project:
bestemmingsplan kern Gulpen
planregels
status:
vastgesteld door raad
datum:
19 april 2010
projectnummer:
Gulpen-Wittem/Gulpen
auteur:
Rilanna van Nuenen
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen
1
Artikel 2 Wijze van meten
14
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden
16
Artikel 4 Bedrijf
22
Artikel 5 Bedrijf - Bierbrouwerij
27
Artikel 6 Bedrijf-Nutsvoorziening
30
Artikel 7 Centrum - 1
31
Artikel 8 Centrum - 2
37
Artikel 9 Dienstverlening
43
Artikel 10 Groen
48
Artikel 11 Horeca
51
Artikel 12 Kantoor
56
Artikel 13 Maatschappelijk
61
Artikel 14 Recreatie – Dagrecreatie
65
Artikel 15 Recreatie – Verblijfsrecreatie
68
Artikel 16 Verkeer
74
Artikel 17 Water
77
Artikel 18 Wonen – 1
78
Artikel 19 Wonen – 2
85
Artikel 20 Wonen – 3
91
Artikel 21 Wonen – 4
94
Artikel 22 Leiding
98
Artikel 23 Waarde – Archeologie
101
Artikel 24 Waarde – Cultuurhistorie
104
Artikel 25 Waarde - Ecologie
107
Artikel
26
Waterstaat-Meanderzone 110
9 Artikel 27 Waterstaat – Waterlopen
110
Hoofdstuk 3 Algemene regels
112
Artikel 28 Anti-dubbeltelregel
112
Artikel 29 Algemene bouwregels
113
Artikel 30 Algemene gebruiksregels
116
Artikel 31 Algemene aanduidingsregels
117
Artikel 32 Algemene ontheffingsregels
118
Artikel 33 Algemene wijzigingsregels
120
Artikel 34 Algemene procedureregels
121
Artikel 35 Overige regels
122
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels
124
Artikel 36 Overgangsrecht
124
Artikel 37 Slotregel
126
Bijlage bij regels bijlage 1.: overzicht beschermde monumenten en karakteristieke bebouwing bijlage 2.: toegesneden lijst van bedrijfstypen bijlage 3.: overzicht consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijvigheid en aan huis gebonden beroepen
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels Begrippen
plan:
het bestemmingsplan 'kern Gulpen' van de gemeente Gulpen-Wittem; 1.2
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1729.BPLKOM01000 met de bijbehorende regels 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5
aan-huis-gebonden beroep:
het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch gebied of daarmee gelijk te stellen gebieden, dat door zijn beperkte omvang in de woning en de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend met behoud van de woonfunctie en met een ruimtelijke uitstraling die in overeenstemming is met de woonfunctie(in bijlage 3 is een overzicht van aan huis gebonden beroepen opgenomen); 1.6
agrarisch gebruik:
het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; 1.7
ambacht(elijke):
het bedrijfsmatig, geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsook het verkopen en/of leveren, als ondergeschikte activiteit, van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt;
1
1.8
archeologische waarde:
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit oude tijden; 1.9
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde; 1.10
bed & breakfast:
een voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt, als ondergeschikte toeristisch-recreatieve activiteit aan maximaal 8 personen die voor één of enkele nachten een onderkomen zoeken. Onder een bed and breakfast-voorziening wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden en/of arbeid. 1.11
bedrijf:
een vorm van een organisatie van mensen en middelen met als doel het vervaardigen, bewerken, herstellen of installeren van producten of het verlenen van diensten aan andere organisaties of particulieren; 1.12
bedrijfsdoeleinden:
vormen van bedrijf vergelijkbaar met of zoals opgenomen in bijlage 2. bij de regels: 'toegesneden lijst van bedrijfstypen' en ontleend aan de brochure Bedrijven en Milieuzonering VNG; 1.13
bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een of meer bedrijfsactiviteiten; 1.14
bedrijfsvloeroppervlak:
het vloeroppervlak van de ruimten die worden of kunnen worden gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;
2
1.15
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) één persoon, gezin of andere groep van personen, van wie huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is; 1.16
bestaand:
bebouwing: bebouwing zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, dan wel op dat tijdstip op basis van een afgegeven bouwvergunning mag worden gebowud, tenzij in de planregels anders bepaald; gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod c.q. op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan; 1.17
bestemmingsgrens:
de grens van het bestemmingsvlak; 1.18
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.19
bijbouwgrens:
de grens van de aanduiding 'bijgebouwen'; 1.20
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.21
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.22
bouwlaag:
een doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
3
1.23
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.24
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel; 1.25
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.26
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 1.27
bouwwerken geen gebouwen zijnde:
een constructie die geen gebouw is; 1.28
bijgebouw:
een aangebouwd dan wel vrijstaand gebouw, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en dat architectonisch en/of bouwkundig ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; 1.29
(eet)café:
een horecabedrijf, waarin alcoholvrije en alcoholhoudende dranken worden verstrekt voor gebruik ter plaatse al of niet in combinatie met het bereiden en verstrekken van maaltijden. De nadruk ligt echter op het verstrekken van drank; 1.30
carport/overkapping:
een bouwwerk, geen gebouwen zijnde met tenminste een dak en niet of slechts aan één zijde voorzien van een wand, bestaande wanden van overige gebouwen niet meegerekend;
4
1.31
chalet:
een houten verplaatsbare, niet aan de grond verankerde woning welke qua verschijningsvorm is afgeleid van een woonwagen; 1.32
coffeeshop:
een bedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen voor consumptie al dan niet ter plaatse, dan wel van hulpmiddelen om deze stoffen zelf te produceren. Als nevenactiviteit is sprak van het verstrekken van dranken en kleine etenswaren voor consumptie ter plaatse; 1.33
consumentverzorgende en/of ambachtelij-
ke bedrijven: het bedrijfsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke en/of dienstverlend bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en uitstraling zondanig zijn, dat de activiteit ter plaatse, in de woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend en de desbetreffende bedrijvigheid een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie (in bijlage 3 is een overzicht van consumentverzorgende en/of ambachtelijke activiteiten opgenomen); 1.34
cultuurhistorische waarde:
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt van dat bouwwerk of dat gebied; 1.35
dagrecreatie:
verblijf buiten de woning voor recreatieve doeleinden zonder dat er een overnachting elders mee gepaard gaat;
5
1.36
detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.37
dienstverlening:
het bedrijfsmatig/beroepsmatig verlenen van economische en maatschappelijke diensten, met uitzondering van een garagebedrijf en seksinrichting; 1.38
erf:
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en de bestemming deze inrichting niet verbiedt; 1.39
erosie:
uitslijting en wegspoeling van bodemmateriaal door stromend water; 1.40
evenement:
een tijdelijke activiteit in de openlucht aldan niet in tijdelijke tenten of paviljoens, gericht op het bereiken van een algemeen of besloten publiek voor informerende, educatieve, vermaak, culturele en/of levensbeschouwlijke doeleinden; 1.41
evenemententerrein
een terrein bedoeld en geschikt voor het houden van regelmatig (bijvoorbeeld jaarlijks) terugkerende meerdaagse tijdelijke evenementen; 1.42
extensief recreatief medegebruik:
vormen van recreatief medegebruik gericht op natuuren landschapsbeleving; 1.43
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
6
1.44
groepsaccommodatie:
(deel van) een gebouw dat blijvend bestemd is voor tijdelijk recreatief nachtverblijf door groepen, waarbij wordt overnacht in slaapzalen en/of slaapkamers waar een dagverblijf beschikbaar is waarin de gasten mede huishoudelijke werkzaamheden kunnen verrichten; 1.45
groepskamperen:
een vorm van recreatief verblijven, waarbij overnacht wordt in gemeenschappelijke tentruimten of tentenkampen; 1.46
groothandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere beroeps- of bedrijfsactiviteit; 1.47
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw op een bouwperceel valt aan te merken; 1.48
horeca:
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies zoals een (eet)café, restaurant en hotel, en/of een zaalaccommodatie; 1.49
horeca ondergeschikt aan hoofdbestem-
ming: het bedrijfsmatig, als ondergeschikte nevenactiviteit mede verstrekken van uitsluitend dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse; 1.50
huishouden:
een verzameling van één of meer personen met een relationele binding die één woonruimte bewoont en een economisch-consumptieve eenheid vormt;
7
1.51
industrie(le):
een bedrijf dat is gericht op het vervaardigen c.q. bewerken van goederen, producten en/of stoffen middels of grotendeels middels machines, installaties of anderszins via een geautomatiseerd proces; 1.52
kampeermiddel:
tent, tentwagen, kampeerauto of caravan dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;. 1.53
kampeerterrein:
terrein met daarbij horende voorzieningen en blijkens de inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf; 1.54
kantoor:
een ruimte, of bij elkaar behorende ruimten, die bedoel zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden; 1.55
kap:
de volledige of nagenoeg volledige afdekking van een gebouw in een gebogen vorm danwel met een dakhelling van ten minste 15°; 1.56
karakteristieke bebouwing:
te handhaven gebouw of bouwwerk gezien de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse en gelet op de architectonische en/of cultuurhistorische waarde; 1.57
landschappelijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, die wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
8
1.58
maatschappelijk:
doeleinden ten behoeve van educatieve, sociale, religieuze, culturele, sportieve, recreatieve, verzorgende en overheidsfuncties; 1.59
mantelzorg:
het binnen de bestaande bebouwing bieden van zorg op vrijwillige en onbetaalde basis aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op basis van vrijwilligheid en buiten organisatorisch verband; 1.60
meergezinswoning:
gebouw, dat twee of meer geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat; 1.61
monumentale waarde:
waarden van zaken, welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde; 1.62
monumenten:
alle op de plankaart als monument conform artikel 6 Monumentenwet 1988 aangeduide zaken welke van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap of hun cultuurhistorische waarde, alsmede terreinen van algemeen belang wegens aanwezigheid daar van voornoemde zaken; 1.63
natuurlijke waarde:
de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang; 1.64
onderbouw:
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen; 1.65
ondergronds bouwen:
het beneden de aardoppervlakte, onder peil, realiseren van een bouwwerk;
9
1.66
1
onderkomens:
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- en vaartuigen, waaronder begrepen woonwagens, woonschepen, caravans, stacakruin
weg
peil
ravans, kampeerauto's, alsook tenten, schuilhutten en
0,2 m
keten, al dan niet ingericht ten behoeve van een re-
gebouw
creatief buitenverblijf; 1.67
(openbare) nutsvoorziening:
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation; 1.68
peil:
voor gebouwen waarvan de toegang onmiddellijk aan de weg grenst: a. 0,20 meter boven de hoogte van de kruin van de woningontsluitingsweg ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: a. de bovenkant van de afgewerkte begane grondvloer. 1.69
permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf waardoor de ruimte als reguliere woning wordt gebruikt; 1
peil als gebouw direct aan de
1.70
prostitutie:
weg grenst
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. Hieronder wordt ook verstaan thuisprostitutie; 1.71
recreatie:
alle activiteiten die in de vrije tijd plaatsvinden en ontspanning als doel hebben; 1.72
relatie:
een verbindingslijn die één of meerdere bij elkaar behorende
(bij)bouw))vlakken
met
elkaar
verbindt,
waardoor er voor de toepassing van deze regels sprake is van bij elkaar behorende (bij)bouw))vlakken;
10
1.73
recreatief medegebruik:
het medegebruik van gronden voor routegebonden recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, ruitersport en kanovaren, en voor plaatsgebonden recreatieve activiteiten, zoals voor sportvisserij, alsmede voor route-ondersteunende voorzieningen en bestaande parkeergelegenheden, zoals picknick-, uitzicht-, rust- en informatieplaatsen, voor zover de overige functies van de gronden dit toelaten; 1.74
recreatiewoning:
een (deel van een) gebouw van een woningtypering dat dient als periodiek verblijf voor wisselde groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning is niet toegestaan; 1.75
restaurant:
een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken; 1.76
ruimtelijke kwaliteit:
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte; 1.77
seksinrichting:
een gelegenheid waarin beroepsmatig, bedrijfsmatig of in clubverband voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van porno-erotische aard plaatsheeft, en/of seksuele diensten/handelingen (van welke aard dan ook) worden verricht; 1.78
smartshop/growshop:
een bedrijf waar bedrijfsmatig psychoactieve middelen en/of benodigdheden voor de kweek van hennep en/of andere verdovende middelen te koop worden aangeboden, verstrekt of geleverd;
11
1.79
standplaats c.q. kampeerplaats:
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorzieningen, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van maximaal één kampeermiddel ten behoeve van tijdelijk recreatief nachtverblijf; 1.80
standplaats (bij detailhandel):
het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats, te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruik makend van fysieke middelen, zoals een kraam, wagen of een tafel; 1.81
stedenbouwkundig beeld:
ruimtelijke verschijningsvorm van de bestaande bebouwing, die wordt bepaald door de situering, de bouwmassa's, de gevelindeling en de dakvormen; 1.82
straatprostitutie:
het zich in openbaar gebied of in openbare ruimten dan wel in een zich in het openbaar gebied of in openbare ruimten bevindend voertuig, beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander, tegen vergoeding; 1.83
verblijfsrecreatie:
het totaal van mogelijkheden en voorzieningen om te recreëren op een bepaalde plaats waarbij recreatief nachtverblijf centraal staat zoals in recreatiewoningen en in een bed en breakfast. De personen die hier gebruik van maken hebben elders een woon- of verblijfsplaats. 1.84
voorgevel:
de naar de weg gekeerde zijde van een hoofdgebouw; 1.85
weg:
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden;
12
1.86
wellness:
activiteiten gericht op het welzijn van de mens in de breedste zin van het woord met als doel het grootst mogelijke geestelijke en lichamelijke welzijn voor een ieder te verkrijgen; 1.87
woning:
een complex van ruimten, krachtens zijn indeling geschikt en bestemd voor de permanente huisvesting van één huishouding; 1.88
woonwagen:
een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst, waaronder niet begrepen een caravan; 1.89
zolder:
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen; 1.90
Wro:
Wet ruimtelijke ordening zoals van kracht 1 juli 2008. 1.91
zomerhuisje:
een gebouw dat dient als periodiek verblijf voor wisselde groepen van recreanten, die hun hoofdverblijf elders hebben. Permanente bewoning is niet toegestaan; 1.92
zijerf:
gedeelte van het erf dat aan de zijkant van het hoofdgebouw is gelegen.
13
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de lengte, breedte en diepte van een
bouwwerk: de buitenwerks (tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren) gemeten afstand; 2.2
de bouwhoogte/nokhoogte van een bouw-
werk: vanaf het peil tot het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.3
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.4
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.5
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.7
afstand tot de zijdelingse bouwperceel-
grens: tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is;
14
2.8
bebouwingspercentage:
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen; 2.9
ondergrondse bouwdiepte van een bouw-
werk: Vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend. 2.10
Ondergeschikte bouwdelen:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1.50 m.
15
Hoofdstuk 2 Artikel 3
Bestemmingsregels Agrarisch met waarden - Natuur-
en landschapswaarden 3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. duurzaam agrarisch gebruik; b. bestrijding en voorkoming van bodemerosie en wateroverlast; c. instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden; d. bescherming van aangrenzend natuurgebied; met daaraan ondergeschikt: e. ontsluiting van de afzonderlijke percelen; f. recreatief medegebruik. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 3.2
Bouwregels
3.2.1
Algemeen
Op de tot 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden mag niet worden gebouwd, met uitzondering van het bepaalde in 3.2.2.
3.2.2
Bouwwerken geen gebouwen zijnde
Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: a. omheiningen
en/of
erfafscheidingen,
mogen
uitsluitend in de vorm van draadomheiningen en/of draaderfafscheidingen worden opgericht, met dien verstande dat de hoogte maximaal 1.50 m mag bedragen.
