project:
bestemmingsplan buitengebied
procedure
status:
vastgesteld door raad
datum:
2 april 2009
projectnummer:
Gulpen/Buitengebied
auteur:
Rilanna van Nuenen
Inhoud 1. Het wettelijke kader 1.1. De te volgen procedure 2. Vooroverleg 2.1. Watertoets 2.2. Het vooroverleg met diensten van rijk en provincie 2.3. Uitkomsten vooroverleg 3. Inspraak 3.1. Inspraakverslag 3.2. Uitkomsten inspraak 3.3. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp
1
2 2 2
3 3 3
4. Ontwerp 4.1. Ter inzage legging ontwerp bestemmingsplan
5
5. Vaststelling 5.1. Vaststelling bestemmingsplan door raad
6
Bijlagen 1. Reacties vooroverleg 7 2. Overleg artikel 10 Bro standpunt college 45 3. Eindverslag van de inspraak bestemmingsplan buitengebied 61 4. Eindverslag zienswijzen bestemmingsplan buitengebied 108 5. Raadsbesluit 263 6. Overzicht amendementen 265
1. Het wettelijke kader 1
1.1. De te volgen procedure Het bestemmingsplan doorloopt als (voor)ontwerp respectievelijk vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan de volgende procedure, te weten: a. Voorbereiding: Vooroverleg met diensten van rijk en provincie Watertoets Inspraak b. Ontwerp: 1e ter inzage legging (ontwerp bestemmingsplan) c. Vaststelling: Vaststelling door de Raad 2e ter inzage legging (vastgesteld bestemmingsplan) d. Beroep: (Gedeeltelijk) onherroepelijk bestemmingsplan Reactieve aanwijzing Beroep bij Raad van State
1
procedure bestemmingsplan
In het kader van deze procedure is een bezwarenprocedure mogelijk waarbij eenieder zijn/haar zienswijze (bij de gemeenteraad) kenbaar kan maken. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen wordt daarvan steeds melding gemaakt. Uiteindelijk besluit de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, indien nodig, over het plan in zijn onherroepelijke vorm.
1
2. Vooroverleg 2.1. Watertoets In het kader van de watertoets is het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied d.d. 28 november 2007 ingediend bij het watertoetsloket Roer en Overmaas in het kader van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening. Bij brief d.d. 31 januari 2008 is in vervolg daarop het wateradvies van de gezamenlijke waterbeheerders ontvangen. In het advies wordt aangegeven dat het plan in hoofdlijnen goed in elkaar zit en dat eerdere opmerkingen voor een groot deel in het plan verwerkt zijn. Er zijn nog wel veel (detail)opmerkingen. Het wateradvies is met het waterschap besproken. Naar aanleiding hiervan zijn een aantal locaties naar voren gekomen waarbij de belangen van het waterschap en de vigerende bestemmingsplannen een confrontatie opleveren. Deze locaties zijn bezocht en opnieuw beoordeeld. Dit is bij de beantwoording van het wateradvies meegenomen. 2.2. Het vooroverleg met diensten van rijk en provincie Tot de voorbereiding van dit bestemmingsplan behoort het overleg met de daarvoor in aanmerking komende instanties. Instanties die blijkens hun werkterrein, belangen vertegenwoordigen of bevoegdheden krachtens de WRO hebben zijn, conform de provinciale organisatie, bij de totstandkoming van bestemmingsplannen betrokken via het regulier provinciaal overleg (PCGP). De nutsbedrijven zijn aangeschreven teneinde hen in de gelegenheid te stellen de afzonderlijke belangen aan te geven. De belangen zijn vervolgens door middel van de voorschriften/regels beschermd. 2.3. Uitkomsten vooroverleg. Op het voorontwerp bestemmingsplan is gereageerd door 9-tal instanties. De reacties zijn als bijlage 1 bijgevoegd. Het standpunt van Burgemeester en Wethouders ten aanzien van de reacties is als bijlage 2 bijgevoegd. Het bestemmingsplan is conform dit standpunt aangepast.
2
3. Inspraak 3.1. Inspraak Het voorontwerp bestemmingsplan heeft voor inspraak ter inzage gelegen vanaf 22 november 2007 tot en met 2 januari 2008. Binnen die periode zijn op 3 en 12 december 2007 twee informatieavonden gehouden. Van de inspraak is door Burgemeester en Wethouders een eindverslag vastgesteld. Dit eindverslag is als bijlage 3 bijgevoegd. 3.2. Uitkomsten inspraak Naar aanleiding van de inspraak zijn in het bestemmingsplan diverse wijzigingen aangebracht. In bijlage 3 staan de wijzigingen in iedere reactie vermeld. 3.3. Wijzigingen ten opzichte van het voorontwerp Door gewijzigd beleid en veranderende inzichten is het voorontwerp bestemmingsplan zoals dat terinzage heeft gelegen op een aantal punten gewijzigd. De voornaamste wijzigingen zijn: - de structuur van de voorschriften/regels is in overeenstemming met de ‘Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen’, SVBP2008 gebracht; - het differentiatievlak ecologie is opgedeeld in de Ecologische HooofdStructuur (EHS) en de Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG); - de bestemming Wonen + is gewijzigd in Wonen – Cultuur en ontspanning en nader toegesneden naar de gewenste gebruiksmogelijkheden; - het differentiatievlak beekdal is komen te vervallen omdat de belangen ten aanzien van beekdalen gedeeltelijk ook al in andere bestemmingen zijn meegenomen (dubbelbestemming meanderzone/inundatiezone) en het differentiatievlak beekdal hieraan niets wezenlijk toevoegt; - ten aanzien van het archeologisch beleid wordt verwezen naar de cultuurhistorische waardenkaart van de provincie omdat de gemeente de kaart van bureau RAAP vooralsnog niet heeft vastgesteld; zie ommezijde
3
-
4
het beleid voor kamperen bij de boer is overeenkomstig het huidige beleid binnen de gemeente opgenomen. Momenteel is de gemeente bezig om nieuw beleid op te stellen, wanneer dit is vastgesteld voor vaststelling van het bestemmingsplan kan het opgenomen worden. Vooralsnog zijn maximaal 25 locaties toegestaan met per locatie maximaal 15 kampeermiddelen.
4. Ontwerp 4.1. Ter inzage legging ontwerp bestemmingsplan. Het ontwerp bestemmingsplan heeft ter inzage gelegen vanaf 14 oktober 2008 tot en met 24 november 2008. Naar aanleiding van ter inzage legging zijn in het bestemmingsplan diverse wijzigingen aangebracht. In bijlage 4 staan de wijzigingen in iedere reactie vermeld.
5
5. Vaststelling 5.1. Vaststelling bestemmingsplan door Raad. Naar aanleiding van ingebrachte zienswijzen en ambtshalve wijzigingen is het bestemmingsplan aangepast. Dit bestemmingsplan is in de raadsvergadering van 2 april 2009 behandeld (bijlage 5. raadsbesluit). Diverse fracties hebben tijdens de vergadering amendementen ingebracht. Een overzicht van de amendementen is opgenomen in bijlage 6. Hierin is tevens opgenomen welke amendementen aangenomen, ingetrokken en verworpen zijn. Tijdens deze vergadering is het bestemmingsplan buitengebied dan ook gewijzigd vastgesteld. De wijzigingen ingevolge de amendementen zijn in het plan verwerkt.
6
Bijlage 1: Reacties vooroverleg
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
Bijlage 2: Overleg artikel 10 Bro standpunt college Overleg artikel 10 Bro Door onderstaande instanties is in het kader van het overleg ex artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke ordening 1995 (hierna Bro) een schriftelijke dan wel mondeling reactie ingediend inzake het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem: 1. Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (PCGP); 2. VROM-inspectie (inclusief reactie RACM; 3. Waterschap Roer en Overmaas (inclusief Provincie en Waterschapsbedrijf); 4. ProRail ( mondeling); 5. Gasunie; 6. Waterleiding Maatschappij Limburg (WML); 7. RECRON. Niet gereageerd hebben de volgende instanties: 1. LTO Nederland; 2. KPN Telecom 3. Dienst Landelijk Gebied; 1. PCGP d.d. 16 april 2008 Een kopie van het PCGP advies is in bijlage 1 opgenomen. Standpunt college 1. Algemene beleidsaspecten Contourenbeleid De rode contour zal als gebiedsaanduiding op de kaart gezet worden. Bij het bepalen van de begrenzing van het buitengebied is de rode contour als uitgangspunt genomen. Deze is echter vertaald naar een logische begrenzing zoals die in het veld waarneembaar is. Het kan dus zijn dat de rode contour niet overal samenvalt met de begrenzing van het bestemmingsplan buitengebied. Verstening Het realiseren van bergingen en schuilgelegenheden is toegestaan in gebieden die zijn aangeduid als “kleinschalig gebruik” op de plankaart. Het gaat om kleinere gebieden die vaak aansluitend aan de achtertuinen zijn gelegen en gebruikt worden als paarden- danwel schapenwei. Bij dit gebruik komen bij de gemeente regelmatig aanvragen binnen om een klein bouwwerk op te richten. Middels deze regeling wil de gemeente hieraan tegemoet komen. Tevens vallen een groot deel van de reeds bestaande bergingen en schuilgelegenheden onder deze regeling. BOM+ In het kader van het voorbereiden van dit bestemmingsplan buitengebied zijn alle (agrarische) bedrijven die gelegen zijn in het buitengebied aangeschreven. In een inventarisatielijst hebben zij kunnen aangeven wat de omvang van hun bedrijf en wat de wensen en het perspectief voor de toekomst is. Van die bedrijven die naar oordeel van de gemeente rendabel zijn en de komende periode willen uitbreiden, 45
is de vigerende bouwkavel overgenomen. Van de bedrijven die geen reactie hebben gegeven of geen toekomstperspectief hebben danwel geen plannen hebben, is de bouwkavel ingeperkt conform de Bouwkavel Op Maat-regeling (BOM+). De resultaten van de inventarisatie kunnen bij de gemeente opgevraagd worden. De gebruiksvoorschriften/regels zoals opgenomen in het voorbeeldhandboek zullen overgenomen worden in de voorschriften/regels. De woonbestemming in relatie tot een tuinbestemming Het gedeelte dat gebruikt wordt als woning, voor- en achtertuin is onder de bestemming wonen gebracht. Binnen deze bestemming is het oprichten van hoofden bijgebouwen mogelijk binnen het bouw- en bijbouwvlak. De overige perceelsgedeelten mogen niet met vergunningsplichtige gebouwen bebouwd worden. Het bouwen van vergunningsvrije bouwwerken is toegestaan op het bij de woning behorende erf. Door gedeelten van het perceel onder de bestemming Tuin te brengen, wordt vergunningsvrij bouwen niet uitgesloten omdat daar een afzonderlijke regeling voor geldt waarbij het bestemmingsplan niet geraadpleegd hoeft te worden. De geleidelijke overgang naar het buitengebied wordt gewaarborgd doordat gedeelten binnen de bestemming niet met vergunningsplichtige gebouwen bebouwd worden. Daarnaast is bij het toekennen van de bouwmogelijkheden gekeken naar de vigerende bestemmingsplannen en de in het veld aangetroffen situatie. Bestaande rechten worden hierbij niet ongedaan gemaakt. Ruimte voor Ruimte Voor de woningen die in het kader van Ruimte voor Ruimte zijn gerealiseerd is een afzonderlijke planologische procedure doorlopen en afgerond. Het is nu niet meer relevant om dit op de plankaart aan te duiden, aangezien hiervoor geen afzonderlijke regels gelden. Het opnemen van de locaties in de toelichting is om die reden eveneens niet nodig. 2. Planopzet Bij de plankaarten is een losse legenda beschikbaar. Abusievelijk is deze dan niet toegestuurd. Het kleurgebruik is afgestemd op de SVBP2006. In deze landelijke standaard zijn de kleuren van de diverse bestemmingen vastgelegd. Inmiddels is de SVBP2008 beschikbaar. Deze wordt vanaf 1 juli 2009 wettelijk verplicht. De SVBP2008 is een verdere uitbreiding/aanvulling van de SVBP2006. Het ontwerpbestemmingsplan zal conform de SVBP2008 worden opgesteld. De letters van de bestemmingen zijn op plankaart gezet. Echter op een schaal 1:5000 zijn deze niet meer leesbaar. Wanneer het plan uiteindelijk digitaal ontsloten zal worden zullen deze gegevens duidelijk zichtbaar zijn. Ten aanzien van de aanduidingen zal de plankaart nog worden bezien en daar waar niet vastgelegd in de SVBP2008 worden aangepast. 3. Volkshuisvesting De bestemming Wonen+ (zal omgezet worden naar Wonen – Cultuur en ontspanning) is geïntroduceerd om monumentale en karakteristieke bebouwing te be46
schermen en te kunnen behouden. Door verruiming van de gebruiksmogelijkheden met de functie verblijfsrecreatie worden de mogelijkheden die eigenaren hebben met deze bebouwing uitgebreid, waardoor het voor hen “makkelijker” is om deze te behouden. Ondergeschikt zijn wellness, culturele, educatieve en sociale doeleinden mogelijk. De woonfunctie dient daarbij altijd gehandhaafd te blijven. Eendachtig de regeling omtrent Vrijkomende Agrarische Bebouwing is de Wonen + bestemming geïntroduceerd. Uitgangspunt is dat binnen deze bestemming te allen tijde een woonfunctie aanwezig is. Ten opzichte van het voorontwerp bestemmingsplan zal de bestemming nader uitgewerkt worden. Hierdoor wordt het mogelijk om bebouwing met een monumentale of karakteristieke waarde, die niet voor de woonfunctie gebruikt wordt, te gebruiken voor verblijfsrecreatieve doeleinden. Wellness en culturele, educatieve en sociale doeleinden zijn hieraan ondergeschikt mogelijk. Voorwaarde daarbij is dat dit binnen de huidige bebouwing plaatsvindt en er dus geen sprake mag zijn van extra verstening. Daarnaast mogen de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden en bebouwing niet in het geding komen. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de landschappelijke en (steden)bouwkundige inrichting van het terrein. Daarnaast moet het medegebruik geen nadelige gevolgen hebben voor de woon- en leefomgeving. Door de nadere eisen regeling zal het verruimde gebruik te toetsen en te handhaven zijn. Tevens kan zo de gewenste ruimtelijke kwaliteitsverbetering bereikt worden. 4. Natuur en landschap Begrenzing EHS Op de plankaart zijn die gebieden als natuur bestemd die ook daadwerkelijk de functie van natuur hebben of als nieuwe natuur aangeduid staan op de groene waarden kaart. De begrenzing van de EHS zal opgenomen worden in de differentiatiekaart ecologie. Middels een wijziging kunnen deze gronden in de toekomst dan bestemd worden als natuur. De plankaart zal hierop worden aangepast. Differentiatiekaart ecologie De differentiatiekaart ecologie zal aangepast worden conform de begrenzing van de EHS en POG. Hierdoor is wijziging naar de bestemming natuur mogelijk. 5. Agrarische aspecten Agrarische bouwblokken De agrarische bedrijven zijn middels een enquête geïnformeerd over het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. In deze enquête konden zij hun bedrijfsgegevens en toekomstperspectief aangegeven. De bedrijven die in deze enquête hebben aangegeven in de nabije toekomst nog te ontwikkelen hebben hun vigerende bouwkavel gehouden. Als bedrijven hebben aangegeven geen toekomstplannen te hebben, dan is de bouwkavel ingeperkt conform BOM+ . Als ze hebben aangegeven dat het bedrijf is gestopt en er sprake is van een ander gebruik, dan is de bouwkavel voorzien van een passende bestemming. 47
Afwijkend aantal bedrijfswoningen De aanduiding “bedrijfswoningen afwijkend aantal” is alleen daar opgenomen waar reeds sprake is van meerdere/dan wel geen bedrijfwoning. Het gaat hierbij niet om het toestaan van een nieuwe tweede bedrijfswoning. 6. (Detail)handel/bedrijven en Horeca Toestaan van horeca binnen Wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. Horeca zal in ondergeschikte betekenis inherente vorm worden toegestaan. Aanleg manegebakken bij horeca De aanleg van manegebakken bij de horeca bestemming zal worden uitgesloten. 7. Recreatie en toerisme Kamperen bij de boer De gemeente is momenteel bezig om een beleidsnota kamperen op te stellen. Hierin zal het kampeerbeleid nader vorm gegeven worden. Omdat deze regeling nog niet door de raad is vastgesteld, kan dit beleid nog niet vertaald worden naar het bestemmingsplan. In het bestemmingsplan wordt vooralsnog het huidige beleid opgenomen. Dit betekent dat maximaal 25 locaties zijn toegestaan met per locatie 15 kampeermiddelen. Het toekomstige gemeentelijke beleid kan dan indien nodig bij vaststelling in het bestemmingsplan worden ingevoegd. 8. Externe veiligheid In de toelichting zal de lokale situatie ten aanzien van externe veiligheid worden opgenomen. Het beleid met betrekking tot buisleidingen zal worden ingevoegd, Tevens zal op een kaartje worden aangegeven welke risicobronnen binnen het plan aanwezig zijn. Ook zal worden toegevoegd dat bij nieuwe bedrijven onderzoek uitgevoerd moet worden naar mogelijke risicobronnen. 9. Bodemkwaliteit Het bestemmingsplan betreft een actualisatie van de reeds bestaande situatie en bestaande rechten die door middel van een procedure zijn vastgesteld. Nieuwe ontwikkelingen worden niet meegenomen. Er zijn geen locaties opgenomen waarvan de bestemming nog niet is gerealiseerd. Aan het bestemmingsplan hoeven dan ook geen bodemonderzoeken te worden toegevoegd. De toelichting zal met bovenstaande tekst worden aangevuld. 10.Geluidshinder In de verantwoording zal de tekst over geluidhinder aangevuld worden waarbij aangegeven wordt dat de kaart slechts een indicatie is en dat afhankelijk van de ligging akoestisch onderzoek nodig kan zijn. De wijzigingsbevoegdheden in de voorschriften/regels zullen indien nog niet opgenomen aangevuld worden met de bepaling dat uit de noodzakelijk (mili48
eu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik. Hiermee is een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd. 11. Water Het advies van het Waterschap Roer en Overmaas is met hen besproken, waar nodig zal het plan worden aangepast. Zie hiervoor de behandeling van de reactie van het Waterschap Roer en Overmaas. Het waterwingebied zal als dubbelbestemming op de plankaart gezet worden. 12. Overige aspecten Archeologie Ten aanzien van het archeologie wordt vooralsnog het provinciale beleid, de kaart met de daarbijbehorende richtlijnen, als kader gehanteerd. Het door de gemeente opgestelde beleid is door de Raad niet vastgesteld en kan vooralsnog niet als richtinggevend kader gehanteerd worden. De gemeente is momenteel bezig om dit beleid aan te vullen. Cultuurhistorie In de toelichting zal de tekst met het beleid en de doelstelling van het Nationaal Landschap evenals de aanduiding en uitwerking van landschappelijke kernkwaliteiten worden uitgebreid. Er zal gekeken worden naar de doelstelling van het Nationaal Landschap, beschermde gezichten en Belvedèregebied om tot een visie te komen om de kwaliteit te behouden, te versterken en te benutten. De volgende aspecten zijn in het kader van cultuurhistorie van belang Beschermde dorpsgezichten Er zal in de toelichting een verwijzing naar de toelichting bij het aanwijzingsbesluit worden opgenomen. Beschermde historische buitenplaatsen De beschermde historische buitenplaatsen zullen apart op de plankaart worden aangeduid. De begrenzing van de historische buitenplaats Neubourg zal worden aangepast. Het tracé van de historische tramlijn Maastricht-Vaals word niet opgenomen in zowel de toelichting als op de plankaart omdat deze geen cultuurhistorische bescherming kent in het kader van de Monumentenwet. De gemeente is niet voornemens om de komende periode voor de tramlijn een specifiek beleid te voeren. In de onderliggende bestemming Agrarisch met waarden – Natuur en landschapswaarden is in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat deze gronden bestemd zijn voor de instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische en archeologische waarden. In dat kader is de tramlijn beschermd.
49
DURP Het vastgestelde plan zal in digitaal uitwisselbare vorm, als GML-bestand, worden aangeleverd. Hierbij zal het voldoen aan de voorwaarden zoals opgenomen in de SVBP2008. 13.Gebruiksvoorschriften/regels De volgorde van de opgenomen bestemming is alfabetisch, overeenkomstig de voorwaarden in de SVBP2006/2008. Begripsbepalingen De begrippen aan-huis-gebonden beroepen, consumentverzorgend en dienstverlening zullen aangepast worden conform de begripsomschrijving zoals opgenomen in de “Digitale Leest”.. Tevens zal het begrip permanente bewoning worden aangepast. Algemene opmerkingen omtrent de bestemmingen Aan de wijzigingsbevoegdheden zal worden toegevoegd dat een bodemonderzoek uitgevoerd moet worden om te bepalen of de bodem geschikt is voor het beoogde gebruik. Aan de vrijstellings-/ontheffingsbevoegdheden zal dit alleen daar worden toegevoegd waar relevant. Binnen het plan zijn geen uitwerkingsverplichtingen opgenomen. BOM+-regeling De voorschriften/regels van ALN, A en AB zullen in overeenstemming worden gebracht met de gebruiksvoorschriften/regels die opgenomen zijn in de POLuitwerking Bouwkavel Op Maat Plus. Teeltondersteunende voorzieningen De voorschriften/regels zullen aangepast worden overeenkomstig de voorbeeldvoorschriften/regels bij beleidsregel. Voor de hagelnetten wordt verwezen naar de beleidsregel. Hierdoor is het beleid in het bestemmingsplan in overeenstemming met de provinciale regeling. Bestemmingen Agrarisch (A) artikel 4 Binnen de aanduiding kleinschalig gebruik zijn bestaande buitenbakken opgenomen. Het voorschrift zal worden aangepast waardoor alleen bestaande buitenbakken zijn toegestaan. De regeling voor evenementen wordt toegesneden naar evenementen die planologisch relevant zijn, jaarlijks terugkeren en meerdere dagen duren. In de toelichting zal een overzicht worden opgenomen welke evenementen dit zijn (reeds bestaande evenementen). Voor overige (nieuwe) evenementen die planologisch relevant zijn, zal een vrijstellings-/ontheffingsmogelijkheid worden opgenomen. 50
De bouwmogelijkheid in gebieden die zijn aangeduid als kleinschalig gebruik is een uitdrukkelijke wens die vanuit de burgers aanwezig is. Het gaat hierbij vaak om percelen die aansluitend aan de woonbestemming zijn gelegen, op de overgang naar het buitengebied. Een beperkte bouwmogelijkheid t.b.v. bijvoorbeeld schuilgelegenheden voor vee is hier soms wenselijk. Solitair gelegen gebieden met de aanduiding kleinschalig gebruik zijn reeds voorzien van bebouwing welke op deze manier planologisch geregeld is. De vrijstelling/ontheffing voor kleinschalig gebruik is opgenomen en kan na een gemeentelijke afweging, stedenbouwkundig en landschappelijk, worden verleend. Binnen de gemeente is deze behoefte aanwezig om op deze manier het buitengebied te onderhouden. Particulieren hebben hierdoor de mogelijkheid om op kleine schaal vee te houden. Dit draagt bij aan de beleving van het buitengebied. De uitbreiding van kamperen bij de boer tot 25 standplaatsen is conform het provinciale beleid binnen het Heuvelland uitgesloten. Deze uitbreidingsmogelijkheid zal dan ook, omdat de gemeente nog niet beschikt over een eigen kampeerbeleid, vooralsnog geschrapt worden. De gemeente is voornemens voor vaststelling van dit bestemmingsplan over eigen kampeerbeleid te beschikken. Indien nodig zal het bestemmingsplan dan ook bij vaststelling hierop worden aangepast. Agrarisch Bedrijf (A-B) artikel 5 Het toegesneden gebruik heeft alleen betrekking op reeds bestaande en vergunde activiteiten. In lid B zal worden opgenomen dat één bedrijfswoning per volwaardig agrarisch bedrijf is toegestaan. Lid B onder B kan komen te vervallen. Agrarisch – Landschappelijke en/of natuurlijke waarden (A-LN (AW-NL)) artikel 7 Kleinschalig gebruik, parkeren en evenementen zijn alleen daar toegestaan waar deze reeds aanwezig zijn. Dit is legaal toegestaan gebruik vanuit het verleden. Binnen de bestemming A-LN (AW-NL) is tevens de behoefte aanwezig om kleine gebouwen op te richten. De vrijstelling/ontheffing naar zit-, schuil- en picknick gelegen zal niet worden geschrapt, maar aangevuld worden met de voorwaarden dat de aanleg geen onevenredige afbreuk mag doen aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap. Daarnaast zal de aanleg beperkt worden tot maximaal 25 meter uit openbare wegen. Voor kamperen bij de boer zie vorenstaande reactie.
51
De wijzigingsbevoegdheid voor bungalowpark Euverem zal komen te vervallen omdat deze volledig in de EHS/POG is gelegen. Uitbreiding binnen deze gebieden is niet gewenst, dus de wijzigingsbevoegdheid vervalt. Er hoeft dan ook geen koppeling naar de EHS of POG opgenomen te worden. Bedrijf – Toegesneden (B-T) artikel 10 De verwijzing zal aangepast worden naar bijlage 2. De bedrijvenstaat zal toegesneden worden naar bedrijven categorie 1 en 2 die binnen Gulpen-Wittem gewenst zijn. Zie voor evenementen de eerdere reactie. Binnen de bestemming Bedrijf zijn alleen bestaande bedrijfswoningen toegestaan dan wel zijn woningen toegestaan daar waar dat binnen het geldende bestemmingsplan ook mag. Indien meer of geen bedrijfswoning is toegestaan is dit op de plankaart middels een aanduiding opgenomen. Onder de bouwregels zal opgenomen worden dat wonen alleen in bedrijfswoningen mogelijk is. Dit zal tevens onder de specifieke gebruiksregels opgenomen worden. De wijzigingsbevoegdheid naar Wonen of Wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) zal aangepast worden waarbij opgenomen wordt dat zowel de woning als de bijgebouwen inpandig gerealiseerd moeten worden. Detailhandel (DH) artikel 11 Onder lid A is bepaald waarvoor de gronden gebruikt mogen worden. In lid B is opgenomen dat wonen alleen in bedrijfswoningen is toegestaan. Zie ook de reactie ten aanzien van de bestemming Bedrijf-Toegesneden. De vrijstelling/ontheffing om het oppervlakte aan bijgebouwen te vergroten zal beperkt worden tot 100 m². Zonder vrijstelling/ontheffing mag bij alle percelen binnen het bijbouwvlak maximaal 70 m² aan bijgebouwen opgericht worden. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. De wijzigingsbevoegdheid naar Wonen of Wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) zal aangepast worden waarbij opgenomen wordt dat zowel de woning als de bijgebouwen inpandig gerealiseerd moeten worden. Dienstverlening (DV) artikel 12, Gemengd (GD) artikel 13, Horeca (H) artikel 15, Kantoor (K) artikel 16, Maatschappelijk (M) artikel 17 Zie reactie onder artikel 10 en 11. Natuur (N) artikel 18 Het toestaan van evenementen zal worden geschrapt.
52
Recreatie (R) artikel 19 Voor bedrijfswoningen zie reactie bij artikel 10 en 11. Als verboden gebruik zal permanente bewoning worden toegevoegd. Recreatie-Dagrecreatie (golfterrein) R-D (golfterrein) artikel 20 De begrenzing van het golfterrein is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Momenteel zijn de eigenaar en Staatsbosbeheer in overleg om te komen tot een exacte nieuwe begrenzing. De resultaten uit dit overleg zullen in het vast te stellen bestemmingsplan worden verwerkt. Ten aanzien van de EHS is een wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming Natuur opgenomen. Deze kan gebruikt worden wanneer het gebruik van het golfterrein beëindigd wordt. Wonen (W) artikel 25 Ten aanzien van evenementen zie reactie bij artikel 4. Het bijbouwvlak is op de plankaart aangegeven met een bolletjesraster. De ruime mogelijkheid aan oppervlakte aan bijgebouwen zal beperkt worden tot 70 m² voor alle percelen. Middels vrijstelling/ontheffing is een uitbreiding naar 100 m² mogelijk. In deze vrijstelling/ontheffing zijn de voorwaarden opgenomen zoals ook vermeld in de handreiking. Het bestemmingsplan zal hierop te worden aangepast. Het permanent bewonen van bijgebouwen zal uit worden gesloten in de gebruiksvoorschriften/regels van de gebouwen, behoudens wanneer het bewoning ten behoeve van mantelzorg betreft waarbij geen zelfstandige woning mag ontstaan. Wonen + (W+) artikel 26 De bestemming Wonen+ zal vervangen door de bestemming Wonen – Cultuur en ontspanning. Hierdoor is de bestemming nader gespecificeerd, in aansluiting op de mogelijkheden zoals die in de SVBP2008 zijn opgenomen. Aansluiting is gezocht bij de reeds gangbare regeling omtrent vrijkomende agrarische bebouwing. Om de waardevolle bebouwing in stand te kunnen houden is, vaak door de omvang, in de meeste gevallen meer mogelijk dan alleen de woonfunctie. Om het voor eigenaren aantrekkelijk te maken om ook deze bebouwing te onderhouden en te behouden wordt een ruimer gebruik toegestaan (verblijfsrecreatie met daaraan ondergeschikt wellness en sociale, culturele en educatieve doeleinden). Uitgangspunt hierbij is wel dat er altijd een woning aanwezig moet zijn en dat er geen nieuwe bebouwing mag worden toegevoegd. De regeling inpandig bouwen is binnen de bestemming meegenomen, doch verruimd. Er is geen aansluiting gezocht bij VORm omdat dit niet bijdraagt aan het behoud van de cultuurhistorische waarden ter plaatse.
53
Beschermd Stads- en Dorpsgezicht artikel 27 De cultuurhistorische waarden en ruimtelijke verschijning van de beschermde stads- en dorpsgezichten zijn opgenomen in het aanwijzingsbesluit. Binnen het bestemmingsplan hoeft dit niet nogmaals geanalyseerd te worden. In de toelichting zal naar het aanwijzingsbesluit verwezen worden. Tevens zal bij ontwikkelingen advies gevraagd moeten worden aan de Monumentencommissie. Onder het aanlegvergunningenstelsel is reeds opgenomen dat de cultuurhistorische waarden behouden moeten blijven. Het artikel zal aangevuld worden met het gegeven dat bij wijziging advies benodigd is van de Monumentencommissie. Waterwin- en grondwaterbeschermingsgebied artikel 37 De vrijstellings-/ontheffingsbevoegdheid zal worden geschrapt. Tevens zullen de voorschriften/regels waterwin- en grondwaterbeschermingsgebied apart worden genoemd overeenkomstig de voorbeeldvoorschriften/regels van het Waterschap. Algemene voorschriften/regels omtrent het gebruik van de grond anders dan voor bebouwing artikel 39 De tabel is verplaatst naar ieder afzonderlijk artikel conform de regels in de SVBP2008. Hierin is per bestemming gekeken wat de gebruiksvoorschriften/regels zijn. Algemene voorschriften/regels omtrent het gebruik van opstallen artikel 40 De tabel is verplaatst naar ieder afzonderlijk artikel conform de regels in de SVBP2008. Hierin is per bestemming gekeken wat de gebruiksvoorschriften/regels zijn. Algemene bevoegdheid tot wijziging artikel 43 Het woord groen zal gewijzigd worden in ecologische. Tevens zal de tweede Lid C gewijzigd worden. Voor de VORm-methode zal verwezen worden naar het Contourenbeleid. Expliciet zal aangegeven worden dat de ontwikkelingen niet binnen de EHS en POG mogen plaatsvinden. 14.Toepassing artikel 19, lid 2 WRO Voor kennisgeving aangenomen.
54
2. VROM inspectie d.d. 22 mei 2008 Een kopie van het VROM advies is in bijlage 1 opgenomen. Standpunt college Rijksbeleid Het rijksbeleid is opgenomen in de verantwoording onder het hoofdstuk Nota’s en beleidsvoornemens op Rijksniveau. Nationaal Landschap In de toelichting zal een paragraaf worden opgenomen waarbij het beleid Nationaal Landschap afgezet wordt tegen het beleid in het plangebied. De begrenzing van het plangebied is afgestemd op de rode contouren en de in het veld waarneembare logische begrenzing van de kernen/buitengebied. In bepaalde gevallen doorsnijdt de rode contour namelijk percelen die in gebruik zijn als achtertuinen. De woning hiervan behoort tot de kern, de bijbehorende achtertuin wordt dan ook meegenomen in het kernplan. Het is niet wenselijk dat deze percelen in meerdere bestemmingsplannen zijn gelegen. Er zal een afweging gemaakt worden naar de bouwmogelijkheden in die in het bestemmingsplan zijn gelegen. In de meeste gevallen betreft het echter bestaande rechten die overgenomen zijn. Verrommeling De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. In de toelichting zal ingegaan worden op het aspect handhaafbaarheid. Cultuurhistorie In de toelichting zal nader ingegaan worden op de doelstellingen van het Nationaal Landschap. Tevens zal aangegeven worden op welke wijze het mogelijk zou zijn om de landschappelijke, ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit te behouden, te versterken en te benutten. Beschermde dorpsgezichten In de toelichting zal een verwijzing naar het aanwijzingsbesluit behorende bij het beschermde dorpsgezicht worden opgenomen. In de voorschriften/regels zal opgenomen worden dat voor behoud van de cultuurhistorische waarden bij aanlegvergunningen de momentencommissie gehoord wordt. Dit geldt ook bij vrijstellings/ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden die zijn gelegen binnen het beschermd dorpsgezicht. Uitwerkingsbevoegdheden zijn niet in het plan opgenomen.
55
Beschermde historische buitenplaatsen De historische buitenplaatsen zullen overeenkomstig de beschermde dorpsgezichten geregeld worden. De grens van Neubourg zal worden aangepast. Leidingen en straalpaden De bebouwingsvrije zone en toetsingsafstand zijn op de plankaart opgenomen. Tevens zal de leiding als Leiding-brandstof worden opgenomen. Het straalpad is in de voorschriften/regels en plankaart opgenomen. De maximale bouwhoogte van 20 m zal hieraan worden toegevoegd. 3. Waterschap Roer en Overmaas (inclusief Provincie en Waterschapsbedrijf) d.d. 31 januari 2008 Een kopie van het wateradvies is in bijlage 1 opgenomen. Standpunt college Advies Waterschap Roer en Overmaas Het waterwingebied zal als dubbelbestemming op de plankaart gezet worden. Het grondwaterbeschermingsgebied zal als differentiatievlak op een afzonderlijke kaart worden opgenomen. De regelingen in de voorschriften/regels zullen worden uitgesplitst conform de voorbeeldvoorschriften/regels van het waterschap. De vrijstellings-/ontheffingsbevoegdheid die in artikel 37 lid c is opgenomen zal worden geschrapt. De regeling zal aangepast worden conform de voorbeeldvoorschriften/regels van het waterschap. Advies Waterschapsbedrijf Limburg De breedte van de beschermingszone van de rioolwatertransportleiding zal in de legenda achter de tekst “leiding riool” vermeld worden. In de legenda zal de aanduiding van de geurcontour rioolwater worden vermeld. De rioolwatertransportleiding met beschermingszone van 20 meter bij Beutenaken-Gulpen zal opgenomen worden conform de verstrekte gegevens. Advies Waterschap Roer en Overmaas Plankaarten Het inundatiegebied langs de Geul bij Beertsenhoven, tussen Wijlre en Gulpen zal worden opgenomen. Daar waar mogelijk zal het bouwvlak en bijbouwvlak aangepast worden zodat het buiten de beschermingszone, meanderzone of inundatiegebied komt te liggen. In dit kader zijn een achttal locaties waar dit een knelpunt oplevert besproken met de belangen van het waterschap. De resultaten uit deze bespreking zijn hierna opgenomen. In de meeste gevallen zal de meanderzone aangepast moeten worden. 56
Dit wordt echter nog niet meegenomen bij de aanstaande leggeraanpassing. De plankaarten zullen indien nodig conform de bespreking worden aangepast. De locaties met bijbehorende conclusie: a. Aan de Pesakerweg 21 mag de vigerende bouwmogelijkheid overgenomen worden; b. Aan de Eperweg 9 mag het bestemmingsvlak met daarin de vijverbakken gehandhaafd blijven. Het waterschap zal echter in het kader van de uitbreidingsplannen voor deze locatie een en achter uitzoeken; c. Haasstad 3 zal aangepast conform de feitelijke situatie zoals in het veld is aangetroffen. Hierdoor is er geen conflict meer met de waterbelangen; d. het bouwvlak aan de Slenakerweg 23 zal aangepast worden. De bouwmogelijkheid die nu over het kampeerterrein is gelegen komt te vervallen en zal gecompenseerd worden aan de zuidoostzijde van het perceel; e. Pesaken 4 heeft reeds vergunning voor het bebouwen van het perceel met daarop de meanderzone. Het bouwvlak hoeft niet te worden aangepast; f. Aan de Slenakerweg 1 en 3 mogen de bestaande bouwrechten gehandhaafd blijven omdat deze (voor het overgrote deel) reeds bebouwd zijn. De meanderzone zal hier t.z.t. aangepast worden; g. De bouwkavel aan de Rijksweg 2 en 4 wordt aangepast. De vigerende bouwmogelijkheden worden overgenomen. In dat gedeelte waar nog een meanderzone over is gelegen is reeds een loods gebouwd; h. Aan de Hurpescherweg 3 is de bouwkavel voor een groot gedeelte reeds zo aangepast dat het buiten de meanderzone is gelegen. Voor dat gedeelte wat er nog binnen ligt zal t.z.t. de meanderzone aangepast moeten worden; De ontbrekende regenwaterbuffers zullen op de plankaart als water bestemd worden. De exacte gegevens van de ligging van deze buffers was ten tijde van het voorontwerp bestemmingsplan nog niet bekend. Van een aantal locaties zullen de beeklopen en wegwaterlossingen worden aangepast conform de gegevens in bijlage 4. De beeklopen en beschermingszones zullen worden gecontroleerd en waar mogelijk en nodig aangepast worden. Op plankaart 4 zullen de locaties van de detailkaarten worden aangeduid. De begrenzingen van de plankaart zullen worden nagegaan. De leggerwijzigingen zullen op de plankaart worden verwerkt. Het is niet nodig om de stroombanen (indicatief) op te nemen op de differentiatiekaart Erosie omdat deze stroombanen niet in de voorschriften/regels worden genoemd. De relatie tussen kaart en voorschriften/regels ontbreekt. 57
Voorschriften/regels De begrippen inunderen en meanderen zullen aan de begrippen worden toegevoegd. In de artikelen Water, Inundatiegebied en Meanderzone zal een verwijzing opgenomen worden naar de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas. In artikel Meanderzone zal de term “inundatiegebied” vervangen worden door “meanderzone”. In het artikel Erosie zal in zijn algemeenheid verwezen worden naar de regelgeving. Wanneer deze dan aangepast wordt, is deze ook van toepassing op dit bestemmingsplan. Binnen het differentiatievlak Erosie zal een aanlegvergunning opgenomen worden voor het aanbrengen van verhardingen, en niet alleen bij hellingen steiler dan 10%. In de wijzigingsbevoegdheden zal een bepaling worden opgenomen dat bij een planwijziging de effecten op de waterhuishouding in beeld gebracht moeten worden (watertoets). Toelichting De tekst op pagina 34 zal worden aangepast zodat voor de Geul een beschermingszone van 10 meter geldt. Tevens zullen hierbij de dwarsprofielen opgenomen worden zoals die in de voorbeeldvoorschriften/-regels staan. In de toelichting zal melding gemaakt worden van de regelgeving van het waterschap (waterbeheersplan, de Keur en de Legger inclusief aanpassing). Onder het thema erosie zal melding gemaakt worden van de aanstaande aanpassing van de regelgeving. Het wateradvies is opgenomen in het onderdeel procedure behorende bij het bestemmingsplan. Hier zal in de waterparagraaf naar verwezen worden. 4. ProRail (telefonisch) d.d. 5 december 2007 De aanwezige spoorlijn is geen eigendom van ProRail dus er zijn geen belangen in het geding. Er zijn geen opmerkingen op het plan. 5. Gasunie d.d. 19 december 2007 De Gasunie deelt mede dat zij naar aanleiding van het voorontwerp bestemmingsplan geen opmerkingen hebben. Een kopie van deze reactie is in bijlage 1 opgenomen
58
6. Waterleiding Maatschappij Limburg (WML) d.d. 15 januari 2008 Een kopie van het advies van WML is in bijlage 1 opgenomen. Standpunt college 1. Dubbelbestemming meanderzone De tekst in het artikel meanderzone zal conform het voorstel worden aangepast. 2. Regenwaterbuffers In de toelichting zal ten aanzien van de regeling van waterwingebieden en grondwaterbeschermingsgebieden verwezen worden naar de Provinciale milieuverordening Limburg en dan wel met name naar artikel 5.26 lid b en artikel 5.28 lid e. De regenwaterbuffers zijn op de plankaart als water bestemd. In het voorontwerp bestemmingsplan ontbraken nog de regenwaterbuffers die gerealiseerd worden in het kader van de herinrichting Mergelland-Oost. Het bestemmingsplan zal hierop nog worden aangepast. 7. RECRON. Een kopie van het PCGP advies is in bijlage 1 opgenomen. Standpunt college 1. Algemeen In het vervolg zullen wij er rekening mee houden dat u in een vroegtijdig stadium op de hoogte wordt gesteld. In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn klankbordbijeenkomsten georganiseerd. In deze klankbordgroep zat ook een afvaardiging van de toeristisch-recreatieve sector uit de gemeente (eigenaren van een recreatieve voorziening). Deze sector is dan ook bij de voorbereiding van het bestemmingsplan betrokken geweest. Het formuleren van beleid ten aanzien van recreatief medegebruik zal in het kader van nog nader op te stellen gemeentelijke beleidsstukken aandacht krijgen. 2. Opmerkingen aangaande verblijfsrecreatie Uit de toelichting Het verzadigingspunt is bereikt in het aantal locaties waar kamperen bij de boer plaatsvindt (25 locaties). Vooralsnog wordt het huidige gemeentelijke beleid opgenomen. Momenteel is de gemeente bezig om nieuw beleid op te stellen, wanneer dit is vastgesteld voor vaststelling van het bestemmingsplan kan het opgenomen worden. Dit betekent dat vooralsnog maximaal 25 locaties zijn toegestaan met per locatie 15 kampeermiddelen. Het onderscheid tussen kamperen bij de boer (kleinschalig kamperen) en kamperen bij een regulier bedrijf komt overeen met het onderscheid dat de provincie Limburg daarin ook maakt. Daarnaast valt kamperen bij de boer als ondergeschik-
59
te nevenactiviteit onder een agrarische bedrijfsbestemming, waardoor het logisch is om een dit onderscheid te behouden. Waarom geen wijzigingsbevoegdheid voor vergroting van reguliere bedrijven? Voor agrarische bedrijvigheid is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ter vergroting van het bedrijf omdat deze bedrijven hier van oudsher thuishoren en bijdragen aan het behoud en onderhoud van dit gebied. De overige bedrijven zijn niet aan het buitengebied gebonden. Willen deze bedrijven uitbreiden zal er een buitenplanse procedure doorlopen moeten worden waarbij een goede afweging gemaakt zal worden om te onderbouwen dat het op die locatie mogelijk is. Uit de verantwoording De voorwaarden die opgenomen zijn in de beleidsregel Kampeerbeleid zullen naar gelang de wens van de gemeente overgenomen in de voorschriften/regels. Opmerkingen aangaande recreatief medegebruik Recreatief medegebruik is als ondergeschikt gebruik mogelijk binnen de bestemmingen Agrarisch, Agrarisch – Landschappelijke en Natuurlijke waarden, Groen en Natuur. Dit betekent dat nagenoeg het gehele buitengebied mede recreatief gebruikt mag worden.
60
Bijlage 3: Eindverslag inspraak bestemmingsplan buitengebied Eindverslag van de inspraak bestemmingsplan buitengebied gemeente Gulpen-Wittem 1. Inspraakprocedure Het voorontwerp bestemmingsplan heeft in de periode van 22 november 2007 tot en met 2 januari 2008 (6 weken) in het kader van de inspraak ter inzage gelegen. Binnen die periode zijn op 3 en 12 december 2007 twee informatieavonden gehouden. Gedurende de inzage termijn zijn ongeveer 150 inspraakreacties ingediend. De persoonlijke gegevens en de strekking van de inspraakreacties zijn in dit eindverslag beknopt en zakelijk weergegeven. De inspraakreacties zelf zijn als losse bijlage beschikbaar.
61
ADRES ARVALIS ALGEMEEN (bij iedere inspraakreactie is een aantal opmerkingen gemaakt die steeds terugkeren. Deze opmerkingen worden hieronder eenmalig van een reactie voorzien) a. bestemmingsvlak Agrarisch-Bedrijf (A-B) algemeen: de maximale goothoogte verhogen van 4,50 m naar 6,50 m. Æ de maximale toegestane goothoogte blijft op 4,50 meter. Tot 6,50 meter mag met vrijstelling/ontheffing gebouwd worden. Hierdoor is het voor de gemeente mogelijk om een afweging te maken of het ter plekke ruimtelijk en landschappelijk gewenst is. b. Agrarisch met landschappelijke en/of natuurwaarden (Aln): extensieve recreatie toestaan op gronden met de bestemming A en Aln. Æ extensieve recreatie is onder de noemer recreatief medegebruik, bijvoorbeeld wandelen en fietsen, reeds toegestaan. Het bestemmingsplan zal hierop dan ook niet worden aangepast. c. Agrarisch met landschappelijke en/of natuurwaarden (Aln): plaatsing van een mestzak dient via een vrijstellings-/ontheffingsbevoegdheid of aanlegvergunning mogelijk te zijn. Æ dit zou door middel van een buitenplanse vrijstelling/ontheffing kunnen. Binnen Aln gebieden zijn mestzakken in zijn algemeenheid niet gewenst. Mogelijk dat hier voor een individueel verzoek van afgeweken kan worden, dit kan dan door middel van een buitenplanse procedure. d. Hoofdbestemmingen in verhouding tot dubbelbestemmingen en differentiatievlakken: de bepalingen behorende bij de hoofdbestemmingen dienen te prevaleren boven de bepalingen behorende bij de dubbelbestemmingen en differentiatievlakken. Æ conform toekomstige regelgeving zullen hoofdbestemmingen en dubbelbestemmingen/differentiatievlakken gelijk gesteld worden, de gronden worden hierdoor mede bestemd voor…. In het bestemmingsplan zal aanvullend hierop nog wel een voorrangsregeling worden opgenomen om te kunnen bepalen wat als eerste van toepassing is. e. Erosie: het differentiatievlak erosie heeft geen toegevoegde waarde. Æ het erosiebeleid dat door provincie, waterschap en LLTB wordt opgesteld betreft een basisbeperking. Waar dit niet toereikend zou zijn, is dan nog niets geregeld. Daarvoor is het differentiatievlak erosie opgenomen in het bestemmingsplan. f. Erosie: er is een wijzigingsbevoegdheid voor waterremmende landschapselementen opgenomen. Deze hebben primair een waterstaatkundige functie en dat past niet binnen de bestemming natuur. Voorstel de vigerende bestemming handhaven. Æ de voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. De onderliggende bestemming dient gewijzigd te worden naar landschapspelelement. g. Erosie: op pagina 143 is in het aanlegvergunningenstelsel het scheuren van grasland binnen het differentiatievlak “ecologie” opgenomen, terwijl hier waarschijnlijk “erosie” bedoeld wordt. Æ het plan zal hierop worden aangepast. h. Erosie: het scheuren van graslanden moet niet gelden voor “waardevolle graslandvegetatie”die als gevolg van een (vrijwillige) beheersovereenkomst extensief wordt beheerd. Æ het scheuren van grasland zal beperkt worden tot gebieden die tot de EHS behoren. i. Archeologie: gronden met een middelhoge, hoge en zeer hoge verwachtingswaarde zijn onderzoeksplichtig indien er grondbewerkingen dieper dan 30 cm plaatsvinden. Graag aanpassen naar 75 cm. Æ de gemeente heeft het door RAAP voorgestelde archeologische beleid niet vastgesteld. Hierdoor dienen vooralsnog de richtlijnen van de provincie gevolgd te worden. In deze richtlijnen is eveneens de 30 cm grens opgenomen. Momenteel is 62
de gemeente bezig de kaarten van RAAP aan te vullen. Mogelijk dat het uitsluiten van regulier landbouwkundig gebruik in deze nadere uitwerking meegenomen j. Archeologie: in het verleden is aangegeven dat de gemeente alleen gronden met een hoge verwachtingswaarde zou willen onderzoeken. Graag aanpassen. Æ de gemeente heeft het door RAAP voorgestelde archeologische beleid niet vastgesteld. Hierdoor dienen vooralsnog de richtlijnen van de provincie gevolgd te worden. Volgens het provinciale beleid dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden in gebieden met een hoge en middelhoge verwachtingswaarde. Mogelijk dat ten opzichte hiervan nog iets wijzigt als de gemeente eigen beleid vaststelt. Wanneer dit voor vaststelling van het bestemmingsplan gebeurt, zal dit alsnog meegenomen worden. k. Archeologie: regulier landbouwkundig gebruik uitzonderen van de aanlegvergunning. Æ Het regulier landbouwkundige gebruik wel of niet onder de aanlegvergunningplicht stellen heeft op meerdere onderwerpen dan enkel archeologie, betrekking. Archeologie zal hiervoor niet leidend zijn. Wat archeologie betreft is het wel wenselijk om voorafgaand aan diepe grondbewerking (dieper dan 30 cm) eerst de huidige verstoringdiepte te bepalen. Indien de voorgenomen grondverwerving dieper reikt dan de huidige verstoringsdiepte is kans reëel dat als gevolg van de diepe grondbewerking archeologische resten vernietigd worden. De Cultuur Historische Waardekaart Limburg is gebaseerd op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarde (IKAW) van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuur en Monumenten (RACM). l. Archeologie: op de gemeentelijke kaart hebben in vergelijking met de provinciale kaart meer gronden een hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarde. Wij vragen u kritisch te kijken naar de gemeentelijke kaart teneinde de onderzoeksverplichting terug te brengen en adviseren de provinciale kaart in het plan op te nemen. Æ omdat de raad niet ingestemd heeft met de gemeentelijke kaart wordt vooralsnog de provinciale kaart in het plan opgenomen. Mogelijk dat bij vaststelling hierin nog wijzigingen plaatsvinden. m. Ecologie: voor de gronden die behoren tot de POG is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de gronden te wijzigen naar Natuur. Graag dit voor alle gronden gelegen binnen het differentiatievlak ecologie door middel van een buitenplanse vrijstellings-/ontheffingsprocedure regelen. Æ het wijzigen naar de bestemming natuur kan op vrijwillige basis en is geen verplichting. De gemeente zal bij een aanvraag hierin faciliteren. Het is echter geen verplichting om het te doen (het hoeft niet). n. Ecologie: binnen het differentiatievlak “ecologie” is een aanlegvergunning voor het draineren, bemalen of het winnen van water opgenomen. Gelieve hiervoor geen aanvullende bepalingen op te nemen omdat andere overheden hierover het gezag hebben. Æ de bestemmingsplanvoorschriften/-regels zullen hierop worden aangepast. o. Ecologie: de bestemmingsvlakken Agrarisch-Bedrijf en Agrarisch-Hulp- en Nevenbedrijf moeten niet binnen het differentiatievlak Ecologie zijn gelegen. De differentiatievlakken zouden ondergeschikt gemaakt moeten worden ten opzichte van de hoofdbestemming. Æ het kan voorkomen dat deze bedrijven binnen het differentiatievlak ecologie zijn gelegen. Dit is gegroeid vanuit het verleden. In het kader van instandhouding en versterking van de samenhang tussen abiotische (niet levende natuur) en biotische (levende natuur) kernmerken gelden hier aanvullende voorwaarden. p. Aanlegvergunningen: binnen het differentiatievlak cultuurhistorie is een aanlegvergunning opgenomen voor het doorvoeren van veranderingen in de verkaveling van het terrein. Dit moet niet de bedoeling zijn voor gronden die agrarisch in gebruik zijn. Æde voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. q. Aanlegvergunningen: wij verzoeken u de aanlegvergunningenplicht voor het scheuren van grasland te verwijderen. Æ het scheuren van grasland zal beperkt worden tot gronden die zijn gelegen binnen de EHS. 63
r. Aanlegvergunningen: bebossing is aanlegvergunningplichtig in gebieden met de bestemming A en Aln. Gelieve dit uit het aanlegvergunningenstelsel te schrappen omdat hier regionaal afspraken over gemaakt zijn. Æ het aanlegvergunningenstelsel zal hierop worden toegesneden. Bedoeld wordt het bebossen van gronden ten behoeve van houtproductie. s. Waterwin- en grondwaterbeschermingsgebieden. Waarom zijn deze gebieden in het bestemmingsplan meegenomen. Het is een cumulatie van provinciale wetgeving en in het kader van het bestemmingsplan volstrekt overbodig. Æ de regelgeving zoals opgenomen in het bestemmingsplan is in overeenstemming met de provinciale wetgeving en de richtlijnen van het waterschap. In het bestemmingsplan zijn deze gebieden meegenomen zodat inzichtelijk is dat ook dit beleid op het gebied van toepassing is. t. doorkruist een aanlegvergunningenplicht voor het verwijderen van landschapselementen niet de herinrichting Mergelland-Oost. Æ nee u. wat is de status van de archeologische- en cultuurhistorische advieskaart. Hoe verhoudt deze kaart zich met het herinrichtingsplan Mergelland-Oost. Æ de archeologische en cultuurhistorische advieskaart is aan de raad voorgelegd. Deze heeft de kaart echter niet vastgesteld. Vooralsnog zal de provinciale kaart uitgangspunt zijn. Het herinrichtingsplan Mergelland-Oost is ook gebaseerd op deze provinciale kaart. v. Water: aan weerszijden van de watergangen is een zone van 50 meter opgenomen voor het herinrichten van de waterloop. Consequentie hiervan is dat daarbinnen niet gebouwd mag worden. Dit is onnodig beperkend en de motivatie ontbreekt. Æ deze zones, meanderzones, zijn door het waterschap vastgesteld en overgenomen in het bestemmingsplan. Op deze zones is dan ook het beleid van het waterschap van toepassing. w. Beekdal: agrarische bedrijven in beekdalen moeten door middel van de regeling BOM+ kunnen bouwen c.q. uitbreiden Æ het differentiatievlak beekdal komt te vervallen. Conform de uitgangspunten in het POL is voor het beekdal een adequate planologische bescherming opgesteld door het waterschap in de vorm van de meanderzone en inundatiezone. Deze dienen overgenomen te worden in het bestemmingsplan. Dit is geregeld en tevens is het differentiatievlak ecologie opgenomen als verwijzing naar de EHS en POG, waardoor het differentiatievlak beekdal kan vervallen. 1.LLTB Pb 960 6040, Roermond a. agrarisch bedrijf. Æ middels vrijstelling/ontheffing zijn in het plan kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen toegestaan; Æ binnen de definitie van agrarisch bedrijf is het houden van dieren toegestaan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat een paardenhouderij een agrarisch bedrijf is. De definitie zal nog wel aangepast worden waarbij een manege een manege binnen een agrarisch bedrijf wordt uitgesloten. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. Æ indien individuele agrariërs melden dat ze een bedrijf met toekomstperspectief hebben zal de vigerende bouwkavel in het bestemmingsplan opgenomen worden. Æ de maximale toegestane goothoogte blijft op 4,50 meter. Tot 6,50 meter mag met vrijstelling/ontheffing gebouwd worden. Hierdoor is het voor de gemeente mogelijk om een afweging te maken of het ter plekke zowel ruimtelijk (in verband met het aanwezige reliëf) en landschappelijk gewenst is. Door middel van BOM+ kan de hoogte niet teruggebracht worden naar 4,50 m als binnen het bestemmingsplan 6,5 m is toegestaan. Æ de maximale inhoudsmaat van een bedrijfswoning zal worden geschrapt. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. Æ de voorwaarde dat omliggende functies in hun uitvoering niet mogen worden belemmerd zal worden opgenomen binnen de bestemming GD-VAB. Bijlage 3 bij de voorschriften/regels zal hierop worden aangepast. b. Agrarisch en Agrarisch met landschappelijke en/of natuurlijke waarden. 64
Æ de bestemming voor het gebied ten noorden van Reijmerstok en ten zuiden van de Molenweg zal bestemd worden conform hun huidige bestemming. Indien nodig zal de plankaart hierop worden aangepast. Æ het gebruik van de gronden als parkeerplaats bij evenementen is binnen de aanduiding op de plankaart mogelijk. Echter alleen die evenementen die meerdaags en met enige regelmaat terugkeren zijn in het bestemmingsplan meegenomen. Voor overige evenementen wordt een vergunning afgegeven waarbij het parkeren eveneens is geregeld. Æ Binnen de bestemming A en Aln is recreatief medegebruik toegestaan. Voor vormen van extensieve recreatie zijn vaak aanvullende voorzieningen nodig. Dit kunnen we dan ook niet zonder meer overal toestaan. De vrijstelling/ontheffing om aanvullende voorzieningen op te richten, zoals straatmeubilair en picknickplaatsen, zal komen te vervallen (verrommeling). Æ binnen Aln zal geen vrijstelling/ontheffing opgenomen worden voor het aanleggen van mestzakken. Dit zou door middel van een buitenplanse vrijstelling/ontheffing kunnen. Binnen Aln gebieden zijn mestzakken in zijn algemeenheid niet gewenst. Mogelijk dat hier voor een individueel verzoek van afgeweken kan worden. c. Teeltondersteunende voorzieningen. Æ het aantonen van de bedrijfseconomische noodzaak is een voorwaarde die opgenomen staat in de beleidsregel van de provincie. Deze beleidsregel is overgenomen in het bestemmingsplan. Door de provincie is gesteld dat hiervan niet mag worden afgeweken. d. Natuur. Æ de vrijstellings-/ontheffingsbevoegdheid voor het oprichten van wildhutten en observatieposten ten behoeve van natuurbeheer blijft in het bestemmingsplan gehandhaafd omdat de gemeente vooralsnog niet over ander beleid hiervoor beschikt. e. Water. Æ de zone van 50 meter betreft de meanderzone. Deze is overeenkomstig de legger van het Waterschap Roer en Overmaas overgenomen. Deze meanderzone kan door de gemeente niet gewijzigd worden. Daar waar conflictsituaties bestaan tussen belangen van de waterbeheerder en de agrariër zijn deze situaties in beeld gebracht en besproken met het waterschap. Zie hiervoor de reactie op het wateradvies zoals opgenomen in bijlage 2. f. Beekdal. Æ het differentiatievlak beekdal zal komen de vervallen omdat de meander- en inundatiezones al op kaart staan. De voorschriften/regels en kaarten zullen hierop worden aangepast. g. Erosie. Æ middels wijzigingsbevoegdheid zou de bestemming gewijzigd moeten kunnen worden in de dubbelbestemming Waarde-Landschap in plaats van natuur. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. Æ het differentiatievlak erosie blijft bestaan. Het erosiebeleid dat opgesteld wordt, gaat niet verder dan de basisbeperking (niet kerende grondbewerking en gebruik bestrijdingsmiddelen). Omdat deze basisbeperking naar oordeel van de gemeente niet toereikend is, blijft het differentiatievlak erosie in het bestemmingsplan gehandhaafd. Erosiebeperkende maatregelen in het landschap blijven hierdoor intact. h. Archeologie. ÆOp 1 september 2007 is de Monumentenwet 1988 via de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz) herzien. In deze herziening wordt het begrip ‘veroorzakerprincipe’ geïntroduceerd, waardoor de kosten van archeologisch (voor)onderzoek verhaald kunnen worden op de verstoorder. Meer informatie over excessieve kosten is op aanvraag beschikbaar. i. Inundatie Æ de regeling zal worden aangepast conform de voorbeeldvoorschriften/-regels van het waterschap, waarin bepaald wordt dat op deze gronden de gebods- en verbodbepalingen van de Keur van toepassing zijn. 65
j. Bijlage 2. Bijlage 2 betreft een overzicht dat gebaseerd is op de VNG-brochure bedrijven en milieuzonering. Ten aanzien van veehouderijbedrijven zal tevens de gemeentelijke geurverordening en de Wgv van toepassing zijn. Deze gaan boven de gegevens uit de brochure en zijn leidend. k. Begripsbepalingen. De regeling omtrent bed en breakfast zal niet worden aangepast naar 15 personen omdat bij een bed en breakfast sprake moet zijn van een kleinschalige voorziening met een persoonlijk karakter. Bij een uitbreiding naar 15 personen is hiervan geen sprake meer. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. Binnen de beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen van de provincie is voor een boogkas een maximale hoogte van 2,5 meter opgenomen. Deze zal overgenomen worden in de voorschriften/regels. Roodvleesproductie zal uit het begrip intensieve veehouderij worden verwijderd. Het begrip waardevolle graslandvegetaties zal worden aangepast. Met betrekking tot de overige opmerkingen in het kader van Archeologie, Ecologie en aanlegvergunningenstelsel wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. 2.Cerfontein Langs de Gewannen77, 6235 NV Ulestraten a. bouwvlak toekennen aan de schuur op kavelnr.3930 (uitsnede 96). Æ de kavel waarop de schuur staat heeft de bestemming Agrarisch – Landschappelijke en Natuurlijke waarden waarbij “kleinschalig gebruik” is toegestaan (aanduiding kl). Om de schuur zal een bouwvlak getekend worden. Het opknappen van de schuur ten behoeve van kleinschalig agrarisch gebruik is mogelijk. Onder kleinschalig agrarisch gebruik wordt verstaan het gebruik van een gebied door burgers als schapen- en paardenwei, volkstuin of uitbreiding van het eigen perceel in de vorm van een achtertuin. Het verbouwen van de schuur naar een woning past niet binnen het beleid en wordt dan ook niet mogelijk gemaakt. De plankaart zal worden aangepast waarbij het bouwvlak ingetekend wordt. 3.Maatschap Vanderhe- Terzieterweg 15 6285 ND Epen ijden a. beschermingszone water is over de bouwkavel en over bebouwing gelegen. Tevens is de beek gedeeltelijk overkluisd. Æ abusievelijk is de overkluizing niet op de plankaart ingetekend. De kaart zal hierop worden aangepast. Echter de beschermingszone water zal over het perceel blijven liggen. De beschermingszone dient ter voorkoming van ongewenste ontwikkelingen die de bereikbaarheid verminderen van de primaire watergang, bijvoorbeeld voor groot onderhoud. Tevens dient de beschermingszone om eventuele toekomstige herinrichtingen of verbeteringen mogelijk te houden. Bij nieuwe ontwikkelingen dient overleg plaats te vinden met het waterschap. In samenspraak kan bepaald worden wat met de gronden gedaan wordt. Bebouwing is niet direct uitgesloten. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet aangepast te worden. b. strook water schrappen. Æ de door u aangegeven te schrappen waterloop is op de kaart van het waterschap aangeduid als primaire watergang, onder de naam Klein Kullengrub. Onder primair water worden verstaan riviertjes, beken, sloten, vloedgraven, stroom- en grasbanen, fictieve en theoretische wateren (gelegen op de bodem van droogdalen of in vijvers/stilstaande wateren). Hier is sprake van een grub, een droogdal dat alleen bij grote regenval water naar de rivier brengt. Om die reden heeft het dan ook de bestemming water. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet aangepast te worden. c. Met betrekking tot de opmerkingen in het kader van Archeologie, Erosie, Ecologie, aanlegvergunningen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. d. landbouw dient een ondergeschikte rol te vervullen in de A-LN (AW-NL) gebie66
den. Wij zijn het niet eens met deze stelling. Æ op pag. 25 van de toelichting staat inderdaad dat in de A-LN (AW-NL) gebieden natuur en landschap zo belangrijk zijn dat landbouw ondergeschikt is. Echter staat daaronder dat op duurzaamheid gericht agrarisch gebruik en realisering van nieuwe natuur alleen tot stand zullen komen, als er de nodige middelen worden vrijgemaakt. Deze zijn nog niet voorhanden. Dat is in uw reactie ook de belangrijkste reden waarom voor deze gronden primair de landbouw als hoofdactiviteit zou moeten gelden. Conform de voorschriften/regels zijn de gronden met de bestemming A-LN (AW-NL) als eerste punt onder de doeleindenomschrijving bedoeld voor agrarisch gebruik. Er wordt niet gesteld dat dit van ondergeschikte betekenis is zoals recreatief medegebruik wel is. Voor de duidelijkheid zal op pag. 25 van de toelichting het tekstdeel geschrapt worden dat landbouw ondergeschikt is. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. e. geen bepalingen als “waardevolle graslandvegetatie”, erosie”, inundatie” opnemen op onze eigendommen. Æ daar waar op gronden een aanvullende bepaling is gelegen is dit vastgelegd vanuit ander beleid. Het bestemmingsplan wordt hierop niet aangepast. Alleen zullen de gronden met aanvullende bepalingen niet meer primair, maar mede bestemd worden tot die bepaling. Tevens wordt een voorrangsregeling geïntroduceerd om te bepalen welke regeling dan als eerste geld. De voorschriften/regels worden hierop aangepast. f. de oppervlakte van het kampeerterrein is te beperk en de situering is niet geheel correct. Æ het kampeerterrein zal ingetekend worden conform de verleende vergunning. De plankaart zal hierop aangepast worden. g. uitbreiding kamperen bij de boer opnemen. Æ middels wijziging is dit binnen het plangebied mogelijk. Directe mogelijkheid tot uitbreiding is conform beleid van de gemeente en provincie niet gewenst. Het plan zal hierop niet worden aangepast. h. het bouwvlak is te ontoereikend voor het ingediende bouwplan voor de nieuwe melkveestal en sleufsilo’s. Æ het bouwvlak zal conform het bouwplan worden ingetekend. De plankaart zal hierop worden aangepast. i. uitbreiding agrarische bedrijven in het beekdal moet mogelijk zijn. Æ het differentiatievlak beekdal komt te vervallen omdat de belangen reeds beschermd worden door de meander- en inundatiezone. Agrarische bouwkavels zijn buiten deze zoneringen gelaten. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. j. In kaartbijlage, vak 4 staan grenzend aan onze percelen een aantal graften ingetekend. Deze zijn op dit moment niet aanwezig en zijn ook niet gewenst. Graag deze in overleg verwijderen, c.q. verplaatsen. Æ bij het beoordelen van de aanwezigheid van graften op kaart landschapselement blijkt dat ter hoogte van de Terzieterweg 15 geen graften (groene lijnen) aanwezig zijn. Wel is de weg aangeduid als oude weg en de watergang als water. De kaart hoeft dan ook niet te worden aangepast. k. Ik wil gebruik maken van de algemene bevoegdheid tot wijziging middels Vorm. Æ als het bestemmingsplan door de Raad is vastgesteld en onherroepelijk is kan een verzoek tot wijziging ingediend worden. 4.A&A namens Rouwet- Ingberdorpsstraat 54 te Gulpen
67
a. het ingetekende gekoppelde bouwvlak biedt onvoldoende mogelijkheden om een nieuwe stal te bouwen. Hiervoor dient het bouwvlak uitgebreid te worden met minimaal 50x100 meter. Æ voor deze locatie is de agrarische bestemming zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan overgenomen. Uitbreiding van dit vlak is direct mogelijk binnen een marge van 10% ten opzichte van de huidige bouwkavel. Om het vlak verder uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+-procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is afgerond, kan de bestemmingswijziging meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Indien de gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% valt, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart, eveneens bij de vaststelling van het bestemmingsplan. 5.A&A namens Slenakersweg 3 Butink 6271 PE Gulpen a. gelieve de boerderij als W+ te bestemmen zodat meer vrijheid in gebruik wordt gegeven. Æ binnen het bestemmingsplan is het niet mogelijk om een gedeelte van het gebouw onder een andere bestemming te brengen. Het perceel heeft een agrarisch gebruik en is dan ook als Agrarisch-Bedrijf bestemd. Binnen agrarische bebouwing worden in het kader van een duurzame ontwikkeling van het platteland eveneens verruimde mogelijkheden geboden. Binnen monumentale en karakteristieke bebouwing is het bijvoorbeeld mogelijk om vakantieappartementen te realiseren. Nieuwe burgerwoningen zouden de agrarische bedrijfsvoering in de weg staan. b. de mogelijkheid opnemen om op een deel van het perceel een boerderijcamping te beginnen. Æ het aantal locaties met kamperen bij de boer is binnen de gemeente GulpenWittem gelimiteerd op 25 locaties. Momenteel zijn er binnen de gemeente ook dat aantal locaties aanwezig. Mocht er onverhoopt in de toekomst iemand stoppen met kamperen bij de boer, dan kan er een nieuwe locatie bijkomen. U staat hiervoor op de wachtlijst. Echter gezien de ligging van uw perceel zou de realisatie van een boerderijcamping mogelijk nogal moeilijk kunnen zijn. Dit zal te zijner tijd uitgezocht moeten worden. Daarnaast is de gemeente momenteel nog bezig om haar kampeerbeleid op te stellen. De uitkomsten, het te volgen beleid, hiervan zullen in het bestemmingsplan verwerkt worden. 6.A&A namens Wittemerweg 1 Leclerq Eyerhalte Eys a. het bestemmingsvlak A-B in zuidwestelijke richting vergroten. Æ voor deze locatie is de agrarische bestemming zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan overgenomen. Uitbreiding van dit vlak is direct mogelijk binnen een marge van 10% ten opzichte van de huidige bouwkavel. Om het vlak verder uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+-procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is afgerond, kan de bestemmingswijziging meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Indien de gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% valt, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart, eveneens bij de vaststelling van het bestemmingsplan. b. het bouwvlak, dat nu geen enkele uitbreidingsruimte biedt, te vergroten. Æ zie reactie onder a. c. ten behoeve van de nevenactiviteiten de functionele medebestemmingen “detailhandel toegestaan” en “horeca toegestaan” ter plaatse van het op de plankaart aangeduide bouwvlak van toepassing te laten zijn. Æ de nevenactiviteiten die ter plaatse zijn toegestaan zijn opgenomen in de verleende bouwvergunning bij besluit van 29 juli 2003, kenmerk 2001/116. Binnen het bestemmingsplan zullen de voor deze locatie daarin genoemde activiteiten toege68
staan worden. 7.E.A.J. Piters Roodweg 16 6285 AA Epen a. in het bestemmingsplan ben ik opnieuw gekort op de bouwkavel (in 1992 was dit ook al het geval). Æ de bouwkavel is ingetekend conform hetgeen rechtsgeldig is verleend. Het bestemmingsplan wordt hierop niet aangepast. 8.VOF Muyrers Eyserweg 23 6287 ND Eys a. gelieve de kampeerruimte te vergroten zoals op de milieutekening is aangegeven. Æ het kampeerterrein zal ingetekend worden conform de vergunde situatie. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. het vergroten van de bouwkavel waardoor de geplande paardenbak gerealiseerd kan worden zoals op de milieuvergunning aangegeven. Æ Æ voor deze locatie is de agrarische bestemming zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan overgenomen. Uitbreiding van dit vlak is direct mogelijk binnen een marge van 10% ten opzichte van de huidige bouwkavel. Om het vlak verder uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+-procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is afgerond, kan de bestemmingswijziging meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Indien de gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% valt, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart, eveneens bij de vaststelling van het bestemmingsplan. 9.R+Y Janssen-Kleijnen Crapoel 3 6271 NW Gulpen a. Archeologie rust op de bouwkavel, dat willen we niet. Æ de gemeente heeft het voorgestelde archeologische beleid van RAAP niet vastgesteld. Hierdoor geldt binnen de gemeente momenteel nog het provinciale beleid. De gemeente is wel bezig om het beleid van RAAP aan te passen dan wel nader uit te werken. In de toekomst kunnen hierin dus nog wijzigingen plaatsvinden. b. Op bijgevoegde kaart is het aan de overkant van de weg gelegen bouwvlak niet gekoppeld aan het bedrijf. Æ abusievelijk is dit niet meegenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. Op de kaart staan nog oude gebouwen ingetekend, de bestaande stallen uit 1991 en 2003 zijn roze gearceerd. Æ de gesloopte bebouwing zal worden verwijderd. De plankaart zal hierop worden aangepast. 10.Arvalis namens Eyserweg 9 Voncken 6287 ND Eys a. Bestemmings- en bouwvlak Agrarisch Bedrijf (A-B). Het bestemmings- en bouwvlak van het agrarisch bedrijf zijn drastisch ingeperkt. Gelieve de mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan over te nemen. Æ in het kader van de inventarisatie zijn alle agrarische bedrijven aangeschreven. Een groot deel van deze bedrijven heeft hierop gereageerd. Aan de hand van de ingekomen informatie is bepaald of een bedrijf naar de toekomst gezien perspectief hebben. Van uw bedrijf hebben we deze informatie niet mogen ontvangen. Het was daardoor onmogelijk om het toekomstperspectief van uw bedrijf te bepalen. Conform het beleid van de provincie moet de agrarische bedrijfskavel dan overeenkomstig het BOM+-regime ingekrompen worden. Door uw reactie in het kader van voorontwerp kunnen we dit alsnog bepalen. De mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan zullen dan ook in dit bestemmingsplan overgenomen worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. de mogelijkheid bieden om op de locatie een ayurvedacentrum toe te staan. Æ hiervoor is inmiddels een afzonderlijk verzoek bij de gemeente ingediend. De 69
gemeente zal hieraan medewerking verlenen. Het ayurvedacentrum zal dan ook voor deze locatie positief bestemd worden. c. Met betrekking tot de opmerkingen in het kader van Archeologie, Erosie, Ecologie, Waterwin- en grondwaterwingebied, Landschapselementen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. Opmerking: De heer Voncken heeft navraag gedaan bij de gemeente om te achterhalen op basis van welke uitgangspunten de verwachtingskaart van RAAP tot stand is gekomen. De gemeente heeft de heer Voncken doorverwezen naar RAAP. Volgens de heer Voncken kan niemand vertellen welke uitgangspunten en onderzoeken aan de kaart ten grondslag hebben gelegen en vindt de onderbouwing hierdoor bijzonder summier. Reactie: Dit is niet meer aan de orde omdat de gemeente het beleid van RAAP niet heeft vastgesteld. In het bestemmingsplan is het provinciale beleid opgenomen. 11.Arvalis namens Hoofdstraat 22a 6181 RD Mechelen Franssen a. Bestemmings- en bouwvlak Agrarisch Bedrijf (A-B). Gelieve de bedrijfskavel niet in te perken aangezien het een bedrijf is met toekomstperspectief. De gewenste bedrijfskavel dient daarbij dan ook geheel in de kern Mechelen te vallen. Ook dient met de geplande nieuwbouw rekening gehouden te worden. Æ het bestemmingsvlak zal overgenomen worden conform het geldende bestemmingsplan. De plangrens zal zodanig aangepast worden dat het volledig binnen de kern Mechelen valt. b. Met betrekking tot de overige opmerkingen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. 12.Aelmans namens Knipstraat 41 Vaessen 6321 AM Wijlre a. Eenduidig regelen bouwkavel Knipstraat 41 te Wijlre. Æ de agrarische bedrijfskavel zal volledig opgenomen worden in het bestemmingsplan voor de kern Wijlre. De begrenzing van het bestemmingsplan buitengebied zal aangepast worden in overeenstemming met de begrenzing van de agrarische bedrijfskavel in het geldende bestemmingsplan buitengebied. b. Opnemen loods als gekoppeld deel bouwkavel Knipstraat 41. Æ In het geldende bestemmingsplan is de stal niet gekoppeld aan het bestemmingsvlak. Ook nu is de gemeente niet voornemens om de stal positief te bestemmen. Het beleid van de gemeente is gericht op compacte bedrijfskavels. Solitaire bebouwing in het buitengebied is niet gewenst. De stal valt dan ook onder het overgangsrecht. Het huidige gebruik kan hierdoor nog worden voortgezet. 13.Julien Hautvast Berghem 9 6271 NP Gulpen a. De machineloods/potstal ontbreekt en de sleufsilo’s staan niet ingetekend. Æ de bebouwing wordt door het kadaster ingetekend op een ondergrond. Deze ondergrond hangt aan de tekening. Echter de gegevens van het kadaster zijn niet altijd actueel. Hierdoor kan het zijn dat de bebouwing niet op de tekening staat. De ontbrekende bebouwing zal aan de plankaart worden toegevoegd. De sleufsilo’s worden echter nooit op de plankaart ingetekend. b. De toegangsweg valt buiten de bouwkavel. Æ uit een nadere beoordeling kan onzes inziens de conclusie getrokken worden dat de toegangsweg binnen de bouwkavel is gelegen. c. uitbreiding kampeerterrein. Æ het kampeerterrein is toegestaan binnen het gearceerde gedeelte. Uitbreiding van het kampeerterrein is niet meegenomen. Uitbreiding van het kampeerterrein is niet rechtstreeks mogelijk. Door middel van een wijzigingsbevoegdheid is vergro-
70
ting van het kampeerterrein mogelijk er mogen niet meer dan 15 kampeermiddelen geplaatst worden.. 14.Hagelstein Elkenrade 20 6289 NB Elkenrade a. op het perceel 299 staan diverse gebouwen niet ingetekend. Æ de bebouwing wordt door het kadaster ingetekend op een ondergrond. Deze ondergrond hangt aan de tekening. Echter de gegevens van het kadaster zijn niet altijd actueel. Hierdoor kan het zijn dat bebouwing niet op de tekening staat. De ontbrekende bebouwing welke zichtbaar is op de luchtfoto van 2007zal aan de plankaart worden toegevoegd. b. het perceel is in gebruik als tuincentrum. Dit staat niet in het voorontwerp bestemmingsplan. Æ het perceel zal gekoppeld worden aan de bedrijfsgebouwen op het perceel 310. Hierdoor ontstaat een gekoppeld bouwvlak. Beide percelen vallen dan onder de bestemming Agrarisch-Bedrijf Toegesneden (kwekerij). c. de begrenzing van het bouw- en bijbouwvlak is te krap. Er is geen ruimte voor een normale bedrijfsvoering en ook geen plaats voor teeltondersteunende voorzieningen. Tevens is kleinschalig gebruik geen correcte aanduiding. Æ de gronden die nu aangeduid zijn als kleinschalig gebruik zullen onder de bestemming Agrarisch-Bedrijf Toegesneden worden gebracht. De bedrijfswoning zal als bouwvlak worden aangeduid. Binnen het onbebouwde gedeelte van het perceel zijn teeltondersteunende voorzieningen toegestaan. d. Waar staat AB-T voor? Æ AB-T staat voor Agrarisch Bedrijf Toegesneden. e. De huidige bouwkavel is te krap bemeten. Æ Abusievelijk is bij het intekenen van de bedrijfskavel het bestemmingsvlak te krap overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. De plankaart zal hierop aangepast worden. Een verdere uitbreiding van de bestemming betekent een vergroting van het bestemmingsvlak agrarisch bedrijf ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Uitbreiding van dit vlak is direct mogelijk binnen een marge van 10% ten opzichte van de huidige bouwkavel. Om het vlak verder uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+-procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is afgerond, kan de bestemmingswijziging meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Indien de gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% valt, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij de vaststelling van het bestemmingsplan. In beide gevallen dient wel sprake te zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf. 15.Rentmeesters Kerk- Mr.Dr. Froweinweg 67 en 69 hof&Kakenberg namens Kicken onroerend goed BV a. de oppervlakte van de bestemming A-B wordt kleiner door de waterloop/uitloopvoorziening bij buffers. Æ de verkleining van de bestemming A-B ten opzichte van het geldende bestemmingsplan is verwaarloosbaar. De plankaart zal aangepast worden overeenkomstig het geldende bestemmingsplan, waarbij een heel klein, verwaarloosbaar, deel komt te vervallen door de waterloop. 16.Achmea namens Wezelderweg 30 A Kösters-Waelen 6287 AM Eys a het bedrijf met bouwblok gelieve binnen het plangebied van het bestemmingsplan buitengebied laten omdat in het kader van het Besluit Landbouw een grotere
71
milieucirkel zou gelden voor plannen binnen een bestemmingsplan voor de kern. Æ in de huidige bestemmingsplannen is het bedrijf in twee plannen gelegen. De bedrijfswoning ligt in het bestemmingsplan voor de kern Eys, de bedrijfsgebouwen liggen in het bestemmingsplan buitengebied. De gemeente wil nu het totale bedrijf binnen een plan regelen. Omdat het bedrijf in danwel tegen de kern Eys is gelegen, zal het opgenomen worden in het bestemmingsplan voor de kern Eys. Qua bestemmingsregelingen heeft dit geen consequenties. In het kader van de Besluit Landbouw en de Wet milieubeheer is de ligging van het bedrijf in een bestemmingsplan niet van invloed. Het beleid ten aanzien van de nieuwe stankcirkels (odeurcirkels) wordt niet opgehangen aan de begrenzingen van het bestemmingsplan maar gaat uit van de contouren zoals door de provincie vastgelegd. Bij de geurverordening worden kaartjes gevoegd met deze begrenzingen. 17.Maatschap Hollands De Hut 11 6273 NA Ingber a. de bouwkavel biedt onvoldoende ruimte om in de toekomst nog te bouwen. Æ de plankaart zal aangepast conform voorstel. 18.Hagelstein Elkenrade 20 6289 NB Elkenrade Zie reactie onder nummer 14. 19.Gerrekens Pesaken 21 6271 PA Gulpen a. maak bezwaar tegen de 50 meter stroken (meanderzone) die over het perceel van het agrarisch bedrijf is gelegen. Æ de meanderzone is vastgesteld door het waterschap. In het kader van de bestemmingsplanprocedure kan deze niet worden aangepast. 20. P. Gerrickens Ingberdorpsstraat 29 6273 NE Ingber a. ik sluit me aan bij de zienswijze van de LLTB; Æ reactie van de LLTB wordt in het kader van vooroverleg ex. artikel 10 BRO behandeld. Zie elders. b. de agrarische bouwkavel aan de Lemmenstraat 49 is kleiner ingetekend dan in de huidige situatie. Æ zie reactie onder 21 sub a. c. de agrarische bouwkavel gelegen aan de Ingberdorpsstraat 29 is in het voorontwerp aan de westzijde verkleind. Dit is niet wenselijk gezien het feit dat er nog uitbreidingsmogelijkheden zijn naast het bestaande gebouw. Æ voor het perceel is in het verleden een artikel 19-procedure gevoerd. De agrarische bouwkavel zal conform de regeling die daarin is opgenomen worden overgenomen. De plankaart zal worden aangepast. d. de Ingberdorpsstraat heeft gedeeltelijk de status beekdal gekregen. Deze status is niet van toepassing. Æ de Ingberdorpsstraat is gelegen in een droogdal. Binnen het differentiatievlak Beekdal zijn ook de droogdalen opgenomen. Dit dal heeft bij hevige regenval nog een afvoerfunctie. Maar meestal sijpelt het water weg in de ondergrond. Het differentievlak Beekdal komt echter te vervallen omdat de belangen ook in andere bestemmingen/dubbelbestemmingen zijn opgenomen. 21 MPJ Gerrickens Lemmensstraat 49 6273 BN Ingber a. de agrarische bouwkavel is verkleind. Gelieve de bestaande bouwkavel zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan handhaven. Æ in het kader van de inventarisatie zijn alle agrarische bedrijven aangeschreven. Een groot deel van deze bedrijven heeft hierop gereageerd. Aan de hand van de ingekomen informatie is bepaald of een bedrijf naar de toekomst gezien perspectief hebben. Van uw bedrijf hebben we deze informatie niet mogen ontvangen. Het was daardoor onmogelijk om het toekomstperspectief van uw bedrijf te bepalen. Conform het beleid van de provincie moet de agrarische bedrijfskavel dan in overeenstemming met het BOM+-regime ingekrompen worden. Door uw reactie in het kader van voorontwerp kunnen we dit alsnog bepalen. De mogelijkheden in het 72
geldende bestemmingsplan zullen dan ook in dit bestemmingsplan overgenomen worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. 22.Fruitbedrijf Grooten Grachtstraat 31 6287 AE Eys a. waarom is het bedrijf niet opgenomen in het bestemmingsplan buitengebied. Mijn agrarisch bouwblok valt hierdoor in twee bestemmingsplannen. Æ de provincie heeft voor Zuid-Limburg rondom de grotere kernen een rode contour getrokken. Alles wat binnen deze contour is gelegen wordt door de provincie als bebouwd gebied gezien. Uw bedrijf is binnen de rode contour van de kern Eys/Overeys gelegen. Om deze reden is uw bedrijf buiten het bestemmingsplan buitengebied gelaten en zal opgenomen worden in het bestemmingsplan voor de kern Eys. Planologisch gezien is dit niet relevant. De begrenzing van het plangebied zal afgestemd worden op de omvang van de agrarische bedrijfskavel in het geldende bestemmingsplan buitengebied. b. op de plankaart is een weg ingetekend die niet openbaar is. Deze weg dient dezelfde bestemming te hebben als de percelen waar deze doorheen loopt. Æ de weg is gelegen binnen het agrarisch gebied en heeft in het bestemmingsplan een agrarische bestemming waardoor deze de functie heeft en bedoeld is voor het ontsluiten van percelen. c. wat is het tijdstip van realisering van het bestemmingsplan Eys. In het kader van de nieuwe WRO kan dit vooral bij afwijkingen ingrijpende gevolgen hebben. Æ met de actualisering van bestemmingsplan Eys zal naar verwachting in 2009 gestart worden. In het kader van de nieuwe WRO heeft dit naar de inschatting die nu te maken is geen ingrijpende gevolgen. Bij de nieuwe WRO is de procedure om te komen tot de inwerkingtreding van een bestemmingsplan verkort. Een bestemmingsplan hoeft dan niet meer voor goedkeuring naar de provincie gestuurd te worden. d. wat is het verschil in gebruiksvoorschriften/-regels in het nieuwe plan t.o.v. het oude plan. Æ hiervoor is een kopie van de regelingen in beide bestemmingsplannen aan u toegestuurd. 23.FMJM Janssen Elzeterweg 2 6281 NN Mechelen a. de agrarische bouwkavel is te klein omdat deze door een hoofdriolering wordt doorsneden, waardoor de effectieve ruimte om uit te breiden vrijwel nihil is. Æ de bouwkavel is overgenomen conform het geldende bestemmingsplan. Uitbreiding van deze bouwkavel is niet zondermeer mogelijk. In overeenstemming met het huidige bestemmingsplan zou de bouwkavel met maximaal 10% vergroot mogen worden zonder dat daar BOM+ tegenover hoeft te staan. Deze beperkte uitbreiding van de bouwkavel zal op de plankaart verwerkt worden. 24.Arvalis namens Terzieterweg 17 Alleleyn 6285 ND Epen a. bestemmingsvlak Agarisch-Bedrijf (A-B) voor Terzieterweg 17. Æ de bestemming zal aangepast worden conform het aangegeven feitelijke gebruik. De aanpassingen zullen op de plankaart verwerkt worden. b. hoofdgebouw Terzieterweg 17 als “karakteristieke bebouwing” opnemen. Æ naar bestudering van de bebouwing komt deze niet in aanmerking als karakteristiek. Ze vertonen geen architectonische gaafheid, alsdus de Monumentencommissie. c. functionele aanduiding Landgoed. Æ een gedeelte van de gronden die bestemd zijn als A-LN (AW-NL) zullen onder de N bestemming gebracht worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. Æ de bedrijfsgebouwen zullen onder de aanduiding “landgoed” gebracht worden en van het kampeerterrein zal deze aanduiding verwijderd worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. d. Met betrekking tot de overige opmerkingen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien.
