BETER!
• • • Verhalen uit het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg • • •
Ondersteuningsplan wordt praktisch hulpmiddel
beter medicatieproces •••••••••••••••••••••••••••••
Middelengebruik
niet langer taboe
Anders kijken verbetert levenskwaliteit
••••••••••••••
•••••••••••••••••••••••••••
Volop tips om zelf aan de slag te gaan
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
inhoud
3 ••••••••••••••••••••• 4 Voorwoord
Leernetwerken & Werkplaatsen
•••••••••••••••••••••
6 8 12
Thema Handelingsgerichte diagnostiek
•••••••••••••••••••••
18 22 26
Thema Seksualiteit en preventie seksueel misbruik
••••••••••••••••••••• Thema Ondersteuningsplannen
••••••••••••••••••••• Thema LVB en verslaving
Thema Medicatieveiligheid
••••••••••••••••••••• Thema Gezondheid
14 16
Publicaties & Producten
•••••••••••••••••••••
2 .....
BETER!
Kennis beter delen De gehandicaptenzorg heeft een mooie traditie als een sector met veel vernieuwende ideeën. Veel organisaties hebben zelf innovatieve onderwerpen opgepakt en daar veel ervaring mee opgedaan. Meestal professionals met hart voor de zaak en altijd gericht op het ondersteunen van cliënten bij kwaliteit van leven. Juist die bestaande kennis is in het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg gebruikt. In leernetwerken is kennis gedeeld en verder ontwikkeld. En in werkplaatsen is bestaande kennis vertaald naar concrete kennisproducten voor de praktijk.
30 34 38
Tegelijkertijd doen zich tal van nieuwe vraagstukken voor. Cliënten worden bijvoorbeeld steeds ouder. Hoe kan je als begeleider een cliënt in dit proces het beste ondersteunen? Of een ander voorbeeld: Een cliënt drinkt zeer regelmatig alcohol. Hoe ga je daar als
Thema Zeggenschap en inclusie
Thema Ouder wordende cliënten
•••••••••••••••••••••
•••••••••••••••••••••
BETER! is de eindpublicatie van het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg. In dit programma hebben vele enthousiaste zorgprofessionals actief gewerkt aan het realiseren van concrete verbeteringen in de zorg en ondersteuning aan cliënten op 10 actuele thema’s in de gehandicaptenzorg.
Nieuwe thema’s
•••••••••••••••••••••
Thema Ontwikkelingsgericht ondersteunen
Voorwoord
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema Omgaan met probleemgedrag
•••••••••••••••••••••
41
begeleider mee om? Beschik je over voldoende kennis en vaardigheden om je cliënt de juiste ondersteuning te kunnen bieden? In het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg zijn organisaties ook met deze nieuwe thema’s aan de slag gegaan.
Leren en ontwikkelen, de nieuwe professional De zorg ontwikkelt zich snel. De problematiek van veel cliënten wordt zwaarder. Cliënten en hun netwerk stellen nieuwe vragen en tegelijkertijd worden de budgetten krapper. De Wmo biedt veel kansen maar vraagt ook om een nieuwe professionaliteit. Leren en ontwikkelen hoort daarbij. De uitkomsten van dit programma zijn daarbij zeer behulpzaam. In de praktijk ontwikkelde kennis biedt je veel handvatten om kwaliteit te verbeteren en cliënten te ondersteunen bij hun kwaliteit van leven. Dat boeit en geeft energie en komt onze cliënten ten goede. Ten slotte nog een woord van dank aan alle zorginstellingen en de experts van het bureau van de VGN, CBO en Vilans die met elkaar dit programma tot een succes hebben gebracht. Ook dank aan ZonMw en VWS die het programma financieel hebben ondersteund. Henk Kouwenhoven Bestuurder van Cordaan Lid van de stuurgroep Zorg voor Beter
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Leeswijzer In BETER! vind je een aantal verhalen uit het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg gebundeld. De verhalen geven een beeld van de mooie resultaten die bereikt zijn in dit programma. Wij hopen dat deze verhalen uit de praktijk inspiratie bieden om zelf met een van de thema’s aan de slag te gaan. Naast verhalen bevat deze BETER! dan ook veel tips voor de praktijk! Veel leesplezier! Loes Schouten (CBO), Thirza Tamboer (Vilans) en Maartje van der Rijt (VGN), Programmacoördinatoren Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg
Colofon
•••••••••••••••••••••
3 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
10 THEMA'S 1. Omgaan met probleemgedrag Het implementeren van bestaande kennis en ervaring om beter om te gaan met probleemgedrag in de praktijk; dat was het doel van dit project. 2. Handelingsgerichte diagnostiek Het implementeren van de methodiek Handelingsgerichte Diagnostiek stond in dit project centraal. Deze gezamenlijke werkwijze is vraag- en resultaatgericht en levert een advies op maat op. 3. Medicatieveiligheid Dit project was gericht op het verminderen van medicatiefouten in de gehandicaptenzorg, door het medicatietraject van organisaties te verbeteren. 4. Seksualiteit en preventie seksueel misbruik Het doel van dit project was het ontwikkelen en implementeren van adequaat beleid op het gebied van seksualiteit en het voorkomen van seksueel misbruik, aan de hand van bestaande instrumenten. 5. Ondersteuningsplannen Het realiseren van een concrete verbetering van het ondersteuningsplan in de organisatie, door de dialoog tussen cliënt en zorgverlener te versterken: daar draaide dit project om. 6. Ouder wordende cliënten Het doel van dit project was het concreet verbeteren van de zorg en ondersteuning aan oudere mensen met een beperking.
LEERNETWERKEN & WERKPLAATSEN Bestaande kennis beter verbinden aan de praktijk; dat was het doel van het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg. In dit programma hebben CBO en Vilans in samenwerking met verschillende andere partners leernetwerken, werkplaatsen en andere activiteiten georganiseerd vanuit het Kennisplein Gehandicaptensector rond tien inhoudelijke thema’s. De inhoud van het programma is in samenwerking met de VGN ontwikkeld. ZonMw heeft dit programma gefinancierd.
7. Gezondheid De focus van dit project lag op leefstijl. Hoe kun je als beroepskracht samen met cliënten werken aan het verbeteren van de gezondheid en leefstijl. 8. LVB en verslaving In dit project zijn organisaties in de gehandicaptenzorg ondersteund bij het ontwikkelen en implementeren van adequaat beleid voor signalering, preventie en behandeling van verslavingsproblemen bij mensen met een licht verstandelijke beperking. 9. Zeggenschap en Inclusie In dit project is gewerkt aan het realiseren en borgen van meer zeggenschap van mensen met een ernstige meervoudige beperking (EMB), zodat de geboden zorg en ondersteuning nog beter aansluiten bij hun vraag. 10. Ontwikkelingsgericht ondersteunen In dit project zijn begeleiders samen met de cliënten op zoek gegaan naar een passende werkplek die ruimte biedt aan de cliënt om zijn of haar talent verder te ontwikkelen.
4 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
5 .....
BETER!
LEERNETWERKEN In leernetwerken stond het leren van en met elkaar centraal. Tijdens bijeenkomsten is actief kennis gedeeld en ontwikkeld. WERKPLAATSEN In werkplaatsen is bestaande kennis vertaald naar een concreet kennisproduct. Bijvoorbeeld een checklist, een handreiking of cursusmateriaal. PROJECTEN In verbeter- of intensieve trajecten zijn organisaties aan de slag gegaan met een thema, vanuit een vraag of doelstelling vanuit hun eigen praktijk.
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Handelingsgerichte Diagnostiek
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Zorgkwaliteit
verbeteren door samen oplossingen te bedenken Als cliënten hulpvragen hebben of moeilijk gedrag laten zien, is het belangrijk dat daar een goede oplossing voor komt. De methode handelingsgerichte diagnostiek helpt om die oplossing te vinden. Gedragsdeskundigen, begeleiders, belangenbehartigers/verwanten en cliënten bekijken aan de hand van vaste uitgangspunten samen wat de cliënt nodig heeft. Stichting Philadelphia Zorg uit Amsterdam voerde de methode in op één van haar locacties. “We bedenken nu samen oplossingen waar we alleen niet op waren gekomen.” In handelingsgerichte diagnostiek staat de vraag van de cliënt centraal. Aan de hand van een aantal fasen, waaronder de intake, het vaststellen van de vraag en het onderzoeken van de oorzaken, wordt een plan van aanpak gemaakt om de cliënt te helpen. Floor Wildschut, gedragsdeskundige bij Stichting Philadelphia Zorg: “Het bijzondere van deze aanpak is dat je samen met alle betrokkenen aan de slag gaat om de oplossing te vinden: met begeleiders, de gedragsdeskundige, belangenbehartigers of ouders én cliënten. Het is niet alleen een methode van de gedragsdeskundige, ze is van iedereen. Logisch, want begeleiders en ouders weten als geen ander wat een cliënt nodig heeft. Philadelphia Zorg werkte al wel volgens de methodiek, maar het was nog niet op alle locaties even goed ingebed. Daarom namen we deel aan het leernetwerk Handelingsgerichte diagnostiek: we wilden onderzoeken of we goed bezig zijn en waar het beter kan. Met als doel het verbeteren van de zorg voor onze cliënten.”
Betere zorg leveren Philadelphia Zorg koos één pilotlocatie en stelde een team samen dat deelnam aan het leernetwerk, bestaande uit begeleiders, een locatiemanager en een gedragsdeskundige. Het team ging aan de slag met een aantal leerdoelen, waaronder systematischer werken, regelmatiger formeel overleggen en beter rapporteren. Ook het betrekken van ouders en cliënten was een belangrijk punt. “Als team hebben we vervolgens een leertraject rond handelingsgerichte diagnostiek gevolgd”, zegt Floor. “We informeerden ouders over onze aanpak en stelden een actieplan op. We hebben vaste
6 .....
BETER!
overlegmomenten ingesteld en zijn beter gaan rapporteren over gemaakte afspraken.”
Ouders en cliënten betrekken Handelingsgerichte diagnostiek heeft vijf uitgangspunten, waaronder transparant werken, samenwerken met alle betrokken en aandacht voor het positieve. “We zijn nadrukkelijker volgens die uitgangspunten gaan handelen”, vertelt Floor. “Neem transparant werken. Ik probeer heel open te zijn over waar ik mee bezig ben. Daardoor gaan medewerkers en ouders sneller meedenken en lukt het beter om verwachtingen af te stemmen. We betrekken ouders en cliënten ook veel nauwer bij de zorg. We bellen hen regelmatig. Niet alleen als het niet goed gaat, maar ook over positieve dingen. We stellen nu samen met cliënten hun leerdoelen op. Die schrijven we in hun taal op, met pictogrammen voor de verduidelijking. Voor cliënten is het helder waar ze aan werken en ze kunnen zo gemakkelijker meepraten en meebeslissen over hun leerdoelen.”
Tips: aan de slag! • • • •
••••••••••••••••••••••••••
“We kunnen cliënten beter volgen en signalen eerder opvangen” Betere samenwerking Floor is tevreden over de resultaten van de nieuwe aanpak. “We kunnen de vorderingen van cliënten beter volgen en kleine signalen eerder opvangen. Dat voorkomt dat er problemen ontstaan. Als medewerkers communiceren we beter met elkaar, delen we kennis en vertellen we wat ons bezighoudt. Zo bedenken we samen met ouders oplossingen voor cliënten, waar we anders niet op waren gekomen. De samenwerking is echt verbeterd en dat komt cliënten zeker ten goede.”