16
3.3
Nadere eisen
3.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van hemelwaterproblematiek in verband met nieuwe bebouwing. 3.3.2 De onder 3.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige aantasting en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken; c. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 3.4
Ontheffing van de bouwregels
3.4.1
Ontheffing aanleg kleinschalige recreatieve
voorzieningen en schuilgelegenheden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2, ten behoeve van de aanleg van kleinschalige recreatieve voorzieningen (zit-
en
schuilgelegenheid,
picknickplaatsen)
en
schuilgelegenheid voor vee mits de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap, met dien verstande, dat: a. de voorzieningen maximaal 25 meter uit de openbare weg zijn gelegen; b. de aanleg geen onevenredige afbreuk doet aan het agrarisch gebruik en de belangen van natuur en landschap; c. het oppervlak aan bouwwerken per voorziening ten hoogste 12 m² mag bedragen; d. de goothoogte ten hoogste 3.00 m mag bedragen; e. de bouwhoogte ten hoogste 4.50 meter mag bedragen;
17
f. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 45° worden afgedekt; g. de gebouwen op basis van een inpassingsplan afgestemd worden op de specifieke omgevingskenmerken (landschappelijke inpassing, eventueel stedenbouwkundig ontwerp en cultuurhistorische aspecten). 3.4.2
Ontheffing
tijdelijke
teeltondersteunende
voorzieningen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in ten behoeve van het oprichten van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, mits: a. in het geval de oppervlakte ten behoeve van tijdelijke boogkassen en tijdelijke regenkappen na ontheffing meer dan 10% van de totale teeltoppervlakte van een agrarisch bedrijf uitmaakt, vooraf advies is verkregen van de adviescommissie BOM+; b. omliggende waarden en functies niet onevenredig worden aangetast; c. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond middels een bedrijfsontwikkelingsplan; d. de ontheffing niet leidt tot aantasting van de karakteristieke openheid van de plateaus, aangegeven op de kaart hellingklassen teeltondersteunende voorzieningen behorende bij de provinciale 'Beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen'; e. de ontheffing geen betrekking heeft op hellingen met een hellingspercentage van meer dan 4%, volgens de bij de provinciale 'Beleidsregel teeltondersteunende voorzieningen' behorende kaart hellingklassen teeltondersteunende voorzieningen, met dien verstande, dat: a. gebouwen en bouwwerken in beginsel binnen het bouwvlak behorende bij het agrarisch bedrijf worden gerealiseerd; 2. containervelden en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (in de vorm van regenkappen en boogkassen), voor zover deze niet binnen de agrarische bedrijfsbestemming opgericht kunnen worden, enkel mogen worden opgericht op aan de agrarische bedrijfsbestemming aansluitende gronden; 3. indien vanuit agrarische en/of landschappelijke
18
motieven aangetoond kan worden dat aansluiting aan de bestaande agrarische bouwkavel niet mogelijk is, containervelden en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen (in de vorm van regenkappen en boogkassen) ook op verder gelegen gronden mogen worden opgericht, waarbij geen zelfstandige bouwkavel mag ontstaan; 4. de tijdelijke teeltondersteunende na afloop van een termijn van maximaal 6 maanden verwijderd worden; 5. bij een negatief advies van de adviescommissie BOM+ slechts ontheffing mag worden verleend, nadat Gedeputeerde Staten hiermee hebben ingestemd. 3.4.3
Ontheffing oprichten hagelnetten
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2 ten behoeve van het oprichten van hagelnetten, mits: a. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond middels een bedrijfsontwikkelingsplan; b. vooraf advies is verkregen van de adviescommissie BOM+; c. voldaan wordt aan de 'Beleidsregel hagelnetten', zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Limburg op 9 maart 2004. 3.4.4
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 32.5 gegeven procedure. 3.5
Specifieke gebruiksregels
3.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als: a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen; b. paardenbak, terras, tennisbaan en zwembad; c. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen; d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren
19
of (brom)fietsen; e. parkeerplaats en/of staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; f. militaire oefeningen met uitzondering van marsoefeningen, waarbij geen gebruik wordt gemaakt van voertuigen en voorzover het bestaande openbare wegen en paden betreft; g. terrein voor het aanbrengen, het hebben van opschriften, waaronder
aankondigingen
of
reclame-uitingen,
afbeeldingen,
behoudens
het
bepaalde in artikel 7 van de Grondwet; h. het opslaan van mest(stoffen); i. het opslaan van hooi- en strobalen; j. nieuwvestiging
van
een
niet
grondgebonden
agrarisch bedrijf; k. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik; l. sport- of wedstrijdterrein; m. parkeerterrein; n. evenementen. 3.6
Aanlegvergunning
3.6.1
Vergunningsplichtige werken of werkzaamhe-
den Het is verboden op of in de tot 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen, verharden of verwijderen van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het graven, verbreden, uitdiepen, dempen en/of verleggen van watergangen; c. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen; d. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op
20
de bestemming gerichte gebruik van de grond; e. het aanbrengen of aanleggen van oeverbeschroeiingen, kaden, aanleg- en ligplaatsen of vlonders; f. het aanbrengen van hoog opgaande beplanting anders dan ten behoeve van de ecologische structuur of de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het landschap; g. het bebossen van gronden ten behoeve van de houtproductie. 3.6.2 Het bepaalde in 3.6.1 is niet van toepassing voor: a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde; b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik; d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde
vergunning,
ontheffing
of
anderszins mogen worden uitgevoerd. 3.6.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 3.6.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. 3.6.4 Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.
21
Artikel 4 4.1
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bestaande, ter plaatse reeds gevestigde bedrijven of industriële, consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijven zoals opgenomen in categorie 1 en 2 van de toegesneden lijst van bedrijfstypen (bijlage 2 bij de planregels), alsmede bedrijven die daarmee gelijk te stellen zijn; b. ter plaatse van de aanduiding specifieke 'vorm van bedrijf – constructiebedrijf' is uitsluitend een constructiebedrijf toegestaan; c. bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 4.2
Bouwregels
4.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c. bijgebouwen; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 4.2.2 en 4.2.3. 4.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het bouwvlak ten
22
hoogste tot het genoemde percentage mag worden bebouwd; c. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 7.00 m bedragen; d. de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 12.00 m bedragen; e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; f. een bedrijfswoning voldoet aan de regels in artikel 18.2.2. 4.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig
voor
de
naar
de
weg
gekeerde
bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 4.3
Nadere eisen
4.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 4.3.2 De onder 4.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of
23
privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 4.4
Specifieke gebruiksregels
4.4.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. open bedrijfsterrein; b. tuin en/of groenvoorziening; c. parkeervoorzieningen; d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik. 4.4.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. bedrijfsdoeleinden anders dan toegestaan onder 4.1; b. detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikte en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik; c. groothandel; d. horeca; e. recreatie; f. wonen, anders dan in een bedrijfswoning; g. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 4.5
Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1
Wijziging in de bestemming Wonen –1
Burgemeester en Wethouders kunnen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – constructiebedrijf', de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke
24
woningbouwprogramma; c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld; d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 4.5.2
Wijziging in de bestemming Dienstverlening,
Kantoor,
Recreatie-Dagrecreatie
of
Recreatie-
Verblijfsrecreatie Burgemeester en Wethouders kunnen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 2' de bestemming wijzigen in de bestemming 'Dienstverlening', 'Kantoor', 'Recreatie – Dagrecreatie' of 'Recreatie-Verblijfsrecreatie', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. aangesloten wordt op de uitgangspunten uit de 'Stedenbouwkundige visie oostelijke entree kern Gulpen' zoals vastgesteld door de raad d.d. 1 maart 2007; c. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; d. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; e. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). f. voldaan wordt aan respectievelijk het bepaalde in artikel 9.2, 12.2, 14.2 of 15.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over aard van
de
verblijfsrecreatieve
functie,
(nieuwe)
bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal recreatieve voorzieningen.
25
4.5.3
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
26
Artikel 5 5.1
Bedrijf - Bierbrouwerij
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf - Bierbrouwerij' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bierbrouwerij; b. bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 5.2
Bouwregels
5.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf - Bierbrouwerij' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning; c. bijgebouwen; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 5.2.2 en 5.2.3. 5.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het bouwvlak ten hoogste tot het genoemde percentage mag worden bebouwd; c. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 7.00 m bedragen; d. de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 12.00 m bedragen; e. gebouwen zullen plat of met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; f. een bedrijfswoning voldoet aan de regels in artikel
27
18.2.2. 5.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig
voor
de
naar
de
weg
gekeerde
bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 5.3
Nadere eisen
5.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 5.3.2 De onder 5.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy van aangrenzende gronden en bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
28
5.4
Specifieke gebruiksregels
5.4.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. open bedrijfsterrein; b. tuin en/of groenvoorziening; c. parkeervoorzieningen; d. opslag overeenkomstig het toegelaten gebruik.
5.4.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. bedrijfsdoeleinden anders dan bierbrouwerij; b. detailhandel, anders dan het verkopen of leveren van goederen die ter plaatse worden vervaardigd, ver- of bewerkt als ondergeschikte en niet zelfstandig onderdeel van het toegelaten gebruik; c. groothandel; d. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis; e. recreatie; f. wonen, anders dan in een bedrijfswoning; g. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
29
Artikel 6 6.1
Bedrijf-Nutsvoorziening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut; b. alsmede de daarbij behorende ondergrondse en bovengrondse leidingen en zoneringen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 6.2
Bouwregels
6.2.1
Algemeen
Op de tot 'Bedrijf-Nutsvoorziening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en omvang bij deze bestemming passen. met inachtname van het bepaalde onder 6.2.2 en 6.2.3. 6.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; b. de goothoogte van gebouwen mag ten hoogste 4.00 m bedragen; c. de bouwhoogte van gebouwen mag ten hoogste 6.00 m bedragen. 6.2.3
Overige regels
De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 3.50 m bedragen, met uitzondering van de hoogte van: a. telecommunicatiemasten,
waarvan
de
hoogte
maximaal 20,00 m bedraagt; b. erfafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 1.00 m bedraagt.
30
Artikel 7 7.1
Centrum - 1
Bestemmingsomschrijving
7.1.1 De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijven; b. detailhandel; c. dienstverlening; d. horeca; e. kantoren; f. kleinschalige recreatieve voorzieningen; g. wonen; h. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' uitsluitend voor parkeren; i. bijbehorende voorzieningen. met dien verstande dat bij uitwisseling en/of omzetting van functies voldaan wordt aan het bepaalde in 7.1.3. 7.1.2 De voor 'Centrum - 1' aangewezen gronden met daarop monumentale en karakteristieke gebouwen zoals opgenomen in bijlage 1. bij de regels mogen mede gebruikt worden voor: a. verblijfsrecreatieve doeleinden; met daaraan ondergeschikt: b. wellness; c. culturele, educatieve en sociale doeleinden. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 7.1.3. 7.1.3 Nieuwvestiging van de onder 7.1.1 en 7.1.2 opgenomen functies is toegestaan mits er in overwegende mate geen sprake is van zodanig gebruik dat: a. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; b. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; c. er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzake-
31
lijk wordt; d. de parkeernomen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-122008) in het geding komen; e. er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. 7.1.4 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 7.2
Bouwregels
7.2.1
Algemeen
Op de tot 'Centrum - 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. woningen; c. bijgebouwen, d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 7.2.2 tot en met 7.2.4.
32
7.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de functies onder 7.1.1 anders dan wonen, worden in ieder geval op de begane grond uitgeoefend; c. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan: 1. het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan; 2. er kunnen worden gebouwd krachtens een vóór inwerkingtreding van het bestemmingsplan verleende bouwvergunning; 3. tenzij geen woning aanwezig is, dan is maximaal één nieuwe woning toegestaan. d. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, behoudens ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' waar de eerste bouwlaag open moet blijven; e. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; f. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. g. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; h. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt of een andere dekhelling mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 7.2.3
Regeling bijgebouwen
Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw; c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw
33
worden afgedekt; d. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 7.2.4
Overige regels
Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 7.3
Nadere eisen
7.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 7.3.2 De onder 7.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
34
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 7.4
Ontheffing van de bouwregels
7.4.1
Ontheffing plat afdekken gebouwen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 7.4.2
Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het (woon)milieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 7.4.3
Ontheffing extra bouwlaag
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.2 onder f ten aanzien van het bouwen van een extra bouwlaag ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen', met dien verstande, dat: a. het de bouw van maximaal een tweede bouwlaag betreft; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het (woon)milieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad.
35
7.4.4
Ontheffing voor het realiseren van een nieuwe
woning Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 7.2.2 waardoor een extra (nieuwe) woning is toestaan, met dien verstande, dat: a. de woning binnen het bestaande hoofdgebouw gerealiseerd wordt; b. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; c. in de parkeerbehoefte
wordt
voorzien
over-
eenkomstig de parkeernormen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008); d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen; e. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 7.4.5
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 7.5
Specifieke gebruiksregels
7.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 7.5.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. industriële doeleinden; b. groothandel; c. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik; d. het gebruik
van
de
zolder
als
afzondelijke
woonlaag wordt niet als verboden gebruik aangemerkt.
36
Artikel 8 8.1
Centrum - 2
Bestemmingsomschrijving
8.1.1 De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. consumentverzorgende en kleinschalige ambachtelijke bedrijven; b. dienstverlening; c. kantoren; d. wonen; e. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' voor de verkoop van motorbrandstoffen uitgezonderd lpg. Met dien verstande deze functie niet meer is toegestaan indien gedurende een aaneengesloten periode van 3 jaar deze functie ter plaatse niet meer is uitgeoefend; f. bijbehorende voorzieningen. met dien verstande dat bij uitwisseling en/of omzetting van functies voldaan wordt aan het bepaalde in 8.1.3. 8.1.2 De voor 'Centrum - 2' aangewezen gronden met daarop monumentale en karakteristieke gebouwen zoals opgenomen in bijlage 1. bij de regels mogen mede gebruikt worden voor: a. verblijfsrecreatieve doeleinden; met daaraan ondergeschikt: b. wellness; c. culturele, educatieve en sociale doeleinden. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 8.1.3. 8.1.3 Niuewvestiging van de onder 8.1.1 en 8.1.2 opgenomen functies is toegestaan mits er in overwegende mate geen sprake is van zodanig gebruik dat: a. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; b. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; c. er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het
37
treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; d. de parkeernomen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-122008) in het geding komen; e. er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. 8.1.4 Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 8.2
Bouwregels
8.2.1
Algemeen
Op de tot 'Centrum - 2' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. woningen; c. bijgebouwen, d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 8.2.2 tot en met 8.2.4. 8.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de functies onder 8.1.1 anders dan wonen, worden in ieder geval op de begane grond uitgeoefend; c. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan: 1. het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan ; 2. er kunnen worden gebouwd krachtens een vóór inwerkingtreding van het bestemmingsplan verleende bouwvergunning;
38
3. tenzij geen woning aanwezig is, dan is maximaal één nieuwe woning toegestaan. d. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; e. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; f. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. g. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; h. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt of een andere dekhelling mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 8.2.3
Regeling bijgebouwen
Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw; c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; d. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 8.2.4
Overige regels
Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
39
2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 3. ter plaatse van de aanduiding 'Verkooppunt Motorbrandstoffen zonder lpg' waarbij de hoogte van een luifel of een vergelijkbare voorziening maximaal 6,00 m. mag bedragen. 8.3
Nadere eisen
8.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 8.3.2 De onder 8.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
40
8.4
Ontheffing van de bouwregels
8.4.1
Ontheffing plat afdekken gebouwen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 8.4.2
Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 8.4.3
Ontheffing voor het realiseren van een nieuwe
woning Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 8.2.2 waardoor een extra (nieuwe) woning is toestaan, met dien verstande, dat: a. de woning binnen het bestaande hoofdgebouw gerealiseerd wordt; b. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; c. in de parkeerbehoefte
wordt
voorzien
over-
eenkomstig de parkeernormen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008); d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen; e. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad.
41
8.4.4
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 8.5
Specifieke gebruiksregels
8.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 8.5.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. industriële doeleinden; b. detail- of groothandel; c. horeca; d. dagrecreatieve voorzieningen; e. verkoop van motorbrandstoffen uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'; f. verblijfsrecreatieve voorzieningen uitgezonderd ter plaatse van monumenten en karakteristieke bebouwing; g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik; h. het gebruik
van
de
zolder
als
afzondelijke
woonlaag wordt niet als verboden gebruik aangemerkt.
42
Artikel 9 9.1
Dienstverlening
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Dienstverlening' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dienstverlening; b. bedrijfswoningen; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 9.2
Bouwregels
9.2.1
Algemeen
Op de tot 'Dienstverlening' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c. bijgebouwen, d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 9.2.2 tot en met 9.2.4. 9.2.2
Regeling bouwvlak
Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de dienstverlenende functie wordt ten minste op de begane grond uitgeoefend; c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. f. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag
43
ten hoogste 3.50 m bedragen; g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. bedrijfswoningen voldoen aan het bepaalde in artikel 18.2.2. 9.2.3
Regeling bijgebouwen
Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw; c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; d. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 9.2.4
Overige regels
Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
44
9.3
Nadere eisen
9.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 9.3.2 De onder 9.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c.
ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3;
d.
ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
9.4
Ontheffing van de bouwregels
9.4.1
Ontheffing plat afdekken gebouwen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 9.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 9.4.2
Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 9.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen;
45
b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 9.4.3
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 9.5
Specifieke gebruiksregels
9.5.1
Gebruik van de gronden
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 9.5.2
Gebruik van de bebouwing
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c. recreatie; d. horeca; e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning; f. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 9.6
Wijzigingsbevoegdheid
9.6.1
Wijziging in de bestemming Wonen –1
Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
46
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 9.6.2
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
47
Artikel 10 10.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groenvoorzieningen,
zoals
trapvelden,
speel-
voorzieningen, straatmeubilair, picknickplaatsen, plantsoenen, waterpartijen met de daarbij behorende voet- en fietspaden en andere voorzieningen; b. duurzaam bodem- en waterbeheer, waaronder begrepen watergangen, zaksloten en infiltratie- en buffervoorzieningen; c. parkeren ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'; d. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut. met daaraan ondergeschikt: e. recreatief medegebruik. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 10.2
Bouwregels
10.2.1 Algemeen Op de tot 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer; c. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van groenvoorzieningen; e. bouwwerken geen gebouwen zijnde behorende tot het straatmeubilair. 10.2.2 Overige regels Voor het overige gelden de volgende regels: a. de oppervlakte van een gebouw mag niet meer bedragen dan 20 m². b. de hoogte van een gebouw mag niet meer be-
48
dragen dan 3,50 meter. c. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4,00 m bedragen. met uitzondering van: d. de hoogte van erfafscheidingen, welke ten hoogste 1.00 m mag bedragen; e. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen; f. de hoogte van speelvoorzieningen, welke ten hoogste 4.50 m mag bedragen. 10.3
Ontheffing van de bouwregels
10.3.1 Ontheffing voor kunstwerken en kunstobjecten Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing ten behoeve van de oprichting van kunstwerken, en kunstobjecten, mits: a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object; b. de hoogte van een bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,50 meter. 10.3.2 Ontheffing parkeervoorziening Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels ten behoeve van het realiseren van een parkeervoorziening, mits: a. deze qua aard en omvang in de omgeving past; b. de noodzaak en behoefte van de parkeervoorziening is aangetoond; c. de effecten op de waterhuishouding zijn aangetoond. 10.3.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure.
49
10.4
Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als: a. standplaats of ligplaats voor onderkomens en/of kampeermiddelen; b. terras, tennisbaan en zwembad; c. het beproeven van voertuigen, de beoefening van motorsport, het houden van wedstrijden met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen; d. het racen of crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen; e. staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; f. opslag anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
50
Artikel 11 11.1
Horeca
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. horeca; b. bedrijfsmatige maalactitieten ter plaatse van de 'molen'; c. bedrijfswoningen; d. met daaraan ondergeschikt wellness; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Algemeen Op de tot 'Horeca' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c. bijgebouwen, d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 11.2.2 tot en met 11.2.4. 11.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de horecafunctie wordt ten minste op de begane grond uitgeoefend; c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding
51
'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. f. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. bedrijfswoningen voldoen aan het bepaalde in artikel 18.2.2. 11.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw; c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; d. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 11.2.4 Overige regels Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
52
11.3
Nadere eisen
11.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 11.3.2 De onder 11.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 11.4
Ontheffing van de bouwregels
11.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 11.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 11.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen;
53
b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 11.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 11.5
Specifieke gebruiksregels
11.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 11.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c. kantoren; d. dienstverlening; e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning; f. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 11.6
Wijzigingsbevoegdheid
11.6.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
54
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 11.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
55
Artikel 12 12.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoor; b. bedrijfswoningen; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 12.2
Bouwregels
12.2.1 Algemeen Op de tot 'Kantoor' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één bedrijfswoning per bouwperceel, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; c. bijgebouwen, d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 12.2.2 tot en met 12.2.4. 12.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. de kantoorfunctie wordt ten minste op de begane grond uitgeoefend; c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan. f. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag
56
ten hoogste 3.50 m bedragen; g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. bedrijfswoningen voldoen aan het bepaalde in artikel 18.2.2. 12.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw; c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; d. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 12.2.4 Overige regels Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht. Hiervoor geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen.
57
12.3
Nadere eisen
12.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 12.3.2 De onder 12.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 12.4
Ontheffing van de bouwregels
12.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 12.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 12.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen;
58
b. de noodzaak daartoe vanuit de bedrijfsvoering is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad. 12.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 12.5
Specifieke gebruiksregels
12.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 12.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c. recreatie; d. horeca; e. wonen, behoudens in een bedrijfswoning; f. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 12.6
Wijzigingsbevoegdheid
12.6.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld;
59
d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen; e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 12.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
60
Artikel 13 13.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor maatschappelijke doeleinden van: a. culturele aard; b. educatieve aard; c. sociaal-medische aard; d. religieuze aard, e. ter plaatste van de aanduiding 'begraafplaats' voor doeleinden van lijkbezorging; f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' voor de uitoefening van een kunsthandel; g. en voor evenementen. en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 13.2
Bouwregels
13.2.1 Algemeen Op de tot 'Maatschappelijk' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. één woning op het adres Kiebeukel 35; c. bijgebouwen; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 13.2.2 en 13.2.3. 13.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; c. De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven goothoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'; d. De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer be-
61
dragen dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte'. 13.2.3 Overige regels De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig
voor
de
naar
de
weg
gekeerde
bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 13.3
Nadere eisen
13.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 13.3.2 De onder 13.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
62
13.4
Ontheffing van de bouwregels
13.4.1 Ontheffing voor kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de regels met betrekking tot de bebouwing ten behoeve van de oprichting van kunstwerken, kunstobjecten en speelvoorzieningen, mits: a. deze qua aard en omvang in de omgeving passen met een maximum oppervlakte van 10 m² per object; b. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; c. de hoogte van een bouwwerken geen gebouwen zijnde, niet meer bedraagt dan 3,25 meter uitgezonderd speelvoorzieningen waarvan de hoogte niet meer bedraagt dan 4,5 meter. 13.4.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1gegeven procedure. 13.5
Specifieke gebruiksregels
13.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik; d. evenementen onder de voorwaarden dat: 1. een evenement niet langer duurt dan 2 weken; 2. een evenement niet vaker dan 6 maal per kalenderjaar plaatsvindt; 3. een evenement dat vaker in het jaar plaatsvindt, in totaal niet langer dan 30 dagen duurt; 4. de opbouw en afbraak van eventuele tijdelijke bouwwerken ten behoeve van een evenement moet plaatsvinden in een periode van in totaal niet meer dan 30 dagen zoals bepaald onder punt 3;
63
5. het evenement niet tot gevolg heeft dat de gronden en/of opstallen na afloop van het evenement ongeschikt zijn voor toegestane gebruik zoals bepaald onder 13.1 sub. a t/m f. 13.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel'; c. recreatie; d. horeca; e. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
64
Artikel 14 14.1
Recreatie – Dagrecreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie – Dagrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. dagrecreatieve voorzieningen; b. horeca, ondergeschikt en inherent aan de dagrecreatieve functie; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit 35.2. 14.2
Bouwregels
14.2.1 Algemeen Op de tot 'Recreatie – Dagrecreatie' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde; b. bijgebouwen; c. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 14.2.2 en 14.2.3. 14.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. gebouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden gebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' waar het bouwvlak ten hoogste tot het genoemde percentage mag worden bebouwd; c. de goothoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 7.00 m bedragen; d. de bouwhoogte van gebouwen, geen woning zijnde, mag ten hoogste 12.00 m bedragen; e. gebouwen zullen met een kap van ten hoogste 60° worden afgedekt.
65
14.2.3 Overige regels De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen, met uitzondering van: a. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig
voor
de
naar
de
weg
gekeerde
bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen en b. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 14.3
Nadere eisen
14.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 14.3.2 De onder 14.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
66
14.4
Specifieke gebruiksregels
14.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 14.4.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c. verblijfsrecreatie; d. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis; e. permanente bewoning; f. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
67
Artikel 15 15.1
Recreatie-Verblijfsrecreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsrecreatieve voorzieningen; b. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van een groepsacommodatie ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie'; c. verblijfsrecreatieve voorzieningen in de vorm van zomerhuisjes ter plaatse van de aanduidng 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes'; d. instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige, natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden ter plaatse van de aanduiding 'natuur- en landschapswaarden'; e. horeca, ondergeschikt en inherent aan de verblijfsrecreatieve functie; f. wonen in bedrijfswoningen, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 15.2
Bouwregels
15.2.1 Algemeen Op de tot 'Recreatie-Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden mogen worden gebouwd: a. één recreatiewoning per bouwperceel, uitgezonderd: b. daar waar op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan meerdere recreatiewoningen aanwezig zijn. Ter plaatse is het bestaande aantal recreatiewoningen toegestaan; c. ter
plaatse
van
de
bestemming
'Waarde-
Cultuurhistorie' waar meer recreatiewoningen zijn toegestaan onder de voorwaarden dat:
68
1. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; 2. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; 3. er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; 4. de parkeernomen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-122008) in het geding komen; 5. er negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. d. bed & breakfast; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - groepsaccommodatie' een groepsaccmmodatie; f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes' recreatiewoningen in de vorm van zomerhuisjes en gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het gebruik en onderhoud van de zomerhuisjes; g. één bedrijfswoning uitgezonderd ter plaaste van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' waar geen bedrijfswoning is toegestaan; h. bijgebouwen; i. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 15.2.2 tot en met 15.2.4. 15.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes'; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes' mogen een bedrijfswoning en maximaal 10 zomerhuisjes zonder bijgebouwen worden; d. de voorgevel van hoofdgebouwen zal in of evenwi-
69
jdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd zomerhuisjes welke maximaal in 1 bouwlaag gebouwd mogen worden; f. iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt; h. de maximale oppervlakte van een zomerhuisje bedraagt 100 m2; i. de oppervlakte van gebouwen in gebruik voor horeca dient ondergeschikt te zijn aan de oppervlakte van gebouwen met een verblijfsrecreatieve functie; j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes' mag maximaal 70 m2 aan bijgebouwen ten dienste van de bedrijfswoning worden gebouwd; k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes' mag de goothoogte van bijgebouwen en gebouwen, geen woning zijnde, ten hoogste 3,50 m bedragen; l. een bedrijfswoning voldoet aan het bepaalde in artikel 18.2.2. 15.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen uitsluitend bijgebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde gebouwd worden; b. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mag in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte e
van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw; c. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; d. het
oppervlakte
van
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij de woning behorende bouwperceel bebouwd mag worden.
70
15.2.4 Overige regels Voor het overige geldt de volgende regels: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 4.00 m bedragen. met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en verlichting, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. b. er dient in voldoende mate op eigen terrein te worden voorzien in de parkeerbehoefte overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3. 15.3
Nadere eisen
15.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 15.3.2 De onder 15.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
71
15.4
Specifieke gebruiksregels
15.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 15.4.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; b. detail- en/of groothandel; c. groepsaccommodatie uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie zomerhuisjes'; d. zomerhuisjes uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - zomerhuisjes'; e. camping of bungalowpark; f. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis; g. permanente
bewoning,
behoudens
in
een
bedrijfswoning; h. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 15.5
Wijzigingsbevoegdheid
15.5.1 Wijziging in de bestemming Wonen –1 of Wonen-2 Burgemeester en Wethouders kunnen de bestemming wijzigen in de bestemming 'Wonen – 1' of 'Wonen – 2', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse zijn beëindigd; b. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; c. de woningen inpasbaar zijn vanuit het stedenbouwkundig beeld; d. de effecten op de omgeving, het aantal verkeersbewegingen per saldo niet zullen toenemen;
72
e. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; f. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets); g. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2 respectievelijk 19.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 15.5.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
73
Artikel 16 16.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bewegend en stilstaand wegverkeer en de daarbij behorende voorzieningen, met uitzondering van verkooppunten van motorbrandstoffen; b. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' voor busstation; c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' tevens als standplaats; d. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut; e. groenvoorzieningen, ter aankleding van niet direct voor rijdend en stilstaand wegverkeer noodzakelijk gronden, zoals (midden)bermen; f. straatmeubilair; g. infiltratie en buffervoorzieningen, zoals hemelwaterbuffers en bergbezinkbassins; h. standplaats voor de verkoop van goederen en diensten, promotie, markten, kermissen en evenementen, mits het geen belemmering voor de verkeersafwikkeling vormt en het geen onomkeerbare verandering van de onder a tot en met e genoemde doeleinden tot gevolg heeft. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 16.2
Bouwregels
16.2.1 Algemeen Boven, op of onder de tot 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woning zijnde, ten behoeve van het in de aanhef toegestane gebruik; b. bouwwerken geen gebouwen zijnde, met het oog op de regeling van de veiligheid van het verkeer; c. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verlichting van wegen, rijwiel- en voetpaden; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeve
74
van recreatieve voorzieningen; e. bouwwerken geen gebouwen zijnde behorende tot het straatmeubilair; f. bouwwerken geen gebouwen zijnde ten behoeven van onder- en bovengrondse voorzieningen voor de opvang en buffering van water; g. bouwwerken geen gebouwen zijnde noodzakelijk voor de gescheiden boven- en ondergrondse inzameling van afvalstoffen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 16.2.2. 16.2.2 Regeling gebouwen, geen woning zijnde Met betrekking tot het oprichten van gebouwen, geen woning zijnde gelden de volgende regels: a. gebouwen, geen woning zijnde mogen uitsltuitend ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' worden opgericht; b. het bebouwd oppervlak bedraagt ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsgebied' maximaal 10%; c. de goothoogte bedraagt maximaal 4,5 meter; d. de afstand tussen de gebouwen bedraagt ten minste twee meter. 16.2.3 Regeling bouwwerken Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken gelden de volgende regels: a. de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitzondering van die welke bedoeld zijn onder b., mag ten hoogste 4.00 m bedragen; b. de hoogte van lichtmasten, verkeerstekens en andere palen en masten mag ten hoogste 10.00 m bedragen. 16.3
Specifieke gebruiksregels
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt niet verstaan het gebruik van gronden voor evenementen onder de voorwaarden dat: a. een evenement niet langer duurt dan 2 weken; b. een evenement niet vaker dan 6 maal per kalenderjaar plaatsvindt; c. een evenement dat vaker in het jaar plaatsvindt, in totaal niet langer dan 30 dagen duurt; d. de opbouw en afbraak van eventuele tijdelijke bouwwerken ten behoeve van een evenement
75
moet plaatsvinden in een periode van in totaal niet meer dan 30 dagen zoals bepaald onder punt c; e. het evenement niet tot gevolg heeft dat de gronden en/of opstallen na afloop van het evenement ongeschikt
zijn
voor
toegestane
bepaald onder 16.1 sub. a t/m g.
76
gebruik
zoals
Artikel 17 17.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het ontvangen, vasthouden, (tijdelijk) bergen en afvoeren van water; b. eventueel gecombineerd met infiltratie van water in de bodem; c. recreatief medegebruik. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 17.2
Bouwregels
17.2.1 Algemeen Boven, op of onder de tot 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. bouwwerken
van
geringe
omvang,
welke
noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van de watergang en/of de regenwaterbuffer. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 17.2.2. 17.2.2 Regeling bouwvlak Met betrekking tot het oprichten van bouwwerken geldt de volgende regel: a. de hoogte van bouwwerken mag ten hoogste 3.50 m bedragen. 17.3
Specifieke gebruiksregels
Op de gronden met de bestemming 'Water' zijn de gebods- en verbodsregels van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
77
Artikel 18 18.1
Wonen – 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, met inbegrip
van aan-huis-gebonden
beroepen en mantelzorg; b. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend voor garageboxen ten behoeve van de stalling van motorvoertuigen, fietsen en opslag inherent aan de woonfunctie; c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel' voor een kunstgalerie, en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 18.2
Bouwregels
18.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 1' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen; b. bijgebouwen; c. ter plaatse van de aanduiding 'garage' uitsluitend garageboxen; d. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 18.2.2 tot en met 18.2.4. 18.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan: 1. het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
78
2. er kunnen worden gebouwd krachtens een vóór inwerkingtreding van het bestemmingsplan verleende bouwvergunning; 3. tenzij geen woning aanwezig is, dan is maximaal één nieuwe woning toegestaan; 4. ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’ is aangegeven. c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding: 1. 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan 2. 'garage' waar de goot- en bouwhoogte maximaal 3,50 meter bedraagt. f. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'plat dak' waar uitsluitend een plat dakconstructie is toegestaan. 18.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bij vrijstaande woningen dient één zijerf onbebouwd te blijven; c. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van het hoofdgebouw; d. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; e. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden.
