Aan de raad
AGENDAPUNT 5 Doetinchem, 2 juli 2008
Ontwikkelingen Wmo Voorstel: kennisnemen van de in dit voorstel beschreven informatie. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is per 1 januari 2007 van kracht geworden. De gemeente Doetinchem is - na een intensieve voorbereidende periode voortvarend met de Wmo van start gegaan. Wij hebben de Wmo van het begin af aan als een kans gezien en benut als belangrijk instrument binnen ons Sociaal Actie Programma (SAP). Daarin staat maatschappelijke participatie centraal met een eigen verantwoordelijkheid van de burger, de steun van de samenleving (het moderne naoberschap) en waar dit de draagkracht overstijgt de noodzakelijke ondersteuning van ons als overheid. Dit keert terug in de uitgangspunten van het SAP en het Wmo-beleid met speerpunten als empowerment, vraaggestuurd werken, een sluitend aanbod en nadruk op preventie. Daartoe hebben wij een sociale infrastructuur opgezet in de vorm van de Tijdelijke Sociale Raad (TSR) en het directieberaad Sociaal Domein en daarmee klant en instelling aan ons en elkaar verbonden. Het Wmobeleid is in 2007 vastgesteld en de Wmo-winkel heeft een zichtbare plek binnen de gemeente gekregen. De lat ligt hoog in Doetinchem. Waar elders in het land de invoering van de Wmo vaak voor nogal wat onrust heeft gezorgd, blijkt uit het klanttevredenheidsonderzoek van de TSR (zie bijlage 1) en de landelijke Benchmark van SGBO uit 2007 (zie bijlage 2) gelukkig dat onze inwoners tevreden zijn over de manier waarop wij de Wmo hebben opgepakt. Het visiedocument van de VNG van mei 2008 (zie verder in dit raadsvoorstel) ondersteunt de richting die wij met elkaar zijn ingeslagen. Het zijn indicaties dat wij het in Doetinchem redelijk goed hebben georganiseerd. Nieuwe kansen liggen in het verschiet door de continue veranderingen in de zorg, maar er liggen ook bedreigingen op de loer. De financiële middelen voor de Wmo staan onder druk. De overdracht van de voormalige Awbz-taken - huishoudelijke verzorging, enkele Awbz-subsidieregelingen en enkele specifieke uitkeringen op grond van de Wvg - ging gepaard met een overheveling van gelden. Echter puur sec beschouwd: de middelen zijn bestemd voor de activiteiten en niet voor de extra menskracht die noodzakelijk bleek om een impuls te geven aan reguliere taken die onder de Wmo nu expliciet aandacht vragen. Meer dan zorgwekkend is thans de dreigende korting op het Wmo-budget vanaf 2010 door de invoering van het zogenaamde objectieve verdeelmodel. U hebt daarnaast op 7 februari 2008 besloten € 590.000,- beschikbaar te stellen om incidenteel extra menskracht aan te trekken voor een goede invulling van de taken binnen de Wmo-winkel. Tegelijkertijd hebt u ook - mede met het oog op de mogelijke korting - aangegeven beter zicht te willen krijgen op de uitgaven en bijbehorende resultaten en de beheersbaarheid van de uitgaven in het kader van de Wmo/SAP (programmalijn Samenhang versterken). Leeswijzer Wij willen u allereerst informeren over de stand van zaken met betrekking tot het grootste financiële risico, namelijk de dreigende korting op de Wmo-middelen. Dit kunt u afzetten tegen het financiële overzicht dat u hebt gevraagd voor de programmalijn Samenhang versterken maar dat wij hebben aangevuld met de andere producten die onder Wmo/SAP vallen om het plaatje zo compleet mogelijk te maken.
