(VER)STAND VAN ZAKEN... MEDIARECHT
‘Niet alles wordt beter van transparantie’
De voortdurende ontwikkeling van media en multimedia zorgt ervoor dat het mediarecht een allesbehalve stilstaand rechtsgebied is. Advocaat Remy door Annelieke Fenstra foto’s Geert Snoeijer
(Ver)stand van zaken
Chavannes, vier jaar geleden Gouden Stoofpeer op dit gebied, over de kwaliteit van de pers, de zaak-Wilders en dingen die piep zeggen.
77
(VER)STAND VAN ZAKEN
A
f en toe adviseert Remy Chavannes (partner bij Brinkhof) BN’ers, maar het is geen komen en gaan van beroemdheden bij het kantoor in Amsterdam Oud-Zuid. “Dat soort zaken komt binnen via managers, vanuit Zwitserse chalets of sjieke Londense celebrity-kantoren. De meeste beroemde cliënten komen uit de sportwereld of het bedrijfsleven. De pers schrijft nu eenmaal graag over geld, sport en seks.” Zo stond Chavannes Johan Cruijff bij in de zaak over het fotoboek Johan Cruijff – De Ajacied. Cruijff wilde een verbod op het boek en een schadevergoeding, omdat het inbreuk op portretrechten zou maken. De vordering werd door de rechtbank en later door het hof afgewezen. Deze zomer bekrachtigde de Hoge Raad het arrest van het hof. Treurig is Chavannes daarover niet echt. “De zaak ging niet over dat ene boekje. De Hoge Raad heeft belangrijke overwegingen gegeven, waardoor geportretteerden zich voortaan eerder op hun verzetsrecht kunnen beroepen en aanspraak kunnen maken op een hogere vergoeding.” Momenteel wacht Chavannes op een uitspraak van het Hof Amsterdam over een mediapersoonlijkheid van geheel andere orde. In 2011 werd GeenStijl getipt dat naaktfoto’s van Britt Dekker waren uitgelekt voor de officiële publicatie in de Playboy. GeenStijl berichtte erover en linkte ernaar. Dit tot groot ongenoegen van het blad, dat vervolgens GeenStijl dagvaardde wegens auteursrechtinbreuk. De rechtbank stelde het naaktblad in het gelijk, waarop Chavannes namens GeenStijl hoger beroep aantekende. “Als het hof het vonnis bevestigt, heeft dat verstrekkende gevolgen voor alle onlinemedia. Bij elke hyperlink riskeren zij een auteursrechtinbreuk. Dat heeft een enorm chilling effect.”
Betaalde hobby Mediarecht is hot and happening. Maar dat is niet wat Chavannes zo boeiend vindt aan dit rechtsgebied. Hij komt uit een journalistiek/kunsthistorisch gezin en heeft daardoor een bijzondere belangstelling voor nieuws, beeld en media. Maar vooral heeft hij een grote liefde voor technologie. “Dat ik jurist ben geworden is een beetje toevallig.
(Ver)stand van zaken In de rubriek (Ver)stand van zaken bekijkt Mr. de ontwikkelingen op een aantal rechtsgebieden aan de hand van interviews met winnaars van de Gouden Stoofpeer (die Mr. tussen 2007 en 2009 uitreikte aan jonge juristen, gespecialiseerd in een bepaald rechtsgebied). De Stoofperen werden verkozen door ervaren collega’s. Wat is er gebeurd op hun vakgebied, en hoe is het henzelf vergaan?
Rechten is voor mij meer een interessante invalshoek op techniek dan een doel op zich.” Chavannes studeerde moderne geschiedenis in Oxford en daarna rechten in Leiden. Hij zegt in zijn dagelijks werk meer profijt te hebben van zijn eerste studie. “Veel van wat je doet als advocaat is het snel tot je nemen van informatie, het analyseren daarvan en het schrijven van een begrijpelijk verhaal daarover. De geschiedenisstudie in Oxford bestond uit niet meer dan 24 weken per jaar, drie jaar achter elkaar, elke week een opstel inleveren over een bepaald onderwerp, en dat dan bespreken met de tutor. Het degelijk opbouwen en vervolgens verdedigen van argumentatie leer je niet tijdens de rechtenstudie.” In 2000 begon Chavannes als advocaat bij Stibbe. Door IE-, IT- en TMT-advocaten van Stibbe en NautaDutilh is eind 2004 Brinkhof opgericht. Chavannes ging mee en is er sinds 2007 partner. Hij is gespecialiseerd in media,- telecommunicatie-, auteurs- en informatierecht, met een focus op internetgerelateerde zaken. “Het is geweldig dat ik mij betaald kan bezighouden met mijn hobby. Dat is een groot voorrecht. Hoeveel mensen kunnen zeggen dat het voor hun werk nodig is om de nieuwste smartphone te kopen of een abonnement te nemen op een voetbalzender?” Chavannes is dus beroepsmatig early adopter van nieuwe producten en diensten. Hij adviseert ook regelmatig over diensten die uiteindelijk niet doorgaan. “Een bedrijf komt dan langs met een schitterende online muziekdienst, of een zoekdienst die publiekelijk beschikbare informatie op een heel vernieuwende manier hergebruikt. Helaas stranden zulke plannen vaak in het auteursrechtmoeras. Het is dan volstrekt onduidelijk wie welke rechten heeft en als dat wel bekend is, worden die niet gegeven of wordt er onzinnig veel geld voor gevraagd. Ook als consument baal ik daar dan van.”
