Notitie Referentienummer
Datum
Kenmerk
21 augustus 2012
314119
Betreft
Voorstel gedifferentieerde rioolheffing op basis van WOZ-waarde en type object
1 Inleiding Eind 2011 is de rioolheffing opnieuw berekend en begin 2012 is een notitie geschreven over de mogelijkheden van het invoeren van een gedifferentieerde rioolheffing. In de notitie zijn de mogelijkheden van een gedifferentieerde rioolheffing beschreven met de voor- en nadelen. Na overleg met de betrokken mensen binnen de gemeente Winsum is gekozen om de variant waarbij de WOZ-waarde en het type object als basis dienen voor de rioolheffing verder uit te werken, zodat het kan worden voorgesteld aan de gemeenteraad. Een gedifferentieerde rioolheffing zorgt niet voor meer of minder inkomsten. Er wordt alleen op een andere wijze geheven. De rioolheffing wordt slechts en alleen gebruikt voor de gemeentelijke water- en rioleringstaken. 2 Keuze grondslag differentiatie De afweging om de WOZ-waarde en het type object te gebruiken als basis voor de tariefstelling van de rioolheffing is praktisch onderbouwd en doet tevens recht aan 'de-gebruiker-betaalt' principe. Riolering wordt aangelegd en/of vervangen om de volgende redenen: • Het beschermen van de volksgezondheid. Door het aanleggen en beheren van riolering kan verontreinigd afvalwater snel uit de directe leefomgeving worden verwijderd. • Het op peil houden van de kwaliteit van de leefomgeving. De riolering zamelt overtollig regenwater van verhard oppervlak (daken, pleinen, wegen e.d.) in en voert het snel af. Zo voorkomt de riolering (samen met andere regenwatervoorzieningen) overlast door neerslag in de bebouwde omgeving. • Het beschermen van de bodem, het grondwater en het oppervlaktewater. Het aanleggen van riolering of individuele afvalwaterbehandelingsystemen voorkomt de directe, ongezuiverde lozing van afvalwater op de bodem of het oppervlaktewater. Vanuit deze algemene doelen zijn doelen voor de gemeentelijke riolering(szorg) afgeleid, waarmee een duidelijk toetsingskader is gecreëerd in het verbrede Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). Wanneer wordt gesproken over de riolering, wordt daarmee bedoeld het geheel aan gemeentelijke voorzieningen voor het stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater. Vanuit het eerste punt (beschermen volksgezondheid) is in dit voorstel gekozen voor een vast tarief + een variabel tarief. De bescherming van de volksgezondheid is het primaire doel van riolering en de achterliggende gedachte is dat iedere eigenaar hiervoor een vast tarief moet betalen. De keuze voor differentiatie wordt tevens bepaald door de praktische uitvoerbaarheid.
Per huishouden zijn, ondanks de verschillen in WOZ-waarde de kosten voor de riolering niet dusdanig verschillend, dat wordt voorgesteld een vast tarief te handhaven per woning, inclusief de recreatiewoningen. De differentiatie wordt alleen voorgesteld voor de bedrijven en de nietwoningen. Daarnaast wordt per type object als een woning binnen een verzorgingstehuis of een garagebox een lager vast tarief voorgesteld. Hieronder een compleet overzicht van het voorstel voor differentatie: Woningen: a. Woningen (inclusief recreatiewoningen) die aangesloten zijn op de riolering of aangesloten zijn op een IBA van de gemeente (vast tarief); b. Woningen (inclusief recreatiewoningen) die niet aangesloten zijn op de riolering of aangesloten zijn op een IBA van de gemeente (helft vast tarief);
Niet woningen die direct of indirect lozen op het watersysteem van de gemeente en aangesloten zijn op de riolering of een IBA van de gemeente: c. (Agrarische) bedrijven, winkels, scholen, sportgebouwen, kantoren, etc.) (vast tarief + variabel tarief o.b.v WOZ-waarde) d. Verpleegtehuis (vast tarief + variabel tarief o.b.v WOZ-waarde); e. Verzorgingstehuis waarbij elke eenheid als een woning wordt beschouwd. (helft vast tarief per eenheid); f. Kerken (vast tarief); Niet woningen die direct of indirect lozen op het watersysteem van de gemeente en niet aangesloten zijn op de riolering of een IBA van de gemeente: g. (Agrarische) bedrijven, winkels, scholen, sportgebouwen, kantoren, etc.) (helft vast tarief + variabel tarief o.b.v WOZ-waarde);
