De KNMP is de beroeps- en brancheorganisatie voor apothekers. Wij behartigen de belangen van leden, de branche en de farmacie in het algemeen.
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg Op weg naar de patiënt van morgen
Voor vandaag. En morgen
KNMP Toekomstvisie farmaceutische zorg 2023 Fase 1 Discussiedocument
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
Inhoudsopgave De bewegingen in de zorg in het kort
4
1. Bewegingen in de zorg
6
1.1 De zorgvraag in 2023
6
1.2 Het zorgaanbod
6
1.3 De (on)houdbaarheid van het huidige stelstel
7
1.4 Een nieuw perspectief op de zorg in 2023
8
2. Bewegingen van de hoofdrolspelers in het zorgstelsel van 2023
11
2.1 De patiënt van 2023: een kritische zorgconsument 11 2.2 De zorgverleners van 2023
12
2.3 De zorgregisseurs van 2023
14
3. Conclusie
17
Literatuurlijst
20
3
De bewegingen in de zorg in het kort De Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) ontwikkelt in co-creatie met haar 5.500 leden een toekomstvisie op de farmaceutische zorg. De weg naar deze visie start niet bij het beroep, de beroepsuitoefening en de branche, maar eindigt daarmee. Het startpunt is dit discussiedocument Bewegingen in de (farmaceutische) zorg. Deskresearch, artikelen, strategische toekomstverkenningen en visies vormen de basis voor deze schets van de huidige en toekomstige ontwikkelingen in de zorg en de mogelijke uitwerking, die dit op de zorgconsumenten, zorgverleners en zorgregisseurs heeft. Wat beweegt patiënten, zorgverleners en andere betrokkenen de komende tien jaar? En wat betekent dit voor de betaalbaarheid van de zorg? Een gezond lichaam en een goede kwaliteit van leven houden ons namelijk allemaal bezig. De Nederlandse gezondheidszorg levert veel op voor mens en maatschappij. Dankzij voortdurende verbeteringen en vernieuwingen kunnen steeds meer mensen steeds beter worden geholpen. Tegelijkertijd brengen ontwikkelingen als welvaartsziekten, een vergrijzende bevolking en moeilijk in de hand te houden zorgkosten grote uitdagingen met zich mee. Nu betaalbaarheid en solidariteit steeds meer onder druk komen te staan, staat de samenleving voor de uitdaging tot fundamentele veranderingen en duurzame oplossingen te komen. De drie hoofdrolspelers - de patiënt, de zorgverlener en de regisseur - vullen hun rol over tien jaar op een andere manier in. Zo ontwikkelt de patiënt anno 2023 zich tot een regisseur van zijn eigen gezondheid. Hij is zich meer bewust van het zorgaanbod, de kwaliteit en de hieraan verbonden kosten. Door een transparant en gedifferentieerd aanbod van zorg valt ook meer te kiezen. Ook voor het verzekeren van zorg en gezondheid. De focus van de zorgverlener verschuift van genezen van ziekten naar het behoud van gezondheid en bevorderen van kwaliteit van leven. In onderlinge samenwerking en in de buurt van de patiënt biedt de eerstelijnszorg ondersteuning aan de patiënt bij het optimaliseren van diens kwaliteit van leven. Specialistische zorg wordt meer geconcentreerd aangeboden. De focus van de regisseur blijft gericht op de betaalbaarheid van gezondheidszorg. Kosteneffectiviteit wordt een steeds belangrijker begrip bij het bij elkaar brengen van
4
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
vraag en aanbod van zorg. Er komt meer ruimte voor differentiatie op het gebied van kwaliteit en omvang van (verzekerde) zorg. Ook zijn er steeds meer verschillende actoren die invulling geven aan de rol van regisseur: landelijke overheid, gemeenten, zorgverzekeraar en de patiënt zelf. Kortom, de Nederlandse zorg - en daarmee ook de farmaceutische zorg - staat voor grote uitdagingen. Dit ‘levende’ discussiedocument laat dat duidelijk zien. De KNMP gaat hierover vol enthousiasme in gesprek met haar leden, opinieleiders en gesprekspartners in het veld. Bewegingen in de (farmaceutische) zorg is geen uitputtende opsomming van de ontwikkelingen voor de komende tien jaar, maar veel meer het vertrekpunt voor deze gesprekken die uiteindelijk tot een duurzame visie op de apotheek en de apotheker van 2023 leiden.
Leeswijzer Dit stuk is een discussiedocument waarin de KNMP bewegingen in de (farmaceutische) zorg richting 2023 weergeeft. In hoofdstuk één worden maatschappelijke ontwikkelingen in de zorg besproken. De consequenties hiervan voor de drie hoofdrolspelers in de zorg – de patiënt, de zorgverlener en de regisseur – komen in hoofdstuk twee aan bod. De belangrijkste conclusies staan in hoofdstuk drie opgesomd. Hoe denkt u dat de (farmaceutische) zorg er over tien jaar uit ziet? Mail uw ideeën naar
[email protected].
