Prinses Amalialaan
2
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
3
Toelichting
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
4
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
5
1
Aanleiding en doel
Dit bestemmingsplan beoogt de nieuwbouw mogelijk te maken van 27 woningen op de zogenaamde voorfinancieringslocatie Nico Bergsteijnweg-Noord in Woudenberg. De naam van het plangebied is inmiddels gewijzigd in Prinses Amalialaan. In het voorjaar van 2000 heeft minister Brinkhorst van LNV de "Regeling Beëindiging Veehouderijtakken" opengesteld. De regeling is bedoeld om te komen tot versnelde beëindiging van een groot aantal intensieve veehouderijen, teneinde het mestbeleid te kunnen realiseren. Deze regeling bestaat uit 2 delen: 1. een opkoopregeling voor mestrechten, en 2. een vergoeding voor de sloop van de stallen en een vergoeding voor de waarde van de stallen. Voor de financiering van het tweede gedeelte wordt de mogelijkheid geboden voor de bouw van nieuwe woningen. Dit wordt ook wel de "ruimte voor ruimte benadering" genoemd. Kern van deze benadering is dat uit de opbrengst van de uitgifte van extra bouwkavels aanvullende middelen kunnen worden gegenereerd ten behoeve van de sloop van stallen voor de intensieve veehouderij. Tegelijkertijd kan hierdoor een kwaliteitsimpuls aan het platteland worden gegeven doordat bebouwing van mindere kwaliteit uit het landschap zal verdwijnen. De extra woningbouwkavels kunnen op twee locaties terechtkomen, te weten op de agrarische kavel (op de plaats van de te slopen stallen), of op locaties aansluitend bij bebouwde kommen of op inbreidingslocaties. In geval van de bouw van een extra woning op de kavel zelf wordt geen sloopvergoeding betaald, maar dienen de financiële middelen gehaald te worden uit de verkoop van de bouwkavel. In geval van bouw van de extra woning op locaties bij bebouwde kommen, wordt wel een sloopvergoeding verstrekt door de provincie. Bij de bouw van die woning wordt dan een bedrag afgeroomd, dat weer terugvloeit naar de provincie. Aangezien de sloop waarschijnlijk veel sneller gerealiseerd kan worden, dan de bouw van de nieuwe woningen zal de provincie de sloop van de stallen dus moeten voorfinancieren. De locaties voor extra woningen nabij de kernen worden daarom wel voorfinancieringslocaties genoemd. Op 23 september 2004 heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met de bestuursovereenkomst inzake de “ruimte voor ruimte regeling”. Door dit project uit te voeren werkt de gemeente niet alleen mee aan de uitvoering van de ruimte voor ruimte regeling, maar bereikt zij tevens een van haar doelen uit de Toekomstvisie 2015 door een van de randen van het dorp af te ronden. Voorts wordt voldaan aan de lokale (regionale) vraag naar bouwkavels en dus particulier opdrachtgeverschap.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
6
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
7
2
Beleidskader
Geldend bestemmingsplan Op dit moment is de bestemming voor de nieuwe woningbouwlocatie geregeld in het bestemmingsplan "Buitengebied 1995". Dit plan is door Gedeputeerde Staten van Utrecht op 23 juli 1996 goedgekeurd. De vigerende bestemming van de woningbouwlocatie Nico Bergsteijnweg is “Agrarisch gebied” met een nadere codering “k” (kernrandzone). De meest zuidelijke strook van het plangebied valt binnen het bestemmingsplan Woudenberg-Dorp. De betreffende strook heeft ook in dit plan de bestemming “Agrarisch gebied”. Streekplan De onderhavige locatie is gelegen binnen de contouren van het stedelijke gebied van Woudenberg, vastgelegd in het streekplan Utrecht 2005-2015. In het kader van de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken kunnen Gedeputeerde Staten meewerken aan een compensatieproject. “Gedeputeerde staten kunnen planologische medewerking verlenen aan de realisering van één of enkele woningbouwlocatie(s) aansluitend aan een kern gekoppeld aan de sloop van agrarische bedrijfsgebouwen van bedrijven die niet voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de bouw van een vervangende woning op de kavel of die hiervoor niet in aanmerking willen komen. Zonodig kunnen deze locaties buiten de bebouwingscontour komen te liggen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat elke gemeente een aantal kavels gaat uitgeven. Bij de selectie van woningbouwlocaties blijven de overwegingen uit het vigerende streekplan van kracht”. Het streekplan 2005-2015 noemt het volgende: “Aan de noordkant van de kern achter de Nico Bergsteijnweg houdt de rode contour rekening met een afrondende uitbreiding met maximaal 54 woningen die zorgvuldig moeten worden ingepast”. In totaal wordt voor Woudenberg uitgegaan van een woningbouwprogramma van 500 woningen. Daarmee wordt deels uiting gegeven aan de opvangfunctie van de gemeente Amersfoort voor het hele stadsgewest. Naast het benutten van restcapaciteiten en de beperkte transformatie/herstructureringsmogelijkheden kan de kern aan de noordoostkant van Woudenberg nabij de Laan 1940-1945 worden uitgebreid. Het gaat daarbij om een locatie van 280 woningen, waarvan 80 stuks na 2015 mogen worden gerealiseerd. Waterbeheersplan waterschap Vallei en Eem Het Beheersplan van Waterschap Vallei en Eem presenteert de doelen voor het waterbeheer en de acties om die te bereiken. De doelstellingen voor het waterbeheer in nieuwe stedelijke gebieden zijn: Ÿ
realiseren van de randvoorwaarden om veilig en met droge voeten te kunnen wonen;
Ÿ
waar mogelijk verbetering, doch minimaal handhaving, van de huidige hydrologische en ecologische situatie voor stedelijk gebied en omgeving;
Ÿ
minimale emissie van verontreinigende stoffen naar bodem, grond- en oppervlaktewater;
Ÿ
conservering van water in de bodem en hergebruik van water.
Bij de inrichting van watergangen in het landelijk gebied worden de natuurbelangen afgestemd met andere ruimtegebruikers. Voor de te verleggen waterloop geldt dat deze zoveel mogelijk wordt ingericht op de ontwikkeling van natuur. Woningbouwprogramma Door middel van het bouwplan worden in totaal zevenentwintig woningen aan de woningvoorraad van Woudenberg toegevoegd. Indien woningen onverkoopbaar blijken te zijn is het de gemeente toegestaan om vrijstaande kavels om te zetten in halfvrijstaande kavels. Op deze manier zijn maximaal 35 woningen te bouwen. De woningen op deze voorfinancieringlocatie zijn extra ten opzichte van het woningbouwprogramma uit het nieuwe streekplan.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
8
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
9
3
Huidige situatie
afbeelding 1 De locatie van de nieuwbouwwijk is gelegen aan de noordkant van Woudenberg, aansluitend aan de bestaande woonwijk Nico Bergsteijnweg (zie afbeelding 1). Het plangebied is 3,6 hectare groot. De woningbouwlocatie ligt in het kwelgebied van de Utrechtse heuvelrug, op de overgang van hogere naar lagere gronden, dus in het overgangsgebied tussen een inzijgingsgebied en kwelgebied. Het plangebied, nu in gebruik als weiland, tussen het bos van Geerestein en de huidige bebouwing van Woudenberg ligt enigszins lager dan het maaiveld in de bebouwde kom. Het plangebied wordt aan de noordzijde begrensd door een aantal boscomplexjes, onderdeel uitmakend van landgoed Geerestein. Deze vormden, gezien vanuit de ontginningsgeschiedenis, als geriefhoutbosjes (hakhout) een logische eenheid met het landgoed. De grens wordt gevormd door een zandpad met laanbeplanting. De perceelranden en wegbermen zijn beplant met els en eik en een onderbegroeiing van braam. De woonwijken ten zuiden van het plan wordt gekenmerkt door een harde overgang naar het landelijk gebied. De begrenzing naar het weiland wordt gevormd door een deels waterhoudende greppel met daarlangs boombeplanting welke de rommelige erfbebouwing deels aan het zicht onttrekt. Er is oppervlaktewater in dit deel van het plangebied aanwezig in de vorm van een greppel langs alle zijden en een greppel in het midden over de gehele lengte. Ook langs deze greppel staat een houtwal. De grondwaterstroming is oost-west. Het bosje ten noorden van het plangebied is onderdeel van de Ecologische hoofdstructuur.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
10
afbeelding 2 Ecologische verbindingszone Zoals hiervoor vermeld grenst het plan aan de noordzijde aan landgoed Geerestein. Specifiek het bosje aan de oostzijde, nabij Ekris, valt binnen de PEHS. Vanwege de ligging in de ecologische hoofdstructuur van dit bosje worden ook aan aansluitende gebieden extra eisen gesteld. Er moet een toetsing volgens het Streekplan worden verricht, die de volgende vragen voor het bevoegd gezag (provincie) moet beantwoorden: 1. brengen plan(nen) en werkzaamheden significante schade toe aan de natuurwaarden van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS = bos van Geerestein); welke kwalificerende natuurwaarden komen daar voor? Als er geen significante schade optreedt dan is er geen probleem en kan er gebouwd worden. Ontstaat er wel schade dan dient het volgende aangetoond worden: 2. kunnen de plannen niet elders verwezenlijkt worden (zoeken naar alternatief)? 3. is er sprake van een groot zwaarwegend maatschappelijk belang? Wanneer dat zo is dan dient de schade gecompenseerd te worden conform regels daarover in het streekplan. Bovendien dient er ontheffing van artikel 75 van de Flora- en faunawet verkregen te zijn. Er dient in elk geval rekening gehouden te worden met het voorkomen van significante schade aan beschermde soorten zoals broedvogels en Ringslangen. Ecologisch onderzoek zal aantonen wat de waarde is van het bosje en in hoeverre compensatie in of bij het plangebied gevonden kan worden. Motivering plangebied De grens van de bebouwde kom van Woudenberg is aan de zuidzijde duidelijk afgerond door de randweg. De ruimten tussen de bebouwing en de randweg worden gebruikt als recreatieve uitloop van de kern en zijn niet geschikt voor woningbouw. De noordzijde van Woudenberg mist een duidelijke afronding, de begrenzing is daar rafelig en niet gebaseerd op natuurlijke lijnen in het landschap. Voor de ruimte-voor-ruimte locatie is een kleinschalig uitbreidingsgebied gewenst, waar het mogelijk is om kwalitatief hoogwaardige woningbouw te realiseren. Binnen de harde begrenzing van het gebied door de Geeresteinselaan, de Ekris, Nico Bergsteijnweg en de Nieuwe Steeg heeft het gebied een zeer kleinschalig karakter De infrastructuur van de Nico Bergsteijnweg, met haar doodlopende zijwegen, is reeds zo gevormd dat het nieuwe plangebied een logische aanvulling wordt op de bebouwde kom. Met de verder in het nieuwe streekplan aangewezen locatie voor de uitbreiding ten noorden van de Stationsweg-West vormt dit project een goede afronding van de noordzijde van Woudenberg.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
11
afbeelding 3
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
12
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
13
4
Planbeschrijving
Het plangebied ligt aan de noordzijde van Woudenberg, en sluit aan op de bestaande bebouwing aan de Nico Bergsteijnweg. De gronden zijn in eigendom van de gemeente Woudenberg. Het plangebied ligt tussen bestaande woonbebouwing en het landgoed Geerestein. Dit vergt een zorgvuldige landschappelijke inpassing.