73
25. Arvalis namens Slenakerweg 14 Widdershoven 6271 PE Gulpen a. Bestemmings- en bouwvlak Agrarisch-Bedijf: Gelieve de bedrijfskavel niet in te perken aangezien het een bedrijf is met toekomstperspectief. Æ voor het bedrijf zal het bestemmings- en bouwvlak aangepast worden. De regeling zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan zal worden overgenomen. Uitbreiding van het bouwvlak ten opzichte van de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan zullen door middel van een BOM+-procedure gerealiseerd moeten worden. Uitbreiding van het bestemmingsvlak is direct mogelijk binnen een marge van 10%. Indien een mogelijke gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% valt, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart, bij de vaststelling van het bestemmingsplan. b. begrenzing van de historische dorpskern aan passen. Een deel van het bouwblok van de heer Widdershoven behoort volgens de verwachtingskaart van RAAP tot een historisch (dorps-)kern. Volgens de heer Widdershoven is zijn bouwblok gelegen in het agrarisch buitengebied en dat er absoluut geen sprake kan zijn van een 'dorpskern'. Æ de begrenzing van de historische (dorps-) kernen is afgeleid van het standaardwerk over de geschiedenis van het Zuid-Limburgse cultuurlandschap van Renes. De historische (dorps-)kernen vormen de begrenzing van waarbinnen de middeleeuwse nederzettingen zich waarschijnlijk bevonden. Om deze reden worden binnen deze zone archeologische resten uit de middeleeuwen of later verwacht. Omdat de gemeente de kaarten van RAAP niet heeft vastgesteld, gelden de richtlijnen en kaarten van de provincie. Ook op deze kaart is uw kavel gelegen in de historische (dorps-)kern. c. Met betrekking tot de overige opmerkingen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. 26.Arvalis namens Hamerstraat 9 Thiessen 6287 NG Eys a. Bestemmingsvlak Agrarisch-Bedrijf (A-B) voor Hamerstraat 9. De aanduiding “stalling kampeermiddelen (sk)” ontbreekt voor de voormalige werktuigenberging en de beide ligboxenstallen. Æ de aanduidingen zullen op de plankaart worden toegevoegd. b. Bestemmingsvlak Agrarisch-Bedrijf (A-B) voor Hamerstraat 9. Op de plankaart ontbreken een tweetal werktuigenbergingen. Æ deze bebouwing zal op de plankaart ingetekend worden. c. Met betrekking tot de overige opmerkingen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. 27. Arvalis namens Eyserheide 1 Knops 6287 NB Eys a. Kampeerterrein. Æ het kampeerterrein zal ingetekend worden conform de verleende vrijstelling/ontheffing en ontheffing. De plankaart zal worden aangepast. b. Eyserheide 3. Æ het pand vertoont volgens de Monumentencommissie geen architectonische gaafheid meer waardoor het niet als karakteristiek is aan te merken. Hierdoor is het ook niet mogelijk om inpandig een nieuwe woning, dan wel vakantieappartementen te realiseren. De bevoegdheid om inpandig een nieuwe woning/vakantieappartement te realiseren is beperkt tot monumentale en karakteristieke bebouwing, zodat deze behouden kunnen blijven. c. . Met betrekking tot de overige opmerkingen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. 28.Arvalis namens Elzeterweg 1a Hochs 6281 NN Mechelen a. Bestemmingsvlak Agrarisch-Bedrijf (A-B) voor Elzeterweg 1 en 1a. Het be-
74
stemmingsvlak en bouwvlak zouden vergroot moeten worden in noordelijke richting tot aan de Rotterbeendenweg. Æde voorgestelde vergroting van het bouwvlak binnen het bestemmingsvlak zal op de plankaart worden verwerkt. Uitbreiding van het bestemmingsvlak is direct mogelijk binnen een marge van 10% ten opzichte van de huidige bouwkavel. Om het vlak verder uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is afgerond, kan de bestemmingswijziging meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Indien een gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% kan vallen, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij de vaststelling van het bestemmingsplan. b. Met betrekking tot de overige opmerkingen wordt verwezen naar pagina 1 van dit document. Deze aspecten zijn onder het kopje ARVALIS ALGEMEEN van een reactie voorzien. 29. Arvalis namens Gu- Kuttingerweg 2 likers 6285 NL Epen a graag een uitbreidingsmogelijkheid aan de overzijde van de Kuttingerweg opnemen; Æ de uitbreidingsmogelijkheid aan de overzijde van de weg betekent een vergroting van het bestemmingsvlak agrarisch bedrijf ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. Vergrotingen van het bestemmingsvlak met daarbij vergroting van de bouwmogelijkheden kunnen niet zondermeer meegenomen worden. Uitbreiding van dit vlak is direct mogelijk binnen een marge van 10% aansluitend aan de huidige kavel. Om het vlak verder uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is afgerond, kan de bestemmingswijziging meegenomen worden in het vast te stellen bestemmingsplan. Indien de gewenste uitbreiding binnen de marge van 10% valt, ontvangen wij graag een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart, eveneens bij de vaststelling van het bestemmingsplan. b. het kampeerterrein is qua omvang te klein voor de plaatsing van 10 extra kampeermiddelen; Æ Ten aanzien van het aantal kampeermiddelen is het bestemmingsplan aangepast. Per kampeerterrein is de omvang van het aantal kampeermiddelen beperkt tot 15, overeenkomstig het gemeentelijke beleid tot dusver. Het plaatsen van 10 extra kampeermiddelen wordt vooralsnog niet mogelijk gemaakt. Momenteel is de gemeente bezig om nieuw toeristisch beleid op te stellen. De uitkomsten hiervan zullen verwerkt worden in het vast te stellen bestemmingsplan. c. de aanduiding “bos” in het bestemmingsvlak A-B is onjuist; Æ de aanduiding bos is een aanduiding die op de ondergrond is gezet. Deze zal van de plankaart worden verwijderd. d. op het meest oostelijk gelegen pand is een aanduiding “karakteristieke bebouwing” overbodig. Æ de aanduiding zal van deze bebouwing verwijderd worden. Tevens is bij bestudering van de gegevens van het Rijksmonument gebleken dat de andere twee stallen tot het monument behoren. De bebouwing aansluitend aan de woning behoort hier niet toe en is ook niet karakteristiek. 30. Arvalis namens Rijksweg 38 6286 AG Wahlwiller Frijns a. Bestemmings- en bouwvlak Agrarisch Bedrijf (A-B). De aanduiding (tunnels) ontbreekt op de plankaart. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. De vormgeving van het bestemmings- en bouwvlak zal moeten worden aangepast. Æ door de voorgestelde te wijzigen vormgeving van het bestemmings- en bouw75
vlak wordt de oppervlakte van de agrarische bedrijfsbestemming vergroot ten opzichte van de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan. Bij vergroting van het agrarisch bedrijf dient conform het beleid van de provincie de BOM+procedure gevolgd te worden. Wanneer de BOM+-procedure voor vaststelling van het bestemmingsplan is afgerond, kunnen de voorgestelde wijzigingen verwerkt worden in het bestemmingsplan. Indien de gewenste vergroting teruggebracht wordt tot maximaal 10% ten opzichte van de huidige regeling in het bestemmingsplan, kan dit alsnog meegenomen worden. Graag ontvangen wij dan een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij vaststelling van het bestemmingsplan. c. graag in de voorschriften/regels de mogelijkheid opnemen voor het plaatsen van (glazen) kassen. Æ conform het provinciale beleid is in dit deel van Limburg geen glastuinbouw toegestaan. Binnen de voorschriften/regels wordt dan ook geen regeling opgenomen die het oprichten van kassen mogelijk maakt. d. Archeologie en erosie. Æ zie hiervoor de beantwoording van deze aspecten onder de kop ARVALIS ALGEMEEN op pagina 1 van deze beantwoording van zienswijzen. 31.Aelmans namens Groenestraat 1 Maatschap Frijns-Blom 6274 NE Reijmerstok a. de maatschap is voornemens de komende jaren een jongveestal en melkveestal te bouwen. De opslagruimte voor ruwvoer en de werktuigenloods/stallen zouden eveneens uitgebreid moeten worden. Dit past niet binnen het bouwvlak zoals ingetekend op de plankaart. Æ de aanpassingen leiden tot een beperkte vergroting van het bestemmingsvlak en bouwvlak. Een en ander is binnen de marge van 10% ten opzichte van het geldende bestemmingsplan. De plankaart zal hierop dan ook aangepast worden. b. de mogelijkheid om een kleine windturbine te plaatsen binnen de bouwkavel. Æ conform besluit van het college worden in de gemeente Gulpen-Wittem geen windturbines toegestaan. 32. Aelmans namens Vosheuvelweg 1 JMH Vaessen 6321 AX Wijlre a. de vorm en ligging van de bedrijfskavel is niet in overeenstemming met de wens van cliënt. Æ de plankaart zal conform voorstel worden aangepast. b. opnemen stal als gekoppeld deel bouwkavel Vosheuvelweg 1 Æ In het geldende bestemmingsplan is de stal niet gekoppeld aan het bestemmingsvlak. Ook nu is de gemeente niet voornemens om de stal positief te bestemmen. Het beleid van de gemeente is gericht op compacte bedrijfskavels. Solitaire bebouwing in het buitengebied is niet gewenst. De stal valt dan ook onder het overgangsrecht. Het huidige gebruik kan hierdoor nog worden voortgezet. 33. Aelmans namens Reijmerstokkerdorpsstraat 123 6274 NJ Reijmerstok HFPM Gerrekens a. Vanwege nieuwe bouwplannen en eenduidigheid, het gehele kadastrale perceel kavel F, nummer 174 opnemen in de begrenzing van de kern Reijmerstok. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. Ter plaatse van kavel F, nummer 175 de begrenzing van het plangebied aanpassen zodat het gehele perceel binnen de kern Reijmerstok valt. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 34.Aelmans namens Rijksweg 2 PJA Schijns 6286 AG Wittem a. daar waar het bebouwingsvlak samenvalt met de dubbelbestemmingen “meanderzone” en/of “beschermingszone watergang” deze laten vervallen. Æ het bebouwingsvlak zal aangepast worden conform de vigerende mogelijkheden. De meanderzone en beschermingszone watergang zijn vastgesteld door het waterschap. Deze kunnen in het kader van het bestemmingsplan niet aangepast worden b. daar waar de dubbelbestemming “beschermingszone watergang” samenvalt 76
met het gedeelte van de bouwkavel dat niet is aangeduid als bouwvlak kan deze dubbelbestemming gehandhaafd worden. Æ zie bovenstaande reactie 35.Aelmans namens Crapoel 1 R. Boumans 6271 NW Gulpen a. de nieuwe bouwkavel wijkt significant af van de bouwkavel in het geldende bestemmingsplan. Graag de huidige bouwkavel handhaven. Æ conform andere agrarische bouwkavels zal het geldende agrarische bouwblok overgenomen worden. Omdat de enquête niet retour ontvangen was, kon de gemeente de kavel niet beoordelen en is ten tijde van het voorontwerp besloten de kavel in te krimpen conform de BOM+ voorwaarden van de gemeente. b. de huidige bebouwing opnemen binnen de contour van de bouwkavel als ook de reeds vergunde loods. Æ de huidige bebouwing alsook de nieuw te realiseren stal zal binnen de bouwkavel opgenomen worden. 36. Aelmans namens Eperweg 9 TWM Duijsings 6281 NA Mechelen a. opnemen vergroting bouwkavel. Æ de aanpassingen aan de bouwkavel zullen pas verwerkt worden als de BOM+procedure is afgerond. Indien deze procedure voor vaststelling van het bestemmingsplan is doorlopen, zullen de aanpassingen in het bestemmingsplan meegenomen worden. Wanneer de vergroting beperkt wordt tot maximaal 10% ten opzichte van de huidige kavel kan deze vergroting direct opgenomen worden in het bestemmingsplan. Graag ontvangen wij dan een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij de vaststelling van het bestemmingsplan. b. niet wijzigen Aln-gebied in natuurbestemming. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. Abusievelijk zijn de gronden als “Natuur” ingetekend. De aanduiding “bos” is een tekst die op de gebruikte ondergrond foutief is gezet. Deze teksten zullen van de plankaart verwijderd worden. c. Artikel 19, lid 1 WRO procedure voor plaatsen van kleinschalige windturbine Æ conform besluit van het college worden in de gemeente Gulpen-Wittem geen windturbines toegestaan. 37. Aelmans namens Ingberdorpsstraat 28 WJM Lipsch 6273 NG Ingber a. Ligging en vorm bouwkavel. De bouwkavel dient in overeenstemming met het voorstel te worden aangepast. Æ Vormverandering van de bouwkavel ten opzichte van het geldende bestemmingsplan zijn op meerdere locaties in het buitengebied doorgevoerd. Daarnaast blijft de vergroting van de bouwkavel binnen de door de provincie gehanteerde 10% grens. De plankaart zal dan ook in overeenstemming met het voorstel worden aangepast. b. aantal bedrijfswoningen. Ter plaatse van het perceel zijn sinds jaar en dag drie bedrijfswoningen aanwezig. Volgens de plankaart zijn er maar 2 bedrijfswoningen toegestaan. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast, 2 bw zal gewijzigd worden in 3 bw. 38. Arvalis namens Berghem 11 VOF Kaelen 6271 NP Gulpen a. Bestemmings- en bouwvlak Agrarisch Hulp- en Nevenbedrijf (A-HN). Vergroting bouwvlak ten behoeve van oprichten energie-installatie. Æ de wijziging van het bouwvlak, zolang gelegen binnen de A-HN bestemming zal verwerkt worden op de plankaart. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. verruiming van de doeleindenomschrijving van de bestemming A-HN voor duurzame energieopwekking. Æ de duurzame energieopwekking is ten dienste van het bedrijf en past dus binnen de bestemming. In de doeleindenomschrijving is opgenomen dat de gronden zijn bestemd voor hulp- en nevenbedrijven met de daarbij behorende voorzieningen. De energie-installatie is als daarbij behorende voorziening te plaatsen. 77
c. de doeleindenomschrijving van de bestemming A-HN is te eng geformuleerd. Naast loonwerk en grondgebonden landbouw worden thans ook cultuurtechniek, grondverzet en transportwerkzaamheden uitgevoerd. Æ aan de doeleindenomschrijving zal toegevoegd worden dat tevens binnen de bestemming A-HN cultuurtechniek, grondverzet en transportmogelijkheden zijn toegestaan. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. d. de vormgeving van het bestemmings- en bouwvlak A-HN aanpassen om de voorgenoemde ontwikkeling mogelijk te maken. Æ voor deze locatie is de agrarische bestemming zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan overgenomen. Uitbreiding van dit vlak is niet direct mogelijk. Om het vlak uit te breiden dient, conform het provinciale beleid, een BOM+procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden. Dit dient gepaard te gaan met een compensatie- danwel inrichtingsplan. Indien deze BOM+-procedure voor vaststelling van dit bestemmingsplan is doorlopen, kan de bestemmingswijziging bij de verwerking van de aanpassingen op het ontwerp worden meegenomen. Wanneer de vergroting beperkt wordt tot maximaal 10% ten opzichte van de huidige kavel kan deze vergroting direct opgenomen worden in het bestemmingsplan. Graag ontvangen wij dan een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij de vaststelling van het bestemmingsplan. e. Bestemming Natuur (N). Gronden nabij het Mariabeeld terugbrengen onder de bestemming A-LN (AW-NL) omdat nog geen definitieve overeenstemming is bereikt. Æ de gronden zullen conform het verzoek onder de bestemming A-LN (AW-NL) opgenomen worden. Binnen de bestemming A-LN (AW-NL) zit een wijzigingsbevoegdheid naar Natuur. Wanneer tot overeenstemming is gekomen kunnen de gronden door middel van deze wijziging onder de bestemming Natuur gebracht worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. f. Archeologie, erosie en ecologie. Æ zie hiervoor de beantwoording van deze aspecten onder de kop ARVALIS ALGEMEEN op pagina 1 van deze beantwoording van zienswijzen. 39. Arvalis namens De planckweg 21 Debougnoux-Huynen 6277 NZ Slenaken a. Bestemmings- en bouwvlak Agrarisch Bedrijf (A-B). De vormgeving van het bestemmings- en bouwvlak aanpassen conform het voorstel. Æ door de voorgestelde te wijzigen vormgeving van het bestemmings- en bouwvlak wordt de oppervlakte van de agrarische bedrijfsbestemming vergroot ten opzichte van de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan. Bij vergroting van het agrarisch bedrijf dient, conform het beleid van de provincie, de BOM+procedure gevolgd te worden. Wanneer de BOM+-procedure voor vaststelling van het bestemmingsplan is afgerond, kunnen de voorgestelde wijzigingen verwerkt worden in het bestemmingsplan. Wanneer de vergroting beperkt wordt tot maximaal 10% ten opzichte van de huidige kavel kan deze vergroting direct opgenomen worden in het bestemmingsplan. Graag ontvangen wij dan een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij de vaststelling van het bestemmingsplan. b. Functiewijziging. In het ontwerpplan dient geen eis van substantiële sloop opgenomen te worden, zodat beeldbepalende en karakteristieke gebouwen behouden blijven en eventuele nieuwe economische dragers in deze gebouwen ook kunnen renderen. Æ de wijzigingsbevoegdheid zal uitgebreid worden met een bepaling dat monumentale en karakteristieke bebouwing te allen tijde behouden blijven. Deze worden dan ook uitgesloten van de substantiële sloopregeling. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. c. Archeologie en erosie. Æ zie hiervoor de beantwoording van deze aspecten onder de kop ARVALIS ALGEMEEN op pagina 1 van deze beantwoording van zienswijzen. 40.LJM Lacroix Slenakerweg 23 6271 PE Gulpen 78
a. bestemmings- en bouwvlak uitbreiden. Æ door de voorgestelde te wijzigen vormgeving van het bestemmings- en bouwvlak wordt de oppervlakte van de agrarische bedrijfsbestemming vergroot ten opzichte van de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan. Bij vergroting van het agrarisch bedrijf dient conform het beleid van de provincie de BOM+procedure gevolgd te worden. Wanneer de BOM+-procedure voor vaststelling van het bestemmingsplan is afgerond, kunnen de voorgestelde wijzigingen verwerkt worden in het bestemmingsplan. Als de vergroting beperkt wordt tot maximaal 10% ten opzichte van de huidige kavel kan deze vergroting direct opgenomen worden in het bestemmingsplan. Graag ontvangen wij dan een voorstel zodat we dit over kunnen nemen op de plankaart bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Æ daarnaast is de bouwkavel aangepast naar aanleiding van de reactie van het waterschap. Zie hiervoor de behandeling van de reactie van het waterschap in bijlage 2 onder 3. 41.E. Knols Grote Bosweg 3 6276 PK Heyenrath a. bezwaar tegen ligging in het paarse vlak. Æ het paarse vlak betreft Archeologisch Monument (AMK-nummer 11245). Dit terrein is door de provincie en de RACM in het verleden begrenst en bestempeld als 'Terrein van hoge archeologische waarde'. Het betreft een aanzienlijk gebied waarbinnen vuursteenvindplaatsen uit het Paleolithicum zijn aangetroffen. De provincie heeft haar beleid ten aanzien van deze terreinen geformuleerd in het provinciaal omgevingsplan Limburg (POL). Dit beleid komt er op neer dat in geval van planvorming binnen deze terreinen archeologisch onderzoek verplicht is. De gemeente is verplicht om het provinciale beleid over te nemen. Hierin is niet bij iedere bouwwerkzaamheid archeologisch onderzoek verplicht. b. 5 meter extra ruimte toebedelen aan bouwvlak. Æ de bebouwing kan tot in de aangegeven grens op de plankaart uitgebreid worden. Een verdere uitbreiding richting de weg is niet wenselijk omdat de stal hierdoor voor de voorgevelrooilijn van de woning uitkomt. Wel zal de sprong in de bouwgrens aan de oostzijde van de woning eruit gehaald worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. 42. Recron Pb 102 3970 AC Driebergen Reactie wordt in het kader van vooroverleg ex. artikel 10 BRO behandeld. Zie elders. 43. LJH Jacobs Eyserheide 5 6287 NB Eys a. maakt bezwaar tegen het beleid met recreatie waarbij onder andere uitbreiding van kampeereenheden is toegestaan. Hierop zal nog nader worden teruggekomen. Æ de uitbreiding van kampeereenheden komt in overeenstemming met het provinciale beleid te vervallen. De gemeente is momenteel haar eigen beleid aan het opstellen. Afhankelijk van deze uitkomsten kan het kampeerbeleid ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan nog worden aangepast. 44.Fam. Wouters Hilleshagerweg 98a 6281 AH Mechelen a. is het mogelijk om een gedeelte van de bestaande bedrijfsloods verbouwen naar een woning? Æ deze ontwikkeling past niet binnen het provinciale als gemeentelijke beleid. Het realiseren van nieuwe woningen in het buitengebied of het oprichten van een tweede bedrijfswoning is binnen dit beleid niet mogelijk. 45.Gemeente GW Pb 56 6270 AB Gulpen a. sportaccommodatie Wittem. Æ de mogelijkheid om in de toekomst een sportaccommodatie nabij Wittem te realiseren zal door middel van een partiele herziening van het bestemmingsplan worden geregeld. 79
46. Fam. Linckens-van Schweibergerweg 46 Wersch 6281 NH Mechelen a. de schuur is niet dik omlijnd ingetekend. Æ de schuur zal ter plaatse ingetekend worden zodat de plankaart in overeenstemming is met de feitelijke situatie. 47. Arvalis namens Bommerigerweg 26a Douven 6281 BS Mechelen a. locatie Bommerigerweg 26 en 26a: bestemmingsvlak Wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning). De aanwezige bebouwing is niet correct ingetekend. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. twee bijgebouwen gelegen tegenover nr 26 en 26 a zijn karakteristiek. Mogen deze verbouwd worden naar vakantiewoning. Æ het is mogelijk deze bijgebouwen te verbouwen naar vakantiewoning. Daarbij moet voldaan worden aan de voorwaarden zoals opgenomen in de voorschriften/regels onder de bestemming Wonen+ (Wonen – Cultuur en ontspanning). c. is het mogelijk om het bedrijfsgebouw dat nu in gebruik is als caravanstalling te slopen en hiervoor een woning te realiseren. Æ hiervoor heeft de provincie de ruimte-voor-ruimte regeling opgesteld. Indien 750 m² aan bebouwing gesloopt wordt, mag hiervoor een woning in de plaats komen. Echter het oppervlakte van het bedrijfsgebouw is onvoldoende om hiervoor in aanmerking te komen. Er kan geen medewerking aan verleend worden. d. de lijst met karakteristieke bebouwing is niet volledig. Æ de lijst zal nog gecontroleerd en waar nodig aangevuld worden. e. Voor de overige aspecten zie de beantwoording van deze aspecten onder de kop ARVALIS ALGEMEEN op pagina 1 van deze beantwoording van zienswijzen. 48. Arvalis namens Al- Vaarzegel 2 berts 6276 PG Heijenrah a. bestemmings- en bouwvlak Bedrijf-Toegesneden: B-T Æ indien het planvoornemen bestaat om ter plaatse enige horeca en wellnessactiviteiten te ontplooien is hiervoor een bestemmingswijziging noodzakelijk. Hiervoor zal een afzonderlijke procedure gevolgd moeten worden. b. bestemmings- en bouwvlak Horeca: H. Æ onder de noemer mantelzorg is een tweede “woning” toegestaan. Echter past het niet binnen het gemeentelijke beleid om ter plaatse twee bedrijfswoningen toe te staan. Ook in het verleden is hier nooit sprake van geweest en ook geen bouwaanvraag voor ingediend. De uitbreiding ten behoeve van de lift zal aan het bouwvlak worden toegevoegd. Echter aan het uitbreiden van het bijbouwvlak tot 120 m² zal de gemeente geen medewerking verlenen. Tevens zal geen vrijstellings/ontheffingsbevoegdheid worden opgenomen om bijgebouwen in twee bouwlagen toe te staan. Het onderscheid tussen bijgebouwen en hoofdgebouwen is dan niet meer aanwezig. 49.Aelmans namens Julianastraat 18 Van der Linden BV 6285 AJ Epen a. in het voorontwerp zijn enkele afwijkingen en onjuistheden opgenomen. Æ het voorontwerp zal hierop worden aangepast. Ten aanzien van dienstverlening wordt niet de bij dit bedrijf horende bedrijfsmatige activiteit bedoeld, maar dienstverlening op zich. Dit hoeft dan ook niet gewijzigd te worden. Met betrekking tot opslag zal dit nader gespecificeerd worden tot opslag anders dan inherent aan het toegestane gebruik. b. aanwezigheid 2 woningen en huisnummers. Æ het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. c. aanduiding loonwerkactiviteiten. Æ de toegesneden bestemming zal uitgebreid worden naar grondverzet-, loon- en transportbedrijf. 50. Aelmans namens Zie 49 Van der Linden 51. Aelmans namens Reijmerstokkerdorpsstraat 130 6274 NN Reijmerstok VOF de Puthof 80
a. het voornemen bestaat om ter plaatse van de Reijmerstrokkerdorpsstraat 130 tot een nieuwe ontwikkeling te komen. Æ onlangs heeft op de gemeente een overleg plaatsgevonden. Naar aanleiding van dit overleg is afgesproken dat gronden gelegen in het bestemmingsplan buitengebied aan de kern Reijmerstok worden toegevoegd. De plankaart zal hiervoor worden aangepast. 52. Aelmans namens ’t Plaatweg 10 Zinkviooltje 6285 NK Epen a. een aantal eerder vergunde bouwwerken zijn niet als bebouwingsvlak opgenomen. Het betreft bebouwing op het achterterrein. Æ de bebouwing zal ingetekend worden conform door de gemeente verleende vergunningen. b. een nieuwe stallingsruimte op het achterterrein is niet in het bebouwingsvlak opgenomen. Æ vooralsnog heeft de gemeente hiervoor nog geen vergunning verleend. Op het moment dat deze rechtskracht zou krijgen zal deze opgenomen worden in het bestemmingsplan. c. er dient een duidelijk bebouwingsvlak te worden opgenomen. Æ het bouwvlak zal ingetekend worden conform de bepalingen in het geldende bestemmingsplan en overeenkomstig de verleende vergunningen. d. het kampeerterrein is veel kleiner ingetekend dan dat feitelijk in gebruik is. Æ het kampeerterrein zal ingetekend worden overeenkomstige het geldende bestemmingsplan. e. het sportterrein ontbreekt op de plankaart. De speelweide (tot aan de Geul) ontbreekt op de plankaart Æ de bepalingen uit het geldende bestemmingsplan worden één op één overgenomen. f. de parkeerplaats is niet op de plankaart opgenomen. Æ de parkeerplaats is middels een aanduiding binnen de bestemming A-LN op de plankaart aangegeven. g. de meanderzone (beperkingen in gebruik) ter plaatse van de speelweide dient te vervallen. Æ de meanderzone is vastgesteld door het waterschap. Hierop kunnen geen wijzigingen worden aangebracht. h. ter plaatse van de speelweide dient een locatie te worden opgenomen t.b.v. het kampvuur . Æ is planologisch niet relevant dus hoeft niet opgenomen te worden in het bestemmingsplan. i. de aanduiding vr dient aan de bedrijfskavel te worden toegevoegd. Æ in het ontwerpbestemmingsplan is er voor gekozen om de bestemming nader te specificeren naar Recreatie-Verblijfsrecreatie. De aanduiding vr komt hierdoor te vervallen. j. de bestemming verkeer dient verder doorgetrokken te worden. Æ de bestemming verkeer zal ingetekend worden conform het geldende bestemmingsplan en de kadastrale eigendommen. k. het terras voor de nummers 10 en 12 dient op de plantekening te worden aangegeven. Æ een terras is toegestaan binnen de bestemming Recreatie en hoeft niet afzonderlijk op kaart aangeduid te worden. l. op het kampeerterrein dient t.b.v. circa 25 kampeermiddelen de aanduiding “winterkamperen” te worden opgenomen. Æ hiervoor is door de gemeente nooit een vergunning afgegeven. Dit is dus illegaal en zal in dit bestemmingsplan niet positief bestemd worden. 53. Aelmans namens Jan van Naussaustraat 36 2596 BT Den Haag Zillekens a. de bestemming van de locatie Broekhof (Dorpsstraat 55 te Slenaken) is gewijzigd van agrarisch bedrijf naar wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning). Graag terugbrengen naar de bestemming agrarisch bedrijf omdat de toekomstige invulling van de locatie nog niet bekend is. 81
Æ de bestemming van het perceel Dorpsstraat 55 zal teruggebracht worden naar agrarisch bedrijf. De plankaart zal hierop worden aangepast. 54. Aelmans namens G. Hoogcruts 27 Jacobs 6277 NP Slenaken a. bij de tunnels de natuurlijke perceelsgrens aanhouden. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. het kampeerterrein zo in kleuren als vergund. Æ hiervoor zal de vergunning worden bekeken. Aan de hand van de vergunning zal het kampeerterrein worden ingetekend. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. in het agrarisch gebied hebben diverse malen kampeerevenementen voor groepen plaatsgevonden. Æ binnen de bestemmingen A en A-LN (AW-NL) is groepskamperen mogelijk. De locatie wordt niet op de plankaart gezet omdat het geen regelmatig terugkerend evenement is. De gemeente wenst dit ook niet. Voor incidentele situaties kan een vergunning bij de gemeente aangevraagd worden. De plankaart wordt hierop niet aangepast. d. het grijze gearceerde vlak geeft het beoogde kampeerterrein naar 25 eenheden aan. Æ uitbreiding van het kampeerterrein naar 25 kampeereenheden past niet binnen het huidige gemeentelijke beleid. Momenteel is de gemeente een nieuw toeristische beleid op aan het stellen. Indien hieruit blijkt dat uitbreiding naar 25 eenheden binnen de gemeente gewenst is, zal dit overgenomen. Vooralsnog worden in het bestemmingplan maximaal 15 kampeereenheden toegestaan. e. het agrarische bouwblok is te klein ingericht. Æ voor deze locatie is de agrarische bestemming zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan overgenomen. De gewenste uitbreiding valt binnen de 10% marge. Dit wil zeggen dat een vergroting van het bouwblok tot maximaal 10% ten opzichte van de huidige kavel direct meegenomen kan worden in het bestemmingsplan, zonder dat daarvoor een BOM+-procedure doorlopen hoeft te worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. 55. H.Somers-Didden Beutenaken 1a 6278 NABeutenaken a. onze bestaande garage welke op de situatie ingetekend staat valt buiten de bestemming bijgebouwen. Graag zouden we zien dat hier de bestemming verwijzende naar bijgebouwen aangepast zou worden, en dat het gebied uitgebreid wordt toto en met de bestaande garage. Æ de plankaart zal aangepast worden conform het voorstel. 56. MJG Conraads- Beutenaken 3 Gillissen 6278 NA Beutenaken a. ons bestaand tuinhuis staat wel in de situatie ingetekend echter heeft geen arcering vallend onder het gebied waar een bijbouw gerealiseerd mag worden. Graag zouden we zien dat hier de bestemming verwijzende naar bijgebouwen aangepast zal worden. Æ de plankaart zal aangepast worden conform het voorstel. b. graag zouden wij het gebied waar bijgebouwen uitgebreid zien worden zal aangegeven op tekening 3. Æ de plankaart zal aangepast worden conform deze tekening. 57. J. van Dijk-Meens Pesaken 12 6271 PB Gulpen a. de bestemming van het perceel Pesaken 8 is te ruim. Æ de bestemming dienstverlening zal gewijzigd worden naar wonen met de aanduiding dat een zorgtuinderij in het achterste gedeelte is toegestaan en dat ter plaatse van de woning een vakantiewoning is toegestaan. 58.Voetbalver. S.V. p.a. NJB Huppertz Zwart-Wit a. de bestemming van het sportpark aanpassen zodat meerdere evenementen gehouden kunnen worden. 82
Æ de doeleindenomschrijving van deze bestemming wordt uitgebreid met maatschappelijke doeleinden waardoor de gebouwen ook gebruikt mogen worden voor bijvoorbeeld culturele en educatieve aard. 59.MEJ Ronken Schreursweg 1 6281 NX Mechelen a. de gronden hebben gedeeltelijk de bestemming R gekregen terwijl ik dit graag voor een groter deel had gezien. Æ de bestemmingen zijn overgenomen conform het geldende bestemmingsplan. In verband met belangen van derden in de omgeving kunnen de overige gronden niet zondermeer onder de recreatieve bestemming gebracht worden. Deze gronden zullen (zijn gedeeltelijk) onder de aanduiding kleinschalig gebruik gebracht worden. Binnen deze aanduiding is bijvoorbeeld het gebruik als tuin, lig- en speelweide toegestaan. 60.Fam. Slenter Reijmerstokkerdorpsstraat 7 6274 NH Reijmerstok Zie reactie onder nr. 167. a. de aanduiding kampeermiddelen ontbreekt. Æ de plankaart zal hierop vooralsnog niet worden aangepast. Op 19 november 2007 is u een brief toegestuurd waarin wordt gevraagd om aan te geven of er nog sprake is van een agrarisch bedrijf van voldoende omvang (min 25 NGE’s). Naar verwachting/inschatting van de gemeente zal daar bij u geen sprake meer van zijn. Mocht dit niet kloppen dat vernemen wij dit graag, waardoor we bij vaststelling van het plan kunnen beoordelen of het kampeerterrein alsnog ingetekend moet worden. b. mantelzorg in bijgebouw Æ mantelzorg is binnen de bestemming in vrijstaande bijgebouwen mogelijk, doch mag er geen zelfstandige woning ontstaan. 61.Auberge De Smoc- Givelderweg 2 kelaer 6276 PB Heijenrath a. in het nieuwe bestemmingsplan is geen rekening gehouden met een eventuele uitbreiding van het bedrijf. Æ voor de door u aangevraagde schuur is reeds overeenstemming met de BOM+ commissie bereikt. De bouw van de schuur zal dan ook mogelijk gemaakt worden in dit bestemmingsplan. De plankaart zal hierop worden aangepast. Ten aanzien van de rijbak is vooralsnog geen BOM+ procedure doorlopen. Dit kan dan ook niet meegenomen worden in het bestemmingsplan. 62.M.Rompen Schweibergerweg 33 6281 NE Mechelen a. is het mogelijk om de garage/schuur te verbouwen tot gastenverblijf of atelier. Æ het is mogelijk om uw garage/schuur te gebruiken als atelier. Hieraan zijn geen beperkingen gesteld en hoeft ook geen procedure gevolgd te worden. Het gebruik als gastenverblijf is niet toegestaan. 63.Fam. Frijns Capucijnenweg 11 6286 BA Wittem a. de oppervlakte van de stal is ongeveer 35 m². Æ in het agrarisch gebied mag maximaal een stal opgericht worden van 12 m². 12 m² mag dan ook blijven staan, voor het overige deel zal handhavend opgetreden moeten worden. 64. St. Z-L Erfgoed Op de Kamp 14 6287 CH Eys a. de lijst met monumenten en karakteristieke bebouwing is niet compleet en dient te worden geactualiseerd. Æ de monumenten en karakteristieke panden zijn nogmaals bekeken. Hieruit is gebleken dat er onvolkomenheden in zitten. Zowel de plankaarten als de lijst zullen worden geactualiseerd. b. de lijst wijkt af van wat op de plankaarten is aangegeven onder de aanduiding karakteristieke bebouwing en Rijksmonumenten. Æ de lijst zal in overeenstemming worden gebracht met de plankaarten. c. in de lijst en op de plankaarten ontbreken karakteristieke objecten. 83
Æ de karakteristieke aanduiding beperkt zich tot bebouwing. Overige objecten worden in het kader van het bestemmingsplan niet als karakteristiek opgenomen. d. in de voorschriften/regels dient een regeling te worden opgenomen met betrekking tot sloopactiviteiten. Æ de voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. Er zal een bepaling opgenomen worden om te voorkomen dat monumenten of karakteristieke bebouwing geheel gesloopt worden. 65.Maatschap van der Wittemerweg 7 Linden 6287 AA Eys a. het bedrijf zal versterkt worden door de komst van onze zoon in het bedrijf. Wij zijn voornemens de aanliggende gronden om te vormen tot landgoed. Æ bij de actualisatie van het bestemmingsplan worden in principe geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Nieuwe plannen dienen afzonderlijk voorgelegd te worden. Bij dezen willen we dan ook vragen een inrichtingsplan voor te leggen. Aan de hand van dit plan kan de verdere gang van zaken, de te volgen procedure, bepaald worden. b. gelieve aan het bedrijf de aanduiding “evenementen” toe te voegen. Æ de aanduiding zal aan de plankaart worden toegevoegd. 66. T.van der Valk en M. Slenakerweg 27 Frijlink 6271 PE Gulpen a. geen dubbelbestemming meanderzone/wonen in beekdalen. Æ de meanderzone is vastgelegd door het waterschap. Hierin kunnen wij als gemeente geen aanpassingen aanbrengen. Bouwmogelijkheden zijn mogelijk maar dienen tevens in overleg met het waterschap te worden opgericht. b. Trappenweg moet A-LN (AW-NL) bestemming krijgen. Æ Akkoord, dit zal aangepast worden op de plankaart. c. gestreepte lijn over ons perceel niet duidelijk. Æ de gestreepte lijn is de begrenzing van de meanderzone. 67.LJM Douven Krekelstraat 14 6285 AR Epen a. op het perceel gemeente Wittem Sectie D, nummer 89 zal op korte termijn een speelveld gerealiseerd worden. De bestemming zal dan van Agrarisch naar Recreatief gewijzigd moeten worden. Nummer 5490 zou dan meegenomen kunnen worden. Æ Voorheen was de kadastrale nummering van de percelen 88 en 89. Het perceel met nummer 88 is vernummerd naar 5489 en 5490. De speeltuin zal aangelegd worden op de percelen met nummer 89 en 5490. Deze zullen dan ook als groen (speeltuin) bestemd worden. Perceelnummer 5489 houdt de agrarische bestemming. 68. F. en P. Hornesch Overgeul 10 6271 BG Mechelen a. gelieve de situering van het bijbouwvlak verschuiven in westelijke richting Æ de situering van het bijbouwvlak zal op de plankaart worden aangepast. 69. P. Ras Heijenratherweg 31 6276 PD Heijenrath a. gelieve het bijbouwvlak voor mijn perceel uit te breiden. Æ de plankaart zal aangepast worden naar de feitelijke situatie waarbij het bijbouwvlak tevens uitgebreid wordt tot in de perceelsgrens. 70. Rocca Pb 60 6270 AB Gulpen a. Rocca heeft toestemming om incidenteel activiteiten uit te voeren op het plateau van de Gulpenerberg. Æ binnen dit nieuwe bestemmingsplan is binnen de bestemmingen A-LN (AW-NL) en N extensief recreatief medegebruik toegestaan. Er moet wel overeenstemming zijn met de eigenaar van de gronden. Het nieuwe bestemmingsplan vormt dan ook geen belemmering tegen de reeds toegestane activiteiten. 71.Ver. Burckbreane Julianastraat 20 Ieepe 6285 AJ Epen 84
a. jaarlijks wordt op de eerste zondag van de vasten een vreugdevuur ontstoken op het weiland tegenover het adres Julianastraat 18 te Epen. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Dit evenement duurt niet meer dan 1 dag en hoeft dan ook niet in dit bestemmingsplan geregeld te worden. 72.Schutterij St. Sebas- Kleingenhoutersteeg 14 tianus Eys 6336 XC Hulsberg a. de volgende gebieden worden voor activiteiten gebruikt: - Boerenberg (iedere vrijdagavond in het seizoen); - fam. Grooten, Grachtstraat Eys (1 zondag in april of mei); - sportpark Hanzon (1 keer in de 6 jaar). Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Dit is geen jaarlijks terugkerend evenement en hoeft dan ook niet in dit bestemmingsplan geregeld te worden. 73.Poortencommissie Groenendalsbergweg 1 Reijmerstok 6274 NS Reijmerstok a. incidenteel worden hier diverse evenementen georganiseerd. Om problemen te voorkomen graag de bestemming met de aanduiding “evenementen”uitbreiden. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Het gaat hier om incidentele evenementen die niet in het bestemmingsplan geregeld hoeven te worden. 74.WSV De Veldlopers Pb 115 6270 AC Gulpen a. tijdens diverse wandelevenementen worden diverse locaties als rustplaats gebruikt. Bijgaand is een overzicht van deze locaties opgenomen. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locaties zullen in het bestemmingsplan opgenomen worden. 75.Menvereniging Zuid- Bulkemstraat 10A Limburg 6369 XW Simpelveld a. op het perceel aan de Grote Bosweg 1 zijn wij voornemens om jaarlijks een menwedstrijd te organiseren. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locatie zal in het bestemmingsplan opgenomen worden. 76.Buurtvereniging SBB Stokhem 32 6321 PG Wijlre a. jaarlijks wordt de culinaire wandeling Opke Dopke georganiseerd. Op vijf locaties vindt er tijdens de wandeling uitgifte van drank en gerechten plaats. Deze locaties graag aanduiden als “evenement”. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locaties zullen in het bestemmingsplan opgenomen worden. 77.Schutterij St. Paulus Krekelstraat 8 6285 AR Epen a. de schutterij is eigenaar van de percelen gemeente Wittem, sectie D nummer 744, 2391 en 1768. Op deze percelen worden diverse evenementen georganiseerd. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locaties zullen in het bestemmingsplan opgenomen worden. 78 St. Wahlwiler Wijn- Oude Baan 25b feesten 6286 BD Wahlwiller a. op de laatste zondag van september wordt op een locatie gelegen op de wijnberg jaarlijks het wijnfeest georganiseerd. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Dit evenement duurt niet meer dan 1 dag en hoeft dan ook niet in dit bestemmingsplan geregeld te worden. 85
79. Fietsclub De Bloei- Schweibergerweg 17 ende Berg 6281 ND Mechelen a. jaarlijks wordt een fietswedstrijd georganiseerd op de Molt op Schweiberg. Æop de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Dit evenement duurt niet meer dan 1 dag en hoeft dan ook niet in dit bestemmingsplan geregeld te worden. 80. St. Trekker Trek p.a. Groeneweg 25 6271 BR Gulpen a. het trekker trek wordt jaarlijks op de percelen georganiseerd zoals aangegeven op kaart. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locatie zal in het bestemmingsplan opgenomen worden. 81.Jonkheid Reijmer- Putveld 5 stok 6274 NR Reijmerstok a. op het perceel nr. 175 wordt jaarlijks de zomerkermis georganiseerd. Tevens is het de parkeerweide van de Sjmid. Æ het perceel gezien het gebruik toegevoegd worden aan het bestemmingsplan voor de kern Reijmerstok. Actualisatie van dit gebied komt de komende jaren aan de orde. Te zijner tijd zal het perceel aangeduid worden als parkeerweide en evenemententerrein. 82. Schutterij St. Mater- Krommeweg 22 nus 6321 CE Wijlre a. de schutterij heeft twee terreinen in gebruik. Een aan de Dikke Buiksweg kadastraal bekend Wijlre G30 en de andere aan de Stokhemmerweg kadastraal bekend Wijlre WRE01 sectie E nummer 2124. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locaties zullen in het bestemmingsplan opgenomen worden. 83.Kindervakantiewerk Heerstraat 12 Epen 6285 AP Epen a. het perceel Wittem D 5058 wordt naast het perceel Wittem D 3489 ook voor de kindervakantieweek gebruikt. Æ op de kaart dienen de locaties aangegeven te worden waar jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen plaatsvinden. Deze locaties zullen in het bestemmingsplan opgenomen worden 84.Min van Defensie Pb 412 5000 AK Tilburg Reactie wordt in het kader van vooroverleg ex. artikel 10 BRO behandeld. Zie elders. 85. Fam. Hendriks Hoebigerweg 2 6287 AT Eys a. het perceel nr 5935 behoort tot het bestemmingsplan voor de kern Eys en niet tot het buitengebied. Æ aan de begrenzing van een bestemmingsplan kunnen geen rechten ontleend worden. Echter gezien de situatie ter plaatse is het logischer om alle percelen ten noorden van de weg Taan-Del binnen het bestemmingsplan voor de kern Eys op te nemen. De plankaart zal hierop worden aangepast. 86.Fam Alberts Wilhelminastraat 1 6285 AS Epen a. graag zouden wij de bestemming “natuur” op het perceel, kadastraal bekend gemeente Wittem, sectie G nummer 137, wijzigen in de bestemming “extensieve biologische wijnbouw” met de aanduiding “kleinschalig gebruik”. Æ bij deze actualisatie van het bestemmingsplan worden in principe geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Voor het wijzigen van een bestemming dienen een aantal onderzoeken en dergelijke uitgevoerd te worden. Hiervoor dient een afzonderlijke procedure, buitenplanse wijziging, gevoerd te worden. Om te kunnen bepalen of uw voornemen past binnen het gemeentelijke beleid, kan u hiervoor een 86
principeverzoek bij de gemeente indienen. Indien de gemeente hieraan wil meewerken, kan de wijzigingsprocedure opgestart worden. 87.MWD Creusen Oud Lemiers 1g 6295 AS Lemiers a. de mogelijkheid opnemen om een bouwwerk te plaatsen op het perceel kadastraal bekend gemeente Wittem, sectie D, 737, 3010 en 3011. Æ op de plankaart zijn die gebieden opgenomen onder de aanduiding kleinschalig gebruik die naar mening van de gemeente hiervoor in aanmerking komen en reeds al in gebruik zijn als bijvoorbeeld siertuin en schapenwei. Het oprichten van nieuwe bouwwerken op andere percelen past niet binnen het beleid van de provincie omdat dit tot een versnipperende verstening van het buitengebied leidt. De gemeente kan hier dan ook geen medewerking aan verlenen. 88.RHA de Munck Beutenaken 56, 6278 NB Beutenaken a. gebrek aan uitbreidingsruimte van de woning. Æ in overeenstemming met alle woningen in het buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem is in het bijbouwvlak een oppervlakte van 70 m² (en onder voorwaarden 100 m²) aan gebouwen toegestaan. Hiervan wordt niet afgeweken. Uw bouwvlak wordt niet verder uitgebreid omdat dit de karakteristieke waarden van uw woning zou aantasten. Uitbreiding in twee bouwlagen is bij deze woningen niet gewenst. b. het weiland achter mijn woning heeft een A-LN (AW-NL) bestemming terwijl hier al circa 15 jaar een recreatieve buitenruimte voor mij en mijn gasten is gelegen. Æ de gronden zijn tevens aangeduid als “kleinschalig gebruik”. Binnen deze aanduiding is het gebruik als recreatieve buitenruimte/tuin toegestaan. c. wat betekend te blauwe stippellijn op mijn perceel. Æ de blauwe stippellijn is de begrenzing van de meanderzone. d. wat betekent de gele lijn op mijn perceel. Æ deze lijn vormt de begrenzing van de aanduiding “kleinschalig gebruik”. e. wat zijn de beperkingen van deze belijningen. Æ de beperkingen en mogelijkheden in deze gebieden zijn opgenomen in de voorschriften/regels. Gaarne deze te raadplegen om te zien wat er wel en niet mag. 89. Fam Reijke Slenakerweg 29 6271 PE Gulpen a. met betrekking tot GD-VAB en Wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning). Æ bij beoordeling van de panden in Beutenaken zijn een aantal panden abusievelijk als karakteristiek aangemerkt. Dit zal worden aangepast. Bij de beoordeling van panden zijn in het kader van het geldende bestemmingsplan voor de oude gemeente Wittem beoordelingscriteria gehanteerd. Bij toevoeging van panden in Gulpen worden deze criteria eveneens gebruikt. Tevens zullen deze panden ter beoordeling aan de Monumentencommissie worden voorgelegd. De panden die als karakteristiek zijn aan te merken zijn op de plankaart ingetekend. b. graag zouden wij de bestemming omzetten van Wonen naar GD-VAB. Æ de bestemming GD-VAB is toegevoegd om agrarische bebouwing als deze vrijkomt te wijzigen naar deze bestemming. Uw woning is in het verleden reeds bestemd als wonen, die bestemming is overgenomen in dit plan. Bij deze bestemming is een aan huis gebonden beroep tevens toegestaan. De feitelijke situatie zoals reeds aanwezig is vertaald naar de plankaart en legaal. Wanneer u deze bestemming wilt wijzigen in GD-VAB zult u hiervoor een afzonderlijke procedure moeten volgen. c. zienswijzen met betrekking tot (bij)bouwvlak Slenakerweg 29 te Gulpen. Æ het bestemmings- en bijbouwvlak zal doorgetrokken worden tot aan de meanderzone van de Gulp. Aan de hand van de bouwvergunning zullen het bouwvlak (bouwen in 2 lagen) en bijbouwvlak (bouwen in 1 laag) ingetekend worden. d. zienswijzen met betrekking tot evenementen. Æ in de toelichting zal het beleid ten aanzien van evenementen nog worden toegelicht en zullen de locaties waarop dit van toepassing is beschreven worden. In de voorschriften/regels zal in de begripsbepalingen het begrip evenementen wor-
87
den toegelicht. Voor evenementen zal in het kader van de APV altijd een evenementenvergunning aangevraagd moeten worden. Het bestemmingsplan mag hiervoor echter geen beperking opleveren. Die beperking zou dan gelden voor evenementen die jaarlijks terugkeren en meerdere dagen duren. Het gebruik van dat terrein komt dan namelijk niet overeen met het gebruik dat in het bestemmingsplan is toegestaan. In het kader van jurisprudentie is hierover uitspraak gedaan en om die strijdigheid te voorkomen is het opgenomen in het bestemmingsplan. In artikel 39 en 40 zal het strijdig gebruik hierop worden aangepast. e. zienswijzen met betrekking tot gebruik van A-LN (AW-NL) gronden. het parkeren in A-LN (AW-NL) gebieden moet uitgesloten worden. Nu staat dit onder het strijdig gebruik niet expliciet vermeld. Æ het strijdig gebruik zal hierop worden aangepast. f. in hoeverre wordt getoetst aan de voorschriften/regels waarin bij de gebruiksvoorschriften staat dat onder strijdig gebruik van de gronden tenminste wordt verstaan het uitoefenen van militaire oefeningen, met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen. Æ onder strijdig gebruik van de gronden staat inderdaad opgenomen dat militaire oefeningen verboden zijn. Echter bij nader inzien moet dit niet gelden voor de bestaande openbare wegen en paden. Dit zal dan ook aan de voorschriften/regels worden toegevoegd. Op de overige gronden binnen de bestemming A-LN (AWNL) en natuur is het houden van militaire oefeningen ongewenst. De gemeente zal bij mogelijke overtreding hiervan, dan ook handhavend moeten optreden. 90. M. Wetzels Beutenaken 46 6278 NB Beutenaken a. allereerst heb ik bezwaar m.b.t. het toestaan van evenementen. Æ het gebruik van paden en dergelijke tijdens evenementen is inherent aan de bestemming en wat ter plaatse is toegestaan. Het bestemmingsplan moet in dit kader voor de initiatiefnemers geen beperking zijn. Tevens dient voor ieder evenement nog een vergunning aangevraagd te worden. Hierin heeft de gemeente de mogelijkheid om nog nadere eisen stellen. b. na het bekijken van het voorontwerp op de kaart deel Y Beutenaken, ben ik het niet eens met de toegekende bestemming t.a.v. het perceel te Beutenaken nr. 46 Æ ter plaatse van Beutenaken 46 is een relatief groot bouwvlak in relatie tot het perceel aanwezig, tevens betreft het karakteristieke bebouwing waarbij ook elders in bepaalde gevallen geen bijbouwvlak is toegekend. Ook in het geldende bestemmingsplan is geen bijbouwvlak aanwezig. c. Het daarachter gelegen weiland behoort bij huisnummer 52. Dit bijbouwvlak is aansluitend aan huisnummer 52 gelegen. Tevens is dit in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan waarbij achter uw perceel eveneens een bijbouwvlak is gelegen. d. het aanpalende gebouw op het aangrenzende perceel nr. 52. Æ het betreft een bestaande schuur die reeds in het geldende bestemmingsplan op eenzelfde wijze is geregeld. e. bijbouwgrens, bijbouwvlak van perceel nr. 44. Æ de rechten zoals opgenomen op de plankaart zijn in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan. 91. Aelmans namens Terzieterweg 48 EM Franssen 6285 NE Epen a. gelieve enige expansiemogelijkheden opnemen. Deze bestaan uit een beperkte uitbreiding van het kampeerterrein, de mogelijkheid voor de bouw van een berging/loods, alsmede de ontwikkeling van een natuurterrein. Æ in het verleden is voor dit perceel de agrarische bedrijfsbestemming gewijzigd naar een recreatieve bestemming bestaande uit een kampeerterrein en groepsaccommodatie. Omdat het perceel en de gebouwen nu dus een recreatief gebruik hebben, is uitbreiding met bedrijfsbebouwing ten behoeve van een agrarische functie niet mogelijk. Ten aanzien van het uitbreiden van het kampeerterrein heeft de college van B&W in het verleden besloten dat dit in Terziet niet meer mogelijk wordt geacht.