5
1. Bewegingen in de zorg 1.1 De zorgvraag in 2023 De Nederlandse bevolking vergrijst. Het aantal 65-plussers stijgt van 14% in 2005 tot 21% in 2025. We worden steeds ouder, de groep 80-plussers neemt toe. Gesproken wordt van een dubbele vergrijzing. Meer dan de helft van de 65-plussers heeft een chronische aandoening, vaak zelfs meer dan één. Economische en technologische ontwikkelingen hebben bijgedragen aan het terugdringen van veel aandoeningen en mogelijkheden op volledig herstel zijn toegenomen. Ziekten als de pest en pokken komen nauwelijks meer voor. Veel infectieziekten zijn bestreden dankzij vaccinontwikkeling. Tegelijkertijd is er een stijgende trend in ziekten die het gevolg zijn van de moderne samenleving en de daarbij passende leefstijl, de zogenaamde welvaartsziekten. Het gaat hierbij om ziekten als harten vaatziekten, COPD, diabetes, bepaalde kankersoorten, depressie en obesitas. Het aantal mensen met diabetes neemt de komende twaalf jaar met een half miljoen toe. Bijna de helft van de volwassenen heeft obesitas en één op de zeven kinderen is te dik. Onderzoek toont dat wanneer de stijgende trend in overgewicht zich voortzet, ons land in 2024 ongeveer 2,5 miljoen obesen telt. Mensen overlijden eerder en aandoeningen als een beroerte, heupartrose en een hartinfarct komen vaker voor. Ook wordt een explosieve stijging voorspeld van chronische ziekten zoals diabetes. De zorgvraag verschuift steeds meer van een acute naar een chronische zorgvraag. Een op de drie chronische patiënten heeft twee of meer chronische aandoeningen. Dit maakt de zorgvraag complexer. De behoefte aan zorg en behandeling neemt toe. Dit komt door demografische factoren als de vergrijzing, maar ook omdat er meer behandelmogelijkheden zijn. 1.2 Het zorgaanbod in 2023 De markt voor life sciences & health groeit door de vergrijzing, de toename van welvaartsziekten en medische innovaties. Het kabinet Rutte heeft de ambitie dat de life
science & health sector in 2025 een hoofdrol speelt op het wereldtoneel. Nederland hoort op onderzoeksgebied tot de wereldtop. De life science & health sector is om die reden door de overheid aangewezen als een van de negen topsectoren. Dit zijn sectoren die al een sterke positie hebben, maar waarvan de overheid nog verdere groei verwacht. De grote uitdaging is medische kennis en innovatieve technologie te vertalen naar behandelingen en geneesmiddelen die ten goede komen aan de patiënt van 2023.
6
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
Zorgverleners zijn de afgelopen jaren al met tal van innovaties op het gebied van nieuwe behandelingen en geneesmiddelen gekomen, die hebben geleid tot nieuwe en betere vormen van zorgverlening. Ook is veel geïnvesteerd in het (verder) standaardiseren en protocolleren van de zorg met het ontwikkelen van zorgrichtlijnen en zorgstandaarden. Dit zijn de fundamenten om de kwaliteit in de zorg te borgen en toetsen. Het is nu nog gebruikelijk dat nieuwe medische technologie en behandelingen worden opgenomen in het basispakket van de verzekerde zorg. Nieuwe behandelingen (en geneesmiddelen) zijn echter vaak relatief duur. De keerzijde is dan ook dat de kosten van het zorgstelsel hierdoor sterk toenemen. Hierdoor wordt de neiging om niet alle nieuwe behandelingen op te nemen in het basispakket steeds groter. De zorgverlening kent in 2023 nog meer mogelijkheden en is nog geavanceerder, maar ook duurder. De uitdaging is hoe baanbrekende innovaties en nieuwe (dure) behandelingen vertaald kunnen worden in een voor individu en maatschappij betaalbare en duurzame gezondheidszorg. Daarnaast biedt de technologische vooruitgang veel kansen voor nieuwe en betere vormen van zorgverlening. Denk hierbij bijvoorbeeld aan mobiele technologie, sociale netwerken, en de steeds rijker wordende informatiesystemen, die gebruikt kunnen worden voor analyse en onderzoek. Ook wordt veel verwacht van ontwikkelingen op het gebied van gentherapie en nanotechnologie. 1.3 De (on)houdbaarheid van het huidige zorgstelsel Sinds 2006 is het onderscheid tussen ziekenfonds en particulier overboord gezet en is er een verplichte zorgverzekering (basisverzekering) voor alle ingezetenen in Nederland. De basisverzekering dekt de noodzakelijke, op genezing gerichte, zorg. Het huidige zorgverzekeringsstelsel bestaat uit twee volksverzekeringen: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de Zorgverzekeringswet (ZvW). Deze indeling wordt soms samengevat als care (AWBZ) en cure (ZvW). Het gevolg van deze tweedeling is een soms moeizame samenwerking tussen verschillende zorgverleners. De zorg in Nederland is in sterke mate collectief georganiseerd en ruim toegankelijk en verzekerd. De vraag is hierdoor leidend geworden. De financiering volgt grotendeels de (sterk toenemende) vraag. De zorgkosten stijgen elk jaar met 4%, terwijl het nationaal inkomen met niet meer dan 1% stijgt. Van deze 4% is slechts 1% toe te schrijven aan de vergrijzing. Vooral de verruiming van het zorgaanbod en (technologische) innovaties maken de zorg duurder.