afbeelding 4 Het plan is mede geïnspireerd op een voorstel van omwonenden in overleg met de gemeente Woudenberg. Gelet op het feit dat de te bouwen woningen ook opbrengsten moeten genereren voor de sloop van de stallen in het kader van de “Ruimte voor Ruimte regeling”, is het duidelijk dat vooral woningen in het duurdere segment gebouwd kunnen worden. Verwacht wordt dat dit woningprogramma een gunstig effect heeft op de doorstroming in Woudenberg. De hoofduitgangspunten van het plan zijn vertaald in een globale inrichtingsschets van de locatie (zie afbeelding 4). Verkaveling Het plan voorziet in de bouw van 27 vrijstaande woningen. De kavels zijn 600 tot 1200m2 groot. Een deel hiervan kan indien de situatie er om vraagt worden gewijzigd in halfvrijstaande woningen, de kavelgrootte hiervan zal dan circa 400-500m2 bedragen. In dat geval kan het aantal woningen worden uitgebreid tot maximaal 35 woningen. Het is de bedoeling om hier een wijk te ontwikkelen met kwalitatief hoogwaardige woningbouw. Deze kwaliteit moet dan ook blijken uit de woonomgeving en niet alleen uit de woningen en de tuinen. De kavels liggen rond een centrale laan met een lichte kromming. De buiging van de weg is niet alleen op tekening zichtbaar, maar zal ook in het straatbeeld waarneembaar zijn, hierdoor wordt het groene karakter met de beplanting langs de weg meer als zodanig ervaren, en dat geeft een meerwaarde aan het gebied. Deze buiging heeft tot gevolg dat de maximale bebouwingsgrens van de nieuwe kavels op de ene plek wat dichter bij de bestaande woningen komt dan op de andere plek. Maar ook bij een rechte weg zou er sprake zijn van verschil in de gevolgen van de nieuwe kavels voor de huidige omwonenden. Zo is er al een verschil met de bewoners aan het begin van de Nico Bergsteijnweg en de mensen langs de Ekris ten opzichte van het midden deel van de Nico Bergsteijnweg. Wij zijn dan ook niet van mening dat hiermee onredelijke ongelijkheid ontstaat in de gevolgen voor
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
14 omwonenden en een vergroting van de afstand tot de bestaande woningen is naar onze mening niet mogelijk. Het bestaande groen aan de Nico Bergsteijnweg wordt in principe gehandhaafd. Daarom wordt niet de bestaande sloot verbreed, maar wordt in het kadastrale hart van de bestaande sloot gestart met de nieuwe sloot. Door daarnaast het eerste deel van de nieuwe sloot aan te leggen met een talud van één meter in plaats van een harde beschoeiing kan niet alleen het bestaande groen blijven staan, maar ontstaat ook een geleidelijke overgang naar de sloot en kan de beschoeiing lager worden. Aan beide zijden van de sloot kan de eerste meter van het talud enkele keren per jaar onderwater lopen. Op de plaatsen waar dit mogelijk is wordt in de beschoeiing nog extra aandacht besteed aan natuurontwikkeling. Denk ook aan het toegankelijk maken van dieren. Naast deze ene meter aan de zijde van de Nico Bergsteijnweg zal de gemeente geen grond in eigendom houden. Omdat een smalle strook grond moeilijk te onderhouden is, en omdat de gemeente zoveel mogelijk grond wil uitgeven. De gronden van de nieuwe kavels moeten echter voldoen aan de regels van het waterschap voor tuinen aan het water en daarin wordt bepaald dat niet direct aan het water gebouwd mag worden. Dat in combinatie met de één meter brede overloopzone waarbij het groen moet voldoen aan de regels van het waterschap, maakt dat deze gronden naar alle waarschijnlijkheid ook door de nieuwe bewoners met groen ingericht worden. Aan de oorspronkelijke wens van de omwonenden voor een “groene beek” wordt op deze wijze tegemoet gekomen. Centraal in het gebied is een openbare plek aan het water ontworpen. De plek voorziet in een zichtlijn richting de natuur van Geerestein. Eventueel is, in de toekomst, een wandelverbinding mogelijk met zandpad de Nieuwe Steeg. Aan de westzijde wordt het plan ingekapseld in een moerasachtig gebied met water en houtwallen, vergelijk de in deze omgeving voorkomende bossen met een ribbenstructuur. Deze groene hoek dient tevens, in combinatie met de tuin rond Nieuw-Geerestein als landelijke entree van Woudenberg. Bouwhoogte Om de benodigde inkomsten voor de ruimte-voor-ruimte regeling te kunnen behalen worden forse kavels verkocht. De gemeente heeft al toegezegd zich te zullen beperken tot de verkoop van maximaal 35 kavels, waarbij gestreefd wordt om de grond in 27 kavels te verkopen terwijl op grond van het Streekplan maximaal 54 kavels gerealiseerd kunnen worden. De beperking van het maximaal te verkopen aantal kavels maakt dat sprake zal zijn van zeer forse kavels. Kopers van deze kavels moeten niet te veel beperkt worden in de bouwmogelijkheden. Het moet binnen de voorschriften mogelijk zijn om kwalitatief hoogwaardige woningen te kunnen bouwen, die ook passen bij de omvang van de kavels. Gekozen is voor een goothoogte van 3,5 m en een nokhoogte van 7,5 m. Ter vergelijking: De bestaande woningen aan de Nico Bergsteijnweg mogen op grond van het bestemmingsplan Dorp een goothoogte hebben van 6,5 m, voor deze woningen is geen nokhoogte voorgeschreven maar een dakhelling tussen 30-60 graden. Voor nieuwe bestemmingsplannen gaan wij normaal uit van een goot van 6,5 m en een nok van 10 m hoog. De maximale bouwhoogte van de nieuwe woningen is fors lager dan de bouwhoogte die algemeen gehanteerd worden voor dit type woningen. Dit is ook lager dan de maximale bouwhoogte van de huidige woningen aan de Nico Bergsteijnweg. Er worden forse kavels verkocht, waarbij men in het algemeen niet zal kiezen voor een compact ontwerp. Het is dan ook de vraag in hoeverre gebruik gemaakt zal worden van de maximale hoogte en zeker of dat voor de hele woning zal gelden. Als een aantal kavels gesplitst zou moeten worden hebben deze beperkte hoogtematen tot gevolg dat de bebouwingsmogelijkheden aanzienlijk beperkter zijn dan op andere nieuwbouwlocaties. Verminderen van de hoogtemaat tot 6 meter zou tot een onredelijke beperking leiden, waarmee op sommige kavels alleen woningen te realiseren zijn die kleiner zijn dan 600 m³ .
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
15
Hiernaast is direct langs de waterkant vijf meter bestemd als tuin. Dit betekent dat deze zone in hoofdzaak groen is ingericht en dat de mogelijkheid tot bouwen beperkt is. Hiermee wordt tevens voorkomen dat bijgebouwen met een maximale nokhoogte van vijf meter te dicht op de bestaande woningen aan de Nico Bergsteijnweg komen te staan terwijl het op de grote kavels toch mogelijk is een vrijstaande garage te realiseren. Verkeer De woonbuurt wordt voor het gemotoriseerde verkeer op twee plaatsen via de Nico Bergsteijnweg ontsloten. Te behoeve van het voet- en fietsverkeer zal centraal in het gebied nog een extra verbinding worden aangelegd. Deze verbinding voert direct van het plan naar het centrum van Woudenberg. Alle drie de toegangen van het plan zijn een voortzetting van de nu liggende doodlopende straatjes. De oversteek over het water zal worden vormgegeven door een doorvaarbare duiker. Gezien het beperkte aantal woningen zal de verkeerstoename niet tot een ontoelaatbare overlast leiden. Het profiel van de laan is 11 meter breed. Voor iedere woning is naast de eigen parkeerplaats op eigen erf rekening gehouden met een extra parkeerplaats in de berm. De laan zal worden uitgevoerd in een klinkerweg van 5 meter breed met aan weerszijden grasbermen. Daar waar geparkeerd kan worden zal de grasbodem versterkt worden met grasstenen of anderszins. Afhankelijk van de uiteindelijke woningbouwkeuze zullen één a twee woningen via de Ekris worden ontsloten. Groen Het plangebied is in de huidige situatie een, landschappelijk gezien, open kamer dat grenst aan het landgoed Geerestein. In deze kamer zullen woonkavels worden gerealiseerd. Overige landschappelijke elementen van dit landgoed worden zoveel mogelijk in ere gelaten. De houtwal aan de Nieuwe Steeg en het groen aan de achterzijde van de woningen aan de Nico Bergsteijnweg zullen bovendien bijna geheel bewaard blijven. Een vijf meter brede sloot ligt op de overgang naar het plangebied. De ontgraving van de sloot wordt minimaal gemaatvoerd vanaf het hart van de nu liggende greppels. Dat betekent dat de buiten het plan gelegen oevers en de daar aanwezige beplantingen zullen worden gespaard. Ten aanzien van de houtwal in het midden van het plangebied zal compensatie worden gezocht in de aanleg van een natuurlijk moerasbos in de westelijke hoek van het plan. Gezien de ruime kavels van 600 m2 tot 1200 m2 zullen de tuinen in hoofdzaak groen worden ingericht en een substantiële bijdrage leveren aan de ruime en groene uitstraling. Langs de sloten zal voor de nieuwe kavels een strook van zeker 5 meter als tuin worden bestemd. Deze strook is in hoofdzaak groen. Een belangrijk groen element in het plan is de licht gebogen centrale laan. Het groene karakter van de laan komt tot uitdrukking via de bomen langs de rijweg, gras in combinatie met graskeien ten behoeve van het parkeren, en de hagen op de erfgrenzen. Centraal en aan de westzijde van het plangebied zijn hiernaast bescheiden openbare plekken ontworpen. Deze gebieden zullen in hoofdzaak worden ingericht met water en natte natuur. In het centrale gebied markeert een steiger de plaats van een eventuele voet- en fietsverbinding met de Nieuwe Steeg in de toekomst. De westelijke aan te leggen natuurlijke rand van het plangebied vormt de overgang naar de provinciale weg. Welstand en beeldkwaliteit De architectonische eisen van de nieuwe woningen worden verwoord in welstand-standscriteria. Het welstandsbeleid dat voor de gemeente Woudenberg is beschreven (welstandsnota, juni 2004) is erop gericht het kleinschalige, dorpse karakter te behouden en waar mogelijk te versterken. Het bestaande woongebied in Nieuw Woudenberg wordt aangemerkt als welstandsluw gebied. Voor het nieuwe gebied zijn onderstaand zogenaamde projectcriteria opgesteld. De gemeenteraad zal de welstandscriteria voor dit nieuwe gebied vaststellen, als aanvulling op de welstandsnota. De daarmee verband houdende inspraak wordt gekoppeld aan de reguliere inspraakregeling van het bestemmingsplan.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
16
De ingediende bouwplannen worden vooral getoetst op situering, massa en vorm van de gebouwen en in mindere mate op de gevelindeling en de detaillering. De architectuur van de nieuwe woonwijk dient hierbij aan te sluiten. De welstandscriteria voor de Prinses Amalialaan zijn: Ÿ
De woningen worden gebouwd in 1 laag met kap
Ÿ
De woningen dienen met hun voorzijde naar de straat gekeerd te zijn.
Ÿ
De woningen dienen te worden voorzien van een zadeldak met dakpannen of gedekt met riet met een dakhelling van tenminste 30o .
Ÿ
De nokrichting van deze woningen kan zowel langs als dwars op de straat zijn gesitueerd.
Ÿ
De gevels van de woningen dienen uitgevoerd te worden in rode baksteen.
Ÿ
Vanwege het streven naar een groene, natuurlijke, oever is het niet wenselijk dat binnen 5 meter uit de oeverrand wordt gebouwd.
De invulling van beeldkwaliteitseisen voor de openbare ruimte van de nieuwbouwwijk is reeds beschreven in bovenstaande paragrafen.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
17
5
Planologische- en milieuaspecten
Volkshuisvesting Het streekplan stelt het volgende: “Aan de noordkant van de kern achter de Nico Bergsteijnweg houdt de rode contour rekening met een afrondende uitbreiding met maximaal 54 woningen die zorgvuldig moeten worden ingepast”. In totaal wordt voor Woudenberg uitgegaan van een woningbouwprogramma van 500 woningen. Daarmee wordt deels uiting gegeven aan de opvangfunctie van de gemeente Amersfoort voor het hele stadsgewest. Naast het benutten van restcapaciteiten en de beperkte transformatie/herstructureringsmogelijkheden kan de kern aan de noordoostkant van Woudenberg nabij de Laan 1940-1945 worden uitgebreid. Het gaat daarbij om een locatie van 280 woningen, waarvan 80 stuks na 2015 mogen worden gerealiseerd. Het plan is mede geïnspireerd op een voorstel van omwonenden in overleg met de gemeente Woudenberg. Gelet op het feit dat de te bouwen woningen ook opbrengsten moeten genereren voor de sloop van de stallen in het kader van de “Ruimte voor Ruimte regeling”, is het duidelijk dat vooral woningen in het duurdere segment gebouwd kunnen worden. Verwacht wordt dat dit woningprogramma een gunstig effect heeft op de doorstroming in Woudenberg. Het plan voorziet in de bouw van 27 vrijstaande woningen. De kavels zijn 600 tot 1200m2 groot. Een deel hiervan kan indien de situatie er om vraagt worden gewijzigd in halfvrijstaande woningen, de kavelgrootte hiervan zal dan circa 400-500m2 bedragen. In dat geval kan het aantal woningen worden uitgebreid tot maximaal 35 woningen. Er is in overleg met de omwonenden voor gekozen om op deze locatie vrijstaande woningen te realiseren teneinde een voldoende transparante verkaveling te creëren als overgang naar het buitengebied en naar de EHS zone. De nu tevens in ontwikkeling zijnde locatie Het Groene Woud aan de noordoostzijde van Woudenberg kan voldoende voorzien in de noodzakelijke bouw van woningen in de sociale sector. Geluidhinder wegverkeer In principe bevindt zich langs elke weg een geluidzone. Dit is het gebied waarbinnen de regels van de Wet geluidhinder van toepassing zijn. De zonebreedte aan weerszijden van de weg is afhankelijk van wegtype, ligging binnen of buiten de bebouwde kom en capaciteit van de weg (het aantal rijstroken). De betreffende percelen liggen binnen de invloedssfeer van de provinciale weg en van de Ekris en Nico Bergsteijnweg. Deze laatste zijn aangewezen en ingericht als 30 km/h-gebied en vallen daarmee buiten de akoestische onderzoeksplicht. Gezien de te verwachten wetswijziging waardoor ook woningen in een 30 km/u gebied een geluidszonering zullen krijgen is ook voor deze wegen een geluidsonderzoek uitgevoerd (Oranjewoud 3 oktober 2005). Op de provinciale weg, Geeresteinselaan, geldt buiten de kom een snelheid van 80 km/u. De grens van de bebouwde kom ligt echter nog ten noorden van de Nieuwe Steeg, op ongeveer 160 meter afstand van de dichtstbijzijnde bebouwing. In een vrije veldsituatie ligt de 50dB(A) lijn op 155 meter uit de as van de weg. Dat betekent dat geen woningen binnen de invloedssfeer zullen vallen. Gecorrigeerd naar demping van de omgeving en verminderde snelheid bij de rotonde zal deze lijn dichter bij de laan liggen, dus belasting nog minder zijn. Binnen de kom ligt de 50dB(A) op 60 meter afstand in het vrije veld, dat wil zeggen dat alle woningen daarbuiten zijn gelegen. Ten gevolge van de Nico Bergsteijnweg wordt de voorkeursgrenswaarde niet overschreden. De 50 dB(A)-contour ligt op 15 meter uit het hart van de weg. De voorkeursgrenswaarde ten gevolge van Ekris wordt voor een woning in het uiterste noordoosten van het plan wel overschreden. De geluidsbelasting bedraagt voor deze woning 55 dB(A). Gezien het feit dat de maximum snelheid ter hoogte van deze woning 60 km/u bedraagt en het wegvak derhalve zoneplichtig is, dient een hogere grenswaarde te worden aangevraagd. Deze waarde is tevens de maximale grenswaarde omdat de woning is gelegen in buitenstedelijk gebied. Zodra de grens van de bebouwde kom licht
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
18 wordt verplaatst valt ook deze woning binnen de 30 km/u zone en is geen hogere grenswaarde noodzakelijk. Waterparagraaf In opdracht van de gemeente Woudenberg en het waterschap Vallei en Eem is door het adviesbureau Syncera Water een waterhuishoudingsplan voor de Ruimte voor ruimte-locatie opgesteld, rapportdatum is 13 december 2004. De te stellen eisen aan het watersysteem gebaseerd op een toenmalige situatie met drie parallelle sloten zijn door onderzoeksbureau Syncera als volgt samengevat. Ÿ
Veiligheid Dit betreft waterkeringen. In het gebied zijn geen waterkeringen aanwezig en dus is de veiligheid verder geen aandachtspunt.