2 Doetinchem, 2 juli 2008 In de toelichting bij dit overzicht ligt de focus op de Wmo-producten in de Wmo-winkel omdat deze het meest afwijken van (de uitvoering van) taken uit het verleden, en omdat de dreigende Wmo-korting rechtstreeks op een hoofdproduct, namelijk 'hulp bij het huishouden', is terug te leiden. Voor de verantwoording van de overige producten verwijzen wij naar de jaarrekening van 2007. Na deze blik op het (recente) verleden en heden krijgt u een korte toelichting op het klanttevredenheidsonderzoek en de Wmo-winkel. Tot slot willen wij afsluiten met een blik op de toekomst en de kansen die zich voordoen om de coherentie in het participatiebeleid te vergroten gebaseerd op het visiedocument van de VNG over de Wmo. Korting Wmo-gelden In 2007 ontving elke gemeente in Nederland een bedrag voor de overgehevelde Awbztaken. In 2007 was de omvang van deze middelen voor Doetinchem € 6.823.000,-, gebaseerd op het zogenaamde historische model dat uitging van het daadwerkelijke aantal cliënten dat hulp bij het huishouden ontving in 2005. Dit bedrag is eenmalig aangevuld met € 700.000,- (septembercirculaire 2007). Door de invoering van het objectieve verdeelmodel vanaf 2008 dreigt echter een korting van 25% op ons Wmo-budget van 1,7 miljoen euro in 2010. De jaren 2008 en 2009 gelden als overgangsjaren, waarin sprake is van enige suppletie, resulterend in 4% korting in 2008 en 14% korting in 2009. Vanaf 2010 krijgen wij geen suppletie meer en geldt de korting in zijn volle omvang. Dit roept op zijn minst de vraag op of dit model klopt en of wij straks uitkomen met de toebedeelde gelden. Reeds in november 2007 is verantwoordelijk wethouder Wmo de heer O. van Dijk het eerste gesprek aangegaan met het ministerie van VWS. Dit heeft geresulteerd in enkele vervolggesprekken (februari en april 2008) die mede gevoerd zijn namens de regiogemeenten uit de Achterhoek, de Liemers en de Stedendriehoek (exclusief voordeelgemeente Deventer). In het laatste gesprek van 10 april 2008 heeft het ministerie van VWS de belofte gedaan dat het historische en het objectieve niveau voor de aanwezige gemeenten vergeleken zal worden met vergelijkbare gemeenten om te bezien of er afwijkingen te constateren zijn en te verklaren. Deze bevindingen zullen in een, voor de zomer te plannen, vervolgoverleg worden besproken. Inmiddels heeft de VNG in haar begeleidingsbrief van de meicirculaire wel gewag gemaakt van de discussie in de Achterhoek over het verdeelmodel en wordt daarmee de discussie en onze actie hier landelijk zichtbaar. Naast het ministerie van VWS dat nader onderzoek laat verrichten, hebben wij gemeend er verstandig aan te doen om eveneens externe deskundigen te vragen om een nadere analyse te maken. Dit heeft geresulteerd in een opdracht aan een adviesbureau mede namens de regio's Achterhoek, de Liemers, de Stedendriehoek alsmede de gemeenten Maasdriel en Sittard-Geleen. Het onderzoek moet zo goed mogelijk antwoord geven op de vraag of en welke onvolkomenheden er zijn in het model (betrekt daarbij chronische gezondheidsaspecten, sociaal-economische omstandigheden en mantelzorgers) of dat de negatieve effecten te wijten zijn aan regionale/lokale verschillen, historisch gegroeide uitgavenverschillen dan wel verschillen in intramurale (Awbz) capaciteit. Per gemeente worden vijf referentiegemeenten geselecteerd. Deze gegevens worden in de eerste helft van juli verwacht en worden naast de resultaten van het onderzoek van het ministerie van VWS gelegd. Het adviesbureau heeft reeds ervaring met verdeelmodellen en al in een eerder stadium kritische kanttekeningen bij het objectieve verdeelmodel Wmo geplaatst.