7
De zorguitgaven zijn toegenomen van 8% van het nationaal inkomen in 2003 naar 13% van het nationaal inkomen in 2013. Het is de snelst groeiende uitgavenpost in het huishoudboekje van de overheid. Met het huidige zorgstelsel kunnen de kosten in 2040 oplopen tot 31% van het nationaal inkomen. Tot nu toe werd de zorg betaalbaar gehouden door het eigen risico te verhogen en het basispakket te verkleinen. Dit zijn aanpassingen binnen het huidige stelsel. Zet deze ontwikkeling zo door, dan besteedt de patiënt met een minimuminkomen in 2040 de helft van zijn geld aan zorg. Dit heeft consequenties voor het huidige zorgstelsel. Meer fundamentele veranderingen zijn nodig. Tegelijk met de stijgende zorgvraag en kosten, zijn meer zorgverleners nodig om in de deze (duurdere) vraag te voorzien. Als de huidige ontwikkeling van de zorgvraag zich doorzet, zijn in 2030 een miljoen extra zorgverleners nodig. Tegelijkertijd krimpt de beroepsbevolking als gevolg van de vergrijzing. De kwaliteit en toegankelijkheid van de zorg komen hierdoor onder druk te staan. Dit vraagt om een andere organisatie van zorg om de beschikbare mankracht efficiënt in te zetten. Het zorglandschap ziet er in 2023 door de onhoudbaarheid van het huidige stelsel heel anders uit. 1.4 Een nieuw perspectief op de zorg in 2023 Nu al merken we dat het solidariteitsprincipe steeds meer onder druk komt te staan. Dit komt door de aanhoudende stijging van de zorgkosten, de verhoging van de zorgpremies, eigen risico’s en betalingen, en het grote verschil tussen in behoefte aan zorg tussen burgers. Het vertrouwen dat een bijdrage vandaag ook zekerheid biedt voor morgen heeft een flinke deuk opgelopen. De zorgregisseurs van 2023 sturen op gezondheid. Het voorkómen van oneigenlijk gebruik en het bevorderen van de gezondheid door burgers en de zorgsector dragen bij aan het vertrouwen van burgers in het solidariteitsprincipe en houdt de solidariteit levend. In 2023 is de overheid nog meer gericht op eigen verantwoordelijkheid van de burger. Ze stuurt aan op meer eigen verantwoordelijkheid van het individu, bijvoorbeeld met zelf geregelde mantelzorg in de directe omgeving. Oneigenlijk gebruik wordt voorkomen als alle betrokkenen zich verantwoordelijk voelen voor het zorgstelsel. Bijvoorbeeld door een gezonde leefstijl te belonen op basis van een periodieke conditietest en het introduceren van eigen betalingen, die aanzetten tot gepast zorggebruik. De gezondheidszorg staat hierdoor niet langer in het teken van zorg en ziekte, maar focust op gezondheid en gedrag. Het behoud van gezondheid en kwaliteit van leven
8
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
staan centraal inclusief alle ondersteuning die hierbij hoort. De zorgvrager in 2023 is niet langer een patiënt, maar een zorgconsument. Eén die in grote mate zelf bepaalt waar en hoe hij zijn zorg betrekt en daar in zekere mate financieel verantwoordelijk voor is. Daarnaast vraagt de druk op de betaalbaarheid van zorg om een nadrukkelijkere afweging van de kosten en baten van zorg. Het is nu al merkbaar dat steeds vaker met een economenbril naar de gezondheidszorg wordt gekeken. Over tien jaar heeft deze ‘economisering van de zorg’ doorgezet. Dit sluit aan bij de verschuiving van het genezen van patiënten naar het gezond houden van individuen ten behoeve van de samenleving. Bij de economisering van de zorg past ook een ander zorglandschap. De zorg op de juiste plek verstrekken is hierbij de sleutelzin. Als een huisarts de behandeling kan uitvoeren, gaat de zorgconsument niet naar het ziekenhuis. En als de zorgconsument het zelf of in zijn sociale kring kan opvangen, hoeft hij niet naar de huisarts. Het ideale zorglandschap van 2023 bestaat uit vier niveaus:
LANDELIJK: Super specialistische medische zorg en ziekenhuiszorg waar een relatief kleine vraag naar is. Zwaar complexe behandelingen en (post)academisch onderzoek.