h. Kerken (helft vast tarief); Niet woningen overig i. Garageboxen; WOZ-waarde < € 30.000,-- (1/3 vast tarief). Deze verdeling leidt tot 5 verschillende tarieven: 1. alleen vast tarief 2. vast tarief + variabel deel op basis van de WOZ-waarde 3. 1/2 vast tarief + variabel deel op basis van de WOZ-waarde 4. 1/3 vast tarief 5. 1/2 vast tarief
Het variabale tarief is in dit voorstel gebaseerd op de WOZ-waarde of de aard van het object. De WOZ-waarde wordt ook voor andere belastingen gebruikt en is daardoor praktisch redelijk eenvoudig uitvoerbaar. Daarnaast is het type object als basis ook praktisch goed uitvoerbaar en doet het recht aan het 'de-gebruiker-betaalt' principe. Dat zou anders zijn dan bijvoorbeeld een basis als oppervlakte, waterverbruik of de grootte van een huishouden. Die grondslag wordt nog niet gebruikt voor een heffing en zal leiden tot hoge perceptiekosten en uitvoeringskosten. Grofweg kan worden gesteld dat een object met een hogere WOZ-waarde een groter oppervlak heeft (en dus meer regenwater afvoert) en/of een meer persoons huishouden heeft en/of een hoger waterverbruik heeft. Daarnaast is de differentiatie per type object te verklaren door minder hoge kosten voor de gemeente. Hier zijn zonder twijfel veel uitzonderingen op. Een grondslag
voor een gedifferentieerde rioolheffing die 100% recht doet aan 'de-gebruiker-betaalt' principe is niet haalbaar in te voeren. Door een gedeelte variabel in te voeren op basis van de WOZ-waarde of naar het type object, wordt in ieder geval dichterbij dit principe geheven dan op dit moment het geval is. Volgens de lijst met objecten van de afdeling belastingen worden in totaal 5767 objecten aangeslagen voor rioolheffing. Deze lijst is als basis gebruikt voor de verdere uitwerking.
3 Berekening tarief rioolheffing De voorgestelde differentiatie zal leiden tot de volgende tarieven, waarbij de totale som van inkomsten gelijk is aan het huidige: 5767*€ 215,00 = € 1.239.905,-. Het totaal aantal objecten is hoger door toevoeging van percelen in het buitengebied, die niet zijn aangesloten op de riolering, maar wel lozen in het watersysteem en gebruik maken van openbare voorzieningen binnen de gemeente. Tevens zijn de seniorenwoningen als objecten toegevoegd, zodat niet alleen de overkoepelende organisatie een aanslag krijgt, maar alle woningen afzonderlijk. Beide objecten voor de helft van het vaste tarief.
In de berekening is uitgegaan van grotendeels een vast tarief en van in totaal 555 objecten een (deels) vast tarief + een deel dat wordt bepaald door de WOZ-waarde van het object. In totaal betreft dit 9% van alle heffingseenheden. Om die reden is er ook vanuit gegaan dat 9% van de totale inkomsten (9% van € 1.239.905,- = € 111.591,-) moet komen uit het tarief dat is gebaseerd op de WOZ-waarde. Daarnaast zijn nog 2 variant berekeningen gemaakt, waarbij van dat bedrag 75% of 50% als basis de WOZ-waarde wordt gebruikt. Hoe lager het percentage, hoe minder groot het verschil in het tarief is. variant met WOZ 100% met WOZ 75% met WOZ 50%
€ € €
inkomsten vast tarief 1.128.313,55 € 1.156.211,41 € 1.184.109,28 €
inkomsten variabel tarief (obv WOZ) 111.591,45 € 83.693,59 € 55.795,73 €
totale inkomsten 1.239.905,00 1.239.905,00 1.239.905,00
Dat betekent dat voor het grootste deel van de heffingseenheden (de woningen) het huidige tarief van € 215,00 daalt naar € 185,60, € 190,19 of € 194,78, afhankelijk van de keuze van de variant. Daarnaast betaalt vooral de groep die het volledige vaste tarief + het gedeelte dat is gebaseerd op de WOZ-waarde meer.
