Hoofdluisprotocol Prinses Amaliaschool 2013-2017
Hoofdluisprotocol Basisschool Prinses Amalia Dit hoofdluisprotocol is gemaakt om de kans op hoofdluisbesmetting zo klein mogelijk te maken. De aanpak van het luizenprobleem bij een kind vraagt van alle betrokkenen veel inspanning, met name van de ouders/verzorgers van het kind. Door als school en ouders samen te werken houden we het probleem zo klein mogelijk. Iedereen heeft hierin zijn eigen verantwoordelijkheid. Werkwijze Hoofdluisprotocol: Elke groep heeft zijn eigen luizen preventie team (l.p.t.). Er zijn minimaal 2, liefst 3 ouders per groep die de luizencontroles doen. Dit lp-team is er voor minimaal een schooljaar, inclusief de eerste controle na de zomervakantie, totdat er in het volgende schooljaar een nieuw lp-team is. In de eerste week na ieder vakantie worden alle kinderen controleert op hoofdluis. Een overzicht van de luizencontrole-weken staat op de jaarplanner. Ook bij tussentijdse meldingen van hoofdluis/neten worden de vaste luizenouders van die klas gevraagd de controles te doen. De controles vinden plaats buiten het klaslokaal. Taken luizen preventie team (l.p.t.): 1. In de eerste week na iedere schoolvakantie de klas controleren op hoofdluis. Het l.p.t. kijkt zorgvuldig op de voorkeursplaatsen: pony, kruin, nek en achter de oren naar luizen en neten. Vragen/aanbieden of de leerkracht ook gecontroleerd wil worden. 2. Het l.p.t. houdt op een registratieformulier bij of alle kinderen gecontroleerd zijn en bij wie eventueel luizen of neten geconstateerd zijn. 3. Aan de kinderen wordt geen mededeling gedaan over de bevindingen. Het l.p.t. blijft ten alle tijden discreet, de resultaten worden alleen aan de leerkracht medegedeeld. 4. Indien bij een kind hoofdluis geconstateerd wordt, moet dit onder vier ogen of schriftelijk aan de betrokken leerkracht gemeld worden. 5. De directie of administratiefmedewerker vragen de standaardbrief mee te geven via de kinderen naar de ouders van de klas. Meldt daarbij welke klas het betreft. 6. Na 7 dagen hercontrole. 7. Blijkt 6 weken na de eerste constatering dat het kind nog steeds niet vrij is van hoofdluis/neten dichter dan 2 cm van de hoofdhuid dan dit de leerkracht melden. De leerkracht meldt dit bij de directie. (zie taak 8 “taken groepsleerkracht) 8. Bij een tussentijdse melding, extra luizencontrole uivoeren. Deze controle moet zo snel mogelijk na de meldding plaats vinden. 9. Het l.p.t. zorgt ervoor dat 1x per jaar de luizenzakken gereinigd worden (aan het einde van elk schooljaar). Taken groepsleerkracht: 1. De groepsleerkracht geeft indien nodig, de gelegenheid aan het l.p.t. om de controles uit te voeren. De controle bij voorkeur op de eerste dag na de vakantie. 2. Als er hoofdluis en/of neten tijdens de controle op school wordt gevonden, neemt de leerkracht dezelfde dag contact op met betreffende ouders. De leerkracht meldt de bevindingen van het l.p.t. en verwijst naar de informatiebrief, die door de directie wordt meegegeven en verwijst voor verdere informatie naar de website van de school. 3. Bij twijfel van het l.p.t. geeft de leerkracht een brief mee over het extra waakzaam zijn aan desbetreffende ouders. 4. De leerkracht verzoekt nadrukkelijk de ouders, indien van toepassing, broertjes en zusjes te controleren en het bij hun leerkracht te melden als de ouders bij hen ook luizen en/of neten constateren. De kinderen moeten meteen behandeld worden. 5. De leerkracht verzoekt nadrukkelijk de ouders de hoofdluisbesmetting, indien van toepassing, te melden bij de naschoolse opvang. 6. De leerkracht doet de verkleedkleding in een plastic zak en gebruikt deze pas weer als de besmetting voorbij is.
