Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie Directoraat generaal voor Energie, Telecom en Mededinging Directie Energiemarkt t.a.v. de directeur drs. J.C. de Groot Postbus 20401 2500 EK Den Haag
Oosterhout, 5 november 2014
Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West
Geachte heer De Groot, Naar aanleiding van de voorgenomen wijziging van het tracé voor de 380kV Zuid West hebben wij een groot aantal vragen. Deze treft u onderstaand. Een reactie op onze vragen zien wij graag op korte termijn (binnen 3 weken) tegemoet. Vragen met betrekking tot de noodzaak: 1.
Is aanleg van de 380kV Zuid West gezien een aantal actuele ontwikkelingen nog noodzakelijk? Uit welke actuele stukken blijkt de noodzaak van de aanleg van de 380kV Zuid West? Graag ontvangen wij deze stukken van u inclusief verwijzing naar de paragrafen / pagina’s in deze stukken waaruit de noodzaak van de 380kV Zuid West zou moeten blijken.
2.
Uit welke actuele stukken blijkt dat er in Zeeland een teveel aan energie is in een dusdanige mate dat die niet getransporteerd kan worden via de bestaande hoogspanningsverbindingen? Graag ontvangen wij deze stukken van u inclusief verwijzing naar de paragrafen / pagina’s in deze stukken waaruit blijkt dat de bestaande hoogspanningsverbindingen niet toereikend zijn.
3.
Bij de beantwoording van recente Kamervragen inzake de 380kV Zuid West heeft het ministerie aangegeven dat ”Er is inmiddels ook behoefte aan vergroting van de mogelijkheid om elektriciteit te transporteren tussen Nederland en België. Half april is dit door Tennet bij de minister van EZ aangegeven. Dit is mede gebaseerd op internationale afspraken met België en de huidige ontwikkelingen op de Belgische elektriciteitsmarkt”. 1
3a.
Welke internationale afspraken zijn dit? Kunnen wij daarvan een afschrift ontvangen?
3b.
Wat is de verwachte verhouding tussen levering aan Nederland en België over deze verbinding?
3c.
Wat was de oorspronkelijke reden voor de aanleg van de 380kV Zuid West tussen Borssele en Geertruidenberg / Tilburg? Was dat voor binnenlands gebruik of voor de export? En geldt dat ook voor het tracédeel Roosendaal – Geertruidenberg – Tilburg?
4a.
Klopt het dat in eerste instantie dit 380kV traject is opgezet omdat er sprake was van een tweede kerncentrale in Zeeland?
4b.
Komt de nieuwe kerncentrale in Zeeland er nog en zo niet (en daar lijkt het op) wat is dan nog de noodzaak voor dit 380 kV traject?
4c.
Waarom wordt -als de noodzaak voor deze 380kV verbinding een eventuele nieuwe kerncentrale bij Borssele is- niet met de tracering en bouw gewacht tot een besluit is genomen tot de bouw van een nieuwe kerncentrale? In het bijzonder willen wij weten waarom niet gewacht wordt voor het tracédeel Roosendaal – Geertruidenberg – Tilburg. Rekening houdend met de lange bouwtijd van een kerncentrale is er immers nog genoeg tijd om pas dan de voorbereiding en bouw van een 380kV verbinding te starten, waarbij dan gebruik kan worden gemaakt van de op dat moment beschikbare technieken.
5a.
Wat is de relatie tussen de 380kV Zuid West, oostelijk deel en de voorgenomen ontwikkeling van windmolenparken op zee? Ter toelichting: ons bereiken signalen dat de 380kV Zuid West, oostelijk deel (Rilland – Geertruidenberg / Tilburg) met name bedoeld is om de elektrische energie uit nog te bouwen windparken op zee beter op het landelijke hoogspanningsnet in te voeren. Het gaat daarbij om het onvoorspelbare karakter van de elektriciteit uit windenergie waardoor bij vlagen, dan weer wel en dan weer niet, grote hoeveelheden elektrische energie moeten worden afgevoerd naar de gebruikers van elektriciteit. Dit betekent dat de centrales zich net andersom zouden moeten aanpassen: dus vol draaien als het niet waait en afregelen of stilstaan als het wel waait. Zonder deze grote fluctuaties in de energietoevoer zou het Nederlandse 380kV net nog gedurende tientallen jaren voldoende capaciteit hebben en is de bouw van (in ieder geval) dit 380 kV traject niet nodig.