REGIONAAL: Specialistische zorg. Gericht medische handelingen en diagnosegebieden vanuit regionaal perspectief. Dit zorgt voor een netwerk van instellingen en klinieken voor bepaalde medische ingrepen en behandelingen. Eventueel voor specifieke aandoeningen/patiënten.
ZORG IN DE BUURT: Geïntegreerde eerstelijnszorg: generalistisch perspectief, geïntegreerde multidisciplinaire zorg.
ZORG AAN HUIS: nuldelijnszorg, inzet van (mobiele) technologie, zelfmanagement, sociale mantelzorg.
9
De zorg moet in 2023 zo georganiseerd zijn, dat de grootste (chronische) zorgvraag thuis en in de wijk wordt opgevangen. De zorg, of liever het behoud van een goede gezondheid en daarmee een hoge kwaliteit van leven, wordt zoveel mogelijk – letterlijk – rondom de zorgconsument georganiseerd: in de buurt of bij hem thuis. De eerste stappen hiertoe zijn gezet. Vanaf 1 januari 2013 worden door aanpassingen van de AWBZ nieuwe patiënten langer in hun eigen huis geholpen. Patiënten die in 2012 nog in aanmerking zouden komen voor een ‘licht zorgzwaartepakket’ en voor zorg in een instelling, krijgen die zorg in 2013 dus thuis. In 2023 heeft deze ontwikkeling zich doorgezet. De zorgverlening is gericht op zo lang mogelijk thuis blijven wonen en de burger zo lang mogelijk actief deelnemer aan de samenleving te houden. Van de zorgconsument van 2023 wordt meer eigen verantwoordelijkheid voor het behoud van zijn gezondheid gevraagd in plaats van het claimen van zorg voor ziekte. Preventie, zelfmanagement en eHealth spelen een steeds belangrijkere rol in deze nieuwe benadering van gezondheid en ziekte. Preventie is vooral gericht op welvaartsziekten. Deze taak wordt voor een belangrijk deel bij gemeenten ondergebracht, in het verlengde van hun grote rol bij het omvormen van de AWBZ en de WMO. Naast ‘klassieke’ landelijke preventiegerichte activiteiten die zich richten op leefstijl, kunnen gemeenten activiteiten ontplooien die zich richten op omgevingsfactoren, zoals huisvesting, werkgelegenheid en opleiding. Het past zo naadloos in het nieuwe perspectief op de zorg. Voor meer zelfmanagement en eigen regie van de zorgconsument van 2023 zijn randvoorwaarden als keuzemogelijkheden, transparantie en de toegang tot eHealth nodig. De zorgconsument wordt hierin begeleid in een gelijkwaardige relatie met de samenwerkende zorgprofessionals. Kortom, de zorg is in 2023 rondom de zorgconsument georganiseerd. De zorgconsument bepaalt welk zorgproduct hij afneemt. De patiënt zit niet langer in de spreekkamer van de dokter. Voortaan zit de zorgverlener in de spreekkamer van de zorgconsument.
10
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
2. Bewegingen van de hoofdrolspelers in het zorgstelstel van 2023 2.1 De patiënt van 2023: een kritische zorgconsument Omdat de zorg voortaan in het teken staat van het behoud van gezondheid en de kwaliteit van leven in plaats van ziekte, is in 2023 meer sprake van zorgconsumenten dan van patiënten. De zorgconsument is medeproducent van en medeverantwoordelijk voor een houdbaar zorgstelsel. Hij wordt daarin gestimuleerd en op aangesproken door de zorgregisseurs (gemeenten, zorgverzekeraars) en zorgverleners. Dit betekent bijvoorbeeld dat de burger in 2023 de kosten voor aandoeningen, die direct het gevolg zijn van een ongezonde leefstijl, eerder en vaker zelf zal moeten betalen. De zorgconsument kent de prijzen van zijn persoonlijk zorggebruik. En om die reden kijkt hij ook kritischer naar het rendement ervan voor zijn eigen (kwaliteit van) leven. Hij wil keuzes maken voor bepaalde kwaliteit en prijs. De zorgconsument wordt gestimuleerd zijn leefstijl aan te passen voor het behoud van zijn gezondheid. Ook spelen persoonlijke netwerken voor onderlinge uitwisseling van steun en zorg een grotere rol. De zorgconsument kiest zélf zijn zorgproducenten uit. Hij kiest bijvoorbeeld zelf de apotheker die de regie krijgt over zijn geneesmiddelendossier. Door verbetering van samenwerking en uitwisselingsmogelijkheden van informatie kunnen zorgverleners steeds beter met elkaar samenwerken. En op grond van deze samenwerking in gezamenlijk overleg keuzes en behandelingen voorleggen aan de zorgconsument. Zorgverleners bieden gezamenlijk zorg aan waarin de zorgconsument centraal staat. Die heeft immers zelf zijn zorgverleners uitgekozen. De zorgconsument organiseert zich steeds meer en beter, wat hem een duidelijke stem geeft. Hij is beter geïnformeerd en daardoor ook mondiger. Hij wil de beste zorg, maar is historisch gezien niet of nauwelijks gewend hiervoor zelf de portemonnee te trekken. In 2013 is er nog een moral hazard: omdat de zorg door je zorgverzekering of andere sociale voorzieningen is gedekt en je er dus niet zelf voor hoeft te betalen, vraag je er makkelijker en eerder om.