88
92.JJM van Haren
Plaatweg 8 6285 NK Epen a. medewerking aan een bestemmingswijziging van weilandbestemming naar tuinbestemming voor een stuk grond gelegen gedeeltelijk in sectie 5082 van circa 410 m² groot. Æ voor dit gedeelte zal op de plankaart de aanduiding “kleinschalig” worden toegevoegd. Binnen dit gebied is het gebruik als tuin toegestaan. 93 J. Honings-Vluggen In de Broekenweg 6 6281 NK Mechelen a. de woning In de Broekenweg 2 is zonder bouwvergunning uitgebreid. Æ de gemeente heeft voor deze verbouwing een bouwvergunning verleend. b. op de weide achter onze woonhuis is een bouwmogelijkheid ingetekend. Æ deze bouwmogelijkheid zal komen te vervallen en worden vervangen door de A-LN (AW-NL) bestemming. 94. NSA Vink Ingberdorpsstr 21 6273 NE Ingber a. bestemming Wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) Ingberdorpsstraat 21. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. bestemming A-B (2bw) en A-LN (AW-NL) (kl) Ingberdorpsstraat 21 en 29 Æ de begrenzing van de agrarische bedrijfskavel van het perceel 29 zullen ingetekend worden conform het geldende bestemmingsplan. c. bestemming H (prostitutie) aan de Lemmenstraat. Æ de bestemming prostitutie is grotendeels in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan ingetekend. Alleen de oprit en de schuur zullen niet meer onder deze bestemming gebracht worden, deze zijn eigendom van derden. Ten aanzien van het beleid zal aangesloten worden bij de geldende regeling. 95. WvGulpen Pb 44 6270 AA Gulpen a. graag in het bestemmingsplan rekening houden met toekomstige nieuwbouwplannen. Æ qua grondoppervlakte betekent het planvoornemen een aanzienlijke vergroting van de bouwmassa. Om tot een gedegen afweging te komen dient het bouwplan afzonderlijk beoordeeld te worden en kan niet direct opgenomen worden in het bestemmingsplan. Er zijn bijvoorbeeld een aantal punten waarna nog gekeken moet worden. Hierbij zou bijvoorbeeld gedacht kunnen worden aan parkeren en de privacy van/inkijk op omliggende bebouwing. Op de plankaart zal wel een aanduiding worden toegevoegd dat er voor deze locatie in de toekomst mogelijk ontwikkelingen zijn. 96.AMJB Brauers Kuttingerweg 9 6285 NL Epen a. een gedeelte van de grond is omgezet naar natuur. Dit is niet meegenomen. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. de woningen nr. 7 en 9 staan als bedrijfswoningen aangemerkt. Dit is niet meer van toepassing. Æ deze aanduiding zal van de plankaart verwijderd worden. 97. MJL Godschalk Ingberdorpsstraat 30 6273 NG Ingber a. enkele bijgebouwen staan niet ingetekend. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 98.M. van Laar Bornerkapelstraat 30 6121 HM Born a. graag zou ik meer bouwmogelijkheden op het perceel sectie A nr 5522 hebben, zodat ik van de schuur een woning kan maken. Æ de bebouwing is aangemerkt als karakteristieke bebouwing. Om deze bebouwing te behouden zijn ruimere gebruiksmogelijkheden toegestaan. Hierdoor is het mogelijk om van de schuur een (recreatie)woning te maken. Echter is het door de karakteristieke status van de schuur niet mogelijk om deze te vergroten. Indien de schuur te klein wordt geacht om er inpandig een woning in te realiseren, is dit op 89
een andere wijze niet mogelijk. Zou de bestemming gewijzigd worden naar Wonen (i.p.v. Wonen + of Wonen – Cultuur en ontspanning), dan is het realiseren van een (recreatie)woning zonder meer niet mogelijk. De schuur heeft dan de status van bijgebouw en in bijgebouwen mogen geen nieuwe woningen gerealiseerd worden. 99. JM Kreutzer Heijenratherweg 13 6276 PD Heijenrath a. perceel 43 betrekken bij de camping. Æ bij dezen willen wij u verzoeken een bedrijfsplan voor te leggen. Net als bij agrariërs zal er bij het ontrekken van gronden van het buitengebied een compensatie tegenover moeten staan. Aan de hand van een bedrijfsplan kan dit verder bekeken worden. Het direct wijzigen van een bestemming is niet mogelijk omdat hier een gedegen onderzoek aan vooraf moet gaan b. het pand Heijenratherweg 13 is groen terwijl hiervoor een horecabestemming is verleend. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. c. de strook voor het huis is donkergroen. Æ in principe heeft dit perceel de bestemming Groen gekregen. Dit is bij nadere bestudering onjuist en zal eveneens onder de bestemming Horeca gebracht worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. d. op de plattegrond staat een toiletgebouw niet ingetekend. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 100. LA Schlenter Terzieterweg 42 A 6285 NE Epen a. de garage ontbreekt op de plankaart. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 101. P. Struijs Beatrixweg 5 6285 NB Epen a. een gedeelte van de woning is abusievelijk opgenomen in het bijbouwvlak. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast waarbij het gedeelte met de daarachter gelegen gronden toegevoegd wordt aan het bouwvlak. 102. HJP Huynen Pr. Bernhardstraat 16 6267 CN Cadier en Keer a. graag zouden wij de woning Eyserheide 11 af willen breken en een nieuwe woning terug willen bouwen. Æ de bebouwing is als karakteristiek aangeduid. Het beleid van de gemeente is gericht op het behouden van deze bebouwing. Sloop wil men dan ook voorkomen. Mogelijk zou er naar een andere oplossing gekeken kunnen worden. b. kunnen er twee woningen van gemaakt worden? Æ de woning is aangeduid als karakteristiek. Om deze bebouwing te behouden zijn er verruimde mogelijkheden. Een van die mogelijkheden is woningsplitsing. 103. Staatsbosbeheer Pb 330 5000 AH Tilburg a. het is zinvol een duidelijke EHS-kaart toe te voegen. Æ de differentiatiekaart ecologie zal aangepast worden waarbij onderscheidt wordt gemaakt in EHS- en POG-gebieden; b. de Natura2000-gebieden staan niet nadrukkelijk in het bestemmingsplan aangegeven. Æ op de plankaart zal de begrenzing van de Natura2000-gebieden worden opgenomen tevens is verwijzing naar status en doorwerking essentieel. c. geef aan waar vooral ontwikkelingsruimte zit en waar behoud van de bestaande beeldkwaliteit voorop staat. Æ in de toelichting zal dit verder uitgewerkt worden. d. de landschapsvisie dient nadrukkelijker in het bestemmingsplan meegewogen te worden. Æ de gemeente ziet de landschapsvisie zoals ook door de provincie aangegeven als een inspiratiebron en niet als een zelfstandig planologisch toetsingskader. Om die reden wordt hier in het kader van het bestemmingsplan ook niet op ingegaan. e. het beleid betreffende bodemerosie en wateroverlast laten samenhangen met 90
de vormen van grondgebruik die erosie bevorderen en de locaties waar dit probleem zijn oorsprong vindt. Æ binnen de bestemming natuur zal de verwijzing naar erosie komen te vervallen. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. f. doorgroei van kamperen bij de boer van 15 naar 25 is niet overal gewenst. Graag heldere criteria, voorwaarden en bijvoorbeeld een spreidingsvoorstel. Æ het bestemmingsplan is hierop aangepast. Het aantal kampeereenheden is gesteld op maximaal 15. Dit komt overeen met het huidige gemeentelijke beleid. Dit beleid wordt momenteel herzien. Mogelijk dat bij vaststelling hierin nog wijzigingen optreden. Vooralsnog is uitbreiding naar 25 eenheden uitgesloten. g. de differentiatiekaart ecologie is niet volledig. Æ de kaart zal aangepast worden conform de begrenzing de EHS en POG. 104.JJHM Bessems
Diependalsweg 4a 6285 NG Epen a. de uitbreiding van schuur/opslag staat niet aangegeven. Æ de plankaart zal hiervoor conform bouwtekening worden aangepast. b. bestaande inrit naar schuur/weide is niet aangegeven. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. c. het hoogspanningsgebouwtje van Essent staat niet apart aangegeven. Æ dit gebouwtje zal onder de afzonderlijke bestemming Bedrijf-Nutsvoorziening met bijbehorende bouwmogelijkheden worden gebracht. 105. Fam. Mobers Partijerweg 32 2x 6286 AL Wittem a. Wij zouden graag nr. 34 als vakantiewoning gebruiken en nr 34a voor permanente bewoning. Æ binnen het huidige beleid is reeds binnen het pand reeds een vakantiewoning toegestaan. Ruimtelijk gezien maakt het niet uit of deze vakantiewoning in nr 34 of nr 34a gevestigd is. Het bestemmingplan zal aangepast worden waardoor het mogelijk wordt om nr 34 als vakantiewoning te gebruiken en nr 34a voor permanente bewoning. 106. A. Huijbregts Pastoor Erensstraat 25 6418 BE Heerlen a. graag zou ik een bouwvergunning krijgen voor het perceel Wittem sectie E perceelnummer 115 (Beutenaken). Æ het is niet mogelijk om hier rechtstreeks een bouwtitel op te leggen. Wanneer een nieuwe woning gebouwd wordt in het buitengebied, moet hier iets tegenover staan. De provincie heeft hier bijvoorbeeld de VORM-regeling voor bedacht. Indien u hiervan gebruik wilt maken, moet u samen met de gemeente gaan kijken of uw plan hiervoor in aanmerking komt en welke tegenprestatie geleverd kan worden. U dient hiervoor dan ook contact met de gemeente op te nemen. In dit bestemmingsplan kan dit niet rechtstreeks meegenomen worden. 107. PH Lemmerlijn Watersstraat 4 6277 NH Slenaken a. gelieve de natuurbestemming aan te passen overeenkomstig de toekenning van de subsidieverlening in het kader van de SN-regeling. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 108 De ZL Golf en Cout- Dal Bissenweg 22 ryclub 6281 NC Mechelen a. Golfbaan. Æ Voor de golfbaan zijn de begrenzingen zoals opgenomen in de geldende bestemmingsplannen overgenomen. De eigenaar van de golfbaan is momenteel met Staatsbosbeheer in gesprek om tot overeenstemming over een nieuwe begrenzing te komen. Bij vaststelling van het bestemmingsplan zullen de resultaten hiervan verwerkt worden in het bestemmingsplan. Inmiddels heeft overleg plaatsgevonden en besloten is om de bestemmingsplangrenzen samen te laten vallen met de erfpachtgrenzen. De plankaart is hierop aangepast. 91
109. JMM Meessen
Tuinstraat 16 6321 EJ Wijlre
a. Illegale bouw. Æ voor zover bij de gemeente bekend is op genoemde locatie geen sprake van illegale bebouwing. Het bestemmingsplan hoeft hierop dan ook niet te worden aangepast. 110. AVM de Munck Beutenaken 25 (2x) 6278 NB Beutenaken a. Op zuidzijde van perceel is aanduiding “beschermingszone water”geprojecteerd. Æ de ruimtebehoefte voor een buffer is door het waterschap vastgelegd en dient als bestemming water op de kaart te komen. Rondom deze bestemming dient conform het beleid van het waterschap een beschermingszone opgenomen te worden. Deze beschermingszone kan gedeeltelijk over uw perceel zijn gelegen. Bij ontwikkelingen binnen deze zone dient overleg met het waterschap plaats te vinden. Dit wil niet zeggen dat er binnen deze zone geen mogelijkheden meer zijn. b. Oprekken bijbouwvlak naar A-LN (AW-NL) gebied. Æ De noodzaak hiervan is niet aanwezig. Binnen het huidige bijgebouwenvlak zijn voldoende mogelijkheden om uit te breiden. c. Ter hoogte van Beutenaken 46 geen verblijfsrecreatie toestaan. Æ Binnen het beleid van de gemeente is uitbreiding met verblijfsrecreatie binnen karakteristieke en monumentale panden mogelijk. Van dit beleid wordt voor deze specifieke situatie dan ook niet afgeweken. d. aan de percelen 111, 155 en 135 de aanduiding “kleinschalig” toevoegen. Æ Over een gedeelte van de percelen 111 en 155 zal aan de hand van het huidige gebruik (ongeveer tot aan het schuurtje) de aanduiding worden toegevoegd. 111 BJ Witter Ingberdorpsstraat 5 6273 NE Ingber a. is het mogelijk om bijvoorbeeld de stal om te bouwen naar zorgverblijf waarbij vanuit de bestaande woning de zorg verleend wordt. Æ in de voorschriften/regels zal een regeling opgenomen worden waarin mantelzorg in vrijstaande gebouwen is toegestaan. Deze mantelzorg woning mag echter geen zelfstandige woning worden. b. graag zou ik op Ingberdorpsstraat 5 een wonen + (nu Wonen - Cultuur en ontspanning) bestemming krijgen. Æ wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) is beperkt tot monumentale en karakteristieke bebouwing. Het pand Ingberdorpsstraat komt hiervoor niet in aanmerking waardoor de wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) bestemming op deze locatie niet tot de mogelijkheden behoort. 112. Ir HM van Steen- Stokhem 52 wijk 6321 PG Wijlre a. gelieve de begrenzing van het bouwvlak/bijbouwvlak te wijzigen conform bijgevoegd voorstel omdat het in gebruik is als badkamer/toilet en wasruimte. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. begrenzing bijbouwvlak aanpassen conform voorstel. Æbij het bepalen van de grenzen van het bijbouwvlak is gekeken naar het straatbeeld. De woningen nummer 54 t/m 58 zijn verder naar achteren op het perceel gelegen. Om een open straatbeeld te behouden is de begrenzing van het bijbouwvlak hierop afgestemd. Het ligt in dezelfde lijn als het bijbouwvlak van deze woningen. 113.Ir KAM Farber Stokhem 32 6321 PG Wijlre a. de begrenzing van het bouwvlak/bijbouwvlak komt niet overeen met de feitelijke situatie. Æ de plankaart zal aangepast worden conform uw voorstel. 114.GerardusHoeve Landsraderweg 12-14 EVGM Vaessen 6276 PH Heyenrath a. hotel Gerardushoeve heeft een verkeerde bestemming. 92
Æ de bestemming van het hotel is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Het valt dan ook onder de bestemming Recreatie. Het plan zal hierop niet worden aangepast. b. hotel Gerardushoeve heeft reeds een tijd een bestemming voor een bijgebouw. Æ ook de bouwmogelijkheden zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Een vlak voor bijgebouwen is niet aanwezig. Bijgebouwen mogen binnen het bouwvlak worden opgericht. Het plan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. een dassentunnel bij onze parkeerplaats is onzin. Æ dit heeft geen betrekking op het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan behoeft hiervoor dan ook geen aanpassing. 115. MGA van de Kiewegracht 9 Berg/Meuzelaar-vdBerg 6271 BN Gulpen a. gelieve de agrarische bestemming op het perceel gemeente Wittem, sectie F nr. 120 te wijzigen naar een woonbestemming. Æ het bestemmingsplan betreft een actualisatie van de vigerende mogelijkheden. In principe zijn in dit plan geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Daarnaast is het vanuit het provinciale en gemeentelijke beleid niet mogelijk om hier rechtstreeks een bouwtitel op te leggen. Wanneer een nieuwe woning gebouwd wordt in het buitengebied, moet hier iets tegenover staan. De provincie heeft hier bijvoorbeeld de VORM-regeling voor bedacht. Indien u hiervan gebruik wilt maken, moet u samen met de gemeente gaan kijken of uw plan hiervoor in aanmerking komt en welke tegenprestatie geleverd kan worden. U dient hiervoor dan ook contact met de gemeente op te nemen. In dit bestemmingsplan is kan dit niet rechtstreeks meegenomen worden. 116. Gasunie Pb 162 7400 AD Deventer Reactie wordt in het kader van vooroverleg ex. artikel 10 BRO behandeld. Zie elders. 117 SV Nijswiller Westhoek 10 6286 BS Wittem a. graag zouden wij onze kantine breder gebruiken. Bijvoorbeeld op het gebied van sociaal/culturele en sportieve activiteiten. Æ binnen de doeleindenomschrijving van de bestemming sport zal opgenomen worden dat binnen de gebouwen maatschappelijke doeleinden zijn toegestaan. Hierdoor is het mogelijk om de gebouwen ook te gebruiken voor activiteiten van bijvoorbeeld sociale, culturele en educatieve aard. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. 118.Mr. HFM Beaujean Eperweg 3 6281 N Mechelen a. de achter de woning gelegen vakwerkschuur zou bestemd worden als kantoorruimte. Æ op deze schuur zal op de plankaart een aanduiding “kantoor” toegevoegd worden. Het gebruik van dit gebouw als kantoor is hierdoor gerechtvaardigd. 119. ambtelijk a. het pand Julianastraat 35 is geen monument. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 120.Recr.boerderij Ter- Plaatweg 6 gracht 6285 NK Epen a. ons woonhuis op huisnummer 6 heeft geen woonbestemming. Er is in 1999 een vergunning voor afgegeven. Æ binnen de bestemming Agrarisch-Bedrijf is één bedrijfswoning toegestaan. Tevens is een voorziening voor de rustende boer als onderdeel van het huishouden toegestaan (geen tweede bedrijfswoning). Binnen de bestemming Recreatie zijn geen bedrijfwoningen toegestaan. Een en ander overeenkomstig het geldende bestemmingsplan. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. het gedeelte van de appartementen waarvoor in 2002 vergunning is verkregen staat niet ingetekend. Æ het bestemmingsplan zal aangepast worden conform de verleende bouwver93
gunning. Een gedeelte van de bebouwing mag binnen de bestemming Recreatie Verblijfsrecreatie gebruikt worden als recreatieruimte en het overige gedeelte als vakantieappartementen. c. in 2003 is vergunning verleend voor een passantenterras. Dit is niet geregeld. Æ op de plankaart zal aan de bestemming R de aanduiding “horeca toegestaan” worden toegevoegd. De plankaart zal hierop worden aangepast. d. is het mogelijk om van het ontwerp bestemmingsplan een afschrift te ontvangen van de bestemmingsvoorschriften/-regels agrarische en kampeerdoeleinden. Æ bij de ter inzage van het ontwerp bestemmingsplan kan een afschrift opgevraagd worden. Dit zal dan aan u worden verstrekt. Zie ook reactie onder 130 en 133 121.J. Thijssen Elkenrade 21 A 6289 NB Elkenrade a. het historisch bakhuis willen wij restaureren zodat het zijn oude functie weer terugkrijgt. Æ naar oordeel van de monumentencommissie heeft het bakhuis geen karakteristieke waarden. Restauratie is mogelijk maar omdat het geen karakteristiek pand is, zal dit niet gecompenseerd worden met verruiming van de gebruiksmogelijkheden. b. graag zouden wij een garage willen bouwen. Æ op de plankaart zal een bijbouwvlak ingetekend worden waarbinnen 70 m², aan bijgebouwen, waaronder een garage, opgericht mag worden. 122. Maatschap Hol- De Hut 11 lands 6273 NA Ingber a. de toegangsweg en loods behoren niet tot de bestemming prostitutie. Æ de plankaart zal conform het verzoek hierop worden aangepast. 123. A. Roebroek Diependalsweg 1c 6285 NG Epen a. vergroting van het bouwvlak conform de ingetekende arcering. Æ de plankaart zal conform de bijgevoegde tekening worden aangepast. b. correctie bestemming water. Æ dit zal nagekeken worden en conform de legger van het Waterschap Roer en Overmaas en de Herinrichting Mergelland-Oost worden aangepast. De plankaart zal hierop worden aangepast. 124.JLGL Nacken Schweibergerweg 13 6281 ND Mechelen a. gelieve de juiste huisnummers te vermelden. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. de objecten 13, 13a, 13b, 13c, 13d en 15 zijn ingeschreven bij de Rijksdienst voor Monumentenzorg, zijnde Rijksmonument. Æ de gegevens van de Rijksdienst zijn nogmaals bekeken en de nummers 13c en 13d behoren niet tot het monument maar dienen wel de aanduiding “Karakteristieke bebouwing” – in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan – te krijgen. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. de bestemming A-LN (AW-NL) (kl) voor de percelen 10840 en 10841 graag wijzigen in W+. Æ de betreffende gronden zullen conform het geldende bestemmingsplan onder de Woonbestemming (in ontwerp bestemmingsplan W-CO) worden gebracht. De plankaart zal hierop worden aangepast. d. voor het perceel 100063 kleinschalig gebruik toestaan. Æ de aanduiding kleinschalig gebruik zal doorgetrokken worden in het verlengde van de achtergrens van de ten westen gelegen woningen. De plankaart zal hierop worden aangepast. e. gelieve op de als W+ bestemde gronden een bijbouwvlak op te nemen. Æ in het geldende bestemmingsplan zijn geen bijbouwmogelijkheden opgenomen. Het beleid bij monumentale en karakteristieke bebouwing is om hier terughoudend mee om te gaan om de bestaande karakteristiek te bewaren. Ter plaatse zal dan 94
ook geen bijbouwvlak worden opgenomen. de plankaart zal hierop niet worden aangepast. 125.PEJ Defesche Piet van Breemenstraat 4 6321 BJ Wijlre a. een perceel is ingetekend als weiland en de parkeerplaats in ingetekend als openbare parkeerplaats. De parkeerplaats is niet openbaar dus dit klopt niet. Æ een en ander is ingetekend in overeenstemming met het feitelijke gebruik en het geldende bestemmingsplan. b. graag de bestemming van beide percelen wijzigen in een woonbestemming. Æ Vanuit het provinciale en gemeentelijke beleid is het niet mogelijk om hier rechtstreeks een bouwtitel op te leggen. Wanneer een nieuwe woning gebouwd wordt in het buitengebied, moet hier iets tegenover staan. De provincie heeft hier bijvoorbeeld de VORM-regeling voor bedacht. Indien u hiervan gebruik wilt maken, moet u samen met de gemeente gaan kijken of uw plan hiervoor in aanmerking komt en welke tegenprestatie geleverd kan worden. U dient hiervoor dan ook contact met de gemeente op te nemen. In dit bestemmingsplan kan dit niet rechtstreeks meegenomen worden. 126. John Pappers na- Beatrixweg 1 mens EJM Vandenhove 6285 NB Epen a. de berging op het perceel kadastraal bekend nr 5294 staat niet ingetekend. Æ de ondergrond zal hierop worden aangepast. 127 BDJ Collignon Eyserheide 12 6287 NC Eys a. de perceelsgrenzen zijn niet correct weergegeven. Æ bij het intekenen van de plankaart is gebruik gemaakt van de kadastrale ondergrond zoals die door het kadaster wordt getekend. Deze ondergrond hangt ook onder de plankaart. Hierin zijn geen wijzigingen aangebracht. Mocht de kadastrale situatie niet kloppen dan dient u het kadaster te raadplegen. 128.Paulussen adv. Pb 131 Namens van Bekkum 6200 AC Maastricht a. bedenking tegen het mogelijk realiseren van een bouwplan van de heer Rutten. Æ het bouwplan van de heer Rutten is inmiddels ingediend. De BOM+ commissie is hiermee akkoord gegaan. Het bouwplan is aangepast op basis van de inspraakreactie. Het bouwplan is door de gemeente in procedure genomen. In dat kader is het mogelijk om, indien nog gewenst, bezwaar in te dienen. 129. MGJ. Rademaker Hillishagerweg 114 6281 AH Mechelen a. binnen een cirkel van 50 meter van mijn bedrijf wens ik geen nieuwbouw van een woning. Deze mogelijkheid wordt nu geboden. Æ binnen een cirkel van 50 meter vanaf uw bedrijfsgebouwen is geen mogelijkheid opgenomen om een nieuwe woning te bouwen. Woningen moeten gebouwd worden binnen de dikke lijn, het bouwvlak, op de plankaart. Binnen de dikke lijnen op de omliggende percelen zijn reeds woningen gebouwd, waardoor de bouw van een nieuwe woning niet mogelijk is. Binnen het puntjesraster, het bijbouwvlak, mogen bijgebouwen worden opgericht. Dit zijn bijvoorbeeld garages of schuurtjes. Per perceel kan dit tot 70 m². De gekleurde vlakken, de bestemmingen, geven het gebruik van het perceel aan. Daar waar geen woning staat en geen puntjesraster aanwezig is, mogen de gronden alleen als tuin gebruikt worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. de sleufsilo is niet ingetekend. Æ sleufsilo’s zijn nergens ingetekend. Deze hoeven dan ook niet op de plankaart te staan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. ik het bezwaar tegen de 50 meter langs de Mechelerbeek. Æ de meanderzone is een zone die door het waterschap in haar legger is aangegeven. Deze zone is bedoeld voor het natuurlijke verplaatsen van de bedding van de rivier. Het Waterschap wil deze zone hiervoor beschikbaar houden. De 5 meter beschermingszone van de beek is eveneens op de kaart aangeduid. Deze zone is bedoeld om ongewenste ontwikkelingen te voorkomen die de bereikbaarheid van 95
het primaire water verminderen. Beide zones zijn door het waterschap aangegeven en dienen in het bestemmingsplan opgenomen te worden. Hieraan kunnen geen wijzigingen worden aangebracht. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. bij het onderdeel archeologie is voor het indrijven en graven dieper dan 30 cm geen logische maatregel. Men gaat al snel dieper dan 50 cm. Æ de gemeente heeft het door RAAP voorgestelde archeologische beleid niet vastgesteld. Hierdoor dienen vooralsnog de richtlijnen van de provincie gevolgd te worden. In deze richtlijnen is eveneens de 30 cm grens opgenomen. Momenteel is de gemeente bezig de kaarten van RAAP aan te vullen. Mogelijk dat het uitsluiten van regulier landbouwkundig gebruik in deze nadere uitwerking meegenomen wordt. j. Archeologie: in het verleden is aangegeven dat de gemeente alleen gronden met een hoge verwachtingswaarde zou willen onderzoeken. Graag aanpassen. Æ de gemeente heeft het door RAAP voorgestelde archeologische beleid niet vastgesteld. Hierdoor dienen vooralsnog de richtlijnen van de provincie gevolgd te worden. Volgens het provinciale beleid dient archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden in gebieden met een hoge en middelhoge verwachtingswaarde. Mogelijk dat ten opzichte hiervan nog iets wijzigt als de gemeente eigen beleid vaststelt. Wanneer dit voor vaststelling van het bestemmingsplan gebeurt, zal dit alsnog meegenomen worden. 130. Recr.boerderij Ter- Plaatweg 6 gracht 6285 NK Epen a. het verzoek tot uitbreiding van onze camping is niet meegenomen. Æ het kampeerterrein is ingetekend conform het huidige bestemmingsplan. Hierop worden vooralsnog geen wijzigingen aangebracht. Uitbreiding van de camping tot 25 plaatsen past vooralsnog niet binnen het gemeentelijke beleid. Momenteel is de gemeente bezig met het opstellen van een toeristische visie. Hierin wordt ook het kampeerbeleid meegenomen. Mocht het gemeentelijke beleid ten aanzien van kamperen bij de boer hierin wijzigen dan zal dit bij vaststelling van het bestemmingsplan worden meegenomen. Vooralsnog blijft het aantal kampeerplaatsen beperkt tot maximaal 15 eenheden. Zie ook reactie onder 120 en 133 131.JAM Wetzels Schweibergerweg 48 6281 NH Mechelen a. voor Schweibergerweg 48 graag de aangegeven stippellijn op de plankaart aanbrengen. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. voor Scheibergerweg 50 het symbool * er af halen. Æ uit nadere analyse is gebleken dat nr. 50 geen karakteristieke bebouwing betreft. Het symbool zal dan ook van de plankaart verwijderd worden. c. de aanpassing van de perceelsgrenzen in het kader van de herinrichting verwerken. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. 132.JF Brouwers Amstel 188-3 1017 AG A’dam a. aanpassen huisnummering. Æ de huisnummering zal aangepast worden conform het besluit. b. gelieve aan het oude vakwerkhuis Kapolder 15 de aanduiding karakteristieke bebouwing toe te kennen. Æ het pand is voorgelegd aan de monumentencommissie. Naar oordeel van deze commissie is het pand niet karakteristiek. 133. Recr.boerderij Ter- Plaatweg 6 gracht 6285 NK Epen a. de parkeerplaats staat niet ingetekend als parkeerplaats. Æ de parkeerplaats is onder de bestemming Verkeer gebracht. Onder deze bestemming vallen tevens parkeerstroken. Parkeren is daar dan ook toegestaan.
96
Zie ook reactie onder 120 en 130 134.H. Huppertz Rijksweg 48 6271 AG Gulpen a. wat is het gebruiksrecht van het perceel gemeente Wittem, sectie D, kadastraal nr. 4957, 4958 en 4486. Æ de gronden die op de plankaart met de kleur geel zijn ingekleurd mogen gebruikt worden conform de regelingen in de voorschriften/regels van de bestemming Wonen. Binnen het bouwvlak (kader met dikke omlijning vaak gelegen rondom de woning) mag een woning in 2 bouwlagen gebouwd worden. In het gebied met een stippeltjesraster mag een bijgebouw worden opgericht dat 1 bouwlaag hoog is. De gronden die hieraan grenzen, met een geelgroene kleur, zijn bestemd als Agrarisch – Landschappelijk en Natuurlijke waarden. Deze gronden hebben een agrarische gebruiksfunctie waarbinnen niet gebouwd mag worden. 135. WRO Pb 185 6130 AD Sittard Zie bijlage 2. 136.Ambteljik a. kapverordening. Æ in de voorschriften/regels zal in het kader van deregulering geen aanlegstelsel voor het rooien van bomen opgenomen worden. Hiervoor geldt reeds de gemeentelijke kapverordening. De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. 137.Ambtelijk a. inventarisatie monumenten en beeldbepalende panden. Æ het bestemmingsplan is hierop nogmaals nagekeken. Aan de hand van de vergunningen is gekeken welke bebouwing als monument is aan te merken. Eveneens zijn voor het grondgebied van de voormalige gemeente Gulpen een aantal panden die als beeldbepalend aangemerkt kunnen worden voorgelegd aan de Monumentencommissie. Daar waar de commissie een positief advies heeft afgegeven zijn de panden als beeldbepalend aangemerkt. De bijbehorende criteria hiervoor zijn opgenomen in de toelichting. In de voorschriften/regels zal voor de volledigheid een complete lijst van alle monumenten en beeldbepalende panden van de totale gemeente worden opgenomen. Dus ook degene die buiten het plangebied dus in de kernen zijn gelegen. 138. H. Meys Kampsweg 5 6271 PD Gulpen a. Kampsweg 5a is al sinds 1995 in gebruik als burgerwoning. Deze woning is bestemd als Horeca. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. De woning 5a zal onder de bestemming Wonen gebracht worden. 139.AM Conraads Kampsweg 76 6271 PD Gulpen a. de bestemming van het perceel Pesaken 8 is te ruim. Æ de bestemming dienstverlening zal gewijzigd worden naar wonen met de aanduiding dat een zorgtuinderij in het achterste gedeelte is toegestaan en dat ter plaatse van de woning een vakantiewoning is toegestaan. 140.HH Conraads Pesaken 10 6271 PB gulpen a. de bestemming van het perceel Pesaken 8 is te ruim. Æ de bestemming dienstverlening zal gewijzigd worden naar wonen met de aanduiding dat een zorgtuinderij in het achterste gedeelte is toegestaan en dat ter plaatse van de woning een vakantiewoning is toegestaan. 141. F. Warlich Oude Heirbaan 15 6286 AM Wittem a. de aanduiding “kleinschalig gebruik” toevoegen aan het perceel 10896. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast tot en met de reeds aanwezige buitenbak. 142. EMH Pinckaers ’t Veld 2 6285 NM Epen 97
a. wij zouden graag toestemming krijgen om de bestaande vakantiewoningen permanent te verhuren. Æ het betreft geen karakteristieke bebouwing. Hierdoor past het niet binnen het beleid van de gemeente om deze bebouwing voor permanente bewoning in aanmerking te laten komen. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. 143.LHF Cranssen Dorpsstraat 2 6277 NE Slenaken a. ondergetekende stemt niet in met de bestemming en de voorgestelde ontwikkelingsmogelijkheden op genoemde percelen. Æ de bepalingen zoals opgenomen in het bestemmingsplan zijn in overeenstemming met de uitspraak van Gedeputeerde Staten en de Raad van State. 144.JG Meijs Schweibergerweg 60 6281 NJ Mechelen a. aan de achterzijde van de woning is een onderdeel van het gebouw niet ingetekend als gebouw hetgeen wel zo is. Æ het bouwblok is ingetekend conform het geldende bestemmingsplan. De bebouwing in het achterste deel is één bouwlaag hoog en kan dus opgenomen worden in het bijbouwvlak. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. b. aan de wegkant is een oude schuur die vroeger in gebruik is geweest voor stalling van paardenwerktuigen. Dit is een bestaand gebouw en in mijn beleving karakteristiek. Æ uit nadere analyse is gebleken dat de schuur niet voldoet aan de voorwaarden zoals die gesteld zijn aan karakteristieke panden in het geldende bestemmingsplan buitengebied Wittem. De schuur zal dan ook niet als karakteristiek worden aangemerkt. c. het voorste stuk van het gebouw tegen de wegkant is de stal van nr. 60. Æ de stal is gelegen binnen het bouwvlak. Binnen dit vlak mag bebouwing opgericht worden. Wie eigenaar/het gebouw gesplitst is heeft verder geen betrekking op deze begrenzing. d. dit gedeelte is van nr 62. Æ zie reactie onder c. 145.Fam Debougnoux Kampsweg 54 6271 PD Gulpen a. wij verzoeken u het bouwvlak te wijzigen zodat het gearceerde gedeelte komt te vervallen en het bouwvlak uitgebreid kan worden met en op de bijgevoegde tekening aangeduide gedeelte. Æ de plankaart zal worden aangepast waarbij het gedeelte dan afvalt, 1 op 1 uitgewisseld wordt met het gedeelte wat toegevoegd wordt. 146.J. van Velsen Terzieterweg 6a 6285 NE Epen a. in het bestemmingsplan is nergens aangegeven welke bedrijven uitbreidingsplannen hebben en welke bouwkavels aangepast zijn. Æ agrarische bedrijven hebben in een inventarisatieformulier hun wensen kenbaar kunnen maken. Ook konden ze aangeven of er uitbreidingsplannen bestonden. Deze uitbreidingsplannen zijn niet vertaald naar de plankaart. Bij deze kavels is de begrenzing van de agrarische bouwkavel uit het geldende bestemmingsplan overgenomen, waarbij de kavel maximaal 10% vergroot mag worden (10% algemene uitbreidingsruimte zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan). Verdere uitbreiding is alleen door middel van BOM+ toegestaan. De bouwkavels die aangepast zijn, zijn van agrariërs die aangegeven hebben dat ze geen behoefte hebben aan uitbreiding. De overruimte die deze agrariërs in het geldende plan hebben is teruggebracht naar het buitengebied. De bouwkavels zijn dan ook ingekrompen. Om te zien om welke kavels het gaat, dienen het geldende en het nieuwe bestemmingsplan langs elkaar gelegd te worden. b. wat wordt bedoeld met toekomst. Æ met toekomst wordt de maximale duur van het bestemmingsplan, dus 10 jaar bedoeld. c. waarom wordt uitbreiding toegestaan als het verzadigingspunt bereikt is? Dit 98
werkt toch verloedering in de hand? Æ Dat klopt, maar om karakteristieke en monumentale bebouwing te behouden is binnen het gemeentelijke beleid verruiming van de gebruiksmogelijkheden ingezet om dit te bevorderen. d. wat wordt met terughoudend bedoeld? Æ geen nieuwe verblijfsrecreatieve mogelijkheden, behoudens in karakteristieke en monumentale panden. e. als toename van het verkeer niet gewenst is, waarom dan wel aan toeristische uitbreidingen meewerken? Dat is toch in tegenspraak met elkaar? Æ via een wijzigingsbevoegdheid is dat mogelijk waarbij een belangenafweging gemaakt moeten worden of het geen nadelige gevolgen heeft dan wel er geen belangen worden geschaad. f. wat wordt met de term “rust” bedoeld en op welke wijze wordt dit gewaarborgd? Æ rust is een relatief begrip en moet ook zo geïnterpreteerd worden. g. de term principe en saldobenadering geeft onduidelijkheid en schept verwarring ten aanzien van de laatste regel dat er 25 locaties kamperen bij de boer aanwezig mogen zijn en is in tegenstelling tot wat in de voorschriften/regels staat. Æ in de voorschriften/regels zijn 25 locaties door middel van een saldobenadering vastgelegd. Gaat er ergens een weg, dan mag er op een andere plaats een nieuwe komen. h. waarom wordt vliegtuiglawaai en het lawaai van het toenemende gebruik van parachutes met aandrijfmotor niet genoemd. Æ de gemeente is niet bevoegd om deze aspecten bestemmingsplanmatig te kunnen regelen. i. daar waar uitbreiding gewenst is, is het bouwvlak aangepast. Æ zie a., bestaande rechten zijn gerespecteerd, uitbreiding is niet meegenomen. j. onduidelijk waarom er in eerste instantie bij nieuwe locaties 15 standplaatsen mogen en bij uitbreiding max. 25. Wat zijn de voorwaarden voor mogelijke uitbreiding naar 25 standplaatsen? Æ vooralsnog past een uitbreiding naar 25 standplaatsen niet binnen het geldende gemeentelijke beleid. De uitbreidingsmogelijkheid naar 25 standplaatsen zal dan ook in de voorschriften/regels geschrapt worden. Momenteel is de gemeente bezig een nieuwe toeristische visie op te stellen. Mocht er in de toekomst nog iets wijzigen dan is het mogelijk dat het bestemmingsplan bij vaststelling hierop nog aangepast wordt. k. waarom is de door mij aangevraagde uitbreiding van het bouwblok niet meegenomen? Æ Abusievelijk is uw woning in het voorontwerp als monument aangeduid. Bij monumenten is geen uitbreidingsruimte geboden. Echter uit navraag is gebleken dat nr. 6a geen monument is waardoor aan de achterzijde een uitbreiding van 5 meter aan uw woning zal worden toegekend. 147.Fam. Creusen Beatrixweg 11 6285 NB Epen a. de bestemmingen en bouwgrens/bijbouwgrens van de woning Beatrixweg 11 komen niet overeen met de geldende mogelijkheden. Æ dit zal aangepast worden conform het geldende plan. b. verzoek om vorengenoemd gebouw de status van gastruimte te geven. Æ binnen het voorgestane beleid is dit geen mogelijkheid. Ook voor deze locatie zal hierop niet worden afgeweken. Binnen de geldende mogelijkheden zal dan ook naar een oplossing gezocht moeten worden. 148.H de Pijper Oude Baan 38 6286 BE Wittem a. mogelijke uitbreiding aan verkeerde zijde van de woning gelegen. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. Tevens zal het bijbouwvlak naar de achterzijde van de woning worden verplaatst. Over het gedeelte van het perceel dat in gebruik is als tuin/terras zal de aanduiding “kleinschalig” worden gelegd, welke dit gebruik ter plaatse toestaat. 149.JJGM. Maas Hilleshagerweg 51
99
6281 AD Mechelen a. gelieve het bestemmingsplan ter plaatse van mijn perceel aan te passen. Æ het realiseren van een rijbak is binnen agrarisch gebied volgens het provinciale beleid niet toegestaan. Wel zal voor een gedeelte van het perceel de aanduiding “kleinschalig” worden toegevoegd waardoor ruimere gebruiksvormen zijn toegestaan (bijvoorbeeld als schapen- en paardenwei). Binnen dit vlak mag dan een schuilgelegenheid van maximaal 12 m² gebouwd worden. 150.Werkgroep Groot p.a. Morgensweg 2 Terziet 6285 NR Epen a. begrenzing ecologische hoofdstructuur (EHS) en provinciale ontwikkelingszone groen (POG) op de plankaarten zetten. Æ ten aanzien van deze begrenzingen is de differentiatiekaart ecologie toegevoegd. Deze kaart zal worden aangepast zodat de gebieden die binnen het provinciale beleid als EHS- en POG-gebied zijn aangeduid erop staan. b. begrenzing stiltegebieden duidelijker op de plankaarten zetten. Hiervoor geldt tevens het “stand still” principe. Æ de begrenzingen voor stiltegebieden staan op kaart. Er zal nog gekeken worden, mede in relatie met de bepalingen uit de standaard vergelijkbare bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008), of de begrenzing duidelijker op kaart kan. Ten aanzien van het beleid zal het POL2006 en de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling Limburg, januari 2006 worden gevolgd. c. begrenzing beschermde dorpsgezichten op plankaarten aangeven. Æ deze begrenzing is door middel van een open-bollijn op de plankaart aangegeven. d. duidelijker aangeven in bestemmingsplan wat niet mag. Æ een bestemmingsplan beoogt toelatingsplanologie. Het regelt wat op een bepaalde locatie is toegestaan. In de voorschriften/regels wordt alleen ten aanzien van het gebruik van gronden en opstallen aangegeven wat niet gewenst is. e. duidelijk maken dat uitbreidingen van kamperen bij de boer geen mogelijkheid is. Æ conform het huidige gemeentelijke beleid van de gemeente is uitbreiding van kamperen bij de boer niet mogelijk. In de voorschriften/regels zal dit dan ook vastgelegd worden op maximaal 15 kampeerplaatsen. Momenteel is de gemeente bezig een nieuwe toeristische visie op te stellen. Mogelijk dat het gemeentelijke beleid ten aanzien van kamperen bij de boer in de toekomst nog wijzigt. Mocht dit voor vaststelling van het bestemmingsplan bekend zijn, dan zal het bestemmingsplan te zijner tijd hierop worden aangepast. f. uitbreiding van recreatie- en horecabestemmingen doet overeenkomstige bestemmingen in de dorpskern leeglopen. Æ de vigerende mogelijkheden zijn voor deze bestemmingen overgenomen. g. er is sprake van seizoensverlenging voor kamperen. Æ nee h. een aantal beken is tot een factor tien te breed getekend. Æ dit zal worden bekeken en waar nodig aangepast. i. procedure bestemmingsplanvrijstelling/ontheffing Terzieterweg 26. Æ de procedure om een recreatieve bestemming toe te staan ter plaatse loopt. Tevens loopt de hiervoor benodigde tegenprestatie als BOM+-achtige procedure. In dit bestemmingsplan zal dan ook conform de aanvraag de recreatieve bestemming voor deze locatie worden opgenomen waarbij agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis zijn toegestaan. 151.Fam. Knoppen Terzieterweg 46 6285 NE Epen a. waarom worden de landelijke en provinciale plannen en verordeningen niet onverkort in het bestemmingsplan buitengebied opgenomen. Æ beleid van hogere hand hoeft niet in het bestemmingsplan overgenomen te worden. b. waarom wordt de handreiking industrielawaai niet onverkort van toepassing verklaard in het bestemmingsplan buitengebied?
100
Æ de handreiking is een aanbeveling voor gemeenten om beleid vast te stellen ter zaken van industrielawaai en vergunningverlening. De handreiking industrielawaai vormt hiervoor de basis. De gemeente kan dit regelen in een separate beleidsnota of kan het in een bredere nota meenemen. Het bestemmingsplan hiervoor echter niet het juiste kader. ‘ c. waarom worden in het bestemmingsplan geen beperkingen gesteld m.b.t. overmatige verlichting, aanstralen van panden. Æ dit is geen gegeven dat in het bestemmingsplan geregeld kan worden. d. stiltegebieden krijgen in het bestemmingsplan geen bijzondere status. Æ ten aanzien van stiltegebieden zal in het bestemmingsplan het beleid uit het POL2006 en de Handreiking Ruimtelijke Ontwikkeling Limburg, januari 2006 worden gevolgd. f. de verdubbeling van recreatie en horeca in het buitengebied door kamperen, W+, BOM+, VORm etc. veroorzaakt op vele plaatsen een ontoelaatbare verhoging van de verkeersonveiligheid. Æ bij iedere nieuwe ontwikkeling dient gekeken te worden naar de omgevingseffecten. Een aspect dat hierbij afgewogen wordt is de verkeersonveiligheid. Daarnaast wordt de verkeersveiligheid, parkeren en infrastructuur geregeld in het gemeentelijke verkeers- en vervoersplan. g. waarom zijn er geen meetbare, handhaafbare bovengrenzen gesteld aan recreatie en horeca activiteiten in het buitengebied met bijzondere landschappelijke waarden zodat voor de gewone burger het beleid duidelijk is? Æ de bestaande voorzieningen .zijn op kaart gezet en qua omvang vastgelegd. Voor het overige is het gemeentelijk beleid om omvorming naar recreatie in dit bestemmingsplan mogelijk te maken. Dit zal per geval samen moeten gaan met een belangenafweging. Omvorming naar horeca zal altijd door middel van een planologische procedure moeten. Daarnaast zal natuurlijk ook de markt regulerend optreden. Als in een branche het verzadigingspunt bereikt is, zullen nieuwe ontwikkelingen niet snel slagen. h. De horeca en recreatie in de dorpen loopt leeg door de grote toename in de buitengebieden van kamperen etc. Æ conform het gemeentelijke beleid is recreatie in het buitengebied binnen bepaalde grenzen mogelijk. Daarnaast bepaald de marktwerking welke voorzieningen stand houden. i. het is onduidelijk “wat” voor “ wat” hoort. Æ dit is een afweging die per geval gemaakt moet worden. De provincie heeft hier kaders voor opgesteld. Op basis hiervan zal bepaald worden wat de tegenprestatie moet zijn. Daarbij dient een ontwikkeling te passen binnen het provinciale en gemeentelijke beleid. j. de definities van kwaliteit en leefbaarheid zijn niet expliciet genoeg opgenomen in het bestemmingsplan. Æ beide zijn subjectief en dus niet expliciet op te nemen in het bestemmingsplan. k. is het niet zo dat particulieren hetzelfde behandeld dienen te worden als horeca exploitanten en recreatiebeheerders. Æ voor iedere bestemming gelden afzonderlijke regels welke overeenkomen met het beleid dat de gemeente voor die bestemming wil voeren. Deze kunnen dus per voorziening verschillen. In de voorschriften/regels is per bestemming in de bestemmingsomschrijving aangegeven wat er binnen de bestemming is toegestaan. In de bouwregels zijn de bouwmogelijkheden uitgeschreven. In grote lijnen komen deze bij iedere bestemming overeen. Bij iedere bestemming is bijvoorbeeld maximaal 70 m² aan bijgebouwen toegestaan. l. graag willen wij onze stal en perceel 5140 onder de W+ bestemming zien opgenomen. Æ de stal is in het geldende bestemmingsplan gelegen in het agrarisch gebied. Dit is overgenomen in dit bestemmingsplan. Tevens is de aanduiding kleinschalig gebruik toegevoegd om bebouwing in dit gebied tot een bepaald maximum toe te staan en het gebruik ten behoeve van de woonfunctie, zoals tuin en huisweide, te legaliseren. Voor een W+ bestemming moet sprake zijn van een karakteristiek of monumentaal gebouw. Dit is hier niet het geval. Het perceel en de stal zullen dan 101
ook niet onder de W+ bestemming opgenomen worden. Het bestemmingsplan wordt hierop niet aangepast. 152.NAAM Van den Ho- De Hut 14a ve 6273 NA Ingber a. gelieve de percelen gemeente Gulpen sectie E nummers 353 en 373 van een bijbouwvlak te voorzien. Æ ter plaatse van de achterzijde van de woning zal een relatief klein gedeelte als bijbouwvlak aangeduid worden. Het oprichten van bebouwing voor de woning 14a, aan de zijde van de Steenkuilerweg, is vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt ongewenst. 153. MHM Conraads Pesaken 12a 6271 PB Gulpen a. gelieve het perceel nr. 184 zo te bestemmen dat de bouw van een schuur mogelijk is. Æ het perceel zal onder de bestemming A-LN (AW-NL) gebracht worden met de aanduiding “kleinschalig”. Hierdoor is het mogelijk ter plaatse een gebouw met een oppervlakte van maximaal 12 m² op te richten. 154.Th. Meijs Schweibergerweg 47a 6281 NE Mechelen a. ingetekend bouwblok is niet relevant. Æ de strook die in gebruik is als verharde voeropslag zal niet in het bouwvlak worden opgenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. woonblok is te beperkt. Æ het bouwvlak zal conform het verzoek worden aangepast. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. toe te voegen bouwblok voor overkapping buitenbak. Æ afhankelijk van de vergunningaanvraag is dit mogelijk. Het is echter niet de bedoeling om ter plaatse een manege op te richten. d. aanpassing grens agrarisch gebied. Æ abusievelijk is de begrenzing van de bestemming A en A-LN (AW-NL) foutief overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. De plankaart zal hierop worden aangepast, waarbij de begrenzing op kadastrale lijnen zal worden ingetekend. e. toevoeging bestemming (dagrecreatieve) paardenhouderij. Æ binnen de doeleinden van een Agrarisch bedrijf is een kleinschalige paardenhouderij als neventak toegestaan. Uitbreiding van deze neventak naar kleinschalige recreatieve voorziening is binnen het bestemmingsplan door middel van vrijstelling/ontheffing geregeld. Hiervoor kan een verzoek bij Burgemeester en Wethouders worden ingediend. Aan de hand van dit verzoek zal geoordeeld worden of dit ter plaatse wenselijk is. 155.CA Pinkers Slenakerweg 5 6271 PE Gulpen a. gelieve toestemming te verlenen om in de huidige stallingsruimte 2 vakantiewoningen op te richten. Æ het bestemmingsplan zal daarop worden aangepast. b. gelieve medewerking te verlenen aan het permanent verhuren van mijn vakantiewoningen. Æ dit past niet binnen het beleid van de provincie en gemeente. Hieraan kan dan ook geen medewerking worden verleend. 156.AAL Velraads Schweibergerweg 40 6281 NH Mechelen a. Golfbaan. Æ Voor de golfbaan zijn de begrenzingen zoals opgenomen in de geldende bestemmingsplannen overgenomen. De eigenaar van de golfbaan is momenteel met Staatsbosbeheer in gesprek om tot overeenstemming over een nieuwe begrenzing te komen. Bij vaststelling van het bestemmingsplan zullen de resultaten hiervan verwerkt worden in het bestemmingsplan. Inmiddels heeft overleg plaatsgevonden en besloten is om de bestemmingsplangrenzen samen te laten vallen met de erfpachtgrenzen. De plankaart is 102
hierop aangepast. 157.HA Heijnens Schilbergerweg 7 6277 NX Slenaken a. gelieve bouwvlak en bijbouwvlak aan te passen conform voorstel. Æ de aanpassingen zullen op de plankaart verwerkt worden. 158.M. Loop en L. Schweibergerweg 80 Creusen 6281 NJ Mechelen a. op de bestaande bebouwing graag een horeca en detailhandelbestemming opnemen. Æ de door u gevraagde mogelijkheden passen niet binnen het beleid van de gemeente. Ter plaatse geldt een woonbestemming. b. de woning Schweibergerweg 80 komt niet in aanmerking voor de wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning) status. Æ de woning voldoet niet aan de voorwaarden om de aanduiding karakteristieke bebouwing te geven, zoals gehanteerd in het geldende bestemmingsplan buitengebied Wittem. De woning komt dan ook niet in aanmerking voor den bestemming wonen + (Wonen - Cultuur en ontspanning). Deze bestemming is beperkt tot monumentale en karakteristieke bebouwing. Door de gebruiksmogelijkheden van deze panden te verruimen wordt getracht deze langer in stand te kunnen houden (voorkomen van verwaarlozing/achterstalling onderhoud). 159.JJ Magermans Sprinkstraat 45 6269 AM Margraten a. de bestaande stal op perceel 114 is niet ingetekend en wat is de mogelijke verruiming. Æ de stal zal worden ingetekend. Binnen de gebieden met de aanduiding “kleinschalig” is een bebouwing tot maximaal 12 m² toegestaan. Dus de stal kan indien deze kleiner is uitgebreid worden tot 12 m² meter. Indien de stal groter is dan 12 m² mag deze blijven staan. Echter wanneer deze gesloopt wordt, mag geen groter gebouw teruggebouwd worden dan 12 m². 160 JPH Burgers Diependalsweg 2 6285 NG Epen a. op de tekening staat huisnummer 4, dit moet nummer 2 zijn. Æ dit zal worden aangepast. b. grenzend aan het woonhuis is een oprit met bestrating aanwezig. De opslag/berging, de in aanbouw zijnde schuur en oprit vanaf de openbare weg naar die schuur zijn niet aangegeven. Æ het bouwplan zal conform de verleende vergunning worden ingetekend. 161.WJV van Kan Breulsweg 9 6321 EK Wijlre a. graag de tuin voor bebouwing (mantelzorg) aanmerken. Æ uw woning en tuin zijn gelegen buiten het bestemmingsplan buitengebied. Deze zullen te zijner tijd opgenomen worden in het bestemmingsplan voor de kern Wijlre. U kunt dan ook uw wensen kenbaar maken. 162.T.Loop-Odekerken Schweibergerweg 80 6281 NJ Mechelen a. gelieve uitbreidingsruimte aan de rechterzijde in plaats van de achterzijde opnemen. Æ dit zal op de plankaart worden aangepast. 163. M. Wet- Partijerweg 24a zels/P.Frissen 6286 AL Wittem a. het gebouw in het verlengde van de oprit bij Schweibergerweg 54 in het bouwvlak meenemen. Æ binnen het gemeentelijk beleid is het niet mogelijk om in bijgebouwen nieuwe woningen op te richten. Ook binnen het vigerende bestemmingsplan zat die mogelijkheid er voor het door u genoemde bijgebouw niet in. Voor deze locatie is dan ook het geldende beleid overgenomen. 164. Achmea namens Lemmensstraat 43 WPE Gerrickens 6273 NB Ingber a. de bestemming Sport moet geen beperkingen opleveren ten opzichte van de 103
bestaande bestemming Rs. Æ de gebruiksmogelijkheden van beide bestemmingen zijn hetzelfde. De nieuwe bestemming sport levert dan ook geen beperkingen op ten opzichte van de bestaande bestemming Rs. Alleen de naamgeving is net iets anders. b. een gedeelte van het sportterrein is bestemd als A-LN (AW-NL) dit is onjuist en moet bestemd worden als Sport. Æ dit zal aangepast worden op de plankaart. c. het perceel Lemmenstraat 47 heeft de bestemming B. Er is geen verbinding met de voorschriften/regels. Æ het perceel zal onder de bestemming Bedrijfsdoeleinden-Toegesneden (B-T) worden gebracht. Het toegesneden gebruik op dit perceel wordt beperkt tot ambachtelijke en verzorgende bedrijven. d. de begrenzing van het perceel is te beperkt voor een goede bedrijfsvoering. Æ de mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan en de reeds afgegeven bouwvergunning zijn overgenomen. Een mogelijke verdere uitbreiding van de bedrijfskavel ter plaatse wordt vooralsnog niet wenselijk geacht. Indien er concrete plannen zijn, kunnen deze als principeverzoek bij de gemeente ingediend worden. Het college zal deze dan beoordelen. 165.Mr. Cratsborn na- Postbus 121 mens LRV en PC Sport- 6230 AC Meerssen vrienden Mechelen a. wij zouden de gronden bestemd als A en A-LN (AW-NL) graag gebruiken voor wedstrijden voor de hippische sport. Nu staat in de planbepalingen dat dit niet zou mogen. Æ de bestemmingsplanvoorschriften/regels (artikel 39) zullen hierop worden aangepast. Hierdoor is het mogelijk de gronden als sport- en wedstrijdterrein te gebruiken. 166.WPMH Crombach Pesaken 16 6271 PB Gulpen a. het is een gemis dat binnen de bestemming Wonen de mogelijkheid voor woningsplitsing/uitbreiding t.b.v. senioren- of aanleunwoning niet is meegenomen. Æ klopt, maar vanuit de behoefte dat senioren in hun woning willen blijven wonen en daarbij verzorging genieten van hun kinderen is de mogelijkheid voor mantelzorg in een vrijstaand bijgebouw in het plan opgenomen. De mogelijkheid hiervoor is abusievelijk niet in het voorontwerp meegenomen. Dit zal hersteld worden. Echter het oprichten van nieuwe zelfstandige woningen in het buitengebied past niet binnen het provinciale en gemeentelijke beleid. Deze mogelijkheid wordt dan ook niet in het bestemmingsplan meegenomen. b. er is geen vrijstelling/ontheffing voor het uitbreiden van het bouwvlak opgenomen. Æ daar waar mogelijk is dit direct op de plankaart ingetekend en dus rechtstreeks mogelijk. Bij uw woning is dit aan de achterzijde niet toegestaan omdat u dan tot in de perceelsgrens in twee bouwlagen zou kunnen bouwen. Richting aangrenzende percelen is dit een ongewenste situatie. Om toch aan de behoefte tegemoet te komen zal bij uw situatie een uitbreidingsruimte aan de zijgevel worden toegekend. 167.Fam.Slenter Reijmerstokkerdorpsstraat 7 6274 NH Reijmerstok a. op de kaartuitsnede ontbreekt de aanduiding stalling kampeermiddelen. Æ de aanduiding stalling kampeermiddelen zal ter plaatse van de schuur op de plankaart worden toegevoegd. b. wij willen het bijgebouw achter het woonhuis gaan verbouwen tot appartement ten behoeve van mijn moeder. Æ dit past binnen het beleid van de gemeente. Abusievelijk is vergeten hiervoor een regeling op te nemen in de voorschriften/regels. Het plan zal hierop worden aangepast. 168.R. Caubo Eyserweg 26 6287 NE Trintelen
104
a. het kampeerterrein op locatie Muyers v.o.f. moet beperkt blijven tot 15 standplaatsen. Æ binnen het huidige beleid en dus ook in dit bestemmingsplan zijn ter plaatse 15 standplaatsen toegestaan. De bevoegdheid voor uitbreiding van het kampeerterrein is, conform het huidige gemeentelijke beleid uit het bestemmingsplan geschrapt. Momenteel is de gemeente een nieuwe toeristische visie op aan het stellen. Mogelijk dat het beleid ten aanzien van kamperen bij de boer hierin wijzigt. Mocht dit het geval zijn dan zal het bestemmingsplan hier bij vaststelling mogelijk nog op aangepast kunnen worden. 169.E. Voncken en W. Schweibergerweg 68 Brand 6281 NJ Mechelen a. fouten in het voorontwerp. Æ de plankaart zal aangepast worden conform de feitelijke situatie. b. het gedeelte van het perceel dat als bouwvlak aangemerkt wordt en het gewenste bouwvlak. Æ de plankaart zal aangepast worden conform uw planvoornemen. 170.JJPH Vinken Overgeul 13 6281 BG Mechelen a. het bouwblok overschrijdt deels de eigendomsgrenzen en is deels niet functioneel/passend. Tevens is de aangevraagde vergunning niet meegenomen. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. Overgeul 11 zal als burgerwoning bestemd worden. Ten aanzien van de sleufsilo’s en trekkershut zijn geen vergunning afgegeven. Hiervoor dient een BOM+-procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient u een aanvraag in te dienen. Indien u aan de BOM+-aanvraag voldoet kunnen uw plannen in het bestemmingsplan opgenomen worden. b. de bestemming kamperen is deels niet functioneel en deels niet goed ingetekend. Æ ook de ruimtelijke en landschappelijke inpassing van het terrein valt onder het gebied dat aangeduid is als kampeerterrein. Het terreingedeelte dat gebruikt wordt voor kamperen zal conform uw vergunning worden overgenomen. c. er is geen rekening gehouden met eerder ingediende aanvragen voor vergunningen. Æ voor de gewenste ontwikkelingen dient een BOM+-procedure gevolgd te worden. Hiervoor dient u een aanvraag in te dienen. Indien u aan de BOM+-aanvraag voldoet kunnen uw plannen in het bestemmingsplan opgenomen worden. d. onvoldoende is duidelijk wat voor het bedrijf de geldende bestemmingen, vrijstellingen/ontheffingen en vergunningen zijn. Æ de bestemming is overgenomen conform de mogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan. Hierin zijn geen wijzigingen aangebracht. e. de vergunde rijbak is niet positief bestemd. Tevens is het groepskampeerterrein niet ingetekend. Æ ten aanzien van de rijbak zal de plankaart worden aangepast. De vergunning voor het groepskamperen was eenmalig. Dit wordt dan ook niet in het bestemmingsplan meegenomen. f. gronden zouden gebruikt moeten kunnen worden als wedstrijdterrein. Æ het gebruik van gronden als wedstrijdterrein past niet binnen de beleidsuitgangspunten van de provincie en gemeente. g. gronden zouden gebruikt moeten kunnen worden als lig- en speelweide. Æ het gebruik van gronden als lig- en speelweide past niet binnen de beleidsuitgangspunten van de provincie en gemeente. h. de begrenzingen van de droge waterloop kunnen een belemmering geven voor het gebruik/exploiteren van de aanliggende gronden en opstallen. Æ vanuit het waterbeleid van het waterschap komen de door u genoemde gebruiksrechten binnen de begrenzingen van de waterloop niet in het geding. Dit gebruik is dan ook niet strijdig met de voorschriften/regels. i. nadere toelichting volgt. Æ deze zien wij graag tegemoet. Vooralsnog hebben we moeten concluderen dat we daar niet over beschikken.
105
171.St. Dassenwerk- Eykerstraat 42 groep Limburg 6269 BN Margraten a. voor een reactie op de zienswijzen met betrekking tot natuurbeleid, EHSgebieden, Natura2000-gebieden, erosiebeleid en WOR zie de beantwoording van de reactie van Staatsbosbeheer (nr 103). b.Nationaal Landschap. Æ In de toelichting van het bestemmingsplan zal het beleid ten aanzien van Nationaal Landschap verder worden uitgeschreven en daar waar nodig vertaald naar voorschriften/regels en plankaart. c. begrenzing EHS en Natura2000 Æ de begrenzing van de EHS zal op de differentiatiekaart ecologie gezet worden. De begrenzing van Natura2000 komt op de plankaarten. De kaarten zullen hierop worden aangepast. d. Golfterrein is deels gelegen binnen EHS en Natura 2000. Æ het golfterrein is al geruime tijd op deze locatie binnen de gemeente gelegen. De begrenzing uit het vigerende plan is overgenomen. Binnen het bestemmingsplan dienen de gronden bestemd te worden conform het huidige gebruik. Ook al is dit gebruik landschappelijk en natuurlijk gezien ongewenst. Bestaande rechten kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Wel is een wijzigingsbevoegdheid naar de bestemming Natuur opgenomen. Zodra de golfvereniging stopt kan de bestemming dan gewijzigd worden naar een natuurbestemming. De beheerder van de golfbaan is onlangs met Staatsbosbeheer tot overeenstemming gekomen van een nieuwe begrenzing van het terrein. Deze aanpassingen zullen verwerkt worden in het bestemmingsplan. e. aan artikel 42, lid c 2 onder c dient toegevoegd te worden dat werken of werkzaamheden uitgevoerd moeten worden naar de ecologie van de soort. Æ de voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. 172.BMJ Raijmakers Kapolder 19a 6321 PT Wijlre a. terrein rond mijn woning Kapolder 19a te Wijlre. Æ de plankaart zal aangepast worden conform de door u bijgevoegde tekeningen. Tevens zal een uitbreidingsruimte van 5 m van het bouwvlak aan de achterzijde van uw woning worden toegevoegd. b. terrein achter mijn woning Kapolder 19a te Wijlre. Æ de strook achter uw woning krijgt conform uw tekening de aanduiding “kleinschalig”. Binnen deze aanduiding is het gebruik van de gronden als moes/siertuin en schuilgelegenheid mogelijk. c. aanwijzing bebouwde kom gebied c.s. voor Kapolder 1-15 te Wijlre. Æ het bepalen van de bebouwde kom en bijbehorende verkeersnelheden is geen bestemmingsplanregeling. Een en ander kan meegenomen moeten worden bij een verkeers- en vervoersplan. Als dit aan de orde is kunt en krijgt u de gelegenheid uw wensen en bezwaren hierop kenbaar te maken. d. aanwijzing van de N595 tussen Wittem en Wijlre tot type 1 weg. Æ zie onder c. 173.AGM Nass Provincialeweg 2 6274 ND Reijmerstok a. opnemen van bebouwing binnen de contourlijn van woondoeleinden. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. b. opnemen van de berging binnen de contourenlijn van erf. Æ de plankaart zal hierop worden aangepast. c. grens tussen de bestemming “agrarisch” en woondoeleinden” niet conform werkelijkheid. Æ de grens zal conform de regeling in het geldende bestemmingsplan worden overgenomen. d. grens tussen bestemming “agrarisch” en verkeersdoeleinden” niet conform werkelijkheid. Æ de begrenzing zal aangepast worden conform de plannen van rijkswaterstaat. Ten tijde van het voorontwerp waren deze begrenzingen nog niet definitief.
106
e. verzoek op de bestemming “agrarisch”de functionele bestemming “kl” te vestigen. Æ de gemeente kan hieraan geen medewerking verlenen. Binnen de aanduiding “kl” zou hooguit een gebouw met een oppervlakte van 12 m² gebouwd kunnen worden, dus komt niet overeen met de door u gewenste afmetingen van het schop. Voor het oprichten van een dergelijke schop zal, indien gewenst en mogelijk naar oordeel van de gemeente, alleen medewerking verleend worden als er enige vorm van compensatie tegenover staat. Hiervoor dienen dan, buiten dit bestemmingsplan, afzonderlijke afspraken gemaakt te worden. 174. Henk Stoepker a. archeologische voorschriften/regels gelden niet alleen voor bebouwing maar ook voor alle werkzaamheden waarvoor een aanlegvergunning, bouwvergunning, vrijstelling/ontheffing en sloopvergunning vereist wordt. Æ de dubbelbestemming archeologie is gerelateerd aan de gronden. Hierdoor zijn dan bij alle ontwikkelingen die binnen de dubbelbestemming zijn gelegen de archeologische voorschriften/regels verplicht. Omdat de gemeente het archeologisch beleid van RAAP niet heeft vastgesteld, zijn vooralsnog de provinciale richtlijnen in het bestemmingsplan opgenomen. b. er bestaan geen terreinen met een zeer hoge verwachting. Æ de voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. c. ter plaatse van de niet-wettelijk beschermde monumenten (AMK-terreinen) mag heus wel aantasting plaatsvinden. Æ de voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. d. de vrijstellingsplicht/ontheffingsplicht geldt ook van AMK-terreinen. Æ de voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast. e. de 500 m² grens bestaat niet meer, dit moet 250 m² zijn voor alle AMKterreinen. Æ omdat de gemeente het beleidsvoorstel van RAAP niet heeft vastgesteld zullen vooralsnog de provinciale richtlijnen gehanteerd worden. De provinciale norm ligt bij AMK-terreinen op 100 m². De voorschriften/regels zullen hierop worden aangepast.
107
Bijlage 4: Eindverslag zienswijzen bestemmingsplan buitengebied Procedure. Het ontwerp van het nieuwe bestemmingsplan “Buitengebied” heeft op grond van artikel 3.8 Wro in combinatie met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht gedurende 6 weken, van 14 oktober 2008 tot en met 24 november 2008, ter inzage gelegen in de hal van het gemeentehuis te Gulpen en is eveneens via de gemeentelijke website langs elektronische weg beschikbaar gesteld. Hierbij is de mogelijkheid geboden binnen deze termijn schriftelijk of mondeling zienswijzen in te dienen bij de gemeenteraad. Ingediende zienswijzen. In totaal zijn er 140 zienswijzen ingekomen. Onderstaand worden deze zienswijzen samengevat en voorzien van het standpunt van de gemeente. De samenvattingen van de zienswijzen hebben overigens slechts tot doel om de leesbaarheid van dit rapport te vergroten. Bij de beoordeling van de zienswijzen zijn de volledige brieven met bijlagen, zoals deze bij de gemeente zijn ingediend, betrokken. Van deze 140 zienswijzen is er één per e-mail ingediend en twee zienswijzen zijn te laat ontvangen. Per mail en te laat ingekomen zienswijzen zijn niet ontvankelijk en worden derhalve niet in behandeling genomen. Alle 137 overige ingediende zienswijzen worden in behandeling genomen. Ambtshalve wijzigingen. Naast de wijzigingen die voortkomen uit de zienswijzen, zijn er nog een aantal aanpassingen en aanvullingen die de gemeente zelf op het plan heeft. Deze ambtshalve wijzigingen zijn op pagina 159 gegroepeerd weergegeven. 1) Provincie Limburg, postbus 5700, 6202 MA Maastricht d.d. 20-11-2008, ingekomen per fax 20-11-2008 onder nummer I.08.05050 Samenvatting zienswijze. a. Ruimtelijke kwaliteit, VORm Het begrip VORm is niet op de juiste wijze omschreven. Het aspect dat als tegenprestatie maatschappelijke doelen mogelijk zijn dient genuanceerd te worden. b. Ruimtelijke kwaliteit, Verrommeling en verstening De schuilmogelijkheden voor vee zijn te ruimhartig in het plan opgenomen. In het kader van verrommeling achten wij het passender om juist in bepaalde gebieden uit te sluiten voor dit soort bebouwing. Dit geldt ook voor zit- en schuilgelegenheden en paardenstallen. Ook bieden de planregels de mogelijkheid om een groter oppervlakte aan bijgebouwen dan 70 m² te realiseren. Dit strookt niet met het tegengaan van verstening en verrommeling. Binnen de bestemming AW-NL zijn verticale arceringen opgenomen die niet nader in de legenda zijn vertaald. Indien het de zones voor kleinschalig gebruik betreft dan werkt dit de verrommeling van het buitengebied in de hand. c. Ruimtelijke kwaliteit, Regeling inpandig bouwen 108
De regeling inpandig bouwen is niet op de juiste wijze verankerd in de bestemming Wonen-Cultuur en Ontspanning. Zo is het mogelijk om buiten de bestaande bebouwing bijgebouwen op te richten. d. Ruimtelijke kwaliteit, Ruimte voor Ruimte Bestaande woningen die in het kader van Ruimte voor Ruimte zijn gerealiseerd dienen op de plankaart een aanduiding te krijgen. Door de toevoeging wordt het beleid en het speciale regime zichtbaar gemaakt. e. Ruimtelijke kwaliteit, BOM+ Op een twaalftal locaties is de agrarische bouwkavel vergroot ten behoeve van kamperen bij de boer. Hierdoor zijn ongewenste ontwikkelingen mogelijk. Ook de wijziging van Agrarisch naar Agrarisch-Bedrijf ten behoeve van kamperen bij de boer is niet overeenkomstig het provinciale beleid. f. Ruimtelijke kwaliteit, Bedrijvenbestemming De ruimtelijke planologische overwegingen die destijds tot de beslissing hebben geleid om goedkeuring te onthouden aan het perceel op de hoek Vaarzegel en Kromsteeg zijn nog steeds valide. De opgenomen bestemming is hiermee niet te verenigen. g. Ruimtelijke kwaliteit, Dubbelbestemmingen en aanduidingen Er is geen duidelijke lijn voor wat betreft het opnemen van de dubbelbestemmingen en aanduidingen op de plankaart en legenda. Het is noodzakelijk om een juiste verankering van het beleid op de plankaart en in de planregels te bewerkstellingen. h. Natuur, Ecologie Op een aantal delen van de plankaart ontbreekt de correcte bestemming in relatie tot het perspectief dat in het POL2006 voor deze gebieden is opgenomen. Op de plankaart is dit aangegeven. i. Natuur, Evenementen Enkele evenemententerreinen zijn gelegen in de directe omgeving van Natura 2000 gebieden en de EHS. Er zal vooraf een toets gedaan moeten worden aan de Natuurbeschermingswet. De evenementen waar het op gaat, zijn op de plankaart gemarkeerd. j. Natuur, Dubbelbestemmingen Op de plankaart zijn niet de dubbelbestemmingen Waarde – Ecologie en Waarde – Landschapselement aangegeven waardoor er geen koppeling is met de regeling in de planregels. De ecologische aspecten dienen op een eenduidige wijze op de plankaart, legenda en in de planregels te worden geregeld. k. Bodem, afval en milieu, stiltegebieden Er dient aandacht te zijn voor de verhouding tussen de stiltegebieden en de in het plan opgenomen evenementenregeling. l. Bodem, afval en milieu, externe veiligheid. Het is noodzakelijk om voor de provinciale wegen aan te geven in welke mate er transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt en de invloed hiervan op de omgeving. Tevens dient te worden aangegeven of er in de directe omgeving van de wegen ontwikkelingen zijn gepland. m. Algemeen. 109
De opmerkingen over externe veiligheid die ten aanzien van het voorontwerp zijn gemaakt zijn abusievelijk niet in het plan verwerkt. Dit in tegenstelling tot hetgeen in de gemeentelijke reactie op de PCGP-opmerkingen is aangegeven. n. Geluid. Afhankelijk van eventuele toekomstige geluidgevoelige objecten dient een akoestisch onderzoek te worden verricht. In de planregels zal een en ander als voorwaarden verankerd moeten worden. De wijzigingsbevoegdheid voor Ruimte voor Ruimte en VORm dient gekoppeld te worden aan een goed woon- en leefklimaat. o. Landschap, cultuurhistorie en aardkunde, Archeologie. Door het gebruiken van de verouderde kaart wordt minder rekening gehouden met archeologie, sterker nog door het gebruik van de nieuwe betere kaart weet men vooraf beter waar men op kan stuiten en rekening mee moet houden en kan bijgevolg een inschatting gemaakt worden van tijd en geld. De nieuwe archeologische waardenkaart dient als onderlegger gebruikt te worden. In de legenda is geen vermelding gemaakt van de dubbelbestemming archeologie. De dubbelbestemming Waarde – Archeologie is niet aangegeven waardoor er geen koppeling met de regeling in de planregels is. De aanduiding Monument Rijk is niet op de plankaart terug te vinden terwijl deze wel in de legenda is opgenomen. Op de kaart Waarde-Cultuurhistorie zou de oude Trambaan opgenomen moeten worden als cultuurhistorisch element. p. Landschap, cultuurhistorie en aardkunde, Archeologie, Nationaal landschap De status van Nationaal Landschap en de kernkwaliteiten verdient een zwaardere verankering in onderhavig plan. In de toelichting is zeer summier aandacht geschonken en ook in de separate bestemmingen en wijzigingsmogelijkheden komt dit niet tot uitdrukking. q. Toerisme De benamingen in de begrippen komen niet overeen met de benamingen in de verschillende planregels. Om eenduidigheid te bewerkstelligen is het noodzakelijk om overal dezelfde benamingen te gebruiken. r. Alle bestemmingen dienen per 1 juli 2009 van een vast digitaal uitwisselbaar formaat te worden voorzien. Ik vraag u om te bezien of het plan in deze vorm kan worden aangeleverd. Standpunt gemeente. a. Het begrip VORm zal ten aanzien van de maatschappelijke doelen worden genuanceerd c.q. verduidelijk. De intentie van de gemeente is om het geld eerst te steken in natuurcompensatie. Mochten er dan nog middelen over zijn dan wordt dit voor maatschappelijke doelen gebruikt. Met maatschappelijke doelen worden dan bedoeld gemeenschapshuizen, sportvoorzieningen, veilige school-huisroutes en leefbaarheid. De planregels en de verantwoording zullen hierop worden aangepast.