5b.
Bent u bekend met de resultaten van recent onderzoek in o.a. Duitsland waaruit blijkt dat uitbreiding van het aantal windmolens netto nauwelijks energie oplevert en dus ook nauwelijks heeft geleid tot minder uitstoot van CO2?
5c.
Is het juist, dat als de plannen voor windparken in zee grotendeels niet door zouden gaan dit 380 kV traject niet nodig is, of tenminste de eerst komende twee decennia niet nodig zal zijn? En is het juist dat het er nu naar uitziet dat grootschalige windenergie op zee bij Nederland er niet zal komen? 2
Vragen m.b.t. het noordelijke tracé: 6.
Het hele traject loopt al vanaf 2006 en sinds 2011 was er (na langdurig overleg) overeenstemming met alle betrokken gemeenten en de provincie over het noordelijk tracé. Waarom is pas onlangs het voornemen voor een ander tracé geuit? Was de reden om van het noordelijke tracé af te zien vóór 2014 niet aanwezig, respectievelijk nog niet belangrijk genoeg om van dat tracé af te zien?
7.
In de brief die uw ministerie onlangs aan de gemeente Oosterhout stuurde n.a.v. de voorgenomen tracéwijziging wordt onder andere gesteld dat “Nieuw onderzoek naar de kwaliteitsnormen voor het hoogspanningsnet (2012/2013) heeft onder meer uitgewezen dat het toepassen van vier circuits 380 kV in één mast (een combinatie van twee 380 kV verbindingen in één mast) in de meeste gevallen leidt tot grote (net) technische risico's. Op basis van de uitkomsten van dit onderzoek zijn nieuwe eisen gesteld om de leveringszekerheid voor het landelijke hoogspanningsnet te verbeteren (2014). Dit houdt in dat de toepassing van een 4x380 kV verbinding in de landelijke ring of bij verbindingen met het buitenland (interconnectie) zeer onwenselijk is. Hiervan is sprake bij het noordelijke tracé.”
7a.
Wat houden de betreffende (net) technische risico’s concreet in en waar doen deze risico’s zich concreet voor?
7b.
Hoe groot is de kans dat de betreffende (net) technische risico’s in de praktijk zouden optreden?
7c.
Welke maatregelen zijn concreet onderzocht om deze risico’s te ondervangen? Waarom zijn deze maatregelen niet mogelijk? Graag ontvangen wij de rapporten / onderzoeken waarin naar uw brief aan de gemeente Oosterhout verwezen wordt, inclusief een verwijzing naar de paragrafen / pagina’s in deze stukken waarop de betreffende uitspraken gebaseerd zijn.
8.
Onder verwijzing naar de brief die uw ministerie onlangs aan de gemeente Oosterhout heeft gestuurd: hoe verhoudt het in deze brief verwoorde standpunt zich tot het SEV III en de leidende principes die benoemd zijn in de startnotitie voor de MER voor de 380kV Zuid West? Is daarin niet als belangrijk(ste) leidend principe opgenomen dat op basis van het SEV III nieuwe doorsnijdingen ongewenst zijn en dat verzwaring van bestaande hoogspanningsverbindingen de voorkeur heeft boven realisering van een nieuw tracé?
9.
Reeds in 2011 was bekend dat het noordelijke tracé duurder zou zijn dan het zuidelijke tracé. Bent u het met ons eens dat het aspect “kosten” derhalve geen reden mag zijn om nu te kiezen voor een ander tracé?
Vragen m.b.t. magneetvelden:
3
10a.
Hoe verhouden de Nederlandse normen voor magnetische straling als gevolg van hoogspanningstracés zich tot de normen in omliggende landen?
10b.
Is het u bekend dat in andere landen stroken van 200 meter en ook wel 300 meter aan weerszijden van een 380kV lijn gehanteerd worden voor nieuw te bouwen hoogspanningslijnen, waarbinnen geen woonhuizen mogen staan?
11a.
Hoe breed is de indicatieve magneetveldzone voor de 380kV ter hoogte van Oosterhout / de woonwijk Oosterheide bij het zuidelijke tracé?