Stel een werkgroep samen die aan de slag gaat met handelingsgerichte diagnostiek. Maak een concreet actieplan met doelen en acties en informeer het management. Deel je aanpak en ervaringen met de organisatie, steeds in kleine kring. Zo kun je op verschillende plekken zaaien en ontstaat er breed draagvlak voor handelingsgerichte diagnostiek. Vier de successen!
De methodiek op één kaart! In 2007 verscheen een handreiking over handelingsgerichte diagnostiek, geschreven voor gedragsdeskundigen. Tijdens het leerwerknetwerk werd deze handreiking vertaald voor begeleiders en managers, in de vorm van een kaart op zakformaat. De kaart geeft aan de hand van duidelijke pictogrammen de fasen en uitgangspunten van handelingsgerichte diagnostiek weer. Hiermee kunnen medewerkers makkelijk controleren of ze volgens de uitgangspunten gehandeld hebben. Gedragsdeskundigen kunnen hun manier van werken bovendien beter toelichten.
Voor meer informatie
• Loes Schouten, projectleider Handelingsgerichte Diagnostiek via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 284 39 00 • Floor Wildschut, psycholoog in opleiding tot GZ-psycholoog, e-mail
[email protected] • De website www.kennispleingehandicaptensector.nl
naar inhoudsopgave >
7 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Beter medicatiebeleid voor cliënten buiten de woongroepen
Thema: Medicatieveiligheid
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Het risico op medicatiefouten moet zoveel mogelijk worden beperkt. Daarom heeft de Inspectie voor de Gezondheidszorg heldere regels opgesteld. Maar in een woongroep zijn die regels makkelijker na te leven dan bij cliënten die daarbuiten wonen. Want wie is verantwoordelijk en hoe controleer je of de juiste medicatie op de juiste manier wordt ingenomen? Stichting Maeykehiem greep het Verbeterprogramma aan om beleid te ontwikkelen voor extramurale cliënten. En met succes. Stichting Maeykehiem in Sint Nicolaasga zocht al langer naar een antwoord op de vraag ‘hoe richten we het medicatiebeleid voor cliënten buiten de woongroepen beter in?’. Joke Brouwer, manager Zorg: “De regels van de Inspectie kun je in de woongroepen goed naleven, omdat er meer controle is en er met één apotheek wordt gewerkt. In de thuiszorg, dagbesteding, bij logeercliënten en in de ambulante zorg is dat niet zo makkelijk. Deze cliënten nemen zelf hun medicijnen in, of
de familie regelt dat. Ze hebben allemaal een andere huisarts en apotheek. Onze begeleiders moesten er maar op vertrouwen dat de juiste medicatie goed werd ingenomen. Terwijl medicatieveiligheid wél onze verantwoordelijkheid is.”
Bewust maken Maeykehiem wilde dan ook graag meewerken aan het deelproject Medicatieveiligheid. “Niet alleen om het medicatiebeleid te verbeteren, maar ook om medewerkers bewust te maken van het belang van het onderwerp”, zegt Joke. “Veel begeleiders dachten dat de verantwoordelijkheid voor medicijnen bij de familie lag. In een werkgroep, bestaande uit de drie gidsorganisaties, apothekers, VGN en Vilans, zijn we gestart met het ontwikkelen van een quickscan, die het medicatieproces per cliënt buiten de woongroep in beeld brengt. De scan die de Inspectie biedt, is namelijk alleen toepasbaar voor woonvormen waar één arts en één apotheek verantwoordelijk zijn voor het medicijnproces van cliënten.”
8 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
9 .....
Cultuurverandering
Het bleek onmogelijk om de medicatieveiligheid 100% volgens de inspectieeisen te regelen. “Begeleiders mogen de medicatie bijvoorbeeld niet overnemen, omdat de zelfstandigheid van de cliënt
Joke: “Doordat we per vraag toelichting geven, begrijpen begeleiders waarom het zo belangrijk is om medicatieveiligheid ook bij deze cliënten te volgen. Cliënten en medewerkers zijn nu bewust bezig met medicatieveiligheid. Aan de hand van de ingevulde vragenlijst hebben we een basisbeleid gemaakt [zie kader]. We zijn nu bezig om dit verder te verfijnen voor cliënten in de thuiszorg, de dagbesteding en logeercliënten. Zo kunnen we de regels voor medicatieveiligheid steeds beter naleven.”
Voor elke cliënt buiten de woongroepen moet een vragenlijst worden ingevuld. De geneesmiddelencommissie krijgt van de teams een terug koppeling over de verbeterpunten en controleert of die passen bij wet- en regelgeving en bij het beleid van Maeykehiem. Elke cliënt is verplicht om een deellijst aan te leveren. Hierop staat ook welke medicijnen hij moet nemen. Apotheken ont vangen uit naam van de cliënt een brief met het verzoek om de lijst aan te leveren. Alle cliënten ontvangen de folder ‘Waarvoor zijn medicijnen?’, met informatie over medicijngebruik, speciaal ontwikkeld voor cliënten met een verstandelijke beperking. De individuele afspraken met de cliënt over medicatie worden vastgelegd in het ondersteuningsplan en jaarlijks geëvalueerd.
BETER!
“Quickscan helpt om medicatieproces te verbeteren”
Quickscan ontwikkelen
Zo verbetert Maeykehiem de medicatieveiligheid • • • • •
voorop staat”, zegt Joke. “In plaats van te streven naar perfectie, zijn we daarom gaan kijken naar haalbaarheid. Na een aantal testrondes ligt er nu de ‘Check medicatieproces voor ambulante begeleiding, dagbesteding en/of logeren’, bestaande uit 32 ja/nee-vragen. Begeleiders vullen de vragenlijst per cliënt in, zodat we zien wat er wel en niet goed gaat in het medicatieproces.” De vragen zijn gebaseerd op de meest recente richtlijnen en belichten alle onderdelen van een goed medicatieproces. Bij elke vraag zit een toelichting en aanwijzingen om aan de slag te gaan met verbeterpunten.
••••••••••••
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Medicatieveiligheid
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Praktische aanpak zorgt voor 75% minder medicatiefouten
Omdat op een woongroep van gehandicaptenzorgorganisatie Dichterbij relatief veel medicatiefouten werden gemaakt, besloot dienstverlenend coördinator Judith Peelen dit onderwerp aan te pakken. Tijdens het deelproject Medicatieveiligheid bedacht ze een aantal praktische maatregelen, waarmee het aantal fouten met 75% daalde. ’t Reut is een nieuwe woongroep van Dichterbij. Een grote groep, met veel nieuwe cliënten en medewerkers. “Daardoor slopen er wel eens kleine
10 .....
BETER!
medicatiefouten in”, vertelt Judith Peelen. “We wilden het aantal foutmeldingen graag omlaag brengen. Met een collega nam ik deel aan de leernetwerken van het project Medicatieveiligheid van het Verbeterprogramma. We staken onze aanpak eenvoudig in: we bedachten praktijkgerichte oplossingen die we zelf konden doorvoeren op onze eigen woongroep.”
Klapper met afspraken Judith en haar collega bekeken eerst wat er al lag op het gebied van medicatieveiligheid. Zo bleek er een format voor een klapper te zijn, waarin per cliënt alle afspraken rond medicatie vastgelegd worden. “We hebben voor
Tips: aan de slag! • • • • • •
Vraag geen onmogelijkheden, maar kijk naar haalbaarheid. Steek je aanpak praktisch in. Zorg voor uitleg: waarom is het belangrijk om met medicatie veiligheid aan de slag te gaan? Laat collega’s meedenken over de beste aanpak, maar maak wel centrale afspraken. Zorg dat medicatiebeleid gaat leven in het team. Organiseer audits: laat collega’s uit andere teams toetsen of de medicatie-aanpak voor hen duidelijk is. Stel een medicijn-geneesmiddelencommissie in, die kan toetsen of je beleid en aanpak kloppen. Maak gebruik van de folder en vragenlijst op de website van het Kennisplein.
elke cliënt in kaart gebracht welke medicatie hij nodig heeft, inclusief aftekenlijsten. Dat ligt allemaal vast in de klapper. Daarin zitten ook protocollen voor epilepsieaanvallen en dergelijke, plus de bijsluiters van alle medicijnen en telefoonlijsten voor als cliënten ziek worden: wat doe je en wie bel je? De klapper is ideaal, omdat elke medewerker ermee uit de voeten kan. Ook als je alleen even invalt, is alle informatie daarin direct te vinden.”
Foto’s Op ’t Reut wordt de medicatie aangeleverd via het systeem Bexter. In de klapper staat bij elke cliënt een foto. Dezelfde foto staat op de bakjes
naar inhoudsopgave >
medicijnen die via Bexter binnenkomen. Zo kunnen cliënten niet verwisseld worden. Op de uitzetlijsten staat hoe en wanneer de medicatie gegeven moet worden. Die lijst is getoetst bij de apotheek. Cliënten die bijvoorbeeld capsules kapot bijten, krijgen hun medicatie nu in een andere vorm. Judith: “We zijn ook kritischer op de bestellijsten: we hebben nu minder voorraad op de groep, zodat we minder hoeven weggooien. Zo besparen we geld en werken we veiliger. Teams geven elkaar bovendien presentaties over medicatieprotocollen, zodat die goed tussen de oren komen. Simpele maatregelen, waarmee het aantal fouten met 75% is gedaald.”
11 .....
BETER!
Meedenken De aanpak van ’t Reut is besproken met de geneesmiddelencommissie van Dichterbij, zodat deze ook bij andere woongroepen ingevoerd kan worden. “Op ’t Reut is medicatieveiligheid echt gaan leven. De verantwoordelijkheid ligt bij de medewerkers en ze worden met praktische hulpmiddelen ondersteund om goed met medicatie om te gaan. In elke teambespreking staat het onderwerp op de agenda en iedereen denkt mee over verbeterpunten. We doen het samen en dat werkt. De resultaten zijn al erg goed, maar we kijken nog steeds naar verbeteringen, zoals een nauwere samenwerking met de apotheker.”
Voor meer informatie
•
Marjolein van Vliet, projectleider Medicatieveiligheid via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 789 24 89 Joke Brouwer, e-mail
[email protected] Judith Peelen, e-mail
[email protected] De website www.kennisplein gehandicaptensector.nl
• • •
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Gezondheid
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Bewegen staat stevig op de weekplanning Gezond zijn en gezond blijven is van groot belang. Maar mensen met een beperking hebben veel vaker gezondheidsklachten dan mensen zonder handicap. Goede ondersteuning op het gebied van gezond leven is dan ook heel belangrijk. Gehandicaptenzorgorganisatie Amerpoort bewees tijdens het deelproject Gezondheid dat je met kleine stappen al veel kunt bereiken. Het deelproject Gezondheid wilde organisaties stimuleren om actief bezig te zijn met het verbeteren van de gezondheid en leefstijl van cliënten. Het team ‘Louis Amstronglaan’ van Amerpoort ging aan de slag met het thema ‘bewegen’. Betsy van den Broek, activiteitenbegeleider: “Onze gesloten woongroep is onderdeel van een verpleeghuis en bestaat uit zeven bewoners. Ze hebben een verstandelijke beperking, met daarnaast onder andere dementie, longproblemen of diabetes. Iedereen loopt met een rollator en elke cliënt heeft verpleegkundige zorg nodig. Het onderwerp ‘bewegen’ was bij ons nog een ondergeschoven kindje. We waren er niet zo bewust mee bezig. Toen het deelproject Gezondheid startte, was dat een mooie aanleiding om ermee aan de slag te gaan.”