7. Bij het verkleden voor gym bij de groepen 3 t/m 8 er extra op letten dat de luizentassen meegaan en ook gebruikt worden. 8. Blijkt 6 weken na de eerste constatering dat het kind nog steeds niet vrij is van hoofdluis/neten dichter dan 2 cm van de hoofdhuid, dan meldt de leerkracht dit bij de directie. De directie neemt contact op met desbetreffende ouders. 9. Bij een tussentijdse melding door ouders/verzorgers schakelt de leerkracht het l.p.t. in. Taken school/administratie: 1. Wanneer na 6 weken na de eerste constatering, het betreffende kind nog steeds niet vrij is van hoofdluis en/of neten dan neemt de directie contact op met desbetreffende ouders. 2. De directeur/MT-lid, administratief medewerker verzorgt de verzending van de informatiebrief aan de ouders van de betreffende groep waar de besmetting is geconstateerd. Taken ouders/verzorgers: 1. Gedurende het hele jaar het eigen kind regelmatig controleren op hoofdluis, met name aan het eind van elke vakantie. 2. Indien er hoofdluis gevonden wordt, dient de ouder/verzorger dit te melden aan de groepsleerkracht van het desbetreffende kind. 3. Indien op school hoofdluis is geconstateerd, controleert de ouder/verzorger zelf thuis eventuele broertjes of zusjes. Als bij hen ook hoofdluis of neten worden geconstateerd, informeert de ouder/verzorger de betreffende leerkracht. 4. De ouder/verzorger gaat direct over tot het nemen van maatregelen. (zie de informatiebrief hoe te handelen.) 5. Op de controledagen houden de ouders rekening met de haardracht van hun kind, zodat de luizenouders geen kostbare tijd verliezen. 6. De ouders/verzorgers controleren zelf thuis hun kinderen in geval van afwezigheid tijden een hoofdluiscontrole.
Bijlage 1: Instructie voor luizen preventie team In de eerste week na een vakantie van minstens 1 week vindt de luizencontrole plaats. Dag en tijdstip staan vermeldt in de schoolgids. Hoe ga je te werk bij de controle? Met z’n tweeën of drieën gaan ouders de groep controleren. Uit de kast (in de directiekamer) neem je mee: 1. 1 map met namenlijst van de groep die jullie gaan controleren. 2. Een pen 3. Een flesje desinfecterende gel om je handen mee te reinigen. In de groep vertel je de leerkracht en de leerlingen over de luizencontrole. Vervolgens controleer je de kinderen op de gang. Zorg ervoor dat je goed licht hebt! Op de namenlijst noteer je: 1. A=afwezig (het kind is niet op school) 2. V= goed (er is geen luis of neet gevonden) 3. N=neet (er is een neet gevonden. Vermeldt ook in centimeters hoever de dichtstbijzijnde neten van de hoofdhuid verwijderd zijn. 4. L= luis (er is een luis gevonden) Werk anoniem! Laat de kinderen niet zien wat je opschrijft. Na afloop informeer je de leerkracht over het resultaat. De namenlijst, pen en gel breng je terug naar de kast (in de directiekamer). Heb je een luis of neet gevonden?
Bij twijfel: vraag je collega controleur onopvallend of ze even wil kijken. Blijft er twijfel laat de leerkracht de brief meegeven voor twijfel en dus waakzaam zijn. Vertel de desbetreffende leerling niets over het resultaat. Maak alleen een aantekening op de namenlijst. Vertel de leerkracht op de gang bij welke kinderen je iets gevonden hebt of geeft de leerkracht de namen op een briefje. De leerkracht informeert de ouder/verzorgers. Vertel de leerlingen/leerkracht: 1. dat ze over 7 dagen weer zullen worden gecontroleerd. 2. Dat de ouders via een brief worden geïnformeerd. Ga naar de directie/ administratiemedewerker. En vraag of men de informatiebrief met de ouders/verzorgers van de betreffende groep wil meegeven. Benoem om welke groep het gaat. Noteer in je agenda: over 7 dagen her controle.
Bijlage 2: informatiebrief
HELP……. HOOFDLUIS Wat zijn luizen en neten? Een hoofdluis is een parasiet, die op de behaarde hoofdhuid van de mens leeft. Hoofdluizen leven van het bloed dat ze uit de huid zuigen. Ze zijn twee tot drie millimeter groot en grijsblauw tot roodbruin van kleur. Ze kruipen weg voor licht. De eitjes, die neten genoemd worden zijn één millimeter groot, wit en glanzend. Ze zitten vastgekleefd in het haar en komen na ongeveer acht dagen uit. Het witte hulsje blijft aan het haar gekleefd. De jonge luizen zijn na ongeveer negen dagen volwassen, leggen eitjes en de cirkel is rond. De neten ijken op roos, maar zitten vastgekleefd aan de haren, tegen de hoofdhuis aan. Vooral op warme plekjes: achter de oren, in de nek en onder de pony. Neten, die meer dan 1 cm van de hoofdhuis af zitten zijn dode (lege) neten.
Hoe krijg je het? Iedereen kan hoofdluis krijgen. Luizen kunnen niet springen; ze lopen van de één naar de ander over. Kinderen zitten vaak met de hoofden bij elkaar en kunnen elkaar dus gemakkelijk besmetten. Via een muts of kam kan ook besmetting plaatsvinden. Het oplopen van hoofdluis heeft niets te maken met persoonlijke hygiëne. Ook gewassen haren zijn voor luizen aantrekkelijk.