Ÿ
Ecologie Om het natuurlijke karakter van het gebied ten noorden van het plangebied (Bosje van Geerestein) door te trekken kunnen natuurvriendelijke oevers worden aangelegd. Deze hebben een flauw talud (een talud van 1:4 of flauwer} zonder oeverbescherming, eventueel met plas-dras-zones. Er kan worden gekozen om bij het oostelijk gedeelte van de watergang aan de noordzijde een natuurvriendelijke oever aan te leggen. Hier kan het oppervlaktewater wellicht ook meer richting de noordgrens van het plangebied gesitueerd worden en samen met de natuurvriendelijke moerassige oever met aansluitend een ruig grasland het leefgebied van de ringslang vergroten.
Maatregel: De noordelijke oever van de noordelijke sloot zal als een natuurlijke oever aangelegd worden. Hiermee wordt op een natuurlijke manier aangesloten op het ten noorden van het plangebied gelegen Bosje van Geerestein. Ÿ
Grondwater De ontwateringseis is 0,70 m boven de GHG, die ongeveer NAP +2,58 m is. De weghoogte moet dus minimaal NAP +3,28 m zijn. Dit betekent dat het terrein met 0,45 m opgehoogd wordt. Voor een optimale ontwatering is een centrale watergang in de lengterichting van het plangebied gesitueerd. Samen met de bestaande watergang langs de grenzen van of net buiten het plangebied is een voldoende afwatering aanwezig.
Maatregel: (de centrale watergang in de lengte richting is vervallen) Voor een optimale afwatering zal in het midden van het plangebied in de groenstrook een drain aangebracht worden die loost op het oppervlakte water. De drain en de watergangen rondom het plangebied zorgen voor voldoende afwatering van het plangebied. Ÿ
Riolering De regenwaterafvoer {HWA} zal worden aangesloten op het oppervlaktewater. Het verhard oppervlak binnen het plangebied wordt afgekoppeld en op het HWA-riool aangesloten. In de dakbedekking worden geen uitlogende materialen toegepast, zoals zink, lood, bitu-men en het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen moet worden voorkomen.In de omgeving van de lozingspunten dient voldoende ruimte (circa 5*5 rn) te worden gereserveerd om in een later stadium alsnog een bodempassage te kunnen aanleggen om de eventuele belasting door diffuse bronnen te kunnen reduceren. De droogweerafvoer (DWA} zal worden aangesloten op de riolering van de aangrenzende woonwijk ten zuiden van het plangebied. Deze bestaande riolering is een gemengd stelsel. Het is nog niet duidelijk of dit onder vrij verval of met behulp van een rioolgemaal dient plaats te vinden. In het laatste geval dient hiervoor ruimte gereserveerd te worden.
Maatregel: conform bovenstaande uit te voeren. Ÿ
Watersysteem Het watersysteem bestaat uit twee watergangen, waarvan een watergang in het zuiden van het plangebied en een groter wateroppervlak centraal in de lengterichting van het plangebied. Het Waterschap Vallei & Eem voert het waterkwantiteits- en kwaliteitsbeheer uit. Langs het grotere wateroppervlak is een natuurvriendelijke oever gesitueerd. Voor een goede afwatering en doorstroming van het oppervlaktewater is aansluiting op het oppervlaktewater ten noorden
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
19 van het plangebied noodzakelijk. De te realiseren doorstroming is minimaal. Om een goede waterkwaliteit te bevorderen, moet een waterdiepte van ongeveer 1 m gehanteerd worden. De watergang in het zuiden van het plangebied heeft een ontwaterende functie, ook voor de bestaande bebouwing buiten het plangebied. De te handhaven waterdiepte wordt ongeveer 0,25 m. Binnen het plangebied zal verhard oppervlak rechtstreeks worden aangesloten op het oppervlaktewater. Om verontreiniging van het oppervlaktewater door vervuild regenwater te voorkomen, moeten diffuse bronnen teruggedrongen worden. De situatie is in overeenstemming met de doelstelling om het water in het gebied vast te houden. Maatregel: (geen watergang centraal in het gebied, watergang in het zuiden niet 25 cm diep maar ook 0,7 tot 1 meter diep) Het watersysteem bestaat uit een doorgaande watergang rondom het plangebied. Het waterschap Vallei & Eem voert het waterkwaliteits en kwantiteits beheer uit. Door een te realiseren stuwconstructie aan de noordzijde van het plangebied wordt de afvoer van het water naar het achterliggende gebied geregeld. De doorstroming van de watergangen binnen het plangebied wordt door deze stuwconstructie minimaal. Om deze reden wordt een waterdiepte van 1 meter gehanteerd. De stuwconstructie zorgt voor een beperkt wateraanbod naar het achterliggende gebied. Het regenwater wordt binnen het plangebeid geborgen en vertraagd afgevoerd. Ÿ
Waterberging Het bruto oppervlak van het plangebied is circa 3,6 ha. In verband met de geringe bouwdichtheid van 15 woningen/ha kan volstaan worden met een relatief laag percentage oppervlaktewater. Bij een minimale waterdiepte van 1 m bedraagt de breedte van het oppervlaktewater 6,5 m. De lengte van de locatie is circa 450 m, dus een minimaal wateroppervlak is 450 * 6,5 is 2.925 m2. Dit is ongeveer 8,1 % van het totale bruto oppervlak van het plangebied. Hierbij is de berging in de natuurvriendelijke oever en de zuidelijke watergang langs de zuidzijde niet meegerekend.
Maatregel: Het totale wateroppervlak van het stedenbouwkundig ontwerp bedraagt ruim 4.300 m2. Dit is een percentage van circa 12 % van het totale plangebied. Ÿ
Waterpeil Het waterpeil in de watergangen bedraagt in de winter NAP +2,05 m en in de zomer +2,25 m. Het peil wordt geregeld door middel van een instelbare stuw. In de zomer kan het peil uitzakken tot de GLG van NAP +1,95 m. Bij een toegestane peilstijging van 0,4 m is nog 0,16 m tot 0,24 m beschikbaar voor de zomerse opzet ten behoeve van infiltratie. Dit is afhankelijk van de gekozen ontwerpbui. Een alternatief is deze berging te gebruiken ten behoeve van retentie voor afgekoppeld verhard oppervlak uit het bestaande dorp dat nu gemengd gerioleerd is.
Ÿ
Waterkwaliteit Het oppervlaktewater binnen het plangebied zal de functie stedelijk water krijgen. Daarentegen zal wat betreft de waterkwaliteit rekening moeten worden gehouden met omliggende gebieden met een hogere natuurwaarde.
Ÿ
Onderhoud en bagger Bij de watergang midden in het plangebied moet aan twee zijden een obstakelvrije onderhoudsstrook gerealiseerd worden, met een minimale breedte van 4 m. Hierbij moet rekening worden gehouden met de natuurvriendelijke oever. Bij de zuidelijke watergang moet aan één zijde een obstakelvrije onderhoudsstrook gerealiseerd worden, met een minimale breedte van 4 m. Bij de onderhoudsstroken moet rekening worden gehouden met de hoogte van het onderhoudsmaterieel van 4 m. De watergangen zullen door Waterschap Vallei & Eem worden onderhouden. Dit betreft zowel het dagelijks of gewoon onderhoud (krozen en maaien) en het buitengewoon onderhoud (baggeren).
Maatregel: Omdat de watergangen niet vanaf de oever te onderhouden zijn dient het onderhoud vanaf het water uitgevoerd te worden. Hiervoor dient de minimale doorvaarthoogte 1 meter te zijn en de minimale waterdiepte 0,7 meter te bedragen. Ten behoeve van het te water laten van een onderhoudsboot dient een taludhelling gesitueerd te worden in het plangebied. Het ontwerp
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
20 voorziet in deze eisen. Watertoetstabel In het kader van de watertoets is de volgende tabel opgenomen. Hierin staan de eventuele consequenties van enkele waterhuishoudkundige aspecten in het kort weergegeven. Een nadere toelichting op de relevante waterhuishoudkundige aspecten is na de tabel beschreven. Waterhuishoudkundig aspect Veiligheid
Relevant Toelichting
Wateroverlast
Nee
Riolering
Ja
Watervoorziening
Ja
Volksgezondheid
Ja
Bodemdaling
Nee
Overlast grondwater
Ja
Oppervlaktewater-kwaliteit
Ja
Grondwaterkwaliteit
Nee
Verdroging/Kwel Natte Natuur
Ja Ja
Inrichting en Beheer
Nee
Nee
In het plangebied liggen geen gronden die behoren tot zomer- en/of winterbed van een rivier. De beleidslijn 'Ruimte voor de Rivier' is niet aan de orde. In het plangebied bevinden zich geen natte en laag gelegen gebieden, beekdalen en overstromingsvlaktes. Het plan voorziet in meer mogelijkheden om water vast te houden en realiseert een vergroting van het oppervlaktewater. Voorkomen dient te worden dat schoon hemelwater wordt afgevoerd via het riool (vasthouden-bergen-infiltreren-afvoeren). Het plangebied betreft een nieuwbouw gebied. Watervoorziening voor andere functies in en nabij het plangebied speelt een rol . Het plangebied betreft bestaand nieuwbouw gebied. Rekening moet worden gehouden met het minimaliseren van milieuhygiënische risico's. In het plangebied gaat het hoofdzakelijk om zandige ondergrond. Eventuele zettingen zijn niet relevant. In het gebied is sprake van slecht doorlatende lagen in de ondergrond. Watergangen dienen het water in voldoende mate af te voeren. In de omgeving is oppervlaktewater aanwezig. De kwaliteit geïnfiltreerd en afgevoerd hemelwater moet wel voldoen aan bepaalde eisen. Het plangebied bevat geen drinkwatervoorzieningsgebied. Er is sprake van kwel Het plangebied zelf betreft een gebied waaraan geen hoge ecologische natuurwaarden (HEN) zijn toegekend. Nabij het plangebied bevinden zich wateren die in beheer zijn bij het waterschap. Rioleringswerken zijn in beheer bij de gemeente.