Oefeningen Een bewegingsdeskundige van Amerpoort kwam drie keer langs om met medewerkers en cliënten te oefenen. Ze liet verschillende oefeningen zien, zoals overgooien met een bal en elkaar spullen doorgeven. “Ze zette ook muziek op, met variaties in tempo”, zegt Betsy. “De cliënten waren meteen enthousiast, ze zaten echt te genieten. Ze kunnen deze oefeningen gewoon zittend doen, dus het is makkelijk te organiseren. Sindsdien plannen we elke week bewust een uurtje bewegen in. We bedenken onze eigen oefeningen en we gaan vaker een rondje met bewoners lopen.
12 .....
BETER!
Er moet altijd een begeleider mee, maar toch plannen we er tijd voor in. We zijn ons bewust van het feit dat bewegen belangrijk is en dat we daar ruimte voor moeten maken. Het is nu een vast onderdeel van ons werk.”
“Bewegen is een vast onderdeel van ons werk geworden” Positief Alle collega’s zijn enthousiast over het bewegen. “We zijn van het ene op het andere moment begonnen met het bewegingsuurtje en iedereen was meteen positief. Dan is het ook niet moeilijk om draagvlak te creëren. Zeker als je ziet hoe leuk de cliënten het vinden. Bewegen is goed voor ze en ze doen het ook graag. En het mooie is: ze kunnen meer dan ze denken. Ze zitten dan wel op een stoel, maar met die ballen kunnen ze nog prima overweg. En dat stimuleert natuurlijk om actief mee te doen aan de bewegingsactiviteit.” Bij Amerpoort is de pilot nu uitgebreid naar acht locaties.
Voor meer informatie
• • •
Jeannette Schonewille, projectleider Gezondheid via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 284 3936 Betsy van den Broek, e-mail
[email protected] De website www.kennispleingehandicaptensector.nl
Tips: aan de slag! Zelf aan de slag met het thema gezonde leefstijl? Neem dan eens een kijkje op de website www.eigenwijsgezond.nl Op deze website vind je informatie, ideeën en werkvormen over thema’s als voeding en bewegen.
naar inhoudsopgave >
13 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Ontwikkelingsgericht Ondersteunen
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Op zoek naar een werkplek die past Soms zie je als begeleider dat cliënten meer kunnen dan dat ze doen. Of dat ze niet helemaal op hun plek zitten bij hun werk of dagbesteding. Dan is het belangrijk om samen te onderzoeken wat er anders kan. Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen, greep het project Ontwikkelingsgericht ondersteunen aan om twee cliënten naar een passende werkplek te begeleiden. Koninklijke Visio wil zoveel mogelijk uit cliënten halen, zodat zij het leven kunnen leiden dat zij willen. Het vinden van passende dagbesteding of werk is daar onderdeel van. Dolly Holverda, begeleider montage/inpakunit bij Visio: “De cliënten van Visio Het Huis te Echten hebben een verstandelijke en een visuele beperking. Dat maakt het vinden van passend werk extra lastig, want hun werkplekken moeten aan allerlei eisen voldoen. Bij Visio hebben we onze eigen dagbesteding voor cliënten, met houtbewerking, een weverij, keramiek, een tuin en montage/verpakkingswerkzaamheden. Daarnaast participeren we in het samenwerkingsverband Probaan, organisatie voor begeleid werken, die cliënten bij bedrijven plaatst. Zo werkt een groep cliënten bij fietsenfabrikant Azor in Hoogeveen, in een beschermde werkomgeving, onder begeleiding van een medewerker van Visio.”
Werkboek
Tips: aan de slag! • Het werkboek ‘Het is mijn leven’ zet de cliënt centraal.
•
• • •
14 .....
BETER!
Ga niet teveel uit van je eigen mening als begeleider, maar luister naar wat de cliënt wil. Organiseer een themadag voor collega’s binnen de hele organisatie, om draagvlak te creëren voor het ontwikkelingsgericht ondersteunen. Gebruik video-opnamen bij je interviews. Dat zorgt ervoor dat je nog bewuster met het proces bezig bent. Laat de cliënt los. Laat hem ervaren dat hij dingen zelf kan en neem niet over. Blijf praten met de cliënt: wat wil hij, wat kan hij? Houd steeds de vinger aan de pols.
naar inhoudsopgave >
Visio besloot mee te doen aan het project Ontwikkelingsgericht ondersteunen om te bekijken hoe cliënten begeleid kunnen worden naar een beter passende vorm van werk of dagbesteding. Twee cliënten nemen deel aan het project. Dolly had meteen Jacques (33) in gedachten. “Ik zag Jacques niet tot zijn 65e bij de dagbesteding zitten”, vertelt ze. “Hij heeft veel meer mogelijkheden. Ik ben samen met Jacques aan de slag gegaan met het werkboek ‘Het is mijn leven’, waarmee we in beeld brachten hoe hij zichzelf ziet, wat hij kan, wat hij wil en hoe zijn netwerk eruit ziet.”
Videobeelden Dolly en Jacques vulden ook een competentiemodel in, dat onder andere zijn sociale, contactuele en organisatorische vaardigheden in beeld bracht. De ouders van Jacques, begeleiders van zijn dagbestedingsplekken, de recreatie en de orthopedagoge deden hetzelfde. Dolly voerde verschillende gesprekken met de mensen rond Jacques en maakte video-opnamen van de interviews, ook van de gesprekken met Jacques. “Die keken we samen terug. Zo konden
15 .....
BETER!
we steeds controleren of alles nog klopte en of we nog steeds achter de uitspraken stonden. Uit de onderzoeken bleek dat Jacques uiteindelijk buiten Visio wil werken, als hovenier of als inpakker bij een bedrijf. Daar groeit hij nu langzaam naartoe.”
Enorm gegroeid Dolly maakte een stappenplan volgens het ‘eigen initiatiefmodel’. Dat houdt in dat Jacques steeds meer zelfstandig gaat aanpakken. “Ons eerste actiepunt was zelfstandiger werken”, zegt Dolly. “Jacques werkt bij de montage/inpak-unit en in de tuin. Eerst werden alle materialen voor hem klaargelegd, maar inmiddels doet hij alles zelf. Bij elke tussenstap hebben we een terugkoppeling gehouden en er komt steeds weer een nieuwe stap bij. Dat werkt geweldig. In een paar maanden tijd heb ik Jacques enorm zien groeien. Hij is mondiger geworden, rustiger en zelfstandiger. Hij heeft zelfs verbeteringen voorgesteld op zijn werk en die ook zijn doorgevoerd. Zijn zelfbewustzijn is enorm gegroeid en dat is prachtig. Ik blijf hem stimuleren om steeds meer bij te leren. Uiteindelijk wil ik een groepje cliënten om hem heen verzamelen en hen samen bij een bedrijf plaatsen. Dat zou heel mooi zijn.”
Reguliere werkplek De tweede cliënt uit het project werkte als begeleid werker in een regulier bedrijf, met ondersteuning van een jobcoach van Probaan. Nadat zijn werkgever met pensioen ging, wilde hij graag in een ander bedrijf meedraaien. Tijdens het inwerken bij twee bedrijven bleek hij daar toch veel moeite mee te hebben, ondanks de ondersteuning van zijn jobcoach. “Aan de hand van ‘Het is mijn leven’ zijn we naar alternatieve mogelijkheden gaan kijken”, zegt Dolly. “Inmiddels werkt hij bij de fietsenfabriek, in de beschermde omgeving waar ook andere cliënten van Visio werken. We werken toe naar een zelfstandig begeleid werken-plek bij een gewoon bedrijf, eventueel in combinatie met het werk bij Azor. Eigenlijk moet het ontwikkelingsgericht ondersteunen standaard onderdeel van ons werk worden, binnen de hele organisatie. Anders naar een cliënt kijken opent een wereld van mogelijkheden.”
Voor meer informatie
•
• • •
Marjolein Herps, projectleider Ontwikkelingsgericht Ondersteunen via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 789 24 74. Dolly Holverda, begeleider bij Visio, e-mail
[email protected] Website www.kennispleingehandicaptensector.nl Werkboek ‘Het is mijn leven’
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
PUBLICATIES & PRODUCTEN In het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg zijn in ieder project ook nieuwe publicaties en producten ontwikkeld. Op deze pagina worden drie producten van het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg en een nieuw product van de LFB uitgelicht. Alle producten van het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg vind je op de website van het Kennisplein, wwww.kennispleingehandicaptensector.nl
Handreiking Ondersteuningsplannen 2013 Ondersteuningsplannen vormen het hart van de ondersteuning. Maar een goed gebruik ervan vraagt nogal wat van professionals. Wat moet er precies in staan? Hoe vaak moet je het bespreken? Wat zijn de wettelijke eisen? De handreiking Ondersteuningsplannen 2013 helpt zorgorganisaties op weg. Tijdens de slotbijeenkomst van het project Ondersteuningsplannen is deze gepresenteerd.
Medicatiecheck
In het project rond het thema Medicatieveiligheid is in een werkplaats een checklist ontwikkeld, gericht op het medicatieproces in de ambulante begeleiding, dagbesteding en/of het logeren. Met deze lijst krijgen organisaties in de gehandicaptenzorg een beter beeld van wat wel en niet goed gaat in het medicatieproces. De digitale check bestaat uit 32 vragen. De vragen zijn gebaseerd op de meest recente richtlijnen en belichten alle facetten van een goed medicatieproces. Na het invullen van de vragenlijst ontvang je een e-mail met aanwijzingen om aan de slag te gaan met verbeterpunten. De medicatiecheck is te vinden op de website van het Kennisplein. Meer info: www.kennispleingehandicaptensector.nl
•••••••••••••••••••••••••••••••••••
De handreiking die er nu ligt helpt zorgorganisaties op weg om het ondersteuningsplan weer terug te brengen naar de kern. Namelijk een weergave van de afspraken tussen cliënt en zorgaanbieder over de doelen van de ondersteuning en de wijze waarop deze doelen bereikt worden. De inhoud, het proces en de regelgeving komen aan bod. Maar de handreiking laat ook ruimte voor eigen accenten en invullingen. De handreiking is bedoeld voor beleidsmedewerkers en voor functionarissen verantwoordelijk voor systematiek en kwaliteit van ondersteuningsplannen in de gehandicaptensector. Kijk voor meer informatie over de handreiking en het onderwerp Ondersteuningsplannen op de themapagina Ondersteuningsplannen op de website van het Kennisplein Gehandicaptensector, www.kennispleingehandicaptensector.nl/ondersteuningsplannen
Cursus ‘Ik word ouder’ In een van de werkplaatsen van het project rond het thema ‘Ouder wordende cliënten’ is de cursus ‘Ik word ouder’ ontwikkeld. In deze cursus leren de deelnemers in zes modules over wat ouder worden betekent en wat je zelf kunt doen om gezond en gelukkig oud te worden. In de werkplaats is een cursushandleiding ontwikkeld. Dit document is geen kant-enklare cursus, maar geeft bouwstenen en aanwijzingen om zelf met weinig moeite een cursus op te zetten. Deze cursushandleiding is geschreven voor begeleiders en andere geïnteresseerden in de gehandicaptenzorg die samen met mensen met een beperking aan de slag willen met het thema ouder worden. De cursus is in nauwe samenwerking met Reinaerde tot stand gekomen. Meer info: www.kennispleingehandicaptensector.nl
••••••••••••••••••••••••••••
123 Ik kook
Tijdens de slotbijeenkomst van het project Gezondheid is door de LFB het nieuwe boek 123 Ik kook gepresenteerd. Een kookboek voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Samen bedenken, samen oefenen en vervolgens alleen zelf doen, vindt de belangenvereniging LFB erg belangrijk. Het maakt je sterker en geeft je bovendien een goed gevoel. Maar het leert je ook (met misschien soms wat hulp) eigen keuzes maken. In dit kader bedacht LFB het leefstijlproject ‘Samen sterker, door dik en dun’. Een uniek programma voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking. Tijdens de kooklessen van dit programma merkte de LFB dat er nog geen aantrekkelijk en makkelijk tweepersoons kookboek was voor deze doelgroep. Daarom hebben ze het initiatief genomen om dit zelf te ontwikkelen. Het resultaat is 123 Ik kook! Een mooi en praktisch boek met heldere teksten en veel afbeeldingen om gezond en betaalbaar te koken. Meer info: www.lfb.nu
16 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
17 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Seksualiteit en Preventie Seksueel Misbruik
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Training leert jonge cliënten
grenzen aan te geven
Seksualiteit en seksueel misbruik zijn beladen onderwerpen. Het is belangrijk dat medewerkers hier goed mee omgaan, en ook cliënten erbij betrekken. Zideris eigenzinnige zorg, een zorgorganisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, ontwikkelde een training voor jonge cliënten met een matige verstandelijke beperking, waarmee ze leren zich weerbaar op te stellen. “Ze hebben geleerd om ‘nee’ te zeggen. Het woord ‘privé!’ schalt regelmatig door de woning.” Eveline van Harten, begeleider bij Zideris: “Tijdens het leernetwerk Seksualiteit hielden we een enquête onder de groepsleiding en cliënten, jongeren in de puberleeftijd met een lichte tot matige beperking. Medewerkers beantwoordden vragen over de sfeer in het team en ervaringen rond seksualiteit. De vragen voor cliënten gingen over hun gevoel van veiligheid en de manier waarop ze met elkaar omgaan. Op basis van de enquête werd een sterkte-zwakteanalyse gemaakt. Daaruit bleek dat we te beheersmatig werkten aan het voorkomen van misbruik. We hebben een goed meldpunt en de procedures zijn prima geregeld, maar de begeleiding van cliënten en medewerkers is minder sterk. We besloten aan de slag te gaan met het verbeteren van de weerbaarheid van cliënten en met seksuele voorlichting. Met voorlichting beginnen we dit jaar, de weerbaarheidstraining vond vorig jaar plaats.”