110
b. Met de verticale arcering op de plankaart zijn die gronden aangeduid waar kleinschalige voorzieningen denkbaar zijn. Veelal zijn op deze gronden in het verleden reeds gebouwtjes gerealiseerd en worden deze nu positief bestemd. Daarnaast betreft het voor het overgrote deel percelen die grenzen aan de woonbestemming. Het betreft geen percelen die solitair in een open agrarisch gebied zijn gelegen. Ook is bepaald dat de oppervlakte van het perceel minimaal 1 ha moet bedragen. Uit het oogpunt van tegengaan van verrommeling zullen de regels worden aangevuld. Er zal een voorwaarde opgenomen worden dat de bebouwing zo dicht als mogelijk moet aansluiten op de aangrenzende woon- of bedrijfsbestemming. Eveneens zal bepaald worden dat de bebouwing niet opgericht mag worden in gebieden die onderdeel uitmaken van het Natura 2000 gebied en ecologische hoofdstructuur. Deze aanvullende voorwaarden zullen ook aan de ontheffing voor de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen en schuilgelegenheden worden toegevoegd. De toelichting en regels zullen hierop worden aangepast. Daarnaast is binnen het plan een ontheffing opgenomen voor het realiseren van een groter oppervlakte aan bijgebouwen. In deze ontheffing is echter bepaald dat voorafgaand aan de vergroting bestaande niet als woning of daarbij behorend bijgebouw aan te merken bebouwing op hetzelfde perceel moet worden gesloopt (ter verbetering van de ruimtelijke kwaliteit) en dat ten hoogste 20% van het oppervlak aan te slopen bebouwing mag worden teruggebouwd met een maximum tot 100 m² (totaal aan bijgebouwen). Hierdoor is geen sprake van een verdere verstening of verrommeling van het buitengebied, maar juist van een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit omdat er minder bebouwing terugkomt (voorheen stonden hier dan vaak verwaarloosde grotere schuren). De regels hoeven hierop dan ook niet te worden aangepast. De genoemde verticale strepen zijn de gebieden die aangeduid zijn als ‘kleinschalig’. Op de legenda is deze arcering bij de aanduiding abusievelijk niet opgenomen. De legenda zal hierop worden aangepast. Ten aanzien van de genoemde verrommeling wordt verwezen naar de eerste alinea onder b. c. Indien op de plankaart een bijbouwvlak is aangeduid mag binnen dit vlak 70 m² aan bijgebouwen worden opgericht. In een aantal situaties zou het mogelijk kunnen zijn om buiten de bestaande bijgebouwen dan nog bebouwing op te richten. Echter in de meeste gevallen is bij de panden onder de bestemming WonenCultuur en ontspanning geen bijbouwvlak opgenomen. Vaak zijn bij deze gebouwen, monumenten of karakteristieke panden, geen bijgebouwen wenselijk omdat dan de ruimtelijke en architectonische verschijningsvorm wordt aangetast. Alleen wanneer in het geldende bestemmingsplan bij deze panden de mogelijkheid aanwezig was om bijgebouwen op te richten dan wel feitelijk bijgebouwen aanwezig zijn, is dat in dit bestemmingsplan overgenomen. Het gaat in die situaties dan om bestaande rechten die nu door de gemeente niet ongedaan gemaakt worden. Het bestemmingsplan hoeft hiervoor niet te worden aangepast.
111
d. Daar waar woningen in het kader van Ruimte voor Ruimte zijn/worden gerealiseerd zal op de plankaart een aanduiding Ruimte voor Ruimte opgenomen worden. Het gaat daarbij om een zestal situaties, te weten Cartils 4, Kleebergerweg 2, Grote Bosweg 12, Landsraderweg (Heijenrath), Bommerigerweg 21 en Reijmerstokkerdorpsstraat 7. De plankaart en regels zullen hierop worden aangepast. e. De locaties waar de agrarische bouwkavel voor kamperen bij de boer is vergroot zullen worden aangepast. Hier zal de vigerende omvang bouwkavel worden ingetekend. De locaties die gebruikt mogen worden van kamperen bij de boer komen hierdoor deels te liggen in het agrarisch gebied en deels in de agrarische bouwkavel. Ook de wijziging van Agrarisch naar Agrarisch– Agrarisch Bedrijf ten behoeve van kamperen bij de boer zal worden geschrapt. In plaats hiervoor zal een ontheffing worden opgenomen. Omdat niet langer sprake meer is van een bestemmingswijziging kan volstaan worden met een ontheffingsbevoegdheid. Een en ander overeenkomstig de Richtlijnen Kampeerbeleid zoals vastgesteld door GS d.d. 25 maart 2008. De plankaart en regels zullen hierop worden aangepast. f. Abusievelijk is het perceel met de toegesneden bedrijfsbestemming (rijwielverhuur) te ruim ingetekend. De plankaart zal hierop worden aangepast. g. Er zal een duidelijke lijn gebracht worden in de dubbelbestemmingen en aanduidingen zoals die zijn opgenomen op de plankaart en legenda. Zodra een dubbelbestemming op een aparte kaart is aangegeven zal deze niet meer in de legenda behorende bij de plankaarten worden opgenomen. Daarvoor zal op de aparte kaart met de dubbelbestemming een legenda geplaatst worden. Daarnaast zal gecontroleerd worden of alle op de plankaart gebruikte aanduidingen in de legenda zijn opgenomen en van de juiste weergave in de legenda zijn voorzien. Zowel de kaarten van de dubbelbestemmingen als de legenda zal hierop worden aangepast. h. De bestemmingen zullen gecontroleerd worden aan de hand van de perspectieven zoals opgenomen in het POL en de geldende bestemmingsplannen. De gronden die zijn gelegen binnen de EHS en zijn aangeduid als bos- en natuurgebied moeten van een natuurbestemming worden voorzien. De als nieuwe natuuren beheersgebied aangeduide gronden, voorzover in het vigerende plan niet van een natuurbestemming voorzien, worden onder de vigerende bestemming gehouden. Op deze gronden zal in de toekomst mogelijk natuur gerealiseerd worden, doch hiervan is in de huidige situatie nog geen sprake. Het onder de bestemming natuur brengen van deze gronden zou in geval van een particuliere eigenaar een beperking kunnen betekenen. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om gronden binnen de EHS en POG om te zetten naar natuur. Zodra deze gronden daadwerkelijk als natuur gebruikt gaan worden kan de bestemming gewijzigd worden in natuur. Alleen wanneer deze in gronden in het kader van de herinrichting als natuur ingezet worden, zullen de gronden ook bestemd worden als natuur. 112
Het perceel gelegen aan de Gulpenerbergweg heeft in het geldende bestemmingsplan een recreatieve bestemming. In het ontwerp zijn de gronden bestemd als Horeca. In het POL zijn deze gronden aangeduid als POG. Gezien de bestaande rechten en particuliere eigendom van de gronden zullen deze gronden bestemd worden als horeca. Doordat de gronden zijn gelegen binnen de dubbelbestemming Waarde-Ecologie is wijziging naar de bestemming Natuur in de toekomst mogelijk. De plankaart wordt hierop niet aangepast. De gronden die op plankaart 2, ten noordwesten van Eijs, een agrarische bestemming hebben en omgezet moeten worden naar een natuurbestemming zijn gedeeltelijk gelegen binnen de aanduiding bos- en natuurgebied en dit gedeelte zal als zodanig bestemd worden. De plankaart zal hierop gedeeltelijk worden aangepast. De gronden die op plankaart 2 t/m 6 als Agrarisch bestemd zijn en op verzoek van indiener bestemd zouden moeten worden tot Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden (AW-NL) worden voorzover gelegen binnen de POG bestemd als AW-NL. De plankaart zal hierop worden aangepast. De begrenzing van de EHS en Natura 2000 komt overeen met de begrenzing zoals opgenomen op de provinciale kaarten. Op deelkaart M is de begrenzing van de EHS en Natura 2000 niet opgenomen. De bestemmingsgrens van het golfterrein komt overeen met de begrenzing zoals afgesproken tussen de gebruiker en Staatsbosbeheer. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. i. De locaties van de evenementen zoals die op kaart zijn weergegeven zijn ingetekend zoals deze reeds jaren plaatsvinden. Alleen zijn bij het bepalen van de begrenzing ook de gronden die gebruikt worden als parkeerterrein meegenomen. Deze hoeven echter niet planologisch te worden meegenomen omdat daar geen sprake is van functiewijziging van meerdere dagen. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. j. De dubbelbestemming Waarde-Ecologie zal op een eenduidige wijze in het plan worden verankerd. Het regels en plankaart zullen hierop worden aangepast. k. Een viertal locaties zijn gelegen binnen een stiltegebied. Het betreft locaties die gebruikt worden voor het evenement Nacht van Gulpen en de culinaire wandeling Öpke Döpke. Op deze locaties worden gebouwen beschikbaar gesteld voor het evenement. Het betreft wandeltochten waarbij op deze locatie iets georganiseerd wordt voor de deelnemers. Er komt geen groot publiek/toeschouwers op af. Deze evenementen hebben gezien het aard en soort evenement maar in beperkte mate een nadelige invloed (nagenoeg verwaarloosbaar) op het regime van het stiltegebied. De overige in het plan opgenomen evenementen zijn niet gelegen in een stiltegebied. Daarnaast zijn de locaties van de evenementen zoals die op kaart zijn 113
weergegeven, ingetekend zoals deze reeds jaren plaatsvinden. l. Over de provinciale wegen is binnen de gemeente Gulpen-Wittem geen routing van gevaarlijke stoffen aanwezig. Daarnaast zijn er binnen het bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen meegenomen. Alleen door wijziging zijn ontwikkelingen mogelijk. Echter bij het uitwerken van de wijzigingsbevoegdheid dient te allen tijde aangetoond te worden dat de gronden geschikt zijn voor de beoogde ontwikkeling. Daarbij zal ook naar het aspect externe veiligheid gekeken moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. m. In het bestemmingsplan zijn de opmerkingen in het kader van externe veiligheid gedeeltelijk verwerkt. Op pagina 96-97 van de verantwoording en pagina 59 van de toelichting is dit meegenomen. Uit nadere analyse blijkt dat binnen de gemeente twee objecten zijn gelegen met een risicocontour, de Brand Bierbrouwerij in Wijlre en het tankstation aan de Rijksweg 4a te Wittem. Van het tankstation is de risicocontour gedeeltelijk in het plangebied gelegen. Deze zonering zal op de plankaart worden aangebracht. Tevens zal hiervoor een regeling in de planregels worden opgenomen. Het bestemmingsplan, de toelichting/verantwoording, regels en plankaart zullen hierop worden aangevuld. n. Bij de actualisatie van het bestemmingsplan wordt de bestaande situatie van een actuele regeling voorzien. Nieuwe ontwikkelingen zijn in het buitengebied alleen mogelijk door middel van een wijzigingsbevoegdheid. In de wijzigingsbevoegdheid is de voorwaarde opgenomen dat uit noodzakelijke (milieu)onderzoeken moet blijken dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik. Een van deze onderzoeken is het akoestisch onderzoek. Bij toepassing van Ruimte voor Ruimte en VORm is het uitvoeren van akoestisch onderzoek verankerd in de randvoorwaarden van het provinciale beleid. Dit is dus in de planregels verankerd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. De voorwaarde om te voldoen aan een goed woon- en leefklimaat zal toegevoegd worden aan de wijzigingsbevoegdheid Ruimte voor Ruimte en VORm. De regels zullen hierop worden aangepast. o. Zoals reeds gesteld is het gemeentelijke archeologisch beleid vooralsnog niet vastgesteld door de Raad. Zolang dit niet gebeurd is, kan het niet meegenomen worden in andere beleidsstukken zoals het bestemmingsplan. In dat kader dient teruggegrepen te worden naar reeds bestaand beleid, in casu het provinciale beleid. In de reactie op het voorontwerp wordt door de provincie duidelijk gesteld dat een keuze gemaakt worden, of het gemeentelijke beleid of het provinciale beleid volgen. Omdat de gemeenteraad het voorgestelde gemeentelijke beleid vooralsnog niet heeft vastgesteld, is dan ook in het bestemmingsplan het provinciale beleid opgenomen. In het kader van de provinciale gelden (subsidieregeling) die ter beschikking zijn gesteld heeft reeds een afrekening plaatsgevonden. Vooralsnog kan het bestemmingsplan hierop niet worden aangepast. 114
De dubbelbestemming Waarde-Archeologie zal op een eenduidige wijze in het plan worden verankerd. Het regels en plankaart zullen hierop worden aangepast. De aanduiding Monument Rijk is wel degelijk op de plankaarten overgenomen. Daar waar sprake is van een monument is de aanduiding zichtbaar. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Het tracé van de oude Trambaan zal niet als cultuurhistorisch element op kaart worden gezet. Het tracé kent geen bescherming in het kader van de monumentenwet en is niet opgenomen op de Cultuurhistorische waardenkaart van de provincie. Sommige delen van het tracé zijn echter wel visueel herkenbaar in het landschap aanwezig. De gemeente is van mening dat deze visueel waarneembare delen een bepaalde bescherming in het bestemmingsplan moeten krijgen. In de planregels zal onder de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie hiervoor een regeling worden opgenomen. De planregels zullen hierop worden aangepast. Daarnaast is binnen de bestemming Agrarisch met waarden – Natuur- en landschapswaarden en Natuur in de bestemmingsomschrijving opgenomen dat deze gronden bestemd zijn voor de instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische en archeologische waarden. In dat kader is het gehele oude tracé van de trambaan voldoende beschermd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. p. Op pagina 68-69 van de verantwoording wordt uitgebreid ingegaan op de POLaanvulling Nationaal Landschap Zuid-Limburg en de verankering van de kernkwaliteiten in de planregels. Door de bestemmingen Agrarisch met Waarden en Natuur en de diverse dubbelbestemmingen zijn de waarden c.q. kernkwaliteiten van het Nationaal Landschap in het plan gewaarborgd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. q. De begrippen die gebruikt worden in de regels zullen in overeenstemming met de begripsbepalingen worden gebracht. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. r. Het plan is aangemaakt overeenkomstig de voorwaarden van IMRO2006. Het plan kan dan ook volgens deze voorwaarden digitaal uitwisselbaar aangeleverd worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a, b (gedeeltelijk), d, e, f, g, h (gedeeltelijk), i, j, m, n (gedeeltelijk), o (gedeeltelijk) en q gegrond te verklaren en voor het overige ongegrond te verklaren. Het bestemmingsplan (toelichting, verantwoording, regels en plankaart) zal dienovereenkomstig aangepast worden.
115
2) VROM-Inspectie Regio Zuid, Overheden, Postbus 850, 5600 AW Eindhoven d.d. 21-11-2008, ingekomen 25-11-2008 onder nummer I.08.05215 Samenvatting zienswijze a. Verrommeling. Er zijn nog ruime mogelijkheden in het plan aanwezig die mogelijk leiden tot een verdergaande verrommeling. Het betreft met name de regelingen voor het zogenaamde kleinschalig ruimtegebruik, mogelijkheden voor de zogenaamde bijbouwvlakken en voor recreatieve voorzieningen en schuilgelegenheden voor vee. In het plan is dan ook nog sprake van een omvangrijke verstening en daarmee verrommeling van het buitengebied. b. Voor hoge druk aardgastransportleidingen en voor K1-K2 en K3-leidingen is nieuwe beleid en een nieuwe regelgeving in ontwikkeling. Dit betekent onder meer, dat voor alle leidingen het plaatsgebonden risico dient te worden berekend en te worden vastgelegd in het bestemmingsplan. Tevens dient het groepsrisico verantwoord te worden. In de plantoelichting wordt hier niet op ingegaan. Om inzicht te verkrijgen in eventuele toekomstige knelpunten wordt geadviseerd het plaatsgebonden risico te laten bepalen en eveneens het groepsrisico in beeld te brengen. Standpunt gemeente a. Veelal zijn op de gronden met de aanduiding kleinschalig in het verleden reeds gebouwtjes gerealiseerd en worden deze nu positief bestemd. Daarnaast betreft het voor het overgrote deel percelen die grenzen aan de woonbestemming. Het betreft geen percelen die solitair in een open agrarisch gebied zijn gelegen. Ook is bepaald dat de oppervlakte van het perceel minimaal 1 ha moet bedragen. Uit het oogpunt van verrommeling zullen de regels worden aangevuld. Er zal een voorwaarde opgenomen worden dat de bebouwing zo dicht als mogelijk moet aansluiten op de aangrenzende woon- of bedrijfsbestemming. Eveneens zal bepaald worden dat de bebouwing niet opgericht mag worden in gebieden die onderdeel uitmaken van het Natura 2000 gebied en ecologische hoofdstructuur. Deze aanvullende voorwaarden zullen ook aan de ontheffing voor de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen en schuilgelegenheden worden toegevoegd. De toelichting en regels zullen hierop worden aangepast. De omvang van de bijbouwvlakken is afgestemd op de geldende bestemmingsplannen en het huidige gebruik van het perceel, de feitelijke situatie. b. In het kader van de voorbereiding van het bestemmingsplan is de leidinginformatie bij de desbetreffende instantie opgevraagd. Zo ook bij de Gasunie. Destijds is deze leidinginformatie aangeleverd. Ook zijn hiervoor de aan te houden afstanden opgevraagd bij de RIVM. Deze hebben aangegeven dat een veiligheidsafstand van 4,0 meter in acht genomen moet worden. Dit is opgenomen in het bestemmingsplan. Nu blijkt dat de regelgeving omtrent buisleidingen binnenkort zal wijzigen. VROM adviseert om hier bij het vast stellen van nieuwe ruimtelijke plan116
nen alvast rekening mee te houden (notitie veiligheidsafstanden voor hogedruk aardgasleidingen d.d. 21 oktober 2008, RIVM). In het kader van dit bestemmingsplan is het nu te kort dag om hier nu nog verder op in te gaan. De RIVM krijgt hier momenteel veel vragen over. Wettelijk gezien dient het bestemmingsplan namelijk binnen 12 weken te zijn vastgesteld. Binnen deze termijn gaat deze nieuwe regeling nog niet van kracht en wordt dan ook niet meegenomen in dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op punt a gegrond te verklaren en het bestemmingsplan (planregels) dienovereenkomstig aan te passen. Op punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 3) RACM, postbus 1600, 3800 BP Amersfoort d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05082 Samenvatting zienswijze a. Indiener vindt het jammer niet betrokken te zijn bij de planvorming ten einde een optimale inpassing van de beschermde dorpsgezichten te bewerkstelligen. Tevens wordt betreurd dat geen gehoor is gegeven om in een bestuurlijk overleg van gedachten te wisselen. b. De specifieke ruimtelijke inrichtingsopgave wordt voor de beschermde dorpsgezichten niet inzichtelijk gemaakt. Voor het behoud en het versterken van de ruimtelijke karakteristiek is een samenhangende visie van belang. c. Een beschermd dorpsgezicht heeft een andere doelstelling dan een beschermde historische buitenplaats. Ook het beschermingsregime is verschillend: het beschermde dorpsgezicht wordt beschermd via het bestemmingsplan en de beschermde historische buitenplaats via een monumentenvergunningenstelsel in het kader van de Monumentenwet. d. Artikel 28.4.2 is strijdig met artikel 37 lid 1 van de Monumentenwet 1988. Het is niet mogelijk een bestemmingsplanregeling te laten prevaleren op een regeling uit de Monumentenwet. Standpunt gemeente a. Gezien het aantal ingekomen reacties is het ondoenlijk om op een uitnodiging in te gaan. In dat kader is dan ook van de uitnodiging afgezien. b. In het bestemmingsplan zijn geen concrete inrichtingsopgaven opgenomen. De ruimtelijke karakteristieke van het beschermd dorpsgezicht is opgenomen in het aanwijzingsbesluit behorende bij het beschermd dorpsgezicht. Bij mogelijke toekomstige wijzigingen zal voldaan moeten worden aan de ruimtelijke karakteristiek zoals daarin opgenomen. In het bestemmingsplan hoeven hieraan geen aanvullende voorwaarden gesteld te worden. In de toelichting van het bestemmingsplan is een verwijzing naar het aanwijzingsbesluit opgenomen. De planregels hoeven hierop niet aangepast te worden.
117
c. De regeling voor buitenplaatsen is in het bestemmingsplan opgenomen naar aanleiding van de vooroverlegreactie van de provincie. Dat een beschermd dorpsgezicht en een beschermde buitenplaats een andere doelstelling en een ander beschermingsregime hebben, is juist. Dat neemt echter niet weg dat de wijze van bescherming in het bestemmingsplan c.q. in de planregels hetzelfde kan zijn. Het bestemmingsplan geeft voor de buitenplaatsen via een dubbelbestemming een bebouwingsregeling om te voorkomen dat op grond van de onderliggende bestemmingen kan worden gebouwd. Deze bebouwingsregeling geldt naast de regeling ingevolge de Monumentenwet 1988. Aan artikel 28.2 zal na “beschermd dorpsgezicht” worden toegevoegd: “respectievelijk van de beschermde historische buitenplaats”. De planregels zullen hierop aangepast worden. d. Artikel 28.4.2 zal naar aanleiding van de zienswijze worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op punt c (gedeeltelijk) en d gegrond te verklaren en het bestemmingsplan (planregels) dienovereenkomstig aan te passen. Op de overige punten wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 4) Waterschap Roer en Overmaas, postbus 185, 6130 AD Sittard d.d. 13-11-2008, ingekomen 14-11-2008 onder nummer I.08.04956 Samenvatting zienswijze a. De nog te realiseren regenwaterbuffer “Kruisweg” is niet als zodanig opgenomen op de plankaart. b. Een zijtak van het primaire water “Mässel” is niet correct opgenomen. c. De wijzigingsbevoegdheid die gelegen is op de percelen Stokhem 5 en Stokhem 11 dient buiten het inundatiegebied te zijn gelegen. d. De benaming van het Zuiveringsschap op pagina 54 van de toelichting dient gewijzigd te worden in Waterschapsbedrijf Limburg. e. De tekst onder 33.1 zou gewijzigd moeten worden in “mede bestemd voor maatregelen en voorzieningen voor het bestrijden en voorkomen van ..” Op die wijze worden voorzieningen zoals regenwaterbuffers, grasbanen en groenstroken expliciet mogelijk gemaakt binnen deze bestemming. f. In hoeverre is een inventarisatie van de aanwezige graften beschikbaar? Als deze niet beschikbaar is heeft dat wellicht gevolgen voor de bruikbaarheid van artikel 33.2.1.a. g. Onder 33.2.1.b is opgenomen dat het functioneren van grasbanen en waterbuffers onder verboden gebruik valt. Dit lijkt onjuist. Verzocht wordt om dit anders te formuleren. h. Indiener adviseert om de benaming “kunstmatige waterbuffers” te wijzigen in “regenwaterbuffers”. i. Op pagina 82 en 90 van de procedure is vermeld dat de blauwe stippellijn de grens van de meanderzone aangeeft. Dit is niet correct. j. De uitspraak op pagina 82 (reactie 66) en 85 (reactie 88) van de procedure is te ongenuanceerd. Conform de Keur is het verboden te bouwen binnen de be118
schermingszone, meanderzone en het inundatiegebied. Het waterschap kan weliswaar ontheffing verlenen, maar ons beleid is gericht op het bouwen in deze zones zoveel mogelijk te beperken. De voorkeur gaat dan ook uit naar alternatieve bouwmogelijkheden buiten deze zoneringen. Standpunt gemeente a. De regenwaterbuffer “Kruisweg” zal als zodanig opgenomen worden op de plankaart. Abusievelijk is dit niet gebeurd. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. Abusievelijk is de zijtak van de “Mässel” niet correct opgenomen. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. De wijzigingsbevoegdheid zal aangepast worden zodat deze niet meer over het inundatiegebied is gelegen. De plankaart zal hierop worden aangepast. d. Abusievelijk is nog de naam van het Zuiveringsschap opgenomen. Dit zal gewijzigd worden in Waterschapsbedrijf Limburg. De toelichting zal hierop worden aangepast. e. De bestemmingsomschrijving onder 33.1 zal overeenkomstig uw advies worden gewijzigd. De regels zullen hierop worden aangepast. f. De graften zijn opgenomen op de kaart met de dubbelbestemming WaardeLandschapselement. Deze kaart is opgesteld door bureau RAAP. Zij hebben onlangs geïnventariseerd welke graften aanwezig zijn. In dat kader is het artikel dan ook bruikbaar. Het bestemmingplan hoeft hierop niet te worden aangepast. g. Het functioneren van grasbanen en waterbuffers is geen verboden gebruik en zal worden geschrapt. Artikel 33.2.1.b van de regels zal hierop worden aangepast. h. De benaming ‘kunstmatige waterbuffers’ zal overeenkomstig uw voorstel worden gewijzigd in ‘regenwaterbuffers’. Artikel 3.3.2.1.b van de regels zal hierop worden aangepast. i. De blauwe stippellijn zoals gesuggereerd worden in reactie 66 en 110 is wel degelijk de begrenzing van de meanderzone die over deze percelen is gelegen. De tekst, het bestemmingsplan, hoeft hierop niet te worden aangepast. j. De tekst zoals opgenomen onder de reacties 66 en 88 kan nu niet meer gewijzigd worden. Deze tekst is reeds richting de betreffende persoon kenbaar gemaakt. In het vervolg zal wel rekening gehouden worden met de voorgestelde nuancering. Het bestemmingsplan wordt hierop niet aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a t/m e, g en h gegrond te verklaren 119
en het bestemming dienovereenkomstig aan te passen. Op de overige punten wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 5) LLTB, postbus 960, 6040 AZ Roermond d.d. 24-11-2008, ingekomen per fax 24-11-2008 onder nummer I.08.05197 a. Bebouwingsvoorschriften. Graag ook voor andere typen bedrijfsgebouwen een vrijstellingsmogelijkheid tot een goothoogte 6,5 meter opnemen. Daarnaast gelieve een vrijstellingsmogelijkheid op te nemen om de nokhoogte, onder voorwaarden, te verhogen naar 12 m. b. Agrarisch en Agrarisch met landschappelijke en/of natuurwaarden (Aln). Het gebied ten noorden van Reijmerstok dient overeenkomstig de huidige bestemming een Agrarische bestemming te krijgen. c. Water. Het integraal aanwijzen van een meanderzone van 50 meter is veel royaler dan op grond van het beleid van het Waterschap Roer en Overmaas is bedoeld. De zones moeten worden gemotiveerd en worden aangepast en daarmee agrarische activiteiten niet meer belemmeren dan op grond van het vastgesteld waterbeleid noodzakelijk is. d. Erosie. De landschapselementen hebben primair een erosiebeperkende functie en geen landschappelijke. De wijzigingsbevoegdheid naar WaardeLandschapselement dient geschrapt te worden. Het differentiatievlak erosie heeft geen toegevoegde waarde. Bij knelpunten treden partijen met elkaar in overleg en lossen deze op door de regelgeving aan te passen of dit door samen met de gemeente lokaal op te lossen. e. Archeologie. De onderzoeksplicht in verband met archeologie dient ingesteld te worden bij grondbewerkingen dieper dan 50 cm. Standpunt gemeente: a. De ontheffingsbevoegdheid zal uitgebreid worden zodat deze voor alle typen bedrijfsgebouwen geldt. Daarnaast zal de ontheffingsbevoegd aangevuld worden zodat het mogelijk wordt om de nokhoogte te verhogen naar maximaal 12 meter. De regels zullen hierop worden aangepast. b. Abusievelijk is deze aanpassing niet verwerkt. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. Op de bestemmingsplankaart zijn de gegevens van het Waterschap één op één overgenomen. De zonering van de meanderzone komt overeen met de zonering zoals deze is aangegeven op de legger. Het beleid van het Waterschap wordt hiermee gevolgd en daardoor worden de agrarische activiteiten niet meer belemmerd dan op grond van het vastgestelde beleid noodzakelijk is. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. De landschapselementen, zoals graften, hebben (ook) een bepaalde landschappelijke en natuurlijke kwaliteit waarvan instandhouding het uitgangspunt is. 120
In dat kader zijn deze landschapselementen beschermd door middel van de dubbelbestemming Waarde-Landschapselement. Om deze landschapselementen te verwijderen of aan te tasten is op grond hiervan een aanlegvergunning nodig. Om deze landschapselementen ook te kunnen verplaatsen, mogelijk uit het oogpunt van een ander grondgebruik, is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen. Deze wijzigingsbevoegdheid staat in het artikel Waarde-Erosie. In dat kader is deze wijzigingsbevoegdheid dan ook wenselijk. De tekst van de wijzigingsbevoegdheid zal wel worden gewijzigd zodat niet meer gesproken wordt van waterremmende landschapselementen. De regels zullen hierop worden aangepast. Het differentiatievlak erosie is toegevoegd als achtervang om maatwerk mogelijk te maken. Het is ingevoegd als basisprincipe c.q. voorwaarde om het bestrijden en voorkomen van bodemerosie en wateroverlast planologisch te regelen. We kunnen dan ook niet meegaan in het uw reactie. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. e. Ten aanzien van archeologie is het provinciaal beleid overgenomen. Omdat de gemeente momenteel nog niet over eigen beleid beschikt, wordt vooralsnog aansluiting gezocht bij het provinciale beleid. In dit beleid is een diepte van 0,3 meter vastgesteld. De planregels worden hierop niet aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a, b en d (gedeeltelijk) gegrond te verklaren en het bestemmingsplan dienovereenkomstig aan te passen. Op de punten c, d (gedeeltelijk) en e wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 6) LLTB, postbus 960, 6040 AZ Roermond d.d. 25-11-2008, ingekomen 25-11-2008 onder nummer I.08.05211 Voorgesteld wordt de zienswijze niet ontvankelijk te verklaren in verband met de ontvangst buiten de indieningtermijn. 7) Aelmans, namens E.M. Franssen Epen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 14-10-2008, ingekomen 16-10-2008 onder nummer I.08.04515 Samenvatting zienswijze a. Indiener pleit voor het opnemen van een (beperkte) agrarische bouwkavel en wel zodanig dat daarbij recht kan worden gedaan aan de wens tot het realiseren van een opslagloods en tot handhaving van het kamperen bij de boer. b. Indien medewerking wordt verleend aan realisatie van een natuurcamping is de heer Franssen bereid om de kampeeractiviteiten op de huidige locatie op te geven. Standpunt gemeente a. De locatie waar kamperen bij de boer plaatsvindt, zal op de plankaart worden 121
aangeduid. Voor het omzetten van de recreatieve bestemming naar een agrarische bedrijfsbestemming gelden vanuit het provinciale beleid het POL2006 (actualisatie 2008) en de POL-uitwerking BOM+ als toetsingskader. Binnen dit beleid is nieuwvestiging van grondgebonden agrarische bedrijven mogelijk. Echter dient een agrarische ontwikkeling te voldoen aan het verplichte basispakket zoals opgenomen in hoofdstuk 5.4 van de POL-uitwerking BOM+. Om dit te kunnen beoordelen zal een BOM+-aanvraag (inclusief bedrijfsontwikkelingsplan) ingediend moeten worden. Deze zal dan beoordeeld worden door de BOM+-commissie van de provincie. Indien zij dit goedkeuren is ter plaatse de vestiging van een agrarisch bedrijf mogelijk. Hiervoor dienen, buiten dit bestemmingsplan om, de noodzakelijke planologische procedures opgestart te worden. Het bestemmingsplan hoeft, behoudens ten aanzien van de aanduiding kamperen bij de boer, hierop niet te worden aangepast b. Overeenkomstig een eerdere uitspraak van het college (brief aan Aelmans met als kenmerk U.06.04215) zal geen medewerking worden verleend aan de realisatie van een natuurcamping. De uitgangspunten zoals verwoord in deze brief, waarnaar wij op deze plaats dan ook kortheidshalve verwijzen, zijn nog steeds van toepassing. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. Voorgesteld wordt de op punt a zienswijze gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 8) G.H. Lardinois Schaapskooi Mergelland, Julianastraat 41b, 6285 AH Epen d.d. 16-10-2008, ingekomen 20-10-2008 onder nummer I.08.04551 Samenvatting zienswijze a. Er zijn drie gebouwen niet ingetekend. b. De grens van de bouwkavel is te klein ingetekend. c. Er staat nog een voetpad ingetekend. Standpunt gemeente a. De drie gebouwen zullen op de ondergrond ingetekend worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. De grens van de bouwkavel zal conform voorstel worden gewijzigd. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. Het voetpad is qua begrenzing ingetekend in de kadastrale ondergrond. Er is nog steeds sprake van een afzonderlijk kadastraal perceel dat eigendom is van de gemeente. Echter dit kadastraal perceel wordt niet meer als voetpad gebruikt en is in dat kader ook niet meer opgenomen op de wegenlegger van de gemeente. De functie van voetpad is voor dit perceel dan ook komen te vervallen. Deze wegenlegger maakt echter geen onderdeel uit van het bestemmingsplan. Het bestem122
mingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a en b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt c wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 9) Aelmans, namens F. Weerts, Wijlre, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 22-10-2008, ingekomen 23-10-2008 onder nummer I.08.0485 Samenvatting zienswijze a. De agrarische bouwkavel is aanmerkelijk verkleind ten opzichte van de bouwkavel zoals opgenomen in het huidige bestemmingsplan buitengebied. b. Over de bouwkavel en bestaande bebouwing en infrastructuur is een beschermingszone water gelegen. Hierdoor ontstaan drastische beperkingen op gedeelten van de bouwkavel. Standpunt gemeente a. Volgens het provinciale beleid gelden voor de regeling van agrarische bouwkavels het POL2006 (actualisatie 2008) en de POL-uitwerking BOM+ als toetsingskader. Conform dit beleid moet gestreefd worden naar een zo compact mogelijk kavel op basis van een afweging tussen agrarische belangen en andere belangen en waarden. Daarbij bestaat de agrarische bouwkavel uit een bebouwd deel en eventueel een onbebouwd deel. Het bebouwde deel is dat gedeelte van de bouwkavel waarop alle gebouwen en bouwwerken opgericht dienen te worden en/of reeds aanwezig zijn. Het onbebouwde deel bestaat uit dat deel van de agrarische bouwkavel waarop containervelden, tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen en andere verhardingen opgericht dienen te worden en/of reeds aanwezig zijn. In het kader van de genoemde afweging zijn in de inventarisatiefase van het opstellen van het bestemmingsplan alle agrarische bedrijven aangeschreven. Uit de door u aangeleverde gegevens is gebleken dat voor de komende periode geen ontwikkelingen voorzien zijn. In dat kader zijn wij als gemeente verplicht om vanuit het provinciale beleid uw kavel te voorzien van een op maat toegesneden bestemming. Hierdoor is de bouwkavel aanmerkelijk verkleind. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Het Waterschap Roer en Overmaas heeft op haar legger de watergangen ingetekend die planologisch beschermd dienen te worden. Volgens het beleid van het waterschap zijn deze watergangen voorzien van een beschermingszone. Deze beschermingszone is nu op de plankaart ingetekend. In uw geval betekent dit dat er over uw kavel en bebouwing een beschermingsregime van toepassing is. Bestaande bebouwing gelegen binnen deze zone wordt gerespecteerd. Omdat de ligging van de watergangen en beschermingszones middels beleid van het Waterschap is bepaald en vastgesteld kan de gemeente dit in het kader van het bestemmingsplan niet wijzigen. De gemeente moet het vastgestelde beleid van andere overheden zoals Rijk, Provincie en Waterschap doorvertalen in haar be123
stemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 10) Adviesburo Philip Laheij, namens T.E.J. van Houtem Mechelen, De Goerschenweg 28, 6281 CH Mechelen d.d. 30-10-2008, ingekomen 31-10-2008 onder nummer I.08.04686 Samenvatting zienswijze a. Gelieve een bouwvlak voor uitbreidingsmogelijkheid achter het huidige “hotelbouwvlak” van hotel hoeve de Plei te creëren ten behoeve van vergader- en recreatieruimte; b. Gelieve de oude paardenstal (monument) gelegen aan de overzijde van het hotel en parkeerterrein, onder de bestemming W-CO te brengen; c. Gelieve de huidige, z.g. bedrijfswoning zijnde Overgeul 1a de status van burgerwoning te verlenen; d. Gelieve de woonruimte Eperweg 2D die sinds 2004 gekoppeld is aan het hotel, de status bedrijfswoning te verlenen en voor de bouw van een garage en carport een bouwvlak in te tekenen. Standpunt gemeente a. Het uitbreiden van het bouwvlak ten behoeve van vergader- en recreatieruimte kan in overweging worden genomen nadat een BOM+-achtige procedure is doorlopen. Daarbij dient ontwikkeling te voldoen aan het verplichte basispakket zoals opgenomen in hoofdstuk 5.4 van de POL-uitwerking BOM+. Om dit te kunnen beoordelen zal een BOM+-aanvraag (inclusief bedrijfsontwikkelingsplan) ingediend moeten worden. Deze zal dan beoordeeld worden door de BOM+-commissie van de provincie. Indien zij dit goedkeuren is de verplaatsing van een agrarisch bedrijf mogelijk. Hiervoor dienen, buiten dit bestemmingsplan om, de noodzakelijke planologische procedures opgestart te worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De huidige monumentale agrarische opstal kan overeenkomstig in het bestemmingsplan gehanteerde beleidsuitgangspunten onder de W-CO bestemming worden gebracht als daartoe in het kader van de wijziging van de bestemming de nodige onderzoeken (bodem, geluid e.d.) zijn uitgevoerd en voldaan wordt aan de overige in de wijzigingsbevoegdheid opgenomen voorwaarden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c en d. Het pand Overgeul 1A is destijds tot stand gekomen als bedrijfswoning bij het hotel ter vervanging van de voordien aanwezige inpandige bedrijfswoning. Vervolgens is het als vakantiewoning vergunde pand Eperweg 2D door de bedrijfsopvolger (illegaal) in gebruik genomen als (2e) bedrijfswoning n tenslotte is het pand Overgeul 1A afgesplitst van het hotelbedrijf. De vraag is nu om een en ander te legaliseren. 124
In beginsel is het antwoord nee: als Overgeul 1A feitelijk niet langer als bedrijfswoning kan worden aangemerkt dan is er geen bedrijfswoning meer en dient de ondernemer (bedrijfsopvolger) elders woonruimte te zoeken. Eperweg 2D dient een (horeca)bedrijfsbestemming (niet zijnde bedrijfswoning) te houden en zal als zodanig gebruikt moeten worden. Overgeul 1A kan met toepassing van VORm vervolgens alsnog bestemd worden als W. De plannen/verzoeken zijn dusdanig prematuur en vertonen verder een zekere onderlinge samenhang dat overleg met betrokkenen nodig is en een en ander thans niet in het bestemmingsplan kan worden verwerkt. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 11)Woningvereniging Gulpen, postbus 44, 6270 AA Gulpen d.d. 19-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05024 Samenvatting zienswijze Gelieve in verband met toekomstige nieuwbouwplannen rekening te houden met de aangepast bebouwingsgrenzen. Uitgangspunt is een appartementencomplex van ca. 15 wooneenheden met parkeergelegenheid. Standpunt gemeente De gemeente heeft het plan, in de vorm van een stedenbouwkundige schets, beoordeeld. De bouwmassa is teruggebracht waardoor er een grotere afstand tot de naastgelegen woning ontstaat. In principe zou hiermee ingestemd kunnen worden. Echter het planvoornemen voldoet niet aan de gemeentelijke parkeernorm. Bij de planuitwerking dient rekening te worden gehouden met een parkeernorm van 1,7 parkeerplaats per woning. Voor 15 woningen betekent dit dat er 26 parkeerplaatsen op eigen terrein aanwezig moeten zijn. Hieraan voldoet het plan niet. In dat kader kan het dan ook niet meegenomen worden in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 12) De heer en mevrouw Wiggers-van Hoogwaarden, Terzieterweg 9, 6285 ND Terziet (Epen) d.d. 29-10-2008, ingekomen 30-10-2008 onder nummer I.08.04666 Samenvatting zienswijze a. Een deel van de percelen van indiener zijn als agrarisch aangemerkt, terwijl zij het huis en de daarbij behorende percelen bewonen als privé-personen zonder oogmerk daar een agrarisch bedrijf te voeren. Gelieve deze percelen als tuin en huisweide te bestemmen. b. In de achtertuin is een fundering aanwezig met een gedeelte van nog gestelde kozijnen. In het huidige bestemmingsplan is op deze plek de aanwezigheid van 125
een bouwwerk vastgelegd. Graag dit overnemen. Standpunt gemeente a. Overeenkomstig het geldende bestemmingsplan zal de hoek ten zuidoosten van het als wonen-cultuur en ontspanning bestemde perceel toegevoegd worden aan deze bestemming. Dit deel kan als onderdeel van deze bestemming als tuin gebruikt worden. Het overige deel van uw tuin en huisweide is gelegen binnen de bestemming agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden met de aanduiding kleinschalig. Binnen het vigerende bestemmingsplan zijn deze gronden ook bestemd als agrarisch met landschappelijke en natuurlijke waarden. Doordat nu de aanduiding kleinschalig is toegevoegd mogen deze gronden gebruikt worden als bijvoorbeeld schapen- en paardenwei, bestaande paardenbak, volkstuinen en spontane vergroting van het eigen perceel. Het door u aangegeven gebruik is hierdoor toegestaan. De plankaart zal voor het zuidoostelijk gelegen gedeelte worden aangepast. b. Het in het geldende bestemmingsplan als schuur bestemde bouwwerk zal in dit bestemmingsplan onder het bijbouwvlak worden gebracht. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze, behoudens een gedeelte onder punt a (ongegrond), gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 13) Drs. D. Meuzelaar, Kiewegracht 9, 6271 NB Gulpen d.d. 22-10-2008, ingekomen 23-10-2008 onder nummer I.08.0485 Samenvatting zienswijze a. Om elk misverstand te voorkomen benadrukken wij dat uit het eindverslag van de toelichting opgemaakt mag worden dat de gemeente instemt met een wijziging van de bestemming op voorwaarde dat een tegenprestatie wordt geleverd. b. Op welke wijze kan de bestemming van de kavel WITTEM F120 worden gewijzigd. Standpunt gemeente a. In de reactie die de gemeente heeft gegeven op uw inspraakreactie van het bestemmingsplan buitengebied wordt op geen enkele wijze een toezegging gedaan. De gemeente wil bij deze dan ook uitdrukkelijk aangeven dat geen besluit is genomen over het wel of niet toepassen van de VORm-regeling op deze locatie. In de reactie staat duidelijk vermeld dat wanneer indiener gebruik wenst te maken van de VORm-regeling samen met de gemeente bekeken zal worden of het plan daarvoor in aanmerking komt en zo ja, welke tegenprestatie geleverd moet worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. In de regels behorende bij het bestemmingsplan is reeds onder artikel 43.3 een 126
wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor toepassing van VORm. Hierin zijn de voorwaarden opgenomen waaraan een VORm-aanvraag moet voldoen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 14) Jan van Velsen, Terzieterweg 6a, 6285 NE Epen d.d. 3-11-2008, ingekomen 5-11-2008 onder nummer I.08.0485 Samenvatting zienswijze In het bestemmingsplan is een uitbreidingsruimte naar de achterzijde aangegeven. Gelieve deze aan de zijkant van de woning te projecteren. Standpunt gemeente In het bestemmingsplan is het algemene uitgangspunt een uitbreidingsruimte van 5 meter aan de achterzijde de woning toe te staan. Gezien de aanwezige ruimte aan de achterzijde en onder andere de ligging van uw woning tussen monumentale panden ziet de gemeente geen aanleiding om hiervan af te wijken. Een uitbreiding van de woning aan de zijkant kan afbreuk doen aan de monumentale waarden van de naastgelegen panden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 15) Aelmans, namens Maatschap Frijns Epen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 5-11-2008, ingekomen 6-11-2008 onder nummer I.08.04808 Samenvatting zienswijze a. Indiener verzoekt om vergroting van de agrarische bouwkavel ten behoeve van de uitbreiding van de bestaande sleufsilo’s en de realisatie van één nieuwe sleufsilo mee te nemen in het bestemmingsplan. Deze uitbreiding past binnen de 10% uitbreidingsruimte waarvoor geen BOM+ verzoek nodig is. b. Indiener verzoekt om ten aanzien van de aanpassing van de agrarische bouwkavel voor de bouw van een jongveestal en een opslagruimte aan te geven of de gemeente bereid is om indien een BOM+ procedure is doorlopen deze mee te nemen in het bestemmingsplan. c. Indien het bepaalde onder b. niet mogelijk blijkt, verzoek indiener het college van burgemeester en wethouders een principebesluit in te nemen ten aanzien van de bedoelde uitbreiding van de agrarische bouwkavel. Standpunt gemeente a. De vergroting van de bouwkavel ten behoeve van de sleufsilo’s blijft binnen de marge van 10% en zou rechtstreeks meegenomen kunnen worden. Echter voorgesteld wordt om dit in samenhang met de gewenste uitbreiding onder b. te be127
oordelen en deze uitbreiding mee te nemen in de BOM+-aanvraag. Indien op een later tijdstip blijkt dat de plannen onder punt b. om wat voor reden dan ook niet door gaan, kan gebruik worden gemaakt van de ontheffingsmogelijkheid zoals opgenomen onder 46.1.2. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Vooralsnog heeft de gemeente geen positief advies van de BOM+-commissie ontvangen en kan het plan niet meegenomen worden in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Omdat de uitbreiding niet meegenomen kan worden in dit bestemmingsplan dient separaat een verzoek ingediend te worden bij burgemeester en wethouders. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 16) Aelmans, namens Maatschap Frijns-Blom Reijmerstok, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 6-11-2008, ingekomen 7-11-2008 onder nummer I.08.04831 Samenvatting zienswijze De toevoeging (ev) is in het ontwerp bestemmingsplan niet meer opgenomen. Standpunt gemeente Door de aanduiding (ev) worden evenementen planologisch geregeld. Een planologische regeling is alleen noodzakelijk als het gaat om een jaarlijks terugkerend meerdaags en eenzelfde evenement (jurisprudentie). Het gebruik van die gronden wijzigt dan voor een langere tijd en is niet meer in overeenstemming met het bestemmingsplan. Naar oordeel van de gemeente is daarvan op de locatie Groenestraat 1 geen sprake van dat soort evenementen. In het geval van indiener is er geen sprake van een jaarlijks terugkerend meerdaags en zelfde evenement maar van verschillende uiteenlopende activiteiten die niet jaarlijks terugkeren en veelal niet meerdaags zijn. Voor de activiteiten die daar georganiseerd worden is een vergunning in het kader van de APV voldoende. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 17) L.J.P.M. Schellinx Hoeve de Wachtendonck, Pesaken 19, 6271 PA Gulpen d.d. 5-11-2008, ingekomen 7-11-2008 onder nummer I.08.04830 Samenvatting zienswijze Gelieve de rijbaan met 4 meter te verbreden. Het is wenselijk om daar buitenstallen te maken. 128
Standpunt gemeente De gevraagde uitbreiding past binnen de marge van 10% uitbreiding waarvoor geen BOM+-procedure doorlopen hoeft te worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 18) Arvalis, namens J. Pinkers Gulpen, Putweg 2, 6343 PE Klimmen d.d. 12-11-2008, ingekomen 12-11-2008 onder nummer I.08.0485 Samenvatting zienswijze Gelieve de verruiming van het bestemmingsvlak A-B en het bouwvlak conform het bijgevoegde bedrijfsontwikkelingsplan mee te nemen bij vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied. Standpunt gemeente De gevraagde verruiming is voorzien van een positief advies (onder voorwaarden) van de BOM+-commissie. Daarnaast is een privaatrechtelijke overeenkomst afgesloten waardoor de gewenste ontwikkeling opgenomen kan worden in het bestemmingsplan. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 19) Aelmans, namens R.T. Mulder Maastricht, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 10-11-2008, ingekomen 11-11-2008 onder nummer I.08.0485 Samenvatting zienswijze Het bouwplan zoals verwerkt in de ruimtelijke onderbouwing van 24 juli 2008 en uitgewerkt in de d.d. 30 juni 2008 ingediende bouwaanvraag, dient meegenomen te worden in het bestemmingsplan buitengebied. Het perceel dient bestemd te worden als wonen met bijbehorende bouw- en bijbouwvlak. Standpunt gemeente De locatie Landsraderweg 2 zal gewijzigd worden naar een woonbestemming met bijbehorende bouw- en bijbouwvlak. De ruimtelijke onderbouwing zal als verantwoording van deze bestemmingswijziging als losse bijlage bij het bestemmingsplan worden gevoegd. Het bestemmingsplan, de toelichting en plankaart, zullen hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en het bestemmingsplan dienovereenkomstig aan te passen. 129
20) F.A.S. Vaassen, Valkenburgerweg 70, 6321 SH Wijlre d.d. 5-11-2008, ingekomen 11-11-2008 onder nummer I.08.04855 Samenvatting zienswijze a. Een gedeelte van het perceel van indiener is gelegen in het agrarisch gebied terwijl dit voorheen een agrarische bedrijfsbestemming had. b. Verder wordt volgens het ontwerp zijn huiswei als bestemming natuur ingedeeld in plaats van de huidige bestemming agrarisch gebied. Standpunt gemeente a. Het gedeelte van het perceel dat in het geldende bestemmingsplan de bestemming agrarisch bedrijf heeft, zal buiten het plangebied van dit nieuwe bestemmingsplan buitengebied worden gelaten. Uw perceel zal te zijner tijd meegenomen worden bij de actualisatie van het bestemmingsplan voor de kern Wijlre. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. De huiswei is gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SAN (Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer). Voor deze gebieden gelegen binnen de EHS wordt ernaar gestreefd middels particulier beheer nieuwe natuur te realiseren. Echter deze gronden zijn en blijven agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De huiswei zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het agrarisch gebruik blijft daarmee gewaarborgd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 21)
J. Geurts, Burg. Mr. W.J. Merckelbachlaan 15, 6285 AX Epen d.d. 22-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer 08.05076
Samenvatting zienswijze De grens in het bestemmingsplan buitengebied dient aangepast te worden overeenkomstig de grens zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan ‘Aan het Bovenpad’. Standpunt gemeente De plangrens van het bestemmingsplan buitengebied zal in overeenstemming worden gebracht met het geldende bestemmingsplan “Aan het Bovenpad” uit 2002. De gronden zullen teruggebracht worden naar het bestemmingsplan buitengebied. Bij herziening van het bestemmingsplan Epen zal de begrenzing opnieuw
130
overwogen worden. De bedoeling tot legalisering blijft hierbij overeind. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 22) Arvalis, namens R.J.B. Hameleers Wijlre, Putweg 2, 6343 PE Klimmen d.d. 18-11-2008, ingekomen 19-11-2008 onder nummer I.08.05012 Samenvatting zienswijze a. Verruiming van het bestemmingsvlak A-B om verblijfsrecreatieve activiteiten en kamperen bij de boer inclusief de bijbehorende parkeer- en sanitaire voorzieningen mogelijk te maken. b. Op de plankaart zijn percelen die op basis van een pachtovereenkomst in landbouwkundig gebruik zijn, aangeduid als natuur. c. Het voormalige bakhuis is mogelijk binnen de begrenzing van het Natura 2000gebied Geuldal. Dit is niet zichtbaar. Volgens het aanwijzingsbesluit ligt het voormalige bakhuis niet binnen het Natura 2000-gebied. Standpunt gemeente a. Alleen voor het kamperen bij de boer dat geprojecteerd is buiten de huidige bouwkavel; is een BOM+-advies noodzakelijk. De BOM+-aanvraag is aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem voorgelegd. Het college heeft vooralsnog geen afgewogen oordeel kunnen vormen over de aanvraag en derhalve nog geen standpunt ingenomen. De BOM+-aanvraag wordt dan ook niet in procedure genomen en wordt niet aan de provincie voorgelegd. De realisatie van een groepsaccommodatie binnen de bestaande monumentale bebouwing is via een binnenplanse ontheffing in het bestemmingsplan mogelijk. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De geel gemarkeerde perceel op de eerste pagina van bijlage 2 is gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en vergoed (functieverandering). Echter deze gronden zijn nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. De percelen nr. 8, 9 en een gedeelte van 11 op de tweede pagina van bijlage 2 zijn reeds bestemd als AW-NL. Het overige deel van nr. 11 is ook op de eerste pa131
gina aangeduid (zie reactie eerste alinea onder b.) Perceel nr 10, 13 en het aangrenzende noordelijke perceel zijn buiten het plangebied gelegen (gemeente Valkenburg aan de Geul). De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De begrenzing van het Natura 2000-gebied is één op één overgenomen. Het voormalige bakhuis is dan ook niet binnen de begrenzing van het Natura-2000 gebied gelegen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt b (eerste alinea) gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punten a, b (tweede alinea) en c wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 23) W.P.M.H. Crombach, Pesaken 16, 6271 PB Gulpen d.d. 12-11-2008, ingekomen 14-11-2008 onder nummer I.08.04957 Samenvatting zienswijze a. Aan het verzoek van indiener om in een aangebouwd bijgebouw en/of in een aan te bouwen uitbreiding van de woning mantelzorg te verlenen is niet tegemoet gekomen. b. Aan de achterzijde van het perceel van indiener zijn bijgebouwen aanwezig die niet op de bestemmingsplankaart zijn aangeduid. Standpunt gemeente a. Overeenkomstig de bestemmingsomschrijving (artikel 24.1) zijn de gronden bestemd voor mantelzorg. Dit betekent dat in aangebouwde of nog aan te bouwen bijgebouwen mantelzorg direct is toegestaan. Onder artikel 24.5.2 is bepaald dat in vrijstaande bijgebouwen geen zelfstandige woning is toegestaan. Alleen als dat vrijstaande bijgebouw voor mantelzorg wordt gebruikt is een ‘woning’ toegestaan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De ontbrekende bebouwing zal op de ondergrond ingetekend worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 24) F.M.J.M. Janssen, Elzeterweg 2, 6281 NN Mechelen d.d. 13-11-2008, ingekomen 14-11-2008 onder nummer I.08.04958 Samenvatting zienswijze Graag de vergroting van de bouwkavel met 10% op de plankaart meenemen.
132
Standpunt gemeente De bouwkavel zal conform uw voorstel met 10% vergroot worden. De bestemmingsplankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 25) E. Knols, Grote Bosweg 3, 6276 PK Heyenrath d.d. 16-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04965 Samenvatting zienswijze Gelieve de contouren van de bouwkavel van indiener te herzien omdat verwacht wordt dat tijdens de duur van het bestemmingsplan het bedrijf dusdanige aanpassing behoeft waarvoor een grotere bouwkavel nodig is. Standpunt gemeente Voor deze locatie is de agrarische bestemming nagenoeg overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Uitbreiding van dit vlak is niet direct mogelijk. Om het vlak uit te breiden, dient conform het provinciale beleid, een BOM+-procedure doorlopen te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden aangevuld met een compensatie- en inrichtingsplan. Wanneer de vergroting echter beperkt blijft tot maximaal 10% van de huidige kavel kan deze vergroting direct meegenomen worden. De kavel van indiener heeft in het geldende bestemmingsplan een oppervlakte van 12.875 m². Een vergroting met 10% betekent een uitbreiding van 1287 m². De voorgesteld uitbreiding van 1280 m² (20x64 m) meter aan de noordwestzijde van het agrarisch bedrijf past binnen de marge van 10%. Deze uitbreiding zal op de plankaart aan de kavel worden toegevoegd. De bestemmingsplankaart zal hierop worden aangepast. Voor verdere uitbreidingen dient de BOM+-procedure doorlopen te worden. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 26) Van Dijk c.s. Advocaten, namens J.A.L. Latten Epen, Hoogbrugstraat 72, 6221 CS Maastricht d.d. 14-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04966 Samenvatting zienswijze a. De grens in het bestemmingsplan buitengebied dient aangepast te worden overeenkomstig de grens zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan ‘Aan het Bovenpad’. Het onttrekken van gronden aan het regime van het buitengebied zal immers allerlei nadelig en ongewenste activiteiten/ontwikkelingen mogelijk maken respectievelijk de basis vormen om dergelijk in het verleden plaatsgevonden hebbende illegale activiteiten/ontwikkelingen te legaliseren. b. De gronden gelegen direct achter het perceel van cliënt moeten tot het buiten133
gebied blijven behoren. Bijgevolg dienen de sinds omstreeks 2004 op die gronden verrichte activiteiten ongedaan gemaakt te worden. Standpunt gemeente a. De plangrens van het bestemmingsplan zal overeenkomstig uw voorstel worden aangepast. De gronden zullen teruggebracht worden naar het bestemmingsplan buitengebied. Bij herziening van het bestemmingsplan Epen zal de begrenzing opnieuw overwogen worden. De bedoeling tot legalisering blijft hierbij overeind. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. b. Het illegaal gebruik dat plaatsvindt op de door indiener aangegeven gronden is uitgezet bij handhaving. Hiervoor dient een procedure gevolgd te worden die los staat van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 27) Aelmans, namens M.L. Lonussen Heijenrath, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 14-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04964 Samenvatting zienswijze Gelieve de mogelijkheid op te nemen om op de percelen, eigendom van cliënt, de bouw van drie vakantiewoningen inclusief een ruimte voor fietsenverhuur en eventueel een bedrijfswoning mogelijk te maken. Standpunt gemeente Het beleid ten aanzien van de groei van verblijfsaccommodaties is terughoudend. Uitzondering vormt de noodzaak van schaalvergroting als onderdeel van de kwaliteitsverbetering. Kwaliteit gaat daarbij boven kwantiteit (zie toelichting pagina 3435). In dit geval is hiervan geen sprake. Door afsplitsing van een deel van de recreatieve bestemming wordt ter plaatse een nieuw recreatief bedrijf gevestigd. Hiervoor dient nieuwe bebouwing gerealiseerd te worden. Een verder gaande verstening van het buitengebied is echter een ongewenste ontwikkeling. In dat kader kan geen medewerking verleend worden aan de plannen. Indien sprake zou zijn van cultuurhistorisch waardevolle bebouwing die door functie-uitbreiding in stand gehouden kan worden, was het een ander geval. In dat kader zou zo’n ontwikkeling denkbaar geweest zijn. Dit sluit eveneens aan op het provinciale beleid. De gemeente staat dus geen nieuwe verblijfsrecreatieve functies in het buitengebied toe die geen meerwaarde en onderscheidend vermogen hebben ten opzichte van het bestaande aanbod van voorzieningen. Het bestemmingsplan hoeft dan ook niet te worden aangepast.
134
Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 28) De heer L. Geraedts, Beertsenhoven 6, 6321 PR Wijlre d.d. 12-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04961 Samenvatting zienswijze Gelieve een gedeelte (achterpand) van het huidige pand Beertsenhoven 6 de aanduiding karakteristiek te geven zodat de gebruiksmogelijkheden worden verbreed. In het achterpand zijn momenteel ook al woonfuncties gelegen (o.a. keuken, badkamer etc.). Indiener wil het achterpand verbouwen tot woonhuis en in het voorste gedeelte voor recreatieve doeleinden gebruiken. Standpunt gemeente Het achterpand maakt reeds gedeeltelijk onderdeel uit van de aanduiding karakteristiek. Het bouw- en bijbouwvlak zullen echter aangepast worden waardoor dit verduidelijkt wordt. Door aanpassing van het bouwvlak is de verbouw van het achterpand tot woning eveneens mogelijk. In het voorste gedeelte kan, doordat het perceel onderdeel uitmaakt van de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning, een recreatieve voorziening gerealiseerd worden. Hierbij moet voldaan worden aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 25 voor de planregels. Het bouwen bijbouwvlak zal op de plankaart aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 29) De heer H.H. Conraads, Pesaken 10, 6271 PB Gulpen d.d. 14-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04962 Samenvatting zienswijze Indiener maakt bezwaar tegen de aanduiding zorgtuinderij op het perceel Pesaken 8 en het in gebruik nemen van de omringende weilanden hiervoor. Dit betekent een enorme inbreuk op zijn privacy en uitzicht. Tevens is het niet duidelijk welke activiteiten gedurende de winterperiode en bij regendagen verricht worden. Het perceel Pesaken 8 moet niet overgaan tot zorgtuinderij of enige andere vorm van bedrijvigheid, maar moet een normale woning blijven gezien de agrarische en toeristische functie van het buitengebied. Standpunt gemeente Het buitengebied zal door de aanwezigheid van een groot aantal burgerwoningen bij dienen te dragen aan de leefbaarheid en instandhouding van de werkgelegenheid binnen de gemeente. Voorzien moet worden in op de buitengebiedsituatie afgestemde zorgverlening. De beoogde dynamiek van het buitengebied en de nieuwe functies daarin moeten een belangrijke afstemming krijgen op de eigen Gulpen-Wittemse samenleving. Bij het zoeken naar vervangende werkgelegenheid verdienen initiatieven, dicht bij de basiswaarden, dus met zoveel mogelijk resultaat 135
en zo weinig mogelijk (be)handelingen de voorkeur. Het beleid van de gemeente is gericht op het zo min mogelijk beperken van de ondernemer in wat hij wil en kan zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de kwaliteit van het buitengebied (zie toelichting hoofdstuk 9). Bij de ontwikkeling van een zorgboerderij op de locatie Pesaken 8 wordt binnen de bestaande bebouwing de nodige ruimte gecreëerd om de toekomstige gebruikers te ontvangen en bij slecht weer onderdak te bieden. Op de aangrenzende gronden wordt een tuin aangelegd die door de gebruikers onderhouden wordt. Er is sprake van de vestiging van een zorgverlenende functie waarbij de handelingen geen negatieve uitwerking op de omgeving hebben. De aanleg van een tuin met een hoogstamboomgaard past daarnaast binnen het karakter van de woonomgeving en het landschap van het beekdal. Daarnaast is in de structuurvisie van de gemeente aangegeven dat de vestiging van kleinschalige bedrijvigheid mogelijk is, mits deze past binnen de bestaande bebouwing, er weinig verkeersaantrekkende werking van het bedrijf uitgaat en de activiteit niet in conflict is met de huidige functies in de omgeving en de activiteit landschappelijk inpasbaar is. Ook activiteiten in het kader van wellness, care en cure passen binnen het gemeentelijke beleid. In dat kader is een kleinschalige zorgtuinderij op de locatie Pesaken 8 inpasbaar binnen het beleid van de gemeente en wordt in het bestemmingsplan hiervoor de ruimte geboden. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 30) Aelmans, namens R. Kreuels, Bocholtz, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 18-11-2008, ingekomen 19-11-2008 onder nummer I.08.05012 Samenvatting zienswijze Cliënt wil het pand binnen afzienbare tijd gaan bewonen echter gelet op de bouwkundige staat van het pand dient overgegaan te worden tot sloop van de bestaande bebouwing met bijgebouw. Hiervoor wil indiener een nieuwe woning met bijgebouw op een andere locatie dan aangeduid in het bestemmingsplan terugbouwen. Gelieve het bestemmingsplan hierop aan te passen. Standpunt gemeente Voor deze locatie zijn reeds eerdere verzoeken ingekomen. Daarbij is aangegeven dat de gemeente in principe medewerking wil verlenen. Echter hiervoor dient een goede ruimtelijke onderbouwing aangeleverd te worden waaruit blijkt dat voor de gewijzigde situering van het bouwvlak geen planologische belemmeringen aanwezig zijn (bodem, geluid, archeologie etc.). Deze gegevens zijn nog niet aangeleverd waardoor vooralsnog geen medewerking verleend kan worden aan het verzoek tot verplaatsing van het bouwvlak. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 136
31) De heer J. Havenith, Elkenrade 5, 6289 NA Elkenrade d.d. 18-11-2008, ingekomen 18-11-2008 onder nummer I.08.05002 Samenvatting zienswijze Indiener verzoekt om uitbreiding van zijn atelier-bergruimte met de voormalige stal en berging op het perceel 98. Standpunt gemeente Gezien de feitelijke situatie zal de voormalige stal en berging op het perceel 98 onder de woonbestemming met aanduiding bijbouwvlak worden gebracht. Door middel van een koppelteken zal dit vlak gekoppeld worden aan de locatie Elkenrade 5. In totaal mag binnen deze gekoppelde woonbestemming 70 m² aan bijgebouwen gerealiseerd worden. De bestemmingsplankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 32) Aelmans, namens Mw. Alberts-Pinckaers, Gulpen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 18-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05023 Samenvatting zienswijze Cliënte kan zich niet verenigen met de voorgenomen omvangrijke inperking van zowel de agrarische bedrijfskavel als het bouwvlak en verzoekt om de huidige vigerende bedrijfskavel met bijbehorend bebouwingsvlak te handhaven. Standpunt gemeente Uit de ingevulde enquête is niet gebleken dat er sprake is van een rendabel agrarisch bedrijf met een concreet toekomstperspectief. Er zijn geen concrete ontwikkelingen voor de eerst komende jaren aangegeven. Uit de ingediende zienswijze blijkt dat er sprake is van overname. Deze is echter nog niet direct voorzien op korte termijn en ook niet in een bedrijfsontwikkelingsplan aangetoond. De gemeente dient in dit kader dan ook aan te sluiten op het provinciale beleid. In dit beleid wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een bebouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel dat ingericht is als in- en oprit en tuin. Op basis van dit provinciale beleid is de bouwkavel van cliënt aangepast c.q. verkleind. Ontwikkelingsruimte wordt in de toekomst geboden als sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf en op basis van de bouwkavel op maat. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen. Het bestemmingsvlak en bouwvlak kan op basis van de gegevens uit de en137
quête en de zienswijze niet onverkort worden overgenomen en blijft in verkleinde vorm, overeenkomstig het ontwerp bestemmingsplan, gehandhaafd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 33) De heer R. Thomas en mw. H. Heintges, Elkenrade 11, 6289 NB Elkenrade d.d. 17-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04980 Samenvatting zienswijze a. Gelieve het bestemmingsplan aan te passen zodat nabij het perceel Elkenrade 11 de bestaande kweekkas gesloopt kan worden en elders een ‘historische’ kweekkas’ gebouwd kan worden. b. Daarnaast wenst indiener tussen het perceel Elkenrade 15/15a en de tuin een muur van circa 2 meter hoog te bouwen (muur van Kunrader steen en oude bakstenen waartegen leifruit geplaatst wordt). Standpunt gemeente a. Gelet op de reeds aanwezige kweekkas die gesloopt zal worden, de kwaliteitsslag die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden door indieners op onderhavig perceel middels het beëindigen c.q. niet meer voortzetten van de intensieve varkenshouderij en de sloop van de varkensstal alsmede de landschappelijke aanpassingen en bijdrage aan de leefbaarheid van het buitengebied, achten wij de realisatie van een nieuwe kweekkas, ter vervanging van de bestaande boogtunnelkas, gerechtvaardigd. Gesteld kan worden dat het leveren van een BOM+achtige tegenprestatie / compensatie reeds heeft plaatsgevonden. Derhalve zal aansluitend aan de W-CO bestemming een bijbouwvlak worden opgenomen waardoor een nieuwe kweekkas conform de bijbehorende planregels gerealiseerd kan worden. De plankaart zal hierop aangepast worden. b. Door het toekennen van een bijbouwvlak wordt ook de realisatie van de gewenste “leifruitmuur” mogelijk. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 34) De heer J. Maas, Hilleshagerweg 51, 6281 AD Mechelen ingekomen 18-11-2008 onder nummer I.08.04990 Samenvatting zienswijze a. Indiener vraagt het bestemmingsplan te wijzigen voor het gedeelte van het perceel achter de paardenstal. b. Indiener vraagt een aanlegvergunning voor het aanleggen van een uitloopplaats gelegen achter de opslagplaats 138
c. Verder wil indiener een haag aanleggen rond de rand van het perceel en rondom de zandbak enkele hoogstamfruitbomen planten. Standpunt gemeente a. Uit nadere analyse van de bestemmingsplankaart en de luchtfoto is gebleken dat een gedeelte van de percelen van indiener abusievelijk onder de bestemming Wonen-Cultuur en Ontspanning zijn gebracht. Deze percelen met daarop een bijbouwvlak behoren bij nummer 51 en dienen de woonbestemming te krijgen. De plankaart zal hierop aangepast worden. Daarnaast is gebleken dat het perceel ten oosten van de woning onder de woonbestemming is opgenomen terwijl deze gronden agrarisch worden gebruikt. Deze gronden zullen onder de bestemming agrarisch worden gebracht. Anderzijds wordt een gedeelte van het perceel achter de paardenstal gebruikt als erf en daarom wordt dit deel conform het verzoek onder de woonbestemming gebracht. De bestemmingsplankaart zal hierop worden aangepast. b. Het aanleggen van een uitloopplaats (zandbak) kan niet met een aanlegvergunning worden geregeld. Hiervoor dient een afzonderlijke procedure doorlopen te worden. Daarbij dient de noodzaak van de zandbak aangetoond te worden en zal een tegenprestatie verlangd worden. Deze tegenprestatie kan bijvoorbeeld (gedeeltelijk) bestaan uit de aanleg van een haag en de aanplant van hoogstamboomgaarden. Hiervoor dient een separaat verzoek ingediend te worden. Het bestemmingsplan hoeft hiervoor niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 35) De heer W.H. Franssen, Vossenstraat 23, 6286 BW Nijswiller d.d. 18-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05025 Samenvatting zienswijze Graag de bestemming natuur van het perceel grenzend aan Vossenstraat 23 wijzigingen in een agrarische bestemming. Verder wenst betrokkene zijn bouwkavel te vergroten. Standpunt gemeente Het perceel is gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan NatuurBos- en Landschap op basis van de SAN (Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer). Voor deze gebieden wordt met deze regeling gestreefd dat er particulier beheerde nieuwe natuur gerealiseerd wordt binnen de EHS. Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de 139
realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het agrarisch gebruik blijft daarmee gewaarborgd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Vergroting van de bouwkavel kan slechts nadat een BOM+procedure is gevoerd. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen voor wat betreft de omzetting van de bestemming N in AW-NL en ongegrond te verklaren voorzover het betreft het vergroten van de bouwkavel. 36) M.J.A. van Elmbt, Grensweg 2, 6277 NA Slenaken d.d. 19-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05026 Samenvatting zienswijze De rode contour ligt midden tussen de woningen gelegen aan de Grensweg 2 en Grensweg 2a. Graag deze contour corrigeren zodat de feitelijke situatie wordt weergegeven. Standpunt gemeente De rode contour is een grens die door de provincie is vastgesteld in de POLaanvulling Contourenbeleid 2005. Als gemeente kunnen en mogen wij deze contour niet wijzigen. De contour maakt alleen als aanduiding onderdeel uit van het bestemmingsplan waarbij in artikel 41.19 verwezen wordt naar het provinciale beleid. Verder heeft de contour in het kader van het bestemmingsplan geen enkele betekenis. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 37) Gerardushoeve, Landsraderweg 12-14, 6276 PH Heijenrath d.d. 17-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05027 Samenvatting zienswijze a. De bestemming van ons hotel is niet goed aangeduid. Het hotel wordt aangeduid als recreatiebestemming en niet als horecabestemming. b. Ons bedrijf heeft zowel een horeca- als een cafévergunning en moet als zodanig in het nieuwe bestemmingsplan worden opgenomen met de kleur rood. c. Er wordt helemaal geen uitbreidingsmogelijkheid toegewezen, hetgeen in de toekomst de doodsteek voor het bedrijf kan zijn. Uitbreiding binnen het bestaande gebouw is niet mogelijk daar het gebouw een Limburgse boerderij met binnenhof is. Standpunt gemeente a. De recreatieve bestemming is overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Feitelijk is hier sprake van een horecafunctie. Het hotel zal dan ook onder de 140
horecabestemming worden gebracht. De bestemmingsplankaart zal, inclusief mogelijk verleende vrijstellingen, hierop worden aangepast. b. zie reactie onder a. c. Het bestemmingsplan is een actualisatie van het geldende bestemmingsplan. Uitbreiding van een bestemming kan hierin niet direct worden meegenomen. Het provinciale en gemeentelijk beleid is gericht op beheersing en waar mogelijk terugdringing van de verstening van het landelijk gebied met het oog op de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Voor de ontwikkeling van horecavoorzieningen in het buitengebied geldt dan ook het voor wat, hoort wat principe. Indien uitbreiding gewenst is, moet deze passen binnen de omgeving en zal er een tegenprestatie tegenover moeten staan (BOM+-achtige benadering). Dit verzoek dient dan zowel door de gemeente als door de provincie van een positief advies te zijn voorzien. Het reeds ingediende verzoek voldeed hier niet aan. Hiervoor zal een separaat verzoek ingediend moeten worden dat onder andere bestaat uit een bedrijfsontwikkelingsplan en een compensatie- en inrichtingsschets. De gewenste uitbreiding kan dan ook niet meegenomen worden in dit bestemmingsplan Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a en b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt c wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 38) Mw. E. Mertens-Schreurs, Hurpescherweg 4a, 6281 NL Mechelen d.d. 19-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05028 Samenvatting zienswijze Gelieve de garage te splitsen zodat het voorste gedeelte als garage en het achterste gedeelte als kantoor gebruikt kan worden. Standpunt gemeente Het perceel Hurpescherweg 4a is gelegen binnen de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning. In artikel 25.5.2 zijn onder b. aan-huis-gebonden beroepen tot een oppervlakte van 100 m² rechtstreeks binnen de bebouwing toegestaan. Het vestigen van een kantoor met een oppervlakte kleiner dan 100 m² is in het achterste gedeelte van de garage dan ook zonder meer toegestaan. Het past binnen de regeling zoals reeds opgenomen in het bestemmingsplan. Die hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren.
