project:
bestemmingsplan kern Wijlre
gemeente Gulpen-Wittem
planregels
status:
ontwerp
datum:
2 december 2009
projectnummer:
Gulpen-Wittem/Wijlre
auteur:
Rilanna van Nuenen
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
1
Artikel 1 Begrippen
1
Artikel 2 Wijze van meten
14
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
16
Artikel 3 Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden
16
Artikel 4 Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
23
Artikel 5 Bedrijf
33
Artikel 6 Bedrijf - Bierbrouwerij
37
Artikel 7 Bedrijf-Nutsvoorziening
41
Artikel 8 Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg
42
Artikel 9 Bedrijventerrein
46
Artikel 10 Centrum - 1
49
Artikel 11 Dienstverlening
54
Artikel 12 Groen
59
Artikel 13 Horeca
62
Artikel 14 Kantoor
67
Artikel 15 Maatschappelijk
72
Artikel 16 Recreatie-Verblijfsrecreatie
76
Artikel 17 Recreatie – Volkstuin
81
Artikel 18 Verkeer
83
Artikel 19 Water
85
Artikel 20 Wonen – 1
86
Artikel 21 Wonen – 2
92
Artikel 22 Wonen – 3
99
Artikel 23 Waarde – Cultuurhistorie
102
Artikel 24 Waterstaat - Inundatiegebied
104
Artikel 25 Waterstaat - Meanderzone
105
Artikel 26 Waterstaat – Waterlopen
106
Hoofdstuk 3 Algemene regels
108
Artikel 27 Anti-dubbeltelregel
108
Artikel 28 Algemene bouwregels
109
Artikel 29 Algemene gebruiksregels
112
Artikel 30 Algemene aanduidingsregels
113
Artikel 31 Algemene ontheffingsregels
115
Artikel 32 Algemene wijzigingsregels
117
Artikel 33 Algemene procedureregels
118
Artikel 34 Overige regels
119
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
121
Artikel 35 Overgangsrecht
121
Artikel 36 Slotregel
123
Bijlage bij regels bijlage 1.: overzicht beschermde monumenten en karakteristieke bebouwing bijlage 2.: toegesneden lijst van bedrijfstypen bijlage 3.: overzicht consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijvigheid en aan huis gebonden beroepen bijlage 4.: bestemming Gemengd – Vrijkomende Agrarische Bebouwing bijlage 5.: Bijlage IV, kwetsbare objecten binnen de veiligheidszones
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels Begrippen
plan:
het bestemmingsplan 'kern Wijlre' van de gemeente Gulpen-Wittem; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1729.BPLKOM02000 met de bijbehorende regels 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5
aan-huis-gebonden beroep:
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied of daarmee gelijk te stellen gebieden, dat door zijn beperkte omvang in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met behoud van de woonfunctie en met een ruimtelijke uitstraling die in overeenstemming is met de woonfunctie(in bijlage 3 is een overzicht van aan huis gebonden beroepen opgenomen); 1.6
agrarisch gebruik:
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; 1.7
ambacht(elijke):
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt;
1
1.8
archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden; 1.9
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.10
bed & breakfast:
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit aan maximaal 8 personen die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Onder een bed and breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. 1.11
bedrijf:
een vorm van een organisatie van mensen en middelen met als doel het vervaardigen, bewerken, herstellen of installeren van producten of het verlenen van diensten aan andere organisaties of particulieren; 1.12
bedrijfsdoeleinden:
vormen van bedrijf vergelijkbaar met of zoals opgenomen in bijlage 2. bij de regels: 'toegesneden lijst van bedrijfstypen' en ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG; 1.13
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten; 1.14
bedrijfsvloeroppervlak:
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
2
1.15
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; 1.16
bestaand:
bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven bouwvergunning mag worden gebowud, tenzij in de planregels anders bepaald; gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod c.q. op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; 1.17
bestemmingsgrens:
de grens van het bestemmingsvlak; 1.18
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.19
bijbouwgrens:
de grens van de aanduiding 'bijgebouwen'; 1.20
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.21
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.22
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
3
1.23
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.24
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel; 1.25
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.26
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.27
bouwwerken geen gebouwen zijnde:
een constructie die geen gebouw is; 1.28
bijgebouw:
een aangebouwd dan wel vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat architectonisch en/of bouwkundig ondergeschikt is aan en ten dienste staat van het hoofdgebouw; 1.29
(eet)café:
een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden. De nadruk ligt echter op het verstrekken van drank; 1.30
carport/overkapping:
een bouwwerk, geen gebouwen zijnde met tenminste een dak en niet of slechts aan één zijde voorzien van een wand, bestaande wanden van overige gebouwen niet meegerekend;
4
1.31
coffeeshop:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprak van het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse; 1.32
consumentverzorgende en/of ambachtelij-
ke bedrijven: het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke en/of dienstverlend bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zondanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend en de desbetreffende bedrijvigheid een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie (in bijlage 3 is een overzicht van consumentverzorgende en/of ambachtelijke activiteiten opgenomen); 1.33
cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied; 1.34
dagrecreatie:
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat; 1.35
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
5
1.36
dienstverlening:
het bedrijfsmatig/beroepsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten, met uitzondering van een garagebedrijf en seksinrichting; 1.37
erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt; 1.38
erosie:
uitslijting en wegspoeling van bodemmateriaal door stromend water; 1.39
evenement:
een tijdelijke activiteit in de openlucht aldan niet in tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of levensbeschouwlijke doeleinden; 1.40
evenemententerrein
een terrein bedoeld en geschikt voor het houden van regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) terugkerende meerdaagse tijdelijke evenementen; 1.41
extensief recreatief medegebruik:
vormen van recreatief medegebruik gericht op natuuren landschapsbeleving; 1.42
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.43
groepsaccommodatie:
(deel van) een gebouw dat blijvend bestemd is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten;
6
1.44
groepskamperen:
een vorm van recreatief verblijven, waarbij overnacht wordt in gemeenschappelijke tentruimten of tentenkampen; 1.45
groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.46
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel valt aan te merken; 1.47
horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies zoals een (eet)café, restaurant en hotel, en/of een zaalaccommodatie; 1.48
horeca ondergeschikt aan hoofdbestem-
ming: het bedrijfsmatig, als ondergeschikte nevenactiviteit mede verstrekken van uitsluitend dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse; 1.49
huishouden:
een verzameling van één of meer personen met een relationele binding die één woonruimte bewoont en een economisch-consumptieve eenheid vormt; 1.50
industrie(le):
een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen c.q. bewerken van goederen, producten en/of stoffen middels of grotendeels middels machines, installaties of anderszins via een geautomatiseerd proces;
7
1.51
kampeermiddel:
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;. 1.52
kampeerterrein:
terrein met daarbij horende voorzieningen en blijkens de inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf; 1.53
kantoor:
een ruimte, of bij elkaar behorende ruimten, die bedoel zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden; 1.54
kap:
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15°; 1.55
karakteristieke bebouwing:
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse en gelet op de architectonische en/of cultuurhistorische waarde; kleinschalig (agrarisch) gebruik: 1.56
kleinschalig (agrarisch) gebruik:
gebruik van agrarisch gebied door burgers als bijvoorbeeld schapen- en paardenwei, bestaande paardenbak, volkstuinen en spontane vergroting van het eigen perceel. 1.57
landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
8
1.58
maatschappelijk:
doeleinden ten behoeve van educatieve, sociale, religieuze, culturele, sportieve, recreatieve, verzorgende en overheidsfuncties; 1.59
mantelzorg:
het binnen de bestaande bebouwing bieden van zorg op vrijwillige en onbetaalde basis aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband; 1.60
meergezinswoning:
gebouw, dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat; 1.61
monumentale waarde:
waarden van zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde; 1.62
monumenten:
alle op de plankaart als monument conform artikel 6 Monumentenwet 1988 aangeduide zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van algemeen belang wegens aanwezigheid daar van voornoemde zaken; 1.63
natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang; 1.64
onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen; 1.65
ondergronds bouwen:
het beneden de aardoppervlakte, onder peil, realiseren van een bouwwerk;
9
1
1.66
onderkomens:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder bekruin
weg
peil
grepen woonwagens, woonschepen, caravans, staca-
0,2 m
ravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en
gebouw
keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een recreatief buitenverblijf; 1.67
(openbare) nutsvoorziening:
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation; 1.68
peil:
voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: a. 0,20 meter boven de hoogte van de kruin van de woningontsluitingsweg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: b. de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer. 1.69
permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf waardoor de ruimte als reguliere woning wordt gebruikt; 1
peil als gebouw direct aan de weg grenst
1.70
prostitutie:
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Hieronder wordt ook verstaan thuisprostitutie; 1.71
recreatie:
alle activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben; 1.72
recreatief medegebruik:
het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, alsmede voor route-ondersteunende voorzieningen en bestaande parkeergelegenheden, zoals picknick-, uit-
10
zicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten; 1.73
recreatiewoning:
een (deel van een) gebouw van een woningtypering dat dient als periodiek verblijf voor wisselde groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning is niet toegestaan; 1.74
restaurant:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken; 1.75
ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte; 1.76
seksinrichting:
een gelegenheid waarin beroepsmatig, bedrijfsmatig of in clubverband voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van porno-erotische aard plaatsheeft, en/of seksuele diensten/handelingen (van welke aard dan ook) worden verricht; 1.77
smartshop/growshop:
een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd; 1.78
standplaats c.q. kampeerplaats:
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorzieningen, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal één kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf;
11
1.79
standplaats (bij detailhandel):
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats, te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruik makend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagen of een tafel; 1.80
stedenbouwkundig beeld:
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen; 1.81
straatprostitutie:
het zich in openbaar gebied of in openbare ruimten dan wel in een zich in het openbaar gebied of in openbare ruimten bevindend voertuig, beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander, tegen vergoeding; 1.82
verblijfsrecreatie:
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat zoals in recreatiewoningen en in een bed en breakfast. De personen die hier gebruik van maken hebben elders een woon- of verblijfsplaats. 1.83
voorgevel:
de naar de weg gekeerde zijde van een hoofdgebouw; 1.84
weg:
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden; 1.85
wellness:
activiteiten gericht op het welzijn van de mens in de breedste zin van het woord met als doel het grootst mogelijke geestelijke en lichamelijke welzijn voor een ieder te verkrijgen;
12
1.86
woning:
een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de permanente huisvesting van één huishouding; 1.87
woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, waaronder niet begrepen een caravan; 1.88
Wro:
Wet ruimtelijke ordening zoals van kracht 1 juli 2008. 1.89
zomerhuisje:
een gebouw dat dient als periodiek verblijf voor wisselde groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning is niet toegestaan; 1.90
zijerf:
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen.
13
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de lengte, breedte en diepte van een
bouwwerk: de buitenwerks (tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren) gemeten afstand; 2.2
de bouwhoogte/nokhoogte van een bouw-
werk: vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.4
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.5
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.7
afstand tot de zijdelingse bouwperceel-
grens: tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is;
14
2.8
bebouwingspercentage:
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen; 2.9
ondergrondse bouwdiepte van een bouw-
werk: Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend. 2.10
Ondergeschikte bouwdelen:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 m.
15
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels Agrarisch met waarden –
Natuur- en landschapswaarden 3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. duurzaam agrarisch gebruik; b. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast; c.
instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden;
d. bescherming van aangrenzend natuurgebied; e. kleinschalig gebruik, ter plaatse van de aanduiding 'tuin'; met daaraan ondergeschikt: f.
ontsluiting van de afzonderlijke percelen;
g. recreatief medegebruik. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemeen
Op de tot 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde in 3.2.2. 3.2.2
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. omheiningen en/of erfafscheidingen, mogen uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen worden opgericht, met dien verstande dat de hoogte maximaal 1.50 m mag bedragen.
16
3.3
Nadere eisen
3.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing.
3.3.2 De onder 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige aantasting en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
3.4
Ontheffing van de bouwregels
3.4.1
Ontheffing aanleg kleinschalige recreatieve
voorzieningen en schuilgelegenheden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2, ten behoeve van de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit-
en
schuilgelegenheid,
picknickplaatsen)
en
schuilgelegenheid voor vee mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande, dat: a. de voorzieningen maximaal 25 meter uit de openbare weg zijn gelegen; b. de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap; c.
het oppervlak aan bouwwerken per voorziening ten hoogste 12 m² mag bedragen;
d. de goothoogte ten hoogste 3.00 m mag bedragen; e. de bouwhoogte ten hoogste 4.50 meter mag bedragen;
17
f.
gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 45° worden afgedekt;
g. de gebouwen op basis van een inpassingsplan afgestemd worden op de specifieke omgevingskenmerken (landschappelijke inpassing, eventueel stedenbouwkundig ontwerp en cultuurhistorische aspecten). 3.4.2
Ontheffing voor het realiseren van gebouwen
ter plaatse van de aanduiding 'tuin' Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 6.2., voor het realiseren van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'tuin' mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande, dat: a. de oppervlakte van gebouwen maximaal 12 m² per bouwperceel inclusief aangrenzende in bezit zijnde gronden met een oppervlakte van ten minste 1 ha mag bedragen;gebouwen maximaal 25 meter uit de openbare weg of aangrenzende woonbestemming zijn gelegen; b. de goothoogte ten hoogste 3.00 meter mag bedragen; c.
de bouwhoogte ten hoogste 4.50 meter mag bedragen;
d. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 45° worden afgedekt; e. de gebouwen op basis van een inpassingsplan afgestemd worden op de specifieke omgevingskenmerken (landschappelijke inpassing, eventueel stedenbouwkundig ontwerp en cultuurhistorische aspecten).
18
3.4.3
Ontheffing
tijdelijke
teeltondersteunende
voorzieningen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in ten behoeve van het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, mits: a. in het geval de oppervlakte ten behoeve van tijdelijke boogkassen en tijdelijke regenkappen na ontheffing meer dan 10% van de totale teeltoppervlakte van een agrarisch bedrijf uitmaakt, vooraf advies is verkregen van de adviescommissie BOM+; b. omliggende waarden en functies niet onevenredig worden aangetast; c.
de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond middels een bedrijfsontwikkelingsplan;
d. de ontheffing niet leidt tot aantasting van de karakteristieke openheid van de plateaus, aangegeven op de kaart hellingklassen teeltondersteunende voorzieningen behorende bij de provinciale 'Beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen'; e. de ontheffing geen betrekking heeft op hellingen met een hellingspercentage van meer dan 4%, volgens de bij de provinciale 'Beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen' behorende kaart hellingklassen teeltondersteunende
voorzienin-
gen, met dien verstande, dat: 1. gebouwen en bouwwerken in beginsel binnen het bouwvlak behorende bij het agrarisch bedrijf worden gerealiseerd; 2. containervelden en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (in de vorm van regenkappen en boogkassen), voor zover deze niet binnen de agrarische bedrijfsbestemming opgericht kunnen worden, enkel mogen worden opgericht op aan de agrarische bedrijfsbestemming aansluitende gronden; 3. indien vanuit agrarische en/of landschappelijke motieven aangetoond kan worden dat aansluiting aan de bestaande agrarische bouwkavel niet mogelijk is, containervelden en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (in de vorm van regenkappen en boog-
19
kassen) ook op verder gelegen gronden mogen worden opgericht, waarbij geen zelfstandige bouwkavel mag ontstaan; 4. de tijdelijke teeltondersteunende na afloop van een termijn van maximaal 6 maanden verwijderd worden; 5. bij een negatief advies van de adviescommissie BOM+ slechts ontheffing mag worden verleend, nadat Gedeputeerde Staten hiermee hebben ingestemd. 3.4.4
Ontheffing oprichten hagelnetten
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2 ten behoeve van het oprichten van hagelnetten, mits: a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond middels een bedrijfsontwikkelingsplan; b. vooraf advies is verkregen van de adviescommissie BOM+; c.
voldaan wordt aan de 'Beleidsregel hagelnetten', zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Limburg op 9 maart 2004.
3.4.5
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 31.5 gegeven procedure. 3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als: a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen; b. paardenbak, terras, tennisbaan en zwembad; c.
het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
20
e. parkeerplaats en/of staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; f.
militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen en voorzover het bestaande openbare wegen en paden betreft;
g. terrein voor het aanbrengen, het hebben van opschriften, aankondigingen of afbeeldingen, waaronder reclame-uitingen, behoudens het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet; h. het opslaan van mest(stoffen); i.
het opslaan van hooi- en strobalen;
j.
nieuwvestiging van een niet grondgebonden agrarisch bedrijf;
k.
opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik;
l.
sport- of wedstrijdterrein;
m. parkeerterrein; n. evenementen. 3.6
Aanlegvergunning
3.6.1
Vergunningsplichtige werken of werkzaamhe-
den Het is verboden op of in de tot 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; c.
het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen;
d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
21
e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschroeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders; f.
het aanbrengen van hoog opgaande beplanting anders dan ten behoeve van de ecologische structuur of de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap;
g. het bebossen van gronden ten behoeve van de houtproductie. 3.6.2 Het bepaalde in 3.6.1 is niet van toepassing voor: a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde; b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; c.
werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd. 3.6.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. 3.6.4 Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.