Training Maria Bos, persoonlijk assistent bij Zideris, ontwikkelde een training voor jonge cliënten met een matige verstandelijke beperking. De basis was de training ‘Deurtje open, deurtje dicht’ van Philadelphia Zorg. Tijdens tien bijeenkomsten kwamen groepjes cliënten bij elkaar. De training draaide om weerbaarheid, het zelfbeeld van cliënten (ben je trots op jezelf, waar ben je goed in?), eigenwaarde en weten wat je wel en niet wilt. “We hebben het begrip ‘privé’ uitgebreid behandeld”, vertelt Maria. “Het betekent dat iets van jezelf is, en niet voor anderen. Dat kan gaan om je spullen, maar ook om je lichaam. Vervolgens bespraken we wat normaal is qua ‘aanraken’: wat mag wel en wat niet? Welk beeld hebben cliënten van hun lichaam en wat vinden ze ervan als iemand hen aanraakt? En hoe zeg je dat je iets niet wilt?”
18 .....
BETER!
Bewustwording De cliënten waren enorm enthousiast over de training. “In het begin was het natuurlijk ook veel giechelen, maar ze wilden echt leren”, zegt Maria. “Hun vragen zorgden bij ons ook voor bewustwording. Zo hadden cliënten het idee dat ze soms geen keuze hadden: ze durfden het bijvoorbeeld niet te zeggen als ze liever door iemand anders gewassen wilden worden. We hebben uitgelegd dat ze daar best over mogen praten. Wassen is iets heel persoonlijks, en het is helemaal niet gek om het daar over te hebben. De cliënt is baas over eigen lijf, daar moeten medewerkers respect voor hebben. Als we willen dat cliënten weerbaar zijn tegenover onbekenden, dan moet dat bij ons beginnen: ze moeten ons durven zeggen wat ze wel of niet willen. En wij moeten daar goed op reageren.”
Normaal onderwerp De training heeft heel wat losgemaakt. Eveline: “Cliënten doen echt iets met wat ze hebben geleerd, het ‘privé!’ schalt regelmatig door de woning. Wij geven hen nu meer ruimte om ‘nee’ te zeggen en hun gevoelens te uiten. En we kloppen voordat we hun kamer ingaan. Als we dat vergeten, krijgen we het meteen te horen! Want dat is ‘privé’. Ook bij aanrakingen wordt goed opgelet of het gewenst is. Zo niet, dan zeggen ze dat meteen.” Maria: “We proberen van ‘seksualiteit’ een normaal onderwerp te maken, zodat cliënten weten dat ze er met ons over kunnen praten. Als er toch iets gebeurt wat ze niet willen, hoop ik dat ze het ons komen vertellen.”
Onderwerp levend houden De medewerkers moeten het onderwerp nu levend houden, om te voorkomen dat het wegzakt bij cliënten en het team. Eveline: “Twee keer per maand vergaderen de teams van verschillende woongroepen en dan staat altijd een case rond vriendschap, intimiteit en seksualiteit op de agenda. Dat gaat niet altijd om problemen, maar ook om het delen van ervaringen. Eens per maand hebben we kernoverleg met onze eigen woongroep en ook dan praten we hierover. Voor dat overleg houden we huiskamervergadering met cliënten. Ook dan gaan we weer in op de training. Zo blijven we hen aanmoedigen om ‘nee’ te zeggen als dat nodig is.”
naar inhoudsopgave >
19 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Seksualiteit en Preventie Seksueel Misbruik
Cliënten en medewerkers open in gesprek over seksualiteit Zorgorganisatie De Noorderbrug in Groningen wil de zorg voor cliënten op gebied van seksualiteit graag verbeteren. Op drie locaties ging daarom een werkgroep aan de slag, en met succes. Medewerkers kregen handvatten om met cliënten te praten over seksualiteit, hun kennis over het onderwerp is gegroeid en het thema staat stevig op de agenda van verschillende overleggen. Ook is seksualiteit bespreekbaar gemaakt bij cliënten. “Nu willen we zorgen dat al onze locaties op dezelfde manier met het thema omgaan.”
“Op een aantal locaties is seksualiteit nog een onderbelicht onderwerp, terwijl het wel een primaire levensbehoefte is”, zegt Sanna Rempt, gedragswetenschapper bij De Noorderbrug. De Noorderbrug is een organisatie voor mensen met een auditieve beperking, met niet-aangeboren hersenletsel en/of een lichamelijke beperking. Cliënten worden gestimuleerd om hun leven in te richten zoals zij dat willen, passend bij hun mogelijkheden, ontwikkeling en welzijn. “Ook ontwikkeling op het gebied van seksualiteit hoort daarbij”, zegt Sanna. “Onze cliënten hebben hier regelmatig vragen over. Daarnaast lopen medewerkers aan tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daarom deden we mee aan het leernetwerk.”
Sterke en zwakke punten
Vragenlijst
Signalen herkennen
De Noorderbrug begon op drie locaties met een sterkte/zwakteanalyse. Per locatie vulden zeven medewerkers en zeven cliënten een vragenlijst in. “Op basis daarvan brachten we onze sterke en zwakke punten in kaart: op het gebied van de beroepshouding van medewerkers, hun kennis en vaardigheden, aansturing vanuit het management en het veiligheidsgevoel van cliënten.”
20 .....
BETER!
Uit de analyse bleek dat de beroepshouding van medewerkers goed was: ze wilden graag aan de slag met het onderwerp. “Maar hun kennis en vaardigheden op dit gebied bleken onvoldoende”, zegt Sanna. “Ze wisten niet hoe ze seksualiteit en seksueel grensoverschrijdend gedrag het beste bespreekbaar konden maken met cliënten. Ook de aansturing door de locatiemanagers was niet optimaal: hun aanpak was niet overal hetzelfde en het thema kreeg niet overal evenveel aandacht. Tot slot bleek dat cliënten zich soms best onveilig voelen op de locatie. Dat willen we natuurlijk voorkomen. Daarom besloten we het onderwerp op verschillende niveaus aan te pakken.”
Medewerkers van de drie locaties kregen per mail de vraag waar ze behoefte aan hadden als het ging om seksualiteit. Ze wilden vooral signalen van misbruik leren herkennen en handvatten krijgen om in gesprek te gaan met cliënten. “Naar aanleiding van die wensen hielden we op elke locatie een bijeenkomst”, zegt Sanna.
naar inhoudsopgave >
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• “We bespraken het beleid, mogelijke verbeteringen en we gaven uitleg over de signaleringslijsten: hoe herken je seksueel misbruik, hoe weet je wanneer een cliënt ondersteuning nodig heeft? Ook kregen medewerkers een lijst met websites en andere materialen, die hen helpen om met cliënten over seksualiteit te praten. Om de aansturing te verbeteren, staat het thema nu op de agenda bij jaargesprekken, werkoverleggen en sollicitatiegesprekken. Ook in het inwerkprogramma van nieuwe collega’s op de drie locaties heeft seksualiteit een vaste plek.”
“Collega’s hebben nu handvatten om het gesprek aan te gaan” Themabijeenkomsten voor cliënten Voor cliënten werden drie themabijeenkomsten georganiseerd, met de thema’s ‘lichaam’, ‘vriendschap & relatie’ en ‘liefde en seks’. “Deze bijeenkomsten waren een groot succes”, vertelt Sanna. “Het waren vooral gezellige avonden, waarbij we op een laagdrempelige manier praatten over het zelfbeeld van cliënten, over het verschil tussen vriendschap en relaties, over wat er wel en niet bij seks hoort. Elke keer keken we een dvd en deden we verschillende opdrachten. Zo mochten cliënten bijvoorbeeld op een foto van henzelf aangeven wat ze wel en niet mooi vinden aan zichzelf. De avonden zijn eenvoudig te organiseren en cliënten vinden het geweldig.”
21 .....
BETER!
Goede resultaten Sanna is tevreden over de resultaten die tot nu toe zijn geboekt. “Vorig jaar hebben we verschillende quickscans onder medewerkers gehouden, om te bepalen of onze aanpak werkt. Medewerkers gaven in de eerste enquête een 5,8 voor hun kennis- en vaardigheidsniveau, de laatste keer was dat een 8,6. De sturing kreeg eerst een 4,3, nu een 7.7. Het valt op dat het aantal meldingen van cliënten rond seksueel grensoverschrijdend gedrag licht stijgt. Dat komt waarschijnlijk doordat cliënten zich nu veiliger voelen en er eerder over durven te praten. Seksualiteit – de positieve én de negatieve kanten- is bespreekbaar geworden. We willen nu organisatiebreed beleid ontwikkelen rond het onderwerp, zodat alle locaties er op dezelfde manier mee omgaan.”