141
39) Arvalis, namens Sp. Slenaken en Jonkheid, Putweg 2, 6343 PE Klimmen d.d. 14-11-2008, ingekomen 19-11-2008 onder nummer I.08.05020 Samenvatting zienswijze a. Meenemen oefenhoek van 58 bij 100 meter in de bestemming Sport. b. Meenemen uitbreiding kleedaccommodaties Sp Slenaken ’63 met op begane grond kleedruimte, verdieping vergaderruimte en opslag, etc. inclusief zadeldak. c. Meenemen uitbreiding opslagruimte Jonkheid Schlennich Standpunt gemeente a. Voor de uitbreiding van het sportpark dient de bestemming sport vergroot te worden. Uitbreiding van dit vlak is niet direct mogelijk. Om het vlak uit te breiden, dient conform het provinciale beleid, een BOM+-achtige procedure doorlopen te worden. Hiervoor dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden, aangevuld met een compensatie- en inrichtingsplan. Wanneer de vergroting echter beperkt blijft tot maximaal 10% van de huidige kavel kan deze vergroting direct meegenomen worden. De bestaande sportpark heeft een oppervlakte van 22.396 m². Door vergroting met 10% wordt de maximale omvang 24.636 m². Dit betekent een uitbreiding van 2.240 m². In totaal wordt een uitbreiding van 1.250 m² gevraagd. Dit past binnen de 10% marge. In totaal zal de bestemming sport met 10 meter aan westelijke zijde worden uitgebreid. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. b. Voor de kleedaccommodatie van Sp. Slenaken ’63 is in het bestemmingsplan een uitbreidingsruimte van 5 meter aan de achterzijde van het gebouw opgenomen. Deze uitbreidingsruimte zal uitgewisseld worden met een uitbreidingsruimte in oostelijke richting. Het bouwplan past dan binnen het bouwvlak. In de planregels zal de goothoogte verhoogd worden van 4,00 meter naar 5,00 meter waardoor het bouwplan hier ook binnen past. Zowel de plankaart als de planregels zullen hierop aangepast worden. c. Het bouwplan voor de opslagruimte Jonkheid Schlennich heeft een breedte van 7,15 meter. In het plan is een uitbreidingsruimte tot 5,0 meter opgenomen. Deze zal vergroot worden tot 7,50 meter zodat het planvoornemen past binnen het bouwvlak. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplanregels en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 40) Architektenburo Jo Ploemen, namens R. Lenoir Mechelen, Commandeurstraat 48, 6281 AN Mechelen d.d. 18-11-2008, ingekomen 19-11-2008 onder nummer I.08.05011
142
Samenvatting zienswijze Indiener verzoekt om medewerking te verlenen aan het uitbreiden van een woonbestemming aan de Hilleshagerweg te Mechelen. Het plan is om ten oosten van het perceel met huisnummer 90 een nieuwe woning op te richten. Standpunt gemeente Voor het bouwen van burgerwoningen geldt het provinciale beleid zoals opgenomen in de POL-herziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg. Uitgangspunt is dat de bouw van nieuwe burgerwoningen in het buitengebied niet is toegestaan. Primair dienen rode ontwikkelingen op het platteland plaats te vinden binnen de rode contouren zoals aangeduid op de plankaart. Indien hier motieven voor zijn, zoals omschreven in paragraaf 3.1.1. van de POL-herziening, kan van dit principe afgeweken worden. Het planvoornemen voldoet hieraan niet en kan dus niet opgenomen worden in het bestemmingsplan. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 41) Accon AVM Groep BV, namens J.M. van Houtem Mechelen, Heuvelstraat 16, 5751 HN Deurne d.d. 17-11-2008, ingekomen 19-11-2008 onder nummer I.08.05013 Samenvatting zienswijze a. Onjuiste bestemming perceel Dal Bissenweg 4. Het verzoek is om de bestemmingsaanduiding W-CO te verwijderen van het perceel Dal Bissenweg 4 en toe te voegen aan Dal Bissenweg 6. Op de noordwesthoek van het perceel is de aanduiding W-CO opgenomen maar deze behoort bij het perceel met huisnummer 6. b. Toevoegen van de bestemming Agrarisch-Bedrijf aan het perceel Dal Bissenweg 4. Het deel van de plankaart dat nu is voorzien van de bestemming W-CO dient gewijzigd te worden in die zin dat voor dit deel van het perceel de bestemming Agrarisch-Bedrijf wordt opgenomen. c. Aanduiding Beeldbepalend pand. In de legenda staat voor een asterisk opgenomen dat het gaat om een beeldbepalend pand terwijl in de voorschriften wordt gesproken van karakteristieke gebouwen. d. Extra voorwaarden opnemen. Om artikel 25 onder 1 t/m 4 dient een extra voorwaarde te worden toegevoegd inhoudende dat “de exploitatie- en ontwikkelingsmogelijkheden van gevestigde agrarische bedrijven niet mogen worden beperkt”. Het lijkt daarbij gewenst dit medegebruik te binden aan een vrijstelling om de juiste afweging te kunnen maken. e. Aanduiding bouwvlak ter hoogte van het bijgebouw terwijl dit de aanduiding bijbouwvlak moet zijn. Het bijgebouw dat gelegen is achter de woning Dal Bissenweg 6 is aangeduid als bouwvlak. Het lijkt dat deze aanduiding abusievelijk is opgenomen. De bedoelde aanduiding voor het bijgebouw dient te worden gewijzigd in bijbouwvlak.
143
Standpunt gemeente a. De plankaart zal worden aangepast waarbij het aangeduide perceel onder de bestemming Agrarisch-Bedrijf wordt gebracht. Abusievelijk is dit verkeerd ingetekend. b. Zie reactie onder a. c. Abusievelijk is dit in de legenda verkeerd opgenomen. In de legenda zal de tekst beeldbepalend pand gewijzigd worden in karakteristieke bebouwing. d. In artikel 25 is onder punt 2. bepaald dat er geen onevenredig negatief effect op de omgeving mag ontstaan. Hieronder valt in principe de bepaling dat belangen in de omgeving, in dit kader agrarische bedrijfsbelangen, niet mogen worden aangetast c.q. beperkt. Om toch een kwaliteitstoets in te bouwen, zullen aan de doeleindenomschrijving de door indiener voorgestelde aanvullingen worden toegevoegd. De bestemmingsplanregels zullen hierop worden aangepast. Daarnaast is het beleid van de gemeente juist gericht op het direct mogelijk maken, zonder enige vorm van procedure, van het medegebruik binnen de bestemming WonenCultuur en ontspanning. Dit gebruik is echter alleen toegestaan als aan de voorwaarden onder 1 tot en met 4 voldaan wordt. De gemeente wil juist panden met een monumentale of karakteristieke waarde meer mogelijkheden bieden om het behoud van deze panden te vereenvoudigen. Wordt echter niet aan de voorwaarden voldaan dan is het medegebruik in strijd met het bestemmingsplan en kan de gemeente handhavend opgetreden. In het bestemmingsplan wordt hiervoor dan ook geen vrijstelling c.q. ontheffing opgenomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. Abusievelijk is dit verkeerd op de plankaart ingetekend. Het betreffende bijgebouw zal onder het bijbouwvlak worden gebracht. Het bouwvlak zal dan ook gewijzigd worden in een bijbouwvlak. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a, b, c en e gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart en legenda dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt d wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 42) Mw. Y.E.J.M. Janssen-Kleijnen, Crapoel 3, 6271 NW Gulpen d.d. 18-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05043 Samenvatting zienswijze Een perceel landbouwgrond tussen Crapoel en Landsrade is aangemerkt als natuur terwijl dit perceel agrarisch in gebruik is. Gelieve dit perceel van een agrarische bestemming te voorzien. Standpunt gemeente Het perceel kadastraal bekend onder nummer 72 heeft op de plankaart de be144
stemming AW-NL. Dit is de bestemming Agrarisch met waarden-Natuur- en Landschapswaarden. Deze gronden zijn in hoofdzaak bedoeld voor een duurzaam agrarisch gebruik. Op de kaart dubbelbestemming Waarde-Ecologie is het perceel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur. Overeenkomstig het provinciale beleid maakt het perceel onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur en is nader aangeduid als beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SAN (Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer). Voor deze gebieden wordt met deze regeling gestreefd om particulier beheerde nieuwe natuur te realiseren binnen de EHS. Echter deze gronden zijn nu agrarisch in gebruik en hebben dan ook een agrarische bestemming (AW-NL). Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Omdat de gronden op plankaart 5 aangeduid zijn als AW-NL en een duurzaam agrarisch gebruik daardoor is gewaarborgd hoeft het bestemmingsplan niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 43) De heer H.M.E. Nix, Julianastraat 39a, 6285 AN Epen d.d. 18-11-2008, ingekomen 20-11-2008 onder nummer I.08.05044 Samenvatting zienswijze a. Gelieve voor de woningen 37, 39 en 39a een bijbouwvlak opnemen. b. De twee appartementen zijn aangeduid als monument maar deze zijn dit niet. Standpunt gemeente a. De begrenzing van de woonbestemming zal overgenomen worden uit het geldende bestemmingsplan. Eveneens zal het huidige bijbouwvlak overgenomen worden. Daarbij zal het bijbouwvlak zoals dat nu gelegen achter nummer 35a uitgewisseld worden ten behoeve van de woningen 37, 39 en 39a. De door indiener gewenste locatie van het bijbouwvlak past niet binnen het huidige bestemmingsplan alsook niet binnen het huidige provinciale en gemeentelijke beleid. Volgens dit beleid dienen bijgebouwen bij burgerwoningen beperkt van omvang te zijn en qua functie te passen bij de bestemming en qua locatie in de directe nabijheid van de burgerwoning gesitueerd te worden. De door indiener aangewezen locatie betekent een verdere verstening van het buitengebied waarbij gebouwd wordt buiten de bestaande bebouwingslijn van Eperheide. De gewenste bijgebouwen dienen dan ook dichter bij de bestaande bebouwing geconcentreerd te worden waarbij natuurlijk de monumentale waarde van het pand niet teniet gedaan mag worden. Op de bestemmingsplankaart zal een voorstel voor de locatie van bijgebouwen opgenomen worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. Volgens de gegevens van het monumentenregister vallen de appartementen wel degelijk onder de monumentomschrijving, daarom wordt de aanduiding Mo145
nument op de plankaart gehandhaafd. Voorgesteld wordt de zienswijze genoemd onder a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart aan te passen en de zienswijze genoemd onder b ongegrond te verklaren. 44) De heer en mevrouw Farber-Hazen, Stokhem 32, 6321 PG Wijlre d.d. 18-11-2008, ingekomen 19-11-2008 onder nummer I.08.05014 Samenvatting zienswijze a. De bestemming AW-NL met aanduiding (kl) voor wat betreft het perceel kadastraal nummer 2162 aan de Stokhemgats wijzigen in de bestemming N. b. De bestemming AW-NL met aanduiding (kl) aan de randen van de kernen volledig te herzien en op te splitsen in ‘tuin zonder bebouwing’ en/of de bestemming N of AW-NL al naar gelang de ter plaatse aanwezige landschappelijke waarden en of natuurwaarden. c. Begrenzing van het bouwvlak/bijbouwvlak van woonhuis Stokhem 32 komt nog steeds niet overeen met de feitelijke situatie van de bouwvergunning. d. Gelieve handhavend op te treden zodat het voetpad “Gats” toegankelijk gehouden wordt. Standpunt gemeente a. De gronden kadastraal bekend nummer 2162 zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. Deze bestemming is in dit bestemmingsplan overgenomen. Het op het perceel aanwezige schuurtje is niet positief bestemd en valt daardoor onder het overgangsrecht. Het perceel is wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en ook vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en semi-agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL met aanduiding kleinschalig gebruik) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal nu dan ook als agrarisch met waardennatuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Abusievelijk is de arcering niet in de legenda opgenomen. Het betreft hier inderdaad de gronden die zijn aangeduid als (kl). De legenda zal hierop worden aangepast. De bestemming van deze gronden als Tuin zonder bebouwing past 146
niet binnen de gehanteerde systematiek van het bestemmingsplan. De gronden die onbebouwd moeten blijven maken onderdeel uit van de bestemming Wonen en zijn derhalve niet voorzien van een bouw- en bijbouwvlak. Kijkend naar het daadwerkelijke gebruik van gronden, blijkt dat er dan nog steeds zogenaamde uitlopers zijn, waaronder bijvoorbeeld tuinen die gelegen zijn buiten de woonbestemming en die verder in het landelijk gebied doorlopen. Deze zijn derhalve opgenomen binnen de bestemming A of AW-NL en voorzien van de aanduiding (kl). Daarmee sluiten we onze ogen niet voor het feitelijke gebruik dat vaak al jarenlang aanwezig is en voorkomen tegelijkertijd dat deze gronden verder cultuurlijk en/of met gebouwen of bouwwerken ingericht worden. De gronden zijn veelal in gebruik als schapen- en paardenwei, paardenbak, volks- en of moestuin en tuin. Het betreft zoals vermeld het vastleggen van het bestaande feitelijke gebruik. Gebieden rondom bebouwing alwaar nog steeds een duidelijke scheiding is tussen kern en landelijk gebied zijn niet van deze aanduiding kleinschalig voorzien. Aanvullend is bepaald dat op grote bouwpercelen van ten minste een hectare een gebouw van 12 m² mag worden opgericht waarbij deze gebouwen landschappelijk dienen te worden ingepast. Doelstelling van deze regeling is dat het mogelijk moet zij om kleine gebouwtjes op te richten die ten dienste staan van het onderhoud van het landschap en daarmee ook gerechtvaardigd zijn, zoals bijvoorbeeld kleine veeschuilplaatsen. In de dagelijkse praktijk blijkt hier ook een duidelijke behoefte aan te bestaan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Het opnemen van een koppelteken hoeft binnen de systematiek van dit bestemmingsplan niet. Het opgenomen bijbouwvlak telt mee als bijbouwvlak bij nummer 32. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Het illegaal gebruik dat plaatsvindt op de door indiener aangegeven gronden is doorgegeven bij handhaving. Hiervoor dient een procedure gevolgd te worden die los staat van het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op punt b wat betreft de arcering in de legenda van de aanduiding kleinschalig gegrond te verklaren en de legenda dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 45) Arvalis, namens dhr. En mw. Cox-Coemans, Putweg 2, 6343 PE Klimmen d.d. 20-11-2008, ingekomen per fax 20-11-2008, per post 24-11-2008 onder nummer I.08.05086 Samenvatting zienswijze a. Agrarisch-Bedrijf (A-B). Een schuur is opgenomen binnen de bestemming Gemengd dient onderdeel uit te maken van de bestemming Agrarisch-Bedrijf. 147
b. Agrarisch-Bedrijf (A-B). Daarnaast dient de aanwezige mestopslag opgenomen te worden binnen het bouwvlak. c. Natuur. Gelieve de bestemming Natuur van de in bijlage 2 aangeduide gronden te halen en te wijzigen in de bestemming AW-NL. Deze zijn buiten het Natura 2000-gebied gelegen. d. Natuur. Gelieve de bestemming Natuur van de in bijlage 3 aangeduide gronden te halen en te wijzigen in de bestemming AW-NL. Deze zijn binnen het Natura 2000-gebied gelegen maar deze begrenzing is nog niet vastgesteld. Standpunt gemeente a. De bestemming van de schuur zal gewijzigd worden waardoor deze onderdeel uitmaakt van de bestemming Agrarisch-Bedrijf. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. Het bouwvlak zal gewijzigd worden waardoor de aanwezige mestopslag in het bouwvlak opgenomen wordt. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. De gronden die in bijlage 2 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. d. De gronden die in bijlage 3 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 148
46) Achmea Rechtsbijstand, namens M. Loo De Smockelaer Heijenrath, Postbus 10100, 5000 JC Tilburg d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05066 Samenvatting zienswijze Indiener, cliënt, vreest dat zijn onderneming in waarde daalt als aan de woning Givelderweg 3 de status van burgerwoning wordt toegekend en dat een aanmerkelijke planschade geleden wordt. Tegen deze achtergrond wordt dan ook verzocht ervan af te zien de woning Givelderweg 3 onder de woonbestemming te brengen. Standpunt gemeente Het bedrijfspand en de oorspronkelijke bedrijfswoning zijn gesplitst verkocht. De woning Givelderweg 3 is momenteel in gebruik als burgerwoning. Dit feitelijke gebruik is geregeld in het bestemmingsplan. De gemeente ziet geen aanleiding om dit te wijzigen. Zowel vanuit planologisch oogpunt als milieuoogpunt gezien vormt de bestemming ‘Wonen’ geen belemmering voor de bedrijfsvoering van De Smockelaer. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 47) Aelmans, namens D. Broecheler Gulpen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 19-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05065 Samenvatting zienswijze Gelieve een extra bouwvlak toe te kennen voor een vakantiewoning binnen de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie voor de contouren zoals deze voor een woning momenteel nog aanwezig zijn. Standpunt gemeente Binnen het geldende bestemmingsplan is op de plankaart de bebouwingscontour van de woning aangegeven. Binnen dit bestemmingsplan is het mogelijk om ter plaatse nog een vakantiewoning op te richten. Deze contour zal in dit bestemmingsplan overgenomen worden, waardoor de bouw van een of twee vakantiewoningen mogelijk is. Het op te nemen bouwvlak zal ingetekend worden overeenkomstig de aanwezige resten van de voormalige woning. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen.
149
48) H.G.C.M. Hagelstein, Elkenrade 21b, 6289 NB Elkenrade d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05064 Samenvatting zienswijze a. Indiener is het niet eens met de aanduiding kwekerij op het perceel Elkenrade 20. Gelieve dit te wijzigen in tuincentrum. b. Er worden twee percelen aan elkaar gekoppeld. Dit moet niet de bedoeling zijn. Indiener wil het tuincentrum verplaatsen naar Elkenrade 21B. Daarnaast staan er diverse gebouwen niet ingetekend. c. Wat wordt bedoeld met bedrijfswoning. Indiener woont in bij zijn ouders aangezien de gemeente geen woning voor hem heeft. d. Het moet mogelijk zijn om op het perceel teeltondersteunende voorzieningen te gebruiken en uit te breiden. Voor een normale bedrijfsvoering is dit noodzakelijk. Standpunt gemeente a. In het geldende bestemmingsplan “Elkenrade-Dorp” is het perceel Elkenrade 20 bestemd voor “Woondoeleinden” en “Tuin”. Terplekke worden reeds gedurende vele jaren bloemen en planten gekweekt en vinden beperkte verkoopactiviteiten plaats van deze bloemen en planten. Gelet op de kleinschalige (infra)structuur van het gehucht Elkenrade is de vestiging van een zogenaamd tuincentrum niet acceptabel. Dit vanwege de verkeersaantrekkende werking die een tuincentrum met zich mee brengt. Een beperkte verkoop inherent aan de kwekerij-activiteiten achten wij het maximaal toelaatbare. Aan het realiseren van een tuincentrum verleend de gemeente geen medewerking (zie hiervoor ook eerdere correspondentie van d.d. 19 juli 2007 met als kenmerk U.07.03809 waarnaar wij op deze plaats dan ook verwijzen). Daarom is op de plankaart ook de aanduiding kwekerij opgenomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De gronden achter Elkenrade 20 worden te samen met het perceel Elkenrade 21B voor kwekerijdoeleinden gebruikt. In dat kader is ter plaatse sprake van één activiteit gevestigd die op twee locaties wordt uitgeoefend. In dat kader worden deze gronden dan ook aan elkaar gekoppeld. Het betreft een bevestiging en tevens planologische regeling van de bestaande situatie. De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. De gebouwen die op de luchtfoto staan zijn ingetekend. Kassen en andere niet permanente constructies worden niet in de ondergrond aangegeven. Deze gebouwen zijn bij het kadaster niet bekend en worden dan ook niet op de kadastrale ondergrond aangegeven. De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast.
150
c. Abusievelijk is de woning Elkenrade 20 als bedrijfswoning behorende bij de kwekerij onder de agrarische bestemming gebracht. Dit zal worden aangepast en de woning Elkenrade 20 zal als Wonen-Cultuur en ontspanning bestemd worden met een bijbouwvlak. Bij het agrarisch bedrijf zelf is geen bedrijfswoning toegestaan. Hiervoor zijn in het verleden reeds procedures doorlopen en in dat kader hebben zich geen gewijzigde omstandigheden voorgedaan. Wij verwijzen hiervoor naar eerdere correspondentie met als kenmerk U.07.03809 verzonden d.d. 19 juli 2007. d. De gronden die voor de kwekerijactiviteiten gebruikt mogen worden zijn bestemd als Agrarisch-Bedrijf. Volgens de planregels behorende bij de bestemming is het toegestaan om op die gronden teeltondersteunende voorzieningen aan te brengen (artikel 4.2.1 onder b). Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op punt c wat betreft de bedrijfswoning gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 49) H.G.C.M. Hagelstein, Elkenrade 21 B, 6289 NB Elkenrade d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05061 Samenvatting zienswijze a. Indiener mist de aangegeven uitbreiding voor een tuincentrum en een woning. De gebruiksmogelijkheden op het perceel 310, Elkenrade 21 B dienen zo uitgebreid mogelijk te worden. Het moet mogelijk zijn om op het betreffende perceel diverse bedrijfsactiviteiten te ontplooien. b. Indiener wenst de loodsen ook te kunnen gebruiken voor niet-agrarische activiteiten. c. Het vastgestelde bouwkavel voor perceel 310, Elkenrade 21 B is te krap bemeten. Standpunt gemeente a. Bij besluit van 19 juli 2007 met als kenmerk U.07.03809 waarnaar wij op deze plaats dan ook verwijzen is aan indiener medegedeeld dat het College op grond van juridische en planologische bezwaren geen medewerking verleend aan het verzoek om een tuincentrum met bedrijfswoning te vestigen c.q. uit te breiden op de locatie Elkenrade 21B. Gelet op de aard en de omvang van het bedrijf is geen bedrijfseconomische noodzaak om bij het bedrijf te wonen. Gelet op de huidige omvang van het bedrijf (om en nabij de 33 Nge) is er geen sprake van een volwaardig agrarisch bedrijf. Enkel en alleen volwaardige agrarische bedrijven komen immers in aanmerking voor realisatie van een bedrijfswoning. Dit is overigens ook meermaals door de Provincie Limburg reeds schriftelijk aan u bevestigd. Verder is in het Coalitie-akkoord “Samen….werkt” voor de periode 2006 -2010 tussen CDA, Balans en PVDA opgenomen dat de bestaande lintbebouwing niet mag worden
151
verlengd ten behoeve van woningbouw. Aangezien de bedrijfsloodsen het einde van de lintbebouwing aan de Vrouwendelweg vormen is terplekke op basis van het coalitieakkoord geen verdere uitbreiding van de woonbebouwing toegestaan. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. Er hebben zich, wat betreft de verplaatsing/uitbreiding en bedrijfswoning, geen gewijzigde omstandigheden voorgedaan. Zie wat betreft het tuincentrum ook het gemeentelijk standpunt op de zienswijze nummer 48. b. Op de agrarische bouwkavel zijn slechts agrarische activiteiten toegestaan die verband houden met de uitoefening van een grondgebonden agrarisch bedrijf, waarbij de beperkte verkoop van bedrijfsproducten afkomstig van het eigen bedrijf en in eigen beheer is toegestaan. c. Voor deze locatie is de agrarische bedrijfsbestemming overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Uitbreiding van dit vlak is niet mogelijk aangezien enkel en alleen volwaardige agrarische bedrijven in aanmerking komen voor uitbreiding van de bouwkavel. Op basis van de ons ter beschikking staande gegevens is gebleken dat het bedrijf met een omvang van om en nabij de 33 NGE niet als volwaardig te betitelen is. Conform de provinciale beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen kunnen teeltondersteunende voorzieningen ook aansluitend aan de bouwkavel plaatsvinden. Hiervoor is een uitbreiding van de bouwkavel niet noodzakelijk. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 50) J.M. Hagelstein, Elkenrade 20, 6289 NB Elkenrade d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05062 Samenvatting zienswijze a. De bijgebouwen ontbreken op de kaart bij perceel 299, Elkenrade 20. b. Het bouwvlak voor bijgebouwen ontbreekt op de kaart bij perceel 299, Elkenrade 20. c. De bestemming voor het perceel 299, Elkenrade 20 komt niet overeen met het huidige gebruik. De woning wordt bewoont door een particulier en is aangemerkt als bedrijfswoning. De bestemming zorgt ervoor dat, in het geval van uitbreiding met bijgebouwen, er voldaan dient te worden aan Bom+.
152
Standpunt gemeente a. De gebouwen die op de luchtfoto staan, zijn ingetekend. Kassen en andere niet permanente constructies worden niet in de ondergrond aangegeven. Deze gebouwen zijn bij het kadaster niet bekend en worden dan ook niet op de kadastrale ondergrond aangegeven. De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Binnen de bestemming Agrarisch-Bedrijf bestaat het bijbouwvlak niet. De bestemming van de woning Elkenrade 20 zal echter aangepast worden naar WonenCultuur en ontspanning. In dat kader zal ook een bijbouwvlak opgenomen worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. c. De bestemming van de woning Elkenrade 20 zal gewijzigd worden naar de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning (W-CO). De achterliggende percelen worden voor de kwekerij gebruikt. Hierdoor wordt de feitelijke situatie vastgelegd. Binnen de bestemmingen W-CO zal voor de woning een bouw- en bijbouwvlak worden opgenomen. Hierdoor mag op het perceel behorende bij de woning 70 m² aan bijgebouwen gerealiseerd worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten b en c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 51) Familie Wimmers-Waelen, Hurpescherweg 5, 6281 NL Mechelen d.d. 18-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05063 Samenvatting zienswijze Gelieve een bouwvlak intekenen of bebouwingsregels vaststellen, waardoor het oprichten van een gebouwtje (+/- 12m²) ten behoeve van pony’s mogelijk wordt gemaakt op het betreffende perceel Hurpescherweg 5, Mechelen. Standpunt gemeente Overeenkomstig de woningen in de omgeving zal op de plankaart een beperkt bijbouwvlak worden aangegeven waarbinnen een schuur van 12 m² gebouwd kan worden. De plankaart zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen.
153
52) Achmea rechtsbijstand, namens de heer en mevrouw Thiessen, Hamerstraat 9, 6287 NG Eys d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05060 Samenvatting zienswijze a. Op het perceel Hamerstraat 9 te Eys is bestemming ‘A-B’ niet aangegeven. b. De bestemming “differentiatievlak erosie” dient niet opgenomen te worden in het bestemmingsplan, vooruitlopend op het vast te stellen erosiebeleid. c. Op het gebied van archeologie dient het provinciaal beleid afgewacht te worden alvorens met gemeentelijk beleid opneemt. d. Regulier landbouwkundig gebruik dieper dan 30 cm dient vrijgesteld te worden van de aanlegvergunning. In het geval de aanlegvergunning gehandhaafd blijft dient de diepte bijgesteld te worden naar 50 cm diepte. Standpunt gemeente a. Uit de ingevulde enquête en het bedrijfsbezoek is niet gebleken dat er sprake is van een rendabel agrarisch bedrijf met een concreet toekomstperspectief naar voren gebracht. Er zijn geen concrete ontwikkelingen voor de eerst komende jaren aangegeven. De gemeente dient in dit kader dan ook aan te sluiten op het provinciale beleid. In dit beleid wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een bebouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel dat ingericht is als in- en oprit en tuin. Op basis van dit provinciale beleid is de bouwkavel van cliënt aangepast c.q. verkleind. Ontwikkelingsruimte wordt in de toekomst geboden als sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf en op basis van de bouwkavel op maat. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen. Het bestemmingsvlak en bouwvlak kunnen op basis van de gegevens uit de enquête en de zienswijze niet onverkort worden overgenomen en blijft in verkleinde vorm, overeenkomstig het ontwerp bestemmingsplan, gehandhaafd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Het differentiatievlak erosie is toegevoegd als achtervang om maatwerk mogelijk te maken. Het is ingevoegd als basisprincipe c.q. voorwaarde om het bestrijden en voorkomen van bodemerosie en wateroverlast planologisch te beschermen. We kunnen dan ook niet meegaan in uw reactie. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De gemeente beschikt voor vaststelling van het bestemmingsplan nog niet over een door de gemeenteraad vastgesteld archeologiebeleid. In dat kader zullen de richtlijnen van de provincie gehanteerd worden. Mogelijk dat in de toekomst wel een gemeentelijk archeologisch beleid wordt vastgesteld. Dit zal dan ook bekend gemaakt worden met de mogelijkheid om hierop te reageren. De momenteel te 154
hanteren grenzen zijn opgenomen in de dubbelbestemming Waarde-Archeologie. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Omdat de gemeente momenteel nog niet over eigen beleid beschikt wordt vooralsnog aansluiting gezocht bij het provinciale beleid. In dit beleid is een diepte van 0,3 meter vastgesteld. De planregels worden hierop niet aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 53) J.L.G.J. Nacken, Schweibergerweg 13, 6281 ND Mechelen d.d. 19-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05057 Samenvatting zienswijze Het perceel Wittem sectie C, nummer 11146 wordt thans gedeeltelijk aangeduid als bestemming ‘N’, verzocht wordt dit te wijzigen in de vigerende bestemming ALN (AW-NL). Standpunt gemeente De gronden kadastraal bekend sectie C, nummer 11146 zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. Het perceel is wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal nu dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 54) Aelmans, namens G. Brouwers, Gulpen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05058 Samenvatting zienswijze Op het perceel Elkenrade 8 te Gulpen zijn de vergunde gebouwen, te weten een mestput, paardenstallen en een sanitairgebouw, niet op de plankaart ingetekend.
155
Standpunt gemeente Voor de bestemmingsplankaart wordt gebruik gemaakt van digitale ondergronden die door het kadaster beschikbaar worden gesteld. Tegenwoordig worden echter niet alle gebouwen waarvoor een vergunning is verleend door het kadaster ingetekend. Alleen de hoofdgebouwen zetten zij nog op kaart. Hierdoor kan het voorkomen dat bepaalde gebouwen niet op kaart zijn gezet. Dit betekent echter niet dat ze er niet mogen staan. Voor de volledigheid zullen deze gebouwen aan de hand van een luchtfoto voor de locatie Elkenrade 8 ingetekend worden. De plankaart zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 55) Aelmans, namens mevrouw M.C.J.C. Ockels-van Leek Zuidhorn, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05059 Samenvatting zienswijze a. Verzoek principebesluit college toepassing wijzigingsbevoegdheid omzetting bestemming ‘Agrarisch met waarden: Natuur- en Landschapswaarden’ in bestemming ‘Agrarisch Bedrijf ’ in de toekomst. b. Een gedeelte van de verpachte landbouwgrond is in het ontwerp aangeduid met bestemming ‘Natuur’ (N), verzocht wordt dit gedeelte om te zetten in bestemming ‘Agrarisch’ (A). Standpunt gemeente a. Omdat er momenteel nog geen concrete plannen zijn en het verzoek dus te summier is kan bij meer duidelijkheid een principeverzoek ingediend te worden bij burgemeester en wethouders. Dit kan niet meegenomen worden in dit bestemmingsplan en dient dan ook separaat te gebeuren. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast b. De gearceerde gronden zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bosen Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal nu dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal 156
hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 56) J.M.M. Meessen, Tuinstraat 16, 6321 EJ Wijlre d.d. 12-11-2008, ingekomen 17-11-2008 onder nummer I.08.04979 Samenvatting zienswijze Het niet overeenkomstig de bouwvergunning (1968) gerealiseerde gebouw dient van de plankaart verwijderd te worden, omdat het illegaal is. Standpunt gemeente Voor het realiseren van een bloemen kweekkas is een vergunning afgegeven. Het gebouw is echter qua materiaal anders uitgevoerd. In dat kader had handhavend opgetreden moeten worden. Dit heeft de gemeente echter nagelaten. Momenteel is echter sprake van een verjaarde situatie (het gebouw staat er al te lang) en kan de gemeente niet meer handhavend optreden. Ter plaatse mag volgens vergunning een gebouw gerealiseerd worden. In dat kader zullen de contouren ook op de plankaart gehandhaafd blijven. De plankaart hoeft hierop niet aangepast te worden. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 57) F. Janssen, Slenakerweg 12, 6271 PE Gulpen d.d. 20-11-2008, ingekomen 25-11-2008 onder nummer I.08.05213 Samenvatting zienswijze a. Op de legenda-eenheid van de plankaart dient de aanduiding ‘beeldbepalend’ gewijzigd te worden in ‘karakteristieke bebouwing’ overeenkomstig de term gebruikt bij de bestemming ‘W-CO’. b. De bijgebouwen regeling is inconsequent. Omvang en diepte van het gebied, waar de bijgebouwenregeling van toepassing is, lijkt volstrekt willekeurig. c. Er is verschil tussen de legenda-eenheden op de plankaarten en de kaartuitsneden wat betreft leidingen. Op de plankaart is daarnaast niet goed duidelijk welke legenda-eenheden bij welke leidingen horen. d. Bij kasteel Neubourg is de beschermingszone voor de rioolwatertransportleiding smaller. e. Op de plankaarten zijn de tuinen bij woningen vaak zwart geworden door het gehanteerde schaalniveau. Dit maakt de plankaart op dit punt onleesbaar. f. Beutenaken 38 heeft de bestemming ‘dienstverlening’, terwijl deze plaats heeft op adres Beutenaken 36. Beutenaken 38 is een leegstaand pand. g. Beutenaken 25 heeft de bestemming ‘Wonen’ gekregen, maar dit perceel wordt als parkeerplaats gebruikt horend bij de forellenhandel op de Slenakerweg 16. 157
h. Het ingetekende bouwvlak op perceel Beutenaken 12 komt niet overeen met de recentelijk gerealiseerde uitbreiding van de woning met een aan huis gebonden beroep. Standpunt gemeente a. Abusievelijk is in de legenda de verkeerde term gebruikt. De term beeldbepalend dient vervangen te worden door karakteristiek. De legenda zal hierop aangepast worden. b. In de planregels is de bepaling opgenomen dat in een bijbouwvlak maximaal 70 m² aan bijgebouwen is toegestaan. Of er nou een klein of groot bijbouwvlak aanwezig is, in totaal is er niet meer dan 70 m² toegestaan. Bij het bepalen welk deel van het perceel met bijgebouwen bebouwd mag worden is gekeken naar de regeling in het geldende bestemmingsplan, de feitelijke situatie en de stedenbouwkundige inpassing. Die zijn op elkaar afgestemd en aan de hand daarvan is het bijbouwvlak ingetekend. Daarbij geldt als randvoorwaarde dat bij monumentale en karakteristieke bebouwing vaak een kleiner vlak is aangeduid omdat bijgebouwen daar niet altijd wenselijk zijn en het vaak gaat om grotere complexen waarbinnen het hoofdgebouw meer ruimte aanwezig is. Deze panden hebben dan ook vaak een groter bouwvlak dan een normale woning en hebben binnen het bouwvlak meer mogelijkheden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De legenda en plankaarten zullen op elkaar afgestemd worden. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. d. De breedte van de beschermingszone van de rioolwatertransportleiding is aangegeven door het Waterschapsbedrijf Limburg. Bij kasteel Neubourg geldt voor de rioolwatertransportleiding bijvoorbeeld een smallere zone. Waarom het Waterschapsbedrijf hier smallere zones hanteert is ons niet bekend. Standaard is de breedte van de beschermingszone vastgesteld op 5 meter aan weerszijden van de leiding. Echter voor het deel tussen de kern Gulpen en Foreldorado gelden afwijkende afstanden. Deze zijn op de plankaart aangegeven. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. Omdat deze percelen op de kaart schaal 1:5000 niet meer goed leesbaar zijn, zijn deze ook opgenomen op de bij het bestemmingsplan behorende de deelkaarten en kaartuitsneden. Hier zijn de percelen weergegeven op schaal 1:1000. Op deze schaal slibben de achterpercelen niet meer dicht en is de rasterarcering herkenbaar. Echter tekentechnisch is het niet mogelijk om zowel schaal 1:5000 als schaal 1:1000 een herkenbare en identieke arcering te gebruiken. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. De locatie Beutenaken 38 is in het geldende bestemmingsplan bestemd als opleidingscentrum, dit is alleen nog niet geëffectueerd. Dit opleidingscentrum valt 158
bestemmingsplantechnisch onder de bestemming Dienstverlening. Het kantoor dat gevestigd is op Beutenaken 36 is ondergeschikt aan de woonfunctie, het hoofdgebruik is wonen. Dit perceel (huisnummer 36) dient daarom dan ook onder de bestemming Wonen gebracht te worden, ondergeschikt hieraan is een kantoor toegestaan. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. g. In het geldende bestemmingsplan is het perceel Beutenaken 25 bestemd als wonen. Binnen de bestemming Wonen is de aanleg van een parkeerplaats mogelijk, echter alleen voor privégebruik. Nader onderzoek heeft inderdaad uitgewezen dat de bedoelde parkeerplaats in eigendom is en feitelijk bedrijfsmatig gebruikt wordt bij Slenakerweg 16 (met bestemming B-T). Het bestemmingsplan dient hierop te worden aangepast conform de feitelijk situatie (voorste gedeelte B-T (onbebouwd) en achterste deel AW-NL). h. Het bijbouwvlak op het perceel Beutenaken 12 zal aangepast worden waardoor de onlangs gerealiseerde uitbreiding binnen dit vlak is gelegen. Een aan huis gebonden beroep is binnen de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning toegestaan. De plankaart zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a, c, g en h gegrond te verklaren en de legenda respectievelijk de plankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de overige punten wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 58) Vereniging Natuurbehoud Schin op Geul, Breeweg 2A, 6305 AS Schin op Geul d.d. 20-11-2008, ingekomen op 21-11-2008 onder nummer I.08.05055 Samenvatting zienswijze a. Een koppeling maken tussen het bestemmingsplan en de milieuverordening van de provincie Limburg met betrekking tot de stiltegebieden. b. In het bestemmingsplan dient opgenomen te worden dat alle evenementen, conform de gebruikelijke regelgeving, worden bekendgemaakt in het plaatselijke weekblad. c. Het voorschrift “Het agrarisch voortbestaan van het agrarische bedrijf dient gewaarborgd te zijn (minimale bedrijfsomvang is 25 NGE (Nederlandse Grootte Eenheid)” dient gepaard te gaan met flankerend beleid en vastlegging in het bestemmingsplan. Standpunt gemeente a. Op de plankaart is de aanduiding Milieuzone-Stiltegebied opgenomen. Deze aanduiding komt overeen met de aanwijzing van het stiltegebied. In de planregels is een verwijzing naar deze aanduiding opgenomen onder artikel 41.6. In dit artikel is bepaald dat in stiltegebieden rekening gehouden moet worden of afstemming gezocht moet worden met het beleid zoals opgenomen in de Provinciale Milieu-
159
verordening Limburg (PMV). De PMV is in het bestemmingsplan dan ook van toepassing verklaard. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De gemeente heeft gekeken welke evenementen de afgelopen jaren hebben plaatsgevonden. Hieruit zijn de evenementen geselecteerd die jaarlijkse terugkeren en meerdere dagen duren. Volgens jurisprudentie dient voor deze evenementen een regeling in het bestemmingsplan opgenomen te worden of dient een ontheffing aangevraagd worden. De gemeente heeft besloten deze evenementen nu op te nemen in het bestemmingsplan. Op pagina 97 van de toelichting wordt hierop ingegaan. De tekst op deze pagina zal aangevuld worden met de tekst dat ieder evenement op de gebruikelijke manier in het plaatselijke weekblad kenbaar gemaakt wordt. De toelichting zal hierop aangepast worden. c. Het flankerende beleid met betrekking tot kamperen bij de boer is vastgelegd in de beleidsnota kamperen bij de boer. In de toelichting zal op pagina 36 een verwijzing naar dit beleid opgenomen worden. Omdat het flankerend beleid betreft, kan dit niet opgenomen worden in de planregels. De toelichting zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten b en c gegrond te verklaren en de plantoelichting dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 59) J.J. Magermans, Sprinkstraat 45, 6269 AM Margraten d.d. 20-11-2008, ingekomen op 20-11-2008 onder nummer I.08.05054 Samenvatting zienswijze a. De regel dat bij sloop van bijgebouwen (stallen) groter dan 12m² geen soortgelijke stal teruggeplaatst mag worden, maar slechts een bijgebouw van 12m² wordt toegestaan, dient niet opgenomen te worden in het bestemmingsplan. b. De bestaande stal dient ingetekend te worden in de plankaart. Standpunt gemeente a. Het provinciale beleid is gericht op beheersing en waar mogelijk terugdringing van de verstening van het landelijk gebied met het oog op de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. In dat kader dienen schuilgelegenheden beperkt toegestaan te worden. Echter bestaande rechten kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Wanneer in de bestaande situatie een groter bouwwerk legaal aanwezig is, is artikel 46.1 (overgangsbepaling) van toepassing waarbij bestaande gebouwen gedeeltelijk veranderd en vernieuwd mogen worden. Echter totale sloop en dan nieuwbouw van een gebouw met een groter oppervlakte dan 12 m² is uitgesloten. Dit om de verstening in het buitengebied terug te dringen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De bestaande stal is reeds qua afmetingen, overeenkomstig de situering op de 160
luchtfoto, ingetekend in het zuiden van het perceel 114. De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 60) De heer Knoppen en mevrouw Knoppen Jorissen, Terzieterweg 46, 6285 NE Epen d.d. 20-11-2008, ingediend 21-11-2008 onder nummer I.08.05067 Samenvatting zienswijze a. Met de belangen van het Nationaal Landschap “Heuvelland” wordt in het bestemmingsplan onvoldoende rekening gehouden. Er worden teveel andere activiteiten toegestaan in het betreffende gebied. b. In het bestemmingsplan dienen striktere normen te worden gehanteerd met betrekking tot de stiltegebieden. Verblijfsaccommodatie dient te worden geweerd in het stiltegebied. c. Stiltegebieden dienen een bijzondere status te krijgen in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan komt niet overeen met de beschermde status van Nationaal Landschap en stiltegebied, die sommige gebieden hebben op grond van provinciaal beleid. Het gemeentelijk beleid strookt niet met deze ‘beschermde’ status. d. In het bestemmingsplan wordt nauwelijks rekening gehouden met de mogelijke toename van verkeersdrukte. Er worden te weinig ruimte gereserveerd voor parkeerplaatsen. e. De huidige locaties waar recreatie wordt toegestaan geven onvoldoende impulsen aan de recreatie. f. Het is onduidelijk wat de regeling ‘voor wat, hoort wat’ inhoud en waar deze terugkomt in het bestemmingsplan. g. De seizoensverlening van 1 november tot 15 maart dient geen doorgang te vinden. De uitbreiding van 15 kampeerplaatsen naar 25 kampeerplaatsen bij de boer dient geen doorgang te vinden. h. Op welke wijze worden particulieren gecompenseerd voor de uitbreidingsmogelijkheden voor boeren, horeca exploitanten en recreatiebeheerders. i. De bestemming op perceel 5140 dient omgezet te worden naar ‘W+’ j. De stal dient als bebouwing ingetekend te worden in het bestemmingsplan Standpunt gemeente a. Op pagina 68-69 van de verantwoording wordt uitgebreid ingegaan op de POLaanvulling Nationaal Landschap Zuid-Limburg en de verankering van de kernkwaliteiten in de planregels. Zie hiervoor ook de reactie van de provincie en VROM op het ontwerpbestemmingsplan (zienswijzen 1 en 2). Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Op de plankaart is de aanduiding Milieuzone-Stiltegebied opgenomen. Deze aanduiding komt overeen met de aanwijzing van het stiltegebied. In de planregels is een verwijzing naar deze aanduiding opgenomen onder artikel 41.6. In dit artikel 161
is bepaald dat in stiltegebieden rekening gehouden moet worden of afstemming gezocht moet worden met het beleid zoals opgenomen in de Provinciale Milieuverordening Limburg (PMV). De PMV is in het bestemmingsplan dan ook van toepassing verklaard. Hierin zijn ook de geluidsnormen bepaald en vindt een toetsing aan de provinciale eisen plaats. In het bestemmingsplan zijn de bestaande verblijfsrecreatieve voorzieningen geregeld. Dit is de feitelijk aanwezige situatie die in het bestemmingsplan niet ontkend kan en mag worden. Nieuwvestiging van verblijfsrecreatieve voorzieningen is in principe niet gewenst en zonder planologische procedure niet mogelijk. Een uitzondering hierop vormen de monumentale en karakteristieke panden. In het kader van het behoud van deze panden zijn overeenkomstig het provinciale en gemeentelijke beleid toeristische functies hier onder voorwaarden toegestaan eventueel in de vorm van agrotoerisme in het kader van de verbredingsvraag in de landbouwsector. Deze voorwaarden hebben betrekking op o.a. verkeer, omgevingseffecten etc. Daarbij zal ook moeten worden voldaan aan de PMV. In de reactie op het voorontwerp ging het om de handreiking industrielawaai. Daarvan werd aangegeven dat deze handreiking een aanbeveling voor gemeenten is om beleid vast te stellen ter zaken van industrielawaai en vergunningverlening. De gemeente kan dit regelen in een separate beleidsnota of kan het in een bredere nota meenemen. Dit staat los van een regeling voor lawaai in stiltegebieden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Omvorming naar recreatie is volgens de planregels alleen mogelijk in panden met een monumentale en karakteristieke status of in het kader van verbreding van de landbouw in de vorm van ondersteunende recreatieve voorzieningen. Nieuwvestiging van recreatieve voorzieningen zijn volgens de planregels uitgesloten. Daarnaast is het beleid ten aanzien van de groei van verblijfsaccommodaties terughoudend. Uitzondering vormt de noodzaak van schaalvergroting als onderdeel van de kwaliteitsverbetering. Kwaliteit gaat daarbij boven kwantiteit (zie toelichting pagina 34-35). Indien uitbreiding gewenst is, moet deze passen binnen de omgeving en zal er een tegenprestatie tegenover moeten staan (BOM+-achtige benadering). Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Zie voor de status van stiltegebied de reactie onder b. d. Een bepaalde ontwikkeling zal moeten voldoen aan een aantal voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat de effecten op de omgeving niet mogen toenemen. Hieronder valt een ontoelaatbare verhoging van de verkeersveiligheid. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. Zoals reeds gesteld zijn de bestaande situaties vastgelegd en is nieuwvestiging niet toegestaan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. Het ‘voor wat, hoort wat’ principe is een doorvertaling van het provinciale be162
leid. In overeenstemming met dit beleid dient voor een ontwikkeling een tegenprestatie geleverd te worden. Hoe deze tegenprestatie eruit ziet, is iedere keer weer anders en is maatwerk. De randvoorwaarden zijn opgenomen in het beleid van de provincie. Iedere ontwikkeling die in het kader van ‘voor wat, hoort wat’ wordt verwezenlijkt zal ook aan een provinciale commissie worden voorgelegd. Deze beoordeelt of er voldaan wordt aan het provinciale beleid en of er sprake is van een passende compensatie. Indien er een positief advies is afgegeven kan de ontwikkeling ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Daarbij dient natuurlijk nog wel voldaan te worden aan alle overige wettelijke bepalen (onderzoeksverplichtingen). Daarbij is het natuurlijk zo dat natuur de hoogste graad van bescherming kent en daarbinnen weinig tot geen ontwikkelingsruimte aanwezig is. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. g. Voor kamperen bij de boer is geen nieuw beleid gemaakt. Er is dan ook geen sprake meer van seizoensverlenging of verruiming van het aantal kampeerplaatsen. De gemeente heeft hiervoor een onderzoek uit laten voeren en hieruit blijkt dat er geen noodzaak bestaat om het beleid aan te passen. Het beleid zoals nu opgenomen in het bestemmingsplan blijft ongewijzigd van kracht. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. h. Het bestemmingsplan betreft een actualisatie van de bestaande situatie waarbij de vele belangen worden afgewogen. Met die belangen dient dan ook rekening gehouden te worden. Particulieren die bijvoorbeeld eigenaar zijn van een monument of karakteristiek pand krijgen verruimde gebruiksmogelijkheden om die panden ook voor de toekomst te behouden. Daarnaast wordt bijvoorbeeld in het plan rekening gehouden met levensloopbestendig wonen en mantelzorg. De particulieren zijn dan ook zeker niet vergeten maar meegenomen in de belangenafweging. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. i. De stal op het perceel 5140 heeft geen monumentale of karakteristieke status. In dat kader is het niet mogelijk om de stal de verruimde mogelijkheden van die bestemming te geven. De stal is onder de aanduiding kleinschalig gebracht waardoor het feitelijke gebruik wordt bevestigd. In het geldende bestemmingsplan maakt de stal ook geen onderdeel uit van een woonbestemming. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet worden aangepast. j. Het provinciale beleid is gericht op beheersing en waar mogelijk terugdringing van de verstening van het landelijk gebied met het oog op de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. In dat kader dienen schuilgelegenheden slechts beperkt toegestaan te worden. Echter bestaande rechten kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Wanneer in de bestaande situatie een groter bouwwerk aanwezig is conform artikel 46.1 een overgangsbepaling van toepassing waarbij bestaande gebouwen gedeeltelijk veranderd en vernieuwd mogen worden. Echter totale sloop en dan nieuwbouw van een gebouw met een groter oppervlak-
163
te dan 12 m² zijn uitgesloten. Dit om de verstening in het buitengebied terug te dringen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 61) J. Roijen, Groenestraat 2, 6274 NE Reijmerstok d.d. 19-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.085.05068 Samenvatting zienswijze a. De woning op perceel Groenestraat 2 dient de aanduiding “Beeldbepalend pand” te krijgen. b. Het ontwerpplan wijkt nogal behoorlijk af van het voorontwerp bestemmingsplan. c. De wijzigingsbevoegdheid van artikel 25, lid F dient alsnog opgenomen te worden in het bestemmingsplan. Deze bevoegdheid maakt het mogelijk de woning binnen bestemming ‘Wonen’ te splitsen. Standpunt gemeente a. Zoals uit bijgevoegd taxatierapport blijkt heeft het pand Groenestraat 2 een karakteristieke waarde. In dat kader zal het pand dan ook als ‘karakteristieke bebouwing’ op de plankaart aangeduid. Abusievelijk is in de legenda behorende bij de plankaart de term beeldbepalend pand opgenomen. Echter overeenkomstig de planregels dient de asterisk verklaard te worden als karakteristieke bebouwing. De legenda zal hierop aangepast worden. Verder wordt, omdat sprake is van een karakteristiek pand de bestemming wonen gewijzigd in Wonen-Cultuur en ontspanning. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. Voor de verbeelding van het bestemmingsplan is sinds april 2008 een standaard beschikbaar (Standaard Vergelijkbare Bestemingsplannen (SVBP2008)). In deze standaard is de indeling van de planregels opgenomen. Per 1 juli 2009 wordt het gebruik van deze standaard wettelijk verplicht. De planregels van het bestemmingsplan zijn vooruitlopende op de wettelijke verplichting reeds conform deze standaard opgezet. Hierdoor is een verschil in opbouw ontstaan tussen het voorontwerp en ontwerp bestemmingsplan. c. Binnen de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning is het rechtstreeks mogelijk om binnen monumentale en karakteristieke panden meerdere woningen te realiseren. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid is hierdoor overbodig. In de planregels zal hier echter nog wel de voorwaarde worden toegevoegd dat door het oprichten van nieuwe woningen geen negatieve effecten op de omgeving mogen ontstaan. De planregels zullen hierop worden aangepast. Ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheid hoeft het bestemmingsplan dus niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b en c wordt 164
voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 62) Adviesburo Philip Laheij, namens J.M. Lonussen, De Goerschenweg 28, 6281 CH Mechelen d.d. 20-11-2008, ingekomen 21-11-2008 onder nummer I.08.05056 Samenvatting zienswijze Gelieve de perscelen 4069,11017 en 10109 de bestemming “Kleinschalig (agrarisch) gebruik” te geven, om het houden van een pony mogelijk te maken. Standpunt gemeente Overeenkomstig uw verzoek zullen de genoemde percelen gezien het feitelijke gebruik onder de aanduiding ‘kleinschalig gebruik’ worden gebracht. Binnen deze aanduiding is het gebruik als trapveldje en paardenwei mogelijk. De plankaart zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 63) Stichting Natuur & Landschap Gulpen-Wittem, Lemierserberg 23, 6291 NM Vaals d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05070 Samenvatting zienswijze a. Nog steeds wordt gesteld dat de agrarische belangen en de toeristisch recreatieve sector bij voorbaat voorop staan. b. Indiener mist de node bescherming en belangenbehartiging voor hoogwaardig natuur- en cultuurlandschap. c. De landbouwsector sec kan toch niet belangrijkste drager zijn voor de landschappelijke kwaliteit van het buitengebied? d. Het evenwicht is verstoord doordat er grenzend aan de natuurgebieden enkele niet-agrarische/recreatieve functies hebben ontwikkeld. e. Natuurgebieden en landschappelijke kwaliteiten worden onvoldoende beschermd. Er wordt zelfs gesteld dat buiten Natura 2000-gebieden, EHS en POG geen nieuwe natuur wordt toegevoegd. f. In het bestemmingsplan is geen rekening gehouden met voorgenomen gebiedsuitbreidingen. g. De wijzigingsbevoegdheid naar natuur is wel erg mager teneinde natuurbescherming na te kunnen streven. h. De verwijzing naar status en doorwerking naar Natura 2000-gebieden is essentieel. Dit wordt niet aangetroffen. i. Beschermingsmaatregelen dan wel verwijzing naar actief beschermingsgebied treft indiener niet aan. j. In het bestemmingsplan mist indiener: - maximale aansluiting bij nationaal beleid; 165
- actieve en positieve bescherming van natuurgebieden; - handhaving van kwaliteit en bevordering van gunstige staat van instandhouding in natuurgebieden; - hoge inzet voor soorten en habitatgebieden; - robuuste natuurdoelstellingen met anticipatie op de natuurlijke dynamiek van watersystemen en klimaatverandering. k. Indiener mist de invloed en implementatie van de Kaderrichtlijn Water. l. Er wordt onvoldoende prioriteit gegeven aan bescherming, ontwikkeling en verbetering van natuurlijke watersystemen. m. Correctie van het evenwicht tussen seizoensverlening/schaalvergroting en het derhalve ingrijpen op natuur en landschap wordt niet aangegeven. n Het bestaand gebruik van gronden die binnen de EHS zijn begrensd dient positief bestemd te worden met minimaal de ALN bestemming. o. Welke criteria worden gehanteerd terzake de rechtvaardiging van al dan niet bestemming Natuur in bepaalde gebieden. p. De wijziging van agrarisch of ALN naar agrarisch-bedrijf dient in het algemeen beperkt te worden in Natura 2000-gebieden, EHS en POG. q. Gelieve het woordje “en” (aanduiding Natura 2000 en op kaart Ecologie aangemerkt als EHS of POG) te wijzigen in “of”. r. Er zou geen zendmast op of nabij gronden met de bestemming ALN opgericht mogen worden indien sprake is van een Natura 2000-gebied/ontwerp Natura 2000-gebied en EHS of POG. s. Wijziging van de bestemming Sport naar Bedrijf-Nutsvoorziening mag niet indien sprake is van een Natura 2000-gebied/ontwerp Natura 2000-gebied en EHS of POG. t. Uitbreidingen moeten alleen mogen wanneer géén negatieve effecten voor natuur en landschap ontstaan. u. Voor stiltegebieden moeten toetsbare, strenge normen voor lawaai worden vastgesteld. v. Stiltegebieden krijgen in het bestemmingsplan geen bijzondere status. w. Met de verdubbeling van verkeersdrukte wordt in het bestemmingsplan geen rekening gehouden. x. Ten aanzien van horeca/recreatie wordt in het bestemmingsplan twee keer een probleem gecreëerd. y. Wat wordt bedoeld met “voor wat, hoort wat”. z. Indiener gaat ervan uit dat seizoensverlenging niet doorgaat en voor kamperen bij de boer maximaal 15 kampeerplaatsen wordt aangehouden. aa. In het bestemmingsplan wordt geen afgewogen visie gegeven van natuur en landschap in het nationaal landschap, ecologische hoofdstructuur, stiltegebieden en beschermde dorpsgezichten. bb. De zienswijze van de Vereniging Natuurbehoud Schin op Geul wordt onderstreept. Standpunt gemeente
166
a. De agrarische en toeristisch-recreatieve sector zijn de belangrijkste gebruikers van het buitengebied in de gemeente Gulpen-Wittem. In het bestemmingsplan zijn hun belangen middels een positieve bestemming vastgelegd. Echter is bij het toekennen van een bestemming nooit meer uitbreidingsruimte gegeven dan de ondernemer in het huidige bestemmingsplan reeds had. De ondernemer heeft juist aan moeten tonen dat hij die ruimte de komende jaren ook nodig heeft om zijn bedrijf voor de toekomst veilig te kunnen stellen. Indien een ondernemer meer ruimte wenst is dit niet direct in het bestemmingsplan meegenomen tenzij hiervoor in het verleden reeds een andere planologische procedure doorlopen is ofwel een positief advies van de BOM+commissie aanwezig is. In sommige gevallen is wel gebruik gemaakt van een 10%-uitbreiding van de bouwkavel die door de Provincie Limburg zonder BOM+procedure is toegestaan. Indien iemand verder uit wil breiden zal er altijd een belangenafweging plaats moeten vinden waarbij de belangen van de ondernemer afgezet worden tegen de belangen van natuur en landschap. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Ten aanzien van het behoud en het versterken van de kwaliteit van het buitengebied zijn in het bestemmingsplan diverse dubbelbestemmingen opgenomen. Met deze dubbelbestemmingen worden de ruimtelijk relevante belangen veiliggesteld die niet of onvoldoende in de onderliggende bestemmingen kunnen worden gewaarborgd. De met de dubbelbestemming samenhangende belangen hebben in beginsel voorrang op de belangen van de onderliggende bestemming (artikel 45.2 voorrangsregeling). Het waarborgen van deze belangen met behulp van de dubbelbestemming leidt tot bijzondere of extra regels of noodzaak tot een nadere belangenafweging. Zo wordt bijvoorbeeld met de dubbelbestemming Waarde– Ecologie (EHS, POG en Natura 2000-gebieden) beoogd om de samenhang tussen de abiotische en biotische kenmerken van gebieden in stand te houden en te versterken. Dit is een voorbeeld van hoe de kwaliteitaspecten van het buitengebied in het plan verankerd zijn. Daarnaast zijn in de ontheffings- en aan de wijzigingsbevoegdheden voorwaarden gesteld. Een voorbeeld hiervan is dat de natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig mogen worden aangetast. Echter bij iedere ontwikkeling zal een afweging in belangen gemaakt moeten worden (waarbij eveneens naar de voor het gebied geldende dubbelbestemmingen gekeken moet worden). Vooraf is het bijna onmogelijk om voor het gehele buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem voorwaarden/maatstaven te stellen of iets wel of niet zou kunnen. Door middel van de VORm-regeling, RvR-regeling en BOM+-benadering worden aan ondernemers/particulieren mogelijkheden geboden om hun belang verder te ontwikkelen. Echter omdat de ontwikkeling de mogelijk aangrenzende natuur- en landschapswaarden kan aantasten zal gecompenseerd moeten worden. De genoemde regelingen geven vorm aan een mogelijke compensatie. Het is echter niet zo dat iedereen hier zomaar gebruik van kan maken. Altijd zal een belangenafweging plaats moeten vinden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
167
c. De landbouwsector heeft de meeste gronden in het buitengebied in gebruik en onderhoud. In dat kader wordt de landbouwsector dan ook gezien als belangrijkste drager voor het in stand houden van het buitengebied. Natuurgebieden zijn veelal eigendom van natuurorganisaties die deze gebieden dan onderhouden. In dat kader ziet de gemeente de landbouwsector dan ook als belangrijke drager van de landschappelijke kwaliteiten van het buitengebied. Zouden de landbouwgronden niet meer als zodanig gebruikt en onderhouden worden dan zou het buitengebied er heel anders uit zien. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Het bestemmingsplan betreft het actualiseren en regelen van de bestaande situatie. Daarbij moeten ook functies geregeld worden die misschien niet gewenst zijn in het buitengebied, maar daar vanuit het verleden zijn toegestaan. Deze functies worden dan ook in hun huidige omvang vastgelegd waardoor verdere aantasting van het buitengebied wordt voorkomen. Uitbreiding is niet mogelijk. Uitzondering hierop is als een bedrijf in het geldende bestemmingsplan nog ruimte heeft en aangetoond heeft dat het bedrijf deze ruimte de komende jaren nodig heeft om rendabel te zijn. Is dit niet het geval dan is de omvang van de functie vastgelegd/ingeperkt tot de huidige omvang. Bestaande rechten kunnen echter niet zomaar afgenomen worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. De natuurgebieden worden beschermd door de bestemming Natuur. Dit is de hoogst mogelijke beschermingsgraad in een bestemmingsplan. De landschappelijke kwaliteiten worden tevens beschermd in de bestemming agrarisch met waarden. In de doeleindenomschrijving is opgenomen dat deze gronden bestemd zijn voor de instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden. Daarnaast worden aangrenzende natuurgebieden binnen deze bestemming beschermd. Voor de gronden buiten de Natura 2000-gebieden, EHS en POG is geen wijzigingsbevoegdheid voor het omzetten naar de bestemming Natuur opgenomen. Beleidsuitgangspunt is dat binnen deze zoneringen de natuurontwikkelingen plaats moeten vinden om zo te komen tot een landschappelijke en natuurlijke hoofdstructuur. Hierbinnen is nog voldoende ruimte aanwezig om de natuur verder te ontwikkelen. In dat kader is ook gesteld dat buiten deze gebieden geen natuurgebieden worden toegevoegd. Daarbij is vrijwel het gehele buitengebied van de gemeente GulpenWittem aangewezen als EHS en POG (zie kaart dubbelbestemming WaardeEcologie). Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. In het bestemmingsplan zijn die gronden als Natura 2000-gebied aangewezen die in het verleden als Vogel- en Habitatrichtlijngebieden zijn aangeduid. Deze gebieden worden nu als Natura 2000-gebied vastgelegd. De status van deze gebieden is reeds vastgesteld, de ontwerpgebieden zijn nog in procedure en kunnen vooralsnog niet meegenomen worden in het bestemmingsplan omdat hier een bezwarenprocedure voor loopt. In de planregels is in artikel 41.8 een verwijzing naar 168
het aanwijzingsbesluit opgenomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. g. Wanneer het feitelijke gebruik van de gronden agrarisch is kunnen deze gronden niet als natuur bestemd worden. Hierdoor zou het agrarisch gebruik uitgesloten worden. De wijzigingsbevoegdheid is dan ook bedoeld om te faciliteren in een mogelijke gebruikswijziging naar de bestemming natuur in de toekomst. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. h. In de planregels is in artikel 41.8 een verwijzing naar het aanwijzingsbesluit van het Natura 2000-gebied opgenomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. i. Het toekennen van de bestemming Natuur aan gronden is de hoogst mogelijke beschermingsgraad in het bestemmingsplan. Die gronden die feitelijk in gebruik zijn als natuur dan wel in het geldende plan bestemd zijn als natuur, zijn dan ook als zodanig bestemd. Zijn deze gronden feitelijk niet in gebruik als natuur dan kunnen zo ook niet als zodanig bestemd worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. j. Diverse: - Het nationale beleid is opgenomen op de kaart met de dubbelbestemming Waarde-Ecologie. Hierop zijn de gebieden aangeduid die zijn aangemerkt als EHS en Natura 2000. - De natuurgebieden worden beschermd door de bestemming Natuur. Dit is de hoogst mogelijke beschermingsgraad. - De eigenaar van de gronden (bij natuur veelal een natuurbeherende organisatie) dient zorg te dragen voor de basisbescherming zoals opgenomen in de bestemming. Als gemeente kunnen wij daarop alleen toezien. Het beheer van deze gebieden is niet aan de gemeente. - De soorten en habitattypen worden beschermd door de flora- en faunawet dan wel de aanwijzingsbesluiten. Bij een ontwikkeling zal hieraan getoetst moeten worden. In het bestemmingsplan hoeft dit niet nogmaals uitputtend geregeld te worden. Het bestemmingsplan staat dit regime niet in de weg. - Robuuste natuurdoelstellingen gaan de doelstellingen c.q. reikwijdte van een bestemmingsplan te boven. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. k. Het waterbeleid wordt door het waterschap uitgewerkt en vertaald naar beleidsopgaven. In het bestemmingsplan dient dan ook het beleid van het Waterschap Roer en Overmaas doorvertaald te worden. In hoofdstuk 11 van de toelichting is dan ook een waterparagraaf opgenomen. Dit beleid is vertaald naar de plankaart. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
169
l. In het kader van de bescherming, ontwikkeling en verbetering van natuurlijke watersystemen zijn in het bestemmingsplan overeenkomstig het beleid van het waterschap meanderzones en inundatiegebieden opgenomen. In het kader van het bestemmingsplan wordt dit voldoende geacht. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. m. In het bestemmingsplan is met diverse belangen rekening gehouden. Aan mogelijke toekomstige ontwikkelingen worden voorwaarden gesteld waarbij een afweging gemaakt moet worden. In dat kader zal naar een goed evenwicht gezocht moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. n. Gronden gelegen binnen de EHS dienen in het bestemmingsplan minimaal de bestemming Agrarisch met waarden-Natuur- en landschapswaarden te krijgen. De provincie heeft in dat kader ook een opmerking gemaakt. Daar waar nodig zal het bestemmingsplan hierop worden aangepast. o. Binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) wordt onderscheid gemaakt tussen bos- en natuurgebied, nieuw natuurgebied en beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). De gronden aangeduid als bos- en natuurgebied worden als natuur bestemd. De overige gronden als Agrarisch met waarden-Natuur- en landschapswaarden. Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap. Via deze regeling wordt gestreefd naar nieuwe natuur binnen de EHS. Echter deze gronden zijn nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur, gezien het feit dat de percelen zijn gelegen binnen de EHS is er sprake van natuur- en landschapswaarden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. p. Het beleid van de gemeente is erop gericht om een agrariër met toekomstperspectief niet te belemmeren in zijn mogelijkheden. Echter vergroting van zijn bedrijfsactiviteiten is niet zondermeer mogelijk. In het kader van BOM+ zijn hieraan voorwaarden verbonden waarbij een duidelijke belangenafweging gemaakt moet worden. Daarbij zal gekeken worden naar de aanwezige waarden in de aangrenzende gronden. Het op slot zetten van agrarische bedrijven die zijn gelegen binnen de EHS/POG en Natura 2000-gebieden gaat in dat kader te ver. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. q. In het bestemmingsplan zou in artikel 3.7.1 en 6.7.1 onder het tweede punt 4, zou in het tekstgedeelte “.. als Natura 2000-gebied en op..” het woordje ‘en’ vervangen kunnen worden door ‘of’. Deze wijzigingsbevoegdheid komt echter te vervallen. Het uitbreiden van de aanduiding kamperen bij de boer zal als een ontheffingsbevoegdheid opgenomen worden. Daarbij zal dezelfde voorwaarde opgeno-
170
men worden en zal het genoemde woordje ‘en’ vervangen worden door ‘of’. Zie hiervoor de reactie van de provincie. r. Deze medebestemming heeft betrekking op de reeds bestaande zendmasten. Binnen de bestemming AW-NL is geen directe wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het wijzigen naar de bestemming Bedrijf-Nutsvoorziening. In artikel 42.2 is hiervoor wel een algemene ontheffing opgenomen. Hierin wordt verwezen naar de beleidsnotitie Mobiele Telecommunicatie van de gemeente Gulpen-Wittem. Hierin is opgenomen dat er binnen de bestemming AW-NL geen nieuwe zendmasten gebouwd mogen worden. In artikel 42.2 zal opgenomen worden dat ook binnen de gronden die als AW-NL bestemd zijn, geen zendmasten opgericht mogen worden. De planregels zullen hierop aangepast worden. s. De voorwaarden van de wijziging ten behoeve van masten voor telecommunicatie zijn opgenomen in de door de Gemeenteraad vastgestelde beleidsnotitie Mobiele Telecommunicatie van de gemeente Gulpen-Wittem. Hierin is het afwegingskader voor het plaatsen van die masten opgenomen. Zie ook reactie onder punt r. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. t. Bij uitbreidingen dient altijd een belangenafweging gemaakt te worden. Hierop is onder voorgaande reacties reeds ingegaan. u. Het bestemmingsplan is niet het regime om normen voor lawaai op te leggen. Bij exploitatie zal hiervoor een separate vergunning afgegeven moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. v. Op de plankaart is de aanduiding Milieuzone-Stiltegebied opgenomen. Deze aanduiding komt overeen met de aanwijzing van het stiltegebied. In de planregels is een verwijzing naar deze aanduiding opgenomen onder artikel 41.6. In dit artikel is bepaald dat in stiltegebieden rekening gehouden moet worden of afstemming gezocht moet worden met het beleid zoals opgenomen in de Provinciale Milieuverordening Limburg (PMV). De PMV is in het bestemmingsplan dan ook van toepassing verklaard. Daarnaast wordt nieuwvestiging van horeca en verblijfsrecreatie (behoudens in karakteristieke en monumentale gebouwen) in het bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Het beleid van de gemeente is hierin terughoudend. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. w. Een bepaalde ontwikkeling zal moeten voldoen aan een aantal voorwaarden. Een van de voorwaarden is dat er geen onevenredig negatief effect op de omgeving mag ontstaan. Hieronder valt een ontoelaatbare verhoging van de verkeersveiligheid. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. x. Omvorming naar recreatie/horeca is volgens de planregels alleen mogelijk in panden met een monumentale en karakteristieke status of in het kader van verbreding van de landbouw in de vorm van ondersteunende voorzieningen. Nieuw171
vestiging van horeca en recreatieve voorzieningen anderszins zijn volgens de planregels uitgesloten. De gemeente staat dus in principe geen nieuwe horeca en verblijfsrecreatieve functies in het buitengebied toe. Daarnaast is het beleid ten aanzien van de groei van verblijfsaccommodaties terughoudend. Uitzondering vormt de noodzaak van schaalvergroting als onderdeel van de kwaliteitsverbetering. Kwaliteit gaat daarbij boven kwantiteit (zie toelichting pagina 34-35). Indien uitbreiding gewenst is, moet deze passen binnen de omgeving en zal er een tegenprestatie tegenover moeten staan (BOM+-achtige benadering). Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. y. Het ‘voor wat, hoort wat’ principe is een doorvertaling van het provinciale beleid. In overeenstemming met dit beleid dient voor een ontwikkeling een tegenprestatie geleverd te worden. Hoe deze tegenprestatie eruit ziet, is iedere keer weer anders en is maatwerk. De randvoorwaarden zijn opgenomen in het beleid van de provincie (o.a. BOM+, Ruimte-voor-Ruimte, Rood-voor-Groen). Iedere ontwikkeling die in het kader van ‘voor wat, hoort wat’ wordt verwezenlijkt zal ook aan een provinciale kwaliteitscommissie worden voorgelegd. Deze beoordeelt dan of er voldaan wordt aan het provinciale beleid en er sprake is van een passende compensatie. Indien er een positief advies is afgegeven kan de ontwikkeling ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Daarbij dient natuurlijk nog wel voldaan te worden aan alle overige wettelijke bepalen (onderzoeksverplichtingen). Daarbij is het natuurlijk zo dat natuur de hoogste graad van bescherming kent en daarbinnen weinig tot geen ontwikkelingsruimte aanwezig is. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. z. Voor kamperen bij de boer is geen nieuw beleid opgesteld. Er is dan ook geen sprake meer van seizoensverlening of verruiming van het aantal kampeerplaatsen. De gemeente heeft hiervoor een onderzoek uit laten voeren en hieruit blijkt dat er geen noodzaak bestaat om het beleid aan te passen. Het beleid zoals nu opgenomen in het bestemmingsplan blijft ongewijzigd van kracht. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. aa. Het provinciale en gemeentelijke beleid is gericht op beheersing en waar mogelijk terugdringing van de verstening van het landelijk gebied met het oog op de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Echter bestaande rechten kunnen niet ongedaan gemaakt worden. Daarnaast worden de genoemde gebieden wel degelijk beschermd door middel van een dubbelbestemming. Met deze dubbelbestemmingen worden de ruimtelijk relevante belangen veiliggesteld die niet of onvoldoende in de onderliggende bestemmingen kunnen worden gewaarborgd. De met de dubbelbestemming samenhangende belangen hebben in beginsel voorrang op de belangen van de onderliggende bestemming (artikel 45.2 voorrangsregeling). Het waarborgen van deze belangen met behulp van de dubbelbestemming leidt tot bijzondere of extra regels of noodzaak tot een nadere belangenafweging. In het plan is dan ook wel degelijk sprake van een integrale afgewogen visie. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. 172
bb. Deze zienswijze is behandeld onder punt 59. Voor het gemeentelijk standpunt op de aangehaalde zaken wordt dan ook verwezen naar het standpunt onder 59. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punt q en r gegrond te verklaren en de bestemmingsplanregels dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 64) R.E.M.J. Franssen en B.J.E.M. Franssen-Ortmans, Lemierserberg 23, 6291 NM Vaals d.d. 22-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05071 Samenvatting zienswijze a. De bestemming op perceel Bommerigerweg 23 in het ontwerp ‘Wonen Cultuur en ontspanning”, dient ‘Gemengd’ te blijven om de huidige mogelijkheden te blijven benutten. b. Aan de bestemming ‘Gemengd’ (artikel 12) de waarborgen uit artikel 25 lid 1 onder 1 t/m 4 toe te voegen. en van toepassing verklaren voor perceel Bommerigerweg 23, met bestemming ‘Gemengd’. Standpunt gemeente a. Uit een nadere beoordeling van het voorontwerpbestemmingsplan is de bestemming Gemengd te ruim bevonden voor deze locatie en is gezocht naar een meer passende bestemming. Hierbij is ook gekeken naar de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan . Omdat het pand is gelegen in een kwetsbaar gebied is de gemeente van mening dat daar niet zomaar alle functies mogelijk moeten zijn. Door het toekennen van de bestemming Gemengd werden de gebruiksmogelijkheden voor deze locatie te groot. In het verleden is reeds bepaald dat er op de locatie Bommigerweg 23 slechts één woning of één vakantiewoning is toegestaan. De gemeente ziet geen aanleiding om hier nu van af te wijken. Gezocht is naar een bestemming die hier het beste op aansloot. Omdat het hier gaat om een monument is het pand in dat kader onder de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning gebracht. De gebruiksmogelijkheden zijn hierdoor al ruimer dan in het geldende bestemmingsplan. Voor de locatie is het mogelijk om deze bebouwing in ondergeschikte vorm te gebruiken voor wellness, culturele, educatieve en sociale doeleinden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Omdat er geen aanleiding bestaat de bestemming te wijzigen in ‘Gemengd’ hoeven de bepalingen onder artikel 25.1 niet toegevoegd te worden aan artikel 12. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren.