22
Artikel 4 4.1
Agrarisch - Agrarisch Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. agrarische bedrijven met een geheel of in hoofdzaak grondgebonden agrarische bedrijfsvoering; b. bestaande agrarische bedrijven met een geheel of in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering; c.
wonen in bedrijfswoningen, daaronder mede begrepen mantelzorg en huisvesting van de rustende boer, mits: 1. mantelzorg en huisvesting van de rustende boer niet leiden tot het ontstaan van een nieuwe zelfstandige woning,
met de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemeen
Op de tot 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik; b. teeltondersteunende voorzieningen, hagelnetten en mestopslagplaatsen; c.
één bedrijfswoning per volwaardig agrarisch bedrijf;
d. bijgebouwen; e. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 4.2.2 en 4.2.3.
23
4.2.2
Regeling bouwvlak
Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels: a. gebouwen en mestopslagplaatsen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 4.50 m bedragen; c.
de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 10.00 m bedragen;
d. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; e. een bedrijfswoning voor het overige voldoet aan de regels in artikel 24.2.2; f.
de inhoud van de mestopslagplaatsen per bouw3
perceel mag in totaal 2.500 m bedragen; g. het oppervlak aan boogkassen per bouwperceel mag ten hoogste 2.500 m² bedragen, tenzij een groter oppervlak is aangeduid op de plankaart; h. de hoogte van boogkassen mag ten hoogste 2.50 m bedragen. 4.2.3
Overige regels
Voor het overige gelden de volgende regels: a. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 8.00 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van voedersilo's ten hoogste 12.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van erfafscheidingen ten hoogste 2.00 m mag bedragen. 4.3
Nadere eisen
4.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing;
waarbij de regels zoals deze gesteld zijn in de POLuitwerking BOM+ in acht dienen te worden genomen.
24
4.3.2 De onder 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige aantasting en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
4.4
Ontheffing van de bouwregels
4.4.1
Ontheffing voor de hoogte van bedrijfsgebou-
wen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2.2 ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen met een goothoogte groter dan 4.50 m en/of een bouwhoogte groter dan 10.00 m, mits: a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; b. landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind; c.
belangen van derden niet onevenredig worden aangetast,
met dien verstande, dat: 1. de goothoogte ten hoogste 6.50 m mag bedragen; 2. de bouwhoogte ten hoogste 12.00 m mag bedragen. 4.4.2
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure.
25
4.5
Specifieke gebruiksregels
4.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen; b. nieuwvestiging van een niet grondgebonden agrarisch bedrijf; c.
opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
4.5.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. wonen, anders dan in een bedrijfswoning of in een mantelzorg- en rustende boervoorziening, waarbij er geen nieuwe zelfstandige woning mag ontstaan; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; c.
recreatie, anders dan toegelaten krachtens het plan;
d. detailhandel, uitgezonderd de verkoop van ter plaatse vervaardigde en geproduceerde producten; e. horeca, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik; f.
agrarische hulp- en nevenbedrijfsdoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik;
g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
26
4.6
Ontheffing van de gebruiksregels
4.6.1
Ontheffing niet-agrarische activiteiten
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.1, 4.2 en 4.5, ten behoeve van het toestaan van niet-agrarische activiteiten naast agrarische bedrijfsdoeleinden, in het kader van de duurzame ontwikkeling van het landelijk gebied en ter versterking van de recreatieve functie van het buitengebied. Ontheffing voor bewerking en/of verkoop aan de boerderij van agrarische producten, het bieden van werk en verzorging aan hulpbehoevende mensen, verblijfsrecreatie in de vorm van kamperen en appartementen op de boerderij, dagrecreatie in de vorm van het bieden van dagarrangementen en excursies alsmede (sier)tuinen, kleinschalige horeca, zoals theeschenkerijen, en culturele activiteiten zoals natuurcursussen en exposities en/of daarmee qua aard en omvang naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders gelijk te stellen activiteiten, wordt alleen verleend, mits: algemeen: a. de activiteiten, qua economische bedrijfsomvang, inkomen en ruimtegebruik, ondergeschikt zijn aan de agrarische bedrijfsactiviteiten; b. de activiteiten binnen de bestaande bouwmassa kunnen worden uitgevoerd. Alleen wanneer de noodzaak daartoe is aangetoond is uitbreiding of vervangende nieuwbouw van bestaande bedrijfsgebouwen binnen het bouwvlak toegestaan, mits daardoor geen cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwing verloren gaat; c.
de activiteiten geen hinder of belemmeringen veroorzaken voor omliggende bedrijven of woningen;
d. de activiteiten landschappelijk goed inpasbaar zijn en omliggende natuurlijke en landschappelijke waarden en belangen niet onevenredig schaden; e. de activiteiten infrastructureel goed inpasbaar zijn en niet tot onevenredige verkeersoverlast leiden; specifiek voor boerderijverkoop:
boerderijverkoop onderdeel uitmaakt van een functionerend agrarisch bedrijf en wordt beëindigd bij beëindiging van het agrarisch bedrijf;
boerderijverkoop plaats vindt van in hoofdzaak op
27
het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan op andere agrarische bedrijven geproduceerde of bewerkte agrarische producten; met dien verstande, dat: 1. het vloeroppervlak voor boerderijverkoop ten hoogste 200 m² mag bedragen; specifiek voor bewerking van agrarische producten:
bewerking van agrarische producten uitsluitend de bewerking van op het eigen bedrijf of in de directe omgeving daarvan op andere agrarische bedrijven geproduceerde producten betreft;
specifiek voor vakantiewoningen op de boerderij:
de vakantiewoningen kunnen worden ingepast binnen de bestaande monumentale en/of karakteristieke bebouwing;
met dien verstande, dat 1. vakantiewoningen uitsluitend binnen de bestaande bebouwing mogen worden gerealiseerd. specifiek voor kleinschalige dagrecreatie en horeca:
de activiteiten kleinschalig zijn en ten dienste staan van extensieve recreatie in het buitengebied c.q. ondersteunend zijn aan wandel- en fietsroutes dan wel bedoeld zijn voor de eigen gasten.
specifiek voor kamperen:
kamperen als ondergeschikte nevenactiviteit onderdeel uitmaakt van een functionerend agrarisch bedrijf (min. 25 NGE) en wordt beëindigd bij beeindiging van het agrarisch bedrijf;
met dien verstande, dat: 1. maximaal 25 locaties kamperen op de boerderij binnen de gemeente aanwezig mogen zijn; 2. per locatie maximaal 15 kampeerplaatsen aanwezig mogen zijn; 3. sanitaire voorzieningen binnen het bouwvlak mogen worden opgericht; 4. kamperen alleen tijdens het kampeerseizoen is toegestaan dat loopt van 15 maart tot 1 november; 5. buiten het kampeerseizoen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn; 6. de kampeerplaatsen landschappelijk zijn ingepast in de omgeving;
28
7. in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien binnen het bestemmingsvlak 'Agrarisch Agrarisch Bedrijf' overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3. 4.6.2
Ontheffing stalling kampeermiddelen en boten
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.1 en 4.5, ten behoeve van het toestaan van het stallen van kampeermiddelen en boten, mits: a. de stalling plaatsvindt binnen de bestaande bouwmassa van het complex; b. er elders op het perceel geen vervangende nieuwbouw gerealiseerd wordt; c.
de stalling geen hinder of belemmeringen veroorzaakt voor omliggende bedrijven of woningen;
d. de omliggende natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig worden geschaad. Procedure ontheffing 4.6.3
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 4.7
Wijzigingsbevoegdheid
4.7.1
Wijziging
in
de
bestemming
Gemengd-
Vrijkomende Agrarische Bebouwing Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Gemengd-Vrijkomende Agrarische Bebouwing', ten behoeve van een doelmatig gebruik van de bebouwing, mits: a. de agrarische functie geheel of grotendeels is komen te vervallen; b. het betreft cultuurhistorisch waardevolle of karakteristieke bebouwing, dan wel een duidelijke ruimtelijke kwaliteitsverbetering tot stand gebracht wordt conform de BOM+ regeling. In dat laatste geval dient de initiatiefnemer tot wijziging aan te tonen welke bedrijfsgebouwen noodzakelijk zijn voor de nieuwe functie en/of het te handhaven deel van de agrarische functie. De overige (bedrijfs)gebouwen dienen te worden gesloopt;
29
c.
de landschappelijke, cultuurhistorische en/of architectonische waarden van de bebouwing behouden blijven;
d. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt; e. vooraf is vastgesteld dat vanuit milieuhygiënisch en visueel-ruimtelijk oogpunt geen bezwaren bestaan tegen de nieuwe functie, f.
uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). met dien verstande dat: 1. bij gedeeltelijke wijziging, binnen de bestemming 'Gemengd - Vrijkomende Agrarische Bebouwing' geen nieuwe woningen, bedrijfswoningen en/of vakantiewoningen mogen worden gebouwd; 2. de nieuwe functies uitsluitend zijn toegestaan binnen de bestaande voormalige (agrarische) bedrijfsbebouwing. Uitbreiding van de bebouwing is niet toegestaan. Herbouw van delen van het complex is wel toegestaan, mits hier indien mogelijk substantiële sloop tegenover staat, waarbij. de bebouwingsmassa van panden die geen monumentale of karakteristieke waarde hebben, met ten minste 40% afneemt. Woningen mogen alleen binnen de bestaande hoofdbebouwing worden gerealiseerd; 3. bij wijziging voor het overige wordt voldaan aan het bepaalde in bijlage 4 (artikel: Gemengd – Vrijkomende Agrarische Bebouwing) van deze regels.
30
4.7.2
Wijziging in de bestemming Agrarisch met
Waarden - Natuur- en landschapswaarden Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Agrarisch met waarden Natuur- en landschapswaarden', waarbij gelijktijdig een bestaand gedeelte van deze bestemmingen wordt gewijzigd in de bestemming 'Agrarisch - Agrarisch Bedrijf' ten behoeve van vormverandering van de bedrijfskavel, mits: a. de verandering van de vorm van het oppervlak van de bestemming Agrarisch - Agrarisch Bedrijf noodzakelijk is vanwege bedrijfseconomische dan wel andere bedrijfsomstandigheden van het betreffende agrarisch bedrijf; b. de wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel landschappelijke waarden; c.
uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
d. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). e. er is voldaan aan de eisen gesteld in de POLuitwerking BOM+. met dien verstande, dat: 1. de oppervlakte van de bestemming Agrarisch - Agrarisch Bedrijf na de wijziging in beginsel niet meer mag bedragen dan 1,5 ha. De oppervlakte mag, gehoord de desbetreffende dienst van de Provincie Limburg, groter zijn indien door toepassing van de POL-uitwerking BOM+ de omgevingskwaliteit ten minste evenredig wordt vergroot; 2. bij wijziging voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 3 van deze regels. 3. voor kamperen op de boerderij voldaan wordt aan het bepaalde in 4.6.1.
31
4.7.3
Wijziging in de bestemming Wonen –1
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 4.7.4
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
32
Artikel 5 5.1
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bestaande, ter plaatse reeds gevestigde bedrijven of industriële, consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijven zoals opgenomen in categorie 1 en 2 van de toegesneden lijst van bedrijfstypen (bijlage 2 bij de planregels), alsmede bedrijven die daarmee gelijk te stellen zijn; b. bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c.
bijgebouwen;
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 5.2.2 en 5.2.3. 5.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het bouwvlak ten hoogste tot het genoemde percentage mag worden bebouwd;
33
c.
de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 7.00 m bedragen;
d. de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 12.00 m bedragen; e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; f.
een bedrijfswoning voldoet aan de regels in artikel 20.2.2.
5.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 5.3
Nadere eisen
5.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
5.3.2 De onder 5.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
34
c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 5.4
Specifieke gebruiksregels
5.4.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. open bedrijfsterrein; b. tuin en/of groenvoorziening; c.
parkeervoorzieningen;
d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik. 5.4.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. bedrijfsdoeleinden anders dan toegestaan onder 5.1; b. detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikte en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik; c.
groothandel;
d. horeca; e. recreatie; f.
wonen, anders dan in een bedrijfswoning;
g. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 5.5
Ontheffing van de gebruiksregels
5.5.1
Ontheffing categorie 3.1 bedrijven
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van de uitoefening van bedrijven, opgenomen in categorie 3.1. van de toegesneden lijst van bedrijfstypen (bijlage 2. bij de regels), alsmede bedrijven die naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders, qua aard en omvang daarmee gelijk te stellen zijn, zulks met uitzondering van geluidhinder veroorzakende inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en
35
vergunningenbesluit Milieubeheer, mits: a. aangrenzende waarden en belangen niet onevenredig worden aangetast; b. de effecten op de omgeving, zoals de belasting van het milieu, per saldo niet zullen toenemen. 5.5.2
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 5.6
Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1
Wijziging in de bestemming Wonen –1
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 5.6.2
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
36
Artikel 6 6.1
Bedrijf - Bierbrouwerij
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Bierbrouwerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bierbrouwerij b. dagrecreatieve voorzieningen zoals een proeflokaal en museum; c.
evenementen.
en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf - Bierbrouwerij' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning; c.
bijgebouwen;
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 6.2.2 en 6.2.3. 6.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; c.
de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
d. de bouwhoogte
van gebouwen mag niet meer
bedragen dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt;
37
f.
een bedrijfswoning voldoet aan de regels in artikel 20.2.2.
6.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 6.3
Nadere eisen
6.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
6.3.2 De onder 6.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
38
6.4
Ontheffing van de bouwregels
6.4.1
Ontheffing voor de bouw van bedrijfsgebou-
wen buiten het bouwvlak Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 6.2.2 ten behoeve van de bouw van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak, mits: a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; b. landschappelijke en cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van bedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind; c.
belangen van derden niet onevenredig worden aangetast,
met dien verstande, dat: 1. er op eigen terrein voldoende ruimte aanwezig blijft voor opslag van goederen en stalling van voertuigen; 2. de bebouwing landschappelijk wodt ingepast; 3. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets); 4. zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij het bepaalde onder 6.2 van deze regels. 6.4.2
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 6.5
Specifieke gebruiksregels
6.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. open bedrijfsterrein; b. tuin en/of groenvoorziening; c.
parkeervoorzieningen;
d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik. e. evenementen onder de voorwaarden dat: 1. een evenement niet langer duurt dan 2 weken;
39
2. een evenement niet vaker dan 6 maal per kalenderjaar plaatsvindt; 3. een evenement dat vaker in het jaar plaatsvindt, in totaal niet langer dan 30 dagen duurt; 4. de opbouw en afbraak van eventuele tijdelijke bouwwerken ten behoeve van een evenement moet plaatsvinden in een periode van in totaal niet meer dan 30 dagen zoals bepaald onder punt 3; 5. het evenement niet tot gevolg heeft dat de gronden en/of opstallen na afloop van het evenement ongeschikt zijn voor toegestane gebruik zoals bepaald onder 6.1 sub. a en b. 6.5.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. bedrijfsdoeleinden anders dan bierbrouwerij; b. detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikte en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik; c.
groothandel;
d. wonen; e. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis; f.
recreatie anders dan dagrecreatieve voorzieningen zoals een proeflokaal en museum; ;
g. wonen, anders dan in een bedrijfswoning; h. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik en tot een maximale hoogte van 8 m.
40
Artikel 7 7.1
Bedrijf-Nutsvoorziening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut; alsmede de daarbij behorende ondergrondse en bovengrondse leidingen en zoneringen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2 7.2
Bouwregels
7.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en omvang bij deze bestemming passen. met inachtname van het bepaalde onder 7.2.2 en 7.2.3. 7.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste 4.00 m bedragen; c.
de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 6.00 m bedragen.
7.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3.50 m bedragen, met uitzondering van de hoogte van: a. telecommunicatiemasten,
waarvan
de
hoogte
maximaal 20,00 m bedraagt; b. erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 1.00 m bedraagt.