3 Doetinchem, 2 juli 2008 Mocht - ondanks alle inspanningen - de korting onvervalst lijken door te gaan, dan komen wij bij u terug met dekkingsvoorstellen in de begroting 2009-2012. Na de zomer zullen wij u in de raadscommissie van 10 september 2008 informeren over de resultaten van het onderzoek en de reactie van het ministerie van VWS. Financieel overzicht Wmo/SAP In de uitgaven 2007 Samenhang versterken en de andere posten vallend onder het Wmo/SAP (zie bijlage 3) wordt direct zichtbaar dat drie producten veruit de grootste kosten met zich meebrengen, te weten de bijstand (11 miljoen) en hulp bij het huishouden (6 miljoen) vergezeld door onderwijs (11 miljoen) (programmalijn 4). Alle drie vormen zij een wettelijke taak, maar alleen hulp bij het huishouden is nieuw. De uitgaven van het 1e kwartaal 2008 zijn voor de volledigheid toegevoegd maar met de kanttekening dat door seizoensinvloeden (sommige rekeningen komen maar één keer per jaar) extrapolatie niet verantwoord is. Voor een toelichting op bereikte resultaten van alle producten wordt verwezen naar de jaarrekening van 2007. Hieronder volgt alleen een extra toelichting op de nieuwe (samenstelling van de) Wmo-producten in de Wmo-winkel. Eenzaamheid en isolement In deze context is het wel relevant om in reactie op de commissie maatschappelijke zaken van 5 maart 2008 over eenzaamheid en sociaal isolement nog eens te erkennen dat dit bestaat. Een voornaam instrument vormt - zoals u zelf reeds hebt gesteld - ons armoedebeleid in de bestrijding van eenzaamheid. Maar niet alleen dit instrument. Eenzaamheid kent diverse achtergronden en vraagt iedere keer om een eigen aanpak. In ons Sociaal Actie Programma en de bijbehorende beleidsvelden is eenzaamheidsbestrijding inherent onderdeel. Het strekt zich uit van het huisbezoek door de ouderenadviseur, ondersteuning weduwen/weduwnaars, mantelzorgondersteuning, tot de maatjesprojecten in het kader van Openbare Geestelijke gezondheidszorg, allemaal specifieke inzetten. Daarnaast moeten ook wijkwerk en de ontwikkeling van woonservicegebieden bijdragen tot een verhoging van de participatie en dragen daarmee direct dan wel indirect bij aan vermindering van (de last van) eenzaamheid en isolement. Meer specifiek gaan wij nu in op de onderdelen van de Wmo; zie ook bijlage 4. Wmo(-winkel)producten De uitgaven voor HH vormden de grootste post en bedroegen in 2007 nagenoeg 6 miljoen euro, 1,25 miljoen HH1 en 4,6 miljoen HH2. Aan pgb's is ruim 1,5 ton betaald. In de Wvg ging 2,2 miljoen om. De openbare geestelijke gezondheidszorg beloopt eveneens zo'n 2,2 miljoen en betreft met name geoormerkt geld van het rijk, bestemd voor de centrumfunctie van Doetinchem in het kader van de aanpak van dakloosheid en het helpen van multi-probleemgezinnen. Wijkwerk besteedt een vergelijkbaar bedrag. Mantelzorg en vrijwilligerswerk geven 'slechts' enkele tonnen uit. Hulp bij het huishouden is samen met de Wvg en andere diensten ondergebracht in de Wmo-winkel. HH1 en HH2 vormen 34% van het totaal aan geleverde producten in de winkel, nagenoeg gelijk aan de vervoersvoorzieningen (33%). Woningaanpassingen (24%) vormen een goede derde (Wvg). Hieronder volgen enkele aantallen over aanvragen, afwijzingen, bezwaren in de Wmo-winkel en een toelichting op de incidentele inzet beleid. De cijfers zijn nadrukkelijk de uitkomsten van de uitvoering van het concept Wmo-winkel.
4 Doetinchem, 2 juli 2008 Hulp bij het huishouden In 2007 is gestart met circa 1800 cliënten HH. De cliënten die reeds voor 2007 een persoonsgebonden budget (pgb's) hadden, bleven in dit overgangsjaar nog onder de hoede van het zorgkantoor. In 2007 zijn vervolgens ruim 900 aanvragen binnengekomen en voor het merendeel afgehandeld, waarvan een kleine 10% is afgewezen. Van de klanten die zorg toegekend hebben gekregen, heeft circa 10% gekozen voor een pgb (70). De verhouding HH1 en HH2 bedroeg in het bestek 35%-65%, voor het hele jaar 2007 gemiddeld 29%-71% en zal - op basis van extrapolatie - naar verwachting eind 2008 31%-69% zijn. De door het CAK geraamde eigen bijdrage viel in de praktijk echter tegen. Sensire vormt de grootste aanbieder, die 87% van de markt voor zijn rekening neemt. De vermindering van het aantal indicaties HH2 ten gunste van HH1 heeft landelijk en regionaal nogal stof doen opwaaien omdat de