79
18.2.4 Overige regels a. Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. b. Het bouwvlak en het vlak met de aanduiding 'bijgebouwen' mogen niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van: 1. de bouw van erkers, over een breedte van 70% van de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits de diepte van de erker niet meer bedraagt dan 1,50 m., de hoogte van de erker niet meer bee
draagt dan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3,00 m. bedraagt; 2. aansluitende luifels boven de voordeur en kappen op erkers, mits deze vanuit het stedenbouwkundig beeld en afmetingen van ondergeschikte betekenis zijn en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3.00 m. bedraagt; 3. ondergeschikte onderdelen van het gebouw, als schoorstenen, lichtkoepels en antennes, met uitzondering van liftopbouwen en luchtbehandelingsinstallaties. 18.3
Nadere eisen
18.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwater-
80
problematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 18.3.2 De onder 18.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 18.4
Ontheffing van de bouwregels
18.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 18.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 18.4.2 Ontheffing oppervlakte aan bijgebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 18.2.3 ten aanzien van het bouwen van bijgebouwen ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen', met dien verstande, dat: a. het oppervlakte aan bijgebouwen 100 m² mag bedragen; b. de noodzaak daartoe vanuit de is aangetoond; c. een goede stedenbouwkundige inpassing verzekerd is; d. het woonmilieu op de belendende percelen niet onevenredig wordt geschaad.
81
18.4.3 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 18.5
Specifieke gebruiksregels
18.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 18.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning, behoudens bij mantelzorg; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden, behoudens
voor
aan-huis-gebonden
beroepen,
waarbij: 1. maximaal 100 m² bebouwd oppervlak gebuikt wordt als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte; 2. door dit gebruik de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft; 3. dit gebruik geen ernstige of onevenredige hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving; 4. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse; 5. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, ander dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik. c. detail- en/of groothandel; d. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
82
18.6
Ontheffing van de gebruiksregels
18.6.1 Toestaan consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 18.5.2, ten behoeve van de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. deze doeleinden geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de omgeving; c. vaststaat dat de doeleinden een kleinschalig karakter hebben en die ter plaatse zullen behouden; d. de doeleinden naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming zijn en het geen publieksgerichte voorzieningen betreffen; e. de doeleinden de woonfunctie ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de doeleinden in de woning uitoefent, tevens de gebruiker van de woning is; f. op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; g. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van een beperkte verkoop in het klein in verband met de bedrijfsmatige activiteit in of bij de woning, met dien verstande, dat: a. ten hoogste 100 m² van de bebouwing voor consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden mag worden gebruikt. 18.6.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure.
83
18.7
Wijzigingsbevoegdheid
18.7.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 3 Burgemeester en Wethouders kunnen, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied 3', de bestemming wijzigen zodat ter plaatse woningen gebouwd kunnen worden danwel wijzigen in de bestemming 'Dienstverlening', mits: a. de toegestane activiteiten ter plaatse kunnen worden danwel beëindigd zijn; b. de herontwikkeling plaatsvindt op een stedenbouwkundig verantwoorde wijze en aansluit op de bestaande stedenbouwkundige structuur; c. de woningbouw past binnen het gemeentelijke woningbouwprogramma; d. in de parkeerbehoefte
wordt
voorzien
over-
eenkomstig de parkeernormen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008); e. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen; f. de effecten op de omgeving niet onevenredig zullen toenemen; g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; h. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). i. voldaan wordt aan het bepaalde in artikel 18.2 respectievelijk artikel 9.2, met dien verstande dat, het wijzigingsplan duidelijkheid geeft over (nieuwe) bouwvlakken en de bouwaanduiding 'bijgebouwen', alsmede het aantal en de aard van de woningen. 18.7.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
84
Artikel 19 19.1
Wonen – 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 2 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen, met inbegrip van aan-huis-gebonden beroepen, mantelzorg en agrarische activiteiten van ondergeschikte betekenis mits geen sprake is van een zodanig gebruik dat bij uitbreiding van het aantal woningen: 1. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; 2. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; 3. er verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; 4. er een negatieve effecten ontstaan op de waterhuishouding. waarbij monumentale en karakteristieke gebouwen mede gebruikt mogen worden voor: b. verblijfsrecreatieve doeleinden onder de voorwaarde dat op het bouwperceel onverkort een woning aanwezig is; met daaraan ondergeschikt: c. wellness; d. culturele, educatieve en sociale doeleinden; en bij het medegebruik qua aard of omvang in overwegende mate geen sprake mag zijn van zodanig gebruik dat: 1. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen in het geding komen; 2. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; 3. er een verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; 4. de parkeernomen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-122008) in het geding komen; 5. er negatieve effecten ontstaan op de water-
85
huishouding. 19.2
Bouwregels
19.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 2 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen; b. bijgebouwen; c. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 19.2.2 tot en met 19.2.4. 19.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het hoofdgebouw mag uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd en bijgebouwen mogen in het bouwvlak worden gebouwd; b. per bouwvlak mogen niet meer woningen worden opgericht dan het aantal woningen dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan uitgezonderd ter plaatse van de monumentale of karakteristieke gebouwen; c. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; d. de voorgevel zal in of evenwijdig aan de naar de weg gekeerde bebouwingsgrens worden gebouwd; e. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd; f. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; g. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt. 19.2.3 Regeling bijgebouwen Ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' gelden de volgende regels: a. bijgebouwen mogen eveneens ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' worden gebouwd; b. bij vrijstaande woningen dient één zijerf onbebouwd te blijven; c. bijgebouwen mogen in ten hoogste 1 bouwlaag worden gebouwd waarvan de goothoogte lager of gelijk is aan de hoogte van de 1e bouwlaag van
86
het hoofdgebouw; d. bijgebouwen mogen plat of met een kap van ten hoogste dezelfde dakhelling als het hoofdgebouw worden afgedekt; e. het
oppervlakte
aan
bijgebouwen
mag
per
bouwperceel ten hoogste 70 m² mag bedragen, met dien verstande dat ten hoogste 50% van het bij het hoofdgebouw behorende bouwperceel bebouwd mag worden. 19.2.4 Overige regels a. Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1. de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen; 2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. 19.3
Nadere eisen
19.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 19.3.2 De onder 19.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, so-
87
ciale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 19.4
Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik. 19.4.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. vrijstaande
bijgebouwen
voor
bewoning,
be-
houdens voor mantelzorg waarbij geen zelfstandige woning mag ontstaan; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden, behoudens
voor
aan-huis-gebonden
beroepen,
waarbij: 1. maximaal 100 m² bebouwd oppervlak gebuikt wordt als beroepsmatige werk- en/of opslagruimte; 2. door dit gebruik de woonfunctie in overwegende mate gehandhaafd blijft; 3. dit gebruik geen ernstige of onevenredige hinder oplevert voor het woonmilieu en geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de omgeving; 4. het gebruik niet leidt tot een onevenredige aantasting van de verkeersontsluitings- en parkeersituatie ter plaatse; 5. er geen detailhandel ter plaatse plaatsvindt, ander dan ondergeschikt en inherent aan het toegestane gebruik. c. detail- en/of groothandel; d. dagrecreatie;
88
e. verblijfsrecreatie, behoudens in monumentale en karakteristieke gebouwen; f. horeca, anders dan van ondergeschikte betekenis aan de verblijfsrecreatieve functie; g. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik. 19.5
Ontheffing van de gebruiksregels
19.5.1 Toestaan consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 19.4.2, ten behoeve van de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden, mits: a. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; b. deze doeleinden geen onevenredige hinder voor het woonmilieu zal opleveren en geen onevenredige afbreuk zal doen aan het woonkarakter van de omgeving; c. vaststaat dat de doeleinden een kleinschalig karakter hebben en die ter plaatse zullen behouden; d. de doeleinden naar aard met het woonkarakter van de omgeving in overeenstemming zijn en het geen publieksgerichte voorzieningen betreffen; e. de doeleinden de woonfunctie ondersteunen, dat wil zeggen dat degene die de doeleinden in de woning uitoefent, tevens de gebruiker van de woning is; f. op eigen terrein voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; g. geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van een beperkte verkoop in het klein in verband met de bedrijfsmatige activiteit in of bij de woning, met dien verstande, dat: a. ten hoogste 100 m² van de bebouwing voor consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden mag worden gebruikt.
89
19.5.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure. 19.6
Wijzigingsbevoegdheid
19.6.1 Wijziging realisatie nieuwe woning in een monumentaal of karakteristiek bijgebouw Burgemeester en wethouders kunnen het gebruik wijzigen en in monumentale of karakteristieke bijgebouwen een nieuwe (zelfstandige) woning toestaan, onder de voorwaarden dat: a. de woning wordt gerealiseerd binnen het bestaande bijgebouw dat aangemerkt is als monument of karakteristieke bebouwing; b. geen (gedeeltelijke) sloop van monumentale en/of karakteristieke bebouwing plaatsvindt; c. de landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, karakteristieke en/of architectonische waarden van de (aangrenzende) gronden en gebouwen niet in het geding komen; d. een onevenredig negatief effect op de omgeving ontstaat; e. het bestaande oppervlakte aan bijgebouwen niet mag toenemen; f. geen verkeersoverlast ontstaat, waardoor het treffen van infrastructurele maatregelen noodzakelijk wordt; g. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; h. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets). i. zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij het bepaalde onder 19.2 van deze regels. 19.6.2 Procedure wijziging Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
90
Artikel 20 20.1
Wonen – 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in de vorm van standplaatsen voor woonwagens of vrijstaande woningen (chalets), b. en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 20.2
Bouwregels
20.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 3' aangewezen gronden mogen uitsluitend: a. woonwagens worden geplaatst; b. vrijstaande woningen (chalets) worden gebouwd; c. bijgebouwen worden gebouwd, d. en de daarbij behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 20.2.2 tot en met 20.2.3. 20.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. woonwagens dan wel woningen voor zover het betreft
verplaatsbare,
niet
aan
de
grond
verankerde bouw worden binnen het bouwvlak geplaatst/gebouwd; b. in
het
bouwvlak
zijn
maximaal
7
woon-
wagens/woningen toegestaan; c. het oppervlak van een woonwagen/woning bedraagt maximaal 105 m². Bij de berekening van het oppervlak worden bestaande, buiten het bouwvlak gelegen delen van de woonwagen meegeteld; d. de goothoogte bedraagt maximaal 3,50 m; e. de bouwhoogte bedraagt maximaal 6,50 m.
91
20.2.3 Bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde a. bijgebouwen
worden
uitsluitend
binnen
het
bouwvlak gebouwd; b. het oppervlakte aan bijgebouwen bedraagt maximaal 45 m²; c. de goot- en bouwhoogte van bijgebouwen bedraagt maximaal 3,50 m. 20.3
Nadere eisen
20.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebouwing. 20.3.2 De onder 20.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit.
92
20.4
Specifieke gebruiksregels
20.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de grond: a. als staanplaats of ligplaats voor onderkomens en kampeermiddelen, anders dan de op de standplaats toelaatbare woonwagen/woning; b. voor het beproeven van voertuigen, voor de beoefening van de motorsport, voor het houden van wedstrijden
met
motorrijtuigen,
motoren
of
(brom)fietsen; c. voor het crossen met motorrijtuigen, motoren of (brom)fietsen; d. als staanplaats voor wagens, geschikt en bestemd voor de uitoefening van handel; e. voor opslagdoeleinden, zoals het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van puin, afval of andere vaste of vloeibare afvalstoffen, dan wel al dan niet afgedankte of aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen of producten. 20.4.2 Gebruik van de opstallen Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt ten minste verstaan het gebruik van de opstallen voor: a. afzonderlijke bewoning, indien het een vrijstaande bijgebouw betreft; b. beroeps-, bedrijfsmatige werk- en/of opslagruimte waaronder begrepen de opslag van vuurwerk; c. detailhandels-, groothandels- en andere handelsdoeleinden, alsmede horecadoeleinden.
93
Artikel 21 21.1
Wonen – 4
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – 4' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; en de daarbij behorende voorzieningen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de aangewezen dubbelbestemmingen en aanduidingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 35.2. 21.2
Bouwregels
21.2.1 Algemeen Op de tot 'Wonen – 4' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. sociale huurwoningen; b. bijgebouwen; c. bouwwerken geen gebouwen zijnde, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen. met dien verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 21.2.2 tot en met 21.2.3. 21.2.2 Regeling bouwvlak Ter plaatse van het 'bouwvlak' gelden de volgende regels: a. het
hoofdgebouw
en
bijgebouwen
mogen
uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd; b. het bouwvlak mag geheel worden bebouwd; c. er mag ten hoogste in 2 bouwlagen worden gebouwd uitgezonderd: 1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal bouwlagen' waar het afwijkende aantal aangeduide bouwlagen is toegestaan; 2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale gooten bouwhoogte' mag de goot- en bouwhoogte niet meer bedragen dan aangeduid; d. de hoogte van iedere afzonderlijke bouwlaag mag ten hoogste 3.50 m bedragen; e. het gebouw zal met kap van ten hoogste 60° worden afgedekt.
94
21.2.3 Overige regels a. Binnen het bestemmingsvlak mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde worden opgericht met dien verstande dat de hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde mag ten hoogste 2.60 m bedragen, met uitzondering van: 1.
de hoogte van erfafscheidingen, welke voor zover aanwezig voor de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 1.00 m en achter de naar de weg gekeerde bouwgrens ten hoogste 2.00 m mag bedragen;
2. de hoogte van palen, masten en plastische kunstwerken, welke ten hoogste 8.00 m mag bedragen. b. Het bouwvlak mag niet door bebouwing worden overschreden, met uitzondering van overschrijding ten behoeve van: 1. de bouw van erkers, over een breedte van 70% van de naar de weg gekeerde bouwgrens, mits de diepte van de erker niet meer bedraagt dan 1,50 m., de hoogte van de erker niet meer bee
draagt dan de hoogte van de 1 bouwlaag van het hoofdgebouw en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3,00 m. bedraagt; 2. aansluitende luifels boven de voordeur en kappen op erkers, mits deze vanuit het stedenbouwkundig beeld en afmetingen van ondergeschikte betekenis zijn en de afstand tot de bestemming Verkeer niet minder dan 3.00 m. bedraagt; 3. ondergeschikte onderdelen van het gebouw, als schoorstenen, lichtkoepels en antennes, met uitzondering van liftopbouwen en luchtbehandelingsinstallaties. 21.3
Nadere eisen
21.3.1 Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van: a. de situering, de oppervlakte, de (goot)hoogte van bebouwing; b. de aard, hoogte en situering van erfafscheidingen; c. voorzieningen ter voorkoming van de hemelwaterproblematiek in verband met de nieuwe bebou-
95
wing. 21.3.2 De onder 21.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld: a. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing; b. ter voorkoming van onevenredige nadelige gevolgen voor de milieusituatie, verkeersveiligheid, sociale veiligheid en gebruiksmogelijkheden en/of privacy
van
aangrenzende
gronden
en
bouwwerken; c. ter voorkoming van parkeerhinder indien op eigen terrein niet voldaan wordt aan de parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3; d. ter verbetering van de gebiedskwaliteit. 21.4
Ontheffing van de bouwregels
21.4.1 Ontheffing plat afdekken gebouwen Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 21.2.2 ten aanzien van de wijze van afdekken van gebouwen, met dien verstande, dat het gebouw ook plat afgedekt mag worden mits dit voldoet aan redelijke eisen van welstand. 21.4.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 35.2 gegeven procedure. 21.5
Specifieke gebruiksregels
21.5.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als: a. parkeren; b. groen en/of tuin; c. opslag, overeenkomstig het toegelaten gebruik.
96
21.5.2 Gebruik van de bebouwing Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als: a. vrijstaande bijgebouwen als zelfstandige woning, behoudens bij mantelzorg; b. ambachtelijke en/of industriële doeleinden; c. detail- en/of groothandel; d. opslagdoeleinden, anders dan inherent aan het toegelaten gebruik.