41
Artikel 8
Bedrijf - Verkooppunt motorbrand-
stoffen zonder lpg 8.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. de brandstofvoorziening van motorvoertuigen; b. bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 8.2
Bouwregels
8.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf - Verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde, waaronder een kantoor, winkel en wastraat; b. ondergrondse opslagtanks en bijbehorende vulpunten; c.
één bedrijfswoning per bouwperceel;
d. bijgebouwen; e. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 8.2.2 tot en met 8.2.4. 8.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; c.
er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd
d. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt.
42
8.2.3
Regeling bijgebouwen
Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 8.2.4
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen; c.
de hoogte van een luifel of vergelijkbare voorzienig, voor het droog kunnen staan tijdens het tanken, welke ten hoogte 6.00 m mag bedragen.
8.3
Nadere eisen
8.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
43
8.3.2 De onder 8.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 8.4
Specifieke gebruiksregels
8.4.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. open bedrijfsterrein; b. tuin en/of groenvoorziening; c.
parkeervoorzieningen;
d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik. 8.4.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. bedrijfsdoeleinden anders dan toegestaan onder 8.1; b. detailhandel, met uitzondering van de verkoop van nevenproducten, dan wel producten waarvan de verkoop voortvloeit uit, en ondergeschikt is aan het benzinestation, mits de verkoopruimte één geheel vormt met het brandstofverkooppunt en de bruto bedrijfsvloeroppervlakte van de detailhandelsactivitieten niet meer bedraagt dan 75 m2; c.
groothandel;
d. horeca, anders dan voor het nuttigen van ter plaatse verkrijgbare spijzen en dranken en voorts ondergeschikt aan het toegelaten gebruik ; e. recreatie;
44
f.
wonen, anders dan in een bedrijfswoning;
g. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 8.5
Wijzigingsbevoegdheid
8.5.1
Wijziging in de bestemming Wonen –1
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 8.5.2
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
45
Artikel 9 9.1
Bedrijventerrein
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bestaande, ter plaatse reeds gevestigde bedrijven of industriële, consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijven zoals opgenomen in categorie 1, 2 en 3.1 van de toegesneden lijst van bedrijfstypen (bijlage 2 bij de planregels), alsmede bedrijven die daarmee gelijk te stellen zijn; b. bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 9.2
Bouwregels
9.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c.
bijgebouwen;
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 9.2.2 en 9.2.3. 9.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het bouwvlak ten hoogste tot het genoemde percentage mag worden bebouwd;
46
c.
de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 7.00 m bedragen;
d. de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 12.00 m bedragen; e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; f.
een bedrijfswoning voldoet aan de regels in artikel 20.2.2.
9.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 9.3
Nadere eisen
9.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
9.3.2 De onder 9.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken;
47
c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 9.4
Specifieke gebruiksregels
9.4.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. open bedrijfsterrein; b. tuin en/of groenvoorziening; c.
parkeervoorzieningen;
d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik. 9.4.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. bedrijfsdoeleinden anders dan toegestaan onder 9.1; b. detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikte en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik; c.
groothandel;
d. horeca; e. recreatie; f.
wonen, anders dan in een bedrijfswoning;
g. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
48
Artikel 10 10.1
Centrum - 1
Bestemmingsomschrijving
10.1.1 De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijven; b. detailhandel uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel uitgesloten'; c.
dienstverlening;
d. horeca; e. kantoren; f.
kleinschalige recreatieve voorzieningen;
g. wonen; h. caravanstalling ter plaatse van de aanduiding 'caravanstalling'; i.
bijbehorende voorzieningen.
met dien verstande dat bij uitwisseling en/of omzetting van functies voldaan wordt aan het bepaalde in 10.1.3. 10.1.2 De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden met daarop monumentale en karakteristieke gebouwen zoals opgenomen in bijlage 1. bij de regels mogen mede gebruikt worden voor: a. verblijfsrecreatieve doeleinden; met daaraan ondergeschikt: b. wellness; c.
culturele, educatieve en sociale doeleinden.
met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 10.1.3. 10.1.3 Nieuwvestiging van de onder 10.1.1 en 10.1.2 opgenomen functies is toegestaan mits er in overwegende mate geen sprake is van zodanig gebruik dat: a. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; b. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat;
49
c.
er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt;
d. de parkeernomen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-122008) in het geding komen; e. er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. 10.1.4 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Algemeen Op de tot 'Centrum - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. woningen; c.
bijgebouwen,
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 10.2.2 tot en met 10.2.4. 10.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de functies onder 10.1.1 anders dan wonen, worden in ieder geval op de begane grond uitgeoefend; c.
per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan tenzij geen woning aanwezig is, dan is maximaal één nieuwe woning toegestaan;
d. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
50
e. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; f.
er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan.
g. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; h. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt. 10.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 10.2.4 Overige regels Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
51
2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 10.3
Nadere eisen
10.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
10.3.2 De onder 10.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 10.4
Ontheffing van de bouwregels
10.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden als dit naar oordeel van de Welstandscommissie of een daarvoor in plaats tredende instantie esthetisch verantwoord is.
52
10.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 10.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c.
een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is;
d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 10.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 10.5
Specifieke gebruiksregels
10.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
10.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. industriële doeleinden; b. groothandel; c.
opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
53
Artikel 11 11.1
Dienstverlening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; b. bedrijfswoningen; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Algemeen Op de tot 'Dienstverlening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c.
bijgebouwen,
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 11.2.2 tot en met 11.2.4. 11.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de dienstverlenende functie wordt ten minste op de begane grond uitgeoefend; c.
het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd;
54
e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. f.
de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen;
g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. bedrijfswoningen voldoen aan het bepaalde in artikel 20.2.2. 11.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 11.2.4 Overige regels Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
55
11.3
Nadere eisen
11.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
11.3.2 De onder 11.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 11.4
Ontheffing van de bouwregels
11.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden als dit naar oordeel van de Welstandscommissie of een daarvoor in plaats tredende instantie esthetisch verantwoord is.
56
11.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c.
een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is;
d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 11.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 11.5
Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
11.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c.
recreatie;
d. horeca; e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning; f.
opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
57
11.6
Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 11.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
58
Artikel 12 12.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen, zoals trapvelden, speelvoorzieningen,
straatmeubilair,
picknickplaatsen,
plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen; b. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratie- en buffervoorzieningen; c.
voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
met daaraan ondergeschikt: d. recreatief medegebruik. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 12.2
Bouwregels
12.2.1 Algemeen Op de tot 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer; c.
bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van groenvoorzieningen; e. bouwwerken geen gebouwen zijnde behorende tot het straatmeubilair. 12.2.2 Overige regels Voor het overige gelden de volgende regels: a. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 20 m². b. de hoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 3,50 meter.
59
c.
de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4,00 m bedragen. met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke ten hoogste 1.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen; 3. de hoogte van speelvoorzieningen, welke ten hoogste 4.50 m mag bedragen.
12.3
Ontheffing van de bouwregels
12.3.1 Ontheffing voor kunstwerken en kunstobjecten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing ten behoeve van de oprichting van kunstwerken, en kunstobjecten, mits: a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object; b. de hoogte van een bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,50 meter. 12.3.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 12.4
Specifieke gebruiksregels
12.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als: a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen; b. terras, tennisbaan en zwembad; c.
het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen; e. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel;
60
f.
opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
12.5
Wijzigingsbevoegdheid
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 2' is het mogelijk de bestemming 'Groen' te wijzigen in de bestemming 'Bedrijventerrein' zodat ter plaatse bedrijfswoningen gebouwd kunnen worden, mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen de gemeentelijke woonvisie; c.
de totstandkoming van een aanvaardbaar woonmilieu gegarandeerd kan worden;
d. de bedrijfswoningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld; e. aangrenzende landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden en belangen, dan wel functies niet onevenredig worden aangetast of in hun mogelijkheden beperkt f.
uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik;
g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). h. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken de situering van bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de bedrijfswoningen.
61
Artikel 13 13.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca; b. bedrijfswoningen; c.
met daaraan ondergeschikt wellness;
en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 13.2
Bouwregels
13.2.1 Algemeen Op de tot 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c.
bijgebouwen,
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 13.2.2 tot en met 13.2.4. 13.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de horecafunctie wordt ten minste op de begane grond uitgeoefend; c.
het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd;
62
e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. f.
de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen;
g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. bedrijfswoningen voldoen aan het bepaalde in artikel 20.2.2. 13.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 13.2.4 Overige regels Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
63
13.3
Nadere eisen
13.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
13.3.2 De onder 13.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 13.4
Ontheffing van de bouwregels
13.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden als dit naar oordeel van de Welstandscommissie of een daarvoor in plaats tredende instantie esthetisch verantwoord is.
64
13.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 13.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c.
een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is;
d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 13.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 13.5
Specifieke gebruiksregels
13.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
13.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c.
kantoren;
d. dienstverlening; e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning; f.
opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
65
13.6
Wijzigingsbevoegdheid
13.6.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 13.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
66
Artikel 14 14.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoor; b. bedrijfswoningen; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Algemeen Op de tot 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c.
bijgebouwen,
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 14.2.2 tot en met 14.2.4.
14.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de kantoorfunctie wordt ten minste op de begane grond uitgeoefend; c.
het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd;
67
e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. f.
de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen;
g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. bedrijfswoningen voldoen aan het bepaalde in artikel 20.2.2. 14.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 14.2.4 Overige regels Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
68
14.3
Nadere eisen
14.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
14.3.2 De onder 14.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 14.4
Ontheffing van de bouwregels
14.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden als dit naar oordeel van de Welstandscommissie of een daarvoor in plaats tredende instantie esthetisch verantwoord is.
69
14.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 14.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c.
een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is;
d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 14.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 14.5
Specifieke gebruiksregels
14.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
14.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c.
recreatie;
d. horeca; e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning; f.
opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
70
14.6
Wijzigingsbevoegdheid
14.6.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 14.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
71
Artikel 15 15.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke doeleinden van: a. culturele aard; b. educatieve aard; c.
sociaal-medische aard;
d. religieuze aard, e. en voor evenementen. en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Algemeen Op de tot 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. bijgebouwen; c.
bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 15.2.2 en 15.2.3. 15.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; c.
De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte';
d. De bouwhoogte
van gebouwen mag niet meer
bedragen dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'.
72
15.2.3 Overige regels De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 15.3
Nadere eisen
15.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
15.3.2 De onder 15.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
73
15.4
Ontheffing van de bouwregels
15.4.1 Ontheffing voor kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing ten behoeve van de oprichting van kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen, mits: a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object; b. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; c.
de hoogte van een bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,25 meter uitgezonderd speelvoorzieningen waarvan de hoogte niet meer bedraagt dan 4,5 meter.
15.4.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1gegeven procedure. 15.5
Specifieke gebruiksregels
15.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik;
d. evenementen onder de voorwaarden dat: 1. een evenement niet langer duurt dan 2 weken; 2. een evenement niet vaker dan 6 maal per kalenderjaar plaatsvindt; 3. een evenement dat vaker in het jaar plaatsvindt, in totaal niet langer dan 30 dagen duurt;
74
4. de opbouw en afbraak van eventuele tijdelijke bouwwerken ten behoeve van een evenement moet plaatsvinden in een periode van in totaal niet meer dan 30 dagen zoals bepaald onder punt 3; 5. het evenement niet tot gevolg heeft dat de gronden en/of opstallen na afloop van het evenement ongeschikt zijn voor toegestane gebruik zoals bepaald onder 15.1 sub. a t/m d. 15.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c.
recreatie;
d. horeca; e. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
75
Artikel 16 16.1
Recreatie-Verblijfsrecreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatieve voorzieningen; b. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een groepsacommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie'; c.
horeca, ondergeschikt en inherent aan de verblijfsrecreatieve functie;
d. wonen in bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 16.2
Bouwregels
16.2.1 Algemeen Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen worden gebouwd: a. één recreatiewoning per bouwperceel, uitgezonderd: 1. daar waar op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan meerdere recreatiewoningen aanwezig zijn. Ter plaatse is het bestaande aantal recreatiewoningen toegestaan; 2. ter plaatse van de bestemming 'WaardeCultuurhistorie' waar meer recreatiewoningen zijn toegestaan onder de voorwaarden dat:
de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen;
een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat;
76
er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt;
de parkeernomen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008) in het geding komen;
er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding.
b. bed & breakfast; c.
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' een groepsaccmmodatie;
d. één bedrijfswoning; e. bijgebouwen; f.
bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 16.2.2 tot en met 16.2.4. 16.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; c.
de voorgevel van hoofdgebouwen zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd;
d. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd; e. iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; f.
het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt;
g. de maximale oppervlakte van een zomerhuisje 2
bedraagt 100 m ; h. de oppervlakte van gebouwen in gebruik voor horeca dient ondergeschikt te zijn aan de oppervlakte van gebouwen met een verblijfsrecreatieve functie; i.
een bedrijfswoning voldoet aan het bepaalde in artikel 20.2.2.
77
16.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde gebouwd worden; b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de e
hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c.
bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt;
d. het oppervlakte van bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij de woning behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 16.2.4 Overige regels Voor het overige geldt de volgende regels: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. b. er dient in voldoende mate op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3. 16.3
Nadere eisen
16.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen;
78
c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
16.3.2 De onder 16.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 16.4
Specifieke gebruiksregels
16.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
16.4.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c.
groepsaccommodatie uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie groepsaccommodatie';
d. camping of bungalowpark; e. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis; f.
permanente bewoning, behoudens in een bedrijfswoning;
79
g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 16.5
Wijzigingsbevoegdheid
16.5.1 Wijziging in de bestemming Wonen-1 of Wonen-2 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1' of 'Wonen – 2', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c.
de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets).
g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 20.2 respectievelijk 21.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 16.5.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
80
Artikel 17 17.1
Recreatie – Volkstuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie – Volkstuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dagrecreatieve voorzieningen in de vorm van volkstuinen; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 34.2. 17.2
Bouwregels
17.2.1 Algemeen Op de tot 'Recreatie – Volkstuin' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 17.2.2. , 17.2.2 Overige regels De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke ten hoogste 1.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en verlichting welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 17.3
Nadere eisen
17.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; b. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
81
17.3.2 De onder 17.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 17.4
Specifieke gebruiksregels
17.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
17.4.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c.
verblijfsrecreatie;
d. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis; e. permanente bewoning; f.
opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
82
Artikel 18 18.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bewegend en stilstaand wegverkeer en de daarbij behorende voorzieningen, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen; b. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens als standplaats; c.
voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut;
d. groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor rijdend en stilstaand wegverkeer noodzakelijk gronden, zoals (midden)bermen; e. straatmeubilair; f.
infiltratie en buffervoorzieningen, zoals hemelwaterbuffers en bergbezinkbassins;
g. standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, mits het geen belemmering voor de verkeersafwikkeling vormt en het geen onomkeerbare verandering van de onder a tot en met e genoemde doeleinden tot gevolg heeft. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 18.2
Bouwregels
18.2.1 Algemeen Boven, op of onder de tot 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer; c.
bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden;
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van recreatieve voorzieningen;
83
e. bouwwerken geen gebouwen zijnde behorende tot het straatmeubilair; f.
bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeven van onder- en bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water;
g. bouwwerken geen gebouwen zijnde noodzakelijk voor de gescheiden boven- en ondergrondse inzameling van afvalstoffen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 18.2.2. 18.2.2 Regeling bouwvlak Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitzondering van die, welke bedoeld zijn onder b., mag ten hoogste 4.00 m bedragen; b. de hoogte van lichtmasten, verkeerstekens en andere palen en masten mag ten hoogste 10.00 m bedragen. 18.3
Specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt niet verstaan het gebruik van gronden voor evenementen onder de voorwaarden dat: a. een evenement niet langer duurt dan 2 weken; b. een evenement niet vaker dan 6 maal per kalenderjaar plaatsvindt; c.
een evenement dat vaker in het jaar plaatsvindt, in totaal niet langer dan 30 dagen duurt;
d. de opbouw en afbraak van eventuele tijdelijke bouwwerken ten behoeve van een evenement moet plaatsvinden in een periode van in totaal niet meer dan 30 dagen zoals bepaald onder punt c; e. het evenement niet tot gevolg heeft dat de gronden en/of opstallen na afloop van het evenement ongeschikt zijn voor toegestane gebruik zoals bepaald onder 18.1 sub. a t/m f.
84
Artikel 19 19.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water; b. eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem; c.
recreatief medegebruik.
