone Goyard-Fabre vooraf (p.11-66), gevolgd door een ‘Bibliographie’, waarin naast een aantal werken van en over B. ook een aantal boeken en artt. betreffende het natuurrecht is opgenomen (p.67-74).
64
160
Jean Barbeyrac
Jean Barbeyrac Écrits de droit et de morale, présentés par S. Goyard-Fabre (Thesaurus de philosophie du droit). Paris, Centre de Philosophie du droit, [1996]. De hierin opnieuw gepubliceerde stukken van B. zijn: – ‘Memoire sur la vie et sur les ecrits de Mr. Jean de Barbeyrac écrit par lui-même’ (zie hierboven nr. 152), – ‘Discours sur l’utilité des lettres et des sciences, par rapport au bien de l’État’ ( zie hierboven de nrs. 82 en 83 j° nr. 141), – ‘Discours sur la permission des loix, etc.’ (zie hierboven nrs. 87 en 88), – ‘Discours sur le bénéfice des loix, etc..’ (zie hierboven nrs. 90 en 91), – ‘Jugement d’un anonyme sur l’original de cet abrégé Les devoirs de l’Homme et du Citoyen Avec des réflexions du traducteur’ (zie hierboven de nrs. 42-49), – ‘Préface du Traité de la morale des pères de l’église’ (zie hierboven nrs. 139 en 140). o.a. UBG, UBBrem, UBMar, BSB, NLH, SBBerl, BN, UBBern
WESSEL BERTLING
Geboren te Coesfeld (bisdom Münster) 1635, overleden te Groningen 1706. Studie Steinfurt en Groningen. Promotie tot doctor juris Groningen 1662 (more majorum?). Hoogleraar te Herborn 1662 en Groningen 1666. Boelens, ‘Levenschetsen’, p. 41-42; NNBW VII, 111; Ensink, Academische rouw, p. 649-651. Voor de lijkrede gehouden door A.A. Pagenstecher zie hieronder nr. 515 (Ensink, Academische rouw, p. 827 (nr. 285).
OEFENDISPUTATIE: DE SUCCESSIONE AB INTESTATO Oefendisputatie, gehouden te Steinfurt onder voorzitterschap van Arnold Moritz Holtermann in maart 1656. De tekst bestaat uit 20 stellingen. 161
Disputatio juridica de successione ab intestato quam sub praesidio Arnoldi Mauricii Holtermanni excutiendam publice proponit Wesselus Bertling. Steinfurti, typis Cornelii Wellenberg, 1656. 4°, 12 pp. – t.p., ded. aan Johan Beveren a Twickel, Langen a Munster, Wilhelmus a Mordien, Carel Wilhelmus a Ripperda, Theodorus ab et in Recke en Johannes Godefridus a Beveren (ongedat.), schematische voorstelling van de erfopvolging bij versterf, tekst. Arn
OEFENDISPUTATIE: DE GRAVITATE ET LEVITATE Filosofische oefendisputatie, gehouden te Steinfurt 17-3-1660. De tekst bestaat uit 15 stellingen, waarvan stelling VI slechts gedeeltelijk bewaard is gebleven, en de stellingen VII-XIV geheel ontbreken. 162
Disputatio philosophica de gravitate et levitate, quam praeside Godefredo Spinaeo pro virili tuebitur Wesselus Bertlingk. Steinfurti, typis Cornelii Wellenberg, 1660. 4°, II, 10 pp. – t.p., ded. aan Godefredus Spinaeus, Bernardus Benthem, Christophorus Benthem, Hermannus Opmeyer en ds. Joannes Henricus Bertlingk (zijn broer) (ongedat.), tekst, ‘Annexa’. Arn
DE RESTITUTIONIBUS IN INTEGRUM 163
Disputatio pro gradu, gehouden te Groningen 10-3-1662. Het onderwerp blijkt uit het Album promotorum van Groningen, opgenomen in het ASGron. k. 449: ‘1662 Martii 10. Wesselus Bertlingh, Steinfurtiensis. De restitutionibus in integrum. Jur.’ Ik heb tot nu toe geen ex. van deze disputatie gevonden.
66
Wessel Bertling
NUCLEUS JURIS UNIVERSI De tekst, een verhandeling op basis van de Instituten, bedoeld als studieboek, is ingedeeld in 27 twaalftallen van ‘assertiones judicatae’. 164
Nucleus juris controversi, juxta seriem institutionum imperialium digestus, antehac ab aliquot nobilibus, ac ingenio ac doctrina excellentibus examini publico subjectus, nunc in usum scholarum domesticarum nonnullis assertionibus auctus. Groningae, typis Henrici ab Hoorn, 1688. 8°: II, 230, II pp. – t.p., ded. aan begunstigers en vrienden (ongedat.), tekst, err. (‘Menda praecipua.’) UBL, PBL, [SBBerl]
LIJKREDE VOOR JOHANNES BERTLING Lijkrede, gehouden voor Johannes Bertling 26-9-1690. Johannes Bertling (1626- 1690), was hoogleraar te Groningen sinds 1667, aanvankelijk in de logica en wiskunde, later – vanaf 1669 – in de praktische filosofie. De beide Bertlings waren geen naaste familie van elkaar. 165
Oratio funebris in luctuosum obitum Johannis Bertlingii. Groningae, typis Cornelii Barlinck-hof, 1691. 4°: 36 pp. (gedeeltelijk ongepag.) – t.p., programma funebre van de medisch hoogleraar Gerhardus Lammers, h.t. rector (Groningen, 19-9-1690), rede van B. (gepag. 1-24), lijkd. van Johan Mensinga, ‘Catalogus librorum’ van de overledene. UBG
WILLEM BEST
Geboren Amersfoort 1683, overleden Harderwijk 1719. Studie te Utrecht. Promotie tot doctor juris Utrecht 1704. Advocaat Utrecht. Hoogleraar Harderwijk 1716. NNBW VII, 113, Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 71-75.
CONJECTURAE QUAEDAM EX JURE CIVILI Dissertatio pro gradu, verdedigd te Utrecht 7-10-1704. 166
Disputatio juridica inauguralis, exhibens conjecturas quasdam ex jure civili. Pro gradu doctoratus, summisque in utroque jure … publice examini subjicit Guilielmus Best. Trajecti ad Rhenum, ex officina Guilielmi vande Water, 1704. 4°: 28 pp. – t.p., ded. aan twee familieleden en drie professoren (ongedat.), pref., tekst. – STCN. UBA, UBL, UBU, UBTüb, FUBerl, Bodl
167
[Ook in: Thesauri dissertationum juridicarum selectissimarum in Acad. Belg. habitarum volumen I, continens dissertationes philologico-critico-juridicas quibus varia juris civilis capita veterumque auctorum loca emendantur, illustrantur, explicantur cum indice locupletissimo curante Gerhardo Oelrichs. Lipsiae, sumptibus Joh. Henr. Crameri, 1769. Tom. I. Bremae et Lipsiae, sumptibus Joh. Henr. Crameri, 1768.] P. 193-224 (nr. 4)
UBL, UBU, UBMünch, BSB, MPI, ALEd, Harv
RATIO EMENDANDI LEGES 168
Ratio emendandi leges, sive libellus, in quo, secundum regulas certas, plurimae emendantur leges, nonnullae explicantur: stabilita plerisque in locis Pandectarum Florentinarum auctoritate. Addita sunt etiam aliorum auctorum loca non pauca et ex Codice Theodosiano quaedam leges, quibus iisdem ex regulis petita adfertur medicina. Ultrajecti, apud Guilielmum van de Water, 1707. 8°: XXIV, 294, VI pp. – t.p., ded. aan twee burgemeesters. van Utrecht (Utrecht, 1-6-1717), pref., tekst, reg. – STCN. UBL, KB, BArn, UBGrei, UBHal, UBLeip, UBRos, HABW, SBBerl, MPI, Bodl, CUL, ALEd
68
Willem Best
RATIO EMENDANDI LEGES PANDECTARUM, HERUITGAVE DOOR J.W. NEUHAUS MET TWEE ORATIES VAN B. Toegevoegd is ook ‘Excerpta ex litteris Gulielmi Best … ad I.B.M.’ (vgl. daarvoor de pref. van Neuhaus (p.6), waaruit blijkt dat het een brief betreft van B., waarin hij zich tegen Christfridus Waechtlerus verdedigt, welke brief gepubliceerd is in de ‘Acta eruditorum Lipsiensia’ van 1710). Bij de twee oraties gaat het ten eerste om B.’s inaugurele rede, gehouden te Harderwijk in 1717 (zie hieronder nr. 170) en ten tweede om de rede die hij daar in 1719 hield als aftredend rector (zie hieronder nr. 172). 169
Ratio emendandi leges Pandectarum Florentinarum auctoritate. Accedunt orationes auctoris duae. Recensuit suasque passim notas adjecit Jo. Wendelinus Neuhaus. Lipsiae, apud W.H. Schönermarck, 1745. 8°: XXXII, 402, VI, 176 pp. – t.p. (priv. in tit.), ‘Praefatio ad novam hanc editionem’ (van de hand van J.W. Neuhaus, Leipzig, 1-5-1745), ded. (van B.) aan twee burgemrs. van Utrecht (Utrecht, 1-6-1717), pref. (van B., zoals bij de oorspronkelijke uitgave), tekst Ratio emendandi, regg., corr.; fr. t.p.: ‘G. Best Orationes I. De aequitate juris romani illiusque studii jucunditate, II: De pactorum et contractuum secundum jus gentium et romanum naturae et aequitate’, tekst van deze twee oraties, tekst Excerpta ex litteris Gulielmi Best … ad I.B.M. – In het ex. van UBRos zijn de oraties ingebonden tussen de pref. van B. en de tekst van Ratio emendandi UBL, UBU, UBAug, SLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBHei, UBJena, UBKiel, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, BSB, HABW, MPI, SBBerl, SBTr, Bodl
ORATIO DE AEQUITATE JURIS ROMANI ILLIUSQUE STUDII JUCUNDITATE Rede gehouden te Harderwijk 21-4-1717 bij het aanvaarden van het professoraat in de rechten met de uitoefening waarvan B. reeds in september 1716 een aanvang had gemaakt. Zij is in 1745 heruitgegeven door J.W. Neuhaus als onderdeel van diens heruitgave van B.’s Ratio emendandi leges, zie hierboven nr. 169. Van het gehouden zijn van deze inaugurele rede wordt melding gemaakt in Boekzael, 1717.1 (dl. 4), april 1717, p. 494, in de rubriek Academie nieuws. De titel van de oratie wordt daar weergegeven als: ‘De juris Romani aequitate ejusdemque studii amoenitate’, met de met de mededeling dat zij nog moet worden gedrukt. In zijn voorwoord bij het hieronder nr. 171 genoemde Variorum opuscula, dl. III zegt de drukker (p. V), dat hij de tekst van B.’s rede ontleend heeft aan de genoemde heruitgave. Hij duidt B. daarbij overigens aan als ‘jurisconsult. Lipsiensis’. 170
Oratio inauguralis de aequitate juris romani illiusque studii jucunditate. Harderovici, apud viduam Alb. Sas et A. Olofs, 1717. 4°, IV, 56 pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit te Harderwijk (ongedat.), tekst oratie. – STCN. UBA, UBL, UBU
Willem Best
171
69
[Ook in: Variorum opuscula ad cultiorem jurisprudentiam adsequendam pertinentia, quibus vera interpretandi juris methodus constituitur, atque ostenditur nexus studii juridici cum politiori litteratura, et philosophicis disciplinis. Tom. III: In quo continentur Guil. Bestii, Conr. Ruckeri, Henr. Reinoldi etc. tractatus, dissertationes, orationes, programmata, commentaria. Pisis, apud Aug. Pizzorno, 1769.] [8°:] p. 3-38.
UBGött, SBBerl, MPI
ORATIO DE PACTORUM ET CONTRACTUUM SECUNDUM JUS GENTIUM ET ROMANORUM NATURA Rede, gehouden te Harderwijk 10-4-1719 ter gelegenheid van het neerleggen van het rectoraat. Voor de heruitgave van deze oratie in 1745 zie hierboven nr. 169. 172
Oratio de pactorum et contractuum secundum jus gentium et Romanorum natura et aequitate. Harderovici, apud viduam Alb. Sas et A. Olofs, 1719. 4°: IV, 87, I pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de Harderwijkse universiteit (ongedat.), tekst. – STCN. UBA, UBL, UBU
JOHANNES CANNEGIETER
Jongere broer van de Franeker hoogleraar Herman Cannegieter (zie BGNR Franeker, de nrs. 84-97). Geboren Arnhem 1731, overleden Groningen 1804. Studie Franeker. Promotie tot juris utriusque doctor aldaar 1754. Advocaat bij het Hof van Gelre te Arnhem (eedsaflegging 1754). Hoogleraar Groningen 1770. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 94. Van Cannegieter is geen programma funebre obergeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830). Bibliotheca viri clarissimi Joannis Cannegieteri … in qua continentur libri juridici, historici, antiquarii, auctores classici etc. etc. et collectio manuscriptorum, ad historiam et jus Belgicum, Gelricum maxime ac Groninganum, pertinentium. Quorum omnia publica erit distractio … ad d. XV Octob. 1804 et seqq., Groningae, apud Jan Hindrik Bolt, 1804 (ex. in UBG); Groninger archieven, toegang 672, Inventaris van stukken afkomstig van Johannes Cannegieter als hoogleraar te Groningen 1770-1804.
OEFENDISPUTATIE: DE DIFFICILIORI NONII MARCELLI LOCO IN V. NUBENTES Oefendisputatie, gehouden te Franeker 17-1-1753 ‘in auditorio privati’. Het gaat daarbij om het begin (de pref. en de eerste veertien pp. van Caput I) van Herman Cannegieters werk Dissertatio de veteri lege romana, cujus meminit Nonius (zie BGNR Franeker nr. 89). Het ex. van deze door C. verdedigde disputatie, dat berust in de PBL, bestaat uit niet meer dan acht bladen met de gedrukte tekst van de pref. en de eerste veertien pp. van Caput I met daarom heen een blad waarop t.p. en theses zijn afgedrukt (zie verder Aud. 147/1753. 1 t/m 5). De tekst van Herman Cannegieters werk is ook opgenomen in dl. II van Jurisprudentia antiqua, continens opuscula et dissertationes etc. curante Dan. Fellenberg. Bernae, sumtibus societatis litterariae, apud Abr. Wagner, 1761. p. 69-110 (!) (BGNR Franeker nr. 90). Exx. van de herdruk van dit werk (twee dln. Bernae, 1794 (Editio restaurata) berusten o.a. in UBHal, UBHei en UBBern. 173
Dissertatio philologico-juridica de difficiliori Nonii Marcelli loco in v. nubentes quam sub praesidio Hermanni Cannegieter defendet Joannes Cannegieter. Franequerae, excudit Guilielmus Coulon, 1753. 4°: 17, I pp. – t.p., pref. (ongedat.) tekst (begin van Caput I), ‘Theses respondentis.’ – Aud. 147/1753.1 – STCN. PBL
Johannes Cannegieter
71
DISSERTATIO AD DIFFICILIORA QUAEDAM CAPITA Dissertatio pro gradu, verdedigd te Franeker 19-6-1754. Behalve de tekst van de dissertatie, bevat het werk ook 7 stellingen over diverse juridische onderwerpen. 174
Dissertatio juridica inauguralis ad difficiliora quaedam juris capita: quam pro gradu doctoratus eruditorum examini submittit Joannes Cannegieter. Franequerae, excudit Gulielmus Coulon, 1754. 4°: VI, 35, I pp. – t.p., ded. aan Hermannus en Henricus Gerardus Cannegieter (broers van C.), tekst diss., tekst theses. – Aud. G 1754.2; STCN. UBL, KB, PBL, UBTüb, Harv
UITGAVE VAN DOMITII ULPIANI FRAGMENTA, GEANNOTEERD DOOR C., MET C.’S DISQUISITIO DE NOTIS ET SIGLIS VETERUM EN OBSERVATIONES MISCELLANEAE Volgens eigen zeggen aan het slot van zijn pref. heeft C. de grondslag voor dit werk al gelegd in 1754 in zijn inaugurele dissertatie (zie hierboven nr. 174). 175
Domitii Ulpiani fragmenta libri singularis regularum, et incerti auctoris collatio legum Mosaicarum et Romanarum, quibus notas adjecit Joannes Cannegieter. Accedunt ejusdem Disquisitio de notis et siglis veterum, et Observationum miscellanearum liber singularis. Trajecti ad Rhenum, apud Guilielmum Henricum Kroon, 1768. 4°: Vier stukken, doorl. gepag.: VI, 539, I pp. – t.p., citt. van Cicero, Gellius en Livius, pref. (ongedat.). inh., fr.t.p. ‘Tituli ex corpora Ulpiani XXIX sive fragmenta quae supersunt ex Domitii Ulpiani libro singulari regularum. Cum notis Joannis Cannegieteri.’, cit. uit ‘Jo. Clericus in Art. Crit. Vol. I. in fine’, tekst Tituli etc., inh. van deze Tituli, reg. op de Tituli; fr.t.p. ‘Collatio legum Mosaicarum et Romanarum descripta ex Libris Moysis, et Commentariis variorum veterum juris auctorum, qui ante tempora Justiniani Imp. floruerunt. Cum notis Joannis Cannegieteri.’, cit. uit ‘Petr. Faber in Semestr. Lib. 3. Cap. 12 in pr.’, tekst Collatio, inh. Collatio, reg. op de Collatio; fr.t.p. ‘Disquisitio de notis et siglis, earumque usu frequentissimo in fragmentis antiquis, praecipue Jurisconsultorum: In qua plurima veterum juris, aliorumque auctorum loca difficiliora, corruptave, harum ope enodantur, aut corriguntur.’, cit. uit ‘Gellius, Noct. Attic. Lib. XX. Cap.1.’, tekst Disquisitio, ‘Anacephalaeosis disquisitionis de notis.’; fr.t.p. ‘Observationum miscellanearum, quibus plurima juris Romani capita, multa quoque aliorum auctorum veterum loca exponuntur, emendantur, illustrantur, liber singularis ’, cit. van Johann Gotlieb Heineccius ‘in praefatione praemissa Corn. van Bynkershoek Observationum juris Romani libris IV prioribus.’, tekst Observationum, regg. op de Observationes, ‘Addenda et emendanda.’ – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, UBGött, UBHal, UBRos, UBTüb, MPI, BSB, UBGent, KBBr, Bodl, PGLDur, BN, Harv
72
176
Johannes Cannegieter
Domitii Ulpiani fragmenta … [titel als in nr. 175] liber singularis. Lugduni Batavorum, apud Sam. et Joh. Luchtmans, Trajecti ad Rhenum, apud Abraham van Paddenburg, et J. van Schoonhoven, et socios, 1774. 4°: Vier stukken, doorl. gepag.: VIII, 141, XXXI, 367 (gepag. 173-539), I pp. – Inh. gelijk aan die van nr. 175 hierboven. – In het ex. UBN is de fr.t.p. ‘Disquisitio de notis et siglis etc.’ twee keer ingebonden, één keer op de juiste plaats en één keer meteen na de inh. – STCN. UBA, UBN, KB, UBFrf, UBGrei, UBHei, BN, BL
ORATIO DE ROMANORUM JURISCONSULTORUM EXCELLENTIA ET SANCTITATE Rede, uitgesproken te Groningen 13-6-1770 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten. 177
Oratio inauguralis de Romanorum jurisconsultorum excellentia et sanctitate. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1770. 4°: IV, 45 pp. IV, 42, IV pp. – t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Stad en Lande, tekst, lofd. van Henr. Joan. Arntzenius. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, PBL, UBTüb
JOHANNES CHRISTENIUS
Geboren Crempe (hertogdom Holstein) 1599, overleden Amsterdam 1672. Studie Hamburg (aan het gymnasium), Helmstedt en Leiden en in Frankrijk. Promotie tot doctor juris Leiden 1637. Hoogleraar Deventer 1637, Harderwijk 1648 en Amsterdam 1659. NNBW V, 111; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, p. 158-161; Aanhangsel Gedenkboek Atheneum-Universiteit Amsterdam, p. 569; Van Slee, De illustre School te Deventer, p. 29 en vooral p. 93-95. [Kleine levensbeschrijving van Joh. Christenius in: Nic. Wilkens, Leben des berühmten Joh. Friderici Gronovii, nebst seinen Briefe, die guten theils bisher ungedruckt, wie auch einer kurzen Nachricht von zween dessen guten Freunden, Bern. Damcken und Joh. Christenio. Hamburg, Bey Theodor Christoff Felginern, 1723. p. 112-124.]
OEFENDISPUTATIE: DE METALLIS ET MEDIIS MINERALIBUS Oefendisputatie op het terrein van de natuurkunde, verdedigd te Helmstedt 183-1618 onder voorzitterschap van Conradus Horneius (1590-1649), die in 1618 in Helmstedt als privaatdocent filosofisch onderricht gaf. Hoewel deze oefendisputatie – de tiende in een reeks van dertien – afzonderlijk gedrukt is, is zij in deze vorm tegelijkertijd onderdeel van Conradi Horneii, Compendium naturalis philosophiae, quo explicantur disputationibus XIII non tantum quae vulgo ex Aristot. eiusque interpp. tradi hic solent, sed praeterea doctrina de lapibus, metallis, et mediis mineralibus, denique plantarum caussis, et adfectionibus. Obiter etiam examinantur libb. IIX schol. phys. P. Rami earumque incredibilis absurditas ad oculum demonstratur. Helmaestadi, typis heredum Jacobi Lucij, 1618. In 1624 en 1650 kwamen herdrukken van Horneius’ Compendium uit, waarin uiteraard ook C.’s disputatie was opgenomen. Exx. van de herdruk van 1624 met C.’s disputatie op de pp. 296-339 bevinden zich o.a. in UBGött en FBGotha. Exx. van de herdruk van 1650 met C.’s disputatie op de pp. 193-220 bevinden zich in de FBGotha en SBBerl. 178
Disputationum physicarum decima de metallis et mediis mineralibus, cuius thesis praeside Conrado Horneio ad diem XV Kal. Aprilis defendere conabitur Joannes Christenius. Helmaestadi, typis haeredum Jacoci (sic) Luci, 1618. [4°:] – (Disp. Christenius:) 24 pp. (ongepag.) – t.p., [ded. aan Hieronymus Voglerus en andere weldoeners (ongedat.)], tekst. – VD17. BSB, HABW
LOFDICHTEN VOOR ARNOLDUS THOLINGIUS Felicitatiebundeltje voor Arnoldus Tholing bij diens promotie tot J.U.D. in Leiden in 1636. (Cf. Bronnen voor de geschiedenis van de Leidsche
74
Johannes Christenius
universiteit (1574-1811), dl. 2 (1610-1647), p. 200, 29-9-1636, promotie van Tholingius door Petrus Cunaeus.) 179
Virtuti honori et doctrinae eximii ac praest. juvenis Arnoldi Tholingii cum in illustri Academia Lugduno-Batava juris utriusque doctor renunciaretur. Amstelodami, ex officina typographica Jodoci Broersen, 1636. 4°: 8 pp. – t.p. (met cit. ‘Pulverem Olympicum collegisse juvat.’), cit. van Johannes Caselius, korte felicitatierede, tekst twee felicitatiegedichten. PGLDur
EXCERCITATIONES JURIDICAE AD INSTITUTIONES, MET ELEMENTORUM JURIS COMPENDIUM, EN ORATIO DE ORTU ET PROGRESSU JURISPRUDENTIAE 180
Excercitationes juridicae, ad quatuor libros Institutionum Imperialium. Accessit In usum tironum elementorum juris compendium et De ortu ac progressu jurisprudentiae oratio. Daventriae, ex typographia Conradi Thomaei, 1640. 8°: VIII, 271, 77 pp. – t.p., … (niet gezien). – Het ex. in SBBerl is in WO II verloren gaan. BOrKev, [SBBerl], Harv
COLLEGIUM SUPER MATERIA OBLIGATIONUM Een verzameling van negen bijeengevoegde afzonderlijk gedrukte disputaties over het verbintenissenrecht, in het kader van een collegium gehouden te Deventer in de jaren 1640 en 1641 respectievelijk 18-11, 2-12, 16-12-1640 en 20-1, 3-2, 17-2, 3-3, 17-3 en 31-3-1641. Zie ook J. van Sluis, ‘Bibliografie van Deventer disputaties’ in: Deventer denkers: de geschiedenis van het wijsgerig onderwijs te Deventer (H.W. Blom en H.A. Krop eds.), Hilversum 1993, p. 213-232, in het bijzonder p. 219 en 220. 181
Collegii juridici publici super materia obligationum instituti, Disputatio prima De obligationibus in genere [secunda De obligationibus, quae contrahuntur re, id est De mutuo, indebito, commodato, deposito, pignore; tertia De obligationibus, quae contrahuntur verbis; quarta De fideiussoribus et obligatione literarum; quinta De obligationibus, quae contrahuntur consensu, in specie de emtione, et venditione, locatione, et conductione; sexta De emphyteusi, societate, et mandato; septima De obligationibus ex quasi contractu, et quibus modis obligatio tollitur; octava De obligationibus quae ex delictis nascuntur. In specie furto et rapina; nona De damno et injuria. Item de obligationibus ex quasi delictis] cujus veritatem sub praesidio Johannis Christenii, publice defendet Johannes Rousse [, Martinus Pinninck, Cornelius Vos, Ico Iconius, Jodocus Harking, Gerhardus Kaldenbach, Johannes Havenbergius, Henricus Glimmerts, Samuel Stöverus] a.d. … [als in de kopnoot aangegeven]. Daventriae, typis Conradi Thomaei, 1640-1641. 4°: negen maal 8 pp. (ongepag.) – (I) t.p., ded. aan Everhardus Rousse, tekst (30 stellingen), ‘Epimetra’ (3 stellingen); (II) t.p., ded. aan Henricus Pinninck en Jacobus Haegen, tekst (34
Johannes Christenius
75
stellingen); (III) t.p., ded. aan Thimannus Vriesen, tekst (36 stellingen); (IV) t.p., ded. aan Adolphus Steingen en Adrianus Bromken, tekst (28 stellingen), (V) t.p., ded. aan Henricus Basten, Jacobus Temming, Jacobus Brummer en Everhardus a Ryssen, tekst (28 stellingen); (VI) t.p., ded. aan Adamus Caldenbach, tekst (28 stellingen); (VII) t.p., ded. aan Theodorus Havenbergius, Guilhelmus Willichius en Jodocus Willichius, tekst (31 stellingen); (VIII) t.p., ded. aan Petrus Hillebrandes, Johannes Cloot, Egbartus Buckhorst en Gerhardus Roswinkel (notarius publicus te Groningen), tekst (30 stellingen); (IX) t.p., ded. aan Johannes Stöverus, Georgius Stöverus (zijn vader, secretaris van Hermannus Otto, graaf in Limburg etc.) en Everhardus, Assuerus en Johannes Rousen, alsmede Eberhardus Beckermannus, tekst (28 stellingen). SBBerl
PHILOMATHIA SIVE DE DISCENDI CUPIDITATE Rede, gehouden te Deventer ter gelegenheid van het aanvaarden van zijn tweede rectoraat aldaar, 24-5-1647. De op p. 6 genoemde Henricus van Diest (1595-1673), die C. als rector opvolgde, was sinds 1640 hoogleraar in de theologie in Deventer (Biografisch lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands protestantisme, D. Nauta e.a. (red.), dl. II, Kampen 1983, p. 163164). 182
Philomathia, sive de discendi cupiditate quae sola est optima ratio vivendi, oratio inauguralis. Daventriae, excudebat Conradus Thomaeus, 1647. 4°: 40 pp. (ongepag.) – t.p., cit. ‘Secura est honestae vitae obscuritas, nullius egens, cum animi tranquilitate, a qua non absit acre pietatis et bonarum artium studium.’ ‘Haec voti vox summa mei est: hoc persequar iisque. Dum moderante Deo spiritus intus aget.’, ded. aan het stadsbestuur van Deventer (1-7-1648), ‘Antelogium, quo respondebatur orationi Henrici a Diest, cum depositum rectoratum in me transferre.’, lofd. van C. op de studerende jeugd, tekst oratie, toevoegsels (1) cit. uit ‘Phaedrus Augusti Libertus lib. V tab. LXXIIX’ en (2) ‘Recte igitur Theophrastus: Doctum ex omnibus etc. Ex Petrarcha de rem[ediis] utr[iusque] for[tunae] lib. II dial. IX.’. – STCN. ABDev, UBErf, NLH
REDE TER GELEGENHEID VAN C.’S AFTREDEN ALS HOOGLERAAR IN DEVENTER 183
[(De eerste rede) in: Orationes duae: I. Johannis Christenii, Juris utriusq. Doctoris et Professoris et tum rectoris magnifici, qua vocatus in Academiam Geldricam, utroque munere se abdicavit. II. J. Frederici Gronovii … qua recturam magnificam ex SC. iniit: Habitae in Schola Academica Daventriae etc. Daventriae, typis N. Costii, 1648.] 4°: …. (Niet gezien). – STCN.
BL
REDE GEHOUDEN BIJ DE INAUGURATIE VAN DE GELDERSE ACADEMIE TE HARDERWIJK IN 1648 C. was één van de drie professoren die bij de opening van de Universiteit van Harderwijk een rede hielden. De rede zelf is opgenomen in:
76
184
Johannes Christenius
[In: Academiae ducatus Gelriae et Comitatus Zutphaniae Hardervici constitutae inauguratio, cum tribus orationibus J. Christenii, G. Hornii, C. Tollii. Hardervici, ex officina N. à Wieringen, 1648.] 4°: … (niet gezien). – STCN.
Bodl, BL
DISPUTATIES OVER HET HUWELIJKSRECHT Het werk bevat vijf disputaties over rechtsvragen m.b.t. het huwelijksrecht. Wie de respondenten waren, wordt overigens niet vermeld. De tweede druk, die in 1663 verscheen, heeft een iets andere titel en is ook uitgebreider. 185
De jure matrimonii dissertationes, quibus selectae aliquot quaestiones de sponsalibus, nuptiis, jure dotium, pactis dotalibus, et communione bonorum inter conjuges, ad hodiernum usum illustrantur. Hardervici, excudit Egbertus Arnoldi a Nunspeet, 1651׃ 12°: XXIV, 576, XXII pp. – t.p., cit. uit Joachimus Mynsingerus ‘sub finem Apotelesmatis ad Institutiones’, ded. aan Antonius à Surck (Harderwijk, 18-2-1651), met cit. van Nov. 140 in pr., pref. (ongedat.), lofdd. van Johan Witten (Harderwijk, 15-2-1651), Richardus Lubbaeus en Abraham Schevenhusius (Latijn en Grieks), inh., tekst, ‘Admonitio ad lectorem’ (eigenlijk err.), ‘Index capitum et quaestionum’ – NB In het ex. van de UBLeip is op het titelblad aan het jaar van de druk – 1651 – een X toegevoegd met ‘1659’ – STCN. UBA, UBL, UBM, UBU, UBVU, UBKiel, UBLeip, UBMünch, UBRos, FBB, HABW, LC
186
De causis matrimonialibus dissertationes quibus selectissimae quaestiones de sponsalibus, nuptiis, jure dotium, pactis dotalibus, communione bonorum inter conjuges, et divortiis, ad hodiernum usum illustrantur. Editio secunda, auctior et emendatior. Arnhemii, ex officina Jacobi van der Wolde, 1663. 8°: XXXII, 621, XIX pp. – t.p., cit. uit Joachimus Mynsingerus ‘sub finem Apotelesmatis ad Institutiones’, ded. aan Simon van Hoorn, burgemeester van Amsterdam en curator Athenaeum Illustre (Amsterdam, 1663), pref. (ongedat.), lofdd. van Johan Witten en Richardus Lubbaeus (ook al opgenomen in de eerste ed.), en – nieuw – van J.L. Blasius, Johannes David Wendejel, Jacobus Heiblocq en Caspar Barlaeus (Latijn en Grieks), ‘Index dissertationum’, tekst (met aan het eind: ‘Addenda quaestioni XV dissertationis tertiae’), epiloog, err., ‘Index capitum et quaestionum’. – STCN. ABDev, UBGött, UBLeip, HAAB, HABW, SBBerl, BNCR, BL, Bodl, ALEd, TCD, UBStel
187
De causis matrimonialibus dissertationes … [titel als in nr. 186] illustrantur. Editio secunda, auctior et emendatior. Arnhemii, ex officina typographica viduae Johannis Jacobi, 1663. 8°: Titeluitgave van nr. 186. Bij de ded. aan Simon van Hoorn staat 30-5-1663. – STCN. UBA, UBG, KB, UBErf, UBGött, UBHam, BSB, HAAB, HABW, MPI, SBBerl, SSBAug, BNN, ALEd
Johannes Christenius
77
ORATIO DE ERRORIBUS DISCENTIUM Rede, gehouden te Amsterdam op 13 november 1659 ter gelegenheid van de aanvaarding van het professoraat in de rechten aldaar. 188
Oratio de erroribus multorum jurisprudentiam discentium, et qua via sit eundem recitata in illustri Amstelodamensium Gymnasio cum jurisprudentiae possessionem ordiretur. Amstelodami, apud Johannem Ravesteinium, 1659. Fol., 19, V pp. – t.p., ded. aan Cornelius de Grave, Johannes Huydecooper, Henricus Theodorus Spiegel en Simon van Hoorn, burgemeesters van Amsterdam (ongedat.), tekst, lofdd. van Alexander Tollius en Johannes Valckenier. UBA, UBGött, ASC
HERUITGAVE VAN MATTHIAS WESENBECIUS’ TRACTATUS DE FEUDIS Deze heruitgave vond plaats in het kader van de – derde – herdruk van Matthias Wesenbecius’ commentaar op de Digesten en de Codex in de wandeling bekend als de Paratitla, door Arnoldus Vinnius (zie BGNR Leiden nr. 923 en R. Feenstra, ‘Bibliographie der juristischen Schriften von Matthäus Wesenbeck’ in H. Lück und H. de Wall (Hg.), Wittenberg Ein Zentrum europäischer Rechtsgeschichte und Rechtskultur, Köln Weimar Wien, 2006, S. 209-243, in het bijzonder S. 226 onder nr. 51.) Dat C. deze uitgave van Wesenbecius’ Tractatus heeft ‘verzorgd’ blijkt alleen uit de opmaak van de t.p.; het is niet duidelijk wat C. toegevoegd of veranderd heeft aan de Leidse edities van 1648 en 1649 (Feenstra, op. cit., p. 225 onder nrs. 46 en 47). De tekst is wel opnieuw gezet in 1665. 189
Matthaei Wesenbecii, J.C. Commentarii in Pandectas juris civilis et Codicem Justineaneum olim dicti Paratitla, aucta subinde ab Arnoldo Vinnio cum notis et observationibus Reinhardi Bachovii Echtii; adjectus est M. Wesenbecii Tractatus de feudis. Ex recensione Johannis Christenii, J.C.; Cum indice gemino. Amstelodami, apud Jacobum de Zetter, 1665. Groot 4°: Hierin het toegevoegde Tractatus de feudis p. 819-854. – Ded. aan Christianus, hertog van Saksen (Wittenberg, 1584), tekst ‘De feudis tractatus ex praelectionibus Matthaei Wesenbecii observatus’. UBA, UBL, UBT, KB, UBGött, UBHal, UBRos, HABW, MPI, SBBerl, BUS, UBGent, BL, Bodl, CCO, CUL, ALEd, ULAb (In de hierboven genoemde Wesenbeck-bibliografie van R. Feenstra wordt ook melding gemaakt van enkele Zuid-Afrikaanse bibliotheken.)
GERHARDUS COCCEJUS
Geboren Bremen 1601, overleden aldaar 1660. Studie Bremen, Rostock, Keulen, Frankfort/Oder en Straatsburg. Promotie tot doctor juris te Straatsburg 1628. Hoogleraar gymnasium Bremen, syndicus canonicorum capituli ad S. Stephanum, senator te Bremen 1640-1653 (in die functie ook gezant bij de Vrede van Westfalen 1648), hofraad van de graaf van Oostfriesland. Hoogleraar Groningen 1654. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 39; Ensink, Academische rouw, p. 704-705 (familie). Zie ook: Gotofredi Zamelii, Epos ad virum Gerhardum Coch … Bremae, literis Jacobi Köhleri, 1651 (ex. in HABW) en Franciscus Junius F.N., Oratio parentalis in obitum viri nobilissimi Dn Gerardi Cocceji… Adjecta sunt programma magnifici D. rectoris ejusdemque, et aliorum DD. collegarum epicedia. Groningae, typis viduae Edzardi Agricolae, 1660 (Zie hieronder nr. 298 en Ensink, Academische rouw, p. 825 (nr. 209)).
OEFENDISPUTATIE: THESES JURIDICAE DE IMPENSIS Oefendisputatie, gehouden aan het Gymnasium te Bremen 1-5-1622. 190
Theses juridicae de impensis. Quas praeside Theodoro Langio, publicae disquisitioni subjiciet Gerhardus Coccejus. Bremae, apud Thomam Villerianum, 1622. 4°: 12 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Theodorus Hoyer en Wilhelmus a Bentheim, scholarchen, en Theodorus Langius, tekst. Arn, MBHal
DE VARIIS LECTISSIMIS JURIS CAPITIBUS Disputatio pro gradu, gehouden te Straatsburg in juni 1628. De tekst omvat 80 stellingen waarin verschillende juridische onderwerpen aan de orde komen. 191
Disputatio inauguralis de variis lectissimis juris capitibus octo positionum decades exhibens quam publico examini subjicit Gerhardus Coch. Argentorati, excudebat Paulus Ledertz, 1628. 4°; 52 pp. (ongepag.). – t.p., ded. aan burgemeesters en raadsheren van de stad Bremen, tekst. SLBD, UBGött, UBHal, UBTüb, HLBW, SBBerl, ÖNB
COMMENTARII AD TITULUM PANDECTARUM DE ORIGINE JURIS (EN OP ENIGE ANDERE TEKSTEN UIT DE DIGESTEN) Naast de titel ‘De origine juris’ (= D. 1.2) worden behandeld D. 1.3.31 (l. Princeps in de titel De legibus) en D 1.4.
Gerhardus Coccejus
192
79
Ad tit. Pandectarum De origine juris et omnium magistratuum et successione prudentium, l. princeps 31. de ll., tit. Pandectar. De constitutionibus principum, commentarii historici, politici, juridici. Groningae, typis Francisci Bronckhorstii, 1660. 12°: XX, 584, XXXVI pp. (NB De pag. tussen p. 505 en p. 508 is onregelmatig) – t.p., ded. aan Enno Ludovicus, vorst van Oost-Friesland (Groningen, 20-1-1660), pref. (ongedat.), err., tekst ‘Titulus Pandectarum libri primi secundus De origine juris, et omnium magistratuum, et successione prudentium.’, fr.t.p. ‘Ad l. princeps De legibus’, pref. (ongedat.), tekst, fr.t.p. ‘Ad titulum 4 lib. I Pand. De constitutionibus principum, tekst, reg. UBG, UBErf, UBHei, UBJena, UBLeip, UBRos, UBTüb, BSB, HABW, LBAu, SBBerl, NLS, ALEd
ALBERT JACOB DUYMAER VAN TWIST
Geboren Puttershoek 1775, overleden Groningen 1820. Studie Leiden 1791. Promotie tot doctor juris aldaar 1796. Hoogleraar Deventer 1797 en Groningen 1802 (Romeins recht, sedert 1804 (na het overlijden van Cannegieter) ook het toenmalig privaatrecht, (in 1809 en 1810:) Wetboek Napoleon ingerigt voor het koningrijk Holland). Boelens, ‘Levenschetsen’, p. 109-110; NNBW III, 1254; Ensink, Academische rouw, pp. 740 (familie) en 829 (nr. 448). T. Haakma Tresling, Hulde aan nu wijlen den hoogleraar A.J. Duymaer van Twist, Groningen 1820; Leerrede van Herman Muntinghe, hoogleeraar in de faculteit der godgeleerdheid aan de Hoogeschool te Groningen, bij gelegenheid van het afsterven van zijnen ambtgenoot A.J. Duymaer van Twist, in leven hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan dezelfde Hoogeschool, uitgesproken den derden van Wintermaand 1820, in de Martini Kerk te Groningen, Groningen, bij J. Oomkens, 1820; Seerp Gratama, Redevoering over het staatswezen, den akademischen regts-leeraar en de regtsgeleerde verdiensten van de overledenen hoogleeraar A.J. Duymaer van Twist, Groningen, bij J. Oomkens, 1821 (zie hieronder de nrs. 268 en 269); Barthold Hendrik Lulofs, Bij het overlijden van mijnen waardigen ambtgenoot en voormalige beminden leermeester den hoogleeraar A.J. Duymaer van Twist, bij J. Oomkens, Groningen 1820 (exx. van al deze werken in UBG). In UBStel bevindt zich een ex. van een collegedictaat met aantekeningen genoteerd bij Duymaer van Twists colleges over het Wetboek Napoleon ingerigt voor het koningrijk Holland (in het Nederlands).
DE MULIERIS PRIVILEGIO, EIUSQUE USU IN FORO HOLLANDICO Dissertatio pro gradu, verdedigd te Leiden 30-11-1796. 193
Dissertatio juridica inauguralis de mulieris in repetenda dote inter caeteros mariti creditores privilegio eiusque usu in foro Hollandico, quam pro gradu doctoratus examini submittit Albertus Jacobus Duymaer van Twist. Lugduni Batavorum, apud Leonardum Herdingh, 1796. 8°: VIII, 77, III pp. – fr.t.p., t.p., ded. aan Johannes Duymaer van Twist (D.v.T.’s vader, predikant in Oosterhout) en Dionysius Godefridus van der Keesel, cit. uit Cicero pro Cluent[io] Cap. 53, pref., tekst, theses. – STCN. UBA, UBL, KB, SLBD, UBRos, BN, Harv
DE JURIS ROMANI ADDISCENDI UTILITATE Rede gehouden te Deventer ter gelegenheid van het aanvaarden van zijn professoraat aldaar 13-4-1797. 194
Oratio de juris Romani addiscendi utilitate, ac summa necessitate, composito etiam novo legum civilium codice, apud Belgas minime cessatura. Daventriae, apud J.H. de Lange, 1797.
Albert Jacob Duymaer van Twist
81
4°: IV, 37, III pp. – t.p. ded. aan rectoren en curatoren van de illustre hogeschool te Deventer, tekst, lofd. van W. Terpstra. – STCN. UBN, ABDev, LC
DE SAPIENTE LEGISLATORE CIVILI Rede gehouden te Groningen ter gelegenheid van het aanvaarden van het professoraat in de rechten aldaar op 23-9-1802. 195
Oratio de sapiente legislatore civili, ad communem utilitatem civium mores componente. Groningae, apud Theodorum Spoormaker, 1802. 4°: VI, 62 pp. – fr. t.p., t.p., ded. aan curatoren van de Groningse universiteit, tekst. UBG, UBL, UBN, UBU, ABDev, KB, Harv
DE IIS, AD QUAE CODICIS NAPOLEONTEI HOLLANDI DOCTOR CONSILIUM SUA DOCENDI RATIONE ADJUVANDUM INPRIMIS ATTENDAT Rede, uitgesproken te Groningen op 12 oktober 1809 ter gelegenheid van de neerlegging van het rectoraat aan het begin van het 198ste jaar van de Groningse universiteit 196
Oratio de iis, ad quae Codicis Napoleontei Hollandi doctor, ad saluberrimum regis, hunc perferentis, consilium sua docendi ratione adjuvandum inprimis attendat. Groningae, apud N. Veenkamp et fil. et W. Wouters, 1809. 4°: VIII, 36 pp. – t.p., ded. aan curatoren van de Groningse universiteit, tekst. UBG, UBL, UBN, UBU, ABDev, KB
DE IIS, AD QUAE CODICIS NAPOLEONTEI HOLLANDI DOCTOR CONSILIUM SUA DOCENDI RATIONE ADJUVANDUM INPRIMIS ATTENDAT, NEDERLANDSE VERTALING Van de hierboven onder nr. 196 genoemde rede verscheen nog in hetzelfde jaar een Nederlandse vertaling van de hand van Sibrand Gratama in het Regtsgeleerd Magazijn van Prof. Gratama. Zie wat betreft dit Regtsgeleerd Magazijn onder Seerp Gratama, hieronder nr. 264. 197
[‘Redevoering van Mr Alb. Jacob Duymaer van Twist, hoogleeraar te Groningen, ten betooge: waarop de leeraar des nieuwen Hollandschen Burgerlijken Wetboek, ter bevordering van ’s konings heilzame bedoelingen, in’t daarstellen van hetzelve, in zijne leerwijze vooral te letten hebbe, in ’t Latijn uitgesproken den 12 van Wijnmaand 1809, en in ’t Hollandsch vertaald door Mr. Sibrand Gratama, advocaat te Assen.’ In: Regtsgeleerd Magazijn van Prof. Gratama, p. 367-399 (hieronder nr. 264 (nr. XXIII).]
JACOBUS ECK
Geboren Keulen 1693, overleden Groningen 1757. Studie Duisburg, Heidelberg, Marburg, Jena en Erfurt en Halle. Promotie tot doctor juris Halle 1715. Advocaat Kleef. Hoogleraar Hamm 1716, Duisburg 1722 en hoogleraar burgerlijk recht, staatsen natuurrecht Groningen 1736. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 72-73; Ensink, Academische rouw, p. 695-698 (familie), 828 (nr. 370); Meusel, Lexikon, III, p. 19; M. Stolleis, Geschichte des öffentlichen Rechts in Deutschland, Bd. 1, Reichs-publizistik und Policeywissenschaft 1600-1800, 1988, p. 240.
OEFENDISPUTATIE: DE COALITIONE DIVERSORUM GERMANIAE REGIONUM Oefendisputatie, gehouden te Marburg 15-3-1714. 198
Dissertatio juris publici de coalitione diversarum Germaniae regionum, quam praeside Joh. Wilhelmo Waldschmiedt publicae disquisitioni submittit Jacobus Eck. Marburgi Cattorum, typis Henningi Mülleri, 1714. 4°: IV, 24 pp. – t.p., ded. aan God, zijn ouders, verwanten en begunstigers, pref., tekst, corollaria, lofdd. UBHal, UBJena, UBTüb, BSB, HLBW, ÖNB, Bodl
DE CLERICO DEBITORE Dissertatio pro gradu, verdedigd te Halle 30-11-1715. De dissertatie is in 1722 en 1735 opnieuw uitgegeven. 199
Dissertatio inauguralis juridica de clerico debitore, quam moderante domino Justo Henningio Boehmero, pro gradu doctorali summisque in utroque jure honoribus et privilegiis rite capessendis, placidae eruditorum disquisitioni submisit Jacobus Eck. Halae Magdeburgicae, typis Johann. Gruneri [1715]. 4°; VIII, 112, IV pp. – t.p., pref., tekst, felicitatiebrief van Justus Henningius Boehmer (‘Dab. in Academia Fridericiana’, 27-11-1715). – In het ex. van de UBHal zijn de pag. 113-116 met de felicitatiebrief direct na de t.p. ingebonden. SLBD, UBBrem, UBDui, UBErf, UBGött, UBGrei, UBHal, UBJena, UBLeip, UBReg, BSB, FBGotha, HAAB, HABW, MPI, SBBerl, WLBS, ÖNB, BN, Bodl, ULEd
200
Dissertatio inauguralis juridica de clerico debitore quam … [titel als in nr. 199] submittit auctor Jacobus Eck. Halae Magdeburgicae, typis Jo. Grunerti, recusa 1722. 4°: 110, II pp. – t.p., pref., tekst, felicitatiebrief van Justus Henning Boehmer (als bij nr. 199). UBU, KB, UBDüss, UBHal, LBAu, MPI, SBBrau, WLBS
Jacobus Eck
201
83
Dissertatio inauguralis juridica de clerico debitore quam … [titel als in nr. 199] submittit auctor Jacobus Eck. Halae Magdeburgicae, typis Joannis Friderici Grunerti, recusa 1735. 4°; 110, II pp. – t.p., pref., tekst, felicitatiebrief van Just. Henning. Boehmer (als bij nr. 199). – NUC. SLBD, UBGrei, UBHal, UBLeip, UBMüns, UBRos, BSB, MPI, WLBS, ÖNB, Bodl, ULEd, Harv
GERHARDUS FELTMAN
Geboren Kleef ca. 1640 (NNBW: 1637), overleden Bremen 1696, begraven in Aurich. Studie Duisburg, Leiden en Orleans. Promotie tot doctor juris Orleans 1661. Buitengewoon hoogleraar Duisburg 1661, ordinarius 1662, en Groningen 1667-1678. Assessor in het Hofgericht te Aurich 1678. Later ook door koning Christiaan V van Denemarken tot staatsraad benoemd. Boelens, ‘Levenschetsen’, p. 42-44; NNBW IX, 253 (Met verwijzing naar: Duorum fratrum Gerh. et Theod. Feltmann, Jctorum doctiss. opera juridica, cur. van Hasselt, tom. 1, in praef. en J.H. Stepf, Gallerie aller juristischen Autoren, Leipzig 1822, III, 34, 3); R. Feenstra, ‘Real rights and their classification in the 17th century: the rôle of Heinrich Hahn and Gerhard Feltmann’ in: The juridical review (1982), 106-120, herdrukt in R. Feenstra, Legal scholarship and doctrines of private law 13th-18th centuries, Variorum CSS 556, Aldershot, 1996, als nr. XIII.
OEFENDISPUTATIE: DE JURISDICTIONE VETERI ET NOVA Oefendisputatie gehouden te Duisburg 24-6-1656. 202
Disputatio juridica extraordinaria de jurisdictione veteri et nova. Quam sub praesidio Hermanni Rhamackeri publicae censurae subjicit Gerhardus Feltman. Teutopoli, typis Johannis Ravens, 1656. 4°: 16 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan de raden van de keurvorst van Brandenburg (ongedat.), [UBDui] tekst, corollaria. – Fotokopie.
DE JURE IN RE ET AD REM Over dit werk zie Feenstra, ‘Real rights etc.’ (als hierboven bij de literatuur over F.), p. 107-111. Merkwaardigerwijs heeft F. ten onrechte het bestaan van de eerste ed. (uit december 1665), waarvan de door hem wel genoemde ed. 1666 een titeluitgave is, altijd ontkend (zie Feenstra, op. cit. p. 107 nt. 9). Zie ook BGNR Franeker, p. 58, onder Ulrik Huber, nrs. 164 en 165. De tekst van het tractaat is opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. I, p. 53-160. 203
Tractatus de jure in re et ad rem, id est manuductio ad jus civile Romanorum et Clivorum. Cum alterplici indice. Duisburgi, typis Franc. Sas, prostant apud Joh. Frid. Hagen, 1665. 12°: XXIV, 540, LX pp. – t.p., ded. aan Carolus Aemilius markgraaf van Brandenburg (Duisburg, 12-12-1665), lofd. van Johannes Mensinga, pref. (ongedat.), ‘Nomina respondentium’ (21 personen), inh., tekst, reg., err. lofdd. van Evortius Jollivetus, D. de Votilley, Henricus Terborch en Henricus Bruno. – VD17. UBDüss, UBGrei, UBHal, HLBW, SBBerl
Gerhardus Feltman
204
85
Tractatus de jure in re et ad rem. Cum alterplici indice. Duisburgi, prostat apud Joh. Frid. Hagen, 1666. 12°: Titeluitgave van nr. 203. – STCN, VD17. UBG, KB, UBFrei, UBLeip, SBBerl, BULau, UBStel
205
Tractatus de jure in re et ad rem, id est introductio ad jurisprudentiam veterem et novam. Cum alterplici indice. Editio tertia prioribus auctior et emendatior. Amstelodami, apud Henricum et Theodorum Boom, 1672. 12°: XXIV, 368, XXXVIII pp. – t.p., ded. aan Carolus Aemilius Markgraaf van Brandenburg (Duisburg, 12-12-1665), pref. (ongedat.), ‘Nomina respondentium. Non ordine temporis, sed quo hic tractatus nunc digestus. Quorum plures in doctores transcripti.’ (21 personen, als hiervoor), inh., tekst, reg., err. – In ex. FBB: laatste p.: 386 lees: 368. – STCN. UBA, SLBD, UBGött, UBLeip, UBTüb, BSB, FBB, HAAB, LBOld, SBBerl, ALEd
206
Tractatus de jure in re et ad rem, id est manuductio ad jus civile Romanorum et Clivorum. Cum alterplici indice, liber singularis. Leodii, typis Lamberti Thonon, 1700. 4°: XIV, 197, XXIII pp. – t.p., ded. aan Carolus Aemilius Markgraaf van Brandenburg (ongedat.), pref. (ongedat.), inh., ‘Nomina respondentium. Non odine (sic) temporis, sed quo hic tractatus nunc digestus. Quorum plures in doctores transcripti.’, tekst, reg., lofdd. (als in nr. 203 hierboven). KB, PBL, UBAug, SLBD, UBBonn, UBMünch, BSB, MPI, BN
207
Tractatus de jure in re et ad rem: Id est manuductio ad jus civile Romanorum et Clivorum. Cum alterplici indice. Liber singularis. Coloniae Agrippinae, sumptib. Joannis Henrici Schlebusch, 1737. 4°: VIII, 212, XX pp. – t.p., pref. (ongedat.), inh., tekst, reg. – VD18 UBHei, UBMann, LBAu, SBBerl
SCIAGRAPHIA SUCCESSIONIS AB INTESTATO De tekst van de hier onder nr. 209 genoemde ‘Sciagraphia successionis’ is opgenomen in F.’s Institutiones juris novissimi Justiniani (zie hieronder nrs. 221- 223). Volgens de t.p. van deze uitgave gaat het om een derde druk van dit werk dat oorspronkelijk in de Nederlanden uitgegeven zou zijn en vervolgens door F. bewerkt en gecorrigeerd. 208
Viro … Joachimo Rudigero Von Der Goltz … Gerh. Feltmannus devoti sui atque propensi animi testimonium hoc literario monumento dare volvit … Hancque sciagraphiam successionis ab intestato a multis quidem antea digestam se a se auctam et emendatam gentium nationumque institutis illustratam … [Duisburg, ] 1666. Arn (onvindbaar)
86
209
Gerhardus Feltman
Sciagraphia successionis ab intestato, descendentium, ascendentium, collateralium, conjugum, quatuor tabulis, e jure divino, naturali, civili novissimo digesta; variarumque gentium institutis passim illustrata, Olim in Belgio edita, postea à Gerh. Feltmanno, correcta et aucta. Nunc verò locupletior, tertium luci reddita in usum juris studiosorum, anno 1687. Intestatus decedit (1.) qui vel nullum testamentum fecit, vel (2.) non jure fecit, vel (3.) si testamentum ruptum; vel (4.) destitutum fuerit. In dubio autem praesumitur quis intestato decessisse. Coloniae ad Spream, literis Ulrici Liebperti, [1687]. Fol: XVI pp. (ongepag.) – t.p., tekst. – VD17.
SBBerl
DE PROMOTIONE ABSENTIS, MET DE JUREJURANDO IN ALTERIUS ANIMAM De tekst van dit werk is inclusief dedicatie opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. II, p. 111-129 en 183-199. Daar tussenin is het werk van de Duitse jurist en diplomaat Justus Oldekop (1597-1667), waartegen F. zich in zijn geschrift stelling nam, afgedrukt. Het gaat hierbij om Oldekops Dissertatio juridicopolitica de jure jurandi in alterius animam, cum monitis suo loco insertis et Quaestione singulari annexa (ibid. p. 133-180). Dit werk verscheen oorspronkelijk: Bremae, typis et sumptibus Jacobi Köhleri, 1662 (exx. o.a. in BSB en SBBerl). Oldekops ‘quaestio singularis’ gaat over de vraag of de inhoud van adviezen, getuigenverklaringen en andere stukken, die de ene procespartij in een proces heeft overgelegd, ook aan de andere procespartij bekend gemaakt moeten worden, zelfs nadat de zaak gesloten is. 210
Dissertatio de promotione absentis. Et tractatus de jurejurando in alterius animam. Adversus Justum Oldekop. Adserto. Duisburgi et Arenaci, apud Joh. Frid. Hagen, 1667. 8°: VI, 144, X pp. – t.p., ded. aan Christophorus Casparus baron van Blumenthal en Gisbertus Wilhelmus baron ‘ab Huchtenbruch´, raden van de keurvorst van Brandenburg (1-1-1667), tekst Dissertatio de promotione, tekst Tractatus de jurejurando, reg. – Ex. SLBD heeft op de t.p. ‘Duisburgi in Clivis, 1667’, zonder vermelding van de drukker. – VD17. UBG, SLBD, UBMünch, UBRos, BSB, HAAB, LBAu, SBBerl
DE JURAMENTO PERHORRESCENTIAE Bundel met oefendisputaties, gehouden te Groningen onder voorzitterschap van F. met 10 respondenten. Het tweede register bevat mede een aantal oude Nederlandse rechtstermen. 211
Tractatus de juramento perhorrescentiae vulgo sic dicto; sive de ejeratione bonae spei ex variis causarum figuris: cum alterplice indice. Groningae, prostant apud Aemil. Spinneker, 1669.
Gerhardus Feltman
87
4°: VIII, 192, XVIII pp. – t.p., ded. aan de Staten van Stad en Lande (Groningen, 18-6-1669), ‘Nomina respondentium’ (11 personen), tekst, regg., err. – STCN, NUC. UBU, UBAug, UBErf, UBGött, UBHam, [HAAB], BL, ALEd, BN, BNF, Harv
DE JURAMENTO PERHORRESCENTIAE, TWEEDE EDITIE, VERZORGD DOOR A.A. PAGENSTECHER, MET OBSERVATIO DE RESPONSIS PRUDENTUM ADVERSARIO NON EDENDIS Zie ook Feenstra, Steinf. Bibliogr. nr. 79. De toegevoegde ‘Observatio singularis de responsis prudentum etc.’, die A.A.P. ongetwijfeld ontleend heeft aan de eerste druk van F.’s De feudis (hieronder nr. 213) is afgedrukt op p. 470-474. A.A.P. had deze ‘Observatio etc.’ ook al opnieuw doen drukken in de door hem verzorgde tweede druk van F.’s werk (zie hieronder nr. 214). Zonder deze ‘Observatio’ is de tekst van F.’s De juramento perhorrescentiae etc. naar deze tweede druk opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. V, p. 3-266. 212
De juramento perhorrescentiae vulgo sic dicto: sive de ejeratione bonae spei ex variis causarum figuris, libri duo. Editio secunda priore emendatior et altero tanto auctior, et quae germanice posita, etiam latinitati donata sunt. Accessit et Observatio de responsis prudentum adversario non edendis. Accurante Alex. Arn. Pagenstechero. Coloniae, sumptibus et typis Wilhelmi Metternich, 1702. 8°: VIII, 474, XIV pp. – t.p., ded. aan de Staten van Stad en Lande, zoals in de eerste editie (Groningae, 18-6-1669), ‘Nomina respondentium’ (11 personen, dezelfde als hiervoor), tekst De juramento etc., tekst ‘Observatio singularis de responsis prudentum adversario non edendis’, inh. (Steinf. Bibliogr. nr. 79)
UBG, BArn, KB, SLBD, UBGött, UBHal, UBLeip, UBRos, UBTüb, BSB, HABW, MPI, SBBerl
DE FEUDIS, MET OBSERVATIO SINGULARIS DE RESPONSIS PRUDENTUM ADVERSARIO NON EDENDIS Bij de err. (p. 184), die betrekking hebben op de tekst van De feudis, deelt F. o.a. het volgende mee: ‘Tipothetae incuria evenit ut pag. 3. Caput VI., scriptum sit quod te scire volui ne Caput V deesse putes et haec causa fuit cur in indiculo capitum quintum quarto adjecerim.’ 213
Tractatus de feudis et observatio singularis de responsis prudentum adversario non edendis. Groningae, apud Aemil. Spinniker, 1671. 12°: XII, 204 pp. (p. 193-204 gepag. als 173-184) – t.p., ded. aan Henricus Munsterus Wilhelmus de Bernsau, drost van Drenthe en Coevorden (Groningen, 31-5-1671), inh., tekst De feudis, tekst met het opschrift ‘Vacantes pagellas occupat Observatio singularis de responsis prudentum adversario non edendis.’, err., colofon: ‘Groningae, typis Henrici Roosingh typographi. Anno 1671’ – NUC. UBGrei, UBHal, UBJena, HAAB, SBBerl, Bodl, ALEd, Harv
88
Gerhardus Feltman
DE FEUDIS, TWEEDE EN DERDE EDITIE, VERZORGD DOOR A.A. PAGENSTECHER Hoewel Pagenstechers naam niet op de titelpagina van de tweede editie vermeld wordt, blijkt uit het voorwoord, dat hij deze nieuwe uitgave verzorgd heeft. Bovendien staat op de titelpagina van de derde editie (hieronder nr. 215), dat zij ‘rursus’ (weer) door A.A. Pagenstecher verzorgd is. Zie ook Steinf. Bibliogr. nr. 24. Het reg. dat bij de tweede druk is toegevoegd is gemaakt door twee studenten van A.A. Pagenstecher, namelijk Bernhardus von Bentheim en Ernestus Fredericus Georgius Montanus. Bij de derde druk worden hun namen wel bij het reg. vermeld. De derde editie is in 1764 heruitgegeven door Joannes Jacobus van Hasselt in het eerste deel van het werk Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. Arnhemiae, apud J.H. Möelemann, 1764 (zie hieronder nr. 238), p. 163- 253. Pagenstecher heeft in 1705 ook eigen opmerkingen bij F.’s De feudis gepubliceerd onder de titel: Notae ad G. Feltmanni Tractatum de feudis (zie hieronder nr. 475). Daarnaast heeft hij disputaties over zijn heruitgave van F.’s tractaat in combinatie met zijn noten laten houden (zie hieronder nr. 513). 214
De feudis liber unus: In quo mores atque instituta non modo Germaniae in universum sed et sigillatim inferioris, nec non Belgii foederati, veluti Coloniensium, Monasteriensium, Cliviae, Juliae, Montium, Zutphaniae, Hollandiae, Trajectinorum, Trans-Isalanorum aliorumque populorum cum jure communi conferuntur, …, adjicitur quoque Observatio singularis de responsis prudentium adversario non edendis. Editio secunda, altero ferme tanto, etiam indice, auctior. Lugduni Batavorum, apud J. Luchtmans, 1694. 12°: XXIV, 297, XXXIX pp. – t.p., ded. van F. aan Drost en Gedep. Staten van Drenthe (Aurich, 1-1-1694 (tekst: 1614)), pref. van A.A. Pagenstecher (Duisburg, 6-4-1694), ded. van F. bij de eerste druk, tekst De feudis, tekst Observatio, reg. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 24) UBA, KB, ABDev, SLBD, UBKiel, BSB, SBBerl, WLBS, BN, ALEd
215
G. Feltmanni Tractatus de feudis. Editio tertia, accurante rursus A. A. Pagenstechero. Coloniae ad Rhenum, apud Wilhelmum Metternich, 1702. 12°: VIII, 284, XLIV pp. – t.p., ded. van F. aan drost en ged. staten van Drenthe (Aurich, 1-11694 (tekst: 1614)), inh., mededeling aan de lezer, dat de tussen vierkante haakjes geplaatste opmerkingen in de tekst nieuw zijn, tekst, reg. (Steinf. Bibliogr. nr. 78) ABDev, HLBD, LBAu, SBBerl, [BNün], UBSal, ÖNB, SBKrem, ALEd
INSTITUTIONES JURIS NOVISSIMI JUSTINIANI VERBIS, MET SPICILEGIUM Dit werk bevat twee ‘soorten’ oefendisputaties m.bt. de Instituten van Justinianus, onder voorzitterschap van F. gehouden in Duisburg en Groningen. In de Institutiones juris novissimi worden alle vier boeken van de Instituten
Gerhardus Feltman
89
behandeld en in het Spicilegium ad Institutiones alleen boek I. De SBBerl bezit een ex. van een apart gedrukte oefendisputatie die in het kader van de laatste ‘soort’ oefendisputaties 20-6-1665 in Duisburg gehouden moet zijn. Deze is getiteld: Spicilegii ad Institutiones Juris disputatio III: Continens universam materiam Libri I Tit. II. De jur. nat. gent. et civ. et Tit. III. De jure personarum princ., quam praeside Gerhardo Feltmanno publice tuebitur Nicolaus Hegh. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, 1665 (zie ook VD17). Tot de tekst van de Institutiones juris novissimi behoort, ingebonden tussen de pp. 84 en 85 de ‘Sciagraphia successionis ab intestato. Haec Duisburgi in Clivis à me fuit scripta, necessarium ergo visum fuit monere lectorem benevolum etc.’. De Institutiones juris novissimi en het toegevoegde Spicilegium zijn opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. IV, p. 3-267. De ‘Sciagraphia successionis etc.’ is hierin ingebonden tussen de pp. 72 en 73. 216
Institutiones juris novissimi Justiniani Aug. verbis in praesens tempus temperatae et notis perpetuis illustratae: quae paraphrasis et commentarii loco esse possunt ad Institutiones Justiniani Imp. Ad quarum librum primum adjicitur Spicilegium. Groningae, prostant apud Aemil. Spinneker, 1671. 4°: Twee stukken met eigen pag.: VIII, 161 (met tussen p. 84 en 85 drie uit te vouwen bladen met de tekst van de Sciagraphia), III, 176 (deze ongepag.) pp. – t.p, twee citt. ‘Justinianus in l. 2 § 14 et 16. C. de vet. jur. enucl.’ (= C. 1.17.2.14 en 16), ded. aan stadhouder Hendrik Casimir van Nassau, (Groningen, 12-6-1671), ‘Nomina respondentium ad Instit. Juriss. noviss.’ (7 personen) en ‘Nomina respondent. ad Spicilegium. In acad. Duisburg. (13 personen). In academia Groningano-Omlandica (3 personen).’, ‘Errata en dubia.’, lofd. van Nicolaus Blancardus, tekst Institutiones (met 7 dispp. en de tekst van de Sciagraphia successionis ab intestato. Haec Duisburgi in Clivis à me fuit scripta, necessarium ergo visum fuit monere lectorem benevolum etc.’.), ‘Index titulorum Instit.’, tekst Spicilegii ad Institutiones (met 16 dispp.). – NUC. PBL, UBHal, LBAu, HABW, Harv
217
Institutiones juris novissimi verbis Justiniani: In praesens tempus temperatae ac hodierno usu melius accommodatae notisque perpetuis illustratae; quae paraphrasis et commentarii loco esse possunt ad Institutiones Justiniani Imp. Cum Spicilegio (= Spicilegii ad Institutiones D. Justiniani Disputatio). Amstelodami, ex officina Henrici et Theodori Boom, 1672. 4°: Titeluitgave van nr. 216 – De opgave in de catalogus van de HABW bevat de volgende opmerking: ‘Titelaufl. der Ausg.: Groningen 1671. Die ersten 3 Bl. sind neu gedruckt.’. Dit verklaart ook de verschillen op deze bladen ten opzicht van die in de uitgave van 1671. Zo zijn in de uitgave 1672 de p. met de namen van de respondenten en de err. en die me het lofd. van Blancardus a.h.w. omgedraaid.) SLBD, FBGotha, HABW
218
Institutiones juris novissimi Justiniani Aug. verbis: in praesens tempus temperatae et notis perpetuis illustratae. Quae paraphrasis et commentarii loco esse possunt ad Institutiones Justiniani Imp. Ad quarum librum primum adjicitur spicilegium. Veerden, sumptibus Anton. Günt. Schwerdfegeri, 1674. 4°: Pag. en inh. gelijk aan die van nr. 216.
UBG, UBTüb, [HAAB], KBK
90
Gerhardus Feltman
DE TITULIS HONORUM De eerste druk van het boek bevat een lofdicht van Franciscus Junius F.n., die tevens een van degenen is aan wie het boek is opgedragen als gedeputeerde van de Provincie van Stad en Lande (zie voor hem hieronder de nrs. 287-299). De tweede druk is uitgebreider dan de eerste: In caput V bijvoorbeeld is een § 5 toegevoegd die in de eerste druk ontbreekt. De capita VI (‘Pro Drenthia’) en VII (‘Contra Drenthiam’) van boek I zijn bij de tweede druk omgedraaid, evenals capita VI en VII van boek II. Het nieuwe caput VII van boek I (‘Pro Drenthia’) is bovendien met een aantal nieuwe §§ uitgebreid. M.m. geldt dit ook voor andere capita. Soms houdt een wijziging verband met een recente politieke gebeurtenis. Zo is bij de tweede druk aan caput XX van boek I een nieuwe § 11 toegevoegd over de positie van de Engelse gezanten bij de Vrede van Nijmegen, gesloten in 1677. De tekst van de eerste druk is inclusief ded., lofd. etc. opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. II, p. 3-108. 219
Tractatus de titulis honorum: duobus libris absolutis. In quo de praecipuis, praecipuarum gentium titulis, praesertim quatenus ad statum juridicialem spectant curatissime edissertatur, multa insuper juris publici capita arcanaque imperii erudissime explicantur. Bremae, apud Herm. Brauerum, 1672. 8°: XXIV, 504 pp. – t.p. (met cit. uit Plinius 9 epist. 5), ded. aan ged. staten van Stad en Lande, (19-9-1671), lofd. van Franciscus Junius F.n., pref., inh., tekst – VD17, NUC – NB p. 96 ‘9. Polonus’ moet zijn ‘6. Polonus’. SLBD, UBGrei, UBHal, UBJena, UBLeip, UBRos, UBTüb, [HAAB], HABW, LBAu, LBCob, LBMV, MPI, SSBAug, WLBS, ÖNB, BL, Bodl, ALEd, LC, Harv
220
De titulis honorum 1ibri duo. In quibus de variis variarum gentium personarumque titulis edissertatur multaque et varia juris publici cum Germanici tum Belgici argumenta examinantur et tam rebus gestis quam nonnullis nuper judicatis inlustrantur. Cum duobus indicibus etc. Bremae, apud Hermannum Brauerum, 1691. 8°: XVI, 752 pp. – t.p., cit. van P. Syrus, ded. aan de koning van Denemarken en Noorwegen, (Aurich, 1-1- 1691), inh., tekst, reg., nawoord met daarin err. – VD17. KB, PBL, SLBD, UBHal, UBJena, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, BSB, FBB, FBGotha, HAAB, HABW, LBAu, LBMV, SBMai
BENE DICTORUM LIBER UNUS, MET UITLEG VAN D. 23.3.66 Zie met betrekking tot de discussie tussen Feltman en Huber BGNR Franeker onder Ulrik Huber, nr 164. De tekst omvat elf capita, verdeeld over zes respondenten. De tekst van dit werk is ook opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. II, p. 203-256, waarbij het ‘Appendix continet explicationem legis LXVI Π De jure dotium (= D. 23.3.66).’ op p. 252-255 is afgedrukt. Daarna volgt p. 256 de inhoudsopgave.
Gerhardus Feltman
221
91
Bene dictorum liber unus. Adjicitur explicatio legis LXVI. D. de jure dot. Groningae, Typis Remberti Huysman, 1673. 8°: XVI, 184 pp. – t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Stad en Lande, (Groningen, 1-1-1673), inh., ‘Nomina respondentium’, err., cit. van ‘Alexander Severus apud Herodian. VI Histor. III.’, tekst Bene dictorum, tekst ‘Appendix continet explicationem legis LXVI Π De jure dotium’. UBHal, UBHei, UBLeip, UBTüb, SBBerl, HAAB, HABW
DE CADAVERE INSPICIENDO, MET TWEE DISCEPTATIONES OVER C. 3.34.11 Hoewel het hier gaat om een boek met oefendisputaties, schreef F. de tekst van dit tractaat oorspronkelijk als juridisch hoogleraar te Duisburg naar aan-leiding van een jurisdictiegeschil tussen de Academische Senaat van de uni-versiteit van Duisburg en de plaatselijke magistraat over het mogen opvissen en schouwen van het lichaam van een in de Rhur verdronken student. In de UBL bevindt zich een ex. van een ‘enkelvoudige’ disputatie die in dit kader onder voorzitterschap van F. gehouden is door Gerardus ten Bergh: Disputatio VII de cadavere inspiciendo. (…) Groningae, typis Rembertus Huysman, 1672. Wat de twee toegevoegde disputaties betreft, bezit de UBHal van beide een ex. van de oorspronkelijke onder voorzitterschap van F. gehouden ‘enkelvoudige’ disputatie. De paginering toont aan, dat deze twee disputaties, die beide handelen over C. 3.34.11, toen al bij elkaar hoorden, zij het ‘omgekeerd’. Bij de tweede, getiteld Disceptatio academica De transitu exercitus. Quam praeside Gerh. Feltman, publice tuebitur Phil. Carol. L.B. de Wilack et Lottum. Groningae, typis Remberti Huysman, 1672, zijn de bladzijden 1-24 gepagineerd en bij de eerste, getiteld Disceptatio academica De vehiculis sibi obviis Qui est altera ad l. per agrum XI. C. de servitut. et aqua. Quam praeside Gerh. Feltman publice tueri conabitur Matthias Junius. Groningae, typis Remberti Huysman, 1672, 25-44. Van de hier als eerste genoemde tweede disputatie bezit ook de UBG een ex. Zij is gehouden 21-21672. Van verdediging van de andere is geen datum bekend, maar gelet op de paginanummers dit is mogelijk eind februari, begin maart 1672 geweest. Het werk is naar de tweede druk (hieronder nr. 223), zij het zonder reg., opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. VI, p. 127-264. 222
Tractatus de cadavere inspiciendo: In cujus recessu, praeter ea quae in fronte promittuntur, varia de funeribus, sepulturis, medicis, vulneribus, venenis, cruentationibus, similisque argumenti rebus edissertantur. Adjicitur disceptatio alterplex ad l. per agrum XI C. de servit. et aqua, quarum prior est de transitu exercitus, altera de vehiculis sibi obviis. Cum florum sparsione et indice. Groningae, typis Remberti Huysman, 1673. 4°: VIII, 168, 52, XII pp. – t.p., ded. aan Otho, vrijheer van Schwerin (Groningen, 31-101672), ‘Nomina respondentium’ (zeven respectievelijk twee personen), err., tekst De cadavere (de capita zijn doorgenummerd I t/m LXIII), tekst De transitu, tekst De vehiculis, reg. – In ex. HABW zit los achterin een met de hand geschreven inh. van 7 pp. – STCN, NUC.
92
Gerhardus Feltman
UBN, UBFrei, UBLeip, UBTüb, [HAAB], HABW, LBAu, LBMV, FBB, BN, BNF, BL, Bodl, CUL, ALEd
223
De cadavere inspiciendo liber unus … [titel als in nr. 222]. Adjiciuntur Disceptationes binae ad l. per agrum XI. C. de servit. et aqua, quarum primum est De transitu excercitus, altera De vehiculis sibi obviis. Cum elencho capitum et rerum verborumque indice. Editio altera priore auctior et emendatior. Bremae, typis et impensis Hermanni Braueri, 1692. 4°: XVI, 320, VIII pp. – t.p., ded. aan Everhardus Danckelmann (Aurich, 14-7-1691), ded. bij de eerste druk aan Otho, vrijheer van Schwerin (Groningae, 31-10-1672), ‘Nomina respondentium’ (als in nr. 222), inh., tekst De cadavere etc., tekst De transitu exercitus, tekst De vehiculis obviis, reg. – NB aan het slot van De vehiculis obviis (p. 320) staat een aanvulling op hoofdstuk XIX van De cadavere inspiciendo met een verwijzing naar de Vrede van Osnabrück 1648. – VD17. UBU, UBL, BArn, PBL, SLBD, UBErl, UBGött, UBGrei, UBHal, UBLeip, UBReg, BSB, HAAB, HABW, LBAu, MPI, SBReg, GUL
DECAS RESPONSORUM JURIS AD REM MILITAREM, MET DECISIONUM DECADES DUAE De tekst van dit werk is in 1690 opnieuw uitgegeven onder de titel: Juridica quaedam selecta consilia etc. Zie hieronder nr. 225. 224
Decas responsorum juris ad rem militarem. Das ist: Zehen rechtliche Bedencken von einigen mercklichen Zufällen, die sich in Niederland bey noch dauerendem krige so mit geschehener übergebung dero vestungen, verlassung dero posten, geraubten gütern, rantzion und außwexelung dero soldaten, aus noht oder frevel geschehenen todschlägen und dero gleichen sachen zugetragen, auff der partheyen oder auch dero gerichten geschehenes ansuchen verfertiget, und gründlich außgeführet. Wobey Decisionum decades duae; in Ostfriesischen Sachen abgefasset und anitzo zum Truck befodert durch einen der Rechten Beflissenen. Bremen, in Verlegung Anthon. Gunther Schwerdtfegers, 1674. 4°: XVIII, 188, 16, 114 pp. (inclusief 4 tussen pp. 186 en 187 ingebonden ongenummerde pp. die in feite bij het ‘tweede gedeelte’ van het boek behoren) – t.p., ded. van de uitgever aan Antonius, graaf van Oldenburg etc. (Bremen, 26-4-1674), pref., (ibid. 20-4-1674), lofd. van Henricus Gunterus Thûlemeyer, tekst Decas Responsorum etc., err., reg., fr. t.p. ‘Decisionum Decas II, Zehn rechtliche auf begehren verfassete bescheide und urtheile, mit denen in rechten und geschichte wohlgegründeten rationibus decidendi. Quarum catalogum versa pagina indicabit’, inh., tekst. – VD17 (waarbij ook bij de aangegeven bibliotheken (UBGött, FBGotha, HABW en HAAB, SBBerl) vermeld wordt welke fouten bij het inbinden van hun exx. van dit werk gemaakt zijn) – NUC. UBU, UBGies, UBGött, UBLeip, UBTüb, FBGotha, [HAAB], HABW, LBAu, LBOld, MBHal, MPI, SBBerl, ALEd, NLS, KBK
225
Juridica quaedam selecta consilia nec non decisiones. Francofurti et Lipsiae, apud Philipp. Gothofr. Saurman, 1690.
Gerhardus Feltman
93
4°: II, 187, I en II, 60; II, 50 (gepag. 65-114), XVI pp. – t.p., tekst [Decas] Responsa de re militari ad rem militarem (10 processen in krijgszaken uit de periode 1666-1673), err.; fr. t.p.: ‘Decisionum Decas I. Das ist: zehn rechtliche in Oost-Friesländischen sachen verfassete bescheide und urtheile mit gepürlichen in rechten und geschichten wohlgegründeten rationibus decidendi’, inh. tekst (10 Oostfriese processen van 1668 en 1673); t.p.: ‘Decisionum Decas II Das ist: zehn rechtliche auf begehren verfassete bescheide und urtheile mit denen in rechten und geschichten wohlgegründeten rationibus decidendi’, inh. tekst (10 andere Oostfriese processen; de 10de zaak betreft een proces over toverij), reg. – VD17. UBHal, UBMar, UBRos, HABW, MPI
COMMENTAAR OP DE ARTIKELBRIEF OF ORDONNANTIE OP DE MILITAIRE DISCIPLINE Het gaat in dit werk om een commentaar van F. op de zogenaamde Artikelbrief, de ordonnantie waarin o.a. de verplichtingen van de soldaten te velde en de regels van het militair strafrecht waren neergelegd. Dat het om een commentaar gaat wordt in de eerste druk pas duidelijk bij de eerste bladzij van de tekst. Waarschijnlijk om die reden is de titel bij de tweede druk (hieronder nr. 227) aangepast. De artikelbrief in kwestie werd 3-8-1590 vastgesteld te Arnhem. Bij de derde druk, die in 1716 tot stand kwam, werden de teksten van de nieuwe in 1705 uitgevaardigde artikelbrief en de oude naast elkaar geplaatst. Bij de in het werk opgenomen gebeden gaat het om een verzameling, opgesteld door de Lutherse theoloog Johann Balthasar Schupp (1610-1661) en anderen. 226
Artikel-brief ofte Ordonnantie op de discipline militaire: doorgaans met nieuwe plaatsen en ordonnantien als oock met applicatien van gewijsde saacken bevestight met een perfect register, door Gerh. Feltman. Hierby zyn gevoeght de gebeden die de krijgsluyden in alle voorvallen hoognodig zijn ende het Quartier Generaal met de Fransen opgericht. Gedruckt tot Groningen, voor Carel Pieman, 1676. 8°: VIII, 263, I pp. – t.p., cit. van Socrates uit Pescator (‘De visser’) van Lucianus (van Samosata), , ded. aan Willem Hendrik, prins van Oranje (Groningen, 29-4-1676), tekst van F.’s ‘Aenmerckingen over den artikul-brief, tekst ‘Krijghs-occasionele gebeden’, reg., tekst van de ‘Conditien ende articulen van het quartier generaal aangaande het wisselen ende rantzoeneren der gevangens’ (vastgesteld 26-5-1673), colofon ‘Tot Groningen, by Cornelis Barlinck-hof, anno 1676.’ – STCN. UBG, BArn, SBBerl
227
Aenmerckingen over den Articul-brief, ofte Ordonnantie op de discipline militaire, doorgaens met de nieuwste placaten en ordonnantien, als oock met exempelen en applicatie van gewijsde saken bevestigt, … met een perfect reg. Den tweeden druck op de helfte vermeerdert. In 's Gravenhage, by Jacobus Scheltus, 1690. 8°: XVI, 338, XXX pp. – front., t.p. (priv.in tit.), cit. van Socrates uit Pescator (‘De visser’) van Lucianus (van Samosata), ded. aan koning-stadhouder Willem III (Aurich, 30-10-1690; met cit. van F. zelf uit zijn Dissertatio de promotione absentis, hfst. IV n. 10), ded., zoals in de eerste druk (Groningen, 29-4-1676), tekst, reg. – STCN. UBA, UBU, KB, LBAu, BN
228
Gerh. Feltmans Aenmerckingen over den Articulbrief, ofte ordonnantie op de discipline militaire, doorgaens met de nieuwste placaten en ordonnantien, als oock
94
Gerhardus Feltman
met exempelen en applicatie van gewijsde saken bevestigt. Met een perfect register. Den derden druck, op de helfte verm., zijnde de vernieuwde Articulbrief van den jare 1705, nevens de oude van den jare 1690. In 's Gravenhage, by Paulus Scheltus, 1716. 8°: II, XIV, 352, XLIV pp. – front., t.p., cit. van Socrates uit Pescator (‘De visser’) van Lucianus (van Samosata), ded. aan koning-stadhouder Willem III (Aurich, 31-10-1690), ded. als bij de eerste druk, aanbeveling van de derde druk door P. Scheltus, tekst, reg. – STCN UBL, UBU, UBVU, UBT, BArn, KB, HLBW, MPI, UBZür
DE POLYGAMIA Naar wordt aangenomen schreef F. dit werk als reactie op een geschrift van de Lutherse theoloog Johannes Lyser (1631-1684), getiteld Politischer Discurs zwischen Monogamo et Polygamo von der Polygamia, oder vielweiberey Auffgesetßt und mit 100 Argumenten erörtert von Johanne Lysero. Gedruckt zu Freyburch, 1675 (ex. in de HABW – vermoedelijk gaat het om een Nederlandse, mogelijk Amsterdamse druk). In dit boek, dat al het volgend jaar onder een iets andere titel herdrukt werd, toonde de schrijver zich een warm voorstander van de polygamie, hetgeen hij met tal van argumenten, voornamelijk ontleend aan het Oude Testament verdedigde. Dit was overigens niet de eerste keer dat Lyser zijn opvattingen in druk ventileerde, waarbij hij veelal de schuilnaam Aletophilus Germanus gebruikte. Zijn geschriften ter verdediging van de polygamie zijn zowel in het Duits als in het Latijn en in het Nederlands verschenen. F. was niet de enige die Lysers opvattingen bestreed. Ook in het Duitse Rijk gebeurde dat. Een voorbeeld daarvan is het boek Vindiciae legis monogamicae. Primum brevi examine in Johannes Lyseri Discursum politicum Germanicum de polygamia itae actaeque. Etc. Stade, typis Casparis Holweini, 1678 van Johannes Diecman (exx. o.a.in UBGött en SBBerl). Lyser was echter niet van zijn opvattingen af te brengen getuige het geschrift Polygamia triumphatrix. Id est discursus politicus de polygamia auctore Theophilo Aletheo cum notis Athanasii Vicentii omnibus antipolygamis ubique locorum, terrarum, insularum, pagorum, urbium, modeste et pie opposita. Londini Scanorum, sumptibus authoris post, 1682 (exx. o.a. in UBGött, LBAu en SBBerl). 229
Tractatus de polygamia. Das ist: Gewissenhafftes und schrifftmässiges Gespräch zwischen Weltmann und Sittmann, dem Gewissenlosen und Unschrifftmäßigen, zwischen Monogamus und Polygamus, von der Vielweiberey gehaltenen Gespräch entgegen gesetszt. Leipzig, in Verlegung Matthäus Birckners, Druckts Johann Köhler, 1677. 8°: II, 217, I pp. – t.p., tekst. – VD17, NUC. SLBD, UBGött, BSB, [HAAB], HABW, LBMV, SBBerl, BL
DE POLYGAMIA, NEDERLANDSE VERTALING
Gerhardus Feltman
95
De tekst van deze Nederlandse versie van is ook opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. VII, p. 159-258. 230
Tractatus de polygamia, dat is: Met het geweten en de Schriftuur overeenkomende zamenspraak tusschen Weltman en Sitman. Gesteld tegens de gewetenlose en onschriftmatige zamenspraak tusschen Monogamus en Polygamus over de veelwyverye gehouden. Uit het Hoogduits vertaald. Te Arnhem, by J.H. Möeleman, 1769. 8°: VIII, 316 pp. – t.p., pref. van de drukker (ongedat.), tekst.
UBA
JUS GEORGICUM DE INCLUSIONE ANIMALIUM ET ALIIS REI AGRARIAE ARGUMENTIS De tekst is naar de druk Leodii 1700 (hieronder nr. 232) opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. VI p. 3-127. 231
Jus georgicum de inclusione animalium aliisque rei agrariae argumentis. Lipsiae, sumptibus Matthaei Birckneri, literis Johann. Coleri, 1678. 4°: IV (VIII), 240 pp. – t.p., ded. aan senaat en volk van Dortmund (Groningen, 1-5-1677), inh., tekst. – In ex. HABW is dit werk in één bd. gebonden met: Justi Oldenkops Dissertatio juridico-politica de jurejurando in alterius animam, Bremae, 1662, en nog een ander tractaat van deze Oldenkop. – VD17, NUC. UBG, UBT, KB, UBAug, SLBD, UBHal, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, BSB, FBGotha, [HAAB], HABW, LBAu, SBBerl, SSBAug, BL, ALEd
232
Jus georgicum … [titel als in nr. 231] argumentis. Editio novissima, auctior et correctior. Liber singularis. Leodii, typis Lamberti Thonon, 1700. 4°: 259 pp. – t.p., ded. van de drukker aan Joannes Philippus Hessalle, ex-burgemeester van Luik en schout van die stad (Luik, 1-2-1700), tekst, inh. – NUC. KB, PBL, UBAug, UBGött, UBHei, UBMünch, BN, LC
233
Jus georgicum, … [titel als in nr. 231] argumentis. Ed. novissima, auctior et correctior. Coloniae Agrippinae, sumptibus Joannis Henrici Schlebusch, 1736. 4°: VI, 273, XV pp. – t.p., inh., tekst, ‘Index summariorum’. – NUC. UBU, UBHei, BSB, KBBr, BNF
COMMENTARIUS AD DIGESTORUM SEU PANDECTARUM LIB. I ET II In de uitgave van Van Hasselt (hieronder nr. 238), is in dl. VIII slechts F.’s uiteenzetting met betrekking tot boek I van de Digesten opgenomen.
96
234
Gerhardus Feltman
Commentarius ad Digestorum seu Pandectarum Lib. I et II: In quo non tantum leges singulae perpetua paraphrasi explicantur, et ad mores, tum totius Germaniae, tum Belgicae exiguntur, nec non ab aliorum censuris vindicantur: Sed etiam florum sparsione illustrantur, atque ad varia, de quibus plus aut minus dixit legislator, quam sensit, transferuntur. Lipsiae, sumptibus Matthaei Birckneri, literis Colerianis, 1678. Groot 4°: Twee dln. in 1 bd.: IV, 492 pp. – t.p., ‘Lectori benevolo salutem’ (Bericht aan de lezer van Bircknerus, ongedat.), tekst. – VD17. KB, SLBD, UBGött, UBJena, UBLeip, BVat, ALEd
DE ACCESSIONIBUS MEMORABILIBUS, MET DISCEPTATIO FORENSIS DE STELLIONIBUS F. schreef het toegevoegde werk onder het pseudoniem Benedictus de Pratis. Blijkens zijn mededeling op p. 41 daarvan voltooide hij dit laatste werk 7-41688, waarna hij nog een ‘Additio’ toevoegde, gedateerd 31-7-1689. De tekst van beide werken is met weglating van het reg. ook opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. VII, p. 3-36 (‘Dissertatio de accessionibus etc.’) en p. 39-54 (‘Disceptatio forensis etc.’). 235
Dissertatio de accessionibus memorabilibus immani aquarum vi vel terrae motu factis, in qua singularia multa de aggeribus et voraginibus reficiendis traduntur ac rebus nuper judicatis illustrantur. Adjicitur Disceptatio forensis de stellionibus maritimis vernaculè dictis lorrendraeyers. Amstelodami, ex officina Henrici et Viduae Theodori Boom 1691. 8°: IV, 80, XII; 43, V pp. – t.p, ded. aan Thomas Balthasarus de Jessen (31-7-1689), tekst Dissertatio de accessionibus etc., reg., err.; t.p. ‘Disceptatio forensis de stellionibus maritimis. Vernacule dictis Lorrendraeyers. Amstelodami, ex officina Henrici et viduae Theodori Boom, 1690’, tekst Disceptatio, ‘Additio’, reg., err. – STCN, VD17, NUC. UBA, UBL, SLBD, UBHal, UBJena, UBLeip, BSB, HAAB, HABW, MPI, SBBerl, BL, Bodl, BN, BVat
DE IMPARI MATRIMONIO LIBER UNUS De tekst van dit werk is zonder reg. opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. VII, p. 57-155. 236
De impari matrimonio. Liber unus. In quo disceptatur, num filii nati ex principe vel comite Imperii et foemina ortu ignobili, patri in omnes terras feudaque regia succedant et quando matrimonium ad morganaticam contractum sit contrahique possit? item, an pater pacto cum fratre natu minore inito liberis suis nocere queat? Agitur et de matrimonio, quod conscientiae vulgo et ad thalac audit, nec non de ludis equestribus, summis dignitatibus ecclesiasticis comitiis, coenobiis, aliisque rebus rarioribus ad historiam nostri temporis facientibus. Bremae, apud Hermannum Brauerum, 1691.