bedrijfsvoering in het geding is gekomen bij zorgaanbieders en zeer zeker ook bij Sensire. De oorzaak is mede te danken aan de veranderingen die zich al onder de Awbz voordeden. De oorzaak is niet terug te voeren op de Wmo binnen Doetinchem waar deze pregnante verschuiving zich niet in die mate heeft gemanifesteerd. Woningen, vervoer, rolstoelen (WVR) De aanvragen voor de WVR oftewel de voormalige Wvg-voorzieningen zijn bijna het dubbele van HH: circa 1700, waarvan 12% is afgewezen. Het aantal aanvragen is met 14% gestegen ten opzichte van 2006. Bezwaar en beroep Het totaal aantal bezwaren in de Wmo-winkel bedroeg in 2007 76 waarvan iets minder dan de helft voor de (indicatie van de HH), waarbij de indicatiestelling door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) was betrokken. Er is geen enkel beroep ingediend. Beleid en kwaliteit Extra beleidscapaciteit bleek nodig voor verschillende zich (structureel) aandienende zaken, variërend van aanpassingen van de Wmo-verordening en bijbehorende beleidsregels, beleid voor het pgb en een contract met de SVB tot en met de aanbesteding hulpmiddelen en het vormgeven van het accountschap zorgaanbieders, Welzorg, CAK, SVB en CIZ. Grote aandacht is er in de Wmo-winkel voor het ontwikkelen van het klantmanagement, een groeiproces. Formatie Wmo-winkel Er is voor gekozen de Wmo in Doetinchem in te voeren vanuit het perspectief van de burger door zoveel mogelijk zorg- en welzijnsdiensten te bundelen in de Wmo-winkel. Dit betekent dat naast de nieuwe taak hulp bij het huishouden ook de bestaande taken Wvg, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening alsmede ouderenhulp, mantelzorg en Awbz-diensten in de Wmo-winkel zijn gepositioneerd en worden uitgevoerd. Deze opdracht sluit in principe mooi aan bij de visie van de VNG en ons algemene gemeentelijk dienstverleningsconcept. De winkel mag worden beschouwd als een succes; zie ook de klanttevredenheidsonderzoeken. Dat succes is niet uit de lucht komen vallen. In 2007 werd duidelijk dat de 'hulp bij het huishouden' als nieuwe taak extra inzet vereist, evenals de andere reeds bestaande taken die onder de Wmo kwamen te vallen en in een nieuw jasje zijn gestoken.
5 Doetinchem, 2 juli 2008 Het feit dat de Wmo streeft naar meer samenhang in sociaal beleid en activiteit, hetgeen ook door Doetinchem breed omarmd is via een beleidsrijke invoering van de Wmo, vraagt een gedegen investering in front-office, klantmanagement en (operationeel) beleid. Her en der was echter sprake van achterstallig onderhoud. Niet voor niets hebt u (maximaal) incidenteel € 590.000,- ingezet voor extra menskracht in 2008. De incidentele middelen zijn noodzakelijkerwijs ingezet over een brede linie: front-office, klantmanagement Wmo, herindicaties Wmo, kwaliteitsbeheer, (operationeel) beleid Wmo, bijzondere bijstand en schuldhulpverlening. Het eerste achterstallig onderhoud is nu weggewerkt. Ook een eenmalige actie zoals de herindicaties kan op korte termijn worden afgerond. Wij hebben de tijd vervolgens gebruikt om inzicht te krijgen in wat daadwerkelijk structureel nodig is aan capaciteit. Dit om invulling te geven aan de Wmo en de taken binnen de Wmo-winkel, mede om niet opnieuw te belanden in de valkuil van achterstallig onderhoud. De uitkomsten bevestigen dat dit leidt tot de vraag naar extra structurele inzet, willen wij kunnen voldoen aan onze wettelijke verplichtingen, waarbij aandacht is voor samenhang en een sluitende aanpak, mede conform ons beleid. Ons uitgangspunt is uiteraard de uitvoering zo efficiënt mogelijk te doen. Wij vragen dan ook nog een externe deskundige om onze werkwijze te toetsen. Wij houden daarbij wel voor ogen dat wij mensen goed willen helpen aan informatie. Ons uitgangspunt is dat mensen tijdig en integraal worden geholpen indien er meerdere aanvragen worden gedaan. Mensen mogen niet tussen wal en schip vallen. Dit vraagt om een goede organisatie. De resultaten van het formatieplan willen wij u eveneens voorleggen in de commissievergadering van 10 september 2008. Klanttevredenheidsonderzoek De Wmo-winkel is het eerste jaar van zijn bestaan succesvol geweest in het bereiken van de doelstellingen. Wij brengen u in herinnering dat de Tijdelijke Sociale Raad een klanttevredenheidsonderzoek heeft gehouden dat heeft uitgewezen dat acht op de