11b.
Op basis van welke uitgangspunten en aannames is deze breedte bepaald?
11c.
Tot op welke afstand strekt de magneetveldzone rond het zuidelijke 380kV tracé ter hoogte van de woonwijk Oosterheide zich uit; op hoeveel meter vanuit het hart van het indicatieve tracé is het magneetveld gereduceerd tot 0,1 respectievelijk 0,05µT?
12.
De technische levensduur van de lijn (zeker met de nieuwe masten) is zo groot dat met heel veel hogere duurbelasting van de geleiders, dankzij belastingsturing met toepassing van nieuwe elektronische technieken, rekening moet worden gehouden. In hoeverre wordt voor de berekening van het verloop van de hoogte van de magnetische velden als functie van de afstand van de hartlijn van het zuidelijke tracé nabij woningen en woongebieden rekening gehouden met toekomstige bedrijfsvoering met mogelijk veel zwaardere belasting van de 380 kV en 150 kV geleiders?
13.
Is de specifieke magneetveldzone altijd kleiner dan de indicatieve magneetveldzone?
14.
Hoe verhoudt uw “voorzorgsbeginsel” zich tot de situatie die u met het zuidelijk tracé ter hoogte van Oosterhout zou creëren? Het is een gegeven dat het hoogspanningstracé op korte afstand van een fors aantal woningen en enkele basisscholen zou komen te liggen.
Vragen m.b.t. de procedure: 15.
In 2009 was nog sprake van 5 alternatieven. Dit betekent dat er naast het zuidelijke tracé nog diverse andere mogelijke tracés zouden zijn. Waarom worden die andere tracés niet opnieuw bekeken?
16.
Met betrekking tot de startnotitie constateren wij dat de inspraakreacties op de startnotitie en de reactie daarop van de initiatiefnemer niet te vinden zijn via uw site. Wij verzoeken uw om ons deze inspraakreacties beschikbaar te stellen inclusief de reactie van de initiatiefnemer daarop.
17.
Het zuidelijk tracé zal zonder twijfel een (fors) negatief effect hebben op de waarde van de woningen in Oosterheide. De nabijheid van en uitzicht op een hoogspanningstracé komt de waarde van de woningen niet ten goede, zeker omdat het zuidelijk tracé gepaard zal gaan met kaalslag van het landgoed Oosterheide. Daarnaast zal het 4
zuidelijk tracé ingrijpende economische gevolgen hebben voor diverse bedrijven in met name de recreatiebranche. Worden ook de economische en maatschappelijke kosten van het zuidelijk tracé ter hoogte van Oosterhout in de overweging betrokken? Zo ja, hoe zullen die door uw ministerie bepaald worden? 18.
Als uw ministerie op basis van nieuwe eisen uit 2014 voor wat betreft de toepasbaarheid van twee 380kV (dubbel)circuits zou besluiten om bundeling van hoogspanningslijnen, zoals dat in het SEV III wordt bevorderd, te vermijden voor het tracégedeelte Roosendaal – Geertruidenberg/Tilburg, ontstaat een nieuwe situatie ten opzichte van de uitgangspunten van de startnotitie voor de 380kV Zuid West uit 2009. Bent u met ons van mening dat dit een reden is om de startnotitie voor dit deel van de 380 kV verbinding aan te passen en opnieuw in procedure te brengen? Mocht u van mening zijn dat dit niet nodig is, dan ontvangen wij daarvan graag een uitgebreide motivatie.
Graag ontvangen wij op korte termijn een antwoord op onze vragen. Met betrekking tot de beantwoording van de vragen verzoek ik u bij de beantwoording expliciet aan te geven op welke vraag / vragen de beantwoording betrekking heeft. Indien u kosten in rekening brengt voor het maken van kopieën e.d. van de gevraagde rapporten / onderzoeken verzoek ik u mij hiervan vooraf op de hoogte te stellen. Bij voorbaat dank ik u hierbij voor de getoonde inspanning om mij hierin tijdig en volledig te informeren. Met vriendelijke groeten,
Rogier Gerritzen Voorzitter Vereniging 380kVOosterhoutNEE i.o. Strausshof 6 4904 LZ Oosterhout
5