97
Artikel 22 22.1
Leiding
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor transport, bescherming en onderhoud van ondergrondse leidingen waarbij ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding-riool' het hart van de leiding voor het rioolwatertransport is gelegen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing. 22.2
Bouwregels
22.2.1 Algemeen Op de tot 'Leiding' aangewezen gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de afzonderlijke artikelen, uitsluitend worden gebouwd: a. bouwwerken van geringe omvang ten dienste van of ter instandhouding van de betreffende leiding, met dien verstande, dat: 1. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen. 22.3
Ontheffing van de bouwregels
22.3.1 Ontheffing oprichten bouwwerken Burgemeester en Wethouders kunnen, gehoord de leidingbeheerder, ontheffing verlenen van het bepaalde in 22.2 ten behoeve van het oprichten van bouwwerken welke ter plaatse conform de aangegeven bestemming mogen worden opgericht mits deze geen gevaar opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding geen afbreuk doen en/of door het aan de ontheffing verbinden van voorwaarden een en ander kan worden voorkomen. 22.3.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure.
98
22.4
Specifieke gebruiksregels
22.4.1 Gebruik van de gronden Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond voor en/of als: a. een wijze die gevaar kan opleveren voor de leiding of aan het functioneren van de leiding afbreuk doet; b. het
uitvoeren
van
ontgrondingen,
dan
wel
anderszins het bodemniveau wijzigen; c. het
aanbrengen
van
gesloten
oppervlakte-
verhardingen; d. het aanbrengen en/of rooien van diepwortelende beplanting; e. het verrichten van grondwerkzaamheden, anders dan normaal spit- en ploegwerk; f. het verrichten van grondophogingen; g. het heien of anderszins voorwerpen in de grond aanbrengen. 22.5
Aanlegvergunning
22.5.1 Vergunningsplichtige werken of werkzaamheden Het is verboden op of in de tot 'Leiding' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting of bomen; b. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur hogen dan 2,50 meter; c. het opslaan van materialen of stoffen, die onder bepaalde omstandigheden gevaar van brand of explosie kunnen opleveren; d. het ophogen en egaliseren, bodemverlagen of afgraven of anderszins wijzigen van de maaiveld- of weghoogte.
99
22.5.2 Het bepaalde in 22.5.1 is niet van toepassing voor: a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde; b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik; d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde
vergunning,
ontheffing
of
anderszins mogen worden uitgevoerd. 22.5.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 22.5.1. zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. 22.5.4 Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.
100
Artikel 23 23.1
Waarde – Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van oudheidkundig waardevolle elementen en terreinen. Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing. 23.2
Bouwregels
23.2.1 Algemeen Ter plaatse van wettelijk beschermde archeologische monumenten mag geen aantasting van de archeologische resten plaatsvinden. 23.2.2 Archeologisch onderzoek Op de tot 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden die nader aangeduid zijn als archeologische verwachtingswaarden 'hoog', 'middelhoog' en 'AMKterreinen' en ter plaatse van archeologische vindplaatsen dient archeologisch vooronderzoek uitgevoerd te worden als een bodemingreep dieper dan 30 cm beneden maaiveld plaatsvindt en: a. de grens van het plangebied binnen 50 meter van een archeologische vindplaats is gelegen, of; b. het plangebied groter is dan 100 m² en is gelegen binnen een historische kern; c. in AMK-terreinen het plangebied groter is dan 0 m², of; d. voor overige gebieden het plangebied groter is dan 2500 m² tenzij een vindplaats binnen 50 meter van de grens van het plangebied is gelegen. Als uit het archeologische vooronderzoek blijkt dat geen archeologische waarden in het geding zijn, dan wel nadat door nader archeologisch onderzoek de aanwezige archeologische waarden veilig zijn gesteld, mag het planvoornemen in het kader van archeologie uitgevoerd worden.
101
23.3
Aanlegvergunning
23.3.1 Vergunningsplichtige werken of werkzaamheden Het is verboden op of in de tot 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen, egaliseren en ontginnen van gronden; b. het bodemverlagen of afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist; c. het uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 0,30 m, waartoe ook gerekend wordt woelen en draineren; d. het aanleggen van boomgaarden; e. het bebossen van gronden ten behoeve van de houtproductie; f. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; g. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur tenzij zulks noodzakelijk is voor of verband houdt met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond; h. het graven of dempen van sloten, watergangen, vijvers of vaarten; i. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; j. het uitvoeren van heiwerken en/of indrijven van scherpe voorwerpen in de bodem. 23.3.2 Het bepaalde in 23.3.1 is niet van toepassing voor: a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde; b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik;
102
d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd. 23.3.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 23.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. 23.3.4 Voor de werken of werkzaamheden als bedoeld onder 23.3.1 en voor zover betrekking hebbend op terreinen van hoge archeologische betekenis, waarbij de in de bedoelde gronden aanwezige oudheidkundige sporen meer dan in geringe mate worden aangetast, dient indien de mogelijkheid bestaat voorafgaand wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd te worden of dienen oudheidkundige waarnemingen te worden gedaan. Omtrent het toelaatbaar zijn van betreffende werken of werkzaamheden wordt vooraf advies bij de Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten ingewonnen. 23.3.5 Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.
103
Artikel 24 24.1
Waarde – Cultuurhistorie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud van ter plaatse bestaande cultuurhistorische en oudheidkundig waardevolle elementen (monumenten en beeldbepalende bebouwing) en patronen (beplantingspatronen, verkavelingen, wegenpatronen, het stedenbouwkundig beeld). 24.2
Bouwregels
24.2.1 Beschermde monumenten Op de tot 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop 'beschermde monumenten', zoals vastgelegd bij lijst in bijlage 1. van de regels, wordt uitsluitend gebouwd indien en voor zover zulks nodig is voor inrichting en/of behoud en/of herstel van bestaande bebouwing, met dien verstande, dat: a. de gevels in de aangegeven bouwgrenzen zullen worden gebouwd; b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in de aangegeven kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, zulks met inbegrip van waardevolle
details
als
erkers,
dakkapellen,
kroonlijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, zoals vastgelegd in de aanwijzing tot beschermd monument ex artikel 6 van de Monumentenwet. 24.2.2 Karakteristieke bebouwing Op de tot 'Waarde – Cultuurhistorie' aangewezen gronden, met daarop 'karakteristieke bebouwing', zoals vastgelegd bij lijst in bijlage 1. van de regels, wordt uitsluitend gebouwd indien rekening wordt gehouden met de aanwezige cultuurhistorische waarden, met dien verstande, dat: a. de gevels in de aangegeven bouwgrenzen zullen worden gebouwd. b. geen wezenlijke veranderingen worden aangebracht in de aangegeven kapvorm, hoogtematen, gevel- en raamindeling, zulks met inbegrip van waardevolle details als erkers, dakkapellen, kroon-
104
lijsten, pilasters, plinten, stoeptreden, kozijnen, dorpels en soortgelijke bouwdelen, waarbij vooraf advies van de Monumentencommissie is gevraagd. 24.2.3 Uitsluiting Het onder 24.2.1 en 24.2.2 bepaalde is niet van toepassing voor: a. werken of werkzaamheden in het kader van herstel en reconstructie; b. werkzaamheden,
onderhoudswerkzaamheden
gericht op de instandhouding van terreinen en gebouwen met cultuurhistorische waarden; c. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis; d. werken of werkzaamheden welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd. 24.3
Sloopvergunning
24.3.1
Sloopvergunningsplichtige bouwwerken
Het
is
verboden
op
of
in
de
tot
“Waarde-
Cultuurhistorie” aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders karakteristieke bebouwing te slopen. 24.3.2 Het bepaalde in artikel 24.3.1 is niet van toepassing voor sloopwerkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning, ontheffing of anderszins mogen worden uitgevoerd. 24.3.3 De sloopwerkzaamheden als bedoeld onder artikel 24.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien: a. de cultuurhistorische waarden behouden blijven en door die werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast
105
dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. Ter beoordeling hiervan dient de Monumentencommissie gehoord te worden; b. door Burgemeester en wethouders na zorgvuldige afweging van belangen is aangetoond dat het belang van sloop groter is dan het belang van instandhouding van de bebouwing. Dit is slechts mogelijk met toepassing van een bestemmingsplanherziening. 24.3.4
Procedure
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de sloopvergunning de procedure als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening.
106
Artikel 25 25.1
Waarde - Ecologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding, versterking en ontwikkeling van natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing. 25.2
Aanlegvergunning
25.2.1 Vergunningsplichtige werken of werkzaamheden Het is verboden op of in de tot 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; b. het ontginnen, bodemverlagen of afgraven, ophogen en/of egaliseren van de bodem, behoudens de aanleg van drinkpoelen; c. het bebossen van gronden ten behoeve van houtproductie; d. het aanbrengen en/of aanleggen van oeverbeschroeiingen en het graven en/of aanleggen van waterlopen; e. het aanleggen van voorzieningen voor de opvang van hemelwater en de afvoer van hemelwater vanaf een dergelijke voorziening. 25.2.2 Het bepaalde in 25.2.1 is niet van toepassing voor: a. werkzaamheden, normale onderhoudswerkzaamheden zijnde; b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte
107
betekenis; c. werken of werkzaamheden binnen het kader van het normale bodemgebruik; d. werken of werkzaamheden, welke op het tijdstip van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn dan wel krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde
vergunning,
ontheffing
of
anderszins mogen worden uitgevoerd. 25.2.3 De werken of werkzaamheden als bedoeld onder 25.2.1 zijn slechts toelaatbaar: a. indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct hetzij indirect te verwachten gevolgen de in de aanhef van dit artikel genoemde waarden en doeleinden niet onevenredig worden aangetast dan wel de mogelijkheden voor het herstel van de eerstbedoelde waarden niet wezenlijk worden verkleind. b. voor zover de werken of werkzaamheden de ecologie van de aanwezige natuurwaarden en/of soorten niet aantasten. 25.2.4 Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de aanlegvergunning de procedure zoals vervat in artikel 3.18 Wro.
108
Artikel 26 26.1
Waterstaat - Meanderzone
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor water dat door natuurlijke verplaatsing zijn bedding kan verleggen (meandering). Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de diverse bestemmingen zijn de desbetreffende regels, voor zover niet strijdig met dit artikel, van toepassing. 26.2
Bouwregels
26.2.1 Algemeen Op de tot 'Waterstaat - Meanderzone' aangewezen gronden zijn geen aanvullende bouwregels van toepassing. 26.3
Specifieke gebruiksregels
26.3.1 Gebruik van de gronden Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat - Meanderzone' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing.
109
Artikel 27 27.1
Waterstaat – Waterlopen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat – Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor bescherming, beheer en onderhoud van primaire wateren, zoals watergangen en regenwaterbuffers, overeenkomstig de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas. 27.2
Bouwregels
27.2.1 Algemeen Boven of op de tot 'Waterstaat – Waterlopen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken van geringe omvang, welke noodzakelijk zijn voor het beheer en onderhoud van primaire wateren, met dient verstande dat voldaan wordt aan het bepaalde in 27.2.2. 27.2.2 Regeling bouwwerken Voor de bouwwerken geldt de volgende regel: a. de hoogte bedraagt maximaal 3.50 m. 27.3
Ontheffing van de bouwregels
27.3.1 Ontheffing oprichten van andere bebouwing Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 27.2, ten behoeve van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde binnen de 'Waterstaat – Waterlopen', mits: a. het belang van het primaire water, gehoord het waterschap, niet onevenredig wordt aangetast; b. bebouwing mogelijk is op grond van de onderliggende bestemming. 27.3.2 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure.
110
27.4
Specifieke gebruiksregels
27.4.1 Gebruik van de gronden Op de gronden binnen de dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterlopen' zijn de gebods- en verbodsbepalingen van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas van toepassing. De verbodsbepalingen onder 1. t/m 6. uit de Keur gelden niet voor werken en werkzaamheden vallend onder normaal agrarisch onderhoud en gebruik, waaronder normaal spit- en ploegwerk anders dan diepploegen op minimaal 1 meter uit de insteek en voor zover de belangen in verband met de leidingen hierdoor niet worden geschaad.
111
Hoofdstuk 3 Artikel 28
Algemene regels Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
112
Artikel 29 29.1
Algemene bouwregels
Bouwverbod
Het is verboden op de in het plan begrepen gronden enig bouwwerk te bouwen, waarbij de aangegeven bouwgrens wordt overschreden, behoudens overschrijdingen, die volgens deze regels zijn toegestaan. 29.2
Algemene regels over bestaande afstan-
den en andere maten 29.2.1 Indien afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als maximaal toelaatbaar worden aangehouden. 29.2.2 In die gevallen dat afstanden tot, en bouwhoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bestaande bouwwerken, die gebouwd zijn met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan minder bedragen dan ingevolge Hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen deze maten en hoeveelheden als minimaal toelaatbaar worden aangehouden. 29.2.3 In het geval van (her)oprichting van gebouwen is het bepaalde in 29.2.1 en 29.2.2 uitsluitend van toepassing indien het geschiedt op dezelfde plaats. 29.3
Ondergronds bouwen
29.3.1 Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
113
29.3.2 Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen: a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak; b. het oppervlak aan ondergrondse bouwwerken mag niet meer bedragen dan het toegestane oppervlak aan bouwwerken boven peil vermeerderd met 15 m²; c. in aanvulling op het bepaalde sub a en b is maximaal 1 niet-overdekt zwembad toegestaan onder de volgende voorwaarden: 1. het zwembad dient te worden gebouwd achter de achtergevel of het verlengde daarvan en op een afstand van ten minste 3 meter van zijdelingse en achterste perceelsgrens; 2. het zwembad mag niet overdekt zijn, tenzij de regeling voor bijgebouwen als opgenomen in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming in acht wordt genomen; 3. het zwembad mag uitsluitend voor hobbymatig gebruik worden benut; 4. per perceel mag maximaal 1 zwembad worden gebouwd. 5.
de ondergrondse bouwdiepte van ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter onder peil;
6.
bij het berekenen van de blijkens geldende bebouwingspercentages, of van het in deze regels maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen.
29.3.3 Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 29.3.2 sub d voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat: a. de waterhuishouding niet wordt verstoord; b. geen afbreuk wordt gedaan aan archeologische waarden.
114
29.3.4 Procedure ontheffing Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure.
115
Artikel 30 30.1
Algemene gebruiksregels
Gebruiksverbod
Als bedoeld in artikel 7.10 Wro is het verboden de gronden en bouwwerken in dit plan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en). 30.2
Gebruik van de gronden en bebouwing
Onder verboden gebruik, als bedoeld in 30.1, wordt naast het bepaalde in 30.3 tevens verstaan het gebruik van de gronden en bebouwing voor: a. een seksinrichting of soortgelijk bedrijf; b. een coffeeshop, growshop, smartshop of een daarmee vergelijkbaar bedrijf; c. straatprostitutie. 30.3
Ontheffing gebruiksverbod
Burgemeester en wethouders verlenen, met inachtneming van de procedure zoals aangegeven in artikel 34.1, ontheffing van het bepaalde in artikel 30.1 als strikte toepassing van de regeling leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
116
Artikel 31 31.1
Algemene aanduidingsregels
wro-zone-wijzigingsgebied 1
Burgemeester en wethouders kunnen, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone – wijzigingsgebied 1' de bestemmingen 'Groen', 'Kantoor', 'Maatschappelijk', 'Recreatie-Dagrecreatie', 'Verkeer', en 'Wonen-1' wijzigen en de ontwikkeling van een Regionaal Centrum Jeugd, Educatie, Zorg en Welzijn (RCJEZW) toestaan, mits: a. de ontwikkeling, met inachtname van een marge van 10%, past binnen de 'Gebiedsvisie Centrum Gulpen. Witteweg, Willem Vliegenstraat, Kapelaan Pendersplein, Rosstraat', d.d. 8 januari 2009 en vastgesteld door de raad d.d. 2 maart 2009; b. de herontwikkeling plaatsvindt op een stedenbouwkundig verantwoorde wijze en aansluit op de bestaande stedenbouwkundige structuur; c. in de parkeerbehoefte
wordt
voorzien
over-
eenkomstig de parkeernormen zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008); d. geen sprake is van milieuhygiënische belemmeringen; e. de effecten op de omgeving niet onevenredig zullen toenemen; f. uit de noodzakelijke (milieu)onderzoeken blijkt dat de gronden geschikt zijn voor het beoogde gebruik; g. de effecten op de waterhuishouding in beeld zijn gebracht (watertoets); h. de planregels voor de bestemmingen 'Maatschappelijk', 'Centrum-1', 'Groen', 'Verkeer' en 'Wonen-1' overeenkomstig van toepassing zijn. 31.2
wro-zone - rode contour
Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - rode contour' geldt de regeling, zoals opgenomen in de POLherziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg d.d. 24 juni 2005.