173
65) J.F. Brouwers, Amstel 188-III, 1017 AG Amsterdam d.d. 22-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05069 Samenvatting zienswijze Het pand aan de Kapolder 15 in Wijlre dient de aanduiding “karakteristiek” te krijgen. Standpunt gemeente Naar oordeel van de Monumentencommissie d.d. 11 maart 2008 is het pand niet karakteristiek. Daarbij Is gekeken naar de monumentale waarde, de architectonische gaafheid, de situering en de sociale positie. Naar oordeel van de commissie is hier sprake van enige monumentale waarde omdat het pand ouder is dan 50 jaar. Echter van architectonisch gaafheid, is behoudens de voorgevel, geen sprake. Daarnaast is het pand neutraal gesitueerd en neemt geen sociale positie in. Gezien het feit dat hier alleen sprake is van enige monumentale waarde en dat alleen de voorgevel gaaf is, is het pand naar oordeel van de Monumentencommissie niet als karakteristiek aan te merken. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 66) A. Broers, Mesweg 43, 6287 BG Eys d.d. 23-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05072 Samenvatting zienswijze De percelen 3300, 1802, 3548, 3549, 3550, 3551, 1800, 6269 zijn in het ontwerp bestemd als ‘Natuur’, dit dient overeenkomstig het huidige gebruik ‘Agrarisch’ te zijn. Standpunt gemeente De gronden kadastraal bekend nummer 3548, 3550, 3551 en 1800 zijn in het ontwerp bestemmingsplan reeds bestemd als Agrarisch met waarden-Natuur- en landschapswaarden (AW-NL). Dit is een agrarische bestemming en hoeft dan ook niet te worden aangepast. De gronden kadastraal bekend 3300, 1802, 3549, 6269 zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. Deze percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en door de provincie aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter deze gronden zijn nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW174
NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal nu dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Abusievelijk zijn ter hoogte van deze percelen in het ontwerp bestemmingsplan ook percelen bestemd als AW-NL. Echter uit nadere bestudering van de kaart Groene waarden zijn deze gebieden aangeduid als bestaand bos- en natuurgebied. De bestemming van deze gronden zal gewijzigd worden in natuur. Voorgesteld wordt de zienswijze deels gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart (deels ambtshalve) dienovereenkomstig aan te passen. 67) Stichting Zuid-Limburgs Erfgoed, Elkenrade 23, 6289 NB Elkenrade d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05073 Samenvatting zienswijze a. In het bestemmingsplan dient Elkenrade de status van ‘gebied met ensemble van waardevolle cultuurhistorische resten’ te krijgen. b. De begrippen beeldbepalend pand en karakteristieke bebouwing worden door elkaar gebruikt. De status van beide wordt verondersteld gelijk te zijn. Het pand aan de Elkenrade 12 en de panden aan de Elkenrade 1, 2, 8, 13, 17 en 28 dienen als beeldbepalend te worden aangemerkt. c. Kenmerkende buurtschappen binnen de gemeente Gulpen-Wittem aan te merken als ‘gemeentelijk beschermd dorpsgezicht’, waardoor karakteristieke panden behouden blijven. d. De VORm-regeling dient niet opgenomen te worden in het bestemmingsplan, om het karakteristieke buitengebied van de gemeente te beschermen. In het geval de regeling toch wordt opgenomen, daar kwaliteitseisen aan verbinden. e. Het bestemmingsplan aanpassen aan de voornemens voor een ‘centrumplan’. f. De maximale snelheid in Elkenrade terugbrengen naar 30 km. g. In het bestemmingsplan het gebied Ransdalerveld aanmerken als ‘gemeentelijk beschermd landschap’ overeenkomstig de gemeente Voerendaal heeft gedaan met de hellingen ten noorden van de Vrakelbergerweg. h. Beschermingsbepalingen opnemen in het bestemmingsplan om landschapelementen te behouden. i. In het bestemmingsplan komt nergens naar voren op welke wijze de flora en fauna in het buitengebied wordt beschermd. j. Graag willen wij op een informele wijze de in Elkenrade aanwezige waarden onder de aandacht brengen. Standpunt gemeente a. In 2007 is door een terzake deskundig bureau RAAP onderzoek gedaan naar de cultuurhistorische waarden in de gemeente Gulpen-Wittem. Deze waarden zijn door dit bureau op kaart gezet en deze kaart maakt nu onderdeel uit van het be175
stemmingsplan (kaart Dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie en Waarde Landschapselement. Door een wetenschappelijke analyse zijn die gebieden die als ‘gebied met ensemble van waardevolle cultuurhistorische resten’ op kaart gezet. Uit deze analyse is niet gebleken dat Elkenrade aan de voorwaarden van zo’n gebied voldoet. Daarom is Elkenrade niet als zodanig aangeduid. De dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie zal hierop niet worden aangepast. b. Abusievelijk is in de legenda de verkeerde term gebruikt. De term beeldbepalend dient vervangen te worden door karakteristiek. De legenda zal hierop aangepast worden. De gemeente beschikt over een lijst met karakteristieke panden. Deze lijst is opgenomen in bijlage 1 van de planregels. In deze lijst zijn de panden opgenomen die in het verleden door een landelijk project, dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd, als waardevolle gebouwen zijn geïnventariseerd (Monumenten Inventarisatie Project, MIP). Doel van dit project was om per gemeente de waardevolle gebouwen en andere objecten in woord en beeld te beschrijven, zodat er meer zicht kwam op monumentenzorg en cultuurgeschiedenis. Hierbij werd aan ieder gebouw een waardering gegeven. Eén ster betekent van lokaal belang, twee sterren betekent van regionaal belang en drie sterren van nationaal belang. Aan een van rijkswege beschermd monument wordt een 'M' toegevoegd. Vanuit deze MIP-lijst zijn mogelijk enkele nieuwe monumenten aangewezen. Echter bleven er ook nog panden over die niet monumentaal maar wel waardevol waren. De gemeente heeft deze panden geïnventariseerd en die gewaardeerd als karakteristieke bebouwing. Daarnaast zijn in maart 2008 nog enkele panden (op verzoek van de eigenaar) die niet op de lijst met karakteristieke bebouwing zijn opgenomen maar hier mogelijk toch voor in aanmerking komen, voorgelegd aan de Monumentencommissie. In Elkenrade betrof het de panden Elkenrade 11, 12, 21a. Alleen Elkenrade 11 is door de Monumentencommissie karakteristiek bevonden. Deze zijn aan de lijst toegevoegd. De panden die op de lijst staan zijn op de plankaart aangeduid als karakteristieke bebouwing. Wat betreft de panden Elkenrade 1, 2, 8, 13, 17 en 18 zien wij geen aanleiding om deze voor te leggen aan de Monumentencommissie voor een eventuele aanwijzing als karakteristiek pand. Ook vanuit de eigenaren is hier geen verzoek voor ingekomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Het instrument van ‘gemeentelijk beschermd dorpsgezicht’ kent de gemeente Gulpen-Wittem niet. Mocht de gemeente dit alsnog willen dat zal dit via een andere procedurele weg moeten lopen. Vooralsnog wordt hiertoe geen aanleiding gezien. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
176
Het pand Elkenrade 12 is op 11 maart 2008 ter beoordeling voorgelegd aan de Monumentencommissie. Omdat het pand naar oordeel van deze commissie geen architectonische gaafheid en geen sociale positie kent en qua situering neutraal gelegen is, wordt geen aanleiding gezien om het pand als karakteristiek aan te duiden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Voor toepassing van de VORm-regeling is een wijzigingsbevoegdheid in de planregels opgenomen (artikel 43.3). Bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid zal voldaan moeten worden aan het contourenbeleid van de Provincie Limburg en de voorwaarden die de provincie aan de diverse regelingen (o.a. VORm, Ruimtevoor-Ruimte en Rood-voor-Groen) stelt (kwaliteitseisen). Alle plannen in dit kader zullen dan ook door de provinciale kwaliteitscommissie beoordeeld worden. Ook bij toepassing van de BOM+-regeling dient een positief advies van de provinciale BOM+-commissie overlegd te kunnen worden. De procedures die hiervoor gevoerd moeten worden liggen vast. Op verzoek van de provincie, zienswijze 1 onder n, zal aan de VORm- en BOM+regeling nog de voorwaarde gekoppeld worden dat sprake moet zijn van een goed woon- en leefklimaat. Aan het toekennen van een doorslaggevende stem bij het beoordelen van concrete bouwplannen door de bewoners van kernen en buurtschappen kan de gemeente geen medewerking verlenen. Hiervoor zijn immers bij wet de regels bepaald. Belanghebbenden kunnen op een bouwplan bezwaar maken volgens de daarvoor wettelijk vastgestelde procedures. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. Een ‘centrumplan’ kan in dit bestemmingsplan niet worden meegenomen. Deze actualisatie betreft het vastleggen van de feitelijke c.q. bestaande situatie. Voor de ontwikkeling van een centrum/plein zal een ander spoor doorlopen moeten worden. Binnen de bestemming Verkeer is het binnen de regels van het bestemmingsplan mogelijk om straatmeubilair en informatieborden te plaatsen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. Het terugbrengen van de toegestane snelheid naar 30 km/uur is geen beleid dat in het bestemmingsplan meegenomen kan worden. In een bestemmingsplan worden de gebruiks- en bouwmogelijkheden geregeld. De gronden binnen de bestemming Verkeer mogen als weg gebruikt worden en dienen onbebouwd (behoudens bepaalde voorzieningen) te blijven. Met welke snelheid daar gereden mag worden, wordt binnen andere (gemeentelijke) beleidskaders geregeld. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. g. Het instrument van ‘gemeentelijk beschermd landschap kent de gemeente Gulpen-Wittem niet. Mocht de gemeente dit alsnog willen dat zal dit via een andere procedurele weg tot stand moeten komen. Vooralsnog wordt hiertoe geen aan177
leiding gezien. Ten aanzien van het beschermen van landschappen zijn reeds diverse regelingen van kracht. Zo is het totale grondgebied van de gemeente door het Rijk aangeduid als Nationaal Landschap en het buitengebied deels als ecologische hoofdstructuur. Door de provincie zijn gronden aangewezen als provinciale ontwikkelingszone groen. Doordat in het bestemmingsplan aan gronden bepaalde bestemmingen en dubbelbestemmingen zijn toegewezen wordt bebouwing op ongewenste plekken uitgesloten. Hierdoor is het landschap en de openheid ervan in voldoende mate beschermd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. h. Kleine landschapselementen worden beschermd door de dubbelbestemming Waarde – Landschapselement. Op de daarbij behorende plankaart zijn de graften, holle wegen en dergelijke aangegeven. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. i. Ter bescherming van de flora en fauna zijn door Europa, Rijk en provincie gebieden aanwezen met hoge natuur- en landschapswaarden. Dit zijn de Natura2000-gebieden, de ecologische hoofdstructuur en de provinciale ontwikkelingszone groen. Binnen deze gebieden is de aanwezigheid van flora en faunawaarden het grootst. De begrenzing van deze gebieden is opgenomen in het bestemmingsplan. In de planregels zijn voor deze gebieden binnen de dubbelbestemming Waarde-Ecologie en de aanduiding Natura 2000-gebied aanvullende gebruiks- en bouwregels opgenomen. Voor een verdere bescherming van gebieden in het kader van flora en fauna is het bestemmingsplan niet het geijkte kader. In het bestemmingsplan is wel bepaald dat bij wijzigingen met onderzoeken aangetoond moet worden dat dit geen negatief effect heeft op de aanwezige waarden in een gebied. Eén van die onderzoeken is een flora- en faunaonderzoek. Daarnaast wordt bijvoorbeeld de aanleg van dassentunnels in het bestemmingsplan niet uitgesloten, maar een bestemmingsplan kan daarvoor ook geen verplichting opnemen. Het bestemmingsplan biedt hiervoor de mogelijkheden. De bescherming van natuurwaarden is in het bestemmingsplan voor zover mogelijk dan ook in voldoende mate gewaarborgd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. j. Vooralsnog ziet de gemeente geen aanleiding om van deze uitnodiging gebruik te maken. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punt b (gedeeltelijk) gegrond te verklaren en de bestemmingsplanregels dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 68) Stichting Zuid-Limburgs Erfgoed, Op de Kamp 14, 6287 CH Eys d.d. 23-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05074
178
Samenvatting zienswijze a. De kwaliteit wordt in het voorliggende bestemmingsplan onvoldoende concreet gemaakt. In de flexibiliteitsbepalingen ontbreken specifieke beoordelingsmaatstaven en/of aspecten. b. In het bestemmingsplan wordt in het kader van VORm alleen verwezen naar eventuele randvoorwaarden, welke door de Provincie worden aangeleverd, buiten de EHS- en de POG-gebieden. c. Behoudens in geval van doorsnijdingen ven erven en percelen ziet indiener niet in waarom contouren moeten afwijken van de door de Provincie aangegeven contouren. d. Er dient per geval een afweging gemaakt te worden of er extra ontwikkelingsruimte gegund mag worden. Daarbij moet gelet worden op het kwetsbare karakter van het gebied en vooral rekening worden gehouden met de landschappelijke inpassing en het authentieke en karakteristieke karakter. e. Het bestemmingsplan biedt weinig bescherming voor de nog aanwezige historische structuren in het landschap. In artikel 29.3.1.a moet de uitzondering “gronden die agrarisch in gebruik zijn” worden geschrapt. f. De bestemming Gemengd is te ruim waardoor ongewenste ontwikkelingen mogelijk zijn. Op deze manier kan onvoldoende rekening gehouden worden met de uitstralingseffecten van diverse gebruiksmogelijkheden en de inpasbaarheid ervan. g. De opzet van artikel 24 en 25 is verwarrend. In geval van een nieuwe ontwikkeling kan beter een wijzigingsbevoegdheid of vrijstellingsmogelijkheid worden opgenomen. h. Het overzicht van monumenten en karakteristieke bebouwing beperkt zicht tot panden. Er zijn ook andere bouwwerken die monumentaal of karakteristiek zijn. Wij pleiten voor een wijzigingsbevoegdheid. g. De tekening van peilmaat lijkt beter op zijn plaats bij artikel 2 Wijze van meten. Hoe zit het met vrijstaande gebouwen op grotere afstand van de weg welke vaak hoger zijn gelegen dan 1 meter ten opzicht van de openbare weg. i. Het begrip voorgevel is verwarrend. Beter kan worden aangegeven één van de gevels. j. De bouwregels zijn niet sluitend. Naast maximale dakhelling dient ook een maximale bouw- en/of nokhoogte te worden aangegeven. Standpunt gemeente a. Ten aanzien van het behoud en het versterken van de kwaliteit van het buitengebied zijn in het bestemmingsplan diverse dubbelbestemmingen opgenomen. Met deze dubbelbestemmingen worden de ruimtelijk relevante belangen veiliggesteld die niet of onvoldoende in de onderliggende bestemmingen kunnen worden gewaarborgd. De met de dubbelbestemming samenhangende belangen hebben in beginsel voorrang op de belangen van de onderliggende bestemming (artikel 45.2 voorrangsregeling). Het waarborgen van deze belangen met behulp van de dubbelbestemming leidt tot bijzondere of extra regels of noodzaak tot een nadere belangenafweging. Zo wordt bijvoorbeeld met de dubbelbestemming Waarde– 179
Ecologie beoogd om de samenhang tussen de abiotische en biotische kenmerken van gebieden in stand te houden en te versterken. Dit is een voorbeeld van hoe de kwaliteitaspecten van het buitengebied in het plan verankerd zijn. Daarnaast zijn in de ontheffings- en aan de wijzigingsbevoegdheden voorwaarden gesteld. Een voorbeeld hiervan is dat de natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig mogen worden aangetast. Echter bij iedere ontwikkeling zal een afweging in belangen gemaakt moeten worden (waarbij eveneens naar de voor het gebied geldende dubbelbestemmingen gekeken moet worden). Vooraf is het bijna onmogelijk om voor het gehele buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem voorwaarden/maatstaven te stellen of iets wel of niet zo kunnen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De VORm-regeling is een provinciale regeling die doorvertaald is naar het bestemmingsplan. De provincie heeft aan de regeling strikte voorwaarden gesteld die door de gemeente in het bestemmingsplan, door verwijzing naar de provinciale regeling, zijn overgenomen. Een ontwikkeling zal hieraan moeten voldoen. Daarnaast zullen bij een ontwikkeling altijd de daarvoor noodzakelijke onderzoeken moeten aantonen dat een ontwikkeling ter plaatse (wettelijk gezien) mogelijk is. Ook gelden natuurlijk ter plaatse van die ontwikkeling altijd de in het bestemmingsplan opgenomen dubbelbestemmingen. Bij het toestaan van een ontwikkeling in het kader van VORm zal ook naar de criteria in het kader van die dubbelbestemming gekeken moeten worden. Op verzoek van de provincie zal aan de VORm-regeling nog wel het criterium worden toegevoegd dat sprake moet zijn van een goed woon- en leefklimaat. Het bestemmingsplan hoeft hierop verder niet te worden aangevuld. c. Bij het bepalen van de begrenzing van het buitengebied is de rode contour als uitgangspunt genomen. De begrenzing van het bestemmingsplan buitengebied is echter vertaald naar een logische begrenzing zoals die in het veld waarneembaar is. Het kan dus zijn dat de rode contour niet overal samenvalt met de begrenzing van het bestemmingsplan buitengebied. De provincie heeft met de benadering ingestemd en de gemeente ziet dan ook geen reden om hier nog van af te wijken. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Het bestemmingsplan betreft een actualisatie van het bestaande beleid voor het buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem. Daarbij is het bestemmingsplan afgestemd op de feitelijk aanwezige situatie in het veld en de mogelijkheden die reeds geboden zijn in het geldende bestemmingsplan. Ten aanzien van het bepalen van de omvang van de bouwkavel van bedrijven, zijn deze bedrijven in 2006 aangeschreven met een inventarisatieformulier. Aan de bedrijven is gevraagd dit inventarisatieformulier in te vullen en mogelijke toekomstige plannen door te geven. Deze inventarisatieformulieren zijn bekeken en waar vragen ontstonden zijn de bedrijven in september/oktober 2006 bezocht. Indien uit de inventarisatie bleek dat het een rendabel bedrijf met toekomstperspectief is, zijn deze bedrijven van een passende bouwkavel voorzien. Echter aan een bedrijf is nooit 180
een grotere bouwkavel toegekend dan is opgenomen in het geldende plan, tenzij er een bouwplan is overhandigd dat reeds een planologische procedure heeft doorlopen ofwel reeds een positief advies van de provinciale BOM+commissie is verkregen. In sommige gevallen is wel gebruik gemaakt van een 10%-uitbreiding van de bouwkavel die door de Provincie Limburg zonder BOM+procedure is toegestaan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. De inventarisatieformulieren zijn echter niet openbaar. Het gaat om (betrouwbare) bedrijfsinformatie die de gemeente niet aan iedereen beschikbaar wil stellen. In dat kader zijn de formulieren dan ook niet in te zien. e. De historische structuren in het landschap worden beschermd door de dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie en Waarde-Landschapselement. Een deskundig bureau heeft onlangs een inventarisatie uitgevoerd naar de aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarden binnen de gemeente Gulpen-Wittem. Op de plankaart behorende bij de dubbelbestemming zijn deze waarden aangegeven. In artikel 29.3.1.a wordt de uitzondering “gronden die agrarisch in gebruik zijn” niet geschrapt. In het kader van de agrarische bedrijfsactiviteiten is in het vooroverleg bepaald dat deze zinsnede zou worden toegevoegd (zie deel procedure onder Arvalis Algemeen onder p) om het normale agrarische gebruik van deze gronden niet te belemmeren. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. De bestemming Gemengd komt nagenoeg overeen met de bestemming Landgoed zoals die in het geldende bestemmingsplan Buitengebied voor het deel Wittem is opgenomen. Echter om toch een kwaliteitstoets in te bouwen zullen aan de doeleindenomschrijving de voorwaarden opgenomen worden zoals deze ook gelden voor het medegebruik onder de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning. Een functie is dan toegestaan mits er geen sprake is van een zodanig gebruik dat: 1. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; 2. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; 3. er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; 4. er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. De planregels zullen hierop aangepast worden. g. De gemeente is van mening dat cultuurhistorische en karakteristieke panden ruimer gebruikt moeten kunnen worden om ook het behoud voor de toekomst beter te garanderen. In dat kader zijn alle percelen met panden die cultuurhistorisch waardevol of karakteristiek zijn onder de bestemming Wonen-Cultuur en Ontspanning gebracht. Echter aan dat ruimer gebruik zijn wel voorwaarden gekop181
peld. Het is niet zomaar overal mogelijk. Indien dit ruimer gebruik in een wijzigingsbevoegdheid of ontheffingsmogelijkheid zou worden opgenomen dient weer een procedure gevoerd te worden. Dit wil de gemeente juist voorkomen en daarom is het binnen de regeling rechtstreeks mogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. h. In het overzicht van monumenten en karakteristieke bebouwing zijn alle monumentaal waardevolle en karakteristieke objecten opgenomen. Indien het niet om hoofdgebouwen gaat zijn de andere bouwwerken in de lijst te herkennen aan de toevoeging BY aan een adres. Voor het toevoegen of afvoeren van monumenten en karakteristieke bebouwing wordt geen wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Dit zal niet met enige regelmaat voorkomen en kan dan via een planherziening geregeld worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. g. Peil is als begrip opgenomen in artikel 1. Ter verduidelijking van de wijze waarop het peil bepaald moet worden, is een tekening toegevoegd. In artikel 2 wordt peil als begrip gebruikt van waaraf bepaalde hoogten uitgezet moeten worden. In dat kader is peil opgenomen in artikel 1 en niet in artikel 2. Feitelijk gezien maakt het verder ook niet uit waar het staat, als het maar ergens is verduidelijkt. De tekeningen zijn ter verduidelijking van het begrip toegevoegd. De tekst van de begripsomschrijving is bepalend. Het bestemmingsplan wordt daarop niet aangepast. Indien vrijstaande gebouwen op een grotere afstand van de weg zijn gelegen waarbij de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld groter is dan 1 meter, is het peil 1 meter boven de kruin van de weg gelegen. i. Het begrip voorgevel zal nog toegevoegd worden aan artikel 1 en verklaard worden als de naar de weg gekeerde zijde van een hoofdgebouw. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. j. In de regels is de maximale bouw- en/of nokhoogte vastgelegd doordat gebouwd mag worden in twee bouwlagen. Daarbij mag een gebouw van een kap worden voorzien met een maximale dakhelling. Indirect is hierdoor de bouw- en/of nokhoogte vastgelegd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten f en i gegrond te verklaren en de bestemmingsplanregels dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 69) Aelmans, namens A.F.J.C. Zillikens Slenaken, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05075
182
Samenvatting zienswijze Gelieve voor de locatie ‘Broekhof’ een extra wijzigingsbevoegdheid op te nemen die het mogelijk maakt om de bestemming Agrarisch-Bedrijf te wijzigen in de bestemming Horeca. Standpunt gemeente Overeenkomstig het provinciale en gemeentelijke beleid is een horecafunctie een niet aan het buitengebied gelieerde activiteit. Nieuwsvestiging van recreatieve bedrijven is volgens de Structuurvisie Gulpen-Wittem alleen mogelijk in de kernen en in bestaande bebouwing in het buitengebied, die vanuit cultuurhistorisch oogpunt behouden dient te blijven en waarvoor een nieuwe functie gezocht wordt. Daarbij dient het te alleen te gaan om verblijfsrecreatieve en extensieve dagrecreatieve ontwikkelingen. Ook is de voorwaarde opgenomen dat nieuwe recreatieve ontwikkelingen geen belemmeringen mogen vormen voor de mogelijkheden van de bestaande agrarische bedrijfsvoeringen. Hieruit blijkt dat nieuwvestiging van een volwaardige horecavoorziening niet past binnen het beleid. Binnen het plan zijn wel mogelijkheden opgenomen voor horeca van ondergeschikte betekenis. Binnen de wijzigingsbevoegdheid naar Gemengd-Vrijkomende Agrarische Bebouwing is dit mogelijk. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet aangepast te worden. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 70) Fam. De Munck, Beutenaken 25, 6278 NB Beutenaken d.d. 22-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05074 Samenvatting zienswijze a. Gelieve uitwisseling van het bijbouwvlak waardoor achter de bestaande schuur/stallingsruimte de mogelijkheid wordt opgenomen om bijgebouwen te realiseren. b. Gelieve de aanduiding (kl) aan het gehele perceel 111 toe te kennen. Standpunt gemeente a. De woonbestemming en omvang van het bijbouwvlak zijn overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Daarbij is het uitgangspunt dat de bebouwing zo compact mogelijk moet blijven c.q zoveel mogelijk geconcentreerd moet worden bij de woning. Een verdere uitbreiding naar het buitengebied is daarbij niet gewenst Binnen het huidige bijbouwvlak zijn in dat kader voldoende mogelijkheden aanwezig. Het bijbouwvlak zal hierop niet aangepast worden. b. De begrenzing van de aanduiding (kl) is afgestemd op het feitelijke gebruik. De begrenzing loopt inderdaad in perceel 111 tot aan de leidingstrook en op perceel 155 tot en met het schuurtje. Binnen de aanduiding kleinschalig mogen de gronden gebruikt worden als bijvoorbeeld schapen- en paardenwei en spontane vergroting van de achtertuin. Volgens de luchtfoto gebruikt u een deel van uw percelen voor opslag en tuin/weiland. De overige gronden zijn in gebruik als hoogstam183
boomgaard/weiland. Dit agrarisch gebruik c.q natuurbeheer is binnen de bestemming Agrarisch met waarden – Natuur- en Landschapswaarden toegestaan. Er is dan ook geen sprake van strijdig gebruik. Hiervoor hoeft de aanduiding (kl) niet aan het perceel 111 toegekend te worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 71) Peter Pelzer, St. Agathastraat 3, 6287 AJ Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05078 Samenvatting zienswijze Een deel van onze wijngaard te Eys is als natuur bestemd en de overige gronden als agrarisch met waarden- natuur- en landschapswaarden. Gelieve alle gronden te bestemmen als agrarisch. Standpunt gemeente De gronden zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied c.q beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap. Via deze regeling wordt gestreefd naar nieuwe natuur binnen de EHS. Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Gezien het feit dat de percelen zijn gelegen binnen de EHS is er sprake van natuur- en landschapswaarden. De percelen zullen nu dan ook in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het gebruik als wijngaard past binnen deze bestemming. De plankaart zal voor zover de percelen bestemd zijn tot natuur hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 72) Kerkbestuur H. Agathakerk, Wezelderweg 14, 6287 AM Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05079 Samenvatting zienswijze Een deel van de percelen op de Boerberg zijn als natuur bestemd en de overige delen als agrarisch met waarden- natuur- en landschapswaarden. Gelieve alle gronden te bestemmen als agrarisch.
184
Standpunt gemeente De gronden zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied c.q beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap. Via deze regeling wordt gestreefd naar nieuwe natuur binnen de EHS. Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Gezien het feit dat de percelen zijn gelegen binnen de EHS is er sprake van natuur- en landschapswaarden. De percelen zullen nu dan ook in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal voor zover de percelen bestemd zijn tot natuur hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 73) Mw. L.J. Rasing-Vroemen, Bergstraat 11, 6287 AK Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05080 Samenvatting zienswijze De kavels 031123HK zijn ingedeeld als natuur. Nu heeft het de bestemming Agrarisch. Indiener wil deze bestemming houden. Standpunt gemeente De gronden zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De perceel is wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) en aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De percelen zullen nu dan ook in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 185
74) Aelmans, namens Van der Linden BV Epen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05095 Samenvatting zienswijze a. De afmetingen van het opslagterrein komen nog steeds niet volledig overeen met de terreintekening. b. Gelieve het bebouwingsvlak conform het verzoek uit te breiden. c. De aanduiding (ev) is niet meer opgenomen in het ontwerpplan. Gelieve deze weer toe te voegen. d. Verzocht wordt om tevens huisnummer 18 op kaart te vermelden. Standpunt gemeente a. De afmetingen ven het opslagterrein op de plankaart zullen conform het voorstel worden aangepast. b. De gevraagde uitbreiding van het bouwvlak past niet binnen de BOM+gedachte van een zo compact mogelijk bebouwingsvlak. Bij uitbreiding van de activiteiten dient in eerste instantie gekeken te worden naar de mogelijkheden binnen het huidige bebouwingsvlak. Hierbinnen worden gebouwen ondermeer gebruikt voor stalling van kampeermiddelen en is nog sprake van enige onbenutte ruimte. De stalling van kampeermiddelen is een toegevoegde gebruiksfunctie die mogelijk gemaakt is om leegstand van gebouwen te voorkomen. Het moet echter niet zo zijn dat gebouwen gebruikt worden voor stalling en dat hierdoor uitbreiding van gebouwen voor de eigenlijke bedrijfsactiviteiten noodzakelijk wordt. Hieruit blijkt dat binnen de huidige gebouwen/het bebouwingsvlak nog ruimte aanwezig is en de noodzaak van uitbreiding van het bebouwingsvlak niet aangetoond is. Het bebouwingsvlak op de plankaart zal hierop niet worden aangepast. c. De aanduiding (ev) hoeft volgens jurisprudentie alleen op de plankaart opgenomen te worden als sprake is van evenementen die meerdaags duren en jaarlijks terugkeren. Is dit niet het geval dan is geen sprake van een afwijkend gebruik dat niet past binnen de bestemming van het perceel. Uit inventarisatie van de evenementenvergunningen die door de gemeente in het verleden zijn afgegeven is gebleken dat het evenement dat op de locatie Julianastraat 18 wordt georganiseerd niet langer dan één dag duurt. Hierdoor hoeft de aanduiding niet meer opgenomen te worden. Het evenement dat op deze locatie wordt georganiseerd mag in het kader van het bestemmingsplan gewoon plaatsvinden. Echter in overeenstemming met de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) is nog wel een vergunning vereist. Mocht er in de toekomst ter plaatse een evenement worden georganiseerd dat planologisch gezien (volgens jurisprudentie) dus wel van betekenis is, zal een ontheffing van het bestemmingsplan aangevraagd moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
186
d. Conform verzoek zal huisnummer 18 op de plankaart vermeld worden. De plankaart zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a en d gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten b en c wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 75) Aelmans, namens T.W.M. Duijsings Mechelen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05093 Samenvatting zienswijze Gelieve de BOM+-aanvraag te verwerken in het bestemmingsplan. Standpunt gemeente Indien voor vaststelling door de provincie een positief BOM+-advies is afgegeven zal de aanpassing meegenomen worden in het bestemmingsplan. Vooralsnog is dit advies nog niet afgegeven en kan het bestemmingsplan hierop niet worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 76) Aelmans, namens J.R.J. Franssen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05094 Samenvatting zienswijze De plangrens van het bestemmingsplan dient te worden aangepast waardoor de agrarische bouwkavel volledig binnen de begrenzing van het toekomstige bestemmingsplan voor de kern Mechelen komt te liggen. Standpunt gemeente De begrenzing van het plangebied zal aangepast worden conform de huidige agrarische bouwkavel in het geldende bestemmingsplan buitengebied. Eventuele aanpassing van de begrenzing van de bouwkavel middels BOM+ kan meegenomen worden bij de herziening van het bestemmingsplan voor de kern Mechelen. Dan kan het gedeelte van de gronden dat nu mogelijk in het bestemmingsplan buitengebied is gelegen met een agrarische bestemming, bij een positief advies van de BOM+-commissie, omgezet worden naar een agrarische bedrijfsbestemming. De plankaart zal conform de begrenzing in het geldende bestemmingsplan worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart in overeenstemming met de begrenzing van de agrarische bedrijfskavel in het geldende bestemmingsplan aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verkalren 187
77) De heer P. Pelzer, St. Agathastraat 3, te Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen 24-11- 2008 onder nummer I.08.05081 Samenvatting zienswijze Gelieve de in het bestemmingsplan als “natuur” bestemde fruitboomgaard te bestemmen als “agrarisch”. Het betreft de percelen Wijlre E 784 en E 2247. Standpunt gemeente De gronden zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied c.q beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap. Via deze regeling wordt gestreefd naar nieuwe natuur binnen de EHS. Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Gezien het feit dat de percelen zijn gelegen binnen de EHS is er sprake van natuur- en landschapswaarden. De percelen zullen nu dan ook in overeenstemming met het geldende bestemmingsplan als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het gebruik als fruitboomgaard past binnen deze bestemming. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 78) Accon AVM Groep BV, namens de heer Butink en mevrouw ButinkPinkers, Slenakenweg 3 te Gulpen d.d. 20-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05083 Samenvatting zienswijze a. Gelieve voor de locatie Slenakerweg 3 te Gulpen de asterisk op de plankaart opnemen inhoudende dat er sprake is van een beeldbepalend pand, niet zijnde een rijksmonument. b. Gelieve de aanwezigheid van de vakantie-appartementen (locatie: Slenakerweg 3) op de plankaart opnemen. c. Verzocht wordt om een afschrift van de wachtlijst kamperen bij de boer. Standpunt gemeente a. De panden maken onderdeel uit van het monument zoals opgenomen in de monumentenvergunning voor Slenakerweg 3. Op de plankaart is voor deze panden reeds de aanduiding Monument Rijk (schildje) opgenomen. Het opnemen van 188
een asterisk is dan ook niet nodig. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De aanduiding vakantiewoning (vakw) is voor het pand Slenakerweg 3 reeds op de plankaart opgenomen. Op deelkaart K (schaal 1:1000) behorende bij het bestemmingsplan is deze aanduiding zichtbaar. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Binnen de gemeente zijn de kandidaten die tot kamperen bij de boer willen overgaan bekend. Echter uit nadere analyse blijkt dat het perceel is gelegen binnen POG/EHS waardoor het perceel niet voor kamperen bij de boer in aanmerking komt. Er kan immers niet aan de voorwaarden van het vastgestelde beleid inzake kamperen bij de boer worden voldaan. De locatie Slenakerweg 3 komt in dat kader niet meer in aanmerking voor kamperen bij de boer en is als zodanig niet meer opgenomen op de wachtlijst. Het toesturen van een afschrift van de lijst is niet meer relevant. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 79) Accon AVM Groep BV, namens de maatschap Rouwette, Ingberdorpstraat 54 te Ingber d.d. 19-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05084 Samenvatting zienswijze De indiener verzoekt de gemeente over te gaan tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan in die zin dat de oppervlakte van het bouwvlak Ingberdorpstraat 54 wordt vergroot met 1026 m2 op de wijze die is aangegeven op de bij de zienswijze horende plattegrond. Standpunt gemeente De gevraagde uitbreiding valt binnen de grens van 10%. Deze uitbreiding zal dan ook op de plankaart verwerkt worden. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 80) Arvalis, namens de heer E.G.M. van Houtem, Dal Bissenweg 2 te Mechelen d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05087 Samenvatting zienswijze a. Voor de locaties Dal Bissenweg 2 en 4 wordt één agrarisch bouwperceel toegekend. Gelieve voor Dal Bissenweg 2 één gekoppeld agrarisch bouwperceel toe
189
te kennen zoals aangegeven in bijlage 1 bij de zienswijze, en voor Dal Bissenweg 4 een separaat gekoppeld agrarisch bouwperceel. b. Gelieve de bestemming ‘’Natuur’’ voor de tot het bedrijf behorende landbouwgronden gelegen buiten het aangewezen Natura 2000 gebied ‘’Geuldal’’ te wijzigen in ‘’Agrarisch met waarden natuur en landschapswaarden’’. Standpunt gemeente a. Het opsplitsen van de locaties Dal Bissenweg 2 en 4 in twee afzonderlijke agrarische bedrijven is niet mogelijk. Uit de ingediende zienswijze blijkt niet dat beide eigenaren met het voorstel in kunnen stemmen (eenzijdig verzoek). Daarnaast ontstaan door het splitsen van deze bedrijven twee nieuwe agrarische bedrijven. Splitsing is echter alleen mogelijk als daardoor sprake is van twee volwaardige agrarische bedrijven. Dit dient door middel van een bedrijfsontwikkelingsplan voor beide locaties aangetoond te worden. Deze gegevens zijn niet beschikbaar. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De gronden zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De percelen zullen nu dan ook als agrarisch met waardennatuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punten b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 81) Arvalis, namens de heren W.H.M. en R.J.G. Eussen, De Hut 18 te Ingber d.d. 21 november, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05088 Samenvatting zienswijze a. Gelet op de reeds jaren bestaande feitelijke situatie verzoeken indieners de gemeente het bestemmingsvlak ‘’Agrarisch-Bedrijf’’ uit te breiden voor de opslag van ruwvoer conform de praktijksituatie en deze te koppelen aan de bestemming ‘’Agrarisch-Bedrijf’’ van de Hut 18. b. De omvang van het bestemmingsvlak ‘’Agrarisch-Bedrijf’’ wordt met 40% en het bouwvlak met zeker 50% verkleind. Indiener wil binnen enkele jaren een nieu190
we rundveestal ten zuidoosten van de bestaande rundveestal bouwen met aansluitend een vaste mestopslag, de ruwvoeropslag aan de achterzijde uitbreiden en de bestaande loods aan de zuidzijde verlengen. Indiener verzoekt de gemeente hier bij de vaststelling van het bestemmingsplan rekening te houden. c. Indieners verzoeken de gemeente om in ieder geval (op grond van de algemene ontheffingsregels zoals beschreven in artikel 42 van de planregels) het bestemmingsvlak alsmede het bouwvlak met 10% te vergroten. Hierdoor kan de bouw van de rundveestal worden uitgevoerd. d. Indieners verzoeken de gemeente ontheffing te verlenen van de gebruiksregels van de bestemming ‘’Agrarisch-Bedrijf’’, daar cliënt naast de agrarische bedrijfsdoeleinden ter versterking van de recreatieve functie van het buitengebied een terras wil exploiteren. Standpunt gemeente a. In het geldende bestemmingsplan is dit gebied niet bestemd als AgarischBedrijf. Binnen dit bestemmingsplan is ook geen mogelijkheid opgenomen om ruwvoer ter plaatse op te slaan. Conform het provinciaal en gemeentelijke beleid dienen de agrarische bedrijfsactiviteiten zoveel mogelijk geconcentreerd te worden. Dit betekent dat de ruwvoeropslag op dan wel zeker nabij de agrarische bedrijfskavel moet plaatsvinden. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. b/c. Gezien het feit dat indiener binnen enkele jaren het voornemen heeft om een nieuwe stal, een vaste mestopslag en ruwvoeropslag te realiseren wordt aangenomen dat het hier gaat om een agrarisch bedrijf met toekomstperspectief. Overeenkomstig het gemeentelijke beleid wordt dan gekeken naar een passende bouwkavel die aansluit bij de ontwikkelingen en naar de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan. In dat kader wordt de bouwkavel vergroot zodat de gewenste ontwikkeling past binnen de bedrijfsbestemming. Ook de uitbreiding aan de achterzijde zal meegenomen worden omdat gezien de vigerende mogelijkheden een gedeelte van de bouwkavel hiervoor uitgewisseld kan worden. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. d. Een ontheffing van de gebruiksregels kan pas verleend wordt als het bestemmingsplan van kracht is. Dit kan nu niet meegenomen worden. Als het bestemmingsplan rechtsgeldig is kan dan ook los van deze bestemmingsplanprocedure een separaat verzoek tot ontheffing van de gebruiksregels ingediend worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten b en c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten a en d wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren.
191
82) Arvalis, namens de heer en mevrouw Hochs – Heggen, Elzeterweg 1a te Mechelen d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05089 Samenvatting zienswijze a. Gelieve het bestemmingsvlak ‘’Agrarisch-Bedrijf’’ alsmede het bouwvlak met 10% te vergroten. b. De bij het bedrijf van indieners behorende landbouwgronden gelegen nabij de bedrijfslocatie zijn ten behoeve van de melkveehouderij in gebruik als grasland. Een gedeelte van deze graslanden zijn in het ontwerpplan als ‘’Natuur’’ bestemd. Indieners verzoeken de gemeente deze gronden te bestemmen als ‘’Agrarisch met waarden natuur en landschapswaarden’’. Standpunt gemeente a. De gewenste uitbreiding van de bouwkavel past binnen de 10% marge die in het bestemmingsplan meegenomen kan worden. De plankaart zal conform het verzoek aangepast worden. b. De percelen zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De percelen zullen nu dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 83) Arvalis, namens E.G.P. Vanderheijden, Schwelbergerweg 6 te Mechelen d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I08.05090 Samenvatting zienswijze De bij het bedrijf van indiener behorende landbouwgronden gelegen nabij de bedrijfslocatie zijn ten behoeve van de melkveehouderij in gebruik als grasland. Een gedeelte van deze graslanden zijn in het ontwerpplan als ‘’Natuur’’ bestemd. Indiener verzoekt de gemeente deze gronden te bestemmen als ‘’Agrarisch met waarden natuur en landschapswaarden’’. 192
Standpunt gemeente De percelen zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met (hoge) landschappelijke en natuur(wetenschappe)lijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De percelen zullen nu dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 84) Arvalis, namens de familie Douven – Koenen, Bommerigerweg 26a te Mechelen d.d. 21-11-2008, ingekomen 24-11-2008 onder nummer I.08.05091 Samenvatting zienswijze a. Indieners willen in de karakteristieke bebouwingen gelegen tegenover Bommigerweg 26 en 26a twee vakantiewoningen realiseren. b. Binnen het bestemmingsvlak ‘’Wonen – Cultuur en ontspanning’’ is een caravanstalling gelegen. Indieners zijn voornemens deze stalling duurzaam te slopen, teneinde een nieuwe woning te realiseren. Indieners verzoeken de gemeente de locatie van de te slopen caravanstalling als ‘’Ruimte voor Ruimte-locatie’’ aan te merken. Standpunt gemeente a. Indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 25.1 is het rechtstreeks mogelijk om binnen karakteristieke bebouwing vakantiewoningen te realiseren. Daarbij dient bij de bouw van de vakantiewoningen (inpandige verbouwing) wel voldaan te worden aan de bepalingen uit het bouwbesluit. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Omdat de provinciale kwaliteitscommissie nog geen positief advies heeft afgegeven voor deze ontwikkeling wordt de locatie niet aangemerkt als Ruimte voor Ruimte-locatie. Voor de reeds op de plankaart aangeduide locaties is dit advies wel beschikbaar en om die reden zijn deze locaties aangeduid. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
193
Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 85) Arvalis, namens de heer en mevrouw Knops, Eyserheide 1 te Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05092 Samenvatting zienswijze a. Het kampeerterrein inclusief de verruiming waarvoor u per brief d.d. 17 januari 2007 vrijstelling hebt verleend in het kader van het bestemmingsplan Buitengebied Wittem is op de plankaart niet volledig weergegeven. De gemeente wordt verzocht het kampeerterrein volledig en juist op te nemen. b. Indieners zijn voornemens binnen het bestemmingsvlak ‘’A-B’’ een woning te realiseren voor permanente bewoning dan wel een aantal vakantiewoningen voor verblijfsrecreatie. B en W zijn blijkens hun reactie op de ingediende zienswijze tegen het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Gulpen-Wittem van mening dat het pand niet als karakteristiek is aan te merken, omdat het pand geen architectonische gaafheid meer heeft. Om deze reden kan er volgens B en W geen nieuwe woning dan wel een aantal vakantiewoningen worden gerealiseerd. Indieners verzoeken u het pand aan de Eyserheide 3 als karakteristiek aan te merken dan wel een bestemmingsplanwijziging mogelijk te maken. Standpunt gemeente a. Abusievelijk is de verkeerde begrenzing overgenomen. De plankaart zal aangepast worden conform de verleende vergunningen inclusief de vrijstelling. b. Zoals reeds opgenomen in de reactie op het voorontwerp vertoont het pand volgens de Monumentencommissie geen architectonische gaafheid meer waardoor het niet als karakteristiek is aan te merken. Hierdoor is het ook niet mogelijk om inpandig een nieuwe woning, dan wel vakantieappartementen te realiseren. De bevoegdheid om inpandig een nieuwe woning/vakantieappartement te realiseren is beperkt tot monumentale en karakteristieke bebouwing, zodat deze behouden kunnen blijven. Het realiseren van een nieuwe woning of vakantiewoning in andere bebouwing past dan ook niet binnen het provinciale en gemeentelijk beleid. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 86) Accon AVM Groep BV, namens Recreatieboerderij Tergracht VOF, Plaatweg 6 te Gulpen-Wittem d.d. 14-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 op het nummer I08.05085
194
Samenvatting zienswijze Indieners verzoeken het bestemmingsplan als volgt aan te passen: a. Het bestemmingsvlak ‘’R-V’’ overeenkomstig de feitelijke situatie op de plankaart opnemen. Dit betekent dat naast het vlak waarop de vakantieappartementen en buitenruimten zijn gesitueerd, ook het vlak waarop de woning Plaatweg 6 is gesitueerd alsmede het vlak waarop de feitelijke grenzen van de camping reeds nu aanwezig zijn, een en ander overeenkomstig de aanduidingen op Bijlage 2; b. de aanduiding (0 bw) op de plankaart binnen de bestemming ‘’RecreatieVerblijfsrecreatie’’ verwijderen. In combinatie met de hierboven omschreven vergroting van het bestemmingsvlak ‘’Recreatie-Verblijfsrecreatie’’, is de reguliere bestemmingsregeling van toepassing (inhoudende dat één bedrijfswoning is toegestaan). De woning aan de Plaatweg 6 is de feitelijke bedrijfswoning voor het recreatiebedrijf Tergracht en alle feitelijke werkzaamheden ten behoeve van het recreatiebedrijf hebben ook plaats vanuit deze woning. Deze bedrijfswoning is dus de woning waarvoor op 22 juni 1999 bouwvergunning is verleend; c. binnen de bestemming ‘’Recreatie-Verblijfsrecreatie’’ de uitbreiding van het kampeerterrein tot 25 eenheden voor de locatie Plaatweg 6 in de voorschriften en/of op de plankaart opnemen; d. het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan van de bestemmingen ‘’Agrarisch’’ en ‘’Agrarisch-Bedrijf’’ naar ‘’RecreatieVerblijfsrecreatie’’ ten behoeve van een uitbreiding naar 40 kampeerplaatsen; e. het opnemen van de bestemming ‘’Verkeer’’ voor het gedeelte van de Plaatweg dat in het kader van het Landinrichtingsproject Mergelland-Oost, door de familie Mulleneers wordt overgedragen aan Dienst Landelijk Gebied ten behoeve van de (recreatieve) ontsluiting van het gebied; f. het opnemen van de bestemming ‘’Recreatie-Verblijfsrecreatie’’, al dan niet met de aanduiding ‘’P’’ toegevoegd, zijnde het parkeerterrein voor het overige deel van de gronden van de Plaatweg die in eigendom blijven van de familie Mulleneers. Standpunt gemeente a. Het bestemmingsvlak R-V is overgenomen uit het geldende plan. In het verleden zijn deze grenzen planologisch zo vastgelegd. Het geldende bestemmingsplan heeft in dat kader de procedure doorlopen en kan aangemerkt worden als vastgesteld beleid c.q. vergund gebruik. Indien het feitelijke gebruik hiervan afwijkt is sprake van strijdigheid met het bestemmingsplan. Hoe één en ander bij de Kamer van Koophandel geregeld is, staat los van de planologische regeling. De gemeente is niet voornemens om van het vastgestelde beleid in het geldende bestemmingsplan en nu voorliggende bestemmingsplan af te wijken. De begrenzing van de bestemming R-V zal op de plankaart niet worden aangepast. b. Voor de locatie Plaatweg 6 is een vergunning afgegeven om een rustende boer woning te realiseren. Binnen de regelingen behorende bij de bestemming A-B is 195
een bedrijfswoning (Plaatweg 8) en een woning voor de rustende boer toegestaan. Het bestemmingsplan komt overeen met de vergunde situatie. Het op de plankaart aangeduide pand met nummer 6 is bestemd als vakantiewoning (aanduiding op de plankaart). Dit pand wordt op de plankaart niet aangeduid als bedrijfswoning. Binnen de bestemming R-V is geen bedrijfswoning toegestaan (aanduiding 0 bw). De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Binnen de bestemming R-V is geen bedrijfswoning toegestaan. Deze bepaling is eveneens opgenomen in het geldende plan. De gemeente ziet geen aanleiding om hiervan af te wijken. Voor het door indiener als bedrijfswoning van het recreatiebedrijf aangemerkte pand is een vrijstelling verleend voor een woning voor de rustende boer. Dit als onderdeel van de agrarische bedrijfsbestemming. Als het gebruik als rustende boer woning beëindigd is, is het toegestaan hier een vakantiewoning te exploiteren. Een afzonderlijke bedrijfswoning is niet toegestaan. De planregels zullen aangepast worden zodat de rustende boer woning omgezet kan worden naar een vakantiewoning. Voor het overige hoeft het bestemmingsplan hierop niet te worden aangepast. d. Voor het kampeerterrein is een vergunning voor kamperen bij de boer afgegeven. Dit kampeerterrein maakt in dat kader onderdeel uit van de agrarische bedrijfsbestemming. Het beleid van de gemeente ten aanzien van kamperen bij de boer is vastgesteld op maximaal 15 staanplaatsen. Uitbreiding van kamperen bij de boer past niet binnen het gemeentelijke beleid en zal niet opgenomen worden in het bestemmingsplan. Onlangs is voor de gemeente door ZKA een rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat er binnen de gemeente Gulpen-Wittem geen behoefte is aan verdere uitbreiding van de kampeermogelijkheden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. Een wijzigingsbevoegdheid voor de uitbreiding naar 40 kampeerplaatsen past zoals gesteld onder d niet binnen het beleid van de gemeente. Een wijzigingsbevoegdheid hiervoor zal dan ook niet opgenomen worden in de planregels. f. Conform voorstel zal de bestemming Verkeer worden aangepast zodat deze komt te liggen over dat deel van de gronden dat is overgedragen aan de Dienst Landelijk Gebied. De hiervan ten noorden gelegen parkeerplaats zal onder de bestemming Recreatie-Verblijfsrecreatie gebracht worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punten f gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de omzetting van de rustende boerwoning naar een vakantiewoning zullen de planregels worden aangevuld. Voor de punten a, b, c, d en e wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren.
196
87) Aelmans, namens de heer H.M.J. Vaessen, Kerkstraat 4 te Voerendaal d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-onder nummer I.08.05100 Samenvatting zienswijze a. Indiener verzoekt de gemeente de momenteel vigerende agrarische bouwkavel van het bedrijf voor de locatie Knipstraat 41 volledig buiten de begrenzing van het bestemmingsplan Buitengebied te laten vallen en zodoende op te nemen binnen de begrenzing van de kern Wijlre. Derhalve dient de plangrens van het bestemmingsplan Buitengebied ter plekke te worden aangepast. b. Indiener verzoekt de schuur/loods (kadastrale aanduiding: sectie D, nr. 3014) planologisch te koppelen aan de agrarische bedrijfslocatie aan de Knipstraat 41. c. Een gedeelte van de eigendoms- en gepachte landbouwgronden is in het ontwerpplan bestemd als ‘’Natuur’’. Gelieve deze gronden te bestemmen als ‘’Agrarisch-Landschappelijke en Natuurlijke waarden’’. Standpunt gemeente a. De begrenzing van het bestemmingsplan zal worden aangepast waardoor de gehele agrarische bedrijfskavel zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan Buitengebied Gulpen buiten het plangebied komt te liggen. Deze kavel zal meegenomen worden in de herziening van het bestemmingsplan voor de kern Wijlre. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. b. Het stalletje is in het geldende bestemmingsplan niet opgenomen binnen de agrarische bedrijfsbestemming. Het provinciale en gemeentelijke beleid is dat agrarische bedrijfgebouwen zoveel mogelijk op de bedrijfskavel geconcentreerd worden. Uitbreiding van de bedrijfsbestemming met een kavel op afstand past niet binnen dit beleid. Het stalletje valt in dat kader dan ook onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan. Hierdoor mag het huidige gebruik worden voortgezet. Echter mag dit niet uitgebreid c.q. vergroot worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De percelen zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De percelen zullen nu dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. 197
Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a en c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 88) Aelmans, namens mevrouw J.M.H. Vaessen, Vosheuvelweg 1 te Wijlre d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05101 Samenvatting zienswijze a. Gelieve de bouwkavel aanpassen conform de situering zoals weergegeven op bijlage 1. b. Gelieve de schuur/stal planologisch te koppelen aan de agrarische bedrijfslocatie aan de Vosheuvelweg 1. c. Een gedeelte van de aangrenzende landbouwgronden is in het betreffende ontwerp-plan bestemd als ‘’Natuur’’. Verzocht wordt deze gronden te bestemmen als ‘’AW-NL’’. Standpunt gemeente a. De voorgestelde uitbreiding van de bouwkavel past binnen de 10%-marge dus kan opgenomen worden in het bestemmingsplan. De plankaart zal hierop aangepast worden. b. De schuur/stal is in het geldende bestemmingsplan niet opgenomen binnen de agrarische bedrijfsbestemming. Het provinciale en gemeentelijke beleid is dat agrarische bedrijfgebouwen zoveel mogelijk op de bedrijfskavel geconcentreerd worden. Uitbreiding van de bedrijfsbestemming met een kavel op afstand past niet binnen dit beleid. De schuur/stal valt in dat kader dan ook onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan. Hierdoor mag het huidige gebruik worden voortgezet. Echter mag dit niet uitgebreid c.q. vergroot worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De percelen zijn in het geldende bestemmingsplan aangewezen als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. De percelen zijn wel gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. De percelen zullen nu dan ook als agrarisch met waardennatuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. 198
Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a en c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 89) Arvalis, namens de heer Kreutzer, Heijenratherweg 13 te Heijenrath d.d. 21-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05099 Samenvatting zienswijze Indiener verzoekt de gemeente het perceel, kadastraal bekend gemeente Wittem, sectie E, nr. 43 te bestemmen als ‘Recreatie-Verblijfsrecreatie’. Ter onderbouwing van dit verzoek wordt verwezen naar het bijgevoegd bedrijfsontwikkelingplan. Standpunt gemeente Het bedrijfsontwikkelingsplan is voorgelegd aan de BOM+-commissie. Indien voor vaststelling van het bestemmingsplan een positief advies wordt afgegeven en uit milieutechnisch bodemonderzoek geen belemmeringen blijken te bestaan, kan de gewenste ontwikkeling meegenomen worden in het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan zal daarop dan aangepast worden. Vooralsnog is dit niet mogelijk. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 90) Kerkhof & Kakkenberg Rentmeesters, namens Kicken Onroerend Zaak B.V. en mevrouw L.H.A. Kicken-Hendriks, Mr. Dr. Froweinweg 67/69 te Gulpen-Wittem d.d. 24-11-2008, ingekomen op 25-11-2008 onder nummer I.08.05121 (pro forma) d.d. 05-12-2008, ingekomen op 05-12-2008 (fax) onder nummer I.08.05349 (aanvulling pro forma zienswijze) Samenvatting zienswijze a. Het object Mr. Dr. Froweinweg 69 maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan Buitengebied Simpelveld. Daarin is het object bestemd als ‘woondoeleinden’ terwijl het in het ontwerp bestemmingsplan bestemd is als ‘R-V, vakantiewoning’. b. Indiener maakt bezwaar tegen het bestemmen van de gronden die bij de hoeve behoren als Natuur. Deze gronden zijn primair in gebruik als landbouwgrond en dienen als zodanig bestemd te worden (bestemming AW-NL). c. De feitelijke situatie van de bestemming Agrarsich-Bedrijf komt niet overeen met de bestemming zoals opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan. Door de bestemming Water en Waterstaat – Beschermingszone Water is het agrarisch bouwblok verkleind. De beschermingszone levert beperkingen op voor het overblijvende bouwvlak. Gelieve de grenzen van de bestemming en het bouwvlak te vergroten zodat een regelmatige vorm ontstaat en de begrenzing loopt tot aan de bestemming Water.
199
d. De voorgestelde inundatie- en meanderstrook is te breed waardoor gebruiksbeperkingen ontstaan. Standpunt gemeente a. Voor zover de gemeente kan beoordelen behoren de gronden waarop het object Mr. Dr. Froweinweg 69 is gelegen tot het grondgebied van de gemeente Gulpen-Wittem. De gemeente Gulpen-Wittem dient voor haar grondgebied een bestemmingsplan op te stellen. In dat kader zijn deze gronden meegenomen. Ook in het vorige bestemmingsplan buitengebied van de voormalige gemeente Wittem is het object Mr. Dr. Froweinweg 69 geregeld. In dat plan is het object bestemd als vakantiewoning. Deze bestemming is overgenomen in het ontwerp. De gemeente ziet geen aanleiding om deze bestemming te wijzigen naar woondoeleinden. Het toevoegen van een nieuwe woning aan het buitengebied past niet binnen het beleid van provincie en gemeente. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De gronden zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur. Binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) wordt onderscheid gemaakt tussen bos- en natuurgebied, nieuw natuurgebied en beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). De gronden aangeduid als bos- en natuurgebied dienen als natuur bestemd te worden. De overige gronden als Agrarisch met waarden-Natuur- en landschapswaarden. Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap. Via deze regeling wordt gestreefd naar nieuwe natuur binnen de EHS. Echter deze gronden zijn nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur, gezien het feit dat de percelen zijn gelegen binnen de EHS is er sprake van natuur- en landschapswaarden. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. c. Het bestemmingsvlak zal aangepast worden op het feitelijke gebruik. De erfverharding tussen de bouwkavel en de waterloop zal onder de agrarische bedrijfsbestemming worden gebracht. Het bouwvlak zal echter niet worden vergroot. Binnen het bouwvlak zoals opgenomen in het ontwerp bestemmingsplan zijn nog voor de eerst komende periode nog voldoende uitbreidingsmogelijkheden aanwezig. De noodzaak voor verdere vergroting van het bouwvlak is niet in een bedrijfsontwikkelingsplan aangetoond. De gemeente dient in dit kader dan ook aan te sluiten op het provinciale beleid. In dit beleid wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een bebouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel dat ingericht is als in- en oprit en tuin. Op basis 200
van dit provinciale beleid zal de bouwkavel aangepast worden naar het feitelijke gebruik waardoor de bouwkavel vergroot wordt richting de bestemming water. Ontwikkelingsruimte wordt in de toekomst geboden als sprake is van een volwaardig agrarisch bedrijf en op basis van de bouwkavel op maat. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid in het plan opgenomen. De begrenzing van de bestemming zal op de plankaart hierop worden aangepast. De omvang van het bouwvlak wordt gehandhaafd. d. Op de bestemmingsplankaart zijn de gegevens van het Waterschap één op één overgenomen. De zonering van de meanderzone en inundatiezone komt overeen met de zonering zoals deze is aangegeven op de legger. Het beleid van het Waterschap wordt hiermee gevolgd en daardoor worden de agrarische activiteiten niet meer belemmerd dan op grond van het vastgestelde beleid van het waterschap noodzakelijk is. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten b en c (gedeeltelijk) gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 91) Stichting ‘’Zuid-Limburgs Erfgoed’’, Op de Kamp 14 te Eys d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05128 Samenvatting zienswijze Het bestemmingsplan biedt aan de heer Rutten uit Cartils de mogelijkheid in het Geuldal een zogenoemde potstal te bouwen aan de weg N595 tegenover Kasteel Cartils. Gelieve af te zien van het bieden van de mogelijkheid bij de vaststelling van het bestemmingsplan Standpunt gemeente Voor het bouwen van de potstal is een afzonderlijke planologische procedure gevolgd en bouwvergunning verleend. Deze procedures zijn voor de vaststelling van het bestemmingsplan reeds doorlopen. In het kader van deze separate procedure zijn er mogelijkheden om zienswijzen c.q. bezwaren in te dienen. Omdat de vrijstelling van het bestemmingsplan en de bouwvergunning dus verleend zijn, is er dienovereenkomstig een bouwkavel in het bestemmingsplan opgenomen. In het kader van dit bestemmingsplan kan derhalve niet meer gereageerd worden op de verleende vrijstelling en bouwvergunning. Aan het verlenen van de vrijstelling en bouwvergunning hebben de nodige omgevingsonderzoeken ten grondslag gelegen en is ook een compensatie- en inrichtingsplan opgesteld conform het BOM+beleid. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren.