Voor meer informatie
•
Nynke Heeringa, projectleider Seksualiteit en Preventie Seksueel Misbruik via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 789 23 76 Maria Bos, e-mail
[email protected] Sanna Rempt, gedragswetenschapper, e-mail
[email protected] De website www.kennisplein gehandicaptensector.nl Blog ‘Veiligheid is een basisbehoefte. Van elk mens’. Informatie over de training ‘Deurtje open, deurtje dicht’
• • • • •
Tips: aan de slag! • •
•
•
•
•
Ben niet alleen beheersmatig bezig met meldingen en registratie, maar zorg ook voor de begeleiding van cliënten en medewerkers. Stel een gemotiveerde werkgroep samen, die actief met het thema aan de slag gaat. Het is belangrijk dat de leden uit verschillende functies en disciplines komen. Laat medewerkers zelf meedenken over het onderwerp en neem hen mee in de aanpak. Leg goed uit waarom bepaalde stappen genomen worden. Geef cliënten eerlijk antwoord op hun vragen en doe vooral niet lacherig. Zorg dat seksualiteit een gewoon gespreksonderwerp wordt en dat het onderwerp blijft leven. Zet het onderwerp op de agenda van teamoverleggen en geef iedereen de kans om te vertellen wat ze meemaken op dit gebied. Dat mogen ook leuke anekdotes zijn. Bereid jonge collega’s voor op wat ze met cliënten kunnen ervaren rond seksualiteit.
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Ondersteuningsplannen
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Een ondersteuningsplan
maak je
samen
Het ondersteuningsplan is één van de belangrijkste instrumenten in de gehandicaptenzorg. In dit plan ligt vast wat belangrijk is voor de cliënt en zijn ontwikkeling, en hoe hij ondersteund wordt bij het bereiken van zijn doelen. Maar wat hoort er wel en niet in het plan, en hoe kun je de cliënt beter betrekken bij het schrijven ervan? Abrona, organisatie voor mensen met een verstandelijke beperking, werkte samen met cliënten aan het verbeteren van haar ondersteuningsplannen. Enkele jaren geleden introduceerde Abrona een nieuwe methodiek rond het ondersteuningsplan. “Ons systeem is heel compleet en uitgebreid”, zegt projectleider Helena Neven. “Maar we merkten dat het ook best ingewikkeld is en dat er veel aandacht ging naar vragen als ‘in welk vakje moet ik wat invullen?’. Terwijl een ondersteuningsplan juist om de cliënt en zijn ontwikkeling moet draaien. We wilden dat het plan veel meer van de cliënt werd. Onze Centrale Cliëntenraad merkte ook dat het systeem veel inzet kostte en dat de
22 .....
BETER!
focus niet altijd even sterk op de cliënt lag. Daarom adviseerden ze ons om cliënten te trainen in het omgaan met een ondersteuningsplan. De start van het leernetwerk Ondersteuningsplannen sloot daar perfect op aan.”
samen. We trokken de conclusie dat onze ondersteuningsplannen te ingewikkeld zijn, te uitgebreid en dat we cliënten er te weinig bij betrekken. Het leernetwerk maakte ons duidelijk wat er anders moet. We bekijken nu hoe we dat het beste kunnen doen.”
Handreiking
Trainingen
Abrona startte de samenwerking met de organisatie OPsterk, die bijeenkomsten en trainingen rond het ondersteuningsplan organiseert. “Tijdens een pilot leerden collega’s en cliënten samen te werken aan het ondersteuningsplan, met de handvatten van OPsterk”, vertelt Helena. “Tijdens het leernetwerk namen we onze methodiek bovendien onder de loep. Waar staan we nu, wat kan er beter? De tijdens het project ontwikkelde handreiking Ondersteuningsplannen heeft ons hier goed bij geholpen. Deze handreiking beschrijft precies waar een ondersteuningsplan aan moet voldoen. Ook daaruit bleek dat de dialoog met de cliënt het belangrijkste is: de cliënt moet zich in het plan herkennen, je maakt het plan echt
Zowel cliënten als medewerkers volgden trainingen over het ondersteuningsplan. Medewerkers werden getraind in het samen maken van ondersteuningsplannen waarbij de eigen regie van de cliënt wordt versterkt. Hoe kunnen ze zijn wensen op een goede manier in het ondersteuningsplan verwerken? “Cliënten kregen informatie over hun rol en rechten bij het schrijven van hun plan, maar ook over het ‘hoe’”, zegt Helena. “Hoe zeg je dat iets wilt of niet wilt, hoe praat je met je begeleider? We gebruiken onder andere een poster die door OPsterk is ontwikkeld en die helpt bij het aangaan van het gesprek.’’
naar inhoudsopgave >
23 .....
BETER!
“ De dialoog met bewoners, daar gaat het om” ‘‘Zo werken cliënten aan hun weerbaarheid. Daarnaast zijn er twee cliënten opgeleid tot OPsterk-trainer. Een van de cliënten zat bovendien in de projectgroep en dat was een groot succes. Hij is zich nu erg bewust van het feit dat het ondersteuningsplan ook van hem is. ‘Ik schrijf mijn eigen ondersteuningsplan’ roept hij regelmatig. En die bewustwording wilden we bereiken.”
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Ondersteuningsplannen
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Niet het systeem, maar het
werkproces als uitgangspunt
De start van het leernetwerk Ondersteuningsplannen kwam voor Prinsenstichting precies op het juiste moment. De organisatie was bezig om een nieuw systeem voor het ontwikkelen en bijhouden van ondersteuningsplannen uit te rollen en wilde toetsen of ze op de goede weg was. “We willen dat cliënten meer zeggenschap krijgen over hun plan. Want dat moet echt van hen worden.” De Prinsenstichting was al langer bezig om haar ondersteuningsplannen te vernieuwen. Maaike Kwantes, stafmedewerker Prinsenstichting: “Daar waren verschillende redenen voor. In onze organisatie is het versterken van de positie van de cliënt nu belangrijker dan ooit. Daar moeten we het ondersteuningsplan op aanpassen, want daarin ligt vast wat de cliënt graag wil bereiken. Ons oude plan stak bovendien vooral in op de mogelijkheden van de cliënt. Heel goed, maar toen de financiering via ZZP in het leven werd geroepen, kwamen wij in de knel. We hadden namelijk niet zo goed vastgelegd wat een cliënt niet kan en hoe en waarom we ondersteuning boden. Bovendien moest ons systeem vereenvoudigd worden, zodat begeleiders er in de praktijk makkelijker mee aan de slag konden.”
Inventariseren Een projectgroep inventariseerde in de hele organisatie en bij de cliëntenraad wat de wensen op het gebied van het ondersteuningsplan waren. “Het systeem hebben we in het begin bewust links laten liggen”, vertelt Maaike. “Voor ons was het
24 .....
BETER!
proces het uitgangspunt. Wat doen we, hoe doen we dat, wat zijn de verschillende rollen, wanneer gaan we met de familie in gesprek? Daarmee hebben we de juiste basis gelegd voor het ontwikkelen van een systeem, dat klopt met hoe het ondersteuningsplan in de praktijk werkt. We hebben een nieuwe methodiek opgezet en ons nieuwe systeem is inmiddels in gebruik. Toen het leernetwerk startte, stonden wij op het punt om onze nieuwe aanpak te implementeren. We hebben het netwerk onder andere gebruikt om te bekijken of we op de goede weg waren en waar het beter kon. Dat was heel waardevol.”
De resultaten Maaike is tevreden met het nieuwe systeem. “Onze nieuwe aanpak kent een duidelijke verdeling in taken en verantwoordelijkheden. Bovendien is het eenvoudiger, beknopter en hebben we een ander accent gelegd. In ons nieuwe plan ligt de nadruk op de evaluatie.
“Alleen nog concrete afspraken en doelen in het plan”
bespreken we alleen concrete afspraken en doelen. Daardoor werken we veel efficiënter en voorkomen we dat het ondersteuningsplan een papierwinkel wordt. Bovendien is het plan zo waardevoller: de vraag ‘hoe gaat het nu eigenlijk met de cliënt’ staat centraal. En daar draait het uiteindelijk om.”
Zeggenschap Prinsenstichting zoekt nu naar een goede manier om cliënten nog meer bij hun plan te betrekken. “Als begeleider ben je geneigd om zelf beslissingen te nemen”, zegt Maaike. “Logisch, want je kent de cliënt goed. Maar het is juist belangrijk om samen met de cliënt in gesprek te gaan en zijn inbreng in het plan te verwerken. Zo wordt het echt van hem. We willen begeleiders daarom hulpmiddelen bieden, die hen helpen om het gesprek aan te gaan. Ook denken we aan trainingen voor cliënten om hun positie te versterken.”
Tips: aan de slag! Wil je aan de slag met het thema ondersteuningsplannen? Bekijk dan de speciale themapagina op het Kennisplein, www.kennispleingehandicaptensector.nl/ondersteuningsplannen
Voor meer informatie
•
Marjolein Herps, projectleider Ondersteuningsplannen via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 789 24 74 Helena Neven, projectleider Abrona, e-mail
[email protected] Maaike Kwantes, stafmedewerker Prinsenstichting, e-mail
[email protected] De websites www.opsterk.nl en www.kennispleingehandicapten sector.nl
• • •
We maken nog maar eens in de vijf jaar een persoonsbeeld, dat doen we niet meer elk jaar. In het ondersteuningsplan
naar inhoudsopgave >
25 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: LVB en Verslaving
Middelengebruik
is niet langer taboe Het komt steeds vaker voor dat mensen met een lichte verstandelijke beperking verslaafd raken aan drugs of alcohol. Ze zijn vaak makkelijk beïnvloedbaar en kunnen de gevolgen van hun middelengebruik niet goed overzien. Voor medewerkers van woongroepen is het belangrijk om het gebruik te signaleren en daarover met de cliënt te praten. Stichting Leekerweide ontwikkelde beleid voor middelengebruik en zette een trainingsprogramma op voor medewerkers, waarmee hun kennis over drugs flink is gestegen. Sjon Kuipers, projectleider bij Stichting Leekerweide: “We hebben cliënten die regelmatig blowen of weleens experimenteren met andere drugs. Onze medewerkers wisten echter te weinig van deze middelen om goed te kunnen signaleren, of om op de juiste manier te reageren op vragen van cliënten. We hadden er ook geen duidelijk beleid voor. Tijdens het leernetwerk zijn we samen met het Trimbos Instituut een intensief verbetertraject ingegaan. We richtten een projectgroep op, bestaande uit medewerkers uit verschillende disciplines en cliënten en schreven samen een verbeterplan.”
Experimenteren
Het plan bevatte twee hoofddoelen: het opstellen van beleid voor middelengebruik en het opleiden van medewerkers. “Stap voor stap stelden we onze visie en ons beleid op”, vertelt Sjon. “De kern van ons beleid is dat we in gesprek gaan met cliënten. Hebben ze vragen over drugs, of zijn ze aan het experimenteren? Dan kunnen ze daar met ons over praten. Wij bieden ondersteuning als dat nodig is. We kunnen geen alcohol- en drugsvrije instelling zijn. Maar we kunnen wel problemen signaleren, cliënten voorlichten en zorgen dat ze zo goed mogelijk met de middelen omgaan. Niet dreigen met sancties, maar uitzoeken wat een bewoner nodig heeft. Ook preventie is een belangrijk beleidsonderwerp. Daarvoor gebruiken we verschillende middelen. Tijdens spelmiddagen testen we bijvoorbeeld de kennis van cliënten en laten we de spannende dvd ‘Roes’ zien, over de risico’s van alcohol- en drugsgebruik. Het komende jaar willen we deze middelen verder uitbreiden.”
26 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
27 .....
BETER!
