SML09-30 P
TraDHoLLAND Datum vergadering Gedeputeerde Staten
Verzenddatum
Portefeuillehouder
Paraaf Provinciesecretaris
31maart2009
Q 1 APR 0 f) fl Q
UL
HTIWUU3
Engelshoven - Huls, M, van
5 -minuten versie voor Provinciale Staten Directie DLB Afdeling Samenleving Registration ummer PZH-2009-209435 (DOS-20090001943)
Geheim
Termijn
Niet van toepassing
Onderwerp
Cultuurconvenant 2009 - 2012 Cultuurconvenant 2009-2012 Bijlage bij het Cultuurconvenant 2009-2012
Voorstel van GS aan PS: kennisnemen van bijgaande stukken op basis van actieve informatieplicht
1.
Onderwerp in kort bestek Naast de onderlinge afspraken die in OCW-IPO-VNG verband op diverse terreinen van het cultuurbeleid worden gemaakt, worden ook vierjaarlijkse Cultuurconvenanten opgesteld tussen het Ministerie van OCW en diverse landsdelen. De provincie Zuid-Holland is onderdeel van landsdeel West, tezamen met de provincie Noord-Holland en de gemeenten Leiden en Haarlem. Doel van het Cultuurconvenant is: onderlinge afstemming op hoofdlijnen van het wederzijds cultuurbeleid, coordinate van de subsidiering van instellingen die partijen tot nun gezamenlijke verantwoordelijkheid rekenen en bevorderen dat partijen over en weer voldoende gefnformeerd zijn over het te voeren beleid. In het Cultuurconvenant worden concrete afspraken gemaakt over de uitruil die plaats vindt tussen het Ministerie van OCW en de provincie Zuid-Holland met betrekking tot de subsidiering van jeugdtheatergezelschap Max. en de Kastelenstichting. In het kader van Provincie Nieuwe Stiji bouwt de provincie Zuid-Holland de subsidiering van Jeugdtheatergezelschap Max. af. Het Ministerie van OCW neemt de provinciale bijdrage over en in ruil daarvoor neemt de provincie Zuid-Holland de subsidiering van de Kastelenstichting van OCW over omdat dit in het kader van Provincie Nieuwe Stiji beter binnen het provinciale cultuurbeleid past. Het convenant constateert een gezamenlijke verantwoordelijkheid en regelt de onderlinge afstemming, maar de juridische grondslag voor subsidiering is de ASV Zuid-Holland.
2.
Afbakening van (wettelijk) kader en partijen a.
Europees/nationaal/provinciaal wettelijk en beleidskader Provinciaal: Provincie Nieuwe Stiji en Cultuurplan 2009-2012 Nationaal: Subsidieplan kunst en cultuur 2009-2012
1/2
b. Relatie andere interne beleidsterreinen N.v.t. c.
Relatie externe partijen Er is een relatie met het Minsterie van OCW omdatzij mede financieren en met de provincie Noord-Holland en de gemeente Haarlem omdat zij mede deel uitmaken van landsdeel West en mede ondertekenen. De gemeente Leiden maakt formeel ook deel uit van landsdeel West, maar ondertekent niet omdat zij geen gezamenlijk met het Ministerie van OCW te financieren instellingen hebben.
3.
Procesbeschrijving en rol Staten
a. Voorgeschiedenis Er heeft overleg plaats gevonden tussen het Ministerie van OCW en landsdeel West over de inhoud van het Cultuurconvenant en er heeft in het kader van Provincie Nieuwe Stiji een discussie in Provincale Staten plaats gevonden over te financieren culturele instellingen door de provincie Zuid-Holland. Daarbij is besloten om de subsidie aan Jeugdtheatergezelschap Max. af te bouwen en een uitruil te laten plaats vinden met de Kastelenstichting omdat dit beter past binnen Provincie Nieuwe Stiji en het Cultuurplan 2009-2012. Het nu voorliggende Cultuurconvenant 2009-2012 is de uitkomst van de discussie tussen OCW en landsdeel West en de discussie over Provincie Nieuwe Stiji met betrekking tot subsidiering van culturele instellingen b. Waar staan we nu? De fase van beleidsuitwerking Uitruil van subsidiering van culturele instellingen met het Ministerie van OCW. Het Ministerie van OCW gaat extra subsidie toekennen aan Jeugdtheatergezelschap Max. en de provincie Zuid-Holland gaat de Kastelenstichting subsidieren. c. Vervolgprocedure In 2011 vindt een evaluatie van het Cultuurconvenant plaats. Deze evaluatie zal betrokken worden bij het opstellen van het Cultuurplan 2013-2016 dat door Provinciale Staten zal worden vastgesteld.
4.
Financiele aspecten (dekking en risico's)
De financiele consequenties vallen binnen het financiele kader van het Cultuurplan Zuid-Holland 2009-2012, zoals vastgesteld door Provinciale Staten.
