stuk ingediend op
351 (2009-2010) – Nr. 1 2 februari 2010 (2009-2010)
Voorstel van resolutie van de heren Dirk Van Mechelen, Sven Gatz en Sas van Rouveroij
betreffende de aanwending van een deel van de meerwaarde van de KBC-steun voor de implementatie van een tweede fiscaal pact met de Vlaamse steden en gemeenten
verzendcode: FIN
Stuk 351 (2009-2010) – Nr. 1
2 TOELICHTING
In januari 2009 besliste de toenmalige Vlaamse Regering om voor een bedrag van 3,5 miljard euro in te tekenen op de kernkapitaaleffecten van de KBC-groep. Die kapitaalsinjectie voor KBC was noodzakelijk om de kapitaalstructuur te verstevigen en te vermijden dat de bank in moeilijkheden zou komen. De Vlaamse Regering voerde die operatie uit vanwege het belang van de KBC-groep voor de Vlaamse bedrijven en gezinnen, maar dwong tijdens de onderhandelingen over de kapitaalsinjectie ook een aantal engagementen van KBC af. Eén daarvan is dat de KBC-groep de effecten moet terugbetalen tegen 150% van hun uitgifteprijs. Volgens recente informatie zou de KBC-groep zowel de waarde van de effecten (3,5 miljard euro) als de meerwaarde (1,75 miljard euro) in de loop van de tweede helft van de huidige legislatuur aan de Vlaamse overheid willen aanzuiveren. Gelet op de stijgende kosten ten gevolge van de vergrijzing van onze samenleving en de recente schuldopbouw ten gevolge van de financiële en economische crisis en de daaruit vloeiende tekorten op de Vlaamse begroting tot 2011, is het aan te bevelen de terugbetalingen van de KBC-groep maximaal aan te wenden voor de afbouw van de Vlaamse schuld. Dat wordt ook uitdrukkelijk zo gesteld door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen in het recente evaluatierapport over het Vlaamse begrotingsbeleid 2010. Het verdient aanbeveling om die middelen zo efficiënt mogelijk in te zetten. De hoofdsom, 3,5 miljard euro, moet integraal gaan naar het aflossen van de aangegane schuldverbintenissen door het Vlaamse Gewest. De extra bonus van 1750 miljoen euro kan het best ook aangewend worden voor schuldafbouw, namelijk door de helft ervan, dus 875 miljoen euro, te gebruiken voor de versnelde aflossing van de schulden, die onder meer werden aangegaan voor het kapitaliseren van Gigarent. De andere helft zou kunnen worden gebruikt om ten bedrage van 875 miljoen euro uitstaande schulden van steden en gemeenten over te nemen. Daardoor zou de Vlaamse overheid tezelfdertijd de totale schuld binnen entiteit 2 kunnen doen dalen op een ESRneutrale manier, en tegelijk ruimte creëren om aan beleid te doen, namelijk in de middelen voorzien om een tweede fiscaal pact met de steden en gemeenten te sluiten (ESR: Europees Systeem van Nationale en Regionale Rekeningen). Een dergelijke overname van lokale leninglasten door het Vlaamse Gewest bewees in 2008 onder toenmalig begrotingsminister Dirk Van Mechelen al zijn nut. Vlaanderen nam toen voor 612 miljoen euro stedelijke en gemeentelijke schulden over (642 miljoen inclusief de overname van uitstaande schulden van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC)). In ruil voor die schuldovername naar rato van 100 euro/inwoner, engageerden de lokale overheden er zich toe om hun schuld op macroniveau niet verder te laten aangroeien in 2008, een bedrijfsvriendelijke fiscaliteit te voeren en de lokale belastingen te bevriezen in 2009.