11
Andere financiële prikkels kunnen het gedrag van zorgconsumenten beïnvloeden. Richting 2023 worden zorgconsumenten steeds meer zelf verantwoordelijk voor hun eigen welzijn en het organiseren van de juiste zorg en de kosten hiervan. De patiënt van 2013 is over tien jaar een kritische zorgconsument geworden. 2.2 De zorgverleners van 2023 Over tien jaar worden zorgverleners (wijkverpleegkundigen, apothekers, huisartsen, specialisten, etc.) nadrukkelijk aangesproken op hun verantwoordelijkheid: focus op noodzakelijke zorg. Zij kennen de prijzen en effecten van alternatieve behandelopties. De bekostiging van het zorgaanbod is meer populatie- dan productiegericht. Dit houdt in dat niet per handeling wordt betaald, maar dat voor doelmatige zorgverlening aan een bepaalde populatie de middelen beschikbaar worden gesteld om de zorg te leveren waar deze patiënten recht op hebben. Van zorgverleners – dus ook van apothekers – wordt in toenemende mate verwacht dat zij transparant zijn over (de kwaliteit van) de zorg die zij leveren, zodat de kosteneffectiviteit door de zorgregisseurs en de betaler van de rekening beter kan worden bepaald. De afgelopen jaren is op een aantal onderdelen in de zorg budgetfinanciering vervangen door prestatiebekostiging. Dit om de zorg meer transparant en de kosten meer beheersbaar te maken. Het heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het terugdringen van de wachtlijsten. Ook is dit een stap in het bevorderen van het kostenbewustzijn van de patiënt. Prestatiebekostiging brengt echter een productieprikkel met zich mee, omdat per handeling wordt betaald. Overbehandeling en praktijkvariatie kunnen hierdoor optreden. Een volgende beoogde stap is de financiering meer populatiegericht te organiseren. Wanneer de zorgvraag helder in beeld kan worden gebracht, is het ook beter mogelijk de financiering hier op af te stemmen. De digitalisering van de samenleving maakt dit mogelijk. Met een populatiegerichte in plaats van productiegerichte focus, kan de zorgverlener ook nadrukkelijker pro-actief en preventief zorgverlenen. Hij beschikt ook over meer informatie en betere technologie om de gezondheid van patiënten te monitoren en te verbeteren. Vanuit zowel de overheid als zorgverleners is de focus van het zorgstelsel in 2023 gericht op geïntegreerde eerstelijnszorg. Eenvoudige zorg wordt laagdrempelig en in de buurt van de patiënt georganiseerd en onderlinge samenwerking tussen zorgverleners versterkt.
12
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
Specialistische zorg en in nog grotere mate complexe specialistische zorg wordt in 2023 meer geconcentreerd georganiseerd. Specialisatie en gerichte opschaling dragen bij aan de kwalitatief betere en meer kosteneffectieve zorgverlening. Dit betekent dat niet alle ziekenhuizen alle behandelingen kunnen uitvoeren, en er ook minder ziekenhuizen overblijven. De migratie van zorg in een relatief klein aantal ziekenhuizen naar zorg via een uitgebreid netwerk van zorgverleners (verpleegkundigen, huisartsen, apothekers) in de wijken heeft grote gevolgen voor de organisatie hiervan. De geïntegreerde eerstelijnszorg managet vraag en aanbod van zorg op een meer kostenefficiënte manier. Zorgverleners worden hierdoor service innovators, die zo dicht mogelijk bij hun klanten komen door het bieden van producten en servicepakketten. Of door zorg en geneesmiddelen aan huis, op het werk of via afhaalpunten te leveren. De samenwerking in de eerste lijn is de laatste jaren al verbeterd en wordt tot 2023 nog meer uitgebreid. De rol van de huisarts als poortwachter is in 2023 aangescherpt en versterkt. Wijkverpleegkundigen krijgen middelen om een prominente rol te spelen bij het vormgeven van de zorg in de buurt van de patiënt. Apothekers, huisartsen en wijkverpleegkundigen vormen samen een driehoek, die shared decision making en zorg op maat voor elke zorgconsument mogelijk maken. Een goede uitwisseling van gegevens, zowel tussen de zorgverleners als met de zorgconsument, is hierbij heel belangrijk. Daarbij kan ook beter gebruik gemaakt worden van medisch-farmaceutische informatie die, ingezet over de keten heen, locatie-onafhankelijk wordt. De zorginfrastructuur wordt beter ingezet om fragmentatie van informatie te vermijden. De medischfarmaceutische informatie-uitwisseling ondersteunt het prestatiemanagement, maakt health knowledge management met (geaggregeerd) onderzoek en preventie mogelijk, en draagt bij aan de beste diagnose en behandeling. Door in de multidisciplinaire samenwerking diagnoses te stellen en met de patiënt behandelplannen te ontwikkelen, kan de gecombineerde (collectieve) kennis en expertise effectiever worden ingezet.