Training
Om het gesprek aan te kunnen gaan, is het belangrijk dat medewerkers deskundig zijn op het gebied van verdovende middelen. Intern deskundige Middelengebruik Claudia Kaagman ontwikkelde een training voor de medewerkers van de woningen waar verslaving speelt. “De training bestaat uit twee dagdelen”, vertelt ze. “Het eerste dagdeel is praktisch: welke soorten middelen zijn er, wat doen die met je, wat kosten ze, wat zijn de risico’s? Ook de werking van verslaving en het signaleren ervan komen aan de orde. In het tweede dagdeel gaan we in op het gesprek met de cliënt. We oefenen met casussen en medewerkers krijgen volop handvatten om in de praktijk aan de slag te kunnen.” De training is inmiddels met succes op twee locaties gegeven en wordt nu uitgerold naar andere woningen.
Minder taboe
Leekerweide is tevreden over de resultaten van het leernetwerk. Claudia: “We hebben nu concreet beleid, medewerkers kunnen praktisch aan de slag en we hebben duidelijke protocollen voor moeilijke situaties. Denk aan een cliënt die duidelijk onder invloed is, of XTC heeft geslikt en is uitgedroogd. Bovendien zijn we gaan samenwerken met de verslavingszorg en heeft elke woning een aandachtsfunctionaris Middelengebruik gekregen, die het onderwerp levend houdt. En wat ik heel belangrijk vind: middelengebruik is minder taboe. Voorheen werd het gezien als ‘heel erg’ als een cliënt gebruikte en raakten medewerkers in verwarring. Maar nu weten ze dat het geen ramp is. Sommige cliënten blowen een tijdje, net als ‘gewone’ jongeren. We hoeven niet in paniek te raken, maar we moeten rustig bepalen wat we het beste kunnen doen. Het doel wordt per cliënt bekeken: moet hij stoppen met het middel, minderen of allereerst stabiliteit vinden? Cliënten voelen nu dat ze niet veroordeeld worden en daardoor gaan zij ook relaxter het gesprek aan.”
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: LVB en Verslaving
Met strak verbeterplan steeds een stapje verder Tips: aan de slag! Zelf aan de slag met dit thema? Het Trimbos-istituut heeft een toolkit ontwikkeld. Deze toolkit ‘LVB en verslaving’ biedt een overzicht van methoden, materialen en interventies om beter om te gaan met alcohol- en drugsgebruik bij mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVB). De toolkit is gratis te downloaden via www.kennispleingehandicaptensector.nl
28 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Het gebruik van middelen komt ook bij cliënten van gehandicaptenzorgorganisatie Talant steeds vaker voor. Een beleid voor alcohol- en drugsgebruik was er nog niet en medewerkers wisten niet precies hoe ze met de problematiek om moesten gaan. Talant meldde zich daarom aan voor het leernetwerk LVB en verslaving en stelde een strak verbeterplan op. Inmiddels is het onderwerp ‘middelengebruik’ één van de speerpunten van het bedrijfsplan van Talant. Uit een audit bij Talant bleek dat er op alle fronten extra aandacht nodig was voor middelengebruik. “Daarom hebben we een heel concreet verbeterplan opgesteld”, vertelt projectleider Janny Schenkel. “We wilden onszelf op alle punten verbeteren. We wilden beleid ontwikkelen, samenwerken met instellingen in de verslavingszorg, screeningsinstrumenten en trainingen toetsen en het scholingsaanbod stroomlijnen. Ook het verbeteren van de interne ketenzorg en het vergroten van deskundigheid van medewerkers waren belangrijke punten. Ambitieus, maar ons doel was niet om alles in één keer perfect te regelen. Op elk punt wilden we stapjes vooruit zetten.”
Visie ontwikkelen
Met visie- en beleidsontwikkeling ging de projectgroep ook stevig aan de slag. Een voorstel met de uitgangspunten ligt nu bij de directie voor akkoord. Janny: “Eén van de belangrijkste punten is dat we cliënten met verslavingsproblemen erkennen als een doelgroep van Talant. We sluiten ze niet uit en we zijn er ook niet ondersteboven van als iemand gebruikt. Deze cliënten vormen een doelgroep die we de juiste zorg en begeleiding willen bieden. Als de directie akkoord is met ons voorstel, gaan we verder met uitwerken. Dat er een vervolg komt is zeker, want middelengebruik is één van de speerpunten in het bedrijfsplan van Talant. Bovendien is gebruik nu een vast onderwerp in het ondersteuningsplan. Het komt in gesprekken met cliënten altijd aan bod. Zo borgen we het thema in de gewone zorgprocessen. Dat is het mooiste resultaat van het leernetwerk: het onderwerp staat stevig op de kaart en het leeft. Het leernetwerk is afgerond, maar wij gaan door.”
Een goede afweging maken Talant werkt momenteel aan het ontwikkelen van een handelingskader. “Sommige teams bedenken zelf oplossingen voor problemen rond verslaving”, vertelt aandachtsfunctionaris Dukkie Vlas-Cnossen. “Dat werkt niet altijd even goed. We willen geen strakke protocollen opstellen, want elke cliënt is anders. Aan de hand van een handelingskader kunnen begeleiders een professionele afweging maken en besluiten wat de beste aanpak is. Het kader gaat in op onderwerpen als veiligheid, het inschakelen van aandachtsfunctionarissen, juridische gevolgen van gebruik, privacy en het gesprek aangaan met de cliënt. Dat geeft volop handvatten om op een goede manier te reageren.”
Veel uitproberen
Elk lid van de projectgroep kreeg een aantal kleine taken binnen het verbeterplan. Tijdens vergaderingen werden al die onderwerpen verbonden. “We hebben veel kunnen uitproberen”, zegt Dukkie Vlas-Cnossen, aandachtsfunctionaris verslaving bij Talant. “We zijn bijvoorbeeld met drie cliënten de training Leefstijl Plus gestart, speciaal voor mensen met een licht verstandelijke beperking.
“ Het onderwerp is geborgd in de gewone zorgprocessen” Eén van onze cliënten heeft al langer verslavingsproblemen en begon weer terug te vallen. Tijdens de training probeerde ik hem inzicht te geven in het gebruik van middelen en de gevolgen ervan, door veel te praten en oefeningen te doen. Zo wilde ik hem motiveren om een andere leefstijl te kiezen. Ik was enthousiast over de training, maar merkte dat ik zelf meer scholing nodig had om er alles uit te kunnen halen. Dit soort bevindingen en ervaringen nemen we weer mee in ons beleid.”
29 .....
BETER!
Voor meer informatie • • • •
Els Bransen, Projectleider LVB Verslaving via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 2959 240 Sjon Kuipers, projectleider Leekerweide via e-mail
[email protected] Janny Schenkel, projectleider Talant via e-mail
[email protected] De website www.kennispleingehandicaptensector.nl
••••••••••••••••••
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Zeggenschap en Inclusie voor mensen met EMB
Acteur, tuinman, supporter bij het korfbal:
Rob is veel meer dan alleen ‘bewoner’
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Communiceren met bewoners met een ernstige meervoudige beperking kan lastig zijn. Maar ook als iemand niet kan praten, kun je achterhalen wat hij of zij leuk vindt. Kleinschalige woongroep FleuRoJa ging samen met bewoner Rob en zijn zus Annemarie het project Zeggenschap en Inclusie in. Inmiddels is Rob assistent-docent, tuinman en supporter. “Rob maakt echt deel uit van de samenleving.” FleuRoJa is een wooninitiatief voor vijf mensen met een beperking, opgezet door ouders. Zeggenschap over het eigen leven is een belangrijk onderwerp in het huis. “We willen graag weten wat onze bewoners leuk vinden en vervolgens zorgen dat ze kunnen doen wat ze graag willen”, zegt Nathalie Schregardus, projectleider bij FleuRoJa. “We waren dan ook meteen enthousiast over het leernetwerk Zeggenschap en Inclusie voor mensen met een ernstige meervoudige beperking. In overleg met zijn familie kozen we Rob als de persoon waarmee we het traject in wilden gaan.” Annemarie Bezemer, de zus van Rob: “Rob heeft een ernstige verstandelijke en lichamelijke beperking. Als hij niet gelukkig is, sluit hij zich helemaal af. Je kunt het aan zijn gezichtsuitdrukking zien als hij blij is en hij gaat stralen als hij veel aandacht krijgt. Die aandacht is belangrijk, anders raakt hij in zichzelf gekeerd.”
Visie
Het team van FleuRoJa ging in gesprek over zeggenschap. Wat is het en wat betekent het voor bewoners? Ze schreven ook een visie, die als rode draad voor het project diende. Sjaan Lindenberg, persoonlijk begeleider van Rob: “Vervolgens onderzochten we wat Rob echt leuk vindt. We wisten al dat hij graag met ballen, papier en kleuren speelt, maar wat is er nog meer? Samen met Annemarie en zijn ouders hebben we een levensloop gemaakt voor Rob, die precies weergeeft wie is hij. Uit de levensloop konden we twee rollen destilleren die precies bij hem passen: acteur en tuinman. Daar zijn we activiteiten bij gaan zoeken.”
Vrijwilliger en docent
“We hebben gesolliciteerd voor Rob en hij is aangenomen. Hij mag de docent assisteren tijdens de lessen, bijvoorbeeld door iets voor te doen. Voor zijn rol als tuinman hebben we een vereniging voor volkstuinen benaderd. Rob kan zelf geen tuin onderhouden, maar hij kan er wel ruiken, voelen en beleven. Het nichtje van Rob speelt korfbal en hij woont vaak haar wedstrijden bij. Dat vind hij erg leuk en hij krijgt er weer extra rollen bij: die van supporter én van oom. Tot slot is hij lid van de bibliotheek, want op zijn manier houdt hij erg van lezen. We zien nog veel meer kansen, we zitten vol ideeën.”
Midden in de maatschappij
Annemarie: “Het ging al heel goed met Rob bij FleuRoJa, maar nu gaat het nog beter. Ik vind het heel waardevol om te zien dat de visie waarmee FleuRoJa is gestart, werkelijkheid wordt. Onze ouders droomden ervan dat hun kinderen in een gewoon huis, in een gewone straat zouden wonen. Ik vind het mooi dat de medewerkers gewoon met Rob naar buiten gaan. Hij kan ook in de tuin van FleuRoJa werken, maar hij gaat juist de samenleving in.” Sjaan: “We willen met al onze bewoners op deze manier aan de slag, om te ontdekken wat zij écht leuk vinden. Niet denken ‘dat kan niet’, maar een oplossing zoeken die wél kan. Daar gaat het om.”
Tips: aan de slag! • • • •
Ga het gewoon doen! Durf te dromen en laat je
• •
niet beperken. Zet de beperkingen van cliënten even opzij en denk in mogelijkheden. Stel een goed veranderteam samen, dat verder durft te denken en aanpakt. De vacaturebank voor vrijwilligers is een uitkomst. Vaak staan er vacatures op waar cliënten bij betrokken kunnen worden. Zorg dat het hele zorgteam op één lijn zit en de doelen helder voor ogen heeft. Betrek de familie nauw bij het project.