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 19.2
Bouwregels
19.2.1 Algemeen Boven, op of onder de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of de regenwaterbuffer. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 19.2.2. 19.2.2 Regeling bouwvlak Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken mag ten hoogste 3.50 m bedragen. 19.3
Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de bestemming 'Water' zijn de gebods- en verbodsregels van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
85
Artikel 20 20.1
Wonen – 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, met inbegrip van aan-huis-gebonden beroepen en mantelzorg; b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor kantoren; c.
ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend voor garageboxen ten behoeve van de stalling van motorvoertuigen, fietsen en opslag inherent aan de woonfunctie.
en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 20.2
Bouwregels
20.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen; b. bijgebouwen; c.
ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend garageboxen;
d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 20.2.2 tot en met 20.2.4. 20.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
86
c.
het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' de kantoren uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan; e. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; f.
er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding: 1. 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan 2. 'garage' waar de goot- en bouwhoogte maximaal 3,50 meter bedraagt.
g. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; h. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' waar uitsluitend een plat dakconstructie is toegestaan. 20.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bij vrijstaande woningen dient één zijerf onbebouwd te blijven; c.
bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; d. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; e. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden.
87
20.2.4 Overige regels a. Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. b. Het bouwvlak en het vlak met de bouwaanduiding 'bijgebouwen' mogen niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van: 1. de bouw van erkers, over een breedte van 70% van de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits de diepte van de erker niet meer bedraagt dan 1,50 m., de hoogte van de erker niet meer bedraagt dan de hoogte van de 1
e
bouwlaag van het hoofdgebouw en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3,00 m. bedraagt; 2. aansluitende luifels boven de voordeur en kappen op erkers, mits deze vanuit het stedenbouwkundig beeld en afmetingen van ondergeschikte betekenis zijn en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3.00 m. bedraagt; 3. ondergeschikte onderdelen van het gebouw, als schoorstenen, lichtkoepels en antennes, met uitzondering van liftopbouwen en luchtbehandelingsinstallaties. 20.3
Nadere eisen
20.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing;
88
b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
20.3.2 De onder 20.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 20.4
Ontheffing van de bouwregels
20.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 20.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden als dit naar oordeel van de Welstandscommissie of een daarvoor in plaats tredende instantie esthetisch verantwoord is. 20.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 20.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe is aangetoond; c.
een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is;
d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad.
89
20.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 20.5
Specifieke gebruiksregels
20.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
20.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning, behoudens bij mantelzorg; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden, behoudens
voor
aan-huis-gebonden
beroepen,
waarbij: 1. maximaal 100 m² bebouwd oppervlak gebuikt wordt als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte; 2. door dit gebruik de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft; 3. dit gebruik geen ernstige of onevenredige hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving; 4. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse; 5. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, ander dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik c.
detail- en/of groothandel;
d. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
90
20.6
Ontheffing van de gebruiksregels
20.6.1 Toestaan consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 20.5.2, ten behoeve van de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. deze doeleinden geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de omgeving; c.
vaststaat dat de doeleinden een kleinschalig karakter hebben en die ter plaatse zullen behouden;
d. de doeleinden naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming zijn en het geen publieksgerichte voorzieningen betreffen; e. de doeleinden de woonfunctie ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de doeleinden in de woning uitoefent, tevens de gebruiker van de woning is; f.
op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
g. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van een beperkte verkoop in het klein in verband met de bedrijfsmatige activiteit in of bij de woning, met dien verstande, dat: 1. ten hoogste 100 m² van de bebouwing voor consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden mag worden gebruikt. 20.6.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure.
91
Artikel 21 21.1
Wonen – 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 2 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, met inbegrip van aan-huis-gebonden beroepen, mantelzorg en agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis mits geen sprake is van een zodanig gebruik dat bij uitbreiding van het aantal woningen : 1. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; 2. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; 3. er verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; 4. er een negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. waarbij monumentale en karakteristieke gebouwen mede gebruikt mogen worden voor: b. verblijfsrecreatieve doeleinden; met daaraan ondergeschikt: c.
wellness;
d. culturele, educatieve en sociale doeleinden; en bij het medegebruik qua aard of omvang in overwegende mate geen sprake mag zijn van zodanig gebruik dat: 1. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; 2. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; 3. er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; 4. er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding.
92
21.2
Bouwregels
21.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 2 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen; b. bijgebouwen; c.
bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen.
met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 21.2.2 tot en met 21.2.4. 21.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan uitgezonderd ter plaatse van de monumentale of karakteristieke gebouwen; c.
het bouwvlak mag geheel worden bebouwd;
d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd; f.
de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen;
g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt. 21.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bij vrijstaande woningen dient één zijerf onbebouwd te blijven;
93
c.
bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of e
gelijk is aan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; d. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; e. het oppervlakte aan bijgebouwen mag per bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 21.2.4 Overige regels a. Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 21.3
Nadere eisen
21.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
94
21.3.2 De onder 21.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 21.4
Specifieke gebruiksregels
21.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c.
opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
21.4.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. vrijstaande bijgebouwen voor bewoning, behoudens voor mantelzorg waarbij geen zelfstandige woning mag ontstaan; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden, behoudens
voor
aan-huis-gebonden
beroepen,
waarbij: 1. maximaal 100 m² bebouwd oppervlak gebuikt wordt als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte; 2. door dit gebruik de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft;
95
3. dit gebruik geen ernstige of onevenredige hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving; 4. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse; 5. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, ander dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik c.
detail- en/of groothandel;
d. dagrecreatie; e. verblijfsrecreatie, behoudens in monumentale en karakteristieke gebouwen; f.
horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis aan de verblijfsrecreatieve functie;
g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 21.5
Ontheffing van de gebruiksregels
21.5.1 Toestaan consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 21.4.2, ten behoeve van de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. deze doeleinden geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de omgeving; c.
vaststaat dat de doeleinden een kleinschalig karakter hebben en die ter plaatse zullen behouden;
d. de doeleinden naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming zijn en het geen publieksgerichte voorzieningen betreffen; e. de doeleinden de woonfunctie ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de doeleinden in de woning uitoefent, tevens de gebruiker van de woning is; f.
op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
96
g. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van een beperkte verkoop in het klein in verband met de bedrijfsmatige activiteit in of bij de woning, met dien verstande, dat: 1. ten hoogste 100 m² van de bebouwing voor consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden mag worden gebruikt. 21.5.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure. 21.6
Wijzigingsbevoegdheid
21.6.1 Wijziging realisatie nieuwe woning in een monumentaal of karakteristiek bijgebouw Burgemeester en wethouders kunnen het gebruik wijzigen en in monumentale of karakteristieke bijgebouwen een nieuwe (zelfstandige) woning toestaan, onder de voorwaarden dat: a. de woning wordt gerealiseerd binnen het bestaande bijgebouw dat aangemerkt is als monument of karakteristieke bebouwing; b. geen (gedeeltelijke) sloop van monumentale en/of karakteristieke bebouwing plaatsvindt; c.
de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen niet in het geding komen;
d. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; e. het bestaande oppervlakte aan bijgebouwen niet mag toenemen; f.
geen verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt;
g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; h. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). i.
zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij het bepaalde onder 21.2 van deze regels.
97
21.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
98
Artikel 22 22.1
Wonen – 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in de vorm van standplaatsen voor woonwagens of vrijstaande woningen (chalets), b. en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 34.2. 22.2
Bouwregels
22.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend: a. woonwagens worden geplaatst; b. vrijstaande woningen (chalets) worden gebouwd; c.
bijgebouwen worden gebouwd,
d. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 22.2.2 tot en met 22.2.3. 22.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. woonwagens dan wel woningen worden binnen het bouwvlak geplaatst/gebouwd; b. in
het
bouwvlak
is
maximaal
1
woonwa-
gen/woning toegestaan; c.
het oppervlak van een woonwagen/woning bedraagt maximaal 105 m². Bij de berekening van het oppervlak worden bestaande, buiten het bouwvlak gelegen delen van de woonwagen meegeteld;
d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 m; e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6,50 m.
99
22.2.3 Bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. bijgebouwen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd; b. het oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt maximaal 45 m²; c.
de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,50 m.
22.3
Nadere eisen
22.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c.
voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing.
22.3.2 De onder 22.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3;
d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
100
22.4
Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond: a. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens en kampeermiddelen, anders dan de op de standplaats toelaatbare woonwagen/woning; b. voor het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van de motorsport, voor het houden van wedstrijden
met
motorrijtuigen,
motoren
of
(brom)fietsen; c.
voor het crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen;
d. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; e. voor opslagdoeleinden, zoals het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, afval of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, dan wel al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen of producten. 22.4.2 Gebruik van de opstallen Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de opstallen voor: a. afzonderlijke bewoning, indien het een vrijstaande bijgebouw betreft; b. beroeps-, bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte waaronder begrepen de opslag van vuurwerk; c.
detailhandels-, groothandels- en andere handelsdoeleinden, alsmede horecadoeleinden.
101
Artikel 23 23.1
Waarde – Cultuurhistorie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en beeldbepalende bebouwing) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld). 23.2
Bouwregels
23.2.1 Beschermde monumenten Op de tot 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop 'beschermde monumenten', zoals vastgelegd bij lijst in bijlage 1. van de regels, wordt uitsluitend gebouwd indien en voor zover zulks nodig is voor inrichting en/of behoud en/of herstel van bestaande bebouwing, met dien verstande, dat: a. de gevels in de aangegeven bouwgrenzen zullen worden gebouwd; b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in de aangegeven kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, zulks met inbegrip van waardevolle
details
als
erkers,
dakkapellen,
kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in de aanwijzing tot beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet. 23.2.2 Karakteristieke bebouwing Op de tot 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop 'karakteristieke bebouwing', zoals vastgelegd bij lijst in bijlage 1. van de regels, wordt uitsluitend gebouwd indien rekening wordt gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, met dien verstande, dat: a. de gevels in de aangegeven bouwgrenzen zullen worden gebouwd.
102
b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in de aangegeven kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, zulks met inbegrip van waardevolle
details
als
erkers,
dakkapellen,
kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, waarbij vooraf advies van de Monumentencommissie is gevraagd. 23.2.3 Uitsluiting Het onder 23.2.1 en 23.2.2 bepaalde is niet van toepassing voor: a. werken of werkzaamheden in het kader van herstel en reconstructie; b. werkzaamheden,
onderhoudswerkzaamheden
gericht op de instandhouding van terreinen en gebouwen met cultuurhistorische waarden; c.
werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis;
d. werken of werkzaamheden welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd.
103
Artikel 24 24.1
Waterstaat - Inundatiegebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Inundatiegebied ' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de functie inundatiegebied (overstromingsgebieden). Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing. 24.2
Bouwregels
24.2.1 Algemeen Op de tot Waterstaat - Inundatiegebied ' aangewezen gronden zijn geen aanvullende bouwregels van toepassing. 24.3
Specifieke gebruiksregels
24.3.1 Gebruik van de gronden Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Inundatiegebied ' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
104
Artikel 25 25.1
Waterstaat - Meanderzone
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen (meandering). Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing. 25.2
Bouwregels
25.2.1 Algemeen Op de tot 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn geen aanvullende bouwregels van toepassing. 25.3
Specifieke gebruiksregels
25.3.1 Gebruik van de gronden Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
105
Artikel 26 26.1
Waterstaat – Waterlopen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat – Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren, zoals watergangen en regenwaterbuffers, overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas. 26.2
Bouwregels
26.2.1 Algemeen Boven of op de tot 'Waterstaat – Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van primaire wateren, met dient verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 26.2.2. 26.2.2 Regeling bouwwerken Voor de bouwwerken geldt de volgende regel: a. de hoogte bedraagt maximaal 3.50 m. 26.3
Ontheffing van de bouwregels
26.3.1 Ontheffing oprichten van andere bebouwing Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 26.2, ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde binnen de 'Waterstaat – Waterlopen', mits: a. het belang van het primaire water, gehoord het waterschap, niet onevenredig wordt aangetast; b. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming. 26.3.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure.
106
26.4
Specifieke gebruiksregels
26.4.1 Gebruik van de gronden Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterlopen' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing. De verbodsbepalingen onder 1. t/m 6. uit de Keur gelden niet voor werken en werkzaamheden vallend onder normaal agrarisch onderhoud en gebruik, waaronder normaal spit- en ploegwerk anders dan diepploegen op minimaal 1 meter uit de insteek en voor zover de belangen in verband met de leidingen hierdoor niet worden geschaad.
107
Hoofdstuk 3 Artikel 27
Algemene regels Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
108
Artikel 28 28.1
Algemene bouwregels
Bouwverbod
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan. 28.2
Algemene regels over bestaande afstan-
den en andere maten 28.2.1 Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden. 28.2.2 In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden. 28.2.3 In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 28.2.1 en 28.2.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats.
109
28.3
Ondergronds bouwen
28.3.1 Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen. 28.3.2 Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen: a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²; c.
in aanvulling op het bepaalde sub a en b is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1. het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 meter van zijdelingse en achterste perceelsgrens; 2. het zwembad mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijgebouwen als opgenomen in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming in acht wordt genomen; 3. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut; 4. per perceel mag maximaal 1 zwembad worden gebouwd.
d. de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil; e. bij het berekenen van de blijkens geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
110
28.3.3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 28.3.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat: a. de waterhuishouding niet wordt verstoord; b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden. 28.3.4 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure.
111
Artikel 29 29.1
Algemene gebruiksregels
Gebruiksverbod
Als bedoeld in artikel 7.10 Wro is het verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en). 29.2
Gebruik van de gronden en bebouwing
Onder verboden gebruik, als bedoeld in 29.1, wordt naast het bepaalde in 29.3 tevens verstaan het gebruik van de gronden en bebouwing voor: a. een seksinrichting of soortgelijk bedrijf; b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf; c.
straatprostitutie,
29.3
Ontheffing gebruiksverbod
Burgemeester en wethouders verlenen, met inachtneming van de procedure zoals aangegeven in artikel 33.1, ontheffing van het bepaalde in artikel 29.1 als strikte toepassing van de regeling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
112
Artikel 30 30.1
Algemene aanduidingsregels
milieuzone - geurzone
Binnen de op de plankaart aangeduide geurzone rondom de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) zijn in verband met geuremissie geen geurgevoelige bestemmingen toegestaan. 30.2
vrijwaringszone - straalpad
Binnen het straalpad mogen geen bouwwerken worden opgericht met een hoogte van meer dan 20 m. boven peil. 30.3
wro-zone – wijzigingsgebied 1
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 1' is het mogelijk de bestemmingen 'BedrijfNutsvoorziening', 'Groen', 'Maatschappelijk', 'Verkeer' en 'Wonen-3' te wijzigen zodat ter plaatse een maatschappelijke voorziening in combinatie met (starters)woningen ontwikkeld kan worden, mits: a. de herontwikkeling plaatsvindt op een stedenbouwkundig verantwoorde wijze en aansluit op de bestaande stedenbouwkundige structuur; b. de maatschappelijke behoefte is aangetoond; c.
de woningbouw past binnen het 'Woonplan 20102020' van de gemeente Gulpen-Wittem (d.d. 2508-2009);
d. de totstandkoming van een aan e. in de parkeerbehoefte word voorzien overeenkomstig de parkeernormen worden zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008); f.
geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen;
g. de effecten op de omgeving niet onevenredig zullen toenemen; h. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; i.
de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets);
j.
de planregels voor de bestemmingen 'Maatschappelijk', 'Groen', 'Verkeer' en 'Wonen-1' overeenkomstig van toepassing zijn.
113
30.4
rode contour
Ter plaatse van de aanduiding 'rode contour' geldt de regeling, zoals opgenomen in de POL-herziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg d.d. 24 juni 2005.
114
Artikel 31 31.1
Algemene ontheffingsregels
Algemeen
Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, ontheffing verlenen van de regels van het plan ten aanzien van: a. de bebouwing van niet voor bewoning bestemde gronden met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut met dien verstande dat: 1. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen; 3
2. de inhoud ten hoogste 50 m mag bedragen. 31.2
Ontheffing antenne-installaties
Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, ontheffing verlenen van de regels van het plan ten aanzien van: a. het oprichten van antenne-installaties met dien verstande dat de deze voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de beleidsnotitie Mobiele Telecommunicatie van de gemeente GulpenWittem (d.d. 11-02-2007). 31.3
Ontheffing afwijken met 10%
Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, ontheffing verlenen van de regels van het plan mits: a. de afwijking niet meer bedraagt dan 10%; b. de belangen van derden niet worden geschaad. In die gevallen waarin reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een ontheffing is verleend mag niet nogmaals op grond van onderhavige ontheffingsregel ontheffing worden verleend. Tevens is de 10%-regeling reeds toegepast ter plaatse van de aanduiding '10%-regeling toegepast' en mag niet nogmaals worden verleend.