Gerhardus Feltman
97
8°: XXIV, 344 pp. – t.p., ded. aan Frederik III, markgraaf van Brandenburg (Aurich, 1-111690), inh., ‘Praefatio et argumentum’, tekst, reg., err. – VD17, NUC. UBN, KB, SLBD, UBGött, UBHal, UBHam, UBJena, UBKiel, UBLeip, UBMünch, UBReg, BSB, FBGotha, HAAB, HABW, LBAu, MPI, SBBerl, FBB, BL
DE DEA PODAGRA De tekst van dit werk is zonder reg. opgenomen in Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica etc. (hieronder nr. 238), dl. V, p. 269-334. 237
De dea podagra, liber singularis. Bremae, Sumptibus Hermanni Braueri, 1693. 8°, 214, [42] pp. (p. 6 genummerd als 7) – t.p. ded. aan Christiaan Eberhard, vorst van Oostfriesland (Aurich, 28-4-1692), tekst, inh., reg. – VD17, NUC. UBA, UBG, UBAug, SLBD, UBErl, UBFrf, UBHal, UBJena, UBMann, BSB, HAAB, HABW, LBAu, SBBerl, SSBAug, SBKrem, BL
GERHARDI ET THEODORI FELTMAN OPERA JURIDICA, UITGEGEVEN DOOR J.J. VAN HASSELT De teksten van de hierin opgenomen werken zijn, ongeacht de editie waarnaar zij zijn afgedrukt, integraal overgenomen, d.w.z. inclusief dedicaties, eventuele lofdichten en inhoudsopgaven. Deze inhoudsopgaven zijn telkens aan de uitgave van Johannes Jacobus van Hasselt aangepast. Anders dan de titel aangeeft, bevat de uitgave geen werk van F.’s jongere broer Theodorus (zie voor diens postuum door A.A. Pagenstecher uitgegeven werk De somno, hieronder bij A.A. Pagenstecher nr. 532). De uitgave zelf bevat in totaal 26 werken, waarvan er 24 van F. zijn en twee van anderen, namelijk Justus Oldekop en Ulrik Huber, beide in dl. II, respectievelijk pp. 183-199 en 259-285. Wat deze werken betreft zie voor dat van Justus Oldekop hierboven bij nr. 210 en voor dat van Ulrik Huber hierboven bij nr. 203. Van de 24 werken van F. zijn er zeker drie die voordat deze uitgave op de markt verscheen, voor zover na te gaan nooit eerder gepubliceerd waren. Dit zijn: – de Disceptatio forensis de numis reprobis importatis aut expositis. In qua praeter ea, quae in fronte promittit, multa de simulatis pactionibus Magistra-tuum ad conquirendos facinorosos initis, et de illorum dolo bono, tractantur, opgenomen in dl. I, p. 3-49. – de Tripertita sive, quatuor Institutionum Imperialium libris junctas interpretationes, die het gehele derde deel vullen, en – een drietal adviezen, opgenomen in dl. VI, p. 207-280. Of dit ook geldt voor de in dl. IV, p. 271-276 afgedrukte Disputatio de pignoribus et hypothecis, ooit onder F.’s voorzitterschap gehouden door Wilhelmus Rickärs, is onbekend. Ik heb althans geen ex. van deze disputatie kunnen vinden. Wanneer deze disputatie gehouden is, wordt niet vermeld. Ook van de Tripertita is onbekend wanneer dit stuk ontstaan is. Wel berust in
98
Gerhardus Feltman
de UBL een oefendisputatie, getiteld Tripertitorum disputatio tertia complectens tit. III, IV, VVI, VII en VIII. Lib. I. Institutionum Justiniani Aug. (resp. Wilhelmus Keller, praes. G. Feltman), Groningae, typis Rembertus Huysman, 1679. Voor de 20 wel ooit eerder gepubliceerde werken van F. zie – in de volgorde waarin zij in de uitgave van Van Hasselt opgenomen zijn – hierboven de nrs. 203, 214, 219, 210, 221, 216, 212, 237, 232, 223, 235, 236 en 230. 238
Duorum fratrum Gerhardi et Theodori Feltman Opera juridica, in quibus multa ex Romano veteri nec non aliarum gentium praesertim Clivorum ut et Gelrorum TransIsalanorum imo totius Belgii cum publico tum privato jure moribus ac institutis capita adeo eleganter et docte tractantur ut nihil supra; Edidit et praefatus est Johannes Jacobus van Hasselt. Tomus I-VIII. Arnhemiae, apud J.H. Möelemann, 1764-1781. Fol.: 8 dln. met eigen t.p. en pag.: XVI, 256 pp.; VI, 286 pp.; II, 393, I pp.; II, 276, I pp.; II, 334 pp.; II, 288 pp.; II, 258 pp.; IV, 354 pp. – –
I (1764): t.p., ded. aan de drie broers van J.J. van Hasselt, Arnhem, (Arnhem, 1-9-1764), pref. (ongedat.), lijst van intekenaren, fr.t.p. ‘Disceptatio forensis de numis reprobis importatis aut expositis. In qua praeter ea, quae in fronte promittit, multa de simulatis pactionibus magistratuum ad conquirendos facinorosos initis, et de illorum dolo bono, tractantur’, tekst (aan het eind daarvan (p. 49) staat ‘Absolvi Pr. Kal. Febr. (= 31-1) 1684’; fr. t.p. ‘Tractatus de jure in re et ad rem’, ded. aan Carolus Aemilius, markgraaf van Brandenburg (Duisburg, 12-12-1665), lofd. van Johannes Mensinga, pref. (ongedat.), ‘Nomina respondentium. Non ordine temporis, sed quo hic tractatus nunc digestus. Quorum plures in doctores transcripti.’, tekst, inh.; fr. t.p. ‘Liber unus de feudis cum notis A. A. Pagenstecheri antea non additis, ut et adjecta Observatio singulari de responsis prudentum adversario non edendis’, ded. aan drost en ged. staten van Drenthe (Aurich, 11-1694 (tekst: 1614)), pref. van A.A. Pagenstecher (Duisburg, 4-4-1694), ded. van F. aan Henricus Munster Wilhelmus Bernsau etc., drost van Drenthe en Coevorden (Groningen, 31-5-1671), tekst De feudis, tekst Observatio singularis, inh.
–
II (1765): t.p., fr.t.p. ‘Tractatus de titulis honorum; duobus libris absolutis’, ded. aan gedep. staten van Stad en Lande (‘E museo’, 19-9-1671), lofd. van Franciscus Junius, tekst, inh.; fr.t.p. ‘Dissertatio de promotione absentis’, ded. aan Christophorus Casparus, baron de Blumenthal etc. en Gisbertus Wilhelmus, baron van Huchtenbruch etc. (1-11667), tekst; fr.t.p. ‘Justi Oldekops Dissertatio juridico-politica de jurejurando in alterius animam cum monitis suo loco insertis et quaestione singulari annexa’, ded. van J. Oldekop aan Christophorus Casparus, baron de Blumenthal (ongedat.), tekst Oldekops Tractatus de jurejurando, tekst Oldekops Quaestio singularis; fr.t.p. ‘Tractatus de jurejurando in alterius animam adversus Justum Oldekop adserto.’, tekst; fr.t.p. ‘Bene dictorum liber unus, adjicitur explicatio legis LXVI D. de jure dot.’ (= D. 23.3.66), ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (Groningen, 1-1-1673), ‘Nomina respondentium’, cit. Alexander Severus ‘apud Herodian. VII. Histor. III.’, tekst Benedictorum, tekst ‘Appendix continet explicationem legis LXVI Π de jure dotium, inh.; fr. t.p. ‘Ulrici Huberi Ad jus in re et ad rem, quod dicitur Repetitae Animadversiones et Vindiciae adversus Benedicta G. F.’, ded. van U. Huber aan F. (ongedat.), tekst.
–
III (1765): t.p., fr.t.p. ‘Tripertita sive quatuor Institutionum Imperialium libris junctas interpretationes’, tekst.
–
IV (1766): fr.t.p. ‘Institutiones juris novissimi sive Paraphrasis Institutionum Imp. Justiniani cum Specilegio ad librum primum’, cit. van Justinianus ‘ad l. 2 § 14 et 16 C. de vet. jur. enucl.’ (= C. 1.17.2.14 en 16), ded. aan Hendrik Casimir, graaf van Nassau etc. (Groningen, 12-6-1671), lofd. van Nicolaus Blancardus, ‘Nomina respondentium ad Institut. juriss. noviss. etc.’ tekst Institutiones juris novissimi (met daarin (tussen p. 72 en
Gerhardus Feltman
99
p. 73) opgenomen: ‘Sciagraphia successionis ab intestato etc.’), inh., tekst ‘Spicilegii ad Institutiones D. Justiniani Disputatio I etc.’; fr. t.p. ‘Dissertatio de pignoribus et hypothecis’, tekst van deze disputatie met als respondent Wilhelmus Rickärs. –
V (1766): fr.t.p. ‘De juramento perhorrescentiae vulgo sic dicto.’, t.p., ded. bij de eerste druk aan de Staten van Stad en Lande (Groningen, 18-6-1669), ‘Nomina respondentium’, tekst, inh.; fr.t.p. ‘De dea podagra liber singularis’, ded. aan Christianus Eberhard, graaf van Oost-Friesland etc. (Aurich, 28-4-1692), tekst, inh.
–
VI (1767): t.p., fr.t.p.: ‘Jus georgicum de inclusione animalium aliisque rei agrariae argumentis. Liber singularis.’, ded. van de drukker, Lambertus Thonon, aan Joannes Philippus delle Hessalle, ex-burgemeester van Luik etc. (Luik, 1-2-1700), tekst, inh.; fr.t.p. ‘Tractatus de cadavere inspiciendo in cujus recessu praeter ea, quae in fronte promittuntur, varia de funeribus, sepulturis, medicis, vulneribus, venenis, cruentationibus similisque argumenti rebus edissertantur. Adjicitur Disceptationes binae ad l. Per agrum. XI. C. de servit. et aqua quarum (= C. 3.34.11) prima est De transitu exercitus, altera De vehiculis sibi obviis.’, ded. aan Eberhardus Danckelman (Aurich, 14-7-1691), ded. bij de eerste ed. aan Otho, vrijheer von Schwerin (Groningen 31-10-1672), ‘Nomina respondentium’, tekst De cadavere etc., tekst van de twee Disceptationes, inh.; fr.t.p.: ‘Drietal van advysen, by Gerh. Feltman afgegeven Nooit voor dezen gedrukt.’, tekst van deze adviezen (eerst ‘Bina responsa. Ab auctore Belgico sermone data, sed nunc ab ipso in latinum versa. In quibus agitur de casu, ubi mulier virum pati nolebat, dicens se nondum viro esse maturam.’ (= Cons[ilium] I en Cons. II), dan ‘Cons[ilium] III. Over de materie van novatie.’).
–
VII (1769): t.p., fr. t.p. ‘Dissertatio de accessionibus memorabilibus immani aquarum vi vel terrae motu factis. In qua singularia multibus de aggeribus et voragini bus reficiendis traduntur ac rebus nuper judicatis illustrantur’, ded. aan Thomas Balthasar de Jessen, raad van de koning van Denemarken en Noorwegen (31-7-1689), tekst; fr.t.p. ‘Benedicti de Pratis Disceptatio forensis de stellionibus maritimis vernacule dictis Lorren-draeyers.’, tekst; fr. t.p. ‘De impari matrimonio liber unus, . In quo disceptatur, num filii nati ex principe vel comite Imperii et foemina ortu ignobili, patri in omnes feudaque regia succedant et quando matrimonium ad morganaticam contractum sit contrahi possit? etc.’, ded. aan Fredericus, markgraaf van Brandenburg etc. (Aurich, 1-11-1690), pref. (ongedat.), tekst, inh.; fr. t.p. ‘Tractatus de Polygamia’, tekst (Nederlandse versie).
–
VIII (1781): t.p. ‘Duorum fratrum… opera juridica … Tomus VIII. Continens Librum primum Pandectarum’, ‘Lectori benevolo salutem’ (Bericht aan de lezer van Bircknerus bij de eerste uitgave, ongedat.), tekst Commentarius ad Digestorum seu Pandectarum liber I. – STCN, NUC. UBA (dln. 1-8), UBG (dln. 1-6), UBL (dln. 1-7), UBN (dln. 1-2), UBU (dln. 1-7), ABDev (dln. 1-8), PBL (dln. 1-7), BArn (dln. 1-8), UBDüss (dln. 1-8), UBFrf (dln. 1-3), UBGrei (dln. 1-3), UBHal (dln. 1-7), UBJena (dln. 1-4), UBKiel (dln. 1-7), UBLeip (dln. 1-6), UBMünch (dln. 1-3), UBRos (dln. 1-3), UBTüb (dln. 1-3), BSB (dln. 1-3), HABW (dln. 1-3), MPI (dln. 1-6), SBBerl (dln. 1-7), BL (dln. 1-6), ALEd (dln. 1-6), LC (dln. 1-8), Harv (dln. 1-8), UBStel (dln. 1-8)
JODOCUS VAN GESSELER
Oom van Johannes Ortwinus Westenberg (zie BGNR Leiden, nrs. 360 e.v.; vgl. ook Feenstra, … in Legal scholarship, als nr. XV). Geboren Neuenhaus (graafschap Bentheim) 1641, overleden Harderwijk 1688. Studie Steinfurt, Franeker en Leiden. Promotie tot doctor juris Angers 1669. Hoogleraar Steinfurt 1672 en Harderwijk 1682. NNBW III, k. 462, Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, p. 235-236; Feenstra, Der juristische Unterricht in Steinfurt, in het bijzonder p. 38 en 48-49; Höting, Professoren Steinfurt, p. 71-74.
OEFENDISPUTATIE: DE ANIMA HUMANA CAPUT TERTIUM Derde in een reeks van filosofische oefendisputaties, gehouden te Steinfurt aan het Gymnasium Arnoldinum in januari 1663. 239
Disputationum philosophicarum de anima humana caput terrtium (sic): in quo respondetur objectionibus, quae pro prima de origine anime sententia adducuntur, quam sub praesidio D. Godefridi Spinaei pro virili defendet Jodocus a Gesseler. Steinfurti, excudebat Cornelius Wellenberg, 1663. 4°: II, 24 (gepag. 33-56), II pp. – t.p., ded. aan Johannes Lohman (zijn oom), Gerardus Ahagen, Johannes Ortwinus Westenberg en Hermannus a Gesseler (zijn broer) (ongedat.), tekst. – VD17. BSB
DE JURIS ET FACTI IGNORANTIA (D. 22.6) Disputatio pro gradu, verdedigd te Angers 15-10-1669. De tekst bestaat uit 24 stellingen over D. 22.6. 240
Disputatio juridica inauguralis de juris et facti ignorantia, quam pro gradu doctoratus, summisque in utroque jure honoribus et privilegiis rite consequendis, Andegavi publico examini subjecit Jodoc. a Gesseler. S.l. 1669. 4°: 27, I pp. – t.p., ded. ‘fautoribus et amicis’, tekst.
Arn
DISPUTATIONES DE SUCCESSIONE AB INTESTATO Feenstra maakt in zijn hierboven genoemde artikel over Johannes Ortwinus Westenberg melding van een serie van oefendisputaties over het intestaat erfrecht, gehouden te Harderwijk onder het voorzitterschap van v. G., waaraan ook Westenberg meerdere keren als respondent deelgenomen zou hebben. Van
Jodocus Van Gesseler
101
deze serie, is alleen een ex. van de eerste disputatie, gehouden te Harderwijk 11-9-1684, bewaard gebleven. 240A Disputatio juridica prima de successione ab intestato juxta Novel. 118, quam sub praesidio Jodoci van Gesseler, exercitii gratia defendet Everhardus op Gelder. Harderovici, apud Albertum Sas, 1684. 4°: 27, I pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Engelbertus Schrassert (ongedat.), tekst, corollaria, lofdd.van L.S. en J. Aelsen (het laatste in het Nederlands). Stadsmuseum Harderwijk
LAMBERTUS GORIS
Geboren Arnhem ca. 1595, overleden Nijmegen 1651. Studie aan Duitse en Franse universiteiten en Leiden. Promotie tot doctor juris (plaats en jaar onbekend). Hoogleraar Harderwijk 1625. Hetzelfde jaar nog syndicus van Nijmegen. NNBW I, 956; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, p. 55-57.
INAUGURELE REDE, GEHOUDEN TE HARDERWIJK Inaugurele rede, uitgesproken bij het aanvaarden van het ambt van hoogleraar in de rechten te Harderwijk in 1625. 241
[‘Oratio quam, pro felici lectionem avarum (?) auspicio, habuit in illustri gymnasio Harderviceno.’ Hardervici, apud viduam T. Henrici, 1526 (lees 1625)]. 4°: 18 pp (p. 11-14 ontbreken) – … (niet gezien).
NYPL (onvindbaar)
ADVERSARIA, MET COMMENTAAR OP D. 1.18.19 Het gaat bij deze Adversaria om een verhandeling over een aantal specifieke onderwerpen aan de hand van het in Gelderland en Zutphen geldende gewoonterecht. 242
Adversariorum juris subcisivorum liber singularis et prodromus: in quo sparsim (circa cessionem actionum, divisionem aeris alieni in erciscunda familia, societatem conjugalem, praescriptione et hujus generis alias usu frequentiores materias) illustrandae consuetudinis Gelriae et Zutphaniae specimen proponitur. Accedit seorsim ejusdem autoris commentarius ad elegantiss. leg. Observandum XIX. Digest. de offic. praesid. Noviomagi, excudebat Nicolaus ab Hervelt, 1632. 8°: Twee stukken, doorl. gepag.: XXIV, 307, V pp. – t.p., ded. aan Martinus Goris, kanselier van Gelre en Zutphen, G.’s vader (Nijmegen, 29-3-1632), lofdd. van Joh. Isacius Pontanus en Joh. Smith, inh., ‘Syllabus autorum’, err., pref., tekst Adversariorum etc., fr.t.p. ‘Commentarius ad elegantiss. leg. Observandum XIX. Digest. de offic. praesid.’, ded. aan Joh. Sluysken en G. Steenler (Nijmegen, 29-3-1632), tekst Commentarius, lofd. van G. aan het stadsbestuur van Nijmegen ‘De laudibus Noviomagis’. – In het ex. van de SLBD staan de ‘Syllabus autorum’, de err. en de pref. aan het slot. – STCN. UBA, UBU, UBM, BArn, SLBD, UBHei, UBTüb, FBB, [HAAB], HABW, SBBerl
243
Adversariorum juris subcisivorum, ad lucem consuetudinis Ducatus Gelriae et Comitatus Zutphaniae libri singularis. Tractatus quattuor, quorum I De societate conjugali, II De divisione aeris alieni in erciscunda familia,
Lambertus Goris
103
III Variarum observationum miscellaneus, IV De differentiis, quibusdam juris communis et consuetudinis Gelriae. Accedit commentarius ad elegantissimam legem Observandum XIX Digest. De officio praesidis. Singula ab autore secundum recognita et altero tanto auctiora facta [2. Editio]. Arnhemi, apud Jacobum Bisium, 1635. 8°: Twee stukken, doorl. gepag.: XVI, 305, III pp. – t.p., ded. aan stadhouder Frederik Hendrik (Nijmegen, 12-4-1635), ded. aan Martinus Goris, kanselier van Gelre en Zutphen, G.’s vader (Nijmegen, 29-3-1632), lofd. van Gosw. Steenlerus, inh., ‘Necessaria admonitio ad lectorem’ (Arnhem, 2-10-1635), tekst Adversariorum etc., fr.t.p. ‘Commentarius ad elegantiss. leg. Observandum XIX. Digest. de offic. praesid.’, ded. aan Joh. Sluysken en G. Steenler (Nijmegen, 29-3-1632), tekst Commentarius, lofd. aan het bestuur van de stad Nijmegen, err. – STCN. UBA, UBL, UBN, UBT, UBU, UBVU, KB, BArn, UBGrei, UBHal, UBKiel, UBKöln, UBLeip, UBMüns, FBB, HLBW, SBBerl, BKEm, BN, KBSt, Harv
ADVERSARIA, MET COMMENTAAR OP D. 1.18.19 EN F. VAN DE SANDE, TRACTATUS DE EFFESTUCATIONE EN ENKELE GEDICHTEN VAN G. Zie ook de beschrijving in H.A. van Spaendonck, Catalogus van de Arnhemse drukken tot 1800 aanwezig in de bibliotheek Arnhem. Hilversum, 2002, p. 62 met verwijzing naar de noten 101-103 (p. 331). De laatstgenoemde noot bevat een volledige opgave van G.’s aan deze uitgave toegevoegde gedichten. Voor de oorspronkelijke uitgave van het toegevoegde werk van Frederik van den Sande uit 1638 zie hieronder nr. 247, alsmede de opmerkingen bij BGNR Franeker nr. 394. 244
Adversariorum juris subcisivorum, ad lucem consuetudinis ducatus Gelriae et comitatus Zutphaniae, ac vicinarum Belgii provinciarum, tractatus quatuor, una cum commentariolo ad leg. Observandum. 19. Digest. de officio praesid. In quibus de societate conjugali, divisione aeris alieni in erciscunda familia, annuis reditibus, usuris, contractibus, testamentis, pactis antenuptialibus, actionum rerumque cessione, feudis, successionibus, praescriptionibus, hominibus propriis, matrimonio, possessione, fructibus, injuriis, judiciis, judicum qualitatibus et officio, nec non differentiis juris communis et consuetudinis, aliisque juris materiis passim disseritur, prout singulatim indice capitum exhibetur post dedicationem. Editia tertia et plane nova, post anteriores editiones, compluribus annotatis ad singula capita et novis observationibus ab ipso autore illustrata ac aucta; cui accessit secunda editio Tractatus de effestucatione etc. Arnhemii, ex officina Johannis Jacobi, 1651. 4°: Vier stukken, doorl. gepag.: XVI, 507, I pp. (eerste stuk p. 1-396, tweede stuk p. 399-430, derde stuk p. 435-496, vierde stuk p. 497-507) – t.p., lofd. van J. Bors, ded. aan het stadsbestuur van Nijmegen, Tiel en Bommel, 2-4-1651, ded. aan Martinus Goris (G.’s vader; Nijmegen, 29-3-1632), lofdd. van Gosw. Steenlerus en A. Slichtenhorstius, inh., brief van Joan. van de Sande d.d. Leeuwarden 3-12-1635, tekst Adversariorum; fr.t.p. ‘Lamberti Goris Commentarius ad elegantiss. leg. observandum XIX. Digest. de officio praesidis.’, ded. aan Joannes Sluysken, griffier van het Hof van Gelre, en Goswinus à Steenler, advocaat, (Nijmegen, 29-3-1632), tekst Commentarius; fr.t.p.: ‘Frederici a Sande Commentatio in consuetudinem Gelriae de effestucatione etc. Editio secunda priore auctior et emendatior’, brief van G. aan Joannes van de Sande, (Nijmegen, 29-11-1637), brief van de laatste aan G. d.d. Leeuwarden 15-3-1638, inh., tekst Commentatio de effestucatione, mededeling van G.
104
Lambertus Goris
over de toevoeging van enkele van zijn gedichten (‘Schediasmata quaedam poetica.’), tekst gedichten, err. – STCN. UBG, UBL, UBN, UBT, UBU, PBL, BArn, UBAug, UBHal, UBJena,UBMüns, HLBW, SBBerl, BKEm, BN, BL, LC, Harv, UBStel
ADVERSARIA MET COMMENTAAR OP D. 1.18.19 EN F. VAN DER SANDE, DE EFFESTUCATIONE, LATERE UITGAVEN 245
Adversariorum juris subcisivorum tractatus quatuor, quibus, ultra Frederici à Sande commentationem de effestucatione, accessere annotata perpetua, quibus non solum consuetudines Geldriae et Zutphaniae, sed etiam Brabantiae, Flandriae, Hollandiae ac totius prope modum Belgiae et Galliae mores et consuetudines illustrantur, accessit insuper index rerum et verborum locupletissimus hactenus desideratus. Bruxellis, typis Petri de Dobbeleer, 1687. 4°: Drie stukken, doorl. gepag.: XII, 334 (eerste stuk p.1-265, tweede stuk p. 268-290, derde stuk p. 292-334), XV, I pp. – t.p., ded. aan Joannes Baptista Christyn, baron de Meerbeke, door Petrus de Dobbeleer (ongedat.), inh., tekst Adversariorum, fr.t.p. ‘Commentarius ad elegantiss. leg. Observandum 19. Digest. de officio praesidis’, tekst Commentarius, fr.t.p. ‘Frederici a Sande Commentatio in consuetudinem Gelriae de effestucatione etc. Edidit, summariis, additionibus et capitum, quae morte autoris desiderabantur, supplemento auxit Lambertus Goris. Editio secunda priore auctior et emendatior’, reg. (op de eerste twee stukken), drukkersprivilege voor Petrus de Dobbeleer (Brussel, 1-6-1687). UBU, UBT, ABDev, HR, UBGent, KBBr
246
Adversariorum juris subcisivorum tractatus quatuor, quibus ultra Frederici à Sande commentationem de effestucatione, accessere annotata perpetua, quibus non solum consuetudines Gelriae et Zutphaniae, sed etiam Brabantiae, Flandriae, Hollandiae ac totius propemodum Belgii et Galliae mores et consuetudines illustrantur. Accessit insuper index rerum et verborum locupletissimus hactenus desideratus. Coloniae Agrippinae, sumptibus Henrici Rommerskirchen et Christiani Simonis, 1731. 8°: Drie stukken, doorl. gepag.: X, 336 (eerste stuk p. 1-267, tweede stuk p. 270-292, derde stuk p. 294-336), XIV pp. – t.p., ded. van de uitgevers aan Arnoldus de Reux, raad van de bisschop van Keulen (ongedat.), inh., tekst Adversariorum, fr.t.p. ‘Commentarius ad elegantiss. leg. observandum XIX. Digest. de officio praesidis.’, tekst Commentarius, fr.t.p. ‘Frederici a Sande Commentatio in consuetudinem Gelriae de effestucatione etc. Edidit, summariis, additionibus et capitum, quae morte autoris desiderabantur, supplemento auxit Lambertus Goris. Editio secunda priore auctior et emendatior’, reg. (op de eerste twee stukken). UBDüss, SLBD, UBRos, UBKöln, ÖNB, SBKrem, BNN, Harv
UITGAVE VAN F. VAN DER SANDE, COMMENTATIO IN CONSUETUDINEM GELRIAE DE EFFESTUCATIONE De tweede druk van deze uitgave werd samengevoegd met de derde druk van G.’s Adversariorum … liber singularis, zie hierboven nr. 244. Bij volgende herdrukken zijn beide werken altijd tezamen uitgegeven, zie hierboven de nrs. 245 en 246. Zie ook BGNR Franeker nr. 394.
Lambertus Goris
247
105
Frederici a Sande, Commentatio in consuetudinem Gelriae de effestucatione, in qua de alienatione sive transportu rerum immobilium et quae harum naturam juris interpretatione induunt, breviter ac dilucide tractatur; Edidit, summariis, additionibus et capitum, quae morte autoris desiderabantur, supplemento auxit Lambertus Goris. Arnhemii, ex officina Joannis Jacobi, 1638. 8°: VIII, 131, I pp. – t.p., brief van G. aan Johan van den Sande (Nijmegen, 28-11-1637), lofd. van Antonius a Tellicht, inh., tekst, err. UBM, BSB, HABW, SBBerl, Arn, KBSt
248
[Ook als onderdeel van: Opera quae extant Frederici a Sande, quibus adjuncta sunt ea, quae Cornelius Neostadius scripsit De pactis antenuptialibus et feudi Hollandici successione. Hujus conjunctionis et cumulationis ed. 1a. Arnhemiae, typis et sumptibus Jacobi Biesii, 1658.] 4°: Voor de beschrijving van dit onderdeel zie BGNR Franeker nr. 394. UBL, UBU, KB, KBBr, UBStel
DE NUPERO TERRAE MOTU EPISTOLA De aardbeving in kwestie deed zich voor op 4 april 1640 (= 25-3-1640 o.s.). Het epicentrum lag bij Düren en Keulen. 249
De nupero terrae motu epistola: ad amplissimum dominum Joan. Sluyskenium. Arnhemiae, typis Jacobi Biesii, 1640. 4°: II, 5, V pp. (?) – … (niet gezien).
Harv
COMMENTATIO AD TRES ET VIGINTI PRIORES TITULOS REFORMATAE CONSUETUDINIS VELAVIAE, MET FARRAGO CARMINUM ABORTIVORUM Commentaar op het in 1604 gereformeerde Landrecht van de Veluwe en de Veluwezoom, waarvan de tekst zowel in het Nederlands in de linkerkolom als in het Latijn in de rechterkolom op de betreffende bladzijden gepresenteerd wordt. Het commentaar heeft de vorm van glossen op de tekst en volgt hetzij na een art., hetzij na een ‘groep’ van artt. De tekst van de toegevoegde Farrago omvat 14 gedichten uit 1625 en volgende jaren, o.a. het gedicht ‘In terrae motum’ over de aardbeving die Nijmegen trof in de ochtend van 25 maart 1640 (o.s.). 250
Commentatio ad tres et viginti priores titulos reformatae consuetudinis Velaviae, ejusque orae ad ripam Isulae fluminis, partium ducatus Gelriae et comitatus Zutphaniae; cum translatione Latina textus vernaculi. In qua, à caeteris ejusdem provinciae ac finitimorum aliorumque popularum legibus ac moribus, tum jure communi et hujus interpretibus aliisque bonis autoribus praedicta Consuetudo, et in universum totius Gelriae mores illustrantur et explicantur, cum enodatione difficilium aliquot quaestionum juris. Summaria passim sunt inserta cum duplici indice tum
106
Lambertus Goris
capitum tum rerum et verborum memorabilium. Accedit paucis aliquot pagellis ejusdem autoris Farrago Carminum abortivorum. Noviomagi, ex typographia Nicolai ab Hervelt, 1645. 4°: Twee stukken met eigen t.p. en pag.: XXIV, 428, IV, 21, XXI pp. – t.p., ded. aan de Staten en de raden van het Hof van Gelre (Nijmegen, 6-3-1645), brief van Johan van den Sande aan G., gedat. Leeuwarden 15-3-1638, lofdd. van Joannes Smith, Goswinus Steenlerus e.a., inh. en err., cit. uit Cicero, liber I De officiis, tekst Commentatio; t.p. ‘Farrago carminum abortivorum adjecto eorundem indice circa finem. Noviomagi, ex typographia Nicolai ab Hervelt, 1645.’, brief van G. aan zijn broer Jacobus, gedat. Nijmegen, 7-3-1645, tekst Farrago, inh. Farrago, reg. (m.b.t. het hoofdwerk) – In het ex. van de SLBD is op p. 66 bij de tekst van art. 1 van Cap. IV van het Landrecht in de marge met een verwijzingsteken het woord ‘vyantschap’ toegevoegd, waardoor het art. in kwestie komt te luiden: ‘Die yemant door subordinatie om gelt, vrientschap, - vyantschap – of om andere diergelycke oirsaecken etc.’ – STCN. UBA, UBG, UBL, UBN, UBT, UBU, UBVU, ABDev, HR, HLBD, SLBD, UBGrei, UBTüb (heeft 1644), HLBW, MPI, SBBerl, BL, BN, Harv
251
Commentatio ad tres et viginti priores titulos reformatae consuetudinis Velaviae, quae est pars ducatus Gelriae et comitatus Zutphaniae, cum translatione Latina textus vernaculi: In qua à caeteris ejusdem Provinciae ac finitimorum aliorumque populorum legibus ac moribus, tum jure communi et hujus interpretibus aliisque bonis autoribus praedicta consuetudo, et universum totius Gelriae mores illustrantur et explicantur, cum enodatione difficilium aliquot quaestionum juris. Summaria passim sint inserta cum duplici indice tum capitum, tunc rerum et verborum memorabilium. Accedit paucis aliquot pagellis ejusdem autoris Farrago carminum abortivorum. Noviomagi, apud Nicolaum ab Hervelt, 1664. 4°: Pag. en inh. gelijk aan die van nr. 250. UBA, UBL, UBN, KB, ABDev, HAAB, SBBerl, BL, ALEd
252
Commentatio ad tres et viginti priores titulos Consuetudinum Velaviae, … [titel als in nr. 251] abortivorum. Arnhemiae, apud Johannem Fredericum Haagium, 1664. 4°: Pag. en inh. gelijk aan die van nr. 250. – STCN. UBA, UBL, UBN, UBU, BArn, UBGött, UBJena, HAAB, SBBerl, SBReg, BCP, BL, Harv
SEERP GRATAMA
Geboren Harlingen 1757, overleden Groningen 1837. Studie Deventer en Franeker. Promotie tot doctor juris Franeker 1783. Advocaat en koopman Harlingen. Hoogleraar Harderwijk 1797 en Groningen 1801. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 108-109, Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 321-325, NNBW III, 491. Van de catalogus van zijn bibliotheek: Catalogus bibliothecae quae studiis inserviit… Seerpii Gratama etc. Groningae, apud R.J. Schierbeek, 1838, zijn enkele exx. aanwezig in de UBG.
DE VRIJHEID DER DRUKPERS Anoniem verschenen boek. Bij de opgave van zijn werken in het Regtsgeleerd Magazijn (zie hieronder nr. 264, in het bijzonder p. 338-340) noemt G. dit werk zelf niet. Het feit, dat het wel deel uitmaakt van een in de UBG berustende verzameling van gedrukte en geschreven van werken van G.’s hand, waaronder een lijst van personen aan wie hij dit boek heeft toegestuurd, maakt het hoogstwaarschijnlijk, dat hij toch de schrijver ervan is. De tekst bestaat uit vier brieven, waaronder één van een zekere John Moore. 253
De vrijheid der Drukpers, onafscheidelyk verknogt aan de vryheid der Republiek. Met byvoegzelen nopens de vryheid en slaverny, vryheid van denken en spreken, gelykheid der menschen, opstand, krygsvolk, misleiding van vorsten, regeerings-vorm en stadhouder. Te Amsterdam, by Petrus Conradi; te Harlingen, by Volkert van der Plaats, 1782. 4°: 60 pp. – t.p., ‘Opdragt aan de jonge regenten van mijn vaderland.’ (25-2-1782, ‘Niet ver van Bolsward’), tekst, ‘Bijvoegzelen.’, fondscatalogus van bij de drukkers uitgegeven boeken. – Het ex. in UBG is doorschoten en voorzien van handschriftelijke aantekeningen. UBG
THESES JURIDICAE INAUGURALES Theses pro gradu doctoratus, verdedigd te Franeker 12-5-1783. 254
Theses juridicae inaugurales, quas pro gradu doctoratus, summisque in utroque jure honoribus ac privilegiis rite et legitime consequendis, eruditorum examini submittit S. Gratama a. d. 12 Maji MDCCCLXXXIII. Franequerae, apud viduam Gulielmi Coulon, 1783. 4°: II, 4 pp. – t.p., tekst. – Aud. G/1783.3, STCN.
UBL
108
Seerp Gratama
ZWAARIGHEDEN TEGEN HET INVOEREN VAN NIEUWE KATOEN- EN WOL-SPINNERYEN TE HARLINGEN Het geschrift is gedateerd 12-10-1795. Uit een aantekening op een doorgeschoten blad na de t.p. in het ex. van de UBG blijkt, dat reeds op de avond van het verschijnen van ‘dit stukje’, zijnde 17-10-1795, actie werd ondernomen. Zo werden geldschieters in de Gouden Leeuw te Harlingen geconvoceerd om directeuren te benoemen. Bij het ex. in kwestie is ook een aantal stukken ingebonden, die duidelijk maken, dat het er om ging minvermogende burgers de aanstaande winter werk te verschaffen in de spinnerijen. Uit deze stukken blijkt een nauwe band met het hierna beschreven boekje De gelukkige toestand van Friesland, etc., dat 31-10-1795 uitgegeven werd. 255
Zwaarigheden tegen het invoeren van nieuwe katoen- en wol-spinneryen te Harlingen. Aan de Harlinger burgery voorgedraagen door den burger Seerp Gratama. Te Harlingen, by V. van der Plaats, 1795. 8°: 14 pp. – t.p., citt. van ‘een onbekend schrijver’ en uit het Nieuw Algemeen Magazijn, no. II, tekst. – STCN. UBA, UBG, PBL
DE GELUKKIGE TOESTAND VAN FRIESLAND 256
De gelukkige toestand van Friesland, afgescheiden van de tegenwoordige verdeeldheden betoogd: ‘Er volgen eenige bedenkingen over de vaderlandsliefde, over het geluk en het volksgeluk’. Harlingen, V. van der Plaats, 1795. 8°: IV, 53, III pp. – t.p., cit. uit Zacharias, ded. aan ‘alle echte Friesen, die hun vaderland waarlyk lief hebben’ (Harlingen, 14-10-1795), tekst, fondscatalogus van bij Van der Plaats gedrukte werken. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBVU, KB, PBL
ONDERZOEK NAAR DE GEESTELIJKE GOEDEREN IN FRIESLAND Dit werk zou geschreven zijn naar aanleiding van het ‘Ontwerp van eenige schikkingen rakende den openbare godsdienst’ van de gewezen Amsterdamse hoogleraar en inmiddels doopsgezinde predikant Heere Oosterbaan, waartegen G. stelling nam (zie m.b.t. H. Oosterbaan NNBW II, 1025-1026). 257
Onderzoek naar de geestelijke goederen in Friesland. Harlingen, by V. van der Plaats, 1796. 4°: VI, 50 pp. – t.p., citt. uit Cic. de Off. l. 1 C. 27 en uit Les moeurs p. 227, inh., ded. aan de burgers Stijl, Siderius en Schimmelpenning, gecommitteerden tot de Nationale Vergadering, en leden van de commissies ‘tot de constitutie, of tot de kerkelijke bezwaren, etc.’, pref., tekst. – STCN. UBA, UBL, UBU, KB, PBL, BL
Seerp Gratama
109
DISSERTATIO, QUA RESPONDETUR PROBLEMATI, INVESTIGARE NATURAM AC CAUSAS SUPERSTITIONIS Het gaat hier om G.’s inzending op de prijsvraag uitgeschreven vanwege het zogenaamde Stolpiaans legaat. De prijs werd G. toegekend 30-12-1795. Zie over dit bijzondere legaat, ingesteld bij testament door de Leidenaar Jan Stolp: J.J. Fehr en A. Bouwman, Legatum Stolpianum: history and archives of the Leiden prize competition in natural theology and moral philosophy 17542004, Leiden 2004. Hoewel dit werk een in het Latijn gestelde t.p. heeft is de tekst van G.’s verhandeling in het Nederlands, evenals die van het anonieme stuk, dat daar op volgt en kennelijk ook n.a.v. de prijsvraag ingezonden was. G.’s verhandeling is besproken in Werken van het Genootschap ter bevordering van waaren godsdienst, deugd, kunst en wetenschap, opgericht in de Bataafsche Republiek. (I) Te Grave, bij A. van Dieren, 1797 in het onderdeel ‘Onpartijdige beoordelingen zo van oorspronglijke als in het Nederduitsch overgebrachte werken (1797)’, daarin p. 41 e.v. 258
a. Dissertatio, qua respondetur problemati, investigare naturam ac causas superstitionis, atque inquirere qui, fiat, ut illa in promovendis hominum animis saepe plus valeat quam religio, ac quavia et ratione fieri possit ut in societate civili haud nascatur vel adolescat superstitio, atque inveterata, salva religione, depellatur. Quae a.d. XXX decembris MDCCLXXXXV Legati Stolpiani praemium reportarit. Accedit et altera Belgica de eodem argumento dissertatio. Lugduni Batavorum, apud Sam. en Joh. Luchtmans, 1796. b. [Ook verschenen onder de Nederlandse titel: Zeedekundige Verhandeling ter oplossing van het voorstel de natuur en de oorzaken des bygeloofs te onderzoeken en aan te wyzen, waar by het toekome dat het zelve dikwils meer vermag om der menschen harten te bewegen, dan de godsdienst zelve; voorts welke de beste middelen zijn om in de burgerlyke maatschappy het bygeloof in deszelfs geboorte en opgroei te verhinderen of het reeds ingewortelde behoudens den godsdienst uit te roeien. Aan welke de eerprys van het Stolpiaansch legaat in den jaare MDCCLXXXXV is toegeweezen. Waar by nog eene Nederduitsche verhandeling over het zelve onderwerp gevoegd is. Te Leyden, by Sam. en Joh. Luchtmans, 1796.] 4°: VI, 117, I pp. – t.p., pref., van de curatoren van het Legatum Stolpianum (ongedat.), t.p.: tekst ‘Seerp Gratama. Oplossinge van het voorstel ‘De natuur en de oorzaken des Bygeloofs te onderzoeken en aan te wyzen, waar by het toekome dat hetzelve dikwyls meer vermag om der menschen harten te bewegen, dan de Godsdienst zelve, voorts welke de beste middelen zyn om in de burgerlyke maatschappy het bygeloof in desselfs geboorte en opgroei te verhinderen of het reeds ingewortelde behoudens den godsdienst uit te roeien.’ met het motto: ‘Crescit indulgens sibi dirus bydrops!’, tekst van G.’s inzending, tekst anonieme inzending, err. – STCN. (a) UBG, UBL, PBL, (b) UBA, UBL, BArn, KB, PBL, BN Ook CUL, BL
110
Seerp Gratama
BESCHOUWINGEN OVER DE HUISSELIJKE SLAVERNY BIJ DE ROMEINEN In een noot op p. 1 verklaart S. de achtergrond van dit werk. Deze luidt: ‘De tot tweemaal toe door de bestierderen van het Stolpiaansch Legaat uitgeschreven, doch nu weder ingetrokken vraag – welke zijn de voorschriften der natuurlyke en voornamelijk der christelijke zedenkunde aangaande de slavernij? – gaf mij aanleiding tot deze beschouwingen omtrent de huisselijke slavernij bij de Romeinen Daaraan dan heeft men het vooral ook dank te weeten, indien dit opstel eenige waarde hebben mogt.’ 259
Beschouwingen over de huisselijke slaverny bij de Romeinen en de uitwerkselen daarvan op den staat. Te Leyden, bij A. en J. Honkoop, 1796. 8°: IV, 31, I pp. – t.p., inh., tekst, fondscatalogus van nog bij de uitgever te verkrijgen andere werken. – Het ex. van de UBG is doorschoten en heeft vele aantekeningen van G. zelf. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, PBL, BN
ORATIO DE SERA NEC MULTUM PROVECTA QUIRITIUM HUMANITATE, MET ADDITAMENTUM DE VICTIMIS HUMANIS ET SENATU-CONSULTO AD EAS PERTINENTE Rede, gehouden te Harderwijk 13-6-1798 ter gelegenheid van het aanvaarden van het professoraat in de rechten aldaar. De tekst van deze oratie met Additamentum is opgenomen in de Opuscula academica (zie hieronder nr. 270), p. 1-34 en 35-47. 260
Oratio de sera nec multum provecta quiritium humanitate, tum in aliis, tum maxime quoque in legum monumentis perspicua. Hardervici, apud Everhardum Tyhoff, [1798]. 4°: 80 pp. – t.p., ded. aan curatoren, tekst oratie, tekst ‘Additamentum, de victimis humanis apud Romanos et de S-Cto ad eas pertinente’. – STCN. UBA, UBG, UBU, PBL, Bodl
ORATIO QUA DOCETUR CUM HOMINES, TUM ETIAM POPULOS AD JUSTITIAM ESSE NATOS Rede, gehouden te Groningen 24-9-1801 ter gelegenheid van het aanvaarden van het professoraat aldaar. De tekst is opgenomen in G.’s Opuscula Academica (zie hieronder nr. 270), p. 149-190. Bij het tweede citaat gaat het om een citaat uit Principes de la legislation universelle. Amsterdam, chez Marc-Michel Rey, 1776, 2 dln., door Georg Ludwig Schmid (1720-1785), exx. o.a. in UBA, KB en VP. 261
Oratio qua docetur cum homines, tum etiam populos ad justitiam esse natos. Groningae, apud Theodorum Spoormaker, [1801].
Seerp Gratama
111
4°: VI, 60, X pp. – fr.t.p. Oratio qua docetur cum homines, tum etiam populos, ad justitiam esse natos., t.p., cit. van Cicero, cit. uit Princip. de la legisl. univ., ded. aan de curatoren Louis Bothenius Lohman en Cornelis Star Lichtenvoort, tekst, lofd. van J. Ruardi, err. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, PBL
ORATIO QUA INQUIRITUR IN CAUSSAS MALORUM, MET VIER PROGRAMMATA Rede, gehouden te Groningen op 10-10-1806 ter gelegenheid van het neerleggen van het rectoraat. De toegevoegde ‘programmata’ hebben betrekking op de tijdens G.’s rectoraat in Groningen aangetreden hoogleraren Carolus Christianus Paehlig, Hermannus Bosscha, Eelco Tinga en Cornelius de Waal. 262
Oratio qua inquiritur in caussas malorum, quae jurisprudentia naturalis ejusque doctores fuerunt perpessi. Accedunt quatuor programmata, anno academiae Groninganae CXCII edita, quibus quatuor professorum aditiales orationes annunciabantur habendae. Groningae et Amstelodami, T. Spoormaker et J.F. Nieman, 1806. 4°: X, 101, I pp. – fr.t.p. Oratio qua in caussas inquiritur malorum, quae jurisprudentia naturalis ejusque doctores fuerunt perpessi., t.p., drie citt. uit een niet nader genoemd werk van Villers, ded. aan curatoren, pref. (ongedat.), tekst oratie, tekst van de ‘programmata’ voor Paehlig, Bosscha, Tinga en De Waal. UBA, UBG, UBL, UBU, PBL, MPI, BN, GUL
DE HONESTA AEMULATIONE INTER HOMINES, MET DE REDE VAN THEODORUS VAN SWINDEREN, DE PLATONE Rede gehouden te Groningen 26-11-1806 ter gelegenheid van de promotie more majorum van Theodorus van Swinderen, samen met diens bij die gelegenheid uitgesproken rede. 263
Oratio de honesta aemulatione inter homines, doctos in primis, et doctorum hominum corpora, excitanda, ad commune humanitatis civitatisque bonum, habita cum Theodorum van Swinderen juris utriusque doctorem renunciaret, ut et Theodori van Swinderen Oratio de Platone, optimo in legibus condendis principis magistro. Groningae, apud Theodorum Spoormaker, 1807. 4°: VIII, 38, IV, 35 (gepag. 39-74), II pp. – t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Groningen, fr. t.p. ‘Oratio de honesta aemulatione etc.’, twee citt. van Cicero, tekst rede van Gratama, fr.t.p. ‘Oratio de Platone etc., tekst rede van Van Swinderen, err. UBA, UBG, UBU, KB, PBL, UBGött, BKEm, Bodl, BN
112
Seerp Gratama
REGTSGELEERD MAGAZIJN In 1809 begon G. met het uitgeven van dit ‘tijdschrift’ op het terrein van het recht van zijn tijd. Het heeft slechts drie ‘afleveringen gekend, die in 1809 in een band uitgegeven zijn met een doorlopende paginanummering. 264
Regtsgeleerd Magazijn van Prof. Gratama. Te Groningen, bij W. Wouters en M.J. van Bolhuis, 1809. 8°: VIII, 12, IV, 170, VII, 206 (gepag. 171-366), IV, 176 (gepag. 367-544), 25, V pp. – t.p., zinspreuk (aanhaling uit de voorrede), voorrede, ded. aan A.J. Duijmaer van Twist en C.C. Paehlig (ongedat.), inh., ‘Berigt van Professor Gratama’ (20-11-1808), tekst, voorrede (13-21809), tekst, reg., ‘Verbeteringen’. De tekst bevat de volgende stukken: I.
Huig de Groot tegen Hufeland en Lampredie verdedigd. (p. 1-33)
II.
De grootheid van ziel in den regter beschouwd, uit het Fransch van den Kanselier D’Aguesseau, door mr. Theodorus van Swinderen, advokaat te Groningen. (p. 34-57)
III.
Johann Fronza de dubbele roover en moordenaar. Uit het Hoogduitsch van mr. Joh. Anselm Feuerbach door mr. Theodorus van Swinderen. (p. 56-63)
IV.
‘Drie anekdoten’. (p. 64-65)
V.
[Recensie van] Over proceskosten, derzelver vergoeding en compensatie. door Adolph Diederik Weber, openlijk hoogleeraar der regstsgeleerdheid aan de universiteit te Rostock, en over het regtmatig reserveren der proceskosten, door Christoph Reinh. Dieder. Martin, advokaat te Göttingen. Uit het Hoogduitsch en Latijn vertaald, met eenige aanmerkingen en een Naschrift door Henr. Will. Tydeman, hoogleeraar in de burgerlijke en hedendaagsche rechtsgeleerdheid, aan de universiteit te Franeker. Te Amsterdam, bij W. Brave, 1808, blz. 170 … (p. 66-78)
VI.
[Recensie van] Regtsgeleerde aanmerkingen over een getuige, beneden de 20 jaren, in crimineele zaken, en den waren zin der l. 20 de testib. (= D. 22.5.20). Te Leeuwarden, bij V.d. Sluis.
VII.
Kort berigt omtrent het leven en de schriften van mr. Abraham Quivelerius van Swinderen, in leven raadtsheer in den Hove van Justitie te Groningen, en aldaar den 18 junij 1808 in het 72ste jaar zijns ouderdoms overleden. (p. 94-113)
VIII.
Berigt omtrent een paar magtspreuken van zekeren recensent, die tot verantwoording geroepen wordt. (p. 114-130)
IX.
Berigt omtrent eenen Sleeswijk-Holsteinschen Straf-codex of Crimineel Wetboek. (p. 131-133)
X.
Berigt omtrent de invoering van het Hollandsch Crimineel en Burgerlijk Wetboek (p. 134-170). Voorrede (bij het tweede stuk, 25 juli 1809) (p. I-VI), Naschrift (p. VII)
XI.
Wat is akademische Regtstudie, en hoe behoort die bij ons, na de afschaffing des Romeinschen Regt, als regt, te worden ingerigt? (p. 171-203); Naschrift (p. 204-207)
XII.
Johann Schneider, moordenaar van zijne vrouw. Uit het Hoogduitsch van mr. Joh. Anselm Feuerbach, door mr. Theod. van Swinderen. (p. 208-219)
XIII.
Recensie van J.D. Meyer’s prijsverhandeling over de rente door mr. H.O.Feith (p. 220-240)
XIV.
De redevoering van mr. C.C. Paehlig … door den schrijver verdedigd … tegen de beoordeeling geplaatst in den Schouwburg … met die beoordeeling. Te Groningen bij W. Kamerling 1809, bl. 109, en 8, in 8vo, ƒ 1-10-:. (p. 241-243)
Seerp Gratama
113
XV.
Recensie van het proefschrift van Fredericus Ludovicus van Sonsbeek, Zwolla Transisalanus, Groningae 1809, pag. 51, in 8vo = Specimen Juridicum Inaugurale ad Ulpiani legem 10. de justitia et jure etc. (= D. 1.1.10) (p. 244-248)
XVI.
[Rencensie van] Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland. Ter Koninklijke Staatsdrukkerije, 1809. ƒ:-11-:. I Handleiding tot het gebruik van het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland, gearresteerd 31 December 1808, vervaardigd door mr. P.J.B.C. van der Aa, advocaat te Leiden, bij Herding, 1809, ƒ:-8-. II Beredeneerd Register op het Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland, door mr. Joannes van der Linden. Advokaat te Amsterdam, bij Joh. Allart, 1809, ƒ 1-10-. (p. 249-252)
XVII.
Leven en Karakter van Ludewig Julius Friedrich Höpfner. Naar 't Hoogduitsch van den Consistoriaal-Raad H.P. Wenck (Frankfurt am Main 1797) door mr. Theodorus van Swinderen. (p. 253-318), met:
XVIII. Ludwig Julius Friedrich Höpfner, eene bijdrage tot deszelfs levensschets uit Prof. Hugo’s Civ. Mag. Dritter Bandes Erster Heft, S. 74 u.s.w. (p. 319-326) XIX.
Lijst der Vaderlandsche Akademien en Gymnasien met het jaar der stichting, beneffens de namen en titels der Hoogleeraren, die er met den aanvang van 1809 in ’t Regtsgeleerde vak onderwijs geven, alsmede eene opgave der werken, die zij hebben opgegeven. (p. 327-346)
XX.
Lijst der Hoogleeraren, die op onderscheidene Vaderlandsche Akademien en Gymnasien van den aanvang hunner stichting tot heden toe de Regtsgeleerdheid onderwezen hebben. (p. 347-360)
XXI.
Berigt omtrent eene Prijsvraag. (p. 361-362)
XXII.
Berigt omtrent het getal der Studenten te Groningen. (p. 363-366)
XXIII. Redevoering van mr. Alb. Jacob Duijmaer van Twist, hoogleraar te Groningen, ten betooge: waarop de leeraar des nieuwen Hollandschen Burgerlijken Wetboeks, ter bevordering van ’s konings heilzame bedoelingen, in ’t daarstellen van hetzelve, in zijne leerwijze vooral te letten hebbe; in het Latijn uitgesproken, te Groningen den 12 van Wijnmaand 1809, en in ’t Hollands vertaald door mr. Sibrand Gratama, advocaat te Assen. (p. 367-399) XXIV. Voorrede van eene inleiding tot een Hollandsch privaat-regt (aangevuld met – of – proeve van ‘beginselen die een Hollandsch privaat-regt moeten vooraf gaan.’). (p. 400-453) XXV.
Een woord aan zekeren schrijver over de keuze van regsts-geleerde akademische proefschriften. (p. 454-460)
XXVI. Nog iets over het R[omeinsche] R[egt] – Regels ter beoefening van hetzelve – Wat moet alle overige regts-studie voorafgaan? – Hoe staat het R.R. van ’t overtollige ontdaan tegen natuur- en natuurlijk staats-regt tegenover? (p. 461-476) XXVII. [Recensie van] Inleiding tot de hedendaagsche Hollandsche regtsgeleerdheid en praktijk, door mr. P.J.B.C. van der Aa, advocaat te Leiden. Eerste stuk. Algemeen Burgerlijk regt. Te Amsterdam, bij H. Gartman, 1809. Bl. XVI en 358 in 8vo ƒ2-14-. (p. 477-483) XXVIII. [Aankondiging van] Geschichte und auslegung des Salischen Gesetzes und der Walbergischen Glossen van T.D. Wiarda. Bremen und Aurich, bei Johan Heinrich Muller (p. 484) XXIX. [Recensie van] Verhandeling ter nasporinge van de wetten en gesteldheid onzes Vaderlands, waarbij gevoegd zijn eenige Analecta, tot dezelve betrekkelijk, door een Genootschap te Groningen, pro excolendo jure patrio. Vierde deel, tweede stuk. Te
114
Seerp Gratama
Groningen, bij W. Wouters en W. Zuidema, 1809. In 8vo. Behalve de voorrede en naamlijsten der leden 280 en 9 bl. f. 3 -. -. (p. 485-511) XXX.
[Recensie van] Specimen juridicum inaugurale de jure succedendi in bona absentis ex principiis Codicis Napoleontei Hollandici – Eruditorum examini submittit Wilhelmus Henricus Vijfhuis, Daventria Transisalanus. Groningae, 1809. pag. 45 in 8vo. (p. 512520)
XXXI. Het in de laatste voorede bl. VIII beloofde verslag, of berigt, omtrent een geschil enz. (p. 521-528) XXXII. Het vervolg van nr. X. (p. 529-544) UBA, UBG, UBL, UBU, BArn, KB, PBL
DE HERMODORO EPHESIO VERO XII TABULARUM AUCTORE Rede, gehouden te Groningen 10-10-1817 bij het neerleggen van het rectoraat. 265
Oratio de Hermodoro Ephesio vero XII tabularum auctore. Groningae, apud J. Oomkens, 1817. 4°: 20 pp. – t.p., tekst, ‘Annotationes.’
266
UBG, UBU, UBR, KB, PBL, Bodl
[ook in: Annales Academiae Groninganae 1820-1821. Groningae, apud J. Oomkens, 1822.] 4°: Opgenomen bij de redes als nr. 1: 20 pp. (eigen pag.) – fr.t.p. ‘Seerpii Gratama Oratio de Hermodoro Ephesio vero XII tabularum auctore.’, tekst, ‘Annotationes.’ UBG
PRAELECTIONES AD PROLEGOMENA 267
Praelectiones ad prolegomena, et partem primam Institutionum Justinianearum, commodo discipulorum suorum, suoque typis expressae. Groningae, apud M.J. van Bolhuis, 1818. 4°: IV, XII, 498 pp. plus twee ingeplakte uitslaande bladen. – t.p., ded. aan de hoogleraren H.C. Cras en C.G. de Rhoer (ongedat.), pref. (Groningen, 16-12-1818), tekst Praelectiones (ook beginnend met een pref.), tekst ‘Pars I Institutionum de jure personarum.’ err., regg. en twee tabellen (‘Conspectus Institutionum generalior. et Jus personarum.’) op twee uitslaande bladen. – Bij één van de vier exx. van de UBG zijn de pp. niet bijgesneden, waarbij de grotere marge gebruikt is voor aantekeningen, wsch. van de hand van G. zelf; een ander is doorschoten en is ook voorzien van aantekeningen. UBG, UBL, UBU, KB, PBL, UBLeip, UBRos, MPI
REDEVOERING OVER HET STAATS-WEZEN Rede door G. gehouden te Groningen 9-1-1821 (zie Annales Academiae Groninganae 1820-1821. Groningae, 1822, p. 18, 3) op de dag dat de inmiddels overleden A.J. Duymaer van Twist anders zijn colleges met
Seerp Gratama
115
betrekking tot de Code civil zou zijn begonnen. Aan het slot van het voorwoord deelt G. mee dat hij deze rede niet in het Latijn maar in het Nederlands heeft gehouden, omdat zijn collega van de curatoren van de universiteit toestemming had gekregen zijn ‘lessen over het Wetboek, welke door deze les of redevoering geopend zouden worden’ in die taal te houden. 268
Redevoering over het staats-wezen, den akademischen regts-leeraar en de regtsgeleerde verdiensten van den overledenen hoogleeraar A.J. Duymaer van Twist, uitgesproken de IX Januarij 1821, bij gelegenheid, dat hij een aanvang zoude maken met het vervolgen der lessen van den gedagten hoogleeraar over het Wetboek Napolen, Seerp Gratama. Groningen, bij J. Oomkens, 1821. 4°: IV, 36 pp. – t.p. ‘Voorrede aan den lezer’ (ongedat.), tekst. – Knuttel 25046. UBA, UBG, UBL, UBN, KB, ABDev, PBL, MPI
269
[Ook in: Annales Academiae Groninganae 1820-1821. Groningae, 1822.] 4°: Opgenomen bij de redes onder nr. 4 (met eigen pag.): 19 pp. – fr.t.p. ‘Seerp Gratama Rede voering over het staats-wezen, den akademischen regts-leeraar en de regtsgeleerde verdiensten van den overledenen hoogleeraar A.J. Duymaer van Twist. Etc.’, ‘Voorrede aan den lezer’ (ongedat.), tekst. UBG, BN
OPUSCULA ACADEMICA Dit werk bevat behalve de inaugurele oraties die G. te Harderwijk en te Groningen hield (zie hierboven de nrs. 260 en 261), een aantal juridische inaugurele disputaties, waarbij G. promotor was. Het gaat hierbij om de disputaties van Hermannus Albertus Toewater (p. 49-96), Nicolaas van Meurs (p. 97-148), Johannes Walraven (p. 191-206), Michael van der Tuuk, (p. 207227), Henricus Hagenouw Brongers (p. 229-318), Petrus de Kok (p. 319-362 (gepag. als 261) en Sjoerdus Simon F. Wijma (p. 363 (gepag. als 263)-425). 270
Opuscula academica, edidit Seerpius Gratama. Groningae, apud W. van Boekeren, 1821. 8°: VIII, 190, II, 235 (gepag. 191-425), I pp. – t.p., ded. aan Cornelius Adrianus van Enschut, Theodorus van Swinderen, Bartholdus Henricus Lulofs en Gabinus de Wal (ongedat.), pref. (7-2-1821), inh., tekst ‘Oratio Seerpii Gratama, Oratio de sera nec multum provecta quiritum humanitate etc., Harderovici, habita 1798.’, tekst ‘Additamentum, de victimis humanis apud Romanos et de S-Cto ad eas pertinente’, fr.t.p. ‘Hermanni Alberti Toewater, Dissertatio juridica inauguralis De divortio Carvilliano prodiit Harderovici, a.d. XXVI Junii 1801.’, cit. van Cicero, tekst, fr.t.p. ‘ Nicolai Stephani van Meurs, Dissertatio juridica inauguralis De alea, prodiit Harderovici, a.d. XXVI Junii 1801.’, citt. van Montesquieu en van Rousseau, tekst, fr. t.p. ‘Seerpii Gratama Oratio, qua docetur cum homines, tum etiam populos ad justitiam esse natos. Groningae habita 1801.’, cit. van Cicero, cit. uit Princip. de la legisl. univ., tekst, fr.t.p. ‘Johannis Walraven, Specimen juridicum inaugurale, continens pauca de origine et jure sepulturae et de Romanorum actione funeraria. Prodiit Groningae, a.d. X Novembris 1802.’, tekst, fr. t.p. ‘Michaëlis van der Tuuk, Specimen juridicum inaugurale quo pauca exponuntur de proprietatis exordio, de communione primaevae, deque jure, quod homines habent naturaliter ad dominium. Prodiit Groningae, a. d. VI Aprilis 1803’, tekst, fr.t.p. ‘Henrici Hagenouw Brongers, Specimen juridico-politicum continens quaedam de matrimonio. Prodiit
116
Seerp Gratama
Groningae, a.d. III Januarii 1803.’, cit. van Gaetano Filangieri, tekst, inh., fr.t.p. ‘Petri de Kok, Disputatio juris criminalis de bigamia et de poena bigamiae cum ex jure civili tum ex jure Frisiaco. Prodiit Groningae, a.d. X Augusti 1803.’, tekst, fr.t.p. ‘Sjoerdi Simonis F. Wijma, Disputatio juridica inauguralis De divortio, thorique et mensae separatione imprimis apud Frisios. Prodiit Groningae, a.d. III Sept. 1803.’, cit. van Hermannus Noordkerk, tekst. – p. 195 gepag. als 197. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, SLBD, UBGött, UBGrei, Bodl
PETRUS DE GREVE
Geboren Arnhem 1621, overleden Nijmegen 1677. Studie Harderwijk en Franeker. Promotie tot doctor juris Franeker 1645. Advocaat Leeuwarden. Hoogleraar Harderwijk 1648 (aanvankelijk buitengewoon, maar al spoedig gewoon hoogleraar), Nijmegen 1655. NNBW III, 499; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, p. 171-174; J.J. Brinkhof, ‘Petrus de Greve (1621-1677), hoogleraar in het recht aan de kwartierlijke academie van Nijmegen’ in Numaga, Tijdschrift gewijd aan heden en verleden van Nijmegen en omgeving, jg. XXIII (1976) p. 41-51; N.A. Ruuls, ‘Disputaties binnen het juridisch onderwijs aan de kwartierlijke academie te Nijmegen verdedigd onder leiding van Petrus de Greve (periode 1663-1676)’ in: D. Lambrecht (ed.), Lopend rechtshistorisch onderzoek, Handelingen van het tiende rechtshistorisch colloquium, Brussel 1990, p. 90-114; G.C.J.J. van den Bergh, ‘Simon Groenewegen van der Made (1613-1652), Petrus de Greve (1621-1677) and law teaching in Nijmegen’ in Zeitschrift für neuere Rechtsgeschichte 24 (2002), 273-289.
OEFENDISPUTATIE: DE RERUM DIVISIONE ET ACQUIRENDO DOMINIO Oefendisputatie, gehouden te Harderwijk in 1640. 271
Disputatio juridica desumpta ex tit. Inst. De rerum divisione et acquirendo dominio [Praes. Willem Cup, resp. Petrus de Greve]. Harderovici, 1640. … (Niet gezien)
HLBW
OEFENDISPUTATIE: DE ACQUISITIONE FEUDI PER SUCCESSIONEM Oefendisputatie, gehouden te Franeker in juni 1644. 272
Disputatio de acquisitione feudi per successionem, quam praeside Cornelio Pynacker publice discutiendam exhibet Petrus de Greve. Franekerae, excudebat Uldericus Balck, 1644. 4°: 12 pp. – t.p., ded. aan enige weldoeners en aan zijn broer Willem de Greve, tekst, lofdd.van G. Spitholdt en Richaeus à Rinia. FUBerl
DE PROCESSU JUDICIARIO Dissertatio pro gradu, verdedigd te Franeker in november 1645. De tekst bestaat uit 40 ‘aphorismi’ m.b.t. het voeren van processen.
118
273
Petrus de Greve
Dissertatio juridica inauguralis de processu judiciario, quam examinandam proponit Petrus de Greve. Franekerae, excudit Uldericus Balck, 1645. 4°: 16 pp. (ongepag.) plus 1 ingeplakt blad – t.p., ded. aan Johannes Sluysken, Epeus van Glinstra, Elco van Glinstra en Schelto Julius van Aitsema, zijn weldoeners, en Johannes Coetzius, predikant van Voorst en Appeltern, tekst, lofdd. van Cyprianus Pecama, E. Sluysken (in het Italiaans) en Adrianus Pynacker. Op het ingeplakte blad twee lofdd. van de studenten J. Cloppenburg en Richaeus a Rinia ‘Franekerae, ex officina Balckii, 1645’. FUBerl
DISPUTATIONES AD INSTITUTIONES IMPERIALES (LOCA DIFFICILIORA) Hieronder volgen alle uitgaven van deze disputaties over de Instituten in volgorde van de jaren van verschijnen. Het aantal opgenomen disputaties is in de uitgaven van 1655 en 1659 zestien en bij de uitgaven van 1659 en 1668 vijftien. Behalve in de heruitgave bij Smetius wordt bij elke disputatie de naam van de respondent genoemd. 274
Disputationes ad Institutiones Imperiales. Hardervici, apud Johannem Tollium, 1655. 12°: II, 402 pp. – t.p., cit. ‘Paulus in l. pen. D. Ad exhibend.’ (= D. 10.4.19), tekst. BArn
275
Disputationes ad Institutiones Imperiales. Publice repetitae in universitate Ducatus Gelriae et Comitatus Zutphaniae, respondentibus juvenibus eximiis et legum studiosissimis. Noviomagi, apud Nicolaum ab Hervelt et Andream Hoogenhuysen, 1659. 12°: II, 402 pp. – t.p., cit. ‘Paulus in l. pen. D. Ad exhibend. (= D. 10.4.19), tekst. – STCN. UBL
276
Dissertationes ad Institutionum Imperialium loca difficiliora, editio tertia. Noviomagi, typis Regneri Smetii, 1659. 12°: XVI, 435 pp. – … – STCN.
277
BArn, KB
Dissertationes ad Institutionum Imperialium loca difficiliora publice repetitae in illustri Noviomagensium Academia. Noviomagi, apud Nicolaum ab Hervelt, 1663. 8°: XX, 377, XV pp. – t.p., ded. aan het bestuur van Nijmegen (Nijmegen, 7-1-1663), lofdd. van Wilh. Water, J. Bors en Theod. Roukens, cit. van Lambertus Goris ‘In Adversar. Tract. 4 par. 1.’, tekst, ‘Elenchus materiarum’, ‘Emendanda’. HR, SLBD, UBGrei, UBHal, UBJena, UBLeip, HABW, SBBerl, BUS, ALEd
278
Dissertationes ad Institutionum imperialium loca difficiliora. Editio tertia ex auctoris recognitione. Noviomagi, typis Regneri Smetii, 1668. 8°: XVI, 435, XVII pp. – t.p., ded. aan het bestuur van de stad Nijmegen (Nijmegen, 22-81667), lofdd. van Wilh. Water, J.Bors en Theod. Roukens, tekst, ‘Elenchus materiarum’, ‘Emendanda’. – STCN. KB, SLBD, UBHam, UBJena, UBLeip, UBTüb, BUS
Petrus de Greve
119
EXERCITATIONES AD PANDECTARUM LOCA DIFFICILIORA Het gaat hier om een bundel met 27 oefendisputaties die door negen respondenten onder d. G.’s voorzitterschap gehouden zijn te Harderwijk. Bij elke disputatie staat de naam van de respondent vermeld. Vermoedelijk is er nog een eerdere uitgave van deze disputatiebundel geweest, verschenen in Harderwijk in 1653. Het enig bekende ex. van deze ed., getiteld Collegium juridicum publicum ad Pandectarum loca difficiliora disputationes septem et viginti, dat berustte in SBBerl, is echter in WO II door oorlogshandelingen verloren gegaan. 279
Exercitationes ad Pandectarum loca difficiliora. Noviomagi, ex officina Andreae ab Hoogenhuysen, 1660. 8°: XVI, 631, XXIX pp. – t.p., ded. aan de Staten van het Kwartier Nijmegen (Nijmegen, 317-1660), lofdd. van G. Verheiden, Chr. Wittichius, J. Bors, G. de Mandeville en Theod. Roukens, tekst, reg., nawoord waarin ook err. worden genoemd. – STCN. UBG, UBL, UBN, KB, HR, BArn, SLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, FBB, FBGotha, MPI, ULAb, ALEd
DISPUTATIONES ANNIVERSARIAE DE DOMINIO Dit werk bevat 16 oefendisputaties, gehouden door 16 respondenten te Nijmegen en eerder te Harderwijk. 280
Disputationes anniversariae de dominio, publice propositae in illustri Neomagensium universitate a Petro de Greve. Noviomagi, typis Nicolai ab Hervelt, 1659. 8°: XVI, 282 pp. – t.p., ded. aan Theodorus van Welderen, burggraaf etc. van Nijmegen (Nijmegen, 18-10-1659), lofd. van Joh. Christenius (Harderwijk, 29-9-1659), ‘Syllabus disputationum et catalogus respondentium, qui hic et ante octennium Hardervici partibus suis functi sunt’, tekst. UBLeip, UBRos, UBTüb, Arn, SBBerl, BUS, BULau, Bodl, ALEd
VIJFTIEN DISPUTATIES OVER DE PANDECTEN De vijftien in dit werk opgenomen disputaties zijn alle onder voorzitterschap van G. te Nijmegen gehouden. In de ded. worden de studenten die gerespondeerd hebben, aan wie G. het werk ook opdraagt, aangeduid als ‘Papinianeis auditoribus’. Het gaat dus om ouderejaars. 281
Ad Pandectas disputationes quindecim, publice ventilatae in Illustri Noviomagensium academia a Juvenibus vigilantissimis, et Legum cupidissimis, quorum nomina sequens pagina repraesentat. Noviomagi, apud Nicolaum ab Hervelt, 1665. 8°: VIII, 240, pp. – t.p., vermelding van de namen van de vijftien respondenten, aan wie G. het werk ook opdraagt (ongedat.), ‘Emendanda’, cit. ‘Arcadius Charisius. In l. fin. § mixta munera 26. P. de Muner. et Honor. (= D. 50.4.18.26): ‘Herennius Modestinus et notando et disputando bene et optima ratione decrevit.’’, tekst van de 15 dispp. die elk opgebouwd zijn uit een aantal ‘aphorismi’. – STCN. KB
JOHANNES EPINUS HUNINGA (AB OOSTWOLD)
Geboren Oostwold 1584, overleden Groningen 1639. Studie in ieder geval Franeker en Marburg (1605). Promotie tot doctor juris en promotie tot doctor philosophiae (plaats en jaar onbekend). Rector Latijnse School te Groningen (1613-1614). Hoogleraar Groningen 1614, aanvankelijk ordinarius in de filosofie, ethica, politica en economie en buitengewoon hoogleraar in de rechten, vanaf 1615 ook ordinarius in de rechten. Raadsheer van de stad Groningen 1620–1622 en 1624–1625, curator van de academie 1620, 1621 en 1624. Vanaf 1624 tot 1638 afwisselend burgemeester van de stad Groningen en hoofdman in de Hoofdmannenkamer. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 9-11; Ensink, Academische rouw, p. 205-206 en 353-354; Dictionary of Dutch Philosophers, vol. I, p. 467-468.
TWEE OEFENDISPUTATIES OVER DE INSTITUTEN Deze beide disputaties zijn vermoedelijk in 1604 of 1605 gehouden onder voorzitterschap van Joannes Joachimus a Leyningen, privaatdocent in Franeker rond die tijd, in het kader van een collegium over de Instituten. In de uitgave van de in dit kader ten dele publiek ten dele privé gehouden disputaties staat H. genoemd als respondent bij de eerste en de negende disputatie. Zie Aud. 20/1605. Zie over Van Leyningen en zijn onderwijs ook Ahsmann ‘De juridische faculteit te Franeker 1585-1635. Een studie over de professoren en hun onderwijs met een lijst van verdedigde disputaties’ in TvRg 54 (1986) p. 1-70, in het bijzonder p. 36-39. 282
[‘Disputatio prima....’ In: Collegium Institutionum imperialium, sive quaestiones miscellae (sic) aeque controversae et difficiles. In illustri ac inclyta Academia Frisiorum quae Franagrii est, partim publice partim privatim disputatae, ex decreto et authoritate amplissimi ejusdem Academiae Senatus. Franekerae, excudebat Aegidius Radaeus, 1605.] Hierin p. 1-10. – Aan de tekst van de disputatie gaat een ded. vooraf aan Eggerik Eggaeus Phebens, raadsheer van de stad Groningen en gedeputeerde staat van de provincie van Stad en Lande. Na de tekst volgen (p. 10) nog twee corollaria.
en 283
[‘Disputatio nona ….’ In: Collegium … [titel als in nr. 282].] Hierin p. 121-138. – Aan de tekst van de disputatie gaat een ded. vooraf aan het college van gedeputeerde staten van de provincie van Stad en Lande. Na de tekst volgen (p. 138) nog twee corollaria. PBL
Johannes Epinus Huninga (Ab Oostwold)
121
ORATIE BIJ DE INAUGURATIE VAN DE GRONINGSE UNIVERSITEIT Een van de twee redes, gehouden op 23 en 24-8-1614 bij de inauguratie van de Groningse Universiteit. De andere, de eerste, gehouden op 23 agustus was van Herman Ravensperger, professor in de theologie. H. hield zijn rede op 24 augustus. 284
‘Oratio altera’ in: Orationes ad inaugurationem academiae illustrium ordinum Groningae et Omlandiae, habitae ab Hermanno Raverspergero et Joh. Huninga Oostwoldiano. Groningae, excudebat Joannes Sassius, 1614. 4°: Hierin ‘Oratio altera’ p. 17-29 (ongepag.). – STCN. UBG, UBBay, SSBAug
LIJKREDE VOOR EGGERIK EGGES PHEBENS Gehouden te Groningen 22-11-1615. Zie m.b.t. Eggerik Phebens ook Ensink, Academische rouw, p. 164. 285
Oratio funebris in honorem amplissimi … Eggrici Eggaei Phebens, senatoris in rep. Groningana praestantissimi, post varias et maximè honoratas reip. istius partes cum laude administratas piè defuncti anno MDCXV die XII Novemb….; Addita sunt programmata d. magnifici et amicorum in defuncti laudem epigrammata et epitaphium. Groningae, excudebat Joannes Sassius, 1616. 4°: 32 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (Groningen, 15-5-1616), bekendmaking van Phebens’ overlijden door Hermannus Ravensperger als rector (22-11-1616), tekst rede, rouwdd. van alle Goningse hoogleraren van dat moment, inclusief Huninga, en van H. Schonenborch, G. Schonenborch, J. Henningius en R. Ovingius, tekst Epitaphium en rouwd. van Rodolphus Goclenius, hoogleraar filosofie te Marburg (gedat. Marburg, 29-11-1615). – STCN. UBG, SBBerl, BL
LIJKREDE VOOR FREDERIK COENDERS VAN HELPEN Lijkrede, gehouden te Groningen 2-7-1618 voor Frederik Coenders, burgemeester van de stad Groningen en curator van de academie, overleden 23 juni 1618 (zie Ensink, Academische rouw, p. 59). Het werk waarin deze rede is opgenomen, bevat ook de uitnodiging tot de begrafenis van Coenders door Nicolaus Mulerius in zijn functie als rector (30-6-1618), de tekst van het door Ubbo Emmius gemaakte grafschrift voor de overledene, de lijkrede van Wolter Schonenborg en lijkdichten van de professoren, onder wie H., en van anderen. 286
[In: In obitum nobilissimi, amplissimi, optimi viri D. Frederici Coenders ab Helpen orationes funebres duae, epicedia et epigrammata varia. Quibus omnibus praemissum
122
Johannes Epinus Huninga (Ab Oostwold)
est programma ab academiae rectore magnifico affixum cum epitaphio brevi. Groningae, excudebat Johannes Sassius, 1618.] 4°: 97 pp. (ongepag.) – Op de door H. gehouden lijkrede (‘Oratio Johannis Huninga, legum antecessoris ordinarii in Academia Groningana’), die 36 pp. telt, volgen de hierboven in de noot genoemde stukken. – NUC. UBG, KB, SLBD, NYPL
FRANCISCUS JUNIUS
Kleinzoon van de gelijknamige theoloog Franciscus Junius, wat maakt dat hij meestal wordt aangeduid als Franciscus Junius F. n. (= Francisci (Junii) nepos). Ook niet te verwarren met zijn gelijknamige oom Franciscus Junius F. f. (= Francisci (Junii) filius), de theoloog en taalkundige en o.a. schrijver over schilderkunst en architectuur. Geboren Embden 1624, overleden Groningen 1678. Studie te Groningen 1640, en te Utrecht. Promotie tot doctor juris Groningen 1647. Studiereizen in Frankrijk en Zwitserland. Buitengewoon hoogleraar te Groningen 1651, ordinarius 1654-1666. Vanaf 1666 tot 1678 raadsheer van de stad Groningen, telkens voor twee jaar, afgewisseld met andere ambten. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 36-37.
OEFENDISPUTATIE IN HET KADER VAN STEINBERGS COLLEGIUM WESENBECIANUM Zie voor J.’s uitgave vanSteinbergs Collegium Wesenbecianum, waarin deze disputatie is opgenomen, hieronder nr. 618. Bij de naam van J. staat in het ex. van de UBRos aangetekend: ‘1674 nunc Consul Groningae’. De disputatie gaat over Matthias Wesembecius’ opmerkingen in zijn zgn. ‘Paratitla’ bij D. 22.1 en D. 22.2. Wanneer zij precies gehouden is, is niet bekend. 287
[‘Collegii Wesenbeciani disputatio XXXII Ad Lib. XXII Tit I. De usuris [etc.] … respondente Francisco Junio.’, (alsmede) ‘Ad Tit. II De nautico faenore’ in: Collegium Wesenbecianum, sive uberior explicatio, exegesis, et examen ad Paratitla Wesenbecii, Disputationibus LXIII absolutum, quorum pauculae aliquot extremae, quod morte praeventus esset autor, adjectae sunt, à Francisco F.N. Junio, J.U.D. Groningae, typis Helenae Sas, Edzard Agricolae viduae, 1658.] 4°: [8] pp. (ongepag.) – tekst.
UBRos, Arn
OEFENDISPUTATIE: DE CONTRACTIBUS INNOMINATIS Oefendisputatie verdedigd 22-2-1645 te Groningen onder voorzitterschap van Johannes Steinberg. 288
Disputatio juridica tertia de contractibus innominatis quae agit de praescriptis verbis et in factum actione, quam sub praesidio Joannis Steinbergii, publice ventilandam proponit Franciscus Junius. Groningae, typis Augustini Eissens, 1645. 4°: 8 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Gerardus Joannes Vossius en Franciscus Junius F.f. ‘illustris Oxfordiae comitis …’ (zijn oom), tekst (10 theses), ‘Corollaria respondentis’. NLS
124
289
Franciscus Junius
[Ook opgenomen in: Dissertationes aliquot de quartis juridicis, quibus sociatae aliae de contractibus innominatis et action. praescript. verbis, ut et de culpa obligationem perpetuante. Publice disquisitioni subjectae a nobiliss. et praestantiss. dnn. studiosis, quorum nomina sequens pagina refert. Groningae,ex officina typographica Augustini Eissens, 1645.] Als ‘Disputatio juridica tertia de contractibus innominatis, quae agit de praescriptis verbis etc. Groningae, typis Augustini Eissens, 1645’ – t.p., tekst. – Zie ook hieronder nr. 615. Bodl, ÖNB
OEFENDISPUTATIE OVER C. 2.18 (19).24 Oefendisputatie gehouden in 1645 onder voorzitterschap van Johannes Steinberg. Zie ook hieronder nr. 617. 290
Disputatio juridica secunda ad L decisiones Justinianeas, in qua agitur de lege ultima, C. de negoc. gestis, quam praeside Joanne Steinbergio publice defendere conabitur Franciscus Junius. Groningae, typis Augustini Eyssens, 1645. 4°: 12 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Guilielmus Makdowel, Samuel Maresius en Johannes Steinberg, lofdd. van Makdowel, Steinberg en S. Emmius, tekst disp., ‘Decas corollarium respondentis.’ NLS
291
[Ook in: Joannis Steinbergii Ad quinquaginta decisiones Justinianeas. Publicae disquisitioni propositae. Groningae, typis exscripsit Augustinus Eissens, 1647. Als ‘Disputatio juridica secunda ad L decisiones Justinianeas, in qua agitur de l. ult. C. de negoc. gest. Respondente Francisco Junio F.N.’] P. 9-16 (ongepag.), tekst, ‘Decas corollariorum respondentis’.
FBB, ÖNB
DERTIEN OEFENDISPUTATIES OVER DE DIGESTEN Het gaat hier om dertien van de in totaal 41 disputaties die J. als auteur en respondent samen met zijn medestudenten Franciscus Canter en Albertus Hermannus Storck onder voorzitterschap van Johannes Steinberg in Groningen gehouden heeft (zie voor het gehele werk, dat in 1646 twee maal is uitgegeven, hieronder de nrs. 616a en b). 292
[‘Repetitionum judicatarum disputatio IV [VII, X, XIII, XVI, XIX, XXII, XXV, XXVII, XXXI, XXXIV, XXXVII, XL en XLI] autore et respondente Francisco Junio F.N.’ in: a. Repetitionum judicatarum disputa[t]iones XLI, ad 50 ff. libros, quas praeside Johanne Steinbergio, publice defenderunt tres LL. studiosi. Groningae, typis Augustinus AEsonis, 1646. C.q. b. Repetitionum judicatarum, sive quaestionum illustriorum ex Pandectis excerptarum disquisitiones XLI, quas moderante … D. Joanne Steinbergio, in publico jctorum auditorio, omnibus ac singulis SS. LL.
Franciscus Junius
125
cultoribus examinandas proposuere Franciscus Junius F.N., Franciscus Canter, Albertus Storck earundem authores. Groningae, typis Augustini Eissens, 1646.] 4°: tekst 344 c.q. 352 pp. (ongepag.) – (Dispp. van J.: disp. IV: 12 pp.; dispp. X, XIII, XVI, XIX en XXII: 8 pp.; disp. XXV: 16 pp.; dispp. XXVII, XXXI, XXXIV, XXXVII, XL en XLI: 8 pp. – alle alleen tekst.) (a) BKEm, (b) UBHal en ÖNB
TWEE OEFENDISPUTATIES: DE TRANSACTIONIBUS EN DE SC. MACEDONIANO Het gaat hier om twee oefendisputaties van J. gehouden te Utrecht onder voorzitterschap van Antonius Matthaeus (II), respectievelijk 28-10-1646 en 24-21647. Zij zijn later als zesde en negende disputatie over de verbintenissen opgenomen in een door Antonius Matthaeus III uitgegeven bundel met allerlei tussen 15-4-1646 en 2-7-1652 onder voorzitterschap van zijn vader gehouden oefendisputaties (respectievelijk p. 42-50 en p. 67-73), zie BGNR Utrecht nr. 156 met verwijzing naar nr. 185. 293
Disputatio juridica sexta, de transactionibus, quam praeside Antonio Matthaeo, publice defendet Franciscus Junius F.N. Ultrajecti, apud Johannem à Waesberge, 1646. 4°: 8 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Antonius Matthaeus (II) en drie andere hoogleraren van de universiteit te Utrecht, tekst (XXI theses). – STCN. UBL, SBBerl, BVat
294
Disputatio juridica nona, de Sc. Macedoniano, quam praeside Antonio Matthaeo, publice defendet Franciscus Junius F.N. Ultrajecti, apud Johannem à Waesberge, 1647. 4°: 8 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Godefridus Hotton en Joannes Jacobus du Bys, predikanten van de Waalse kerk te Amsterdam en advocaten Gisbertus Lappius a Waveren en Justus Kriex (ongedat.), tekst (XX theses). – STCN UBL, SBBerl, BVat
DE POTESTATE PATRIA Disputatio pro gradu, verdedigd te Groningen 31-5 en 1-6-1647. NB Met J.’s promotie tot J.U.D. houdt ook verband: Carmina gratulatoria fautorum et amicorum in honorem nobilitate et eruditione conspicui juvenis viri D. Francisci Junii, magni Francisci Junii nepotis, et Johannis Casimiris filii, cum post eximia eruditionis tum publice tum privatim specimina edita, concordibus votis totius … Senatus academici per D. Johan-Conradum Monaeum J.U.D. publico applauso doctoris laurea et privilegiis ornaretur. Die 17. mensis sibi cognominis an. 1647. Groningae, typis Augustini Eissens [1647] (ex. in UBG).
126
295
Franciscus Junius
Disputatio juridica inauguralis de potestate patria, eiusque constituendae modis, ac in specie de legitimatione, quam pro summo in jure doctoratus gradu consequendo omnium velationi subjicit Franciscus Junius F.n. Groningae, typis Johannis Sas, 1647. 4°: II, 7, I pp. – t.p., ded. aan Joannes Steinberg, Antonius Matthaeus II en Johan-Conradus Monaeus (ongedat.), tekst, corollaria (twee ‘Ex jure canonico, 3 ‘Ex jure feudali’). – STCN. UBG
UITGAVE VAN J. STEINBERG, COLLEGIUM WESENBECIANUM 296
Zie onder Johannes Steinberg, hieronder nr. 618. Volgens Boeles ‘Levenschetsen’ p. 36 zou J. ook een boekje hebben ontworpen c.q. uitgegeven met de titel Supplementa in J. Steinbergii collegium Wesenbecianum, sive uberior explicatio, exegesis et examen ad paratitla Wesembecii. Groningae, 1658. Ik heb geen ex. gevonden.
INSOMNIUM Een bundel van zeven disputaties, die tussen 17-12-1660 en 18-5-1661 onder voorzitterschap van J. te Groningen verdedigd zijn door H. Elfers uit Steinfurt. In het ex. in Arn is bij elk van deze zeven disputaties een apart titelblad ingebonden met vermelding van het nummer van de disputatie en de datum waarop deze gehouden is. Bij het ex. in UBBrem ontbreken deze t.pp. behalve die van de eerste disputatie. 297
Insomnium exhibens, cum idea juris, communem, veriorem, et aequiorem Jctorum sententiam. Disputatio prima [etc. (usque ad) ultima]. Publico examini subjicit Henricus Elfers A. et R. ad diem 17 Dec. [1660, etc.]. Groningae, typis Henrici Lussinck, 1660-1661. 8°: II (in het ex. in Arn zeven maal), 118 pp. – (eerste) t.p., ded. aan burgemeesters en raden van Steinfurt, tekst. (De t.pp. van de tweede-zevende disp. zijn in het ex. in Arn respectievelijk tussen de pp. 14 en 15, 30 en 31, 40 en 41, 68 en 69, 80 en 81 en 90 en 91 ingebonden, waarbij op de verso-zijde van de tweede en vierde van deze t.pp. ook dedd. staan afgedrukt, respectievelijk aan Henricus Elfers, de vader van de resp., en andere familieleden en bekenden, notabelen van Steinfurt, en aan Gerhardus Swarte, burgemeester van Groningen, en Enestus Ludwig a Stampa, Casparus Kestring en Wilhelmus Pagenstecher.) UBBrem, FBB
LIJKREDE VOOR GERARDUS COCCEJUS Gerardus Coccejus, J.’s naaste collega in de Juridische Faculteit overleed 277-1660. Zie verder onder Gerardus Coccejus, hierboven nrs. 190-192. 298
Oratio parentalis in obitum viri nobilissimi, amplissimi, et consultissimi dn. Gerardi Cocceji …, nati anno hujus seculi primo, denati Bremae anno sexagesimo, adjecta
Franciscus Junius
127
sunt programma magnifici D. rectoris ejusdemque, et aliorum DD. collegarum epicedia. Groningae, typis viduae Edzardi Agricolae, 1660. 4°: 36 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (18-81660), tekst oratie, tekst programma funebris van de rector academiae (8-8-1660), rouwdd. van de medehoogleraren Tobias Andreae, Abdias Widmarius en Joachimus Borgesius. – Het exemplaar in BSorb, dat met andere soortgelijke oraties in een band is gebonden, is met de hand gefolieerd als f.271r-f. 288v. BSB, Sorb
EPIGRAMMATA IN GRONINGAM URBEM OBSESSAM ET DESERTAM Vijf lofdichten op het ontzet van de stad Groningen en de herovering van de vestingen Bellingwolde en Coevorden op de troepen van de bisschop van Münster, die in 1672 het beleg voor de stad gelegd had. 299
Epigrammata in Groningam urbem obsessam et desertam, arces Bellingwoldae et Covordae captas et receptas, ad … D. Karolum Rabenhaupt. Groningae, typis Dominici Lens, 1673. Fol., 12 pp. (ongepag.) – t.p., pref. (in de vorm van een gedicht), ded. aan Karel Rabenhaupt en stadhouder Hendrik Casimir (idem), tekst lofdd. UBG
NICOLAUS LANGIUS
Geboren Meldorf (Dithmarschen) 1586, overleden Groningen 1644. Studie Rostock, Wittenberg, Leipzig, Jena, Leiden, Heidelberg, Leuven. Studiereizen in Vlaanderen, Engeland en Frankrijk. Promotie tot doctor juris Groningen 1620. Buitengewoon hoogleraar Groningen 1620, ordinarius 1633. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 14-15; Ensink, Academische rouw, pp. 100, 106, 170-172 (familie), 822 (nr. 58); Ahsmann, Collegia en colleges, in het bijzonder Bijlage III, p. 517518; Hempenius-van Dijk, ‘Antonius Matthaeus I’, in het bijzonder pp. 118, 120, 123, 124, 125, 126. Zie ook UB Jena, Arch. Universiteit Jena o.a. 2 Hist.lit.VI, 7 (319) en 2 Hist.lit.VI, 8 (72) etc. (‘Prorector et Senatus Academiae Jenensis L.S. Acetum in nitro, qui cantat carmina cordi pessimissimo: inquit Salomon Proverb. 25. cujus acroamatos veritatem … qui Magistratus aspernantur, qui leges edicta publica … Studiosae iuventuti à corpore Academico penitus abscidisse: Nicolaum Langium, Dietmarsum etc.; P.P. die 28. Januar. 1611.’)