FleuRoJa vond via de vacaturebank voor vrijwilligers een functie die paste bij de acteursrol. Space Station, belevingstheater voor mensen met een beperking, zocht een assistent-docent. Nathalie:
30 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
31 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Zeggenschap en Inclusie voor mensen met EMB
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Er gaat een wereld open voor Simone Onderzoeken wat Simone echt leuk vindt, zodat ze de activiteiten kan ondernemen die ze zelf graag wil doen. Dat was het doel van het project Zeggenschap en inclusie bij zorgorganisatie Talant. Inmiddels gaat Simone elke week naar de disco, staat ze op de wachtlijst voor een woongroep die beter bij haar past en wordt ze lid van een make-upclub op haar locatie. “Je moet durven uitproberen.” Marja Riemersma, projectleider: “Bij Talant vinden we het belangrijk dat cliënten met een ernstige meervoudige beperking deel uitmaken van de samenleving, en dat ze zelf kunnen beslissen wat ze willen doen. Het project was voor ons een kans om daar actief mee aan het werk te gaan. We vroegen bewoonster Simone om mee te doen.” Sandra Grijze, persoonlijk begeleider van de woning: “Simone is een vrouw van 23 jaar met het Rett-syndroom. Simone heeft een verstandelijke en motorische beperking, ze zit in een rolstoel en kan niet praten. Aan de hand van gekleurde ja/nee-kaarten kan ze antwoord geven op vragen. Als ze iets leuk vindt, glimlacht ze. Wij wilden graag weten wat ze wil, maar het is lastig te bepalen of ze positief reageert op een vraag omdat ze bekend is met het onderwerp, of omdat ze het echt leuk vindt. Of omdat ze geniet van de één-op-één aandacht. We wilden dat Simone op een breder gebied haar eigen keuzes ging maken.”
Durven dromen
Talant ging aan de slag met de VeranderKIZT (Kwaliteits-, Inclusieen ZeggenschapTools), een handreiking met instrumenten en methodieken om het traject te doorlopen. Marja: “We stelden een veranderteam samen, bestaande uit de mensen die direct met Simone werken, haar moeder Ineke, de teamleider van de woonlocatie, begeleiders Sandra, Baukje en Sonja en Simone zelf. Tijdens bijeenkomsten brachten we in beeld wie Simone is en wat ze leuk vindt.” Ineke liet de deelnemers kennismaken met Simone, door haar levensverhaal te vertellen. Sandra: “Je denkt dat je als begeleider veel weet van de cliënt, maar het verhaal van haar moeder gaf toch nieuwe inzichten. We hebben vervolgens een toekomstplanning met activiteiten voor Simone gemaakt, zonder daarbij rekening te houden met de praktische zaken rond haar handicap, zoals vervoer en dergelijke. Durven dromen, daar ging het om.”
32 .....
BETER!
Huisgenoot en discoganger
Bij Simone bleken veel rollen te passen. “We kozen er samen met Simone voor om drie rollen in te vullen: die van huisgenoot, discoganger en lid van een make-upclub”, zegt Sandra. “Ze heeft nu weinig interactie met haar huisgenoten. Daarom hebben we haar op de wachtlijst gezet voor een nieuwe woongroep, met cliënten van verschillende niveaus. Simone zit in een rolstoel, maar als ze huisgenoten krijgt die kunnen lopen, kunnen ze misschien samen gaan wandelen. Het biedt meer mogelijkheden. Verder gaat ze nu elke week naar een disco op één van onze andere locaties. We hebben een vrijwilliger gevonden die haar elke week wil begeleiden en de PlusBus ingezet voor het vervoer. Simone vindt de disco geweldig. Tot slot zoeken we nu vrijwilligers die een make-upclub op onze locatie willen leiden. Simone is dol op tutten en individuele aandacht.” Marja: “Het mooie is dat de wereld van Simone veel groter wordt. Ze ontmoet nieuwe mensen, ze doet leuke dingen voor zichzelf, buiten de woongroep en de dagbesteding om.”
Volop kansen
Het project krijgt een vervolg in de rest van de organisatie. Marja: “Het biedt veel kansen om cliënten met een ernstige meervoudige beperking meer regie te geven, maar ook cliënten met lichtere beperkingen kunnen hier profijt van hebben. Door andere rollen aan te nemen, laten ze zien dat ze er echt zijn, dat het niet alleen om hun zorg draait. Het is nu zaak om de aanpak op een praktische manier in te bedden in ons werk.”
Voor meer informatie • • • •
Willy Calis, projectleider Zeggenschap en Inclusie voor mensen met EMB via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 789 24 81 Nathalie Schregardus, via e-mail
[email protected] Marja Riemersma, via e-mail
[email protected] De website www.kennispleingehandicaptensector.nl
naar inhoudsopgave >
33 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Ouder wordende cliënten
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Oudere clienten zijn een doelgroep op zich De Utrechtse zorgorganisatie Reinaerde is al sinds 2007 bezig met het verbeteren van de zorg en ondersteuning aan oudere cliënten. Er is een heldere methodiek geïntroduceerd, begeleiders zijn uitgebreid opgeleid en volgens die lijn wordt met succes gewerkt. Daarom werd Reinaerde gevraagd om als gidsinstelling mee te doen aan het leernetwerk Ouder wordende cliënten. “Aan de hand van zijn levensverhaal, wensen en situatie bekijken we per cliënt wat hij nodig heeft. En dat werkt geweldig.”
34 .....
BETER!
Mensen worden steeds ouder. Ook mensen met een beperking. Het project Ouder wordende cliënten wilde de kwaliteit van leven van oudere cliënten op een praktische manier verbeteren, aan de hand van de pijlers ‘een goede oude dag’, ‘vitaliteit en gezondheid’ en ‘een passende leefomgeving’. Reinaerde werd gevraagd om gidsinstelling te zijn voor de pijler ‘een goede oude dag’. “Als je ouder wordt, veranderen je wensen en behoeften. Je kunt te maken krijgen met fysieke achteruitgang en met dementie”, vertelt Ivonne Schrauwen, manager Reinaerde. “Als zorgorganisatie wilden we onze groeiende groep oudere cliënten de zorg bieden die daarbij past. We hebben ouderen erkend als ‘doelgroep’ en zijn gaan werken volgens de praktijkgerichte ‘methode Urlings’.”
Accepteren
Rustige sfeer
Coaching
De methode Urlings gaat in op begeleidingstechnieken, maar biedt ook veel kennis over onderwerpen als dementie, fysieke veroudering, eten en drinken. Mariska Spruit, begeleider Reinaerde: “Het uitgangspunt is dat we ouderen accepteren zoals ze zijn. Die visie heeft ons werk ingrijpend veranderd. Vroeger ging alles groepsgewijs: eten, televisie kijken. Als een bewoner problemen had met eten, zat iedereen een uur langer aan tafel. Nu kijken we naar de individuele cliënt. Wat is zijn levensverhaal, heeft hij nodig en wat vindt hij belangrijk? Daar passen we ons dagritme op aan. Om te kunnen bepalen welke ondersteuning nodig is, heb je veel kennis nodig. Bij Reinaerde wordt de ouderenzorg dan ook echt als een specialisatie gezien. Dat maakt ons extra trots op het werk dat we doen.”
Niet alleen de manier van werken is veranderd, ook de huiskamer en de kamers van de cliënten zijn anders ingericht. Zo kunnen cliënten bijvoorbeeld ook televisie kijken op hun kamer. “De sfeer is door de nieuwe aanpak veel rustiger geworden”, zegt Mariska. “Onze begeleiding is beter, en daardoor hebben onze cliënten minder last van het feit dat ze achteruit gaan. Familieleden zijn ook heel enthousiast, net als de collega’s. Want doordat je aan de wensen van cliënten tegemoet komt, is er minder weerstand. En dankzij je uitgebreide kennis kun je veel knelpunten zien aankomen en voorkomen. De individuele aanpak kost daardoor niet meer tijd dan onze oude werkwijze.”
Twee jaar lang kreeg elk team dat met ouderen werkt vier uur per week ondersteuning van een coach, om de methode Urlings onder de knie te krijgen. Ivonne: “We merkten dat alleen een training niet genoeg was. Een methode moet blijven hangen en daarom hebben we voor coaching gekozen. Onze begeleiders geven op hun beurt weer scholing aan collega’s, om te zorgen dat het onderwerp binnen de hele organisatie gaat leven.”
naar inhoudsopgave >
35 .....
BETER!
Signaleringslijst Als gidsinstelling heeft Reinaerde de deelnemers aan het leernetwerk veel kunnen brengen. Ivonne: “We hebben presentaties gehouden, onder andere over slikpro-
blemen, en we hebben volop vragen van organisaties beantwoord. Ook was er veel belangstelling voor de producten die we hebben ontwikkeld. Denk aan onze dvd ‘Bewegen voor ouderen’ en aan een film die we gemaakt hebben toen we met de methode Urlings aan de slag gingen. Ook onze signaleringslijst was gewild. Begeleiders vinden het vaak moeilijk om aan te geven waar de achteruitgang van een cliënt precies in zit. Deze lijst helpt daarbij. Aan de hand van verschillende onderwerpen en vragen kunnen begeleiders aangeven wat ze signaleren. Elke drie maanden vullen ze de lijst opnieuw in en dat maakt duidelijk waar het probleem zit. Een praktisch hulpmiddel, waarmee je de zorg voor oudere cliënten steeds kunt verbeteren.”
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Ouder wordende cliënten
Een goede oude dag bieden
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Voor de Haagse zorgorganisatie Middin begon het project Ouder wordende cliënten met één doel: voorkomen dat oudere cliënten met een beperking eenzaam worden. Maar uiteindelijk voerde het verbeterteam veel meer verbeteringen door op het gebied van ouderenzorg: van het aanpassen van de voeding tot het instellen van een klantenpanel. Op locatie de Soendastraat van Middin wonen zeventien cliënten met een licht verstandelijke beperking. Ze wonen in hun eigen appartement, onder 24-uurs begeleiding. In het steunpunt van het complex is een gezamenlijke woonkamer, waar de bewoners samen eten. Yasmin Fleurima, begeleider Middin: “Onze cliënten worden ouder en we waren bang dat ze eenzaam zouden worden. We willen hen graag een goede oude dag bieden en gingen daarom aan de slag met ontwikkelen van een visie op de ondersteuning van ouderen. Op dat moment kwam het project Ouder wordende cliënten op ons pad. Dat was een goed aanknopingspunt om het onderwerp stevig aan te pakken.”
“De sfeer is dankzij de nieuwe aanpak veel rustiger” Activiteitencentrum Het verbeterteam van Middin bracht in kaart wat er verbeterd moest worden om cliënten een goede oude dag te kunnen bieden. Daarbij vond het team het belangrijk dat cliënten deel uitmaken van de buurt. “Naast onze locatie zit een activiteitencentrum en met hen zijn we nauw gaan samenwerken”, vertelt Yasmin. “Onze cliënten kunnen in het centrum elke dag meedoen aan verschillende activiteiten. De deur staat altijd open en de bewoners zijn er enorm enthousiast over.” Elke maand organiseert het team van de Soendastraat bovendien een goedbezochte activiteitenavond, variërend van beautyavonden tot spelletjesavonden.
Verse maaltijden “We zijn ook met de voeding aan de slag gegaan”, zegt Yasmin. “We koken nu drie keer per week een verse maaltijd. We kiezen voor gezonde voeding en we kopen alleen nog gezonde vleeswaren. Voor sommige collega’s was het koken voor zeventien mensen
even wennen, maar iedereen zag de meerwaarde er meteen van in. Bovendien betrekken we cliënten meer bij het eten: waar hebben zij zin in, wat zullen we koken? Dat is voor hen ook prettig. Sowieso is de mening van onze bewoners belangrijker dan ooit. We hebben sinds kort een klantenpanel, een driemaandelijkse bijeenkomst waarbij alle cliënten de kans krijgen om mee te praten over wat op de locatie speelt. Onze bewoners kunnen hun mening goed verwoorden, dus dat werkt prima. Dat er echt een bijeenkomst is waar ze dingen in kunnen brengen, prikkelt ze om goed na te denken over wat ze willen.”