Nadere toelichting tabel De locatie is in de huidige situatie geheel onverhard en er is zeer beperkt oppervlaktewater aanwezig in greppels. In de nieuwe situatie zal een deel van het plangebied verhard zijn. Ter compensatie zal meer oppervlaktewater gerealiseerd worden. Hemelwater van het dakoppervlak en parkeerplaatsen dient te worden afgekoppeld en via bodemfilters in de bodem geïnfiltreerd (mits geen uitlogende materialen worden toegepast) of op oppervlaktewater geloosd. Dit zou wellicht in combinatie met de groenstroken in het plangebied gerealiseerd kunnen worden. De groenstroken verkrijgen hun water via het grond- en hemelwater. Door dit schone water af te koppelen wordt de belasting van rioolwaterzuiveringsinstallaties beperkt. Afvalwater vanuit de woningen wordt op het riool geloosd. Afstemming met waterbeheerder In het voortraject van het plan is in het kader van de watertoets overleg gevoerd met het waterschap Vallei en Eem over de inrichting van de nieuwe woonwijk en de daarbijbehorende consequenties voor de waterhuishouding.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
21
Ten aanzien van wateroppervlakte en watergangbreedte zijn eisen gesteld. Voor varend onderhoud moeten de watergangen minimaal 2 meter breed zijn. Om varend onderhoud goed te garanderen wordt uitgegaan van een breedte van 4 tot 5 meter. Het gevraagde wateroppervlak bedraagt minimaal 3000m2. In het verkavelingsplan is ruimte gevonden voor 4500 m2 water. Op het meetmoment december/januari is de grondwaterstand circa 2,10 tot 2,30 + NAP. Het toekomstig slootpeil wordt 2,05 + NAP (streefpeil). De grondwaterstand zal vanaf de watergang (2,05 + NAP) licht opbollen naar de omliggende grondwaterstand (2,10 tot 2,20 + NAP). Indien in een droge periode de grondwaterstand lager wordt dan het streefpeil van de sloot, zal het slootpeil meezakken met de grondwaterstand. De grondwaterstand wordt dus niet hoger dan de huidige situatie! Naar aanleiding van de aanpassingen in het plan ten opzichte van het definitieve waterhuishoudingsplan is een nieuwe berekening gemaakt. Zo is in het huidige ontwerp meer wateroppervlak aanwezig dan in het waterhuishoudingsplan was voorzien. Dit heeft als gevolg dat het slootpeil bij regenval minder snel stijgt. Uit de nieuwe berekening volgt een maximale peilstijging van circa 10 cm. Hierdoor is het mogelijk de beschoeiing minder hoog te maken, namelijk 10 cm i.p.v. 50 cm boven het streefpeil. Omdat in het plangebied voldoende water aanwezig is voor de benodigde waterberging en diverse omwonenden bezwaar hebben tegen de harde beschoeiding is bezien of het mogelijk is om achter de formele kavelgrens een extra talud op te nemen. Voor de extra capaciteit die nodig is bij hevige regenval (theoretisch eens in de 10 jaar) dient een deel van het talud als natuurlijke overlaat. Eenvoudig gezegd zal een enkele keer bij hevige regenval een deel van het talud onder water staan. Dit heeft als gevolg dat bij locaties waar de sloot nog op de oorspronkelijke plaats ligt de helft van de sloot opgevuld wordt en daarna nog 1 meter grond aangebracht wordt alvorens de beschoeiing van de nieuwe sloot geslagen wordt. De beschoeiing krijgt in het hele plangebied een hoogte van 2,05 plus 10 = 2,15 + NAP. Op deze manier is het technisch mogelijk om de beschoeiing te verankeren, en ook de schuren die op bepaalde plekken nu in het hart van de huidige sloot staan op die locaties te handhaven. Maar bovenal wordt het bestaande groen gespaard en krijgt de sloot een meer natuurlijk karakter. De inrichting en het gebruik van het talud dat deels dient als overloopgebied, moet voldoen aan de regels voor tuinen aan het water van het waterschap. Waar niet aan de regels voldaan zal kunnen worden zal door de gemeente een keurvergunning aangevraagd worden. Ook aan de zijde van de nieuwe woningen komt dit wateroverloop gebied. Het hwa-riool wordt op het oppervlaktewater aangesloten. In de groene berm van de laan zal bovendien een drain aangelegd worden om het water verder af te voeren naar de omliggende sloot. Het plangebied wordt circa 50cm opgehoogd om voldoende ruimte te creëren voor een droge kruipruimte. Nadere toelichting ten aanzien van het waterplan. GHG en GLG GHG en GLG zoals genoemd in het waterhuishoudingsplan zijn afkomstig van peilbuizen gelegen 750 meter ten noordoosten en 500 meter ten zuiden van het plangebied. (zie onderstaand overzicht) Peilbuis
Filterstelling
Meetperiode
B32D0275-1
NAP + 2m
1993-2004
B32D0145-1
NAP – 4m
1973-1988
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
Locatie peilbuis t.o.v. plangebied Circa 750 m ten noord oosten Circa 500 m ten zuiden
Indicatieve Indicatieve GHG (m NAP) GLG (m NAP) + 2,35
+ 1,65
+ 2,70
+ 2,10
22
Door interpolatie is hieruit de GHG en de GLG aangenomen op respectievelijk 2,58 + NAP en 1,95 + NAP. Na het meten van de grondwaterstanden op de rand van bestaande bebouwing en het plangebied op 2 locaties blijkt de grondwaterstand in de periode december 2004 tot en met mei 2005 gemiddeld tussen de 2,10 + NAP en 2,30 + NAP te zijn. De gemiddelde grondwaterstand is dus circa 2,20 + NAP. Vloerpeilen bestaande bouw De woningen grenzend aan het plangebied (Nico Bergsteijnweg) hebben een vloerpeil variërend tussen de 3,10 en 3,30 + NAP. Momenteel hebben deze woningen met enige regelmaat last van water in de kruipruimte. Om toename van deze wateroverlast
te voorkomen willen wij het waterpeil in de watergangen niet hoger maken dan de 2,05 zoals in het rapport opgenomen is. (drooglegging minimaal 1,00 meter). Kwel Als gevolg van het aanbrengen van de watergangen in het plangebied zal het grondwaterpeil minder variëren tussen zomer en winter periode. Hierdoor zal in de wintermaanden mogelijk de kwelafvoer toenemen als gevolg van een verlaging van de grondwaterstand. Echter in de zomer maanden is het grondwaterpeil hoger dan het huidige grondwaterpeil, waardoor in deze periode minder kwelafvoer plaatsvindt. Op jaarbasis wordt geen toename van de kwelafvoer verwacht. Ligging van de sloot In plaats van de in de waterparagraaf genoemde drie slotenstructuur is er in de planvorming voor gekozen om van twee sloten uit te gaan. Dit is niet ten koste gegaan ven de hoeveelheid water, er is juist een groter wateroppervlak gepland dan minimaal noodzakelijk is. De afstand tussen beide sloten is voldoende klein om ongewenste opbolling van het grondwater te voorkomen mits, zoals in het plan, een drain aangelegd wordt in de groenstrook in het midden van het plan langs de Amalialaan. Voor verdere uitwerking van de sloten (afmetingen en ligging) wordt verwezen naar de bijgevoegde tekeningen. Flora en fauna In het kader van de toetsing Vogel- en Habitatrichtlijnen, Natuurbeschermingswet en Ecologische Hoofdstructuur en de Natuurtoets Flora- en faunawet heeft een onderzoek plaatsgevonden naar de aanwezigheid van beschermde planten- en diersoorten en de noodzaak van aanvraag van ontheffing. Voor het complete onderzoek wordt verwezen naar Bijlage 1 (Arcadis, natuurtoets 30 augustus 2006). In het kader van de ontwikkeling van de locatie 'Nico Bergsteijnweg Noord' heeft Arcadis een natuurtoets uitgevoerd. Om te kunnen voldoen aan de regelgeving t.a.v. natuur, flora en fauna wordt het volgende voorgesteld: Ÿ
aanvraag ontheffing voor de ringslang en mogelijk voor de mol;
Ÿ
opnemen van diverse maatregelen in bestek in de vorm van een ecologisch werkprotocol in het VGM-plan:
Ÿ
uitvoering van werken en slopen buiten broed- en voortplantingsseizoen;
Ÿ
voldoen aan zorgplicht: wegvangen beschermde diersoorten (met name amfibieën).
Voorkomen achteruitgang Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS) Nieuwe plannen direct naast de PEHS (Bosje van Geerestein) dienen schade aan de natuur zo veel mogelijk te beperken. Het bebouwen van het plangebied kan gevolgen hebben voor de 'wezenlijke kenmerken en waarden' van het 'Bosje van Geerestein'. Hieronder worden de mogelijke negatieve effecten van woningbouw op en naastgelegen kwetsbaar vochtig loofbos opgesomd: Mogelijke effecten op de PEHS zijn: 1. Vernietiging van leefgebieden van met name permanent verblijvende dieren, zoals algemene soorten en de ringslang. 2. Versnippering is met name te verwachten voor soorten, die in het plangebied voorkomen, bestemmingsplan Prinses Amalialaan
23 zoals algemene soorten, de ringslang en vleermuizen. 3. Verdroging kan leefgebieden (tijdelijk) ongeschikt maken, waardoor planten en dieren (permanente) schade kunnen ondervinden, zoals de ringslang. 4. Verstoring: door de aanleg van de woonwijk en door het intensievere gebruik van de omgeving (bijv. verkeer, verlichting) kunnen dieren en planten van de EHS naast het plangebied (tijdelijk) worden verstoord. Hierdoor kunnen dieren en planten (definitief) uit het gebied verdwijnen. Ook verstoring door mensen en hun huisdieren kan leiden tot vertrek van verstoringsgevoelige diersoorten. Door de inrichting van plangebied Prinses Amalialaan worden de effecten op de PEHS voldoende verkleind, zodat geen tijdelijke of permanente schade is te verwachten: 1. De vernietiging van het leefgebied van de ringslang wordt niet verwacht, doordat de voorgenomen maatregelen (zie hieronder) juist resulteren in een versterking van het leefgebied. Voor overige algemene dieren geldt de vrijstellingsregeling. Vernietiging van groeiplaatsen van planten wordt niet verwacht, omdat geen (deel)populaties van beschermde planten voorkomen in het plangebeid. 2. Voor de algemene soorten geldt een vrijstelling. Versnippering voor de ringslang wordt voorkomen door maatregelen in de vorm van het aanbrengen van faunapassages onder de wegen ten westen en oosten van het plangebied. 3. Verdroging wordt niet verwacht in het plangebied na de komst van de woonwijk. Het waterhuishoudingsplan houdt rekening met de aanwezige natuurwaarden in het gebied. De waterhuishouding in het leefgebied van de ringslang (noordelijke sloot) wordt verbeterd. Doordat regenwaterafvoer zal plaatsvinden via deze sloot, is het aannemelijk dat deze minder vaak droog komt te staan. De waterkwaliteit wordt gewaarborgd door het tegengaan van diffuse vervuilingsbronnen. Tijdens de werkzaamheden zullen maatregelen worden genomen om de grondwaterstand niet te laten dalen in het Bosje van Geerestein en de noordelijke sloot. Behoud en bescherming belangrijkste diersoorten: ringslang en vleermuizen Een aantal algemene diersoorten (egel, haas, veldmuis, etc.) zullen worden verstoord. Instandhouding van deze soorten komt echter niet in gevaar. Via de algemene zorgplicht wordt met deze dieren rekening gehouden. Dit geldt niet zondermeer voor de in het gebied voorkomende ringslang. Het voortbestaan van de soort in het noorden van het plangebied wordt nagestreefd, zodat geen afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de soort. Hiertoe worden maatregelen getroffen om schade aan de soort te verzachten. Dit geldt tevens voor de in het plangebied voorkomende vleermuissoorten. Schade aan het jachtgebied kan grotendeels worden voorkomen door rekening te houden met de productie van kunstlicht. Compensatie bomenrij In het kader van de boswet dient de bomenrij (1750 m2 omvang), die tussen de weilanden is gelegen, te worden gecompenseerd. Dit gebeurt door aanplant van een moerasbos (1900 m2) aan de westkant van het plangebied. Overige compensatie vindt plaats in de nieuw aan te leggen wijk Het Groene Woud. Aanpak en uitvoering Behoud en bescherming ringslang Voor het verstoren en mogelijk onopzettelijk doden van de ringslang wordt een ontheffing aangevraagd. Voor het verkrijgen van een ontheffing dienen maatregelen te worden genomen om de schade aan de soort zoveel mogelijk te verzachten. De volgende maatregelen worden door Arcadis geadviseerd en worden door de gemeente overgenomen. De noordelijke watergang blijft behouden en wordt verbreed. Ook wordt de noordelijke oever natuurvriendelijk ingericht. De zuidelijke oever wordt voorzien van een damwand van 70 cm boven normaalpijl ter voorkoming van het binnentreden van de ringslang in de bebouwde kom. Met de aanleg van faunapassages in de voor het leefgebied belemmerende wegen zal het leefgebied worden vergroot. Voor de aanvraag van de ontheffing wordt een adviesbureau ingeschakeld. Om het leefgebied van de ringslang te vergroten en tevens de bomenrij te compenseren die midden in
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
24 het plangebied moet verdwijnen, is in het westen van het plangebied de aanleg van een moerasbos voorzien. Deze dient tevens als buffer voor de N226. Een plan voor inrichting en beheer zal worden opgesteld door de landschapscoördinator. Maatregelen vleermuizen Voor het verstoren van vleermuizen zal een ontheffing worden aangevraagd. Hierin wordt aangegeven, dat een deel van het leefgebied van de vleermuis kan worden behouden door middel van de compensatie in de vorm van een mantelvegetatie ten noorden van de noordelijke watergang. Daarnaast zullen verzachtende maatregelen worden getroffen tijdens de uitvoering (opnemen in ecologisch werkprotocol) en door aanpassing van de straatverlichting. Ecologisch werkprotocol Om negatieve effecten op de PEHS te verkleinen zal tijdens de uitvoering van de werkzaamheden worden gewerkt volgens een ecologisch werkprotocol. Het ecologische werkprotocol wordt tegelijk tijdig met het bestek opgesteld door een adviesbureau in samenwerking met de beleidsmedewerkers projecten en groen. Conclusie Het in augustus 2006 bijgestelde Eindrapport toetsing plan Prinses Amalialaan aan criteria EHS (dd. 30 augustus 2006 door Arcadis) is als bijlage bij deze toelichting gevoegd. Genoemd rapport is in augustus besproken met ambtenaren van de provinciale sectoren Landelijk gebied ontwikkeling, Water en Ruimtelijke Ordening. De conclusie luidt dat de ontwikkelingen de EHS niet significant aantasten mits de maatregelen zoals genoemd in het rapport worden getroffen. Door de uitvoer van een aantal schadebeperkende maatregelen (bronbemalen in november december, en retourbemalen) in het plangebied Prinses Amalialaan, die de stabiele oppervlaktewaterstand, grondwaterstand en kweldruk garanderen, kan verdroging met als gevolg een onomkeerbare vermindering van vitaliteit of zelfs afsterven van de Zomereiken (van Bosje van Geerestein en/of van de Nieuwe Steeg) en andere oudere bomen en vochtminnende vegetaties worden voorkomen. Door deze mitigerende maatregelen hebben de werkzaamheden in het plangebied Prinses Amalialaan, geen negatieve effecten op de Ecologische Hoofdstructuur; het 'neen, tenzij beginsel' is daarmee verder niet van toepassing. Archeologie Voor het bepalen van de archeologische waarden in het plangebied is onderzoek verricht door ADC ArcheoProjecten (rapportage nr. 321, dd. januari 2005). Er is zowel bureauonderzoek uitgevoerd als inventariserend archeologisch onderzoek. Uit de Indicatieve Kaart voor Archeologische Waarden blijkt dat het plangebied een lage indicatieve waarde heeft. Er zijn ook geen Archis-meldingen bekend in de directe omgeving. Op de locatie zijn 18 boringen gezet. De bodemopbouw bestaat vrijwel volledig uit beekafzettingen. Het blijkt niet noodzakelijk om voor dit deel van het plangebied een aanvullend archeologische inventarisatie (AAI) en waardering uit te laten voeren. Er wordt geadviseerd om het gebied vrij te geven voor verdere ontwikkeling. Bodem- en grondwaterkwaliteit Voor de locatie Nico Bergsteijnweg is een verkennend bodem- en grondwaterkwaliteitsonderzoek uitgevoerd door adviesbureau Boot (8 november 2004). Hieruit is gebleken dat: Ÿ
In de grondmonsters geen onderzochte stoffen met verhoogde concentraties ten opzichte van de streefwaarden aangetroffen.