117
Artikel 32 32.1
Algemene ontheffingsregels
Algemeen
Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, ontheffing verlenen van de regels van het plan ten aanzien van: a. de bebouwing van niet voor bewoning bestemde gronden met gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten dienste van het openbare nut met dien verstande dat: b. de hoogte ten hoogste 3.50 m mag bedragen; c. de inhoud ten hoogste 50 m3 mag bedragen. 32.2
Ontheffing antenne-installaties
Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, ontheffing verlenen van de regels van het plan ten aanzien van: a. het oprichten van antenne-installaties met dien verstande dat de deze voldoet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de beleidsnotitie Mobiele Telecommunicatie van de gemeente Gulpen-Wittem (d.d. 11-01-2007). 32.3
Ontheffing afwijken met 10%
Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in de dubbelbestemmingen, ontheffing verlenen van de regels van het plan mits: a. de afwijking niet meer bedraagt dan 10%; b. de belangen van derden niet worden geschaad. In die gevallen waarin reeds uit hoofde van de regels in de respectievelijke artikelen een ontheffing is verleend mag niet nogmaals op grond van onderhavige ontheffingsregel ontheffing worden verleend. Tevens is de 10%-regeling reeds toegepast ter plaatse van de aanduiding '10%-regeling toegepast' en mag niet nogmaals worden verleend. 32.4
Ontheffing voor groepskamperen
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen voor groepskamperen ter versterking van de recreatieve functie van de kern. De ontheffing wordt alleen verleend, mits:
118
a. groepskamperen als
ondergeschikte nevenac-
tiviteit onderdeel uitmaakt van een ter plaatse gevestigd
bedrijf
(bijvoorbeeld
een
recreatief
bedrijf) en wordt beëindigd bij beëindiging van het bedrijf; met dien verstande, dat: 1. maximaal 100 personen op het terrein voor groepskamperen zijn toegestaan; 2. sanitaire voorzieningen binnen het bouwvlak van de (aangrenzende) bedrijfsbestemming worden opgericht; 3. kamperen alleen tijdens het kampeerseizoen is toegestaan dat loopt van 15 maart tot 1 november; 4. buiten het kampeerseizoen geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn; 5. de kampeerplaatsen landschappelijk zijn ingepast in de omgeving; 6. in voldoende parkeerplaatsen wordt voorzien binnen het bestemmingsvlak van de (aangrenzende) bedrijfsbestemming overeenkomstig de geldende parkeernorm zoals bepaald in artikel 35.3. 32.5
Procedure ontheffing
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 34.1 gegeven procedure.
119
Artikel 33 33.1
Algemene wijzigingsregels
Algemeen
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen bij het in geringe mate overschrijden van de bestemmingsgrenzen, mits dit noodzakelijk is, in verband met afwijkingen of onnauwkeurigheden van de kaart, ten opzichte van de feitelijke situatie, voor zover daarmee wordt beoogd een zo goed mogelijke overeenstemming tussen het plan en de werkelijke toestand te bereiken, mits daardoor geen belangen van derden onevenredig worden geschaad. 33.2
Toepassing VORm/Kwaliteitsmenu
Burgemeester en Wethouders kunnen, het plan wijzigen ten behoeve van het realiseren van één of meerdere burgerwoningen of andere stedelijke functies op passende locaties, in ruil voor een natuurlijke, landschappelijke, cultuurhistorische of ruimtelijke kwaliteitsverbetering, mits voldaan wordt aan de algemene randvoorwaarden en de specifieke voorwaarden, zoals deze zijn vermeld in de 'POL-herziening op onderdelen Contourenbeleid Limburg', of 'POL-aanvulling Verstedelijking, gebiedsontwikkeling en kwaliteitsverbetering' met dien verstande, dat: a. zoveel als mogelijk aansluiting wordt gezocht bij de in dit plan opgenomen bestemmingen; b. ontwikkelingen niet binnen de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG) plaatsvinden; c. sprake is van een goed woon- en leefklimaat. 33.3
Procedure wijziging
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid de procedure zoals vervat in artikel 3.9a Wro.
120
Artikel 34 34.1
Algemene procedureregels
Procedure ontheffing
Bij het verlenen van ontheffing ingevolge de in deze regels opgenomen ontheffingsmogelijkheden ex artikel 3.9a Wro, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen: a. het ontwerp van het ontheffingsbesluit ligt, met de daarop betrekking hebbende stukken, gedurende ten minste twee weken voor belanghebbenden ter inzage ter gemeentesecretarie; b. Burgemeester en wethouders geven voorafgaand aan deze terinzagelegging, kennis van de aanvraag of het ontwerpbesluit en de terinzagelegging ervan in een of meer dag-, nieuws-, of huis-aanhuis-bladen die in de gemeente verspreid worden; c. in deze kennisgeving wordt vermeld dat belanghebbenden gedurende de termijn van terinzagelegging schriftelijk zienswijzen omtrent de aanvraag of het ontwerpbesluit kunnen indienen bij burgemeester en wethouders; d. de overeenkomstig het vorige lid ingediende zienswijzen worden betrokken bij het besluit omtrent verlening van ontheffing.
121
Artikel 35 35.1
Overige regels
Wettelijke regelingen
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luiden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan. 35.2
Voorrangsregeling
35.2.1 Strijdigheid belangen In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming, met name aan de orde bij wijzigingsbevoegdheden, blijft het belang van de dubbelbestemming overeind. De dubbelbestemming vormt het toegevoegde na te streven nieuwe beleid en levert als zodanig extra criteria op voor de uit te voeren toetsing bij de wijzigingsbevoegdheid. Kan bij wijziging niet aan deze criteria voldaan worden en/of wordt op enig vlak onevenredige schade aangebracht dan kan geen gebruik worden gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid.
35.2.2 Onderlinge relatie dubbelbestemmingen Ten aanzien van de onderlinge relatie tussen de dubbelbestemmingen geldt dat, gelet op het totaalbeleid voor de kern, dubbelbestemmingen gericht op het instandhouden of ontwikkelen van het groene karakter en het voorkomen van bebouwing voorgaan boven dubbelbestemmingen met bebouwing. In concreto wordt in afnemende mate prioriteit verleend aan de dubbelbestemming: a. Waarde -Ecologie; b. Waarde – Archeologie; c. Waarde – Cultuurhistorie; d. Leiding; e. Waterstaat - Waterlopen; f. Waterstaat - Meanderzone. Uitzondering hierop, in de vorm van nevenschikking, is mogelijk, wanneer compensatie van eventueel verlies aan kwaliteit is gegarandeerd.
122
35.3
Parkeren
Daar waar in de regels wordt verwezen naar het parkeerbeleid, moet de, op het tijdstip van aanvraag van de bouwvergunning parkeernormen worden gehanteerd zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen en Parkeerfonds' (d.d. 16-12-2008).
123
Hoofdstuk 4 gels Artikel 36 36.1
Overgangs- en slotre-
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
36.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. 36.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10 %. 36.1.3 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsrecht van dat plan. 36.2
Overgangsrecht gebruik.
36.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
124
36.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. 36.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. 36.2.4 Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregels van dat plan. 36.3
Hardheidsclausule.
36.3.1 Voor zover toepassing van het overgangsrecht bouwwerken of gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard jegens een of meer natuurlijke personen kunnen Burgemeester en Wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen. 36.3.2 Bij toepassing van de ontheffing als bedoeld onder 36.1.2 geldt de procedure zoals vervat in artikel 34.1.
125
Artikel 37
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan
'Kern Gulpen'.
126
Bijlage 1. bij de regels: overzicht monumenten en karakteristieke bebouwing Hierna is een integrale lijst met alle monumentale en karakteristieke panden in de gemeente Gulpen-Wittem weergegeven. Onderstaande panden kunnen dan ook in het buitengebied of in een andere kern zijn gelegen.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43
Monumenten adres
plaats
Aan het Veld 4-6 Beatrixweg 8 Beatrixweg 10 Beatrixweg 12 Beertsenhoven 3 Berghof 1 Berghof 1 BY Berghof 2 Berghof 3 Beutenaken 38 Boeienstraat 1 Boeienstraat 8 Boeienstraat 10 Bommerigerweg 2 Bommerigerweg 4 Bommerigerweg 6 Bommerigerweg 8 Bommerigerweg 14a Bommerigerweg 14b Bommerigerweg 16 Bommerigerweg 20 Bommerigerweg BY 21 Bommerigerweg 22 Bommerigerweg 23 Bommerigerweg 24 Bommerigerweg 32 Bommerigerweg 34 Bommerigerweg 36 Bommerigerweg 38 Bommerigerweg 38a Bommerigerweg 40 Bommerigerweg 42 Bommerigerweg 42a Bommerigerweg 46 Burg. Teheuxweg 1 Commandeurstraat 26 Commandeurstraat 38 Commandeurstraat 48a Commandeurstraat 48b Commandeurstraat 50 Crapoel 4 Dal Bissen BY 4 Dal Bissenweg 4
Gulpen Epen Epen Epen Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Beutenaken Epen Epen Epen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Gulpen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Gulpen Mechelen Mechelen
buurtschap Eperheide Eperheide Eperheide
Helle Helle Helle Helle Bommerig Helle Bommerig Helle Bommerig Bommerig Bommerig Bommerig Bommerig Bommerig Bommerig Bommerig Bommerig
Dal en Bissen Dal en Bissen
44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93
Dal Bissenweg 6 Dal Bissenweg 7 Dal Bissenweg 8 Dal Bissenweg BY 8 Diependalsweg 1 Diependalsweg 1a Diependalsweg 1b Diependalsweg 1c Diependalsweg 2 Diependalsweg 3 Diependalsweg 4 Diependalsweg 5 Diependalsweg 6 Diependalsweg 7 Diependalsweg 8 Diependalsweg 9 Diependalsweg 10 Diependalsweg 11 Diependalsweg 12 Diependalsweg 13 Dorphof 2+4 Dorpsstraat 12 Dorpsstraat 50 Dorpsstraat 55 Dorpsstraat 57 BY Elkenrade 7 Elzeterweg 2 Elzeterweg 3 Elzeterweg 5 Eperweg 19 Eperweg 21 Eperweg 21a Eperweg 21b Eperweg 3 Eperweg 3a Eperweg BY 19+21 Eperweg BY 3 Euverem 10 Euverem 10a Eyserbosweg 2 Eyserheide 29 Eyserheide 31 Eyserheide 33 Eyserheide 35 Eyserheide 35a Eyserheide 35b Eyserheide 37 Eysserweg 2 Grachtstraat 2 Grensweg 3 Grote Bosweg BY 2
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Slenaken Slenaken Slenaken Slenaken Elkenrade Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Gulpen Gulpen Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Slenaken Heyenrath
Dal en Bissen Dal en Bissen Dal en Bissen Dal en Bissen Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal Diependal
Elzet Elzet Elzet Höfke Höfke Höfke Höfke
Höfke Euverem Euverem Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Trintelen
94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144
Heerenhofweg 1 Heerenhofweg 5 Heerenhofweg 7 Heerenhofweg 9 Heyenratherweg 15-17 Hilleshagerweg BY 2 Hilleshagerweg 6a Hilleshagerweg 8 Hilleshagerweg 8a Hilleshagerweg 12 Hilleshagerweg 14 Hilleshagerweg 20 Hilleshagerweg BY 20 Hilleshagerweg 37 Hilleshagerweg 37a Hilleshagerweg 39 Hilleshagerweg 43-45 Hilleshagerweg 94 Hilleshagerweg 100 Hilleshagerweg 102 Hilleshagerweg 108a Hilleshagerweg 108b Hilleshagerweg 108c Hilleshagerweg 108d Hilleshagerweg 108e Hilleshagerweg 112 Hilleshagerweg 118 Hilleshagerweg 120 Hilleshagerweg BY 122 hoek Schilbergerweg/Kerkdel Höfke 1 Höfke BY 2 Höfke 2 Höfke 3 Höfke 5 Höfke 7 Hoofdstraat 2 Hoofdstraat 9 Hoofdstraat 11 Hoofdstraat 13 Hoofdstraat 15 Hoofdstraat 17 Hoofdstraat 22 Hoofdstraat 23 Hoofdstraat 25 Hoofdstraat 33 Hoofdstraat 53 Hoofdstraat 71 Hoofdstraat 105 Hurpescherweg 3 Hurpescherweg 4
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Heyenrath Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Slenaken Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen
Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Hilleshagen Höfke Höfke Höfke Höfke Höfke Höfke
Hurpesch Hurpesch
145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195
Hurpescherweg 5 Hurpescherweg 10 Hurpescherweg 12 Ingberdorpsstraat 9 Ingberdorpsstraat 13 Ingberdorpsstraat 14 Ingberdorpsstraat 17 Ingberdorpsstraat 19 Ingberdorpsstraat 21 Ingberdorpsstraat 29 Ingberdorpsstraat 38 Julianastraat BY 21 Julianastraat 2a Julianastraat 6 Julianastraat 27 Julianastraat 35a Julianastraat 35b Julianastraat 35c Julianastraat 37 Julianastraat 39 Julianastraat 39a Julianastraat 40 Julianastraat 41 Julianastraat 41a Julianastraat 41b - 43 Julianastraat 42 Julianastraat 50 Kampsweg 66 Kampsweg 76 Kapelaan Houbenstraat 3 Kapelaan Houbenstraat 18 Kapelaan Houbenstraat 18a Kapelaan Houbenstraat 18b Kapelaan Houbenstraat 20 Kapelaan Houbenstraat 22 Kapelaan Houbenstraat 24 Kapelaan Pendersplein 12 Kapolder 10 Kapolder 12 Kapolder 14 Kasteel Wijlreweg 1-3-5 Kelderweg 2 Kelderweg 4 Kelderweg 6 Kerkstraat BY 3 Kerkstraat 31 Kiebeukel 2 Kiewegracht 7 Kiewegracht 9 Kleebergerweg 1 Kleebergerweg 4
Mechelen Mechelen Mechelen Ingber Ingber Ingber Ingber Ingber Ingber Ingber Ingber Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Gulpen Gulpen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Gulpen Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Eys Eys Eys Wijlre Nijswiller Gulpen Gulpen Gulpen Mechelen Mechelen
Hurpesch Hurpesch Hurpesch
Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide
Kleeberg Kleeberg
196 197 198 199 200 201 203 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246
Kolmonderstraat 18 Kuttingerweg 2 Kuttingerweg 5 Kuttingerweg 5a Kuttingerweg 7 Kuttingerweg 9 Leienhuisweg 1a Leienhuisweg 1b Lemmensstraat 71 Lemmensstraat 73 Molengats 1 Molengats 1a Molenweg 2 Molenweg 2a Morgensweg 2 Morgensweg 2 Mr. Dr. Froweinweg 20 Mr. Dr. Froweinweg 61 Mr. Dr. Froweinweg 61a Mr. Dr. Froweinweg 63 Mr. Dr. Froweinweg 65 + 65b Mr. Dr. Froweinweg 67 Oude Akerweg 139-141 Oude Baan 23 Oude baan 34 Oude baan 34a Oude baan 45 Oude Heirbaan 11 Oude Heirbaan 11a Oude Heirbaan 11b Oude Heirbaan 11c Oude Heirbaan 4a Oude Heirbaan 6 Overgeul 1 Overgeul 13 Overgeul BY 1 Partijerweg 8 Pesaken 26 Plaatweg 1 Plaatweg 2 Plaatweg 3 Prof. Cobbenhagenstraat 2 Reijmerstokkerdorpsstraat 59 Reijmerstokkerdorpsstraat 75 Reijmerstokkerdorpsstraat 77 Reijmerstokkerdorpsstraat 95 Reijmerstokkerdorpsstraat 96 Reijmerstokkerdorpsstraat 96a Reijmerstokkerdorpsstraat 96b Reijmerstokkerdorpsstraat 96c Reijmerstokkerdorpsstraat 108
Nijswiller Epen Epen Epen Epen Epen Wijlre Wijlre Ingber Ingber Wijlre Wijlre Gulpen Gulpen Epen Epen Eys Eys Eys Eys Eys Eys Gulpen Wahlwiller Wahlwiller Wahlwiller Wahlwiller Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Mechelen Mechelen Mechelen Partij-Wittem Gulpen Epen Epen Epen Gulpen Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok
Terziet Kuttingen Kuttingen Kuttingen Kuttingen
Terziet Terziet
Pesaken Plaat Plaat Plaat
247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271 272 273 274 275 276 277 278 279 280 281 282 283 284 285 286 287 288 289 290 291 292 293 294 295 296 297
Reijmerstokkerdorpsstraat 130 Riehagervoetpad 1-4 Rijksweg 2 Rijksweg 4 Rijksweg 16-18 Rijksweg 17-19 Rijksweg 79 Roodweg 12 Rosstraat 5 Scheursweg 5 Schweibergerweg 1a Schweibergerweg 1b Schweibergerweg 3 Schweibergerweg 6 Schweibergerweg 8 Schweibergerweg 12 Schweibergerweg 13 Schweibergerweg 13a Schweibergweg 13b Schweibergerweg 15 Schweibergerweg 15a Schweibergerweg 15b Schweibergerweg 15c Schweibergerweg 17 Schweibergerweg 25 Schweibergerweg 29 schweibergerweg 31 schweibergerweg 33 Schweibergerweg 35 Schweibergerweg 44 Slenakerweg 3 Slenakerweg 8 Slenakerweg 8a Slenakerweg 8c Slenakerweg 21 Slenakerweg 23 St. Agathastraat 3 Stokhem 31 Stokhem 36 Stokhem 38 Stokhem 40 Stokhem 42 Stokhem 44 Stokhem 48 t Veld 1 t Veld 1a tegenover Maastrichterweg 5 Terpoorterweg 4 Terzieterweg 3 Terzieterweg 4 Terzieterweg 6