Wat kun je doen om hoofdluis te voorkomen? Je kunt niet voorkomen dat de hoofdluis van de één naar de ander loopt. Ook niet door een bestrijdingsmiddel te gebruiken. Je kunt alleen, als je ze eenmaal hebt, zorgen dat ze zich niet vermeerderen. Behandeling is alleen nodig als er luizen of neten geconstateerd zijn.
Hoe kun je een besmetting met hoofdluis vaststellen? Manier 1: Kijken Kijk (misschien met een vergrootplas) of er neten zijn in het hoofdhaar: achter de oren, in de nekharen, onder de pony Let ook op signalen van jeuk. Jeuk kan, maar hoeft niet altijd voor te komen. Manier 2: Kammen Kam met een metalen luizenkam met een dubbele rij tanden om te zien of er luizen uit het haar komen
Hoe behandelen?
Behandelen is dus alleen nodig als er neten of luizen geconstateerd zijn. In dat geval moeten er twee methodes tegelijk worden toegepast; 1. Het gebruik van een bestrijdingsmiddel Door jarenlange ervaring gaat onze voorkeur uit naar producten van Prioderm en met name de lotion met een inwerktijd van 12 uur. 2. Het kammen met een luizenkam met een dubbele rij metalen tanden De neten gaan namelijk niet allemaal dood van het bestrijdingsmiddel. Zij kunnen dus nog uitkomen. Het kammen moet u veertien dagen volhouden. Door elke dag te kammen haalt u de jonge luisjes eruit.
Koop bij de apotheek (of drogist) een luizendodende lotion. De lotion moet twaalf uren inwerken en kan daarom het beste aan het begin van de avond worden aangebracht. Was na twaalf uren het haar alleen met water en begin diezelfde dag met het kammen met de luizenkam. (zie tekstvak hieronder)
Een week na de eerste lotionbehandeling moet u die herhalen, ook al staat dat niet in de bijsluiter. Daarna geen lotion meer gebruiken Kammen met een luizenkam Luizenkammen zijn te koop bij apotheek of drogist. Koop een kam met een dubbele rij metalen tanden. Maak het haar een beetje nat, dan kamt het makkelijker. Kam het haar, lok voor lok, vanaf de hoofdhuid. Om alle haren te kammen zijn zeker dertig slagen nodig. Dat kost zeker 20 minuten (lang haar 30 minuten!). Een kind kan dat niet bij zichzelf, dus zal het kammen door een ouder of verzorger gedaan moeten worden. Bijkammen boven een wit papier of boven een wasbak is het beste te zien of er luizen uit komen. Als er luizen uitkomen, spoel deze dan weg in de wasbak.
ANDERE MAATREGELEN IN HUIS
Was de kleren die de laatste week gedragen zijn op 60 °C. Vergeet daarbij de jassen, dassen, mutsen en petten niet
Was het beddengoed en liefst ook knuffels, dekbed en kussen op 60 °C
Spullen die niet gewassen kunnen worden verpakken in een plastic zak en deze goed afgesloten een week wegzetten of 24 uur in de diepvries. Klop de spullen daarna uit.
Meubels en autobekleding één keer grondig stofzuigen. Stofzuigerzak nadien weggooien.
Vloerbedekking dagelijks zuigen, zeker op de kamer van het kind.
Hebben meerdere gezinsleden hoofdluis, dan tegelijk behandelen, om te voorkomen dat ze elkaar besmetten.
Uit voorzorg behandelen met een luizendodend middel helpt niet om hoofdluis te voorkomen en werkt resistentie inde hand!
Heeft u nog vragen of wilt u advies: GGD Ede: 0318-68 49 11 // GGD Arnhem: 026-377 38 05
Bijlage 3
Data hoofdluiscontrole 2013-2014 Aanvang 8.30 uur
LET OP 2 September OM 9.30 UUR!
Maandag 2 sept.
Zomervakantie
Maandag 28 okt.
Herfstvakantie
Maandag 6 jan.
Kerstvakantie
Maandag 24 feb.
Voorjaarvakantie
Dinsdag 6 mei
Meivakantie
Maandag 16 juni
Deze data a.u.b. vermelden in uw agenda Op 2 september 2013 verwachten wij u allemaal om 9.30 uur op school.
Enkele suggesties: Lijsten duidelijk invullen (let op de codes aan de zijkant van het Leitz-mapje) Als u niet kunt wilt u dit melden bij de directie/administratief medewerkster.
Met vriendelijke groet, Wim van het Goor