TWEE OEFENDISPUTATIES OVER DE INSTITUTEN Twee oefendisputaties m.b.t. de stof van de Instituten, gehouden te Rostock ca. 1608 onder voorzitterschap van Theodorus Glazer en opgenomen in hetzelfde werk. De tekst van beide disputaties behelst 18 theses, alle met aanhaling van literatuur. De eerste disputatie wordt gevolgd door vijf corollaria en de tweede door één. 300
[Disputatio I. De justitia et jure, defensionibus et jure personarum. Respondente Nicolao Langio. In: Selectae juris quaestiones quas juxta ordinem materiarum, in Institutionibus Justinianaeis adcommodatas sub praesidio Theodori Glazeri exercitii causa proposuerunt ac disputarunt aliquot eruditi juvenes LL. studiosissimi. Rostochii, literis Reusnerianis, 1608.] [4°: 167, I pp:] Hierin p. 1-8: tekst oefendisp., corollaria. – VD17. en
301
[Disputatio XVI. De emptione venditione, locatione conductione, et emphyteusi. Respondente Nicolao Langio. In: Selectae juris quaestiones … [titel als in nr. 300 hierboven.] P. 121-128: tekst oefendisp., corollarium. – VD17.
UBHal, MPI
OEFENDISPUTATIE: DE ASSESSORIBUS ET ADVOCATIS Oefendisputatie gehouden te Jena 14-7-1610 onder voorzitterschap van Ilico Ummius. Hoewel deze disputatie voorzien is van een eigen t.p., blijkt uit de paginering dat de tekst bedoeld is geweest deel te gaan uitmaken van een boek
Nicolaus Langius
129
met allerlei onder voorzitterschap van Ummius gehouden disputaties over de manier van procederen in civiele zaken. Uiteindelijk is de disputatie in kwestie niet met de naam van L., maar met die van Gerhardus Hetling als respondent in het beoogde boek opgenomen. De naam van L. is in dit werk verbonden aan een andere disputatie, die kennelijk ook door hem gehouden is (zie hieronder de nrs. 303-308). Zie ook Ahsmann, Collegia en colleges, Bijlage III (p. 517). 302
Disputatio ad processum judiciarium directa secunda, de assessoribus et advocatis. Ad quam sub praesidio Iliconis Ummii respondebit ad diem 14 Julii Nicolaus Langius. Jenae, typis Christophori Lippoldi, 1610. 4°: IV, 28 pp. (gepag. 41-68) – t.p., ded. aan Johannes Nannius, Johannes Vossius, Nicolaus Boetius en Johannes Jungius, mede-studenten uit Dithmarsen, lofd. van Balthasar Thammius, tekst. – VD17. UBGött
OEFENDISPUTATIE: DE EXECUTIONE REI JUDICATAE Oefendisputatie gehouden te Jena ca. 1610 onder voorzitterschap van Ilico Ummius (1581-1643). Deze disputatie is niet apart in druk verschenen, maar met andere gepubliceerd in een boek met 23 oefendisputaties m.b.t. de manier van procederen in civiele zaken. Dit boek is meermalen herdrukt. 303
[Disputatio ad processum judiciarium directa vigesima tertia et ultima De executione rei judicatae. Respondente Nicolao Langio in: Iliconis Ummii, Disputationes XXIII. Ad processum judiciarium directae, magnam partem omnia continentes, quae ad primam instantiam spectare videantur. De quibus ipso praeside, juvenes nobilissimi et doctissimi S.S.L.L. studiosissimi excercitii gratia disserverunt. Jenae, typis Lippoldianis, 1612.] [4°: XII, 952 pp., reg.] Hierin p. 918 (gepag. als 948) – 952 (35 pp.). – VD17. SLBD, UBErl, UBMüns, BSB, MPI e.a.
304
[Ook in: Iliconis Ummii, Disputationes XXIII. Ad processum judiciarium … [titel als in nr. 303] disserverunt. Annexus est rerum verborumque index uberrimus et copiosissimus. Editio altera auctior et emendatior. Jenae, typis et sumptibus Johannis Beithmanni, 1616.] [4°: XII, 953, LXXIX pp.] Hierin p. 918-953 (36 pp., laatste p. in groter corps gezet). – VD17. SLBD, UBErf, UBGrei, UBHal, UBKiel, UBLeip, UBRos, BSB, FBGotha, HABW, HLBW, MPI, SBBerl
305
[Ook in: Iliconis Ummii Disputationes XXIII. Ad processum judiciarium … [titel als in nr. 304] copiosissimus. Editio tertia. Jenae, typis et sumptibus Johannis Beithmanni, 1620.] [4°: XII, 953, LXXVIII pp.] Hierin p. 918-953 (als boven). – VD17. UBG, UBBiel, UBGött, UBHam, UBTüb, LBMV, SBBerl, WLBS
130
306
Nicolaus Langius
[Ook in: Iliconis Ummii Disputationes XXIII. Ad processum judiciarium … [titel als in nr. 304] copiosissimus. Editio tertia correctior. Jenae, 1643.] [4°: XII, 953, LXXVIII pp.] Hierin p. 918-953 (als boven). – VD17.
307
BSB
[Ook in: Iliconis Ummii Disputationes ad processum judiciarium … [titel als in nr. 303] videntur, nunc ex autographis autoris, signaturis et tumultuariis annotationibus, practicis observationibus, utilissimis quaestionibus et remissioni- bus, ipsi operi insertis, adauctae et locupletatae opera et studio Antonii Guntheri Ummii; Annexus est rerum et verborum memorabilium index uberrimus. Editio quarta. Bremae, sumptibus Petri Koleri. Typis Bertholdi de Villiers, 1658.] [4°: XV, 981, I, CIII, I pp.] Hierin p. 948 – 981. – VD17. UBU, UBBrem, SLBD, UBGött, UBHal, UBHam, UBRos, UBTüb, LBAu, FBGotha, HAAB, LBMVS, MPI, SBBerl, UBBas
308
[Ook in: Iliconis Ummii Disputationes ad processum judiciarium … [titel als in nr. 307] uberrimus. Editio quarta. Bremae, sumptu Phil. Gothfr. Saurmanni, z.j. [ca. 1695]. [4°: XV, 981, I, CIII, I pp.] Hierin p. 948-981. – VD17.
UBGött
OEFENDISPUTATIE: DE JURE CONNUBIORUM Oefendisputatie gehouden te Wittenberg 24-5-1611. 309
Disputatio de jure connubiorum, quam praesidente Dn. Helfrico Ulrico Hunnio publico examini submittit Nicolaus Langius. Wittebergae, ex officina typographica Johannis Gormanni, 1611. 4°: 38 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan drie predikanten in Dithmarsen (ongedat.), tekst. UBTüb, HABW, MPI, SBBerl, ÖNB
OEFENDISPUTATIE: DE DOTE Oefendisputatie gehouden te Leiden 1-7-1612. Zie ook Ahsmann, Collegia en colleges, Bijlage I nr. 635 (p. 435). 310
Disputatio juridica de dote, quam praeside Cornelio Pynacker, submittit Nicolaus Langius. Lugduni-Batavorum, excudebat Henricus Ludovici ab Haestens, 1612. 4°: 8 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Joannes en Michael Rasschius en Hans Eggars (ongedat.), tekst (met 23 theses over het onderwerp in kwestie). NLS
Nicolaus Langius
131
OEFENDISPUTATIE: DE RERUM DIVISIONE Oefendisputatie gehouden te Leiden ... 1613. 311
De rerum divisione et acquirendo earum jure naturali, dominio. Lugduni Batavorum, 1613. …. (Niet gezien).
UBMünch
INAUGURELE DISPUTATIE OVER D. 28.5.86(85) Disputatie pro gradu, gehouden te Groningen 20 en 21-1-1620 over D. 28.5.86 (85). Bij de optekening van deze promotie in het ASGron. k. 445, 4-2-1620 wordt deze disputatie aangeduid als ‘Diss. inaug. de testamentis’. 312
Repetitio inauguralis L. Lucius Titius 85 ff. de hered. instit. Testamentariam materiam continentis. Ad quam pro summo in utroque jure gradu et titulo consequendo publice in templo academico respondebit Nicolaus Langius. Ad diem 20 et 21 Januarii. Groningae, excudebat Johannes Sassius, 1620. 4°: 10 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan de Staten van Stad en Lande, de gedeputeerde staten van deze provincie, de curatoren van de academie en de professoren, tekst disputatie, ‘Corollaria. Ex jure canonico (twee). Ex jure feud. (één)’. – STCN. UBG
JUS CONTROVERSUM Zie m.b.t. dit werk ook BGNR Leiden, nr. 533 (bij Cornelis Pynacker, onder wiens voorzitterschap de disputaties in kwestie mede gehouden zijn), alsmede Ahsmann, Collegia en colleges, p. 148. De tekst omvat 22 disputaties, bij elk waarvan de naam van de respondent wordt vermeld. Bij de eerste en de achtste disp. staan aan het eind corollaria. 313
Jus controversum ex Pandectarum et Codicis praecipuis legibus compilatum, secundum titulorum et legum ordinem dispositum, excercendae juveututi (sic) legum studiosae propositum et publicis disputationibus excussum, moderantibus Cornelio Pynacker, Nicolao Langio. Groningae, typis Joannis Sassii, 1620. 8°: VIII, 352 pp. – t.p., ded. van Pynacker en Langius aan ged. staten van de provincie van Stad en Lande (12-9-1620), tekst, err. – De pag. is vanaf p. 97 incorrect. – STCN. UBG
EXERCITATIONES JURIDICAE AD TEXTUM INSTITUTIONUM De inhoud van dit werk bestaat uit de tekst van 15 oefendisputaties m.b.t. de stof van de Instituten, die onder voorzitterschap van L. in Groningen gehouden zijn. Hoewel de HLBW volgens de oude catalogus een ex. van dit werk uit
132
Nicolaus Langius
1617 zou bezitten, wijst veel erop, dat dit jaartal op een vergissing moet berusten. De drie andere exx. die bekend zijn, hebben alle als jaar van druk 1623, wat overeenstemt met de data van inschrijving van de genoemde respondenten in het ASGron. Bij deze drie hoort ook het ex., dat berust in de UBG. Weliswaar ontbreken bij dit ex. de t.p. en de ded., maar de inhoud is verder geheel gelijk aan die van de andere twee exx. Het bewuste ex. in de UBG maakt deel uit van een convoluut met drie werken, die eigendom is geweest van de Groningse burgemeester Johan van Julsingha (1624-1703). In deze convoluut is het het tweede werk. Vanwege het ontbreken van de t.p. heeft Van Julsingha het boek voorzien van de titel: ‘Disputationes ad quatuor libros Instit. Imper. Propositae in illustri Groningae et Omlandiae academia a Nicolao Langio J.U.D. et professore ordinario. Groningae, Excudebat Johannes Sassius …’ zonder jaartal. Het ex. bevat aantekeningen van de hand van Van Julsingha. 314
Exercitationes juridicae ad textum Institutionum Justinianearum accommodatae, de quibus illo praeside in Groningae et Omlandiae academia rationem reddiderunt nobiles atque eruditi aliquot juvenes LL cupidissimi, quorum nomina singulae disputationes exhibent, prioribus emendatiores auctioresque. Groningae, typis Johannis Sassi, 1623. 8°: VIII, 496 pp. – t.p., ded. aan Achatius Junior, burggraaf en baron de Dhona (Groningen, 20-6-1623), tekst. – Aan het eind van disputatie XIV staan twee corollaria (p. 464) en aan het eind van de disputaties V, VI, VIII en XI één (p. 152, 192, 264 en 368). UBG, UBGrei, Arn
DISPUTATIONES JURIDICAE SECUNDUM INSTITUTIONUM ORDINEM Op grond van de datering van de ded. mag aangenomen worden dat dit werk in 1627 gedrukt is. 315
Disputationes juridicae secundum Institutionum Justin. et in illis titulorum ordinem dispositae, in tabulis quasi collectae et publice habitae in illustri Groning. et Omland. academia a Nicolao Langio. Respondentibus nobilibus atque selectis aliquot studiosis L.L. cupidissimis, quorum nomina, post praefationem, subjiciuntur. Groningae, ex typographia Joannis Sassii, [1627]. 4°: 136 pp. (ongepag.) – t.p., ded. – tevens pref. – aan Johannes Tedema, Allardus Gaickinga, Zeino Hendrick Rengers en Unico Rengers, alsmede Feio Sicking, Johannes Spliethoff, Asingh Entens en Johannes Maneel ‘fautoribus promotoribus et amicis meis observandis.’ (Groningen, 10-4-1627), ‘Nomina collegarum qui hasce disputationes defenderunt.’, tekst. – STCN. UBG
COMPENDIUM INSTITUTIONUM JURIS TITULORUM Boeles noemt dit compendium in ‘Levenschetsen’ p. 15 noot 2 als: Compendium Institutionum majus et minus, Groningen (?). Het is duidelijk bedoeld als ondersteuning voor de studenten bij het leren van de opbouw en inhoud
Nicolaus Langius
133
van de Instituten van Justinianus. Elk van de vier boeken van de Instituten is in ‘punten’ samengevat: boek I in 60, boek II in 131, boek III in 71 en boek IV in 89 ‘punten’. 316
Compendium Institutionum Juris titulorum, connexiones, et, in illis, definitiones, divisiones, subdivisiones, et praecipuas quaestiones continens. Groningae, ex officina Augustini Eisens, s.a. (mogelijk tussen 1623 en 1627). 12°: 68 pp. – t.p., ded. aan Boguslaus Radziwilius, ‘Du[x] Birzarum, Dubinkorum etc.’ (ongedat.), tekst. UBRos
FREDERIK ADOLF VAN DER MARCK
Geboren Hartnegge (graafschap Mark) 1719, overleden Groningen 1800. Studie Essen en Duisburg. Promotie tot doctor juris 1745 en more majorum 1748. Advocaat te Arnhem 1752. Hoogleraar Groningen 1759-1773 en 1795-1800, Lingen 1773-1783, Deventer 1783-1787 en Steinfurt 1787-1795. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 81-83, NNBW III, 816-818; Dictionary of Dutch philosophers, vol. II, p. 674-677; J. Lindeboom, ‘Het Deventer professoraat van F. A. van der Marck’ in: Verslagen en mededeelingen van de Vereeniging tot Beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis 54 (1938) 115-136, Idem, Frederik Adolf van der Marck, een achttiendeeeuwsch leeraar van het natuurrecht, ’s Gravenhage, 1947; W.J. Zwalve, ‘Frederik Adolf van der Marck en Marcus Tullius Cicero. Enige opmerkingen over de crisis van het natuurrecht tegen het einde van de achttiende eeuw’ in: Acht Groningse juristen en hun Genootschap, Groningen [1986], p. 9-27; C.J.H. Jansen, Natuurrecht of Romeins recht, een studie over leven en werk van F.A. van der Marck (1719-1800) in het licht van de opvattingen van zijn tijd, Leiden 1987; W.J. Zwalve, ‘Het Recht en de Verlichting De juridische hoogleraar Frederik Adolf van der Marck (1719-1800)’ in: ‘Om niet aan onwetendheid en barbarij te bezwijken’, Groningse geleerden 1614-1989, G.A. van Gemert, J. Schuller tot Peursum-Meijer en A.J. Vanderjagt (red.), p. 83-100; Höting, Professoren Steinfurt, p. 129-134; J.K.H. van der Meer, Patriotten in Groningen 1780-1795, Assen 1996. Van Van der Marck is geen programma funebre overgeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830).
DE MORTE HOMINIS NATURALI Dissertatie pro gradu, gehouden te Duisburg 31-7-1745. 317
Dissertatio juridica inauguralis de morte hominis naturali, quam pro summis in utroque jure honoribus, privilegiis doctoralibus ac immunitatibus rite capessendis publicae et sollemni eruditorum disquisitioni exponit Fridericus Adolphus von der Marck. Duisburgi ad Rhenum, typis Johannis Sas, 1745. 4°: 114 pp.- t.p., ded. aan de bestuurders van het hertogdom Kleef en het graafschap Mark (ongedat.), pref. (Duisburg, 20-7-1745), inh., tekst, corollaria, lofdd. van Johannes Alexander Winandus H.T.F. Pagenstecher (Duisburg, 20-7-1745) en zijn broer Andreas Wilhelmus H.T.F. Pagenstecher (20-7-1745) en J.P. Withof (in het Duits). – STCN. UBA, UBG, UBU, BArn, UBLeip
DE ORDINE TOTIUS UNIVERSI Rede, uitgesproken te Duisburg 3-8-1748 ter gelegenheid van zijn promotie more majorum. De rede werd in 1755 twee maal herdrukt. Aan deze twee
Frederik Adolf van der Marck
135
herdrukken is in beide gevallen het stuk ‘Gedanken von dem Rechte der Natur’ toegevoegd van Johann Helfrich Krebs, die het aan V.d.M. had toegestuurd. Krebs had dit stuk geschreven n.a.v. de door de Berlijnse predikant Jo. Arn. Noltenius gehouden ‘Fünfte Predigt vom Gesetz der Natur’ 318
Oratio inauguralis de ordine totius universi ceu primo juris naturalis principio. Dicta publice in auditorio inclytae academiae Duisburgensis majori, quum ibidem … juris utriusque doctor renunciaretur. Duisburgi ad Rhenum, apud Hermannum Ovenium, 1748. 4°: VIII, 39, I pp. – t.p., ded. aan Fredericus Ludovicus, burggraaf en graaf van Dohna, Johannes Petrus van Raesfeld, heer van Bronckhorst, en Abraham van Koenen, vice-kanselier van de academie van Duisburg (Emmerich, 1-11-1748), pref. (ongedat.), tekst oratie. – STCN. UBA, UBG, UBL, ABDev
319
Dissertatio apologetica de ordine universi ceu primo juris naturalis principio. Ed. 2a, correctior, multisque aucta animadversationibus, quibus orthodoxia hujus principii ab injuris vindicatur. Arnhemiae, ex officina Nebeana, 1755. 4°: X, 82, II pp. – t.p., ded. aan Cornelius Valerius Vonck (Arnhem, sept. 1755), ‘Praefatio prioris editionis’ (Emmerich, nov. 1718 lees: 1748), tekst oratie, tekst ‘Monitum.’ met ‘Gedanken von dem Rechte der Natur.’ (van de hand van Johann Helfrich Krebs, gedateerd Göttingen, 24-3-1751). – STCN. UBL, UBU, KB
320
Dissertatio de ordine totius universi ceu primo juris naturalis principio. Editio altera, emendatior ac concinnior variisque animadversionibus aucta. Duisburgi, apud vid. Jo. Georg.Boettigeri et fil., 1755. 4°: X, 69, VII pp. – t.p., ‘Praefatio prioris editionis´ (Emmerich, nov. 1718 (met pen verbeterd tot 1748)), tekst oratie, tekst ‘Monitum.’ met ‘Gedanken von dem Rechte der Natur.’ (van de hand van Johann Helfrich Krebs, gedat. Göttingen, 24-3-1751) – NB onderaan de laatste pag. de mededeling: ‘De drukfouten welke in menigte door absentie van den auteur zijn ingesloopen, gelieve den leeser goedgunstig te verbeteren.’ – STCN. UBHal, FUBerl, MPI
DE FINIBUS JURISPRUDENTIAE Rede uitgesproken te Groningen 12-12-1758 bij de aanvaarding van het professoraat in het staats-, natuur- en volkenrecht. 321
Oratio inauguralis de finibus jurisprudentiae optimisque ad eos obtinendos mediis. Groningae, apud Hajonem Spandaw, [1759]. 4°: IV, 94 pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande, tekst. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, PBL
136
Frederik Adolf van der Marck
INSTITUTIONES JURIS CIVILIS PRIVATI COMMUNIS ET REIPUBLICAE GRONINGO-OMLANDIAE PROPRII Deze ‘Institutiones’ zijn nooit verder gekomen dan het eerste deel, hoewel wel aan een tweede deel gedacht is, zoals blijkt uit de reclame ‘PARS’ onderaan de laatste pagina (p. 390). 322
Institutiones juris civilis privati communis et Reipublicae Groningo-Omlandicae proprii: Pars prima, ubi simul singularia jura ceterarum provinciarum Belgii foederati, praesertim Gelrorum, Transisalanorum et Drenthinorum strictim indicantur. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1761. 8°: XL, 390, II pp. – t.p., cit. uit Plinius major, ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (Groningen, 10-6-1761), pref. (‘Adlocutio’), tekst. – STCN. UBG, UBL, UBU, KB, BArn, PBL, HR, UBTüb, MPI
DE LIBERTATE REIPUBICAE GRONINGO-OMLANDICAE Rede, uitgesproken te Groningen 3-9-1761 bij het neerleggen van het rectoraat. 323
Oratio de libertate reipublicae Groningo-Omlandicae interna, unice propriis patriae legibus innixa. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1761. 8°: 44 pp. – t.p., pref. (Groningen, 15-9-1761), tekst. – STCN. UBG, UBL, UBU, KB, UBGött
NADERE VERKLARING OVER DE VRIJHEID VAN DEN BURGERSTAAT VAN GRONINGER-LAND Dit stuk sluit aan bij de door V.d.M. 3-9-1761 gehouden rede (zie hierboven 323). Deze rede was door de jurist en boekverkoper Elie Luzac (1721-1796) besproken in zijn Nederlandsche Letter-courant, 1761, 94ste stuk, waarbij Luzac acht vragen tot opheldering van deze rede aan V.d.M. had gesteld. In de Nadere verklaring etc. worden deze acht vragen door V.d.M. beantwoord. 324
Nadere verklaring over de vrijheid van den burgerstaat van Groninger-land gegrondvest op deszelfs eige vaderlandsche wetten; tot opheldering van het 93ste en 94ste stuk der Nederlandschen Lettercourant des jaars 1761. Uitgegeven door Frederik Adolf van der Marck. Te Groningen, by Hajo Spandaw, 1762. 8°: 72 pp. – t.p., pref. (Groningen, 12-2-1762), tekst. – Knuttel, nr. 18849; STCN. UBG, UBL, UBU, KB, UBMüns
Frederik Adolf van der Marck
137
COMMENTATIO DE JURE GRONINGANORUM CONSUETUDINARIO 325
Commentatio de jure Groninganorum consuetudinario maxime fictio; quâ ex ipsa Consuetudinis indole ac Reipublicae Groningo-Omlandiae constitutione luculenter ostenditur: Jus Romanum apud Groninganos vim juris contuetudinarii habere vix posse. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1762. 8°: IV, 28 pp. – t.p., pref. (Groningen, 27-2-1762), tekst. – STCN. NB Bij het ex. van de UBU zijn de volgende werken ingebonden: Feddonis Hovingh Dissertatio politico-juridica qua disquiritur Num et quatenus prudentia conveniat civili, in rempublicam Groninganam jus recipere peregrinum, praesertim Romanum. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1765, Brief van een Groninger rechtsgeleerde, over zekere dissertatie [van Feddo Hovingh] onlangs te Groningen uitgegeven aangaande de vrage, of ’t met goede staatkunde overeenkome, in de Groninger rechtbanken vreemde, en byzonder de Roomsche wetten, te gebruiken, waarin de argumenten door de heere prof. Van de Marck byeengebracht, onpartydig onderzogt, en zedig weerlegt worden. Groningen, Spandaw, 1765 en Urbanus Hilarius (pseudoniem), Antwoord op de brief van den naamlozen Groninger rechtsgeleerden over de dissertatie door Dr. Feddo Hovingh onlangs te Groningen uitgegeven, aangaande de vrage of en hoe verre het met de goede staatkunde overeen kome in de Groninger rechtbanken vreemde en byzonderlyk de Roomsche wetten aan te nemen. Amsterdam, G.de Groot, z.j. (ca. 1765). UBG, UBL, UBU, KB
THESES JURIS ECCLESIASTICI PROTESTANTIUM UNIVERSALIS De tekst van de onder nr. 326 genoemde Theses juris ecclesiastici beperkt zich tot 137 stellingen, kennelijk bedoeld als leidraad bij colleges. De tekst van de tweede druk bevat bovendien de tekst van door 23 met name genoemde studenten onder voorzitterschap van V.d.M. gehouden disputaties. Deze zijn gehouden tussen 24-2-1759 en 8-4-1767. 326
Theses juris ecclesiastici protestantium universalis, quas lectionibus Academicis explicabit Fredericus Adolphus van der Marck. Groningae, 1765. 8°: 36 pp. – t.p., tekst. – STCN. UBL, UBVU, Bodl
327
Theses juris ecclesiastici protestantium universalis. Adjectae sunt theses, quas in Acad. Groningo-Omlandica publice defenderunt praestantissimi domini quorum nomina singulis ad calcem adponuntur. Editio altera emendatior. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1768. 8°: 27, I, XCVI pp. – t.p., tekst Theses juris ecclesiastici, fr.t.p. ‘Theses quas sub praesidio Fr. Ad. van der Marck in Acad. Groningo-Omland. defenderunt praestantissimi domini, quorum nomina hisce addita sunt.’, tekst. – STCN. UBU
138
Frederik Adolf van der Marck
BRIEVEN AAN TH. BRUNSVELD DE BLAU De eerste brief is gedateerd Groningen 10-2-1770. Zij behelst V.d.M.’s reactie op een preek van ds. Brunsveld de Blau, gehouden in de Akerk 4-2-1770, waarin deze zich gekeerd had tegen het onderwijs in het natuurrecht van V.d.M. Zoals uit een aan dit geschrift toegevoegde mededeling over het geschrift Onderzoek naar het gevoelen van den heere professor Van der Mark etc. blijkt dat de drukker Lubbartus Huisingh is. De titel van dit aldus geadverteerde geschrift luidt voluit: Onderzoek naar het gevoelen van den heere professor Van der Mark, benevens der tegenwerpingen tegens dezelve ingebragt nopens de vraagen: Of het met de regelen van eene gezonde staatkunde overeenkomstig zij, het Romeinsche recht in ons vaderland tot een behulprecht (jus subsidiarium) aan te nemen – dan of het met de regelen beter overeenkome, de natuurlyke billykheid te volgen? Etc. door Alethophilus Eleutherius. Achter dit pseudoniem schuilt Eilardus Wilhelmus Uchtman. Een ex. van dit werk, gedrukt in 1767, bevindt zich in de UBG. De tweede brief (hieronder nr. 329) is gedateerd 15-3-1770. V.d.M. reageerde daarmee op het feit, dat Brunsveld de Blau niet ingegaan was op zijn vraag duidelijk te maken waarvan hij V.d.M. beschuldigde. In UBL bevindt zich een verzameling van een groot aantal gedrukte stukken betreffende de conflicten die uiteindelijk zouden leiden tot het ontslag van V.d.M. als hoogleraar in Groningen in 1773, waaronder vier van de hand van V.d.M. (zie de nrs. 331, 335, 337 en 349). Voor zover de in deze conflicten figurerende stukken geschreven zijn door V.d.M. zijn ze hier beschreven, zie behalve de reeds genoemde nrs. ook de nrs. 332, 333 en 334. V.d.M. heeft de gang van zaken rond deze conflicten zelf beschreven in het werk Waaragtig verhaal van het geene omtrent het hoogleeraars ambt van Mr. Fred. Adolf van der Marck … geduurende zijne veertienjaarige bediening aldaar openlyk is voorgevallen en de aanvulling daarop (zie hieronder de nrs. 340 en 349). 328
Aan den wel-eerwaarden zeergeleerden heere Theodorus Brunsveld de Blau, predikant te Groningen en eersten deputatus synodi. s.l., s.n. (1770). 8°: 4 pp. (ongepag.) – koptitel, tekst, mededeling over het bij de drukker, Lubbartus Huisingh, te verkrijgen geschrift van Alethophilus Eleutherius. – Van Alphen 1289, STCN. UBG, UBL, UBVU
329
Tweede brief aan den wel eerwaarden zeer geleerden heere Theodorus Brunsveld de Blau, predikant te Groningen. Te Groningen, by Hajo Spandaw, 1770. 8°: 12 pp. – koptitel, tekst. – STCN, Van Alphen 1305.
UBG, UBL, UBVU
LECTIONES ACADEMICAE Deze serie van colleges is kennelijk gaandeweg ontstaan. Pas bij het tweede deel wordt het duidelijk, dat het om een serie met hoofdstukken uit het
Frederik Adolf van der Marck
139
protestantse kerkrecht gaat. V.d.M. zette zijn colleges na 1773 in Lingen voort, wat tot nog twee fasciculi leidde. 330
a. Lectiones academicae, quibus selecta philosophiae practicae jurisque naturae capita et praecipue officia erga Deum pertractantur, Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1771. 8°: VIII, 293, I pp. – t.p., pref. (Groningen, 29-4-1771), inh., cit. uit de werken van Theodorus Beza (‘ín fugam vacui ex Epist. Apost. Jacobi’), tekst (Lectio I – Lectio XX), ‘Emendanda et addenda’. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBN, UBU, UBVU, KB, PBL, UBFrei, UBGött, UBHal, UBJena, UBKöln, UBLeip, UBTüb, SBBerl, UBSal
b. Lectionum academicarum tomus secundus, quo praecipua juris ecclesiastici protestantium universalis capita pertractantur. Fasciculus primus. Groningae, apud Hajonem Spandaw, 1772. 8°: VIII, 216 pp. – t.p., cit. uit ‘Th. Gordon, dans ses Discours Historiques sur Tacite’, pref. (Groningen, 6-11-1771), inh., tekst (Lectio I – Lectio XII). – STCN. UBA, UBG, UBL, UBN, UBVU, KB, PBL, UBFrei, UBGött, UBHal, UBJena, UBKöln, UBLeip, UBTüb, SBBerl, UBSal
c. Lectionum academicarum tomus secundus… [titel als in nr. 330b] pertractantur. Fasciculus secundus. Lingae, sumtibus Baueri et Sociorum, apud Joa. Arn. Frid. Korff, 1775. 8°: VI, 312 pp. – t.p., pref. (Lingen, 6-11-1775), inh., tekst (Lectio XIII – XXXIX) – STCN. UBA, UBG, UBL, UBVU, KB, PBL, UBGött, UBHal, SBBerl, UBSal
d. Lectionum academicarum tomus secundus… [titel als in nr. 330b] pertractantur. Fasciculus tertius et ultimus. Lingae, sumtibus Baueri et sociorum apud Joa. Arn. Frid. Korff, 1776. 8°: XLVIII, 249, VI pp. – t.p., pref. (Lingen, 20-5-1776), tekst (Lectio XXX – Lectio XLI), ‘Index generalis lectionum juris ecclesiastici protestantium universalis, quae tribus fasciculis continentur.’ UBA, UBG, UBL, UBVU, KB, PBL, SBBerl, UBSal
EERSTE ANTWOORD AAN PAULUS CHEVALLIER In dit vertoog d.d. 12-6-1772 neemt V.d.M. stelling tegen de beschuldigingen van onrechtzinnigheid aan zijn adres, geuit door P. Chevallier, hoogleraar in de theologie in Groningen. Evenals de hierna onder de nrs. 332 en 333 genoemde vertogen houdt dit vertoog verband met de conflicten rond V.d.M.’s propaganda voor het natuurrecht. 331
Eerste antwoord aan den hoogeerwaarden en hooggeleerde heere Paulus Chevallier professor in de godgeleerdheid aan ’s lands universiteit te Groningen, waar in het beleedigende en het onbetaamelyke van Zyn Hoogeerw. gedrag jegens F.A. van der Marck aangetoond, en de verkeerdheid der beschuldigingen, in desselfs eerste brief
140
Frederik Adolf van der Marck
hem aangewreeven, ten klaarsten open gelegd wordt. Te Groningen, by Hajo Spandaw, 1772. 8°: IV, 24 pp. – t.p., cit. 2 Korinthiërs 6: 8, 9 en 10, tekst van een gedicht van C.F. Gellerts uit diens Sämtliche Schriften dl. I, p. 104-106., tekst brief met een P.S. – Van Alphen, 1336; Willemse M 12; STCN. UBG, UBL, UBVU
ANTWOORD EXCEPTIONEEL AAN DE SENATUS ACADEMIAE In dit vertoog verdedigt V.d.M. zich tegen de aantijgingen van de classis van Groningen en het Gorecht omdat zijn Lectiones Academiae (zie hierboven nr. 330a en b) onrechtzinnige uitspraken zouden bevatten. 332
Antwoord exceptioneel aan den senatus academiae amplissimus van Stad en Lande geëxhibeerd en overgegeeven door Mr. Frederik Adolph van der Marck ter eenre op en tegen de heeren predikanten, Petrus Abresch, Lambertus van Bolhuis, Theodorus Lubbers en Hermannus Knock, hunne bedenckingen en bezwaaren uit naame der classis van Groningen en het Gorecht by hooggemelden senaat over des excipients gedruckte Lectiones Academicae ingediend hebbende, ter anderen zyde. [Groningen], [1772]. 8°: 35, I pp. – koptitel, tekst, bijlagen. – Knuttel 18998 en 18999.
KB, PBL
VERKLAARING TEGEN DE BEDENKINGEN EN BEZWAAREN VAN DE CLASSIS GRONINGEN Met deze ‘verklaaring’ reageerde V.d.M. op de ‘Bedenkingen en bezwaaren etc. …’die tegen zijn colleges waren ingebracht bij de Academische Senaat uit naam van de classis van Groningen en het Gorecht. Hajo Spandaw gaf deze ‘Bedenkingen’ samen met deze ‘Verklaaring’ uit. Bij de ‘Academische Lessen’ waarvan in de titel sprake is, gaat het om M.’s Lectiones Academicae 1771 (zie hierboven nr. 330a). In december 1772 werd V.d.M. uiteindelijk om zijn in deze Lectiones geponeerde stellingen veroordeeld door de Senatus Amplissimus van de Academie en vervolgens 2-2-1773 ook uit zijn ambt gezet. Zie hiervoor ‘Het besluit van den Senatus Amplissimus der academie van Stad en Lande over de leer van Frederik Adolf van der Marck. Professor in het staats-, natuur- en volkenrecht; en de daarop gevolgde dimissie van dien hoogleeraar, briefsgewyze aan een Hagenaar verhaald en met eenige aanmerkingen vermeerderd, door een Groninger heer, ’s Gravenhaage, by Johannes Thierry, 1773 (Knuttel 19035; ex. o.a. in UBG). 333
Verklaaring … op en tegen de bedenkingen en bezwaaren door… Petrus Abresch, Lambertus van Bolhuis …[en anderen] uit naame van de … Classis van Groningen en het Gorecht over zyne … Academische Lessen opgemaakt, etc. in: Bedenkingen en bezwaaren door … Petrus Abresch, Lambertus van Bolhuis, Theodorus Lubbers en Hermannus Knock uit naame van de … classis van Groningen en het Gorecht overgegeeven aan den grooten senaat der Hooge Schoole van Stad en Lande op en tegen
Frederik Adolf van der Marck
141
de academische lessen van Mr. Frederik Adolph van der Marck, Groningen, by Hajo Spandaw, 1772. 8°: II, 222 pp. – De door V.d.M. opgestelde verklaring p. 27-222. – Willemse, B 029; STCN. UBG, UBVU, BL
BERICHT AAN DEN SENATUS ACADEMIAE 334
Bericht aan den Senatus Academiae Amplissimus van Stad en Lande geëxhibeerd en overgegeeven door mr. Frederik Adolf van der Marck ter eenre op en tegen de ongegronde bedenkingen door de heeren predikanten Petrus Abresch, Lambertus van Bolhuis, Theodorus Lubbers en Hermannus Knock uit naame ende van wegens de weleerwaarde classis van Groningen en het Gorecht bij hooggemelden Senaat over des berichtgeevers gedrukte Lectiones Academicae ingediend ter andere zijde. s.l. [Groningen], s.n. [1772]. 8°: 61 pp. – koptitel, tekst. – Knuttel 18999, STCN.
UBG, UBVU, KB, PBL
REQUESTE EN BRIEF OVER DE GEDREIGDE KERKELYKE CENSURE Met dit geschrift reageerde M. op de kerkelijke censuur, die hem boven het hoofd hing n.a.v. zijn veroordeling door de Academische Senaat. 335
Requeste en brief aan den kerkenraad der Nederduitsche Hervormde gemeente van Groningen over de gedreigde kerkelyke censuure wegens de leerstellingen van Mr. Frederik Adolf van der Marck, met zyne bygevoegde geloofsbelijdenisse aangaande de drie stukken, waaromtrent zyne stellingen door de Senatus Amplissimus der Hooge Schoole van Stad en Lande veroordeeld zyn Frederik Adolf van der Marck. Te Groningen, by Jacob Bolt, 1773. 8°: IV, 28 pp. – t.p., pref. (Groningen, 14-4-1773), tekst rekest (ongedat.), tekst brief aan de Kerkenraad van de Herv. Gemeente te Groningen, gedateerd Groningen 8-4-1773, ‘Bylaage.’ (tekst van een vertoog m.b.t. V.d.M.’s ‘waare gevoelens’ betreffende de beschuldigingen van de Academische Senaat, geschreven 12-1-1773). – Knuttel 190038, STCN. UBG, UBL, UBU, ThUKam, KB
DE GLORIA DEI, SUPREMA NATURAE LEGE Rede gehouden te Lingen 18-12-1773 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten aldaar. 336
Oratio inauguralis de gloria Dei, suprema naturae lege. Lipsiae, apud Weidmann et Reich, Berolini, apud Haude et Spener, Ultrajecti, apud Schoonhoven et socios, 1764 [=1774]. 8°: 53, I pp. – t.p., ded. aan Carolus Abrahamus, vrijheer van Zedlitz, raad van de koning van Pruisen (Lingen, 20-2-1774), tekst oratie. – STCN. UBA, UBG, UBU, KB, PBL, SBBerl
142
Frederik Adolf van der Marck
AFSCHEIDS-BRIEF AAN DEN KERKENRAAD VAN DE NEDERDUITS GEREFORMEERDE GEMEENTE TE GRONINGEN Deze afscheidsbrief schreef V.d.M. te Lingen, waar hij na zijn ontslag in Groningen in juni 1773 tot hoogleraar benoemd was en vervolgens tot ouderling van de Nederduits Gereformeerde Gemeente aldaar was verkozen. 337
Afscheids-Brief van mr. Fred. Adolf van der Marck aan den wel eerwaarden kerkenraad der Nederduitsche Gereformeerde gemeente te Groningen. waarby de schryver te kennen geeft, dat hy als ouderling der Gereformeerde Gemeente te Lingen bevestigd zijnde, thans geen Groningsche kerkelyke attestatie voor zich noodig hebbe, ontslaande teffens den Kerkeraad van Groningen, om in hunne vergadering over zyne regt- of onregtzinnigheid verder te delibereren, geschreven te Lingen den 20. February 1774. Te Utrecht, by J. van Schoonhoven en Comp., 1774. 8°: 18 pp. – t.p., tekst. – STCN.
UBA, UBG, UBL, ThUKam, KB, PBL
STUKKEN IN DE ZAAK VAN JAN HENDRIK VAN DER WYCK Bij deze stukken gaat het ten eerste om een deductie in deze zaak. Deze is anoniem verschenen, maar wordt toegeschreven aan V.d.M. Stoevelaar was en is een havezate onder Goor in Overijssel, waarvan de oom van de genoemde Van der Wijck in 1743 door aankoop eigenaar geworden was. Van der Wijck had de havezate vervolgens in 1751 geërfd. De vraag was nu of hij als eigenaar van deze havezate toegang had tot de ridderschap van de genoemde provincie. Ook het tweede stuk, de ‘Wederlegging’ van het advies van Bonda en Tydeman verscheen anoniem. Zie voor het advies in kwestie, dat deze hoogleraren 8-10-1786 hadden uitgebracht in de zaak van Jan Hendrik van der Wijck tot Stoevelaar BGNR Utrecht nr. 58. 338
Deductie voor Jan Hendrik van der Wyck, heer van Stoevelaar, strekkende tot bewijs, dat hij admissibel is in de Ridderschap van de provincie Overijssel. Te Zwolle, gedrukt bij Simon Clement, 1774. 4°: VI, 42, IV, 81, I pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst Deductie, err., mededeling: ‘De bylaagen tot deze deductie zyn op de pers, en zullen zoo ras moogelyk uitgegeeven worden.’, fr. t.p. ‘Bylagen behoorende tot de deductie van Jan Hendrik van der Wyck, heer van Stoevelaar.’, inleidende opmerkingen, tekst bijlagen A-Y, err. KB, MPI
339
Wederlegging van het advys der hoogleraaren in de rechtsgeleerde faculteit van de hooge school te Utrecht Mr Pieter Bonda, en Mr Meinhard Tydeman, in zaake van Jan Hendrik van der Wyck, tot Stoevelaar, begeerende beschreeven te worden in de ridderschap van Overyssel. Te Deventer, by Gerrit Brouwer, 1787. 4°: 36 pp. – t.p., tekst.
UBU, KB
Frederik Adolf van der Marck
143
WAARAGTIG VERHAAL OMTRENT HET HOOGLEERAARS AMBT VAN MR. FRED. ADOLF VAN DER MARCK Aan het ex. van dit werk dat in de SBBerl berust, is nog een ander werk in verband met wat V.d.M. in Groningen overkomen was aangebonden: Egte en ware oorzaak van het ongeluk, den heere professor F.A. van der Marck te Groningen toegevallen, om te dienen tot opheldering van desselfs waaragtig verhaal enz. door Aletophilus. 1778. In 1796 schreef V.d.M. een vervolg op dit Waaragtig verhaal (zie hieronder nr. 350). 340
Waaragtig verhaal van het geene omtrent het hoogleeraars ambt van Mr. Fred. Adolf van der Marck in het staats-, natuur- en volkerenregt op de hooge schoole der stad Groningen en Ommelanden van den beginne zyner aanstelling tot zijn ontslag toe, geduurende zijne veertienjaarige bediening aldaar openlyk is voorgevallen, uit egte stukken en bewyzen getrouwelyk opgemaakt, kortelyk beschreeven en in 't licht gegeeven door denzelven F.A. van der Marck. Te Lingen, gedrukt voor Bauer en Compagnie by J.A.F. Korff, 1775. 8°: XXIV, XXIV, 215, I, 254 pp. – t.p., ded. aan Julius Augustus Fredericus, vrijheer van der Horst, Karel Abraham, vrijheer van Zedlitz, en Fredericus Wilhelmus, vrijheer van Schulenburg (Lingen, 14-7-1775), pref. (Lingen, 14-7-1775), tekst, bijlagen. – STCN. UBG, UBU, UBVU, KB, ABDev, UBGött, UBMüns, SBBerl
ORATIO DE BONA FILIORUM EDUCATIONE Rede, gehouden te Lingen in november (?) 1778 bij het neerleggen van het rectoraat. 341
Oratio de bona filiorum educatione academica, finibus reipublicae attemperanda. Lingae, typis J.A.F. Korff, 1778. 8°: VIII, 56 pp. – t.p., ded. aan Frederik Willem, koning van Pruisen (Lingen, 3-11-1778), tekst. KB, UBMüns, SBBerl
ADVIES IN DE ZAAK VAN J. D. VAN DER CAPELLEN TOT DEN POL Naar men aanneemt is de jurist ‘C.v.E.’ V.d.M. Voor Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784) was het met het oog op zijn politieke ideeën belangrijk toegelaten te worden tot de Statenvergadering van Overijssel. Hij had daartoe de havezate De Bredenhorst gekocht om aldus toegelaten te worden tot de ridderschap van die provincie. Desalniettemin stuitte hij op afwijzing. Het hieronder genoemde advies werd 15-5-1779 uitgebracht. 342
Rechtsgeleerd instructoir Advys, in de zaake van jr. Johan Derk van der Capelle, heer van den Pol, beschreven in de Ridderschap van Overyssel door de rechtsgeleerden B. v. J. [en] C. v. E. Te Leyden, bij L. Herdingh, 1779.
144
Frederik Adolf van der Marck
8°: II, 98 pp. – t.p., cit. uit C. Tacitus in ‘’t leeven van J. Agricola’ door P.C. Hooft, tekst (ingeleid door ‘de vragen’ van het Instructoir advys’), err. – STCN. UBA, UBL, UBU, KB
MISSIVE OVER DE AART EN OORSPRONG DER DROSTENDIENSTEN De Overijsselse drostendiensten waren van oorsprong hand- en spandiensten die de boeren tweemaal per jaar moesten leveren aan de drost van hun streek. In 1651 waren deze drostendiensten officieel afgeschaft, maar met name in Twente bleven ze bestaan totdat zij in 1783 door toedoen van Joan Derk van der Capellen tot den Pol definitief werden afgeschaft. 343
Missive over den aart en oorsprong der drosten- en andere diensten in Overijssel, door een kenner der vaderlandsche regten en oudheden geschreeven aan Johan Derk van der Capellen tot den Pol, en door Zijn Hoog Welgebooren aan het publiek medegedeeld (NB de auteur is F.A. van der Marck). Te Leyden, bij L. Herdingh, 1782. 8°: II, 40 pp. – t.p. (met cit. uit ‘Winhoff Landrecht van Averissel’), tekst. bijlagen. – Knuttel 20333. UBA, UBG, UBL, KB, BL
ORATIO DE AMORE ERGA PATRIAM Rede, gehouden 25-9-1783 bij het aanvaarden van het professoraat in de rechten te Deventer 344
Oratio de amore erga patriam, naturae hominum rationali et sociali attemperando, seu de vera patriotismi, quem dicunt indole. Daventriae, apud J. de Lange, 1783. 4°: VI, VIII, 67 pp. – t.p., cit. uit Cicero, de offic. lib. I. cap. 17., ded. aan stadsbestuur van Deventer en curatoren van de hogeschool (ongedat.), pref. (Deventer, 4-12-1783), tekst. – STCN. UBA, UBL, UBU, ABDev, KB, PBL, VP, SBBerl, BL, Bodl
ORATIO DE AMORE ERGA PATRIAM, NEDERLANDSE VERTALING 345
Redenvoering van F.A. van der Marck, over de liefde tot het vaderland, te bestuuren overeenkomstig met de redelyke en gezellige natuur der menschen. Of over de waaren aard van het zogenaamde patriotismus. Te Deventer, by G. Brouwer, en te Amsterdam, by J. Allart, 1783. 8°: II, XII, 72 pp. – t.p., cit. uit Cicero, de offic. lib. I. cap. 17., pref. (Deventer, 4-12-1783), tekst, ‘Gelukwensching’ (anoniem), lofdd. van J. Hespe en J. Voorrman (in het Nederlands). – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, ABDev, KB, BL
Frederik Adolf van der Marck
145
COMMENTATIO DE PORTENTOSA HOBBESIANI CIVIS IMAGINE Dit werk bevat twee redes van V.d.M., gehouden als professor aan het Gymnasium Arnoldinum te Burgsteinfurt, de eerste bij zijn aantreden als hoogleraar in april 1788, de tweede 18-7-1788 bij het aanvaarden van het prorectoraat. Bij het neerleggen daarvan in juli 1789 hield hij een rede ‘de plena typographiae libertate singularis concedenda’, die zeer waarschijnlijk niet gedrukt is (cf. Höting, Professoren Steinfurt, p. 130). 346
Commentatio de portentosa Hobbesiani civis immagine, quam duabus orationibus delineavit Fr. A. van der Marck. Burgo-Steinfurti, prostat in taberna litteraria Joannis Hermanni Peck, 1788. 8°: Twee stukken, doorl. gepag.: XVIII, 76 (het eerste stuk p. 1-38, het tweede p. 39-76), II pp.– t.p., ded. aan Ludovicus Gulielmus Ernestus Gelricus, regent in Bentheim-Steinfurt, Tecklenburg en Limburg etc. (Burgsteinfurt, 1-10-1788), pref. (Burgsteinfurt, 1-9-1788), err., tekst eerste rede, t.p. ‘Fred. Ad. van der Marck Oratio altera de portentosa Hobbesiani civis imagine, dicta die XV ante Calendas Augusti (= 18 juli) 1788, quum fasces academicos in illustri Athenaeo Arnoldino capesseret.’, tekst tweede rede. UBL, ThUKam, KB, UBLeip, UBMüns, Arn, FBB
SERMO DE POMOERIIS JURIS NATURAE Rede, gehouden te Burgsteinfurt 8-6-1794 bij het overgeven van het rectoraat aan zijn collega Henricus G.G. Iken. De rede werd pas in 1796 gedrukt in Groningen. 347
Sermo academicus de pomoeriis juris naturae proferendis. Groningae, apud Jacobum Bolt, 1796. 8°: 26 pp. – t.p., tekst.
UBG
SERMO DE JURE HOMINIS NATURAE INSITO Rede, gehouden te Groningen 26-11-1795 bij het opnieuw aanvaarden van het professoraat in het staats-, natuur- en volkenrecht. 348
Sermo academicus de jure hominis naturae insito, singulis aequaliter tribuendo, perenni Rerumpublicarum stabilimento; quem publice dixit in choro templi Academici D. XXVI. Novembr. MDCCL XXXXV, quum, in integrum restitutus, pristinam suam juris publici, naturae et gentium, professionem ordinariam, in illustri Academia Groningo-Omlandica, solemni ritu iterum suspicaretur. Groningae, apud Jacobum Bolt, 1795. 8°: VIII, 43, I pp. – t.p., ded. aan de ‘representanten’ van Stad en Lande en de curatoren van de academie (ongedat.), tekst. – Van Alphen, 1947, STCN. UBG, UBL, UBU, KB, Arn, MPI
146
Frederik Adolf van der Marck
SERMO DE JURE HOMINIS NATURAE INSITO, NEDERLANDSE VERTALING Deze Nederlandse vertaling is van Jan Rudolf van Eerde (1774-1835), die in 1795 na de voltooiing van zijn studie tot conrector van de Latijnse School te Groningen was aangesteld. In 1806 werd hij hoogleraar in de geschiedenis aan de Groningse universiteit. Zie over hem NNBW IV, 555 en Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 115-116. 349
Academische redevoering van Frederik Adolf van der Marck, over het recht, hetwelk in de menschelijke natuur ligt, en iedereen gelijkelijk moet toegekend worden, den eeuwigen grondslag van den burgerstaat. Uit het Latijn vertaald door Jan Rudolf van Eerde. Te Groningen, by Jacob Bolt, 1796. 8°: II, 56, II pp. – t.p., tekst, err. – STCN.
UBL
IETS TEN GEVOLGE OP HET WAARAGTIG VERHAAL Zie ook hierboven nr. 340. 350
Iets ten gevolge op het waaragtig verhaal wegends het voorgevallene omtrent het hoogleeraars ambt van Mr. Fred. Adolf van der Marck, beschreeven en in ’t licht gegeven door denselven F.A. van der Marck, Te Groningen, by Jacob Bolt, 1796. 8°: IV, 60 pp. – t.p., pref. (Groningen, 16-1-1796), tekst. – Van Alphen 1964, STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, MPI
ORATIO DE MERITIS M. TULLII CICERONIS Rede, gehouden te Groningen 12-10-1797 bij het neerleggen van het rectoraat. Zie over deze rede ook W.J. Zwalve, ‘Frederik Adolf van der Marck en Marcus Tullius Cicero. Enige opmerkingen over de crisis van het natuurrecht tegen het einde van de achttiende eeuw’ in: Acht Groningse juristen en hun Genootschap, Groningen [1986], p. 9-27. 351
Oratio de meritis Marci Tullii Ciceronis circa juris naturae disciplinam conspicuis. Groningae, apud Jacobum Bolt, [1797]. 8°: 93, I pp. – t.p., tekst.
UBG, FBB
TWEE VERHANDELINGEN VOOR HET GENOOTSCHAP TER BEVORDERING VAN WAAREN GODSDIENST ETC. Het gaat hier om de respectievelijk tweede en elfde verhandeling in uitgaven van het in 1796 opgerichte Genootschap ter bevordering van waaren godsdienst, deugd, kunst en wetenschap, respectievelijk verschenen in 1797 en 1798. V.d.M. was sinds 16-1-1797 lid van dit Genootschap.
Frederik Adolf van der Marck
352
[Over het schijn- en waare goed; alsmede het gewaande tweeërlei stedehouderschap Gods op deeze aarde: voorts de heerschappij der mannen over hunne vrouwen. In: Werken van het Genootschap ter bevordering van waaren godsdienst, deugd, kunst en wetenschap, opgericht in de Bataafsche Republiek. (I) Te Grave, bij A. van Dieren, 1797.] Groot 8°: p. 27-58.
353
147
UBL
[Verhandeling over de drieërleie wezensbepaalingen van den mensch en zijne daar uyt vloeijende rechten van gelijkheid en vrijheid. In: Eerste proeven van het Genootschap, ter bevordering van waaren godsdient (sic!), deugd, kunst en wetenschap. Te Grave, bij A. van Dieren, 1798.] Groot 8°: Stuk met eigen pag. 28 pp. – t.p., cit. uit J.J. Rousseau, tekst.
UBL
SCHETS OVER DE RECHTEN VAN DEN MENSCH In de pref., gedateerd maart 1798, deelt V.d.M. (p. XV) mee dat al 14 bladen van dit werk gedrukt waren, toen 22-1-1798 de ‘Eene en onverdeelbare Republiek’ werd afgekondigd, zodat de ‘Schets’ nog hier en daar de woorden ‘Provinciaale gewesten en kwartieren en wat dies meer is’ heeft. De inhoud van de Schets zelf is verdeeld over 12 ‘hoofddelen’ met in totaal 215 §§. 354
Schets over de rechten van den mensch, het algemeen kerken- staats- en volken-recht, ten dienste der burgerij ontworpen; als mede tafereel van deelen, afdeelingen en hoofdstukken, tot een algemeen Bataafsch wetboek, beknoptelyk geschetst door F.A. van der Marck, Te Groningen, by de weduwe Jacob Bolt, 1798. 8°: II, XXVI, 28, 314 pp – t.p., cit. uit ‘Leev. van Altem. bl. 902 II. D.’, pref. (Groningen, maart 1798), err., fr.t.p. ‘Tafereel van deelen en hoofdstukken, tot ontwerp van een Algemeen Bataafsch Wetboek in Civiele en Crimineele Zaaken, ten dienste der burgery beknoptelyk geschetst door F.A. van der Marck.’, pref., tekst Tafereel etc., tekst ‘Schets over de rechten van den mensch etc. ontworpen door F.A. van der Marck.’ – Willemsen M 24, STCN. UBA, UBG, UBN, UBU, ABDev
JOHANNES WILHELMUS MARCKART
Geboren Rüdenhausen (Frankenland) 1698, overleden Harderwijk 1757. Studie Halle en Utrecht. Promotie tot doctor juris Utrecht 1737. Hoogleraar Harderwijk 1747. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 244-250; Meusel, Lexicon, VIII, p. 485-486; Jöcher-Adelung, Allgemeines Gelehrten-Lexicon, IV, p. 674-675
OEFENDISPUTATIE: DE JURISPRUDENTIA BELGICA CUM ROMANA CONJUGENDA Oefendisputatie gehouden te Utrecht onder voorzitterschap van Everardus Otto 14-4-1734. 355
Disputatio juridica de jurisprudentia Belgica cum Romana conjugenda: quam praeside Everardo Ottone defendendam proponet Joannes Wilhelmus Marckart. Trajecti ad Rhenum, apud Alexandrum van Megen, 1734. 4°: 63, I pp. (ongepag.) – t.p., tekst, corollaria. – STCN. UBA, UBL, KB, PBL, SBReg, MPI, Bodl
PROBABILIA RECEPTARUM LECTIONUM 356
Probabilia receptarum lectionum. Trajecti ad Rhenum, apud Mattheum Visch, 1736. 8°: XVI, 181, III pp. – t.p., ded. aan Joannes Ludovicus en Leopold Casimir, graven van Rechteren (Utrecht, 15-9-1736), pref. (ongedat.), tekst, reg. err. UBA, BArn, UBTüb, Bodl
357
Probabilia receptarum lectionum juris civilis. Trajecti ad Rhenum, apud Mattheum Visch, 1737 (dl. I) en Trajecti ad Rhenum, apud Guilielmum Kroon, 1738 (dl. II). 8°: Twee dln. in een bd. elk met eigen t.p. en pag.: XVI, 181, III; VIII, 181, XXV pp. – I: t.p., ded. aan Joannes Ludovicus en Leopold Casimir, graven van Rechteren (Utrecht, 15-9-1736), pref. (ongedat.), tekst, reg. err.; II: t.p.: Probabilia etc. Pars II, pref. (ongedat.), tekst, ‘Monenda et corrigenda part. I et II’, regg. – STCN. UBA, UBL, UBM, UBU, UBBonn, SLBD, UBGies, UBGött, UBHal, UBJena, UBKiel, UBLeip, UBRos, LBMV, SBBerl, Bodl (heeft dl. II), NLS
Johannes Wilhelmus Marckart
149
SCHEDIASMA JURIS PUBLICI DE SUFFRAGIO ET ARCHIOFFICIO REGINAE BOHEMIAE Verhandeling n.a.v. de opvolgingskwestie in het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie na de dood van keizer Karel VI in 1741 waardoor het Habsburgse huis in mannelijke lijn was uitgestorven en de vraag was of Karels dochter Maria Theresia, die haar vader o.a. als koningin van Bohemen was opgevolgd, in die hoedanigheid wel keurvorst kon zijn. In M.’s Exercitationes academicae, verschenen in 1751 gaat ‘Exercitatio V’ ook over dit onderwerp (zie hieronder nr. 362). 358
Schediasma juris publici de suffragio et archiofficio reginae Bohemiae electorali. Quo demonstratur utriusque exercitium non competere, nisi reginae, aut reginae marito, aut ordinibus Bohemiae. Trajecti ad Rhenum, apud J.H. Vonck van Lynden, 1741. 4°: 36 pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst, bijlagen. – STCN, Knuttel 17160. UBG, UBVU, KB, UBBonn, UBGies, Bodl, BL, BN, NLS
SCHEDIASMA JURIS PUBLICI DE SUFFRAGIO ET ARCHIOFFICIO REGINAE BOHEMIAE, NEDERLANDSE VERTALING Deze Nederlandse vertaling verscheen nog in hetzelfde jaar in de vorm van een pamflet. 359
Korte verhandeling van het Duitsche staatsregt over de keurvorstelijke stem en het aerts-schenkerambt der Koningin van Bohemen. Waar in aangetoont en bewezen wordt, dat het oeffenen van beide rechten aen niemand anders, dan aen de koningin, of aen den gemael der koningin, of aen de standen des koningrijks van Bohemen toekomt. Te Utrecht, by J.H. Vonck van Lynden, 1741. 4°: IV, 56 pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst, bijlagen, ‘Druk-fout’. – STCN.
KB
INTERPRETATIONUM RECEPTARUM JURIS CIVILIS LECTIONUM LIBRI DUO 360
Interpretationum receptarum juris civilis lectionum libri duo: in quibus variae leges ab emendationibus liberantur, explicantur, illustrantur. Trajecti ad Rhenum, apud J.H. Vonck van Lynden, 1747. 8°: XXIV, 334, XXXXII pp. – t.p., pref. (ongedat.), inh., tekst, regg., err. – STCN. UBL, UBU, KB, UBBonn, UBGött, UBGrei, UBHal, UBJena, UBKiel, UBLeip, UBRos, UBTüb, MPI, UBAntw, Bodl, ALEd, NLS
150
Johannes Wilhelmus Marckart
DE JURE ATQUE OBLIGATIONE GENTIUM SUCCURENDI INJURIA OPPRESSIS Rede, gehouden te Harderwijk 12-6-1748 ter gelegenheid van het aanvaarden van zijn professoraat aldaar. 361
Oratio de jure atque obligatione gentium succurrendi injuria oppressis. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1748. 4°: VI, 34 pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit te Harderwijk (ongedat.), tekst. UBA, UBL, ABDev, UBJena, SBReg, ÖNB, BN
EXCERCITATIONES ACADEMICAE In de pref. verwijst M. enige keren naar de uitgave van zijn Interpretationes receptarum lectionum’ van 1747 (hierboven nr. 360). In ‘Exercitatio V De suffragio et archiofficio reginae Bohemiae electorali, qua demonstratur utriusque exercitium non competere nisi regine aut reginae marito aut ordinibus Bohemiae.’ (p. 231-271) behandelt M. hetzelfde onderwerp als in zijn Schediasma juris publici de suffragio et archiofficio reginae Bohemiae etc. (hierboven nr. 358). 362
Excercitationes academicae, quibus selectiora quaedam cum publici tum privati juris argumenta illustrantur et cum hodiernis moribus conferuntur. Hardervici, apud Wilhelmum Brinkink, 1751. Groot 4°: XVI, 307, XIX pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit te Harderwijk (ongedat.), pref. (ongedat.), inh., tekst, add. en err., regg. – STCN. UBL, UBU, KB, ABDev, UBBonn, UBGrei, UBHal, UBJena, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, MPI, SBBerl, KBBr, Bodl
GOTTFRIED MASCOVIUS
Geboren Danzig 1698, overleden Leipzig 1760. Studie Leipzig en Altdorf. Licentiaat in de rechten en ‘Anwaltsprüfung’ Leipzig 1720, (2de (?)) licentiaat, alsmede promotie tot doctor juris en magister philosophiae Altdorf 1724. Advocaat en privaatdocent voor Romeins recht, natuurrecht en oudheden te Leipzig. Hoogleraar Harderwijk 1728, Göttingen 1735 en buitengewoon hoogleraar Leipzig 1739, ordinarius aldaar 1748. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 127-131; Alg. Deutsche Biogr. XIX, p. 551-553. J.L.E. Püttmann Memoria Gottfridi Mascovii, Lipsiae, apud Siegfr. Lebr. Crusium, 1771. Dit werk bevat behalve een levensbeschrijving van M. ook besprekingen van een aantal van zijn werken en een aantal brieven, o.a. van Jean Barbeyrac. Zie verder hieronder nr. 398. Veilingcatalogus van zijn bibliotheek: Viri celeberrimi bibliothecae exquisitae et in privatos quondam usus collectae catalogus: Auctio publica Lipsiae d. 12. Martii 1761 (ex. in SBBerl). Lofd. van Johann Heinrich Hellbachios.: Endoxotatō kai ellōgimotatō andri Gotfredō Maskobiō, en Amstelodamō, [1734] (ex. in UBLeip).
DE PROCURATORE CAESARIS Filosofische disputatie ‘pro laurea artium’, gehouden te Altdorf 1-10-1724. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 45-47. Ook opgenomen in de Opuscula juridica et philologica recensuit etc. J.L.E. Püttmann, dl. I, p. 3-30 (hieronder nr. 399). 363
De Procuratore Caesaris, consensu amplissimi ordinis philosophici pro laurea artium disputabit Gottfried Mascov. Altorfii Noric., typis Jod. Guil. Kohlesii, 1724. 4°: 24 pp. – t.p., tekst.
SLBD, UBGött, UBHal, UBJena, UBLeip, UBMünch, UBTüb, FUBerl, SBBerl, HABW, MPI, WLBS, Bodl
DE SECTIS SABINIANORUM ET PROCULIANORUM Disputatie pro gradu, verdedigd te Altdorf op 20-7-1724. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 47-51. 364
Exercitatio inauguralis De sectis Sabinianorum et Proculianorum in jure civili, quam consensu incluti ordinis juridici pro obtinendis in utroque jure summis solemni disquisitioni subjiciet Gottfried Mascov. Altorfii Noricorum, typis Jod. Guil. Kohlesii, 1724. 4°: IV, 83, I pp. – t.p., lofd.van C.G. Schwarzius, tekst. SLBD, UBFrei, UBHal, UBJena, UBLeip, UBMann, UBMünch, UBTüb, FUBerl, HABW, MPI, WLBS, ÖNB, Bodl, ULEd
152
365
Gottfried Mascovius
De sectis Sabinianorum et Proculianorum in jure civili diatriba. Inserta est Disquisitio de her[c]iscundis. Lipsiae, apud Jacobum Schuster, 1728. 4°/8°: XVI, 276, XII pp. – t.p., ded. aan Henricus de Bunau, vorst in Dahlen en Domsen (ongedat.), pref., cit. ontleend aan Pomponius ‘libro singulari enchiridii’ (= D.1.2.2 in het bijzonder D. 1.2.2.47), tekst De sectis Sabiniaorum etc. (= Caput I-VII), tekst Disquisitio de herciscundis (= Caput VIII), reg. UBL, KB, UBAug, SLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBHei, UBJena, UBKiel, UBRos, UBTüb, HABW, LBAu, LBMV, MPI, SBBam, SBBerl, ÖNB, Bodl
DE MODESTIA VETERUM JURISCONSULTORUM Rede uitgesproken te Harderwijk 15-6-1729 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 53-54. Ook opgenomen in de Opuscula etc., dl. II, p. 305-326 (zie hieronder nr. 399). 366
Oratio de modestia veterum jurisconsultorum. Harderovici, apud viduam Alb. Sas et A. Olofs, 1729. 4°: 34 pp. – t.p., ded.aan de curatoren van de academie te Harderwijk (ongedat.), tekst – STCN. UBA, UBU, PBL, SLBD, UBLeip, MPI, SBBerl, HABW
367
Oratio de modestia veterum JCtorum. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, 1741. 4°: 32 pp. – t.p., tekst.
SLBD, UBHal, UBLeip, UBTüb, NLH, HABW, MPI, SBBerl, Bodl
DE USU ET PRAESTANTIA HISTORIAE AUGUSTAE IN JURE CIVILI Rede, uitgesproken te Harderwijk 19-6-1731 bij het neerleggen van het rectoraat. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 56-58. Ook opgenomen in de Opuscula etc., dl. II, p. 327-356 (zie hieronder nr. 399). 368
Oratio de usu et praestantia Historiae Augustae in jure civili. Harderovici, apud Johannem Rampen, 1731. 4°: II, 23, I pp.- t.p. tekst – STCN. UBA, UBL, KB, PBL, UBLeip, BSB, FUBerl, HABW, MPI, ÖNB, Bodl
DE USU ET PRAESTANTIA HISTORIAE AUGUSTAE IN JURE CIVILI, HERUITGAVE, VERZORGD DOOR PÜTTMANN Josias Ludwig Ernst Püttmann (1730-1796) was M.’s leerling en opvolger in Leipzig. Hij is ook de auteur en uitgever van de hier onder nrs. 398 en 399 genoemde werken.
Gottfried Mascovius
369
153
Oratio de usu et praestantia Historiae Augustae in jure civili. Praefatus est et animadversiones nonnullas adjecit J.L.E. Püttmannus. Lipsiae, apud Siegfr. Lebr. Crusium, 1774. 4°: XXXII pp. – t.p., pref.van J.L.E. Püttman, fr.t.p. ‘Gotfridi Mascovii Oratio de usu et praestantia Historiae Augustae in jure civili etc.’, tekst oratie. UBGött, UBHal, UBLeip
DE USU JURIS CUM SCIENTIA EJUSDEM CONJUNGENDO Rede, gehouden te Göttingen 18-10-1735 bij het begin van de colleges in het winterseizoen. Zij is besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 61 en heruitgegeven in de Opuscula etc., dl. II, p. 357-368 (zie hieronder nr. 399). 370
De usu juris cum scientia ejusdem conjungendo, prolusio, praemissa lectionibus in academia Gottingensi hibernis. Gottingae, apud Abramum Vandenhoeck, [1735]. 4°: 14 pp. – t.p., tekst. – Laatste pag. ‘Dabam Gottingae, ad d. XVII Octobris MDCCXXXV.’ SLBD, UBHal, UBGött, UBLeip, UBTüb, HABW, LBMV, MPI, WLBS, ÖNB, Bodl
DE PAROEMIA LÄNGST LEIB LÄNGST GUTH Rede, gehouden te Göttingen in april 1736 bij het begin van de oefendisputen naar aanleiding van J.H. Boehmers boek over de acties, i.e. J.H. Boehmer, Doctrina de actionibus ad praxin hodiernam et novissimam ordinationem processus electoralis Saxonici accomodatam, waarvan in 1734 een zesde druk verschenen was (6. vice novis accessionibus notisque illustrata. Halae Magdeburgicae, prostat in officina Rengeriana, 1734). Deze toespraak is besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 63. Zij is ook gepubliceerd in de Opuscula etc., dl. II, p. 369-376 (zie hieronder nr. 399). 371
De paroemia juris Germanici: Längst Leib längst Guth prolusio praemissa exercitationibus disputatoriis aestivis. Ad illustris Boehmeri Librum de actionibus. Gottingae, apud Abramum Vandenhoeck, z.j. [1736]. 4°: VIII pp. – t.p., tekst.
SLBD, UBJena, HABW, MPI, WLBS, Bodl
FELICITATIEREDE TER GELEGENHEID VAN HET HUWELIJK VAN FREDERIK PRINS VAN WALES EN AUGUSTA HERTOGIN VAN SAXENGOTHA-ALTENBURG Felicitatierede gehouden te Göttingen 17-6-1736 bij gelegenheid van het huwelijk van Frederik, prins van Wales, de oudste zoon van koning George I van Groot Brittannië, en Augusta van Saksen-Gotha.
154
372
Gottfried Mascovius
Oratio … Georgio II. Magnae Brittanniae … regi praesentiam in Germania patria et nuptias Frederici, Walliae principis cum Augusta e ducibus Saxoniae Gotha et Altenburg 1736 in palatiis Jacobi celebratas gratulatura cum esset Academia Georgia Augusta panegyrin indicibat Gottfridus Mascovius. Gottingae, apud Abram. Vandenhoeck, [1736]. Fol.: 8 pp. – tekst. – Op p. 8 datering: 17-6-1736.
UBHal, FBGotha, NLH
UITNODIGING VOOR DE BEGRAFENIS VAN CHRISTIANA FRIDERICA HUBNER Uitnodiging door M. als koninklijk commissaris van de universiteit van Göttingen voor de begrafenis van Christiana Friderica Hubner, de vrouw van de theologische hoogleraar Magnus Crusius, 26-6-1736. 373
Commissarius regius Gottfridus Mascovius memoriam Christianae Fridericae gentis Hubneriae in matrimonio Magni Crusii a.d. XXIII Jun. MDCCXXXVI pie defunctae commendat civibus eosque ad funus a.d. XXVI Jun. deducendum invitat. Göttingae, apud Abram. Vandenhoeck, 1736. Fol.: 4 pp. (ongepag.) – tekst.
UBGött
UITGAVE VAN J.V. GRAVINA, OPERA, MET M.’S ANNOTATIES Janus Vincentius (Gianvincenzo) Gravina (1664-1718) was doctor in de beide rechten. Hij was sinds 1699 hoogleraar in het Romeinse recht aan het college La Sapienza te Rome, welk ambt hij in 1703 verruilde voor dat in het canonieke recht aan hetzelfde college. Behalve juridische schreef hij ook letterkundige werken. Dl. I van deze door M. verzorgde heruitgave van zijn werken bevat Gravina’s grote werk Originum juris civilis libri tres, eerste druk Napels 1701. Het eerste boek daarvan handelt over de geschiedenis van het Romeinse recht: ‘de ortu et progressu juris civilis’, het tweede over het natuurrecht en de Wet van de 12 tafelen: ‘de jure naturali, gentium et XII. Tabularum’ en het derde over wetten en senaatsbesluiten: ‘de legibus en senatusconsultis.’ Aan het eind van boek I zijn twee brieven opgenomen, die gewisseld zijn tussen Raphael Fabretti en Gravina en aan het eind van boek II een reconstructie van de Lex XII Tabularum met parafrase. De inhoud van dl. II verschilt per uitgave. Die van 1739 (hieronder nr. 375) bevat naast Gravina’s De Romano imperio liber singularis zijn Opuscula et orationes varii argumentis met 17 van zijn kleine werken voornamelijk redes, die hij bij verschillende gelegenheden gehouden heeft. De uitgave van 1750 daarentegen bevat behalve De Romano imperio en de genoemde kleine werken nog acht andere kleine en bovendien nog twee grotere werken, één over het Romeinse en één over het canonieke recht (zie hieronder nr. 376). Soms beperkt de herdruk zich tot één deel met Gravina’s Originum juris civilis libri tres en zijn De Romano imperio (zie hieronder nr. 379 en 380).
Gottfried Mascovius
155
Tot het voorwerk van alle hier genoemde uitgaven behoort ook een brief van Johann Burchard Mencke (1674-1732), sinds 1699 professor in de geschiedenis aan de universiteit van Leipzig. M.’s heruitgave van Gravina’s werken is besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 64-66. Zie m.b.t. Gravina ook Scritti critici e teorici. Gianvicenzo Gravina; a cura de Amadeo Quondam, Roma etc., 1973. 374
Jani Vincentii Gravinae Opera seu Originum juris civilis libri tres, quibus accedunt De Romano Imperio liber singularis, ejusque orationes et opuscula latina. Recensuit et adnotationibus auxit Gottfridus Mascovius. Lipsiae, apud Joh. Frid. Gleditschi B. filium, 1737. 4°: Drie stukken: LII, 702, XXII pp. – t.p. ded. van M. aan Gerlacus Adolphus von Münchhausen, vorst in Strausfurt (Göttingen, 13-1-1737), ded. van Gravina aan paus Clemens XI, (ongedat.), pref. van Gravina (‘Ad cupidam legum juventutem’; ongedat.), pref. (van M.: ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’; ongedat.)), imprimatur van Jo. Baptista de Miro Casinensis (Rome, 9-11-1704), brief van Joh. Burchardus Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-5-1708), tekst van ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De origine Romani juris, libros tres considerationes’, inh., fr.t.p. ‘J. Vincentii Gravinae Originum juris civilis liber I qui est De ortu et progressu juris civilis ad Clementem XI seu operum tomus I.’, tekst liber I, fr.t.p. ‘ … liber II qui est De jure naturali, gentium, et XII Tabularum, ad Clementem XI.’, tekst liber II (met aan het slot een gereconstrueerde tekst van de Lex XII Tabularum met een parafrase), fr.t.p. ‘… liber III qui est De legibus en senatus-consultis nec non De Romano imperio liber singularis seu operum tomus III.’, tekst liber III, bijlagen (stukken betreffende het imprimatur voor Originum juris civilis); fr.t.p. ‘J. Vincentii Gravinae De Romano imperio liber singularis.’, tekst De Romano imperio; fr.t.p. ‘J. Vincentii Gravinae Opuscula et orationes varii argumentis seu operum tomus III.’, pref. van Joannes Baptista Ancionus ‘editioni Ultrajectinae praemissa’ (ongedat.), tekst Opuscula et orationes, reg., ‘Vocabulorum antiquorum ex fragmentis Legum Duodecim Tab. explicatio.’ err., colofon: ‘Lipsiae, ex officina Georgii Saalbachii.’ UBA, UBL, UBU, UBVU, KB, HR, UBAug, UBFrei, UBGött, UBHal, UBHam, UBJena, UBKöln, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, HABW, LBMV, LBOld, MPI, SBBerl, BCP, CUL, PGLDur, ALEd, BNN
375
Jani Vincentii Gravinae Opera, … [titel als in nr. 374] opuscula latina, recensuit et adnotationibus auxit Gottfridus Mascovius. Tomus I [II]. Venetiis, apud Franciscum Piteri, 1739. 4°: Drie dln., doorl. gepag., bevattende drie stukken: XLVI, II, 303, XVI, I; VI, 404 (gepag. 307-710), X pp. – I: fr.t.p., t.p., ded. van Gravina aan paus Clemens XI (ongedat.), pref. (van Gravina: ‘Ad cupidam legum juventutem’), pref. van M.: ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’; ongedat.), imprimatur van Jo. Baptista de Miro Casinensis (Rome, 9-11-1704), tekst brief van Joh. Burchardus Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-5-1708), tekst ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De origine Romani juris libros tres considerationes, inh. dl. I, fr.t.p. ‘J. Vincentii Gravinae Originum juris civilis liber I. Qui est de ortu et progressu juris civilis ad Clementem XI pont. max. seu operum tomus I.’, tekst Originum Juris civilis liber I, fr.t.p. ‘J. Vincentii Gravinae Originum juris civilis liber II. Qui est de jure naturali, gentium, et XII. Tabularum, ad Clementem XI, pont. max.’, tekst liber II, tekst van een gereconstrueerde tekst van de Lex XII Tabularum, tekst imprimatur aan Francesco Pitteri (13 en 28-1-1738; in het Italiaans), reg., ‘Vocabulorum antiquorum quae in primo tomo extant ex fragmentis Legum XII Tabul. Explicatio’; II: t.p. ‘J. Vincentii Gravinae Originum Juris civilis liber III. Qui est de legibus en senatus-consultis nec non De Romano Imperio liber singularis, seu operum tomus secundus. Venetiis, 1739, apud Franciscum Piteri, Superiorum permissu, ac privilegio.’, inh., tekst liber III ; fr.t.p. ‘J. Vincentii Gravinae De Romano imperio liber
156
Gottfried Mascovius
singularis ad S.P.Q.R.’, tekst De Romano imperio liber singularis; fr.t.p. ‘Jani Vincentii Gravinae Opuscula et orationes varii argumenti, seu operum tomus III’, pref.van Joannes Baptista Ancioni ‘Editio Ultrajectinae praemissa’ (ongedat.), tekst Opuscula et orationes, reg. UBU, UBFrei, BUTor, BURoma e.a.
376
Jani Vincentii Gravinae Opera, … [titel als in nr. 374] Latina, Institutionum j. recept. lib. IV, Dissertatio de censura Romanorum, et Institutionum canonic. lib. III. recensuit, et animadversionibus auxit Gotfridus Mascovius. Tomus primus, [secundus]. Venetiis, apud Franciscum Pitteri, 1750. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., bevattende vijf stukken: XL, 350, VIII pp.; 355, I pp. – I: fr.t.p., t.p., ded. van Gravina aan paus Clemens XI (ongedat.), pref. (van Gravina: ‘Ad cupidam legum juventutem’; ongedat.), pref. (van M. ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’; ongedat.), tekst brief van Joh. Burchardus Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-51708), tekst ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De origine Romani juris libros tres considerationes’, inh. dl. I, imprimatur (Rome, 13-11-1704) en toestemming tot herdruk van het werk door de ‘Reformatori dello studio di Padova’ (13 en 28-1-1738), tekst Originum Juris civilis libri tres (met tussen boek II en boek III een reconstructie van de tekst van de Lex XII Tabularum); II: t.p., tekst De Romano imperio liber singularis, tekst ‘Opuscula et orationes varii argumenti’, tekst ‘Jani Vincentii Gravinae In jure receptoris Institutiones proemium’, tekst van de daarop volgende boeken I-IV van dit werk, tekst ‘Dissertatio de censura Romanorum’, tekst ‘In pontifici juris institutiones’, inh. dl. II, reg., ‘Vocabulorum antiquorum quae in primo tomo extant ex fragmentis Legum XII Tabul. explicatio’. UBM, UBKöln, BSB, UBGent, BNBrai, BNN, e.a.
377
Jani Vincentii Gravinae Opera, seu … [titel als in nr. 374] recensuit et adnotationibus auxit Gotfridus Mascovius. Editio novissima ad Veneti exemplaris Pitterani formam exacta; ‘At vero mendis quamplurimis, vel sententiam perturbantibus, quibus exemplar illud scatebat sedula opera expurgata.’ Tomus primus, [secundus], [tertius]. Neapoli, publica auctoritate excudebat Josephus Raymundus, sumptibus Antonii Cervone, 1756-1757. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., bevattende zes stukken: XL, 1, 350; II, 353 (gepag. 3-355), I pp. – I: fr.t.p., t.p., ded. van Antonius Cervone aan Josephus Maria Mazzacara (ongedat.), ded. van Gravina aan paus Clemens XI (ongedat.), pref. (van Gravina: ‘Ad cupidam legum juventutem’; ongedat.), pref. (van M.: ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’; ongedat.), tekst brief van Joh. Burchardus Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-51708), tekst ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De orgine Romani juris libros tres considerationes’, inh. dl. I, toestemming voor het herdrukken van het boek (10 en 11-2- 1756), tekst Originum juris civilis liber primus qui est de ortu et progressu juris civilis (met aan het slot een brief van Gravina aan Raphael Fabretti, d.d. 21-3-1699, en van Fabretti aan Gravina, d.d. 23-3-1699), tekst Originum juris civilis liber secundus qui est de jure naturali, gentium, et XII Tabularum (met aan het eind een reconstructie van de tekst van de Lex XII Tabularum met parafrase), tekst Originum juris civilis liber tertius qui est de legibus et senatus consultis; II: t.p., tekst De Romano imperio liber singularis, tekst Opuscula et orationes varii argumenti, tekst Jani Vincentii Gravinae In jure receptoris Institutionis, tekst Jani Vincentii Gravinae Dissertatio de censura Romanorum, tekst institutiones juris pontifici, reg., ‘Vocabulorum antiquorum quae in primo tomo extant ex fragmentis Legum XII Tabul. Explicatio’. MPI, MPIH, SBBerl, BUNap., BUMace, BURoma, e.a.
378
Jani Vincentii Gravinae Opera, seu Originum juris civilis libri tres, … [titel als in nr. 374] recensuit et adnotationibus auxit Gotefridus Mascovius. Editio novissima ad Veneti exemplaris Pitteriani formam exacta. At vero mendis quamplurimis, vel sententiam perturbanti bus, quibus exemplar illud scatebat sedula opera expurgata.’
Gottfried Mascovius
157
Tomus primus, [secundus (met in de titel Gotfridus Mascovius)]. Venetiis, apud Franciscum Pitteri, 1758. 4°: Twee dln., elk met eigen t.p. en pag., bevattende zes stukken: XL, 1, 350; II, 353 (gepag. 3-355), I pp. – I: fr.t.p., t.p., ded. van Gravina aan paus Clemens XI (ongedat.), pref. (van Gravina: ‘Ad cupidam legum juventutem’; ongedat.), pref. (van M.: ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’; ongedat.), tekst brief van Joh. Burchardus Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-5-1708), tekst ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De origine Romani juris libros tres considerationes’, inh. dl. I, toestemming voor het herdrukken van het boek (10 en 11-2- 1756), tekst Originum juris civilis liber primus qui est de ortu et progressu juris civilis (met aan het slot een brief van Gravina aan Raphael Fabretti, d.d. 21-3-1699, en van Fabretti aan Gravina, d.d. 23-3-1699), tekst Originum juris civilis liber secundus qui est de jure naturali, gentium, et XII Tabularum (met aan het eind een reconstructie van de tekst van de Lex XII Tabularum met parafrase), tekst Originum juris civilis liber tertius qui est de legibus et senatus consultis; II: t.p., tekst De Romano imperio liber singularis, tekst Opuscula et orationes varii argumenti, tekst In jure receptoris Institutionis, tekst Dissertatio de censura Romanorum, tekst institutiones jurispontifici, reg., ‘Vocabulorum antiquorum quae in primo tomo extant ex fragmentis Legum XII Tabul. explicatio’. UBDüss, UBGent, BNN, e.a.
UITGAVE J.V. GRAVINA, ORIGINUM JURIS LIBRI TRES EN DE ROMANO IMPERIO, MET M.’S ANNOTATIES 379
Jani Vincentii Gravinae Originum juris civilis libri tres, et De Romano imperio liber singularis. Recensuit et adnotationibus auxit Gotfridus Mascovius. Venetiis, apud Josephum Orlandelli, nomine q. Francisci ex Nicolao Pezzana, 1792. 4°: XL 423, I pp. – t.p., ded. van Gravina aan paus Clemens XI (ongedat.), pref. (van Gravina: ‘Ad cupidam legum juventutem’; ongedat.), pref. (van M.: ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’; ongedat.), tekst brief van Joh. Burchardi Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-51708), tekst ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De orgine Romani juris libros tres considerationes’, inh. dl I, imprimatur (Rome, 13-11-1704) en toestemming tot herdruk van het werk (29-2-1791), tekst Originum juris civilis liber primus qui est de ortu et progressu juris civilis (met aan het slot een brief van Gravina aan Raphael Fabretti, d.d. 21-3-1699, en van Fabretti aan Gravina, d.d. 23-3-1699), tekst Originum juris civilis liber secundus qui est de jure naturali, gentium, et XII Tabularum (met aan het eind een reconstructie van de tekst van de Lex XII Tabularum met parafrase), tekst Originum juris civilis liber tertius qui est de legibus et senatus consultis, tekst De Romano imperio, inh. daarvan, reg., ‘Vocabulorum antiquorum quae in primo tomo extant ex fragmentis Legum XII Tabul. explicatio’. MPI, UBGent, en o.a. BSorm, BUMil, BUU
380
Jani Vincentii Gravinae De ortu et progressu juris civilis libri tres, quibus accedunt De Romano imperio liber singularis et adnotationes Gotfridi Mascovii.Volumen I [II, III]. Romae, apud Michaelem Perego-Salvioni, Maceratae, Alexander Mancini, sumptibus Aemygdii Caesarini, 1835. 8°: Drie dln., bevattende twee stukken: C, 364; 356 (p. 337-348 grote uit te vouwen bladen); 607, I pp. – I: t.p., pref. (van Gravina: ‘Ad cupidam legum juventutem’), pref. (van M. ‘De vita et scriptis Jani Vincentii Gravinae’), tekst brief van Joh. Burchardi Menckenius aan Gravina (Leipzig, 14-5-1708), tekst ‘Viri illustris ad Jani Vincentii Gravinae De origine Romani juris libros tres considerationes’, tekst Originum juris civilis liber primus qui est de ortu et progressu juris civilis, inh. boek I, colofon: ‘Reimprimatur Tephanus Can. Gambini Pro-Vic. Gen. Maceratae de 13. Januarii 1835. Reimpr. Fr. Joannes Matthaeucci Ord. Praed. Pro-Vic. S. Officii. Maceratae ibidem. Visto per la stampa Il Delegato Apostolico D. Carafa.’;
158
Gottfried Mascovius
II: t.p., tekst Originum juris civilis liber secundus qui est De jure naturali, gentium, et XII Tabularum (met aan het eind de gereconstrueerde tekst van de Lex XII Tabularum met parafrase), ‘Vocabulorum antiquorum quae in primo tomo extant ex fragmentis Legum XII Tabul. explicatio’, inh. boek II, colofon (als in dl. I); III: t.p., Originum juris civilis liber tertius qui est de legibus et senatusconsultis inh. boek III, , tekst De Romano imperio liber singularis, colofon (als in dl. I). UBN, BUMil, BUTor
UITGAVE VAN J.V. GRAVINA, ORIGINUM JURIS CIVILIS LIBRI TRES, MET M.’S ANNOTATIES, DUITSE VERTALING Deze twee edd. van de Duitse vertaling bevatten alleen het eerste boek van Gravina’s werk Originum juris civilis libri tres. Uit het voorwoord van de uitgever bij de uitgave van 1798 blijkt (p. X), dat het wel de bedoeling was, dat ook een Duitse vertaling van het tweede boek het licht zou zien en wel naar deze vermoedde ‘zu Michael dieses Jahres’ (= 29 september). Deze vertaling van het tweede boek is nooit verschenen. In de uitgave van 1798 zijn de opmerkingen van M. opgenomen in het notenapparaat vanaf p. 215, terwijl de uitgave van 1805 geen noten van M. bevat. Aan het eind van de ‘Vorrede des Verfassers’ in deze uitgave, die overigens maar gedeeltelijk is overgeleverd vanwege het ontbreken van de eerste pp. daarvan, deelt de uitgever in een noot mee (p. XVI), dat hij afgezien heeft van het opnemen van de rest van de pref. van de schrijver (= Gravina), omdat het daarin gaat om voorstellen m.b.t. de inrichting van de rechtenstudie, waarvan het inachtnemen en opvolgen iemand thans (te begrijpen: aan het eind van de achttiende, het begin van de negentiende eeuw) bezwaarlijk kan worden aangeraden. 381
Von den Quellen des römisch-bürgerlichen Rechts, oder von dem Ursprunge und den Fortschritten der bürgerlichen Gesetzgebung, von dem Natur- und Menschenrechte, und den positiven Gesetzen wie auch Senatsschlüssen der Römer. Aus dem Lateinischen bearbeitet, und mit Gottfried Mascov’s vorzüglichsten Anmerkungen, wie auch eigenen herausgegeben von Christian Wilhelm Weise. Camburg a.d. Saale, bei Hofmann und Compagnie, 1798. 8°: XXVIII, 370 pp. – t.p., ded. aan Friedrich Carl Adolph von Trützschler, geheimraad en kanselier van het vorstendom Altenburg (Camburg, 1-4-1798), ‘Vorrede des Herausgebers’, ‘Vorrede des Verfassers’, ‘Verbesserungen’ (deze gaan tot p. 268, met de verklaring: ‘Weiter hat der Uebersetzer die Bogen nicht durchsehen können.’, tekst (met aan het eind de tekst van de correspondentie tussen Gravina en Raphael Fabretti). UBJena, UBLeip, HAAB
382
Ursprung des römisch-bürgerlichen Rechts, aus dem Latein bearbeitet von G. Mascov und eigenen Anmerkungen, herausgegeben von Chr. Wilh. Weise. Neue Ausgabe. Naumburg, in der Wilhelm Rösslerschen Buchhandlung, 1805. 8°: II, XXVI (pp.. I-XVI ontbreken), 370, II pp. – t.p., [‘Vorrede des Herausgebers’ (?), ‘Vorrede des Verfassers’], tekst (met aan het eind de tekst van de correspondentie tussen Gravina en Raphael Fabretti), ‘Verbesserungen’ (Deze gaan tot p. 268, want, zoals op p. II daarvan wordt opgemerkt: ‘Weiter hat der Überseher die Bogen nicht durchsehen können.’) LBOld
Gottfried Mascovius
159
DE REDHIBITIONE EQUORUM Rede, gehouden te Göttingen bij het begin van de colleges in het zomerseizoen van 1738. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 66-67.Ook opgenomen in de Opuscula etc., dl. II, p. 387-398 (zie hieronder nr. 399). In de heruitgave van 1756 (hieronder nr. 384), onbreekt aan het eind van het stuk de uiteenzetting van M.’s plannen voor het onderricht dat hij zal gaan geven. Dit was in 1756 niet meer relevant. 383
De redhibitione equorum, Vom Rück-Kauff der Pferde, prolusio, praemissa lectionibus aestivis. Gottingae, literis Jo. Frid. Hageri, 1738. 4°: 12 pp. – t.p., tekst.