115
31.4
Ontheffing voor groepskamperen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor groepskamperen ter versterking van de recreatieve functie van de kern. De ontheffing wordt alleen verleend, mits: a. groepskamperen als ondergeschikte nevenactiviteit onderdeel uitmaakt van een ter plaatse gevestigd bedrijf (bijvoorbeeld een recreatief bedrijf) en wordt beëindigd bij beëindiging van het bedrijf; met dien verstande, dat: 1. maximaal 100 personen op het terrein voor groepskamperen zijn toegestaan; 2. sanitaire voorzieningen binnen het bouwvlak van de (aangrenzende) bedrijfsbestemming worden opgericht; 3. kamperen alleen tijdens het kampeerseizoen is toegestaan dat loopt van 15 maart tot 1 november; 4. buiten het kampeerseizoen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn; 5. de kampeerplaatsen landschappelijk zijn ingepast in de omgeving; 6. in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien binnen het bestemmingsvlak van de (aangrenzende) bedrijfsbestemming overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 34.3. 31.5
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 33.1 gegeven procedure.
116
Artikel 32 32.1
Algemene wijzigingsregels
Algemeen
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden geschaad. 32.2
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.6 Wro.
117
Artikel 33 33.1
Algemene procedureregels
Procedure ontheffing
Bij het verlenen van ontheffing ingevolge de in deze regels opgenomen ontheffingsmogelijkheden ex artikel 3.6 Wro, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen: a. het ontwerp van het ontheffingsbesluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende ten minste twee weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie; b. Burgemeester en wethouders geven voorafgaand aan deze terinzagelegging, kennis van de aanvraag of het ontwerpbesluit en de terinzagelegging ervan in een of meer dag-, nieuws-, of huisaan-huis-bladen die in de gemeente verspreid worden; c.
in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders;
d. de overeenkomstig het vorige lid ingediende zienswijzen worden betrokken bij het besluit omtrent verlening van ontheffing.
118
Artikel 34 34.1
Overige regels
Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 34.2
Voorrangsregeling
34.2.1 Strijdigheid belangen In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, blijft het belang van de dubbelbestemming overeind. De dubbelbestemming vormt het toegevoegde na te streven nieuwe beleid en levert als zodanig extra criteria op voor de uit te voeren toetsing bij de wijzigingsbevoegdheid. Kan bij wijziging niet aan deze criteria voldaan worden en/of wordt op enig vlak onevenredige schade aangebracht dan kan geen gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid. 34.2.2 Onderlinge relatie dubbelbestemmingen Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat, gelet op het totaalbeleid voor de kern, dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming: a. Waarde – Cultuurhistorie; b. Waterstaat - Waterlopen; c.
Waterstaat - Inundatiegebied;
d. Waterstaat - Meanderzone. Uitzondering hierop, in de vorm van nevenschikking, is mogelijk, wanneer compensatie van eventueel verlies aan kwaliteit is gegarandeerd.
119
34.3
Parkeren
Daar waar in de regels wordt verwezen naar het parkeerbeleid, moet de, op het tijdstip van aanvraag van de bouwvergunning parkeernormen worden gehanteerd zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008).
120
Hoofdstuk 4 gels Artikel 35 35.1
Overgangs- en slotre-
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
35.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 35.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %. 35.1.3 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsrecht van dat plan.
121
35.2
Overgangsrecht gebruik.
35.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. 35.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 35.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 35.2.4 Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan. 35.3
Hardheidsclausule.
35.3.1 Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen Burgemeester en Wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen. 35.3.2 Bij toepassing van de ontheffing als bedoeld onder 35.1.2 geldt de procedure zoals vervat in artikel 33.1.
122
Artikel 36
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan
'Kern Wijlre'.
123
124
Bijlage 1. bij de regels: overzicht monumenten en karakteristieke bebouwing Hierna is een integrale lijst met alle monumentale en karakteristieke panden in de gemeente Gulpen-Wittem weergegeven. Onderstaande panden kunnen dan ook in het buitengebied of in een andere kern zijn gelegen. Monumenten adres
plaats
buurtschap
1
Aan het Veld 4-6
Gulpen
2
Beatrixweg 8
Epen
Eperheide
3
Beatrixweg 10
Epen
Eperheide
4
Beatrixweg 12
Epen
Eperheide
5
Beertsenhoven 3
Wijlre
6
Berghof 1
Wijlre
7
Berghof 1 BY
Wijlre
8
Berghof 2
Wijlre
9
Berghof 3
Wijlre
10 Beutenaken 38
Beutenaken
11 Boeienstraat 1
Epen
12 Boeienstraat 8
Epen
13 Boeienstraat 10
Epen
14 Bommerigerweg 2
Mechelen
15 Bommerigerweg 4
Mechelen
16 Bommerigerweg 6
Mechelen
17 Bommerigerweg 8
Mechelen
18 Bommerigerweg 14a
Mechelen
Helle
19 Bommerigerweg 14b
Mechelen
Helle
20 Bommerigerweg 16
Mechelen
Helle
21 Bommerigerweg 20
Mechelen
Helle
22 Bommerigerweg BY 21
Mechelen
Bommerig
23 Bommerigerweg 22
Mechelen
Helle
24 Bommerigerweg 23
Mechelen
Bommerig
25 Bommerigerweg 24
Mechelen
Helle
26 Bommerigerweg 32
Mechelen
Bommerig
27 Bommerigerweg 34
Mechelen
Bommerig
28 Bommerigerweg 36
Mechelen
Bommerig
29 Bommerigerweg 38
Mechelen
Bommerig
30 Bommerigerweg 38a
Mechelen
Bommerig
31 Bommerigerweg 40
Mechelen
Bommerig
32 Bommerigerweg 42
Mechelen
Bommerig
33 Bommerigerweg 42a
Mechelen
Bommerig
34 Bommerigerweg 46
Mechelen
Bommerig
35 Burg. Teheuxweg 1
Gulpen
36 Commandeurstraat 26
Mechelen
37 Commandeurstraat 38
Mechelen
38 Commandeurstraat 48a
Mechelen
39 Commandeurstraat 48b
Mechelen
40 Commandeurstraat 50
Mechelen
41 Crapoel 4
Gulpen
42 Dal Bissen BY 4
Mechelen
Dal en Bissen
43 Dal Bissenweg 4
Mechelen
Dal en Bissen
44 Dal Bissenweg 6
Mechelen
Dal en Bissen
45 Dal Bissenweg 7
Mechelen
Dal en Bissen
46 Dal Bissenweg 8
Mechelen
Dal en Bissen
47 Dal Bissenweg BY 8
Mechelen
Dal en Bissen
48 Diependalsweg 1
Epen
Diependal
49 Diependalsweg 1a
Epen
Diependal
50 Diependalsweg 1b
Epen
Diependal
51 Diependalsweg 1c
Epen
Diependal
52 Diependalsweg 2
Epen
Diependal
53 Diependalsweg 3
Epen
Diependal
54 Diependalsweg 4
Epen
Diependal
55 Diependalsweg 5
Epen
Diependal
56 Diependalsweg 6
Epen
Diependal
56 Diependalsweg 7
Epen
Diependal
57 Diependalsweg 8
Epen
Diependal
58 Diependalsweg 9
Epen
Diependal
59 Diependalsweg 10
Epen
Diependal
60 Diependalsweg 11
Epen
Diependal
61 Diependalsweg 12
Epen
Diependal
62 Diependalsweg 13
Epen
Diependal
63 Dorphof 2+4
Epen
64 Dorpsstraat 12
Slenaken
65 Dorpsstraat 50
Slenaken
66 Dorpsstraat 55
Slenaken
67 Dorpsstraat 57 BY
Slenaken
68 Elkenrade 7
Elkenrade
69 Elzeterweg 2
Mechelen
Elzet
70 Elzeterweg 3
Mechelen
Elzet
71 Elzeterweg 5
Mechelen
Elzet
72 Eperweg 19
Mechelen
Höfke
73 Eperweg 21
Mechelen
Höfke
74 Eperweg 21a
Mechelen
Höfke
75 Eperweg 21b
Mechelen
Höfke
76 Eperweg 3
Mechelen
77 Eperweg 3a
Mechelen
78 Eperweg BY 19+21
Mechelen
79 Eperweg BY 3
Mechelen
Höfke
80 Euverem 10
Gulpen
Euverem
81 Euverem 10a
Gulpen
Euverem
82 Eyserbosweg 2
Eys
83 Eyserheide 29
Eys
Eyserheide
84 Eyserheide 31
Eys
Eyserheide
85 Eyserheide 33
Eys
Eyserheide
86 Eyserheide 35
Eys
Eyserheide
87 Eyserheide 35a
Eys
Eyserheide
88 Eyserheide 35b
Eys
Eyserheide
89 Eyserheide 37
Eys
Eyserheide
90 Eysserweg 2
Eys
Trintelen
91 Grachtstraat 2
Eys
92 Grensweg 3
Slenaken
93 Grote Bosweg BY 2
Heyenrath
94 Heerenhofweg 1
Mechelen
95 Heerenhofweg 5
Mechelen
96 Heerenhofweg 7
Mechelen
97 Heerenhofweg 9
Mechelen
98 Heyenratherweg 15-17
Heyenrath
99 Hilleshagerweg BY 2
Mechelen
100 Hilleshagerweg 6a
Mechelen
101 Hilleshagerweg 8
Mechelen
102 Hilleshagerweg 8a
Mechelen
103 Hilleshagerweg 12
Mechelen
104 Hilleshagerweg 14
Mechelen
105 Hilleshagerweg 20
Mechelen
106 Hilleshagerweg BY 20
Mechelen
107 Hilleshagerweg 37
Mechelen
Hilleshagen
108 Hilleshagerweg 37a
Mechelen
Hilleshagen
109 Hilleshagerweg 39
Mechelen
Hilleshagen
110 Hilleshagerweg 43-45
Mechelen
Hilleshagen
111 Hilleshagerweg 94
Mechelen
Hilleshagen
112 Hilleshagerweg 100
Mechelen
Hilleshagen
113 Hilleshagerweg 102
Mechelen
Hilleshagen
114 Hilleshagerweg 108a
Mechelen
Hilleshagen
115 Hilleshagerweg 108b
Mechelen
Hilleshagen
116 Hilleshagerweg 108c
Mechelen
Hilleshagen
117 Hilleshagerweg 108d
Mechelen
Hilleshagen
118 Hilleshagerweg 108e
Mechelen
Hilleshagen
119 Hilleshagerweg 112
Mechelen
Hilleshagen
120 Hilleshagerweg 118
Mechelen
Hilleshagen
121 Hilleshagerweg 120
Mechelen
Hilleshagen
122 Hilleshagerweg BY 122
Mechelen
Hilleshagen
123 hoek Schilbergerweg/Kerkdel
Slenaken
124 Höfke 1
Mechelen
Höfke
125 Höfke BY 2
Mechelen
Höfke
126 Höfke 2
Mechelen
Höfke
127 Höfke 3
Mechelen
Höfke
128 Höfke 5
Mechelen
Höfke
129 Höfke 7
Mechelen
Höfke
130 Hoofdstraat 2
Mechelen
131 Hoofdstraat 9
Mechelen
132 Hoofdstraat 11
Mechelen
133 Hoofdstraat 13
Mechelen
134 Hoofdstraat 15
Mechelen
135 Hoofdstraat 17
Mechelen
136 Hoofdstraat 22
Mechelen
137 Hoofdstraat 23
Mechelen
138 Hoofdstraat 25
Mechelen
139 Hoofdstraat 33
Mechelen
140 Hoofdstraat 53
Mechelen
141 Hoofdstraat 71
Mechelen
142 Hoofdstraat 105
Mechelen
143 Hurpescherweg 3
Mechelen
Hurpesch
144 Hurpescherweg 4
Mechelen
Hurpesch
145 Hurpescherweg 5
Mechelen
Hurpesch
146 Hurpescherweg 10
Mechelen
Hurpesch
147 Hurpescherweg 12
Mechelen
Hurpesch
148 Ingberdorpsstraat 9
Ingber
149 Ingberdorpsstraat 13
Ingber
150 Ingberdorpsstraat 14
Ingber
151 Ingberdorpsstraat 17
Ingber
152 Ingberdorpsstraat 19
Ingber
153 Ingberdorpsstraat 21
Ingber
154 Ingberdorpsstraat 29
Ingber
155 Ingberdorpsstraat 38
Ingber
156 Julianastraat BY 21
Epen
157 Julianastraat 2a
Epen
158 Julianastraat 6
Epen
159 Julianastraat 27
Epen
Eperheide
160 Julianastraat 35a
Epen
Eperheide
161 Julianastraat 35b
Epen
Eperheide
162 Julianastraat 35c
Epen
Eperheide
163 Julianastraat 37
Epen
Eperheide
164 Julianastraat 39
Epen
Eperheide
165 Julianastraat 39a
Epen
Eperheide
166 Julianastraat 40
Epen
Eperheide
167 Julianastraat 41
Epen
Eperheide
168 Julianastraat 41a
Epen
Eperheide
169 Julianastraat 41b - 43
Epen
Eperheide
170 Julianastraat 42
Epen
Eperheide
171 Julianastraat 50
Epen
Eperheide
172 Kampsweg 66
Gulpen
173 Kampsweg 76
Gulpen
174 Kapelaan Houbenstraat 3
Epen
175 Kapelaan Houbenstraat 18
Epen
176 Kapelaan Houbenstraat 18a
Epen
177 Kapelaan Houbenstraat 18b
Epen
178 Kapelaan Houbenstraat 20
Epen
179 Kapelaan Houbenstraat 22
Epen
180 Kapelaan Houbenstraat 24
Epen
181 Kapelaan Pendersplein 12
Gulpen
182 Kapolder 10
Wijlre
183 Kapolder 12
Wijlre
184 Kapolder 14
Wijlre
185 Kasteel Wijlreweg 1-3-5
Wijlre
186 Kelderweg 2
Eys
187 Kelderweg 4
Eys
188 Kelderweg 6
Eys
189 Kerkstraat BY 3
Wijlre
190 Kerkstraat 31
Nijswiller
191 Kiebeukel 2
Gulpen
192 Kiewegracht 7
Gulpen
193 Kiewegracht 9
Gulpen
194 Kleebergerweg 1
Mechelen
Kleeberg
195 Kleebergerweg 4
Mechelen
Kleeberg
196 Kolmonderstraat 18
Nijswiller
197 Kuttingerweg 2
Epen
Terziet
198 Kuttingerweg 5
Epen
Kuttingen
199 Kuttingerweg 5a
Epen
Kuttingen
200 Kuttingerweg 7
Epen
Kuttingen
201 Kuttingerweg 9
Epen
Kuttingen
203 Leienhuisweg 1a
Wijlre
203 Leienhuisweg 1b
Wijlre
204 Lemmensstraat 71
Ingber
205 Lemmensstraat 73
Ingber
206 Molengats 1
Wijlre
207 Molengats 1a
Wijlre
208 Molenweg 2
Gulpen
209 Molenweg 2a
Gulpen
210 Morgensweg 2
Epen
Terziet
211 Morgensweg 2
Epen
Terziet
212 Mr. Dr. Froweinweg 20
Eys
213 Mr. Dr. Froweinweg 61
Eys
214 Mr. Dr. Froweinweg 61a
Eys
215 Mr. Dr. Froweinweg 63
Eys
216 Mr. Dr. Froweinweg 65 + 65b
Eys
217 Mr. Dr. Froweinweg 67
Eys
218 Oude Akerweg 139-141
Gulpen
219 Oude Baan 23
Wahlwiller
220 Oude baan 34
Wahlwiller
221 Oude baan 34a
Wahlwiller
222 Oude baan 45
Wahlwiller
223 Oude Heirbaan 11
Partij-Wittem
224 Oude Heirbaan 11a
Partij-Wittem
225 Oude Heirbaan 11b
Partij-Wittem
226 Oude Heirbaan 11c
Partij-Wittem
227 Oude Heirbaan 4a
Partij-Wittem
228 Oude Heirbaan 6
Partij-Wittem
229 Overgeul 1
Mechelen
230 Overgeul 13
Mechelen
231 Overgeul BY 1
Mechelen
232 Partijerweg 8
Partij-Wittem
233 Pesaken 26
Gulpen
Pesaken
234 Plaatweg 1
Epen
Plaat
235 Plaatweg 2
Epen
Plaat
236 Plaatweg 3
Epen
Plaat
237 Prof. Cobbenhagenstraat 2
Gulpen
238 Reijmerstokkerdorpsstraat 59
Reijmerstok
239 Reijmerstokkerdorpsstraat 75
Reijmerstok
240 Reijmerstokkerdorpsstraat 77
Reijmerstok
241 Reijmerstokkerdorpsstraat 95
Reijmerstok
242 Reijmerstokkerdorpsstraat 96
Reijmerstok
243 Reijmerstokkerdorpsstraat 96a
Reijmerstok
244 Reijmerstokkerdorpsstraat 96b
Reijmerstok
245 Reijmerstokkerdorpsstraat 96c
Reijmerstok
246 Reijmerstokkerdorpsstraat 108
Reijmerstok
247 Reijmerstokkerdorpsstraat 130
Reijmerstok
248 Riehagervoetpad 1-4
Gulpen
249 Rijksweg 2
Partij-Wittem
250 Rijksweg 4
Gulpen
251 Rijksweg 16-18
Gulpen
252 Rijksweg 17-19
Gulpen
253 Rijksweg 79
Gulpen
254 Roodweg 12
Epen
255 Rosstraat 5
Gulpen
256 Scheursweg 5
Mechelen
Elzet
257 Schweibergerweg 1a
Mechelen
Schweiberg