Nieuwe inrichting Dit jaar staat er nog veel op stapel bij Middin. Zo is er gekozen voor een belevingsgerichte methodiek voor het begeleiden van oudere cliënten. Dit jaar worden alle begeleiders hierin geschoold. “Verder wordt in de zomer het steunpunt opnieuw ingericht, specifiek voor oudere cliënten”, zegt Yasmin. “De ruimte krijgt nieuwe kleuren, een inrichting die past bij de smaak van de cliënten, goede lichtinval en een rustige sfeer. Bovendien halen we drempels weg en geven we looproutes helder aan, zodat ook mensen met wat slechter zicht de weg kunnen vinden. Tot slot pakken we onze tuin aan en willen we onder andere een grote moestuin aanleggen. Onze cliënten werken graag in de tuin en de verse producten kunnen we goed gebruiken om zelf gezonde maaltijden op tafel te zetten.”
Voor meer informatie • • • •
Jannie Oskam, projectleider Ouder wordende cliënten via e-mail
[email protected] of telefoon (06) 22542471 Ivonne Schrauwen, manager Reinaerde, via e-mail
[email protected] Yasmin Fleurima, e-mail
[email protected] De websites www.kennispleingehandicaptensector.nl
Tips: Aan de slag! • • • • •
36 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
37 .....
BETER!
Breng in beeld wat je wilt gaan doen en wat je wilt bereiken. Stel haalbare doelen en zorg voor een duidelijke taakverdeling. Zorg dat het team gemotiveerd is en enthousiast over het doorvoeren van verbeteringen. Zorg dat de directie en/of de Raad van Bestuur je aanpak steunen. Dat is nodig om de gewenste resultaten te bereiken. Kies een methodiek en ga volgens die aanpak aan het werk. Dat biedt houvast. Luister goed naar de begeleiders van oudere cliënten. Zij weten precies wat er speelt en dat maakt hun inbreng heel waardevol.
naar inhoudsopgave >
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Thema: Omgaan met Probleemgedrag
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Anders kijken verbetert het leven van cliënten Soms is het lastig om cliënten met een verstandelijke beperking goed te begrijpen. Ook omgaan met probleemgedrag kan moeilijk zijn, waardoor cliënten niet de ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. De Friese zorgorganisatie Talant ging tijdens het Verbeterprogramma aan de slag om de levenskwaliteit van cliënte Hennie te verbeteren. “We gaan nu heel anders met haar om. En daardoor zit Hennie veel beter in haar vel.” “Begeleiders willen het beste bieden, maar weten soms niet meer hoe ze met moeilijk gedrag van cliënten om moeten gaan”, zegt Titia van der Kooij-Mellema, GZ-psycholoog bij Talant. “Dan moet je met andere ogen naar hen gaan kijken en nieuwe manieren zoeken om hen te begrijpen en te ondersteunen. Om handvatten te krijgen voor die nieuwe aanpak, namen we samen met zeven andere organisaties deel aan het deelproject Omgaan met probleemgedrag van het Verbeterprogramma.”
Altijd alleen
Het doel van het project was om de kwaliteit van leven van cliënten met probleemgedrag te verbeteren. Elke organisatie koos één cliënt uit als voorbeeldcase. “Bij ons was dat Hennie”, vertelt Titia. “Zij heeft een ernstige verstandelijke beperking, gedragsproblemen en sterke stemmingswisselingen. Ze heeft psychoses gehad en een paar keer per jaar heeft ze een slechte periode. Ze woont in een woongroep, maar zat altijd alleen in haar appartement. Contact met andere cliënten had ze niet. Ze droeg een speciaal pak, om te voorkomen dat ze met ontlasting ging smeren en zichzelf pijn deed. Soms waren er twee mensen nodig om haar aan te kunnen kleden. Hennie leidde geen normaal bestaan, dat moest beter kunnen.”
38 .....
BETER!
Anders gaan kijken
De basis van het project was de publicatie ‘Richtlijnen en principes voor de praktijk’ van kenniscentrum Vilans. Dit boekje bevat richtlijnen voor het omgaan met probleemgedrag, maar die sloten niet goed aan op de praktijk. Ze werden daardoor te weinig toegepast. Titia: “Barbara Pot, orthopedagoge bij Esdégé-Reigersdaal, vertaalde het boekje met richtlijnen naar een werkbaar stencil. Aan de hand daarvan werkte elke organisatie voor zijn cliënt de richtlijnen op een praktische manier uit. Het toepassen ervan vereist vooral dat je anders gaat kijken. Ik ben begonnen met het analyseren van de situatie van Hennie. Hoe zit ze in elkaar, wat is haar geschiedenis, waar heeft ze behoefte aan, hoe ziet haar medisch dossier eruit? Ook heb ik haar geobserveerd, om haar complete situatie goed in kaart te brengen.”
Te voorzichtig
Die analyse was een eyeopener. Het bleek dat de begeleiders en het begeleidingsteam te voorzichtig omgingen met Hennie. Doordat ze snel overprikkeld raakt, durfden ze haar niet veel aan te bieden. “We waren bang dat het dan weer fout zou gaan”, zegt Titia. “Maar wat blijkt: Hennie heeft juist contact met anderen nodig, een goede invulling van haar dag. Ook ontdekten we dat we haar medicatie konden verbeteren. In het verleden reageerde ze heftig op medicijnen die stemmingswisselingen moesten voorkomen. Daar stopten we dan snel mee. Met de psychiater bekeken we de mogelijkheden en hij schreef toch medicatie voor, met de afspraak dat we het langer zouden proberen. En dat werkte. Hennie kwam weer terecht in een slechte periode, maar deze keer was die wel minder intensief.”
naar inhoudsopgave >
Tips: Aan de slag! • • • • •
Maak een goed plan: zet op papier wat je gaat doen en wat je wilt bereiken. Kies één cliënt en doorloop de richtlijnen uit het boekje van Vilans met deze persoon. Wat betekenen die richtlijnen en hoe kun je ze praktisch toepassen? Maak een brede analyse van de hele situatie van de cliënt, van de persoonlijke geschiedenis tot het medische dossier. Durf je vaste manier van kijken naar de cliënt los te laten. Bekijk heel goed hoe iemand in elkaar zit, wat hij belangrijk vindt en wat hij nodig heeft voor een betere kwaliteit van leven.
39 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• Thema: Omgaan met Probleemgedrag
Succesverhaal
Inmiddels gaat het team compleet anders om met Hennie. Jan Deelstra, haar persoonlijk begeleider: “Hennie zit niet meer alleen in haar appartement, maar is de hele dag in de woonkamer. We zorgen dat ze niet meer alleen is, dat er geen kans meer is op verveling. Als begeleiders zijn we er altijd en we vullen de dag met zinvolle activiteiten. Boodschappen doen, wandelen, opruimen. Hennie is rustiger, ze geniet, ze slaapt heel goed. Niet zo gek, want ze beleeft de hele dag van alles. Ze draagt weer gewone kleren, ze gaat zelfs weer zwemmen. Ik durf nu veel meer te proberen, omdat ik een compleet beeld heb van wie ze is en wat ze nodig heeft. Natuurlijk is het werk wel wat zwaarder geworden, omdat ik steeds één-opéén met haar bezig ben. Iedereen in ons team werkt zo met een cliënt. Dat vereist veel overleg en goede afstemming, maar dat is het waard. De cliënten zitten veel beter in hun vel en daar doen we het allemaal voor.”
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Niet meer ‘overleven’
“Alle lagen van de organisatie zijn bij Triple C betrokken”, zegt Titia. “Een extra teamleider stuurt meer op de vloer, er is een Triple C-coach, de uren van de GZ-psycholoog zijn opgehoogd. Wil je een onvoorwaardelijke relatie opbouwen, dan is er een vast team op een woning nodig. Er moet veel informatie gedeeld worden, medewerkers hebben coaching en begeleiding nodig. Maar het werkt. Niet alleen voor cliënten, maar ook voor medewerkers. Op een ‘moeilijke’ woning werken was voorheen ‘overleven’. Nu is het weer leuk.”
Voor meer informatie • • • • • •
Loes Schouten, managing consultant CBO, via e-mail
[email protected] of telefoon (030) 284 39 00 Titia van der Kooij-Mellema, e-mail
[email protected] De website www.kennispleingehandicaptensector.nl De richtlijn en principes in het kort: een presentatie (pdf ) Folder ‘Aanpak moeilijk gedrag’ voor ouders en verwanten’ (pdf) De Triple C-methodiek (pdf )
Moeder van Hennie: “Ze is veel rustiger en vrolijker”
colofon Juni 2013 BETER! is de eindpublicatie van het Verbeterprogramma Gehandicaptenzorg. In dit programma hebben CBO en Vilans in samenwerking met verschillende andere partners leernetwerken, werkplaatsen en andere activiteiten vanuit het Kennisplein Gehandicaptensector georganiseerd rond tien inhoudelijke thema’s. De inhoud van het programma is in samenwerking met de VGN ontwikkeld. ZonMw heeft dit programma gefinancierd. Karlijn Meulman Tekst & Advies Fotografie: Martine Sprangers (portretten bij artikelen) IVC Fotostudio (omslagfoto, uit ‘123 Ik kook’) Ontwerp: Studio Tween Drukwerk: Dekkers van Gerwen Drukwerk Tekst:
De moeder van Hennie, mevrouw H., is erg blij met de nieuwe aanpak van Talant. “Vroeger was het vaak mis met Hennie. Ze zat maar op haar kamer, altijd alleen. Ik had al vaak tegen de begeleiding gezegd, dat ze naar buiten moest, eruit. Maar ze waren bang dat ze teveel prikkels zou krijgen. Toen kwam de nieuwe aanpak en mocht Hennie wel naar buiten. Dat werkt heel goed. Ze wandelt, zwemt, doet boodschappen, het is geweldig. Ze is veel rustiger geworden, veel vrolijker. Ze heeft het nu echt naar haar zin en dat is heerlijk om te zien.”
Redactie:
Loes Schouten (CBO), Thirza Tamboer (Vilans), Maaike de Bruijn (Vilans), Judith Oosterom (Vilans), Rene Toonen (VGN) en Maartje van der Rijt (VGN)
Kennisplein Gehandicaptensector p/a Catharijnensingel 47 3511 GC Utrecht T 030 789 23 00 E
[email protected] W www.kennispleingehandicaptensector.nl ©Kennisplein Gehandicaptensector Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, micro film of op enige ander wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming. Met dank aan alle cliënten en medewerkers die een bijdrage hebben geleverd aan deze publicatie!
Stuurgroep: Jeroen Zomerplaag (Vilans), Kees Ahaus (CBO) en Yvonne Heijnen-Kaales (VGN)
•••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••
Brede aanpak
Talant pakt het omgaan met moeilijk verstaanbaar gedrag nu organisatiebreed aan. Op een aantal locaties is een pilot met de methodiek Triple C gestart. Triple C leert medewerkers op een andere manier naar cliënten met moeilijk gedrag te kijken. Het gaat erom om de zorg en ondersteuning af te stemmen op de persoon, hem een zinvolle daginvulling te bieden en een onvoorwaardelijke relatie op te bouwen.
In samenwerking met onze partners: Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik, Opsterk, RutgersWPF, MOVISIE, Perspectief, de LFB en het Trimbos Instituut.
40 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
41 .....
BETER!
naar inhoudsopgave >
••••••••••••••••••••••••••
•••••••••••••••••••••••••••• 2011-2013 VERBETERPROGRAMMA GEHANDICAPTENZORG
43 .....
BETER!
Dit programma is mogelijk gemaakt door:
•••••••••••••••••••••••••••••