384
SLBD, UBGött, UBHal, UBLeip, MPI, ÖNB
De redhibitione equorum, prolusio Vom Rück-Kauff der Pferde. Editio nova. Gottingae, literis Jo. Frid. Hageri, 1756. 4°: XII pp. – t.p., tekst. HLBD, SLBD, UBHal, UBLeip, UBTüb, HABW, MPI, SBBam, WLBS
DE RATIONIBUS DECIDENDI Rede bij het begin van de publieke disputaties met betrekking tot Böhmers leer over de acties (zie hierboven de noot bij nr. 371), gehouden te Göttingen 23-61738. Zij is besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 67-68 en opnieuw gepubliceerd in de Opuscula etc., dl. II, p. 399-406 (zie hieronder nr. 399). 385
De rationibus decidendi, quae sententiis et responsis juris submitti solent, prolusio, praemissa disputationibus publicis ad Böhmeri doctrinam actionum. Gottingae, typis Abrahami van den Hoeck, 1738. 4°: 8 pp. – t.p., tekst, namen van de 10 respondenten. – NB In het ex. UBHal: Göttingen, Diss. 1738 (13) is het jaartal op p. 8 veranderd in 1739. UBGött, UBHal, FUBerl, MPI, ÖNB, Bodl, NLS
DE MATRIMONIO PUTATIVO Rede, gehouden in Göttingen ter inleiding van M’s colleges in het winterseizoen. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 68-69 en ook opgenomen in de Opuscula etc., dl. II, p. 407-416 (zie hieronder nr. 399). 386
De matrimonio putativo, Von Scheinehen. Prolusio praemissa lectionibus hibernis a. 1738. Gottingae, literis Hagerianis, 1738. 8°: 11, I pp. – t.p., tekst.
SBBerl, ÖNB
160
Gottfried Mascovius
NOTITIA JURIS ET JUDICIORUM BRUNSVICO-LUNEBURGICORUM, MET NOTITIA JURIS OSNABRUGENSIS ET HILDESIENSIS De tekst van dit werk omvat in totaal vijf dln. (partes) en twee ‘additamenta’. De indeling is als volgt: – Pars I (Notitia juris et judiciorum Brunsvico-Luneburgicorum) met 4 hfdstt., die respectievelijk handelen over het Brunswijks-Luneburgse recht in het vorstendom Calenberg-Göttingen (p. 19-37), in dat van Celle (p. 38-56), in dat van Grubenhagen (p. 56-58) en in dat van Wolfenbüttel en van Blanckenburg (p. 58-87), – Pars II gaat over het recht van Lauenburg (p. 86-109), – Pars III over het Brunswijks-Luneburgse recht in het hertogdom Bremen en Verden (p. 110-168), – Pars IV over het recht en de rechters in het bisdom Osnabrück (p. 169393; met 15 hfdstt.) en – Pars V over het recht en de rechters in het bisdom en de stad Hildesheim (p. 394-417; met 27 §§). – Daarna volgt een appendix met betrekking tot de schrijvers over Brunswijks-Luneburgse recht (p. 418-424). Met een eigen pag. volgen daarna de twee ‘additamenta’: – I ‘Das Witzenmühlen-Recht’ (p. 1-46) en – II ‘Sequitur Ordinatio Vehmica … Eine volständige VehmgerichtsOrdnung’ (p. 47-116), zoals M. bij de beschrijving van het Vehmgerecht van Osnabrück (‘in Scholio § 5’) beloofd had. Het werk wordt besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 70. 387
Notitia juris et judiciorum Brunsvico-Luneburgicorum: Accessit Notitia Juris Osnabrugensis et Hildesiensis ad usum auditorum. Gottingae, apud Abrahamum van den Hoeck, Academiae Typographum, 1738. 8°: XXXVIII, 424, 116, XX pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst Notitia juris etc., tekst ‘Additamenta’, inh. reg., err, add. UBG, UBVU, HLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBJena, UBKiel, UBMünch, UBRos, UBTüb, HABW, HLBW, LBMV, MPI, SBBerl, ÖNB
DE EO QUOD SINGULARE EST IN DEMONSTRATIONIBUS JURIS CIVILIS Rede gehouden te Göttingen ter inleiding van M.’s zomercolleges in 1739. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 70-71 en opgenomen in de Opuscula etc., dl. II, p. 417-426 (zie hieronder nr. 399). 388
De eo, quod singulare est in demonstrationibus juris civilis, prolusio praemissa lectionibus aestivis. Gottingae, 1739. 4°: II, 6 pp. – t.p., tekst (aan het eind: ‘Dabam Gottingae’ 22-4-1739). UBLeip, ÖNB
Gottfried Mascovius
161
HERUITGAVE VAN S. PUFENDORF, DE JURE NATURAE ET GENTIUM, MET DE COMMENTAREN VAN J. N. HERTIUS EN VAN J. BARBEYRAC, MET DAARAAN TOEGEVOEGD DE HERUITGAVE VAN S. PUFENDORF, ERIS SCANDICA Het werk Eris Scandica, voluit Eris Scandica, qua adversus libros de jure naturali et gentium objecta diluuntur, verscheen oorspronkelijk in 1686. In 2002 verscheen een heruitgave van dit werk, verzorgd door dr. F. Palladini: Samuel Pufendorf, Eris Scandica und andere polemische Schriften über das Naturrecht. Herausgegeben von Fiametta Palladini. Berlin, Akademie Verlag, 2002. (Samuel Pufendorf Gesammelte Werke, herausgegeben von Wilhelm Schmidt-Biggemann, Band 5). Voor een nadere uiteenzetting van de verschillende onderdelen van de Eris Scandica zie Palladini’s inleiding bij deze heruitgave p. XIV-XVI. Johann Nicolaus Hertius (1651-1710), wiens commentaar door M. in deze heruitgave verwerkt is, was sinds 1683 professor in Giessen en daarnaast o.a. assessor van het Hessische Landsgericht. Het werk is besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 75-78. De postuum verschenen uitgave Napels 1773-1775 (hieronder nr. 393) omvat tien dln., waarvan de eerste acht een heruitgave van De jure naturae et gentium bevatten en het negende en tiende dl. een heruitgave van Eris Scandica. Bij de fotomechanische herdruk van 1967 (hieronder bij nr. 392) is Eris Scandica niet opgenomen. Welk ex. van de uitgave Francofurti-Lipsiae, 1759 aan deze herdruk ten grondslag ligt, is niet in deze herdruk aangegeven. 389
Sam. a Pufendorf De jure naturae et gentium libri octo: Cum integris commentariis Jo. Nicolai Hertii, atque Joannis Barbeyraci. Accedit Eris Scandica. Recensuit et animadversationibus illustravit Gottfridus Mascovius. Tomus primus [secundus]. Francofurti et Lipsiae, ex officina Knochiana, 1744. 4°: Twee dln. met eigen t.p. en pag., bevattende twee stukken, waarvan het tweede in dl. II ook met eigen pag.: XLVI, 854 pp; II, 500, XXVIII, 372, IV pp. – I: portr. S. Pufendorf, t.p., keizerlijk privilege voor Fridericus Knochius (Frankfurt/Main, 5-4-1742), pref. (van M.; ongedat.), ded. van Pufendorf aan koning Karel XI van Zweden (ongedat.), pref. van Pufendorf (ongedat.), pref. van Pufendorf bij de tweede ed. (ongedat.), pref. van J. N. Hertius (Giessen, 1-3-1706), inh., ‘Series operiis Samuelis Pufendorfii De jure naturae et gentium.’, fr.t.p. ‘Samuelis Pufendorfii De jure naturae et gentium liber primus, praecognita eius juris continens.’, tekst boek I, fr.t.p. ‘… liber secundus.’, tekst boek II, fr.t.p. ‘… liber tertius.’, tekst boek III, fr.t.p. ‘… liber quartus.’, tekst boek IV, fr.t.p. ‘… liber quintus, tekst boek V; II: fr.t.p. ‘Samuelis Pufendorfii De jure naturae et gentium liber sextus.’, tekst boek VI, fr.t.p. ‘… liber septimus.’, tekst boek VII, fr.t.p. ‘… liber octavus.’, tekst boek VIII, regg, err., fr.t.p. Samuelis Pufendorfii Eris Scandica, qua adversus libros de jure naturali et gentium diluuntur. Anno 1743.’, tekst, reg. – NB p. 332 van Eris Scandica heeft in het opschrift van het daar beginnend stuk: ‘comnentatio’ i.p.v. commentatio. Het colofon op de laatste pag. heeft: Lipsiae, litteris Adami Henrici Hollii. Bovendien heeft deze uitgave in de titel: Sam.L.B. a Puffendorf. UBA, UBL, KB, VP, UBGött, UBGrei, LBAu, UBGent, KBBr, BUCSC, BNN, BL, ALEd, UBStel, Harv, PUL
162
390
Gottfried Mascovius
Sam. a Pufendorf De jure naturae et gentium … [titel als in nr. 389]. Accedit Eris Scandica. Recensuit et animadversationibus illustravit Gottfridus Mascovius. Francofurti et Lipsiae, ex officina Kochiana, 1744. et prostant Amstelodami, apud Johannem Kleinpenning. 4°: Twee dln., beide met twee t.pp., één voor de ‘uitgave Kleinpenning’ en één, zoals in de onder nr. 389 genoemde uitgave, waardoor deze uitgave per dl. twee pp. meer telt. Voor het overige zijn pag en inh. gelijk aan nr. 389, inclusief de zetfout op p. 332 van Eris Scandica. UBA, UBG
391
Sam. a Pufendorf De jure naturae et gentium … [titel als in nr. 389]. Accedit Eris Scandica. Recensuit et animadversationibus illustravit Gottfridus Mascovius. Tomus primus [secundus], Lausannae et Genevae, apud Marcum-Michaelem Bousquet et Socios, 1744. … (Niet gezien).
392
UBAntw, BCI, BSorm
Sam. a Pufendorf De jure naturae et gentium, … [titel als in nr. 389]. Accedit Eris Scandica. Recensuit, et animadversionibus illustravit Gottfridus Mascovius. Tomus primus [secundus]. Francofurti-Lipsiae, ex officina Knochiana, ex officina KnochioEslingerania, 1759. 4°: Twee dln. elk met eigen t.p. en pag: VI, XL, 854 pp.; II, 500, XXVI, 372, IV – Inh. en indeling gelijk aan die van nr. 389. UBA, UBM, KB, PBL, VP, UBFrf, LBMV, BUCSC, BURoma, Harv Fotomechanische herdruk van deze ed.: Sam. a Pufendorf De jure naturae et gentium, … [titel als in nr. 392]. Recensuit, et animadversionibus illustravit Gottfridus Mascovius. Unveränderte Nachdr. der Aussgabe Francofurti-Lipsiae, ex officina Knochiana, ex officina Knochio-Eslingerania, 1759. Franfurt/Main 1967. (Twee dln. zonder Eris Scandica.) o.a. in UBDüss, UBTüb, UBSal, LC
393
Sam. a Pufendorf De jure naturae et gentium, … [titel als in nr. 389], accedit Eris Scandica. Recensuit Jo. Nicolai Hertii, et animadversionibus illustravit Gottfridus Mascovius. Tomus primus [secundus, tertius, quartus]. Neapoli, sumtibus Josephi de Dominicis et Januarii Alfani, 1773. Tomus quintus. Neapoli, sumtibus Josephi de Dominicis et Michelis Stasi, 1774. Tomus sextus, [septimus, octavus, nonus, decimus] Neapoli, sumtibus Josephi de Dominicis et Michaelis Stasi, 1775. 8°; 10 dln. met eigen t.p. en pag. met uitzondering van de dln. 9 en 10 die een doorl. pag. hebben: II, XII, LXIV, 228 pp., 286 pp., 226, II pp., 439, I pp., 331, I pp., 204 pp., … pp., 375 pp., 269, III pp., 476 pp. (laatste p. gepag. als 647). – I: t.p. (priv. in tit.), ded. (van Josephus de Dominicis) aan Horatio Guidatto ‘supremi S. Clarae consilii senatori optimo’ (Napels, 138-1773), ‘Adnotatoris catholici praeloquium’, pref. (ongedat.), ded. van Pufendorf aan koning Karel XI van Zweden (ongedat.), preff. van Pufendorf bij de eerste en de tweede druk (beide ongedat.), pref. van Joannes Hertius (Giessen, 18-3-1706), inh. boek I, ‘Series operis Samuelis Pufendorffi’, tekst boek I; II: t.p. (priv. in tit.), tekst boek II, inh. boek II; III: t.p. (priv. in tit.), tekst boek III, inh. boek III, teksten m.b.t. het verleende imprimatur (24-6-1773) en andere daarmee verband houdende stukken; IV: t.p. (priv. in tit.), tekst boek IV, inh. boek IV; V: t.p. (priv. in tit.), tekst boek V, inh. boek V; VI: t.p. (priv. in tit.), tekst boek VI, inh. boek VI; VII: t.p. (priv. in tit.), tekst boek VII, inh. boek VII; VIII: t.p. (priv. in tit.), tekst boek VIII, inh. boek VIII, regg.; IX: t.p. (priv. in tit.), tekst Eris Scandica eerste gedeelte; X: t.p. (priv. in tit.),
Gottfried Mascovius
163
vervolg tekst Eris Scandica, reg. op Eris Scandica. – Bij het ex. in UBOs ontbreekt dl. VII; bij de VP zijn de tien dln. in vijf bdn. gebonden. VP, UBOs, BUCSC, BNBari, BNN e.a.
QUAESTIONES SELECTAE JURIS NATURAE ET GENTIUM INTER GROTIUM ET PUFENDORFIUM Uitnodiging, d.d. 16-3-1748, voor de rede, te houden in Leipzig 20-3-1748 bij de aanvaarding van het professoraat in het natuur- en volkenrecht. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 78-79. Ook gepubliceerd in de Opuscula etc., dl. II, p. 441-462 (zie hieronder nr. 399). Er zijn twee varianten wat betreft de opmaak van de titel. 394
a. Quaestiones selectas juris naturae et gentium inter Grotium et Pufendorfium controversas expendit simulque ad orationem aditialem pro jurisprudentia adversus nuperam Ludovici Antonii Muratorii censuram in auditorio juridico die XX Martii, hora X. benevole audiendam decenter invitat D. Gottfridus Mascovius. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, [1748]. en b. Quaestiones selectas juris naturae et gentium inter Grotium et Pufendorfium controversas expendens ad orationem aditialem. Qua die XX Martii, hora X. in auditorio juridico vindicias jurisprudentiae adversus nuperam Ludovici Antonii Muratorii censuram suscipiet decenter invitat D. Gottfridus Mascovius. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, [1748]. 4°: XXVIII pp. – t.p., tekst. (a) BSB, HABW (b) UBBonn, SLBD, UBHal, UBJena, UBLeip, UBMünch, UBTüb, FUBerl, MPI, ÖNB, Bodl
DE INGENIO JUDICIS EPISTOLA Rede, gehouden 10-5-1750 bij het vertrek van Johannes Vigilius, graaf von Thunn und Hohenstein van de universiteit van Leipzig. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 79-80. Ook gepubliceerd in de Opuscula etc., dl. II, p. 463-476 (zie hieronder nr. 399). Bij de genoemde Digesten- plaatsen gaat het om D. 1.16.9.2 en D. 1.18.19. 395
De ingenio judicis epistola occasione l. 9 § 2 D. De offic. procons. et l. 19 D. de offic. praes. ad illustriss. Dominum Johannem Vigilium S.R.I. Comitem de Thunn et Hochenstein etc. e Lipsiensi Academia abeuntem. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, [1750]. 4°: 18 pp. – t.p., tekst – Op p. 18: ‘Dabam Lipsiae VI Id. Mai 1750’. – VD18. SLBD, UBHal, UBJena, UBLeip, UBMünch, HABW, MPI, ÖNB, Bodl
164
Gottfried Mascovius
PROLUSIO BETREFFENDE D. 4.4.38 Rede, gehouden te Leipzig bij het begin van de colleges in het zomerseizoen van 1754. De titel van deze prolusio n.a.v. D. 4.4.38 pr. luidt ‘Rutiliana pupilla bis jure victa in judiciis inferioribus injuria in integrum restituta principis jussu’. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 80-81. Ook gepubliceerd in de Opuscula etc., dl. II, p. 477-490 (zie hieronder nr. 399). 396
Prolusio ad l. Aemilius, XXXVIII pr. D. de minoribus, quam praelectionibus suis aestivis a. 1754 praemisit D. Gottfridus Mascovius. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, [1754]. 4°: XVI pp. – t.p., tekst van het Digestenfragment in kwestie, tekst van de prolusio, aankondiging van M.’s colleges. UBHal, UBLeip, UBTüb, Bodl
DE SALTU LEUCADIO PROLUSIO Rede, gehouden te Leipzig 1-10-1754 bij het begin van de colleges van het winterseizoen. Besproken in Memoria Gottfridi Mascovii etc. (hieronder nr. 398), p. 81-83. Ook gepubliceerd in de Opuscula etc., dl. II, p. 491-516 (zie hieronder nr. 399). 397
De saltu Leucadio prolusio, quam praelectionibus suis hibernis a. MDCCLIV praemisit D. Gottfridus Mascovius. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, [1754]. 4°: XXIV pp. – t.p., tekst, aankondiging van M.’s colleges. – Op p. XXIII: ‘Dabam Lipsiae Kal. Octobr. 1754’. UBBonn, UBHal, UBLeip, UBMünch, ÖNB, Bodl
UITGAVE VAN ENIGE BRIEVEN EN VAN EEN GRIEKSE TEKST DOOR PÜTTMANN IN MEMORIA GOTTFRIDI MASCOVII Josias Ludwig Ernestus Püttmann (1730-1796) was een leerling en vriend van M. Hij was evenals deze hoogleraar in Leipzig. Hij is ook de uitgever van de hierna te noemen Opuscula (hieronder nr. 399). Bij de Griekse tekst die met een Latijnse vertaling van de hand van M. mede in dit boek is opgenomen, gaat het om de editio princeps van het prooemium van het Prochiron in de versie van de Ecloga ad Prochiron mutata (inscriptio en prooemium). De editie is gebaseerd op één handschrift dat zich in Leipzig bevindt, nl. cod. Lips. SB Rep. I. 4. 66 = cod. Lips. SB 288; vgl. L. Burgmann, M.Th. Fögen, A. Schminck, D. Simon, Repertorium der Handschriften des byzantinischen Rechts. Teil I: Die Handschriften des weltlichen Rechts (Nr. 1- 327), [Forschungen zur byzantinischen Rechtsgeschichte, Band 20], Frankfurt/Main 1995, 121 en A. Schminck, Studien zu mittelbyzantinischen Rechtsbüchern, [Forschungen zur byzantinischen Rechtsgeschichte, Band 13], Frankfurt/Main
Gottfried Mascovius
165
1986, 55 met n. 1. De standaardeditie van de hierboven genoemde tekst is die van Karl Eduard Zachariä von Lingenthal, te vinden in J. Zepos, P. Zepos, Jus Graeco-romanum. VI: Ecloga privata aucta – Epanagoge aucta – Ecloga ad Prochiron mutata – Synopsis minor. Ex editione C.E. Zachariae a Lingenthal, Athenis 1931 (herdruk Aalen 1962), 222-224. (Met vriendelijke dank aan dr. T.E. van Bochove.) 398
[In: Memoria Gottfridi Mascovii, auctore J.L.E. Püttmann; Accedunt Jo. Barbeyracii, Chr. Gottl. Schwarzii, Joh. Dav. Koeleri, Nic. Hier. Gundlingii, Jo. Gottl. Heineccii, Gottfr. Mascovii et Jo. Gottl. Boehmii Epistolae aliquot ineditae nec non specimen manuscripti Graeci eclogam legum continentis typisque nondum inscripti. Lipsiae, apud Siegfr. Lebr. Crusium, 1771.] [Klein 4°: 132, II pp.] Zie voor de in dit werk uitgeven brieven van M.: p. 93-94 (brief aan [Nicolaus Hieronymus] Gundlingius – ‘Lips. Kal. Apr. 1725’ (= 1-4-1725), p. 99-100 (brief aan Christianus Gottl. Schwarzius – ‘… Lipsiae, prid. Id. Jul. 1726’ (= 14-7-1726), p. 104-106 (brief aan Jo. Gottl. Heineccius – Harderwijk ‘Idib. Dec. 1727’ (= 13-12-1727), p. 106-107 (brief aan Samuel Essenius – Leipzig, 24-7-1728, p. 107-109 (brieven aan Jo. Gottlob Boehmius en Joh. Adolphus C. a Loss – Leipzig, 12-3-1743), p. 110 (brief aan Jo. Gottlob Boehmius – Leipzig, 27-12-1743), p. 115-118 (brief aan Jos. Lud. Ern. Püttmann – Leipzig, 16-8-1755); [Na deze en andere brieven:] (p. 119) fr.t.p ‘Specimem (sic) Manuscripti Graeci eclogam legum continentis typisque nondum exscripti’, tekst (p. 121-132). UBG, UBU, KB, SLBD, UBGött, UBGrei, NLH, SBBerl, BL, ALEd
OPUSCULA JURIDICA ET PHILOLOGICA Het werk omvat twee dln., waarvan het eerste naast M.’s in 1724 gehouden disputatie ‘pro laurea artium’ (zie hierboven nr. 363) een aantal te Harderwijk, Göttingen en Leipzig al of niet onder zijn voorzitterschap gehouden disputaties bevat, waaronder de ‘Exercitatio juridica de censu Judaico’ van Johannes Ludovicus Uhlius, welke disputatie in 1735 in Göttingen gedrukt is (exx. in UBGött en NLH) en vervolgens in 1736 herdrukt in Jena (exx. in UBGött, UBJena en SBBerl). In het tweede dl. vindt men behalve de Harderwijkse oraties van M. (zie hierboven nrs. 366 en 368) alle ‘prolusiones’, de toespraken waarmee hij met name in Göttingen zijn colleges in het ‘zomerseizoen’, dan wel het ‘winterseizoen’ placht te openen (zie hierboven de nrs. 370, 371, 383, 385, 386, 388, 396 en 397), en nog twee redes bij andere gelegenheden (zie hierboven de nrs. 494 en 395). Bij deze nrs. vindt men ook de pp. van deze stukken in de twee dln. van dit werk. Verder zijn er in dit dl. drie stukken opgenomen, die eerder in andere boeken verschenen waren, namelijk een bijdrage in Parerga sive accesiones ad omnis generis eruditionem. Dl I. Gottingae, apud Abr. Vandenhoeck, 1736-’38, welk werk kennelijk ook bekend stond als de Parerga Gottingensia (exx. o.a. in SBBerl en UBRos), het voorwoord in Jo. Henr. Felzius, De dignitate nobilitatis immediatae Sacri Rom. Imperii. Vulgo der freyen ohnmittelbaren ReichsRitterschaft. Opuscula cum praefatione. Lipsiae, ex officina Langenhemia, 1747, en verder nog een stuk, dat eerder verschenen was in dl. X van Miscellanea Lipsiensia nova, ad incrementum scientiarum, ab his qui sunt in
166
Gottfried Mascovius
colligendis eruditorum novis actis occupati per partes publicata, praemisit Frider. Otto Menckenius. Lipsiae, 1742-1758 (exx. o.a. in SBBerl en HAAB). 399
Gotfridi Mascovius Opuscula juridica et philologica Recensuit praefatus est et animadversiones nonnullas adspersit J.L.E. Pütmannus. Lipsiae, apud Weidmanni heredes et Reichium, 1776. 8°: Twee dln. doorl. gepag.: XXVI, 2, 304 pp.; 224 (gepag. 305-528), IV pp. – I: t.p., pref. (van J.L.E. Pütmann) (Leipzig, 1-2-1776), ‘I. Inscriptionum Fragmenta’, ‘II. Viri cujusdam illustriss. ad G. Mascovium litterae’ (‘Bruxelles, 19 de Janvier 1754’ (w.g. C.C.)), III. Lofd. van C.G. Schwarzius, fr.t.p.: ‘Volumen primum’, teksten: [I] fr.t.p. ‘Exercitatio de procuratore Caesaris etc.’, tekst, [II] fr.t.p. ‘.Exercitatio juris civilis ad Modestini casus enucleator praeside Jo. Florent. Rivino, Lips. a.d. VI. Non. Oct. (= 2-10-) [1727] defensa ab Aug. Gotl. L.B. a Seyffertiz’, ded. aan Jacobus Henricus, graaf Fleming, inh., tekst (p. 37-87), lofd. op Seyffertiz (Lipsiae, 27-91727), [III] fr.t.p. ‘Disputatio juridica De stigmate faciei humanae non inurendo ad L. XVII C. de poenis a Jo. Joachim de Man Harderovici a.d. XXVII Jun. [1730] defensa, cit. LVII C. de poenis (= C. 9.47.57), tekst (p. 91-100), [IV] fr.t.p. ‘Exercitatio juris civilis De constituto possessorio quam praeside Gotfrido Mascovio a.d. XXI Mart. a. [1730] Harderovici defendit Jo. Wendelinus Neuhaus, tekst (p. 103-138), [V] fr.t.p. ‘Exercitatio ad l. ult. C. de Edicto D. Hadriani tollendo (= C. 6.33.3) quam praeside Gotfrido Mascovio a.d. X Octobris [1733] Harderovici defendit Car. Ad. Gottl. Pflugk, ded. aan Henricus de Brakel, tekst (p. 143-184), lofd. van G. Mascovius, [VI] fr.t.p. ‘Exercitatio juridica de Censu Judaico praeside Gotfrido Mascovio, Goettinga a.d. XVI Novembr. [1735] a Jo. Ludovico Uhlius defensa, ded. aan Gerlacus Adolphus de Munchhausen, tekst (p. 192-214), [VII] fr.t.p. ‘Exercitatio juridica sistens Electa dotalia praeside Gotfrido Mascovio, Goettinga a.d. VI Jun. [1739] a Martino Henrico Schradero defensa, tekst (p. 217-240 (?)) met ‘Corollaria juris Germanici’, [VIII] fr.t.p. ‘Exercitatio juris civilis de collatione bonorum quam praeside Gotfrido Mascovio Lipsiae a.d. XII Nov. [1742] tuitus est Johannes Gotlob Neuhaus’, inh., tekst (p. 247-304); II. fr.t.p. ‘Opuscula etc. Volumen secundum’, teksten: [I] ‘Oratio de modestia veterum jurisconsultorum. Habita Harderovici die XV. Jun. [1729] etc.’, [II] ‘Oratio de usu et praestantia historiae Augustae in jure civili. Habita sollemniter Harderovici d. XIX Jun. [1731] etc.’, [III] ‘De usu juris cum scientia eiusdem conjugendo. Prolusio praemissa lectionibus Gottingensi hibernis [1735], [IV] ‘De paroemia juris Germanici Längst Leib, längst Guth. Prolusio praemissa exercitationibus disputatoriis aestivis ad Just. Henn. Boehmeri Librum de actionibus [1736], [V] ‘Praeteritus Institutiones ad l. 3 C de inoff. test. (= C. 3.28.3). Observatio G. Mascovii (e Parergis Gottingensibus Tom. I Libr. I p. 124, Gottingae 1736) (p. 377-386), [VI] ‘De redhibitione equorum. Prolusio praemissa lectionibus aestivis. Gottingae A. [1738]’, [VII] ‘De rationibus decidendi quae sententiis et responsis juris submitti solent. Prolusio praemissa disputationibus publicis ad Just. Henn. Boehmeri Doctrinam actionum. Gottingae A. [1738]’,
Gottfried Mascovius
167
[VIII] ‘De matrimonio putativo. Prolusio praemissa lectionibus hibernis. Gottingae A. [1738]’, [IX] ‘De eo quod singulare est in demonstrationibus juris civilis. Prolusio praemissa lectionibus aestivis. Gottingae A. [1739]’, [X] ‘Praefatio ad Jo. Henr. Felzii Opuscula de dignitate nobilitatis immediatae S.R.I., junctim edita. Lipsiae A. [1747]’ (p. 427-440), [XI] ‘Quaestiones selectas juris naturae et gentium inter Grotium et Pufendorfium controversas expendit simulque ad Orationem aditialem pro Jurisprudentia adversus nuperam Cl. Muratorii censuram die XX. Mart. [1748]. Audiendam invitat Gotfridus Mascovius.’, [XII] ‘De ingenio judicis epistola occasione L. 9 § 2. D. de offic. Procons. et L. 19 D. de offic. praes. (= D. 1.16.9.2 en D. 1.18.19) Ad illustriss. Dominum Joannem Vigilium S.R.I. Comitem de Thunn et Hohenstein etc. e Lipsiensi academia abeuntem A [1750].’, [XIII] ‘Prolusio ad L. Aemilius XXXVIII pr. D. de minoribus (= D. 4.4.38 pr.) quam praelectionibus suis aestivis Lipsiae A. [1754] praemissit Gottfridus Mascovius.’, [XIV] ‘De saltu Leucadio. Prolusio quam praelectionibus suis hibernis Lipsiae A [1754] praemisit Gottfridus Mascovius.’, [XV] fr.t.p. ‘De bipenni tenedia. Dissertatiuncula.’ (ex Miscellan.Lips. nov. Vol X. p. 392), tekst (p. 519-528), Index opusculorum. UBA, UBL, UBN, VP, SLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBJena, UBKiel, UBLeip, UBMünch, UBRos, UBTüb, MPI, SBBerl, HABW, ALEd
ANTONIUS MATTHAEUS [I]
Geboren Frankenberg (Eder) 1564, overleden Groningen 1637. Studie Marburg, Heidelberg, Helmstedt, Wittenberg en Altdorf. Promotie tot doctor juris Marburg 1594. Hoogleraar te Herborn 1594, Marburg 1605 en Groningen 1625. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 16-17; NNBW VII, 846-847; Ensink, Academische rouw, p. 440441, 526-528 (familie); Hempenius-van Dijk, Antonius Matthaeus I. Van Antonius Matthaeus I is geen programma funebre overgeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830)).
OEFENDISPUTATIE: DE ULTIMIS VOLUNTATIBUS Oefendisputatie gehouden 16-7-1586 te Heidelberg onder voorzitterschap van Andreas Knichen. De tekst bestaat uit 72 stellingen. 400
Disputatio prima De ultimis voluntatibus quam praeside Andrea Knichen, praeceptore suo unico colendo, publice habebit Antonius Matthaeus. Spirae, apud Bernardum Albinum, 1586. 4°: 8 pp (ongepag.) – t.p. ded. aan Georgius Sohn (hoogleraar theologie te Heidelberg, ‘sororius suus’) en Philippus Matthaeus (‘frater suus’), tekst. – VD16 SBBrau
NOTAE ET ANIMADVERSIONES AD INSTITUTIONES JUSTINIANI, MET EPISTOLA AEGIDII MOMMERI, EN SYNOPSIS INSTITUTIONUM Behalve de brief van Aegidius Mommerius († 1570)26 over de inrichting van de rechten-studie heeft M. apart een synopsis opgenomen van die paragrafen uit de Instituten die in zijn tijd nog in gebruik waren onder de titel ‘Synopsis Institutionum juris, qua illae ad huc hodie sunt in usu’. 401
Notae et animadversiones in libros IV Institutionum juris Imp. Justiniani. Praefixa est epistola Aegidii Mommeri de ratione discendique jura, antehac nunquam excusa; subjuncta synopsis Institutionum juris, qua illae adhuc hodie sunt in usu. Herbornae Nassoviorum, typis Christophori Corvinus, 1600.
26
Zie over hem en zijn brief aan Callimachus Hessus Grundlage zu einer Hessischen Gelehrten und Schriftsteller Geschichte seit der Reformation bis auf gegenwärtige Zeiten. Besorgt von Friedrich Wilhelm Strieder, VIII. In Commission zu Cassel in Cramerischen Buchladen, 1788, p. 264, sternoot.
Antonius Matthaeus [I]
169
8°: XVI, 391, IX pp. – t.p., pref. met ded. aan de Marburgse studenten Godofridus Scharff en Antonius Clotz (Herborn, 16-2-1600), tekst brief van Mommerus aan Callimachus Hessus (12-8-1554), tekst Notae et animadversiones, tekst Synopsis, reg., err. – VD16. SLBD, UBHal, UBJena, BSB, LBMV, SBBam, SBBerl, SBBrau, ÖNB, UBGent, CUL
402
Notae et animadversiones in libros IIII Institutionum … [titel als in nr. 401] in usu. Herbornae Nassoviorum, typis Christophori Corvini, 1611. 8°: XVI, 391, IX pp. – t.p., pref. met ded. (als in nr. 401 hierboven), tekst brief van Mommerus, tekst Notae et animadversiones, tekst Synopsis, reg., ‘Errata typographica’. – VD17. KB, SLBD, UBGött, UBHal, UBHei, UBTüb, HAAB, HABW, LBAu, ÖNB, Harv
403
Notae et animadversiones in libros IIII Institutionum … [titel al in nr. 401] in usu. Herbornae Nassoviorum, typis Georgii Corvini et Johannis Georgii Muderspachii, 1632. 8°: XVI, 391, IX pp. – t.p., pref. met ded. (als in nr. 401 hierboven), tekst brief van Mommerus, tekst Notae et animadversiones, tekst Synopsis, reg. – VD17. KB, UBHal, FBGotha, ULEd
404
Notae et animadversiones in libros IV Institutionum … [titel als in nr. 401] in usu, subjuncta synopsis Institutionum juris. Editio ultima. Franekerae, impensis Johannis Dhuiring, 1647. 12°: XVI, 407, IX pp. – t.p., wapen, ded. van Joannes Jansonius Jr. aan Petrus de Carpentier, pref. van M. met ded. (als in nr. 401 hierboven), tekst brief van Mommerus, tekst Notae et animadversiones, tekst Synopsis, reg. – In het ex. van UBA zijn achterin nog enkele pp. ingebonden met handschriftelijke aantekeningen met een soort korte cursus Rom. recht, beginnende: ‘Tria sunt juris objecta personae, res, actiones. Etc.’ – STCN. UBA, UBU, PBL, SBBerl, CUL
405
Notae et animadversiones in libros IV Institutionum … [titel als in nr. 404] juris. Editio ultima. Franekerae, impensis Johannes Henricus Brincx, 1647. 12°: Titeluitgave van nr. 404 hierboven. – STCN. UBL, UBVU, BArn, UBGött, SBBam
406
Notae et animadversiones in libros IV Institutionum … [titel als in nr. 401] in usu. Editio ultima. Amstelodami, imp. Joannis Jansonii Junioris, 1657. 12°: XVI, 407, IX pp. – front., t.p., wapen, ded. van Joannes Jansonius Jr. aan Petrus de Carpentier, pref. van M. met ded. (als in nr. 401 hierboven), tekst brief van Mommerius, tekst Notae et animadversiones, tekst Synopsis, reg. – STCN. UBA, UBR, UBU, BArn, UBMünch, MPI, SBBerl, KBBr, EBHC, ASC, CUL, GUL
407
[Notae et animadversiones in libros IV Institutionum juris imperatoris Justiniani. ook in: Anthon. Matthaeorum, Opera minora, antea diversis temporibus seorsim, nunc
170
Antonius Matthaeus [I]
vero de novo in lucem edita, et in V tomos comprehensa. Tomus I [-pars I]. Leovardiae, apud Gerardum Tresling, 1784.] 4°: IV, 334 pp. – t.p., pref. met ded. (als in nr. 401 hierboven), tekst brief van Mommerius, tekst Notae et animadversiones, tekst Synopsis, reg. – STCN. KB, UBKiel, UBRos, Harv
COLLEGIUM INSTITUTIONUM JURIS SIVE CONTROVERSIAE, DISPUTATIONES ALIQUOT EXTRAORDINARIAE
MET
De tekst omvat ten eerste 20 in Herborn onder voorzitterschap van M. gehouden oefendisputaties over de Instituten van Justinianus en ten tweede 6 eveneens aldaar onder voorzitterschap van M. gehouden oefendisputaties over andere onderwerpen. Bij elke disputatie staat de naam van de betreffende respondent vermeld. De drukker is niet vermeld op het titelblad. Dat het om Christophorus Corvinus gaat, is afgeleid uit het drukkersmerk. In 1623 verscheen een herdruk van dit werk, welke merkwaardigerwijs als de vierde druk werd gepresenteerd (hieronder nr. 409). Een tweede en derde druk heb ik echter niet kunnen vinden. Het werk is ook als ‘Pars II’ van het eerste deel opgenomen in de hierbven onder nr. 407 reeds genoemde Opera minora van de ‘Matthaei’. Hoewel de tekst op de fr.t.p. anders suggereert, ontbreken daarbij de ‘disputationes aliquot extraordinariae’. Deze zijn verderop in dit eerste deel van de Opera minora opgenomen als ‘Pars VI’. Beide werken zijn ook opgenomen in het werk Collegia juris sex met dien verstande dat het ‘Collegium Institutionum juris, etc.’ volledig is opgenomen als tweede onderdeel onder de titel ‘Collegium Institutionum juris primum etc. en dat van de zes ‘disputationes aliquot extraordinariae’ er vier zijn opgenomen in het zevende en laatste onderdeel, getiteld ‘Disputationes aliquot extraordinariae. Partim Herbornae, partim Marpurgi, partim Groningae publice habitae’. Bij de in Herborn gehouden disputaties gaat het in dit verband om de disputaties VI, VIII, IX en X. (zie hieronder de nrs. 422-424). Zie ook ‘Collegia juris quinque’, hieronder nr. 425. 408
Collegium Institutionum juris, sive controversiae, antinomiae et difficultates librorum quatuor Institutionum juris pleraeque omnes, disputatae publice in illustri schola Nassovica-Herbornensi ab Antonio Matthaeo. Respondentibus ad eas juris et humaniorum literarum studiosis, quorum nomina singulis disputationibus adscripta sunt. Ad calcem adjectae sunt disputationes aliquot extraordinariae ejusdem autoris. Herbornae Nassoviorum, [Corvinus, ] 1604. 12°: XII, 217, I, 57, I pp. – t.p., pref. (Herborn, 26-5-1604), ‘Testimonia clarorum virorum’, lofd. van Hugo Pelletarius, tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Disputationes aliquot extraordinariae. Anno 1604’, tekst (6 dispp.). UBAug, SLBD, UBHei, LLBD, MPI, FBB, SBBam, SBBerl, SBTr, ÖNB, Harv
Antonius Matthaeus [I]
409
171
Collegium Institutionum juris, sive controversiae, antinomiae et difficultates librorum quatuor Institutionum, disputatae publice … [titel als in nr. 408] autoris. Editio quarta, ab autore recognita. Herbornae Nassoviorum, [Corvinus], 1623. 12°: XXIV, 225, I, II, 68 pp. – t.p., pref., ‘Testimonia clarorum virorum’, lofd. van Hugo Pelletarius, tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Disputationes aliquot extraordinariae in eadem schola Nassovica-Herbornensi, diversis annis publice habitae’, tekst (6 dispp.) UBU, UBVU, UBAug, SLBD, UBHam, FBB, BL
410
a. [Collegium Institutionum juris, sive controversiae, antinomiae en difficultates librorum quatuor Institutionum juris, disputatae publice … [titel als in nr. 408] autoris. Ook in: Anthon. Matthaeorum, Opera minora, … [titel als in nr. 407] comprehensa. Tomus I [-pars II]. Leovardiae, apud Gerardum Tresling, 1784.] 4°: II, 112 pp. – fr.t.p., pref., ‘Testimonia clarorum virorum’, lofdicht van Hugo Pelletarius, tekst (20 dispp.) – NB Bij alle dispp. zijn bij elke stelling de argumenten apart in noten vervat, cursief en in een kleiner corpus, met a., b., c. etc. met verwijzingen naar de plaatsen waarop M. zich beroept. – STCN.
b. [Antonii Matthaei Disputationes aliquot extraordinariae, in eadem scholo (sic) Nassovica-Herbornensi, diversis annis publice habitae. Ook in: Anthon. Matthaeorum, Opera minora, … [titel als in nr. 407] comprehensa. Tomus I [- pars VI]. Leovardiae, apud Gerardum Tresling, 1784]. 4°: 32 pp. – fr.t.p., tekst (6 dispp.) – Bij de laatste disp. (‘De his qui pot. in pign. habent et de privilegiis creditorum, Joannes Cunradus respondit’) zijn bij elke stelling de argumenten apart in noten vervat, cursief en in een kleiner corpus, met a., b., c. etc. met verwijzingen naar de plaatsen waarop M. zich beroept. – STCN. KB, UBKiel, UBRos, Harv
COLLEGIUM PANDECTARUM Dit werk bevat 17 onder voorzitterschap van M. gehouden disputaties m.b.t. de Digesten verdeeld over 14 studenten. Ze zijn opgenomen in het vijfde onderdeel van de uitgave Collegia juris sex (zie hieronder de nrs. 422-424). 411
Collegium Pandectarum seu controversiae, antinomiae, variae lectiones, emendationes et difficultates librorum pandectarum de quibus in celeberrima et florentissima academia Marpurgensis praeside Antonio Matthaeo publice responderunt nobiles et eruditi SS. LL. studiosissimi: quorum nomina singulis disputationibus adscripta sunt. Marpurgi, ex chalcographia Guolfgangi Kezelius, 1608. 4°: II, 162 pp. (ongepag.) – t.p., tekst. – VD17.
UBTüb, HABW, SBBerl
172
Antonius Matthaeus [I]
DISPUTATIONES XIV DE FUNDAMENTIS QUIBUSDAM JURIS De 14 hierin opgenomen disputaties zijn gelijk aan de eerste 14 van het hierna onder nr. 414 genoemde werk. Bij elke disputatie wordt de naam van de respondent vermeld. 412
Disputationes XIV de fundamentis quibusdam juris, aliter jaciendis, quam vulgo jacta sunt, publice ab autore habitae in Academia Marpurgensi. Respondentibus ad eas juris studiosis, quorum nomina singulis disputationibus praefixa sunt. Marburgi Cattorum, ex officina Rodolphi Hutwelckeri, 1618. 12°: 225, I pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst. – Het ex. in de SLBD is op zichzelf onvolledig. De tekst van disp. XIV is vanaf midden stelling 102 (p. 216) met de hand aangevuld. – VD17. UBAug, SLBD, UBErl, UBGött, [HAAB], HABW
413
Disputationes XIV de fundamentis quibusdam juris, … [titel als in nr. 412] praefixa sunt. Erfurti, typis haeredum Mechlerianorum, 1618. 8°: IV, 239, I pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst.
UBLeip, HABW, SBBerl, UBBas
FUNDAMENTORUM JURIS DISPUTATIONES VIGINTI De eerste 14 disputaties zijn gelijk aan de 14 disputaties van het hierboven nrs. 412 en 413 genoemde werk. In feite is het hier genoemde Fundamentorum juris disputationes viginti dus een heruitgave van deze Disputationes XIV de fundamentis, aangevuld met nog zes andere in dit kader gehouden disputaties. Van deze disputaties zijn er 16 opgenomen in het eerste onderdeel van Collegia juris sex en drie in het zevende en laatste onderdeel van dit werk (zie hieronder nrs. 422-424). Onder deze drie is ook de disputatie die Antonius Matthaeus (II) ooit in Marburg onder voorzitterschap van zijn vader gehouden heeft, namelijk ‘Disputatio XVIII. Miscellanea juris.’ (p. 256-282), herdrukt in Collegia juris sex in het zevende onderdeel als ‘Disputatio IV, Miscellanea.’ (p. 16-26 in de uitgave Groningen 1637/1638 en p. 15-23 in de uitgave Franeker 1647), waarbij de naam van de respondent tot de initialen ‘A.M.A.F.’ (‘Antonius Matthaeus Antonius filius’) is teruggebracht. 414
Fundamentorum juris disputationes viginti, publice ab autore habita in Academia Marpurgensi. Respondentibus juris et humaniorum literarum studiosis, quorum nomina singulis disputationibus adscripta sunt. Herbornae Nassoviorum, [Corvinus], 1623. 12°: 312 pp. – t.p., tekst. UBG, UBU, UBAug, UBGött, UBMann, UBBas, BNF, GUL, ALEd, ULAb
415
[Fundamentorum juris disputationes XX, publice … [titel als in nr. 414] sunt. Ook in: Anthon. Matthaeorum, Opera minora, … [titel als in nr. 407] comprehensa. Tomus II [- pars I]. Leovardiae, apud Gerardum Tresling, 1784.] 4°: II, 148 pp. (zijn de pp. 1-148) – fr.t.p., tekst. – STCN.
KB, UBKiel, UBRos, Harv
Antonius Matthaeus [I]
173
COLLEGIUM INSTITUTIONUM JURIS REFORMATUM Het boek bevat 12 disputaties die aanvankelijk in 1604 onder voorzitterschap van Antonius Matthaeus I in Herborn gehouden zijn en vervolgens ca. 20 jaar later nog eens onder voorzitterschap van zijn zoon Johannes Matthaeus, die in 1623 tot hoogleraar in de rechten te Herborn was benoemd, met andere respondenten, dat wil zeggen studenten die ca. 1624 in Herborn studeerden. 416
Antonii Matthaei Collegium institutionum juris reformatum et tantum non novum difficultatibus et controversiis, scitu necessarijs passim auctum, et contra, levioribus, minusque frugiferis minutum: Publice habitum in illustri schola Nassovica Herborniensi praeside Joanne Matthaeo J.U.D. et professore, autoris filio. Respondentibus juris et humaniorum literarum studiosis, quorum nomina singulis disputationibus adscripta sunt. Herbornae Nassoviorum, [Druck der Offizin Christoph Corvinus Erben], 1625. 12°: 132 pp. – t.p., tekst. – VD17.
417
UBU, SLBD, HABW, BL, GUL
[Antonii Matthaei Collegium institutionum juris reformatum … [titel als in nr. 416] adscripta sunt. Ook in: Anthon. Matthaeorum, Opera minora, … [titel als in nr. 407] comprehensa. Tomus I [-pars IV]. Leovardiae, apud Gerardum Tresling, 1784.] 4°: 64 pp. – fr.t.p., tekst. – STCN.
KB, UBKiel, UBRos, Harv
VIER DISPUTATIES OVER INST. 4.6 Deze vier disputaties zijn onder voorzitterschap van M. respectievelijk 15-3, 29-3, 12-4 en 3-5-1628 gehouden. De tekst omvat achter elkaar 100 stellingen met één corollarium. 418
Praecipue scituque maximé necessariae difficultates et controversiae tit. 6 lib. 4 Inst., qui est De actionibus. Per vices respondebunt Eppo Sibinga, Odolphus Vilzius, Daniel Alberti, Joannes Herden. Groningae, ex typographia Joannis Sas, 1628. 4°: 28 pp. (ongepag.) – t.p., tekst, corollarium.
UBG
TREDECIM DISPUTATIONES JURIS DE TOTIDEM LEGIBUS CODICIS De 13 disputaties in deze bundel zijn herdrukt in Collegia juris sex, en wel in het zesde onderdeel, respectievelijk als de daarin opgenomen disputaties I, II, III, VI, VIII, IX, X, XII, XIII, XIV, XVIII, XIX en XX. De drie toegevoegde disputaties zijn in Collegia juris sex herdrukt in het eerste onderdeel, handelend over de grondslagen van het recht, en wel als de eerste, de vierde en de derde daarin opgenomen disputaties Zie hieronder de nrs. 422-424. 419
Tredecim disputationes juris de totidem legibus Codicis quae … habebuntur praeside Antonio Matthaeo. Respondentibus nobilibus ac eruditie juris studiosis quorum
174
Antonius Matthaeus [I]
nomina singulis disputationibus adscripta sunt. Ad calcem adjectae sunt disputationes tres aliae: una de studio juris recte instituendo, altera de antinomiis juris et tertia de tribus institutionum juris naevis. Groningae, typis Joannis Sassii, 1627. 12°: XII, 324 pp. – t.p., pref. (Groningen, 12-4-1627), ‘Index disputationum’, citt. van negen verschillende schrijvers, tekst van de 13 dispp. over de Codex, tekst van de 3 toegevoegde dispp. – In het ex van de UBG is de ‘Index disputationum’ direct achter de t.p. ingebonden. UBG, KB, FBB
CENTURIAE TRES SELECTARUM CONTROVERSIARUM LIBRUM IV INSTITUTIONUM JURIS De tekst van dit werk bestaat uit 300 doorgenummerde stellingen ‘verdeeld’ over 20 disputaties. Het is onder de titel ‘Collegium Institutionum juris tertium, continens disputationes viginti, sive, selectarum ex Institutionibus controversiarum centurias tres in Academia Groningae et Omlandiae publice habitas’ opgenomen in Collegia juris sex, (hieronder nrs. 422-424) als vierde onderdeel. In de ‘Conclusio’ legt M. verantwoording over dit werk af. De ‘Conclusio’ in het vierde onderdeel van Collegia juris sex heeft overigens een andere tekst aan het slot dan de ‘Conclusio’ van de oorsponkelijke uitgave. 420
Centuriae tres selectarum controversiarum libr. IV. Institutionum juris quas praeside Antonio Matthaei defendent studiosi juvenes quorum nomina pagina versa continet. Groningae, ex officina Joannis Sas, 1632. 8°: II, 152 pp. – t.p., ‘Nomina collegarum’ (20 personen), tekst, ‘Conclusio’. UBRos, FBB, BL
421
[Centuriae tres selectarum … [titel als in nr. 420] ook in: Anthon. Matthaeorum, Opera minora, … [titel als in nr. 407] comprehensa. Tomus I [- pars III]. Leovardiae, apud Gerardum Tresling, 1784.] 4°: 58 pp. – t.p., ‘Nomina collegarum’ (20 personen), tekst, ‘Conclusio’. – STCN. KB, UBKiel, UBRos, Harv
COLLEGIA JURIS SEX Dit werk is na de dood van M. door zijn zoons samengesteld grotendeels op grond van eerder gepubliceerde werken. Wel heeft M. vlak voor zijn overlijden in mei 1637 nog het voorwoord voor deze uitgave gemaakt. Het werk is opgebouwd uit zeven onderdelen. Het eerste bevat 30 disputaties, handelend over onderwerpen met betrekking tot de grondslagen van het recht (‘fundamenta juris’). Daarvan zijn er 16 gehouden in Marburg. Deze (de disputaties II, V, VI, VII, VIII, IX, XIII, XVII, XXIII, XXIV, XXV, XXVI, XXVII, XXVIII, XXIX en XXX) zijn eerder gepubliceerd in het hierboven nr. 414 genoemde Fundamentorum juris disputationes viginti, etc. Van de vier in dit werk mede gepubliceerde dispp., welke niet in het eerste onderdeel van Collegia juris sex zijn opgenomen, vindt
Antonius Matthaeus [I]
175
men drie opgenomen in het laatste onderdeel onder de ‘Disputationes aliquot extraordinariae.’, en wel de disputaties I, II en III. Het tweede onderdeel bevat 20 disputaties over de Instituten, gehouden te Herborn. Deze zijn ontleend aan het werk Collegium Institutionum juris, sive controversiae, antinomiae, etc., eerder gepubliceerd in 1604 en 1623 (zie hierboven de nrs. 412 en 413). Het derde onderdeel, hier als ‘Collegium Institutionum juris alterum, reformatum etc.’ gepresenteerd, bevat de 12 disputaties, die eerder in 1625 te Herborn gepubliceerd waren onder de titel Antonii Matthaei Collegium institutionum juris reformatum etc.. (zie hierboven nr. 416). Het vierde onderdeel: ‘Collegium Institutionum juris tertium etc.’ is een heruitgave van het werk Centuriae tres selectarum controversiarum libr. IV. Institutionum juris quas praeside Antonio Matthaei defendent studiosi etc., verschenen in Groningen in 1632 (zie hierboven nr. 420). Het vijfde onderdeel bevat een verzameling van 52 niet eerder gepubliceerde in Groningen gehouden disputaties over de Digesten. Bij de meeste daarvan staan de namen van twee of meer respondenten, omdat de aan de Digesten ontleende onderwerpen in de loop van de jaren, waarin M. deze disputaties liet houden, telkens terugkwamen. (Cf. bijv. Hempenius-van Dijk, ‘Antonius Matthaeus I’, p. 110-112 met betrekking tot ‘Disputatio XXXIV. De nuptiis.’) Het zesde onderdeel bevat 20 disputaties met betrekking tot de Codex Justiniani, waarvan 13 eerder gepubliceerd waren in het werk Tredecim disputationes juris de totidem legibus Codicis etc., gedrukt in 1627 (zie hierboven nr. 419). Het zevende onderdeel bevat tien zowel in Marburg (3), als te Groningen (3) en te Herborn (4) gehouden disputaties over allerlei onderwerpen. De drie te Marburg gehouden disputaties, met daaronder die van Antonius Mattthaeus II, zijn eerder uitgegeven in het werk Fundamentorum juris disputationes viginti, etc. in 1623 (zie hierboven onder nr. 414). De vier in Herborn gehouden disputaties, d.w.z. de disputaties VI, VIII, IX en X zijn eerder gepubliceerd onder de zes disputaties, die onder de titel Disputationes aliquot extraordinariae zijn toegevoegd aan het werk Collegium Institutionum juris, sive controversiae, etc. (zie hierboven de nrs. 412 en 413). 422
Collegia juris sex, unum fundamentorum juris, alterum Institutionum, tertium et quartum earundem, quintum Pandectarum, sextum Codicis. Quibus adjectae sunt disputationes quaedam extraordinariae. Groningae, typis Johannis Sas, 1637. 4º: 199, I, 110, 53, I, II, 47, I, 324, 67, I pp. – t.p., ded. aan de staten van de provincie van Stad en Lande en de curatoren van de universiteit (Groningen, mei 1637), pref. (ongedat.), tekst (30 dispp. over de grondslagen van het recht); fr.t.p. ‘Collegium Institutionum juris primum, continens disputationes viginti, in gymnasio Herbornensi publice habitas’, pref. (Herborn, 265-1604), ‘Testimonia clarorum virorum de quibusdam juris responsis, et compositione juris Tribonianea.’, lofd. van Hugo Pelletarius, tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Institutionum juris alterum, reformatum, continens disputationes duodecim, in gymnasium Herbornensi publice habitas.’, tekst (12 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Institutionum juris tertium, continens disputationes viginti, sive, selectarum ex institutionibus centurias tres in academia Groningae et Omlandiae publice habitas.’, ‘Nomina collegarum’, tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Pandectarum, continens disputationes quinquaginta duas, in Academia Groningae et Omlandiae publice privatimque habitas.’, pref. (Groningen, 16-3-1637), tekst (52 dispp.);
176
Antonius Matthaeus [I]
fr.t.p. ‘Collegium Codicis, continens disputationes viginti, de totidem hujus legibus in Academia Groningae et Omlandiae publice habitas.’, pref. (Groningae, 12-4-1627), tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Disputationes aliquot extraordinariae. Partim Herbornae, partim Marpurgi, partim Groningae publice habitae.’, tekst (10 dispp.). – NB In BN bevinden zich enkele aparte katernen met de onderdelen ‘vijf’ en ‘zes’ van deze uitgave. – STCN. UBL, UBTüb, LC, Harv
423
Collegia juris sex, … [titel als in nr. 422] extraordinariae. Groningae, typis Johannis Sas, 1638. 4°: Titeluitgave van nr. 422. – STCN. UBA, UBL, UBT, UBU, SLBD, UBGrei, UBMünch, LBAu, SBBerl, MPI, GUL, ULEd, Harv
424
Collegia juris sex: I. Fundamentorum juris. II. Institutionum. III. et IV. Earundem. V. Pandectarum. VI. Codicis; et Disputationes quaedam extraordinariae; Cum indice disputationum et materiarum. Editio altera. Franekerae, apud Henricum et Johannem Deüringios, 1647. 4°: X, 168 (gepag. 3-170), 95, I, 47, I, 44, IV, 260, 88, 60 pp. – t.p., ded. aan curatoren van de universiteit van Stad en Lande (Groningen, mei 1637), pref. (ongedat), inh. (van het gehele werk), fr.t.p. ‘Collegium fundamentorum juris, continens disputationes triginta publice ab authore habitas, partim in Marpurgensi, partim in Groningae et Omlandiae Academia’, tekst (30 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Institutionum juris primum, continens disputationes viginti, in gymnasio Herbornensi publice habitas’, pref. (Herborn, 26-5-1604), ‘Testimonia clarorum virorum de quibusdam juris responsis, et compositione juris Tribonianea.’, lofd. van Hugo Pelletarius, tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Institutionum juris alterum, reformatum, continens disputationes duodecim, in gymnasium Herbornensi publice habitas.’, tekst (12 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Institutionum juris tertium, continens disputationes viginti, sive, selectarum ex institutionibus centurias tres in academia Groningae et Omlandiae publice habitas.’, ‘Nomina collegarum’, tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Pandectarum, continens disputationes quinquaginta duas, in Academia Groningae et Omlandiae publice privatimque habitas.’, pref. (Groningae, 16-3-1637), tekst (52 dispp.); fr.t.p. ‘Collegium Codicis, continens disputationes viginti, de totidem hujus legibus in Academia Groningae et Omlandiae publice habitas.’, pref. (Groningen, 12-4-1627), tekst (20 dispp.); fr.t.p. ‘Disputationes aliquot extraordinariae. Partim Herbornae, partim Marpurgi, partim Groningae publice habitae.’, tekst (10 dispp.). – STCN. UBL, UBU, KB, ZBM, SLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBHei, UBRos, UBTüb, BSB, FBGotha, HABW, SBBerl, EBHC, ALEd, Harv
COLLEGIA JURIS QUINQUE Het is lastig deze slechts in de SBBerl aanwezige bundel van onder voorzitterschap van M. gehouden disputaties te karakteriseren. De bundel bevat weliswaar vijf onderdelen, maar het eerste daarvan is kennelijk later toegevoegd. Het is namelijk de hieronder nr. 426 genoemde uitgave Amsterdam 1656, die dezelfde inhoud heeft als het eerste onderdeel van het werk Collegia juris sex (zie hierboven de nrs. 422-424). De titel Collegia juris quinque etc. volgt pas na dit eerste onderdeel en is verbonden aan het tweede, dat qua inhoud gelijk is aan het tweede onderdeel van het genoemde Collegia juris sex. Het derde onderdeel is gelijk aan het derde daarvan, het vierde aan
Antonius Matthaeus [I]
177
het vierde, en het vijfde aan het zesde. Het vijfde onderdeel van Collegia juris sex met de disputaties over de Digesten ontbreekt dus. Elk onderdeel heeft zijn eigen t.p. en pag. 425
Collegia juris quinque: Tria Institutionum, Pandectarum unum en viginti legum Codicis unum. Quorum duo priora in gymnasio Herbornensi, reliqua tria in academia Groninganae et Omblandiae publice habita sunt. Respondentibus juris et humaniorum literarum studiosis, quorum nomina disputationibus asscripta sunt. Groningae, typis Johannis Sas, 1637. 4°: (199), 110, 53, 47, 103 pp. – (Eerste onderdeel: zie hierna onder nr. 435), (tweede onderdeel:) t.p., pref. (Herborn, 26-5-1604), ‘Testimonia clarorum virorum etc.’, lofd. van Hugo Pelletarius, tekst; (derde onderdeel:) t.p., tekst; (vierde onderdeel:) t.p., ‘Nomina collegarum’, tekst; (vijfde onderdeel:) t.p., pref. (12-4-1627), inh., tekst. SBBerl
DISPUTATIONES JURIS CIVILIS Dit later uitgegeven werk bevat in tegenstelling tot wat de titel belooft, alleen een nieuwe uitgave van de 30 disputaties, die ook in het eerste onderdeel van het hierboven genoemde Collegia juris sex staan (zie hierboven de nrs. 422424). Gelet op de titel lijkt het er op, dat de drukker is blijven steken in een geplande heruitgave van Collegia juris sex. Zie ook hierboven de kopnoot bij nr. 425. 426
Disputationes juris civilis: quarum parte prima fundamenta juris asseruntur; secunda pleraeque Institutionum; tertia Pandectarum difficultates proponitur; postrema insigniores quaedam Codicis leges exponuntur; adjectis ad calcem disputationibus extraordinariis. Amstelodami, apud Joannem Jansonium, 1656. 4°: 199, I pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (mei 1637), pref., tekst. SBBerl, WLBS
JACOBUS OISELIUS
Ook wel Jacobus Ouzelius genoemd. Geboren Dantzig 1631, overleden Groningen 1686. Studie te Leiden en andere plaat-sen. Promotie tot doctor juris Leiden 1657. Hoogleraar te Groningen 1667. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 44-45. Van Oiselius is geen programma funebre overgeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830). Bibliotheca Oizeliana sive catalogus elegantium librorum Hebraiorum, Graecorum, Latinorum, … Jacobus Oiselius. Lugduni Batavorum, apud Jacobum Hackium, 1687, ook uitgegeven onder de titel: Thesaurus nitidissimus Oizelianus elegantium librorum …quos collegit …, Lugduni Batavorum, apud Balduinum Sandet, 1698; Joh. Mensinga, Oratio funebris in obitum … Jac. Oiselii … Dicta in choro Templi Academici XX Aug. 1686. Groningae, typis Gysberti Lens, 1686 (exx. in UBG, UBGrei en SBBerl).
UITGAVE VAN DE OCTAVIUS VAN MARCUS MINUCIUS FELIX Marcus Minucius Felix was een vroeg-Christelijke schrijver uit de periode 150-270 na Chr. Behalve zijn werk Octavius, een dialoog tussen de heiden Caecilius Natalis en de Christen Octavius Januarius, is eigenlijk niets over hem bekend. De uitgave Leiden 1652 verschilt qua presentatie van de inhoud aanmerkelijk van de uitgave Leiden 1672. De vijf commentaren die in de eerst genoemde ed. achter elkaar gedrukt zijn, zijn in de ed. 1672 opgenomen als apparaat bij de tekst van de Octavius. Daarnaast bevat deze uitgave naast de Prolegomena van Balduinus ook die van Johannes Meursius (1579-1639) en is zijn commentaar opgenomen in het notenapparaat. 427
M. Minucii Felicis Octavius, cum integris omnium notis ac commentariis novaque recensione Jacobi Ouzelii; cujus et accedunt Animadversiones; Accedit praeterea liber Julii Firmici Materni V.C. De errore profanarum religionum. Lugduni Batavorum, ex officina Joannis Maire, 1652. 4°: L, II, 46, 140, 36, 32, 212, XIII, 56 pp. – t.p. (met gravure), inh., ded. aan Christina, koningin van Zweden (ongedat.), pref. (Leiden, 14-10-1652), tekst ‘Prologomena Francisci Balduini in M. Minucii Felicis Octavium, met twee ‘bijlagen’: ‘Veterum de M. Minucio Felice testimonia.’ en ‘Auctores a Minucio citati.’, tekst Marci Minucii Felicis Octavius; fr.t.p. ‘Joan. a Wower Ad M. Minucii Felicis Octavium notae.’, tekst; fr.t.p. ‘Geverharti Elmenhorsti Ad M. Minucii Felicis Octavium liber commentarius.’, tekst commentarius met als ‘bijlage’ ‘Variae lectiones in M. Minucii Felicis Octavium.’, regg.; fr.t.p. ‘Desiderii Heraldi Ad M. Minucii Felicis Octavium castigationes et notae.’, tekst, regg.; fr.t.p. ‘Nic. Rigalti Ad M. Minucii Felicis observationes.’, tekst; fr.t.p. ‘Jacobi Ouzeli ad M. Minucii Felici Octavium animadversiones.’, tekst, regg., err.; fr.t.p. ‘Julii Firmici Materni V.C. De errore profanarum religionum ad Constantium et Constantem Augg., Joan. a Wouwer recensuit.’, tekst; fr.t.p. ‘Joan. a Wower Ad lib. Julii Firmici Materni V.C. De errore profanarum religionum notae.’, tekst, reg. – STCN. UBA, UBL, UBM, KB, UBGrei, UBGött, UBJena, UBLeip, UBTr, BSB, [HAAB], HABW, LBMV, SBBerl, SSBAug, BL, CUL, CCO, ULNott, ULEd
Jacobus Oiselius
428
179
M. Minucii Felicis Octavius, cum integris omnium notis ac commentariis, novaque recensione Jacobi Ouzelii. Cujus et accedunt Animadversiones. Insuper Johannis Meursii Notae. Et liber Julii Firmici Materni V.C. De errore profanarum religionum. Lugduni Batavorum, ex officina Hackiana, 1672. 8°: XLVIII, 352, 64, XXIX, I pp. – [front.], t.p., ded. aan Christina, koningin van Zweden (ongedat.), ‘Typographi lecturis valere et gaudere’, pref. (Leiden, 14-10-1652), tekst ‘Prolegomena Francisci Balduini in M. Minucii Felicis Octavium’, tekst ‘Joh. Meursii Prolegomena in M. Minucii Felicis Octavium’, tekst van de ‘bijlagen’ ‘Veterum de M. Minucio Felice testimonia’ en ‘Auctores a Minucio citati’, tekst Octavius; fr.t.p. ‘Julii Firmici De errore profanarum religionum ad Constantium et Constantem Augg. Joan. A. Wower recensuit.’, ‘Index auctorum’, regg. – STCN. UBG, UBL, UBM, UBN, UBU, UBErl, UBGött, UBHal, UBJena, UBKöln, UBLeip, UBMüns, UBRos, BSB, HAAB, HABW, SBBerl, BL, CUL, CCO, ALEd, NLS, ULEd
DE OBLIGATIONIBUS Disputatio pro gradu, gehouden te Leiden 20-10-1654. 429
Disputatio juridica inauguralis de obligationibus, quam pro jurisconsulti titulo solemniter conseguendo, publico examine subjicit Jacobus Ouzelius. Lugduni Batavorum, ex officina Petri Leffen, 1654. 4°: II, 59, I pp. – t.p. tekst – STCN.
UBL
CAJI E LIBRIS QUATUOR INSTITUTIONUM QUAE SUPERSUNT Dit werk, een uitgave van wat toen bekend was van de tekst van de Instituten van Gaius, met noten van O., is later door Anton Schultingh opgenomen in zijn Jurisprudentia vetus ante-Justinianea (zie BGNR Leiden nrs. 612, 613 en 614). 430
Caji, jurisconsulti antiquissimi, e libris quatuor institutionum quae supersunt, Jacobus Oiselius, [ex parte] collegit, [digessit, et Notis perpetuis illustravit]. LugduniBatavorum, ex officina Petri Leffen, 1658. 8°: XXXII, 64, 120, 122, 104, 33, I pp. en XXXI, 49, I pp. – t.p., ded. aan het stadsbestuur van Leiden en de curatoren van de Leidse universiteit (Leiden, 18-4-1658), ‘Prolegomena ad lectorem. In quibus de auctore (= Gaius) et nova hac ejus editio disseritur (Leiden, 20-41658), err., tekst ‘Caii antiquissimi Institutionum’, fr.t.p. ‘Jacobi Oiselii Notae ad libros quatuor Institutionum Caii jurisconsulti antiquissimi.’, tekst Notae, ‘Addendum’, regg., fr.t.p. ‘Caii Institutionum libri duo.’, tekst. – STCN. UBG, UBL, KBBr, SLBD, UBGött, UBHal, UBHei, BSB, [HAAB], HABW, SBBerl, BUS, UBGent, BL, CUL, ASC
180
Jacobus Oiselius
UITGAVE EN HERUITGAVE VAN AULUS GELLIUS, NOCTES ATTICAE, SAMEN MET A. THYSIUS 431
Zie BGNR Leiden nrs. 731 en 732. THESAURUS SELECTORUM NUMISMATUM Dit Thesaurus van Romeinse munten en gemmen bevat behalve een verklarende tekst 118 bladen met afbeeldingen. Achterin worden aanwijzingen aan de binder gegeven hoe hij met deze bladen om kan gaan. Afhankelijk van de wens van de verkrijger kan hij de bladen met de platen apart inbinden, hetzij voor, hetzij achter in het boek, of hij kan deze bladen in het boek bij de tekst inbinden. Ook wordt wel een extra t.p. bijgeleverd met het oog op de afzonderlijke inbinding van de bladen met de afbeeldingen, die alle een blanco achterzijde hebben. Alle vormen van inbinden komen bij de door ons onderzochte exx. voor.
432
Thesaurus selectorum numismatum antiquorum. Quo praeter imagines et seriem imperatorum Romanorum à C. Jul. Caesare ad Constantinum Magnum usque quicquid fere monumentorum ex Romana antiquitate in nummis veteribus restat reconditum est. Cum singulorum succinta descriptione et accurata enarratione. Amstelodami, ox (lees: ex) officina Henrici et Theodori Boom, 1677. (Beschrijving ex. KB:) 4°: XVI, 570, XXII pp. – front., t.p., pref., inh. (bestaande uit een ‘elenchus generalis eorum, quae singulis classibus continentur’ en een ‘index specialis’, waarin vermeld wordt waar de platen bijhoren), fr.t.p., tekst (inclusief de 118 platen), regg., err., ‘Typographus ad bibliopegum’ (aanwijzingen voor de binder, zowel in het Latijn, het Duits en het Nederlands) – STCN. (Beschrijving ex. SLBD:) 4°: XVI, 118 – t.p., pref., inh. (bestaande uit een ‘elenchus generalis eorum, quae singulis classibus continentur’ en ‘index specialis’), fr. t.p., tekst (p.3-570 [p.287, 488, 289]), regg., err., ‘Typographus ad bibliopegum’ [platen met afbeeldingen nrs.I-CXVIII (compleet, enige op de kop, de laatste omgekeerd)] – De exx. van SLBD, UBMüns en HAAB hebben op de t.p.: ‘Ox (sic) officina Henrici et Theodori Boom’ UBA, KB, MMW, SLBD, UBGött, UBGrei, UBHal, UBKas, UBLeip, UBMünch, UBMuns, UBRos, UBTüb, BSB, HAAB, HABW, NLH, SBBerl, SBReg, SSBAug, ÖNB, BL, CUL, CCO, NLS
LIJKREDE VOOR JACOBUS ALTING Jacobus Alting (1618-1679) was sinds 1643 eerst hoogleraar in het Hebreeuws aan de Universiteit van Stad en Lande en vervolgens sinds 1667 hoogleraar in de theologie. Hij overleed te Groningen 20-8-1679. O. hield deze rede 1-91679. Zij werd in 1680 gedrukt (Ensink, Academische rouw, p. 826 (DA)). 433
Oratio funebris in decessum Jacobi Altingii. Groningae, apud Dominicum Lens, 1680. 4°: VIII, 46 pp. (ongepag.) – t.p., rouwdd. van Joh. Mensinga en H. Deusing, tekst lijkrede, uitnodiging voor het bijwonen van deze rede door Wesselus Bertling als rector magnificus. – STCN. UBA, UBG, UBL, BL, Bodl
CAREL CHRISTIAAN (LEVIN) PAEHLIG
Geboren Almena (Lippe) 1752, overleden Groningen 1814. Studie te Groningen. Promotie aldaar tot doctor juris 1774. Advocaat bij de Hoge Justitiekamer van Stad en Lande, richter te Slochteren, secretaris van Wedde en Westerwoldingeland, hoogleraar te Groningen 1804. Boelens, ‘Levenschetsen’, p. 110-112; NNBW X, 702. Van Paehlig is geen programma funebre overgeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830).
OEFENDISPUTATIE: OBSERVATIONES PHILOLOGICAE Filologische oefendisputatie, gehouden te Groningen 9-11-1769. Het lijkt er sterk op, dat deze disp. in het kader van een collegium gehouden is, waarbij het de bedoeling was zijn disputatie later met die van de andere respondenten samen te voegen tot een boek. Ook de pag. van de disputaties wijst daar op. 434
Observationes philologicae, quas adspirante summo numine, praeside Jacobo de Rhoer, defendet Carolus Christianus Paehlig. [Groningae], [1769]. 4°: 4 pp., gepag. 57-60. – tekst, theses. – Het gaat om ‘Caput XV Paullus ad Timoth. II 2, 19 illustratur. Ειναι τινος qui dicantur inscriptio templi Epidaurici etc.’ UBG
DE POENA CONATUS Disputatio pro gradu, verdedigd te Groningen 5-7-1774. 435
Dissertatio juris criminalis inauguralis de poena conatus, quam pro gradu doctoratus examini submittit Carolus Christian Paehlig. Groningae, apud Jacobum Bolt, 1774. 4°: IV, 16, II pp. – t.p., ded. aan E.E. Tamminga Sickinghe en H. Wolthers, burgemeesters van Groningen, en de hoogleraren L.C. Schroeder, J. Cannegieter en J. de Rhoer (ongedat.), tekst, theses, lofd. van H.G. Sickinghe (in het Nederlands). – STCN. UBG, KB, PBL, BUBol
ORATIO DE STUDIO JURISPRUDENTIAE Rede, uitgesproken te Groningen 19-12-1804 ter gelegenheid van de aanvaarding van het professoraat in de rechten. De rede werd pas in 1806 gedrukt.
182
436
Carel Christiaan (Levin) Paehlig
Oratio aditialis de studio jurisprudentiae, ad civitatis rationes et praesentis temporis usum accomodando. Groningae, typis excudit Theodorus Spoormaker, 1806. 4°: 107 pp. – fr.t.p., t.p., ded. aan het departementaal bestuur van Groningen, tekst, ‘Erratum’. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, PBL
ORATIO DE STUDIO JURISPRUDENTIAE, NEDERLANDSE VERTALING, MET RECENSIE VAN DEZE REDEVOERING Vermoedelijk is P. zelf verantwoordelijk voor de vertaling van zijn rede die hij tevens verdedigt tegen de opmerkingen in de hier bijgevoegde recensie die verschenen was in de Schouwburg van in- en uitlandsche letter- en huishoudkunde, eerste aflevering, ’s Gravenhage, by Immerzeel en Comp., 1807, p. 12-19. Zie over dit tijdschrift A.J.A.M. Hanou, ‘De ‘Schouwburg van in- en uitlandsche letter- en huishoudkunde’ 1805-1810, een voorlopige verkenning.’ in: Hans Bots en Sophie Levie (red.), Periodieken en hun kringen, een verkenning van tijdschriften en netwerken in de laatste drie eeuwen. Nijmegen, 2006, p. 149-181. 437
De redevoering van mr. C.C. Paehlig strekkende ten betooge dat de beoefening van de regtsgeleerdheid, overeenkomstig het belang van de burgerstaat, en de behoefte van den tegenwoordigen tijd, moet worden ingerigt, door den schrijver verdedigd tegen de beoordeling van dezelve, geplaatst in den Schouwburg van In- en Uitlandsche Letteren Huishoudkunde 1807. I. Te Groningen, by Willem Kamerling, 1809. 4° (?): II, 109, I, 8 pp. – t.p., tekst oratie (beginnend met cit. van ‘M.de Polignac, Anti-Lucret. sive de Deo et natura Lib. I vs. 38 et seqq.’), tekst recensie. – Knuttel 23464. – Zie ook hierboven nr. 264 (nr. XIV). UBG, UBL, KB, UBGött
ALEXANDER ARNOLD PAGENSTECHER
Vader van Johannes Friedrich Wilhelmus Pagenstecher en grootvader van Johannes Alexander Winandus Pagenstecher, die beiden volgen. Geboren Bentheim 1659, overleden Groningen 1716. Studie Duisburg, Groningen, Leiden. Studiereis naar Helmstedt, Jena, Leipzig en Praag. Promotie tot doctor juris Utrecht 1680. Advocaat te Kleef. Hoogleraar Steinfurt 1681, Duisburg 1687 (ethica en politica) en 1689 (rechten), Groningen 1694. Boelens, ‘Levenschetsen’, p. 53-55, NNBW II, 1051-1054; Ensink, Academische rouw, pp. 694-695 (familie) en 827 (nr. 292); Feenstra, ‘Der juristische Unterricht in Steinfurt’ in het bijzonder p. 52-69 en ‘Bibliografie der Veröffentlichungen von Alexander Arnold Pagenstecher und Johann Friedrich Wilhelm Pagenstecher’ in dezelfde bundel, in het bijzonder p. 74-108, hierna aan te halen als Steinf. Bibliogr.; Id., ‘Die an niederländische Universitäten berufenen Steinfurter Professoren der Rechte, insbesondere Alexander Arnold Pagenstecher’ in R. Feenstra und Chr. Coppens (Hrsg.), Die rechtswissenschaftlichen Beziehungen zwischen den Niederlanden und Deutschland in historischer Sicht (Rechtshistorische reeks van het Gerard Noodt Instituut Nijmegen, 24), Nijmegen 1991, p. 3957; Höting, Professoren Steinfurt, p. 137-144; A.H. Huussen jr, ‘Onderwijs in de Groningse rechtenfaculteit gedurende de eerste helft van de 18e eeuw’ in: A.H. Huussen jr (red.), Onderwijs en onderzoek: studie en wetenschap aan de academie van Groningen in de 17e en 18e eeuw, Hilversum 2003, 161-184, daarin pp. 161-163, 165, 167, 168, 173-179, 181 en 189, en verder 67, 291, 305, 309, 32. Van A.A. Pagenstecher zijn behalve de hier beschreven werken ook enkele bruiloftsgedichten overgeleverd, waarvan twee beschreven zijn in de Steinf. Bibliogr. (nrs. 6a en 144a). Een derde berust in BNün. Het is een gedicht ter gelegenheid van het huwelijk van Pagenstechers nicht Anna Amalia Pagenstecher en Christoph Ludolf Schluiter in november 1685.
OEFENDISPUTATIE: ILLUSTRIUM JURIS CONTROVERSIAE SYLLOGE Deze door A.A.P. zelf geschreven disputatie is gehouden te Duisburg in augustus 1676. 438
Illustrium juris controversiarum syllogen, die … Augusti defensum ibit auth. et resp. Alexander Arnoldus Pagenstecher; sub praesidio Gerhardi von Mastricht. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, 1676. 4°: 28 pp. – t.p., ded. aan (?), tekst, ‘Appendix’ (Corollaria), lofdd. (Steinf. Bibliogr. nr. 1)
Arn
184
Alexander Arnold Pagenstecher
SERIES PANDECTARUM SIVE LIBRORUM ATQUE TITULORUM PANDECTARUM CONFERRUMINATIO JUSTINIANEA 439
Van een oorspronkelijke uitgave is geen ex. gevonden. De opdracht aan zijn oom Andreas Christianus Pagenstecher en aan zijn vader Gisbertus, gedateerd Groningen 1-10-1676, wijst toch op een oorspronkelijke uitgave. Voor zover wij nu weten, is dit stuk voor het eerst gedrukt in de derde ed. van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei ad Institutum etc. (hieronder nrs. 451 en 452), zij het tegen zijn wil, doch afgedwongen door de studenten. In een uitgebreider vorm is deze ‘Series’ gepubliceerd in het werk Rerum quotidianarum ad Pandectarum sylloge uit 1699 (zie hieronder nr. 485). (Cf. Steinf. Bibliogr. nrs. 2 en 19)
TITULI JURIS CANONICI DE REGULIS JURIS PARAPHRASIS METRICA 440
Van een oorspronkelijke uitgave, zo die er is geweest, is geen exemplaar gevonden. Dit stuk, dat in de zomer van 1676 geschreven is, is voor het eerst gedrukt in A.A.P.’s Assertionum judicatarum ad Institutiones Justinianeas centuria (zie hieronder nr. 449) en vervolgens samen met het hierboven onder nr. 439 genoemde werk herdrukt in de derde editie van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei ad Institutionum libros quattuor etc. (zie hieronder nrs. 451 en 452), alsmede in zijn Rerum quotidianarum ad Pandectarum sylloge (zie hieronder nr. 485). (Cf. Steinf. Bibliogr. nr. 3)
LIJKDICHT OP JOHAN MAURITS VAN NASSAU Johan Maurits van Nassau, bijgenaamd de Braziliaan, overleed 20-12-1679. 441
Naeniae super exequias Johannis Mauritii Principis Nassaviae. Clivis, apud Tobiam Silberling, 1680. 4°: (ongevouwen blad papier) – tekst van het gedicht (Latijn), ondertekend door A.A.P. met daaronder een grafschrift in het Nederlands. (Steinf. Bibliogr. nr. 4) HLBW
DE JURE VIRGINUM Disputatio pro gradu, verdedigd te Utrecht 9-1-1680. Gelet op de datum van de dedicatie moet deze disputatio pro gradu wel in januari 1680 en niet in januari 1679 verdedigd zijn. 442
Dissertatio juridica inauguralis de jure virginum quam defendendam suscipit Alexander Arnoldus Pagenstecher ad diem 9 Januar. 1679. Trajecti ad Rhenum, apud Cornelium a Vechten, 1680.
Alexander Arnold Pagenstecher
185
4°: XVI pp. – t.p., ded. aan Wilhelmus de Blaspeil en Johannes de Beyer (Utrecht 5-1-1680), tekst van ‘Schediasma inaugurale juridicum de juribus quibusdam virginum favorabilibus’, corollaria, lofdd. (o.a. één in het Duits, één in het Frans en één in het Nederlands). (Steinf. Bibliogr. nr. 5)
UBDui, UBGött
PAEAN VOTIVUS COMITI BENTHEMII Arnold Maurits Wilhelm († 1701), de zoon van Philip Koenraad, graaf van Steinfurt, wordt hier als graaf van Bentheim aangeduid, omdat hij door zijn oom Ernst Wilhelm in diens testament uit 1678 als zijn opvolger was aangewezen, hoewel deze zelf zoons had uit een morganatisch huwelijk. Zie over de opvolgingsproblemen in het graafschap Bentheim na het overlijden van Ernst Wilhelm, graaf van Bentheim in 1693: W.F. Visch, Geschiedenis van het graafschap Bentheim, Zwolle, 1820, p. 193 e.v. 443
Paean votivus, Arnoldo Mauritio Gulielmo, Comiti Benthemii: post triennii absentiam, in a.d. 16 Nov. [sic] 1681 Steinfurtum suam (sic) revisenti. Steinfurti: [typis Wellenbergii] Wellenbergius, [1681]. Klein fol.: VIII pp. – ‘Madrigaal, aan de lezer’, tekst lofd., tekst ‘Invitatio Veneris ad pompam Steinfurtensem’, tekst van een sonnet. (Steinf. Bibliogr nr. 6)
KB, Arn
FELICITATIE VOOR SIMON GERLACUS EBEL Simon Gerlach Ebel († 1704) voor wie dit en het hierna te noemen gedicht bedoeld waren, was in 1680 in Steinfurt gekomen om rector van de ‘schola classica’ te worden, kort nadat hij in Utrecht gepromoveerd was tot medicinae doctor. Hij werd 6-1-1682 benoemd tot professor in de medicijnen aan het Gymnasium Arnoldinum. Het gedicht is gedateerd 5-1-1682. A.A.P gebruikte hierbij het pseudonym ‘Antibarbarus Philomathes’. 444
Xenium Sim. Gerl. Ebeli, Braca Lippiaco, Medicinae Doctori, Cum in illustri Steinfurtensium Arnoldino, Medicinae et Philosophiae Professor renunciaretur, exhibitum A.D. IX. Id. Januar. MDCLXXXII. [S.l., 1682]. 4°: 4 pp. (ongepag.) – [tekst.]
[BNün]
MYN NIE JAAR VÄR HÄR DOKTER EBEL Dit gedicht is geschreven in het Burgsteinfurtse dialect. Het telt 88 strofen. Zie ook Niederdeutsche Bibliographie: Gesamtverzeichnis der niederdeutsche Drucke bis zum Jahr 1800, von Conrad Borchling und Bruno Clausen. Utrecht 1976 (herdr. van de uitg. Neumünster 1931-’36) Bd. 2, k. 1484, nr. 3630, waar verwezen wordt naar een exemplaar van dit werk in de bibliotheek van het Gymnasium Arnoldinum. Dat A.A.P. de schrijver van dit gedicht is wordt
186
Alexander Arnold Pagenstecher
door Borchling en Clausen niet vermeld. Zijn naam wordt bij het gedicht ook niet genoemd. 445
Myn Nie Jaar vär Här Dokter Ebel, do he den 6. van de Maand Januarius professer in de Medecine wordt an de Hogeschole te Stenforden, in ’t jaar 1682. Steinfurt, Wellenberg, [1682]. 4°: 2 (of 4) pp. (ongepag.) – tekst.