201
92) R.J.P.W. Caubo, Eyserweg 26, 6287 NE Trintelen d.d. 19-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer 08.05126 Samenvatting zienswijze Ten aanzien van het ‘’kamperen bij de boer’’ op het perceel gelegen aan Eyserweg 23 is met het toestaan van 15 kampeermiddelen in het ontwerpplan op de genoemde locatie het maximum bereikt. Gelieve bij de vaststelling van het definitieve bestemmingsplan op geen enkele manier tot een verruiming van dit aantal over te gaan. Standpunt gemeente Onlangs is voor de gemeente door ZKA een rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat er binnen de gemeente Gulpen-Wittem geen behoefte is aan verdere uitbreiding van de kampeermogelijkheden. Het beleid van de gemeente ten aanzien van kamperen bij de boer wordt daarmee vastgesteld op maximaal 15 staanplaatsen. Uitbreiding van kamperen bij de boer past dus niet binnen de gemeentelijke beleidsuitgangspunten en zal niet opgenomen worden in het bestemmingsplan. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 93) A.G.H. van der Kroft en I.M.L. Bessems, Morgensweg 2 te Epen B.J. Ibelings en E.C.M. Bicknese, Terzieterweg 34 te Epen J.F. Lemmers en J.L. Kramer, Helberg 1 te Epen J.J.C. Knoppen en M.H. Jorissen, Terzieterweg 46 te Epen d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05132 Samenvatting zienswijze a. De zienswijze sluit aan bij de opmerkingen welke de VROM-inspectie Regio Zuid (brief van 22-05-2008) en de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (brief van 11-06-2008) hebben gemaakt op het voorontwerp van het bestemmingsplan. b. Voor kamperen bij de boer wordt vooralsnog 15 kampeerplaatsen aangehouden. Uitbreiding binnen de EHS, POG en nationaal landschap strookt niet met het na te leven beleid. c. De wijziging van de bestemming Terzieterweg 26 en 17 zijn onderwerp van ingezette wijzigingsprocedures. Deze ontwikkelingen mogen nog niet in het bestemmingsplan opgenomen worden. Standpunt gemeente a. Op het ontwerp bestemmingsplan is een reactie van de provincie en VROM ontvangen. Uit deze reactie blijkt dat zij kunnen instemmen met de reactie zoals geformuleerd op het voorontwerpbestemmingsplan. Ten aanzien van de uitbreidingen is dan ook nooit meer gegund dan in de vigerende situatie mogelijk is. Aan de hand van een bedrijfsinventarisatie en bedrijfsbezoeken is gekeken welke bedrijven rendabel zijn en een reëel toekomstperspectief hebben. Voor deze bedrij202
ven is de vigerende situatie gehandhaafd. De overige bedrijven zijn voorzien van een bouwkavel op maat. Uitbreiding van een kavel is alleen aan de orde als dit reeds middels een eerdere planologische procedure mogelijk is gemaakt die nu vertaald wordt naar het bestemmingsplan ofwel wanneer een positief advies van de BOM+commissie / Kwaliteitscommissie reeds ontvangen is ten aanzien van een geplande ontwikkeling. Bij sommige agrarische bedrijven is, in die gevallen waar de vigerende bouwkavel grotendeels benut is, wel gebruik gemaakt van een 10%-uitbreiding van de bouwkavel die door de Provincie Limburg zonder BOM+procedure is toegestaan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Voor kamperen bij de boer sluit de gemeente aan op het beleid van de provincie. Het wordt vastgesteld op maximaal 15 eenheden en is niet toegestaan binnen de EHS en POG-gebieden. Onlangs is voor de gemeente door ZKA een rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat er binnen de gemeente Gulpen-Wittem geen behoefte is aan verdere uitbreiding van de kampeermogelijkheden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De opgenomen wijziging in de bestemming van Terzieterweg 26 is reeds vergund en voor de wijziging van Terzieterweg 17 is voldoende zicht op een vergunning voordat het nieuwe bestemmingsplan wordt vastgesteld. Vandaar dat deze wijzigingen zijn meegenomen en vertaald in dit bestemmingsplan. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 94) F.J.M. Joordens, Terzieterweg 28 te Epen d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05131 Samenvatting zienswijze a. Op de tweede pagina van de toelichting wordt als één van de belangrijkste ‘speerpunten’ genoemd dat het onder voorwaarden mogelijk is om binnen cultuurhistorische waardevolle gebouwen een combinatie van wonen en verblijfsrecreatie uit te oefenen. Dit is alleen van toepassing op locaties gelegen binnen monumentale en karakteristieke panden, waarbij geen sprake mag zijn van extra verstening. Voor de andere, vaak recenter gebouwde woningen in het buitengebied is vooralsnog geen verruiming van de mogelijkheden gewenst. Indieners gaan er vanuit dat onder ‘woningen’ mede verstaan wordt: woonhuizen met inbegrip van bijgebouwen. b. Op deelkaart IV is te zien dat op diverse percelen zogenoemde bijbouwvlakken zijn geprojecteerd, niet echter op het perceel aan de Terzieterweg 28. Gelieve ook op dit perceel een bijbouwvlak in te tekenen. c. In het voorontwerp wordt te weinig rekening gehouden met stiltegebieden. d. Indieners sluiten zich aan bij de opmerkingen van VROM (brief d.d. 22-052008) en de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (brief d.d. 11-062008). 203
Standpunt gemeente a. Met woningen wordt inderdaad verstaan woonhuizen en de bijgebouwen zolang deze als monument of karakteristiek pand zijn aangewezen. Alleen voor die panden is verruiming van de gebruiksmogelijkheden aanwezig om deze panden op die manier te kunnen behouden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Binnen het bestemmingsplan dient uitgangspunt te zijn dat bij monumentale en karakteristieke panden de behoefte aan bijgebouwen zo beperkt mogelijk is. In de meeste gevallen is reeds sprake van grote panden en voldoende opslag- en stallingsmogelijkheden. Daarnaast dienen de cultuurhistorische waarden beschermd te worden. Door toevoeging van bijgebouwen worden deze waarden aangetast. Alleen als in het geldende bestemmingsplan bij die panden een bijbouwvlak is opgenomen wordt dit vlak, vanwege bestaande rechten, overgenomen in het bestemmingsplan. Ter plaatse van Terziet is dit op sommige locaties abusievelijk niet goed overgenomen. Aan de hand van het geldende bestemmingsplan zal dit gecontroleerd worden en daar waar in dat plan een bijbouwvlak is opgenomen zal dit overgenomen worden. Voor het overige zijn er geen bijgebouwen toegestaan. Ter plaatse van Terzieterweg 28 zal dan ook in overeenstemming met het geldende plan geen bijbouwvlak worden opgenomen. Voor panden in de nabijheid kan het zijn dat de plankaart aangepast dient te worden. c. Op de plankaart is de aanduiding Milieuzone-Stiltegebied opgenomen. Deze aanduiding komt overeen met de aanwijzing van het stiltegebied. In de planregels is een verwijzing naar deze aanduiding opgenomen onder artikel 41.6. In dit artikel is bepaald dat in stiltegebieden rekening gehouden moet worden of afstemming gezocht moet worden met het beleid zoals opgenomen in de Provinciale Milieuverordening Limburg (PMV). De PMV is in het bestemmingsplan dan ook van toepassing verklaard. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Wordt ter kennisgeving aangenomen, zie hiervoor ook de reacties en het gemeentelijk standpunt op de reacties van provincie en VROM op het ontwerpbestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. Ten aanzien van de bijbouwvlakken bij monumentale en karakteristieke panden in de omgeving Terziet zal de plankaart (ambtshalve) aangepast worden waarbij de bijbouwvlakken afgestemd worden op het geldende bestemmingsplan. 95) BTL Advies B.V. namens Recreatiepark Euverem B.V. d.d. 20-11-2008, ingekomen op 21-11-2008 onder nummer I.08.05104 Samenvatting zienswijzen De zienswijze bestaat uit de Visie Bungalowpark Euverem. 204
Standpunt gemeente De visie is reeds besproken met de eigenaar van het bungalowpark. Vergroting van de kwantiteit (zowel in bungalows als in oppervlakte van het terrein) is mogelijk mits er sprake is van een duidelijke kwaliteitsverbetering. Afgesproken is dat de visie uitgebreid dient te worden met een bedrijfsontwikkelingsplan en economische onderbouwing. Deze totaalvisie dient vervolgens voorgelegd te worden aan het college en de kwaliteitscommissie van de provincie op basis van de VORmregeling. Indien zij een positief advies afgeven kan medewerking verleend worden aan de ontwikkeling. In het kader van het bestemmingsplan kan dit niet meer meegenomen worden. Hiervoor zal een afzonderlijke planologische procedure gevolgd moeten worden. Ten aanzien van de voorgelegde visie heeft de gemeente in het gesprek met de eigenaar reeds aangegeven dat de visie te ambitieus is, niet passend binnen het landschap vanwege de te hoge bebouwingsdichtheden en als zodanig niet als kwaliteitsverbetering kan worden aangemerkt. De eigenaar heeft te kennen gegeven dat zij de visie aanpassen en een totaalplan zullen voorleggen. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. Bij aanlevering van het totaalplan kunnen verdere stappen ondernomen worden. 96) M.M.P. Akkermans en A.M.C. Akkermans-Baken, Diependalsweg 5 te Epen d.d. 22-11-2008, ingekomen op 25-11-2008 onder nummer I.08.05214 Samenvatting zienswijze Indieners zijn van mening dat het ontwerpbestemmingsplan onvoldoende kaders biedt om te komen tot een evenwichtige ontwikkeling van het Buitengebied. De zienswijze komt erop neer dat het gemeentebestuur Gulpen-Wittem een koers volgt waarin landschappelijke en natuurwaarden systematisch ondergeschikt worden gemaakt aan economisch en toeristisch-recreatieve belangen. Dit beleid zou bovendien in strijd zijn met het beleid van hogere overheden. Standpunt gemeente Tijdens het proces van het vervaardigen van het bestemmingsplan buitengebied zijn diverse belangenorganisaties uitgenodigd om mee te denken. Voorafgaand aan het bestemmingsplan is dan ook een startnotitie opgesteld waarin de uitgangspunten voor het bestemmingsplan zijn opgenomen. Deze startnotitie is vastgesteld door de Raad. Bij opstellen van de uitgangspunten voor het bestemmingsplan hebben we met diverse organisaties (van onder meer natuurbeherende organisaties, LLTB, een afvaardiging van de toeristische sector, provincie) aan tafel gezeten. Tijdens klankbordavonden zijn stellingen voorgelegd en vanuit de stellingen zijn de beleidskader geformuleerd. Daarbij gaat het altijd om een afweging van belangen waarin een middenweg gevonden moet worden. Op deze manier 205
heeft de gemeente getracht om een evenwichtig en op de toekomst gericht beleid te ontwikkelingen dat opgenomen is in het bestemmingsplan Buitengebied. Een van de uitgangspunten daarbij is kwaliteit. Echter kwaliteit is niet absoluut meetbaar en dan ook moeilijk direct te vertalen naar regelgeving. Ten aanzien van het behoud en het versterken van de kwaliteit van het buitengebied zijn in het bestemmingsplan diverse dubbelbestemmingen opgenomen. Met deze dubbelbestemmingen worden de ruimtelijk relevante belangen veiliggesteld die niet of onvoldoende in de onderliggende bestemmingen kunnen worden gewaarborgd. De met de dubbelbestemming samenhangende belangen hebben in beginsel voorrang op de belangen van de onderliggende bestemming (artikel 45.2 voorrangsregeling). Het waarborgen van deze belangen met behulp van de dubbelbestemming leidt tot bijzondere of extra regels of noodzaak tot een nadere belangenafweging. Zo wordt bijvoorbeeld met de dubbelbestemming Waarde– Ecologie beoogd om de samenhang tussen de abiotische en biotische kenmerken van gebieden in stand te houden en te versterken. Dit is een voorbeeld van hoe de kwaliteitaspecten van het buitengebied in het plan verankerd zijn. Daarnaast zijn in de ontheffings- en aan de wijzigingsbevoegdheden voorwaarden gesteld. Een voorbeeld hiervan is dat de natuurlijke en landschappelijke waarden niet onevenredig mogen worden aangetast. Echter bij iedere ontwikkeling zal een afweging in belangen gemaakt moeten worden (waarbij eveneens naar de voor het gebied geldende dubbelbestemmingen gekeken moet worden). Vooraf is het bijna onmogelijk om voor het gehele buitengebied van de gemeente Gulpen-Wittem voorwaarden/maatstaven te stellen of iets wel of niet zo kunnen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 97) Maatschap Vanderheijden-Knops, Terzieterweg 15 te Epen d.d. 21-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05134 Samenvatting zienswijze a. Gelieve het plan zodanig aan te passen dat de ingetekende strook ‘’beschermingszone water’’ beperkt blijft tot de strook die aan het waterschap wordt toebedeeld. De gemeente handhaaft in het plan de stroken ‘’beschermingszone water’’, die gedeeltelijk gelegen is over de varkensstal, erfverharding en voeropslagplaats van indiener. b. In het perceel plaatselijk bekend als de Molt (Eperheide) staat nog steeds een strook ingetekend als ‘’water’’, terwijl daar geen sprake is van een waterloop. Gelieve deze strook te schrappen uit het plan. c. Indieners kunnen niet instemmen met de door u genoemde voorgenomen voorrangsregeling, aangezien indieners geen zicht hebben op de inhoud daarvan. d. Indiener kan niet instemmen met het differentiatievlak erosie. e. Met betrekking tot het terrein voor kamperen bij de boer willen indieners de gemeente erop wijzen dat door de verleende bouwvergunning voor de uitbreiding 206
van de rundveestal en voeropslag een gedeelte van het bestaande kampeerterrein vervalt en een nieuwe indeling noodzakelijk is. f. Gelieve enige extra ruimte aan te wijzen voor een eventuele uitbreiding van het aantal plaatsen in de toekomst indien het gemeentelijk en provinciaal beleid daar in de toekomst de mogelijkheid toe zal bieden. g. Gelieve het bouwkavel uit te breiden als aangegeven op de bijgevoegde tekening. Standpunt gemeente a. Het Waterschap Roer en Overmaas heeft op haar legger de watergangen ingetekend die planologisch beschermd dienen te worden. Volgens het beleid van het waterschap zijn deze watergangen voorzien van een beschermingszone. Deze beschermingszone is nu op de plankaart ingetekend. In uw geval betekent dit dat er over uw kavel en bebouwing een beschermingsregime van toepassing is. Bestaande bebouwing gelegen binnen deze zone wordt gerespecteerd. Omdat het echter beleid is wat door het Waterschap is bepaald en vastgesteld kan de gemeente dit in het kader van het bestemmingsplan niet wijzigen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Het Waterschap Roer en Overmaas heeft op haar legger de watergangen ingetekend die planologisch beschermd dienen te worden. Volgens de gegevens van het waterschap gaat het hier om een theoretische watergang/droogdal en een weg-watergang tussen twee waterbuffers. Omdat het echter beleid is wat door het Waterschap is bepaald en vastgesteld kan de gemeente dit in het kader van het bestemmingsplan niet wijzigen. De gemeente moet dit beleid doorvertalen in haar bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De relatie tussen de dubbelbestemmingen bestemmingen is opgenomen in de voorrangsregeling zoals verklaard in artikel 45.2. Hierin is opgenomen hoe die voorrangsregeling gelezen moet worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangevuld. d. Het differentiatievlak erosie is toegevoegd als achtervang om maatwerk mogelijk te maken. Het is ingevoegd als basisprincipe c.q. voorwaarde om het bestrijden en voorkomen van bodemerosie en wateroverlast planologisch te regelen. We kunnen dan ook niet meegaan met uw zienswijze. Het bestemmingsplan zal hierop niet worden aangepast. e. Het deel van het kampeerterrein dat is gelegen binnen het bouwvlak zal conform het voorstel verplaatst worden. Een en ander zal één op één uitgewisseld worden. De plankaart zal hierop aangepast worden. f. Onlangs is voor de gemeente door ZKA een rapport opgesteld. Uit dit rapport blijkt dat er binnen de gemeente Gulpen-Wittem geen behoefte is aan verdere uitbreiding van de kampeermogelijkheden. Het beleid van de gemeente ten aanzien 207
van kamperen bij de boer wordt daarmee vastgesteld op maximaal 15 standplaatsen (in overeenstemming met het provinciale beleid). Uitbreiding van kamperen bij de boer past dus niet binnen de gemeentelijke beleidsuitgangspunten en zal niet opgenomen worden in het bestemmingsplan. g. De gevraagde uitbreiding van de bouwkavel met maximaal 10% bedraagt 660 m². Aan de noordzijde van het bouwperceel zal een strook van 12 meter aan de agrarische bedrijfsbestemming inclusief bouwvlak worden toegevoegd. De bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten e en g gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 98) A.A.L. Velraeds (namens de bewoners rondom de Golfbaan), Schweibergerweg 40 te Mechelen-Wittem d.d. 20-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05135 Samenvatting zienswijze a. Er zijn percelen die niets met de erfpacht te maken hebben, bestemd als Golfterrein. De uitbreiding van het Golfterrein overeenkomstig gemaakte afspraken gaat ten koste van het in de EHS gelegen bos dat voorheen bestemd is als natuurgebied, hetgeen niet mogelijk is. Het is opmerkelijk dat de ZLGCC nu deze duidelijk in het landschap te herkennen begrenzing, wil vervangen door een in het landschap nauwelijks terug te vinden begrenzing. b. De bufferzone wordt niet meer instandgehouden. Het bestemmingsplan dient dan ook beter aangepast te worden op de bedoelingen van de bescherming van de EHS. c. De uitbreidingen in het vergunningstelsel zijn een farce. d. De uitspraak van de Raad van State dient verwerkt te worden, waardoor uitbreiding van de golfbaan niet meer mogelijk is. e. Het aan het golfterrein grenzende bos en natuurgebied (perceel no 3358 en 3357) kent geen bufferzone meer. Graag wil indiener herstel van die aan mijn grond grenzende bufferzone, inclusief het verwijderen van aan- en afvoerleidingen. f. Er is geen enkele maatregel getroffen om de erosie tegen te gaan (in het bos onder baan 12). Standpunt gemeente a. Overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn tussen SBB en de beheerder van het golfterrein is de begrenzing van de bestemming Recreatie-Golfterrein ingetekend. Daarbij is de begrenzing afgestemd op enerzijds het feitelijke gebruik en anderzijds de eigendomsgrens c.q. de erfpachtgrens. Aangezien er in de prak208
tijk sprake was van 3 soorten grenzen (bufferzone, bestemmingsplan en erfpacht) hetgeen in het verleden al meermaals tot problemen heeft geleid is ervoor gekozen om in het nieuwe bestemmingsplan de eigendomsgrenzen c.q. de erfpachtgrenzen aan te houden. Deze grenzen komen ook overeen met de kadastrale grenzen en zijn dus via kadastrale inmeting verifieerbaar. Uitzondering hierop vormt de toegangsweg naar de golfclub alwaar een duidelijk herkenbare fysieke grens in het veld aanwezig is en de begrenzing nabij hole 5/6 alwaar de grens direct aansluitend aan de bestaande backtee wordt gelegd. Het perceel met voormalig kadastraal nummer 3362 is abusievelijk onder de bestemming golfterrein opgenomen. Op deze punten zal het bestemmingsplan worden aangepast. Binnen het bestemmingsplan is in de doeleindenomschrijving van de bestemming opgenomen dat de gronden bestemd zijn voor instandhouden, versterking en ontwikkeling van de aldaar, voorkomende dan wel daaraan eigen natuurlijke, landschappelijke, landschapsecologische, cultuurhistorische en archeologische waarden. Daarnaast is er tevens een dubbelbestemming waarde-ecologie opgenomen en een aanduiding natura 2000. Op basis van deze bestemming, dubbelbestemming en aanduiding zijn de kwaliteiten van de EHS beschermd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De “bufferzone” heeft in het geldende plan enkel de betekenis dat binnen deze strook het aanlegvergunningenstelsel van toepassing is. Het nu in het bestemmingsplan opgenomen aanlegvergunningenstelsel geldt voor alle gronden binnen de bestemming. Het opnemen van een bufferzone is hierdoor overbodig geworden. Zoals onder a. gesteld geldt er reeds een dubbelbestemming waardeecologie op basis waarvan extra bescherming is gewaarborgd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Bij het aanlegvergunningenstelsel gaat het om de aanleg van nieuwe voorzieningen waarbij altijd een toets moet plaats vinden aan de in het plan opgenomen bestemmingen van de grond (artikel 18.5.3). Dus ook naar de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden. De ondergrond van het bestemmingsplan wordt gevormd door de kadastrale kaart en de daarop door het kadaster ingetekende voorzieningen. In het kader van een eerdere aanlegvergunningprocedure is door de ZLGCC een kaart gemaakt met daarop aangegeven de huidig aanwezige voorzieningen zodat deze kaart als nulmeting kan dienen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. In het bestemmingsplan is de huidige situatie vastgelegd. Uitbreiding van de bestemming golfterrein buiten het in erfpacht gegeven of in eigendom zijnde terrein is niet aan de orde Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. De bufferzone heeft in het geldende plan geen andere planologische betekenis dan het van toepassing doen zijn binnen deze strook van het aanlegvergunnin209
genstelsel. Het nu in het bestemmingsplan opgenomen aanlegvergunningenstelsel geldt voor alle gronden binnen de bestemming. Het opnemen van een bufferzone is hierdoor overbodig geworden. Het verwijderen van ondergrondse aan- en afvoerleidingen, voor zover gelegen op of onder andermans terrein is een privaatrechtelijke kwestie die niet in bestemmingsplan geregeld kan worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. Mocht er sprake zijn van erosie dan kan hier in het kader van het bestemmingsplan niets direct mee gedaan worden. Indien het gebruik van het golfterrein leidt tot erosie dan zal hier in het kader van handhaving naar gekeken moeten worden. Ons is geen illegale uitbreiding van het golfterrein ten noorden van het waterreservoir bekend. De contouren van het huidig vigerende bestemmingsplan zijn hier overgenomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 99)
Aelmans, namens de heer P.J.A. Schyns, Rijksweg 2 te Wittem d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05124
Samenvatting zienswijze a. Indiener verzoekt de gemeente om bij de vaststelling van het bestemmingsplan ‘’Buitengebied’’ de begrenzingen van de agrarische bedrijfskavel en het bouwvlak aan te passen zoals deze in het voorontwerpplan was opgenomen. Tevens verzoekt indiener de dubbelbestemming ‘’meanderzone’’, daar waar deze samenvalt met de agrarische bedrijfskavel en het bouwvlak, te laten vervallen. b. Gelieve de bouwkavel op te nemen in het bestemmingsplan zoals weergegeven in bijlage 3 van de zienswijze. Standpunt gemeente a. en b. In het kader van de ligging van de meanderzone is de gemeente in september 2007 de situatie ter plekke gaan bezien. Een en ander ook in relatie met de mogelijkheden in het geldende bestemmingsplan. Volgens dit plan zijn aan de westzijde van het perceel geen uitbreidingsruimten gelegen. Tijdens de schriftelijke inventarisatie in 2006 is dat toen wel aangegeven. Naar aanleiding daarvan is de bedrijfskavel ingetekend. Echter is toen abusievelijk vergeten naar de belangen van het waterschap te kijken. Tijdens het bedrijfsbezoek in 2007 is de situatie nogmaals doorgesproken. Door indiener is daarbij aangegeven dat op korte termijn geen uitbreidingen in westelijke richting gepland zijn, maar dat een uitbreiding eerder naast de onlangs gerealiseerde schuur (in oostelijke richting) zou plaatsvinden. Naar aanleiding van dit overleg is de bedrijfskavel aan de westzijde aangepast op het feitelijk aanwezige gebruik. De gronden die voor bedrijfsdoeleinden gebruikt worden zijn onder de A-B bestemming (zonder bouwmogelijkheid) gela210
ten en de meanderzone is van deze bestemming afgehaald. Een uitbreidingsruimte is ten oosten van de agrarische bedrijfskavel (aansluitend aan de bestaande schuur) opgenomen (bouwkavel vergroot ten opzichte van voorontwerp). Ook hier is de meanderzone aangepast zodat deze niet meer over de bedrijfskavel is gelegen en hier in de toekomst mogelijk een nieuwe schuur gebouwd zou kunnen worden. Met het waterschap is deze situatie naar aanleiding van het bezoek in 2007 doorgenomen en deze instantie heeft hiermee ingestemd. Bouwen aan de westzijde van de kavel, op korte afstand van de Geul, is binnen het beleid van het waterschap uitgesloten. De kavel zoals opgenomen in het voorontwerp kan dan ook niet overgenomen worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 100) mevrouw Wetzels, Beutenaken 15 te Beukenaken d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05130 Samenvatting zienswijze a. Indiener is het oneens met de toegekende bestemming ten aanzien van het perceel te Beutenaken 46. Gelieve tussen de voor- en achterbouw een bijbouwvlak toekennen. b. Zoals de huidige bijbouwvlakken zijn ingetekend achter de percelen van nr. 52 en 46 en 44, zou het kunnen betekenen dat de buren van nr. 52 en 44 in staat zijn achter het perceel van indiener door te bouwen. Volgens de toelichting is dit uitsluitend en alleen toegestaan achter het hoofdperceel van de feitelijke eigenaar en niet ernaast. Gelieve het bijbouwvlak te beperken tot de grond achter de hoofdwoning en niet te laten doorlopen tot aan mijn perceelsgrens. c. Indien in het gestippelde bijbouwvlak van de buren vergunningsvrij mag worden gebouwd tot aan de perceelsgrens kunnen er in de toekomst vervelende situaties ontstaan. d. Gelet op de kwetsbaarheid van het buitengebied en de doelstelling om ons erfgoed zo goed mogelijk te beschermen ontbreekt een beschrijving van de toegestane evenementen. Ook een beschrijving van hetgeen is toegestaan binnen ‘’ALN’’ gebieden alsmede op wegen en paden ontbreekt. Standpunt gemeente a. Ter plaatse is de regeling zoals in het geldende bestemmingsplan opgenomen gerespecteerd. Binnen het nieuwe bestemmingsplan is uitgangspunt dat bij monumentale en karakteristieke panden de behoefte aan bijgebouwen zo beperkt mogelijk wordt gehouden. In de meeste gevallen is reeds sprake van grote panden en voldoende opslag- en stallingsmogelijkheden. Daarnaast dienen de cultuurhistorische waarden beschermd te worden. Door toevoeging van bijgebouwen worden deze waarden aangetast. Alleen als in het geldende bestemmingsplan bij die panden een bijbouwvlak is opgenomen wordt dit overgenomen. Door de twee karakteristieke panden met een bijbouwvlak met elkaar te verbinden wordt de his211
torische situatie en karakteristiek van de panden aangetast. Er zal dan ook geen bijbouwvlak tussen de twee panden worden ingetekend. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. In het geldende bestemmingsplan is voor de betreffende percelen reeds een bijbouwvlak opgenomen. Dit bijbouwvlak grenst aan het hoofdperceel van de eigenaar doch is ook gelegen achter het perceel van indiener. Dit is een vanuit het verleden gegroeide situatie. Omdat het echter een bestaand recht is kan en wil de gemeente dit niet ongedaan maken. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. De regeling voor vergunningsvrij bouwen staat los van het bestemmingsplan. Indien iemand een bouwwerk wil oprichten dat voldoet aan de voorwaarden zoals zijn opgenomen in de regeling vergunningsvrij bouwen hoeft men hiervoor (zoals het woord zegt) geen vergunning aan te vragen. Hierdoor hoeven vergunningsvrije bouwwerken niet getoetst te worden aan het bestemmingsplan. Het opnemen van een regeling om vergunningsvrije bouwwerken te voorkomen heeft in het kader van het bestemmingsplan dan ook geen enkele zin. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Volgens jurisprudentie hoeven alleen evenementen die jaarlijks terugkeren en meerdere dagen duren geregeld te worden in het bestemmingsplan of dient hiervoor een ontheffing van het bestemmingsplan voor verleend te worden. Dit omdat het gebruik van de gronden dan voor langere tijd wijzigt en dit niet past binnen het bestemmingsplan. De gemeente heeft besloten bepaalde evenementen op te nemen in het bestemmingsplan. Op pagina 97 van de toelichting wordt hierop ingegaan. In de toelichting is derhalve een lijst opgenomen van evenementen die planologisch relevant zijn en die in het bestemmingsplan geregeld worden. Voor ieder evenement dient daarnaast een vergunning verleend te worden op basis van de algemene plaatselijke verordening. Daarbij zal ieder evenement op de gebruikelijke manier in het plaatselijke weekblad kenbaar gemaakt worden. Daarnaast zal nog uitdrukkelijk aangegeven worden dat het evenement maar één keer per jaar mag plaatsvinden. De toelichting zal hierop aangepast worden. Een beschrijving wat wel en niet is toegestaan binnen de bestemming AW-NL is opgenomen in de bestemmingsomschrijving. Daarnaast zijn in de bestemmingsvoorschriften nog specifieke gebruiksregels opgenomen. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt d gegrond te verklaren en de toelichting van het bestemmingsplan dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren.
212
101) N.A.A.M. Van den Hove, De Hut 14a te Ingber d.d. 24-11-2008, ingekomen op 25-11-2008 onder nummer I.08.05107 Samenvatting zienswijze In het ontwerp bestemmingsplan is aan de achterzijde van de woning (kadastraal bekend gemeente Gulpen sectie E nummers 353 respectievelijk nummer 373) een bijbouwvlak aangeduid. Indiener heeft ten aanzien van een aantal aspecten zijn bedenkingen, te weten: a. de grootte van het bijbouwvlak; b. verkleining oorspronkelijke bouwvlak; c. de aanduiding van het bijbouwvlak op het perceel van de buren; d. de ligging van het bijbouwvlak. Standpunt gemeente a. Het bouwperceel mag tot maximaal 50% bebouwd worden. Dit wil niet zeggen dat het bijbouwvlak dan ook maar voor 50% bebouwd mag worden. Het toegekende bijbouwvlak mag op het perceel van indiener volledig bebouwd worden. Hierdoor is het mogelijk om ter plaatse een garage van ongeveer 35 m² te realiseren. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Ter plaatse is de feitelijke situatie vastgelegd. Omdat er in het kader van de inspraak specifiek is gevraagd om een bijgebouw te kunnen oprichten is terplekke een bijbouwvlak opgenomen. Bouwen voor de voorgevelrooilijn is een ongewenste stedenbouwkundige ontwikkeling. Het bestemmingsplan zal hierop dan ook niet worden aangepast. c. Het gedeelte van het bijbouwvlak zal overeenkomstig het verzoek van indiener worden aangepast aan de kadastrale eigendomsgrenzen . Het bestemmingsplan zal hierop dan ook worden aangepast. d. De ontsluiting van het perceel komt niet in gevaar omdat deze is gelegen binnen de agrarische bestemming en overeenkomstig de reactie onder c zal het bijbouwvlak worden aangepast. Het bestemmingsplan hoeft hierop dan ook niet verder te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 102) J.H.J. Van den Hove, De Hut 14 te Ingber d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05106 Samenvatting zienswijze Gelieve de ‘’Gemengd-Vrijkomende Agrarische bebouwing’’ (GD-VAB) aan het pand De Hut 14 toe te kennen. 213
Standpunt gemeente Ter plaatse is de feitelijke situatie vastgelegd (woonfunctie). De bestemming GDVAB is als wijzigingsbevoegdheid opgenomen en alleen mogelijk indien een tot agrarisch bestemd bedrijf hiervan gebruik wil maken. Als zelfstandige bestemming is deze bestemming niet in de planregels meegenomen. Ter plaatse is geen sprake meer van een (volwaardig) agrarisch bedrijf en het pand kan dan ook niet meer als zodanig bestemd worden. Het wijzigen naar de bestemming GD-VAB is dan ook niet mogelijk. Ook het bestemmen als W-CO is niet mogelijk omdat ter plaatse geen sprake is van karakteristieke of monumentale bebouwing. Binnen de bestemming Wonen is het stallen van landbouwmachines geen verboden gebruik en kan ter plaatse gewoon worden voortgezet. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 103) Aelmans, namens de heer W. Ploemen, Slenakerweg 1 te Gulpen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05118 Samenvatting zienswijze a. Gelieve de vergroting van de agrarische bouwkavel ten behoeve van de uitbreiding van de opslagcapaciteit voor ruwvoer op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan ‘’Buitengebied’’. Bij deze aanpassing dient de uitbreiding van deze bouwwerken binnen het bouwvlak te vallen. b. Tenslotte verzoekt indiener het in te tekenen kampeerterrein in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. Standpunt gemeente a. De gewenste uitbreiding van de sleufsilo’s is gelegen binnen de door het waterschap aangewezen meanderzone. Hierop zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing. Uitbreiding van de bouwkavel is hier zonder ontheffing van de keur niet mogelijk. De gevraagde uitbreiding kan dan ook niet meegenomen worden in het bestemmingsplan. Daarnaast is de bouwkavel in het geldende bestemmingsplan ongeveer 1,1 ha groot. De reeds in het nieuwe bestemmingsplan opgenomen bouwkavel heeft een omvang van 1,25 ha (afgestemd op de feitelijke situatie). Hierdoor is de bouwkavel ruim 10% vergroot. De gemeente kan gezien de ligging van de meanderzone dan ook geen medewerking verlenen aan het verzoek ook al zou een gedeelte uitgewisseld worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Voor het kampeerterrein is vergunning afgegeven. Het kampeerterrein is in overeenstemming met de vergunning ingetekend. Verdere verruiming van het kampeerterrein is niet mogelijk, uitwisseling wel. Het deel van het kampeerterrein dat indiener graag binnen het bouwvlak opgenomen ziet worden zal dan ook elders worden toegevoegd. Het bouwvlak zal ter plaatse worden vergroot omdat dit 214
past binnen het geldende bestemmingsplan. De plankaart zal hierop aangepast worden waardoor het ook mogelijk is om de sanitairruimte uit te breiden/te verplaatsen. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 104) Achmea rechtsbijstand, namens de heer W.P.E. Gerrickens, Lemmensstraat 43 te Ingber d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05115 Samenvatting zienswijze Indiener verzoekt de gemeente het bouwblok aan te passen zoals aangegeven op de bijlage bij deze inspraakreactie. Het bestaande bouwblok dient met 10% vergroot te worden om de bouw van een woning te realiseren. Standpunt gemeente De omvang van de kavel is van dusdanige vorm dat ter plaatse voldoende ruimte is om een ambachtelijk en verzorgend bedrijf inclusief bedrijfswoning te realiseren. Dit is ook gebleken aangezien de bouwvergunning hiervoor reeds is verleend. Echter tot op heden is nog niet tot uitvoering van deze vergunning overgegaan. De noodzaak tot uitbreiding van de bestemming is dan ook niet aanwezig c.q. aangetoond. Alleen wanneer sprake is ven een rendabel bedrijf is vergroting van de kavel met 10% mogelijk. Ook het uitbreiden van de kavel met een bijbouwvlak past niet binnen de bestemmingsregeling. Bij bedrijven is geen bijbouwvlak opgenomen omdat hier over het algemeen geen behoefte is aan bijgebouwen is dan wel bijgebouwen binnen het bouwvlak gebouwd worden. Om het vlak indien daar in de toekomst behoefte aan is uit te breiden, dient conform het provinciale beleid, een BOM+-achtige procedure doorlopen te worden. Daarbij dient sprake te zijn van een volwaardig bedrijf en dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden aangevuld met een compensatie- en inrichtingsplan. Deze stukken worden dan aan de provincie voorgelegd. Indien zij hiermee instemmen zal een positief advies van de BOM+-commissie afgegeven worden. Het bestemmingsplan hoeft vooralsnog hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 105) J.J.P.H. Vinken, Overgeul 13 te Mechelen d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05142 Samenvatting zienswijze a. De begrenzing van het voor het bedrijf gecorrigeerd toegewezen bebouwingsoppervlak is nog steeds niet c.q. in het geheel niet functioneel/passend. 215
b. Bij de begrenzing van het bebouwingsoppervlak is geen rekening gehouden met de voor het bedrijf aangevraagde vergunning voor sleufsilo’s en vergunning voor gebruik van het schuurtje achter Overgeul 6 als trekkershut; c. Ten aanzien van de gewenste hemelwateropvang/ondergrondse stalling is in het nieuwe plan niets opgenomen. d. De bestemming kamperen is deels niet functioneel, nu deze deels is gelegd op een perceelsgedeelte dat is bezet met beplanting (en dus niet bruikbaar is om op te kamperen); voor een ander gedeelte is terrein niet gearceerd, waar dit wel nodig is omdat daar wel wordt gekampeerd. Voorts is de bijbehorende parkeerruimte niet correct bestemd. e. Er is in het geheel geen rekening gehouden met de eerder ingediende aanvragen voor vergunningen (onder andere voor een toiletgebouw/speelruimte ‘’kamperen bij de boer’’). f. Uit hetgeen ter visie is gelegd blijkt onvoldoende duidelijk in hoeverre daarin alle voor het bedrijf geldende bestemmingen, vrijstellingen en vergunningen als zodanig zijn verwerkt en hoe deze bestemmingen, vrijstellingen en vergunningen zich ten opzichte van elkaar in het bestemmingsplan verhouden. Ingevolge de voorschriften van het bestemmingsplan zal het gebruik van de grond (waarop groepskamperen sinds lange tijd plaatsvindt) niet voortgezet kunnen worden. g. Volgens het bestemmingsplan zouden bepaalde gronden niet meer mogen worden gebruikt als lig- of speelweide. Gelieve dit in het plan goed te ondervangen. In dit verband wijst indiener erop dat het inherent aan het gebruik voor ‘’groepskamperen’’ is, dat aangrenzend ook ‘’spelen en liggen’’ mogelijk moet zijn. Het is onduidelijk in hoeverre hierin is voorzien in het door u ter visie gelegde ontwerpplan. h. Volgens het bestemmingsplan mogen de in de directe omgeving gelegen gronden niet meer worden gebruikt als wedstrijdterrein. Standpunt gemeente a. In dit beleid van provincie en gemeente wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een bebouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel waarop erfverhardingen, opslag, in- en uitrit aanwezig zijn. Het verplaatsen van sleufsilo’s naar de rand van de kavel om zo het uitzicht voor de vakantiewoningen te verbeteren past niet binnen het beleid van de compacte bouwkavel. Vakantiewoningen zijn binnen karakteristieke bebouwing toegestaan, het wil echter niet zeggen dat hiervoor bestaande bedrijfsactiviteiten moeten wijken c.q. verplaatst moeten worden waardoor het buitengebied verder wordt aangetast. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
216
b. Voor deze locatie is de agrarische bedrijfsbestemming overgenomen uit het geldende bestemmingsplan. Uitbreiding van dit vlak is niet direct mogelijk. Om het vlak uit te breiden, dient conform het provinciale beleid, een BOM+-procedure doorlopen te worden. Daarbij dient sprake te zijn van een volwaardig agrarisch bedrijf. Voor het doorlopen van de BOM+-procedure dient een bedrijfsontwikkelingsplan opgesteld te worden aangevuld met een compensatie- en inrichtingsplan. Deze stukken worden dan aan de BOM+-commissie voorgelegd. Indien zij hiermee instemt, zal een positief advies afgegeven worden. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bij een positief advies de gewenste uitbreiding planologisch te regelen. Het schuurtje achter Overgeul 6 heeft geen karakteristieke of monumentale waarde. Het toestaan van een recreatieve bestemming in deze gebouwen past dan ook niet binnen het beleid van de gemeente. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Het planvoornemen voor de aanleg van een hemelwateropvang/ondergrondse stalling dient door middel van een BOM+-aanvraag geregeld te worden voor zover dit niet binnen het bouwvlak geschiedt. In het verleden is dit indiener meermaals medegedeeld. Indien over de BOM+-aanvraag inclusief bedrijfsontwikkelingsplan en compensatieplan dan voor vaststelling van het bestemmingsplan door de provincie een positief BOM+-advies is afgegeven zou de gewenste uitbreiding planologische in dit nieuwe bestemmingsplan geregeld kunnen worden. Deze procedure is echter niet doorlopen waardoor de ontwikkeling niet direct meegenomen kan worden. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bij een positief advies de gewenste uitbreiding in de toekomst mogelijk planologisch te regelen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Het terrein voor kamperen bij de boer is ingetekend in overeenstemming met de verleende vergunning. Uitbreiding van dit terrein is niet mogelijk. Vooralsnog ziet de gemeente geen reden om van de vergunning af te wijken. Het terrein dat gebruikt wordt als parkeerterrein zal onder de bedrijfsbestemming gebracht worden. Hierdoor is het toegestaan om ter plaatse te parkeren ten behoeve van het kamperen bij de boer. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. e. De vergunning zoals afgegeven voor het toiletgebouw/speelruimte past binnen de op de plankaart aangegeven grens van het bouwvlak. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. f. Alle bestemmingen, vrijstellingen en de vergunningen die van kracht zijn, zijn vertaald naar het bestemmingsplan. De vergunning voor groepskamperen is een specifieke en eenmalige vergunning die is afgegeven in het kader van de kampeerwet. De vergunning is afgegeven voor het groepskamperen door de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie en Scouting Nederland. Van een permanente vergunning is geen sprake. In het bestemmingsplan hoeft dan ook geen regeling opgenomen te worden voor groepskamperen omdat dit ter plaatse niet is toegestaan. Ten aanzien van het gebruik van bebouwing voor groepsaccommodatie 217
is op de plankaart een aanduiding opgenomen. Onder punt e. in artikel 4.1 zal dit gebruik worden toegevoegd. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. g. Het gebruik als ligplaats en speelweide is uitgesloten binnen de bestemming natuur. Op de agrarische gronden is dit gebruik als recreatief medegebruik toegestaan. De aan het perceel van indiener grenzende gronden zijn niet als natuur bestemd waardoor het gebruik als ligplaats en speelweide is toegestaan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. h. Het gebruik als wedstrijdterrein is niet toegestaan. In het verleden was dit ook niet mogelijk. Echter in het kader van recreatief medegebruik is het in groepsverband organiseren van bijvoorbeeld een zeskamp binnen de bestemming agrarisch mogelijk. Met wedstrijdterreinen worden terreinen bedoeld waarop een wedstrijd wordt georganiseerd die ruimtelijk relevant is, waar bijvoorbeeld een verkeersaantrekkende werking van uitgaat. Voor deze ‘evenementen’ dient een belangenafweging gemaakt te kunnen worden. Artikel 3.1 onder h staat het gebruik als evenement toe. Volgens jurisprudentie hoeven alleen evenementen die jaarlijks terugkeren en meer dagen duren geregeld te worden in het bestemmingsplan of dient hiervoor een ontheffing op het bestemmingsplan voor verleend te worden. Dit omdat het gebruik van de gronden dan voor langere tijd wijzigt en dit niet past binnen het bestemmingsplan. De gemeente heeft besloten deze evenementen nu op te nemen in het bestemmingsplan. Op pagina 97 van de toelichting is een lijst opgenomen van evenementen die planologisch relevant zijn en in het bestemmingsplan geregeld worden. Daarbij gaat het niet om het algemene gebruik van agrarische gebieden voor kleinschalige wedstrijden die vallen onder de noemer recreatief medegebruik. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten d en f gegrond te verklaren en het bestemmingsplan (plankaart en regels) dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 106) De heer L.H.F. Cranssen, Dorpsstraat 2 te Slenaken d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05145 Samenvatting zienswijze In vergelijking met de ruime ontwikkelingsmogelijkheden binnen de huidige bestemming ‘’Recreatie’’ zijn de voorstellen in het ontwerp bestemmingsplan ‘’Buitengebied’’ Gulpen-Wittem buitengewoon beperkend. Tegen de achtergrond van de uitspraak van de Raad van State d.d. 29-02-2000 m.b.t. het op 27 maart 1997 vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied en de nieuwe beslissing van Gedeputeerde Staten van Limburg d.d. 22-08-2000, is de voorgestane beleidsombuiging in het bestreden ontwerp niet acceptabel. Indiener is van mening dat de voorbereiding van het bestreden ontwerp niet zorgvuldig is geweest en dat de be218
leidsombuiging m.b.t. het perceel van indiener in het ontwerp onvoldoende is gemotiveerd, dan wel dat het college van b en w in redelijkheid niet tot dit bestreden ontwerp hadden kunnen komen. Indiener stelt dat in het bestemmingsplan met betrekking tot de bestemming van de percelen van indiener sprake is van een ondeugdelijke belangenafweging en van rechtsongelijkheid. Hiernaast zou sprake zijn van strijd met het rechtszekerheidbeginsel en het motiveringsbeginsel. Aan de zienswijze wordt het verzoek gekoppeld het ontwerp zodanig aan te passen dat de onderhavige locatie ook in economische zin van betekenis kan blijven voor het toeristisch-recreatief product van Gulpen. Standpunt gemeente Ten aanzien van de ontwikkelingsmogelijkheden van de percelen en rechtsongelijkheid, het volgende. De door indiener opgesomde percelen waren oorspronkelijk gekoppeld aan het perceel dat is overgedragen aan Gulpener BV. In het kader van de reparatie van het bestemmingsplan Buitengebied Gulpen ex artikel 30 WRO en de overleggen die in het verleden hieromtrent hebben plaatsgevonden tussen indiener, gemeente en provincie zijn op dit gedeelte van het perceel wat betreft de gemeente en de provincie de bebouwingsmogelijkheden gelegen. Door verkoop van het perceel kan indiener geen nieuwe bouwmogelijkheden meer claimen. Vergelijk dit met de situatie dat als een huis op een gedeelte van een perceel verkocht wordt en vervolgens gevraagd wordt of op het andere deel van het perceel weer een nieuwe woning gebouwd mag worden. Op de kaartuitsnede 46 zijn geen gronden aangeduid als Bos. Abusievelijk was dit in het voorontwerp opgenomen. Echter in het ontwerp is dit reeds aangepast en staat de aanduiding niet op kaart. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. De eigendomsverhoudingen en gebouwen/bouwwerken worden door het kadaster ingetekend op een ondergrond. Deze ondergronden worden zo actueel mogelijk gehouden. Echter hierop wordt niet alles ingetekend. In veel gevallen zijn alleen de hoofdgebouwen aangeven. Deze kadastrale ondergronden worden door het kadaster ter beschikking gesteld en door ons gebruikt als onderlegger voor het bestemmingsplan. De gemeente past deze ondergronden in principe niet aan. Aan deze ondergrond zijn in het kader van het bestemmingsplan in geval van ontbrekende bebouwing geen rechten verbonden. De gemeente gebruikt luchtfoto’s om de actuele situatie te bezien. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. In het kader van de inventarisatie voor het bestemmingsplan is naar aanleiding van de ingevulde enquête een afspraak gemaakt voor een bedrijfsbezoek: Dit bedrijfsbezoek heeft plaatsgevonden op de Gulperberg met dhr. Cranssen en zijn adviseur op 4 oktober 2006.
219
Het toegevoegde verslag (bijlage 7) is eenzijdig opgesteld en geeft niet de correcte weergave van het gesprek weer. Ontwikkeling is niet gerelateerd aan Gulpener maar aan ligging, aard en omvang van het plan op onderhavig perceel. Verslag is ook niet aan gemeente voorgelegd ter goedkeuring. Daarnaast is er geen sprake van stelselmatig negeren van de door indiener voogelegde ontwikkelingen. Omdat de uitwerkingsregels van de bestemming recreatie niet zijn goedgekeurd door de provincie kon de gemeente het plan niet conform deze regels uitwerken. De door indiener voorgestelde ontwikkelingen kwamen niet overeen met de door de gemeente en/of provincie gewenste ontwikkelingen. Recreatieve ontwikkelingen waren destijds mogelijk en zijn in een bepaalde vorm nog steeds mogelijk terplekke echter niet in de vorm en omvang zoals indiener die heeft voorgesteld. In de loop der jaren is het beleid ten aanzien van de Gulperberg gewijzigd en zijn er nieuwe inzichten gekomen. Deze zijn ook vastgelegd in nieuw vastgesteld beleid (o.a. POL, Structuurvisie, POL-herziening op onderdelen contourenbeleid, POL-aanvulling Nationaal Landschap etc.) Indiener kan zich niet blijven baseren op een situatie zoals die was voorzien in 1977. Zou altijd alles bij het oude blijven dan hoeven we ook geen bestemmingsplannen te actualiseren. Voortschrijdend inzicht en tussentijds gewijzigd beleid, vragen om het formuleren van nieuwe inzichten en uitgangspunten. In een herziening van een bestemmingsplan worden deze meegenomen. Het kan dus niet zonder meer aan de orde zijn dat indiener zich kan beroepen op oude situaties en oud beleid. Inzichten veranderen en beleid wijzigt. De ontwikkelingsmogelijkheden die door bureau Haegens en Hoebens zijn aangegeven waren voor de gemeente in principe akkoord en zijn uiteindelijk ook in het bestemmingsplan buitengebied Gulpen verdisconteerd door de opname van een bouwvlak van 800 m2. Deze ontwikkelingsmogelijkheden hadden betrekking op een hotel/vakantieappartemencomplex met restaurant op de locatie van de huidige bouwval met een lengte van circa 55 meter en een diepte van circa 15 meter. Echter de voorstellen die Taken Landschapsplanning namens indiener heeft ingediend weken daar ruimschoots van af en zijn derhalve afgewezen. Tegen het bestemmingsplan (en de nieuwe ontwikkelingsmogelijkheden) heeft indiener zelf beroep aangetekend waardoor uiteindelijk goedkeuring is onthouden. Indiener heeft daarbij altijd de mogelijkheid gehad en nog steeds om het afgebrande terug te bouwen. Dit staat los van de uitwerking van de bestemming recreatie. Echter het perceel met bouwmogelijkheid is verkocht aan de Gulpener. De gemeente heeft overigens wel getracht de bestemming recreatie uit te werken door criteria op te stellen op basis waarvan gedacht wordt dat de ontwikkeling mogelijk was, echter de provincie kon hier destijds niet mee instemmen. De in het kader van de Structuurvisie ingediende zienswijze is door de Raad niet gehonoreerd dus heeft geen relevantie.
220
Het in het ontwerp gehanteerde begrip bouwperceel en bouwvlak zijn niet gelijk aan elkaar. Een bouwperceel is een aaneengesloten stuk grond met eenzelfde bestemming waarop bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. Een bouwvlak is een vlak waarmee gronden worden aangeduid waarop gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten. Deze zijn op de kaart te onderscheiden. Het bouwperceel is het gekleurde vlak. Het bouwvlak is het dik omkaderde gedeelte gelegen in het bouwperceel/bestemmingsvlak. Bijbouwvlakken komen niet voor bij bestemming horeca. Bestaande (strijdige) bouwwerken mogen op grond van overgangsrecht (artikel 46) blijven bestaan. De in het bestemmingsplan aangegeven hoogte voor deze andere bouwwerken geldt voor nieuwe bouwwerken. Onder artikel 14.3.1. staat dat nadere eisen indachtig de BOM+regeling gesteld mogen worden door B&W. Dus op soortgelijke wijze als agrarische bedrijven worden benaderd. Het bijbouwvlak is bedoeld voor bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde mogen ook elders op bouwperceel worden gebouwd. De bestemming horeca geeft niet expliciet bescherming aan landschap- en natuurwaarden en zoals reeds eerder gesteld, het kadaster levert de ondergronden en hierop staat niet alle bebouwing ingetekend. Ook is wel degelijk een bouwvlak opgenomen. Het bouwvlak is gelegen ter hoogte van het afgebrande gebouw. Indiener heeft dit gedeelte echter verkocht aan de Gulpener. Het toevoegen van een bouwvlak op de delen die in eigendom zijn van indiener past niet binnen het beleid van de gemeente en provincie. Nieuwvestiging van recreatieve en horecafuncties past niet binnen het beleid. Bestaande situaties worden overgenomen. Ten aanzien van planschade gelden andere procedures, los van deze bestemmingplanprocedure. Deze kan echter past opgestart worden nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Een vergelijking met het perceel Dahlberg gaat niet op. De Raad van State heeft gesteld dat er wat betreft bestemming geen onderscheid tussen de 2 locaties is te maken. Over de situering en omvang van het bouwvlak daarbinnen heeft de Raad van State niets gezegd. Het bouwvlak is gebaseerd op de ontwikkelingsmogelijkheden en bestaande bebouwing op de diverse percelen. Het perceelsgedeelte waarop de bouw van een woning mogelijk was is verkocht. Van rechtsongelijkheid is in dat kader dan ook geen sprake. Door de verkoop is een zelf gecreëerde situatie ontstaan en kunnen geen nieuwe rechten geclaimd worden. Op het verkochte perceel is een bouwvlak ingetekend. Binnen dit bouwvlak mag bebouwing opgericht worden. Wijziging van de bestemming is onder voorwaarden mogelijk (omgevingseffecten). Het perceel van indiener zou ook van de wijzigingsbevoegdheid gebruik kunnen maken, echter zal hier geen nieuwbouwmogelijkheid van een woning door ontstaan. Voor deze situatie voegt de wijzigingsbe221
voegdheid dan ook niet toe. Vooralsnog is er geen sprake van een Hinderwetvergunning waaraan getoetst moet worden. Tevens is wijziging via BOM+achtige constructie mogelijk. Alleen bestaande woningen krijgen uitbreidingsruimte. Dit is niet in strijd met provinciaal beleid. Met het oog op het verkrijgen van een woning die qua wooncomfort voldoet aan de rederwijs te stellen eisen van deze tijd, is het toegestaan om bestaande burgerwoningen in het buitengebied aan te passen en te vergroten. Daarbij is vergroting van bestaande woningen en benutting van bijgebouwen eveneens toegestaan met het oog op mantelzorg. Agrarische bedrijven zijn onderzocht middels enquête en aanvullende bedrijfsbezoeken. Het toekennen van de bouwkavels is in overleg met de provincie gebeurt. Dus niet in strijd met provinciaal beleid, uitbreidingen zijn alleen opgenomen nadat BOM+regeling is vastgelegd. Waarde ecologie - EHS en POG: doorvertaling provinciaal beleid. Zoals in de bestemmingsomschrijving opgenomen zijn de gronden mede bestemd voor instandhouding en versterking van de natuurlijke kwaliteiten. Daarbij dient een afweging gemaakt te worden. Zoals indiener aangeeft kan het zijn dat andere functies binnen de POG zijn gelegen. Hiervoor gelden de bestaande rechten volgens het geldende bestemmingsplan. Deze bestaande rechten voor de percelen van indiener zijn opgenomen in de bestemming Horeca. De gemeente biedt de mogelijkheid om de bestaande locatie middels het bestemmingsplan opnieuw in te vullen. Echter het verkopen van de bouwmogelijkheden op deze locatie is een beslissing van indiener. Binnen de ecologische hoofdstructuur (EHS) wordt onderscheid gemaakt tussen bos- en natuurgebied, nieuw natuurgebied en beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Daarnaast zijn gronden aangeduid als POG. De gronden aangeduid als bos- en natuurgebied worden als natuur bestemd. De overige gronden als Agrarisch met waarden-Natuur- en landschapswaarden. De gebieden gelegen binnen de EHS zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap. Via deze regeling wordt gestreefd naar nieuwe natuur binnen de EHS. Echter zijn deze gronden nu particulier eigendom en agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien de eigenaar overgaat tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Gezien het feit dat de percelen zijn gelegen binnen de EHS is er sprake van natuur- en landschapswaarden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Overgangsrecht: De exploitatie van het bestaande restaurant met pretpark / speeltuin is zelfstandig stopgezet en valt hierdoor niet onder het overgangsrecht. Het gebruik dat voor een periode van langer dan een jaar wordt onderbroken, wordt in het kader van het overgangsrecht gezien als verboden gebruik. 222
Zoals reeds eerder gesteld, een bedrijfsbezoek en enquête heeft wel plaatsgevonden De opgesomde beleidsnota's vormen allemaal vastgesteld beleid. Dat indiener bedenkingen heeft ingediend tegen deze nota's doet daar niets aan af. Omdat ze in de vorm zoals ze voorliggen zijn vastgesteld dient de gemeente dit beleid door te vertalen in de bestemmingsplannen. Dit beleid ligt gewoonweg vast. De nieuwe beslissing van GS op basis van de uitspraak van RvS is gerespecteerd in onderhavig bestemmingsplan middels bestemming horeca met bijbehorende regels. De uitgangspunten van beleid zijn hetzelfde. Per geval kan dat op perceelsniveau een andere invulling opleveren (er zijn ook grote en kleine huizen terwijl de bestemming hetzelfde is). Daarnaast heeft de uitspraak RvS betrekking op het totaalperceel en niet op de opgesplitste onderdelen zoals die nu zijn ontstaan. In dat kader is de uitspraak dan ook in zijn geheel meegenomen voor desbetreffende percelen. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 107) J. Muyrers, Eyserweg 23, 6287 ND Eys d.d. 21-11-2008, ingekomen op 24-11-onder nummer I.08.05133 Samenvatting zienswijze a. Aanpassing is gewenst ten aanzien van de kampeeroppervlakte. De getekende oppervlakte is voor 15 kampeerplaatsen te klein. Een deel hiervan is reeds ingenomen voor parkeergelegenheid. b. Buiten het aangegeven te bebouwen bouwblok in het ontwerp is inmiddels met vergunning een uitloop voor paarden gerealiseerd. Gelieve het bouwblok te vergroten zodat in de toekomst hierop paardenboxen gerealiseerd kunnen worden. Standpunt gemeente a. Voor kamperen bij de boer is geen nieuw beleid opgesteld. Er is dan ook geen sprake meer van seizoensverlening of verruiming van het aantal kampeerplaatsen. De gemeente heeft hiervoor een onderzoek uit laten voeren en hieruit blijkt dat er geen noodzaak bestaat om het beleid aan te passen. Het beleid zoals nu opgenomen in het bestemmingsplan blijft ongewijzigd van kracht. Het gedeelte waarvoor in het verleden een vergunning afgegeven is, mag gebruikt worden voor kamperen bij de boer. Dit gedeelte is op de plankaart aangeduid als kamperen bij de boer. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Het beleid van de gemeente is erop gericht om een agrariër met toekomstperspectief niet te belemmeren in zijn mogelijkheden. Echter vergroting van zijn bedrijfsactiviteiten is niet zondermeer mogelijk. In het kader van BOM+ zitten hieraan voorwaarden verbonden waarbij een duidelijke belangenafweging gemaakt moet 223
worden. Daarbij zal gekeken worden naar de aanwezige waarden in de aangrenzende gronden. Voor de vergroting van het bouwvlak ten behoeve van het bouwen van een paardenbox, zal dan ook een BOM+-procedure doorlopen moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 108) Aelmans, namens Bivak- en kampeercentrum ’t Zinkviooltje, Plaatweg 10 te Epen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nr. I.08.05138 Samenvatting zienswijze Indiener verzoekt de gemeente om in het bestemmingsplan de mogelijkheid op te nemen het winterkamperen bij ’t Zinkviooltje op het aangegeven terrein voor maximaal 25 eenheden toe te staan. Hiernaast verzoekt indiener bij de vaststelling van het plan de uitkomsten van het overleg met de provincie, inzake het opnemen van een goede en afdoende bestemmingsplanregeling voor ’t Zinkviooltje op de locatie Plaatweg 10, alsnog op te nemen. Standpunt gemeente De BOM+-aanvraag is aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem voorgelegd. Het college heeft vooralsnog geen afgewogen oordeel kunnen vormen over de aanvraag en derhalve nog geen standpunt ingenomen. De BOM+-aanvraag wordt dan ook niet in procedure genomen en aan de provincie voorgelegd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 109) Maatschap fruitbedrijf Grooten: de heer L.H.M. Grooten, Grachtstraat 31 te Eys d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-onder nummer I.08.05172 Samenvatting zienswijze Indiener heeft bezwaar ten aanzien van de volgende punten. a. De aanwijzing van stilte- en waterwingebied op de percelen van het fruitbedrijf in Eys en Eyserheide; b. Het opnemen van de bestemming water op een gedeelte van het perceel A 5819; c. Het wijzigen van de bestemming op de percelen gelegen tussen de Eyserbosweg en de gracht van ‘’Agrarisch’’ in ‘’AW-NL’’.
224
Standpunt gemeente a. De begrenzingen van het stiltegebied en waterwingebied zijn eerder al vastgesteld door provincie en waterschap. Deze begrenzingen dienen overgenomen te worden in het bestemmingsplan. De gemeente kan deze begrenzingen dan ook niet wijzigen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Op de bestemmingsplankaart zijn de gegevens van het Waterschap overgenomen. De zonering van de bestemming Water komt overeen met de zonering van de regenwaterbuffer zoals deze is aangegeven op de legger. Het vastgestelde beleid van het Waterschap wordt hiermee één op één overgenomen. Conform dit beleid dienen regenwaterbuffers positief, door middel van het toekennen van de bestemming Water, bestemd te worden. Daarnaast loopt zuidelijk van deze regenwaterbuffer een wegwaterlossing (Grachterdalgrub). Deze is met een aanduiding en bijbehorende beschermingszone op bestemmingsplankaart gezet. De gronden zijn bestemd als Agrarisch met waarden – Natuur- en Landschapswaarden. Primair is dit de bestemming. Daarnaast kunnen de gronden indien nodig een watervoerende functie vervullen. Hiervoor is de aanduiding wegwaterlossing op225
genomen. De beschermingszone is een zone die langs waterlopen en wegwaterlossingen is gelegen ten behoeve van de bereikbaarheid en het onderhoud van de waterloop en wegwaterlossing. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. In het geldende bestemmingsplan zijn de gronden aangeduid als Agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. Overeenkomstig dit geldende bestemmingsplan zijn de gronden nu bestemd als AW-NL. De gronden zijn tevens gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en provinciale ontwikkelingszone groen (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gronden met een landschappelijke en natuurlijke waarde. Dit rechtvaardigt het bestemmen van de gronden als AW-NL in plaats van Agrarisch. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 110) Stichting Natuur & Landschap Gulpen-Wittem: mr. F. Warlich d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-onder nummer I.08.05166 Samenvatting zienswijze a. In het bestemmingsplan is het differentiatievlak ‘’Beekdal’’ komen te vervallen. Volgens indiener is dit niet wenselijk gelet op de toegevoegde waarde van dit vlak. b. Daarnaast is grote opruiming gehouden in de gebruiksvoorschriften van de bestemming ‘’ALN’’. Onder meer is vervallen het expliciet verboden gebruik van de gronden voor: - sport-, wedstrijd-, of speelterrein; - parkeerterrein; - lig- of speelweiden. Volgens indiener dient dit te worden gecorrigeerd. Standpunt gemeente a. Vanuit de bestemmingsomschrijving is de instandhouding, versterking en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische en archeologische waarden gewaarborgd (bijvoorbeeld bestemming Agrarisch met waarden – Natuur- en Landschapswaarden en Natuur). Daarbij kunnen door Burgemeester en Wethouders nadere eisen gesteld worden aan een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing. Hierdoor is het behoud en herstel van het beekdal voldoende gewaarborgd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Het gebruik van sport-, wedstrijdterrein en parkeerterrein zal als verboden gebruik opgenomen worden onder de specifieke gebruiksregels. Het gebruik als ligen speelweide van deze gronden wordt als recreatief medegebruik gezien en is
226
daarom ondergeschikt aan de hoofdbestemming toegestaan. De planregels zullen hierop aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt b gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 111) Mevrouw M.J.F.E. Vinken, De Goerschenweg 8 te Mechelen d.d. 22-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05169 Samenvatting zienswijze Het bijbouwvlak van perceel Overgeul 11 en Overgeul 8 blijkt te beperkt, niet functioneel en is niet gelijk aan het vlak van de omliggende buren. Dit geldt ook voor de bestemming ‘’W-CO’’. Standpunt gemeente Voor de locaties zijn de bouwmogelijkheden uit het geldende bestemmingsplan overgenomen. In de meeste gevallen betekent dit dat bij de panden onder de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning geen bijbouwvlak is opgenomen. Vaak zijn bij deze gebouwen, monumenten of karakteristieke panden, geen bijgebouwen wenselijk omdat dan de ruimtelijke en architectonische verschijningsvorm wordt aangetast. Alleen wanneer in het geldende bestemmingsplan bij deze panden de mogelijkheid aanwezig was om bijgebouwen op te richten dan wel feitelijk bijgebouwen aanwezig zijn, is dat in dit bestemmingsplan overgenomen. In dat kader wordt bij het pand Overgeul 8 dan ook geen bijbouwvlak opgenomen. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Overigens is de bestemming “R-V” met aanduiding (0bw) bij nader inzien een meer passende bestemming voor Overgeul 8. De plankaart zal op dit punt (ambtshalve) worden aangepast. Overgeul 11 is onder de ‘normale’ woonbestemming gebracht. Dit pand is geen monumentaal of karakteristiek object en kan derhalve niet als W-CO bestemd worden. Bij Overgeul 11 is het bijbouwvlak afgestemd op de bouwmogelijkheden zoals die in het geldende bestemmingsplan aanwezig zijn binnen de bestemming agrarisch bedrijf. Binnen dit vlak is het mogelijk om 70 m² aan bijgebouwen op te richten. Daarnaast is het beleid gericht op een zo compact mogelijke kavel. In dat kader dient de bebouwing dan ook zoveel mogelijk geconcentreerd te worden bij de woning. Door deze situering van het bijbouwvlak wordt hierbij aangesloten. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. De wijziging van de bestemming W-CO naar R-V zal ambtshalve worden aangepast.
227
112) Staatsbosbeheer Regio Zuid , de heer J.H.J. Kievit, Postbus 330, 5000 AH Tilburg d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05212 Samenvatting zienswijze a. De bestemmingsomschrijving van de voor ‘’Waarde-Ecologie’’ aangewezen gronden (artikel 30.1) is te vaag en geeft te weinig houvast voor bescherming van natuurwaarden, waar het bij deze dubbelbestemming feitelijk om te doen is. Gelieve de bestemmingsomschrijving van de bestemming ‘’Natuur’’ over te nemen. Omdat het om een dubbelbestemming gaat, blijft binnen randvoorwaarden het andere gebruik conform de hoofdbestemming mogelijk. b. Hiernaast een verzoek ten aanzien van het aanlegvergunningsstelsel voor de bestemming Recreatie – Golfterrein (artikel 18.5.1). Gelieve om als vergunningplichtige activiteit op te nemen: de aanleg van een voorziening voor de opvang van hemelwater en de afvoer van hemelwater vanaf een dergelijke voorziening. Standpunt gemeente a. De bestemmingsomschrijving zoals opgenomen onder de bestemming Natuur zullen overgenomen worden in de bestemming Waarde-Ecologie. b. Het aanlegvergunningenstelsel zoals opgenomen onder de bestemming Recreatie – Golfterrein zal aangevuld worden met de aanleg van een voorziening voor de opvang van hemelwater en de afvoer van hemelwater vanaf een dergelijke voorziening, als vergunningsplichtige activiteit. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplanregels dienovereenkomstig aan te passen. 113) E.J. Reijke en S.M.A. Reijke-Zandbergen, Slenakerweg 29 d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05161 Samenvatting zienswijze a. Aansluiting wordt gezocht bij het advies van Provincie Limburg inzake het voorontwerp. Met betrekking tot de reactie van de provincie is het indiener opgevallen dat sommige door de PCGP gemaakte opmerkingen door de gemeente met onjuiste argumenten zijn weerlegd. Het betreft hier met name de opmerkingen met betrekking tot evenementen. Het gebruik van de gronden voor evenementen was echter nimmer legaal. b. In het thans voorliggende ontwerp staat dat de gemeente beschikt over een door de Raad vastgestelde ‘’Kadernota evenementenbeleid gemeente GulpenWittem 2008’’. Wat betreft de bestemming A-B ontbreekt bij de bestemmingsplanomschrijving de mogelijkheid tot het houden van evenementen, en waar deze in het voorontwerp wel stond bij de bestemming B-T is deze komen te vervallen. De door het college thans gehanteerde criteria: ‘’Evenementen waarbij het gebruik
228
van het perceel of de bebouwing voor langere periode en met enige regelmaat wijzigt’’ zijn volgens indiener onduidelijk en nergens op gebaseerd. c. Wat betreft de vrijstellings-/ontheffingsmogelijkheid ten behoeve van nieuwe evenementen: deze ontbreekt bij alle genoemde bestemmingen. Dus niet alleen bij de bestemmingen A, AW-LN en W, maar ook bij de bestemmingen A-B en B-T. Hiernaast is de algemene bevoegdheid tot vrijstelling uit het voorontwerp inmiddels vervallen. Dit betekent dat in het plan in het geheel geen vrijstellingsontheffingsbevoegdheid meer is opgenomen. Onduidelijk is ook op welke planologische basis evenementen dan worden toegestaan. d. Het differentiatievlak ‘’Beekdal’’ is komen te vervallen, met als reden dat de belangen van het beekdal gedeeltelijk al zijn meegenomen bij de dubbelbestemming meanderzone/inundatiezone en dat het differentiatievlak Beekdal hieraan volgens de gemeente niets toevoegt. Dit ligt in de ogen van indiener anders, en het vlak mag in zijn optiek niet komen te vervallen. e. Op de plankaarten zijn grote oppervlakten ingetekend met de aanduiding ‘’evenementen’’. Volgens indiener leidt dit tot een ongewenste ontwikkeling. f. Indiener komt op tegen de gebruiksvoorschriften inzake het verboden gebruik van de ALN gronden: - -als parkeerterrein; - -voor evenementen. - Indiener heeft een aantal bezwaren ten aanzien van de begripsbepalingen. Hiertoe wordt verwezen naar de eerste inspraakreactie. g. Gelieve het verboden gebruik toe te voegen ten aanzien van de ALN gebruiksvoorschriften. h. Onder het begrip recreatief medegebruik is toegevoegd: “en parkeergelegenheid”. i. Naar aanleiding van de ingediende inspraakreactie wordt in het standpunt van het college medegedeeld: ‘’Het bestemmings- en bijbouwvlak zal worden doorgetrokken tot aan de meanderzone van de Gulp. Aan de hand van de bouwvergunning zullen het bouwvlak en bijbouwvlak ingetekend worden’’. Het toegezegde is niet goed uitgevoerd: het bestemmingsvlak is inderdaad doorgetrokken tot aan de Gulp. Het bijbouwvlak is echter ongewijzigd. Het bouwvlak is iets gewijzigd, maar er wordt nog steeds geen rekening gehouden met het feit dat de woning voor het grootste deel bestaat uit één verdieping. Standpunt gemeente a. In het verleden was voor evenementen vergunningverlening in het kader van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voldoende. Het gebruik van gronden voor evenementen zoals bepaald in de vergunning was in dit kader legaal. Echter volgens recente jurisprudentie moet voor jaarlijks terugkerende en meerdaagse evenementen een planologische regeling getroffen worden omdat het gebruik van deze gronden langdurig wijzigt. Dit past niet binnen het bestemmingsplan. In dat kader moeten evenementen planologisch vertaald worden in een bestemmingsplan ofwel moet via een ontheffingsmogelijkheid iets voor evenementen geregeld worden. Het college heeft besloten om de reeds bekende locaties waar al jaren229
lang evenementen plaatsvinden dit in het bestemmingsplan mee te nemen. In dat kader is dus in het bestemmingsplan een regeling opgenomen voor bestaande evenementen zoals opgenomen in de toelichting op pagina 97. Voor mogelijke toekomstige evenementen is een ontheffingsmogelijkheid in artikel 4.1.1. Bro opgenomen. In het bestemmingsplan hoeft hiervoor dan ook geen ontheffingsmogelijkheid te worden opgenomen en hoeven dus ook geen criteria te worden opgenomen. Abusievelijk is in de beantwoording van de reactie van de provincie op de voorontwerp opgenomen dat dit wel geregeld zou moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. In eerste instantie had het college van B&W besloten dat in agrarische bedrijfsgebouwen geen evenementen meer mochten plaatsvinden. Door de gemeenteraad is van het voorstel van het college van B&W afgeweken en is besloten dat ook binnen agrarische bedrijfsgebouwen een evenement plaats kan vinden. Deze wijziging dient nog opgenomen te worden in het bestemmingsplan. De plankaart, toelichting en planregels zullen hierop worden aangepast. c. De ontheffingsmogelijkheid voor nieuwe evenementen is opgenomen in artikel 4.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit is een algemene ontheffing die in de wet is vastgelegd en waaraan de gemeente uitvoering kan geven. Deze ontheffing is altijd van toepassing en hoeft niet opgenomen te worden in ieder afzonderlijk bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Bij het toestaan van eventueel nieuwe evenementen, via 4.1.1. Bro, zal zeker een planologische afweging gemaakt worden. Bestaande evenementen die al jarenlang plaatsvinden worden gerespecteerd en aangenomen mag worden dat deze bestaande evenementen (zie toelichting) in het verleden mede ook planologisch getoetst zijn. d. Vanuit de bestemmingsomschrijving is de instandhouding, versterking en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische en archeologische waarden gewaarborgd (bijvoorbeeld bestemming Agrarisch met waarden – Natuur- en Landschapswaarden en Natuur). Daarbij kunnen door Burgemeester en Wethouders nadere eisen gesteld worden aan een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing. Hierdoor is het behoud en herstel van het beekdal voldoende gewaarborgd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. e. Op de plankaart zijn inderdaad grote vlakken opgenomen waar evenementen zijn toegestaan. Abusievelijk zijn hierin ook de parkeermogelijkheden meegenomen. Deze hoeven, omdat de gronden hiervoor maar hooguit één dag gebruikt worden, niet verder aangeduid te worden. De bestemmingsplankaart zal hierop aangepast worden. Daarnaast zal in de toelichting opgenomen worden dat één evenement maar maximaal één keer per jaar mag plaatsvinden. De toelichting zal hierop aangevuld worden. 230
f. Onder de specifieke gebruiksregels zoals opgenomen in de planregels zal het verboden gebruik voor parkeerterrein en evenementen worden toegevoegd. De planregels zullen hierop worden aangepast. g. Het gebruik van sport-, wedstrijdterrein en parkeerterrein zal als verboden gebruik opgenomen worden onder de specifieke gebruiksregels. Het gebruik als ligen speelweide van deze gronden wordt als recreatief medegebruik gezien en is daarom ondergeschikt aan de hoofdbestemming toegestaan. De planregels zullen hierop aangepast worden. h. Daarbij gaat het om bestaande parkeergelegenheden. Voor nieuwe situaties zal een ontheffing aangevraagd moeten worden. Voor de volledigheid zal aan het begrip recreatief medegebruik toegevoegd worden dat het dus om bestaande parkeervoorzieningen gaat. De planregels zullen hierop aangepast worden. i. Het bestemmingsvlak zal op de plankaart aangepast worden waardoor de noordelijke ontsluitingsmogelijkheid binnen de bestemming wordt meegenomen. Daarnaast zijn het bijbouwvlak vergroot worden tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen en tot aan de meanderzone van de Gulp. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten b (gedeeltelijk), e t/m i gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten a, b (gedeeltelijk), c en d wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 114) Aelmans, namens de heer P.J.H. Broers, Kapolder 7 te Wijlre d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-onder nummer I.08.05164 Samenvatting zienswijze Op deel C van het plan is de bedrijfslocatie van indiener ingetekend. Gelet op het ingetekende bouwvlak komt deze niet geheel overeen met de werkelijkheid. In het plan is de meest westelijke grens van het bouwvlak op ongeveer 5 meter ingetekend vanaf de bestaande voorraadruimte. Achter de voorraadruimte bevinden zich echter nog een opslag- en stallingsruimte en kweekruimte. Deze bestaande gebouwen behoren binnen het bouwvlak te vallen, echter gelet op het ontwerpplan zijn deze daar niet geheel binnen gelegen. Om dit te corrigeren dient de grens van het bouwvlak 10 meter verder doorgetrokken te worden ten opzichte van het ontwerpplan. Standpunt gemeente De plankaart zal worden aangepast waardoor het bouwvlak zal worden vergroot zoals door indiener is aangegeven. 231
Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 115) Arvalis, namens de maatschap Debougnoux-Huynen, De Planckweg 21 te Slenaken d.d. 24-11-2008, ingekomen d.d. 26-11-2008, onder nr. I.08.05174 Aangezien wij geen motivering van de pro forma ingediende zienswijze hebben mogen ontvangen blijkt inhoudelijke beoordeling van de zienswijze niet mogelijk. De gemeente heeft de zienswijze zoals opgenomen onder nummer 116 als aanvulling beschouwd. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 116) Maatschap Debougnoux-Huynen, De Planckweg 21 te Slenaken d.d. 23-11-2008, ingekomen d.d. 24-11-2008, onder nr. I.08.05176 Samenvatting zienswijze De maatschap wenst de bouwkavel niet meer te vergroten dan 10%. Gewenst wordt dat de bouwkavel wordt verlegd in zuidelijke richting. Dit zal voor het bedrijf veel beter zijn in verband met een toekomstgerichte en economische bedrijfsplanning (van belang met het oog op het bouwen van een nieuwe ligboxenstal voor melkvee). Bovendien vindt de maatschap dat in hun geval sprake is van bijzondere omstandigheden, omdat op korte termijn een gedeelte van hun bouwkavel aan de provincie wordt overgedragen in verband met de aanleg van een fietspad. Ook zal het verleggen van de bouwkavel in zuidelijke richting gunstiger zijn voor de verkeersveiligheid van de inritten. Standpunt gemeente In het beleid van provincie en gemeente wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een bebouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel dat ingericht is als erfverharding, in- en oprit en tuin. Op basis hiervan is de voorgestelde verplaatsing van een gedeelte van de bouwkavel in zuidelijke richting, geen optie. Hierdoor ontstaat een langgerekte bouwkavel. In het geldende bestemmingsplan heeft de bouwkavel qua situering de meest gunstige vorm volgens het principe van de compacte bouwkavel. De gewenste 10% uitbreidingsruimte zal wel in zuidelijke richting aan de kavel toegevoegd worden. Op de plankaart zal de bouwkavel zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan worden overgenomen en met 10% in zuidelijke richting worden vergroot. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. 232
De planologische procedure voor de aanleg van het fietspad is door de provincie nog niet doorlopen. Dit wordt in een afzonderlijk bestemmingsplan geregeld. Dit plan heeft nog niet als ontwerp ter inzage gelegen en kan nog niet meegenomen worden in dit bestemmingsplan (de toekomstige situatie is juridisch nog niet vastgelegd). In dat kader kan de gemeente hierop dan ook niet anticiperen. Een en ander was wel reeds opgenomen in dit bestemmingsplan Echter dient nu de bestaande situatie opgenomen te worden. Het bestemmingsplan zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 117) Dhr. J.M.J. Heijnens, Schilbergerweg 7 te Slenaken d.d. 23 -11-2008, ingekomen d.d. 24-11-2008, onder nr. I.08.05177 Samenvatting zienswijze a. Het perceel is door de indieners van de zienswijze gekocht met als doel het verlenen van mantelzorg. Daardoor wensen verzoekers het bijbouwvlak, zoals nu aangegeven op kaartuitsnede 71, anders te situeren (in verband met verminderde lichtinval). In het noordoostpunt van het perceel wordt een tuinhuis met tuinberging gewenst. Ook wordt een extra bijbouwvlak verzocht voor het realiseren van een fietsenhok. In het westelijke deel van het perceel wordt een tuinberging gewenst. b. Het perceel van de indieners van de zienswijze wordt aangeduid als “Wonen”. Verzocht wordt de mogelijkheid om een gedeelte van het huis in de toekomst als bed- en breakfast of als vakantieappartement te kunnen verhuren. Standpunt gemeente a. Uitgangspunt binnen het beleid van provincie en gemeente is een compacte bouwkavel waarbinnen bebouwing zoveel mogelijk geconcentreerd wordt. Het bouw- en bijbouwvlak zijn hierop afgestemd. De door indiener voorgestelde verspreide ligging van een drietal bijgebouwen past dan ook niet binnen het principe van een compacte bouwkavel. Bebouwing wordt verspreid over de beide uithoeken van de kavel waarbij het eveneens aan de weg is gesitueerd. Tweede uitgangspunt is dat bijgebouwen in principe niet in de voorgevelrooilijn van de woning mogen zijn gelegen. Bij voorkeur liggen bijgebouwen 3 tot 5 meter achter de voorgevel. Bijgebouwen zijn van ondergeschikte betekenis en dienen niet het straatbeeld te bepalen. Het verzoek van indiener voldoet hier niet aan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet aangepast worden. b. Het oprichten van een bed en breakfast of vakantieappartementje is binnen de bestemming wonen niet toegestaan. Binnen het beleid van de gemeente is de ontwikkeling van deze voorzieningen alleen toegestaan in karakteristieke en monumentale panden ten behoeve van het behoud van deze gebouwen. Door een 233
ruimer gebruik toe te staan is het voor de eigenaar makkelijker om de gebouwen te onderhouden. De gemeente wil niet dat deze panden verloederen. Echter het pand Schilbergerweg 7 is geen monumentaal of karakteristiek pand. Het oprichten van een bed en breakfast of vakantieappartement past hiervoor niet binnen het beleid van de gemeente. In het bestemmingsplan zal deze mogelijkheid dan ook niet geboden worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet aangepast worden. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 118) Stikkelbroeck van Uden Cratsborn Advocaten namens o.a. de L.R.V en P.C. Sportvrienden Mechelen te Mechelen, d.d. 24-11-2008, ingekomen 25-11-2008, onder nr. I.08.05150. Samenvatting zienswijze a. De indieners geven aan dat de door het college gebezigde stelling dat het gebruik van gronden als wedstrijdterrein voor de paardensport niet zou passen binnen de beleidsuitgangspunten van de gemeente en de provincie onjuist is. Beleid is immers ook dat de kwaliteit van de recreatieve sector verbeterd dient te worden. Tot sport en recreatie behoort ook de paardensport. b. Aan de eisen van de indieners van de zienswijze wil het college tegemoetkomen door het opnemen van artikel 3.1, sub h. Indieners geven aan dat daarbij geen rekening is gehouden met de door hun naar voren gebrachte opmerkingen. Enkel nabij Mechelen is de schuttersweide kennelijk bestemd voor recreatieve doeleinden. Waarbij als kanttekening wordt vermeld dat dit terrein voor wedstrijden met paarden te kleinschalig is. c. Concreet wordt verzocht om het plan zodanig aan te passen dat ook in de toekomst, onder het nieuwe bestemmingsplan, de paardensport in brede zin mogelijk zal blijven. Standpunt gemeente a. Het zondermeer toestaan van wedstrijden in alle gebieden die agrarisch in gebruik zijn is niet mogelijk. Het gebruik als wedstrijdterrein heeft een dusdanige ruimtelijke consequentie dat dit niet overal zondermeer mogelijk moet zijn. Afhankelijk van de intensiteit kan het een dusdanige invloed hebben op de ruimtelijke verschijningsvorm van de omgeving dat er geen sprake is van normaal agrarisch gebruik. Om het gebruik als wedstrijdterrein in het buitengebied op een bepaalde locatie toe te staan zal een belangenafweging gemaakt moeten kunnen worden. Daarbij dient ook gekeken te worden naar de bijvoorbeeld het soort wedstrijd. Komen er veel deelnemers en publiek op af, is er voldoende parkeergelegenheid etc. In dat kader dient voor het gebruik als wedstrijdterrein een aparte procedure doorlopen te worden waarbij ook de consequenties op en de belangen van de omgeving meegewogen kunnen worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast.