Barbra Streisand-effect Mediarecht is een brede noemer voor ‘een reeks juridische vragen die te maken hebben met informatie in brede zin’. Althans, zo omschrijft Chavannes het. Het heeft zowel bestuursrechtelijke als civielrechtelijke kanten. De bestuursrechtelijke kant omvat bijvoorbeeld procedures bij en tegen toezichthouders zoals het Commissariaat voor de Media, de ACM (voorheen: OPTA en NMa) en het Agentschap Telecom over toegang tot kabelnetwerken, doorgiftetarieven, reclamevoorschriften, omroepfrequenties en de organisatie van de publieke omroep. Met dat soort procedures hangen natuurlijk allerlei privaatrechtelijke vragen samen. Daarnaast omvat de privaatrechtelijke kant van het mediarecht bijvoorbeeld ook portretrecht, onrechtmatige perspublicaties en de daarmee samenhangende reputatiebescherming. In dit soort zaken
nr. 11 – 2013
79
(VER)STAND VAN ZAKEN
wordt echter meestal afgezien van een procedure en komt er niets naar buiten. Dat heeft twee redenen. Chavannes legt uit: “De beslissing om wel of juist niet te gaan procederen is onderdeel van de bredere communicatiestrategie: iemand is als gevolg van een publicatie beschadigd en wil zijn reputatie herstellen. Procederen werkt vaak averechts vanwege het zogeheten Barbra Streisand-effect: de procedure zorgt juist voor nog meer aandacht voor die onrechtmatige uiting. De uitkomst van een zaak is vaak ook lastig te voorspellen. De rechter moet een lastige afweging maken tussen persvrijheid en reputatiebescherming, en de meeste zaken zijn niet zwart-wit. Zelfs als je wint, levert dat meestal een beperkte winst op. Misschien een rectificatie en een paar duizend euro smartengeld. Dat weegt niet op tegen het proces dat vaak heel emotioneel is en bovendien meer advocaatkosten dan schadevergoeding oplevert.” Bij zaken die wel doorgaan, betreft het meestal cliënten die boos én bemiddeld zijn, of die het reputatieherstel nodig hebben om weer een baan op hun niveau te vinden.
Veel onzorgvuldige publicaties Marktomstandigheden spelen ook een rol bij de groeiende vraag naar advies over perspublicaties. Chavannes: “Door het toenemend aantal mediaproducten- en diensten neemt ook de kans op onrechtmatige uitingen toe. Of het nou voortkomt uit haast, nijd of onkunde, er wordt veel onzorgvuldigs gepubliceerd.” De media hebben het moeilijk om hun hoofd boven water te houden. De bereidheid om te betalen voor kwaliteitsjournalistiek is beperkt en er wordt veel bezuinigd op journalisten. “Een gevolg daarvan is dat een journalist misschien wel vijf keer zoveel artikelen in de helft van de tijd moet schrijven en dus minder tijd heeft voor zijn hoofdtaak: het controleren en duiden van berichtgeving van buiten. Dat vergroot de kans op bedrijfsongevallen, maar maakt ook dat media soms dreigen te verworden tot doorgeef- en witwasluik van overheids- en bedrijfspropaganda.” Overigens meent Chavannes – hoewel hij optimistisch blijft – dat het geen gegeven is dat er op langere termijn een winstgevend business model is voor gedrukte media.
gaan consciëntieus te werk. Ze zetten zich terecht tijgerachtig af tegen inmenging van de overheid of degene over wie ze schrijven.” Toch gaan ook de allerbesten wel eens de mist in. Een goede onderzoeksjournalist bijt zich vast in een onderwerp en laat niet meer los. De keerzijde daarvan kan een zekere tunnelvisie zijn, en dat een journalist zich te veel identificeert met één kant van het verhaal. “Journalisten hebben soms een soort kruisvaardersmentaliteit, een drang om met hun berichten recht en rechtvaardigheid te brengen, terwijl ze in hoofdzaak kritische beschouwers moeten zijn. Nieuwsjournalistiek mag van mij vaak wel wat feitelijker en analytischer, zonder opgelegde mening of conclusie. Nauwkeurig opschrijven wat er is gebeurd en hoe dat zou kunnen komen, is al moeilijk genoeg.”