Arn, [BNün]
ORATIO DE SCOPO SIVE FINE MATRIMONII 446
Inaugurele rede, gehouden te Duisburg 7-5-1687 bij de aanvaarding van het professoraat in de ethica et politica. Voor het eerst gedrukt in de derde ed. van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei ad Institutionum libros quattuor (zie hieronder nrs. 451 en 452). In 1692 hield A.A.P. bij de promotie van Jacobus Zetske een rede over hetzelfde onderwerp (zie hieronder nr. 464), van het origineel waarvan overigens geen ex. bewaard gebleven is. M.m. geldt hetzelfde voor de rede die A.A.P. over hetzelfde onderwerp in 1706 hield bij de promotie van Gasparus Lengerke (zie hieronder nr. 516). Uiteindelijk is een combinatie van deze twee redes later als één tekst gedrukt, in1708 als disputatie met Otto Conring als respondent (zie Steinf. Bibliogr. nr. 119), en in 1716 in A.A.P.’s Dissertationum hebdomada I et II. als één van de daarin opgenomen verhandelingen (zie hieronder nr. 542). (Steinf. Bibliogr. nr. 8)
SCIAGRAPHIA INSTITUTIONUM POLITICARUM ETC., MET APHORISMI DE SUCCESSIONIBUS AB INTESTATO Dit werk bevat negen disputaties m.b.t. het toenmalige staatsrecht van het Heilige Roomse Rijk, elk met een eigen t.p. Uit deze t.pp. blijkt dat de disputaties zijn afgedrukt in de volgorde van de behandelde stof en niet in die van datum waarop ze gehouden zijn. Na deze negen disputaties volgt de tekst van de toegevoegde disputatie met de titel: Aphorismi de successionibus etc., gehouden 7-8-1688 door A.A.P.’s broer Werner Justinus Pagenstecher, die ook respondens was bij de derde van de negen daarvoor afgedrukte disputaties, gehouden in februari 1688. 447
Sciagraphia institutionum politicarum ad praesentem Imperii Romano-Germanici statum adcommodandarum. Accedunt Aphorismi de successionibus ab intestato etc. Duisburgi ad Rhemum (sic), apud Franconem Sas, 1688. 8°: XVI, 16 (2x), 36, 16, 20 (2x), 16, 20, 12 pp. – t.p. ded. aan keurvorst Frederik III (Duisburg, 1-12-1688), pref. (ongedat.), t.p.: Sciagraphiae institutionum politicarum, proemium et tituli undecim priores libri primi. Disputabuntur in Collegio Juris Publici a. d. 12 et in Collegio Politico a. d. 13 Decemb. [1687] Praeses [A.A.P.]. Respondens Johann Conrad L.B. de Strunckede, auctor. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas [1687], tekst,
Alexander Arnold Pagenstecher
187
corollaria; t.p.: … titulorum hendecas secunda. Disputabitur in Collegio Juris Publici a. d. 9 et in Collegio Politico a. d. 10 Januar. [1688]… Respondens Gothofredus a Reck, auctor. Duisburgi … Sas, 1688, tekst, corollaria; t.p.: … titulorum hendecas tertia et quarta. Disputabuntur … mense Februario [1688] … Respondens Guernerus Justinus Pagenstecher, auctor. Duisburgi … Sas, 1688, ded. aan Arnoldus Gisbertus Pagenstecher, Ernestus Philippus Pagenstecher, A.A.P. en Ernestus Wilhelmus Buchfelder, tekst, corollaria; t.p.: … titulorum hendecas quinta. Disputabitur in Collegio Juris Publici a. d. 16 et in Collegio Politico a. d. 17 Januar. [1688] … Respondens Clemens Berg, auctor. Duisburgi … Sas, 1688, tekst, corollaria; t.p.: … titulorum hendecas sexta. Disputabitur tempore locoque solitis a. d. (niet aangegeven) … Respondens Johannes Reinhardus Mitz, autor. Duisburgi … Sas, 1688, ded. aan Joannes de Beyer (ongedat.), tekst, corollaria, lofdd. van Johan. Theod. Müntz en Johan Buitefuur; t.p.: … titulorum hendecas septima. Disputabitur … [1-7-1688] … Respondens Clemens Berg, autor. Duisburgi … Sas, 1688, tekst, corollaria; t.p.: … titulorum hendecas octava. Disputabitur 1688, die S. Martino vulgo sacra (= 11 november) horis solitis. … Respondens Godefridus vonder Reck. Duisburgi … Sas, [1688], tekst, corollaria; t.p.: … titulorum hendecas nona. Disputabitur a. d. 2 aug. 1688 … Respondens Johannes Gerardus a Goor, auctor. Duisburgi … Sas, [1688], tekst; t.p.: Aphorismi de successionibus ab intestate, quos in usum florentissimi collegii private iterato, emendatiores tamen, typis rescriptos. Sub praesidio [A.A.P.] a. d. 7 Aug. 1688 defendendos suscipit Wernerus Justinus Pagenstecher. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, [1688], ded. aan Johannes Adolphus von der Reck (ongedat.), tekst Aphorismi de hereditatibus quae ab intestate deferuntur, corollaria I ‘Ad aphor. XXXVII’ en II ‘Ad aphor. XIV’. (Steinf. Bibliogr. nrs. 9 en 10)
UBErl
UITGAVE VAN PHAEDRI FABULARUM LIBRI QUINQUE Deze uitgave gaat terug op het boek Phaedrus Aug. Liberti Fabulae van de historicus en filoloog Johannes Freinsheim (Freinshemius) (1608-1660), gedrukt in Straatsburg in 1664. In beginsel is aan elke fabel een zgn. ‘historia’ toegevoegd. Bij sommige daarvan staat de naam van Freinsheim, bij andere de naam van A.A.P., terwijl er ook ‘historiae’ zonder naam zijn. De tekst van de toegevoegde ‘Vita Phaedri’ is ook van A.A.P. Deze tekst is overgenomen in een ed. die in 1721 in Marburg verscheen: Phaedrus, Augusti Libertus: quem I. Ordine Pithoei et Freinshemii digestum, II. Ex emendatione Gudii et Burmanni recensitum, III. Interpretatione Petri Daneti, IV. Historiis miscellaneis multifariam instructum, V. Etc. … In usum Paedagogi Marburgensis, edidit Joan. Caspar. Santoroc. Marburgi, typis et impensis Philippi Casimiri Mülleri, 1721, p. 40-48. Ook heeft Santoroc met die van Freinsheim de door A.A.P. opgestelde ‘historiae’ overgenomen in de tekst. Een ex. van deze uitgave berust in de UBHalle, zie ook VD18. 448
Phaedri Fabularum Aesopiarum libri quinque, emendatione textus historiisque Jo. Freinshemii selectis illustrati; accedit et Vita Phaedri historiarumque ad explendam centuriam sylloge tumultuaria ex juvenilibus Alex. Arn. Pagen-stecheri. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconum Sas, 1688. 8°: XII, 95, I pp. – t.p., ded.van A.A.P. aan keurvorst Frederik III (Duisburg, 1-12-1688), pref (van A.A.P.; ongedat.), tekst, incl. de ‘historiae’, tekst ‘Vita Phaedri’, ‘Index Phabularum’. (Steinf. Bibliogr. nr. 11)
UBL, UBM
188
Alexander Arnold Pagenstecher
[ASSERTIONUM CENTURIA]
JURIDICARUM
AD
INSTITUTIONES
JUSTINIANEAS
Zeer waarschijnlijk is dit het werk, waarop de tekst van het derde in A.A.P.’s Manualium ad Institutiones uit 1710 toegevoegde stuk ‘Regularum juris canonici paraphrasis metrica quam in Academia Duisburgensi defendam susceperunt Gotof. von der Reck … Wern. Just. Pagenstecher … Everwin Sluiterus … Clemens Berg … Arnoldus a Dungelen … Henr. J. von Gangelt’ teruggaat (cf. hieronder nrs. 497-499, alsmede hierboven nr. 440). 449
Assertionum juridicarum ad Institutiones Justinianeas centuria, quam praeter ipsum Institutionum juris textum, cum annexis hic Corollariis, quorum vice cum alia, tum maxime titulus Juris Canonici de Regulis Juris in Sexto, distichis inclusus, fungitur, sub praesidio Alex. Arn. Pagenstecheri defendent Godofredus von der Reck, Wernerus Justin. Pagenstecher, Everwinus Sluterus, Clemens Berg, Arnoldus à Dungelen, Henr. Joh. von Gangelt. Duisburgi ad Rhenum, Sas, 1688. 20 pp. (ongepag.) – t.p., tekst. (Het gaat hier om foto’s van dit werk. Een origineel ex. heb ik niet gevonden.) [UBDui]
APHORISMI JUSTINIANEI AD INSTITUTIONES Van een tweede editie van dit werk, zo die er geweest is, is niets bekend. Aan het eind van de ‘Omissa, commissa’ staat (p. XXIV) staat een interessante mededeling over de titel van dit werk, die A.A.P.’s studenten in de bijna tien jaar dat hij op dat moment hoogleraar was, vertrouwd moest zijn geworden. Hieruit en uit het eerste lofd. zou men kunnen afleiden dat het bij deze uitgave om de eerste druk van dit werk gaat. 450
Aphorismi Justinianei ad Institutionum juris libros quattuor. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, 1690. 12°: XXIV, 384 pp. – t.p., ded., lofdd., ‘Omissa, commissa’, tekst. (Steinf. Bibliogr. nr. 13)
SBAns
APHORISMI AD INSTITUTIONES, DERDE EDITIE, MET DISSERTATIONUM ACADEMICARUM MANIPULUS UNUS, EN ANDERE STUKKEN Bij deze uitgave, die bij twee verschillende uitgevers is verschenen, is een groot aantal andere werken van A.A.P., al of niet in herdruk toegevoegd onder de titel ‘Dissertationum academicarum manipulus unus’, enerzijds niet alle werken die op de laatste pagina van de tekst van de Aphorismi (p. 259), beloofd worden, anderzijds meer. Zo ontbreekt een herdruk van A.A.P.’s inaugurele disputatie De jure virginum. Bij de Dissertationum academicarum manipulus unus gaat het blijkens de fr. t.p. (p. 260) om de volgende stukken:
Alexander Arnold Pagenstecher
189
– ‘Irnerius injuria vapulans, partes 2.’ (p. 262-372). Het eerste deel daarvan is de tekst van de disputatie die in 1691 in Duisburg onder voorzitterschap van A.A.P. werd gehouden met Werner Justinus Pagenstecher als respondent. Zij behelst de ‘Prolusio’ en de ‘coitiones’ 1-3, gevolgd door een ‘Receptus’ en door een aantal lofdd., waaonder een van A.A.P. (p. 262-340); cf. Steinf. Bibl. nr. 14, waar staat vermeld, dat een ex. van de oorspronkelijke uitgave niet gevonden is en verwezen wordt naar deze tekstuitgave). Het tweede deel is de tekst van een aansluitende disputatie gehouden 21-7-1691 met Wilhelm Everwin Schlüter als repondent, met de ‘coitiones’ 4-7, gevolgd door zeven ‘Corollaria, a respondente subjecta’ en door een aantal lofdd. (p. 341-372; cf. Steinf. Bibl.nr. 15, waar blijkt dat de oorspronkelijke uitgave van deze oefendisputatie de ‘coitiones’ 4-6 bevatte; de zevende ‘coitio’ is dus later toegevoegd). – ‘Periculum academicum ad 57 ff. mandati’ (= D. 17.1.57) (p. 375430). Het gaat hier om een in brieven gevoerde discussie tussen A.A.P. en Otto Philippus Zaunschliffer over de genoemde Digestenplaats. Zie verder hieronder nrs. 456-458. – ‘De jure filiorum.’ (p. 433-470). Het betreft hier de tekst van een disputatie die 25-3-1689 in Duisburg gehouden werd onder voorzitterschap van A.A.P. met als respondent Clemens Berg (cf. Steinf. Bibl. nr. 12). Hoewel Berg in de titel als ‘auct[or]’ wordt aangeduid, mag uit de opname van deze dispuatie in de derde editie van A.A.P.’s Aphorismi afgeleid worden, dat deze te beschouwen is als de eigenlijke auteur van dit werk. De tekst van de disputatie wordt gevolgd door twee lofdd., waarvan het eerste van A.A.P. – ‘De ventre (qui vulgo Haensgen im Keller) ejusque jure, part[es] 2.’ (p. 473-516). Bij ‘pars I’ gaat het om een disputatie met 10 ‘visiones’ gehouden 1212-1691 (?) met als respondent Matthias Hobbelt (p. 473-500; cf. Steinf. Bibl. nr. 17 waar vermeld wordt dat een ex. van de oorspronkelijke uitgave niet gevonden is en verwezen wordt naar deze tekstuitgave). Inmiddels is een ex. van de oorspronkelijke uitgave gevonden, zie hieronder nr. 459). De tekst van de disputatie wordt gevolgd door ‘Corollaria respondentis’ en twee lofdd. Bij ‘Pars II’ gaat het om een niet als disputatie gepresenteerde uiteenzetting met 9 ‘visiones’ (p. 503-516; cf. Steinf. Bibl. nr. 17a en hieronder nr. 461). – ‘Crux Jctorum in l. 69 ff. pro socio.’ (p. 519-545 (gedrukt als: 547)). Over deze plaats, de lex Societas uit de Digestentitel Pro socio (= D. 17.2.69), heeft A.A.P. enkele malen zowel in Duisburg als in Groningen een oefendisputatie laten houden. In de derde ed. van zijn Aphorismi Justinianei etc. is de tekst opgenomen van de oefendisputatie die in 12-1-1692 in Duisburg gehouden werd, getiteld Crux jurisconsultorum ex l. 69 ff pro socio etc. … per Frid. Ernest. Georg. Montanum auth. et resp. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, 1692 (zie Steinf. Bibliogr. nr. 18). Ook hier geldt, dat hoewel Montanus in de titel als ‘auct[or]’ vermeld wordt, uit de
190
Alexander Arnold Pagenstecher
opname van deze disputatie in deze derde ed. van A.A.P.’s Aphorismi mag worden afgeleid, dat hij beschouwd mag worden als de eigenlijke auteur van dit werk. Zie wat betreft de disputaties over deze Digestenplaats ook Steinf. Bibliogr. nrs. 29, 37, 108, 116 en 116a en de opmerkingen aldaar, voor een deel verwoord in de hieronder genoemde nrs. 472 en 519. Naast deze werken bevat deze uitgave vervolgens de ‘Series Pandectarum sive librorum atque titulorum Pandectarum conferruminatio Justinianea. Subjicitur tituli juris canonici De regulis juris paraphrasis metrica.’, incl. ded. en lofdd. (p. 553-604 (gedrukt als: 555-606)); zie hierboven nrs. 439 en 440). Aan het slot is een uitgave van A.A.P.’s inaugurele rede, gehouden te Duisburg 7-5-1687 (zie hierboven nr. 446), toegevoegd (p. 605-623 (gedrukt als: p. 607-578 = 621). Aan het slot van zijn pref. zegt de drukker (p. XVII) A.A.P. gevraagd te hebben om het mogen drukken (?) van zijn ‘annotationes ad Carpzovium’. Dit is er echter niet van gekomen. Een dergelijk werk is ook onbekend. 451
Aphorismi Justinianei ad Institutionum juris libros quattuor, moribus saeculi adtemperati. Editio Tertia auctior. Francofurti ad Moenum, apud Jo. Dav. Zunnerum, 1692. 12°: Acht stukken, doorl. gepag.: XXIV, 623, I pp.– t.p., pref. van de drukker (ongedat.), lofdd., tekst Aphorismi; fr.t.p.: ‘A.A. Pagenstecheri. Dissertationum academicarum manipulus unus: Quos comprehenduntur: 1. Irnrerius injuria vapulans. partes 2. 2. Periculum geminum ad l. 57. ff. mandati. 3. De jure filiorum 4. De ventre (qui vulgo Hänsgen im Keller) ejusque jure. part. 2. 4. Crux JCtorum in l. 69 ff. pro socio. Francofurti ad Moenum, anno MDCXCII.’; fr.t.p. ‘A.A. Pagenstecheri. Irnerius injuria vapulans.’, tekst ‘Irnerius injuria vapulans. Pars I. Respondente Wernero Justino Pagenstechero, incl. lofdd. (waaronder een in het Duits), tekst ‘Irnerius injuria vapulans. Pars II. Respondente Wilhelmo Everwino Schluitero.’, incl. ‘Corollaria, a respondente subjecta’ en lofdd. (waaronder een in het Nederlands); fr.t.p. ‘Ottonis Philippi Zaunschlifferi Periculum academicum ad difficilimam l. mandatum 57. ff. mandati: illustratam in epistola ad … Alexandrum Arn. Pagenstecherum, …’, tekst van de brief van O.Ph. Zaunschliffer aan A.A.P., gevolgd door de tekst van het ‘Discursus juridici ad l. 57 ff. mandati’; fr.t.p. ‘Alexandri Arnoldi Pagenstecheri Periculum academicum ad l. mandatum 57. ff. mandati: illustratam in responso ad … Ottonem Philippum Zaunschlifferum …’, tekst van de brief van A.A.P. aan O.Ph. Zaunschliffer (Duisburg, 11-9-1691); fr.t.p. ‘… Disputatio juridica De jure filiorum singulari, quam praeside Alexandro Arnoldo Pagenstechero ad diem 25. Martii MDCLXXXIX … publicae eruditorum censurae subjicit Clemens Berg’, tekst disputatie, incl. lofdd.; fr.t.p. ‘… Visiones (tekst: Visionis) Justinianeae de ventre, (qui vulgo Hänßgen im Keller), ejusque jure, quas sub praesidio A.A.Pagenstecheri publice … a.d. 12 Decembr[is] … defendas suscipit Matthias Hobbelt … Pars I’, tekst disputatie, incl. ‘Corollaria respondentis’ en lofdd. (waaronder een in het Frans), fr.t.p. ‘Visionum Justinianearum de ventris jure, pars II.’, tekst van dit tweede deel; fr.t.p. ‘Crux jurisconsultorum ex l. 69. ff. pro socio. Praeside A.A. Pagenstechero … disputatione publica. a. d. 2 Januarii. 1692 removenda, respondente Friderico Ernesto Georgio Montano.’, tekst disputatie, incl. ‘Corollaria Justinianea.’ en lofdd. (een in het Duits); fr.t.p. ‘Series Pandectarum sive librorum atque titulorum Pandectarum conferruminatio Justinianea. Subjicitur tituli juris canonici De regulis juris paraphrasis metrica.’, ded. aan Andreas Christianus en Arnoldus Gisbertus Pagenstecher (Groningen, 1-10-1676), lofdd., tekst ‘Series atque conferruminatio Justinianea.’; tekst ‘Regulae juris canonici, a Sexto Decretalium Bonifacio VIII’ en ‘Paraphrasis metrica …’; tekst ‘Oratio inauguralis de scopo sive fine matrimonii.’. – In de nummering van de pp. zitten vergissingen: p.79 is genummerd als 89, p. 106 als 103, p. 308 als 303, p. 359 als 357, p. 384 als p. 184, p. 403 als 303, p. 467 als 267, p. 529 en 530 zijn bij de nummering overgeslagen, waardoor de eigenlijke nummering twee pp.
Alexander Arnold Pagenstecher
191
minder is, vervolgens is p. 579 is genummerd als 575, hetgeen p. 577 zou moeten zijn, waardoor de eigenlijke nummering weer twee pp. meer is. De laatste genummerde p. is 578 genummerd, hetgeen 623 zou moeten zijn. – VD17. UBG, BSB
452
Aphorismi Justinianei ad Institutionum juris libros quattuor, moribus saeculi adtemperati. Editio tertia auctior. Francofurti ad Moenum, apud Jo. Mich. Polichium, 1692. Pag. en inh. gelijk aandie van nr. 451. – VD17; UBLeip heeft in de virtuele catalogus bij vergissing als jaar van de druk ‘1690’ staan. (Steinf. Bibliogr. nr. 19) UBLeip, INPK, SBBerl
APHORISMI AD INSTITUTIONES, VIERDE EDITIE Met het drukken van deze ed. moet de uitgever, Johannes Lens, al in 1695 begonnen zijn, aangezien hij voor een door A.A.P. geleid collegium, dat op 510-1695 van start ging, de deelnemende respondenten van bladen met de tekst van zijn druk van dit werk moest voorzien. Cf. de ‘leges collegii disputatorii publici’, behorend bij dit collegium, opgenomen in A.A.P.’s Sicilimentorum ad compendium juris Lauterbachianum, manipulus tertius, etc. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelm Metternich, 1696, p. III-V. De namen van de respondenten genoemd aan het slot van deze ‘leges’, zijn gelijk aan die welke in deze ed. van de Aphorismi staan vermeld. Zie verder hieronder de kopnoot bij nr. 469. 453
Aphorismi ad Institutiones juris Justinianeas, edito quarta, prioribus auctior, ita ut notarum, ad Institutiones, quin et commentarii nonnumquam, instar exhibeat. Groningae, typis et sumtibus Joannis Lens, 1696. 12°: XXIV, 723, I pp. – portr. van A.A.P., t.p., ded. aan de staten van Stad en Lande (ongedat.), ‘Nomina respondentium’, inh., lofdd., tekst Aphorismi, err. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 31) UBG, UBFrei, UBGrei, UBJena, UBLeip, HABW, MPI, [BNün], PUL
APHORISMI AD INSTITUTIONES, VIJFDE EDITIE, MET ACCESSIONES IRNERIANAE De toegevoegde Accessiones Irnerianae omvatten vijf van deze Accessiones, behorend bij de coitiones 7, 10, 44, 34 en 41 van het werk Inrnerius injuria vapulans. Zie met betrekking tot deze toegevoegde Accessiones en in het bijzonder ‘Accessio prima’, die hier in een korte versie is opgenomen, ook Steinf. Bibliogr. nrs. 97a, 104, 115 en 116a. In A.A.P.’s Admonitoria ad Pandectas, verschenen in 1706, is een volledige versie van deze ‘Accessio prima’ opgenomen (zie hieronder nr. 518). A.A.P. heeft ook op basis van deze uitgave van de Aphorismi uit 1705 in Groningen disputaties laten houden, zoals afgeleid kan worden uit het hieronder nr. 537 genoemde Collegium
192
Alexander Arnold Pagenstecher
disputatorium privato-publicum ad Alexandri Arnoldi Pagenstecheri Aphorismos juris editionis Amstelaedamensis Wetsteinianae etc. uit 1713. 454
Aphorismi juris ad Institutiones Justinianeas. Editio quinta, prioribus auctior, it aut notarum ad Instit. quin et commentarii nonnunquam instar exhibeat. Subjiciuntur et Accessiones Irnerianae. Amstelaedami, ex officina Wetsteniana, 1705. 8°: Twee stukken, elk met eigen pag. : XVIII, 543, I, 47, I pp. – front., t.p., ded. aan de staten van Stad en Ommelanden (ongedat.), lofdd., ‘Index titulorum.’, tekst Aphorismi; fr t.p. ‘A.A. Pagenstecheri Accessiones Irnerianae.’, ded. aan burgemeester Johan de Drews en Georgius Wilhelmus, baron van Inn- und Kniphausen, voorzitter van de Ommelander staten, patroons van A.A.P. (ongedat.), tekst Accessiones, err. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nrs. 103 en 104) UBU, ThUKam, UBGött, UBMünch, UBRos, UBTüb, [BNün], KBBr, UBGent, NLS
APHORISMI AD INSTITUTIONES, ZESDE EDITIE, MET ACCESSIONES IRNERIANAE, VERZORGD DOOR G. SCHRODER, MET DIENS LIJKREDE VOOR J.F.W. PAGENSTECHER Zie m.b.t. Gerardus Schroder, hieronder de nrs. 580-593. 455
Aphorismi juris ad Institutiones Justinianeas, editio sexta prioribus auctior, ita ut notarum ad Inst. quin et commentarii nonnunquam instar exhibeat. Subjiciuntur et Accessiones Irnerianae. Praefationem ut et Orationem funebrem in obitum J.F.W. Pagenstecheri et denique indicem adjecit Gerhardus Schroder. Harderovici, apud Gulielmum Brinkink, 1748. 8°: Drie stukken, waarvan het derde met eigen pag.: LVI, 543, I, 47, I, XVI pp. – front., t.p., pref. van G. Schroder, ded. (van A.A.P.) aan de Staten van Stad en Lande (ongedat.; gelijk aan die aan de hierboven genoemde 4de en 5de ed.), lofdd. van Cornelius van Eck, Gerh. Lammers en Regnerus de Cock, tekst Aphorismi; fr.t.p. ‘A.A. Pagenstecheri Accessiones Irnerianae’, ded. aan Johan de Drews en Georg Willem, baron van Inn- en Kniphausen, tekst Accessiones; fr t.p. ‘Gerhardi Schroder Oratio funebris in obitum Joh. Fred. Wilhelmi Pagestecheri habita die XIX Novembris anno MDCCXLVI’, tekst Oratio, Grieks lofd. van Carolus Conradus Reitzius met ‘Latinae imitatio’, reg. (zowel op de Aphorismi, als op de Accessiones), catalogus van boeken te verkrijgen bij W. Brinkink. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 155) UBU, KB, BArn, UBBonn, SBMa, HABW, BN, BL
PERICULUM ACADEMICUM AD L. MANDATUM 57 FF. MANDATI (= D. 17.1.57), BRIEF AAN OTTO ZAUNSCHLIFFERUM De tekst bestaat uit een brief van A.A.P van 11-9-1691, geschreven als reactie op een brief van Otto Philippus Zaunschliffer (1653-1729), toentertijd hoogleraar in Marburg. Zij is samen met deze brief van Zaunschliffer niet alleen gedrukt in de derde editie van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei ad Institutionum libros quattuor, derde editie (zie hierboven nrs. 451 en 452), maar ook in Ottonis Philippi Zaunschlifferi Opera juridica in duas partes distributa
Alexander Arnold Pagenstecher
193
etc. Francofurti ad Moenum, apud viduam Hermanni à Sande, 1698 en 1699 (zie hieronder de nrs. 457 en 458) als nr. 13: ‘Collatio de vero sensu Legis 57 ff. mandat.’ De brief van Zaunschliffer aan A.A.P. is ook apart verschenen in 1691 onder de titel: Periculum academicum ad difficilimam l. mandatum 57 ff. mandati: illustratam in epistola ad Alexandrum Arnoldum Pagenstecherum. Marburgi in Cattis, typis Johannis Henrici Stockius, 1691 (ex. in UBHal). 456
Periculum academicum ad l. mandatum 57 ff. mandati: illustratam in responso ad Ottonem Philippum Zaunschlifferum. In: Aphorismi Justinianei ad Institutionum juris libros quattuor, moribus saeculi adtemperati. Editio Tertia auctior. Francofurti ad Moenum, 1692. (Steinf. Bibliogr. nr. 16; voor de beschrijving zie hierboven nr. 451.)
457
[Ook in: Ottonis Philippi Zaunschlifferi Opera juridica in duas partes distributa etc. Francofurti ad Moenum, apud viduam Hermanni à Sande, 1698.] In het eerste deel onder nr. 13: ‘Collatio de vero sensu legis 57. ff. mandat.’ (met eigen pag.= p. 1-56). – VD17. SLBD, UBGrei, UBRos, BSB, FBGotha
458
[En in: Ottonis Philippi Zaunschlifferi Opera juridica in duas partes distributa etc. Francofurti ad Moenum, apud viduam Hermanni à Sande, 1699.] Pag. en inh. gelijk aan nr. 457. – VD17
UBHal, UBRos, HABW, SBBerl
VISIONES DE JURE VENTRIS Het gaat hier o.a. om een aantal verhandelingen over de juridische positie van het ongeboren kind. Sommige daarvan waren ooit oefendisputaties, gehouden in Duisburg en Groningen tussen 1691 en 1698 onder voorzitterschap van A.A.P. (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 17, 27, 28, 39, en 40), andere hebben de vorm van – soms gedeelten van – verhandelingen (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 17a (?), 33b, 35a en 41a). Hoewel het voor deze oefendisputaties en verhandelingen niet onomstotelijk vaststaat, dat A.A.P. de eigenlijke schrijver is, mag dit wel aangenomen worden. Het feit, dat bij elk van de oefendisputaties en verhandelingen wordt aangegeven om welk deel (‘pars’) het daarbij gaat, geeft ook al aan dat een samenhangende uiteenzetting over de rechten van het ongeboren kind bedoeld was. De ‘serie’ begint met de oefendisputatie die in 1691 onder voorzitterschap van A.A.P. in Duisburg gehouden werd met als respondent Matthias Hobbelt (zie Steinf. Bibliogr. nr. 17). Zij is voorzien van de aanduiding ‘Pars I’ en is met deze aanduiding ook opgenomen in de derde editie van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei etc. (zie hierboven nrs. 451 en 452). Deze derde editie bevat, zoals hierboven reeds gezegd, ook de tekst van ‘Visionum Justinianearum de ventris jure. Pars II’ (Steinf. Bibliogr. nr. 17a). Of het hier ook eigenlijk een oefendisputatie betreft, is overigens niet duidelijk. Bij ‘Pars tertia’ en ‘Pars quarta’ van de Visiones gaat het om twee oefendisputaties die in 1695 in Groningen gehouden zijn met respectievelijk
194
Alexander Arnold Pagenstecher
Eberhardus Kempken en Abrahamus Roemer als respondent (zie Steinf. Bibliogr. nr. 27 respectievelijk nr. 28). Anders als bij de oefendisputatie met de aanduiding ‘Pars I’ is van deze beide oefendisputaties geen ex. van het origineel gevonden. De teksten zijn afgedrukt in A.A.P.’s Sicilimentorum ad compendium Lauterbachianum manipupulus (sic) tertius. Etc. (zie hieronder nrs. 469–471). Verdere delen van deze ‘serie’ zijn opgenomen in andere werken (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 33b, 35a j° nrs. 35, 39, 40 en 41). De ‘serie’ is incompleet in die zin dat voor zover nu is na te gaan, de ‘partes’ V, VI en VIII niet bewaard gebleven zijn, al is het niet uitgesloten dat het bij de ‘Continuatio tractatus de jure ventris’ (Steinf. Bibliogr. nr. 33b) om ‘pars’ V of VI gaat. Of de ‘serie’ meer dan elf ‘partes’ heeft gekend, is eveneens onbekend. Uiteindelijk heeft A.A.P. een aparte verhandeling over dit onderwerp gepubliceerd (zie hieronder nrs. 506-508). 459
Visiones Justinianeae de ventre (qui vulgo Hänßgen im Keller) ejusque jure, quas sub praesidio A.A. Pagenstecheri, publice defendendas suscipit Matthias Hobbelt, Pars I. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, 1691. 4°: 24 pp. – t.p., ded.aan A.A.P., Christophorus Hobbelt en Theodorus Roulofs (ongedat.), tekst, lofdd.. UBHal
460
[Ook in: Aphorismi Justinianei ad Institutionum juris libros quattuor, etc. Editio Tertia auctior (zie hierboven nrs. 451 en 452).
461
Visionum Justinianearum de ventris jure. Pars II. In: Aphorismi Justinianei ad Institutionum juris libros quattuor, etc. Editio Tertia auctior (zie hierboven nrs. 451 en 452).
462
A.A. Pagenstecheri Visiones de ventre, quas sub illius praesidio solenni disputationi a.d. 20 Martii 1695 publicitus subjicit Eberhardus Kempken. Pars tertia. Coloniae Agrippinae. In: Sicilimentorum ad compendium Lauterbachianum manipupulus (sic) tertius. Etc. Coloniae Agrippinae, 1696 en 1697(p. 1-36, 2de nummering.) Voor een nadere beschrijving zie hieronder nrs. 469 en 470.
463
A.A. Pagenstecheri Visiones de ventre, quas sub illius praesidio solenni disputationi a.d. 22 Maji, 1695 publicitus subjicit Abrahamus Roemer. Pars quarta.. Coloniae Agrippinae, anno 1696. In: Sicilimentorum ad compendium Lauterbachianum manipupulus (sic) tertius. Etc. Coloniae Agrippinae, 1696 en 1697 (p. 37-73, 2de nummering.) Zie verder hieronder nrs. 469 en 470.
DE UNICO MATRIMONII SCOPO, DISSERTATIO I 464
Rede, gehouden te Duisburg 25-2-1692 bij de promotie van Jacobus Zetske. Van deze rede is geen ex. gevonden. Zie verder hetgeen hierboven onder nr. 446 vermeld wordt met betrekking tot de gedrukte vorm van de tekst van deze
Alexander Arnold Pagenstecher
195
rede en die van de later in 1706 ter gelegenheid van de promotie van Casparus Lengerke te Groningen door A.A.P. gehouden rede over hetzelfde onderwerp (zie hieronder nr. 516). (Steinf. Bibliogr. nr. 18a j° nrs. 111, 119 en 150)
SICILIMENTORUM AD COMPENDIUM JURIS SCHUTZIO-LAUTERBACHIANUM MANIPULUS PRIMUS Bij dit werk gaat het om een commentaar van A.A.P. bij het Compendium Schutzio-Lauterbachianum, dat hij bij zijn rechtenonderwijs gebruikte. De volledige titel van dit Compendium luidt: Compendium juris: brevissimis verbis, sed amplissimo sensu et allegationibus, universam fere materiam juris exhibens, e lectionibus W.A. Lauterbachii, Primum usui privato collectum, jam vero multorum rogationibus publico datum a Joh. Jacob. Schütz. De eerste druk van dit werk verscheen in Tübingen in 1677, waarna tussen 1677 en 1711 verscheidene drukken volgden. In totaal zijn er van de hand van A.A.P. vier ‘manipuli’ met ‘sicilimenta’ op het Compendium in druk verschenen bij Wilhelm Metternich in Keulen, die de eerste drie van deze ‘manipuli’ ook een aantal keren herdrukt heeft. In elk daarvan becommentarieert A.A.P. het gehele compendium met verwijzing naar de betreffende bladzijden. Van de eerste druk van A.A.P.’s Sicilimentorum … manipulus primus is tot nu toe geen ex. gevonden. Het is dus niet geheel zeker dat Metternich ook deze eerste druk heeft uitgebracht. Deze eerste druk moet vòòr 1694 verschenen zijn (cf. Steinf. Bibliogr. nr. 21). De tweede editie van dit werk, verschenen in 1694, is opgenomen in Sicilimentorum … manipuli duo (hieronder nr. 466). In elk geval in Groningen heeft A.A.P. het compendium van Lauterbach in de bewerking van Schutz gebruikt bij zijn onderwijs. Op basis van zijn derde en zijn vierde commentaar bij dit Compendium heeft hij respectievelijk in de periode 1695–1696 en 1697–1698 verscheidene oefendisputaties laten houden in combinatie met zijn Aphorismi ad Institutiones. De daarbij gehanteerde methode vindt men beschreven in de ‘Leges collegii disputatorii publici’, zoals opgenomen in Sicilimentorum etc. manipupulus (sic) tertius, Coloniae Agrippinae 1697 (hieronder nr. 469) en in Sicilimentorum etc. manipulus quartus, Coloniae Agrippinae 1698 (hieronder nr. 472). Ook na de publicatie van ‘manipulus quartus’ door Metternich in 1698 is A.A.P. oefendisputaties blijven laten houden van op basis van zijn op- en aanmerkingen bij Lauterbachs Compendium (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 75, 81 en 84a). Een voorbeeld daavan is de overigens niet in de Steinf. Bibliogr. opgenomen oefendisputatie getiteld Disputatio juridica de pactis, transactionibus, postulando, et infamia: Ad Compendium Lauterbachianum quinta, quam cum annexis … defendendam suscipit Eberh. Henric. a Groin. Groningae, apud viduam Joh. Lens, 1703 (ex. in fotokopie in UBG). Zie in dit verband ook het onder nr. 473 genoemde werk. Van de opmerkingen van A.A.P. bij het Compendium is later gebruik gemaakt bij de samenstelling van het Thesaurus juris civilis, sive succincta explanatio Compendii Digestorum Schützio-Lauterbachiani, continens non
196
Alexander Arnold Pagenstecher
solum textum Lauterbachii emendatiorem, sed notas Strykii, Bergeri, Menckenii, Titii, Pagenstecheri, Kleinii, Werneri, Ludovici, tum aliorum doctorum obser-vationes theoretico-practicas, curante Johan. Henr. Mollenbecio. Lemgoviae, typis et impensis Henrici Wilhelmi Meyeri, 1717 (zie Steinf. Bibliogr. nr. 152). Hetzelfde geldt m.m. voor het werk Schutzius illustratus et examinatus, sive Compendium juris Schutzio-Lauterbachianum. Ex B. Lauterbachii, de Lynckeri, de Bergeri, Strykii, Boehmeri, Schilteri, Brunnemanni, Kleinii, de Cocceji, Huberi, Ludovici, Menckenii, Schoepfferi, Titii, Pagenstecheri, Hoppii, Mollenbecii, Presselii, Braunii, aliorumque jurisconsultorum, eruditis notis et scriptis … illustratum, … Auctore Christophoro Henrico Freiesleben alias Ferromontano. Tomus I cum privilegio. Altenburgi et Lipsiae, apud Johannem Ludovicum Richterum, 1735 (exx. o.a. in de UBGött, UBGrei, HABW en SBBerl). 465
Sicilimentorum ad Compendium juris ad Pandectas Schutzio-Lauterbachianum, manipulus primus. Editio tertia auctior. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelmum Metternich, 1699. 8°: IV, 139 pp. – t.p., ‘Nomina respondentium’, lofd., tekst ‘Manipulus primus’. – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr. 44)
UBN, KB, Arn, SLBD, UBGrei, UBHal, BSB, HABW
SICILIMENTORUM AD COMPENDIUM JURIS AD DIGESTA SCHUTZIOLAUTERBACHIANUM MANIPULI DUO, MET DRIE OEFENDISPUTATIES Dit werk, waarvan de eerste druk in 1694 verscheen, bevat naast de eerste druk van de Sicilimentorum etc. manipulus secundus de tweede druk van de Sicilimentorum etc. manipulus primus – met een apart t.p. De toegevoegde oefendisputaties ‘Irnerius injuria vapulantis pars tertia’ en ‘pars quarta’, respectievelijk p. 276-308 en p. 312-358, zijn oorspronkelijk in Duisburg verdedigd in 1693 (cf. Steinf Bibliogr. 21a en 21b; van beide disputaties bevindt zich een ex. in de UBHal.). De in deze uitgave mede opgenomen oefendisputatie ‘ad l. Vinum ff. de reb. cred. (= D. 12.1.22; p. 261-390 (gedrukt als 370)) is met een iets andere titel oorspronkelijk gehouden te Duisburg 23-7-1692 (cf. Steinf. Bibliogr. nr. 20). Gelet op het feit, dat A.A.P. deze oefendisputaties in deze ed. van zijn Sicilimentorum ad compendium juris etc. manipuli duo heeft opgenomen, moet hij toch wel als de auteur worden aangemerkt. De tekst van de laatstgenoemde oefendisputatie is ook afgedrukt in A.A.P.’s Sicilimentorum etc. manipulus quartus (zie hieronder nr. 472). Zie in verband met deze oefendisputatie ook Steinf. Bibliogr. nrs. 96, 116, 116a en 123. 466
Sicilimentorum ad compendium juris ad Digesta Schutzio-Lauterbachianum manipuli duo. Coloniae Agrippinae, apud Wilh. et Franc. Metternich, 1694. 8°: Vijf stukken, doorl. gepag.: 8, II, 390 pp. – t.p., ded. aan de Staten van Stad en Lande (Duisburg, 1-3-1694 (tekst: 1634)), pref., t.p. ‘Sicilimentorum... manipulus primus. Editio secunda auctior. Coloniae Agrippinae, apud Wilh.et Franc. Metternich, 1694.’, ‘Nomina respondentium’, tekst ‘manipulus primus’, tekst ‘manipulus secundus’, tekst ‘Irnerius injuria vapulantis pars tertia respondente Christophoro Bernardo a Galen.’, tekst ‘Irnerius injuria
Alexander Arnold Pagenstecher
197
vapulantis pars quarta respondente Bernh. a Bentheim.’, tekst ‘Exercitatio de ineunda justo tempore locoque per judicem aestimatione rerum ad l. Vinum ff. de reb. cred. respondente Jo. Petro von Aachen.’. – NB p. 94 genummerd als 64, p. 140 als 240, pp. 335-350 genummerd als 355-370, vanaf p. 351 is de nummering weer normaal. – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr. 23)
467
UBG, UBFrf, UBHal, UBRos, SBBerl, SBMai
Sicilimentorum … [titel als in nr. 466] manipuli duo. Coloniae Agrippinae, apud Wilh. et Franc. Metternich, 1694. 8°: Vijf stukken, doorl. gepag.: XIV, 390, II pp. – t.p., ded. aan de Staten van Stad en Lande (ongedat.), pref. (met daarin vermeld de veranderingen ten opzichte van de hiervoor genoemde uitgave), lofdd. ‘Nomina respondentium’, tekst ‘manipulus primus’, tekst ‘manipulus secundus’; tekst ‘Irnerius injuria vapulantis pars tertia respondente Christophoro Bernardo a Galen.’; tekst ‘Irnerius injuria vapulantis pars quarta respondente Bernh. a Bentheim.’; tekst ‘Exercitatio de ineunda justo tempore locoque per judicem aestimatione rerum ad l. Vinum ff. de reb. cred. respondente Jo. Petro von Aachen.’ (zonder ded., corollaria en lofdd.), err. – De pp. 371- 390 zijn gepag. als 351-370 – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr. 23a)
468
SLBD, UBErf, UBMarb, HAAB, LBAu
Sicilimentorum ad compendium juris ad Pandectas Schutzio-Lauterbachianum, manipulus secundus. Editio tertia auctior. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelmum Metternich, 1699. 8°: XIV, 214 pp. – t.p., lofdd., tekst ‘Manipulus secundus’. – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr 44a)
UBN, KB, UBBiel, SLBD, UBHal, BSB, HABW, Arn, [BNün]
SICILIMENTORUM AD COMPENDIUM LAUTERBACHIANUM MANIPULUS TERTIUS, MET DISPUTATIONES DE VENTRE EN PRO IRNERIO INJURIA VAPULANTE De op de t.p. van dit werk aangekondigde disputatie ‘Pro Irnerio injuria vapulante etc.’ ontbreekt. In de herdruk van 1700 ontbreken ook de bij de andere drukken bijgevoegde disputaties ‘de ventre’, die in deze uitgave zijn opgenomen met een eigen paginering (cf. ook hierboven de nrs. 460 en 461). Het winterseizoen waarnaar in de titel van de mede (p. III-V) opgenomen ‘Leges collegii disputatorii’ verwezen, wordt, is dat van 1695-1696. In de UBG bevindt zich een boekje in 8°, waarvan het ‘eerste gedeelte’ betrekking heeft op de in dit winterseizoen gehouden oefendisputaties mede op basis van de stof van ‘A.A. Pagenstecheri Sicilimentorum ad Compendium juris ad ff. Lauterbachianum. Manipulus tertius.’, zoals bovenaan de derde p. vermeld wordt. Het is gedrukt door de Groningse drukker Johannes Lens. Deze heeft tussen de tekst door de 12 titelbladen ingebonden, die behoren bij de gehouden oefendisputatie. Het eerste daarvan luidt: ‘Collegii disputatorii publici coitio prima, a. d. 5 Octobris 1695, … Praeses A.A. Pagenstecher. Respondens Daniel Meinertzhagen. Groningae, apud Johannem Lens, z.j. Op de achterzijde van deze t.p. staat een gedrukte mededeling, inhoudende dat de respondent behalve zijn deel van de ‘sicilimenta’ ook het hem toegewezen blad – in casu blad A, zoals gedrukt door Johannes Lens – van A.A.P.’s Aphorismi ad Institutiones verdedigt. Dit is in overeenstemming met de regels
198
Alexander Arnold Pagenstecher
in hierboven vermelde ‘Leges collegii disputatorii’. De overige elf t.pp. zijn – met andere respondenten – op dezelfde wijze ingericht met dien verstande dat vanaf de vierde t.p. altijd het woord ‘sabbathina’ achter het woord ‘coitio’ is ingevoegd. Vanaf de negende oefendisputatie is de t.p. anders vormgegeven. Deze negende t.p. luidt: Disputatio sabbathina nona qua Aphorismorum A.A. Pagenstecheri ad Institutiones apud Johannem Lens … editorum folium I. cum Sicilimentorum ad Pandectas hic subjecta continuatione, corollariorumque appendice, a. d. 21. Decembris 1695. … praeside A.A. Pagenstecher, publice defendet respondens Abrahamus Roemer. Groningae, apud Johannem Lens, z.j. Op de versozijde staan de aangekondigde ‘corollaria respondentis’. De tiende, elfde en twaalfde t.p. zijn m.m. precies zo ingericht met op de versozijde de corollaria. Van de eerste acht titelbladen wordt alleen op de achterzijde van het zevende een corollarium vermeld. (In casu deelt de respondens, Johannes Christophorus Scheffer bovendien mee, dat hij ook A.A.P.’s nieuwe sententie: ‘Omnia interdicta esse actiones in rem, etc. zal verdedigen.) De namen van de respondenten zijn gelijk aan die welke genoemd worden in de Aphorismi ad Institutiones juris Justinianeas, editio quarta, etc. Groningae, typis et sumtibus Joannis Lens, 1696 (zie hierboven nr. 453). Inclusief de toegevoegde titelbladen telt dit ‘eerste gedeelte’ van de door Lens gedrukte ‘manipulus tertius’ 100 pp. ongepag. (zie m.b.t. dit werk ook Steinf. Bibliogr. nr. 29). Vergelijking van de door Lens gedrukte tekst met die van de ‘ed. Metternich 1696’ toont aan dat zij wat betreft de eerste 80 pp. – de t.pp. niet meegerekend – bijna woordelijk overeenstemt met die van de ed., zoals Metternich die gedrukt heeft. In de elfde disputatie, verdedigd door Johannes Zerneman, wordt ineens een deel van ‘manipulus tertius’ ‘overgeslagen’, waarna zij weer verder gaat bij ‘Pag. 268. et 269. num. (5.)’ van het Compendium van Lauterbach. In de door Metternich gedrukte ‘manipulus tertius’ is men dan op p. 117, waarna de tekst van Lens en die van Metternich weer parallel lopen tot A.A.P.’s commentaar bij ‘Pag. 289. in O.’ (= p. 133), op welk punt de tekst van ‘manipulus tertius’ in de ‘ed. Lens’ eindigt. In de ‘ed. Metternich’ volgen dan nog 254 pp. Het is niet onmogelijk dat A.A.P. na februari 1696 nog andere oefendisputaties heeft laten houden op basis van de verdere stof van manipulus tertius’. Dat zou dan het ‘gat’ van twaalf disputaties kunnen verklaren in het door Lens gedrukte boekje. Op de twaalfde disputatie van dit boekje volgt namelijk ‘coitio vigesima quinta’, gehouden op 18-10-1697, handelend over het begin van Sicilimentorum manipulus quartus (zie hierna onder nr. 452). 469
Sicilimentorum ad compendium Lauterbachianum manipupulus (sic) tertius. Accedunt disputationes De ventre et Pro Irnerio injuria vapulante etc. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelm. Metternich, 1696. 8°: Drie stukken, waarvan de laatste twee tesamen met eigen pag.: XIV, 387, 73, II pp. – t.p., ‘Leges collegii disputatorii publici hac hyeme habendi’ (incl. de namen van de respondenten), lofdd., tekst ‘Manipulus tertia’; fr.t.p. ‘A.A. Pagenstecheri Visiones de ventre, quas sub illius praesidio solenni disputationi a.d. 20 Martii 1695 subjicit Eberhardus Kempken. Pars tertia. Coloniae Agrippinae.’, ded. aan Menso Alting e.a. (ongedat.), mededeling van de drukker (ongedat.), tekst disp.; lofd.; fr.t.p. ‘A.A. Pagenstecheri Visiones de ventre, quas sub illius praesidio solenni disputationi a.d. 22 Maji 1695 subjicit Abramus Roemer. Pars quarta.
Alexander Arnold Pagenstecher
199
Coloniae Agrippinae, 1696.’, ded. aan A.A.P. e.a. (ongedat.), tekst disp., lofdd. (één in het Grieks en één in het Frans). – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr 30)
470
SLBD, UBFrf, HABW
Sicilimentorum … [titel als in nr. 469] manipupulus (sic) tertius. Accedunt disputationes De ventre et Pro Irnerio injuria vapulante etc. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelm. Metternich, 1697. 8° – pag.en inh.gelijk aan die van nr. 469. – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr 36)
471
UBN, UBAug, UBBiel, UBHal, UBMar, BSB, FBGotha, HAAB
Sicilimentorum ad compendium juris ad Pandectas Schutzio-Lauterbachianum manipulus tertius. Editio novissima. Coloniae, apud Wilhelmum Metternich, 1700. 8°: IV, 396 pp. – t.p., lofdd., tekst – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr 67)
KB, UBHal, SLBD, Arn, [BNün]
SICILIMENTORUM AD COMPENDIUM LAUTERBACHIANUM MANIPULUS QUARTUS Ook voor ‘manipulus quartus’ van A.A.P.’s Sicilimentorum ad compendium Lauterbachianum geldt dat er aan de uitgave van Metternich een uitgave van de Groningse drukker Johannes Lens voorafgaat. De tekst van de door Lens gedrukte ‘manipulus quartus’ is in het hierboven in de kopnoot bij de nrs. 469471 reeds genoemde boekje in 8°, dat in de UBG berust, ingebonden na die van ‘manipulus tertius’ (zie ook Steinf. Bibliogr. nr. 29). Lens drukte A.A.P.’s ‘manipulus quartus’ in 1697/98 in het kader van de oefendisputaties die A.A.P. tussen 18-10-1697 en 17-1-1698 in Groningen liet houden op basis van deze ‘manipulus’ en zijn bij Lens gedrukte Aphorismi ad Institutiones (zie hierboven nr. 453). Het gaat daarbij om 12 disputaties, de ‘coitiones’ 25-36. De gang van zaken bij de bedoelde oefendisputaties vindt men beschreven in de ‘Leges collegii disputatorii publici, sub praesidio A.A. Pagenstecheri a. d. 18 Octob[ris] 1697 inchoandi.’, opgenomen in de hieronder genoemde in Keulen gedrukte versie van ‘manipulus quartus’ (p. III-V). Aan het eind daarvan worden de namen van 13 respondenten genoemd, waarvan 12 gelijk zijn aan die welke op de door Lens gedrukte en tussen de tekst door ingebonden t.pp. staan vermeld. Het eerste van deze t.pp. luidt: ‘Collegii disputatorii publici coitio vigesima quinta, a. d. 18 Octobris 1697, …. Praesens A.A. Pagenstecher… Respondens Joh. Helm. Meeuwsen … Groningae, typis Johannis Lens, 1697.’ De t.pp. van de andere elf disputaties hebben eenzelfde opzet. De t.pp. van de ‘coitiones’ 29-35 vermelden ook wie bij het disputeren van de respondenten in kwestie als opponenten zijn opgetreden. Op de achterzijde vindt men telkens de verdedigde corollaria afgedrukt. Inclusief de vooren achterzijde van de t.pp. telt dit ‘tweede gedeelte’ 98 pp. ongepag. Vergelijking van de tekst van ‘manipulus quartus’, zoals gedrukt door Lens, met die van de ed. Coloniae Agrippinae 1698, gedrukt door Metternich toont aan dat zij tot p. 83 – in de ‘ed. Metternich 1698’ p. 120 – nagenoeg woorde-
200
Alexander Arnold Pagenstecher
lijk hetzelfde is. Vanaf p. 83 wijkt de door Lens gedrukte tekst soms flink af, in die zin dat A.A.P.’s op- en aanmerkingen, zoals gedrukt door Metternich, slechts voor een deel zijn terug te vinden. Lens’ ed. eindigt op p. 98 met A.A.P.’s commentaar bij ‘Pag. 671.’ van het compendium, welk commentaar men in de ‘ed. Metternich 1698’ op p. 305 vindt, 16 pp. voor het einde van het boek. De toegevoegde ‘Tractatio de ineunda justi temporis etc.’ (p. 123-254) is ook opgenomen in A.A.P.’s Sicilimentorum etc. manipuli duo. (Zie hierboven nr. 466). Daarin geïncorporeerd vindt men – p. 189-200 – een uiteenzetting over l. 69 ff pro socio (= D. 17.2.69), qua tekst gelijk aan de in 1692 onder voorzitterschap van A.A.P. in Duisburg gehouden disputatie over dit onderwerp, zie Steinf. Bibliogr. nr. 18, en hierboven onder nr. 451 en 452. De eveneens toegevoegde tekst van ‘coitio’ 32 van ‘Irnerius injuria vapulans’ (p. 255-276) gaat terug op een disputatie, gehouden te Groningen met als respondens Henricus Tiliking. (zie Steinf. Bibliogr. nr. 33a.) 472
Sicilimentorum ad Compendium juris ad Digesta Lauter-bachianum (sic) manipulus quartus. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelmum Metternich, 1698. 8°:Drie stukken, doorl. gepag.: XII, 321, I pp. – t.p., ‘Leges collegii disputatorii publici sub praesidio A.A. Pagenstecheri a. d. 18 Octob[ris] 1697 inchoandi.’ (incl. de namen van de respondenten), lofd. van Johannes Christophorus Schefferus, tekst ‘Manipulus quartus’, tekst ‘Tractatio de ineunda justi temporis locique aestimatione rerum per judicem.’ (incl. een verhandeling over l. 69 ff. pro socio (= D. 17.2.69)), tekst ‘Irnerius injuria vapulans’, coitio 32. – VD17 (2 nrs.). (Steinf. Bibliogr. nr. 37)
UBN, KB, SLBD, UBHal, UBMar, Arn, BSB, HAAB, HABW
SICILIMENTORUM AD COMPENDIUM JURIS SCHUTZIO-LAUTERBACHIANUM MANIPULI QUATUOR, NUNC QUINTO ADAUCTI A.A.P. is het Compendium van Lauterbach en Schutzius ook later bij zijn onderwijs blijven gebruiken, zoals blijkt uit het hieronder beschreven boekje, dat berust in de UBRos (niet vermeld in Steinf. Bibliogr., cf. echter Feenstra, De juristische Unterricht in Steinfurt, p. 60 en noot 147). Dit boekje laat ook zien, dat A.A.P. bezig was met het formuleren van nieuwe opmerkingen bij het genoemde Compendium. Hij is echter niet verder gekomen – althans zo lijkt het – dan het opnieuw becommentariëren van het Proemium en het eerste en tweede boek. 473
Sicilimentorum ad Compendium Juris Schutzio-Lauterbachianum manipuli quatuor, nunc quinto adaucti, et in unum fasciculum commixti. Specimen primum [secundum, tertium, quartum, quintum, sextum, septimum, octavum, nonum, decimum] praeside Alexandro Arnoldo Pagenstecher a.d. 30 Nov. 1709 [14 Decemb[ris] 1709, 4 Januar[ii] 1710, 8 Januar[ii] 1710, 15 Januar[ii] 1710, 25 Januar[ii] 1710, 26 Februar[ii] 1710, 15 Martij 1710, 5 April[is] 1710] defendet Hugo Dalrympel [Carol. Wilhelm. Lammers, Johann Henric. Bolken, Cornelius Wildervanck, Gerhardus van Peer, Adrianus Wildervank, Antonius van Peer, Johan Theod. Bachman, Christ. von
Alexander Arnold Pagenstecher
201
der Schiffart, Joachimus Borgesius]. Groningae, typis Catharinae Zandt, 1709 [1710]. 8°: IV (negen keer), II, 165, I pp. – t.p. ‘Corollaria respondentis’, ‘Corollarium praesidis.’ (negen keer achter elkaar), t.p., ded. van Joachimus Borgesius aan Johan de Drews en A.A.P. (ongedat.), tekst Sicilimentorum etc., nunc quinto adaucti (van Proemium – ‘Finis Libri II.’), lofd. van Wilhelm Rodenberg op Joachimus Borgesius. UBRos
UITGAVE VAN J.A. BRAND, PURGATORIUM JURIS VETERIS BIPERTITUM Johann Arnhold [von] Brand[t] (1647-1691) was hoogleraar te Duisburg (zie Jöcher I, 1332). De uitgave omvat alleen het eerste deel van dit werk. 474
J[ohannis] Arnholdi Brand, Purgatorium juris veteris bipertitum.Cum insertis quamplurimis ad innummerabilis fere criticorum insultus male vapulantis Triboniani vindiciis. Opus posthumum accurante Alexandro Arnoldo Pagenstechero. Duisburgi ad Rhenum, apud Franconem Sas, 1694. 4° (?): XVIII, 477, III pp. – front. (met portret van Brandt), t.p., ded. van J.A. Brandt (Duisburg, 1-8-1691), pref. van Brandt (ongedat.), pref. van A.A.P. (Duisburg, 16-10-1693), ‘Hipponax tumultuarius’, lofd. van A.A.P. op Brandt (bij de aanvang van diens rectoraat in Duisburg, 15-10-1687), lofd. van Herman Crusius op Brandt (ongedat.), tekst van ‘pars prior’, reg. (Steinf. Bibliogr. nr 22)
BArn, HLBD
HERUITGAVEN VAN GERHARD FELTMAN, DE FEUDIS 475
Zie voor deze heruitgaven hierboven de nrs. 214 en 215. (Cf. Steinf. Bibliogr. nrs. 24 en 78)
MEMORIA BOCKELMANNIANA 476
Inaugurele rede, gehouden te Groningen 27-6-1694. Voor de eerste maal met annotaties gedrukt in A.A.P.’s uitgave van J.F. Bockelmans Synopsis juris publici imperii Romano Germanici (zie hieronder nr. 482). Verder is de tekst van deze rede ook opgenomen in De praescriptione feudi ecclesiastici etc. en in Feriarum liber unus: etc. (zie hieronder respectievelijk de nrs. 490 en 491). (Steinf. Bibliogr. nrs. 25 en 42)
ORATIO DE MATRIMONIO VIDUI CUM DEFUNCTAE UXORIS SORORIS FILIA [I] 477
Rede gehouden bij de promotie van Herman Scherius op 7-2-1696 (zie ook ASGron. k. 455). Het grootste deel van de rede is ook afgedrukt in A.A.P.’s Sicilimentorum etc. manipulus tertius (zie hierboven nrs. 469-471). Later werd
202
Alexander Arnold Pagenstecher
zij gedeeltelijk gedrukt in de oefendisputatie De matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filia, 29-11-1699 te Groningen verdedigd door Andreas Hillers (Steinf. Bibliogr. nr. 55), en samen met die bij de promotie van Godefridus Kruegerus (hieronder nr. 478) in zijn geheel in Orationes duae de matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filia (hieronder nr. 492). (Steinf. Bibliogr. nrs. 32 en 66) NB: Met deze promotie staat ook het volgende werk in verband: Paean votivus seu vota et congratulationes ab amicis et fautoribus effusae in honorem … Hermanni Scherii: Quum … rectore magnifico dn. Jacobo Gussetio … Promotore … A.A. Pagenstecher. Groningae, Literis Johannes Lens, 1696. (Ex. in UBG.)
ORATIO DE MATRIMONIO VIDUI CUM DEFUNCTAE UXORIS SORORIS FILIA [II] 478
Rede gehouden bij bij de promotie van Godfredus Kruegerus op 23-11-1699 (zie ook ASGron. k. 456). Voor het eerst gedrukt in Orationes duae de matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filia (zie hieronder nr. 492). (Steinf. Bibliogr. nrs. 54 en 66)
ORATIO DE PRAESTANTIA ET AUCTORITATE JURIS CANONICI 479
Rede gehouden bij de promotie van Henricus Eyssonius op 22-10-1696 (zie ook ASGron. k. 455). Zij is voor het eerst gedrukt in Bene dictorum liber unus etc. (zie hieronder nrs. 488 en 489). Later is zij ook gepubliceerd in A.A.P.’s Sylloge dissertationum (hieronder nr. 536). De naam van Henricus Eyssonius wordt overigens alleen genoemd in Bene dictorum partis octavae summaria, dat een onderdeel vormt van een in Groningen gehouden oefendisputatie van Remetius Potinius (zie Steinf. Bibliogr. nr. 47 j° nr. 46). (Steinf. Bibliogr. nr. 33)
ORATIO DE RAPIS 480
Rede, gehouden bij A.A.P.’s aantreden als rector in augustus of september 1697. Voor het eerst gedrukt in De praescriptione feudi ecclesiastici etc. en vervolgens ook in Feriarum liber unus etc. Zie hieronder respectievelijk de nrs. 490 en 491. (Steinf. Bibliogr. nr. 34)
LIJKREDE VOOR JOHANNES MENSINGA A.A.P. hield deze rede 5-4-1698 als rector van de academie. Zie over Johannes Mensinga, die in Groningen welsprekendheid en geschiedenis doceerde, Ensink, Academische rouw, p. 314-315 en Boeles ‘Levenschetsen’, p. 45-46.
Alexander Arnold Pagenstecher
481
203
Oratio funebris in excessum Johannis Mensingae. Groningae, apud Gysbertum Lens, 1698. Fol.: 128, XVI pp. – t.p., pref. (Groningen, 10-3-1698), uitnodiging tot het bijwonen van de begrafenisplechtigheid, tekst oratie, rouwdd. van P. Francius, Janus Brouckhusius en David ab Hoogstraten en lofdd. voor A.A.P. in verband met deze rede van A. Houck, Ja. Isebr. Harckenroth en Philippus Ippius. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 38)
UBG, UBL, BL, GUL
UITGAVE VAN J.F. BÖCKELMAN, SYNOPSIS JURIS PUBLICI Bij de toegevoegde Memoria Bockelmanniana gaat het om de – geannoteerde – versie van de door A.A.P. in 1694 gehouden inaugurele rede (zie hierboven nr. 476). 482
= BGNR Leiden nr. 53. – STCN, NUC. (Steinf. Bibliogr. nr. 42)
UBFrei, UBGött, UBGrei, MPI, ÖNB, BL, CUL, ALEd
ORATIO DE QUARTA MONARCHIA Rede door A.A.P. gehouden 23-8-1698 bij het neerleggen van zijn – eerste – Groningse rectoraat. De rede is ook opgenomen in De praescriptione feudi ecclesiastici etc. en in Feriarum liber unus, zie hieronder respectievelijk de nrs. 490 en 491. 483
Oratio de quarta monarchia. Groningae, typis Catharinae Zandt, 1699. 4°: 56 pp. – t.p., ded. aan burgemrs. en gedeputeerde staten van Groningen, tekst oratie, lofd. van P.E. ab Harinxma. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 43)
KB, UBGrei, WLBS, BL, [BNün]
INVITATIO APOLOGETICA PRO RESPONSO SUO 484
Van deze Invitatio apologetica pro responso suo matrimonium inter viduum et defunctae uxoris sororis filiam juste copulari posse, gedateerd 6-5-1699, is geen oorspronkelijke uitgave gevonden. Zij is voor het eerst gedrukt in Bene dictorum liber unus (hieronder nrs. 488 en 489) en daarna ook in Irnerius Injuria vapulans, hieronder nrs. 494 en 495. (Steinf. Bibliogr. nrs. 45 en 52)
204
Alexander Arnold Pagenstecher
RERUM QUOTIDIANARUM AD PANDECTARUM SERIEM SYLLOGE, MET DE REGULIS JURIS CANONICI, EN PARAPHRASIS METRICA Voor de toegevoegde stukken, incl. de ded. aan de oom en de vader van A.A.P. en de twee lofdd. zie ook hierboven de nrs. 439 en 440 j° nrs. 451 en 452. Het betreft de volgende stukken: – de ‘Tituli Pandectarum etc.’ (p. 287-291), – de ‘Regulae juris canonici etc.’ (p. 292-298) en – de ‘Paraphrasis metrica etc.’(p. 299-304). 485
Rerum quotidianarum ad Pandectarum seriem sylloge. Subjicitur Titulus de Regulis juris canonici ejusque Paraphrasis metrica. Groningae, typis Johannis Lens, 1699. 8°: Vier stukken, doorl. gepag.: XVI, 304 pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande, ‘Nomina respondentium’, ‘Sequitur dedicatio editionis primae, eique tum subjecta epigrammata duo’, ded. aan Andreas Christianus Pagenstecher en Arnoldus Gisbertus Pagenstecher, (Groningen, 1-10-1676), lofdd. van Herman Crusius en een onbekende (gedeeltelijk in het Grieks), tekst Rerum quotidianarum etc.; ‘Sequuntur Tituli Pandectarum partis septimae jam exhibiti’, tekst ‘Regulae juris canonici, e Sexto Decretalium Bonfacii VIII.’; tekst ‘Paraphrasis metrica praecedentium LXXXVIII regularum.’ – In het ex. in UBRos zijn na p. 304 nog acht pp. ingebonden, die volgens de handschriftelijke aantekening boven aan de eerste daarvan ‘Ex Pagenstecheri Manualium Libr. IV exhib. Introductionem in Institutiones Groning. 1701.’ komen (cf. hieronder nr. 497). De pp. bevatten het begin van dit werk met de 100 eerste regels. (Steinf. Bibliogr. nr. 50) UBAug, UBGött, UBRos, SBBerl, LBAu
ADVYS NOPENDE HET HUWELIJK MET EEN MOEDERS BROEDERS WEDUWE 486
Het advies zelf is van Gerard Noodt, en dateert van 17-2-1696. Het is voor het eerst gepubliceerd door A.A.P., die er een brief aan toegevoegd heeft. Zie verder BGNR Leiden, nrs. 432-434A. (Steinf. Bibliogr. nr. 51)
ADVYS NOPENDE HET HUWELIJK MET EEN MOEDERS BROEDERS WEDUWE, LATIJNSE VERTALING 487
Deze vertaling is voor het eerst gepubliceerd in A.A.P.’s Irnerius injuria vapulans, zie hieronder nr. 494. Zie ook BGNR Leiden, nr. 435, waar deze vertaling ten onrechte wordt toegeschreven aan A.A.P., hetgeen in de Steinf. Bibliogr. is rechtgezet. Zie ook BGNR Utrecht, Aanvullingen Leiden bij nr. 435. (Steinf. Bibliogr. nr. 70a.)
Alexander Arnold Pagenstecher
205
BENE DICTORUM LIBER UNUS Het gaat hier om een disputatiebundel met acht ‘collationes’, ‘verdeeld’ over tien respondenten. Een negende ‘collatio’ maakt deel uit van het voorwerk (p. VII-X) en volgt op de pref. (p. VI). In deze pref. verontschuldigt A.A.P. zich voor de drukfouten, die ontstaan zijn, omdat het werk gedrukt is tijdens zijn afwezigheid in juli en augustus 1699. Ook maakt hij melding van de hernieuwde aanval van zijn ‘aggressor’, met wie hij zijn Groningse collega Jacobus Gousset (Gussetius), hoogleraar in de theologie, Griekse taal en wijsbegeerte (1636-1716)), bedoelt. (Zie over hem Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 50-51.) Deze Gousset had 21-6-1699 door de student Abrahamus Bilbeaut een aantal theologische theses doen verdedigen die gericht waren tegen de inhoud van A.A.P.’s ‘Invitatio apologetica pro responso suo matrimonium inter viduum et defunctae uxoris sororis filiam juste copulari posse’, gedateerd 6-51699 (zie hierboven nr. 484; een ex. van de Theses theologicae De casu conscientiae, an vir viduus filiam sororis uxoris suae defunctae ducere possit simulque de affinitatis collateralis gradibus a conjugis exclusis ad legem Lev. 18:14. Groningae, typis Johannis Lens, 1699 bevindt zich o.a. in UBG en in LBOld). A.A.P. had op deze theologische theses weer gereageerd middels de oefendisputatie Bene dictorum pars septima etc., welke 3 en 4-7-1699 verdedigd was door Johannes Wibrandus Feicama (zie Steinf. Bibliogr. nr. 49), waarna Gousset de genoemde hernieuwde aanval had gelanceerd in het geschrift Vindiciae thesium theologicarum Jacobi Gussetii, de casu conscientiae, an viduus filiam sororis uxoris suae defunctae ducere possit, contra A.A. Pagenstecheri bene, ut vocat, dicta publice ab eo defensa diebus 3. et 4. Julii. Groningae, apud Cornelium Barlinck-hof, 1699 (exx. in UBA en Bodl). Deze aanval pareerde A.A.P. in de bovengenoemde ‘Collatio nona’, die een bewerking is van de door Feicama verdedigde oefendisputatie. Het thema bleef A.A.P. overigens bezighouden, zie Steinf. Bibliogr. nrs. 54 en 55. Naast de tekst van de acht ‘collationes’, die op het voorwerk volgen, bevat het boek ook nog een aantal toegevoegde werken, namelijk: – de ‘Oratio de praestantia et auctoritate juris canonici’ (p. 129-153; zie m.b.t. deze oratie hierboven nr. 479. De tekst is ook afgedrukt in Sylloge dissertationum, zie hieronder nr. 536), – de ook voor het eerst in dit werk gedrukte ‘Disputatio ad l. Centum Capuae.8. ff. de eo quod cert. loc.’ (= D. 13.4.8) (p. 154- 182), – de ‘Exercitatio ad textum cruciabilem in L. frater a fratre. 38. ff. de condict. indeb.’ (= D. 12.6.38), met een aanvulling aan het slot (p. 183210), – de hierbover nr. 484 reeds genoemde ‘Invitatio apologetica pro responso suo matrimonium inter viduum et defunctae uxoris sororis filiam juste copulari posse.’ (p. 211-222), – het ‘Responsum juris Germanica lingua ab ipso scriptum, sed nunc Latinitate donatum per ipsius auditorem Augustum Huck Lippstad, Westphal.’ (Het gaat hierbij om een negatief advies, oorspronkelijk gedat. Groningen 5-9-1698, inzake het verzoek van een zekere Gerhardus Bartels en Geske (Geeske?) Jacobs om huwelijksdispensatie, aangezien het hier een huwelijk tussen een neef en de weduwe van zijn overleden oom van vaderszijde betrof, met verwijzing naar Levit. 18:14)
206
Alexander Arnold Pagenstecher
(p. 223-231; zie ook Steinf. Bibliogr. nr. 46, de disp. van Remetius Potinius, waarin deze vertaling al eerder was gepubliceerd (p. III-VIII)), – en ‘Accessiones’, waarvan de eerste drie §§ reeds gepubliceerd waren in het hierboven genoemde disp. van Remetius Potinius (p. X-XI), hier aangevuld met nog 14 andere, o.a. met aanvullende opmerkingen bij het Compendium Lauterbachianum (p.232-250). Aan het slot van § 17 (p. 250) verwijst A.A.P. naar een advies van hem aan enige burgers van Bremen, gedat. 2-5-1698). 488
Bene dictorum liber unus: exhibens cum S. Strykio, O.P. Zaunschlifero, C.v. Eckio, Z. Hubero, J.F. Pollmanno, J.A. Brandtio, N.C. Lynckero aliisque, super elegantioribus non unius juris materiis collationes cathedrarias. Bremae, sumtibus Phil. Gothofred. Saurmanni et Groningae apud Johannem Lens, 1699. 8°: Zeven stukken, doorl. gepag,: XVI, 250 pp. – t.p., ded. aan H. Piccardt, J.A. de Reck, W.J. Pagenstecher en J.Chr. Feill, ‘Nomina respondentium’, inh., pref. (ongedat.), tekst Collatio nona, nadere pref. (Groningen, 15-9-1699), drie lofdd. (het eerste, van Bernardus a Bentheim, in het Duits; het derde, van M. Zach. Goeze, wordt ingeleid door een brief, gedat. Osnabrück 6-8-1699), tekst Collationes I-VIII; tekst Oratio de praestantia et auctoritate juris canonici ; tekst Disputatio ad l. Centum Capuae 8 ff de eo quod cert. loc. (= D. 13.4.8); tekst Exercitatio ad textum cruciabilem in l. frater a fratre 38 ff. de condict. indeb. (= D. 12.6.38); tekst Invitatio apologetica pro responso suo matrimonium inter viduum et defunctae uxoris sororis filiam juste copulari posse ; tekst Responsum juris de non ducenda defuncti patrui vidua, etc., tekst Accessiones. (Steinf. Bibliogr. nr 52)
489
UBRos, UBTüb, SBBerl, UBGent
Bene dictorum liber unus: exhibens … [titel als in nr. 488] collationes cathedrarias. Bremae, sumtibus Philippi Gothofredi Saurmanni, 1700. 8°: Zeven stukken, doorl. gepag,: IV, 250 pp – t.p., ded.aan Henricus Piccard, Joannes Adolphus de Reck en Werner Justinus Pagenstecher (ongedat.), inh., ‘Nomina respondentium’, tekst van ‘collationes’ I-VIII; tekst Oratio de praestantia et auctoritate juris canonici; tekst Disputatio ad l. Centum Capuae 8 ff. de eo quod cert. loc. (= D. 13.4.8); tekst Exercitatio ad textum cruciabilem in l. frater a fratre 38 ff. de condict. indeb. (= D. 12.6.38); tekst Invitatio apologetica pro responso suo matrimonium inter viduum et defunctae uxoris sororis filiam juste copulari posse; tekst Responsum juris Germanica lingua ab ipso scriptum, sed nunc Latinitate donatum per ipsius auditorem Augustum Huck Lippstad.Westphal.’; tekst Accessiones. – In het ex. van de HAAB zijn na de pp. I-IV nog apart 4 pp. ingebonden met op de eerste daarvan een met de hand geschreven index – VD 17. (Steinf. Bibliogr. nr. 63) UBAug, UBGrei, UBHal, UBJena, UBKiel, UBLeip, UBRos, HAAB, HABW, SBBerl, SBMai, SSBAug, ÖNB, BN
DE PRAESCRIPTIONE FEUDI ECCLESIASTICI, LEGE ANASTASIANA ETC., MET DRIE ORATIES De tekst van ‘Anticum’ en van ‘quaestio prima’ is eerder verschenen in de oefendisputatie ‘Fribusculum triumvirale de ecclesiastici feudi praescriptione disputationi a. d. 15 Maji 1700 subjiciendum per Herm. Reinhard. Pfreundt. Groningae, typis Johannis Lens, 1700 (zie Steinf. Bibliogr. nr. 59). Zij zijn met enige wijzigingen ook opgenomen in A.A.P.’s Irnerius injuria vapulans
Alexander Arnold Pagenstecher
207
etc. (zie hieronder nr. 494). Het gaat hierbij om ‘coitio’ 11. Zoals uit de tekst van het ´Anticum’ blijkt, reageerde A.A.P. met dit werk op een werk van Johannes Henricus (Johann Heinrich) Berger (1657-1732), hoogleraar in Wittenberg, waarvan in 1699 een tweede druk verschenen was: Resolutiones legum obstantium, quae in Compendium Juris Lauterbachiano expromuntur. … Editio altera etc. Wittembergae in Saxonibus, sumptu Henr. Jo. Meyeri hered. et Godofredi Zimmermanni, 1699 (exx. o.a. in UBHal en HABW). In deze tweede druk had Berger mede gerefereerd aan A.A.P.’s Sicilimentorum etc., die toen de eerste druk van zijn werk uitkwam (1692), nog niet verschenen waren. Naast ‘Anticum’ en ‘quaestio prima’ houdt de tekst nog vijf ‘collationes’ in met vragen die evenals de eerste verband houden met de zes in de titel vertegenwoordigde onderwerpen. De teksten van de drie toegevoegde redes worden in het boek in een andere volgorde gepresenteerd als aangekondigd op de t.p., dat wil zeggen dat eerst de tekst van A.A.P.’s ‘Memoria Bockelmanniana.’ is afgedrukt (p. 44-92), dan die van de Oratio de quarta monarchia.’ (p. 94-161) en dan die van de ‘Oratio de rapis.’ (p. 162-183). Zie voor deze redes hierboven respectievelijk de nrs. 476, 483 en 480. 490
De praescriptione feudi ecclesiastici, lege Anastasiana, vacca et vitulo lactente, pignore contractu consensuali, quasi contractibus vero consensu constantibus et tigno juncto cum Joh. Henrico Bergero collationes cathedrariae. Accedunt Orationes I. De quarta monarchia, II. De vita et morte Bockelmanni, III. De rapis. Coloniae Agrippinae, apud Franciscum Metternich, 1700. 8°: Vier stukken, doorl. gepag.: 183, I pp. – t.p., ded. aan Matthias en Justinus de Rodenberg, raden van Brandenburg en ooms van A.A.P., tekst Anticum, de zes ‘collationes’ en het ‘Posticulum’; tekst Memoria Bockelmanniana; fr.t.p. ‘Oratio de quarta monarchia, dicta … a. d. X Kalend. Septembr. MDCIIC (= 24-8-1698). Cum academicum rectoris magnifici munus deponeret.’, tekst rede, lofd. van P.E. Harinxma; tekst Oratio de rapis. – p. 49 lees 94. – VD17. (Steinf. Bibliogr. nr. 64) UBGent, UBGött, UBJena, UBLeip, UBMünch, BSB, HAAB, HABW, MPI, NLS
FERIARUM LIBER UNUS Waarschijnlijk gaat het bij dit werk om een verbeterde titeluitgave van het hierboven nr. 490 genoemde De praescriptione feudi etc. In een nawoord (p. 184) schrijft A.A.P. dat het werk in zijn afwezigheid verschenen is (daarbij moet gedoeld zijn op nr. 490, waarvan de tekst in nr. 491 is overgenomen). De lezer moet daarom in dit werk (nr. 491) enkele fouten verbeteren. Een daarvan is, dat de op p. 3 vermelde titel als volgt zou moeten luiden: ‘A.A. Pagenstecheri Collationes cathedrariae cum Bergero, respondentibus Wilh. von Wendelen, Augusto Houck, Gerhardo Hessling.’ Zie het commentaar van Feenstra in Steinf. Bibliogr. nr. 65. Zie voor de toegevoegde redes, die nu wel op de t.p. in de volgorde waarin zij afgedrukt zijn, genoemd worden, hierboven nrs. 476, 483 en 480.
208
491
Alexander Arnold Pagenstecher
Feriarum liber unus: Exhibens tum Collationes cathedrarias super elegantibus jurium materiis cum Cl. Bergero tum Orationes 1. De vita et morte Bockelmanni, 2. de Quarta Monarchia, 3. De rapis. Groningae, apud Johannem Lens, 1700. 8°: Vier stukken, doorl. gepag,:188 pp. – t.p., ded. aan Matthias en Justinus de Rodenberg, raden van Brandenburg en ooms van A.A.P. (als in nr. 490), tekst (gelijk aan die van nr. 490, ook wat betreft de toegevoegde redes), lofdd., err. – Het ex. in de SBBerl is in WO II verloren gegaan. – NUC. (Steinf. Bibliogr. nr.65) [SBBerl], LC
ORATIONES II DE MATRIMONIO VIDUI CUM DEFUNCTAE UXORIS SORORIS FILIAE Zie over deze redes hierboven nrs. 477 en 478. Op de t.p. is het jaartal 1696 met de hand toegevoegd. 492
Orationes II de matrimonio vidui cum defunctae uxoris sororis filiae dictae cum Hermannum Scherium et Godfredum Kruegerum, illium mense Februario [1696] hunc mense Novembri 1699, in numerum J.U. doctorum cooptaret. Coloniae, apud Wilhelm Metternich, 1700. 12°: Drie stukken, doorl. gepag,:142 pp. – t.p., tekst ‘Oratio prima’; tekst ‘Oratio II’; tekst ‘Arnoldi Visch Jacobus patriarcha defensus, Disputatio theologica in qua Rachelem Leae superducens Jacobus justificatur’– VD 17. (Steinf. Bibliogr. nr. 66)
UBErl, BSB, FBB, HLBD, SBMai
ODE BIJ DE INWIJDING VAN DE NIEUWE KERK TE HARKSTEDE Lofdicht bij de officiële inwijding op 21-4-1700 (nieuwe stijl) van de nieuwe – Nederduits Hervormde – kerk te Harkstede, waarvoor Hendrik Piccardt, heer van Slochteren etc. en zijn vrouw Elisabeth Rengers de financiële middelen beschikbaar hadden gesteld (zie A. Pathuis, Groninger gedenkwaardigheden, Amsterdam, 1977, nr. 1910). 493
Ode in dedicationem templi in Harckstede, auctoritate et auspiciis Viri Illustrissimi atque Amplissimi Dn. Henrici Piccardt Domini de Slochteren, Colham, Harckstede etc. … Praefati templi patroni unici et fundatoris benignissimi: a.d. XI Aprilis Julianei anni a nativitate Christi MDCC rite atque solenniter celebratam. Groningae, apud Johannem Lens, 1700. Fol: 1 blad (ongepag.) – tekst.
UBHei
IRNERIUS INJURIA VAPULANS Onder deze of een soortgelijke titel heeft A.A.P. tussen 1691 en 1701 door een aantal studenten, zowel in Duisburg als in Groningen oefendisputaties laten verdedigen. Zie Steinf. Bibliogr. nrs. 14, 15, 21a, 21b, 26, 28a, 32a, 33a, 35,
Alexander Arnold Pagenstecher
209
37, 40, 57, 58, 59, 60 en 61. De namen van de respondenten van deze oefendisputaties staan bij de in het werk aan het slot (p. XLVI-XLVIII) opgenomen ‘nomina respondentium’ vermeld met die van nog een aantal andere respondenten die kennelijk ook in dit verband een oefendisputatie verdedigd hebben. De tekst van ‘Irnerius injuria vapulans’ zelf (p. 1-617) omvat naast de ‘Prolusio’, 50 ‘coitiones’ en ‘Receptus’. De ‘Prolusio’ en de ‘coitiones’ 1-7 zijn eerder gepubliceerd in de derde ed. van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei etc. (hierboven de nrs. 451 en 452), terwijl de teksten van de ‘coitiones’ 9-20 eerder zijn opgenomen in zijn Sicilimentorum etc. manipuli duo en wel achter ‘manipulus secundus’ (zie hierboven nr. 466). De tekst van ‘coitio’ 32 is ook gepubliceerd in Sicilimentorum etc. manipulus quartus (zie hierboven nr. 472). Uiteindelijk kwam er in 1701 een uitgave van alle 50 ‘coitiones’, met ‘Prolusio’ en ‘Receptus’. A.A.P. heeft in de tekst van de ‘coitiones’ vele eigen uitweidingen als ‘digressiones’ geïncorporeerd. Dat is bijvoorbeeld het geval bij ‘coitio’ 41 die daardoor abnormaal lang is (p. 353-517). In ‘coitio’ 43, die handelt over *C. 5.16.24 = N. 22.8, heeft A.A.P zijn advies in een proces over het patronaatsrecht van Dwingelo opgenomen (p. 527-547). Hij nam ook stukken van andere schrijvers op, zoals de latijnse vertaling van het advies van Gerard Noodt (p. 410-421; zie hierboven nr. 486) en de tekst van de theses theologicae’ van Gousset (p. 434-462; zie ook hierboven nr. 487). Elke ‘coitio’ gaat over de tekst van één authentica. Deze authenticae zijn willekeurig gekozen en worden niet behandeld in de volgorde waarin zij in de Codex voorkomen. In 1702 volgde een nieuwe uitgave van dit werk, die met uitzondering van de lofdd. gelijk is aan die van 1701, zodat het vermoeden gerechtvaardigd is, dat het eigenlijk om een titeluitgave gaat. De pref. (p. 89-102) is bovendien nog eens herdrukt in de uitgave van De jure filiorum etc. (zie hieronder nrs. 502 en 503). In beide uitgaven zijn mede de volgende werken opgenomen: – Het uitvoerige corollarium ‘Authenticas Codici Justinianeo insertas ab Irnerio non esse’ (p. 617-623). Hoewel dit corollarium in de druk van de oefendisputatie, die 23-2-1701 onder voorzitterschap van A.A.P. verdedigd werd door Remetius Potinius (zie Steinf. Bibliogr. nr. 68), gepresenteerd werd als ‘Corollarium respondentis’, schreef Cornelis van Bijnkershoek het toe aan A.A.P. Als zodanig nam Van Bijnkershoek het corollarium op in zijn Contentio literaria cum Alexandro Arnoldo Pagenstecher, antecessore juris Groningano, de auctore auctoribusve. Hagae Batavorum, apud Aegidium van Limburg, 1701 (p. 5-12), waarin hij A.A.P.’s opvatting bestreed. Ook in latere uitgaven van werken van Van Bijnkershoek is dit corollarium opgenomen (zie Steinf. Bibliogr. nr. 69). Zie over de twist tussen A.A.P. en Van Bijnkershoek over het auteurschap van de authenticae, die soms zeer heftig en zelfs onsmakelijk gevoerd werd, o.a. NNBW I, 534 (bij Van Bijnkershoek) j° NNBW II, 1053 (bij A.A.P.). – De tekst van Johannes Jacobus Wissenbach’s Sylloge errorum Irnerianorum, handelend over de fouten van Irnerius bij het formuleren van de authenticae (p. 623-642). Dit werk is voor het eerst verschenen in 1642 als toegevoegde tekst bij zijn Diatriba de mutuo, etc., uitgegeven te
210
Alexander Arnold Pagenstecher
Franeker door Uldericus Balck en Johannes Fabianus Deûring (zie BGNR Franeker nr. 481). Vervolgens zijn er meer uitgaven van dit werk verschenen (zie BGNR Franeker nrs. 482-486). Zie voor de uitgave in A.A.P.’s Irnerius injuria vapulans ook BGNR Franeker nrs. 487 en 488. – De tekst van Georgius Rittershusius’ inaugurele disputatie Promulsis errorum Irnerianorum, commissorum in inserendis Authenticis Codici Rep. Prael. Imp. Justiniani Aug., gedrukt te Altorf in 1623 (p.643-669; exx. van het origineel – Promulsis errorum Irnerianorum etc. pro consequendis summis in utroque jure honoribus et privilegiis proposita … a Georgio Rittershusio … MDCXXIII. Altorphi, excudebat Balthasar Scherffius. – exx. o.a. in UBGött, UBRos, BSB en HABW). – De tekst van de onder voorzitterschap van A.A.P.’s grootvader Johann Pagenstecher 18-8-1604 te Steinfurt verdedigde Disputatio de crimine majestatis et adulterii, waarvan geen orgineel ex. bekend is (p. 669-684). De tweede index, de ‘Index rerum et verborum’, is van de hand van Augustus Houck (zie over hem hierna nr. 505). 494
Irnerius injuria vapulans: sive commentarius ad Authenticas, Codici Justinianeo repetitae praelectionis per Irnerium, ut nonnuli male putant, parum curate quin et erronee assutas aut ab eodem perperam omissas. Editio novissima, prioribus propter diversas coitionum, digressionum, appendicum, indicum aliasque accessiones altero tanto et ultra auctior. Groningae, sumptibus et typis Johannis Lens, 1701. 4°: Vijf stukken, doorl. gepag.: XXXII, 684, XLVIII pp. – Uitvouwbaar portr. van A.A.P. met epigram van Cornelis van Eck, t.p., ded. aan Karl, landgraaf van Hessen (ongedat.), lofdd., pref. (6-7-1701), tekst ‘Irnerius injuria vapulans etc.’, tekst ‘Corollarium respondentis’ (over het auteurschap van de Authenticae), tekst ‘Dn. Jo. Jac. Wissenbachii (tekst: Wissenaachii) … Sylloge errorum Irnerianorum’, tekst ‘Dn. G. Rittershusii … Promulsis errorum Irnerianorum, commissorum etc.’, tekst ‘Dn. Johann. Pagenstecheri … Disputatio de crimine majestatis etc.’, regg., ‘Nomina … respondentium.’ – Het ex. van de KB is onvolledig. – STCN, NUC. (Steinf. Bibliogr. nr. 70) UBG, KB, UBBonn, UBLeip, UBRos, Arn, [HAAB], MPI, SBBerl, [BNün], [PUL]
495
Irnerius injuria vapulans … [titel als in nr. 494]. Editio novissima, etc… auctior. Groningae, sumtibus et typis Johannis Lens 1702. 4°: pag. en inh. (met uitzondering van enkele lofdd.) gelijk aan die van nr. 494. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 76) UBL, SLBD, UBGrei, UBHal, UBKiel UBLeip, UBRos, UBTüb, HABW, NLS
MANUALIUM AD INSTITUTIONES Uit de dedicatie in het hierna onder nr. 497 genoemde heruitgave van dit werk, gepubliceerd in 1710, valt af te leiden dat de uitgave van 1701 tegen de zin van A.A.P. verschenen was. Bij de toegevoegde tekst gaat het om één van (?) de Centuria regularum juris van Christoph Philip Richter (1602-1673), hoogleraar te Jena. De titel van dit werk luidt voluit: Centuria regularum sive
Alexander Arnold Pagenstecher
211
praeceptorum ex universo juris tam canonici tam civilis corpore sparsim desumptorum. Jena, 1661 (exx. in UBGött, UBHal, UBJena, BSB, HAAB en SBBerl). Achterin het ex. van Rerum quotidianarum ad Pandectarum seriem sylloge, berustend in UBRos, zijn de acht eerste pp. van deze uitgave van het Manualium bij het boek ingebonden (cf. hierboven nr. 485). 496
Manualium libri quatuor exhibentes introductionem in Institutiones Justinianeas editosque ab ipso [= A.A.P.] in has Aphorismos, Groningae, typis Johannis Lens, 1701. 8°: II, 210, XII pp. – t.p., tekst, ‘Index titulorum.’, nawoord, tekst van een (?) van de ‘Centuria regularum juris olim a Cl. Richtero adornata’. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 71)
KB
MANUALIUM AD INSTITUTIONES JURIS, MET DISPUTATIO DE JURE NATURAE ET JURIS CIVILIS AUCTORITATE EN ANDERE STUKKEN Deze uitgave van 1710 heeft in tegenstelling tot die van 1701 kennelijk wel A.A.P.’s goedkeuring kunnen wegdragen. In de ded. aan Egbertus Rengers (p. III-XIV) heeft hij het behalve over deze eerste uitgave over zijn collegia over de Digesten, waaraan ook Rengers deelgenomen had. Verder geeft hij een verklaring voor de keuze van de mede toegevoegde geschriften, waarbij hij zegt afgezien te hebben van de publicatie van zijn drie maanden eerder (d.w.z. in september 1709) gehouden rectorale rede ‘de senum natura et jure’ (zie hieronder nr. 525 en Steinf. Bibliogr. nr 124a), die nu gepubliceerd zal worden in een nieuwe druk van zijn Pericula academica. Deze nieuwe druk is er, voor zover wij weten, nooit gekomen. De wel toegevoegde stukken, opgenomen in het ‘tweede gedeelte’, dat een eigen pag. heeft, zijn (de aangegeven pagina’s hebben dus betrekking op de ‘tweede paginanummering’): – De ‘Dissertatio de jure naturae’ (p. 1-66). Het gaat hier om de tekst van de rede Dissertatio de jure naturae ejusque principio etc. gehouden te Groningen 3-9-1705 bij bij het aanvaarden van zijn tweede rectoraat (zie hieronder nr. 511). Dit stuk is ook opgenomen in A.A.P.’s Sylloge dissertationum (zie hieronder 536). – De ‘Dissertatio de auctoritate juris Justinianei etc.’ (p. 67-86). Het betreft hier de rede, die A.A.P. 30-8-1708 hield bij de promotie van Johann Friedrich Wilhelm Pagenstecher, Thomas de Wylich en Friedrich Hermann Balcke (zie hieronder 524). – De disputatie ‘Fridericus Primus’ (p.87-132), welke in een minder uitgebreide vorm in 1709 zowel door Carolus Fridericus vrijheer van Bartoldi als door Hermannus Ebbinckhoff verdedigd was, respectievelijk 23-2 en 29-5-1709 (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 122 en 122a). – De ‘Regularum juris canonici paraphrasis metrica’ (p. 133-143), die als disputatie in A.A.P.’s ‘Duisburger periode’ verdedigd was door Gothofredus von der Reck, Werner Justinus Pagenstecher, Everwinus Slu(i)terus, Clemens Berg, Arnoldus a Dongelen en Henricus J. von Gangelt (p. 133-144; cf. hierboven nr. 449). De tekst als zodanig is
212
Alexander Arnold Pagenstecher
eerder gepubliceeerd in de derde ed. van A.A.P.’s Aphorismi Justinianei ad Institutiones etc. en in zijn Rerum quotidianarum ad Pandectarum seriem etc. (zie hierboven respectievelijk nrs. 451 en 452 en nr. 485; zie ook hierboven nr. 439). 497
Manualium ad Institutiones juris suosque (i.e. A.A.P.) ad has editos aphorismos repetita praelectio. Subjiciuntur ejusdem dissertationes de jure naturae et juris civilis auctoritate, item Fridericus Primus et Regularum juris canonici paraphrasis. Groningae, ex officina Joh. a Velsen, 1710. 12°: Vijf stukken, waarvan het tweede, derde, vierde en vijfde te zamen met eigen pag.: XXIV, 312, 143 pp. – t.p., ded. aan Egbertus Rengers (Groningen 20-11-1709), tekst Manualium, tekst ‘De jure naturae etc.’, tekst ‘De auctoritate etc.’, tekst ‘Fridericus Primus quem defendendum susceperunt Carolus Fridericus baro de Bartholdi … et Herm. Ebbinckhoff’, tekst ‘Regularum juris canonici paraphrasis metrica quam in Academia Duisburgensi defendam susceperunt Gothof. von der Reck … Wern. Just. Pagenstecher … Everwin Sluiterus … Clemens Berg … Arnoldus a Dungelen … Henr. J. von Gangelt’ – In het ex. in UBLeip zijn de katernen met de ‘hoofdtekst’ en die met de toegevoegde stukken verwisseld, wat in de exx. in de andere hier genoemde bibliotheken niet is gebeurd. Deze zijn bij de beschrijving gevolgd. (Steinf. Bibliogr. nr. 127)
498
UBHal, UBLeip, UBMünch, [BNün]
Manualium ad Institutiones … [titel als in nr. 497] paraphrasis. Francofurti et Lipsiae, typis Joh. Nicolai Andreae, 1724. 8°: XVI, 372, 152 pp. – de inh. is gelijk aan die van nr. 497. – De pp. 150 en 151 zijn als 250 en 251 genummerd. – In het ex. van de HLBW zijn de katernen met de ‘hoofdtekst’ en die met de toegevoegde stukken verwisseld, wat in het ex. in de HABW niet is gebeurd. (Steinf. Bibliogr. nr. 153)
499
HABW, HLBW
Manualium ad Institutiones … [titel als in nr. 497] praelectio. Accedit ejusdem Regularum juris canonici paraphrasis. Duisburgi ad Rhenum, apud Hermannum Ovenium, 1751. 8°: VIII, (en nog) 400 pp. – t.p., ‘Index titulorum’, tekst Manualium, tekst Regularum Juris paraphrasis metrica quam illo (= A.A.P.) praeside in Academia Duisburgensi defendam susceperunt Gothofr. von der Reck et 5 aliis.’ – NB Het ex. in BArn is incompleet. Het is doorschoten en voorzien van handschriftelijke aantekeningen. (cf. Steinf. Bibliogr. nr. 155a.)