Ÿ
Het grondwater is licht verontreinigd met chroom, nikkel en koper. Er is geen overschrijding van de streefwaarden aangetroffen. De oorzaak is mogelijk toepassing van dierlijke mest in het verleden.
Gelet op de resultaten van het onderzoek is er vanuit milieuhygiënisch oogpunt en uit het oogpunt van volksgezondheid geen bezwaren tegen realisatie van de woningen.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
25
Duurzaam bouwen In het bouwplan dienen maatregelen opgenomen te worden met betrekking tot duurzaam bouwen, zoals het afkoppelen van schoon regenwater. Hindercirkels omliggende bedrijven In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen (agrarische) bedrijven waarvan de hindercirkels een belemmering zouden kunnen vormen voor de realisatie van de nieuwe woonwijk. Externe veiligheid Het externe veiligheidsbeleid is er op gericht de risico's van risicovolle activiteiten te beperken. Dat is hier niet aan de orde. Luchtkwaliteit Als gevolg van de bouw van de woningen wordt verwacht dat het aantal vervoersbewegingen toeneemt. Dit heeft gevolgen voor de luchtkwaliteit. Om deze invloed te berekenen is er een onderzoek uitgevoerd naar de luchtkwaliteit in 2010 en 2020 zonder en met de bouw van deze woningen (Oranjewoud 17 oktober 2005). De conclusies luiden als volgt: 1. De grenswaarde uit het Besluit luchtkwaliteit 2005 voor NO2 wordt in 2005 op 5 meter afstand van de Maarsbergseweg (N226) overschreden. In 2010 en 2020 zijn er geen overschrijdingen. 2. De grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie voor PM10 wordt nu en in de toekomst niet overschreden. 3. De grenswaarde voor de 24-uursgemiddelde concentratie PM10 wordt op 5 meter afstand van de wegen in 2005 niet meer dan 31 keer overschreden. 4. De grenswaarde voor de 24-uursgemiddelde concentratie PM10 wordt in 2010 op 5 meter afstand van de wegen meer dan 35 keer overschreden. 5. De grenswaarde voor de 24-uursgemiddelde concentratie PM10 wordt in 2020 op 5 meter afstand van de Maarsbergseweg (N226) 41 keer overschreden. 6. Uit de vergelijking tussen scenario 1 en 2 blijkt dat de geplande ontwikkeling voor een kleine toename van de stikstofdioxideconcentratie in 2010 nabij de Geere-steinselaan, voor 2020 is er geen toename te verwachten van de concentratie stikstofdioxide. 7. Uit de vergelijking tussen scenario 1 en 2 blijkt dat de geplande ontwikkeling een neutrale invloed heeft op de jaargemiddelde concentratie fijnstof en op het aantal overschrijdingen van de 24-uursgemiddelde grenswaarde voor fijnstof. Dit betekent dat de geplande woningbouwontwikkeling geen overschrijdingen van de jaargemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide tot gevolg heeft in 2010 en 2020 en er geen negatief effect is op de jaargemiddelde concentratie van fijnstof en het aantal overschrijdingen van de 24-uursgemiddelde grenswaarde. Er wordt voldaan aan het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Kabels en leidingen Diagonaal door het plan ligt momenteel in oost-westrichting een rioolpersleiding. Deze buis is inmiddels aan vervanging toe. Binnen de verkaveling is een nieuw tracé ontworpen. Vanaf Ekris gezien ligt dit traject onder een graspad, vervolgens onder het profiel van de laan en daarna weer onder een pad naar het moerasbos. Ter plekke sluit de buis weer aan op de doorvoer onder de rotonde.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
26
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
27
6
Juridische planopzet
Wonen Vanwege de functie wonen van de nieuwe bebouwing zijn de gewenste bouwmogelijkheden voor maximaal 27 woningen ondergebracht in de bestemming "Wonen" met een nadere code 'hv' (half-vrijstaand of vrijstaand) of 'v' (vrijstaand), omdat hier sprake is van halfvrijstaande of vrijstaande woningbouw. De percelen zijn voorzien van een zogenaamd 'woningvlak'. Het woningvlak geeft het vlak aan, waarbinnen de woningen gebouwd mogen worden. Tussen twee niet aaneengebouwde woningen mag de afstand van elk van de woningen tot de onderlinge zijdelingse perceelsgrens niet minder dan 3 m bedragen. De voorgevel van de woningen dient te liggen in of gekeerd te worden naar de bouwgrens. De bijbehorende bouwbepalingen zijn vermeld in de voorschriften. De maximale goot- en bouwhoogte is respectievelijk 3,5 en 7,5 m. Per woning mag 50 m2 vergunningplichtig en 30 m2 vergunningvrij aan bijgebouwen gerealiseerd worden. Via een wijzigingsbevoegdheid zal, indien de situatie hierom vraagt, het mogelijk zijn om op de plankaart met code 'hv' aangegeven plaatsen naast vrijstaande ook halfvrijstaande woningen te realiseren. Het maximum aantal woningen kan hier worden gewijzigd ( 5) naar (8), en van (1) naar (2) woningen. In dit geval kan het aantal woningen worden uitgebreid tot van maximaal 27 naar 35 woningen. Tuinen De tuinen van de woningen dienen in principe groen en onbebouwd te blijven. Deze gronden op het perceel hebben daarom de bestemming “Tuinen” gekregen. Groen In het belang van de instandhouding en versterking van de aanwezige landschaps- en groenstructuur zijn enkele gebiedjes specifiek bestemd tot "Groen". Verblijfsdoeleinden De wegen in de nieuwe woonwijk zullen worden ingericht als 30km-wegen. Deze wegen hebben de functie als erfontsluitingsweg en daarom de bestemming "Verblijfsdoeleinden" gekregen. Binnen deze bestemming vallen naast de wegen ook de trottoirs, parkeerplaatsen, kleine groenstroken en fiets- en voetpaden. Moerasbos Aan te leggen natuurwaarden middels water, bomen en houtwallen.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
28
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
29
7
Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid
Resultaten overleg ex artikel 10 B.r.o. en artikel 6a WRO Tijdens de voorbereiding zijn drie informatie bijeenkomsten georganiseerd met omwonenden. Een voorstel voor de verkaveling van de omwonenden is basis geweest voor het huidige voorstel. Tijdens het vervolgproces zijn de omwonenden actief mee blijven denken. De suggesties en wensen van omwonenden zijn op een serieuze wijze benaderd en hebben regelmatig geleid tot planaanpassingen. Naast de verkaveling zijn hierbij onder andere de bouwhoogte, de waterbreedte, de groeninrichting en de bebouwingsgrenzen belangrijke onderwerpen van discussie geweest. Inspraak Het voorontwerp van het bestemmingsplan Nico Bergsteijnweg Noord heeft vanaf 25 mei 2005 gedurende vier weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn vier reacties binnen gekomen. Op 13 juni 2005 is een inspraakavond georganiseerd waar ca. 25 mensen zijn geweest. De schriftelijk en mondeling ingebrachte reacties zijn samengevat en van een reactie voorzien in de bijgevoegde bijlage. Artikel 10 -overleg Op 27 mei 2005 is het concept bestemmingsplan opgestuurd aan het waterschap, de provincie, de inspectie VROM en de (regionale) brandweer (in kader externe veiligheid). Hierop zijn drie reacties ontvangen, welke zijn samengevat en beantwoord in bijgevoegde bijlage. Provinciale Planologische ommissie Op 22 december 2005 is het voorontwerpbestemmingsplan Prinses Amalialaan naar de Provinciale Planologische Commissie (PPC) van de provincie Utrecht verzonden met het verzoek om advies uit te brengen. Op 28 juni is het advies van de PPC ontvangen. De opmerkingen die de PPC heeft gemaakt zijn verwerkt in de toelichting van het bestemmingsplan. Het PPC-advies is opgenomen in bijlage 5. Eigendom Een deel van de gronden is nu in particulier bezit. De gemeente heeft Voorkeursrecht tot aankoop gevestigd op eigendom van gronden van deze eigenaar. De eigenaar en de gebruikers van de grond zijn reeds meerdere malen geïnformeerd over de stand van zaken van het project en hebben de mogelijkheid gehad hun wensen en ideeën kenbaar te maken. Voor de verwerving van de gronden maakt de gemeente gebruik van een onafhankelijke taxatiecommissie, welke een taxatie uitvoert van de schadeloosstelling. Economische uitvoerbaarheid Het plan wordt budgetneutraal uitgevoerd. In totaal is 23.660m2 grond uitgeefbaar. De onkosten worden één op één verrekend met de kavelprijs/m2 prijs. Het plan heeft daardoor geen financiële gevolgen voor de gemeente. De exploitatieopzet wordt als losse bijlage bij het plan gevoegd.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
30
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
31
Bijlagen
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
32
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
33
Bijlage 1 Natuurtoets Arcadis 30 augustus 2006
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
34
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
35
Bijlage 2 Waterhuishoudingsplan Syncera Water, 13 december 2004
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
36
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
37
Bijlage 3 Archeologie
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
38
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
39
Bijlage 4 Inspraak en artikel 10 reacties Inspraak Inleiding Het voorontwerp van het bestemmingsplan Nico Bergsteijnweg Noord heeft vanaf 25 mei 2005 gedurende vier weken ter inzage gelegen. Binnen deze termijn zijn vier reacties binnen gekomen. Op 13 juni 2005 is een inspraakavond georganiseerd waar ca. 25 mensen zijn geweest. De schriftelijk en mondeling ingebrachte reacties hebben wij hier onder samengevat en van een reactie voorzien. Beoogd resultaat Bezien of naar aanleiding van de inspraak een aanpassing van het plan gewenst of noodzakelijk is. Kader Wet op de Ruimtelijke Ordening, bestuursovereenkomst met de provincie Utrecht, Toekomstvisie. Argumenten Door belanghebbenden zijn de onderstaande inspraakreacties naar voren gebracht. De brieven van het bewoneroverleg gericht aan de gemeenteraad zijn in dit stadium van de procedure opgevat als inspraakreactie. 1 Bewonersoverleg 26 mei 2005 1. Betreft een ecologisch waardevol gebied. De provincie stelt strikte voorwaarden aan bebouwing van dit gebied, ten behoeve van de Ruimte voor Ruimte regeling. 2. Uit het waterhuishoudplan blijkt dat sprake is van een kwetsbaar gebied en dat kostbare maatregelen nodig zijn om het natte bos en de bestaande bebouwing niet te beïnvloeden. Er is veel geld nodig om het gebied in te richten en het is de vraag of het nog voldoet aan de ecologische eisen. 3. Bij het besluit van de raad in september 2004 was niet bekend dat in het gebied sprake is van bedreigde diersoorten. De door het college voorgestelde maatregelen zijn in adequaat. 4. De bewoners verwachten veel waterproblemen bij de bestaande bebouwing en schade aan de opstallen. De gemeente neemt op dat punt bewust een risico en handelt onzorgvuldig. 5. Uit de verkoop van de kavels in het Zeeland blijkt dat geen Woudenbergse behoefte bestaat voor deze kavels. Kortom: a. Kosten bouwrijp maken zijn hoog, daarnaast kosten door schade aan bestaande opstallen en uit te keren planschade. b. Ecologische waardevol gebied, compenseren in het gebied is niet mogelijk. Verzoek om vrijstelling van de flora- en faunawet getuigt niet van zorgvuldig omgaan met de natuurwaarden. c. Gelet op de ervaringen in Het Zeeland blijkt er nauwelijks een woudenbergse behoefte voor deze kavels. d. In Het Groene Woud is voldoende alternatief te vinden voor deze opbrengsten, waarmee aan de overeenkomst met de provincie voldaan kan worden. Verzoek om terug te komen op besluit om dit gebied te ontwikkelen voor woningbouw en dit kwetsbare natuurgebied te behouden. Reactie 1.1 In de bestuursovereenkomst met de provincie zijn geen voorwaarden opgenomen ten aanzien van de inrichting van dit gebied. Bij de aanwijzing van deze locatie in het Streekplan is alleen
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