13
Een andere ontwikkeling in de nieuwe farmaceutische zorg wordt op gang gebracht door nieuwe producttypes die vragen om nieuwe zorg, zoals genotypering en biologicals met nieuwe toedieningsvormen. Ook kan het productieproces later eindigen: om het geneesmiddel voor de patiënt op maat te maken, wordt in de apotheek de laatste stap in productieproces doorlopen. Wanneer meer medisch-farmaceutische informatie over de patiënt beschikbaar is, kan de zorg nog meer patiëntspecifiek worden verleend. Dat vraagt van apothekers om meer en betere kennis van het product en van de patiënt. Voor geneesmiddelproducenten verschuift de focus dan van product naar het rendement voor de patiënt (outcome-driven). Daarnaast zorgen nieuwe distributietechnologieën er met behulp van ‘big data’ en ‘cloud computing’ voor dat het veilig en efficiënt delen van data wereldwijd mogelijk is. Het analyseren van die data en reageren op plotselinge veranderingen maakt geavanceerde tracking technologieën ook gewenst. Dit genereert informatie waarmee patiënten hun zorg kunnen managen en bijvoorbeeld therapietrouw zelf en/of samen met hun zorgverleners kunnen monitoren. De producent komt dus dichter bij de patiënt te staan. Randvoorwaarde is dat de informatie accuraat, betrouwbaar, robuust en grondig is om dergelijke diensten te verfijnen en grotere therapietrouw te bereiken. 2.3 De zorgregisseurs van 2023 De zorgregisseur brengt de patiënt en de zorgverleners bij elkaar. Sinds lang is dit de centrale overheid, maar de patiënt krijgt met steeds meer verschillende regisseurs te maken. Zo heeft de zorgverzekeraar sinds 2006 een belangrijk deel van de regiefunctie gekregen. In de toekomst krijgen ook gemeenten en de patiënt zelf steeds vaker de regiefunctie toebedeeld. De centrale overheid blijft de kaderscheppende partij, met als kerntaken het bevorderen van gezondheid, participatie in de samenleving en gezond gedrag. Rond 2000 is de keuze gemaakt de wachtlijsten aan te pakken en de toegang tot de zorg te verbreden. Daarna is ervoor gekozen te investeren in een verdere verbetering van de kwaliteit van de zorg. Op weg naar 2023 wordt maximaal ingezet op de betaalbaarheid van een kwalitatief goed aanbod. Nu de betaalbaarheid van de zorg steeds meer onder druk komt, groeit de behoefte aan het nadrukkelijker afwegen van kosten en baten van de zorg. Dit betekent een verschuiving van het genezen van patiënten naar het gezond houden van individuen. Met de nadruk op voorkomen in plaats van genezen. Ook betekent dit dat zorg op de juiste (meest kosteneffectieve) plaats moet worden verleend.