BArn
DISPUTATIONES TESTAMENTARIAE Dit werk is een uitgave van een niet eerder gedrukt werk van A.A.P.’s grootvader Johann Pagenstecher met de titel ‘Discussiones testamentariae’ uit de tijd dat deze hoogleraar in de rechten aan het Gymnasium Arnoldinum was (1601-1610). A.A.P. heeft in Groningen studenten opnieuw laten disputeren op basis van de door zijn grootvader opgestelde tekst. Zie in dit verband Steinf. Bibliogr. nrs. 80 (exx. in FBB en BSB) en 82 (ex. in FBB). Het gaat om een commentaar bij D. 28-36, verdeeld over 208 §§.
Alexander Arnold Pagenstecher
500
213
Disputationes testamentariae ad seriem Pandectarum institutae. Coloniae, apud Wilhelm. Metternich, 1702. 8°: 278 pp. – t.p., lofdd, ‘Nomina dominorum respondentium qui in Gymnas. Steinfurtensi … Collegio disputatorio, in quo disputationes has testamentariae primiter defensae sunt, nomina dederunt.’, ’Nomina respondentium qui in Academia Groningensi disputationes has testamentarias sub hac forma adauctas … defenderunt.’, tekst disputaties, ‘Catalogus librorum juridicorum propriae impressionis.’ – NUC (met jaartal 1700). (Steinf. Bibliogr. nr. 77)
UBHam, UBRos, BSB, HLBW, SBBerl, HABW, Harv
HERUITGAVE VAN G. FELTMAN, DE JURAMENTO PERHORRESCENTIAE, TWEEDE EDITIE, MET ‘OBSERVATIO SINGULARIS DE RESPONSIS PRUDENTUM ADVERSARIO NON EDENDIS’ 501
Zie hierboven nr. 212. De toegevoegde ‘Observatio etc.’ van A.A.P. is afgedrukt op p. 470-474.
DE JURE FILIORUM PROGYMNASMA JURIDICUM, VERZORGD DOOR J.F.W. PAGENSTECHER De tweede editie, die ook in 1703 in Keulen verscheen, is een verbeterde versie van de eerste editie (zie voor deze verbeterde ed. en de daar kennelijk bij behorende en ook bijgebonden ‘Augusti Houckii Breve anti-Bynckershoekianum’, die ook is opgenomen onder de teksten die zijn toegevoegd aan de ‘Admonitoria ad Pandectas’ uit 1706 (hieronder nr. 518; ook Steinf. Bibliogr. nr. 87a). De exx. in UBG en Arn hebben beide nog een vier pp. tellend ‘supplement’ zonder nadere titel (‘Lectoribus J.F.W. Pagenstecher, A.A.F., S.P.D.’). Bij het ex. in UBG is dat helemaal voorin ingebonden, nog voor de t.p. en bij het ex. in Arn achteraan. Het bevat hoofdzakelijk err. en is waarschijnlijk aan deze exx. toegevoegd, toen de verbeterde druk al in voorbereiding was. In deze verbeterde druk (hieronder nr. 503) zijn de geconstateerde errata namelijk in de tekst zelf verwerkt. J.F.W. Pagenstecher zegt aan het begin van dit ‘supplement’ dat hij van zijn vader toestemming heeft gekregen het boek in kwestie in Keulen te laten drukken. Aan het eind noemt hij de respondenten die – delen van – De jure filiorum verdedigd hebben. Behalve hijzelf (zie Steinf. Bibliogr. nr. 86 en hierna onder J.F.W. Pagenstecher nr. 547) waren dat Clemens Berg, Johannes Qualenbrinck en Gerardus Regnerus de Cock (Zie Steinf. Bibliogr. nrs. 12, 83 en 84). In het ‘Posticulum’ na ‘Membrum septimum’ (p. 82-83) zegt A.A.P. o.a. ‘Progymnasma … de jure filiorum juvenile ad incudem revocavi, quae mea inibi erant et sententiae meae, reliqui, caetera sustuli, transformavi, adauxi.’, waarmee hij waarschijnlijk verwijst naar de Disputatio juridica de jure filiorum, die in maart 1689 te Duisburg verdedigd werd door Clemens Berg (zie Steinf. Bibliogr. nr. 12). Ook geeft hij meer informatie over De jure virginis en De jure ventris (zie hierboven respectievelijk de nrs. 442 en 459463). Het ‘Corollarium respondentis’ van J.F.W. Pagenstecher bevat nieuwe beledigingen jegens Cornelis van Bijnkershoeck.
214
502
Alexander Arnold Pagenstecher
De jure filiorum progymnasma juridicum. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelmum Metternich, 1703. 8°: 106, II pp. – t.p., ded. van J.F.W. Pagenstecher aan zijn ooms Johannes Adolphus von der Reck en Werner Justinus Pagenstecher, tekst (bestaande uit ‘Anticum’ en zeven ‘membra’), ‘Posticulum’, ‘Corollarium respondentis Jo. Frid. Wilh. Pagenstecheri, A.A.F.’, nieuwe druk van de pref. van Irneris injuria vapulans (Groningae, 6-7-1701), met nawoord van J.F.W. Pagenstecher, lofdd. voor dezelfde van Joach. Balth. de Papstein. – De exx. in UBG en Arn hebben nog 4 pp. extra die bij het ex. in UBG voor de t.p. en bij het ex. in Arn achter de tekst ingebonden zijn. Deze bevatten een – ongedateerde – mededeling van J.F.W. Pagenstecher aan de lezer, m.b.t. het werk in kwestie, met ook daarin voorkomende err. (Steinf. Bibliogr. nrs. 87 en 202) UBG, UBMünch, UBRos, Arn, BSB, HABW, MPI, SBBerl
503
De jure filiorum progymnasma juridicum. Coloniae Agrippinae, apud Wilhelmum Metternich, 1703. 8°: 106 II pp. – inh. gelijk aan die van nr. 502, maar wel met een nieuw opmaak. (Steinf. Bibliogr. nr. 87a)
HLBD, MPI (NB ook de SLBD, UBTüb, UBBas, ÖNB en Harv bezitten een ex., maar van welke editie is niet vast te stellen.)
SERMO INAUGURALIS BIJ DE PROMOTIE VAN C. SCHULTENS EN N. ROTGERS 504
Rede, gehouden bij de promotie van Casparus Schultens en Nicolaus Rotgers op 22-10-1703 (zie ook ASGron. k. 457) en onder de titel Murus aheneus etc. Sermo inauguralis cum Casparum Schultens et Nicolaum Rotgers in numerum U.J. doctorum cooptaret voor het eerst gedrukt in 1705 en later onder de toegevoegde teksten in Admonitoria ad Pandectas opgenomen in 1706 (zie hieronder respectievelijk nr. 509 en nr. 518). (Steinf. Bibliogr. nr. 88 j° nr. 95) NB Ter gelegenheid van deze gezamelijke promotie verscheen: Triumphans togatus seu acclamationes et congratulationes a fautoribus et amicis effusae in honorem … D. Caspari Schultens et D. Nicolai Rotgers … ut et promotore A.A. Pagenstechero … juris utriusque doctores … renunciaretur. Groningae, typis Johannis Barlink-Hof, 1703, ex. in UBG.
SERMO INAUGURALIS BIJ DE PROMOTIE VAN A. HOUCK Augustus Houck promoveerde op theses tot doctor juris op 31-12-1703, bij welke gelegenheid hij door A.A.P. werd toegesproken. Hij was op dat moment reeds benoemd tot professor juris aan het Gymnasium Arnoldinum in Burgsteinfurt. Zie over hem Höting, Professoren Steinfurt, 116-118. Höting vermeldt overigens niet dat hij afkomstig was uit Lippstadt in Westfalen, wat blijkt uit zijn immatriculatie terwille van de promotie in Groningen (ASGron. k. 457). A.A.P. noemt in deze rede een groot aantal biografische bijzonderheden over de pas gepromoveerde doctor.
Alexander Arnold Pagenstecher
505
215
Sermo inauguralis, cum Aug. Houckium, professorem juris ordinarium, in numerum Juris Utriusque Doctorum cooptaret pronunciatus, z.p. en z.j. [Groningen, 1703/1704]. 4°: 16 pp. – t.p., tekst. (Steinf. Bibliogr. nr. 91a)
FBB, [BNün]
DE JURE VENTRIS, TRACTATUS SINGULARIS Dit werk staat geheel op zichzelf en onderscheidt zich daardoor van de hiervoor genoemde oefendisputaties en verhandelingen (hierboven nrs. 459463). Aan het slot in § IX van deel XII vindt men nog een uithaal tegen Cornelis van Bijnkershoeck (p. 378-379). Deze ontbreekt in de tweede editie. (Het ex. in SBBerl heeft twee pag. meer tussen de t.p. en de tekst met een ded. aan de drie graven van Bentheim en een lofd. van Wolterus Henricus Ellents, ‘Drenthinus quaestor generalis.’) 506
De jure ventris, Vom Recht Schwangerer Weiber, tractatus juridicus singularis, Bremae, apud Philippum Gothofredum Saurmann, 1704. 8°: II, 379, I pp. – t.p., tekst. – p. 377 gepag. als 37. – NUC. (Steinf. Bibliogr. nr. 94) UBGött, UBFrf, UBRos, BSB, FBB, HABW, SBBerl, [BNün], BN, BL, ALEd, Harv
DE JURE VENTRIS MET DE CORNIBUS ET CORNUTIS DISSERTATIONES DUAE Bij de toegevoegde ‘dissertationes’ gaat het om twee redes bij het afstuderen van studenten waarvan A.A.P. de eerste hield op 25-10-1707 bij de promotie van Adrianus Josephus Trip tot J.U.D. (p. 5-142 (tweede paginanummering); zie hieronder nr. 523), en de tweede op 28-10-1708 bij die van Matthias Theodorus zur Horst tot J.U.D. (p. 143- 198 (idem); zie hieronder nr. 526). Zie voor deze promotie van A.J. Trip ook ASGron. k. 459. De promotie van M.T. zur Horst staat niet in het ASGron. genoemd. 507
De jure ventris, liber singularis. Editio secunda, multo auctior, cui accesserunt De cornibus et cornutis dissertationes duae. Bremae, apud Philippum Gothofredum Saurmannum, 1714. 12°: IV, 500, 178, LXXIV pp. – t.p., lofdd. van Wolter Henricus Ellents en J.Cost, tekst, fr. t.p. ‘A.A. Pagenstecheri de cornibus et cornutis dissertationes duae.’, pref. (ongedat.), tekst Dissertatio I, tekst Dissertatio II, lofd. van A.M.Isinck, regg. err. – NUC. (Steinf. Bibliogr. nr. 144) UBA, UBU, UBVU, KB, UBAug, UBGrei, UBJena, UBLeip, UBMann, UBMünch, UBWürz, HABW
216
508
Alexander Arnold Pagenstecher
De jure ventris liber singularis. Accedunt ejusdem De cornibus et cornutis dissertationes. Horat.: Et prodesse volunt et delectare. Bremae, sumptu Nathan. Saurmanni, 1747. 12°: VIII, 500, 178, LXXII pp. – t.p. (over twee pp. gedrukt), inh. voor het overige als in voorafgaand nr., met dien verstande dat in deze uitgave het lofd. van Isinck op die van Ellents en Cost volgt. (Steinf. Bibliogr. nr. 154) UBHal, SBBerl, HABW
MURUS AHENEUS, VERZORGD DOOR J.F.W. PAGENSTECHER Het voorwoord van de hand van J.F.W.Pagenstecher is een uitgebreide versie van de corollaria in diens onder voorzitterschap van zijn vader in 1703 gehouden disputatie (zie onder J.F.W. Pagenstecher nr. 547) Een nog uitgebreidere versie is opgenomen in het door J.F.W.P. geschreven voorwoord tot de Admonitoria ad Pandectas uit 1706, waarin de tekst van dit werk, een rede die A.A.P. gehouden heeft bij de promotie van Caspar Schultens en Nicolaas Rotgers 22-10-1703, mede is uitgegeven (zie hieronder nr. 518). 509
Murus aheneus adversus Pasquini de Merdado Vesupii Tophlattothrat Tophlattothrat. Accurante Joh. Frid. Wilh. Pagenstechero A.A. f. Groningae, apud viduam Johannes (sic) Lens, [1705]. 8°: 52 pp. – t.p., ded. van J.F.W.P. aan Cornelius van Eck (31-12-1704), pref. van J.F.W. Pagenstecher (ongedat.), tekst, err. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nrs. 95 en 204)
UBG
SERMO INAUGURALIS VOOR H. SCHOENE Rede, uitgesproken ter gelegenheid van de promotie van Hermannus Schoene 20-8-1705 (zie ook ASGron. k. 458). 510
Sermo inauguralis cum in numerum J.U. doctorum Hermannum Schoene a. d. XX Augusti 1705 cooptaret. Groningae, apud viduam Johannis Lens, 1705. 4°: 10 pp. – t.p., tekst. – Het ex. in de UBG is een fotokopie. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 99) UBG, UBL, HLBD, FBB
DISSERTATIO DE JURE NATURAE EJUSQUE PRINCIPIO Rede door A.A.P. gehouden te Groningen 3-9-1705 bij het aanvaarden van zijn tweede rectoraat. Zij is later ook afgedrukt in de tweede uitgave van A.A.P.’s Manualium ad Institutiones (zie hierboven de nrs. 497 en 498) en in zijn Sylloge dissertationum (hieronder nr. 536).
Alexander Arnold Pagenstecher
511
217
Dissertatio de jure naturae ejusque principio, finibus regundis, utilitate, necessitate. Groningae, typis Catharinae Zandt, 1705. 8°: 48 pp. – t.p., ded., tekst. (Steinf. Bibliogr. nr. 100)
FBB, HLBW, ÖNB, Bodl
SERMO INAUGURALIS DE VIRGINIBUS VOOR J.G. VAN DER POEL Rede gehouden te Groningen 21-10-1705 ter gelegenheid van de promotie more majorum van Jacobus Georgius van der Poel. De jonge doctor sprak daarbij zelf een ‘Sermo inauguralis de osculis’ uit (zie ook ASGron. k. 458). Uit de pref., die van Van der Poel is, blijkt dat hij de rede heeft uitgegeven, nadat hij A.A.P., die daartoe aanvankelijk onwillig was, overreed had zijn toestemming te geven. UBHal en GUL bezitten ook een ex. van Van der Poel’s inaugurele disputatie, gehouden 19-10-1705: Disputatio juridica inauguralis de legalibus, quam submittit Jacobus Georgius van der Poel. Groningae, typis Cornelii Barlinck-hof, 1705. 512
Sermo inauguralis de virginibus et earum jure: cum Jacobum Georgium van der Poel a. d. 21 Octobris 1705 in numerum J.U. Doctorum more majorum cooptaret. Groningae, typis Cornelii Barlinck-hof, 1705. 4°: 36 pp. – t.p., pref. (van de hand van J.G. van der Poel; ongedat.), tekst. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 101) UBG, GUL
NOTAE AD G. FELTMANNI TRACTATUM DE FEUDIS Eerder in 1694 en 1702 had A.A.P. de respectieve tweede en derde editie van Feltmans Tractatus de feudis verzorgd (zie hierboven onder nr. 475 j° nrs. 214 en 215). In 1704 was een onder zijn voorzitterschap gehouden oefendisputatie over de eerste sectie van dit tractaat verschenen met J.G. van der Poel als respondent (zie Steinf. Bibliogr. nr 92). Zie voor andere disputaties op basis van Feltmans Tractatus de feudis etc. en A.A.P.’s hier genoemde Notae etc. het hieronder nr. 529 genoemde Excercitationum feudalium. 513
Notae ad G. Feltmanni Tractatum de feudis. Coloniae, apud Wilhelmum Metternich, 1705. 12°: 91, I pp – t.p., ded. aan Johannes Henricus Coccejus, Joh. Fil. (ongedat.), tekst. (Steinf. Bibliogr. nr. 102)
UBGött, [BNün]
SERMO INAUGURALIS VOOR F.A. HAST Rede gehouden te Groningen 8-3-1706 bij de promotie van Ferdinandus Antonius Hast (zie ook ASGron. k. 458).
218
514
Alexander Arnold Pagenstecher
Sermo inauguralis cum a.d. 8 Martij 1706 Ferdinandum Antonium Hast in nummerum J.U. Doctorum cooptaret. Groningae, typis Wouterus van der Woude, 1706. Het ex. in FBB is onvolledig (het telt slechts 8 pp.); dat van de UBG is een fotokopie. (Steinf. Bibliogr. nr. 105)
FBB, [UBG]
LIJKREDE VOOR WESSEL BERTLING Zie m.b.t. Wessel Bertling, hierboven de nrs. 161-165. 515
Sermo parentalis in obitum Wesseli Bertlingii a.d. 15 Martii 1706. Groningae, typis Catharina Zandt, 1706. 4°: 40 pp. – t.p., tekst – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 106)
UBA, KB, SBBerl, BL, Bodl
DE UNICO MATRIMONII SCOPO, DISSERTATIO II 516
Rede gehouden te Groningen bij de promotie van Gasparus Lengerke op 21-81706 (zie ook ASGron. k. 458). Van deze rede is geen oorspronkelijk ex. gevonden. Zie verder hetgeen hierboven onder nr. 446 met betrekking tot de gedrukte vorm van deze tekst en die van de eerder ter gelegenheid van de promotie van Jacobus Zetske te Duisburg in 1692 door A.A.P. gehouden rede over hetzelfde onderwerp (zie hierboven nr. 464) vermeld wordt. (Steinf. Bibliogr. nr. 111 j° nrs. 18a, 119 en 150. )
DISSERTATIO DE PALLIO 517
Rede door A.A.P. gehouden 3-9-1706 ter gelegenheid van het neerleggen van zijn tweede rectoraat. Onder de titel ‘Dissertatio de pallio, pronunciata a. d. 3 Sept. 1706 Groningae cum magistratu academico Rectoris Magnifici secundo obiret (lees: abiret)’ voor de eerste maal gedrukt in Sylloge dissertationum etc. (zie hieronder nr. 536). (Steinf. Bibliogr. nr. 113)
ADMONITORIA AD PANDECTAS, MET EEN AANTAL ANDERE STUKKEN, UITGAVE VERZORGD DOOR J.F.W. PAGENSTECHER Bij de eerste van de in 1706 verschenen uitgaven van dit werk (hieronder nr. 518) gaat het om een verzameling van disputaties over enerzijds de stof van de boeken 36-44 van de Digesten (‘Admonitoria ad Pandectarum part[em] sextam etc.…’), anderzijds die van de boeken 45-50 (‘Admonitoria ad Pandectarum part[em] septimam etc.…’). Deze disputaties zijn alle gehouden te Groningen onder voorzitterschap van A.A.P. In UBBas bevindt zich een aantal originelen
Alexander Arnold Pagenstecher
219
van enkelvoudige disputies die in dit verband gehouden zijn (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 90, 91 en 93), o.a. die waarbij A.A.P.’s zoon J.F.W. Pagenstecher respondent was (zie hieronder de nrs. 549 en 551). In de hierna vermelde Admonitoria ad Pandectarum partes septem (nr. 519), waarin disputaties over alle zeven onderdelen van de Digesten zijn opgenomen, volgt na de ‘Admonitoria ad Pandectarum partem primam’ een ‘toevoegsel’ van vier pp. waarin A.A.P. stelt, dat ‘Pars horum Admonitorum sexta et septima’, dat wil zeggen de hier onder nr. 518 genoemde Admonitoria ad Pandectas, in zijn afwezigheid en zonder zijn medeweten is gepubliceerd, waarna een aanvulling van § 137 in de tekst van ‘Admonitoria ad Pandectarum part[em] septimam’ volgt. Het jaar daarop heeft J.F.W. Pagenstecher het eerste deel, de Admonitoria ad Pandectarum partem primam, nog eens uitgegeven in verband met zijn colleges in Marburg (zie hieronder nr. 553). Beide uitgaven van 1706 bevatten mede een aantal werken onder de ‘gemeenschappelijke’ titel ‘De autoribus autoribusve Authenticarum Codici Justinianeo insertarum Dissertationes A.A. Pagenstecheri et A. Houckii cum Epimentro (sic) N. Termeerii, et Adnotamento J.F.W. Pagenstecheri.’ Het gaat hierbij om: – ‘A.A. Pagenstecheri Murus aheneus sive Sermo inauguralis cum Casparum Schultens et Nicolao Rotgers in numerum U.J. Doctorum more majorum cooptaret.’ (p. 178-215; cf. hierboven nr. 509), – ‘Augusti Houckii Breve Anti-Bynckershoeckianum’ (p. 215-266); zie voor deze brief, gericht aan de professoren Joannes Braunius, Gerhardus Lammers en Joannes Bernouilli, ook hierboven nr. 502 en Steinf. Bibliogr. nr. 87a), – ‘Nicolai Ter Meer Epimetron Disputationis inauguralis’ (p. 266-267), welk stuk deel uitmaakt van zijn inaugurele disputatie, verdedigd 9-71704, – tekst ‘Joan. Frid. Wilhelmi Pagenstecheri A.A. Fil. Annotamentum’ (p. 267-269), welke tekst aansluit bij die van het Epimetron, – ‘A.A. Pagenstecheri Accessiones Irnerianae: de duobus reis, peculio adventitio, successione conjugum, pivilegio dotis etc.’ (p. 269-310). Het gaat hier wat betreft ‘Accessio prima’ om een uitgebreide versie van deze ‘Accessio’, die eerder in een eenvoudiger vorm was gepubliceerd in de in 1705 verschenen herdruk van A.A.P.’s Aphorismi, zie hierboven nr. 454). De tweede editie van de Admonitoria ad Pandectas, die in 1706 verscheen (hier nr. 519) heeft geen doorlopende paginering. Dit suggereert dat de daarin opgenomen disputaties over de zeven delen van de Digesten deel voor deel gedrukt zijn met dien verstande dat de disputaties met betrekking tot de delen II en III en die met betrekking tot de delen VI en VII een ‘gemeenschappelijke’ paginering hebben. De uitgave is als volgt ingedeeld: – p. 1-91 (1): Admonitoria ad Pandectarum partem primam, – p. 1-74 (2): Admonitoria ad Pandectarum partem secundam, – p. 75-160 (2): Admonitoria ad Pandectarum partem tertiam, – p. 1-64 (3): Admonitoria ad Pandectarum partem quartam, – p. 1-76 (4): Admonitoria ad Pandectarum partem V
220
Alexander Arnold Pagenstecher
– p. 3-310 (5) (met weggesneden t.p.) Admonitoria ad Pandectarum partem VI en partem VII. In feite is dit ‘onderdeel’ van de tweede ed. van de Admonitoria met betrekking tot de delen VI en VII van de Digesten gelijk aan de gehele eerste uitgave, inclusief de toegevoegde stukken. De toegevoegde ‘Disputatio ad l. vinum ff.de reb. cred.’ (= D. 12.1.22) werd 12-6-1709 (!) verdedigd door Adolph Christoph. Stoschius (Steinf. Bibliogr. nr. 123). Het is overigens een raadsel hoe deze disputatie al bij deze in 1706 verschenen uitgave van de Admonitoria opgenomen kan zijn. Voor de volledigheid zij er op gewezen, dat in 1705 een andere student, Wilhelmus Everwinus van Bentheim, onder A.A.P.’s voorzitterschap over hetzelfde onderwerp gedisputeerd heeft (zie Steinf. Bibliogr. nr. 96). Bij de andere twee disputaties – De duobus reis en Vindiciae ad l. cum societas ff. pro soc. (= D. 17.2.69) – gaat het om een boekje, dat in 1706 bij de Groningse drukker Wouter van der Woude verschenen was. De eerste daarvan beslaat in dit werk de pp. 1-27 en de tweede de pp. 28-47. De tekst van de tweede disputatie, de Vindiciae etc., heeft betrekking op de tekst van de in 1692 door F.E.G. Montanus verdedigde disputatie, zie Steinf. Bibliogr. nr. 18, alsmede hierboven de nrs. 451 en 452 en de opmerkingen aldaar. A.A.P.’s daarin verkondigde mening zou recentelijk door een ‘censor’ aangevallen zijn, tegen wie hij zich nu verdedigt. Beide toegevoegde werken hebben hun eigen paginering. 518
Admonitoria ad Pandectas. Accedunt de authoribus (sic) auctoribusve Authenticarum Codici Justinianeo insertarum dissertationes duae et nonnula adfinia. Coloniae, apud Wilhelmus Metternich, 1706. 8°: 310 pp. – t.p., ded. aan Cornelius van Eck door J.F.W. Pagenstecher (31-12-1704), ‘Nomina respondentium hunc ordinem indeptorum’, tekst Admonitoria, fr. t.p. ‘De autoribus autoribusve Authenticarum Codici Justinianeo insertarum Dissertationes A.A. Pagenstecheri et A. Houckii cum Epimentro (sic) N. Termeerii, et Adnotamento J.F.W. Pagenstecheri. A.A. Pagenstecheri Murus Aheneus adversus Pasquini de Merdardo Vesupii Tophlattothrat Tophlattothrat.´, tekst ‘A.A. Pagenstecheri Murus aheneus sive Sermo inauguralis cum Casparum Schultens et Nicolao Rotgers in numerum U.J. Doctorum more majorum cooptaret.’, tekst ‘Augusti Houckii Breve anti-Bynckershoeckianum’, tekst ‘Nicolai Ter Meer Epimetron Disputationis inauguralis’, tekst ‘Joan. Frid. Wilhelmi Pagenstecheri A.A. Fil. Annotamentum’, tekst ‘A.A. Pagenstecheri Accessiones Irnerianae: De duobus reis, peculio adventitio, successione conjugum, privilegio dotis etc.’, inhoudende: ‘Irnerii injuria vapulantis accessio prima. Subjicienda coitioni septimae.’ (met ‘Caput I’, ‘Corollarium praesidis’ en ‘A.A. Pagenstecher, J.C. Lectori S.P.D.’ en ‘Cap. II’ (vermoedelijk een reactie van A.A.P. op een reactie van Petrus de Toullieu)), ‘Accessio secunda ad Coitionem Irnerii injuria vapulantis Decimam referenda (Een reactie op een reactie van Michael Henricus Gribnerus J.C. Lipsiensis), tekst ‘Accessio tertia ad Coitionem quadragesimam quartam.’ (Een reactie op Johannes Petrus Fontanella’s opmerkingen n.a.v. Auth. Praeterea C. Unde vir et ux. In diens Tractatus de Pactis Nuptialibus.’) – Het ex. van de UBHal is onvolledig, het bevat slechts de pp. 178-310. (Steinf. Bibliogr. nrs. 114 en 115 j° nr. 207) UBHal, UBTüb, HAAB, SBBerl, ÖNB, BN, SBMai
Alexander Arnold Pagenstecher
519
221
Admonitoria ad Pandectarum partes septem. Subjicitur Disputationum triga: I. Ad L. Vinum ff. de reb. credit., II. De duobus reis, III. Vindiciae ad l. cum societas ff. pro soc. Groningae, ex officina Cornelii Barlinckhof, 1706. 8°: II, 91, V, 160, 64, 76, 308 (gepag. 3- 310), II, 34, IV, 47, I pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst van de ‘Admonitoria ad Pandectarum partem primam’, etc. t/m die ‘ad Pandectarum partem VII’, inclusief door de hierboven nr. 518 aangegeven toegevoegde werken, t.p. ‘Disputatio ad. l. Vinum D. de reb. cred., quam a.d. XII Junii 1709 defendet Adolf. Christ. Stoschius. Groningae, typis Catharinae Zandt, 1709., tekst disputatie, inclusief ded. en corollaria, t.p. ‘De duobus reis disputatio en vindiciae ad l. cum societas 69 ff. pro socio, accurante Joanne Friderico Eppen. Groningae, apud Wouterum vander Woude, 1706., ded. van J.F. Eppen aan A.A.P., tekst De duobus reis disputatio, tekst Vindiciae ad l. cum societas ff. pro socio, lofd. op J.F.Eppen bij zijn inaugurele disputatie, gehouden 9-5-1705 (zie Steinf. Bibliogr. nr 99a). (Steinf. Bibliogr. nr. 116, nr. 116a en nr. 123)
UBGött, UBRos
ADMONITORIA AD PANDECTARUM PARTEM PRIMAM 520
Zie onder J.F.W. Pagenstecher, hieronder nr. 553.
ADMONITORIA AD PANDECTAS, VIERDE EDITIE Wanneer de tweede en de derde ed. van de Admonitoria ad Pandectas verschenen zijn, is niet duidelijk. Mogelijk zijn de hierboven onder de nrs. 518, 519 en 520 genoemde werken eigenlijk te beschouwen als de eerste, tweede en derde ed. De verzameling van disputaties over de Pandecten wordt gevolgd door een opsomming van ‘vergeten zaken’, van de hand van A.A.P.’s zoon Hendrik Theodoor Pagenstecher en een reg. van de aangehaalde schrijvers verzorgd door Fridericus Jodocus Börner, toen een van A.A.P.’s studenten. Deze vierde ed.is besproken in Boekzael 1715.1 (= dl. 1), hfdst. V, p. 68-88. 521
Admonitoria ad Pandectas. Editio quarta. Groningae, ex officina Johannis a Velsen, 1715. 8°: VIII, 957, XXVII pp. – t.p., ded. aan M.L. de Printzen (Groningen 1-6-1715), tekst Admonitoria, ‘Omissa commissa observata per H.T. Pagenstecher A.A.f’, reg. van aangehaalde schrijvers. (Steinf. Bibliogr. nr. 146)
UBBonn, UBFrei, UBFrf, UBLeip, UBMünch, UBRos, ALEd, BNF
DE DUOBUS REIS DISPUTATIO 522
Dit werk komt niet afzonderlijk voor. De exx. die bekend zijn, zijn ingebonden bij het hierboven genoemde Admonitoria ad Pandectarum partes septem, zie aldaar, hierboven nr. 519.
222
Alexander Arnold Pagenstecher
DISSERTATIO I DE CORNIBUS ET CORNUTIS 523
Rede gehouden 25-10-1707 ter gelegenheid van de promotie van Adrianus Josephus Trip (zie ASGron. k. 459). Onder de titel ‘Dissertatio I de cornibus et cornutis. … a. d. 25 Octobris 1707, cum Adrianus Josephus Trip … in numerum J.U. doctorum cooptabatur, pronunciata: nunc auctior.’ voor het eerst gedrukt als toevoeging bij De jure ventris etc. Editio secunda (zie hierboven nr. 507) en wel in een uitgebreidere vorm en volledig. (Steinf. Bibliogr. nr.118)
SERMO INAUGURALIS DE AUCTORITATE JURIS JUSTINIANEI 524
Rede gehouden bij de promotie van Johann Friedrich Wilhelm Pagenstecher, Thomas de Wylich en Friedrich Hermann Balcke op 30-8-1708. Onder de titel ‘Sermo inauguralis de auctoritate Juris Justinianei pronunciatus cum J.F.W. Pagenstecherum, Thomam de Wylich, Frider. Herm. Balke a. d. 30 August. 1708 Groningae in nummerum utriusque juris licentiatorum et doctorum cooptaret’ voor de eerste maal gedrukt in Manualium ad Institutiones juris etc. (zie hierboven nrs. 497 en 498) en vervolgens in Sylloge dissertationum (zie hieronder 536). (Steinf. Bibliogr. nr. 121)
ORATIO DE SENUM NATURA ET JURE 525
Rede gehouden bij het aanvaarden van het derde rectoraat in september 1709. Van deze Oratio de senum natura et jure cum tertium Acad. rectoratum susciperem, is tot nu toe geen apart gedrukt ex. gevonden. Zij is voor zover bekend voor het eerst gepubliceerd in A.A.P.’s Manualium ad Institutiones juris etc. (zie hierboven nr. 497). (Steinf. Bibliogr. nr. 124a)
DISSERTATIO II DE CORNIBUS ET CORNUTIS 526
Rede gehouden bij de promotie van Matthias Theodorus zur Horst 28-101709. (NB deze promotie wordt niet vermeld in ASGron.) Onder de titel ‘Dissertatio II de cornibus et cornutis a.d. 28 Octobris 1709 cum Matthias Theodorus zur Horst J.U. Doctor crearetur’ voor het eerst gedrukt in De jure ventris etc. ed. secunda (zie hierboven nr. 507). (Steinf. Bibliogr. nr. 125)
Alexander Arnold Pagenstecher
223
DE JURE VIRGINUM ET VIRGINIS FLORENTINAE ECLOGA In de pref. noemt A.A.P. zijn inaugurele disputatie (zie hierboven nr. 442) en ook andere werken van zijn hand met betrekking tot hetzelfde thema, zoals zijn in 1705 gehouden Sermo inauguralis de virginibus et earum jure etc. (zie hierboven nr. 512). Hij noemt hierin ook de namen van de negen studenten die over de tekst gedisputeerd hebben. Onder dezen zijn Thomas de Wylich en Johannes Fredericus Bymholt, wier disputaties respectievelijk geleid hebben tot de hoofdstukken II, Scaevola (p. 263-321), en IV, Ad tit. de jure dot., pactis dotalib., donat. int. V. et U., soluto matrim. (p. 345-374). De tekst van dit vierde hoofdstuk wijkt echter nogal af van die van de overleverde disputatie Virgo Florentina, die in 1707 gedrukt werd door Cornelis Barlinckhof (zie Steinf. Bibliogr. nr. 117). Van de andere disputatie, die in 1707 gedrukt werd door Berend Taeitsma, genoemd in Steinf. Bibliogr. nr. 117a, berust een ex. in SBBerl: A.A.Pagenstecheri, Scaevola. Quem sub illius praesidio publica solennique disputatione a. d. II Junii tuebitur Thomas de Wylich. Groningae, typis Bernhardi Taeitsma, 1707. 527
De jure virginum et virginis Florentinae ecloga. Bremae, apud Phil. Goth. Saurmann, 1709. 8°/12°: VIII, 405, XIX pp. – t.p., pref. (ongedat.), lofdd., tekst ‘De virginibus et earum jure ecloga’, tekst ‘Virgo Florentina’, ‘Mantissa’, ‘Corollaria respondentium’, reg. (samengesteld door A.J. Pagenstecher). – NUC. (Steinf. Bibliogr. nr. 126) KB, SLBD, UBDui, UBFrei, UBGött, UBGrei, UBJena, UBKiel UBLeip, UBMann, UBRos, UBTüb, BSB, HLBD, MPI, SBBerl, BL, ALEd, LC
ORATIO PRO ARMINIO 528
Rede door A.A.P. gehouden bij het neerleggen van zijn derde rectoraat. Onder de titel ‘Oratio pro Arminio’ voor het eerst gedrukt onder de bijlagen bij A.A.P.’s uitgave van S. Pufendorfs De officio hominis et civis etc. (zie hieronder nr. 533). (Steinf. Bibliogr. nr. 126a)
EXERCITATIONES FEUDALES Dit werk komt ongetwijfeld voort uit een ‘collegium’ van A.A.P. dat hij in mei en juni 1710 gehouden heeft in Groningen. De drie hierbij betrokken studenten disputeerden op basis van het door A.A.P. in 1702 opnieuw uitgegeven Tractatus de feudis van Gerhardus Feltman (zie hiervóór onder deze de nrs. 214 en 215) en A.A.P.’s Notae ad G. Feltmanni Tractatum de feudis (zie hierboven 513). De inhoud is opgebouwd uit beide werken met dien verstande dat telkens eerst een gedeelte uit Feltmans werk is afgedrukt, waarna het ‘bijbehorende’ gedeelte uit de Notae van A.A.P. volgt. Op deze wijze vormgegeven, bevat het werk de eerste twee hoofdstukken van het genoemde
224
Alexander Arnold Pagenstecher
Tractatus de feudis etc. (‘Origo et definitio feudi.’ en ‘De feudorum divisione et qualitate.’) met de daarbij behorende ‘Notae etc.’ van A.A.P., die doorlopend zijn genummerd (I-LXXXIII). De t.pp. van de drie disputaties zijn tussen de aldus opgebouwde tekst ingevoegd. 529
Excercitationum feudalium prima [secunda, tertia]. Quam, cum corollariis, praeside Alexandro Arnoldo Pagenstechero. A.d. 7 Maij [31 Maij, 14 Junij] 1710 defendet Carol. Wilhelm. Lammers [Mauritius Balcke, Joh. Theod. Bachman]. Groningae, typis Catharinae Zandt, 1710. 8°: II, 18, III, 20 (gepag. 20-39), I, III, 20 (gepag. 40-59), IX pp. – t..p. (1), ‘Corollaria respondentis’, tekst (Tractatus etc. Caput I § 1 (p.1-4), gevolgd door ‘Notae etc. ad Cap. I. §. 1.’ (p. 4-18); t.p. (2), ded. van M. Balcke aan J.F.W. Pagenstecher (Groningen, 21-5-1710), tekst (Tractatus etc. Cap. I § 2., gevolgd door ‘Notae ad Cap. I. §. 2.’ (p. 20-25), Tractatus etc. Cap. I § 3., gevolgd door ‘Notae ad Cap. I. § 3.’ (p. 26-31), Tractatus etc. Cap. II. § 1., gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 1.’ (p. 32-36), Tractatus etc. Cap. II § 2., gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 2.’ (p. 36-39), ‘Corollaria respondentis’; t.p. (3), ded. van J.T. Bachman aan A.A.P. (Groningen, 7-6-1710), tekst (Tractatus etc. Cap. II. § 3, gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 3.’ (p. 40-41), Tractatus etc. Cap. II. § 4, gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 5.’ (p. 41-43), Tractatus etc. Cap. 5 § 5, gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 5.’ (p. 43-46), Tractatus Cap. II § 6, gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 6.’ (p. 46-49), Tractatus etc. Cap. II § 7, gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 7.’ (p. 49- 51), Tractatus etc. Cap. II § 8, gevolgd door ‘Notae ad Cap. II. §. 8.’ (51-59), ‘Corollarium praesidis ad Compendium Lauterbachianum.’, ‘Corollaria respondentis’, lofdd. van C.W.Lammers en J. Woldrinck. UBRos
DISSERTATIO I DE SEPTEM GRAECIAE SAPIENTIBUS 530
Rede gehouden bij de promotie van Adolfus Christophorus Stosschius 15-101711 (zie ook ASGron. k. 460). Voor het eerst gedrukt in Sylloge dissertationum etc. (zie hieronder nr. 536). Het gaat bij deze rede om een door A.A.P. in het Latijn vertaalde en omgewerkte verhandeling van een onbekende auteur, zoals blijkt uit de in het genoemde werk opgenomen dedicatie. Dit geldt ook voor de hierna nr. 531 te noemen Dissertatio II. (Steinf. Bibliogr. nr. 128)
DISSERTATIO II DE SEPTEM GRAECIAE SAPIENTIBUS 531
Rede bij de promotie van Otto Fridericus Hempel 13-5-1712 (zie ASGron. k. 460). Evenals de hierboven genoemde dissertatio I voor het eerst gedrukt in Sylloge dissertationum etc. (zie hieronder nr. 536). (Steinf. Bibliogr. nr. 130)
UITGAVE VAN TH. FELTMAN, TRACTATUS DE SOMNO Theodorus Feltman (Kleve ca. 1645 – Groningen na 1678 ) was een jongere broer van Gerhardus Feltman (zie hierboven de nrs. 202-238). Buiten zijn
Alexander Arnold Pagenstecher
225
inaugurele dissertatie over het recht van naarkoop, verdedigd te Groningen 19 en 20-11-1668 (Dissertatio juridica inauguralis de retractu. Groningae, typis viduae Edzardi Agricolae, 1668; ex. in UBA; zie ook ASGron. k. 450 met als promotiedatum 18-6-1669) en het door A.A.P. uitgegeven Tractatus de somno zijn geen andere werken van hem bekend. In de pref. van zijn uitgave schrijft A.A.P. dat Gerhardus Feltman hem – in 1694 – in Groningen vanuit Aurich bezocht om hem met zijn benoeming te feliciteren. Daarbij vertelde deze hem dat zich onder de papieren van zijn overleden broer Theodorus een postuum werk ‘de Somno’ bevond, dat verdiende gedrukt te worden. Feltman had het goedgevonden, dat A.A.P., die ook geïnteresseerd was in de ‘juridische slaap’ bij verjaring en dergelijke, de uitgave van deze verhandeling op zich nam. 532
Theodori Feltmanni tractatus de somno, Opus posthumum; cum indice et praefatione Alexandri Arnoldi Pagenstecheri. Bremae, apud Philippum Godofredum Saurmann, 1711. 8°: VI/VIII, 336, VIII pp. – t.p., pref. van A.A.P. (ongedat.), tekst, reg. (Steinf. Bibliogr. nr. 129)
UBGrei, HAAB, SBBerl, SBTr, BL
UITGAVE VAN S. PUFENDORF, DE OFFICIO HOMINIS In de bibliografie van de verschillende uitgaven van dit werk van Samuel Pufendorf in Othmer, Berlin und die Verbreitung des Naturrechts, wordt deze uitgave van A.A.P. niet genoemd, wel door K. Luig in zijn ‘Zur Verbreitung des Naturrechts in Europa’ in TvRg 40 (1972) 539-557, p. 551, nr. 50. Na het eigenlijke werk van Pufendorf volgt een ‘epilogus’ met zes aanhangsels van de hand van A.A.P. Als Appendix V (p. 50-125) is daarbij ook A.A.P.’s Oratio pro Arminio (zie hierboven nr. 528) afgedrukt. Appendix VI is het register. Aan het eind van het werk is een soort ‘nawoord’ van A.A. opgenomen, waarin hij o.a. zegt, dat de Oratio pro Arminio voor drie studenten als disputatie gediend heeft. 533
Sam. Pufendorf De officio hominis et civis juxta legem naturalem libri duo. Editio novissima, aucta lemmatibus, indicibus, supplementis et appendicibus accurante Alex. Arn. Pagenstecher. Groningae, ex officina Joh. a Velsen, 1712. 8°: XXIV, 260, XVIII, 125, XXV, 4 pp. – t.p., ded. van S. Pufendorf aan Gustavus Otto Steenbock, graaf van Bogesund, etc. (Lund, 23-1-1673), pref. van S. Pufendorf (ongedat.), tekst De officio hominis, inh., ‘Ad lectorem epilogus cum appendicibus sex.’, tekst ‘epilogus’(Groningen, 3-9-1711), tekst ‘Appendices’, reg. (eigenlijk Appendix VI), ‘nawoord’ van A.A.P. (Steinf. Bibliogr. nr. 129a)
ThUKam, UBDüs, Arn, UBGent
DISSERTATIO DE DOMINIO MARITALI 534
Rede door A.A.P. gehouden 3-9-1712 bij het aanvaarden van zijn vierde Groningse rectoraat. Voor het eerst gepubliceerd in Sylloge dissertationum
226
Alexander Arnold Pagenstecher
(zie hieronder nr. 536). Ook hier gaat het om een door A.A.P. uit het Duits in het Latijn vertaalde verhandeling van een onbekende auteur. (Steinf. Bibliogr. nr. 132)
LIJKREDE VOOR PAULUS HULSIUS Rede door A.A.P. gehouden in zijn hoedanigheid als rector van de Groningse academie bij de begrafenis van Paulus Hulsius op 20-12-1712. Hulsius was hoogleraar in de theologie aan de Groningse universiteit van 1691 tot 1712. Zie over hem Ensink, Academische rouw, p. 357-358 en p. 827 en Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 52-53. 535
Paulus Hulsius Ant. fil. sermone parentali a. d. XX Decembr. 1712 laudatus. Groningae, ex officina Johannis a Velsen, [1712]. 4°: 57, VII pp. – t.p., kennisgeving door A.A.P. van Hulsius’ overlijden (‘Scripsi Groningae Frisiorum a.d. XVIII Octobris MDCCXII.’), uitnodiging voor de rouwplechtigheid (Groningen, 16-12-1712), tekst lijkrede, rouwdd. van J.F.W. Pagenstecher, Carol Wilhelm Lammers e.a. en epitaaf. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 135)
UBG, UBL, SLBD, SBBerl, Bodl, GUL
SYLLOGE DISSERTATIONUM EN ANDERE STUKKEN In dit werk zijn de teksten van een aantal geschriften afgedrukt die voor een deel al eerder verschenen waren, hetzij zelfstandig, hetzij als toegevoegde stukken in uitgaven van andere werken. Andere zijn in dit werk voor het eerst afgedrukt. Het gaat daarbij om de volgende teksten: – De ‘Dissertatio de jure naturae ejusque principio etc.’ (p. 1-118). Deze rede is gehouden te Groningen 3-9-1705 toen hij voor de tweede maal het rectoraat aanvaardde (zie hierboven nr. 511). Zij is ook gepubliceerd in de tweede uitgave van zijn Manualium ad Institutiones etc. (zie hierboven nr. 497 en 498). – De rede ‘De auctoritate juris Justinianei etc.’ (p. 119-152), gehouden bij de promotie van o.a. J.F.W. Pagenstecher te Groningen 30-8-1708 (zie hierboven 524). – De disputatie ‘Fridericus Primus etc.’, (p. 153-212). Het gaat hier om een disputatie, over de door keizer Frederik I Barbarossa in de Codex Justinianus geplaatste constituties. De inhoud van deze disputatie is twee maal verdedigd (zie Steinf. Bibliogr. nrs. 122 en 122a). De tekst is ook afgedrukt in de tweede ed. van A.A.P.’s Manualium ad Institutiones (zie hierboven nrs. 497-498). – De oratie ‘De praestantia et auctoritate juris canonici.’ (p. 213-268). De tekst van deze rede is eerder afgedrukt in A.A.P.’s Bene dictorum liber unus (zie hierboven nr. 488 j° nr. 479). – De dissertatie ‘De pallio’ (p. 269-354), een rede die A.A.P. in 1706 gehouden heeft (zie verder hierboven nr. 517).
Alexander Arnold Pagenstecher
227
– De twee dissertaties ‘De septem Graeciae sapientibus’ (respectievelijk p. 355-400 en 401-488), waarvan de eerste in 1711 en de tweede in 1712 is uitgesproken (zie verder hierboven de nrs. 530 en 531). – De disputatie ‘Ad paroemias Belgicas’ (p. 483-522), welke zowel door Henricus Blanckenstein 20-6-1709, als door Johannes Camerling (datum onbekend) te Groningen verdedigd is. Van de disputatie van Camerling is geen origineel ex. gevonden. Zie respectievelijk Steinf. Bibliogr. nrs. 124 en 138. – De disputatie ‘Julius Paulus’ (p. 523-624), die zowel door Christophorus Schiffart als door Georgius Sharp de Hoddom verdedigd is. Van beide is geen origineel ex. bewaard gebleven. Zie Steinf. Bibliogr. nr 139. – De oratie ‘De dominio maritali’ (p. 625-724), uitgesproken in 1712 (zie hierboven nr. 534). 536
Sylloge dissertationum: 1. De jure naturae, 2. De auctoritate juris Justinianei, 3. Fridericus Primus [ad Authenticas quasdam Frederici I. Codici Justinianea insertas: disputatio], 4. De praestantis et auctoritate juris canonici, 5. De pallio, 6. et 7. De septem Graeciae sapientibus, 8. Ad paroemias Belgicas, 9. Julius Paulus, 10. De dominio maritali. Cum duplici indice. Bremae, apud Philip. Gottfr. Saurman, 1713. 8°/12°: XII, 724, XXXVI pp. – t.p., ded. aan Johan Piccardt (Groningen 27-2-1713), lofd. van Joachim Borgesius, ‘Index legum illustratarum’, err., tekst De jure naturae, tekst De auctoritate, tekst Fridericus Primus, tekst De praestantia, tekst De pallio, tekst van de twee dissertaties De septem Graeciae sapientibus, tekst Ad paroemias Belgicas, tekst Julius Paulus, tekst De dominio maritali, reg. – NUC. (Steinf. Bibliogr. nr. 137) UBAug, UBFrei, UBGrei, UBHal, UBLeip, UBMann, UBRos, HABW, INPK, MPI, ÖNB, UBGent, BL, ALEd
COLLEGIUM DISPUTATORIUM AD APHORISMOS Op grond van de titel van dit werk zou men verwachten dat het hier gaat om een bundel disputaties op basis van de in 1705 verschenen herdruk van A.A.P.’s Aphorismi, zie hierboven nr. 454. Deze disputaties vindt men echter niet, wel de regels die bij het disputeren in acht genomen moesten worden en de namen van respondenten en opponenten, als mede de opgegeven corollaria. 537
Collegium disputatorium privato-publicum ad Alexandri Arnoldi Pagenstecheri Aphorismos juris editionis Amstelaedamensis Wetsteinianae et corollariorum centuriam. Groningae, ex officina Johannis a Velsen, 1713. 4°: VIII pp. – t.p., pref. (Groningen, 12-10-1713), ‘Leges Collegii disputantium et Nomina respondentium et opponentium.’, ‘Corollariorum decades decem’. (Steinf. Bibliogr. nr. 140)
Bodl
228
Alexander Arnold Pagenstecher
DISSERTATIO DE CORNIBUS 538
Rede uitgesproken op 13-9-1714 wsch. bij de promotie van Jacobus Huijsman, die op deze dag gepromoveerd werd tot J.U.D. (zie ASGron. k. 461). Voor het eerst gedrukt in Dissertationum hebdomada I et II., p. 144-185 (zie hieronder nr. 542). (Steinf. Bibliogr. nr. 142)
DE USU JURIS ROMANI IN REBUS THEOLOGICIS ET PHILOLOGICIS 539
Rede uitgesproken op 19-12-1714, wsch. bij de promotie van Samuel Veltman en Samuel Cruijdener, die beiden op deze dag de doctorstitel verwierven (zie ASGron. k. 462). Het eerste deel van de rede is voor het eerst gedrukt in de oefendissertatie, onder voorzitterschap van A.A.P. gehouden door Lubbertus Stuerman (zie Steinf. Bibliogr. nr. 145) terwijl de gehele rede voor het eerst gedrukt is in Dissertationum hebdomada I et II, p. 1-50 (zie hieronder nr. 542). Een tweede rede over dit onderwerp hield A.A.P. 7 of 17-6-1715 wsch. bij de promotie van Anton Heinrich Jhering (zie ASGron. k. 461). Zij is onder de titel De usu juris romani in rebus theologicis et philologicis dissertatio altera eveneens voor het eerst gedrukt in het genoemde Dissertationum hebdomada I et II, p. 51-72. (Steinf. Bibliogr. nr. 143 en 147)
DISSERTATIO DE URBE AMALFI 540
Rede gehouden op 28-9-1715 bij de promotie van Jacobus de Hase (Jacobus Hasaeus; zie ook ASGron. k. 461). Voor het eerst gedrukt in Dissertationum hebdomada I et II, p. 186-197 (zie hieronder nr. 542). (Steinf. Bibliogr. nr. 148)
GOLGOTHA 541
Rede gehouden op 10-4-1716 wsch. bij de promotie van Nicolaus Johannes Sta (zie ASGron. k. 461). Voor het eerst gedrukt in Dissertationum hebdomada I et II, p. 198-210 (zie hieronder nr. 542). (Steinf. Bibliogr. nr. 149)
DISSERTATIONUM HEBDOMADA I ET II Voor de eerste twee in dit werk afgedrukte stukken De usu juris Romani etc. (p. 1-50 en 51-72), zie hierboven nr. 539.
Alexander Arnold Pagenstecher
229
Wanneer en bij welke gelegenheid de in deze verzameling voor het eerst gepubliceerde Dissertatio de Susanna Joakimi (p. 73-112) oorspronkelijk geschreven is, is onbekend (zie Steinf. Bibliogr. nr. 151). De tekst van De unico matrimonii scopo (p. 113-143) is gelijk aan die van een in 1708 onder voorzitterschap van A.A.P. verdedigde disputatie: De unico matrimonii scopo dissertationes duae cum Jacobum Zetzke et Gasparum Lengerke in numerum J.U. doctorum cooptaret separatim pronunciatae, nunc in unum contextum contractae et commissae ut exhibeant Periculorum academicorum lib. III caput I quod a. d. 27 Februar. defendet Otto Conring. Groningae, ex officina Johannis a Velsen, 1708 (zie Steinf. Bibliogr. nr. 119; zie ook hierboven de nrs. 464 en 516). Zie voor de Dissertatio de cornibus (p. 144-185) hierboven 538, voor de Dissertatio de urbe Amalfi (p. 186-197) hierboven nr. 540 en voor de Dissertatio Golgotha (p. 198-210) hierboven nr. 541. 542
Dissertationum hebdomada I et II. De usu juris romani in rebus theologicis et philologicis, III. Susanna Joakimi, IV De unico matrimonio scopo, V. De cornibus, VI. De urbe Amalfi, VII. Golgotha. Groningae, ex officina Johannis a Velsen, 1716. 8°: II, 210 pp. – t.p., err., tekst De usu juris Romani etc. I, tekst De usu juris Romani etc. II, tekst Dissertatio de Susanna Joakimi, tekst De unico matrimonii scopo, tekst De cornibus, tekst De urbe Amalfi, tekst Golgotha. – STCN – NB Volgens opgave virtuele catalogus HABW ‘210 (vielmehr 206) S.’ en ‘Auch Sekundär Ausgabe’. (Steinf. Bibliogr. nr. 150)
UBL, HABW
JOHANNES ALEXANDER WYNANDUS PAGENSTECHER
Zoon van Henricus Theodorus Pagenstecher en kleinzoon van Alexander Arnold Pagenstecher. Geboren Hamm 1723, overleden Harderwijk 1796. Studie Duisburg en Leiden. Promotie tot doctor juris Duisburg 1744. Hoogleraar Duisburg 1744 (?) en Harderwijk 1758 (vanaf 1794 als honorair professor). Tijdens verblijf in de Nederlanden op de vlucht voor oorlogsgeweld in 1747 enige tijd advocaat voor het Hof van Utrecht. NNBW II, 1056; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 278-283.
OEFENDISPUTATIE OVER D. 2.1.11.11 Oefendisputatie, gehouden te Duisburg onder voorzitterschap van zijn vader, Henricus Theodorus Pagenstecher, 7-12-1741. 543
Dissertatio juridica ad l. XI. Par. 11 D. De Jurisdictione. Quam publice defendet Johannes Alexander Guinandus Pagenstecher. Duisburgi ad Rhenum, typis Johannis Sas, 1741. 4°: 16 pp. – t.p., ded. aan zijn vader H.T. Pagenstecher, tekst, corollaria, lofdd. van enkele Duisburger professoren (ook in het Duits). UBGies, FUBerl
DE EMENDATIONE LEGUM Dissertatio pro gradu, verdedigd te Duisburg 17-1-1744. Het H.T.f. achter J.A.W.P.’s naam staat voor ‘Henrici Theodori filius’ om hem van andere Pagenstechers te onderscheiden. 544
Dissertatio juridica inauguralis de emendatione legum per transpositionem verborum, quam pro summis in utroque jure honoribus, privilegiis et immunitatibus consequendis, publicae eruditorum disquisitioni submittit Johannes Alexander Guinandus H.T. f. Pagenstecher. Duisburgi ad Rhenum, typis Johannis Sas, [1744]. 4°: 26 pp. – t.p., ded. aan Samuel de Cocceji (ongedat.), pref. (ongedat.), tekst, ‘Adnexa’, lofd. van Giovanni Giorgio Bergius (in het Italiaans). – VD18. UBU, UBHal, FUBerl
Johannes Alexander Wynandus Pagenstecher
231
ODE TOT FELICITATIE VAN STADHOUDER WILLEM IV Deze lofzang op stadhouder Willem IV is bedoeld geweest als felicitatie met diens benoeming tot algemeen erfstadhouder in 1747. J.A.W.P.was op dat moment advocaat voor het Hof van Utrecht. 544A Oda, qua serenissimo celsissimo principi ac domino, Dn. Guilielmo Carolo Henrico Frisoni, Dei gratia Arausionensi et Nassaevio principi, … jam …anno MDCCXLVII totius Foederati Belgii rite electo gubernatori, capitaneo et amiralio generali, humillime gratulatur Joh. Alex. Guinand. Pagenstecher. [Trajecti ad Rhenum, apud J.S. Bosch, 1747]. 4°: ... (niet gezien). – STCN. Stadsbibliotheek Haarlem
EXAMEN JURIS PUBLICI ROMANI, GERMANICI De tekst omvat 20 hoofdstukken m.b.t. het staatsrecht van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse natie, waarna de tekst van de Gouden Bul van 1356 volgt, met uitleg daarvan. 545
Examen juris publici Romani, Germanici, accedit Aurea Bulla Caroli IV Imp. Duisburgi ad Rhenum, apud Hermannum Ovenium, 1755. 8°: XII, 303 pp. – t.p., pref. (ongedat.), inh., tekst Examen, tekst Gouden Bul met uitleg. BArn, HLBD, UBGött
DE JURISPRUDENTIA TERTULLIANI Rede, gehouden 14-6-1758 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten te Harderwijk. 546
Oratio inauguralis de jurisprudentia Tertulliani. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1758. 4°: VIII, 72, VIII pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk (ongedat.), tekst, treurd. van Wilhelmus Jacobus Allardt ter gelegenheid van J.A.W.P.’s afscheid van Duisburg: ‘Elegia ad virum celeberrimum et consultissimum Johannem Alexandrum Guinandum Pagenstecherum antecessorem olim juris in Academia Teutoburgensi, nunc ad Academiam Gelro-Zutphanicam evocatur’. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, ABDev, SBTr
JOHANNES FREDERICUS WILHELMUS PAGENSTECHER
Zoon van A.A. Pagenstecher. Geboren Steinfurt 1686, overleden Harderwijk 1746. Studie Bremen (gymnasium) en Groningen. Promotie tot doctor juris Groningen 1708, en promotie tot doctor philosophiae ook aldaar 171027. Buitengewoon hoogleraar in Marburg 1706; vervolgens in Steinfurt 1709; in 1710 aldaar gewoon hoogleraar voor geschiedenis en retoriek en vanaf 1716 gewoon hoogleraar in de rechten. Sinds 1708 was hij raad van de vorst van Bentheim. Hoogleraar Harderwijk 1720. NNBW II, 1057; Feenstra, Der juristische Unterricht in Steinfurt, p. 36-113, in het bijzonder p. 69 en Steinf. Bibliogr., p. 108-113; Höting, Professoren Steinfurt, p. 146-151. Zie ook onder A.A. Pagenstecher. Voor de Oratio funebris van de hand van zijn collega G. Schroder, zie hieronder nr. 584.
OEFENDISPUTATIE: DE JURE FILIORUM TERTIA Oefendisputatie gehouden te Groningen 30-6-1703. De disputatie bevat ook een corollarium van J.F.W.P.’s hand gericht tegen Cornelis van Bijnkershoek. 547
Disputatio juridica de jure filiorum tertia, quam defendet … Joh. Frid. Wilh. Pagenstecher. Groningae, typis Catharinae Zandt, 1703. 4° (?): II, 17, I pp. – t.p., ded., tekst disputatie, ‘Corollarium respondentis’. (Steinf. Bibliogr. nrs. 86 en 201)
ZBM, [SBMai]
UITGAVE VAN ZIJN VADERS DE JURE FILIORUM PROGYMNASMA 548
Zie onder A.A. Pagenstecher hierboven nrs. 502 en 503.
OEFENDISPUTATIE: ADMONITORIUM AD PARTEM SEXTAM PANDECTARUM SECTIO PRIMA Deze disputatie werd door J.F.W.P. op 1 en 8-12-1703 onder voorzitterschap van zijn vader verdedigd. De corollaria van de hand van J.F.W.P. zijn gericht tegen C. van Bijnkershoek, die met A.A. Pagenstecher in een heftige discussie verwikkeld was over de vraag of Irnerius verantwoordelijk was voor de in de
27
Zie ASGron. k. 459 en 460.
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
233
Codex Justinianus opgenomen Authenticae. Zie hierboven de kopnoten bij de nrs. 502 en 518. 549
Admonitorium ad partem sextam Pandectarum sectio prima, quam, cum annexis, … defendet J.F.W. Pagenstecher. Groningae, apud Johannem Barlinck-hof, 1703. 8°: II, 16, II pp. – t.p., ded., tekst disputatie, corollaria. (Steinf. Bibliogr. nrs. 90 en 203)
UBHal, UBBas
UITGAVE VAN ZIJN VADERS MURUS AHENEUS 550
Zie hierboven onder A.A. Pagenstecher nr. 509.
OEFENDISPUTATIE: ADMONITORIA AD PANDECTARUM PROTA Oefendisputatie gehouden te Groningen 25-3-1705. De datum 25 maart is in handschrift verbeterd uit 21 maart. De tekst bevat de §§ 1-66 van de Admonitoria. 551
Admonitoria ad Pandectarum Prota (I), quarum sectionem hanc primam concertationi … submittit J.F.W. Pagenstecher A.A.F. Groningae, apud viduam J. Lens, 1705. 8°: II, 36 (?) pp. – t.p., ded., tekst, ‘Corollaria respondentis.’, lofd. (Steinf. Bibliogr. nr 97)
UBBas
DISPUTATIO AD LEGEM CORNELIUS DE HEREDIBUS INSTITUENDIS Disputatie pro gradu licentiatus, verdedigd te Groningen 27-11-1705. De disputatie heeft betrekking op D. 28.5.70(69). De doctorstitel verwierf J.F.W.P. pas 30-8-1708 in absentia. 552
Disputatio inauguralis Ad l. Cornelius de H.I., quam, cum corollariorum controversorum centuria, pro licentia summos in utroque jure honores et privilegia doctoralia rite consequendi examini publico … submittit Joh. Frid. Wilh. Pagenstecher A.A.f. Groningae, typis Bernhardi Taeitsma, 1705. 4° (?): XVI pp. – t.p., ded. aan Matthias en Justus a Rodenberg, tekst disputatie, corollaria. (Steinf. Bibliogr.nr 206)
UBHal, FBB
ADMONITORIA AD PANDECTARUM PARTEM PRIMAM De hier apart genoemde uitgave is een soort leerboekje dat J.F.W.P. kennelijk speciaal voor zijn onderricht als buitengewoon hoogleraar in de rechten in
234
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
Marburg heeft laten drukken. Het gaat niet verder dan het eerste deel van de Digesten, dat in 234 §§ behandeld wordt. Zie verder voor de door J.F.W.P. verzorgde uitgaven van A.A.P.’s Admonitoria hierboven onder A.A. Pagenstecher de nrs. 518, 520 en 521. 553
A.A.Pagenstecheri Admonitoria ad Pandectarum partem primam. J.F.W. Pagenstecher. In usum praelectionum suarum publicarum iterato excudi fecit. Marpurgi, typis Joh. Henrici Stockius, 1707. 8°: 108 pp. – t.p., pref. (ongedat.), tekst. UBHal
DE JURE SANCTORUM 554
De jure sanctorum dissertatio, exhibens tam personarum quam rerum sanctarum jura et catalogum. Marburgi Cattorum, typis et impensis haered. Joh. Jodoci Kürsneri, 1707. 8°: VIII, 183, I pp. – t.p., ded. aan Carolus I, landgraaf van Hessen, tekst. (Steinf. Bibliogr. nr 209) UBErf, UBFrf, UBGött, UBJena, BSB, HABW, HLBD, LBAu, MPI, SBBerl, SSBAug
APOLOGIA ADVERSUS GERARDUM SICHTERMAN 555
[Deze ‘Apologia adversus Gerardum Sichtermann, Marburgi 1707’ wordt vermeld in Grundlage zu einer hessischen Gelehrten und Schriftsteller Geschichte. Besorgt von Friedrich Wilhelm Strieder. X. Cassel, im Verlage J.H.G. Griesbachs, 1795, p. 243. Volgens Strieder gaat het daarbij om één blad met als thema de vraag ‘an venditor quando ultra dimidium laesus et res vendita sine emtoris culpa casu fortuitu periit, contra emtorem agere possit?’, wat Sichterman ontkent en J.F.W.P. bevestigt. Een verdere vraag in dit stuk is: ‘an testamentum in captivitate factum de jure civili Justinianeo valeat?’ Van dit stuk heb ik geen ex. kunne vinden.Zie m.b.t. Gerardus Sichterman A.H. Huussen jr. ‘Onderwijs in de Groningse rechtenfaculteit gedurende de eerste helft van de 18e eeuw’ in Onderwijs en onderzoek: studie en wetenschap aan de academie van Groningen in de 17e en 18e eeuw, A.H. Huussen jr. (red.). Hilversum 2003, 161-184, in het bijzonder p. 173. Sichterman was 13-1-107 op theses gepromoveerd (zie ASGron. k. 458).] (Steinf. Bibliogr. nr 209a)
DE BARBA De eerste twee drukken van J.F.W.P.’s verhandeling over de baard hebben een andere titel dan de derde en vierde druk. De inhoud is echter afgezien van
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
235
aanvullingen en uitbreidingen hetzelfde. Het is overigens heel goed mogelijk, dat het bij de vierde druk in feite om een titeluitgave gaat. Uit de dedicatie in de eerste druk blijkt dat J.F.W.P. zich toen nog in Marburg ophield, zodat zij wel in de eerste helft van 1708 geschreven moet zijn. Hij hield namelijk 16-8-1708 zijn inaugurele rede in Steinfurt (zie hieronder nr. 560). Uit de dedicatie blijkt ook dat hij de tekst van deze druk aanvankelijk in Marburg als disputatie willen laten drukken, maar dat hij nu gedwongen was deze ‘alienis typis mandare’. De tweede druk is opgedragen aan Isabella Justina, regerend gravin van Bentheim-Steinfurt (1661-1734), die in de tekst van de dedicatie alleen als ‘Madame’ wordt aangeduid; zie Höting, Professoren Steinfurt, p. 148, die t.a.p. ook vermeldt dat in deze tweede druk (p. 78-84) ook de lijkrede van J.F.W.P. voor zijn voorganger aan het Gymnasium Arnoldinum als hoogleraar in de geschiedenis en retorica, Goedhard Borgesius, opgenomen is (zie ook hieronder nr. 561). 556
De barba prognosticum historico-politico-juridicum. Burgo-Steenvordiae, literis Arnoldinis, 1708. 12°: XVIII, 76 pp. – t.p., ded. aan Bernhardus, Arnoldus en Fridericus de Bentheim (ongedat.), lofd., tekst. (Steinf. Bibliogr. nr 211)
557
UBMann, BSB, BL, BN, HLBD, NLS, Harv
Prognosticon de barba historico-politico-juridicum. Secunda vice editum, priori auctius et emendatius. Burgo-Steinfurti, apud Conradum Conradi, 1710. 4°: VI, 105, I pp. – t.p., ded. aan ‘Madame’, d.w.z. Isabella Justina, gravin van BentheimSteinfurt (in het Frans; ongedat.), tekst, err. – in het ex. in de Bodl ontbreekt de pag. met err. (Steinf. Bibliogr.nr 215)
558
FBB, Arn, Bodl
De barba, liber singularis, Tertia vice editus, multo auctior et emendatior. Lemgoviae, typis et impensis Henrici Wilhelmi Meyeri, [Lippiacae typograph.], 1715. 8°:, 277, XI pp. – t.p., lofdd. van A.A. Pagenstecher en J.A. Wolfius, tekst, reg. (Steinf. Bibliogr. nr 219) UBA, UBM, UBU, KB, UBAug, SLBD, UBGött, UBGrei, UBLeip, UBReg, UBTüb, BSB, FBB, HLBW, MPI, BL, NLS, BNF
559
De barba liber singularis, quarta vice editus, multo auctior et emendatior. Lemgoviae, typis Joann. Henrici Meyeri, 1746. 8°: pag.en inh. gelijk aan die van nr. 558. (Steinf. Bibliogr.nr 236)
UBHam, HAAB, SBBerl, BN, Bodl
DE PANDORAE PYXIDE Rede, gehouden te Steinfurt 16-7-1708 ter gelegenheid van het aanvaarden van het professoraat in de rechten aldaar.
236
560
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
Oratio inauguralis de Pandorae pyxide, quam … publice habuit J. Frid. Wilh. Pagenstecher A.A.f. Burgo-Steinvordiae, apud Conradum Conradi [1708]. 8°: 32 pp. – t.p., tekst oratie, lofdd. van Goedhard Borgesius en Arnold Visch. – p. 32 foutief gepag. als 15. – VD18. (Steinf. Bibliogr. nr 212)
UBGött
LIJKREDE VOOR GOEDHARD BORGESIUS 561
Volgens Höting, Professoren Steinfurt, p. 35 en 148 is deze lijkrede gepubliceerd in de tweede druk van J.F.W.P.’s Prognosticon de barba (hierboven nr. 557), p.78-84. (Steinf. Bibliogr. nr 213a)
DE LEGE REGIA APOSTOLI JACOBI Rede, uitgesproken te Harderwijk 13-6-1721 ter gelegenheid van het aanvaarden van het professoraat aldaar. 562
Oratio inauguralis de Lege regia Apostoli Jacobi. Harderovici, apud viduam Alb. Sas et A. Olofs, 1721. 4°: IV, 56 pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit te Harderwijk, tekst. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr 222)
UBA, UBL, UBU, LBMV, SBBerl, Bodl, NLS
ORATIO DE CHRISTO IN FORMA SERVI 563
Rede, uitgesproken te Harderwijk 12-6-1723 ter gelegenheid van het neerleggen van het rectoraat. Voor het eerst gedrukt in 1741 en toegevoegd aan J.F.W.P.’s Tabella juridica (zie hieronder nr. 569). In Boekzaal, 1723.2 (dl. 17), juli 1723, p. 104 in de rubriek Academie-nieuws wordt deze rede reeds vermeld onder de titel: De Jesu Christo servo Judeo-Romano. (Steinf. Bibliogr. nr 223, en nr 232)
JURISPRUDENTIA POLEMICA Het gaat hier om een boek met rechtsvragen waarover onder voorzitterschap van J.F.W.P. gedisputeerd is. In 1736 verscheen er een tweede boek met rechtsvragen onder de titel Selectae juris quaestiones (zie hieronder nr. 567). Gelet op de inhoud beschouwde men dit laatste boek enkele jaren later kennelijk als het tweede deel van een serie. Dit hangt waarschijnlijk samen met het feit dat in 1743 een derde boek met rechtsvragen verschenen was met de tot verwarring leidende titel Selectarum juris quaestionum pars tertia (zie
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
237
hieronder nr. 572). Bij de genoemde herdruk van de werken Jurisprudentia polemica en Selectae juris quaestiones respectievelijk in 1759 en 1760 werd aan het eerste ‘pars prima’ en aan het tweede ‘pars secunda’ toegevoegd (zie hieronder respectievelijk de nrs. 565 en 568), hetgeen de verwarring nog groter maakt, zie Steinf. Bibliogr. nr. 239. 564
Jurisprudentia polemica maximam partem publice ventilata, adjecto indice cum rerum et verborum tum legum illustratarum et emendatarum. Hardervici, apud Gulielmum Lunterbosch, 1730. 4°: VIII, 179, XVII pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk (ongedat.), lofdd. van Joannes Schrassert en A.A. van Tol, ‘Nomina Respondentium’, tekst, regg., err. – de pp. 177, 178 en 279 gepag. als 277, 278 en 279 – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 226) KB, HR, SLBD, UBGött, UBLeip, UBTüb, Arn, [BNün], ALEd, UBStel
565
Jurisprudentia polemica … [titel als in nr. 564] emendatarum. Pars prima. Hardervici, apud Johannem Moojen, 1759. 4°: VI, 174, XVIII pp. – Portr. van J.F.W.P., t.p., lofdd. (gelijk aan die in 564), tekst, ‘Index rerum et verborum.’, ‘Index legum.’, ‘Catalogus librorum quos in officina sua venum habet Joh. Moojen.’ – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 2)
UBA, UBL
DE DOMINIO EMINENTI Rede, uitgesproken te Harderwijk 16-6-1735 ter gelegenheid van het neerleggen van het rectoraat. Voor het eerst gedrukt in 1748. 566
Oratio de dominio eminenti. Hagae-Comitum, typis Antonii de Groot et f., 1748. Klein 4°: 31, I pp. – t.p., tekst. (Steinf. Bibliogr. nr 229 en nr 23)
UBGött
SELECTAE JURIS QUAESTIONES Het gaat hier om een tweede boek met rechtsvragen in het spoor van het in 1730 gedrukte boek Jurisprudentia polemica (zie verder hierboven onder nr. 564). 567
Selectae juris quaestiones in quibus multae leges nove conciliantur, illustrantur et emendantur, addidit notis nomico-philologicis, usu practico et indice. Harderovici apud Gulielmum Brinkink, 1736. 4°: X, 140, XII pp. – t.p., ded. aan het stadsbestuur van Harderwijk (Harderwijk, 24-1-1736), inh., ‘Nomina respondentium’, tekst, regg. (Steinf. Bibliogr. nr. 230; vgl. ook de nrs. 227 en 228)
HR, UBGött, UBJena, UBStel
238
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
SELECTAE JURIS QUAESTIONES, PARS SECUNDA Het gaat hier om een herdruk van nr. 567; de toevoeging ‘pars secunda’ heeft eigenlijk betrekking op het hierboven nr. 565 genoemde Jurisprudentia polemica. 568
Selectae juris quaestiones … [titel als in nr. 567] indice. Pars secunda. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1760. 4°: IV, 121, XIII pp. – t.p.. ‘Syllabus quaestionum’, tekst, ‘Index rerum et verborum.’, ‘Index legum.’ – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 239)
UBA, UBL, UBRos
TABELLA JURIDICA NOTIS ET REGULIS ILLUSTRATA, MET ORATIO DE CHRISTO IN FORMA SERVI Zie voor de toegevoegde oratie, die in 1741 voor de eerste maal is uitgegeven, hierboven nr. 563. 569
Tabella Juridica notis et regulis illustrata, exhibens differentias in spinosa, perplexa et undique controversa materia, quoad impensas in rem alienam factas, inter hereditatis petitionem et rei vindicationem, respectu bonae et malae fidei possessoris, in deducendo, tollendo, admittendo. Adjecta Oratione de Christo in forma servi. Harderovici, apud Gulielmum Brinkink, 1741. 4°: Twee stukken, elk met eigen pag.: XVI, 58 pp. (gepag. 3-60) plus een uitvouwbaar blad (ongepag.), 30 pp. – t.p., ded. aan Antonius van Westerfelt, burgemeester van Harderwijk (Harderwijk, 16-2-1741), pref., reg., uitvouwbaar blad met tabel, uitleg van de tabel, tekst; t.p. ‘Oratio de Christo in forma servi. Pronunciata d. 12 Jun. 1723 cum magistratu academico abiret. Hardervici, apud Gulielmum Brinkink, 1741.’, cit., tekst oratie. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr. 231) UBL, UBLeip, Bodl, UBStel
ORATIO DE IMPERIO IN IMPERIO 570
Oratie, gehouden te Harderwijk 14-6-1741 ter gelegenheid van het neerleggen van het rectoraat. Zij is voor het eerst gedrukt in Enchiridion politices, p. 3858 (zie hieronder nr. 571). In de UBL berust een vertaling van deze oratie in het Nederlands in hs. (Steinf. Bibliogr. nr. 232 j° nr. 234)
ENCHIRIDION POLITICES, MET ORATIO DE IMPERIO IN IMPERIO Voor de mede afgedrukte ‘Oratio de imperio in imperio’ zie hierboven onder nr. 570.
Johannes Fredericus Wilhelmus Pagenstecher
571
239
Enchiridion politices, in usum auditorium suorum. Adjicitur Oratio de imperio in imperio. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1743. 8°: II, 58 pp. – t.p., tekst Enchiridion, tekst Oratio de imperio. (Steinf. Bibliogr. nr. 234 j° nr. 232)
HLBW, UBGent
SELECTARUM JURIS QUAESTIONUM PARS TERTIA Zie voor dit boek wat hierboven gezegd is onder nr. 564. 572
Selectarum juris quaestionum pars tertia, cum notis miscellis, variarum legum nova interpretatione, usu practico et duplici indice. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1743. 4°: VI, 148, XXIV pp. – t.p., lofd. van J. Schomaker, ‘Syllabus quaestionum.’, tekst, regg., err. en add. – STCN. (Steinf. Bibliogr. nr 235)
UBA, UBL, HR, UBRos, UBStel
ARNOLDUS ROTGERS
Geboren Groningen 1685, overleden Groningen 1752. Studie Groningen en Leiden. Promotie aldaar tot doctor juris 1710. Privaatdocent in de rechten te Leiden. Hoogleraar Harderwijk 1718 en Groningen 1727. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 67-68; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 85-87; Ensink, Academische rouw, p. 273-275 (familie), p. 340; A. Oudeman, ‘Over het leven en de werken van Arnoldus Rotgers, hoogleeraar in de regten in Groningen’ in: Tijdschrift voor het Nederlandsche regt dl. 2 (1869), p. 356-372 en dl. 3 (1870), p. 276-286. Er is van Rotgers geen programma funebre overgeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830). Samen met anderen bracht Rotgers advies uit bij het zogenaamde sodomie-proces van Faan in 1731 (gedrukte stukken in de UBU (zie Catalogus Kloosterboer nr. 875; zie ook Van Alphen nr. 823 e.v.,). R. Feenstra wijst in zijn artikel ‘Scottish-Dutch relations in the Seventeenth and Eighteenth Centuries’ (herdrukt in R. Feenstra, Legal scholarship and doctrines of private law 13th-18th centuries, Variorum CSS 556, Aldershot, 1996, als nr. XVI) p. 36, noot 44 op het bestaan van twee handschriften in ULStAn (met de nrs. 887 en 888), bevattende collegeaantekeningen over de boeken 28-39 van de Digesten en boek 2 van de Instituten, gemaakt door Alexander Leslie, later ‘5th Earl of Leven and 4th Earl of Melville’ tijdens de colleges van Arnold Rotgers in Leiden. Deze handschriften zijn nog niet nader bestudeerd.
DISSERTATIO QUA ADSTRUITUR JUS GENTIUM NON DARI Dissertatio pro gradu, verdedigd te Leiden 13-8-1710. Deze inaugurele dissertatie is opnieuw gepubliceerd in Apodicticae demonstrationes, boek II, als eerste stuk, met eigen pag. als p. 1-90 (zie hieronder nr. 575). 573
Dissertatio juridica inauguralis qua adstruitur jus gentium non dari. Quam eruditorum examini submittit Arnoldus Rotgers. Lugduni Batavorum, apud Abrahamum Elzevier, 1710. 4°: II, 48 pp. – t.p., ded.: ‘Hoc academicum exercitium qualecunque juris cultoribus sacrum esse voluit Arnoldus Rotgers’, tekst, ‘Annexa’. – NUC. UBA, UBL, KB, Harv
ORATIO DE SOCIALITATE A GROTIO CONTRA CARNEADEM [I] Rede, uitgesproken te Harderwijk 12-5-1719 ter gelegenheid van de aanvaarding van het professoraat in de rechten. De rede is ook opgenomen in Apodicticae demonstrationes, boek II, als tweede stuk achter de hierboven genoemde dissertatie, met eigen pag. als p. 1-58 (zie hieronder nr. 575).
Arnoldus Rotgers
574
241
Oratio de socialitate a Grotio contra Carneadem bene citata, ad demonstrandum jus naturale. Hardervici, apud viduam Alb. Sas et A. Olofs, 1719. 4°: 101, IV pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk (ongedat.), tekst oratie, lofd. van A. Hoppestein (in het Nederlands). – STCN, NUC. UBU, KB, Harv
APODICTICAE DEMONSTRATIONES AD ILLUSTRANDUM JUS ROMANUM, MET DISSERTATIO PRO GRADU EN ORATIO DE SOCIALITATE [I] Het boek heeft een eigenaardige opbouw: het telt eigenlijk twee dln. (volumina), waarvan het eerste uit twee boeken (libri) bestaat. Het eerste daarvan bevat een commentaar over het wettelijk erfrecht, zoals geregeld in Nov. 118 (p. 1-607 van Volumen I); het tweede bevat de tekst van drie ‘diatribae’: – Diatriba prima ad § 2 Inst. de usufructu (= Inst. 2.4.2), sive de usufructu vestimentorum (p. 609-692 van Volumen I) – Diatriba secunda ad l. si filio ff. de confirmando tutore, vel curatore (= D. 26.3.6). Sive, de tutore dato puberi, et curatore, dato a patre, filio impuberi, confirmando (p. 692-707 van Volumen I). – Diatriba tertia ad l. precibus 8 C. de impuberum et aliis sustitutionibus (= C. 6.26.8). Sive de quatuor specie bus substitutionum (p. 708-738 van Volumen I). Zie voor de twee toegevoegde stukken, R.’s dissertatio pro gradu en zijn inaugurele rede te Harderwijk, opgenomen in het niet met name genoemde Volumen II, hierboven de nrs. 573 en 574. 575
Apodicticae demonstrationes comparatae potissimum ad illustrandum jus Romanum; accedunt ejusdem dissertatio qua demonstratur jus gentium non dari [et] Oratio de socialitate, Volumen I libri II. Lugduni Batavorum, apud Theodorum Haak, 1727. 4°: Twee dln., te zamen bevattende zeven stukken: LXXVIII, 736, II, 90, 58 pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de academie te Harderwijk (Harderwijk, 13-9-1726), pref. (ongedat.), ‘Commentarii de successione legitima brevis conspectus’, gevolgd door een ‘praefatio’, tekst ‘Apodicticarum demonstrationum volumen primum liber primus (exhibens commentarium ad successionem legitimam, secundum dispositionem Novellae 118)’; t.p. ‘Apoditicae demonstrationes etc. Volumen I Liber II. Luduni Batavorum, apud Theodorum Haak, 1727.’, inh. tweede boek, tekst van de drie diatribae, die te zamen het tweede boek uitmaken; tekst ‘Arnoldi Rotgersii Dissertatio inauguralis pro gradu doctoratus, qua demonstratur jus gentium non dari’, tekst ‘Oratio de socialitate a Grotio contra Carneadem bene citata ad demonstrandum jus naturale.’ [I]; err. – In het ex. van UBG is de tweede t.p. ingebonden na de drie diatribae. – STCN, NUC. UBG, UBL, UBVU, KB, UBGrei, UBLeip, Harv
ORATIO DE SOCIALITATE A GROTIO CONTRA CARNEADEM [II] Rede, uitgesproken te Groningen 28-11-1727 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten. Ook bij het neerleggen van zijn eerste rectoraat in
242
Arnoldus Rotgers
1738 sprak R. een rede uit over dit onderwerp. Hiervan heb ik geen ex. gevonden. 576
Oratio de socialitate a Grotio contra Carneadem bene citata: ad demonstrandum jus naturale IV earum, quibus refellitur humanae naturae contemplatur curates, ac minime levis, ordine II. Groningae, apud Johannem Cost, 1727. 4°: 56 pp. (eerste vier pp. ongepag.) – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande, tekst oratie, ‘Erratum.’ – STCN. UBG, UBU, KB, NLS
ARNOLD SCHÖNE
Geboren Bremen ca. 1630 (?), overleden Harderwijk 1674/75. Studie: Bremen, Groningen, Straatsburg. Promotie tot doctor juris Straatsburg 1651. Hoogleraar te Harderwijk 1656. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, p. 201-203.
OEFENDISPUTATIE: DE LEGIBUS CIVILIBUS Oefendisputatie gehouden aan het Gymnasium van Bremen 10-9-1645. 577
De legibus civilibus, quam sub praesidio Conradi Snellii publice defendendam suscipiet Arnoldus Schöne. Bremae, typis Bertholdi de Villiers, 1645. 4° (?): XX pp. – t.p., ded. aan Joachim Brandt en Meimar Schöne (ongedat.), tekst …. MPI
DISPUTATIO DE SUBHASTATIONIBUS Disputatie pro gradu, verdedigd te Straatsburg 18-8-1651. 578
Disputatio inauguralis De subhastationibus quam pro summis in utroque jure doctoris privilegiis et honoribus publicae et solenni eruditorum examini submittit Arnoldus Schöne. Argentorati, typis Friderici Spoor, 1651. 4°: 32 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan burgemeesters en raden van Bremen, tekst. – VD17, NUC. UBBay, SLBD, UBHal, UBReg, UBTüb, MPI, SBBerl, SBReg, NLS, Harv
DISPUTATIO DE SUBHASTATIONIBUS, DUITSE VERTALING Wie verantwoordelijk is voor deze Duitse vertaling is niet overgeleverd. Zij is verschenen in een bundel met drie verhandelingen over het recht ten aanzien van openbare verkopingen bij opbod. De eerste is van de hand van Martinus Pegius († 1592), syndicus van de vorst-bisschop van Salzburg en astroloog. Anders dan de twee stukken die daarop volgen, is zij oorspronkelijk niet in het Latijn, maar in het Duits geschreven. De tekst is bij de heruitgave in 1732 wel ‘gemoderniseerd’. Het tweede stuk is een vertaling van de disputatio pro gradu van Johann Otto Tabor (1604-1674), later kanselier van de universiteit van Giessen. Deze disputatie was in 1631 in Straatsburg verschenen onder de titel Paratitla ad titulum Codicis lib. X De fide et jure hastae fiscalis, et de
244
Arnold Schöne
adjectionibus. De vertaling van de disputatio pro gradu van S. (zie hierboven nr. 578) is het derde stuk. 579
Tractatus Juridici III. De subhastationibus, seu venditionibus sub hasta, von Verschiedenen und vornehmsten Arten derer Vergantungen oder GantRecht, Nehmlich I. Martini Pegii Tractat von Vergantungen, in specie von Vergantung derer Kirchen-Pupillen- oder Gemeinde-Güter. II. Joh. Otto Taboris, Paratitla ad Cod. Libr. X.Tit. 3 von Vergantung derer dem Fisco oder Publico heimge-fallenen, oder schulden wegen verhaffteten, Güter. III Arnold Schoene, Disp. inaugur. de subhastationibus, Von Vergantung derer Güter solcher Schuld-Leute, welche sehr in Schulden verfallen, und im Zahlen saumselig sind: Als eine Anleit- und Belehrung zu denen in Praxi öffters vorkommenden Gant-Verkauffungen. Zusammen ins Teutsche übersetzt. Franckfurt und Leipzig, bey Johann Albrecht, 1732. [4°:] In dit werk p. 101-168. – VD 18. UBBam, UBGött, UBJena, UBRos, UBTüb, BSB, SBBerl, ÖNB
GERHARDUS SCHRODER
Geboren Leiden 1708, overleden Harderwijk 1762. Studie Leiden. Promotie tot doctor juris aldaar 1737. Praeceptor en prorector te Delft 1730, hoogleraar Harderwijk 1744. NNBW III, 1152. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, p. 158-162 en p. 241-244. Behalve de hier opgenomen werken heeft G. nog een aantal bij allerlei gelegenheden gemaakte in druk verschenen gedichten nagelaten, waarvan de meeste berusten in de KB. Hieronder zijn gedichten ter gelegenheid van de dood van Cornelis van Bijnkershoek en die van Hermannus Boerhaave. Voor een opgave van deze gedichten en de bibliotheken waar zij bewaard worden zij verwezen naar de STCN.
OEFENDISPUTATIE: DE LICTORIBUS ET FASCIBUS ROMANORUM Filologische oefendisputatie gehouden te Leiden 1-11-1730. 580
Dissertatio philologica de lictoribus et fascibus Romanorum, quam sub praesidio Petri Burmanni publice defendendam suscipit Gerardus Schroder, Lugduni Batavorum, apud Danielem Goetval, 1730. 4°: VIII, 50, II pp. – t.p., ded. aan Petrus Burman incusief gedicht (ongedat.), inh., pref., tekst, corollaria. – STCN. UBA, UBG, UBL, KB, UBRos, SBBerl
DISSERTATIO PRO GRADU OVER D. 1.3.2 Dissertatio pro gradu over D. 1.3.2, verdedigd te Leiden 14-8-1737. 581
Dissertatio critico-juridica inauguralis ad legem II Dig. de legibus senatusque consultis etc., quam examini submittit Gerrardus Schroder. Lugduni Batavorum, apud Henricum Mulhovium, 1737. 4°: 35, I pp. – t.p., ded. aan de curatoren van het gymnasium te Delft, tekst, corollaria, lofd. van N.V. Dussen. – STCN. UBA, UBL, KB, UBRos
582
[Ook in: Thesauri dissertationum juridicarum selectissimarum in Academiis Belgicis habitarum volumen I, continens dissertationes philologico-critico-juridicas quibus varia juris civilis capita veterumque auctorum loca emendantur, illustrantur, explicantur cum indice locupletissimo curante Gerhardo Oehlrichs. Tom. II. Bremae et Lipsiae, sumptibus Joh. Henr. Crameri, 1769.] p. 1-28 (nr. 8).