tien klanten tevreden is over de behandeling in de winkel. In aanvulling hierop kunnen wij u meedelen dat uit het Benchmark klanttevredenheidsonderzoek (januari 2008) onder klanten met een lichamelijke beperking die een beroep doen op hulp bij het huishouden en WVR, de tevredenheid ook groot is. Gemiddeld liggen de waarderingscijfers ruim boven de 7 en percentages klanten die (zeer) tevreden zijn over de ondersteuning ruim boven de 80% en vaak boven de 90%. In deze context is het vermeldenswaardig dat de tevredenheid (86-93%) over de aanvraag en de afhandeling in Doetinchem daar enkele percentages bovenuit stijgt en de Wmo-raad (onze TSR) goed wordt gewaardeerd. De Wmo in de toekomst Vóór de zomer moet het kabinet een standpunt innemen over de toekomst van de Awbz. In dat kader heeft de SER een advies geformuleerd. Op 8 mei 2008 heeft de VNG haar visiedocument over de toekomst van de Wmo aan de staatssecretaris van VWS aangeboden in reactie op dit SER-advies. Dit document ondersteunt impliciet het SAP/Wmo-beleid van de gemeente Doetinchem. Essentieel in deze visie is het risico dat in de discussie over de Awbz de Wmo verwordt tot een 'randverschijnsel' (SER-advies), daar waar omgekeerd in het kader van 'Meedoen' het juister zou zijn te spreken over zorgvoorzieningen als deel van een participatiepakket. De VNG gaat dan ook verder met de stelling dat alle activiteiten die nu in de Awbz zijn ondergebracht maar die taken zijn die normaliter 'gewoon' door een persoon of huishouden worden gevoerd, overgeheveld zouden moeten worden naar de Wmo. Voor een deel staat dit ook al op stapel: ondersteunende begeleiding voor mensen met een psychosociale problematiek verdwijnt uit de Awbz.
6 Doetinchem, 2 juli 2008 Andere taken worden dringend geadviseerd: activerende/praktische begeleiding, maar ook het werk van MEE en persoonlijke assistentie. Sleutelelementen volgens VNG als de actieve burger i.p.v. de zorgconsument, horizontale verantwoording, lokale vernieuwing, lokale samenhang, eigen loket met 'persoonlijke hulp', echter geen harde beoordeling maar 'een gesprek aan de keukentafel', passen bij ons als gemeente waar ingestoken is op één breed loket met klantmanagement, waar de actieve burger en het naoberschap centraal staan en een sluitend aanbod voorop staat. Wij hebben in Den Haag dan ook regelmatig aangekaart dat de hele extramurale zorg overgeheveld zou moeten worden naar de gemeente. Dit was ook een van de belangrijkste conclusies uit verschillende pilots die wij in onze gemeente gedaan hebben. De moeilijke en onoverzichtelijke wijze waarop ons huidige Nederlandse zorgstelsel is opgebouwd, wordt daarmee een stuk eenvoudiger en het wordt voor burgers duidelijker waar ze moeten zijn voor meedoen en ondersteuning: bij je gemeente. Indien het kabinet in zijn standpunt over de Awbz niet alleen het SER-advies maar ook het VNG-advies betrekt, wordt (ons) Wmo-beleid verstevigd. In haar slotpleidooi meldt de VNG dat er geen grote veranderingen voor 2010 ingevoerd kunnen worden, maar wel dat zij hoopt dat in 2008 reeds een besluit wordt genomen over de 'noodzakelijke aanvullingen van de Wmo: de ondersteunende begeleiding en de MEE-organisaties. En de gemeenten ook voldoende voorbereidingstijd te geven'. Bij dit pleidooi rest ons niets anders als aanvulling ook voldoende middelen te verwachten en geen overheveling van taken in diverse etappes om verbrokkeling te voorkomen. Wij staan voor een uitdaging wat bij wet vastgelegd is en in beleid door u is vastgesteld in de uitvoering te waarborgen. Zoals de Tijdelijke Sociale Raad in zijn advies over het Wmo-beleid stelde: 'Het gaat veelal om klanten met een zwakke positie. Het is een hele kunst om die klanten zo te bedienen dat de hulp en steun ook daadwerkelijk daar komen waar zij moeten zijn.' Burgemeester en wethouders van Doetinchem, De secretaris, De burgemeester, ING. N. VAN WAART
DRS. H.J. KAISER
De raad van de gemeente Doetinchem; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders over ontwikkelingen Wmo en met overname van de in dat voorstel vermelde overwegingen; gelet op artikel 108, lid 1, juncto artikel 147, lid 2 van de Gemeentewet; besluit: de in dit voorstel beschreven informatie voor kennisgeving aan te nemen. Aldus besloten in zijn vergadering van 10 juli 2008,
, griffier
, voorzitter