14
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
De regiefunctie van de centrale overheid is deels gedelegeerd aan de zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars treden niet langer alleen als fondsen op, maar zien ook toe op de kwaliteit, betaalbaarheid en toegankelijkheid van zorg voor verzekerden. Zorgverzekeraars gaan de eigen verantwoordelijkheid van zorgconsument voor hun gezondheid bevorderen. Zo ontwikkelt de zorgverzekeraar zich naar een verzekeraar van gezondheid. Bijvoorbeeld door kosten voor aandoeningen als direct gevolg van een ongezonde leefstijl niet langer te vergoeden. En door gezond gedrag te belonen met een korting op de gezondheidspremie. De landelijke overheid heeft de intentie ook nadrukkelijker gemeenten te betrekken. In het voorjaar van 2013 zijn door het ministerie van VWS grote stappen gezet. Gemeenten hebben samen met zorgverzekeraars nieuwe taak- en rolverdelingen gekregen in 2023. Gemeenten houden zich vooral bezig met ouderenzorg, jeugdzorg en de GGZ. Zij krijgen in de toekomst ook wettelijke mogelijkheden de ‘inloopfunctie’ te realiseren: een zorgfunctie gecombineerd met diverse gemeentelijke functies. Kortom, de gemeente wordt samen met de verzekeraar regisseur van de zorg op wijkniveau. Nu leidt nieuwe medische technologie nog vanzelfsprekend tot uitbreiding van het basispakket. In de toekomst wordt steeds kritischer gekeken naar de kosteneffectiviteit, voordat nieuwe medische technologie wordt toegelaten tot het basispakket. Hoe kleiner de bijdrage aan de QALY (Quality-adjusted life year) is (de maat voor ‘kwaliteit van leven’), des te strenger de eisen aan de kosten en baten van een behandeling (of geneesmiddel). Technologie gericht op het bevorderen van zelfmanagement en die leidt tot het efficiënter kunnen inzetten van de meer schaarse zorgverleners, wordt nadrukkelijker gestimuleerd. Ook treedt er differentiatie op ten aanzien van het verzekeren van zorg. Een ‘one size
fits all’ basispakket is niet houdbaar wanneer de kloof tussen zorggebruikers en zorgsponsoren, en de inkomensdiversiteit steeds groter wordt. Wanneer zorg op maat kan worden georganiseerd, kan dit ook op maat worden verzekerd. Ook werkgevers en patiëntenorganisaties kunnen bij de samenstelling van polissen steeds meer een actieve rol vervullen.
15
De nieuwe verzekeraars van gezondheid worden op steeds meer terreinen risicodragend. Het doel hiervan is goedkopere zorginkoop af te dwingen. Zorgverzekeraars moeten dus selectiever inkopen. Tot op heden is deze inkoopfunctie vooral prijsgericht. De volgende stap is om ook op kwaliteit selectief in te kopen. Om hier invulling aan te geven, voeren zij druk uit op het zorgveld om kwaliteitsindicatoren te ontwikkelen en de transparantie te vergroten. Differentiatie van zorgvraag en zorg verzekeren stimuleren de behoefte aan kwalitatieve zorginkoop. En biedt de zorgconsument meer transparantie en meer keuze. In 2023 wordt de zorgconsument (waar mogelijk) vooraf geïnformeerd over de kosten van de zorg, die door hem zelf betaald moeten worden. Achteraf ontvangt hij een periodiek en helder overzicht van de kosten, die de zorgverzekeraar voor hem heeft betaald. De weg ligt open voor (nieuwe) vormen van eigen bijdragen, die bij elke zorgvraag effectief prikkelen tot gepast zorggebruik. Denk bijvoorbeeld aan de eigen vergoeding van tien euro per consult, die nu al wordt gevraagd voor eerstelijns psychologische hulp.
16
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
3. Conclusie De zorgvraag neemt toe en verandert op weg naar 2023. Door de vergrijzing en een toename van welvaartsziekten, verandert de vraag naar zorg steeds meer van een acute naar een chronische zorgvraag. Tegenover de toenemende zorgvraag en het steeds geavanceerdere zorgaanbod, staat een krimpende beroepsbevolking. De toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg staan onder druk en het huidige stelsel wordt financieel onhoudbaar. De overheid stuurt meer op de eigen verantwoordelijkheid van de burger voor het behoud van zijn gezondheid en daarmee zijn kwaliteit van leven. Hierdoor verandert het perspectief op zorg, van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag. De zorg in 2023 is erop gericht om de burger, van wieg tot graf, gezond te houden. Het gaat in de toekomst om het voorkomen van ziekte, in plaats van genezen. Preventie krijgt een steeds belangrijkere rol. In 2023 staat de zorgconsument centraal. De patiënt stond al centraal, maar dan vooral vanuit patiëntgerichte behandelaaroptiek. De zorg is rondom de zorgconsument georganiseerd, zo dichtbij mogelijk, bij hem thuis of in de wijk waar hij woont. Met de huisarts als poortwachter. De zorgconsument kiest zelf zijn zorgverleners en managet met hun begeleiding zijn eigen zorgvraag. Er is sprake van geïntegreerde zorg: de wijkverpleegkundige, huisarts en apotheker doen aan shared decision making en voorzien de zorgconsument van zorg op maat. De zorgconsument streeft een betere, of als de gezondheid afneemt, een zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven na. Daarbij maakt hij eigen, bewuste afwegingen tussen kosten en baten van zorgbehandelingen en van zorgverleners. Passend bij wat de zorgconsument zelf belangrijk vindt en wil, en vanuit de optiek van de zorgverlener soms mogelijk suboptimaal. De patiënt van de toekomst neemt samen met multidisciplinair samenwerkende professionals besluiten, verantwoordelijkheid en regie. De zorgregie verschuift van de centrale overheid naar de zorgverzekeraar, die in 2023 een verzekeraar van gezondheid is, en de gemeenten. De focus van de verzekeraars verschuift van het vergoeden van geleverde zorg door alle zorgverleners naar vergoeding van de meest kosteneffectieve zorg.