40 opgenomen dat deze afrondende uitbreiding met maximaal 54 woningen, zorgvuldig moet worden ingepast. Vanuit de derde partiele herziening van het vorige Streekplan hebben wij in het raadsvoorstel dat ten grondslag ligt aan deze planvorming wel de volgende uitgangspunten overgenomen; het moet gaan om een duurzame wijk, met een goede beeldkwaliteit van de openbare ruimte, een actieve rol voor omwonenden en een zorgvuldige inpassing die rekening houdt met de kwaliteiten van het gebied. Met name door de brede waterbuffer en de natuurzone is aan alle kanten van het plangebied sprake van een zorgvuldige inpassing in het landschap. Naar aanleiding van de natuurtoets zullen de voorzieningen getroffen worden die nodig zijn om de gevolgen voor de natuurwaarden van het omliggende gebied te compenseren. 1.2 Het waterplan is in december 2004 opgesteld door Syncera Water en goedgekeurd door het waterschap. Daarin staat op blz 4 dat het gebied grenst aan een gebied van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Dat is een "bosgebied met hoge natuur en/of historische waarde". Dus niet het onderhavige weiland is kwetsbaar. Een van de uitgangspunten van het waterplan is het voorkomen van schade aan dat bos. Uit het waterplan blijkt echter niet dat er kostbare maatregelen nodig zijn om het aangrenzende gebied niet te beïnvloeden. Ook uit de feitelijke situatie en de technische gegevens is dat niet te verwachten. Momenteel zakt het regenwater in de grond en stroomt het langzaam naar slootjes toe. Via de slootjes stroomt het langzaam af naar het achterliggende gebied. Door het regenwater te bergen in het plangebied en langzaam af te laten stromen (stuw met debiet beperking) blijft de waterhuishouding van het achterliggende (bos)gebied ongewijzigd. Aan de zijde van de woningen ligt nu een greppel. Door deze watergang (greppel) grenzend aan de tuinen van de bestaande woningen uit te diepen en te verbreden, ontstaat een betere waterafvoer. Het huidige grondwaterpeil is gemiddeld 2,20 + NAP (gemeten van januari tot en met mei 2005). Het streefpeil van het water wordt 2,05 + NAP. Dit ligt 15 cm onder de gemiddelde grondwaterstand. Het grondwater zal als gevolg van de watergang dus niet hoger worden dan de huidige grondwaterstand ter plaatsen van de bestaande woningen en tuinen. 1.3 Ter voorbereiding op het bestemmingsplan worden diverse onderzoeken gedaan om te bezien of het terrein geschikt is voor het gewenste doel, dat staat ook aangekondigd in het raadsvoorstel van 23 september 2004. Een van die onderzoeken, de natuurtoets, is in twee delen uitgevoerd door Arcadis. Het concept bestemmingsplan is gemaakt aan de hand van het eerste concept rapport. Op 23 juni 2005 is het definitieve rapport gereedgekomen. In een apart advies zal nader ingegaan worden op de maatregelen die nodig zijn. Wij zien niet in waarom deze maatregelen in adequaat zouden zijn. 1.4 Uit de onderzoeken die door de gemeente uitgevoerd zijn blijkt onderstaande huidige situatie: Ÿ
Het huidige grondwaterpeil is gemiddeld 2,20 + NAP (gemeten van januari tot en met mei 2005).
Ÿ
De greppels achter de tuinen wateren niet of slecht af. Het water wordt verzameld in de greppel en infiltreert vervolgens langzaam in de bodem (naar het grondwater).
Ÿ
Het water in de kruipruimten en convectorputten, zoals bewoners melden, is vermoedelijk grondwater dat tijdens natte perioden omhoog komt. Door het regenwater af te voeren via de watergang naar het achterliggende gebied, zal de grondwaterstand juist minder stijgen tijdens een natte periode.
De opmerking van de bewoners over te verwachte wateroverlast wordt dus niet ondersteund door de rapportages of de feitelijke situatie. Ook de bewoners zelf tonen geen bewijzen of rapportages waarin hun verwachtingen door deskundigen wordt ondersteund. Wij zijn dan ook niet van mening dat schade aan de woningen en opstallen te verwachten is en dat de gemeente enig risico neemt. Anders dan bij de aanleg van een andere woonwijk. 1.5 De verkoop van de kavels in Het Zeeland liep parallel aan de verkoop van de woningen van Bouwfonds. Uiteindelijk zal een deel van de belangstellenden wellicht gekozen hebben voor een woning van Bouwfonds in plaats van een kavel, in verband met zekerheid over kosten. Daarnaast heeft de verkoop van de kavels vertraging opgelopen vanwege de toegepaste toewijzingsprocedure (volgorde bepalen aan de hand van de WOZ waarde van de achter te laten woning). De ligging en
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
41 de grootte van de kavels in het Zeeland is daarbij niet vergelijkbaar met die van de kavels aan de Nico Bergsteijnweg, deze zullen een andere doelgroep aantrekken. Uit de verkoop van de kavels in Het Zeeland kan dan ook geen conclusie getrokken worden voor deze kavels. Tijdens de woonmanifestatie, die in het najaar van 2004 door de gemeente Woudenberg is georganiseerd, bleek er, gezien de gunstige ligging, vraag te zijn naar de bouwkavels aan de Nico Bergsteijnweg. Ook tijdens de inspraakavond van dit bestemmingsplan bleek weldegelijk belangstelling onder woudenbergser voor kavels in dit gebied. 1.A Wij hebben op dit moment geen enkele aanwijzing dat de kosten voor het bouwrijp maken hoger zullen zijn dan geraamd in de exploitatie opzet. Gezien de lage ligging van het terrein was al rekening gehouden met de noodzaak om grond op te brengen De SAOZ heeft een planschade risico analyse gemaakt, op grond waarvan een actief aanbod gedaan wordt aan de omwonenden. Het maximaal geraamde bedrag is lager dan waarmee in de exploitatie rekening gehouden is. Dat houdt in dat een buffer overblijft voor onvoorziene uitgaven op dit gebied, bijvoorbeeld proceskosten voor percelen waar het aanbod niet geaccepteerd wordt. Tenslotte zijn er geen aanwijzingen dat schade aan de opstallen van omwonenden zal optreden als gevolg van de aanleg van dit plangebied. 1.B Uit de natuurtoets blijken de wettelijke (on)mogelijkheden ten aanzien van de natuurwaarden rond dit gebied. Wij zijn van mening dat soms ergens wat natuur of landschap opgeofferd moet worden om deze waarden elders te kunnen versterken. Ook de huidige bestemming “agrarisch gebied” biedt geen bescherming voor de natuurwaarden van de EHS of van die inmiddels in het gebied ontstaan zijn. Op grond van het bestemmingsplan kan het weiland gewoon gebruikt worden als intensief productiegrasland of kan er maïs geteeld worden. Aan de bebouwing van dit gebied kan alleen meegewerkt worden binnen de wettelijke mogelijkheden en dat betreft onder andere een ontheffing voor de aantasting van het leefgebied van de ringslang. Wettelijk is ontheffing mogelijk en van die mogelijkheid wordt gebruik gemaakt om het doel: “de Ruimte voor Ruimte regeling” en daarmee opschoning van het landschap en vermindering ammoniak uitstoot in het buitengebied te kunnen realiseren. 1.C Zie onze reactie onder 1.5, wij hebben aanwijzingen dat er wel belangstelling is. 1. D De nieuwbouwwijk Het Groene Woud biedt geen alternatief voor deze kavels. De daar te bouwen 280 woningen in de periode tot 2015 zijn nodig om te voldoen aan de woonbehoefte en wensen van Woudenberg, en in het bijzonder die van de verandering van de woonbehoefte. Deze wijk zal zich vooral richten op de grote behoefte aan (goedkope) woningen voor ouderen en starters. Daar is geen ruimte over voor deze extra kavels. Immers ook in die wijk moet voldoende water en groen aangelegd worden en de bebouwings-mogelijkheden daar worden beperkt door de aanwezige bedrijven in de omgeving. Terwijl wij de onderhavige gronden minder geschikt vinden voor intensieve bebouwing met starters- of seniorenwoningen. Ook elders in en langs de kern van Woudenberg is er geen ruimte voor dit project. Het Zeeland is vrijwel gereed en ook daar komen in de laatste fase vooral starterwoningen. In de toekomstvisie is alleen voor de noordzijde nog een afronding voorzien, de zuidkant van Woudenberg heeft al een nette afronding met de randweg. Conclusie Wij zien in de nu bekende gegevens gebaseerd op deskundige onderzoeken geen aanleiding om af te zien van deze locatie of het plan aan te passen. 2 Bewonersoverleg 30 mei 2005 naar aanleiding van de tussenrapportage van Arcadis. 1. Voor de ringslang is geen vrijstelling mogelijk. 2. Er zijn voldoende alternatieven om elders grote woningen te bouwen. 3. Er is geen zwaarwegend maatschappelijk belang om op deze locatie te bouwen. Het geld voor de Ruimte voor Ruimte regeling kan ook elders vandaan komen. Er is geen reden om dit in Woudenberg te realiseren. 4. Verdieneffect voor Woudenberg valt tegen. 5. Opbrengst kan ook in het Groene Woud worden verkregen. Reactie
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
42
2.1 Uit de natuurtoets blijkt dat voor de ringslang geen vrijstelling kan worden verleend maar wel ontheffing ex art 75 van de Flora en Faunawet, mits voldaan wordt aan de daarbij genoemde criteria. In het advies “Uitvoering voorgestelde maatregelen Nico Bergsteijnweg Noord” zullen wij dat nader uitwerken. 2.2 zie de reactie op 1D. 2.3 zie de reactie op 1.4. en 3.3. en 3.4. 2.4 In de exploitatieopzet is tot op heden als een vertrouwelijk stuk behandeld. Bij de vaststellingsprocedure zal dit stuk deel uit maken van het bestemmingsplan. Maar in de exploitatieopzet is rekening gehouden met de kosten voor het bouwrijp, planschade en onderzoeken voor het gereedmaken van dit gebied en afdracht aan de provincie van € 136.135,per verkochte kavel, in totaal 18 kavels. Aan de opbrengst kan wordt uitgegaan van € 454,- per m². Dat alles leidt tot een positief saldo voor de gemeente, met voldoende spelling voor onvoorziene kosten. Zonder inzicht in de exploitatie, en dat hadden de omwonenden niet bij de inspraak, kan de stelling dat de verdieneffecten voor Woudenberg tegen vallen niet worden onderbouwd gesteld. Deze stelling van de omwonenden wordt dan ook niet ondersteund door de feiten. 2.5 zie de reactie op 1D. Conclusie Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan aan te passen of af te zien van deze planvorming. 3 Natuur- en milieufederatie Utrecht 6 juni 2005 1. Het is nu een landschappelijk waardevol gebied dat zowel in het oude streekplan als in het ontwerp streekplan buiten de rode contour lag en de gemeente Woudenberg heeft daar tegen geen bezwaar gemaakt. Met de aanduiding Landelijk Gebied 3 is de kwaliteit van het gebied erkend. Pas bij de vaststelling van het streekplan is de contour verlegd. 2. Deze gronden vormen een buffer voor de Nieuwe steeg en het bosje van landgoed Geerestein dat onderdeel uitmaakt van de EHS. Het nut van de bufferzone voor de EHS wordt niet erkend, woningen en huisdieren hebben een negatief gevolg op het bos. 3. Gebied dient als compensatie voor de Ruimte voor ruimte regeling uit 2000. Waarom nu ineens het streekplan gewijzigd vastgesteld en uitvoerig gegeven doormiddel van een bestemmingsplan? Er zijn andere mogelijkheden b.v. bouwen op de kavel en functieverandering. Men heeft momenteel een afwachtende houding t.a.v. sloop. De ruimte voor Ruimte regeling is dan ook onvoldoende motivering voor dit plan. 4. Een koppeling aan Woudenberg is niet noodzakelijk. 5. Het kwetsbare landschap en natuur dwingen om te zoeken naar alternatieven. Dat ontbreekt. Het gelet op het significante belang van de natuur zou hier een zwaarwegend maatschappelijke behoefte moeten zijn aan de woningen, deze behoefte ontbreekt. 6. Het rapport van Arcadis geeft voldoende redenen om het plan te heroverwegingen. Reactie De inspraak op dit bestemmingsplan heeft plaatsgevonden voor de wijziging van de Algemene Wet Bestuursrecht van 1 juli 2005, zodat de Natuur- en Milieufederatie nog als belanghebbende kan worden beschouwd. Ten aanzien van deze brief is het volgende op te merken: 3.1 De landelijk gebied 3 aanduiding houdt in: “verwevinggebied”, dat wil zeggen landbouw, natuur en recreatie-waarden. In het huidige bestemmingsplan Buitengebied 1995 was dit weiland opgenomen als Agrarisch gebied zonder nadere waarden met de nadere aanduiding kernrandzone. De bufferzone rond de kern, die duidelijk in de invloedsfeer van de kern ligt. In de Toekomstvisie is het gebied genoemd als mogelijke uitbreidingslocatie. De inrichting van het bestaande bebouwde gebied er omheen duidt ook op een ontwikkeling in die richting. De door de Natuur- en Milieufederatie aan dit gebied toegekende landschappelijke en natuurwaarden worden niet ondersteund door de huidige bestemming van dit weiland. bestemmingsplan Prinses Amalialaan