V l a a m s P a r l e m e n t – 1011 B r u s s e l – 0 2 / 5 5 2 . 11 . 11 – w w w. v l a a m s p a r l e m e n t . b e
Stuk 351 (2009-2010) – Nr. 1
3
Alle Vlaamse steden en gemeenten sloten een dergelijke overeenkomst met de Vlaamse overheid. Gezien de huidige economische toestand, die ook ontegensprekelijk een belangrijke weerslag heeft op de financiële toestand van onze Vlaamse steden en gemeenten, boeken heel wat lokale overheden minder inkomsten. De kans is dan ook reëel dat dat de komende jaren zullen leiden tot de verhoging van bestaande lokale belastingen en retributies of de invoering van nieuwe belastingen en retributies. Op die manier zullen burgers en bedrijven opnieuw de prijs betalen van de economische crisis. Het is daarom noodzakelijk om onze partners, de lokale overheden, de nodige financiële ademruimte te verschaffen zodat zij zelf de vrijgekomen beleidsruimte recurrent kunnen aanwenden zonder daarvoor op zoek te moeten gaan naar nieuwe inkomsten. Een overname van stedelijke en gemeentelijke schulden is daarbij de meest aangewezen weg voor zowel de lokale overheden als het Vlaamse Gewest. Naar analogie met het eerste fiscale pact, kunnen in ruil voor de schuldovername een aantal engagementen worden gevraagd van de stedelijke en gemeentelijke overheden. Daarbij moet, gezien onder meer de huidige economische crisis, het banenverlies, de verwachte stijging van de werkloosheid, de vlucht van diverse grote en middelgrote bedrijven naar het buitenland en de concurrentiepositie van onze ondernemingen, bijzondere aandacht worden besteed aan het voeren van een bedrijfsvriendelijk fiscaal beleid, bijvoorbeeld door het bevriezen van de opcentiemen. Dirk VAN MECHELEN Sven GATZ Sas VAN ROUVEROIJ
V L A A M S P A R LEMENT
4
Stuk 351 (2009-2010) – Nr. 1 VOORSTEL VAN RESOLUTIE
Het Vlaams Parlement, – gelet op: 1° de interventie van Vlaams volksvertegenwoordiger Dirk Van Mechelen tijdens de bespreking van de beleidsnota Financiën en Begroting op 5 januari 2009 waarbij de heer Van Mechelen het voorstel lanceerde om over te gaan tot het afsluiten van een tweede fiscaal pact met de gemeenten; 2° het antwoord van de heer Philippe Muyters, Vlaams minister van Financiën en Begroting; 3° de daaropvolgende discussie; 4° de beslissing van de Vlaamse Regering van 22 januari 2009 waarbij werd overgegaan tot de ondersteuning van de KBC-groep via het intekenen op de kernkapitaaleffecten ten belope van een bedrag van 3,5 miljard euro; 5° het feit dat de KBC-groep de effecten moet terugbetalen tegen 150% van hun uitgifteprijs; 6° de KBC-groep naast de oorspronkelijke 3,5 miljard euro een surplus van 1,75 miljard euro zal terugstorten aan de Vlaamse Regering; – overwegende dat: 1° de KBC-groep zowel de waarde van de effecten (3,5 miljard euro) als de meerwaarde (1,75 miljoen euro) in de huidige legislatuur zal trachten aan te zuiveren bij het Vlaamse Gewest; 2° de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord aangeeft geen overschotten te willen boeken; 3° de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) in haar evaluatierapport over het begrotingsbeleid 2010 van de Vlaamse Gemeenschap stelt dat zowel de hoofdsom als de uitkoopsom het best kan worden gebruikt om de begrotingsschuld in te perken; 4° de Vlaamse steden en gemeenten eveneens financieel onder druk staan ten gevolge van de financiële en economische crisis; 5° het wenselijk is om ervoor te zorgen – mits positieve, ondersteunende maatregelen – dat de lokale belastingdruk niet zal stijgen; 6° de Vlaamse Regering er in 2008 al voor zorgde dat via een fiscaal pact, waarbij er 612 miljoen euro stedelijke en gemeentelijke schulden werden overgenomen, in alle Vlaamse steden en gemeenten de lokale belastingdruk werd bevroren en de schuld op macroniveau niet aangroeide; – vraagt de Vlaamse Regering: 1° de terugbetaling van de effecten door de KBC-groep ter waarde van 3,5 miljard euro integraal te gebruiken voor de afbouw van de Vlaamse schuld; 2° de helft van de bonus van 1,75 miljard euro, namelijk 875 miljoen euro, exclusief aan te wenden voor de versnelde afbouw van de nieuwe Vlaamse overheidsschuld ten gevolge van de financiële en economische crisis; 3° een nieuw fiscaal pact te sluiten met de gemeenten waarbij de andere helft, namelijk 875 miljoen euro, wordt gebruikt om stedelijke en gemeentelijke schulden over te nemen;
V L A A M S P A R LEMENT
Stuk 351 (2009-2010) – Nr. 1
5
4° aan de lokale overheden het engagement te vragen om de lokale belastingen, zoals de aanvullende personenbelasting en de gemeentelijke opcentiemen, te bevriezen in 2011 en 2012; 5° het beleid voort te zetten dat streeft naar een bedrijfsvriendelijke fiscaliteit. Dirk VAN MECHELEN Sven GATZ Sas VAN ROUVEROIJ
V L A A M S P A R LEMENT