Reijmerstok Gulpen Partij-Wittem Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Epen Gulpen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Eys Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Epen Epen Slenaken Epen Epen Epen Epen
Elzet Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Schweiberg Billinghuizen
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Kuttingen Kuttingen
Plaat Plaat
298 299 300 301 302 303 304 305 306 307 308 309 310 311 312 313 314 315 316 317 318 319 320 321 322 323 324 325 326 327 328 329 330 331 332 333 334 335 336 337 338 339 340 341 342 343 344 345 346 347 348
Terzieterweg 7 Terzieterweg 8 Terzieterweg 9 Terzieterweg 10 Terzieterweg 14 Terzieterweg 20 Terzieterweg 24 Terzieterweg 28 Terzieterweg 34 Terzieterweg 46 Teventweg 1 Tuinstraat 13 Valkenburgerweg 38 Valkenburgerweg 44 Valkenburgerweg 100 Valkenburgerweg 105 Valkenburgerweg 107 Valkenburgerweg 109 Valkenburgerweg 111 Waterstraat 2 Waterstraat 4 Wesselderstraat 2-4 Weyerweg 2 Wezelderweg 14 Wilhelminastraat 5 Wilhelminastraat 6 Wilhelminastraat 10 Wilhelminastraat 12 Wilhelminastraat 23 Wilhelminastraat 23a Wilhelminastraat 25 Wilhelminastraat 25a Wilhelminastraat 25b Wilhelminastraat 71 Wittemer Allee 1 Wittemer Allee by 1 Wittemer Allee 1a Wittemer Allee 1b Wittemer Allee 3 Wittemer Allee 3a Wittemer Allee 30 Wittemer Allee 32 Wittemer Allee 34 Wittemer Allee 38 Wittemerweg 7 Wittemerweg 8 Wittemerweg 8a Wittemerweg 10 Wittemerweg 29 Wittemerweg 29 Zwartebrugweg 2
Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Partij-Wittem Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Slenaken Slenaken Gulpen Mechelen Eys Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Partij-Wittem Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys
Terziet Plaat Terziet Plaat Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet Etenaken Etenaken Etenaken Etenaken Etenaken Etenaken Etenaken Etenaken
Helle
Karakteristieke bebouwing adres pand Akerstraat 1 Beatrixweg 16 Beatrixweg 18 Beatrixweg 2 Beatrixweg 20 Beatrixweg 21 Beatrixweg 25 Beatrixweg 4 Beatrixweg BY 8 Beertsenhoven 5 Beertsenhoven 6
1
2
Berghof 2 BY Bergstraat 11 Bergstraat 13 Beutenaken 1 en 1a Beutenaken 12 Beutenaken 18 Beutenaken 2 Beutenaken 20 Beutenaken 4 Beutenaken 46 Beutenaken 52 Beutenaken 54
postcode plaats
6321 PR 6321 PR
6278 NA
6278 NA
Beutenaken 56 Bommerigerweg 21 Bommerigerweg 26 Bommerigerweg 44 Bosveld 1 Breulseweg 3 Brouwerijstraat 12 Brouwerijstraat 13 Brouwerijstraat 15 Brouwerijstraat 16 Brouwerijstraat 18
87 88 89 90 92 93 94 95 96 97
Burgemeester Teheuxweg 11 Burgemeester Teheuxweg 13 Burgemeester Teheuxweg 15-17 Burgemeester Teheuxweg 19 Burgemeester Teheuxweg 21-23 Burgemeester Teheuxweg 25 Burgemeester Teheuxweg 27-33 Burgemeester Teheuxweg 3 Burgemeester Teheuxweg 5 Burgemeester Teheuxweg 7
Mechelen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Wijlre Wijlre Wijlre Eys Eys Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Beutenaken Mechelen Mechelen Mechelen Eys Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ 6271 JK 6271 JJ 6271 JJ 6271 JJ
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
gehucht Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide
Cartils
Bommerig
Etenaken
98
Burgemeester Teheuxweg 9
6271 JJ
Gulpen
253 265
Capucijnenweg 7 Cartils 1
6286 BA 6286 NA
Wahlwiller Wijlre
Cartils 12 Cartils 2a Cartils 4 Cartils 6 Crapoel 1a Dal Bissenweg 12 Dal Bissenweg 13 Dal Bissenweg 18 Dal Bissenweg 20 Dal Bissenweg 5a De Hut 5 De Hut 7
6286 NA 6286 NA 6286 NA 6286 NA 6271 NW 6281 NC
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Gulpen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Ingber Ingber
5
Diependalsweg TO 7 Dorpstraat 57
6285 NG
Epen Slenaken
100 101 102 103
Dorpsstraat 13 Dorpsstraat 18 Dorpsstraat 22 Dorpsstraat 30
6271 BK 6271 BL 6271 BL 6271 BL
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
99 167
168
169
170
6281 NC 6273 NA 6273 NA
Elekenrade 11 Elkenrade 10 t/m 10b Elkenrade 14 Elkenrade 19 Elkenrade 20 Elkenrade 21
Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade
Elkenrade 21a Elkenrade 22 Elkenrade 23 Elkenrade 24 Elkenrade 25 Elkenrade 26 Elkenrade 27 Elkenrade 4 Elkenrade 5 Elkenrade 6 Elkenrade 7 Elkenrade 7a
Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade Elkenrade
Elkenrade 9 Elkenrae 22b Elkenraderweg 3 Elzeterweg 1, 1a Elzeterweg 3 Elzeterweg BY 2 Eperweg 1 Eperweg 2 en 2c Eperweg 4 en 4a Eperweg 5 Eperweg 6
Elkenrade Elkenrade Wijlre Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen
6281 NA
6281 NA
Cartils Cartils Cartils Cartils Cartils Crapoel Dal Bissen Dal Bissen Dal Bissen Dal Bissen Dal Bissen
Elzet Elzet Elzet
37
38
42
51
Eperweg 7 Eperweg 8 Eperweg 9
Mechelen Mechelen Mechelen
Eyseheide 14 Eyserheide 11 Eyserheide 12 Eyserheide 13 Eyserheide 13a Eyserheide 15 Eyserheide 17 Eyserheide 19 Eyserheide 2 Eyserheide 21 Eyserheide 23 Eyserheide 25
Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys
Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide
Eyserheide 27 Eyserheide 35a Eyserheide 4 Eyserheide 6 Eyserheide 6a Eyserheide 7 Eyserheide 7a Eyserheide 9 Eyserweg 1 Eyserweg 13 Eyserweg 15 Eyserweg 17
Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys
Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Eyserheide Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen
Eyserweg 19 Eyserweg 23 Eyserweg 25 Eyserweg 3 Eyserweg 34 Eyserweg 3a Eyserweg 4 Eyserweg 5 Eyserweg 6 Eyserweg 7 Eyserweg TO 34 Fokkebroekweg 1
Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Eys Mechelen
Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen Trintelen
Frombergerweg 3 Givelderweg 1 Grachtstraat 33 Grote Bosweg 2 Gulperweg 4 Hamerstraat 10 Hamerstraat 11 Hamerstraat 12 Hamerstraat 14 Hamerstraat 15 Hamerstraat 16
Wijlre Heijenrath Eys Heijenrath Epen Eys Eys Eys Eys Eys Eys
6287 ND
6287 AE
6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG
173 175 179 180
Hamerstraat 2 Hamerstraat 3 Hamerstraat 6
6287 NG 6287 NG 6287 NG
Eys Eys Eys
Hamerstraat 7 Hamerstraat 7a Hamerstraat 8 Hamerstraat BY 5 Helberg 2 Helberg 4 Helberg 6 Heyenratherweg 10 Heyenratherweg 13 Heyenratherweg 23 Heyenratherweg 8 Hilleshagerweg 106
6287 NG 6287 NG 6287 NG 6287 NG
Eys Eys Eys Eys Epen Epen Epen Slenaken Slenaken Slenaken Slenaken Mechelen
Hilleshagerweg 108 Hilleshagerweg 108 Hilleshagerweg 15 Hilleshagerweg 37a Hilleshagerweg 44-46-48-50 Hilleshagerweg 47 Hilleshagerweg 49 Hilleshagerweg 63 Hilleshagerweg BY 102 Hilleshagerweg BY 98 Holegracht 6 Holegracht 8
6281 AH
Hoofdstraat 99 Hurpescherweg 2 Hurpescherweg 2a Hurpescherweg 4 Hurpescherweg 8 In de Broekenweg 10 In de Broekenweg 6 In de Broekenweg 8 Ingberdorpsstraat 44 Ingberdorpsstraat 46 Julianastraat 29 Julianastraat 31 9
6277 NM
6281 AC 6281 AH 6281 AH
6273 NG 6273 NG
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Ingber Ingber Epen Epen
275 248
Julianastraat 33 Julianastraat BY 26 Julianastraat BY 43 Kapolder 8 Kerkdel 1
6321 FV 6277 NL
Epen Epen Epen Wijlre Slenaken
106 108
Kiebeukel 10-12 Kiebeukel 31
6271 BJ 6271 BN
Gulpen Gulpen
Kerkstraat 8 t/m 17 Klapstraat 3 Klapstraat 5a Klapstraat 7
6285 AH
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Wijlre Wijlre
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide Eperheide
12
Klapstraat 10 Klapstraat 11 Klapstraat 12
Wijlre Wijlre Wijlre
Klapstraat 13 Kleebergerweg 3 Kleebergerweg 5 Kleebergerweg 7 Kleebergerweg BY 4 Knipstraat 1c Knipstraat 1d Knipstraat 2 Knipstraat 3 Knipstraat 5 Knipstraat 9 t/m 11a Knipstraat 12
Wijlre Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Knipstraat 13 Knipstraat 13a Knipstraat 14 Knipstraat 15 Knipstraat 16 Knipstraat 17 Knipstraat 18 Knipstraat 20 Knipstraat 21 Knipstraat 22 Knipstraat 23 Knipstraat 24
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Knipstraat 25 Knipstraat 26 Knipstraat 27 Knipstraat 28 Kolmonderstraat 20 Kromsteeg 13 Kromsteeg 3 Kromsteeg 7 Kromstreeg 11 Kuttingerweg 1 Kuttingerweg 3 Kuttingerweg 4
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Nijswiller Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Epen Epen Epen
6285 NL
Landsraderweg 1 Landsraderweg 10 Landsraderweg 2 Landsraderweg 3 Landsraderweg 7-9 Landsraderweg 9 Leienhuisweg 12 Lemmensstraat 26 Lemmensstraat 4
113
Looierstraat 38-40 Maastrichterweg 10
Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Heijenrath Wijlre Ingber Ingber
6271 BB
Gulpen Slenaken
Kuttingen
251
Maastrichterweg 11 Maastrichterweg 5 Maastrichterweg 6
Slenaken Slenaken Slenaken
Maastrichterweg 8 Marchierstraat 2 Marchierstraat 8 Marchierstraat 8a Marchierstraat 11 Marchierstraat 12 Marchierstraat 12a Marchierstraat 13 Marchierstraat 13a Marchierstraat 14 Marchierstraat 15 Marchierstraat 16
Slenaken Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Marchierstraat 17 Marchierstraat 18 Marchierstraat 22 Marchierstraat 24 Marchierstraat 26 Marchierstraat 28 Marchierstraat 32 Marchierstraat 34 t/m 38a
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
114 115
Markt 2 Markt 7
6271 BD 6271 BD
Gulpen Gulpen
13
Molenweg 1 Molenweg 2
6285 NJ
Epen Epen
Molenweg 3 Molenweg 9
6285 NJ 6285 NJ
Epen Epen
Molenweg 15 Molenweg 4 4a
6271 JN 6271 JN
Gulpen Gulpen
116 117
Morgensweg 3 Morgensweg 7 Overgeul 10 Overgeul 12 Overgeul 14 Overgeul 2b Overgeul 4 Overgeul 9 120 121 122
Overgeul tussen 11 en 13 Pesaken 1 Pesaken 3 en 5 Pesaken 10 Pesaken 12 Pesaken BY 1 Pesakerweg 19 Piepertweg 17 Piepertweg 19 Pieperwegt 17a Plaatweg 10-12
Epen Epen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen 6271 PA 6271 PB 6271 PB 6271 PA
Mechelen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Eys Eys Eys Epen
Pesaken Pesaken Pesaken Pesaken
Plaat
15 14
Plaatweg 6 Plaatweg 8 Provinciale weg 22
6285 NK 6285 NK
Epen Epen Slenaken
\ 224 225 297 303
Prof. Cobbenhagenstraat 13 Reijmerstokker dorpstraat 1 t/m3 Reijmerstokker dorpstraat 2 Reijmerstokker dorpstraat 7 Rijksweg 11 Rijksweg 32
6274 NH 6274 NL 6274 NH 6286 AD 6286 AG
Gulpen Reijmerstok Reijmerstok Reijmerstok Wittem Wittem
124 125 127 130 132 139 140 141 142 143 145 148 149 150 151
Rijksweg 10 Rijksweg 107 Rijksweg 111 Rijksweg 200-202-204 Rijksweg 23 Rijksweg 50 Rijksweg 52 54 Rijksweg 58 Rijksweg 59 Rijksweg 6 Rijksweg 67 Rijksweg 81-83 Rijksweg 85-87-89 Rijksweg 91-93 Rijksweg 99-101
6271 AE 6271 AD 6271 AD 6271 AH 6271 AB 6271 AG 6271 AG 6271 AG 6271 AC 6271 AE 6271 AC 6271 AD 6271 AD 6271 AD 6271 AD
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
Roodweg 2
6285 AA
Epen
153 154 155 156 157
Ringweg 23 Ringweg 27-29 Ringweg 31 Ringweg 33 Ringweg 35
6271 AJ 6271 AJ 6271 AJ 6271 AJ 6271 AJ
Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen Gulpen
16
Roodweg 2a Roodweg 2b Roodweg 4
6285 AA 6285 AA 6285 AA
Epen Epen Epen
158
Rosstraat 15-17
6271 BG
207 208 209
Gulpen
Schilberg 1 Schilbergerweg 10 Schilbergerweg 3 Schilbergerweg 5 Schreursweg 1
Slenaken Slenaken Slenaken Slenaken Mechelen
Schreursweg 4 Schreursweg 6 Schulsbergweg 30 Schweibergerweg 1 Schweibergerweg 13c en d Schweibergerweg 23a Schweibergerweg 27 Schweibergerweg 43 Schweibergerweg 45 Schweibergerweg 45a-47 Schweibergerweg 46
Mechelen Mechelen Nijswiller Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen
6281 NE 6281NH 6281 NE
Plaat Plaat
212 213
34
18 19
20
22
Schweibergerweg 52 Schweibergerweg 58 Schweibergerweg 60 Schweibergerweg 62 Schweibergerweg 68 Seinhuisweg 12a Slenakerweg 12 Slenakerweg 14 Slenakerweg 2-10 a;b Smidsberg 2 Stationsweg 1 Stokhem 50 Stokhem 51 Stokhem 52 Stokhem 53
6281 NJ
Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Mechelen Wijlre Slenaken Slenaken Euverem Epen Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem
Stokhem 57 Stokhem 59 Stokhem 61 Stokhem 62 Stokhem 63 Stokhem 64 Stokhem 64a Stokhem 65 Stokhem 66 Stokhem 67 Stokhem 68 Stokhem 68a
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem
Stokhem 69 Stokhem 69a Stokhem 70 Stokhem 73 Stokhem 78 Terpoorterweg 3 Terpoorterweg 6 Terpoorterweg 8 Terzieterweg 11 Terzieterweg 12 Terzieterweg 15 Terzieterweg 16
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen
Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem Stokhem
Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Epen Wijlre Wijlre
Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet Terziet
Terzieterweg 18 Terzieterweg 26 Terzieterweg 36 Terzieterweg 42a Terzieterweg 44 Terzieterweg 44b Terzieterweg 48 Terzieterweg 5 Terzieterweg TO 36 Tuinstraat 1 Tuinstraat 8 en 8a
6281 NJ
6271 PE
6285 NE 6285 NE
6285 NE
6285 NE 6285 NE
Terziet Terziet Terziet
Terziet Etenaken Etenaken
82 84
Vaarzegel 2 Valkenburgerweg 1 Valkenburgerweg 2
Heijenrath Wijlre Wijlre
Valkenburgerweg 3 Valkenburgerweg 6 Valkenburgerweg 8c Valkenburgerweg 10 Valkenburgerweg 12 Valkenburgerweg 14 Valkenburgerweg 18 Valkenburgerweg 20 Valkenburgerweg 46 Valkenburgerweg 62 Valkenburgerweg 66 Valkenburgerweg 72
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Valkenburgerweg 75 Valkenburgerweg 77 Valkenburgerweg 77a Valkenburgerweg 79 Valkenburgerweg 79c Valkenburgerweg 81 Wielderdorpstraat 1 Wielderdorpstraat 2 t/m 6 Wielderdorpstraat 3 Wielderdorpstraat 5 Wielderdorpstraat 7 Wielderdorpstraat 9
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre
Wielderdorpstraat 13 Wielderdorpstraat 15 Wielderdorpstraat 16 Wielderdorpstraat 18 Wielderdorpstraat 20 Wittemerallee 5 Wittemerweg 3 Wittemerweg 5
Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Wijlre Eys Eys Eys
6287 AA 6287 AA
Etenaken Etenaken Etenaken
Bijlage 2. bij de regels: toegesneden lijst van bedrijfstypen Inleiding. Voornaamste criterium voor het al dan niet toelaten van bedrijfsactiviteiten is dat bedrijven qua omvang en aard passen binnen de kern, geen onevenredige toename van het aantal verkeersbewegingen kan plaatsvinden en geen vergroting van de milieubelasting optreedt. Hiertoe worden gerekend bedrijven tot maximaal categorie 2 binnen het AgrarischBedrijf (na wijziging) en categorie 3 als vervanging van bestaande bedrijven. Aan de vestiging van grootschalige industriële bedrijven, transportbedrijven, groothandels- en detailhandelsbedrijven, toonzalen, bouw- en sloopbedrijven, grootschalige horeca-activiteiten en bedrijfsactiviteiten die naar aard en invloed op de functies en waarden van het landelijk gebied hiermee zijn te vergelijken, wordt geen medewerking verleend. Deze dienen zich op een daartoe ingericht bedrijventerrein te vestigen. De toegesneden lijst is tevens getoetst aan de gedeeltelijke ligging in het grondwaterbeschermingsgebied. Indeling De staat “bedrijfstypen: bedrijven” omvat de bedrijfstypen met de desbetreffende SBI-codes. Voor elk bedrijfstype zijn kenmerken zoals afstanden tot een rustige woonwijk weergegeven. De weergegeven kenmerken zijn van toepassing op ‘gemiddelde’, moderne bedrijven binnen een bedrijfstype. Hierbij is rekening gehouden met de normaliter bij deze bedrijven voorkomende opslagen en installaties. Het komt echter ook voor dat bedrijven opslagen of installaties hebben, die anders dan ‘normaal’ zijn voor die bedrijven. Voor die gevallen is de staat “bedrijfstypen: opslagen en installaties” opgesteld. Richtafstanden voor geur, stof, geluid en gevaar Per bedrijfstype zijn voor elk van de aspecten geur, stof, geluid en gevaar de richtafstanden aangegeven die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaarde normen houden. Hierbij zijn de volgende uitgangspunten gekozen: -
Het betreft ‘gemiddelde’ nieuwe bedrijven met voor nieuwe bedrijven gangbare voorzieningen binnen het gedefinieerde bedrijfstype.