43 Het is een duidelijke keuze geweest van de provincie om bij de vaststelling van het streekplan de contour te verleggen en de bouw van maximaal 54 woningen mogelijk te maken, als compensatiegebied voor de Ruimte voor Ruimte regeling. Dus om elders versterking van het landschap en vermindering van de milieulast mogelijk te maken. 3.2 De grote waterbuffer aan alle zijden van het plangebied met de water/natuuroverloop en het feit dat slechts 27 of maximaal 35 woningen gebouwd worden in plaats van de 54, maakt dat sprake is van een zorgvuldige inpassing. Daarbij wordt ook in het streekplan verwezen naar de bijzondere functie van het gebied als compensatieproject. Dat houdt in dat elders in het buitengebied van Utrecht Oost het aanzien verbeterd door de afbraak van vrijkomende agrarische gebouwen en de uitstoot van ammoniak verminderd is door het staken van intensieve veehouderijtakken. Het bestaande groen langs de Nieuwe Steeg blijft onveranderd en er komt een sloot van 4 tot 5 meter breed met het bestaande groene talud en geen directe toegang vanaf het terrein. De bestaande buffer rond het landgoed blijft intact. De brede sloot zal ook voor huisdieren een barrière vormen. Voor de gevolgen van dit plan voor de EHS en de aanwezige natuur verwijzen wij naar het advies over de natuurtoets. 3.3 Uit het pact van Brakkestein vloeit voort dat de provincie Utrecht de sloopkosten betaald van de bedrijven die deel hebben genomen aan de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken. Ter financiering daarvan zou langs een enkele kernen woningbouw plaats vinden. In eerste instantie is men gestart in Renswoude, op die locatie kan echter onvoldoende opbrengst behaald worden en daarom is ook Woudenberg benaderd. Gezien de winst voor het landelijk gebied van de Gelderse Vallei heeft de provincie voor de uitbreiding allereerst de agrarische gemeenten benaderd. Er zit dan ook een duidelijke relatie tussen dit project en de winst die in het buitengebied behaald is. In de zin van de afbraak van stallen en de vermindering van ammoniak uitstoot. Het geld dat overblijft na de voldoening aan de Ruimte voor Ruimte verplichting zal de provincie in overleg met de gemeente Woudenberg inzetten voor de realisering van andere reconstructiedoelen en daarmee de verbetering van het Buitengebied. De Ruimte voor Ruimte gedacht is ook niet eenmalig geweest. In het nieuwe Streekplan is op blz. 105 een Ruimte voor Ruimte regeling als instrument opgenomen om grootschalige milieu projecten bijvoorbeeld de waterberging te compenseren. 3.4 De opbrengsten van deze locatie komen niet alleen ten goede van Woudenberg maar het Woudenbergse buitengebied profiteert ruim mee en daarmee de Woudenbergse bevolking Zoals ook vermeld onder 1. D is in Het Groene Woud of elders in de gemeente geen ruimte om deze kavels te realiseren. Deze compensatie kavels dienen ook een ander doel dan uitsluitend het volkshuisvestelijke doel. Het is een middel om elders in het Buitengebied natuurontwikkeling, waterberging of op een andere wijze landschaps en natuurwinst te behalen. Soms moet ergens een stukje landschap opgeofferd worden om elders meer te winnen. 3.5 Het compensatiegebied voor de Ruimte voor Ruimteregeling is van algemeen maatschappelijk belang want het ondersteund het stoppen van agrarische bedrijven en met name de intensieve veehouderij. Daarmee is het mestoverschot in Nederland aanzienlijk verminderd en ook de uitstoot van ammoniak is beperkt, ook dat is van belang voor natuur en milieu. Met deze regeling wordt bij deze beëindiging leegstand en daarmee verval van stallen voorkomen, en ontstaat een verbetering van het aanzien van het landschap. Het is niet zo dat de woningen niet zullen voldoen aan een woningbehoefte in Woudenberg. Uit het woningmarktonderzoek blijkt dat doorstromers tot 55 jaar in Woudenberg 'opstromen'. Dat wil zeggen dat door de verhuizing een kwaliteitsverbetering gerealiseerd wordt. Daarnaast blijkt uit het woningmarktonderzoek dat met name doorstromers tot 55 jaar een bijzonder grote belangstelling voor bouwkavels aan de dag leggen. Maar liefst 52% van de doorstromers heeft interesse in een bouwkavel. Ook onder doorstromers van 55 jaar en ouder en starters is (geringe) belangstelling voor bouwkavels; Van de starters wenst 8% een bouwkavel en van de doorstromers van 55 jaar en ouder wenst 14% een bouwkavel. Tijdens de woonmanifestatie die in het najaar van 2004 door de gemeente Woudenberg is georganiseerd bleek er, gezien de gunstige ligging, vraag te zijn naar de bouwkavels aan de Nico Bergsteijnweg.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
44
3.6 Uit het definitieve rapport van Arcadis blijkt welke maatregelen nodig zijn voor de compensatie van de gevolgen van deze woonwijk voor de aanliggende EHS en de eisen van de Flora en faunawet. Deze maatregelen worden verder uitgewerkt in het advies bij de natuurtoets en worden vastgesteld als het bestemmingsplan definitief in procedure gebracht wordt. Gezien het maatschappelijke belang van dit project en de landschappelijke en milieuwinst die hierdoor elders behaald is, zien wij hierin geen aanleiding om af te zien van deze planvorming. Conclusie Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan aan te passen of af te zien van deze planvorming. 4 Omwonenden Oranjelaan 18 juni 2005 M.G. van de Rovaart Oranjelaan 9 namens 12 woningen aan de Oranjelaan. De nieuwe wijk heeft twee toegangswegen, de bewoners van de Oranjelaan hebben bezwaar tegen de toegangsweg tegenover de Oranjelaan. Zij zijn bang dat een deel van het verkeer via de Oranjelaan zal gaan rijden. Zeker nu tegenover de Prinses Christinastraat geen autoverkeer wordt toegestaan. Zij verzoeken de toegangsweg tegenover de Oranjelaan niet aan te leggen of anders drie toegangen aan te leggen om daarmee extra verkeersdruk in smalle Oranjelaan te verminderen. Daarbij wijzen zij er op dat de huidige weg tegenover de Prinses Christinastraat breder is dan de andere twee. Toename van het verkeer in de Oranjelaan vergroot de kansen op ongelukken op kruising met de Prinses Margrietstraat. Naast verkeer van deze woningen rijdt er ook verkeer vanaf de Julianaschool. Verzoek alternatieve te overwegen. 4 Reactie Naar verwachting zullen per woning maximaal vier verkeersbewegingen per dag plaatsvinden, het omliggende wegennet kan deze extra verkeersbewegingen voldoende aan. Gezien het geringe aantal verkeersbewegingen is een derde toegang tot het gebied niet nodig. Naar verwachting (uitgaande van de algemene rijrichting) zullen de meeste verkeersbewegingen richting de Geeresteinselaan gaan en niet via de Oranjelaan. Alleen mensen richting het centrum en Scherpenzeel zullen mogelijk deels via Oranjelaan rijden. Deze weg is breed genoeg om die extra verkeersbewegingen op te kunnen vangen. De Oranjelaan is daarvoor ook meer geschikt dat wanneer het verkeer via de Christinastraat en dus meer door de woonwijk richting het centrum rijdt. Het laten vervallen van de ontsluiting tegenover de Oranjelaan heeft als gevolg dat een deel van de nieuwe wijk zal bestaan uit een doorlopende weg, dat geeft problemen voor de hulpdiensten. Deze beperking is niet te rechtvaardigen door de beperkte toename van het verkeer in de Oranjelaan. Conclusie Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan aan te passen of af te zien van deze planvorming. 5 Uit de inspraakavond 1. Er wordt niets gezegd over de toegangswegen. 2. De toegezegde groene buffer en sloot van 5 m komt er niet. 3. Het bewonerscomité is teleurgesteld dat voorbijgegaan wordt aan wensen omwonenden uit het vooroverleg; de groene beek, max. 6 m bouwhoogte en de rechte weg. 4. Daarbij was bij de start procedure de rapportage Arcadis niet bekend. 5. Het gebied is niet geschikt voor woningbouw 6. De woningbouw is niet gebaseerd op aangetoonde behoefte binnen de woudenbergse woningmarkt. 7. Er zijn voldoende alternatieve om de doelen van de provincie te halen Reactie 5.1 Het verdwijnen van de parkeerplaatsen waarvoor de huidige zijwegen worden gebruikt zal worden gecompenseerd door aanleg openbare parkeerplaatsen in het nieuwe gebied.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
45
5.2 Door de eerste schetstekeningen is misschien een verkeerde indruk ontstaan over het groen aan de zuidzijde van het plangebied. Tijdens de eerste informatieavond is al uitgelegd dat wij met dat groen het eigendom van de huidige bewoners willen weergeven en dat sprake was van een verkavelingsuggestie. Tijdens de inspraakavonden die gehouden zijn over het ontwerp van de nieuwe wijk is sprake geweest van een voorstel met een sloot van 5 m breed met harde oevers. Een groot deel van de omwonenden bleek een voorkeur te hebben voor een aflopende oever en groen aan de zijde van de woningen. Binnen de uitgangspunten van het waterplan is aan de wens van deze bewoners tegemoet gekomen en is de sloot versmald tot 4 m, de situering van de nieuwe woningen is niet veranderd. 5.3 De wensen van de omwonenden zijn regelmatig geïnventariseerd, daarvoor zijn drie discussie avonden belegd. Het kan echter niet zo zijn dat een woonwijk ingericht wordt uitsluitend op de wensen van omwonenden. Er moet een totaal afweging gemaakt worden waarbij naast de wensen en belangen van de omwonenden ook rekening gehouden moet worden met de verkoopbaarheid van de kavels. Uit de ideeën van de omwonenden is in grote lijnen de inrichtingstekening overgenomen, daarnaast worden de huidige bomen langs de sloot bij de woningen zoveel mogelijk gespaard, er wordt meer water aangelegd dan noodzakelijk is voor het gebied, er komt een brede buffer tussen de bestaande woningen en de zone waarin de nieuwe hoofd- en bijgebouwen geplaatst mogen worden. Ook is de hoogte van de woningen teruggebracht tot 7,5 m. Dat is conform de wensen van de omwonenden één laag met kap, alleen hoger dan de omwonenden wensen. Deze woningen worden aanzienlijk lager dan elders in Woudenberg wordt toegestaan. Nog verder verlagen van de nokhoogte past niet bij de grote van de kavels. Er wordt geen groene beek aangelegd, maar binnen de wettelijke mogelijkheden is in de voorschriften een regeling opgenomen die bebouwing dicht bij de sloot voorkomt. De rechte weg is niet overgenomen omdat de kromming in de weg juist net het extra biedt aan de wijk en daarmee belangrijk is voor de stedenbouwkundige uitstraling van de wijk. Terwijl het weglaten van de kromming slechts minimale gevolgen heeft voor de omgeving. Het is jammer dat de bewoners teleurgesteld zijn over de resultaten van de inspraak want wij zijn van mening dat de inspraak voor dit plan geleidt heeft tot een verbetering van het plan. 5.4 Bij start van dit project was nog niets bekend over de waarden van het gebied, zoals gebruikelijk is zijn alle onderzoeken daarna gestart. Bij het stedenbouwkundige bureau waren of kwamen de resultaten wel beschikbaar lopende de werkzaamheden. Om de mogelijkheden van inspraak zo groot mogelijk te maken hebben wij er voor gekozen om zonder een voorschets van het bureau het overleg te starten. Alleen de hoofdeisen van water, natuur en geluid waren bekend. De eindresultaten van de natuurtoets geven niet aan dat de geplande ontwikkeling in dit gebied niet mogelijk is. 5.5 Zie de reactie op 3.6 5.6 Zie de reactie op 1D. 5.7 Zie de reactie op 3.3, 3.4 en 3.5 Conclusie Deze inspraakreactie geeft geen aanleiding om het plan aan te passen of af te zien van deze planvorming. Conclusie naar aanleiding van de inspraak De inspraakreacties geven geen aanleiding om het plan aan te passen. Draagvlak Het is begrijpelijk dat de direct aanwonenden, die nu vrij uitzicht hebben, bezwaar hebben tegen bebouwing van het weiland. Echter de inrichting van het bestaande woongebied wekt al sinds de aanleg de indruk dat uitbreiding met dit weiland te verwachten is. Het gebied is ook in toekomstvisie aangemerkt als zoekzone voor woningbouw en als zodanig in het streekplan opgenomen. Het plan biedt de mogelijkheid voor de verkoop van vrije kavels, en kan daarmee doorstroming op de woningmarkt ingang zetten. Maar bovenal draagt het project bij aan de Ruimte voor ruimte regeling en daarmee aan de verbetering van het landschap en het milieu in het
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
46 buitengebied. Financiële consequenties Deze inspraakreacties hebben geen financiële consequenties. Separaat wordt een advies uitgebracht over de aanbieding van planschade aan omwonenden. Aanpak/uitvoering Ÿ
Indieners van reacties op hoogte stellen van het standpunt.