Kruisvaarders
Cartooneske vertoning
Ondanks de uitdagingen wordt er nog veel uitstekende journalistiek bedreven, zegt Chavannes. “De meeste beroepsjournalisten nemen hun vak buitengewoon serieus en
De media houden de machtigen scherp en eerlijk, zo is de gedachte, maar niet alles wordt beter van media-aandacht. “Dat zie je bijvoorbeeld bij de rechtspraak. Vooral grote strafzaken trekken veel belangstelling. De media lopen driftig vooruit op de schuldvraag en ook van de zitting zelf worden alle details uitvergroot. Rechters zitten daar namens ons allen, maar het zijn mensen en ze doen dus wel eens wat menselijks. Veel rechters voelen zich bovendien ongemakkelijk als de camera draait en gedragen zich dan anders. Dat zag je in de Wilderszaak. Moszkowicz en Wilders bespeelden de pers met een geraffineerdheid die de rechters niet beheersten. Voor de beide heren was het prima zo, maar ik
Remy Chavannes in jaartallen ä1994-1997 – studie moderne geschiedenis (Balliol &ROOHJH2[IRUG ä1994-2000 – studie rechten (Universiteit /HLGHQ ä2000-2004 – advocaat bij Stibbe (telecom- en PHGLDUHFKW,( ä2005-heden – advocaat bij Brinkhof (partner sinds 2007)
Remy Chavannes in 2009, met de Gouden Stoofpeer
nr. 11 – 2013
81
niet goed, meent ook Chavannes. Maar volgens hem zou de wetgever op het gebied van het informatierecht de rechtspraak juist meer algemene richting mogen geven. In veel van de zaken die Chavannes behandelt – of het nu gaat om het blokkeren van The Pirate Bay door internetaanbieders of het portretrecht van bekende Nederlanders – gaat het om een botsing van conflicterende rechten: auteursrecht, vrijheid van meningsuiting, privacy en vrijheid van onderneming. “De wetgever komt meestal niet verder dan dat de rechter de belangen gelijkelijk moet afwegen, en gaat specifieke keuzes en waarborgen zo veel mogelijk uit de weg. Dat maakt het leven van de rechter buitengewoon moeilijk, en de uitkomst van dit soort zaken moeilijk voorspelbaar. Wat mij betreft mag de wetgever bepaalde afwegingen duidelijker invullen, bijvoorbeeld als het gaat om de verantwoordelijkheden van internetaanbieders bij het opsporen en voorkomen van illegaliteit op internet.” Uiteindelijk hoopt Chavannes dat dit soort belangenafwegingen, desnoods door de zaken die hij en anderen hierover voeren, duidelijker genormeerd worden, en de uitkomst daardoor voorspelbaarder. “Maar dat is een meerjarenplan.”
Dingen die piep zeggen Mediarecht is een fascinerend rechtsgebied omdat… “er voortdurende spanning is tussen vier grondrechten die ik allemaal onmisbaar vind: vrijheid van meningsuiting, privacy, auteursrecht en vrijheid van onderneming.”
denk dat het een minder cartooneske vertoning was geweest en tot een betere behandeling had geleid als daar niet voortdurend camera’s bij geweest waren. Al is het misschien een kwestie van gewenning.” De Rechtspraak worstelt al enige tijd met transparantie. Moeten de gordijnen verder open of niet? Chavannes: “Transparantie is een toverbegrip geworden, zowel in de media als in het politieke debat: de burger heeft het recht om alles te weten, de onderste steen moet boven, gordijnen open in die achterkamertjes: zet elke verdachte, elke klacht, elk dossier op internet! Dat sluit goed aan bij onze nieuwsgierigheid – wie zal ontkennen dat hij het recht heeft om iets te weten en zijn eigen conclusies te trekken? Maar niet alles wordt beter van totale transparantie. Het geheim van de raadkamer is er niet voor niks, terwijl ook procespartijen – slachtoffers én verdachten – belang hebben bij zorgvuldige omgang met informatie over hun zaak. Als het om transparantie en persvrijheid gaat is iedereen terecht principieel, bij bescherming van privacy en reputatie zouden we dat ook wat meer mogen zijn.”
Willekeur Er wordt wel gezegd dat de politiek zich te veel met de rechtsprekende macht bemoeit. Inmenging in individuele zaken is
82
nr. 11 – 2013
Het leukste aan mijn vak vind ik dat… “ik betaald word om te doen wat ik anders ook zou willen doen: spelen met dingen die piep zeggen.” Mijn finest hour tot nu toe is… “ik geniet er even veel van om met een paar strak geschreven e-mails dreigend onrecht te voorkomen als om een principiële zaak in meerdere instanties uit te procederen. Wat dat laatste betreft denk ik dat het arrest Cruijff/Tirion belangrijker zal blijken dan de eerste commentatoren vermoeden.” De laatste keer dat ik thuis enthousiast over mijn rechtsgebied vertelde was… “gisteravond, toen ik aan mijn zoontje van vier moest uitleggen waar het GeenStijl/Playboy pleidooi van die ochtend over ging…” Als ik het voor het zeggen had… “dan wordt er een zesde lid aan artikel 6:196c BW toegevoegd, met een paar duidelijke normen en waarborgen voor rechterlijke verboden en bevelen aan internettussenpersonen op grond van het vijfde lid.” Mijn ambitie is… “cliënten goed te helpen, en daarmee af en toe iets bij te dragen aan de ontwikkeling van het mediarecht.”