258 Schweibergerweg 1b
Mechelen
Schweiberg
259 Schweibergerweg 3
Mechelen
Schweiberg
260 Schweibergerweg 6
Mechelen
Schweiberg
261 Schweibergerweg 8
Mechelen
Schweiberg
262 Schweibergerweg 12
Mechelen
Schweiberg
263 Schweibergerweg 13
Mechelen
Schweiberg
264 Schweibergerweg 13a
Mechelen
Schweiberg
265 Schweibergweg 13b
Mechelen
Schweiberg
266 Schweibergerweg 15
Mechelen
Schweiberg
267 Schweibergerweg 15a
Mechelen
Schweiberg
268 Schweibergerweg 15b
Mechelen
Schweiberg
269 Schweibergerweg 15c
Mechelen
Schweiberg
270 Schweibergerweg 17
Mechelen
Schweiberg
271 Schweibergerweg 25
Mechelen
Schweiberg
272 Schweibergerweg 29
Mechelen
Schweiberg
273 schweibergerweg 31
Mechelen
Schweiberg
274 schweibergerweg 33
Mechelen
Schweiberg
275 Schweibergerweg 35
Mechelen
Schweiberg
276 Schweibergerweg 44
Mechelen
Schweiberg
277 Slenakerweg 3
Gulpen
Billinghuizen
278 Slenakerweg 8
Gulpen
279 Slenakerweg 8a
Gulpen
280 Slenakerweg 8c
Gulpen
281 Slenakerweg 21
Gulpen
282 Slenakerweg 23
Gulpen
283 St. Agathastraat 3
Eys
284 Stokhem 31
Wijlre
Stokhem
285 Stokhem 36
Wijlre
Stokhem
286 Stokhem 38
Wijlre
Stokhem
287 Stokhem 40
Wijlre
Stokhem
288 Stokhem 42
Wijlre
Stokhem
289 Stokhem 44
Wijlre
Stokhem
290 Stokhem 48
Wijlre
Stokhem
291 t Veld 1
Epen
Kuttingen
292 t Veld 1a
Epen
Kuttingen
293 tegenover Maastrichterweg 5
Slenaken
294 Terpoorterweg 4
Epen
295 Terzieterweg 3
Epen
296 Terzieterweg 4
Epen
Plaat
297 Terzieterweg 6
Epen
Plaat
298 Terzieterweg 7
Epen
Terziet
299 Terzieterweg 8
Epen
Plaat
300 Terzieterweg 9
Epen
Terziet
301 Terzieterweg 10
Epen
Plaat
302 Terzieterweg 14
Epen
Terziet
303 Terzieterweg 20
Epen
Terziet
304 Terzieterweg 24
Epen
Terziet
305 Terzieterweg 28
Epen
Terziet
306 Terzieterweg 34
Epen
Terziet
307 Terzieterweg 46
Epen
Terziet
308 Teventweg 1
Partij-Wittem
309 Tuinstraat 13
Wijlre
Etenaken
310 Valkenburgerweg 38
Wijlre
Etenaken
311 Valkenburgerweg 44
Wijlre
Etenaken
312 Valkenburgerweg 100
Wijlre
Etenaken
313 Valkenburgerweg 105
Wijlre
Etenaken
314 Valkenburgerweg 107
Wijlre
Etenaken
315 Valkenburgerweg 109
Wijlre
Etenaken
316 Valkenburgerweg 111
Wijlre
Etenaken
317 Waterstraat 2
Slenaken
318 Waterstraat 4
Slenaken
319 Wesselderstraat 2-4
Gulpen
320 Weyerweg 2
Mechelen
321 Wezelderweg 14
Eys
322 Wilhelminastraat 5
Epen
323 Wilhelminastraat 6
Epen
324 Wilhelminastraat 10
Epen
325 Wilhelminastraat 12
Epen
326 Wilhelminastraat 23
Epen
327 Wilhelminastraat 23a
Epen
328 Wilhelminastraat 25
Epen
329 Wilhelminastraat 25a
Epen
Helle
330 Wilhelminastraat 25b
Epen
331 Wilhelminastraat 71
Epen
332 Wittemer Allee 1
Partij-Wittem
333 Wittemer Allee by 1
Partij-Wittem
334 Wittemer Allee 1a
Partij-Wittem
335 Wittemer Allee 1b
Partij-Wittem
336 Wittemer Allee 3
Partij-Wittem
337 Wittemer Allee 3a
Partij-Wittem
338 Wittemer Allee 30
Partij-Wittem
339 Wittemer Allee 32
Partij-Wittem
340 Wittemer Allee 34
Partij-Wittem
341 Wittemer Allee 38
Partij-Wittem
342 Wittemerweg 7
Eys
343 Wittemerweg 8
Eys
344 Wittemerweg 8a
Eys
345 Wittemerweg 10
Eys
346 Wittemerweg 29
Eys
347 Wittemerweg 29
Eys
348 Zwartebrugweg 2
Eys
Karakteristieke bebouwing adres pand Akerstraat 1 Beatrixweg 16 Beatrixweg 18 Beatrixweg 2 Beatrixweg 20 Beatrixweg 21 Beatrixweg 25 Beatrixweg 4 Beatrixweg BY 8 Beertsenhoven 5 Beertsenhoven 6
1
2
Berghof 2 BY Bergstraat 11 Bergstraat 13 Beutenaken 1 en 1a Beutenaken 12 Beutenaken 18 Beutenaken 2 Beutenaken 20 Beutenaken 4 Beutenaken 46 Beutenaken 52 Beutenaken 54
postcode plaats
6321 PR 6321 PR
6278 NA
6278 NA
Beutenaken 56 Bommerigerweg 21 Bommerigerweg 26 Bommerigerweg 44 Bosveld 1 Breulseweg 3 Brouwerijstraat 12 Brouwerijstraat 13 Brouwerijstraat 15 Brouwerijstraat 16 Brouwerijstraat 18
87 88 89 90 92 93 94 95 96 97 98
Burgemeester Teheuxweg 11 Burgemeester Teheuxweg 13 Burgemeester Teheuxweg 15-17 Burgemeester Teheuxweg 19 Burgemeester Teheuxweg 21-23 Burgemeester Teheuxweg 25 Burgemeester Teheuxweg 27-33 Burgemeester Teheuxweg 3 Burgemeester Teheuxweg 5 Burgemeester Teheuxweg 7 Burgemeester Teheuxweg 9
Mechelen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Wijlre Wijlre Wijlre Eys Eys Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Mechelen Mechelen Mechelen Eys Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JK 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
gehucht Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide
Cartils
Bommerig
Etenaken
253 265
99 167
168
5
Capucijnenweg 7 Cartils 1 Cartils 12
6286 BA 6286 NA 6286 NA
Wahlwiller Wijlre Wijlre
Cartils 2a Cartils 4 Cartils 6 Crapoel 1a Dal Bissenweg 12 Dal Bissenweg 13 Dal Bissenweg 18 Dal Bissenweg 20 Dal Bissenweg 5a De Hut 5 De Hut 7 Diependalsweg TO 7
6286 NA 6286 NA 6286 NA 6271 NW 6281 NC
Wijlre Wijlre Wijlre Gulpen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Ingber Ingber Epen
6281 NC 6273 NA 6273 NA 6285 NG
Dorpstraat 57
100 101 102 103
169
170
Dorpsstraat 13 Dorpsstraat 18 Dorpsstraat 22 Dorpsstraat 30
Cartils Cartils Cartils Cartils Cartils Crapoel Dal Bissen Dal Bissen Dal Bissen Dal Bissen Dal Bissen
Slenaken
6271 BK 6271 BL 6271 BL 6271 BL
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
Elekenrade 11 Elkenrade 10 t/m 10b Elkenrade 14 Elkenrade 19 Elkenrade 20 Elkenrade 21 Elkenrade 21a
Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade
Elkenrade 22 Elkenrade 23 Elkenrade 24 Elkenrade 25 Elkenrade 26 Elkenrade 27 Elkenrade 4 Elkenrade 5 Elkenrade 6 Elkenrade 7 Elkenrade 7a Elkenrade 9
Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade
Elkenrae 22b Elkenraderweg 3 Elzeterweg 1, 1a Elzeterweg 3 Elzeterweg BY 2 Eperweg 1 Eperweg 2 en 2c Eperweg 4 en 4a Eperweg 5 Eperweg 6 Eperweg 7
Elkenrade Wijlre Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen
6281 NA
6281 NA
Elzet Elzet Elzet
37
38
42
51
Eperweg 8 Eperweg 9 Eyseheide 14
Mechelen Mechelen Eys
Eyserheide
Eyserheide 11 Eyserheide 12 Eyserheide 13 Eyserheide 13a Eyserheide 15 Eyserheide 17 Eyserheide 19 Eyserheide 2 Eyserheide 21 Eyserheide 23 Eyserheide 25 Eyserheide 27
Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys
Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide
Eyserheide 35a Eyserheide 4 Eyserheide 6 Eyserheide 6a Eyserheide 7 Eyserheide 7a Eyserheide 9 Eyserweg 1 Eyserweg 13 Eyserweg 15 Eyserweg 17 Eyserweg 19
Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys
Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen
Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Mechelen Wijlre
Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen
6287 ND
Eyserweg 23 Eyserweg 25 Eyserweg 3 Eyserweg 34 Eyserweg 3a Eyserweg 4 Eyserweg 5 Eyserweg 6 Eyserweg 7 Eyserweg TO 34 Fokkebroekweg 1 Frombergerweg 3 Givelderweg 1 Grachtstraat 33 Grote Bosweg 2 Gulperweg 4 Hamerstraat 10 Hamerstraat 11 Hamerstraat 12 Hamerstraat 14 Hamerstraat 15 Hamerstraat 16 Hamerstraat 2
6287 AE
6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG
Heijenrath Eys Heijenrath Epen Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys
173 175 179 180
Hamerstraat 3 Hamerstraat 6 Hamerstraat 7
6287 NG 6287 NG 6287 NG
Eys Eys Eys
Hamerstraat 7a Hamerstraat 8 Hamerstraat BY 5 Helberg 2 Helberg 4 Helberg 6 Heyenratherweg 10 Heyenratherweg 13 Heyenratherweg 23 Heyenratherweg 8 Hilleshagerweg 106 Hilleshagerweg 108
6287 NG 6287 NG 6287 NG
Eys Eys Eys Epen Epen Epen Slenaken Slenaken Slenaken Slenaken Mechelen Mechelen
Hilleshagerweg 108 Hilleshagerweg 15 Hilleshagerweg 37a Hilleshagerweg 44-46-48-50 Hilleshagerweg 47 Hilleshagerweg 49 Hilleshagerweg 63 Hilleshagerweg BY 102 Hilleshagerweg BY 98 Holegracht 6 Holegracht 8 Hoofdstraat 99
6277 NM 6281 AH 6281 AC 6281 AH 6281 AH
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Wijlre Wijlre Mechelen
9
Hurpescherweg 2 Hurpescherweg 2a Hurpescherweg 4 Hurpescherweg 8 In de Broekenweg 10 In de Broekenweg 6 In de Broekenweg 8 Ingberdorpsstraat 44 Ingberdorpsstraat 46 Julianastraat 29 Julianastraat 31 Julianastraat 33
6285 AH
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Ingber Ingber Epen Epen Epen
275 248
Julianastraat BY 26 Julianastraat BY 43 Kapolder 8 Kerkdel 1
6321 FV 6277 NL
Epen Epen Wijlre Slenaken
106 108
Kiebeukel 10-12 Kiebeukel 31
6271 BJ 6271 BN
Gulpen Gulpen
Kerkstraat 8 t/m 17 Klapstraat 3 Klapstraat 5a Klapstraat 7 Klapstraat 10
6273 NG 6273 NG
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide
12
Klapstraat 11 Klapstraat 12 Klapstraat 13
Wijlre Wijlre Wijlre
Kleebergerweg 3 Kleebergerweg 5 Kleebergerweg 7 Kleebergerweg BY 4 Knipstraat 1c Knipstraat 1d Knipstraat 2 Knipstraat 3 Knipstraat 5 Knipstraat 9 t/m 11a Knipstraat 12 Knipstraat 13
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Knipstraat 13a Knipstraat 14 Knipstraat 15 Knipstraat 16 Knipstraat 17 Knipstraat 18 Knipstraat 20 Knipstraat 21 Knipstraat 22 Knipstraat 23 Knipstraat 24 Knipstraat 25
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Knipstraat 26 Knipstraat 27 Knipstraat 28 Kolmonderstraat 20 Kromsteeg 13 Kromsteeg 3 Kromsteeg 7 Kromstreeg 11 Kuttingerweg 1 Kuttingerweg 3 Kuttingerweg 4 Landsraderweg 1
Wijlre Wijlre Wijlre Nijswiller Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Epen Epen Epen Heijenrath
6285 NL
Landsraderweg 10 Landsraderweg 2 Landsraderweg 3 Landsraderweg 7-9 Landsraderweg 9 Leienhuisweg 12 Lemmensstraat 26 Lemmensstraat 4
113
Looierstraat 38-40
251
Maastrichterweg 10 Maastrichterweg 11
Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Wijlre Ingber Ingber
6271 BB
Gulpen Slenaken Slenaken
Kuttingen
Maastrichterweg 5 Maastrichterweg 6 Maastrichterweg 8
Slenaken Slenaken Slenaken
Marchierstraat 2 Marchierstraat 8 Marchierstraat 8a Marchierstraat 11 Marchierstraat 12 Marchierstraat 12a Marchierstraat 13 Marchierstraat 13a Marchierstraat 14 Marchierstraat 15 Marchierstraat 16 Marchierstraat 17
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Marchierstraat 18 Marchierstraat 22 Marchierstraat 24 Marchierstraat 26 Marchierstraat 28 Marchierstraat 32 Marchierstraat 34 t/m 38a
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
114 115
Markt 2 Markt 7
6271 BD 6271 BD
Gulpen Gulpen
13
Molenweg 1 Molenweg 2 Molenweg 3
6285 NJ 6285 NJ
Epen Epen Epen
Molenweg 9
6285 NJ
Epen
Molenweg 15 Molenweg 4 4a
6271 JN 6271 JN
Gulpen Gulpen
116 117
Morgensweg 3 Morgensweg 7 Overgeul 10 Overgeul 12 Overgeul 14 Overgeul 2b Overgeul 4 Overgeul 9 Overgeul tussen 11 en 13 120 121 122
15
Pesaken 1 Pesaken 3 en 5 Pesaken 10 Pesaken 12 Pesaken BY 1 Pesakerweg 19 Piepertweg 17 Piepertweg 19 Pieperwegt 17a Plaatweg 10-12 Plaatweg 6
Epen Epen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen 6271 PA
Gulpen
Pesaken
6271 PB 6271 PB
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Eys Eys Eys Epen Epen
Pesaken Pesaken Pesaken
6271 PA
6285 NK
Plaat Plaat
14
Plaatweg 8 Provinciale weg 22 Prof. Cobbenhagenstraat 13
6285 NK
Epen Slenaken Gulpen
\ 224 225 297 303
Reijmerstokker dorpstraat 1 t/m3 Reijmerstokker dorpstraat 2 Reijmerstokker dorpstraat 7 Rijksweg 11 Rijksweg 32
6274 NH 6274 NL 6274 NH 6286 AD 6286 AG
Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Wittem Wittem
124 125 127 130 132 139 140 141 142 143 145 148 149 150 151
Rijksweg 10 Rijksweg 107 Rijksweg 111 Rijksweg 200-202-204 Rijksweg 23 Rijksweg 50 Rijksweg 52 54 Rijksweg 58 Rijksweg 59 Rijksweg 6 Rijksweg 67 Rijksweg 81-83 Rijksweg 85-87-89 Rijksweg 91-93 Rijksweg 99-101
6271 AE 6271 AD 6271 AD 6271 AH 6271 AB 6271 AG 6271 AG 6271 AG 6271 AC 6271 AE 6271 AC 6271 AD 6271 AD 6271 AD 6271 AD
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
Roodweg 2
6285 AA
Epen
153 154 155 156 157
Ringweg 23 Ringweg 27-29 Ringweg 31 Ringweg 33 Ringweg 35
6271 AJ 6271 AJ 6271 AJ 6271 AJ 6271 AJ
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
16
Roodweg 2a Roodweg 2b Roodweg 4
6285 AA 6285 AA 6285 AA
Epen Epen Epen
158
Rosstraat 15-17
6271 BG
Gulpen
207 208 209
Schilberg 1 Schilbergerweg 10 Schilbergerweg 3 Schilbergerweg 5 Schreursweg 1 Schreursweg 4
Slenaken Slenaken Slenaken Slenaken Mechelen Mechelen
Schreursweg 6 Schulsbergweg 30 Schweibergerweg 1 Schweibergerweg 13c en d Schweibergerweg 23a Schweibergerweg 27 Schweibergerweg 43 Schweibergerweg 45 Schweibergerweg 45a-47 Schweibergerweg 46 Schweibergerweg 52
Mechelen Nijswiller Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen
6281 NE 6281NH 6281 NE
Plaat
212 213
34
18 19
20
22
Schweibergerweg 58 Schweibergerweg 60 Schweibergerweg 62 Schweibergerweg 68 Seinhuisweg 12a Slenakerweg 12 Slenakerweg 14 Slenakerweg 2-10 a;b Smidsberg 2 Stationsweg 1 Stokhem 50 Stokhem 51 Stokhem 52 Stokhem 53 Stokhem 57
6281 NJ
Mechelen Wijlre Slenaken Slenaken Euverem Epen Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem
Stokhem 59 Stokhem 61 Stokhem 62 Stokhem 63 Stokhem 64 Stokhem 64a Stokhem 65 Stokhem 66 Stokhem 67 Stokhem 68 Stokhem 68a Stokhem 69
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem
Stokhem 69a Stokhem 70 Stokhem 73 Stokhem 78 Terpoorterweg 3 Terpoorterweg 6 Terpoorterweg 8 Terzieterweg 11 Terzieterweg 12 Terzieterweg 15 Terzieterweg 16 Terzieterweg 18
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem
Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Wijlre Wijlre Heijenrath
Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet
Terzieterweg 26 Terzieterweg 36 Terzieterweg 42a Terzieterweg 44 Terzieterweg 44b Terzieterweg 48 Terzieterweg 5 Terzieterweg TO 36 Tuinstraat 1 Tuinstraat 8 en 8a Vaarzegel 2
6281 NJ
Mechelen Mechelen Mechelen
6271 PE
6285 NE 6285 NE
6285 NE
6285 NE 6285 NE
Terziet Terziet Terziet Terziet
Terziet Etenaken Etenaken
82 84
Valkenburgerweg 1 Valkenburgerweg 2 Valkenburgerweg 3
Wijlre Wijlre Wijlre
Valkenburgerweg 6 Valkenburgerweg 8c Valkenburgerweg 10 Valkenburgerweg 12 Valkenburgerweg 14 Valkenburgerweg 18 Valkenburgerweg 20 Valkenburgerweg 46 Valkenburgerweg 62 Valkenburgerweg 66 Valkenburgerweg 72 Valkenburgerweg 75
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Valkenburgerweg 77 Valkenburgerweg 77a Valkenburgerweg 79 Valkenburgerweg 79c Valkenburgerweg 81 Wielderdorpstraat 1 Wielderdorpstraat 2 t/m 6 Wielderdorpstraat 3 Wielderdorpstraat 5 Wielderdorpstraat 7 Wielderdorpstraat 9 Wielderdorpstraat 13
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Wielderdorpstraat 15 Wielderdorpstraat 16 Wielderdorpstraat 18 Wielderdorpstraat 20 Wittemerallee 5 Wittemerweg 3 Wittemerweg 5
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Eys Eys Eys
6287 AA 6287 AA
Etenaken Etenaken Etenaken
Bijlage 2. bij de regels: toegesneden lijst van bedrijfstypen Inleiding. Voornaamste criterium voor het al dan niet toelaten van bedrijfsactiviteiten is dat bedrijven qua omvang en aard passen binnen de kern, geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen kan plaatsvinden en geen vergroting van de milieubelasting optreedt. Hiertoe worden gerekend bedrijven tot maximaal categorie 2 binnen het AgrarischBedrijf (na wijziging) en categorie 3 als vervanging van bestaande bedrijven. Aan de vestiging van grootschalige industriële bedrijven, transportbedrijven, groothandels- en detailhandelsbedrijven, toonzalen, bouw- en sloopbedrijven, grootschalige horeca-activiteiten en bedrijfsactiviteiten die naar aard en invloed op de functies en waarden van het landelijk gebied hiermee zijn te vergelijken, wordt geen medewerking verleend. Deze dienen zich op een daartoe ingericht bedrijventerrein te vestigen. De toegesneden lijst is tevens getoetst aan de gedeeltelijke ligging in het grondwaterbeschermingsgebied. Indeling De staat “bedrijfstypen: bedrijven” omvat de bedrijfstypen met de desbetreffende SBI-codes. Voor elk bedrijfstype zijn kenmerken zoals afstanden tot een rustige woonwijk weergegeven. De weergegeven kenmerken zijn van toepassing op ‘gemiddelde’, moderne bedrijven binnen een bedrijfstype. Hierbij is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Het komt echter ook voor dat bedrijven opslagen of installaties hebben, die anders dan ‘normaal’ zijn voor die bedrijven. Voor die gevallen is de staat “bedrijfstypen: opslagen en installaties” opgesteld. Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de richtafstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaarde normen houden. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gekozen: -
Het betreft ‘gemiddelde’ nieuwe bedrijven met voor nieuwe bedrijven gangbare voorzieningen binnen het gedefinieerde bedrijfstype.
-
Het betreft woningen in een rustige woonwijk met weinig verkeer.
De afstand geldt in principe tussen de perceelgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning. De volgende afstanden worden gehanteerd: 10, 30, 50, 100, 200, 300, 500, 700, 1000, 1500m.
Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter C van continu opgenomen. Hiermee is dan aangegeven dat de meeste bedrijven binnen het desbetreffende bedrijfstype continu dag en nacht in bedrijf zijn met die activiteiten die (mede) bepalend zijn voor het geluidniveau. Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter Z van zonering opgenomen. Dit betreft bedrijven die zeer veel geluid produceren en als zodanig in het Inrichtingen- en Vergunningenbesluit (IVB) bij de Wet milieubeheer zijn aangewezen. De afstand voor het gevaar houdt verband met de mogelijke gevolgen van brand, explosies en de verspreiding van schadelijke stoffen voor mensen in de omgeving van bedrijven. Dit gevaar staat gelijk aan het begrip ‘externe veiligheid’. Grootste afstand In een aparte kolom is de grootste afstand voor geur, stof, geluid en gevaar in de staat opgenomen. Van deze grootste afstand is de zogenaamde categorie afgeleid.
Categorie De zogenaamde categorie loopt uiteen van 1 tot en met 6 en is direct afgeleid van de grootste afstand: -
categorie 1: grootste afstand 0 of 10 m;
-
categorie 2: grootste afstand 30 m;
-
categorie 3.1 en 3.2: grootste afstand 50 en 100 m;
-
categorie 4.1 en 4.2: grootste afstand 200 en 300 m;
-
categorie 5.1, 5.2. en 5.3: grootste afstand 500, 700 of 1000 m;
-
categorie 6: grootste afstand 1500 m.
Toevoeging letter D: divers Bij de bepaling van de afstanden voor de onderscheiden bedrijfstypen is telkens uitgegaan van een ‘gemiddeld’ modern, nieuw bedrijf met gebruikelijke voorzieningen. Er zijn echter ook bedrijfstypen, waar binnen individuele bedrijven een grote diversiteit bestaat. Dit dient tot uitdrukking in de afstanden te komen. In die gevallen is in de staat de letter D van ‘divers’ opgenomen. Indices voor verkeer en visuele hinder De aspecten verkeersaantrekkende werking en visuele hinder zijn kwalitatief beoordeeld en weergegeven met een index. De index loopt uiteen van 1 tot en met 3, met de volgende betekenis: 1: potentieel geen of geringe emissie of hinder; 2: potentieel aanzienlijke emissie of hinder; 3: potentieel zeer ernstige emissie of hinder. Daarbij is bij verkeer onderscheid gemaakt tussen goederenvervoer (G) en perso-
nenvervoer (P). Indices bodem B. bodemverontreiniging De letter B is opgenomen indien een gemiddeld bedrijf binnen het genoemde bedrijfstype een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. Indices lucht L: luchtverontreiniging Uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht kan in planologisch opzicht relevant zijn. Indien dit aspect relevant kan zijn in relatie tot de in de staat genoemde grootste afstand, is de letter L vermeld. Er kunnen dan overwegingen zijn om de genoemde afstand te verhogen. Gebruikte afkortingen De volgende afkortingen worden in de staat gebruikt: -
niet van toepassing of niet relevant
<
kleiner dan
>
groter
=
gelijk aan
cat
categorie
e.d.
en dergelijke
kI,
klasse
n.e.g. niet elders genoemd o.c.
opslagcapaciteit
p.c.
productiecapaciteit
p.o.
productieoppervlak
b.o.
bedrijfsoppervlak
v.c.
verwerkingscapaciteit
u
uur
d
dag
w
week
j
jaar
B
bodemverontreiniging
C
continu
D
divers
L
luchtverontreiniging
Z
zonering
R
risico (besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
V
vuurwerkbesluit van toepassing
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
LANDBOUW EN DIENSTVER01
-
LENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfs-
011, 012, 013
gebouwen)
10
10
30
C
10
30
2
1
G
1
0141, 0142
Fokken en houden van rundvee
100
30
30
C
0
100
3.2
1
G
1
Fokken en houden van overige 0143,0145
0
graasdieren:
0143
1
- paardenfokkerijen
50
30
30
C
0
50
3.1
1
G
1
0145
2
- overige graasdieren
50
30
30
C
0
50
3.1
1
G
1
Fokken en houden van varkens
200
30
50
C
0
200
4.1
1
G
1
100
30
30
C
0
100
3.2
1
G
1
0146
D
Fokken en houden van overige 0149
0
dieren:
0149
2
- konijnen
0149
3
- huisdieren
30
0
50
C
10
50
3.1
1
G
1
0149
4
- maden, wormen e.d.
100
0
30
C
10
100
3.2
1
G
1
0149
5
- bijen
10
0
30
C
10
30
2
1
G
1
0149
6
- overige dieren
30
10
30
C
0
30
D
2
1
G
1
D
3.1
2
G
1
2
1
G
1
Dienstverlening t.b.v. de land016
0
bouw:
016
1
b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
016
2
- algemeen (o.a. loonbedrijven): 30
10
30
10
30
- algemeen (o.a. loonbedrijven):
B
L
b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hove016
3
niersbedrijven: b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
3.1
2
G
1
niersbedrijven: b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
1
G
1
KI-stations
30
10
30
0
30
2
1
G
1
10
10
50
0
50
3.1
1
G
1
100
0
100
50
100
3.2
2
G
1
10
10
30
10
30
2
2
G
2
- plantsoenendiensten en hove016
4
0162 02
-
02
-
BOSBOUW 021,022,024
EN
C
DIENSTVER-
LENING T.B.V. BOSBOUW Bosbouwbedrijven VERVAARDIGING
VAN
VOE-
DINGSMIDDELEN EN DRAN10,11
-
KEN Slachterijen en overige vlees-
101,102
0
verwerking: - slachterijen en pluimveeslach-
101,102
1
terijen VERVAARDIGING
VAN
C
D
KLE-
DING; BEREIDEN EN VERVEN 14
-
VAN BONT Vervaardiging van kleding en -
141
toebehoren (excl. van leer)
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
UITGEVERIJEN,
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
DRUKKERIJ-
EN EN REPRODUKTIE VAN 18
-
OPGENOMEN MEDIA
181
Uitgeverijen (kantoren)
0
0
10
1811
Drukkerijen van dagbladen
30
0
100
30
0
richtingen
10
Drukkerijen 1812
(vlak-
en
0
10
1
1
P
1
10
100
3.2
3
G
2
B
100
10
100
3.2
3
G
2
B
0
30
0
30
2
1
P
1
B
C
rotatie-
diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerin-
181129 1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
1
G
1
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2
G
1
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2
2
G
1
B
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
2
2
G
1
B
0
0
10
0
10
1
1
G
1
30
10
30
10
30
2
1
G
1
Reproduktiebedrijven 182
opgeno-
men media VERVAARDIGING
D
VAN
KAN-
TOORMACHINES EN COMPU26,28,33
-
26,28,33
A
TERS Kantoormachines- en computerfabrieken VERVAARDIGING VAN AUDIO-,
26,33
-
VIDEO-,
TELECOM-
L
APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video261,263,264,331
en telecom-apparatuur e.d.
30
0
50
30
50
50
10
50
30
30
0
30
10
30
10
D
3.1
2
G
1
B
50
3.1
1
G
2
B
0
30
2
1
G
1
100
10
100
3.2
2
G
2
B
30
50
10
50
3.1
2
G
1
B
10
30
50
10
50
3.1
2
G
1
B
0
10
30
10
30
2
1
G
1
B
Fabrieken voor gedrukte bedra2612
ding VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARA-
26,32,33
-
TEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumen-
26,32,33
A
ten e.d.
41,42,43
-
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven algemeen: b.o. >
41,42,43
0
2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o.
41,42,43
1
41,42,43
2
<= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werk-
41,42,43
3
plaats: b.o.< 1000 m² HANDEL/REPARATIE
45,47
-
AUTO'S,
VAN
MOTORFIETSEN;
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, 451,452,454
reparatie- en servicebedrijven
10
0
30
10
30
2
2
P
1
45204
B
Autobeklederijen
0
0
10
10
10
1
1
G
1
45204
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
50
3.1
1
G
1
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
3
P
1
0
0
30
10
30
2
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
30
30
50
30
50
3.1
2
G
2
0
30
2
2
G
1
0
100
3.2
2
G
1
45205
Handel in auto- en motorfietson453
derdelen en -accessoires GROOTHANDEL
46
-
461
EN
HAN-
DELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in akkerbouwprodukten en
4621
0
veevoeders
4622
Grth in bloemen en planten
10
10
30
4623
Grth in levende dieren
50
10
100
4624
Grth in huiden, vellen en leder
50
0
30
0
50
3.1
2
G
1
30
10
30
50
50
3.1
2
G
1
C
Grth in ruwe tabak, groenten, 46217,4631
fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zui-
4632,4633
velprodukten, eieren, spijsoliën
10
0
30
50
50
3.1
2
G
1
4634
Grth in dranken
0
0
30
0
30
2
2
G
1
4635
Grth in tabaksprodukten
10
0
30
0
30
2
2
G
1
B B
L
Grth in suiker, chocolade en sui4636
kerwerk
10
10
30
0
30
2
2
G
1
30
10
30
0
30
2
2
G
1
10
10
30
10
30
2
2
G
1
Grth in koffie, thee, cacao en 4637
specerijen Grth in overige voedings- en ge-
4638,4639
notmiddelen Grth in overige consumentenarti-
464,46733
kelen
10
10
30
10
30
2
2
G
1
46752
Grth in kunstmeststoffen
30
30
30
30
30
2
1
G
1
goederen
10
10
30
10
30
2
2
G
2
Autosloperijen: b.o. > 1000 m²
10
30
100
30
100
3.2
2
G
2
B
10
10
50
10
50
3.1
2
G
2
B
Grth 4674 4677
0
in
overige
intermediaire
4677
1
- autosloperijen: b.o. <= 1000 m²
466
0
Grth in machines en apparaten: - machines voor de bouwnijver-
466
1
heid
0
10
100
10
100
3.2
2
G
2
466
2
- overige
0
10
50
0
50
3.1
2
G
1
0
0
30
0
30
2
2
G
1
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, 466,469
vakbenodigdheden
e.d. DETAILHANDEL EN REPARA-
47
-
TIE T.B.V. PARTICULIEREN
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
A
471
10
1
1
P
1
Supermarkten, warenhuizen
0
0
10
10
10
1
2
P
1
10
0
10
10
10
1
1
P
1
10
10
1
1
P
1
VISUEEL
RIE
GELUID
STOF
Detailhandel vlees, wild, gevo4722,4723
gelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket
4724
met bakken voor eigen winkel
10
10
10
4773,4774
Apotheken en drogisterijen
0
0
0
10
10
1
1
P
1
0
0
30
10
30
2
3
P
1
Bouwmarkten, 4752
tuincentra,
C
hy-
permarkten Detailhandel in vuurwerk tot 10
4778
ton verpakt
0
0
10
10
10
1
1
P
1
4791
Postorderbedrijven
0
0
50
0
50
3.1
2
G
1
0
0
10
10
10
1
1
P
1
10
0
10
10
10
1
2
P
1
Reparatie t.b.v. particulieren (ex4952
cl. auto's en motorfietsen) LOGIES-,
55
-
MAALTIJDEN-
EN
DRANKENVERSTREKKING Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congres-
5510
centra Kampeerterreinen, vakantiecen-
553,552
tra, e.d. (met keuken)
30
0
50
C
30
50
3.1
2
P
1
561
Restaurants, cafetaria's, snack- 10
0
10
C
10
10
1
2
P
1
LUCHT
0
BODEM
10
VERKEER
0
CATEGO-
0
AFSTAND
Detailhandel voor zover n.e.g.