Ÿ
separaat ontvangt u een advies naar aanleiding van de natuurtoets, het besluit daarop moet worden verwerkt in dit bestemmingsplan.
Ÿ
Tevens ontvangt u separaat een advies ten aanzien van de officiële instanties in kader artikel 10 Bro, ook daaraan moet het plan zonodig worden aangepast.
Ÿ
Daarna het aangepaste plan voor advies voor leggen de Provinciale Planologische Commissie, als deze een positief advies uitbrengen is het plan gereed voor de vaststellingsprocedure.
Artikel 10 Inleiding Op 27 mei 2005 is het concept bestemmingsplan opgestuurd aan het waterschap, de provincie, de inspectie VROM en de (regionale) brandweer (in kader externe veiligheid). Tot op heden hebben wij drie reacties ontvangen. 8 juli 2005 Waterschap Vallei en Eem Volgens het waterschap is op pagina 10 een belangrijk uitgangspunt van het waterplan te beperkt beschreven. De beperking van uitlogende materialen heeft niet alleen betrekking op de dakbedekking maar geldt voor alle uitlogende materialen die in contract komen met het hemelwater of oppervlakte water. Het waterschap gaat er vanuit dat minimaal 3.000 m² oppervlakte water gerealiseerd wordt. Reactie Wij stellen voor om pagina 10 van de toelichting op dit punt aan te passen. In het gebied wordt 4.500 m² water gerealiseerd, ruim voldoende dus. 25 juli 2005 Ambtelijke diensten provincie Utrecht De provinciale diensten hebben de volgende opmerkingen op het concept bestemmingsplan: 1. Er moet meer aandacht geschonken worden aan de paragraaf Luchtkwaliteit. Er moet een berekening met CAR worden uitgevoerd, met een voorspelling voor de toekomst en een toetsing aan de 24 uurnorm voor PM10. 2. Gezien de te verwachten wetswijziging waardoor ook woningen in 30 km/u gebied weer een geluidszone zullen krijgen, wordt geadviseerd ook voor dat gebied een geluidsonderzoek te doen. 3. Verzocht wordt de gevolgen voor het grondwater en met name de winterkwel afvoer nadere uit te werken en daarbij gedetailleerd in te gaan op de huidige en toekomstige maaiveld hoogte, de dynamiek van het grondwater. Er moet een berekening komen of de bouwplannen niet leiden tot een daling van de grondwaterstand en een vergroting van de kwelwaterafvoer. Daarbij moet de beschrijving en de ligging van de sloot duidelijker worden. Reactie 1. Ten aanzien van het Besluit Luchtkwaliteit hebben wij offertes gevraagd bij drie bureaus om de gevraagde berekening uit te voeren. De resultaten van dit onderzoek zal worden verwerkt in de toelichting. 2. In het voorontwerp was nog niet vooruitgelopen op de wetswijziging waarmee ook voor 30 km gebied weer een geluidszonering zal gaan gelden. Amer heeft opdracht ten aanzien van gevolgen geluid Geerensteinselaan, wij stellen voor Amer ook op punt 2 van de reactie van de provincie een onderzoek(je) te laten doen. Het gaat vooral om de gevolgen voor de woningen
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
47 langs de twee toegangswegen, en de nieuwe woningen. De resultaten zullen worden verwerkt in de toelichting. 3. Ten aanzien van de opmerkingen van de provincie over het waterhuishoudingsplan stellen wij voor de bijgevoegde nadere toelichting op te nemen in de toelichting van het bestemmingsplan en ook de bijgevoegde doorsnede van de sloten aan de toelichting toe te voegen. Wij gaan er vanuit dat daarmee duidelijkheid gegeven wordt op deze vragen.
3 augustus 2005 Inspectie VROM Geen aanleiding voor opmerkingen.
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
48
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
49
Bijlage 5 Reactie Provinciale Planologische Commissie Utrecht Datum 23 juni 2006 Kenmerk 2006REG002040i
Geacht college, In onze vergadering van 15 juni 2006 hebben wij het ontwerp bestemmingsplan "Nico Bergsteijnweg Noord" van uw gemeente behandeld. Naar aanleiding daarvan berichten wij u als volgt. I. Het provinciaal beleid. Het provinciaal beleid is neergelegd in het streekplan Utrecht. De rode contour op de streekplankaart houdt aan de noordkant van Woudenberg achter de Nico Bergsteijnweg rekening met een afrondende uitbreiding met maximaal 54 woningen die zorgvuldig moeten worden ingepast. Het bestemmingsplan is hiermee in overeenstemming. II. Planbeoordeling. Het bestemmingsplan maakt de realisering van 27 woningen op (zeer) ruime kavels mogelijk ten noorden van de Nico Bergsteijnweg. Dit betreft een zogenaamde voorfinancieringslocatie in het kader van de ruimte voor ruimte regeling. In het geval dergelijke woningen onverkoopbaar blijken heeft u in het plan de mogelijkheid opgenomen de kavels te verkleinen en het aantal woningen uit te breiden tot maximaal 35. Hiermee blijft u (ver) onder het volgens het streekplan toegelaten aantal van 54. U geeft aan voor dit geringere aantal gekozen te hebben omdat grotere kavels de benodigde opbrengsten voor de ruimte voor ruimte regeling generen en hiermee tevens de in het streekplan vereiste zorgvuldige inpassing is gewaarborgd. Wij kunnen met uw intenties instemmen. Daarbij nemen wij wel de vrijheid ons af te vragen of u de mogelijkheden hebt onderzocht of de opbrengsten van 54 kleinere woningen ook voldoende zouden zijn om de sloop van agrarische bebouwing te bekostigen en of het inderdaad niet mogelijk is 54 woningen op zorgvuldige wijze in te passen. Wij hebben geconstateerd dat de toelichting op het bestemmingplan in voldoende mate aangeeft wat de (mogelijke) gevolgen zijn van de nieuwbouw voor de EHS en de beschermde Flora en Faunasoorten. Voor het behoud en de bescherming van de ringslang en vleermuizen moet een ontheffing ex artikel 75 van de Flora en faunawet worden gevraagd. Het plan geeft voldoende waarborgen dat de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten behouden blijft. Voor wat betreft de gevolgen voor de EHS worden in het plan mitigerende maatregelen voorgesteld waarmee de effecten op de EHS zodanig worden verkleind, dat geen tijdelijke of permanente schade te verwachten is. De maatregelen ter voorkoming van meer geluid, licht en verstoring lijken voldoende. Graag zien wij meer duidelijkheid óf deze ook daadwerkelijk voldoende zullen zijn. De in het plan voorgestelde waterstandsvoorzieningen voorkomen aantasting van de EHS door verdroging van een elzenmoerasbos aan de noordzijde van het plangebied. In het kader van de Boswet dient de houtwal in het midden van het plangebied te worden gecompenseerd. Wij hebben vernomen dat over twee mogelijke compensatielocaties momenteel overleg plaatsvindt tussen gemeente en provincie. Met betrekking tot de compensatielocatie zal een privaatrechtelijke overeenkomst gesloten moeten worden. Compensatie U heeft gekozen voor compenserende maatregelen nabij de EHS. Uit stedenbouwkundig oogpunt kiest u niet voor de aanbevolen bufferzone. Alvorens uit te komen op compensatie hechten wij er aan dat eerst wordt gekeken of deze locatie de meest geschikte is met het oog op de EHS en aantasting natuurkwaliteit. Zo ja, dan kan de vraag gesteld worden of mitigerende maatregelen, waaronder een buffer, mogelijk zijn. Uit de toelichting blijkt niet dat u deze twee stappen volledig hebt afgewogen alvorens pas tot de derde stap te komen: compensatie. Geluid
bestemmingsplan Prinses Amalialaan
50 Wij gaan er van uit dat de grens van de bebouwde kom op de Ekris zodanig in noordelijke richting zal worden verplaatst dat ook de nieuwe woning ten noordoosten van Ekris 51 binnen de 30 km/u zone komt te liggen. In dat geval is voor deze woning geen hogere grenswaardenprocedure nodig. Luchtkwaliteit Uit de beschrijving maken wij op dat door het plan een overschrijding is van de norm voor luchtkwaliteit (24 uurs daggemiddelde). U concludeert dat de woningbouw geen negatief effect heeft. Deze twee constateringen uit het plan gaan niet goed samen. Wij adviseren u de toelichting hierop aan te passen en zonodig nieuwe berekeningen uit te voeren. Wij gaan er van uit dat actuele gegevens zullen aangeven dat het plan aan de norm voldoet. Categorie woningen In uw nota “Hoofdkeuzes van de gemeente Woudenberg”geeft u aan de geringe mogelijkheden om woningen toe te voegen goed te willen gebruiken. Daarbij denkt u vooral aan starters- en ouderenwoningen. De toevoeging van de in het plan voorgestelde luxe woningen bedient deze groepen niet. Indien u op andere locaties invulling geeft aan de hoofdkeuzes uit uw nota zou in dit bestemmingsplan daarvan melding moeten worden gemaakt om een en ander in het juiste perspectief te kunnen plaatsen. Economische uitvoerbaarheid. De locatie dient als voorfinancieringslocatie in het kader van de ruimte voor ruimte regeling. Het plan wordt budgettair neutraal uitgevoerd, waardoor er voor de gemeente geen financiële gevolgen zijn. Maatschappelijke uitvoerbaarheid. Het plan zal nog moeten worden aangevuld met de resultaten over de maatschappelijke uitvoerbaarheid. III. Toepassing artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Op grond van onze beoordeling zullen wij gedeputeerde staten adviseren voor dit bestemmingsplan een algemene verklaring van geen bezwaar als bedoeld in artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening af te geven, onder het voorbehoud dat de dienst REG akkoord moet gaan met de nog af te spreken compensatie op grond van de Boswet.
Hoogachtend,
De Provinciale Planologische Commissie van Utrecht
R. Jonge Poerink, plv. voorzitter
R.C. Buis, secretaris
bestemmingsplan Prinses Amalialaan