Type object
aantal
WOZ-waarde
tarief
Tarief:
Variabel tarief per object gemiddeld
100%WOZ Woningen + recreatiewoningen Niet-woningen op riolering aangesloten Verpleegtehuis
5473 € 291 € 1 €
Kerk
19 €
Verzorgingstehuis Woningen niet op riolering aangesloten
86 €
Garageboxen Niet-woningen niet op riolering aangesloten
190 € 106 € 244 €
970. 877. 000, 00 vast
84.648.000,00 5.855.000,00 4.490.000,00
vast+woz vast+woz vast+woz 1/ 2 vast 47. 756. 000, 00 1/ 2 vast 586.000,00 1/ 3 vast 75.420.500,00 1/ 2 vast+woz
75%WOZ
50%WOZ
€
185, 60 €
190,19 €
194, 78
€
185, 60 €
190,19 €
194, 78
€
185, 60 €
190,19 €
194, 78
€
185, 60 €
190,19 €
194, 78
€
92, 80 €
95,09 €
97, 39
€
92, 80 €
95,09 €
97, 39
€
61,86 €
63,39 €
64,92
€
92,80 €
95,09 €
97,39
100%WOZ
75%WOZ
50%WOZ
€ 195,64 € 146,73 € 97,82 € 3.937,77 € 2.953,32 € 1.968,88 € € € -
€
207,88 € 155,91 € 103,94
Type object
Totaal tarief gemiddeld: Totaal tarief gemiddeld: Totaal tarief gemiddeld: 100%WOZ
75%WOZ
50%WOZ
Woningen + recreatiewoningen
€
185,60 €
190,19 €
Niet-woningen op riolering aangesloten
€
381,23 €
336,91 €
194,78 292,59
Verpleegtehuis
€
4.123,36 €
3.143,51 €
2.163,66
Kerk
€
185,60 €
190,19 €
194,78
Verzorgingstehuis Woningen niet op riolering aangesloten
€
92,80 €
95,09 €
97,39
€
92,80 €
95,09 €
97,39
Garageboxen Niet-woningen niet op riolering aangesloten
€
61,86 €
63,39 €
64,92
€
300,68 €
251,01 €
201,33
Deze berekeningen zijn gebaseerd op het huidige tarief, niet op de ontwikkelingen binnen de totale kosten en opbrengsten van de rioolheffing. Een optie is om de hoogte van het tarief te maximaliseren. Een onbeperkt tarief kan leiden tot buiten redelijke tarieven, zodat hier bezwaren op kunnen komen (zie ook module D1200 van Leidraad Riolering). De invoering van een gedifferentieerd tarief kan eventueel geleidelijk plaatsvinden door een overgangsregeling. In de Bijlage zijn enkele belangrijke passages over de rioolheffing opgenomen vanuit de Leidraad Riolering, module D1200.
Bijlage: Achtergrondinformatie Bron: Leidraad Riolering, module D1200 Rioolheffing. 2.6 Heffingsmaatstaf en tarief: waarvoor moet iemand betalen en hoeveel? De heffingsmaatstaf is de manier waarop de gemeente de kosten omslaat over de belastingplichtigen. Samen met de tarieven moet de heffingsmaatstaf zorgen voor een goede verdeling van de te betalen rioolheffing. Bij de keuze van de heffingsmaatstaven en de tariefstelling zijn enkele aspecten relevant: • Soliditeit en voorspelbaarheid van de inkomsten. Voorop staat dat de rioolheffing geld moet opleveren om de watertaken te bekostigen. De soliditeit en voorspelbaarheid van de inkomsten vormen een belangrijk (wellicht het belangrijkste) aspect bij de keuze.
• Rechtvaardigheid van de rioolheffing. Dit is een meer bestuurlijk- politiek aspect. Waarom vraagt de gemeente van een bepaalde groep een bijdrage en hoe hoog is die bijdrage? De gemeente kan de rechtvaardigingsvraag vanuit verschillende invalshoeken bekijken. Bijvoorbeeld kostenverdeling naar rato van het veroorzaken van kosten of naar rato van het gebruik (profijt) van de gemeentelijke voorzieningen. • Inzet van heffingsmaatstaf en tarief ondersteunt de beleidsdoelstellingen. De gemeente beloont gewenst gedrag financieel en belast ongewenst gedrag. .... Keuze heffingsmaatstaf Voor de keuze van de heffingsmaatstaven voor de rioolheffing is artikel 219 Gw van belang (zie lid 2 in het kader).
Gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel Behalve de uitzondering over inkomen, winst en vermogen (lid 2, art. 219 Gw) lijkt het alsof gemeenten een onbeperkte vrijheid hebben in het bepalen van de heffingsmaatstaf. Bedenk daarbij wel dat de belastingheffing redelijk moet zijn. Ook moet uw gemeente het gelijkheids- en evenredigheidsbeginsel hanteren. Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat zij gelijke gevallen ook gelijk behandelt. Uitzonderingen hierop zijn alleen mogelijk als de gemeente daarvoor een objectieve rechtvaardigingsgrond heeft. Een objectieve rechtvaardigingsgrond betekent dat de verschillende
Ar ti k el 219 Gemeentewet 1. (...) 2. Behoudens het bepaal de i n ander e wetten dan deze en i n de tweede en der de par agr aaf van di t hoofdstuk kunnen de gemeentel i jke bel asti ngen wor den geheven naar i n de bel asti ngver or deni ng te bepal en heffi ngsmaatstaven, met di en ver stande dat het bedr ag van een gemeentel i jke bel asti ng ni et afhankel i jk mag wor den gestel d van het i nkomen, de wi nst of het ver mogen.
behandeling niet afhankelijk mag zijn van de (subjectieve) persoon van de belastingplichtige. De rechtvaardigingsgrond moet zich richten op de aard of kenmerken van het belastingobject, bijvoorbeeld of het object wordt gebruikt als woning of als niet-woning. Het evenredigheidsbeginsel betekent dat iedereen bijdraagt naar de mate waarin hij profiteert van de voorzieningen. Het is nog niet bekend waar de belastingrechter de grenzen van de gemeentelijke vrijheid bij de nieuwe rioolheffing zal trekken. 3.2.6 Bedrag afhankelijk van waarde in economisch verkeer (Woz-waarde) De waarde in het economische verkeer is als heffingsmaatstaf toegestaan sinds de herziening van de materiële belastingbepalingen in de Gemeentewet per 1 januari 1995 in werking trad. Deze mogelijkheid staat uitdrukkelijk in de Memorie van Toelichting op het wetsvoorstel (zie paragraaf 2.6). Leidraad
Tariefstelling De tariefstelling in de verordening moet er wel voor zorgen dat kleine waardeverschillen niet leiden tot een groot verschil in verschuldigde belasting, als daarvoor geen rechtvaardiging is (gelijkheidsen evenredigheidsbeginsel; zie paragraaf 2.6). Bij een sterke differentiatie kan de belastingrechter oordelen dat sprake is van willekeurige of onredelijke belastingheffing. Een indicatief antwoord op deze vraag krijgt u door uzelf de volgende vraag te stellen: ‘Kan ik het mijn buurman uitleggen?’. Een ander aandachtspunt bij heffing naar de Woz-waarde zijn percelen met een zeer hoge waarde. Soms heeft een gemeente percelen met een Woz-waarde van vele tientallen miljoenen. Bij ongelimiteerde tariefstelling afhankelijk van de waarde kunnen de aanslagen rioolheffing voor deze percelen zeer hoog uitvallen. Zeker als de percelen de riolering niet bijzonder veel gebruiken, kan de heffing onredelijk hoog worden. Dan loopt de gemeente het risico dat de rechter deze hoge aanslagen vernietigt. Om dit risico te beperken, kan de gemeente de heffing naar de Woz-waarde limiteren
tot een maximaal bedrag. Ook kan zij het tarief tot een maximale waarde van toepassing verklaren. Aansluiting bij de Wet Woz De Woz-waarde is de waarde die de gemeente hanteert voor de onroerendezaakbelastingen. Als uw gemeente de Woz-waarde gebruikt voor de gebruikersheffing, kunnen de gebruikers ook bezwaar maken tegen de waarde. Huurders ontvangen geen Woz-beschikking, omdat huurders geen OZB of andere belastingen betalen over de waarde van de huurwoning. De gebruikersheffing is dan de eerste heffing waarbij een belang ontstaat voor deze groep. Dat zou betekenen dat huurders ook een Woz-beschikking moeten ontvangen. Dat kan leiden tot meer bezwaren. Dit laatste maakt de Woz-waarde als heffingsmaatstaf voor de gebruikersheffing minder kostenefficiënt.