GROOTSTE
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
47
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
bars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. 563
Café’s, bars
0
0
10
C
10
10
563
Discotheken, muziekcafé’s
0
0
30
C
10
30
5629
Kantines
10
0
10
C
10
10
562
Cateringbedrijven
10
0
30
C
10
30
49
-
VERVOER OVER LAND
491,492
0
Spoorwegen:
491,492
1
493 A
52
-
P
1
D
2
2
P
1
D
1
1
P
1
2
1
G/P
1
- stations
0
0
100
C
50
100
3.2
3
P
2
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
0
0
10
0
10
1
2
P
1
OVER
WATER
D
/
DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven
50,51
2
Taxibedrijven VERVOER
50,51
1
(uitsluitend
kantoren) DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Overige
dienstverlening
t.b.v.
5222
vervoer (kantoren)
0
0
10
0
10
1
2
P
1
791
Reisorganisaties
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
Expediteurs, cargadoors (kanto5229 53
ren) -
POST EN TELECOMMUNICA-
D
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
TIE 531,532
Post- en koeriersdiensten
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
61
A
Telecommunicatiebedrijven
0
0
10
C
0
10
1
1
P
1
61
B0
zendinstallaties:
0
0
0
C
100
100
3.2
1
P
2
0
0
0
C
10
10
1
1
P
2
0
0
10
C
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
10
0
30
10
30
2
2
P
1
personen- 10
0
50
10
50
3.1
2
G
1
- LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: 61
B1
onderzoek!)
61
B2
- FM en TV FINANCIELE
64,65,66
-
EN VERZEKERINGSWEZEN Banken,
64,65,66
A
41,68
-
INSTELLINGEN
verzekeringsbedrijven,
beurzen VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroe-
41,68
A
rend goed VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN,
77 7711
-
MACHINES,
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven
7712,7739
AN-
DERE ROERENDE GOEDEREN
portmiddelen
voor
(excl.
transD
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
auto's) Verhuurbedrijven voor machines 773
en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2
G
1
10
10
30
10
30
D
2
2
G
2
0
10
1
1
P
1
0
30
2
1
P
1
B
Verhuurbedrijven voor roerende 772
goederen n.e.g. COMPUTERSERVICE- EN IN-
62
-
FORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatie-
62
A
technologie-bureau's e.d.
0
0
10
62
B
Datacentra
0
0
30
30
10
30
30
30
2
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
D
1
2
P
1
50
10
30
30
50
D
3.1
1
P
1
SPEUR72
-
EN
ONTWIKKE-
LINGSWERK Natuurwetenschappelijk
721
C
speur-
en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geestesweten-
722
schappelijk onderzoek
63,69tm71,73,74,
OVERIGE ZAKELIJKE DIENST-
77,78,80tm82
-
63,69tm71,73,74, 77,78,80tm82
VERLENING Overige
A
zakelijke
dienstverle-
ning: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebou-
812
wen
B
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
74203
0
Brandweerkazernes
GELUID
STOF
30
2
2
G
1
10
0
10
1
2
P
1
0
10
0
10
1
2
P
1
0
0
50
0
50
3.1
1
G
1
0
0
30
0
30
2
1
P
1
10
0
30
10
30
2
2
P
1
10
0
30
10
30
2
3
P
2
Veilingen voor huisraad, kunst 82992
e.d. OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN,
84
-
84
A
VERZEKERINGEN Openbaar
8425 85
-
SOCIALE
bestuur
(kantoren C
ONDERWIJS Scholen voor basis- en alge-
852,8531
meen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en
8532,854,855
overig onderwijs GEZONDHEIDS-
86
-
8610
EN
D
WEL-
ZIJNSZORG Ziekenhuizen Artsenpraktijken,
klinieken
C
en
8621,8622,8623
dagverblijven
0
0
10
0
10
1
2
P
1
8691,8692
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
30
2
1
P
1
0
30
2
2
P
1
871
1
Verpleeghuizen
10
0
30
8891
2
Kinderopvang
0
0
30
C
B
LUCHT
e.d.)
10
BODEM
0
VISUEEL
0
C
VERKEER
30
RIE
0
CATEGO-
10
AFSTAND
Foto- en filmontwikkelcentrales
GEUR
-
INDICES GROOTSTE
AFSTANDEN IN METERS GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
-
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
INDICES GEVAAR
STOF
GEUR
37,38,39
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's
en
gierverwerkingsin-
richt., met afdekking voorbezink3700
A0
tanks:
3700
B
rioolgemalen Vuilophaal-,
381
A
Gemeentewerven 381
B
inzameldepots)
382
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
382
A2
- kabelbranderijen pathogeen
0
10
50
30
30 100
C
0
30
2
1
P
1
50
10
50
3.1
2
G
1
30
50
30
50
3.1
2
G
1
B
50
30
10
100
3.2
1
G
1
B
L
straatreinigingsbe-
drijven e.d.
-
30
(afval-
afvalverbranding
382
A4
(voor ziekenhuizen)
50
10
30
10
50
382
A5
- oplosmiddelterugwinning
100
0
10
30
100
3.1
1
G
2
3.2
1
G
2
B
L
10
10
30
30
30
2
1
G
1
B
L
100
100
100
10
100
3.2
2
G
2
B
D
L
- verwerking fotochemisch en 382
A7
galvano-afval
382
C0
Composteerbedrijven:
382
C3
- belucht v.c. < 20.000 ton/jr
94
-
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorgani-
941,942
saties (kantoren)
0
0
10
0
10
1
1
P
1
9491
Kerkgebouwen e.d.
0
0
30
0
30
2
2
P
1
Hondendressuurterreinen CULTUUR,
59
-
SPORT
EN
0
D
2
2
P
1
50
3.1
1
P
1
RE-
CREATIE
591,592,601,602
Studio's (film, TV, radio, geluid)
0
0
30
C
10
30
2
2
G
1
5914
Bioscopen
0
0
30
C
0
30
2
3
P
1
C
0
30
2
3
P
1
0
30
2
2
P
1
0
30
2
2
P
1
0
10
1
2
P
1
Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhal9004
len
0
0
30
8552
Muziek- en balletscholen
0
0
30
85521
Dansscholen
0
0
30
e.d.
0
0
10
Kinderboerderijen
30
10
30
C
0
30
2
1
P
1
Bibliotheken, 9101,9102 91041
musea,
C
ateliers,
931
0
Zwembaden:
931
1
- overdekt
10
0
50
C
10
50
3.1
3
P
1
931
A
Sporthallen
0
0
50
C
0
50
3.1
2
P
1
931
B
Bowlingcentra
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
931
E
Maneges
50
30
30
0
50
3.1
2
P
1
931
F
Tennisbanen (met verlichting)
0
0
50
C
0
50
3.1
2
P
2
931
G
0
0
50
C
0
50
3.1
2
P
2
Veldsportcomplex (met verlichting)
LUCHT
STOF
GELUID
30
BODEM
50
B
0
VISUEEL
0
94991
C
VERKEER
0
Buurt- en clubhuizen
RIE
30
A
CATEGO-
0
94991
AFSTAND
0
GEUR
-
INDICES GROOTSTE
AFSTANDEN IN METERS GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
931
H
Golfbanen
0
0
10
931
I
Kunstskibanen
0
0
30
931
0
Schietinrichtingen:
C
0
10
1
2
P
1
50
50
3.1
2
P
2
30
30
2
1
P
1
10
10
1
1
P
1
10
50
3.1
2
P
1
0
30
2
2
P
1
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GELUID
STOF
GEUR
-
INDICES GROOTSTE
AFSTANDEN IN METERS GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
- buitenbanen met voorzienin931
11
gen: boogbanen
0
0
30
931
2
- binnenbanen: boogbanen
0
0
10
931
A
Skelter- en kartbanen in een hal
10
0
50
931
F
Sportscholen, gymnastiekzalen
0
0
30
C C
9200
Casino’s
10
0
30
C
0
30
2
3
P
1
92009
Amusementshallen
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
C
30
50
3.1
2
G
1
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
96011
A
Wasserijen en strijkinrichtingen
30
0
50
96011
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
50
3.1
2
G
1
30
0
30
30
30
2
2
G
1
L
Chemische wasserijen en verve96012
rijen
96013
A
Wasverzendinrichtingen
0
0
30
0
30
2
1
G
1
96013
B
Wasserettes, wassalons
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
Kappersbedrijven 9602
en
schoon-
heidsinstituten
9603
0
Begrafenisondernemingen:
9603
1
- uitvaartcentra
0
0
10
0
10
1
2
P
1
96031
2
- begraafplaatsen
0
0
10
0
10
1
2
P
1
B
L
3
Dierenasiels en -pensions
30
0
0
0
GELUID
STOF
100
3.2
2
P
2
C
0
30
2
1
P
1
100
C
0
100
3.2
1
P
1
10
C
0
10
1
1
P
1
Fitnesscentra, badhuizen en sau9313,9604 9609
A
Persoonlijke 9305
B
n.e.g.
dienstverlening D
LUCHT
30
10
BODEM
0
VISUEEL
10
VERKEER
na-baden
RIE
30
CATEGO-
10
AFSTAND
100
GROOTSTE
- crematoria
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
96032
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
L
Bijlage 3. bij de regels Overzicht consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijvigheid en aan huis gebonden beroepen Bij de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijvigheid valt te denken aan: 1 autorijschool (geen theorie) 2 bloemschikker 3 computerservice (o.a. systeembouw/-analyse) 4 decorateur 5 fietsenreparateur 6 fitness-studio 7 fotograaf 8 goud- en zilversmid 9 glazenwasser 10 hoedenmaker 11 hondentrimmer 12 instrumentenmaker 13 kaarsenmaker 14 kapper 15 klompenmaker 16 koeriersdienst 17 lijstenmaker 18 loodgieter 19 meubelmaker 20 muziekinstrumentenmaker 21 nagelstudio/pedicure 22 pottenbakker 23 prothesemaker 24 reisorganisatie (kleinschalig) 25 reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek/radio’s-tv’s/horloges etc.) 26 schoonheidsspecialist 27 traiteur 28 tv/radio reparateur 29 zadelmaker Deze lijst is niet onuitputtelijk. Echter het uitgangspunt bij deze activiteiten moet zijn dat het woonkarakter niet wezenlijk mag worden aangetast.
Door de kamers van koophandel is de volgende lijst samengesteld van personen die als aan huis gebonden beroepen (vrije beroepsbeoefenaars), gelden. Dit zijn: 1. adviseur 2. advocaat 3. accountant-administratieconsulent 4. alternatieve genezer 5. belastingconsulent 6. bouwkundig architect 7. dierenarts 8. fysiotherapeut 9. gerechtsdeurwaarder 10. huidtherapeut 11. huisarts 12. interieurarchitect 13. juridisch adviseur 14. kunstenaar 15. logopedist 16. makelaar 17. medisch specialist 18. notaris 19. oefentherapeut Cesar/Mensendieck 20. organisatieadviseur 21. orthopedagoog 22. psycholoog 23. redacteur 24. registeraccountant 25. stedenbouwkundige 26. tandarts 27. tandartsspecialist 28. tolk 29. tuin- en landschapsarchitect 30. verloskundige Een beroep dat hier niet op voorkomt, geldt in beginsel niet als ‘aan huis gebonden beroep (vrij beroep)’, tenzij de onderneming/beroepsbeoefenaar anders aan kan tonen.
Bijlage 4. bij de regels: Artikel: GD –VAB Artikel: Gemengd-Vrijkomende Agrarische Bebouwing
1. Bestemmingsomschrijving De
voor
‘Gemengd-Vrijkomende
Agrarische
Bebouwing’ aangewezen gronden zijn bestemd voor een doelmatig hergebruik van vrijgekomen (agrarische) bedrijfsgebouwen, met de daarbij behorende voorzieningen, ten behoeve van: a. wonen en in samenhang daarmee wellness, daaronder niet begrepen seksinrichting; b. bewerken en/of verkopen van agrarische producten als nevenactiviteit; c. verblijfsrecreatie in de vorm van appartementen; d. dagrecreatie in de vorm van het bieden van dagarrangementen, excursie; e. culturele en artistieke activiteiten w.o. cursussen en exposities; f. praktijk en kantoor aan huis; g. ambachtelijke en consumentverzorgende en daarmee qua milieubelasting en ruimtelijke effecten vergelijkbare (bedrijfs)activiteiten; h. horeca ondergeschikt aan de hiervoor genoemde mogelijke hoofdgebruiksvorm(en), zoals een kantine, restaurant, terras en daarmee vergelijkbare voorziening. De omvang van de horecavoorziening is afgestemd op de behoefte voortkomend uit de gebruikers van de hoofdgebruiksvorm(en). Echter ook medegebruik door passanten is toegestaan. Het is niet toegestaan het horecagedeelte op enig moment af te splitsen en als zelfstandige vorm van horeca voort te zetten. Ook is het niet toegestaan de ondergeschikte horeca nog langer uit te oefenen dan het moment dat de hoofdgebruiksvorm(en) zijn komen te vervallen of niet langer van toepassing zijn, waarbij er qua aard of omvang geen sprake mag zijn van zodanig gebruik dat: i. verkeersoverlast ontstaat en daardoor het treffen van
infrastructurele
maatregelen
noodzakelijk
wordt; j. de leefbaarheid in de vorm van de woon- en verblijfskwaliteit in de directe omgeving wordt aangetast;
k. omliggende functies in hun uitvoering worden belemmerd. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de op de plankaart aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 32.2.
2. Bouwregels 2.1. Algemeen Op de tot ‘ Gemengd-Vrijkomende Agrarische Bebouwing‘ aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik; en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmeting bij deze bestemming passen, 2.2. Regels met betrekking tot het bouwvlak Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd onder de voorwaarde dat in de parkeerbehoefte in voldoen mate wordt voorzien op eigen terrein overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 45.3; b. er mogen ten hoogste 2 woningen, inclusief bedrijfswoningen, en 5 vakantiewoningen per vrijkomend agrarisch bebouwingscomplex worden gebouwd; c. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; d. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd; e. iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; f. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; g. het vloeroppervlak van gebouwen in gebruik voor horeca ondergeschikt aan de hoofdbestemming mag ten hoogste 50 m² bedragen.
2.3. Overige regels Voor het overige geldt de volgende regels: a.. de hoogte van andere bouwwerken mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 6.00 m mag bedragen. 3. Nadere eisen 3.1.
Burgemeester en Wethouders kunnen nadere
eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing; waarbij de regels zoals deze gesteld zijn in de POLuitwerking BOM+ in acht dienen te worden genomen. 3.2.
De onder 3.1 genoemde nadere eisen mogen
uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige aantasting en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 4. Specifieke gebruiksregels 4.1.
Gebruiksregels van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40.1 wordt tenminste verstaan het gebruik van de grond voor en/of als: a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen; b. het opslaan van mest(stoffen); met uitzondering van kleine hoeveelheden tot max. 5 m²; a. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
4.2.
Gebruiksregels van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 40.1 wordt ten minste verstaan het gebruik van bebouwing voor: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. recreatie, anders dan toegelaten krachtens het plan; c. horeca, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik; d. agrarische hulp- en nevenbedrijfsdoeleinden, anders dan ondergeschikt aan het toegelaten gebruik; e. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.