Technische & proces vragen en informatie bij Ambtenaar A.deWolf
2/2
Telefoon Kamer
070 - 441 72 08
Cultuurconvenant 2009 - 2012 OCW - provincie Noord-Holiand, provincie Zuid-Holiand, gemeente Haarlem De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, handelend als bestuurorgaan, hierna te noemen: minister van OCW, en Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur mevrouw S. Baggerman, en hierna te noemen: provincie Noord-Holland, Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de gedeputeerde voor Cultuur de heer M. van EngelshovenHuls, en hierna te noemen: provincie Zuid-Holland, Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem, te deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder voor Cultuur de heer C. van Velzen, en hierna te noemen: gemeente Haarlem, Hierna te noemen: partijen,
Overwegende dat: -
rijk, provincies en gemeenten gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de culturele infrastructuur in Nederland;
-
algemene afspraken tussen de minister van OCW, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) zijn vastgelegd in het op 22 maart 2006 ondertekende 'Algemeen Kader Cultuurconvenanten1;
-
het wenselijk is dat er coordinate plaats vindt over de subsidiering van instellingen die onderdeel uitmaken van de culturele basisinfrastructuur van het rijk;
-
er instellingen zijn waarvoor vanaf 1 januari 2009 voor de minister van OCW geen mogelijkheid tot subsidiering binnen de culturele basisinfrastructuur meer bestaat en dat het in het belang van deze instellingen is dat overheden bezien of het mogelijk is afspraken te maken over de financiering van deze instellingen in de periode 2009-2012;
KOMEN OVEREEN:
Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1 Partijen bevorderen dat zij over en weer voldoende gelnformeerd zijn over het te voeren beleid. Artikel 2 Partijen overleggen gedurende de looptijd van de subsidieperiode (2009-2012) ten minste een keer per jaar over het te voeren cultuurbeleid. Tijdens deze overleggen komt de voortgang van de in dit convenant vastgelegde afspraken aan de orde. Artikel 3 De afspraken in dit convenant zijn niet in rechte afdwingbaar.
Paragraaf 2. Gezamenlijke verantwoordelijkheid Artikel 4 1. De in de bijiage opgenomen instellingen zijn onderdeel van de culturele basisinfrastructuur en partijen beschouwen de subsidiering van deze instellingen als een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voor vierjarige instellingen wordt door de minister van OCW 84% van de geadviseerde verhogingen in het raadsadvies van 15 mei toegekend. Bij deze verhogingen gaat de minister van OCW ervan uit dat de overige partijen hun subsidie aan deze instellingen op ten minste hetzelfde peil houden als in de subsidieperiode 2005-2008. 2. Partijen zullen de in het eerste lid bedoelde instellingen subsidieren door middel van beschikkingen die zoveel mogelijk op elkaar aansluiten en zoveel mogelijk gelijktijdig worden afgegeven, Artikel 5 Partijen stellen elkaar tijdig schriftelijk op de hoogte van tussentijdse voorgenomen beleidswijzigingen ten aanzien van de in de bijiage bij artikel 4 genoemde instellingen en ten aanzien van de in artikel 6 genoemde onderwerpen. Daarbij stellen partijen elkaar in de gelegenheid te reageren op voorgenomen beleidswijzigingen. Artikel 6 Bij de insteliing Kastelenstichting Holland en Zeeland verlaagt de minister van OCW de subsidie met €156.808,- onder gelijktijdige verhoging van de subsidie door provincie Zuid-Holland met €156.808,-. Bij de insteliing Stichting Theatergroep Max verhoogt de minister van OCW de subsidie met €156.808,- onder gelijktijdige verlaging van de subsidie door Provincie Zuid-Holland met €156.808,-. Deze bedragen zijn op het loon- en prijspeil 2006 en zullen door partijen worden aangevuld tot het loon- en prijspeil 2008.
Paragraaf 3. Slotbepalingen
Artikel 7 Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 en eindigt op 31 december 2012. Partijen treden uiterlijk een jaar voor het beeindigen van dit convenant in overleg over eventuele voortzetting van dit convenant. Artikel 8 1. Indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen die van dien aard zijn dat dit convenant billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, zullen partijen over een eventuele wijziging van dit convenant in overleg treden. 2. Indien dit overleg niet binnen drie maanden tot overeenstemming heeft geleid, mag elke partij dit convenant schriftelijk opzeggen. Artikel 9 De aan dit convenant gehechte bijiage maakt daarvan deel uit. Artikel 10 Binnen PM da^en/wekert na ortdertekening^nwerkingtreding van dit convenant wordt de zakelijke inhoud daarvan gepubliceerd in de staatscourant.
Jplaats],
[datum],
dr. Ronald H.A. Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, [plaats],
[datum],
mevrouw S. Baggerman, Gedeputeerde voor Cultuur van de provincie NoordHolland [plaats],
[datum],
de heer M. van Engelshoven-Huls, Gedeputeerde voor Cultuur van de provincie Zuid-Holland [plaats],
[datum],
de heer C. van Velzen, Wethouder voor Cultuur van de gemeente Haarlem
Deze bijiage behoort bij het Cultuurconvenant 2009 - 2012
OCW - provincie Noord-Holland, provincie Zuid-Holland, gemeente Haarlem •
BULAGEt BEHORENDEBIJ ARTIKEL 4
Den Haag, 8 april 2009 dr. Ronald H.A. Plasterk, Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mevrouw S. Baggerman, Gedeputeerde voor Cultuur van de provincie Noord-Holland, de heer M. van Engelshoven-Huls, Gedeputeerde voor Cultuur van de provincie Zuid-Holland, de heer C. van Velzen, Wethouder voor Cultuur van de gemeente Haarlem,
Naam insteliing
Provincie NoordHolland1
Theatergroep Max
Provincie ZuidHolland1
Gemeente Haarlem1
2009:210.000
OCW2
814.140
2010:105.000 2011:52.500 2012:26.250
Toneelschuur Producties Teylers Museum
1.902.186
924.940
22.500
2.910.825
DanstheaterAYA
195.000
423.912
Fusie Huis a/d Amstel & Wederzijds
520.000
1.525.164
1 2
Dit bedrag is op basis van het loon- en prijspeil 2009 Deze bedragen zijn op basis van het loon- en prijspeil 2008