UBL, UBU, UBLeip, UBMünch, BSB, MPI, ALEd, Harv
246
Gerhardus Schroder
ORATIO DE JURISPRUDENTIAE ET POLITIORIS LITTERATURAE CONNUBIO Rede gehouden te Harderwijk 18-6-1745 bij het aanvaarden van het professoraat in de rechten. 583
Oratio inauguralis de jurisprudentiae et politioris litteraturae connubio. Harderovici, apud Johannem Moojen [1745]. 4°: VI, 32 pp. – t.p, ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk, tekst. – STCN. UBA, UBL, UBU, Bodl
LIJKREDE VOOR J.F.W. PAGENSTECHER Deze lijkrede sprak S. uit te Harderwijk op 19-11-1746. De rede is ook opgenomen in S.’s heruitgave van A.A. Pagenstecher, Aphorismi Juris, zie hierboven nr. 455. 584
Oratio funebris in obitum Joh. Fred. Wilh. Pagenstecheri. Harderovici, apud J. Moojen [1746]. 4°: 30, II pp. – t.p., tekst, lijkd. van Carolus Conradus Reitzius (in het Grieks met ‘Latina imitatio.’). – Op de t.p. een drukfout: ‘soleniter’ i.p.v. ‘solenniter’. – STCN. UBL, UBU, KB, GUL
ELEGIA DE THEMIDIS ROMANAE FATIS Rede in dichtvorm, gehouden te Harderwijk 15-6-1747 bij het neerleggen van zijn eerste rectoraat. 585
Elegia de Themidis Romanae fatis. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1747. 4°: VIII, 39, I pp. – Vignet van de Harderwijkse academie, t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk met gedicht (ongedat.), tekst oratie in dichtvorm. – STCN. UBA, UBL, UBU, KB
HERUITGAVE VAN A.A. PAGENSTECHER, APHORISMI JURIS, MET ACCESSIONES IRNERIANAE EN DE LIJKREDE VOOR J.F.W. PAGENSTECHER 586
Zie hiervoor hierboven nr. 455.
Gerhardus Schroder
247
LOFDICHT BIJ DE VERHEFFING VAN PRINS WILLEM IV TOT ERFSTADHOUDER VAN GELDERLAND De verheffing van prins Willem IV tot erfstadhouder van Gelderland volgde op zijn aanstelling tot algemeen erfstadhouder in november 1748. Hij was reeds sinds 1722 stadhouder van deze provincie. 587
Celsissimo et serenissimo principi, Gulielmo Carolo Henrico Frisoni, Dei gratia Arausionensi et Nassovico principi, comiti Catimelibocorum etc. etc., marchioni Flissingae ac Veerae etc. etc., universi Foederati Belgii gubernatori … nunc quoque Gelriae gubernatori creato, cum jure succedendi, sibi suisque heredibus concesso, feliciter. Harderovici, ex officina Johannis Moojen, 1748. 4°: II, 20 pp. – t.p., tekst. – STCN.
UBU, KB, ABDev
LIJKREDE VOOR BERNARD SEBASTIAAN CREMER Rede gehouden 30-9-1750 bij de begrafenis van Bernard Sebastiaan Cremer, hoogleraar in de filosofie te Harderwijk, die overleed op 14-9-1750 (zie over hem NNBW IV, 469-471). Ter gelegenheid van Cremers overlijden verscheen ook het werk Amicorum carmina in acerbissimum et subitum obitum D. Bern. Cremeri. Harderovici, typis Johannis Moojen, 1750, met gedichten van S. en anderen (exx. in UBA en UBU). 588
Oratio funebris in obitum D. Bern. Sebast. Cremeri. Harderovici, typis Johannis Moojen, 1750. 4°: 58 pp. – t.p., ded. aan Franciscus Ludovicus Cremer, predikant te Utrecht, Bernardus Henricus Cremer en Jodocus Bernardus Cremer (ongedat.), tekst, ‘Corrigenda’. – STCN. UBL, UBU, ABDev, Bodl, GUL
KLAAGZANG BIJ HET OVERLIJDEN VAN STADHOUDER WILLEM IV Willem IV, algemeen erfstadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, overleed te ’s Gravenhage 22-10-1751. 589
Elegia in funere acerbissimo celsissimi ac serenissimi principis Arausii et Nassaviae Wilhelmi Caroli Henrici Frisonis, Belgii Foederati gubernatoris hereditarii, et imperatoris summi rei bellicae terra marique, etc. etc. etc. academiae GelroZutphanicae curatoris magnificentissimi. Harderovici, typis Johannis Moojen, 1752. 4°: 8 pp. – t.p., tekst. – STCN.
UBA, GADH
248
Gerhardus Schroder
OBSERVATIONUM JURIS CIVILIS LIBRI QUATUOR, MET ORATIO DE JURISPRUDENTIAE ET POLITIORIS LITTERATURAE CONNUBIO Dat het boek ook de tekst van de inaugurele oratie van S. (hierboven nr. 583) bevat blijkt niet uit de titel. De tekst van deze oratie staat afgedrukt op p. 359383. 590
Observationum juris civilis libri quatuor, in quibus plurima juris civilis aliorumque auctorum loca explicantur et emendantur. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1754. 4°: XX, 383, XXXI pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk, pref., lofd. van J.J. Struchtmeyer, tekst Observationum, tekst ‘Oratio inauguralis de jurisprudentiae et politioris litteraturae connubio’, err., regg. – STCN. KB, MPI, Bodl
591
Observationum juris civilis libri quatuor, in quibus plurima juris civilis aliorumque auctorum loca explicantur emendantur. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1755. 4°: Titeluitgave van nr. 590. – STCN. UBL, KB, UBBonn, UBGött, UBHal, UBRos
ORATIO DE ADVOCATORUM ELOQUENTIA Rede gehouden te Harderwijk 9-6-1756 bij het neerleggen van zijn tweede rectoraat. 592
Oratio de advocatorum eloquentia. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1756. 4°: 26, II (28) pp. – t.p., tekst, err. – STCN. UBA, UBL, UBU, ABDev
LIJKREDE VOOR PRINSES ANNA VAN HANNOVER Anna van Hannover, dochter van George II, koning van Groot-Britannië en echtgenote van Willem IV, prins van Oranje, na wiens dood zij de belangen van haar minderjarige zoon, prins Willem V, had waargenomen, stierf 12-11759. 593
Laudatio funebris regiae Britanniarum principis Anna, tutorio … principi filii Wilhelmi V nomine, foederatarum septem gentium gubernatricis etc., etc., etc., jussu et auctoritate academiae curatorum a Gerhardo Schrodero publice dicto ipse exequiarum die MDCCLIX. Harderovici, ex officina Johannis Moojen, 1759. Fol: 83, I pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk (ongedat.), tekst (eindigend in een treurd.), treurd. van Wilhelmus Allardt. – STCN, Knuttel 18728 c. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, ABDev
LODEWIJK COENRAAD SCHROEDER
Geboren Marburg 1724, overleden Groningen 1801. Studie Marburg, Jena, Leipzig, Halle, Göttingen. Promotie tot doctor juris Marburg 1749. Privaatdocent in de rechten te Marburg 1750. Hoogleraar Herborn 1753 en Groningen 1761. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 83-84; Ensink, Academische rouw, p. 607-608; Dictonary of dutch Philosophers, vol. II, p. 898-901. Van Schroeder is geen programma funebre overgeleverd (Ensink, Academische rouw, p. 830). In het Dictionary of Dutch Philosophers, vol. II, p. 901 worden wsch. op basis van Dekkers (p. 158) nog enkele werken van S. meer genoemd, dan hieronder beschreven zijn. Het zijn voornamelijk redes, die S. na 1775 in Groningen gehouden heeft. Van geen van deze werken heb ik in enige bibliotheek een ex. kunnen vinden.
OEFENDISPUTATIE: SPECIMEN JURIS GERMANICI DE ACTIONIBUS PERSONALIBUS Op deze oefendisputatie, gehouden te Marburg in 1748, werd nog in hetzelfde jaar gereageerd door Georg Andreas Müller met: Disquisitio brevis de differentia juris Romani et Germanici quoad forum rei sitae qua Lud. Conradi Schoederi specimen juris Germanici de actionibus personalibus, quae ad rem petendam sunt comparatae, apud veteres Germanos in foro rei sitae instituendis sub examen vocatur. Giessae, 1748 (exx. in UBMünch, BSB en Bodl). 594
Specimen juris Germanici de actionibus personalibus, quae ad rem petendum sunt comparatae, apud veteres Germanos in foro rei sitae instituendis. [S.l.], typis Philippi Casimiri Mulleri, [ca. 1748]. 4°: 28 (?) pp. – t.p., tekst. UBG, UBHal, UBKiel, UBJena, UBLeip, BSB, HLBW, MPI, ÖNB, Bodl
DE PRINCIPE IMPERII CITRA TESTAMENTUM DE TUTELA FILII SUI DISPONENTE Dissertatio pro gradu, verdedigd te Marburg 7-8-1749. 595
Dissertatio juridica inauguralis de principe imperii, citra testamentum de tutela filii sui disponente, quam sub auspiciis Domini Friderici Hassiae landgravii, …, publico ac solemni Academiae procerum examini submittit Ludovicus Conradus Schroederus, Marburgensis Hassus. Marburgi Cattorum, typis Philippi Casimiri Mulleri, [1749]. 4°: 80 pp. – t.p., tekst. UBG, UBL, KB, SLBD, UBHal, UBKiel, UBJena, UBLeip, UBMünch, UBReg, BSB, HABW, HLBW, MPI, SBBerl, SBReg, SSBAug, ÖNB, Bodl
250
Lodewijk Coenraad Schroeder
PROGRAMMA DE ACTIONE NEGATORIA Uitnodiging, gedateerd 15-3-1750, voor colleges in het zomersemester aan de universiteit te Marburg. 596
Programma, de actione negatoria pro specie contravindicationis apud Romanos non habenda, quo generosissimi atque nobilissimi commilitones ad lectiones per instans semestre aestivum habendas invitantur. Marpurgi Cattorum, typis Philippi Casimiri Mulleri, 1750. 4°: XVI pp. – t.p., tekst.
UBG, UBL, UBKiel, UBRos, HLBW, MPI
PROGRAMMA OVER EEN RECHTSVRAAG M.B.T. DE ACTIO HYPOTHECARIA Uitnodiging, gedateerd 30-9-1750, voor colleges in het wintersemester aan de universiteit te Marburg. 597
Programma, quo examinatur an actio hypothecaria adhuc creditori adversus debitorem, pignus possidentem sit salva, postquam obligatio personalis fuit per praescriptionem extincta, et generosissimi atque nobilissimi commilitiones ad lectiones per instans semestre hibernum habendas invitantur. Marburgi Cattorum, typis Philippi Casimiri Muelleri, 1750. 4°: XVI pp. – t.p., tekst.
UBG, UBL, UBHal, UBMünch, HLBW, MPI
PROGRAMMA DE STIPULATIONIBUS QUIBUSDAM Uitnodiging, gedateerd 20-4-1751, voor colleges in het zomersemester aan de universiteit te Marburg. 598
Programma academicum quo de stipulationibus quibusdam, emptioni venditioni adiici solitis, pauca praefatur, et generosissimi atque nobilissimi commilitiones ad lectiones per instans semestre aestivum habendas invitantur. Marburgi Cattorum, typis Philippi Casimiri Muelleri, 1751. 4°: 16 pp. – t.p., tekst.
UBG, UBL, UBHal, UBRos, HLBW, MPI
OPUSCULUM DE NATURA ET EFFECTIBUS PIGNORIS PRAETORII ATQUE JUDICIALIS 599
Opusculum de natura et effectibus pignoris praetorii atque judicialis, cum ex sententia juris Romani, tum ex doctrina pragmaticorum. Marpurgi Cattorum, typis et sumtibus Phil. Cas. Muelleri, 1751.
Lodewijk Coenraad Schroeder
251
4°: X, 214 pp. – t.p., pref. (ongedat.), inh., tekst, err. – In het ex. berustend in de UBLeip zijn de pp. VIIII en X verkeerd ingebonden achter in het boek. UBG, UBL, UBGött, UBLeip, UBMünch, UBReg, HLBW, MPI, SSBAug
PROGRAMMA QUO DISQUIRITUR NUM RECTE A REO HEREDITATIS PETITIONE CONVENIENDO ADHUC HODIE EDITIO TITULI PETATUR Uitnodiging, gedateerd 24-4-1753, voor privaatrechtelijke colleges in het zomerseizoen aan de universiteit te Herborn. 600
Programma academicum quo disquiritur num recte a reo, hereditatis petitione conveniendo, adhuc hodie editio tituli petatur, et … commilitiones ad lectiones per instans semestre aestivum habendas invitantur. Herbornae Nassoviorvm, 1753. 4°: 15, I pp. – t.p., tekst.
UBG, UBL, UBMünch, HLBW, SSBAug
DE LEGATIS EX TESTAMENTO DESTITUTO Vier dissertaties, gehouden te Herborn onder voorzitterschap van S., de eerste in maart 1758, de tweede in mei 1758, de derde 15-12-1758 en de vierde 26-61759. De pag. toont aan dat het de bedoeling was de teksten samen te voegen tot één boek. In de disputaties wordt stelling genomen tegen de beweringen in een disputatie die 4-8-1746 verdedigd was in Leipzig: Disputatio juridica de legatis ex testamento cui clausula codicillaris inest destituto non praestandis. Quam … defendere suscipient Christianus Wilhelmus Küstnerus et Johannes Wilhelmus Richterus. Lipsiae, ex officina Langenhemiana, 1746 (exx. o.a. in UBHal, UBJena, UBLeip, HABW en WLBS). 601
1. Dissertatio juridica de legatis ex testamento destituto, cui clausula codicillaris adjecta est, praestandis, opposita Clar. Kuestnero, Lipsiensi. Quam summi numinis praeside Ludov. Conr. Schoedero die (oningevuld) Martii A.R.S. MDCCLVIII publicae commilitonum disquisitioni subjiciet Ludovicus Christianus Fridericus Jaeger. Herbornae, literis Regelinianis, 1758. 2. Dissertatio … [titel als in nr. 601a] die (oningevuld) Maii A.R.S. MDCCLVIII publico commilitonum examini submittit Joann. Henricus Reichman. Herbornae, literis Regelinianis, 1758. 3. Dissertatio … [titel als in nr. 601a] die XV Decembris A.R.S. MDCCLVIII publicae commilitonum disquisitioni subjiciet Ernestus Cornelius Pagenstecher. Herbornae, literis Regelinianis, 1758. 4. Dissertatio … [titel als in nr. 601a] die XXVIII Jun. A.R.S. MDCCLVIII publicae commilitonum disquisitioni subjiciet Joannes Jacobus de Crausat. Herbornae, literis Regelinianis, 1759. 4°: VIII, 16 pp.; VIII, 16 pp. (gepag. 17-32); VIII, 16 pp. (gepag. 33-48); VI, 15 pp. (gepag. 49-63), I p. – (a.) t.p., ded. van Jaeger aan Georgius Adamus de Rauschard (ongedat.), corollaria, lofdd. van P.C. Ieckeln, J.G. Sartor (i.h. Duits), tekst Dissertatio prima; (b.) t.p., ded. van Reichman aan Joannes Guilielmus Winterus en Bartholomaeus Jacobus van Eck
252
Lodewijk Coenraad Schroeder
(ongedat.), corollaria, felicitatie van Philippus Christianus Ieckeln, lofdd. van L.C.F. Jäger en Joh. Georg. Sartor (beide i.h. Duits, tekst Dissertatio secunda; (c.) t.p., ded. van E.C. Pagenstecher aan Georgius Adamus de Rauschard, Joannes Eckhardus Spanknabe, Joannes Guilielmus Winterus, Bartholomaeus Jacobus van Eck en Georgius Vollradus de Koppelow (ongedat.), corollaria, felicitatie van – de opponens – Philippus Christianus Ieckeln (Herborn, 8-12-1758), lofd. van Joann. Georg. Sartor (‘opp. ord.’), tekst Dissertatio tertia.; (d.) t.p., ded. van De Crausat aan zijn vader Johannes Jacobus de Crausat (ongedat.), lofd. van Ph. C. Ieckeln (‘opp. ord.’), lofd. van L.A.E. Dapping, tekst Dissertatio quarta, corollaria. UBG, UBTüb, HLBW, MPI
ORATIO DE JURECONSULTIS ROMANIS Rede uitgesproken te Groningen 27-9-1761 bij het aanvaarden van het professoraat in de rechten 602
Oratio inauguralis de jureconsultis Romanis suum in legibus interpretandis officium non transgressis. Groningae, apud Hajonem Spandaw, [1761]. 4°: 65, III pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (ongedat.), tekst, lofd. vam A. Buning. – STCN. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, UBReg, BSB, HLBW, SBReg, SSBAug
ORATIO DE PRAETORIBUS Rede uitgesproken te Groningen 3-9-1765 bij het neerleggen van het rectoraat. De rede is pas enkele maanden later in 1766 gedrukt. 603
Oratio de praetoribus, optimis in legibus interpretandis juris civilis custodibus. Groningae, apud Jacobum Bolt, 1766. 4°: 42 pp. – t.p., tekst. – STCN, VD18. UBA, UBG, UBU, SLBD, Arn, HLBW
ELEMENTA JURIS NATURALIS, SOCIALIS ET GENTIUM 604
Elementa juris naturalis, socialis et gentium, in usum auditorum adornata. Groningae, impensis Jacobi Bolt, 1775. 8°: XXVIII, 492, XVIII pp. – t.p. pref. (Groningen, 15-5-1775, tekst, reg., err. – STCN. UBL, KB, UBLeip, HLBW, MPI
JOACHIM JOHANNES SCHWARTZ
Zoon van Joachim Schwartz, professor te Leiden (zie BGNR Leiden, nrs. 631-633). Geboren Leiden 1726, overleden Groningen 1761. Studie Leiden. Promotie tot juris doctor Leiden 1750. Advocaat 's Gravenhage. Hoogleraar Groningen 1752. Boeles, ‘Levenschetsen’, 78, Ensink, Academische rouw, 708-710 en 828.
AD VARIA JURISCONSULTORUM VETERUM FRAGMENTA Disputatio pro gradu, verdedigd te Leiden 1-1-1750. 605
Specimen observationum ad varia JCtum veterum fragmenta in quibus archetypi Florentini scriptura passim defenditur et cum aliorum librorum lectione conciliatur: ex auctoritate Joachimi Schwartzii, examini subjicit Joachimus Johannes Schwartz. Lugduni Batavorum, apud Jacobum de Beunje, 1750. 4°: XII, 35, I pp. – t.p., ded aan alle hoogleraren van de Leidse universiteit onder wie zijn vader (ongedat.)., pref. (ongedat.) tekst, ‘Annexa’ (met 17 stellingen). – STCN, NUC. UBA, UBG, UBL, KB, UBRos, BN, Harv
SERMO DE FINIBUS CRITICES IN LIBRIS VETERIS PRUDENTIAE REGUNDIS Rede, uitgesproken te Groningen 11-9-1752 bij het aanvaarden van het professoraat in de rechten. 606
Sermo academicus de finibus critices in libris veteris prudentiae regundis. Groningae, typis Nicolai Jacobi Crans, 1752. 4°: II, 72 pp. – t.p., ded. aan prinses Anna, weduwe van stadhouder Willem IV en voogdes van stadhouder Willem V, rector magnificentissimus en curator primarius, en de andere curatoren van de universiteit van Stad en Lande (ongedat.), tekst oratie, err. (op klein ingeplakt blaadje). – NUC. UBA, UBG, UBL, UBU, KB, PBL, UBGött, BN, BL, Bodl, Harv
JOHANNES STEINBERG
Geboren Görlitz 1592, overleden Groningen 1653. Studie Wittenberg, Jena, Heidelberg, Breslau, opnieuw Heidelberg, Straatsburg en Bazel. Promotie tot doctor juris Bazel 1621. Militair, hofraad van de Palts. Privaatdocent in de rechten te Genève. Honorair hoogleraar aldaar 1638. Ordinarius Groningen 1638. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 24-25; Ensink, Academische rouw, p. 684-687 (familie); G. Borgeaud, Histoire de l’université de Genève, Genève 1900, 380-382; Paul-F. Geisendorf, L’université de Genève 1559-1958, Quatre siècles d’histoire, Genève, 1959, 101; R. Feenstra, ‘Matthäus Wesenbeck (1531-1586) und das römisch-holländische Recht’ in: H. Lück en H. de Wall (Hg.), Wittenberg ein Zentrum europäischer Rechtsgeschichte und Rechtskultur, Köln etc.. 2006, 175-243 en p. 299-200. Een ex. van de lijkrede voor Johannes Steinberg, gehouden door Martinus Schoockius in 1653 bevindt zich in de UBG (Ensink, Academische rouw, p. 824 (nr. 162)).
OEFENDISPUTATIE: DE PRIVATIS DELICTIS Oefendisputatie gehouden te Wittenberg op 9-11-1611 onder voorzitterschap van Alexander Faber. De tekst bestaat uit een kleine inleiding (‘Continuatio’), gevolgd door 16 theses. Het gegeven, dat het om ‘disputatio XVIII’ gaat en dat zij begint met de genoemde ‘Continuatio’ duidt er met de aanduiding ‘collegarum’ in de titel op dat deze disputatie samen met andere gehouden is in het kader van een ‘collegium’ over de stof van de Instituten. 607
Disputatio XVIII. de privatis delictis: ex tit. 1, 2, 3, et 4. instit., quam sub praes. Alexandri Fabri dnn. collegarum exam. subjicit Joannes Steinberg. Witebergae, typis M. Georgii Müller, 1611. 4°: 20 pp. (ongepag., laatste p. blanco) – t.p., ded. aan zijn vader Melchior Steinberg en Joannes Glicius, burgemeesters van Görlitz (ongedat.), tekst. FUBerl
ACCLAMATIO VOTIVA AD FRIDERICUM CORONATUM Boekje met felicitatiegedichten ter gelegenheid van het aantreden van keurvorst Frederik V, paltsgraaf van de Rijn, als koning van Bohemen, alsmede zijn kroning op 3 november 1619. Als koning van Bohemen was deze Frederik, die bekend zou worden als de Winterkoning, o.a. ook markgraaf van Moravië en van de Opper- en Neder-Lausitz, waar S. vandaan kwam. 608
Acclamatio votiva quam ad serenissimum ac potentissimum principem ac dominum dominum Fridericum coronatum regem Bohemiae, comitem Palatinum Rheni etc. Pro
Johannes Steinberg
255
fautissima Sac. Reg. majest. electione et coronatione peracta ut et in felicissimum futurum ingressum Sac. Reg. majest. incorporatas regiones et provincias Silesiae etc. ad homagii fidelitatis et obsequi acceptionem obsequissimae subjectionis ergo argentina mittit Joannes Steinberg generosiss. dn. Baronum Joannis et Bartholomaei á Zierotina p.t. ephoras. Argentorati, typis Joannis Reppi, 1619. 4°: 14 pp. (ongpag.) – t.p., afbeelding van het wapen van Frederik V als koning van Bohemen, citt. uit Daniel 4:32, Jeremia 27:4 en 5 en Daniel 2: 20 en 21, felicitatiegedicht, annotaties bij dit gedicht, tekst van vier gedichten ter gelegenheid van Frederiks verkiezing en van drie gedichten ter gelegenheid van zijn kroning. – VD17. UBTüb, HABW
DICHTBUNDEL VOOR WELDOENERS EN HOOGLERAREN IN HEIDELBERG Bundel met kleine gedichten voor tien plus drie hoogleraren en weldoeners die kennelijk voor S. belangrijk zijn geweest, toen hij studeerde in Heidelberg, waar hij tussen 1617 en 1619 (?) twee keer verbleef. Het werk opent met een ded. in de vorm van een lofd. op zijn weldoener Ladislaus Wellenus Zierotin, wiens zoons Johannes en Bartholomaeus S. in die jaren als mentor begeleidde bij hun studiereis. Aan hem is ook het eerste anagram gewijd. Vervolgens bevat de tekst kleine gedichten voor nog twaalf andere personen. 609
Aναγραμματικος decas nominum per anagrammata transpositorum fautoribus Heidelbergensibus, olimque praeceptoribus suis colendissimis loco apophoretum ex itinere destinata a Joanne Steinbergio. Bethaniae, litteris Johannis Dörferi, z.j. (vermoedelijk 1620). 4°: 12 pp. (ongepag.) – t.p., ded. in dichtvorm aan Ladislaus Wellenus a Zierotin, etc. ‘et Sacr. Caes. Majest. Consil. Seren. Archiducis Austriae Maximiliani Senioris Camer. Dominum meum et patronum obsequiose colendum.’, tekst van de gedichten voor de genoemde Ladislaus Wellenus a Zierotin, en voor raadsheer Georgius Michael a Lingelsheim, de theologen David Pareus en Abraham Schultetus, de juristen Dionysius Gothofredus, Janus Gruterus, Daniel Nebelius en Reiner Bachovius van Echt, de medicus Wolfgang Lossius, en Christophorus Jungnitius en daarna met de toevoeging: ‘Agmen hoc extraordinarie claudat selectissma triga virorum invicem αναζαξιών.’ voor Christophorus a Polei ac Thiergarten, raad te Wratislawa, Caspar Dornavius en Gothofredus Glichius, lofd. van Caspar Dornavius op S. UBJena, OBWG
DECAS QUAESTIONUM JURIDICO-POLITICARUM Disputatie pro gradu, verdedigd te Bazel 27-4-1621. 610
Decas quaestionum juridico-politicarum, ex materia juris territorialis desumptarum: quam pro consequendis summis in utroque jure honoribus ac privilegiis doctoralibus publicae censurae exponit Joannes Steinberg, 27 (met de hand en dgh.) Mense April. Anno MDCXXI. Basileae, typis Joh. Jacobi Genathii, [1621]. 4°: XVI pp. (ongepag.) – t.p., tekst, corollaria. – VD17.
SLBD, HABW, WLBS
256
611
Johannes Steinberg
[Ook in: Volumen disputationum historico-politico-juridicarum 5, In quo de principibus, foederibus, concurrentia jurisdictionis, jure publico, renunciationibus filiarum illustrium et nobilium … et aliis quam plurimis connexis juris publici materiis gravissimi agitur. Basiliae, Genathii, 1621-1622]. 4°: (als disputatie XX, ongepag.) – tekst, corollaria. UBGött, UBMann, UBMüns, UBTüb, HABW, MPI, NLH, WLBS
OVERZICHT VAN DE TITELS VAN DE DIGESTEN EN DE CODEX, MET ZES DISPUTATIES Overzicht van de titels van de Digesten en de Codex Justinianus en van de inhoud van deze titels, vanaf p. [221] gevolgd door de tekst van zes disputaties die met dit overzicht te maken hebben. De eerste vijf daarvan werden onder voorzitterschap van S. in Groningen gehouden en de laatste in Genève in 1637. 612
Series cum summarijs titulorum in Digest. et Codic. contentorum, ad modum continuationis Triboniani adfecta, cui adjectae sunt disputationes quaedam de interpretatione et fictione juris etc. Groningae, ex officina typographica Augustini Eissens, 1641. 12°: 324 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Joannes Leonardus ab Haymendorff, tekst Series, tekst dispp.: ‘Sequuntur sex disputationes Series titulorum auctarij loco subjectae.’, ‘Emendanda’. – Bij de zes dispp. gaat het om de volgende: – ‘Dissertatio I De interpretatione generali’, resp. Tobias Staude (p. [221-230]) – ‘Dissertatio II De interpretatione juris speciali’, resp. Jacobus Munz (p. [231-243]) – ‘Dissertatio III Ad l. non omnium 20 ff. de legibus (= D. 1.3.20)’, resp. Joannes Petrus Steinmetius (p. [243-249]) – ‘Dissertatio IV Ad l. 37 de legibus (= D.1.3.37) Optima legum interpres est consuetudo’, resp. Jacobus Berckhusius (p. [249-259]) – ‘Disquisitio V De fictione juris’, resp. Gerhardus Walricheim (p. [259-296]) – ‘Coronidem imponat in honorem et memoriam nobilissimi Joannis Leonardi Furern ab Haymendorff etc. Dissertatio VI. Quam idem, Themide applaudente, Genevae an. MDXXXVII, publice defendit Ad insigne Q. Mutij Scaevolae dictum l. 2. §. 43 ff. de O.I. (= D. 1.2.2.43 in medio) Turpe est patricio, et nobili, et causas oranti jus, in quo versatur, ignorare.’ (p. [297-320]). HLBW, NLS, BN
VIJFTIEN DISPUTATIES OVER D. 50.17.23 Het gaat hier om een gebundelde serie van 15 disputaties n.a.v. D. 50.17.23 (d.w.z. de l. contractus quidam in de titel De diversis regulis juris antiqui), die tussen april 1642 en juni 1643 onder voorzitterschap van S. gehouden zijn. Elke disputatie heeft een eigen t.p., zoals bij een op zichzelf staande uitgave.
Johannes Steinberg
613
257
Dissertationes XV ad celebrem legem XXIII. ff. de r.j. de culpa in contractibus praestanda, publicae disquisitioni subjectae à studiosis, quorum nomina sequens pagina refert. Groningae, typis exscripta Augustini Eissens, 1643. 4°: VIII, 8 (6x), 16, 8 (8x) pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Menso Alting (Groningen, 15-71643), ‘Nomina respondentium’, err.; t.p.: Disputatio juridica prima ad l. XXIII. ff. de r.j. quae est de contractibus in genere … Groningae, typis Augustini Eissens, 1642 (april 1642; resp. Georgius Daniel Patrick), tekst; t.p.: Disputatio juridica secunda … quae est in genere de dolo in contractus incidente … Groningae, typis Augustini Eissens, 1642 (mei 1642; resp. Joh. Caspari Trabena), tekst; t.p. Disputatio juridica tertia … de culpa lata, eaque ad dolum accedente … Groningae, typis Augustini Eissens, 1642 (mei 1642; resp. Johannes Biesenbroek), tekst; t.p.: Disputatio juridica quarta … de distinctionibus culparum et in genere de levi et levissima culpa … Groningae, typis Augustini Eissens, 1642 (juni 1642; resp. Borchardus Keller), tekst, t.p.: Disputatio juridica quinta …. qua levissima culpa a levi distinguitur; simulque agitur de diligentia ejusque speciebus seu gradibus: ut et de regulis quibusdam in judicatione culpae observandis ... Groningae, typis Augustini Eissens, 1642 (juni 1642; resp. Tiardus Eeck), tekst; t.p.: Disputatio juridica sexta … quae est de prima contractus specie, in qua solus dolus praestatur, nempe de deposito … Groningae, typis Augustini Eissens, 1642 (oktober 1642; resp. Godfridus Biber), tekst; t.p.: Disputatio juridica septima … quae est de altera contractus specie, in qua solus dolus praestatur, nempe de precario cui subjiciuntur alij casus et species exceptivae, quibus demonstratur, interdum in alijs quoque contractibus solum dolum et latam culpam praestari … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (januari 1643; resp. Justinus Herdesianus), tekst; t.p.: Disputatio juridica octava … ratione culpae praestandae in mandato et commodato … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (2-1-1643; resp. Johannes Gilenius), tekst; t.p.: Disputatio juridica nona … ratione culpae praestandae in emto et vendito … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (ongedat.; resp. Quirinus Wolters), tekst; t.p.: Disputatio juridica decima … ratione culpae, praestandae in pignore … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (maart 1643; resp. Adrianus Valck), tekst; t.p.: Disputatio juridica undecima …. ratione culpae praestanda in locato conducto ut et in dote … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (mei 1643; resp. Bernardus de Reyger), tekst; t.p.: Disputatio juridica duodecima …. ratione culpae praestanda in tutelis ut et negotiis gestis … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (mei 1643; resp. Rodolphus à Dompselaer), tekst; t.p.: Disputatio juridica decima tertia … de culpa praestanda ratione societas et communi dividundo … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (mei 1643; resp. Johannes à Brakel), tekst; t.p.: Disputatio juridica decima quarta … de casib. fortuitis … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (juni 1643; resp. Henricus ab Hoeclum), tekst; t.p.: Disputatio juridica synoptica ex praecedentibus XIV. dissertationibus ad l. XXIII. ff. de reg. jur. desumta … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (juni 1643; resp. Gerhardus Trunccius), tekst. – STCN. UBG, UBErl, Bodl, ÖNB
DISPUTATIES OVER DE INSTITUTEN Het eerste dl. (‘pars prior’) bevat 14 disputaties over de boeken I en II van de Instituten van Justinianus, het tweede dl. (‘pars posterior’) 19 disputaties over de boeken III en IV van de Instituten. De namen van de respondenten staan bij de disputaties vermeld. 614
Dissertationum ad I et II Institution. Justinian. libros pars prior. (en) Dissertationum ad III et IV Institution. Justinian. Libros pars posterior. Groningae, typis Joannis Sas, 1643. 8°: twee stukken, doorl. gepag.: XIV, 198, VI, 546 (gepag. 199- 743 (moet zijn: 744)), IV, 866 (gepag. 745-1608 (moet zijn 1610)) – I: t.p., ded. aan Petrus Eissinghe, burgemeester van
258
Johannes Steinberg
Groningen en curator (ongedat.), ‘Antiloquium’ (Groningen, 1-5-1643), tekst dispp. I-XIV (met tussen p. 198, de laatste p. van disp. V, en p. 199, de eerste p. van disp. VI err.); II: t.p., ded. aan Petrus Eissinghe (ongedat.(?)), ‘Alloquium’ (6-7-1643), tekst dispp. XV-XXXIII, nawoord met err. UBDüss, FBB, HLBW, MPI
DISSERTATIONES ALIQUOT DE QUARTIS JURIDICIS, MET NOG ENKELE ANDERE OVER ONDERWERPEN VAN CONTRACTENRECHT Tien disputaties verdedigd te Groningen onder voorzitterschap van S. tussen 1643 en 1645. De eerste zes daarvan gaan over de verschillen juridische ‘vierde delen’ bij nalatenschappen. Daarna volgen er drie over de onbenoemde contracten, terwijl de laatste betrekking heeft op het voldoen van aangegane schulden. Van de disputaties, waarbij Johannes Wolfgangus Brunck en Arnoldus Coerman respondent waren, de vierde en de vijfde van de eerste zes, beide gehouden in 1644, berust een ex. in NLS. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor de disputaties over de onbenoemde contracten van Johannes en Hartwig Doring, gehouden in 1644, en van Franciscus Junius, gehouden in 1645 (zie ook hierboven nr. 289). 615
Dissertationes aliquot de quartis juridicis, quibus sociatae aliae de contractibus innominatis et action. praecript. verb. ut et de culpa obligationem perpetuante. Publice disquisitioni subjectae a nobiliss. et praestantiss. dnn. studiosis, quorum nomina sequens pagina refert. Groningae, ex officina typographica Augustini Eissens, 1645. 4°: 92 pp. (ongepag.) – t.p., ‘Nomina dnn. respondentum secundum ordinem disputationum’, err., ded. aan Guilielmus Makdowel (Groningen, 1-3-1645), t.p.: Disputatio juridica prima de quartis juridicis, tam en genere, quam de iis, quae respectu causarum religiosarum, ut publicarum in specie considerantur, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1643 (juni 1643; resp. Abramus Wichers), tekst; t.p.: Disputatio juridica secunda de quartis juridicis, quae est de quarta Divi Pii, arrogato impuberi competente, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1644 (februari 1644; resp. David König), tekst; t.p.: Disputatio juridica tertia de quartis juridicis, quae est de aliquot quartis ultimam voluntatem tam respectu extraneanorum, quam domesticorum concernentibus. Nempe de quarta quae ex tribus maribus dicitur, de quarta centesimae, filii superstitis, agnatorum, conjugum, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1644 (februari 1644; resp. Allardus Rhowolt), tekst; Disputatio juridica quarta de quartis juridicis, quae est de quarta legitimaria, … Groningae, ex officina Augustini Eissens, 1644 (93-1644; resp. Johannes Wolfgangus Brunck), tekst, corollaria; t.p.: Disputatio juridica quinta de quartis juridicis, quae est de quarta Falcidia, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1644 (16-3-1644; resp. Arnoldus Coerman), tekst; t.p.: Disputatio juridica sexta de quartis juridicis, quae est de quarta Pegasiana in Trebellianicam transfusa, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1644 (17-4-1644; resp. Balthasar Roesgen), tekst; t.p.: Disputatio juridica prima de contractibus innominatis, quae agit de quatuor speciebus: do ut des, do ut facias, facio ut facias, facio ut des, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1644 (14-8-1644; resp. Johannes Doring), tekst; t.p. : Disputatio juridica secunda de contractibus innominatis, quae agit de aestimatoria et permutatione, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1644 (augustus 1644; resp. Hartwig Doring), tekst; t.p.: Disputatio juridica tertia de contractibus innominatis, quae agit de praescriptis verbis et in factum actione, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1645 (22-2-1645; resp. Franciscus Junius F.n.), tekst; t.p. Disputatio juridica de culpa obligationem perpetuante, … Groningae, typis Augustini Eissens, 1645 (1-3-1645; resp. Joannes Bitter), tekst. Bodl, ÖNB
Johannes Steinberg
259
REPETITIONUM JURIDICARUM DISPUTATIONES XLI Dit werk bevat 41 te Groningen onder voorzitterschap van S. door de studenten Albertus Hermannus Storck, Franciscus Canter en Franciscus Junius F.n., die kennelijk een collegium vormden, gehouden disputaties over de stof van de Digesten. Het werk is met twee verschillende t.pp. uitgegeven. De eerste daarvan (hier vermeld onder nr. 616a) is waarschijnlijk vanwege de daarin gemaakte fout vervangen door de tweede (hier vermeld onder nr. 616b). Voor de tekst van de disputaties maakt het geen verschil. Wel bevat de onder nr. 616b genoemde uitgave een andere ded. en ook meer lofdd. Van de 41 disputaties in dit werk zijn er 14 gehouden door Franciscus Canter (de dispp. 1, 3, 6, 9, 12, 15, 18, 21, 24 26, 30, 33, 36 en 39), 13 door Albertus Hermannus Storck (de dispp. 2, 5, 8, 11, 14, 17, 21, 23, 28, 29, 32, 35 en 38) en 14 door Franciscus Junius F.n. (de dispp. 4, 7, 10, 13, 16, 19, 22, 25, 27, 31, 34, 37, 40 en 41). Zie wat betreft de disputaties van Junius ook hierboven nr. 292. 616
a. Repetitionum juridicarum disputa[t]iones XLI, ad 50 ff. libros, quas praeside Johanne Steinbergio, publice defenderunt tres LL. studiosi. Groningae, typis Augustinus Aesonis, 1646. 4°: XII, 350 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Nicolaus Menger, Gelricus Crumminga en Jacobus Crucius door Albertus Storck, pref. van S. (Groningen, 31-1-1646), lofdd. van Abdias Widmarius, Johannes Conradus Monaeus, Tobias Andreae en Eltco Joachimi, tekst. BKEm
b. Repetitionum juridicarum, sive quaestionum illustriorum ex Pandectis excerptarum disquisitiones XLI, quas moderante Joanne Steinbergio, in publico Jctorum auditorio, omnibus ac singulis SS.LL. cultoribus examinandas proposuere Franciscus Junius F.N., Franciscus Canter, Albertus H. Storck earundem authores. Groningae, typis Augustini Eissens, 1646. 4°: XVI, 352 pp. – t.p., ded. van de drie auteurs en respondenten aan professoren en curatoren van de universiteit van Stad en Lande (ongedat.), lofdd. van G. Makdowel, Abdias Widmarius, M. Pasor, Johannes Conradus Monaeus, Tobias Andreae, Mart. Schoockius, Jacobus Alting en Henricus Lubaeus, tekst. UBHal, ÖNB
DISPUTATIONES AD QUINQUAGINTA DECISIONES JUSTINIANEAS Bij dit werk gaat het om een bundeling van oefendisputaties over de stof van de Codex Justinianus, die tussen 1645 (of 1644) en 1647 gehouden zijn onder voorzitterschap van S., waarschijnlijk in het kader van een collegium. Naast de twee overgeleverde exx. van dit werk, waarin 30 disputaties zijn opgenomen met 30 respondenten, zijn er vijf exx. overgeleverd van enkelvoudige door vijf van deze 30 verdedigde disputaties. Één daarvan, die van Franiscus Junius F.n. – de tweede van de 30 disputaties – berust in de NLS (zie hierboven nr. 290). De andere vier, de derde, vierde, zesde en achtste van deze 30, berusten in de UBG (zie hierna bij nr. 617).
260
617
Johannes Steinberg
Ad quinquaginta decisiones Justinianeas disputationes publicae disquisitioni propositae. Groningae, typis exscripsit Augustinus Eissens, 1647. 4°: VIII, 240 pp. (ongepag.): – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (ongedat.), ‘Antiloquium’ (Groningen, 14-9-1647), err., ‘Nomina dn. respondentem (sic) secundum ordinem disputationum’, tekst. – De tweede en de derde dispp., die van Franciscus Junius F.n. en van Otto Swalve, bevatten ook corollaria. FBB, ÖNB
NB In de UBG bevinden zich uit deze serie de volgende exx. van – enkelvoudige – disputaties: – Disputatio juridica tertia ad L decisiones Justinianeas in qua agitur de l. cum apud veteres, ult. C. qui et adversus quos in integrum restitui non possunt, juncta obiter l. cum antea. 5. C. de recep. arbitr., quas … sub praesidio … D.D. Johannis Steinbergii … publicae censurae subjicit Otto Swalve (datum niet ingevuld). Groningae, ex officina typographica Augustini Eissens, 1645. (Disp. over C. 2.41(42).2 en C. 2.55(56).5.) – STCN. – Disputatio juridica quarta ad L decisiones Justinianeas in qua agitur de l. cum hereditatis ult. C. de petit. hereditat., quam … sub praesidio … D.D. Johannis Steinbergii … publice commilitonum censurae subjiciet Diurtco Andreae (mei 1645). Groningae, ex officina typographica Augustini Eissens, 1645. (Disp. over C. 3.31.12.) – STCN. – Disputatio juridica sexta ad L decisiones Justinianeas in qua agitur de l. cum antiquitas, 13. et l. antiquitas. 14. C.de usufr. et habitat., quam … sub praesidio D. Johannis Steinbergii … publico examini subjicit Henricus Stock (datum niet ingevuld). Groningae, ex officina typographica Augustini Eissens, 1645. (Disp. over C. 3.33.13 en C. 3.33.14.) – STCN. – Disputatio juridica octava ad L decisiones Justinianeas in qua agitur de l. ult. pr. C. de servitutibus, quam … sub praesidio D. Johannis Steinbergii … publice ventilandam exhibet Assuerus Weeninck (2-7-1645). Groningae, typis Augustini Eissens, 1645. (Disp. over C. 3.34.14.) – STCN.
COLLEGIUM WESEMBECIANUM, UITGAVE VERZORGD DOOR FRANCISCUS JUNIUS F.N. Dit werk is in 1658 enkele jaren na het overlijden van S. door diens leerling Franciscus Junius F.n. (zie hierboven de nrs.287-299) uitgegeven. Het is in feite een bundeling van in totaal 66 enkelvoudige oefendisputaties – en niet 63, zoals op de t.p. staat vermeld. Bij het drukken van de – enkelvoudige – disputaties is twee maal een vergissing gemaakt wat betreft het volgnummer. Bijgevolg komt twee maal een disputatie voor met het nr. XLVIII en eveneens twee maal één met het nr. LVIII. De disputaties werden gehouden op basis van de zgn. ‘Paratitla’ van Matthias Wesembecius vermoedelijk in het kader van een speciaal door S. opgezet collegium, het Collegium Wesenbecianum. Ook Junius is één van de respondenten geweest en wel bij disputatie nr. XXXII (zie hieronder en hierboven nr. 287). Op grond van de buiten dit werk overgeleverde – enkelvoudige – disputaties, berustende in de SBBerl en de UBG, en de inschrijving in het ASGron. van de studenten die bij de 66 disputaties als respondent hebben gefungeerd, is het aannemelijk dat dit Collegium Wesenbecianum is opgezet
Johannes Steinberg
261
in 1637/38 en na S.’s dood door Franciscus Junius is voortgezet. Van dit werk zijn twee exx. overgeleverd, één in de UBRos en één in de bibliotheek van het Gymnasium Arnoldinum. In het laatste ex. ontbreken het grafdicht van Junius en de lijkrede van Schoock. Zie voor de Paratitla Wesenbecii ook R. Feenstra, ‘Matthäus Wesenbeck (1531-1586) und das Römisch-Holländische Recht (mit einer Bibliographie seiner juristischen Schriften’ in H. Lück und H. de Wall (Hg.), Wittenberg Ein Zentrum europäischer Rechtsgeschichte und Rechtskultur, Köln Weimar Wien, 2006, p. 175-243, in het bijzonder p. 199200. 618
Collegium Wesenbecianum, sive uberior explicatio, exegesis, et examen ad Paratitla Wesenbecii, Disputationibus LXIII. absolutum, quorum pauculae aliquot extremae, quod morte praeventus esset autor, adjectae sunt, à Francisco F.N. Junio, J.U.D. Groningae, typis Helenae Sas, Edzard Agricolae Viduae, 1658. (Beschrijving naar het ex. in de UBRos:) 4°: XLII, 1126 pp. (ongepag.) – t.p., priv. van de Staten-generaal aan de erven Johannes Sas (’s Gravenhage, 18-8-1656), ded. van Franciscus Junius F.n. aan de Staten van Stad en Lande in de persoon van de curatoren van de universiteit (Groningen, 29-7-1658), grafdicht op Johannes Steinberg van Franciscus Junius F.n. (nb. reclame p. [IX]: ‘Colleg.’), tekst van de ‘Oratio funebris Martini Schoockii, … consecrata memoriae … Dn. Johannis Steinbergii … Habita prid. Kal. Novembr. MDCLIII in templo academico.’ (= 31-10-1653), tekst dispp. De tekst van het werk omvat de teksten van in totaal 66 oefendisputaties, gehouden in het kader van het Collegium Wesenbecianum. Elke disputatie begint met ‘Collegii Wesenbeciani Disputatio’ en dan het betreffende nummer. In de opmaak van de ‘koptitel’ zitten allerlei verschillen. Soms wordt eerst de betreffende plaats uit de Digesten, waarover de disputatie in kwestie op basis van de Paratitla gaat of die als beginpunt van de disputatie dient, gegeven en dan de naam van de respondent, soms gebeurt dat omgekeerd. Wie gerespondeerd heeft, staat altijd in de ablatief vermeld, dus als ‘resp[ondente] …’. In het onderstaande wordt vanaf de derde disputatie telkens eerst vermeld op welke Digestenplaats(en) zij betrekking heeft, waarna tussen haakjes de naam van de respondent – in de nominatief – gegeven wordt. I.
‘Collegii Wesenbeciani Disputatio prima. Ad libr. Prim. Digestorum. Resp. Johann Georgius Rolwag’;
II.
‘Ad libr. secund. Resp. Joan Leonhardus Furer von Haymendorff’ (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’, err., lofdd. van Joannes Steinberg, Georgius Christophorus Stirn, Friedrich von Nessen, Joachimus Meier en H.H. Scherius);
III.
‘Ad librum tertium’ [= D. 3.1: De postulando] Resp. Georgius Christophorus Stirn (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’, err.);
IV.
‘Ad librum IV’ [= D. 4.1: De in integrum restitutionibus] (resp. Joannes Fridericus Scheffer) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
V.
‘Ad titulum V De capite minutis’ [= D. 4.5] (resp. Johannes Petrus Steinmetius) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
VI.
‘Ad Digest. Part. II Lib. V. Tit. I’ [= D. 5.1: De judiciis etc.] (resp. Christianus Spererus);
VII.
‘Ad Lib. V Titulum II’ [= D. 5.2: De inofficioso testamento] (resp. Simeon Wichel) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
VIII.
‘Ad ff. Lib. V. Titulum III’ [= D. 5.3: De hereditatis petitione] (resp. Lucas Harckens);
IX.
‘Ad ff. Lib. VI. Titulum I’ [= D. 6.1: De rei vindicatione] (resp. Bernhardus Wegner) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
262
Johannes Steinberg
X.
‘Ad ff. Lib. VII. Titulum I’ [= D. 7.1: De usufructu etc.] (resp. Paulus Eier) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
XI.
‘Ad ff. Lib. VII. Titulum III’ [= D. 7.3: Quando dies usus fructus legati cedat] (resp. Majettus Elama) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
XII.
‘Ad ff. Lib. VII. Titulum VIII’ [= D. 7.8: De usu et habitatione] (resp. Petrus Reichardus Scheffer) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
XIII.
‘Ad Lib. VIII ff. Tit. I’ [= D. 8.1: De servitutibus] (resp. Johannes de Sigers);
XIV.
‘Ad ff. Lib. IX. Titulum I’ [= D. 9.1: Si quadrupes pauperiem fecisse dicatur] (resp. Johannes van Warenholtz);
XV.
‘Ad ff. Lib. IX Titulum III’ [= D. 9.3: De his, qui effuderint vel dejecerint] (resp. Georgius Lambertus Elbing);
XVI.
‘Ad ff. Lib. X Titulum I’ [= D. 10.1: Finium regundorum] (resp. Simon Antonius) (bij deze naam staat in het ex. van de UBRos in hs. aangetekend: ‘Jam UJD et Consul Bremensis 1672’);
XVII.
‘Ad ff. Lib. X Titlum (sic) II’ [= D. 10.2: Familiae erciscundae] (resp. Johannes Arnoldus van Boeckhorst) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’; NB bij thesis XIX in hs.: ‘Vide disp. 41 et 34’);
XVIII.
‘Ad Librum XI Titul. I’ [= D. 11.1: De interrogationibus etc.] (resp. Tobias Staude);
XIX.
‘Ad Digest. part. III. Lib. XII. Titulum I’[= D. 12.1: De rebus creditis si certum petetur et de condictione] (resp. Georgius Hoepnerus);
XX.
‘Ad Digest. Lib. XII. Tit. II’ [= D. 12.2: De jurejurando etc.] (resp. Theodorus Albinus) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
XXI.
‘Ad Digest. Lib. XII. Tit. IV’ [= D. 12.4: De condictione causa data causa non secuta] (resp. Johannes Gilenius) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
XXII.
‘Ad Digest. Lib. XIII. Tit. I [= D. 13.1: De condictione furtiva] (resp. Arnoldus Coerman);
XXIII.
‘Ad Digest. Lib. XIII. Tit. V’ [= D. 13.5: De pecunia constituta] (resp. Andreas Mullerus);
XXIV.
‘Ad Digest. Lib. XIII. Tit. VI’ [= D. 13.5: Commodati vel contra] (resp. Joannes Wolfgangus Brunck);
XXV.
‘Ad Lib. Digest. XVI Tit. I’ [= D. 16.1: Ad SC Velleianum] (resp. Franciscus Jacobus Blanckenbeil) (met aan het eind ‘Corollaria feudalia’);
XXVI.
‘Ad ff. Lib. XVI. Tit. II’ [= D. 16.2: De compensationibus] (resp. Bernhardus Welman);
XXVII.
‘Ad ff. Lib. XVII. Tit. I’ [= D. 17.1: Mandati vel contra] (resp. Allardus Rhowolt) (met aan het eind ‘Corollaria ex jure feudali’);
XXVIII. ‘Ad ff. Lib. XVIII Tit. I’ [= De contrahenda emptione etc.] (resp. Adolphus Wuisthaus) (met aan het eind ‘Cololaria (sic) feudalia’); XXIX.
‘Ad Lib XIX ff. Tit. I’ [= De actionibus empti venditi] (resp. Albertus H. Storck);
XXX.
‘Ad lib. ff. XX. Tit I’ [= De pignoribus et hypothecis etc.] (resp. Otto Swalve);
XXXI.
‘Ad lib. ff. XXI. Tit. I’ [= De aedilitio edicto et redhibitione et quanti minoris] (resp. Johannes dela Haye);
XXXII.
‘Ad Lib. XXII Tit I. De usuris [etc.] (alsmede) ‘Ad Tit. II De nautico faenore’ [= D. 22.1 en D. 22.2] (resp. Franciscus Junius) (bij deze naam staat in het ex. van de UBRos in hs. aangetekend: ‘1674 nunc Consul Groningae’);
Johannes Steinberg
263
XXXIII. ‘Ad Lib. XXII Tit. III’ [= D. 22.3: De probationibus et praesumptionibus) (resp. Diurco Andreae); XXXIV. ‘Ad Lib. XXII Tit. IV’ [= D. 22.4: De fide instrumentorum et amissione eorum] (resp. Joannes Julsingh); XXXV.
‘Ad lib. XXIII fforum Tit. I’ [= D. 23.1: De sponsalibus] (resp. Gerardus Janus Meiknecht);
XXXVI. ‘Ad Lib. XXIV ffor. Tit. I’ [= D. 24.1: De donationibus inter virum et uxorum] (resp. Gulielmus Snethlage); XXXVII. ‘AD LIB. XXVI fforum Tit. I’ [= D. 26.1: De tutelis] (nb. laatste thesis (nr. LIII) in kleiner corpus gezet) (resp.Gisbertus Daams); XXXVIII. ‘Ad Digest. part. V Lib. XXVIII Tit I’ [= D. 28.1: Qui testamenta facere possunt et quemadmodum testamenta fiant] (resp. Daniel ten Winckel); XXXIX. ‘Ad Digest. Lib. 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36. Ad Lib. XXX’ [= D. 30: De legatis et fideicommissies e.v.] (resp. Lucas Schalen); XL.
(door doorhaling van ‘II’ verbeterd uit XLII) ‘Ad Digest. XXXV Tit. I’ [= D. 35.1: De condictionibus et demonstrationibus et causis et modis eorum, quae in testamento scribuntur] (resp. Johannes Tiens);
XLI.
‘Ad Digest. partem VI. Lib. XXXVII (lees: XXXVI) et XXXVIII (lees: XXXVIII).’ [= D. 36.1: Ad SC Trebellianum] (in ex. UBRos bij thesis XXXIV in hs.: ‘Vide disp. 17 et 19’) (resp. Georgius Christophorus Waltherus);
XLII.
‘Ad Digestor. Lib. XXXVIII. Tit. I [= D. 38.1: De operis libertorum] (resp. Theodorus Robers ab Egmondt);
XLIII.
‘Ad Digest. Lib. XXXIX et XL. Ad Tit. I’ [= D. 39.1: De operis novi nuntiatione (en) D. 40.1: De manumissionibus ] (resp. Fridericus a Brunnauw);
XLIV.
‘Ad Lib. XLI. Tit. 1 et 2’ [= D. 41.1: De adquirendo rerum dominio (en) D. 41.2: De adquirenda vel amittenda possessione] (resp. Melchior Fridericus à Canitz) (ex. enkelvoudige disp. in UBG, zie hieronder);
XLV.
‘Ad Lib. XLI. Tit. 3 usque ad fin. Libri’ [= D. 41.3: De usurpationibus et usucapi-onibus – D. 41.10.2: Pro suo] (resp. Joannes Witcopff);
XLVI.
‘Ad Lib. XLII ffor. Tit. priores quatuor’ [= D. 42.1: De re judicata et de effectu sententiarum et de interlocutionibus – D. 42.4: Quibus ex causis in possessionem eatur] (resp. Joannes Mennenga);
XLVII.
‘Ad Tit. V et seqq. lib. XLII Digest. usque ad finem lib.’ [= D. 42.5: De rebus auctoritate judicis possidendis seu vendundis – D. 42.8:Quae in fraudem creditorum facta sunt ut resituantur] (resp. Johan-Philippus Burckhardus);
XLVIII. ‘Ad LIB. XLIII. fforum Titulos priores quinque. Ad Tit. I’ [= D. 43.1: De interdictis sive extraordinariis actionibus – D. 43.5.5] (resp. Engelbertus Ottens); XLIX.
(in het boek opnieuw met: ‘XLIII’.) ‘Ad Digest. Lib. XLIII à tit. 6 usque ad tit. 15 inclusive.’ [= D. 43.6: Ne quid in loco sacro fiat – D. 43.15: De ripa munienda] (resp. Gerhardus Hammachaerus);
L.
(in het boek als: XLIX) ‘Ad Lib. XLIII fforum. Titul. XVI. Usque ad titul. 28. inclusive.’ [= D. 43.16: De vi et vi armata – D. 43.28: De glande legenda] (resp. Johannes Guilielmus à Delen);
LI.
(idem: L) ‘Ad Lib. XLIII fforum Titul. XVII. usque ad Titul. 23 inclusive.’ [= D. 43.17: Uti possidetis – D. 43.23 De cloacis ] (resp. Nicolaus Gerhardus Arens) (ex. enkelvoudige disp. in UBG, zie hieronder);
LII.
(idem: LI) ‘Ad Lib. XLIII fforum. Titul. XXIV. Usque ad finem Libri.’ [= D. 43. 24: Quod vi aut clam – D. 43.33] (resp. Jacobus Gleins);
264
Johannes Steinberg
LIII.
(idem: LII) ‘Ad ff. lib. 44 Titul I etc.’ [= D. 44.1: De exceptionibus praescriptionibus et praejudiciis] (resp. Petrus Wedda);
LIV.
(idem: LIII) ‘Ad Lib. XLIV. tit. 2 et 3’ [= D. 44.2: De exceptione rei judicatae (en) D. 44.3: De diversis temporalibus praescriptionibus et de accessionibus possessi-onum] (resp. Johan van Husen) (ex. enkelvoudige disp. in UBG, zie hieronder);
LV.
(idem: LIV) ‘Ad Lib. XLIV. Tit. 4, 5. et 6.’ [= D.44.4: De doli mali et metus exceptione, D. 44.5: Quarum rerum actium non datur (en) D. 44.6: De litigiosis] (resp. Henricus à Losen) (ex. enkelvoudige disp. in UBG, zie hieronder);
LVI.
(idem: LV) ‘Ad Lib. XLIV. tit. ultim. [= D. 44.7: De obligationibus et actionibus] (resp. Carolus Steinbergius);
LVII.
(idem: LVI) ‘Ad ff. part. VII. Lib. XLV.’ [= D. 45.1: De verborum obligationibus] (resp. Daniel Im Hoff);
LVIII.
(idem: LVII) ‘Ad Lib. XLVI. Ad Tit I’ [= D. 46.1:De fideiussoribus et mandatoribus] (resp. Jacobus Woltingius);
LIX.
(idem: LVIII) ‘Ad XLVI … Ad Tit. III’ [= D. 46.3: De solutionibus et liberationibus] (resp. Theodorus Graswinckel);
LX.
(idem: LVIII (2)) ‘Ad Lib. XLVI. tit. V et sequentes.’ [= D. 46.5. De stipulationi-bus praetoris] (resp. Henricus à Losen);
LXI.
(idem: LIX) ‘Ad lib. XLVII ff. tit. I [= D. 47.1] De privatis delictis (resp. Ditrich Butt);
LXII.
(idem: LX) ‘Ad Lib. XLVIII. Tit. I. [= D. 48.1] De publicis judiciis (resp. Jacobus van Boeckholt);
LXIII.
(idem: LXI) ‘Ad L. Juliam Repetundarum, et titt. 4 seqq.’ [= D. 48.11 – 48.15] (resp. Joachimus Michiels);
LXIV.
(idem: LXII) ‘Ad SC. Turpillianum etc. et duos seqq. titt.’ [= D. 48.16 et seqq. (resp. Gualterus Wolters);
LXV.
(idem: LXIII) ‘Ad Tit. De poenis, et seqq. usque ad finem libri 48’ [= D. 48.19 – 48.24] (resp. Abramus Huisman);
LXVI.
(idem: LXIV ‘et ultima’) ‘Ad Librum XLIX. Tit. I. De appellationibus et relationibus, et seqq.’ (resp. Eilardus Eilers). UBRos, Arn
NB 1 Het exemplaar in Arn is afkomstig uit de nalatenschap van Johan Winand Pagenstecher, hoogleraar in Steinfurt 1649-1688 (zie Höting, Professoren Steinfurt, p. 151-153) NB 2 Zowel in SBBerl als in UBG bevinden zich enige ‘losse’ exx. van in het kader van S.’s ‘Collegium Wesenbecianum’ gehouden disputaties. De SBBerl bezit een ‘verzameling’ van 11 disputaties, genummerd 1-10 en 13, onder de titel Collegii Wesenbeciani disputatio 1 etc. De eerste twee daarvan hebben een t.p., waaruit blijkt dat zij in 1638 gehouden en gedrukt zijn: – Collegii Wesenbeciani Disputatio prima continens Selectiora ex lib. 1 Paratit. quam praeside Joan. Steinbergio defendam suscipit Johan Georgius Rolwag in auditorio jurisconsultorum publice mense Octobr. dieb. 17 et 18. Groningae, typis Johannis Sas, 1638. – Collegii Wesenbeciani Disputatio secunda continens Selectiora ex lib. 2 Paratit. quam praeside Joan. Steinbergio defendam suscipit Johann. Leonhardus Fuerer von Haymendorff in auditorio jurisconsultorum publice mense Octobr. dieb. 17 et 18. Groningae, typis Johannis Sas, 1638. De andere disputaties hebben geen t.p. en zijn qua druk volkomen gelijk aan de hierboven beschreven dispp. III t/m XI en XIII. Enkele daarvan zijn doorschoten en van hs. aantekeningen voorzien.
Johannes Steinberg
265
De UBG bezit vier enkelvoudige disputaties, die in het kader van S.’s collegium gehouden zijn. Van drie daarvan begint de titel met ‘Collegii Wesenbeciani disputatio etc.’ Bij de vierde – hier op grond van de datum, waarop zij gehouden is als de eerste van de vier genoemd – blijkt dit uit de ‘aanhef’ op de eerste pagina. Het gaat hier om de volgende oefendisputaties, die overeenkomen met de dispp. XLIV, L, LIV en LV in het werk Collegium Wesembecianum etc.: – Dissertatio juridica De acquirendo rerum dominio et acquirenda et amittenda possessione, quam … praeside … Dn. Johanne Steinbergio … praeceptore suo officiose honorando publico eruditorum examine submittit Melchior Fridericus à Canitz Equ. Sil. … (4-7-1648). Groningae, typis Johannis Sas, 1648. [NB Bovenaan op de eerste pag. van deze disp. staat: ‘Colleg. Wesenbec. Desputatio (sic!) XLIV. Tit. 1. et 2.’] – Collegii Wesenbeciani disputatio L ad lib. 43 tit. uti possidetis 17 junctis septem sequentibus, quam sub praesidio … Johannis Steinbergii … publice defendam suscipit Nicolaus Gerhardus Arens, …[dag en uur niet ingevuld] …, Groningae, ex officina Edzardi Agricolae, 1652. – Collegii Wesenbeciani disputatio LIII ad tit. 2 et 3 Lib. 44 ff., quam … praeside Johanno Steinbergio, …, publice disquisitione subjicit Johan Husen. … (26-6-1652). Groningae, typis Edzardi Agricolae, 1652. – Collegii Wesenbeciani disputatio LIV ad lib. 44 ff. Tit. De doli mali, et metus exceptione 4 junctis duobus sequentibus, quam … sub clypeo … Joannis Steinbergii … publice disquisitione subjicit Henricus a Losen, … (3-7-1652). Groningae, typis Edzardi Agricolae, 1652.
PETRUS DE TOULLIEU
Geboren Parijs 1669, overleden Groningen 1734. Studie Franeker en Utrecht. Promotie tot doctor juris Utrecht 1695. Privaat docent Utrecht. Hoogleraar Lingen 1699, en Groningen 1717. Boeles, ‘Levenschetsen’, p. 64-65; Ensink, Academische rouw, p. 688 (687-690), 827 (nr. 326); A.H. Huussen jr., ‘Onderwijs in de Groningse rechtenfaculteit gedurende de eerste helft van de 18e eeuw’ in: Onderwijs en onderzoek: studie en wetenschap aan de academie van Groningen in de 17e en 18e eeuw (A.H. Huussen jr. red.), Hilversum 2003, 161-184, daarin 163, 166, 167 en 174-176, en verder nog 279, 285 en 323. Catalogus bibliothecae quam sibi collegerat Petrus de Toullieu, distrahentur hi libri in auditorio academ. lege publica auctionis a. d. 21. sept. 1734. Groningae, ex officina Georgii Spandaw, 1734 (ex. in UBA; nb deze catalogus is onder een andere titel meermalen herdrukt); Carmina lugubria in. obitum Petri de Toullieu. Groningae, typis viduae J. a Velzen, [1734] (ex. in KB; bevat gedichten van H. Laman, G. Alting, J. Wolbers en A. Hoising); Levensbericht van de hand van J. Barbeyrac (zie hierboven nr. 144 en hieronder nr. 634).
OEFENDISPUTATIE: DE JURE NUPTARUM [I] Oefendisputatie, gehouden te Franeker in maart 1692. 619
Disputatio juridica de jure nuptarum, quam sub praesidio Cornelii van Eck publice proponit Petrus de Toullieu. Franequerae, apud Johannem Gyselaar, 1692. 4°: 52 pp. (p. 3 gepag. als 2) – t.p., ded. aan Ulricus Huber en Cornelius van Eck, pref. (van T.), tekst, corollaria, lofdd. van C.B. de Hiesfeld, J. de Guillebert en M.D.A. – Het ex. van de PBL is onvolledig. – Aud. 97/1692.1; STCN. UBA, PBL, MPI, ÖNB, BN
OEFENDISPUTATIE: DE CESSIONE ACTIONUM Oefendisputatie, gehouden te Franeker in november 1692. 620
Disputatio de cessione actionum, quam sub praesidio Cornelii van Eck publice defendam suscipit Petrus de Toullieu. Franequerae, apud Johannem Gyselaar, 1692. 4°: 28 pp. – t.p., tekst. – Aud. 97/1692.4.
UBL, ÖNB, BN
OEFENDISPUTATIE: PRO OENOMIA ROMANA SEPTIMA Oefendisputatie, gehouden te Franeker in maart 1693. Zie m.b.t. de onder voorzitterschap van Ulrik Huber gehouden ‘disputationes pro oenomia Romana’, ook BGNR Franeker, nr. 279 j° nrs. 283 en 284.
Petrus de Toullieu
621
267
Disputatio juridica pro oenomia Romana septima: ad librum IV Pandectarum quam Petrus de Toullieu, praeside Ulrico Hubero, disquisitioni exponit. Franequerae, apud Johannem Gyselaar, 1693. 4°: II, 58 pp. – t.p., tekst, ‘annexa respondentis’. – Aud. 69/1693.4.
PBL, KB
OEFENDISPUTATIE: DE JURE NUPTARUM [II] Oefendisputatie, gehouden te Utrecht 11-11-1693.Behalve als respondens presenteert d. T. zich bij deze disputatie zich ook als auteur. 622
Disputatio juridica de jure nuptarum altera, quam sub praesidio Cornelii van Eck publico eruditorum examine subjicit Petrus de Toullieu, auctor et respondens. Trajecti ad Rhenum, ex officina Francisci Halma, 1693. 4°: 32 pp. – t.p., ded. aan P. de Toullieu en L. de Beauchamp, pref. (van d. T.) tekst, corollaria, lofdd. Van P. le Jeune, Platel en J.L. Lacombe. BN
DISPUTATIONES DUAE DE JURE NUPTARUM Uitgave van beide hierboven nrs. 619 en 622 genoemde oefendisputaties in een verzamelwerk, uitgegeven door de Zwitserse politcus en jurist Daniel von Fellenberg (1731-1801). 623
[‘Disputationes juridicae duae de jure nuptarum. Praes. Corn. van Eck.’, ook in: Jurisprudentia antiqua continens opuscula et dissertationes, quibus leges antiquae, praesertim Mosaicae, Graecae, et Romanae illustrantur. Curante Dan. Fellenberg. II. Bernae, sumtibus societatis litterariae, apud Abr. Wagner filium, 1761.] p. 211-246 (nr. XV). Fr.t.p., pref., tekst Disputatio prima. En p. 247-270. Pref., tekst Disputatio altera. UBA, UBL, UBU, KB, SBBerl, UBBern, ÖNB, BL
624
[En in: Jurisprudentia antiqua continens opuscula et dissertationes, quibus leges antiquae, praesertim Mosaicae, Graecae, et Romanae illustrantur. Curante Dan. Fellenberg. II. Editio restaurata. Bernae, sumtibus societatis litterariae, apud Abr. Wagner filium, 1794.] p. 211-246 (nr. XV). Fr.t.p., pref., tekst Disputatio prima. En p. 247-270. Pref., tekst Disputatio altera. UBFrf, UBHal, UBHei, UBBern, QCLOx
VARIAE CONJECTURAE DE JURE CIVILI Disputatio pro gradu, gehouden te Utrecht in 1695. De tekst omvat 9 capita met verschillende onderwerpen. De tekst is ook opgenomen in de Collectanea (hieronder nr. 634) eerste stuk, p. 164-222.
268
625
Petrus de Toullieu
Disputatio juridica inauguralis varias exhibens de jure civili conjecturas quam publico examini subjicit Petrus de Toullieu. Trajecti ad Rhenum, ex officina Francisci Halma, 1695. 4°: IV, 52 pp. – t.p., ded. aan Cornelius van Eck en Joannes Georgius Graevius, pref. (van T.), tekst, corollaria. – STCN, NUC. UBA, UBG, UBU, SLBD, BL, BN, NYPL
CONTENTIO LITTERARIA CUM A.A. PAGENSTECHERO 626
In 1701 publiceerde A.A. Pagenstecher zijn Irnerius injuria vapulans met daarin de 50 ‘coitiones’ die tezamen de tekst van dit werk vormen (zie hierboven onder nr. 494. Waarschijnlijk was het deze uitgave die T. ertoe bracht stelling te nemen tegen wat Pagenstecher daarin in de zevende coitio had gesteld. De briefwisseling en discussie tussen de beide hoogleraren is pas na hun dood gepubliceerd in de door J. Wolbers uitgegeven Collectanea (eerste stuk, p. 446-456) onder de titel Contentio litteraria cum Viri Cl. A.A. Pagenstechero. Zie hieronder nr. 634.
LIJKREDE VOOR KONING-STADHOUDER WILLEM III Lijkrede gehouden te Lingen 16-5-1702. De koning-stadhouder was 19-31702 overleden in Kensington Palace bij Londen. 627
Laudatio funebris augustissimi ac potentissimi principis Guilielmi III, Magnae Brittanniae, Franciae, et Hyberniae regis, supremi Belgicae Foederatae Praefecti, etc., etc., etc. Ex publico decreto dicta a Petro de Toullieu… Amstelaedami, apud Franciscum Halmam, 1702. Fol: IV, 43, I pp. – t.p., ded. aan koning Frederik van Pruisen, tekst – STCN. KB, UBHei, UBJena, UBLeip, HABW, NLH
DISSERTATIONUM JURIDICARUM TRIAS De drie dissertaties in deze bundel op zijn ook opgenomen in de Collectanea (hieronder nr. 634) eerste stuk, p. 1-163. 628
Dissertationum juridicarum trias. Trajecti ad Rhenum, ex officina Guillielmi vande Water, 1706. 8°: VIII, 229, XVII pp. – t.p., ded. aan Paulus de Toullieu (T.’s vader) en Cornelius van Eck (Lingen, 14-2-1706), inh., tekst Dissertatio ad legem Cum societas 69. D. pro socio (= D. 17.2.69), tekst Dissertatio ad legem Frater a fratre 38. D. de condict. indebiti (= D. 12.6.38), tekst Dissertatio juri luendi ac repetendi pignoris an praescribatur? Eaque occasione, de rebus merae facultatis, jure adeundi, redimendi, et similibus, ‘Summae capitum I’, ‘Summae rerum II’, err. – STCN. UBL, UBU, KB, SLBD, UBLeip, UBTüb, HABW, LBAu, ÖNB, NLS
Petrus de Toullieu
629
269
Dissertationes juridicae tres, in quibus ratione varia juris Romani capita explicantur, praecipue duae decantatae cruces JCtorum. Trajecti ad Rhenum, ex officina Guilielmi vande Water, 1717. 8°: pag. en inh. gelijk die van aan nr. 628.
UBGött, UBHam, UBRos
LIJKREDE VOOR THOMAS ERNESTUS VON DANCKELMAN Lijkrede gehouden te Lingen 27-9-1709 ter gelegenheid van het overlijden van Thomas Ernst von Danckelman, die o.a. curator van de academie te Lingen was. 630
Oratio funebris in obitum Thomae Ernesti lib. baronis a Dankelman. Lingae, apud Joh. Barth. Stein, 1709. Fol.: 67, III pp. – t.p., ded. aan Sylvester Diedericus en Philippus Sylvester, barones a Danckelman, tekst rede, rouwdicht van Henricus Pontanus, err. SLBD, UBJena, Arn, FBB, BL
DE JURISPRUDENTIAE CUM RERUM DIVINARUM SCIENTIA AFFINITATE Rede gehouden te Groningen 23-9-1717 bij de aanvaarding van het professoraat aldaar. Op dezelfde dag hield ook zijn naaste collega in de juridische faculteit Jean Barbeyrac zijn inaugurele rede, zie hierboven nr. 96. De tekst is ook opgenomen in de Collectanea (hieronder nr. 634) eerste stuk, p. 457-478. 631
Oratio inauguralis de jurisprudentiae cum rerum divinarum scientia affinitate. Groningae, ex officina Johannis van Velsen, 1717. 4°: IV, 33, I pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Stad en Lande (ongedat.), tekst. – STCN. UBL
DE NON SOLUBILI OB MALITIOSAM DESERTATIONEM MATRIMONIO Rede ter gelegenheid van de promotie van Meinhard Lohman tot J.U.D. 2011-1720. (Zie ook ASGron. k. 464). De tekst is ook opgenomen in de Collectanea (hieronder nr. 634) eerste stuk, p. 479-493. 632
Oratio de non solubili ob malitiosam desertionem matrimonio. Groningae, ex officina Joh. à Velsen, 1720. 4°: II, 24, II pp. – tekst, met op een apart mee ingebonden blad de twee op p. 12 aangehaalde citt. uit het Nieuwe Testament weergegeven in het Latijn via de vertaling van de theoloog Th. Beza, en wel Matth. 19:9 en I Corinth. 7: 15, 16 met uitleg. – STCN. UBA, UBU, ABDev
270
Petrus de Toullieu
DE ULPIANO, AN CHRISTIANIS INFENSO? Rede, gehouden te Groningen 5-9-1724 bij de overdracht van het rectoraat. De tekst is ook opgenomen in de Collectanea (hieronder nr. 634) eerste stuk, p. 495-515. 633
Oratio de Ulpiano, an Christianis infenso? Contra Baronium et alios. Groningae, ex officina Johannis à Velsen, 1724. 4°: 27, I pp. – t.p., tekst. – STCN.
UBG
COLLECTANEA, MET LEVENSBERICHT VAN T. DOOR J. BARBEYRAC, UITGEGEVEN DOOR J. WOLBERS Bij dit werk gaat het om een verzameling van deels nooit eerder uitgegeven werken van d. T. door zijn leerling Joannes Wolbers, die aan het eind een eigen werk heeft toegevoegd. Zij bevat in de eerste plaats de tekst van 20 dissertaties, die hetzij door d. T. zelf gehouden zijn, zoals zijn inaugurele disputatie (zie hierboven nr. 625), hetzij door één van zijn studenten in Lingen dan wel in Groningen. Dit laatste staat vast voor de dissertaties X, XIV, XVII, XVIII en XX (zie Collectanea, eerste stuk respectievelijk p. 310-319, p. 366374, p. 399-407, p. 408-413 en p. 429-440). De eerste twee daarvan zijn gehouden te Lingen respectievelijk door Johannes Andreas Flenderus in 1709 en door Hermannus Henricus Werning in 1714, en de derde, vierde en vijfde te Groningen respectievelijk door Petrus Johannes Buttinga en Meinardus Lohman in 1719 en Otto A. van Lindenquist in 1725. De door Van Lindenquist gehouden Dissertatio de vasallo etc. is later in 1761 nog een keer uitgegeven te Berlijn (exx. in UBErl en UBJena).Verder bevat de verzameling een aantal stukken m.b.t. de discussie tussen d. T. en A.A. Pagenstecher n.a.v. ‘coitio’ 7 van Pagenstechers Irnerius injuria vapulans onder de titel ‘Contentio litteraria cum viro clariss. A.A. Pagenstechero’ (zie hierboven nr. 626) en de drie door T. te Groningen gehouden oraties (zie hierboven de nrs. 631-633). 634
Petri de Toullieu, Collectanea. In quibus multa juris civilis aliorumque auctorum loca illustrantur et explicantur, quaedam etiam emendatur edita a Joanne Wolbers, qui et Decadem observationum addidit. Groningae, apud Georgium et Hajonem Spandaw, 1737 (en 1736). 4°: Twee stukken, elk met eigen t.p. en pag., XX, 515, I pp. en 52, XVI pp. – Eerste stuk: pref. van J. Wolbers (Groningen, 1-5-1737), ‘Elegia in funere Petri de Toullieu’ van de hand van J. Wolbers, ‘Vita viri cl. Petri de Toullieu ex programmate … Joannis Barbeyracii, rectoris magnifici, desumpta’, inh. (incl. die van de Observationum decas), tekst Dissertatio I Ad legem Cum societas 69. D. pro socio (= D. 17.2.69), tekst Dissertatio II Ad legem Frater a fratre 38. D. de condict. indebiti (= D. 12.6.38), tekst Dissertatio III Juri luendi ac repetendi pignoris an praescribatur? Eaque occasione, de rebus merae facultatis, jure adeundi, redimendi, et similibus, tekst Dissertatio IV Varias exhibens de jure civili conjecturas tekst Dissertatio V De querela inofficiosi, tekst Dissertatio VI De incestu, et gradibus, lege divina prohibitis, tekst Dissertatio VII De jure, sese a tutele vel cura excusandi ob magistratum, et numerum liberorum, tekst Dissertatio VIII De auctoritate curatorum aetatis, tekst Dissertatio IX De portione legitima, titulo institutionis relinquenda, tekst Dissertatio X De occurentibus in jure civili Anantapodoris, tekst Dissertatio XI De jure servitutem imponendi fundo fructuario,
Petrus de Toullieu
271
tekst Dissertatio XII De usu remedii, legis 2 Cod. De rescind. vendit. re alienata vel extinct. (= C. 4.44.2), tekst Dissertatio XIII De successione filiorum fratrum ad Nov. CXVI. cap. III, tekst Dissertatio XIV Utrum filio exheredato possit exemplariter substitui, tekst Dissertatio XV De privilegiis, tekst Dissertatio XVI (en XVII) Utrum detur, et quid sit pro herede usucapio, tekst Dissertatio XVIII De praesentia et absentia, mixtoque ex utraque tempore in praescriptionibus, tekst Dissertatio XIX De parricida non confesso, Ad Sueton. in Aug. c. 3, tekst Dissertatio XX De vasallo, dominum adversus proprium patrem, adjuvare non obligato, tekst Quaestio juridica, quibus temporibus in institutione conditionali debeat cum herede esse testamenti factio, tekst Contentio litteraria cum viro clariss. A.A. Pagenstechero, tekst Oratio de jurisprudentiae cum rerum divinarum scientia adfinitate, tekst Oratio de non solubili ob malitiosam desertionem matrimonio, tekst Oratio de Ulpiano, an Christianis infenso? – Tweede stuk: cit. uit M.A. Muretus Var. Lect. Lib. VII, cap. 12, tekst Observationum decas, in qua nonnulla Juris Romani aliorumque loca illustrantur et emendantur, regg. (op beide stukken), err. m.b.t. de Observationum decas. – STCN. UBG, UBL, UBU, KB, PBL, SLBD, UBDüss, UBHal, UBRos, UBTüb, HABW, MPI, ALEd
THEODORUS TRIGLAND
Geboren Amsterdam 1620, overleden Harderwijk 1679. Studie Leiden. Promotie tot juris doctor aldaar 1641. Advocaat bij de Hoge Raad van Holland en Zeeland. Hoogleraar Harderwijk 1661. NNBW X, 1043; Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, 208-210.
OEFENDISPUTATIE: DE JURISDICTIONE ET IMPERIO Oefendisputatie, gehouden te Leiden 24-11-1640 onder voorzitterschap van Jacobus Maestertius. Zie voor het werk van Maestertius, waarin deze disputatie is opgenomen, BGNR Leiden nr. 351. 635
[Disputatio juridicarum septima De jurisdictione et imperio. Lugduni Batavorum, ex officina Bonaventura et Abrahami Elsevir, 1640. In: J. Maestertius, Illustrium materiarum prima rudimenta. CXLV. Disputationibus comprehensa, Publioque examini in alma Leydensi academia subjecta. Lugduni Batavorum, ex officina Bonaventura et Abrahami Elsevir, 1646.] 4°: 8 pp. (ongepag.) – t.p., ded. aan Franciscus van Aerssen, tekst. – STCN. UBL, KB
UITGAVE VAN J. TRIGLAND, ANTAPOLOGIA, SAMEN MET ZIJN BROERS Het gaat om een nagelaten werk van zijn vader Jacobus Trigland, hoogleraar in de theologie te Leiden. (Zie over hem NNBW VI, 1282-1284.) De broers met wie T. dit werk samen uitgaf, zijn Cornelis en Jacobus Trigland jr. Het werk was gericht tegen een geschrift van de Remonstrantse theoloog Simon Episcopius (1583-1643), waarin deze op theologische gronden oproept tot tolerantie, getiteld ‘Apologia pro confessione Remonstrantium’. Episcopius publiceerde dit geschrift in 1629. 636
Jacobi Triglandii, Antapologia, sive examen atque refutatio totius apologiae Remonstrantium. Ubique ipso apologiae textu inserto, ita ut cum et sine ipsa legi possit. Opus posthumum. E authographo auctoris nunc primum editum, diaque desideratum. Cum indicibus necessariis. Hardervici, ex officina Pauli van den Houte, prostant Amstelodami, apud Joannem Jansonium, Joannem a Waesberge, et Elizeum Weyerstraeten, 1664. 4º: XL, 735, XVI, I pp. – t.p., pref. (‘ondertekend’ door de broers Cornelius, Theodorus en Jacobus Triglandius, ongedat.), ‘Judicium et votum facultatis theologiae Leydensis’ (18-31664), lofd. van Samuel à Diest (Harderwijk, 16-4-1664), vergelijkende tabel tussen de
Theodorus Trigland
273
Apologia en de Antapologia, pref. (van Jacobus Trigland), ‘Refutatio Apologiae Remonstrantium’, tekst Apologia Remonstrantium, pro confessione, seu Declaratione sententiae suae refutatio, inh., regg. UBN, UBVU, SLBD, UBJena, UBRos, UBTüb, BSB, SBBerl, WLBS, UBBas, GUL
PAEDIA JURIS, SIVE EXAMEN INSTITUTIONUM Leerboek m.b.t. de Instituten van Justinianus in de vorm van een catechismus met vragen en antwoorden, herdrukt te Oxford in 1710. 637
Paedia juris sive Examen Institutionum, nova arte et methodo concinnatum, ita ut locis difficilioribus vice commentarii inservire possit: continuato indice titulorum adjecto. Amstelodami, apud Johannem Ravesteynium, 1671. 12°: XXIV, 541 (p. 94 als 46 gepag.), XI pp. – front., t.p., ded. aan de curatoren van de unversiteit van Harderwijk (Harderwijk, 28-2-1671), pref. (ongedat.), lofd. van Rudolphus Jacobaeus, tekst (bestaande uit vragen en antwoorden ‘Ad proemium, De confirmatione Institutionum’), tekst (bestaande uit vragen en antwoorden over de boeken I-IV van de Instituten), mededeling van de drukker, ‘Index titulorum Institutionum juris eorumque brevis et succincta continuatio memoriae ergo, ex textu et interpretationibus deprompta.’, ‘T[ypographus] ad eundem (de lezer?). Vocem vocalis commutes voce rogaris: Hoc mihi si praestes, semper amicus eris.’, colofon: ‘Harderovici, ex typographia Pauli vanden Houte. 1671.’ – STCN. UBL, UBVU, SLBD, UBGött, SBBerl, UBGent, BL, UBStel, LC
638
Paedia juris sive Examen Institutionum, nova arte et methodo concinnatum, ita ut locis difficilioribus vice commentarii inservire possit: continuato indice titulorum adjecto: accedunt huic editioni index titulorum alphabeticus et catalogus vett. JCC. ordine chronologico. Oxoniae, e Theatro Sheldoniano, 1710. 8°: XXIV, 464, 13 pp. – t.p., imprimatur van Guil. Lancaster, vice-kanselier van de universiteit van Oxford (5-9-1710), ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk (Harderwijk, 28-2-1671), ref. (ongedat.), ‘Praefatio in editionem Oxoniensem.’ (‘Oxon. e Coll. Reg.’, 28-9-1710), ‘Catalogus veterum jurisconsultorum ordine cronologico.’, , tekst (met vragen en antwoorden ‘Ad proemium, De confirmatione Institutionum’), tekst (met vragen en antwoorden m.b.t. de boeken I-IV van de Instituten, ‘Index titulorum Institutionum juris.’, ‘Index titulorum alphabeticus.’, err. – NUC. Bodl, BL, NLS, Harv
JACOBUS VARNERIUS
In alle bekende geschriften Jacobus Warner(ius) of Werner(ius) genoemd. Geboren Elburg ca. 1575. Overleden Harderwijk 1621 (?). Studie Leiden. Gepromoveerd tot doctor juris Leiden 1598. Hoogleraar rechten, ethica en politica28 Harderwijk 1599. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool I, 34-35; Ahsmann, Collegia en colleges, p. 556.
OEFENDISPUTATIE: DE USUFRUCTU Oefendisputatie, gehouden te Leiden 30-7-1596 (zie Ahsmann, Collegia en colleges, p. 397 (Bijlage I, nr. 156)). De disputatie is gehouden in het kader van het eerste ‘collegium disputationum Pandectarum’, dat van 1596-1597 aan de Leidse universiteit gehouden werd, zie Ahsmann, op. cit., p. 342-345. Het was in dat collegium de vijftiendede disptatie. 639
[Disputatio quindecim] de usufructu, quam sub praesidio Cornelii de Groot proponit Jacobus Warnerius etc. Lugduni Batavorum, [ex oficina Thomae] Basson, 1596. 4°: 10 pp. … (niet gezien.).
ÖNB, PUL
OEFENDISPUTATIE: DE JURE DOTIUM Oefendisputatie, gehouden te Leiden 5-3-1597(zie Ahsmann, Collegia en colleges, p. 399 (Bijlage I, nr. 184). Evenals de hierboven nr. 639 genoemde disputatie is deze disputatie verdedigd in het kader van het eerste ‘collegium disputationum Pandectarum’, dat van 1596-1597 aan de Leidse universiteit gehouden werd, zie Ahsmann, op. cit., p. 342-345. Het was in dat collegium de 31ste disputatie. 640
Disputatio trigesima prima de jure dotium, quam sub praesidio Cornelii de Groot … examinandam proponit Jacobus Warnerius. Lugduni Batavorum, ex officina Thomae Basson, 1597. 4°:12 pp. – t.p., ded. aan Everhardus Bronckhorst (ongedat.), [tekst, lofd. van Nicolaus Heynsius]. MPI, ÖNB, PUL
28 In de theologische disputatie van Joachimus Grapenitzius, gehouden te Groningen in 1619 (ex .in UBG) komt een ded. aan de hoogleraren ‘in illustri Geldrorum gymnasio’ voor, waaronder Jacobus Varnerius die wordt aangeduid als ‘juris utriusque doctor’ en ook als hoogleraar ‘philosophiae practicae …’.
Jacobus Varnerius
275
TWEE OEFENDISPUTATIES OVER HET LEENRECHT Deze twee oefendisputaties werden door V. respectievelijk 3-9 en 22-10-1597 verdedigd in het kader van een door de studenten zelf opgezet collegium disputationum over het leenrecht, waarin zij zonder praeses disputeerden. De academische senaat van de Leidse universiteit gaf 27-7-1597 zijn toestemming voor dit collegium. Het ging 6-8-1597 van start en heeft iets minder dan drie maanden gefunctioneerd (zie Ahsmann, op. cit., p. 366-369). In totaal zijn in het kader van dit collegium twaalf disputaties gehouden waaronder de twee van V. respectievelijk als vijfde en elfde (zie Ahsmann, op. cit., respectievelijk p. 402 en p. 404 (= Bijlage I, nrs. 225 en 239) en verder p. 368). Alle twaalf disputaties zijn in 1613 herdrukt in het werk Breviarium Juris feudalis duodecim disputationibus succincte comprehensum … Nunc secundo recusa … Lugduni Batavorum, a Joanne Patio, 1613, … (exx.o.a. in MPI en UBAug.; voor de volledige titel zie Ahsmann, op. cit., p. 368, noot 195). De twee disputaties van V. zijn respectievelijk afgedrukt op p. 47-56 en p. 121-127. 641
[Disputatio] de feudi constitutione et adquisitione quam ventilandam propono Jacobus Warnerius. Lugduni Batavorum, ex officina Joannis Paetsii, 1597. 4°: 12 pp. – … (niet gezien.)
642
PUL, BHL
[Disputatio] de actionibus et probationibus feudorum quam disquirendam exhibet Jacobus Warnerius. Lugduni Batavorum, ex officina Joannis Paetsii, 1597. 4°: 8 pp. – … (niet gezien.)
PUL, BHL
[DISPUTATIO] EX TERTIO JURIS OBJECTO DE ACTIONIBUS Inaugurele disputatie, verdedigd te Leiden 13-4-1598. V. promoveerde 214-1598 bij Everhardus Bronckhorst (zie Ahsmann, op. cit., p. 556 en p. 405 (= Bijlage I, nr. 260). 642A [Disputatio inauguralis] Ex tertio juris objecto de actionibus… Lugduni Batavorum, [ex officina Thomae (?)] Basson, 1598. 4°: … (niet gezien.)