234
Bij nadere analyse van de situatie is de locatie in het Elzetterbos die gebruikt wordt ten behoeve van de paardensport bestemd als Sportterrein. Op deze locatie is het houden van wedstrijden dan mogelijk. Het toekennen van de aanduiding ‘kleinschalig’ zoals opgenomen in het ontwerp is te beperkend. De gronden kunnen dan nog niet als wedstrijdterrein gebruikt worden. Het toekennen van de bestemming Sport voor deze locatie sluit het beste aan bij het feitelijke gebruik van deze gronden. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. b. Artikel 3.1 onder h staat het gebruik als evenement toe. Volgens jurisprudentie hoeven alleen evenementen die jaarlijks terugkeren en meer dagen duren geregeld te worden in het bestemmingsplan of dient hiervoor een ontheffing op het bestemmingsplan voor verleend te worden. Dit omdat het gebruik van de gronden dan voor langere tijd wijzigt en dit niet past binnen het bestemmingsplan. De gemeente heeft besloten deze - bestaande - evenementen nu op te nemen in het bestemmingsplan. Op pagina 97 van de toelichting is een lijst opgenomen van evenementen die planologisch relevant zijn en in het bestemmingsplan geregeld worden. Daarbij gaat het niet om het algemene gebruik van agrarische gebieden voor wedstrijdterreinen. Echter onder deze evenementen valt wel het evenement dat te maken heeft met de paardensport en georganiseerd wordt op de locatie Grote Bosweg 1 te Heijenrath. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Zie de reactie onder a. Daarnaast is recreatief medegebruik binnen de agrarische bestemming toegestaan. Hierdoor is het mogelijk om paden te gebruiken voor ritten te paard. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punten a gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 119) R. Janssen, Stokhem 2 te Wijlre d.d. 22-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05182 Samenvatting zienswijze Indiener vraagt zich af waarom op de kaart niet in kleur is aangegeven waar zich verontreinigde grond bevindt. Standpunt gemeente De gronden worden in het bestemmingsplan conform het feitelijke gebruik bestemd. De door indiener genoemde gronden hebben een agrarische functie en zijn derhalve in overeenstemming met die functie bestemd. Ontwikkelingen zijn op deze gronden niet te verwachten. Mocht dit in de toekomst toch voorkomen dan zal bij wijziging van de bestemming een bodemonderzoek uit moeten wijzen of de gronden geschikt zijn voor de beoogde functie. Het aangeven van verontreinigde grond is niet iets wat in het kader van het bestemmingsplan meegenomen moet 235
worden. Hierop is de milieuwetgeving van toepassing. Het bestemmingsplan hoeft hierop dan ook niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 120) R. Janssen, Stokhem 2 te Wijlre d.d. 22-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05182 Samenvatting zienswijze Indiener heeft zijn bedenkingen ten aanzien van de meanderzones zoals aangegeven op de kaart van het buitengebied. Hij kan zich niet verenigen met het aangegeven oppervlakte meanderzones langs de Geul. Hiernaast vraagt hij zich af of het bestemmingsplan kan voorzien in een mogelijkheid in het verplaatsen van overtollig water naar de Geul. Standpunt gemeente De ligging van meanderzones, inundatiezones en wegwaterlossingen is vastgelegd in het beleid van het waterschap. Onlangs heeft het waterschap de legger vastgesteld met de begrenzing van de meanderzone en inundatiezone. Als gemeente dienen wij deze legger te vertalen naar het bestemmingsplan. Omdat het beleid is dat door het waterschap wordt vastgesteld, kan de gemeente hieraan niets wijzigen. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. Daarnaast wordt in het bestemmingsplan niets over riolering geregeld. Dit beleid wordt door de gemeente vastgelegd in het gemeentelijk rioleringsplan (GRP). In het kader van het bestemmingsplan worden de gebruiks- en de bouwmogelijkheden van de gronden geregeld. De ligging c.q het functioneren van een riolering hoeft in dat kader niet meegenomen te worden omdat hiervoor geen planologische beschermingszones (vrij te houden bebouwingszones) gelden. Indien er problemen met de afvoer van water zijn moet u zich melden bij het Waterschap, voor zover het betreft de (weg)waterlossingen, en bij de gemeente voor zover het betrekking heeft op het gemeentelijke rioleringsstelsel. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Ook wateroverlast is iets wat niet in een bestemmingsplan geregeld c.q. opgelost kan worden (met dien verstande dat bij nieuwe ontwikkelingen in het kader van het bestemmingsplan wel een watertoets verricht moet worden). Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 121) GBV Administraties en advies, namens de Maatschap H.P.M. en N.M.L. Broers en J.H.M. Broers-Spierts, Grachtstraat 33 te Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05180
236
Samenvatting zienswijze Gelieve: a. de bestemming van de oppervlakte van de regenwatervoorziening te wijzigen in: - primair: Agrarisch, conform het huidige primaire gebruik en de momenteel geldende bestemming; - subsidiair: gekoppeld bouwblok (oppervlakte kade) en Agrarisch (oppervlakte opvangbassin); b. de beschermingszones aan weerszijden van de uitloop van de regenwatervoorziening te verleggen conform de bestekstekening van de voorziening; c. het bouwblok en bouwvlak ten noorden van de sleufsilo’s volgens het vigerend bestemmingsplan te handhaven; d. het alternatief van indieners ten aanzien van het verschuiven van het bouwblok naar de 1.27 ha ten westen van de sleufsilo’s in overweging te nemen; e. het bouwblok te vergroten conform de werkelijke situatie met betrekking tot het nieuw aangelegde koepad; f. de bestemming van de pachtgrond te wijzigen in Agrarisch, conform het vigerend bestemmingsplan. g. bij handhaving zal een beroep op planschade ingediend worden. Verzocht wordt dan ook ontheffing te verlenen van de regels en bepalingen zoals genoemd bij 2.5 h. indiener behoud het recht de zienswijze in een later stadium aan te vullen. Standpunt gemeente a. De ligging en omvang van de waterbuffer is vastgelegd in het beleid van het waterschap. Onlangs heeft het waterschap een nieuwe legger vastgesteld met de begrenzing van de buffers. Als gemeente dienen wij deze legger te vertalen naar het bestemmingsplan. De regenwaterbuffer dient in dat kader bestemd te worden als water. Omdat het beleid is dat door het waterschap wordt vastgesteld, kan de gemeente hieraan niets wijzigen. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Het Waterschap Roer en Overmaas heeft op haar legger de holle weg aangeduid als wegwaterlossing die planologisch beschermd dienen te worden. Volgens het beleid van het waterschap zijn deze wegwaterlossingen voorzien van een beschermingszone. Deze beschermingszone is nu op de plankaart ingetekend. In uw geval betekent dit dat er over uw kavel en bebouwing een beschermingsregime van toepassing is. Bestaande bebouwing gelegen binnen deze zone wordt gerespecteerd. De onderliggende gronden zijn bestemd als Agrarisch met waarden – Natuur- en Landschapswaarden. Primair is dit de bestemming. Daarnaast kunnen de gronden indien nodig een watervoerende functie vervullen. Hiervoor is dus de aanduiding wegwaterlossing opgenomen. De beschermingszone is een zone die langs waterlopen en wegwaterlossingen is gelegen ten behoeve van de bereikbaarheid en het 237
onderhoud van de waterloop en wegwaterlossing. Het gebruik van deze zone door melkvee is geen verboden gebruik. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Omdat de ligging van de wegwaterlossingen en beschermingszones middels beleid van het Waterschap is bepaald en vastgesteld kan de gemeente dit in het kader van het bestemmingsplan niet wijzigen. De gemeente moet het vastgestelde beleid van andere overheden zoals Rijk, Provincie en Waterschap doorvertalen in haar bestemmingsplan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Omdat sprake is van een bedrijf met toekomstperspectief zal de bouwkavel verlengd worden en in overeenstemming gebracht worden met het geldende bestemmingsplan. De plankaart zal hierop aangepast worden. d. Voor de verplaatsing van de bouwkavel zal een BOM+-procedure doorlopen moeten worden. Daarbij dient een agrarische ontwikkeling te voldoen aan het verplichte basispakket zoals opgenomen in hoofdstuk 5.4 van de POL-uitwerking BOM+. Om dit te kunnen beoordelen zal een BOM+-aanvraag (inclusief bedrijfsontwikkelingsplan) ingediend moeten worden. Deze zal dan beoordeeld worden door de BOM+-commissie van de provincie. Indien zij dit goedkeuren is de verplaatsing van een agrarisch bedrijf mogelijk. Hiervoor dienen, buiten dit bestemmingsplan om, de noodzakelijke planologische procedures opgestart te worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast e. Het koepad is in de aanlegvergunning voor realisering van de buffer geregeld. Conform die aanlegvergunning is een koepad daar, binnen de bestemming agrarisch met waarden – natuur- en landschapswaarden toegestaan. Het bouwblok hoeft hiervoor niet vergroot te worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop dan ook niet aangepast te worden. f. De gronden die in bijlage 9 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter deze gronden zijn nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. In het geldende bestemmingsplan zijn deze gronden eveneens bestemd als agrarisch gebied met landschappelijke en natuurlijke waarden. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. 238
g. Ten aanzien van planschade dient een andere procedure, los van het bestemmingplan doorlopen te worden. Deze kan echter past opgestart worden nadat het bestemmingsplan onherroepelijk is geworden. Ontheffing van de Keur dient aangevraagd te worden bij het waterschap Roer en Overmaas. h. Aanvulling van de zienswijze dient in principe te geschieden binnen de termijn van terinzagelegging. Zienswijzen die buiten deze termijn worden ingediend c.q. aangevuld zijn in principe niet ontvankelijk. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten c en f gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 122) Arvalis, namens de heer J. Hautvast, Berghem 9 te Gulpen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-onder nummer I.08.05206 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van ‘’kamperen bij de boer’’: gelieve meer ruimte in te tekenen voor deze functie. b. Ten aanzien van de Agrarische bestemming ‘’A-B’’’: gelieve een gedeelte van de agrarische bestemming ‘’A-B’’ te verplaatsen naar de achterkant van het vermelde weggevallen gebied voor kamperen bij de boer. c. Ten aanzien van de bestemming ‘’Natuur’’: gelieve de scheiding en toekenning van de bestemmingen ‘’Natuur’’ en ‘’Agrarisch’’ in het bestemmingsplan ‘’Buitengebied’’ te verwerken. Standpunt gemeente a. Voor het kampeerterrein is vergunning afgegeven. Het kampeerterrein is in overeenstemming met de vergunning ingetekend. Bij het voorontwerp was dit abusievelijk niet het geval. Verdere verruiming van het kampeerterrein is niet rechtstreeks mogelijk, uitwisseling wel. Voor verruiming van het kampeerterrein zal een BOM+-procedure doorlopen moeten worden. Daarbij dient een agrarische ontwikkeling te voldoen aan het verplichte basispakket zoals opgenomen in hoofdstuk 5.4 van de POL-uitwerking BOM+. Om dit te kunnen beoordelen zal een BOM+-aanvraag (inclusief bedrijfsontwikkelingsplan) ingediend moeten worden. Deze zal dan beoordeeld worden door de BOM+-commissie van de provincie. Indien zij dit goedkeuren is de verplaatsing van het kampeerterrein mogelijk. Hiervoor dienen, buiten dit bestemmingsplan om, de noodzakelijke planologische procedures opgestart te worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. In het beleid van provincie en gemeente wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een be239
bouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel dat ingericht is als erfverharding, in- en oprit en tuin. Op basis hiervan is de voorgestelde verplaatsing van een gedeelte van de bouwkavel verder het open landschap in, geen optie. In de huidige situatie heeft de bouwkavel qua situering de meest gunstige vorm volgens het principe van de compacte bouwkavel. Het bestemmingsplan zal hierop niet aangepast worden. c. De gronden die in bijlage 2 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied en beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000) en SAN (Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering) of wordt ernaar gestreefd middels particulier beheer nieuwe natuur te realiseren. Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het agrarisch gebruik blijft daarmee gewaarborgd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten a en b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 123) Arvalis, namens de heer A.M.J. Wouters, Hilleshagerweg 98 te Mechelen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05205 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van de bestemming ‘’Natuur’’: verzocht wordt om de bestemming voor die (delen van de) percelen de bestemming ‘’Agrarisch met Waarden-Natuur en landschapswaarden’’ toe te kennen. De desbetreffende (delen van de) percelen zijn op de bijgevoegde uitsnede van de plankaart met een zwarte arcering aangeduid. b. Ten aanzien van het bouwvlak: gelieve aan de schuilgelegenheid de bestemming ‘’Agrarisch bedrijf’’ toe te kennen met daarbij aangegeven een koppelteken tussen dit stukje en het agrarische bedrijf. Verder dient hierop ter plaatse van de schuilgelegenheid een bouwblok te worden aangegeven.
240
Standpunt gemeente a. De gronden die in bijlage 1 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. De schuilgelegenheid is in het geldende bestemmingsplan niet opgenomen binnen de agrarische bedrijfsbestemming. Het provinciale en gemeentelijke beleid is dat agrarische bedrijfgebouwen zoveel mogelijk op de bedrijfskavel geconcentreerd worden. Uitbreiding van de bedrijfsbestemming met een kavel op afstand past niet binnen dit beleid. De schuilgelegenheid valt in dat kader dan ook onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan. Hierdoor mag het huidige gebruik worden voortgezet. Echter mag dit niet uitgebreid c.q. vergroot worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt b wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 124) Arvalis, namens de heer G.H.H. Widdershoven, Slenakenweg 14 d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05204 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van bouwkavel met bestemming A-B: gelieve dit bouwvlak aan te passen. De aan te passen begrenzing is met een rode belijning aangegeven op bijlage 1. b. Ten aanzien van de Meanderzone: gelet op het feit dat het meanderen van stroom tientallen jaren in beslag neemt, gelieve deze zone te verkleinen. c. Ten aanzien van de bestemming Wonen – Cultuur en ontspanning: gelieve in het plan op te nemen dat het aantal woningen niet mag toenemen. d. Ten aanzien van Archeologie: gelieve het gebied waar hoogstambomen hebben gestaan op de verstoringskaart op te nemen, zodat dit gebied wordt gevrijwaard van archeologisch vooronderzoek.
241
Standpunt gemeente a. De vergroting van de bouwkavel ten opzichte van het geldende bestemmingsplan blijft binnen de marge van 10% en kan rechtstreeks meegenomen kunnen worden zonder dat een BOM+-procedure doorlopen hoeft te worden. De plankaart zal hierop aangepast worden. b. De ligging van meanderzones is vastgelegd in het beleid van het waterschap. Onlangs heeft het waterschap een nieuwe legger vastgesteld met de begrenzing van de meanderzone. Als gemeente dienen wij deze legger te vertalen naar het bestemmingsplan. Omdat het beleid is dat door het waterschap wordt vastgesteld, kan de gemeente hieraan niets wijzigen. De gemeente moet het beleid van het Waterschap doorvertalen in haar bestemmingsplan. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Het realiseren van één woning is binnen de bestaande bouwmassa in het geldende bestemmingsplan op de locatie Slenakerweg 12 mogelijk middels een verplaatsing van de huidige woning naar een andere vleugel van de carré. Aan artikel 25.1 zal echter de voorwaarde toegevoegd worden dat aangetoond moet worden dat het realiseren van nieuwe woningen geen nadelige effecten op de omgeving mag hebben. Hierdoor is de bedrijfsvoering van indiener veilig gesteld omdat aangetoond moet worden dat de bouw van nieuwe woningen geen nadelige consequenties op de bedrijfsvoering voor het aangrenzende agrarisch bedrijf heeft. De planregels zullen hierop aangepast worden. d. De gemeente beschikt voor vaststelling van het bestemmingsplan nog niet over een door de gemeenteraad vastgesteld archeologiebeleid. In dat kader zullen de richtlijnen van de provincie gehanteerd worden. Mogelijk dat in de toekomst wel een gemeentelijk archeologisch beleid c.q. verstoringskaart wordt vastgesteld. Dit zal dan ook bekend gemaakt worden met de mogelijkheid om hierop te reageren. De momenteel te hanteren grenzen zijn opgenomen in de dubbelbestemming Waarde-Archeologie. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a en c gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart/-regels dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten b en d wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 125) Arvalis, namens de heer J.H.D. Voncken, Eyserweg 9 te Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05203 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van de dubbelbestemming ‘’Erosie’’: gelieve voorschrift 33.4.1. onder c dusdanig te wijzigen dat tijdelijke uitwisseling van de gebruiksmogelijkheden van akker- naar weiland mogelijk blijft zonder dat indiener daarvoor een aanlegvergunning dient aan te vragen. 242
b. Ten aanzien van de dubbelbestemming ‘’Archeologie’’: gelieve te bezien of de thans voorgestelde diepte van 0,3 meter niet verruimd kan worden tot circa 0,5 meter. Alsdan kan de agrarische sector uitvoering geven aan het beleid van de Europese Unie ten aanzien van ‘’Erosie’’ alswel ‘’Archeologie’’. c. Ten aanzien van de dubbelbestemming ‘’Ecologie’’: een groot gedeelte van de gronden die indiener bewerkt zijn aangeduid met ‘’waarde ecologie EHS’’ dan wel ‘’waarde ecologie POG’’. Indiener meent dat artikel 30.3.1. in samenhang bezien met artikel 30.3.1. juncto 30.1 buiten toepassing moet blijven vanwege strijd met het beginsel van rechtszekerheid en eenduidigheid. d. Ten aanzien van de dubbelbestemming ‘’Landschapselement’’: indiener maakt thans gebruik van een, volgens het ontwerpplan, oude weg. In de ogen van indiener is deze weg niet dusdanig oud dat deze voor bescherming in aanmerking komt. Om deze reden verzoekt indiener de weg van de kaart ‘’cultuurhistorie en landschapselement’’ te verwijderen. e. Indiener verzoekt de gemeente de kaart aan te passen ten aanzien van een gedeelte van de ontsluitingsweg richting de Achterweg. De ligging van deze weg is niet juist opgenomen. Standpunt gemeente a. Door een wisselend gebruik van gronden als akker- en grasland toe te staan, wordt het doel van het AVS (acid volatile sulfides) niet meer voldoende bewerkstelligd (voorkomen uitspoelen stikstof/erosie). De planregels zullen hierop dan ook niet aangepast worden. b. Omdat de gemeente momenteel nog niet over eigen beleid beschikt wordt vooralsnog aansluiting gezocht bij het provinciale beleid. In dit beleid is een diepte van 0,3 meter vastgesteld. De planregels worden hierop niet aangepast. c. De aanlegvergunning kan alleen worden verleend als de waarden en doeleinden die de bestemming beoogt te beschermen, niet onevenredig worden aangetast (of de mogelijkheden voor herstel van deze waarden niet wezenlijk worden verkleind). Het gaat hierbij om de instandhouding en versterking van de samenhang tussen de niet-levende en de levende natuur. Voorts mag de ecologie van de natuurwaarden en/of soorten niet worden aangetast. De bedoeling hiervan is dat het ecologische systeem geen schade ondervindt van de werkzaamheden. De tweede voorwaarde, dat natuurwaarden en/of soorten niet mogen worden aangetast, is een objectieve concretisering van de eerste voorwaarde. De planregels worden hierop niet aangepast. d. In 2007 is door een terzake deskundig bureau (RAAP) onderzoek gedaan naar de cultuurhistorische waarden in de gemeente Gulpen-Wittem. Deze waarden zijn door dit bureau op kaart gezet en deze kaart maakt nu onderdeel uit van het bestemmingsplan (kaart Dubbelbestemming Waarde-Cultuurhistorie en Waarde Landschapselement. Door een wetenschappelijke analyse is gekeken naar wegen die dusdanig oud zijn en voor bescherming in aanmerking komen. Daarbij gaat het 243
om de situering/locatie van de weg in het landschap en niet om het gebruik en onderhoud van de afgelopen jaren. De kaart zal hierop dan ook niet aangepast worden e. Eveneens zijn door dat bureau de holle wegen in kaart gebracht. Omdat het hier gaat om een wetenschappelijke analyse kan dit niet zomaar aangepast worden. De kaart zal hierop dan ook niet gewijzigd worden. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 126) Arvalis, namens de heer L.M.J. van den Booren, Melleschet 38 te Vijlen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05202 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van de bestemming Natuur: Verzocht wordt om voor een deel van het perceel de bestemming ‘’Agrarisch met Waarden-Natuur en landschapswaarden’’ toe te kennen. b. Ten aanzien van de Meanderzone: gelieve deze zone te verkleinen. c. Ten aanzien van de Beschermingszone Water: voorgesteld wordt dat de voorziene leegloopvoorziening dermate diep in de grond wordt ingebed, dat deze geen belemmering voor de bewerking van de agrarische grond oplevert. De beschermingszone en de bijbehorende planregels kunnen hierop worden aangepast. Standpunt gemeente a. De gronden die in bijlage 1 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. b. De ligging van meanderzone is vastgelegd in het beleid van het waterschap. Onlangs heeft het waterschap een nieuwe legger vastgesteld met de begrenzing van de meanderzone. Als gemeente dienen wij deze legger te vertalen naar het bestemmingsplan. Omdat het beleid is dat door het waterschap wordt vastgesteld, kan de gemeente hieraan niets wijzigen en moet de gemeente dit beleid doorvertalen in haar bestemmingsplan. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast.
244
c. De ligging van leegloopvoorzieningen is vastgelegd in het beleid van het waterschap. Onlangs heeft het waterschap een nieuwe legger vastgesteld. Als gemeente dienen wij deze legger te vertalen naar het bestemmingsplan. Omdat het beleid is dat door het waterschap wordt vastgesteld, kan de gemeente hieraan niets wijzigen en moet de gemeente dit beleid doorvertalen in haar bestemmingsplan. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt a gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten b en c wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 127) Arvalis, namens de heer P.W.M. Gerrickens, Ingberdorpsstraat 29 te Ingber/Gulpen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05201 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van de bestemming ‘’Agrarisch-Bedrijf’’: verzocht wordt om de eerder opgenomen rechte bouwvlakgrens aan te houden en daarin tevens het kleine hoekje ten noordwesten mee te nemen zoals opgenomen in bijlage 1. b. Ten aanzien van de bestemming ‘’Wonen’’: volgens indiener dient de gemeente zorg te dragen dat binnen het invloedsgebied van het agrarische bedrijf van client geen wijzigingen plaatsvinden, die een negatieve uitwerking op die bedrijfsvoering kunnen hebben. Specifiek kan geen wijziging plaatshebben van de vigerende agrarische bestemming in de bestemming ‘’Wonen-Cultuur en ontspanning’’, dan wel in andere hindergevoelige bestemmingen in de nabijheid van het agrarische bedrijf. Standpunt gemeente a. De bouwkavel is ten opzichte van het geldende bestemmingsplan reeds vergroot waardoor de sprong in de bouwkavel is ontstaan (afstemming feitelijke situatie). Een verdere vergroting wordt niet noodzakelijk geacht omdat op de huidige bouwkavel nog voldoende ruimte aanwezig is voor uitbreiding van bedrijfsactiviteiten. De bestemmingsplankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. b. Aan artikel 25.1 zal de voorwaarde toegevoegd worden dat aangetoond moet worden dat het realiseren van nieuwe woningen geen nadelige effecten op de omgeving heeft. Hierdoor is de bedrijfsvoering van indiener veilig gesteld omdat aangetoond moet worden dat de bouw van nieuwe woningen geen nadelige consequenties op de bedrijfsvoering van een aangrenzende agrarisch bedrijf heeft. De planregels zullen hierop aangepast worden. Van het perceel gelegen aan de Ingberdorpsstraat 17-19 is de bestemming van agrarisch bedrijf naar wonen-cultuur en ontspanning gewijzigd. Hiermee wordt het feitelijke gebruik van het perceel bevestigd aangezien terplekke geen agrarische bedrijf meer wordt uitgeoefend. Op het perceel Ingberdorpsstraat 21 is reeds een 245
woonfunctie op basis van het vigerend bestemmingsplan aanwezig. Omdat de percelen Ingberdorpsstraat 17-19 verder van het agrarisch bedrijf Gerrickens zijn gelegen dan het kortst bijgelegen hinderlijke object (Ingberdorpsstraat 21), heeft dit in principe geen (extra) nadelige consequenties voor agrarische bedrijfsontwikkelingen op het perceel Ingberdorpsstraat 29. De bestaande bedrijfsvoering van het agrarisch bedrijf van Gerrickens is gewaarborgd conform de verleende, onherroepelijke, milieuvergunning van onderhavig bedrijf. De plankaart hoeft hierop niet aangepast te worden. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten b (gedeeltelijk) gegrond te verklaren en de bestemmingsplanregels dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 128) Aelmans, namens de heer G. Jacobs, Hoogcruts 27 te Slenaken d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05209 Samenvatting zienswijze De zienswijze omvat de volgende punten. a. Gelieve bij de tunnels de natuurlijke perceelsgrens aanhouden; b. het kampeerterrein zo inkleuren als vergund; c. het aanduiden van de functie ‘evenementen’ ter plekke van het terrein waar regelmatig terugkerende jaarlijkse kampeerevenementen gehouden worden voor scholen en verenigingen; d. opnemen dat het westelijk gelegen evenemententerrein slecht één keer per jaar wordt gebruikt en alleen ten behoeve van trekker-trek; e. het aanduiden van een eventuele uitbreiding van het kampeerterrein naar 25 eenheden; Standpunt gemeente a. De begrenzing van de aanduiding ‘tunnels’ zal aangepast worden zodat de natuurlijke perceelsgrens wordt aangehouden. De grens van de aanduiding valt hierdoor gelijk met de grens van de bestemming agrarisch-bedrijf. b. Voor het kampeerterrein is vergunning afgegeven. Het kampeerterrein is in overeenstemming met de vergunning ingetekend. Verdere verruiming van het kampeerterrein is niet rechtstreeks mogelijk, uitwisseling wel. Het gedeelte dat gelegen in binnen het bouwvlak zou uitgewisseld kunnen worden. Dit zal dan toegevoegd worden aan de oostelijke begrenzing van het kampeerterrein. De plankaart zal hierop aangepast worden. c. De jaarlijks terugkerende kampeerevenementen kunnen niet als een evenement aangemerkt worden. Een evenement wordt in het kader van het bestemmingsplan gezien als een activiteit die georganiseerd wordt en waar mensen op af komen (bezoekers) en waarbij geen sprake is van overnachting. Bij kampeerevenementen verblijft en overnacht eenzelfde groep voor een langere tijd op een be246
paalde locatie. Om groepskamperen in het bestemmingsplan mogelijk te maken zal een algemene ontheffing voor groepskamperen opgenomen worden. Als het bestemmingsplan onherroepelijk is kan bij burgemeester en wethouders een aanvraag ingediend worden om van deze ontheffing gebruik te maken. Bij het verlenen van deze ontheffing wordt dan een gebied aangewezen dat voor groepskamperen gebruikt mag worden. Daarnaast kunnen er voorwaarden gesteld worden aan de duur en regelmaat van het groepskamperen. Een evenement zoals bepaald in het bestemmingsplan mag maar één keer per jaar plaatsvinden (voorwaarde zal toegevoegd worden), terwijl groepskamperen diverse malen door verschillende groepen gedaan wordt. Het bestemmingsplan zal hierop aangepast worden. d. Op pagina 97 van de toelichting is een lijst opgenomen van evenementen die planologisch relevant zijn en in het bestemmingsplan geregeld worden. Daaraan is een lijst toegevoegd welke evenementen waar georganiseerd mogen worden. Daarnaast is op de plankaart is het vlak met de aanduiding evenement te ruim opgenomen. Abusievelijk zijn hierin ook de parkeermogelijkheden meegenomen. Deze hoeven, omdat de gronden hiervoor maar hooguit één dag gebruikt worden, niet verder aangeduid te worden (planologisch niet relevant). De bestemmingsplankaart zal hierop aangepast worden. Daarnaast zal in de toelichting opgenomen worden dat één evenement maar maximaal één keer per jaar op een bepaalde locatie mag plaatsvinden. De toelichting zal hierop aangevuld worden. e. Voor kamperen bij de boer is geen nieuw beleid opgesteld. Er is dan ook geen sprake meer van verruiming van het aantal kampeerplaatsen naar 25. De gemeente heeft hiervoor een onderzoek uit laten voeren en hieruit blijkt dat er geen noodzaak bestaat om het beleid aan te passen. Het beleid zoals nu opgenomen in het bestemmingsplan blijft ongewijzigd van kracht. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a t/m d (gedeeltelijk) gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor de punten b (gedeeltelijk) en e wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 129) Familie Jacobs, Eyserheide 5 te Gulpen-Wittem d.d. 22-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05194 Samenvatting zienswijze a. In het plan is geen mogelijkheid opgenomen om eventueel in de toekomst benodigde mantelzorg te krijgen. b. Er is geen uitbreidingsruimte van 5 meter t.ov. de achterzijde van de woning aangegeven. c. Stalletje moet uitgebreid worden of vergroot.
247
Standpunt gemeente a. In de bestemmingsomschrijving in artikel 24.1 sub a is opgenomen dat binnen de bestemming wonen mantelzorg is toegestaan. Daarnaast is in artikel 24.5.2 onder sub a bepaald dat mantelzorg in vrijstaande bijgebouwen niet als een verboden gebruik wordt beschouwd. Hierdoor is mantelzorg binnen de bestemming wonen in zowel het hoofdgebouw als in een vrijstaand bijgebouw rechtstreeks toegestaan. De planregels hoeven hierop niet te worden aangepast. b. De afstand aan de achterzijde van de woning tot het aangrenzende perceel is beperkt. Een uitbreiding van 5 meter aan de achterzijde zou betekenen dat de woning tot nagenoeg de perceelsgrens uitgebreid kan worden. Dit is een ongewenste situatie. Daarom is de uitbreidingsruimte op dit perceel aan de westzijde ingetekend. De omvang van de uitbreidingsruimte is afgestemd op de aanwezige bebouwing. Hierdoor is het mogelijk om ter plaatse van de garage de woning in twee bouwlagen uit te breiden. De plankaart hoeft hierop niet te worden aangepast. c. Binnen de bestemming Wonen is het toegestaan om 70 m² aan bijgebouwen op te richten. Binnen deze 70 m² is de bouw van een stalletje voor schapen mogelijk. Daarnaast is onder voorwaarden op het aangrenzende achterliggende perceel de bouw van een stalletje tot maximaal 12 m² mogelijk. Hierbij dient wel aan de voorwaarden zoals opgenomen onder 6.2.2. sub b voldaan te worden. Verdere verruiming van de bouwmogelijkheden past niet binnen het beleid ten aanzien van verrommeling en verstening van het buitengebied van de provincie en gemeente. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 130) Stichting dassenwerkgroep Limburg, Stampstraat 119 te Simpelveld d.d. 22-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05193 Samenvatting zienswijze a. Indiener maakt bezwaar tegen de werkwijze van de gemeente. b. De huidige bestemmingsplangrenzen moeten gehandhaafd blijven. c. Alle binnen het huidige bestemmingsplan gelegen bosgebiedjes en bosgebieden, ook de stukken, van het golfterrein welke na het opruimen van de illegale uitbreidingen ontstaan en welke zich weer moeten kunnen ontwikkelen tot het bos, dat er voorheen stond, moeten in het bestemmingsplan de bestemming Natuur met de aan deze bestemming verbonden bescherming krijgen. d. Er moet in het bestemmingsplan via een aanlegvergunningsstelsel regels gesteld worden ten aanzien van de opvang, de buffering, de afvoer en het gebruik o.a. voor beregening met hemelwater. e. In artikel 41 lid c 2 onder c dient bepaald worden dat werken of werkzaamheden indien nodig uitgevoerd worden naar de ecologie van de soort (voorontwerp bestemmingsplan).
248
f. De zienswijze haakt aan bij de zienswijze van Staatsbosbeheer ten aanzien van de bestemming Waarde-Ecologie. Standpunt gemeente a. Door een samenloop van omstandigheden is een situatie ontstaan waarin de afhandeling van het bezwaar omtrent de verleende aanlegvergunning alsmede de vaststelling van het bestemmingsplan elkaar kruisen. Het bestemmingsplan is daarbij aan wettelijke termijnen verbonden. Concreet komt de insteek van het bestemmingsplan overeen met de afspraken die zijn gemaakt in het overleg d.d. 1512-2008 over de concept beslissing op het bezwaar tegen de verleende aanlegvergunning (inclusief de voorgestelde aanpassingen van deze concept beslissing op bezwaar). In dat kader is dan ook sprake van een eenduidige regeling. b. Overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn tussen Staatsbosbeheer, Stichting Dassenwerkgroep Limburg en de golfclub is de begrenzing van de bestemming Recreatie-Golfterrein opnieuw ingetekend. Daarbij is de begrenzing afgestemd op enerzijds het feitelijke gebruik en anderzijds de eigendomsgrens c.q. de erfpachtgrens. Aangezien er in de praktijk sprake was van 3 soorten grenzen (bufferzone, bestemmingsplan en erfpacht) hetgeen in het verleden al meermaals tot problemen heeft geleid is ervoor gekozen om in het nieuwe bestemmingsplan de eigendomsgrenzen c.q. de erfpachtgrenzen aan te houden. Deze grenzen komen ook overeen met de kadastrale grenzen en zijn dus via kadastrale inmeting verifieerbaar. Uitzondering hierop vormt de toegangsweg naar de golfclub alwaar een duidelijk herkenbare fysieke grens in het veld aanwezig is en de begrenzing nabij hole 5/6 alwaar de grens direct aansluitend aan de bestaande backtee wordt gelegd. Het perceel met voormalig kadastraal nummer 3362 is abusievelijk onder de bestemming golfterrein opgenomen. Op deze punten zal het bestemmingsplan worden aangepast. c. Binnen het bestemmingsplan is in de doeleindenomschrijving van de bestemming opgenomen dat de gronden bestemd zijn voor instandhouden, versterking en ontwikkeling van de aldaar, voorkomende dan wel daaraan eigen natuurlijke, landschappelijke, landschapsecologische, cultuurhistorische en archeologische waarden. Daarnaast is er tevens een dubbelbestemming waarde-ecologie opgenomen en een aanduiding natura 2000. Op basis van deze bestemming, dubbelbestemming en aanduiding zijn de kwaliteiten van de EHS beschermd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. d. Voor het aanleggen van nieuwe voorzieningen is in het bestemmingsplan een aanlegvergunningenstelsel opgenomen. Daarbij dient altijd getoetst te worden aan de in het plan opgenomen (dubbel)bestemmingen van de grond (artikel 18.5.3). Dus ook naar de natuurlijke en landschappelijke waarden van de gronden. Beregening is echter iets dat niet door middel van een aanlegvergunningstelsel geregeld kan worden. Dit heeft met de exploitatie van de gronden te maken. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. 249
e. In het ontwerp bestemmingsplan is het aanlegvergunningenstelsel direct onder de bestemming opgenomen. In artikel 18.5.3 is opgenomen dat bij werken of werkzaamheden getoetst moet worden aan de genoemde waarden en doeleinden zoals opgenomen in de aanhef van het artikel. Hierin is bepaald dat landschapsecologische waarden instandgehouden, versterkt of ontwikkeld moeten worden. Deze omschrijving zal aangepast worden waarbij landschap in de term landschapsecologische waarden tussen haakjes gezet wordt. In dat kader wordt dan de ecologie van de soort beschermd. De planregels zullen hierop aangepast worden. f. Zie voor het standpunt van de gemeente op de reactie van Staatsbosbeheer de behandeling van de zienswijze onder nummer 114. Voorgesteld wordt de zienswijze op punt b gedeeltelijk gegrond en punt e gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart/-regels dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 131) J.M.G. Pinckaers, ’t Veld 2 te Epen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05192 Samenvatting zienswijze In het verleden is de term ‘’vakantiewoningen plus’’ gebruikt ten aanzien van het onroerend goed waarnaar de zienswijze verwijst. Hiervan is niets terug te vinden in het bestemmingsplan. Standpunt gemeente In het verleden is de term c.q. bestemming wonen+ gebruikt. Deze term c.q. bestemming is nu gewijzigd naar wonen-cultuur en ontspanning. Deze bestemming is alleen bedoeld voor panden die als monument of karakteristiek zijn aangemerkt. Op de locatie ’t Veld 2 is geen sprake van dit soort bebouwing. Monumentale en karakteristieke panden zijn opgenomen in bijlage 1 van de planregels. In deze lijst zijn die panden opgenomen die door het Rijk als monument zijn aangewezen en de panden die in het verleden door een landelijk project, dat tussen 1986 en 1995 werd uitgevoerd, als waardevolle gebouwen zijn geïnventariseerd (Monumenten Inventarisatie Project, MIP). Doel van dit project was om per gemeente de waardevolle gebouwen en andere objecten in woord en beeld te beschrijven, zodat er meer zicht kwam op monumentenzorg en cultuurgeschiedenis. Hierbij werd aan ieder gebouw een waardering gegeven. Eén ster betekent van lokaal belang, twee sterren betekent van regionaal belang en drie sterren van nationaal belang. Aan een van rijkswege beschermd monument wordt een 'M' toegevoegd. Vanuit deze MIP-lijst zijn mogelijk enkele nieuwe monumenten aangewezen. Echter bleven er ook nog panden over die niet monumentaal maar wel waardevol waren. De gemeente heeft deze panden geïnventariseerd en die panden 250
gewaardeerd als karakteristieke bebouwing. De bebouwing op de locatie ’t Veld 2 valt hier niet onder en valt in dat kader niet onder de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 132) F.M.J. Thiessen, Hamerstraat 9 te Eys d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I08.05191 Voorgesteld wordt de zienswijze niet ontvankelijk te verklaren omdat de zienswijze per e-mail is ontvangen, terwijl de gemeente de elektronische weg niet heeft opengesteld. De schriftelijke bevestiging is niet binnen de indieningtermijn ontvangen. 133) Accon AVM, namens de heer J.G.J.M. Royen, Wittemer Allee 1a te Wittem d.d. 24-11-2008, ingekomen onder nummer I.08.05195 Samenvatting zienswijze Het verzoek is over te gaan tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan door: a. De feitelijke oppervlakte van 165 m2 voor de aanduiding ‘’bijbouwvlak’’ binnen de bestemming ‘’W-CO’’ op te nemen; b. in het plan een directe uitbreidingsmogelijkheid op te nemen voor de bestemming ‘’Horeca’’ op de locatie Wittemer Allee 1a of dit indirect mogelijk te maken door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid van de bestemming ‘’W-CO’’ naar de bestemming ‘’Horeca’’. Standpunt gemeente a. Bestaande bebouwing die buiten de regels van het bestemmingsplan valt, valt onder het overgangsrecht (artikel 46). In dit artikel is bepaald dat een bouwwerk dat op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is mag blijven bestaan. Tevens is het mogelijk om deze bebouwing gedeeltelijk te vernieuwen of veranderen. Echter indien het volledig gesloopt zou worden (hier niet het geval omdat het onderdeel van het monument is) zou maximaal 70 m² teruggebouwd mogen worden. In het kader van het bestemmingsplan is het dan ook geen probleem dat een groter oppervlakte aan bijgebouwen aanwezig is. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De bestemming Horeca en Wonen-Cultuur en ontspanning is afgestemd op het feitelijke gebruik. Het inpandig uitbreiden van de horecagelegenheid kan niet in het bestemmingsplan meegenomen worden omdat het gedeelte vooralsnog voor woondoeleinden gebruikt wordt. Het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid van Wonen naar de bestemming Horeca past niet binnen het algemene beleid van de gemeente. Echter op deze locatie is het denkbaar dat de horeca gelegenheid in251
pandig vergroot wordt. Naar eerste oordeel zitten hier geen negatieve ruimtelijke consequenties aan. Hiervoor zal te zijner tijd een buitenplanse procedure gevoerd moeten worden. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 134) Arvalis, namens de VOF Kaelen, Berghem 11 te Gulpen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05199 Samenvatting zienswijze Ten aanzien van de bestemming Natuur: in bijlage 1 is middels een dikke zwarte belijning de scheiding aangegeven tussen de natuurbestemming en de agrarische bestemming, zoals deze in het vast te stellen bestemmingsplan dient te worden opgenomen. Het daarin gearceerde gedeelte dient de agrarische bestemming te krijgen. Standpunt gemeente De gronden die in bijlage 1 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied en beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000) en SAN (Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering) of wordt ernaar gestreefd middels particulier beheer nieuwe natuur te realiseren. Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het agrarisch gebruik blijft daarmee gewaarborgd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. 135) Arvalis, namens de heer D.J.C.M. Gulikers, Kuttingerweg 2 te Epen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05198 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van de bestemming Agrarisch bedrijf: gelieve het bouwvlak aan de oostzijde te vergroten. Hiernaast verzoekt indiener om de gewenste vergroting van het kampeerterrein mee te nemen in het bestemmingsplan. b. Ten aanzien van de bestemming Natuur: gelieve het agrarisch bouwperceel Kuttingerweg 2 te verwerken in het plan en de bestemming Natuur voor de tot het 252
bedrijf behorende landbouwgronden gelegen buiten het conform ontwerpaanwijzingsbesluit begrensde Natura 2000 gebied ‘’Geuldal’’ te wijzigen in AW-NL. Standpunt gemeente a. In dit beleid van provincie en gemeente wordt gestreefd naar een zo compact mogelijke bedrijfskavel op basis van een afweging tussen de agrarische belangen en de andere belangen en waarden. Daarbij dient de kavel te bestaan uit een bebouwd deel en een onbebouwd deel. In het bebouwde deel zijn alle gebouwen en bouwwerken zoals bedrijfswoning, stallen, loodsen en dergelijke gelegen. Het onbebouwde deel sluit bij voorkeur aan op het bebouwde deel van de agrarische bouwkavel en bestaat uit dat deel dat ingericht is erfverharding, in- en oprit en tuin. Het verplaatsen van de opslag naar de zuidoostelijke rand, haaks op de bouwkavel past niet binnen het beleid van de compacte bouwkavel. Naar aanleiding hiervan is de indiener benaderd om de mogelijkheden op zijn perceel te bekijken. Binnen de huidige kavel zijn geen uitbereidingsmogelijkheden meer aanwezig. In dat kader is dan ook gekeken naar mogelijke uitbreidingsrichtingen. Een uitbreiding in zuidelijke richting is de beste optie. Gezien de terreingesteldheid ligt deze uitbreiding meer voor de hand dan de in eerste instantie voorgestelde uitbreiding in zuidoostelijke richting. Echter landschappelijk gezien ligt deze locatie vanaf de Terzieterweg meer in het zicht. In dat kader kan de gemeente ten tijde van de planvorming nadere eisen stellen aan de landschappelijke inpassing. Hiervoor is in het bestemmingsplan reeds een regeling opgenomen (artikel 4.3). De gevraagde uitbreidingen passen binnen de marge van 10% uitbreiding waarvoor geen BOM+procedure doorlopen hoeft te worden. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voor het kampeerterrein is vergunning afgegeven. Het kampeerterrein is in overeenstemming met de vergunning ingetekend. Voor kamperen bij de boer is geen nieuw beleid opgesteld. Er is dan ook geen sprake meer van verruiming van het aantal kampeerplaatsen naar 25. De gemeente heeft hiervoor een onderzoek uit laten voeren en hieruit blijkt dat er geen noodzaak bestaat om het beleid aan te passen. Het beleid zoals nu opgenomen in het bestemmingsplan blijft ongewijzigd van kracht. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De gronden die in bijlage 1 gemarkeerd zijn, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en zijn aangeduid als nieuw natuurgebied en beheersgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000) en SAN (Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering) of wordt ernaar gestreefd middels particulier beheer nieuwe natuur te realiseren. Echter zijn deze gronden nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook 253
als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. Het agrarisch gebruik blijft daarmee gewaarborgd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op de punten a (gedeeltelijk) en b gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor punt a (gedeeltelijk) wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 136) Hoeve Karsveld, Slenakerweg 23 te Gulpen d.d. 23-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05196 Samenvatting zienswijze Gelieve het bouwvlak te vergroten met 10%. Hiernaast verzoekt indiener het nog te compenseren gedeelte van het vervallen bouwvlak uit de meanderzone toe te voegen aan het bouwvlak in oostelijke richting zoals aangegeven op bijlage 2. Standpunt gemeente In het geldende bestemmingsplan heeft het agrarisch bouwblok een oppervlakte van ongeveer 1,3 ha. In het ontwerp bestemmingsplan is een oppervlakte aan het perceel toegekend van 1,49 ha. Vergroting van 10% ten opzichte van het geldende plan betekent een bouwkavel van maximaal 1,43 ha. De vergroting van 10% van de bouwkavel en een afstemming op de feitelijke situatie is dan ook al meegenomen in het plan en kan niet nogmaals vergund worden. Het bebouwde deel heeft in het geldende plan een oppervlakte van ongeveer 1 ha. In het nieuwe plan is het oppervlakte 1,13 ha. Ook hier is reeds sprake een vergroting. De gevraagde extra vergroting van 10% kan dan ook niet meegenomen worden in het plan. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 137) Arvalis, namens de maatschap Debougnoux-Laval, Crapoel 2a te Ingber/Gulpen d.d. 24-11-2008, ingekomen op 26-11-2008 onder nummer I.08.05200 Samenvatting zienswijze a. Ten aanzien van de bestemming Agrarisch-Bedrijf: gelieve de grond vanaf dit schuurtje tot aan de weg de bestemming A-B te geven. b. Ten aanzien van de bestemming Natuur: verzocht wordt om de bestemming voor die delen van percelen die in gebruik zijn ten behoeve van het agrarische bedrijf de bestemming ‘’Agrarisch met Waarden-Natuur en landschapswaarden’’ toe te kennen.
254
Standpunt gemeente a. Het stalletje is in het geldende bestemmingsplan niet opgenomen binnen de agrarische bedrijfsbestemming. Het provinciale en gemeentelijke beleid is dat agrarische bedrijfgebouwen zoveel mogelijk op de bedrijfskavel geconcentreerd worden zodat sprake is van een compacte bouwkavel. Uitbreiding van de bedrijfsbestemming met een kavel op afstand past niet binnen dit beleid. Het stalletje valt in dat kader dan ook onder het overgangsrecht van het geldende bestemmingsplan. Hierdoor mag het huidige gebruik worden voortgezet. Echter mag dit niet uitgebreid c.q. vergroot worden. De bestaande situatie wordt hiermee gedoogd. Het bestemmingsplan hoeft hierop niet te worden aangepast. b. De gedeeltes van de gemarkeerde percelen met de nummers 11,12, 15 en 17 die bestemd zijn als natuur, zijn gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur en is aangeduid als nieuw natuurgebied (provincie Limburg, kaart Groene waarden uit het POL2006 (actualisatie 2008). Dit zijn gebieden die zijn begrensd in het Stimuleringsplan Natuur- Bos- en Landschap op basis van de SN (Subsidieregeling natuurbeheer 2000). Via deze regeling wordt omzetting van landbouwgrond naar natuur gestimuleerd en financieel vergoed (functieverandering). Echter deze gronden zijn nu agrarisch in gebruik en zullen overeenkomstig dit gebruik dan ook van een agrarische bestemming (AW-NL) worden voorzien. Indien overgegaan wordt tot de realisatie van natuur kan door middel van de wijzigingsbevoegdheid de bestemming omgezet worden in natuur. Het perceel zal dan ook als agrarisch met waarden-natuur- en landschapswaarden worden bestemd. De plankaart zal hierop worden aangepast. Het gedeelte gemarkeerde perceel met nummer 13 is gelegen binnen de ecologische hoofstructuur en aangeduid als bos- en natuurgebied. Deze gronden dienen bestemd te worden als natuur. In het geldende bestemmingsplan zijn deze gronden ook bestemd als natuur. De plankaart zal hierop niet worden aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze op het punt b gedeeltelijk gegrond te verklaren en de bestemmingsplankaart dienovereenkomstig aan te passen. Voor het overige wordt voorgesteld de zienswijze ongegrond te verklaren. 138) Arvalis, namens de heer J. Flamand, Givelderweg 4 te Heijenrath d.d. 21-11-2008, ingekomen op 25-11-2008 onder nummer I.08.05216 Samenvatting zienswijze Gelieve op te nemen in het plan: de uitbreiding van het agrarisch bedrijf aan de Givelderweg 4 te Heijenrath, met een terrein voor het kamperen bij de boer en het uitbreiden van het westelijk gedeelte van het bedrijfsterrein met 15 meter middels een onbebouwd gedeelte van het bouwvlak.
255
Standpunt gemeente Voor het planvoornemen wordt de BOM+-procedure doorlopen. De stukken zijn aan de provincie voorgelegd. Indien zij hiermee instemmen zal een positief advies van de BOM+-commissie afgegeven worden. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bij een positief advies de gewenste uitbreiding planologisch te regelen. Indien deze stukken voor vaststelling van het bestemmingsplan overlegd zouden kunnen worden zou de wijziging direct meegenomen worden. Vooralsnog wordt het bestemmingsplan hierop nog niet aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 139) Arvalis, namens de maatschap Pieters-Huntjens, Elkenrade 3 te Elkenrade d.d. 24-11-2008, ingekomen op 24-11-2008 onder nummer I.08.05207 (pro forma) d.d. 24-11-2008, ingekomen op 26-11-2008 onder nummer I.08.05208 (aanvulling pro forma) Samenvatting zienswijze Indiener verzoekt op te nemen in het bestemmingsplan: de uitbreiding van het agrarisch bedrijf aan de Elkenrade 3 te Elkenrade, inclusief een loods annex jongveestal met erfverharding. Standpunt gemeente Voor het planvoornemen wordt de BOM+-procedure doorlopen. De stukken zijn aan de provincie voorgelegd. Indien zij hiermee instemmen zal een positief advies van de BOM+-commissie afgegeven worden. In het bestemmingsplan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om bij een positief advies de gewenste uitbreiding planologisch te regelen. Indien deze stukken voor vaststelling van het bestemmingsplan overlegd zouden kunnen worden zou de wijziging direct meegenomen worden. Vooralsnog wordt het bestemmingsplan hierop nog niet aangepast. Voorgesteld wordt de zienswijze ongegrond te verklaren. 140) Aelmans, namens Maatschap Frijns Epen, Kerkstraat 4, 6367 JE Voerendaal d.d. 24-10-2008, ingekomen 25-10-2008 onder nummer I.08.05210 Voorgesteld wordt de zienswijze niet ontvankelijk te verklaren in verband met de ontvangst buiten de indieningtermijn.
256
Overzicht ambtshalve wijzigingen. In de procedure: 1. in het deel procedure is de tekst onder 88 en 110 verwisseld. Dit moet omgedraaid worden; 2. toevoegen erratum bij reactie 108 en 156; In de planregels: 3. in artikel 25 W-CO een wijzigingsbevoegdheid opnemen waardoor onder voorwaarden in vrijstaande monumentale en karakteristieke bijgebouwen een woning is toegestaan; 4. de bevoegdheid om ter plaatse van de aanduiding (kl) gebouwen op te richten als ontheffing opnemen (niet rechtstreeks mogelijk maken); 5. het bouwverbod onder dubbelbestemming Waarde-Ecologie schrappen. Levert problemen op omdat deze is gelegen over bouwvlakken en opnemen bouwverbod is overbodig. Het gaat binnen deze bestemming om aanlegvergunningen; 6. maximale hoogte van speelvoorzieningen aanpassen tot 4,5 m; 7. onder artikel 17.5.1 sub h tweede woordje geen weghalen anders zijn marsoefeningen juist niet op bestaande wegen en paden toelaatbaar. Idem artikel 6.5.1 onder f; 8. de begrippen aanvullen met gekoppeld bouwvlak en koppelteken: gekoppeld bouwvlak: met een koppelteken verbonden (bij)bouwvlakken; koppelteken: een verbindingslijn op de plankaart die één of meerdere bij elkaar behorende (bij)bouwvlakken met elkaar verbindt, waardoor er voor de toepassing van deze regels sprake is van bij elkaar behorende (bij)bouwvlakken; 9. onder artikel 20.1 sub d. het tekstgedeelte na het woord ‘evenementen’ verwijderen; 10. onder artikel 13.2.1 sub a, 20.2.1 sub a en 21.2.1 sub a: de tekst ‘de in lid A genoemde doeleinden’ wijzigen in ‘het in de aanhef toegestane gebruik’; 11. in de planregels onder artikel 24.5.2 sub b.1 en artikel 25.5.2 sub b.1 de tekst ‘woonoppervlak’ wijzigen in ‘bebouwd oppervlak’; 12. in de planregels onder artikel 28.4.1 aan de laatste regel toevoegen ‘en bouwwerken’; 13.artikel 39.2 niet van toepassing verklaren voor de bestemmingen Natuur, Agrarisch en Agrarisch met waarden – Natuur- en Landschapswaarden omdat het in het kader van het terugdringen van de verstening van het buitengebied niet wenselijk is dat bestaande gebouwtjes in deze gebieden gesloopt kunnen worden en weer teruggebouwd (van dezelfde omvang) kunnen worden. 14. artikel 3.2.2 onder b sub 1 wijzigen in: ‘gebouwen binnen het bouwvlak worden opgericht, of de oppervlakte van gebouwen maximaal 12 m² per bouwperceel inclusief aangrenzende in bezit zijnde gronden met een oppervlakte van ten minste 1 ha’; 15. aan begrippen toevoegen begrip ayurvedapraktijk; 16. aanpassen nummering onder 25.1 (twee maal sub e. opgenomen); 257
17. geen bebouwing toestaan ter plaatse van oefenterrein ruitersport in Elzeterbos. 18. artikel 19.4.2 sub d wijzigen in: camping of bungalowpark tenzij dit gebruik overeenkomstig de aanduiding op de plankaart ter plaatse is toegestaan en in artikel 19.1 sub a ”bestaande ter plaatse reeds gevestigde” verwijderen; 19. begrip bed & breakfast wijzigen in: een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit aan maximaal 8 personen die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Onder bed & breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid; 20. het begrip peil zodanig aanpassen waardoor de gemiddelde hoogte tussen 0,2 en 1,0 meter zowel boven als beneden de kruin van de weg is gelegen. 21. in artikel 19.4 sub d het tekstgedeelte ‘de aanduiding winterkamperen tot een maximaal oppervlakte van 2.500 m²’ wijzigen in ‘de aanduiding winterkamperen en de aanduiding stacaravans’; 22. de verwijzingen onder 27.3.3 en 27.3.4 van 27.4.1 wijzigen in 27.3.1; 23. in artikel 19.4.1 onder e toevoegen: ter plaatse van de aanduiding tenten mag alleen in tenten gekampeerd worden; 24.in artikel 42.2 onder a de volgende tekst schrappen: "voor zover ... solitarie mast". 25. de wijzigingsbevoegdheid bij de bestemmingen agrarisch bedrijf, agrarisch hulp- en nevenbedrijf, bedrijf-toegesneden, detailhandel, dienstverlening, horeca, kantoor en maatschappelijk beperken tot de bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning en de voorwaarden overeenkomstig aanpassen aangezien de wijzigingsbevoegdheid alleen bedoeld is voor cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. 26. de nummering van de wijzigingsbevoegdheid op blz. 62 van de planregels corrigeren. 27. De redactie van de wijzigingsbevoegdheid onder 3.8.1 en 6.8.1 (wijzigingsbevoegdheid t.b.v. uitbreiding of nieuwvestiging agrarisch bedrijf) aanpassen ter verduidelijking van het onderscheid in voorwaarden betrekking hebbende op een uitbreiding van een agrarisch bedrijf dan wel de nieuwvestiging van het agrarisch bedrijf conform onderstaand voorbeeld: Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming ‘Agrarisch-Bedrijf’, ten behoeve van: a. de vergroting van een agrarische bedrijfskavel, b. de vestiging van een volwaardig nieuw agrarisch bedrijf, mits: 1. de wijziging, in geval van vergroting van de agrarische bedrijfskavel, nodig is in verband met een voorgenomen uitbreiding van het aangrenzend gevestigde agrarische bedrijf; 2. de wijziging nodig is in verband met bedrijfseconomische dan wel andere zwaarwegende bedrijfsomstandigheden;
258
3. het betreft een volwaardig (nieuw) agrarisch bedrijf dan wel een bedrijf dat zich overtuigend in de richting van volwaardigheid ontwikkelt; 4. de wijziging niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel landschappelijke waarden. 5. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; 6. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). 7. er is voldaan aan de eisen die zijn gesteld in de POL-uitwerking BOM+. 28.De redactie van artikel 3.4.3. sub 5 en 6.4.3. sub 5 (ontheffing tijdelijke teeltondersteunde voorzieningen bij bestemming Agrarisch en Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden) redactioneel aanpassen in die zin dat in plaats van een verklaring van geen bezwaar (bestaat niet meer in stelsel van de nieuwe Wro) wordt gesteld: nadat GS hiermee hebben ingestemd. Op de plankaart: 29 perceel 10588 gedeeltelijk opnemen onder bestemming Recreatie-Golfterrein; 30 het bijbouwvlak op het perceel Diependalsbergweg 1c overeenkomstig de beantwoording van de inspraakreactie aanpassen; 31 Ingberdorpsstraat 8 opnemen onder bestemming Wonen; 32 de arcering in het bijbouwvlak bij Schweibergerweg 68-70-72 intekenen 33 het bouwvlak van het kleedgebouw van voetbalvereniging Eys verplaatsen conform situatietekening; 34 begrenzing parkeerplaats achter Hilleshagerweg 33b wijzigen conform nieuw inrichtingsvoorstel; 35 aanduiding bouwvlak ter plaatse van Hilleshagerweg 33b in overeenstemming brengen met legenda. Aan legenda aanduiding maatvoeringslijn toevoegen; 36 de bestemming Groen aan de oostzijde van Epen wijzigen in de bestemming AW-NL (kadastraal bekend onder nr. 88 en 89); 37 de voorgenomen aanpassing/verbreding van de weg tussen De Hut en De Planck niet opnemen. De planologische procedure is hiervan nog niet afgerond. Plankaart aanpassen conform vigerende begrenzingen; 38 aanduiding vakantiewoning opnemen voor Slenakerweg 18 (vigerende situatie); 39 aanduiding vakantiewoning opnemen voor Schweibergerweg 6 (vigerende situatie); 40 aanduiding evenementen toekennen op plankaart aan agrarische bedrijfslocatie Pastoor Ruttenstraat 2 (Malenshoffeesten). Tevens in toelichting op pagina 97 opnemen; 41 aanduiding evenementen toekennen op plankaart aan perceel G18 in verband met kindervakantieweek Reijmerstok. Tevens in toelichting op pagina 97 opnemen; 42 bestemming Agrarisch en bestemming Verkeer omwisselen op/nabij kruising Rijksweg – Lemmensstraat (Ingber); 43 huisnummers Hilleshagerweg 100 en 102 zijn omgewisseld, aanpassen; 259
44 aanduiding vakantiewoning verwijderen in rechtergebouw Schweibergerweg 6 en aanduiding ‘0 bw’ (geen bedrijfswoning toegestaan) toevoegen; 45 bestemming W-CO tussen Overgeul 11 en 13 wijzigen in R-V (op deze locatie is geen sprake van een woning, alleen van vakantiewoningen); 46 bestemming Ingberdorpsstraat 8 wijzigen in bestemming wonen conform ontwikkeling in het kader van Ruimte voor Ruimte; 47 verwijderen aanduiding ‘evenementen’ schutterijterrein nabij Kasteel Wijlre; 48 de diverse schutterijterreinen bestemmen als Sport (nu veelal A of AW-NL) en indien ter plaatse gebouwen staan een bouwvlak toevoegen; 49 gebieden gelegen binnen de EHS en nader aangeduid als nieuw natuurgebied of beheersgebied bestemmen als AW-NL (behoudens wanneer de gebieden in het geldende bestemmingsplan een natuurbestemming hebben of reeds als natuur ontwikkeld zijn). Gebieden gelegen binnen de EHS en nader aangeduid als bos- en natuurgebied bestemmen als Natuur (voor zover nog niet gedaan). 50 aanpassen bijbouwvlakken bij karakteristieke en monumentale panden. Overeenkomstig het beleid van de gemeente alleen daar bijbouwvlakken toestaan waar deze in het geldende bestemmingsplan ook zijn toegestaan; 51 Overgeul 8 bestemmen als “R-V” met aanduiding (0bw) in plaats van W-CO. 52 verwijderen gedeelte van de dubbelbestemming WaterstaatBeschermingszone op plankaart 5 ter hoogte van Dorpshof 4 te Epen; 53 verwijderen koppelteken tussen Heijenratherweg 14 en 18a; 54 bestemming H wijzigen in R-V (vakw) voor de locatie Heijenratherweg 18a; 55 benaming kaart dubbelbestemming Waarde-Erosie wijzigen in WaterstaatErosie. Aanpassing eveneens doorvoeren in legenda; 56 ter plaatse van Beutenaken 38 2 bedrijfswoningen toestaan (aanduiding 2 bw toevoegen); 57 ter plaatse van Kleebergerweg 2 twee woningen toestaan (aanduiding maximaal aantal wooneenheden toevoegen); 58 ter plaatse van Eyserheide 3 de inkeping in het bouwvlak verwijderen; 59 bestemming ‘Wonen +’ ter plaatse van Julianastraat 50 wijzigen in ‘WonenCultuur en Ontspanning’; 60 ter plaatse van de ruimte voor ruimte locatie Cartils een bijbouwvlak toekennen in overeenstemming met het vigerende bestemmingsplan; 61 aanduiding ‘10%-regeling toegepast’ toevoegen aan die agrarische bedrijfslocaties waarvan de bestemming met 10% vergroot is ten opzichte van het geldende bestemmingsplan; 62 vergroten bestemming modelvliegsportterrein overeenkomstig het huidige gebruik; 63 toevoegen aanduiding modelvliegsportterien en paardensportterrein op plankaart conform aanpassing artikel 20.2.3; 64 toevoegen bijbouwvlak Ingberdorpsstraat 10-12; 65 aan de legenda aanduiding tenten toevoegen; 66 aanpassen aanduiding evenemententerrein ter plaatse van de Grote Bosweg 1 (betreft omliggende gronden ipv locatie Grote Bosweg 1).
260
67 aanpassen van de plangrens bij de noordzijde van de kern Nijswiller. Deze grens is niet correct overgenomen ten opzichte van het vigerende plan voor de kern Nijswiller; 68 toevoegen aanduiding karakteristiek aan het pand gelegen nabij Schweibergerweg 29. Pand is bestemd tot Wonen-Cultuur en ontspanning echter de aanduiding karakteristiek is vergeten op de kaart te plaatsen; 69 corrigeren bestemming pand Schweibergerweg 27a (wonen) naar bestemming Wonen-Cultuur en ontspanning met aanduiding karakteristiek, hetgeen ook overeenkomt met de vigerende bestemming; 70 aanpassen deelplankaart V (Diependal-Terziet) inzake Terzieterweg 26 in die zin dat het bouwvlak wordt aangepast aan de verleende vrijstelling en bouwvergunning voor de bouw van 4 appartementen en beheerderswoning; 71 aanpassen kaartuitsnede 103 inzake Terzieterweg 48 in die zin dat het perceel gelegen tussen enerzijds de bouwkavel en het bestemmingsvalk voor groepskamperen en anderzijds de Terzieterbeek wordt aangepast naar de bestemming AW-NL met de aanduiding kleinschalig. Abusievelijk is dit gedeelte van het perceel bestemd tot Natuur terwijl het terrein feitelijk is ingericht met sportveld en erfverhardingen. De bestemming Natuur is hier niet op zijn plaats en een aanduiding kleinschalig komt ook niet voor binnen de bestemming natuur en de bijbehorende voorschriften. Voor een verduidelijking verwijzen wij naar de bijlage.
261
262
Bijlage 5: Raadsbesluit
263
264
Bijlage 6: Overzicht amendementen VERGADERINGEN 18 februari en 2 maart 2009 en BP Buitengebied 2 april 2009 No.
Agendapunt
Fractie
Inhoud
A.2
BP/109: BP buitengebied
CDA
Besluit I : 1. In het bestemmingsplan de volgende aanpassingen door te voeren a. Opnemen van een bepaling die VORm en Ruimte voor ruimte combineert, zodat daar waar een tekort is aan vierkantenmeters in het kader van Ruimte voor ruimte dit gecompenseerd c.q. aangevuld kan worden door toepassing van de VORm of anders om; b. Opnemen van een bepaling die ten aanzien van de groene ontwikkelingen in het kader van de VORm vastlegt dat kwaliteitsverbetering ook moet slaan op het onderhoud en beheer van de bestaande ecologische waarde c. Opnemen van een bepaling – in de vorm van een binnenplanse ontheffing te realiseren via beperkte BOM+-achtige regeling (inpassingsplan met privaatrechtelijke overeenkomst) - waarmee campings (bedoeld is zowel regulier als kamperen bij de boer) een aangetoonde noodzakelijke kwaliteitsverbetering kunnen realiseren door middel van uitbreiding die verder reikt dat de nu opgenomen uitbreidingsmogelijkheid van 10% en die bovendien ook mogelijk is in gebieden met een dubbelbestemming waarde ecologie d. Opnemen van een bepaling waarmee de regeling voor kleinschalige gebouwen en schuilgelegenheden ook van toepassing is in gebieden met een dubbelbestemming waarde ecologie 2. De nog lopende aanvragen – waarover ten tijde van vaststelling van dit bestemmingsplan door de raad – een positief BOM+ advies is afgegeven door de provincie, nog in het bestemmingsplan
Aangenomen/ verworpen
Uitgevoerd d.d.
Verworpen (tegen: Balans, GroenLinks, Franssen)
NVT
Aangenomen (tegen: GroenLinks) Aangenomen (tegen: PvdA/ GroenLinks)
NVT Verworpen (tegen: Balans, PvdA, Franssen, GroenLinks) Ingetrokken NVT
265
No.
Agendapunt
Fractie
Inhoud
op te doen nemen en verwerken 3. Dat bij beëindiging van de intensieve veehouderij deze sanering (ontstening) kan worden ingezet voor bijvoorbeeld Ruimte voor ruimte (dus ruimte voor burgerwoning), maar dat de grondgebonden activiteiten kunnen worden voortgezet 4. dat bij het wijzigen van agrarisch bedrijf naar wonen of wonen co niet de voorwaarde van BOM+ gekoppeld wordt aan inpandig bouwen Besluit II a. De tekst in het plan onder punt 43.2 betreffende Toepassing Ruimte voor ruimte onderdeel a. te wijzigen in die zin dat de passage “zoveel als mogelijk” te schrappen b. De tekst in het plan waar het betreft de mogelijke verplichting tot het aanvragen van vergunning voor het kappen van hoogstamfruitbomen (zoals aangegeven op de kaart waardecultuurhistorie) af te stemmen met het andere gemeentelijk dan wel provinciaal en/of rijksbeleid zoals beschreven in de APV en de SAN, waardoor het vergunningvrij kappen van deze bomen niet ingeperkt wordt. Besluit III: 1. Geen aanduiding 0 BW op de plankaart op te nemen waar het betreft de kwestie Alberts-Heijenrath 2. de regeling voor inpandig bouwen binnen monumenten en karakteristieke panden op alle monumenten en karakteristieke van toepassing te verklaren en dus ook op het monument Bommerigerweg 23 3. Beutenaken 25, het bijgebouwen vlak zodanig uit te breiden dat
266
Aangenomen/ verworpen
Uitgevoerd d.d.
Ingetrokken
NVT
Ingetrokken
NVT
Aangenomen (unaniem) NVT Verworpen (tegen: Balans, PvdA, Franssen, GroenLinks)
Verworpen
NVT
Verworpen (beide staking Van stemmen)
NVT
No.
Agendapunt
Fractie
Inhoud
aan de achterkant van het bestaande bijgebouw (groot circa 49m2) een uitbreiding mogelijk is tot het maximum van de bijgebouwenregeling zijnde 70m2 + 10% (zie kaartje) kaartje volgt vanavond A.3
BP/109: BP buitengebied
Groen Links
A.4
BP/109: BP Buitengebied
Groen Links
A.5
BP/109: BP Buitengebied
A.6
BP/109: BP Buitengebied
Het amendement houdt in dat overal uit de Planregels, Toelichting, Verantwoording en Procedure de VORm-regeling wordt geschrapt
Aangenomen/ verworpen
Uitgevoerd d.d.
Ingetrokken
NVT
Verworpen (tegen: CDA, Balans, PvdA, Franssen) Verworpen (tegen: CDA, Balans, PvdA)
NVT
Het amendement houdt in dat in de Planregels bij 43.3 (pag. 173) wordt geschrapt: “en maatschappelijke” In de verantwoording (pag. 70) wordt geschrapt in de eerste alinea: “primair” Toegevoegd wordt: “in het buitengebied” En geschrapt wordt: “en secundair voor realisering van maatschappelijke doelen” En verderop geschrapt de zin: “met maatschappelijke doelen worden onder andere bedoeld gemeenschapshuizen, sportvoorzieningen, veilige school-huisroutes en leefbaarheid” GrLinks Daar waar wordt verwezen naar (provinciale) regelingen (zoals Ingetrokken Franssen BOM+, Rood voor Groen, Ruimte voor Ruimte, VORm, e.d.) gaat het om een verwijzing naar de regelingen zoals zij luidden op het moment waarop dit bestemmingsplan werd vastgesteld GrLinks Het is niet toegestaan in de beekdalen de grond te scheuren ten beVerworpen Franssen hoeven van agrarisch gebruik of anderszins (tegen: CDA, Balans)
NVT
NVT
NVT
267
No.
Agendapunt
Fractie
A.7
BP/109: BP Buitengebied BP/109: BP Buitengebied
GrLinks Franssen GrLinks Franssen
A.8 A.9
BP/109: BP Buitengebied
In de begripsomschrijving 1.72 van de Planregels (pag. 10) “karakteristiek pand” vervangen door “karakteristieke bebouwing” Aan de begripsomschrijving 1.72 van de Planregels (pag. 10) toevoegen: “en gelet op de architectonische en/of cultuurhistorische waarde” GrLinks Het amendement houdt in het toevoegen van: Franssen “29.5 toevoegingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders kunnen aan lijst bij bijlage 1. van de regels gebouwen of bouwwerken toevoegen die voldoen aan de begripsomschrijvingen 1.72 en 1.98”
VERGADERING 2 april 2009 No. Agendapunt Fractie A.1
268
BP/109: BP buitengebied
Inhoud
CDA
Inhoud In het bestemmingsplan buitengebied waar er sprake mocht zijn van afwijking van de door het waterschap vastgestelde legger, de noodzakelijke wijzigingen door te voeren waardoor overeenstemming bestaat met deze vastgestelde legger.
Aangenomen/ verworpen
Uitgevoerd d.d.
Aangenomen (unaniem) Aangenomen (unaniem) Verworpen (tegen: CDA, Balans, PvdA)
NVT
Aangenomen/ verworpen Aangenomen (unaniem)
Uitgevoerd d.d.