17
Gemeenten krijgen een regierol om zorg en gemeenteactiviteiten te combineren. Immers, het behoud van gezondheid en de kwaliteit van leven worden niet alleen bepaalde door de fysieke en mentale gezondheid, maar ook door omgevingsfactoren (werk, woning, sociale contacten). Gemeenten zullen in 2023 voor een healthy
environment moeten zorgen, waarin de eerstelijnszorg op wijkniveau een vaste plek krijgt. De Nederlandse zorg staat duidelijk voor grote uitdagingen. Zo ook de farmaceutische zorg. De KNMP gaat deze uitdaging samen met de leden en stakeholders graag aan. Dit discussiedocument is geen volledige weergave van het zorglandschap in 2023 maar fungeert als eerste stap op weg naar de patiënt van morgen en de rol van de farmacie en haar beroepsbeoefenaren hierin. Met als eindresultaat een duurzame visie op het werk van de apotheek en apotheker in 2023. Heeft u na het lezen van het document opmerkingen of aanvullende ideeën over de (farmaceutische) zorg over tien jaar? Mail dit dan naar
[email protected].
18
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
19
Literatuurlijst Onderstaande lijst is een selectie van de bronnen die de inspiratie zijn geweest voor het discussiedocument Bewegingen in de (farmaceutische) zorg. 1. Bert Leufkens (RIVM). Farmaceutische zorg in de toekomst: twee scenario’s. 2002 2. BMC. Whitepaper Zorg Dichtbij. Amersfoort, januari 2013 3. CBS. Levensverwachting met en zonder chronische aandoeningen. 4. Centraal Planbureau. Toekomst voor de zorg. Maart 2013 5. Inspectie voor de gezondheidszorg. Staat van de gezondheidszorg. Preventie in de
curatieve en langdurige zorg: noodzaak voor kwetsbare groepen. Utrecht, november
2012
6. Jan van Es Instituut. Whitepaper ‘Substitutie: van zorg binnen silo’s naar
patiëntgerichte zorg op maat’. April 2012.
7. KNMP. Handvest van de apotheker. November 2012 8. LHV. Toekomstvisie huisartsenzorg 2022. Utrecht, 2012 9. Lucienne Berenschot en Leo van der Geest (NYFER). Integrale zorg in de buurt.
Meer gezondheidsresultaat per euro. April 2012
10. LVG - Visie positionering wijkverpleegkundige zorg. November 2012 11. PinkRoccade Healthcare, PharmaPartners, Benthurst & Co (Gillis Jonk). Het stormt in
de polder. Januari 2013
12. PWC. From vision to decision. Pharma 2020. 2012 13. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. De nieuwe spreekkamer. November 2012 14. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Het belang van wederkerigheid. Solidariteit
gaat niet vanzelf. Januari 2013
15. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Leefstijl en de zorgverzekering. Den Haag,
april 2010
16. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Medisch Specialistische zorg 20/20. Dichtbij
en ver weg (samenvatting).
17. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Perspectief op gezondheid 20/20. Den Haag, 2010 18. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Regie aan de poort. De basiszorg als
verbindende schakel tussen persoon, zorg en samenleving. Den Haag, december 2012
19. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Van zz naar gg. Acht debatten, een sprekend
20
Bewegingen in de (farmaceutische) zorg
verhaal. Den Haag, augustus 2010
20. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Zorg voor de gezondheid! Den Haag, april 2010 21. Rabobank. Diagnose 2025. November 2010 22. Rinnooy Kan & Reibestein. Brief verkenners extramurale farmaceutische zorg. Februari 2013 23. Taskforce Beheersing Zorguitgaven. Naar beter betaalbare zorg. Juni 2012 24. V&VN. Expertisegebied wijkverpleegkundige. November 2012 25. VWS. Gezamenlijke agenda: Van systemen naar mensen. 8 Februari 2013 26. VWS. Strategische kennisagenda 2020. Januari 2012 27. Wetenschappelijke verenigingen & de Orde van Medisch Specialisten. Visiedocument ‘De
Medisch Specialist 2015’. Utrecht, oktober 2012
28. Zorgverzekeraars Nederland. Visie op kwaliteit. Samenwerken voor de verzekerde. Juli 2011
21
Colofon
KNMP Alexanderstraat 11 2514 JL Den Haag T 070 37 37 373 E
[email protected] www.knmp.nl Redactie, coördinatie en opmaak: Afdeling Marketing , Communicatie en Publishing, KNMP Druk: DeltaHage BV Aan de totstandkoming van deze uitgave is uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaardt de KNMP geen aansprakelijkheid.
22