UBL
HUBERTUS GREGORIUS VAN VRIJHOFF
Geboren Amsterdam 1704, overleden aldaar 1754. Studiereis door Frankrijk, Italië en Duitsland ca. 1724-1728. Studie Leiden. Promotie tot doctor juris Leiden 1735. Advocaat te Amsterdam. Hoogleraar Harderwijk 1737 en Amsterdam 1743. Bouman, Gesch. Geld. Hoogeschool II, 142-144; Aanhangsel Gedenkboek Athenaeum en Universiteit Amsterdam, 703. Bibliotheca Vrijhoviana sive Catalogus librorum in omni fere scientiarum genere praestantissimorum, nitidissimi compactorum, quos inter praeter theologicos, historicos.. eminent juridci etc. …, quibus, dum vivebat, usus fuit Hub. Greg. a Vrijhoff, horum publica distractio fiet … die 21 Octobris et seqq. 1754. Amstelaedami, apud viduam et filium S. Schouten, et Joann. Roman, 1754 (exx. in UBA en KB). Naast de hier opgenomen werken, waaronder twee dichtbundels, zijn van V. nog enkele gedrukte ‘losse’ gelegenheidsgedichten overgeleverd, die berusten in de KB. Zie daarvoor de STCN.
DE GEWAENDE DRONKAERT DOOR LIEFDE Dit toneelstuk is ook opgenomen in De gedichten van Hubertus Gregorius van Vrijhoff, uitgave 1725 (hieronder nr. 642) en wel p. 77-104. 643
De gewaende dronkaert door liefde: Blyspel. Te Leyden, gedrukt voor liefhebbers, 1725. 8°: 23, I pp. – t.p., ‘Vertoonders’, tekst. – STCN.
UBA, UBL, UBU
GEDICHTEN (1725) Er zijn twee bundels met de titel De gedichten etc. respectievelijk gedrukt in 1725 en in 1755. De in de tweede bundel opgenomen gedichten zijn voor een groot deel andere dan die in de eerste. 644
De gedichten van Hubert Gregorius van Vrijhoff. Te Leiden, by Abraham Kallewier, 1725. Groot 8°: X, 108 pp. – t.p., ded. aan mr. Joan Carel de Roo, advocaat voor het Hof van Holland, pref., err., tekst gedichten (inclusief het hierboven nr. 641) genoemde blijspel). – STCN. UBA, UBL
Hubertus Gregorius van Vrijhoff
277
GEZANG OP HET DERDE 50-JARIG JUBELFEEST VAN DE STICHTING DER LEIDSCHE AKADEMIE 645
Gezang op het derde vyftigjarige jubelfeest van de stichting der Leidsche Akademie. Aen den hooggeleerden en godvruchtigen heere, den heere Franciscus Fabricius, rector magnificus, hoogleeraer in de godtheit (sic) te Leiden. S.l., [1725]. 4°: 8 pp. (ongepag.) – t.p., tekst gedicht. – STCN. UBA, UBL, KB
HERUITGAVE VAN DIT GEZANG 646
[In: Feestzangen op het derde jubilé van ’s lands Hooge Schoole te Leyden, gevierd den VIII. van Sprokkelmaend door verscheidene dichteren. Leyden, Bij C. van Hoogeveen, Junior, 1775]. 8°: Hierin p. 43-46. – Van Alphen nr. 770. UBG, UBN, UBM, UBU, ZBM
DISSERTATIO PRO GRADU OVER D. 1.8.6.5 EN ANDERE PLAATSEN Dissertatio pro gradu, verdedigd te Leiden 31-3-1735. Behalve over D. 1.8.6.5 gaat deze dissertatie over D. 48.19.16.8 en D. 50.16.236. 647
Dissertatio philologico juridica ad l. VI § 5 D. de divisione rerum, et qualitate, l. XVI § 8 D. de poenis, et l. CCXXXVI D. de significatione verborum, quam pro gradu doctoratus examini submittit Hubertus Gregorius van Vryhoff. Lugduni Batavorum, apud Samuelem Luchtmans, 1735. 4°: 28, XVI pp. – t.p., ded. aan Jacobus Philippus d’Orville (ongedat.), pref., tekst, corollaria, lofdd. van Petrus Burmannus, H.F. Ketelanus, Jan Balde jun., en P. Zweerts (de beide laatste in het Nederlands). – STCN. UBL, KB, PBL
648
[Ook in: Thesauri dissertationum juridicarum selectissimarum in Academiis Belgicis habitarum volumen I, continens dissertationes philologico-critico-juridicas quibus varia juris civilis capita veterumque auctorum loca emendantur, illustrantur, explicantur cum indice locupletissimo curante Gerhardo Oehlrichs. Tom. III. Bremae et Lipsiae, sumptibus Joh. Henr. Crameri, 1769.] p. 191-212 (nr. 24) UBL, UBU, UBMünch, BSB, MPI, ALEd, Harv
278
Hubertus Gregorius van Vrijhoff
ORATIO DE AEQUISSIMA JURIS ANTIQUI PERMUTATIONE Oratie gehouden te Harderwijk op 19-6-1737 bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten. 649
Oratio de aequissima juris antiqui permutatione. Harderovici, apud Johannem Moojen, 1737. 4°: 24, X pp. – t.p., ded. aan de curatoren van de universiteit van Harderwijk, tekst, lofdd. van Jac. Phil. d’Orville, Petrus d’Orville, H.F. Ketelanus, P. Zweerts (in het Nederlands) en Johannes onder de Linden (ook in het Nederlands). – Bij het ex. van de KB is de onderste helft van de t.p. weggesneden. – STCN. UBA, UBL, UBU, KB
ORATIO QUA OSTENDITUR INTERIOREM JURIS ROMANI NOTITIAM IN FORO VERSATURIS OMNINO ESSE NECESSARIAM Rede, gehouden 20-1-1744 te Amsterdam bij de aanvaarding van het professoraat in de rechten aldaar. De tekst is ook uitgegeven bij V.V.’s Observationes juris civilis, hieronder nr. 649. 650
Oratio qua ostenditur interiorem juris Romani notitiam in foro versaturis omnino esse necessariam. Amstelaedami, apud Samuelem Lamsveld, 1744. 4°: 36, XXVIII pp. – t.p., ded. aan het bestuur van het Atheneum Illustre (ongedat.), tekst, lofdd. van Jacobus Philippus d’Orville, Gerrardus Schroder, Bartholomeus Sieben, P. van der Schelling, J.J. Hartsinck, Philip Zweerts en nog twee anderen (de vijf laatste in het Nederlands). – STCN UBA, UBL, UBU, UBHal, BL
OBSERVATIONES JURIS CIVILIS, MET V.V.’S AMSTERDAMSE ORATIE Voor de toegevoegde oratie zie hierboven nr. 648. 651
Observationes juris civilis accedit ejusdem oratio qua ostenditur interiorem juris Romani notitiam in foro versaturis omnino esse necessariam. Amstelaedami, apud J.C. Arksteum et H. Merkum, 1747. 8°: XVI, 190, II, 38, XVIII pp. – t.p., ded. aan de Burgemeesters van Amsterdam als Curatoren van het Athenaeum Illustre aldaar (ongedat.), pref. (ongedat.), inh., err., tekst Observationes juris civilis, fr.t.p: Oratio qua ostenditur interiorem juris Romani notitiam in foro versaturis omnino esse necessariam., tekst oratie, regg. (Deze hebben alle betrekking op de tekst van de Observationes). – STCN. UBL, UBR, KB, UBGrei, UBHal, UBJena, UBLeip, UBRos, UBTüb, HABW
Hubertus Gregorius van Vrijhoff
279
GEDICHTEN (1755) Vijftig door P. Zweerts postuum uitgegeven gedichten van V.V. Voor een groot deel andere dan die welke in 1725 verschenen waren. Van een aantal van de hierin opgenomen gedichten bestaan afzonderlijk gedrukte exx., berustend in de KB. 652
De gedichten van Hubertus Gregorius van Vryhoff, Amsterdam, 1755. 4°: XXIV, 202, IV pp. – t.p., ded. van P. Zweerts aan Christina van Leeuwen, weduwe van V.V., pref. van P. Zweerts, lofdd.van L. Pater, J. Buys en anderen, tekst van de vijftig gedichten, tekst lofdd. op V., regg. UBA, UBG, UBL, KB, BN
REGISTER DRUKKERS EN UITGEVERS
In dit register zijn – alfabetisch per plaatsnaam geordend – alle drukkers en uitgevers opgenomen die voorkomen in de Bibliografie van Hoogleraren in de rechten aan de universiteiten van Groningen en Harderwijken in de Aanvullingen op de bibliografieën van hoogleraren aan de universiteiten van Leiden, Utrecht en Franeker (hierboven p. XXX-XXXVIII). Impressa waarin twee of meer plaatsnamen voorkomen, zijn zo nodig onder alle genoemde plaatsnamen verwerkt. Wat betreft de drukkers en uitgevers van de in deze bibliografie genoemde werken van Groningse en Harderwijkse professoren wordt verwezen naar het nummer cq. nummers van het betreffende werk c.q. werken in deze bibliografie. Naar de drukkers en uitgevers in de Aanvullingen wordt verwezen met het aangeven van de paginanummers – in Romeinse getallen – met daarachter tussen haakjes het nummer dat in deze bibliografie toegekend is aan het werk in kwestie. Altenburg Richter, Joh.Ludovicus .......................................................................................... 465k Altorf Noricorum Kohles(ius), Jod. Guil. ..................................................................................... 363, 364 Scherffius, Balthasar .............................................................................................. 494k Amsterdam Allart, J. ................................................................................................................... 345 Arkstée, J.C. ...................................................................................................... 50, 651 Beek, Jacob ter en Tirion, Isaac ............................................................................... 142 Boom, Henricus et Theodorus ................................................................. 205, 217, 432 Boom, Henricus et vidua Theodori ......................................................................... 235 Broersen, Jodocus .................................................................................................... 179 Brunel, P. ............................................................................................................... 151k Chatelain, Z. ............................................................................................................ 151 Conradi, Petrus ........................................................................................................ 253 Coup, Pierre de ..............................................13, 41-43, 78, 88, 91, 109, 110, 122, 139 Coup, veuve de Pierre de ............................................................................... 15, 44, 49 Doll, Jan .................................................................................................................. 143 Fritsch, Gasparus ....................................................................................................... 10
Register drukkers en uitgevers
281
Groot, G. de ............................................................................................................. 325 Halma, Franciscus .................................................................................................... 627 l’Honoré, François et fils ......................................................................................... 134 Humbert, Pierre ...................................................................................... 74, 75, 83, 141 Jansonius, Joannes (jr) ............................................................................. 406, 426, 636 Janssonio-Waesbergios .................................................................... 101, 102, 133, 151 Kleinpenning, Johannes ........................................................................................... 390 Kuyper, Gerard .............................................................................................. 11, 44, 49 Lamsveld, Samuel .................................................................................................... 650 Merkus, H. ......................................................................................................... 50, 651 Mortier, Pierre .................................................................................................. 153, 154 Nieman, J.F. ............................................................................................................. 262 Ravesteinius, Johannes .................................................................................... 188 , 637 Rey, Marc-Michel .................................................................................................. 261k Schelte, Henri ............................................................................................... 11k, 12, 39 Uytwerf, Herman ..................................................................................................... 140 Visscher, Evert ........................................................................................ [aanv.Frr 214] Waesberge, Joannes a .............................................................................................. 636 Wetstein, J. et Smith, G. ................................................................................... 149, 151 Wetsteniana, officina ............................................................................. 100, 141k, 454 Wetstenii, Rodolphus et Gerhardus .............................................................. 135k, 137k Weyerstraeten, Elizeus ............................................................................................. 636 Zetter, Jacobus de ..................................................................................................... 189 Arnhem Bi(e)sius, Jacobus .................................................................................... 243, 248, 249 Haagius, Johannes Fridericus ................................................................................... 252 Hagen, Joh.Frid. ....................................................................................................... 210 Jacobi, Johannes ............................................................................................... 244, 247 Jacobi, vidua Johannis .............................................................................................. 187 Möeleman, J.H. ................................................................................................ 230, 238 Nebeana, officina ..................................................................................................... 319 Wolde, Jacobus van der ........................................................................................... 186
282
Register drukkers en uitgevers
Bazel Genathius, Joh. Jacobi ..................................................................................... 610, 611 Thourneisen, E. & J. .................................................................................................. 14 Thourneisen, Emanuel ......................................................................... 18, 21, 111, 113 Berlijn Haude & Spener ...................................................................................................... 336 Roger, Robert .......................................................................................................... 39k Bern Wagner, Abr. ......................................................................................................... 173k Wagner, Abr. fil. .............................................................................................. 623, 624 Bethania Dörfer, Johannes ...................................................................................................... 609 Bremen Brauer(us), Hermannus .............................................................219, 220, 223, 236, 237 Cramerus, Joh.Henr. ................................................................................ 167, 582, 646 Köhlerus, Jacobus .................................................................................................. 210k Kolerus, Petrus ........................................................................................................ 307 Rump, Gerhard Wilhelm ........................................................................................... 76 Saurmann, Nathan ................................................................................................... 508 Saurmann, Phil.Gothofr. ................................... 308, 488, 489, 506, 507, 527, 532, 536 Schwerdtfeger, Anton Günther ................................................................................ 224 Villerianus, Thomas ................................................................................................ 190 Villiers, Bertholdus de ..................................................................................... 307, 577 Brescia Bettoni e comp. .......................................................................................................... 99 Stella, Ant.Fort. e figli ............................................................................................. 99k Brussel Dobbeleer, Petrus de .................................................................. p. XXXVII (393), 245
Register drukkers en uitgevers
283
Burgsteinfurt Arnoldini, literi ........................................................................................................ 556 Conradi, Conradus ........................................................................................... 557, 560 Peck, Joannes Herman ............................................................................................. 346 Cambridge University Press ....................................................................................................... 108 Camburg a.d. Saale Hoffmann und Comp. .............................................................................................. 381 Celle (Zelle) Deetz, Joachim Andreas ......................................................................................... 152k Clark, N.J. Lawbook Exchange ............................................................................................ 25, 117 Cluj Collegium Reform. .................................................................................................... 68 Cölln/Spree Liebperti, Ulricus ..................................................................................................... 209 Deventer Brouwer, Gerrit ................................................................................................ 339, 345 Costi(us?), N. ........................................................................................................... 183 Lange, J.H. de .................................................................................................. 194, 344 Thomaeus, Conradus ........................................................................................ 180-182 Dublin Grierson, George ........................................................................................................ 55 Sadleir, Elisabeth ....................................................................................................... 55 Sleater, William ......................................................................................................... 57
284
Register drukkers en uitgevers
Duisburg Boettigeri, vid. Jo.Georg. ......................................................................................... 320 Hagen, Joh.Frid. ...................................................................................... 203, 204, 210 Ovenius, Hermannus ............................................................................... 318, 499, 545 Ravens, Johannes ..................................................................................................... 202 Sas, Franco ....................................................203, 216k, 438, 447-450, 451k, 459, 474 Sas, Johannes ........................................................................................... 317, 543, 544 Erfurt Mechleriani, erven ................................................................................................... 413 Ritschelius, Hieron. Philipp. .................................................................................... 123 Florence Centro editoriale toscano ......................................................................................... 121 Franeker Balck, Uldericus .............................................................................................. 272, 273 Brincx, Johannes Henricus ...................................................................................... 405 Coulon, Guilielmus ......................................................................................... 173, 174 Coulon, vidua Gulielmi ........................................................................................... 254 Deüringii, Henricus & Johannes .............................................................................. 424 Dhuiring, Johannes .................................................................................................. 404 Gyselaar, Johannes .................................................................................. 619, 620, 621 Heynsius, Fredericus ........................................................................................... 3, 6, 7 Johannides, Daniel ....................................................................................................... 3 Radaeus, Aegidius ................................................................................................... 282 Romar, D. [aanv.Frr 94A] Frankfurt am Main Albrecht, Johann ...................................................................................................... 579 Andreae, Joh.Nicolai ............................................................................................... 498 Broenneri, Henr.Lud. ...................................................................................... 63, 65-67 Knoch, Friedrich ........................................................................................................ 28
Register drukkers en uitgevers
285
Knochiana, officina .................................................................................. 389, 390, 392 Knochio-Eslingeriana, officina ................................................................................ 392 Polichius, Jo.Mich. ................................................................................................... 452 Unckelius, Joan. Carolus .............................................................................................. 4 Sande, Hermannus à ......................................................................................... 457, 458 Sande, Joh.Maximilian à .......................................................................................... 39k Saurmann, Philipp.Gothofr. ..................................................................................... 225 Wächter, Johann Balthasar ......................................................................................... 28 Zunnerus, Jo.Dav. .................................................................................................... 451 Genève Bousquet, M.M. et Comp. ................................................................................ 155, 391 Fabri et Barrillot ............................................................................................. 82, 87, 90 Gosse, Henri-Albert et Comp. .................................................................................... 48 Tournes, de ............................................................................................................... 53k Giessen Krieger, Joannes Philippus ................................................................................... 60-62 Göttingen Hageri, Jo.Frid. ................................................................................................ 383, 384 Hageriani, literi ........................................................................................................ 386 Vandenhoeck, Abraham .......................................................... 370-373, 385, 387, 399k Grave Dieren, A. van .................................................................................................. 352, 353 ’s-Gravenhage Gosse, Pierre le fils .................................................................................................. 152 de Groot, Antonius et f. ............................................................................................ 566 de Hondt, P., la veuve de Ch. leVier, & J. Neaulme ................................................ 151 Husson, P. et Charles Levier .................................................................................. 151k Immerzeel en Comp. .............................................................................................. 437k Johnson, Thomas ...................................................................... 80k, 131, 132, 135, 137
286
Register drukkers en uitgevers
Limburg, Aegidius van .......................................................................................... 494k Scheltus, Jacobus ..................................................................................................... 227 Scheltus, Paulus ....................................................................................................... 228 Thierry, Johannes .................................................................................................. 333k Groningen Agricola, weduwe Edzard .............................................................. 287, 298, 532k, 618 Barlinck-hof, Cornelius ..........................................................165, 226, 488k, 512, 519 Barlinckhof, Johannes ..................................................................................... 504, 549 Barlinkhof, vidua Joh. ............................................................................................... 96 Boekeren, W. van .................................................................................................... 270 Bolhuis, M.J. van ............................................................................................. 264, 267 Bolt, Jacob ........................................................................ 335, 347-351, 435, 603, 604 Bolt, wed. Jacob ...................................................................................................... 354 Bronckhorstius, Franciscus ...................................................................................... 192 Cost, Johannes ......................................................................................................... 576 Crans, Nicolaus Jacobi ................................................................... Bio Barbeyrac; 606 Eissens, Augustinus ......................................... 288-292, 295k, 316, 612, 613, 615-617 Hoorn, Henricus ab .................................................................................................. 164 Huysman, Rembertus ............................................................................ 221, 222, 238k Kamerling, Willem .................................................................................................. 437 Lens, Dominicus .............................................................................................. 299, 433 Lens, Gijsbertus ....................................................................................................... 481 Lens, Johannes ............................. 453, 469k, 471k, 477, 485, 488, 490k, 491, 493-496 Lens, Johannes weduwe ................................................................ 465k, 509, 510, 551 Lussinck, Henricus .................................................................................................. 297 Oomkens, J. ............................................................................................. 265, 266, 268 Pieman, Carel .......................................................................................................... 226 Sas(sius), Johannes .................... p. XXXIII (119A), 284-286, 295, 312-315, 418-420, 422, 423, 425, 614 Spandaw, Hajo ................................................... 177, 321-325, 327, 329-331, 333, 602 Spandaw, Jurjen & Hajo ......................................................... Bio Barbeyrac; 144, 634 Spinniker, Aemil. .................................................................................... 211, 213, 216 Spoormaker, Theodorus ................................................................... 195, 261-263, 436
Register drukkers en uitgevers
287
Taeitsma, Bernhardus ..................................................................................... 527k, 552 Veenkamp, N. et fil. ................................................................................................. 196 Velsen, Johannes a ............................................ 497, 521, 533, 535, 537, 542, 631-633 Woude, Wouterus van der ............................................................................. 514, (519) Wouters, W. ..................................................................................................... 196, 264 Zandt, Catharina ..................................................... 473, 483, 511, 515, (519), 529, 547 Halle Grüneri, Johann. ....................................................................................................... 199 Grunerti, Joh. ........................................................................................................... 200 Grunerti, Johannes Fridericus .................................................................................. 201 Harderwijk Brinkink, Wilhelmus ........................................................................ 362, 455, 567, 569 Henrici, vidua T. ...................................................................................................... 241 Houte, Paulus van den ...................................................................................... 636, 637 Lunterbosch, Guilielmus .......................................................................................... 564 Moojen, Johannes ..................... 361, 546, 565, 568, 571, 572, 583, 585, 587-593, 649 Nunspeet, Egbertus Arnoldi à .................................................................................. 185 Olofs, A. ................................................................................... 170, 172, 366, 562, 574 Rampen, Johannes .................................................................................................... 368 Sas, vidua Alb. ......................................................................... 170, 172, 366, 562, 574 Tollius, Johannes ...................................................................................................... 274 Tyhoff, Everardus ................................................................................................ 2, 260 Wieringen, N. à .............................................................................................. 8-10, 184 Harlingen Plaats, V. van der ......................................................................................253, 255-257 Helmstedt Lucius, heredes Jacobus ........................................................................................... 178 Herborn [Corvinus] ................................................................................................ 408, 409, 414
288
Register drukkers en uitgevers
Corvinus, Christophorus .................................................................................. 401, 402 Corvinus, Christoph erben ....................................................................................... 416 Corvinus, Georgius .................................................................................................. 403 Muderspach, Joh.Georg. .......................................................................................... 403 Regeliniani, literi ..................................................................................................... 601 ’s-Hertogenbosch Mont, Joannes du ..................................................................................................... 126 Hildesheim Olms, Georg ........................................................................................................ 28, 44 Indianapolis Liberty Fund ...................................................................................................... 58, 119 Jena Beithmann, Johannes ....................................................................................... 304, 305 Hartungiana, officina ........................................................................................... 79, 97 Lippoldi, Christophorus ........................................................................................... 302 Lippoldiani .............................................................................................................. 303 Keulen Metternich, Franciscus ............................................................................................ 490 Metternich, Wilhelmus ............. 212 , 215, 465, 468-472, 492, 500, 502, 503, 513, 518 Metternich, Wilhelmus et Franc. ..................................................................... 466, 467 Rommerskirchen, Henricus [aanv.Frr 393] ............................................................. 246 Schlebusch, Johannes Henricus ....................................................................... 207, 233 Simonis, Christianus [aanv.Frr 393] ........................................................................ 246 Kleef Silberling, Tobias .................................................................................................... 441 Kopenhagen Kisel, Gottman Friederick ......................................................................................... 71
Register drukkers en uitgevers
289
Kongel. Waysenhus ................................................................................................... 71 Lausanne Bousquet, Marcus-Michael .............................................................................. 105, 106 Bousquet, M.M. et Comp. ................................................................................ 155, 391 Crosat, Theophilus ..................................................................................................... 77 Gentil, Fridericus ....................................................................................................... 77 Grasset, Francois et Comp. ...................................................................................... 53k Leeuwarden Chalmot, H.A. de [aanv. Frr 94A] Coulon, Willem ........................................................................................................ 158 Tresling, Gerardus .................................................................... 407, 410, 415, 417, 421 Leiden Basson, Thomas ............................................................................................... 639, 640 Beunje, Jacobus de ................................................................................................... 605 Bonaventura, officina ............................................................................................... 635 la Compagnie ........................................................................................................... 112 Elzevier, Abraham ................................................................................. 135k, 573, 635 Goetval, Daniel ........................................................................................................ 580 Haak, Theodorus .................................................................................... 141k, 156, 575 Hackiana, officina .................................................................................................... 428 Haestens, Henricus Ludovicus ab ............................................................................ 310 Herdingh, Leonardus ................................................................................ 193, 342, 343 Honkoop, A. en J. .................................................................................................... 259 Hoogeveen, C. van jr ............................................................................................... 646 Kallewier, Abraham ................................................................................................. 644 Leffen, Petrus ................................................................................................... 429, 430 Luchtmans, J. ........................................................................................................... 214 Luchtmans, Samuel .................................................................................................. 647 Luchtmans, Sam. et Joh. .................................................................................. 176, 258 Maire, Johannes ....................................................................................................... 427 Mulhovius, Henricus ................................................................................................ 581
290
Register drukkers en uitgevers
Patius, Johannes ............................................................................................... 641, 642 Wetstein, J. de ............................................................................................. 19, 20, 114 Leipzig Albrecht, Johann ...................................................................................................... 579 Andreae, Joh.Nicolai ............................................................................................... 498 Arkstée et Merkus ..................................................................................................... 50 Birckner, Matthäus .................................................................................. 229, 231, 234 Broenneri, Henr.Lud. ...................................................................................... 63, 65-67 Coleriani, literii ....................................................................................................... 234 Coler(us), Johann. .................................................................................................... 231 Köhler, Johann ......................................................................................................... 229 König, Joh.Christoph ................................................................................................. 84 Cramerus, Joh.Henr. ................................................................................ 167, 582, 648 Crusius, Siegfr. Lebr. ............................................................................... 159, 369, 398 Gleditschi, Joh.Frid. B.filius .................................................................................... 374 Knochiana, officina ................................................................................. 389, 390, 392 Knochio-Eslingeriana, officina ................................................................................ 392 König, Joh.Christoph ................................................................................................. 83 Krausius, J.P. ........................................................................................................... 104 Langenhemiana, officina ...................................................... 367, 394-397, 399k, 601k Richter, Jo.Ludovicus ............................................................................................ 465k Saurmann, Philipp.Gothofr. ..................................................................................... 225 Schönermarck, W.H. ............................................................................................... 169 Schuster, Jacobus ..................................................................................................... 365 Weidmann & Reich ................................................................................................. 336 Weidman Erben & Reich ......................................................................................... 399 Lemgo Meyer, Henricus Wilhelmus .......................................................................... 465k, 558 Meyer, Joann.Henricus ............................................................................................ 559 Lingen Bauer et socii/ en Comp. ............................................................................330c, d, 340
Register drukkers en uitgevers
291
Korff, Joa.Arn.Frid. ........................................................................... 330c, d, 340, 341 Stein, Joh.Barth. ....................................................................................................... 630 Londen Aris, Samuel ............................................................................................................... 25 Bonwicke, J. & J. e.a. ................................................................................................. 26 Clarke, J. .................................................................................................................. 27k Gosling, R. e.a. ........................................................................................................... 56 Innys, W. and Manby, R. ......................................................................................... 117 Knapton, J. & J. e.a. ................................................................................................... 24 Nours(e), Jean ...................................................................................................... 17, 46 Parker, John W. ........................................................................................................ 108 Payne, T. .................................................................................................................. 27k Peele, J. ...................................................................................................................... 27 Sare, R. e.a. ................................................................................................................ 23 Tooke, B. & Hooke, J. ............................................................................................... 54 Varnan, T. .................................................................................................................. 73 Walthoe, J. e.a. ........................................................................................................... 25 Luik Thonon, Lambertus .......................................................................................... 206, 232 Luxemburg Chevalier, André ........................................................................................................ 40 Lyon Bruyset, Jean-Marie ........................................................................................... 20, 114 Macerata Caesarini, Aemygdius .............................................................................................. 380 Mancini, Alexander .................................................................................................. 380 Marburg Hutwelcker, Rudolph ............................................................................................... 412
292
Register drukkers en uitgevers
Kezelius, Guolfgangus ............................................................................................ 411 Kürsner, Joh. Jodoci haeredes ................................................................................. 554 Müllerus, Henningus ............................................................................................... 198 Müller, Philippus Casimir ................................................................................. 594-599 Stockius, Joh.Henricus .................................................................................. 456k, 553 Milaan Stella, Ant.Fort. e figli ............................................................................................. 99k Napels Alfani, Januarius ...................................................................................................... 393 Cervone, Antonius ................................................................................................... 377 Dominicis, Giuseppe/Joseph de ....................................................................... 120, 393 Raymundus, Josephus .............................................................................................. 377 Stasi, Michael .......................................................................................................... 393 Naumburg Rössler, Wilhelm ..................................................................................................... 382 New York Olms, Georg .............................................................................................................. 28 Nijmegen Hervelt, Nicolaus ab ................................................. 242, 250, 251, 275, 277, 280, 281 Hoogenhuysen, Andreas .................................................................................. 275, 279 Smetius, Regnerus ........................................................................................... 276, 278 Oxford Churchil, A. and J. ..................................................................................................... 22 Lichfield, L. ............................................................................................................... 22 Sheldonianum, Theater ............................................................................................ 638 Parijs Brajeux, librairie ........................................................................................................ 52
Register drukkers en uitgevers
293
Briasson ..................................................................................................................... 16 Centre de philosophie du droit ................................................................................. 160 Delestre-Boulage ........................................................................................................ 51 Emery fils ................................................................................................................. 13k Guillaumin et Comp. ........................................................................................ 115, 116 Huart, libraire ........................................................................................................... 154 Janet et Cotelle ........................................................................................................... 53 Pisa Pizzorno, Aug. ................................................................................................... 98, 172 Pontefract Boothroyd, B. ........................................................................................................... 118 Rivington, F. and C. ................................................................................................. 118 Praag Trattner, Joann.Thom. ................................................................................................ 64 Rio de Janeiro Liberty Classics .......................................................................................................... 59 Rome Caesarini, Aemygdius .............................................................................................. 380 Perego-Salvioni, Michael ......................................................................................... 380 Rostock Reusneriani, literi ..................................................................................................... 300 Rotterdam Hofhout, Johannes ............................................................................................ 125, 127 Johnson, T. ....................................................................................................... 136, 138 Spiers Albinus, Bernardus .................................................................................................. 400
294
Register drukkers en uitgevers
Stade Holweinus, Casparus ............................................................................................. 229k Steinfurt Wellenberg, Cornelius ..............................................................161, 162, 239, 443, 445 Straatsburg Ledertz, Paulus ........................................................................................................ 191 Reppius, Joannes ..................................................................................................... 608 Spoor, Fridericus ..................................................................................................... 578 Trevoux S.Altesse Sérénissime .......................................................................................... 45, 47 Triëst Trattner, Joann.Thom. ............................................................................................... 64 Tübingen Pflickius, Georgius Fridericus ................................................................................. 124 Utrecht Bosch, J.S. ............................................................................................................. 544A Halma, Franciscus ........................................................................................... 620, 622 Kroon, Guilielmus Henricus ............................................................................ 175, 357 Lynden, J.H. Vonck van ................................................................................... 358-360 Megen, Alexander van ............................................................................................. 355 Paddenburg, Abraham van ...................................................................................... 176 Schoonhoven, J. en comp. ....................................................................... 176, 336, 337 Vechten, Cornelius à ............................................................................................... 442 Visch, Mattheus ............................................................................................... 356, 357 Waesberge, Johannes à .................................................................................... 293, 294 Water, Guilielmus van de ................................................................ 166, 168, 628, 629 Yzerworst, Wilhelmus van .......................................................................................... 1
Register drukkers en uitgevers
295
Venetië Milocco, Benedetto .................................................................................................... 86 Orlandelli, Josephus ................................................................................................. 379 Pezzana, Franc. ex Nicolao ..................................................................................... 379 Pitteri, Francesco ................................................................................ 72, 375, 376, 378 Valvasense, Pietro ...................................................................................................... 30 Verden Schwerdfeger, Anton Günt. ...................................................................................... 218 Wenen Hoerlingiana, typographia ...................................................................................... 139k Trattner, Joann.Thom. ................................................................................................ 64 Wittenberg Gormann, Johannes ................................................................................................. 309 Meyer, Henr.Jo. heredes ........................................................................................ 490k Müller, M. Georgius ................................................................................................ 607 Zimmermann, Godofredus ..................................................................................... 490k Zürich Olms, Georg ......................................................................................................... 28, 44 Zwolle Clement, Simon ....................................................................................................... 338
REGISTER PERSOONSNAMEN
In dit register zijn alle persoonsnamen opgenomen, die in dit boek voorkomen, met uitzondering van die van de drukkers en/of uitgevers van de in dit boek vermelde werken, en die van de auteurs van de bij de verschillende Groningse en Harderwijkse hoogleraren aangehaalde secundaire literatuur. De hoogleraren zelf staan vermeld met hun naam in de ‘vorm’ waarin zij onder beoefenaars van de rechtsgeschiedenis het meest bekend zijn. De namen van de in de kopnoten bij de verschillende werken vermelde auteurs zijn wel in dit register opgenomen. Verwijzingen naar in de kopnoten genoemde personen, zijn aangegeven door toevoeging van een ‘k’ achter het nr. van het bijbehorend werk. De namen van de drukkers en/of uitgevers zijn ondergebracht in het hierboven p. 279 e.v. afgedrukte ‘Register van drukkers en uitgevers’. Niet-vorstelijke personen zijn in beginsel opgenomen op achternaam in de spelling, zoals deze voorkomt in dedicaties, lofdichten e.d. Vorstelijke personen staan vermeld onder hun voornaam met daarachter hun titel. De nummers achter de opgenomen namen verwijzen in beginsel alleen naar de nummers van de in deze bibliografie opgenomen werken. Bij de schuin gedrukte nummers gaat het om het gehele oeuvre van een hoogleraar. Naar in de Inleiding van dit boek of in de ‘Aanvullingen’ op de eerdere Bibliografieën van hoogleren in de rechtten genoemde personen wordt verwezen door opgave van de – Romeins genummerde – bladzijden. Bij verwijzingen naar de nrs. 264 (Regtsgeleerd Magazijn van S. Gratama), 399 (Gotfridi Mascovii Opuscula juridica) en 618 (Collegium Wesenbecianum) vindt men tussen haakjes een nr. in Romeinse cijfers, dat aangeeft onder welk nr. de persoon in kwestie binnen deze nrs. genoemd wordt.
Aa, P.J.B.C. van der .............................................................. 264 (nrs. XVI en XXVII) Aachen, J.P. von .............................................................................................. 466, 467 Abresch, P. ....................................................................................................... 332-334 Aerssen, F. van ........................................................................................................ 635 Aguesseau, H.F. d’ ....................................................................................... 264 (nr. II) Ahagen, G. ............................................................................................................... 239 Aitsema, S.J. van ..................................................................................................... 273 Alberti, D. ................................................................................................................ 418 Albinus, Th. ...............................................................................................618 (nr. XX) Alethophilus Eleutherius ......................................................................................... 328 Aletophilus ............................................................................................................ 340k Aletophilus Germanus ........................................................................................... 229k
Alexander Severus ........................................................................................... 221, 238 Alland, D. ............................................................................................................... 115k Allardt, W.J. ..................................................................................................... 546, 593 Almici, G. .................................................................................................................. 30 Alting, J. ......................................................................................................... 433, 616b Alting, M. ......................................................................................................... 469, 613 Alves, E.F. ................................................................................................................. 59 Ancioni, J.B. .................................................................................................... 374, 375 Andreae, D. ................................................................................ 617, 618 (nr. XXXIII) Andreae, T. ...................................................................................................... 298, 616 Ankersmit, F. ......................................................................................................... 122k Anna van Hanover, prinses van Oranje ................................................ 75, 76, 593, 606 Antibarbarus Philomathes ...................................................................................... 444k Anton, graaf van Oldenburg ..................................................................................... 224 Antonius, S. .............................................................................................. 618 (nr. XVI) Arcadius Charisius ................................................................................................... 281 Arens, N.G. ................................................................................................. 618 (nr. LI) d’Argens, markies .................................................................................................. 152k Arntzenius, H.J. ............................................................................................... p. X, 177 Arntzenius, J.O. ............................................................................................p. XIII, 1-2 Arragona, G.F. di ....................................................................................................... 30 Augusta, (hertogin) van Saksen-Gotha .................................................................... 372 Aulus Gellius ........................................................................................................... 431 Averani, J. .................................................................................................................. 98 Ayrmann, C.F. ..................................................................................................... 62-69 Bachman, J.Th. ................................................................................................ 473, 529 Bachovius Echtius, R. ...................................................................................... 189, 609 Balck, E. .................................................................................................... p. XVI, 3-10 Balcke, F.H. ................................................................................................... 497k, 524 Balcke, M. ................................................................................................................ 529 Balde, J. jun. ............................................................................................................ 647 Barbeyrac, J. ...................................... p. XIII, p. XIV, p. XVI, 11-160, 389, 398, 631k Barlaeus, C. .............................................................................................................. 186 Barrow, J. ........................................................................................................... 24k, 26
Bartels, G. .............................................................................................................. 488k Bartholdi, C.F. baro de ............................................................................................ 497 Basten, H. ................................................................................................................ 181 Beauchamp, L. de .................................................................................................... 622 Beckermannus, E. .................................................................................................... 181 Bentheim, A.M.W., graaf van ................................................................................. 443 Bentheim, B. von ........................................................................... 214k, 466, 467, 488 Bentheim, B., A. & F. de ......................................................................................... 556 Bentheim, E.W., graaf van .................................................................................... 443k Bentheim, W. a ........................................................................................................ 190 Bentheim, W.E. van ............................................................................................... 518k Bentheim-Steinfurt, I.J. gravin van .................................................................. 556, 557 Bentheim-Steinfurt etc., L.G.E.G. regent in ............................................................ 346 Benthem, B. & C. .................................................................................................... 162 Berckhusius, J. ......................................................................................................... 612 Berg, C. ..................................................................................447, 449, 451, 497, 502k Berger, J.H. ............................................................................................ 465k, 490, 491 Bergh, G. ten ........................................................................................................ 222k Bergh, G.C.J.J. van den ................................................................................. p. XXXII Bergius, G.G. ........................................................................................................... 544 Bernouilli, J. .......................................................................................................... 518k Bernsau, H.M.W. de, drost van Drenthe .......................................................... 213, 238 Bertling, J. ............................................................................................................... 165 Bertlingk, J.H. ......................................................................................................... 162 Bertling(k), W. ......................................................................p. XV, 161-165, 433, 515 Best, W. ............................................................................................................ 166-172 Beveren, J.G. a ........................................................................................................ 161 Beveren a Twickel, J. .............................................................................................. 161 Beyer, J. de ...................................................................................................... 442, 447 Beza, Th. ........................................................................................................330a, 632 Biber, G. .................................................................................................................. 613 Bie, J.P. de ............................................................................................................. 149k Biesenbroek, J. ........................................................................................................ 613 Bilbeaut, A. ........................................................................................................... 488k
Bitter, J. .................................................................................................................... 615 Blaauw, J. ......................................................................................................... 100, 102 Blanckaert, N. ........................................................................................ 100k, 216, 238 Blanckenbeil, F.J. ................................................................................... 618 (nr. XXV) Blanckenstein, H. ................................................................................................... 536k Blasius, J.L. .............................................................................................................. 186 Blaspeil, W. de ......................................................................................................... 442 Blumenthal, C.C. baron van ............................................................................. 210, 238 Bochove, T.E. van .................................................................................................. 398k Bockelman, J.F. ................................................................................ 476, 482, 490, 491 Boeckholt, J. van ..................................................................................... 618 (nr. LXII) Boeckhorst, J.A. van .............................................................................. 618 (nr. XVII) Boehmer, J.H. ................................................................. 199-201, 371, 385, 399, 465k Boehmius, J.G. ................................................................................................. 159, 398 Boisbeleau de la Chapelle, A. ................................................................................ 152k Boisdreffe, P. de ..................................................................................................... 152k Bolhuis, L. van ................................................................................................. 332-334 Bolken, J.H. ............................................................................................................. 473 Bommel, W. van ....................................................................................................... p.2 Bondam, P. ............................................................................................ p. X, 338k, 339 Borchling, C. .......................................................................................................... 445k Borgesius, G. .................................................................................................... 560, 561 Borgesius, J. ............................................................................................. 298, 473, 536 Börner, F.J. ............................................................................................................. 521k Bors, J. ......................................................................................................244, 277-279 Bosscha, H. .............................................................................................................. 262 Bouritius, H. ......................................................................................................... 6, 7, 9 Bouwman, A. ......................................................................................................... 258k Boyer, J.B. de ......................................................................................................... 152k Brakel, H. de ............................................................................................. 399 (nr. [V]) Brakel, J. à ............................................................................................................... 613 Brandt, J. .................................................................................................................. 577 Brand(t), J.A. (von) .......................................................................................... 474, 488 Braunius, J. ............................................................................................................ 518k
Bromken, A. ............................................................................................................ 181 Bronc(k)horst, E. ........................................................................... p. XXX, 640, 642Ak Bronckhorst, G. ..................................................................................................... p. XII Brongers, H.H. ......................................................................................................... 270 Brouckhusius, J. ...................................................................................................... 481 Brozzoni, P. ............................................................................................................... 99 Brugman, C.H. ........................................................................................................... 71 Brummer, J. ............................................................................................................. 181 Brunck, J.W. ..................................................................................615, 618 (nr. XXIV) Brunnauw, F. a ...................................................................................... 618 (nr. XLIII) Bruno, H. .................................................................................................................. 203 Brunsema, M. ........................................................................................................ p. XII Brunsveld de Blau, Th. .................................................................................... 328, 329 Buchfelder, E.W. de ................................................................................................ 447 Buckhorst, E. ........................................................................................................... 181 Buder, C.G. .......................................................................................................... 79, 97 Buis (Busius), P. ............................................................................................ p. XXXVI Buitefuur, J. ............................................................................................................. 447 Bunau, H. de, vorst in Dahlen en Domsen ............................................................... 365 Buning, A. ............................................................................................................... 602 Burckhardus, J-P. ..................................................................................618 (nr.XLVII) Burgmann, L. ......................................................................................................... 398k Burlamaqui, J.J. ......................................................................................................... 53 Burman, P. ....................................................................................................... 580, 647 Butt, D. ..................................................................................................... 618 (nr. LXI) Buttinga, P.J. ......................................................................................................... 634k Buys, J. .................................................................................................................... 652 Bymholt, J.F. ......................................................................................................... 527k Bynker(s)hoek, C. .............................. 98, 131k, 132-134, 175, 494k, 502k, 547k, 549k Bys, J.J. du ............................................................................................................... 294 Caecilius Natalis .................................................................................................... 427k Caius Julius Caesar .................................................................................................. 432 Cajus, zie: Gaius Caldenbach, A. ........................................................................................................ 181
Callimachus Hessus ................................................................................................. 401 Camerling, J. .......................................................................................................... 536k Campbell, A.C. ........................................................................................................ 118 Canitz, M.F. à ....................................................................................... 618 (nr. XLIV) Cannegieter, H. ..................................................................................... p. XXXVI, 173 Cannegieter, H. & H.G. ............................................................................................ 174 Cannegieter, J. ...........................................................................................173-177, 435 Canter, F. ......................................................................................................... 292, 616 Capellen tot den Pol, J.D. van der .................................................................... 342, 343 Carafa, D. ................................................................................................................. 380 Carew, G. ............................................................................................................. 24-26 Carolus Aemilius, markgraaf van Brandenburg ............................... 203, 205, 206, 238 Carpentier, P. de ............................................................................................... 404, 406 Caselius, J. ............................................................................................................... 179 Castro, M.A. de ........................................................................................................ 105 Ceillier, R. ...................................................................................... 13k, 42k, 139, 142k Chais, Ch. ............................................................................................................... 152k Chevallier, P. ............................................................................................................ 331 Christenius, J. ............................................................................................178-189, 280 Christiaan, hertog van Saksen .................................................................................. 189 Christiaan Eberhard, vorst van Oost-Friesland ................................................ 237, 238 Christina, koningin van Zweden ...................................................................... 427, 428 Cicero, M.T. ..................................................... 175, 193, 250, 261, 270, 344, 345, 351 Clausen, B. ............................................................................................................. 445k Clemens XI, paus ............................................................................................. 374-379 Cloot, J. .................................................................................................................... 181 Cloppenburg, J. ........................................................................................................ 273 Clotz, A. ................................................................................................................... 401 Cocceji, H. de ......................................................................................... 105, 106, 465k Cocceji, Sam.H.f. de ................................................................................ 105, 106, 544 Coccejus (Coch), G. ..................................................................... p. XIII, 190-192, 298 Coccejus, J.H. J.f. ..................................................................................................... 513 Cock, G.R. de ......................................................................................................... 502k Cock, R. de ............................................................................................................... 455
Coenders ab Helpen, F. ........................................................................................... 286 Coerman, C. .................................................................................... 615, 618 (nr. XXII) Coetzius, J. .............................................................................................................. 273 Conring, O. .............................................................................................................. 446 Constantinus Magnus, keizer ................................................................................... 432 Constantius & Constans, keizers ............................................................................. 428 Cost, J. ............................................................................................................. 507, 508 Courtin, A. ............................................................................................................... 109 Cras, H.C. ................................................................................................................ 267 Crausat, J.J. de ......................................................................................................... 601 Cremer, B.S. ............................................................................................................ 588 Cremer, F.L., B.H. & J.B. ........................................................................................ 588 Crucius, J. .............................................................................................................. 616a Crumminga, G. ...................................................................................................... 616a Crusius, G.C. . ....................................................................................................p. XXX Crusius, H. ....................................................................................................... 474, 485 Crusius, M. .............................................................................................................. 373 Cruijdener, S. ........................................................................................................... 539 Cumberland, R. ........................................................................................ 153, 156, 157 Cunradus, J. ........................................................................................................... 410b Cup, W. .......................................................................................................... p. X, 371 Daams, G. ......................................................................................... 618 (nr. XXXVII) Dalrympel, H. .......................................................................................................... 473 Danckelmann, E. ............................................................................................. 223, 238 Danckelmann, S.D. & P.S., barones a ..................................................................... 630 Danckelmann, T.E., baron a .................................................................................... 630 Dapping, L.A.E. ...................................................................................................... 601 Delen, J.G. à ................................................................................................. 618 (nr. L) Desiderius Heraldus ............................................................................................... 427k Deusing, H. .............................................................................................................. 433 Dhona, A.J. , burggraaf en baron de ........................................................................ 314 Dhona, F.L. , burggraaf en baron de ........................................................................ 318 Diecman, J. ............................................................................................................ 229k Diest, H. van ............................................................................................................ 182
Diest, S. à ................................................................................................................. 636 Domitius Ulpianus ................................................................................................... 175 Dompselaer, R. à ...................................................................................................... 613 Donadoni, A. ............................................................................................................ 86k Doring, H. ................................................................................................................ 615 Doring, J. ................................................................................................................. 615 Dornavius, C. ........................................................................................................... 609 Drews, J. de .............................................................................................. 454, 455, 473 Drieberge, J. ............................................................................................................. 143 Dungelen, A. a ................................................................................................. 449, 497 Dussen, N.V. ............................................................................................................ 581 Duymaer van Twist, A.J. ....................................... 193-197, 264 (nr. XXIII), 268, 269 Duymaer van Twist, J. ............................................................................................. 193 Ebbinckhoff, H. ........................................................................................................ 497 Ebel, S.G. ......................................................................................................... 444, 445 Eck, J. ................................................................................................... p. XIII, 198-201 Eck, B.J. van ............................................................................................................ 601 Eck, C. van ................................ 455, 488, 494, 509, 518, 619, 620, 622, 623, 625, 628 Eeck, T. .................................................................................................................... 613 Eerde, J.R. van ......................................................................................................... 349 Eggars, H. ................................................................................................................ 310 Egmondt, T.R. ab .................................................................................... 618 (nr. XLII) Eier, P. ......................................................................................................... 618 (nr. X) Eilers, E. ................................................................................................ 618 (nr. LXVI) Eissinghe, P. ............................................................................................................. 614 Elama, M. .................................................................................................... 618 (nr. XI) Elbing, G.L. .............................................................................................. 618 (nr. XV) Elfers, H. .................................................................................................................. 297 Ellents, W.H. .................................................................................................... 506-508 Elmenhorstius, G. ................................................................................................... 427k Emmius, S. ............................................................................................................... 290 Emmius, U. ............................................................................................................ 286k Enno Ludovicus, vorst van Oost-Friesland .............................................................. 192 Enschut, C.A. van ........................................................................................... p. X, 270
Entens, A. ................................................................................................................ 315 Eppen, J.F. ............................................................................................................... 519 Essen, H. ab ................................................................................................................. 8 Essenius, S. .............................................................................................................. 398 Eijnatten, J. van ..................................................................................... 13k, 30k, 122k Eyssonius, H. ........................................................................................................... 479 Faber, A. .................................................................................................................. 607 Faber, P. ................................................................................................................... 175 Faber, T. ...................................................................................................................... 3 Fabretti, R. .............................................................................. 374k, 377-379, 381, 382 Fabricius, F. ................................................................................................... 141k, 645 Fassoni, L. ............................................................................................................. 139k Favale, R. ................................................................................................................. 72k Feenstra, R. ................................................................... p. XV, 100k, 189k, 203k, 618k Fehr, J.J. ................................................................................................................ 258k Feicama, J.W. ........................................................................................................ 488k Feill, J.C. ................................................................................................................. 488 Feith, H. ....................................................................................................................... 8 Feith, H.O. ................................................................................................264 (nr. XIII) Fellenberg, D. ........................................................................................ 173k, 623, 624 Feltman, G. ............................................... p. XIII, 202-238, 475, 501, 513, 529k, 532k Feltman, Th. ............................................. 203k, 210k, 212k, 214k, 216k, 219k, 221k, 222k, 230k, 231k, 235k-238, 532 Felzius, J.H. ............................................................................................... 399 (nr. [X]) Feuerbach, J.A. ............................................................................... 264 (nrs. III en XII) Filangieri, G. ........................................................................................................... 270 Fleming, J.H., graaf ................................................................................... 399 (nr. [II]) Flenderus, J.A. ....................................................................................................... 634k Fontanella, J.P. ........................................................................................................ 518 Franciscus Balduinus ..................................................................................... 427k, 428 Francius, P. .............................................................................................................. 481 Frederik, landgraaf van Hessen ............................................................................... 595 Frederik, prins van Wales ........................................................................................ 372 Frederik, koning van Pruisen ................................................................................... 627
Frederik I Barbarossa, keizer ................................................................................. 536k Frederik III, markgraaf van Brandenburg & keurvorst .................... 236, 238, 447, 448 Frederik V, paltsgraaf aan de Rijn en koning van Bohemen .................................... 608 Frederik Augustus, koning van Polen .............................................................. 100, 102 Frederik Hendrik, stadhouder van Gelre enz. ........................................................... 243 Frederik Willem, koning van Pruisen ...................................................................... 341 Freiesleben alias Ferromontanus, C.H. .................................................................. 465k Freinsheim, J. ........................................................................................................... 448 Fronza, J. .......................................................................................................... 264 (III) Gaickinga, A. ........................................................................................................... 315 Gaius ....................................................................................................... p. XXXI, 430 Galardi, F. de ........................................................................................................... 133 Galen, C.B. a .................................................................................................... 466, 467 Gambini, T.C. .......................................................................................................... 380 Gangelt, H.J. von ............................................................................................. 449, 497 Gellerts, C.F. ............................................................................................................ 331 Gellius, A. ........................................................................................................... 9, 175 George I, koning van Groot-Brittannië .....................................................109-113, 372 Georg Ludewig, hertog van Brunswijk en Luneburg ................................................. 28 Gerdes, D. .............................................................................................................. 152k Gesseler, H. van ....................................................................................................... 239 Gesseler, J. van ................................................................................................ 239-240 Gilenius, J. ....................................................................................... 613, 618 (nr. XXI) Glaum, Ph. ................................................................................................................... 4 Glazer, Th. ............................................................................................................... 300 Gleins, J. .................................................................................................... 618 (nr. LII) Glichius, G. .............................................................................................................. 609 Glichius, J. ............................................................................................................... 607 Glimmerts, H. .......................................................................................................... 181 Glinstra, E. & E. van ................................................................................................ 273 Goclenius, R. ............................................................................................................ 285 Goeddaeus, J. ............................................................................................................. 5k Goeze, M.Z. ............................................................................................................. 488 Goltz, J.R. von der ................................................................................................... 208
Goor, J.G. a ............................................................................................................. 447 Gordon, Th. ..................................................................................................... 27, 330b Goris, J. ................................................................................................................... 250 Goris, L. .................................................................................................. p. XI, 241-252 Goris, M. .......................................................................................................... 242-244 Gothofredus, D. ....................................................................................................... 609 Goyard-Fabre, S. ........................................ 42k, 82k, 87k, 90k, 115k, 139k, 152k, 160 Graevius, J.G. .......................................................................................................... 625 Grandi, M. ........................................................................................................... 72, 93 Graswinckel, Th. .................................................................................. 6, 618 (nr. LIX) Gratama, S. ............................................................................................. p. XI, 253-270 Gratama, Sibr. ................................................................................ 197, 264 (nr. XXIII) Grave, C. de ............................................................................................................. 188 Gravina, J.V. ..................................................................................................... 374-380 Greve, P. de ...................................................................................................... 271-281 Greve, W. de ............................................................................................................ 272 Grey, Z. ................................................................................................................... 27k Gribnerus, M.H. ....................................................................................................... 518 Groin, E.H. a ......................................................................................................... 465k Gronovius, J.F. ................................................................. 100, 105-107, 115, 141, 183 Groot, C. de ..................................................................................................... 639, 640 Grotius, H. ......................... 72, 73k, 100-121, 264 (nr. I), 394, 399 (nr. [XI]), 574-576 Grotius, P. ........................................................................................................ 100, 102 Gruterus, J. .............................................................................................................. 609 Guidatto, H. ............................................................................................................. 393 Guillebert, J. de ....................................................................................................... 619 Gundlingius, N.H. ................................................................................................... 159 Gussetius, J. ......................................................................................... 477, 488k, 494k Hacbret, A. .......................................................................................................... 82, 83 Haegen, J. ................................................................................................................ 181 Hageman, E. ............................................................................................................ p. X Hammachaerus, G. ................................................................................ 618 (nr. XLIX) Hanau, A.J.A.M. .................................................................................................... 437k Harckenroth, J.I. ...................................................................................................... 481
Harckens, L. ............................................................................................. 618 (nr. VIII) Harinxma, P.E. ab ............................................................................................ 483, 490 Harking, J. ................................................................................................................ 181 Hartsinck, J.J. ........................................................................................................... 650 Hartung, G. .............................................................................................................. 42k Hase, J. de ................................................................................................................ 540 Hasselt, J.J. van .............................................................................................. 214k, 238 Hast, F.A. ................................................................................................................. 514 Haubold, Chr.G. ................................................................................................ p. XXXI Havenbergius, J. ....................................................................................................... 181 Havenbergius, Th. .................................................................................................... 181 Haye, J. de la ......................................................................................... 618 (nr. XXXI) Haymendorff, J.L.[Fuerer] ab .............................................................. 612, 618 (nr. II) Hegh, N. ................................................................................................................. 216k Heiblocq, J. .............................................................................................................. 186 Heineccius, G. ............................................................................................................ 98 Heineccius, J.G. ........................................................... p. XXXV en XXXVI, 159, 398 Hekeren, J. van .......................................................................................................... p.2 Hempel, O.F. ............................................................................................................ 531 Hendrik Casimir, graaf van Nassau, stadhouder van Friesland etc. ......... 216, 238, 299 Henningius, J. .......................................................................................................... 285 Herden, J. ................................................................................................................. 418 Herdesianus, J. ......................................................................................................... 613 Herennius Modestinus .............................................................................................. 281 Hermannus Otto, graaf in Limburg .......................................................................... 181 Hertius, J.N. ............................................................................................... 28, 389, 393 Hespe, J. .................................................................................................................... 345 Hessalle, J.P. .................................................................................................... 232, 238 Hessling, G. ............................................................................................................ 491k Hewett, M.L. ..................................................................... p. XXXIII, XXXIV, XXXVI Heynsius, N. .............................................................................................................. 640 Hiesfeld, C.B. de ...................................................................................................... 619 Hilarius, U. ............................................................................................................... 325 Hillebrandes, P. ........................................................................................................ 181
Hillers, A. ................................................................................................................ 477 Hoadly, B. ............................................................................................................... 143 Hobbelt, C. .............................................................................................................. 459 Hobbelt, M. ..................................................................................................... 451, 459 Hobbes, Th. ..................................................................................................... 153, 156 Hoddom, G.S. de ................................................................................................... 536k Hoeclum, H. ab ........................................................................................................ 613 Hoepnerus, G. .......................................................................................... 618 (nr. XIX) Hoff, D. im ............................................................................................. 618 (nr. LVII) Holtby, R.T. ............................................................................................................. 27k Holterman, A. ............................................................................................................ 5k Holtermann, A.M. ................................................................................................... 161 Hooft, P.C. ............................................................................................................... 342 Hoogstraten, D. ab ................................................................................................... 481 Hoorn, S. van .................................................................................................... 186-188 Höpfner, L.J.F. ...................................................................... 264 (nrs. XVII en XVIII) Hopp, J. ................................................................................................................. 465k Hoppestein, A. ......................................................................................................... 574 Hornaeus, C. ............................................................................................................ 178 Hornius, G. .............................................................................................................. 184 Horst, J.A.F., vrijheer van der ................................................................................. 340 Horst, M.T. zur .............................................................................................. 507k, 526 Hotton, G. ................................................................................................................ 294 Houck (Huck), A. ............................................... 481, 488k, 489, 491k, 494k, 505, 518 Hovingh, F. .............................................................................................................. 325 Hoyer, Th. ............................................................................................................... 190 Huber, U. ........... p. XXX, XXXI, XXXVI, XXXVII, 203k, 221k, 238, 465k, 619, 621 Huber, Z. ............................................................................................. p. XXXVII, 488 Hubner, C.F. ............................................................................................................ 373 Huchtenbruch, G.W. baron ab ......................................................................... 210, 238 Hufeland, G. .................................................................................................. 264 (nr. I) Huisman, A. ............................................................................................ 618 (nr. LXV) Hulsius, P. ............................................................................................................... 535 Hummelingius, L. ............................................................................................. p. XXXI
Huninga, J.E. .................................................................................................... 282-286 Hunnius, H.U. .......................................................................................................... 309 Hunter, I. ................................................................................................ 54k, 58, 59, 95 Husen, J. van ............................................................................................ 618 (nr. LIV) Huydecooper, J. ....................................................................................................... 188 Huijsman, J. ............................................................................................................. 538 Iconius, Ico ................................................................................................................. 18 Ieckeln, P.C. ............................................................................................................. 601 Ihalainen, P. ........................................................................................................... 139k Iken, H.G.G. ........................................................................................................... 347k Inn- & Kniphausen, G.W. van ......................................................................... 454, 455 Ippius, P. .................................................................................................................. 481 Irnerius ..................................................................................................................... 494 Isinck, A.M. ..................................................................................................... 507, 508 Itchiner, reverend ..................................................................................................... 22k Jacob, aartsvader ...................................................................................................... 492 Jacobaeus, R. ............................................................................................................ 637 Jacobs, G. ............................................................................................................... 488k Jaeger, L.C.F. ......................................................................................................... 601a Jansen, C.J.H. ......................................................................................................... p. IX Jessen, Th.B. de ............................................................................................... 235, 238 Jeune, P. le ............................................................................................................... 622 Jhering, A.H. ............................................................................................................ 539 Joachimi, E. ............................................................................................................ 616a Jollivetus, E. .............................................................................................................. 203 Joncourt, P. de .................................................................................................... 74k, 80 Julius Firmicus Maternus ................................................................................. 427, 428 Julsingh, J. .......................................................................................... 618 (nr. XXXIV) Julsingha, J. van ..................................................................................................... 314k Jungnitius, C. ........................................................................................................... 609 Junius, F. ........................................................ p. XIII, 287-299, 618k, 618 (nr. XXXII) Junius, F.F.f. ............................................................................................................ 288 Junius, F.F.n. ..................................................................... 219, 238, 287-299, 615-618 Junius, J.C. ............................................................................................................. 295k
Junius, M. .............................................................................................................. 222k Justinianus, keizer ................................................................................................... 216 Kaldenbach, G. ........................................................................................................ 181 Karel de Grote, keizer .............................................................................................. 151 Karel VI, keizer ..................................................................................................... 358k Karel XI, koning van Zweden ......................................................................... 389, 393 Karl (I), landgraaf van Hessen ......................................................................... 494, 554 Keesel, D.G. van der ....................................................................................... p. X, 193 Keller, B. ................................................................................................................. 613 Keller, W. .............................................................................................................. 238k Kemper, J.M. ........................................................................................................... p. X Kempken, E. .................................................................................................... 462, 469 Kennett, B. ............................................................................................................ 22-26 Kestring, C. .............................................................................................................. 297 Ketelanus, H.F. ................................................................................................ 647, 649 Klein, J. ................................................................................................................. 465k Knichen, A. ............................................................................................................. 400 Knock, H. ......................................................................................................... 332-334 Knyff, P. ...................................................................................................................... 9 Koeleri, J.D. .................................................................................................... 153, 398 Koenen, A. van ........................................................................................................ 318 Kok, P. de ................................................................................................................ 270 König, D. ................................................................................................................. 615 Koppelow, G.V. de .................................................................................................. 601 Korkman, P. ................................................................................................... 42k, 139k Krebs, J.H. ............................................................................................. 318k, 319, 320 Kriel, D.M. .........................................................................................................p. XXX Kriex, J. ................................................................................................................... 294 Kromayer, J.A. ........................................................................................................ 123 Kruegerus, G. .................................................................................................. 478, 482 Küstnerus, C.W. .................................................................................................... 601a Lacombe, J.L. .......................................................................................................... 622 Lammers, C.W. ............................................................................................... 529, 535 Lammers, G. ...................................................................................165, 455, 473, 518k
Lampredi, G.M. ............................................................................................. 264 (nr. I) Lancaster, G. ............................................................................................................ 638 Langeraad, L.A. van ............................................................................................... 149k Langius, N. ....................................................................................................... 300-316 Langius, Th. ............................................................................................................. 190 Laurent, P. ................................................................................................................ 11k Lauterbach, W.A. ................................................................................................... 465k Leclerc, J. (Joh. Clericus) ......................................................... 11k, 39k, 149, 150, 175 Lee, W. ....................................................................................................................... 26 Leeuwen, C. van ...................................................................................................... 652 Leibnitz, G.W. ........................................................................... 42-53, 58 -70, 72k, 98 Lengerke, G. .................................................................................. 446, 464, 516, 542k Lewe van Aduard, E.J. ..................................................................................... 131, 133 Leyningen, J.J. a ..................................................................................................... 282k Lichtenvoort, C.S. .................................................................................................... 261 Linden, J. van der ............................................................................. 264 (nr. XVI), 649 Lindenquist, O.A. van ............................................................................................ 634k Lingelsheim, G.M. a ................................................................................................ 609 Littlehailes, E. ........................................................................................................ 117k Livius ....................................................................................................................... 175 Locke, J. ................................................................................................................... 143 Lodewijk XIII, koning van Frankrijk ................ 100, 102, 104-106, 108, 115, 117, 119 Lohman, J. ................................................................................................................ 239 Lohman, L.B. ........................................................................................................... 261 Lohman, M. .................................................................................................... 632, 634k Lomonaco, F. ................................................................................................. 31k, 141k Loosjes, J. .............................................................................................................. 149k Losen, H. à ..................................................................................... 618 (nrs. LVen LX) Loss, J.A.C. a ........................................................................................................... 398 Lossius, W. .............................................................................................................. 609 Lubaeus, H. ............................................................................................................ 616b Lubbaeus, R. .................................................................................................... 185, 186 Lubbers, Th. ..................................................................................................... 332-334 Lucianus van Samosata .................................................................................... 226-228
Lück, H. ................................................................................................................. 189k Ludovici, J.F. ......................................................................................................... 465k Lulofs, B.H. ............................................................................................................. 270 Lustig, J.W. ............................................................................................................... 76 Luzac, E. ................................................................................................................ 324k Lycklama a Nyeholt, M. ............................................................................... p. XXXVII Lyncker, N.C. von ......................................................................................... 465k, 488 Lyser, J. ................................................................................................................. 229k Maestertius, J. .......................................................................................................... 635 Makdowel, G. ........................................................................................ 290, 615, 616b Man, J.J. de ............................................................................................... 399 (nr. [III]) Mandeville, G. de .................................................................................................... 279 Maneel, J. ................................................................................................................ 315 Marck, F.A. van der ................................................................................ p. IX, 317-354 Marckart, J.W. .................................................................................................. 355-362 Maresius, S. ............................................................................................................. 290 Maria Theresia, keizerin ........................................................................................ 358k Martin, C.R.D. ............................................................................................ 264 (nr. IV) Mary, koningin van Engeland ............................................................................. p. XIV Mascovius, G. ..................................................................................... 29, 159, 363-399 Masson, S. .................................................................................................... 60-69, 70k Mastellone, S. .......................................................................................................... 121 Mastricht, G. von .................................................................................................... 438 Matthaeucci, F.J. ..................................................................................................... 380 Matthaeus, A. (I) .............................................................................................. 400-426 Matthaeus, A. (II) .................................................p. XI, XXXIII, 293-295, 414k, 422k Matthaeus, A. (III) ................................................................................................. 293k Matthaeus, J. ............................................................................................................ 416 Matthaeus, P. ........................................................................................................... 400 Mazzacara, J.M. ....................................................................................................... 377 Méchoulan, H. ....................................................................................................... 122k Meerbeke, J.B.C., baron de ..................................................................................... 245 Meerman, G. ..................................................................................................... p. XXXI Meersch, A.A. van der ............................................................................................. 143
Meeuwsen, J.H. ...................................................................................................... 472k Meier, J. ....................................................................................................... 618 (nr. II) Meiknecht, G.J. ................................................................................... 618 (nr. XXXV) Meinertzhagen, D. .................................................................................................. 469k Mencke, F.O. ......................................................................................................... 399k Mencke, J.B. .................................................................................................... 374-380 Mencke, L. ............................................................................................................. 465k Menger, N. ............................................................................................................. 616a Mennenga, J. ......................................................................................... 618 (nr. XLVI) Mensinga, J. ............................................................................. 165, 203, 238, 433, 481 Meurs, N.S. van ....................................................................................................... 270 Meursius, J. .................................................................................................... 427k, 428 Meyer, J.D. ............................................................................................... 264 (nr. XIII) Michiels, J. .............................................................................................618 (nr. LXIII) Miert, D. van ..................................................................................................... p. XXXI Minucius Felix, M. ........................................................................................... 427, 428 Miro Casinensis, J.B. de ................................................................................... 374, 375 Mitz, J.R. .................................................................................................................. 447 Mollenbecius, J.H. ................................................................................................. 465k Mommerius, Ae. ............................................................................... 401-404, 406, 407 Monaeus, J-C. .............................................................................. p. XII-XIII, 295, 616 Mont, J. du ............................................................................................................. 151k Montanus, E.F.G. ................................................................................. 214k, 451, 518k Montesquieu ............................................................................................................. 270 Moore, J. ................................................................................................................ 253k Mordien, W. a .......................................................................................................... 161 Morrice, J. .............................................................................................................. 117k Mulerius, N. ........................................................................................................... 286k Müller, G.A. ........................................................................................................... 594k Mullerus, A. .......................................................................................... 618 (nr. XXIII) Münchhausen, G.A., vorst in Strausfurt ........................................................... 374, 399 Müntz, J.Th. ............................................................................................................. 447 Munz, J. ................................................................................................................... 612 Muratorius, L.A. .............................................................................. 394, 399 (nr. [XI])
Muretus, M.A. ......................................................................................................... 634 Mynsingerus, J. ................................................................................................ 185, 186 Nassau, Johan Maurits, graaf van ............................................................................ 441 Nebelius, D. ............................................................................................................. 609 Neny, P. Mac. ........................................................................................................ 137k Neostadius, C. .......................................................................................................... 248 Nessen, F. von .............................................................................................. 618 (nr. II) Neuhaus, J.G. ......................................................................................... 399 (nr. [VIII]) Neuhaus, J.W. ......................................................................... 169, 170k, 399 (nr. [IV]) Nicolaus Rigaldus .................................................................................................. 427k Noltenius, J.A. ....................................................................................................... 318k Noodt, G. ............................. p. XXX, 31k-38, 80, 141, 142k, 143, 145-148, 486, 494k Noordkerk, H. .......................................................................................................... 270 Octavius Januarius ................................................................................................. 427k Oelrichs, G. ..................................................................................................... 167, 582 Oiselius, J. ........................................................................................................ 427-433 Oldekop, J. ............................................................................................... 210, 231, 238 Oosterbaan, H. ....................................................................................................... 257k Oosterga, R. ab ...................................................................................................p. XXX Opmeyer, H. ............................................................................................................ 162 d’Orville, J.Ph. ......................................................................................... 647, 649, 650 d’Orville, P. ............................................................................................................. 649 Ottens, E. ............................................................................................ 618 (nr. XLVIII) Otto, E. ............................................................................................................ 70k, 355 Ovingius, R. ............................................................................................................. 285 Ouzelius, zie: Oiselius Paehlig, C.C. ..................................................................... 262, 264 (nr. XIV), 434-437 Pagenstecher, A.A. ............. p. XIII, p. XV, p. XVI, 42k, 212, 214, 215, 238, 438-542, ............................................................... 548, 549k, 550, 553, 558, 583k, 586, 626, 634 Pagenstecher, A.C. .................................................................................. 439, 451, 485 Pagenstecher, A.G. .................................................................................. 447, 451, 485 Pagenstecher, A.J. ................................................................................................... 527 Pagenstecher, E.C. ................................................................................................. 601c Pagenstecher, E.P. ................................................................................................... 447
Pagenstecher, G. ....................................................................................................... 439 Pagenstecher, H.T. A.A.f. ................................................................................ 521, 543 Pagenstecher, J. ........................................................................................................ 494 Pagenstecher, J.A.W. ....................................................................................... 543-546 Pagenstecher, J.A.W. en A.W. H.T.f. ...................................................................... 317 Pagenstecher, J.F.W. ........................ p. XV, 455, 465k, 497k, 502, 509, 518, 524, 529, 535, 536k, 547-572, 584, 586 Pagenstecher, J.W. ................................................................................................... 618 Pagenstecher, W.J. .................................................... 447, 449,451, 488, 489, 497, 502 Pagenstecher, W........................................................................................................ 297 Paine, S. ........................................................................................................... 153, 154 Päivärinne, M. ........................................................................................................ 109k Palladini, F. ....................................................................................... p. XIII, 42k, 389k Papstein, J.B. de ............................................................................................... 502, 503 Pareus, D. ................................................................................................................. 609 Pasor, M. .................................................................................................................. 616 Pater, L. .................................................................................................................... 652 Pathuis, A. .............................................................................................................. 493k Patrick, G.D. ............................................................................................................ 613 Paulus ............................................................................................................... 274, 275 Pecama, C. ............................................................................................................... 273 Peer, A. van .............................................................................................................. 473 Peer, G. van .............................................................................................................. 473 Pegius, M. ................................................................................................................ 579 Pelletarius, H. ........................................................................... 409, 410, 422, 424, 425 Percivale, W. ............................................................................................................ 22k Pestel, D. ............................................................................................................... p. XII Petrarcha .................................................................................................................. 182 Pflugk, C.A.G. .......................................................................................... 399 (nr. [V]) Pfreund, H.R. ......................................................................................................... 490k Phaedrus ........................................................................................................... 182, 448 Phebens, E.E. ................................................................................................... 282, 285 Piccardt, H. .............................................................................................. 488, 489, 493 Piccardt, J. ................................................................................................................ 536
Pinninck, H. ............................................................................................................. 181 Pinninck, M. ............................................................................................................ 181 Plinius major ........................................................................................................... 322 Poel, J.G. van der ........................................................................................... 512, 513k Polei ac Thiergarten, C. a ........................................................................................ 609 Polignac, M. de ........................................................................................................ 437 Pollman, J.F. ............................................................................................................ 488 Pomponius ............................................................................................................... 365 Pontanus, H. ............................................................................................................ 630 Pontanus, J.I. ........................................................................................................... 242 Porpora, A. .............................................................................................................. 120 Potinius, R. .......................................................................................... 479, 488k, 494k Poudret, J.-Fr. .......................................................................................................... 77k Pradier-Fodéré, P.L.E. ............................................................................................. 115 Pratis, B. de ..................................................................................................... 235, 238 Pressel, J.J. ............................................................................................................ 465k Printzen, M.L. de ..................................................................................................... 521 Pufendorf, S. ............................................................. p. XIV, 11-26, 27k, 28-30, 39-73, ....................................................................................389-394, 399 (nr. [XI]), 528, 533 Püttmann, J.L.E. .....................................................................159, 363k, 369, 398, 399 Pynacker, A. ............................................................................................................ 273 Pynacker, C. .................................................................................... p. X, 272, 310, 313 Qualenbrinck, J. ..................................................................................................... 502k Quondam, A. ......................................................................................................... 374k Rabenhaupt, K. ........................................................................................................ 299 Radziwilius, B., dux Birzarum ................................................................................ 316 Raesfeld, J.P. van .................................................................................................... 318 Ramus, P. ............................................................................................................... 178k Rasschius, J. & M. ................................................................................................... 310 Rathlef, E.L. .......................................................................................................... 152k Rauschard, G.A. de .................................................................................................. 601 Ravensperger, H. ............................................................................................. 284, 285 Rechteren, J.L. & L.C. graven van .................................................................. 356, 357 Reck, G. de/von der ..................................................................447, 449, 497, 499, 502
Reck, J.A. von der .................................................................................... 447, 488, 489 Recke, Th. ab et in ................................................................................................... 161 Reichman, J.H. ....................................................................................................... 601b Reinoldi, H. .............................................................................................................. 171 Reitzius, C.C. ................................................................................................... 455, 584 Rengers, E. ..................................................................................................... 493k, 497 Rengers, Z.H. & U. .................................................................................................. 315 Reux, A. de .............................................................................................................. 246 Reyger, B. de ........................................................................................................... 613 Rhamacker, H. ......................................................................................................... 202 Rhoer, C.G. de ......................................................................................................... 267 Rhoer, J. de ...................................................................................................... 434, 435 Rhowolt, A. .................................................................................. 615, 618 (nr. XXVII) Richter, C.P. ............................................................................................................. 496 Richterus, J.W. ....................................................................................................... 601k Rickärs, W. .............................................................................................................. 238 Rinia, R. à ........................................................................................................ 272, 273 Ripperda, C.W. a ...................................................................................................... 161 Rittershusius, G. ....................................................................................................... 494 Rivinus, J.F. ..............................................................................................399 (nr. [II.]) Rodenberg, M. & J. de ............................................................................. 490, 491, 552 Rodenberg, W. ......................................................................................................... 473 Roemer, A. ....................................................................................................... 463, 469 Roesgen, B. .............................................................................................................. 615 Rolwag, J.G. .................................................................................................. 618 (nr. I) Roo, J.C. de .............................................................................................................. 644 Roscam, P. ............................................................................................................. p. XI Roswinkel, G. .......................................................................................................... 181 Rotgers, A. ............................................................................................. p. XI, 573-576 Rotgers, N. ............................................................................................. 504, 509k, 518 Roukens, Th. .................................................................................................... 277-279 Roulofs, Th. ............................................................................................................. 459 Rousen, E., A. & J. ................................................................................................... 181 Rousse, E. ................................................................................................................ 181
Rousse, J. ................................................................................................................. 181 Rousseau, J.J. .................................................................................................. 270, 353 Ruardi, J. ................................................................................................................. 261 Rücker, J.C. ...................................................................................................... p. XXXI Rücker, J.G.C. ........................................................................................................ p. X Rücker, C. ................................................................................................................ 171 Rusius, A. ......................................................................................................... p. XXXI Russo, F. .................................................................................................................. 121 Ryssen, E. a ............................................................................................................. 181 Sande, F. van de ............................................................................................... 244-248 Sande, J. van de ................................................................... p. XXXVII, 244, 247, 250 Sartor, J.G. ............................................................................................................... 601 Saunders, D. .................................................................................... 54k, 58, 59, 94, 95 Schalen, L. ..........................................................................................618 (nr. XXXIX) Scharff, G. ............................................................................................................... 401 Scheffer, J.C. ................................................................................................. 469k, 472 Scheffer, J.F................................................................................................. 618 (nr. IV) Scheffer, P.R. ............................................................................................. 618 (nr. XII) Schelling, P. van der ................................................................................................ 650 Scherius, H. ..................................................................................................... 477, 492 Scherius, H.H. .............................................................................................. 618 (nr. II) Schevenhusius, A. ................................................................................................... 185 Schiffart, C. von der ...................................................................................... 473, 536k Schilter, J. .............................................................................................................. 465k Schimmelpenning, burger ........................................................................................ 257 Schluiter, W.E. ........................................................................................................ 451 Schminck, A. ......................................................................................................... 398k Schmid, G.L. ......................................................................................................... 261k Schneewind, J.B. ..................................................................................................... 42k Schneider, J. .............................................................................................. 264 (nr. XII) Scholtens, J.E. ....................................................................................................... 100k Schöne, A. ........................................................................................................ 577-579 Schöne, M. ............................................................................................................... 577 Schoene, H. ............................................................................................................. 510
Schomaker, J. ........................................................................................................... 572 Schonenborch, G. & H. ............................................................................................ 285 Schonenborg, W. ...................................................................................................... 286 Schoockius, M. ................................................................................................ 616, 618 Schöpffer, J.J. ......................................................................................................... 465k Schrader, M.H. ........................................................................................ 399 (nr. [VII]) Schrassert, J. ............................................................................................................ 564 Schroder, G. ......................................................................... p. XVI, 455, 580-593, 650 Schroeder, L.C. .........................................................................................435, 594-604 Schulenburg, F.W., vrijheer van .............................................................................. 340 Schultens, C. .......................................................................................... 504, 509k, 518 Schultetus, A. ........................................................................................................... 609 Schulting(h), A. ..................................................... p. XI, p. XXXI, p. XXXII, 98, 430k Schupp, J.B. ........................................................................................................... 226k Schütz, J.J. ............................................................................................................. 465k Schwartz, J. ................................................................................................. p. XIII, 605 Schwartz, J.J. ................................................................................................... 605-606 Schwarzius, C.G. .............................................................................. 159, 364, 398, 399 Schwerin, O. liber baro à ......................................................................... 222, 223, 238 Seneca .................................................................................................................. 6, 7, 8 Seyffertiz, A.G. liber baro a .......................................................................399 (nr. [II]) Sibinga, E. ................................................................................................................ 418 Sichterman, G. ......................................................................................................... 555 Sicking(e), F. ............................................................................................................ 315 Sickinghe, E.E.T. ..................................................................................................... 435 Sickinghe, H.G. ........................................................................................................ 435 Siderius, burger ........................................................................................................ 257 Sieben, B. ................................................................................................................. 650 Sigers, J. de .............................................................................................. 618 (nr. XIII) Sinner, J.J. ...........................................................................................13-15, 17, 18, 20 Sixma, T.E. van ........................................................................................................ 158 Slicher, J. à W. ......................................................................................................... 141 Slichtenhorstius, A. .................................................................................................. 244 Sluis, J. van ............................................................................................................ 181k
Sluiterus, E. ..................................................................................................... 449, 497 Sluysken, E. ............................................................................................................. 273 Sluysken, J. ....................................................................................... 242-244, 249, 273 Smallenburg, N................................................................................................ p. XXXII Smith, J. ........................................................................................................... 242, 250 Snellius, C. .............................................................................................................. 577 Snethlage, G. ......................................................................................618 (nr. XXXVI) Socrates ............................................................................................................ 226-228 Sohn, G. ................................................................................................................... 400 Sonsbeek, F.L. van .................................................................................... 264 (nr. XV) Spaendonck, H.A. van ........................................................................................... 244k Spanknabe, J.E. ....................................................................................................... 601 Spavan, J. ......................................................................................................... 73, 117k Spererus, C. ................................................................................................ 618 (nr. VI) Spiegel, H.Th. .......................................................................................................... 188 Spinaeus, G. ..................................................................................................... 162, 239 Spitholdt, G. ............................................................................................................ 272 Spliethoff, J. ............................................................................................................ 315 Sta, N.J. ................................................................................................................... 541 Stampa, E.L. a .......................................................................................................... 297 Staude, T. ....................................................................................... 612, 618 (nr. XVIII) Steenbock, G.O., graaf van Bogesund ..................................................................... 533 Steenler, G. ............................................................................................... 242-244, 250 Steinberg, J. .................................................. p. XVI, 288, 290-292, 295, 296, 607-618 Steinberg, M. ........................................................................................................... 607 Steinbergius, C. ........................................................................................ 618 (nr. LVI) Steinfurt, P.K., graaf van ....................................................................................... 443k Steingen, A. ............................................................................................................. 181 Steinmetius, J.P. ...................................................................................612, 618 (nr. V) Stirn, G.C. ......................................................................................... 618 (nrs. II en III) Stock, H. .................................................................................................................. 617 Stolp, J. .................................................................................................................. 258k Storck, A.H. ........................................................................... 292, 616, 618 (nr. XXIX) Stos(s)chius, A.C. .................................................................................. 518k, 519, 530
Stöverus, J. & G. ...................................................................................................... 181 Stöverus, S. .............................................................................................................. 181 Strieder, F.W. ................................................................................... 401 (noot 26), 555 Struchtmeyer, J.J. ..................................................................................................... 590 Strunckede, J.C. liber baro de .................................................................................. 447 Stryk, S. ......................................................................................................... 465k, 488 Stuerman L. .............................................................................................................. 539 Stijl, burger .............................................................................................................. 257 Suderman, G. ................................................................................................... 149, 150 Surck, A. à ............................................................................................................... 185 Swalve, O. ...................................................................................... 617, 618 (nr. XXX) Swarte, G. ................................................................................................................. 297 Swinderen, A.Q. van ................................................................................. 264 (nr. VII) Swinderen, Th. van ............................................. 263, 264 (nrs. II, III, XII, XVII), 270 Syrus, P. ................................................................................................................... 220 Tabor, J.O. ............................................................................................................... 579 Tacitus ...................................................................................................................... 342 Tanucci, B. ............................................................................................................... 120 Tedema, J. ................................................................................................................ 315 Teissier, A. ............................................................................................................... 39k Temming, J. ............................................................................................................. 181 Termeer, N. .............................................................................................................. 518 Terpstra, W. ............................................................................................................. 194 Theophrastus ............................................................................................................ 182 Terborch, H. .............................................................................................................. 203 Tholingius, A. .......................................................................................................... 179 Thûlemeyer, H.G. .................................................................................................... 224 Thunn en Hohenstein, J.V. graaf van .............................................. 395, 399 (nr. [XII]) Tiens, J. ......................................................................................................618 (nr. XL) Tiliking, H. ............................................................................................................. 472k Tillotson, J. .......................................................................................................... p. XIV Tinga, E. ................................................................................................................... 262 Titius, G.G. ............................................................................................................ 465k Tobenz, D. .............................................................................................................. 139k
Toewater, H.A. ........................................................................................................ 270 Tol, A.A. van ........................................................................................................... 564 Tollius, A. ................................................................................................................ 188 Tollius, C. ................................................................................................................ 184 Tooke, A. ........................................................................................... 54, 55, 56, 57, 58 Toullieu, P. de .......................................................................... 96k, 144, 518, 619-634 Toullieu, Pa. de ................................................................................................ 622, 628 Trabena, J.C. ............................................................................................................ 613 Trenchart, J. ............................................................................................................. 27k Trigland, C. & J. ...................................................................................................... 636 Trigland, J. ............................................................................................................... 636 Trigland, Th. ..................................................................................................... 635-638 Trip, A.J. ........................................................................................................ 507k, 523 Trunccius, G. ........................................................................................................... 613 Trützschler, F.C.A. von .......................................................................................... 381 Tsomos, M. ................................................................................................................ 68 Tuck, R. ................................................................................................................... 119 Tuuk, M. van der ..................................................................................................... 270 Tydeman, H.W. .......................................................................................... 264 (nr. IV) Tydeman, M. ............................................................................... p. XI, 107, 338k, 339 Uchtman, E.W. ...................................................................................................... 328k Uhlius, J.L. ...............................................................................................399 (nr. [VI]) Ulpianus, D. ..................................................................................................... 175, 176 Ummius, A.G. ......................................................................................................... 307 Ummius, I. ........................................................................................................ 303-308 Valck, A. ................................................................................................................. 613 Valckenier, J. ........................................................................................................... 188 Vano, Chr. ........................................................................................................ p. XXXI Varnerius (Warnerius), J. ........................................................................ p. XI, 639-642 Veen, Th. .....................................................................................................P. XXXVIII Veltman, S. .............................................................................................................. 539 Verbeek, W.A .............................................................................................. p. XXXVIII Verheiden, G. .......................................................................................................... 279 Vernezobre de Laurieux, baron de ........................................................................... 141
Vicentius, A. .......................................................................................................... 229k Vilzius, O. ................................................................................................................ 418 Vinnius, A. ............................................................................................................... 189 Visch, A. .......................................................................................................... 492, 560 Visch, W.F. ............................................................................................................ 443k Voglerus, H. ............................................................................................................. 178 Voltaire ...................................................................................................................... 86 Vonck, C.V. ............................................................................................................. 319 Voorman, J. ............................................................................................................... 345 Vos, C. ..................................................................................................................... 181 Vossius, G.J. ............................................................................................................ 288 Votilley, D. de ........................................................................................................... 203 Vriesen, Th. .............................................................................................................. 181 Vrijhoff, H.G. van ............................................................................... p. XVI, 643-652 Vijfhuis, W.H. ........................................................................................ 264 (nr. XXX) Waal, C. de ............................................................................................................... 262 Waechtler, C. ......................................................................................................... 169k Wagner, J.T. ............................................................................................................... 84 Wal, G. de ................................................................................................................ 270 Waldschmiedt, J.W. ................................................................................................. 198 Wall, H. de ............................................................................................................. 189k Walraven, J. ............................................................................................................. 270 Walricheim, G. ......................................................................................................... 612 Waltherus, G.C. ........................................................................................ 618 (nr. XLI) Warenholtz, J. van .................................................................................... 618 (nr. XIV) Warnerius, J. zie Varnerius, J. Wass, S., comes ......................................................................................................... 68 Water, W. ......................................................................................................... 277, 278 Water, J. van de................................................................................................. p. XXXI Waterland, D.C. ............................................................................................... 27k, 42k Waveren, G.L. a ....................................................................................................... 294 Weber, A.D. ................................................................................................ 264 (nr. IV) Weber, I. .................................................................................................................. 39k Wedda, P. ................................................................................................. 618 (nr. LIII)
Weeninck, A. ........................................................................................................... 617 Wegner, B. .................................................................................................. 618 (nr. IX) Weise, C.W. .................................................................................................... 381, 382 Welderen, Th. van, burggraaf van Nijmegen ........................................................... 280 Welman, B. ........................................................................................... 618 (nr. XXVI) Wenck, H.P. ............................................................................................ 264 (nr. XVII) Wendejel, J.D. ......................................................................................................... 186 Wendelen, W. von ................................................................................................. 491k Werner, A.B. ......................................................................................................... 465k Werning, H.H. ....................................................................................................... 634k Wesenbeke, M. ................................................................................................ 189, 287 Westenberg, J.O. ........................................................................................... p. XI, 239 Westerfelt, A. van .................................................................................................... 569 Westerveen, A. .............................................................................135k, 136, 137k, 138 Whewell, W. ............................................................................................................ 108 Wiarda, T.D. ....................................................................................... 264 (nr. XXVIII) Wichel, S. .................................................................................................. 618 (nr. VII) Wichers, A. .............................................................................................................. 615 Wicquefort, A. de ............................................................................................. 132-134 Widmarius, A. ................................................................................................. 298, 616 Wigeri, E. .................................................................................................... p. XXXVIII Wilack et Lottum, P.C. vrijheer van ...................................................................... 222k Wildervanck, A. ...................................................................................................... 473 Wildervanck, C. ....................................................................................................... 473 Willem III, koning-stadhouder ................................................... p. XIV, 227, 228, 627 Willem IV, erfstadhouder .............................................................. 544A, 587, 589, 606 Willem V, erfprins ........................................................................................... 593, 606 Willem Hendrik, prins van Oranje ........................................................................... 226 Willem K.H.F., prins van Oranje-Nassau ................................................................ 151 Willichius, G. & J. ................................................................................................... 181 Winckel, D. ten ................................................................................ 618 (nr. XXXVIII) Winhoff, M. ............................................................................................................. 343 Winterus, J.G. .......................................................................................................... 601 Wissenbach, J.J. .................................................................................. p. XXXVIII, 494
Witcopff, J. ............................................................................................. 618 (nr. XLV) Withe, G. ........................................................................................................ 54-56, 59 Withof, J.P. .............................................................................................................. 317 Witte, E. ................................................................................................................... 84k Witten, J. .......................................................................................................... 185, 186 Wittichius, C. ........................................................................................................... 279 Wolbers, J. ............................................................................................... 144, 626, 634 Woldrinck, J. ............................................................................................................ 529 Wolfius, J.A. ............................................................................................................ 558 Wolters, G. ............................................................................................ 618 (nr. LXIV) Wolters, Q. ............................................................................................................... 613 Wolthers, H. ............................................................................................................. 435 Woltingius, J. .........................................................................................618 (nr. LVIII) Wouwer, J. a .................................................................................................... 427, 428 Wright, N. ...................................................................................................... 22, 23, 25 Wuisthaus, A. ..................................................................................... 618 (nr. XXVIII) Wyck, J.H. van der ........................................................................................... 338, 339 Wylich, Th. de ..................................................................................... 497k, 524, 527k Wijma, S.S.F. ........................................................................................................... 270 Zachariae a Lingenthal, C.E. .................................................................................. 398k Zaunschliffer, O.P. ............................................................................ 451, 456-458, 488 Zedlitz, C.A. vrijheer van ................................................................................. 336, 340 Zerneman, J. ........................................................................................................... 469k Zetske, J. ........................................................................................ 446, 464, 516, 542k Zevecotius, J. ............................................................................................................... 9 Zierotin, L.W. a ........................................................................................................ 609 Zierotina, J. & B. barones à ............................................................................ 608, 609k Zwalve, W.J. .......................................................................................................... 351k Zweerts, P. ....................................................................................... 647, 649, 650, 652