-
Het betreft woningen in een rustige woonwijk met weinig verkeer.
De afstand geldt in principe tussen de perceelgrens van het bedrijf (bij een gangbare perceelsgrootte en -indeling) en anderzijds de gevel van een woning. De volgende afstanden worden gehanteerd: 10, 30, 50, 100, 200, 300, 500, 700, 1000, 1500m.
Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter C van continu opgenomen. Hiermee is dan aangegeven dat de meeste bedrijven binnen het desbetreffende bedrijfstype continu dag en nacht in bedrijf zijn met die activiteiten die (mede) bepalend zijn voor het geluidniveau. Achter de afstand voor geluid is -waar van toepassing- de letter Z van zonering opgenomen. Dit betreft bedrijven die zeer veel geluid produceren en als zodanig in het Inrichtingen- en Vergunningenbesluit (IVB) bij de Wet milieubeheer zijn aangewezen. De afstand voor het gevaar houdt verband met de mogelijke gevolgen van brand, explosies en de verspreiding van schadelijke stoffen voor mensen in de omgeving van bedrijven. Dit gevaar staat gelijk aan het begrip ‘externe veiligheid’. Grootste afstand In een aparte kolom is de grootste afstand voor geur, stof, geluid en gevaar in de staat opgenomen. Van deze grootste afstand is de zogenaamde categorie afgeleid.
Categorie De zogenaamde categorie loopt uiteen van 1 tot en met 6 en is direct afgeleid van de grootste afstand: -
categorie 1: grootste afstand 0 of 10 m;
-
categorie 2: grootste afstand 30 m;
-
categorie 3.1 en 3.2: grootste afstand 50 en 100 m;
-
categorie 4.1 en 4.2: grootste afstand 200 en 300 m;
-
categorie 5.1, 5.2. en 5.3: grootste afstand 500, 700 of 1000 m;
-
categorie 6: grootste afstand 1500 m.
Toevoeging letter D: divers Bij de bepaling van de afstanden voor de onderscheiden bedrijfstypen is telkens uitgegaan van een ‘gemiddeld’ modern, nieuw bedrijf met gebruikelijke voorzieningen. Er zijn echter ook bedrijfstypen, waar binnen individuele bedrijven een grote diversiteit bestaat. Dit dient tot uitdrukking in de afstanden te komen. In die gevallen is in de staat de letter D van ‘divers’ opgenomen. Indices voor verkeer en visuele hinder De aspecten verkeersaantrekkende werking en visuele hinder zijn kwalitatief beoordeeld en weergegeven met een index. De index loopt uiteen van 1 tot en met 3, met de volgende betekenis: 1: potentieel geen of geringe emissie of hinder; 2: potentieel aanzienlijke emissie of hinder; 3: potentieel zeer ernstige emissie of hinder. Daarbij is bij verkeer onderscheid gemaakt tussen goederenvervoer (G) en perso-
nenvervoer (P). Indices bodem B. bodemverontreiniging De letter B is opgenomen indien een gemiddeld bedrijf binnen het genoemde bedrijfstype een verhoogde kans op bodemverontreiniging geeft. Indices lucht L: luchtverontreiniging Uitstoot van schadelijke stoffen naar de lucht kan in planologisch opzicht relevant zijn. Indien dit aspect relevant kan zijn in relatie tot de in de staat genoemde grootste afstand, is de letter L vermeld. Er kunnen dan overwegingen zijn om de genoemde afstand te verhogen. Gebruikte afkortingen De volgende afkortingen worden in de staat gebruikt: -
niet van toepassing of niet relevant
<
kleiner dan
>
groter
=
gelijk aan
cat
categorie
e.d.
en dergelijke
kI,
klasse
n.e.g. niet elders genoemd o.c.
opslagcapaciteit
p.c.
productiecapaciteit
p.o.
productieoppervlak
b.o.
bedrijfsoppervlak
v.c.
verwerkingscapaciteit
u
uur
d
dag
w
week
j
jaar
B
bodemverontreiniging
C
continu
D
divers
L
luchtverontreiniging
Z
zonering
R
risico (besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
V
vuurwerkbesluit van toepassing
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
LANDBOUW EN DIENSTVER01
-
LENING T.B.V. DE LANDBOUW Akkerbouw en fruitteelt (bedrijfs-
011, 012, 013
gebouwen)
10
10
30
C
10
30
2
1
G
1
0141, 0142
Fokken en houden van rundvee
100
30
30
C
0
100
3.2
1
G
1
Fokken en houden van overige 0143,0145
0
graasdieren:
0143
1
- paardenfokkerijen
50
30
30
C
0
50
3.1
1
G
1
0145
2
- overige graasdieren
50
30
30
C
0
50
3.1
1
G
1
Fokken en houden van varkens
200
30
50
C
0
200
4.1
1
G
1
100
30
30
C
0
100
3.2
1
G
1
0146
D
Fokken en houden van overige 0149
0
dieren:
0149
2
- konijnen
0149
3
- huisdieren
30
0
50
C
10
50
3.1
1
G
1
0149
4
- maden, wormen e.d.
100
0
30
C
10
100
3.2
1
G
1
0149
5
- bijen
10
0
30
C
10
30
2
1
G
1
0149
6
- overige dieren
30
10
30
C
0
30
D
2
1
G
1
D
3.1
2
G
1
2
1
G
1
Dienstverlening t.b.v. de land016
0
bouw:
016
1
b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
016
2
- algemeen (o.a. loonbedrijven): 30
10
30
10
30
- algemeen (o.a. loonbedrijven):
B
L
b.o.<= 500 m² - plantsoenendiensten en hove016
3
niersbedrijven: b.o. > 500 m²
30
10
50
10
50
3.1
2
G
1
niersbedrijven: b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
1
G
1
KI-stations
30
10
30
0
30
2
1
G
1
10
10
50
0
50
3.1
1
G
1
100
0
100
50
100
3.2
2
G
1
10
10
30
10
30
2
2
G
2
- plantsoenendiensten en hove016
4
0162 02
-
02
-
BOSBOUW 021,022,024
EN
C
DIENSTVER-
LENING T.B.V. BOSBOUW Bosbouwbedrijven VERVAARDIGING
VAN
VOE-
DINGSMIDDELEN EN DRAN10,11
-
KEN Slachterijen en overige vlees-
101,102
0
verwerking: - slachterijen en pluimveeslach-
101,102
1
terijen VERVAARDIGING
VAN
C
D
KLE-
DING; BEREIDEN EN VERVEN 14
-
VAN BONT Vervaardiging van kleding en -
141
toebehoren (excl. van leer)
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
UITGEVERIJEN,
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
DRUKKERIJ-
EN EN REPRODUKTIE VAN 18
-
OPGENOMEN MEDIA
181
Uitgeverijen (kantoren)
0
0
10
1811
Drukkerijen van dagbladen
30
0
100
30
0
richtingen
10
Drukkerijen 1812
(vlak-
en
0
10
1
1
P
1
10
100
3.2
3
G
2
B
100
10
100
3.2
3
G
2
B
0
30
0
30
2
1
P
1
B
C
rotatie-
diepdrukkerijen) Kleine drukkerijen en kopieerin-
181129 1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
1
G
1
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2
G
1
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2
2
G
1
B
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
2
2
G
1
B
0
0
10
0
10
1
1
G
1
30
10
30
10
30
2
1
G
1
Reproduktiebedrijven 182
opgeno-
men media VERVAARDIGING
D
VAN
KAN-
TOORMACHINES EN COMPU26,28,33
-
26,28,33
A
TERS Kantoormachines- en computerfabrieken VERVAARDIGING VAN AUDIO-,
26,33
-
VIDEO-,
TELECOM-
L
APPARATEN EN -BENODIGDH. Vervaardiging van audio-, video261,263,264,331
en telecom-apparatuur e.d.
30
0
50
30
50
50
10
50
30
30
0
30
10
30
10
D
3.1
2
G
1
B
50
3.1
1
G
2
B
0
30
2
1
G
1
100
10
100
3.2
2
G
2
B
30
50
10
50
3.1
2
G
1
B
10
30
50
10
50
3.1
2
G
1
B
0
10
30
10
30
2
1
G
1
B
Fabrieken voor gedrukte bedra2612
ding VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARA-
26,32,33
-
TEN EN INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumen-
26,32,33
A
ten e.d.
41,42,43
-
BOUWNIJVERHEID Bouwbedrijven algemeen: b.o. >
41,42,43
0
2.000 m² - bouwbedrijven algemeen: b.o.
41,42,43
1
41,42,43
2
<= 2.000 m² Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m² - aannemersbedrijven met werk-
41,42,43
3
plaats: b.o.< 1000 m² HANDEL/REPARATIE
45,47
-
AUTO'S,
VAN
MOTORFIETSEN;
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, 451,452,454
reparatie- en servicebedrijven
10
0
30
10
30
2
2
P
1
45204
B
Autobeklederijen
0
0
10
10
10
1
1
G
1
45204
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
30
50
3.1
1
G
1
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
3
P
1
0
0
30
10
30
2
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
30
30
50
30
50
3.1
2
G
2
0
30
2
2
G
1
0
100
3.2
2
G
1
45205
Handel in auto- en motorfietson453
derdelen en -accessoires GROOTHANDEL
46
-
461
EN
HAN-
DELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) Grth in akkerbouwprodukten en
4621
0
veevoeders
4622
Grth in bloemen en planten
10
10
30
4623
Grth in levende dieren
50
10
100
4624
Grth in huiden, vellen en leder
50
0
30
0
50
3.1
2
G
1
30
10
30
50
50
3.1
2
G
1
C
Grth in ruwe tabak, groenten, 46217,4631
fruit en consumptie-aardappelen Grth in vlees, vleeswaren, zui-
4632,4633
velprodukten, eieren, spijsoliën
10
0
30
50
50
3.1
2
G
1
4634
Grth in dranken
0
0
30
0
30
2
2
G
1
4635
Grth in tabaksprodukten
10
0
30
0
30
2
2
G
1
B B
L
Grth in suiker, chocolade en sui4636
kerwerk
10
10
30
0
30
2
2
G
1
30
10
30
0
30
2
2
G
1
10
10
30
10
30
2
2
G
1
Grth in koffie, thee, cacao en 4637
specerijen Grth in overige voedings- en ge-
4638,4639
notmiddelen Grth in overige consumentenarti-
464,46733
kelen
10
10
30
10
30
2
2
G
1
46752
Grth in kunstmeststoffen
30
30
30
30
30
2
1
G
1
goederen
10
10
30
10
30
2
2
G
2
Autosloperijen: b.o. > 1000 m²
10
30
100
30
100
3.2
2
G
2
B
10
10
50
10
50
3.1
2
G
2
B
Grth 4674 4677
0
in
overige
intermediaire
4677
1
- autosloperijen: b.o. <= 1000 m²
466
0
Grth in machines en apparaten: - machines voor de bouwnijver-
466
1
heid
0
10
100
10
100
3.2
2
G
2
466
2
- overige
0
10
50
0
50
3.1
2
G
1
0
0
30
0
30
2
2
G
1
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, 466,469
vakbenodigdheden
e.d. DETAILHANDEL EN REPARA-
47
-
TIE T.B.V. PARTICULIEREN
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
A
471
10
1
1
P
1
Supermarkten, warenhuizen
0
0
10
10
10
1
2
P
1
10
0
10
10
10
1
1
P
1
10
10
1
1
P
1
VISUEEL
RIE
GELUID
STOF
Detailhandel vlees, wild, gevo4722,4723
gelte, met roken, koken, bakken Detailhandel brood en banket
4724
met bakken voor eigen winkel
10
10
10
4773,4774
Apotheken en drogisterijen
0
0
0
10
10
1
1
P
1
0
0
30
10
30
2
3
P
1
Bouwmarkten, 4752
tuincentra,
C
hy-
permarkten Detailhandel in vuurwerk tot 10
4778
ton verpakt
0
0
10
10
10
1
1
P
1
4791
Postorderbedrijven
0
0
50
0
50
3.1
2
G
1
0
0
10
10
10
1
1
P
1
10
0
10
10
10
1
2
P
1
Reparatie t.b.v. particulieren (ex4952
cl. auto's en motorfietsen) LOGIES-,
55
-
MAALTIJDEN-
EN
DRANKENVERSTREKKING Hotels en pensions met keuken, conferentie-oorden en congres-
5510
centra Kampeerterreinen, vakantiecen-
553,552
tra, e.d. (met keuken)
30
0
50
C
30
50
3.1
2
P
1
561
Restaurants, cafetaria's, snack- 10
0
10
C
10
10
1
2
P
1
LUCHT
0
BODEM
10
VERKEER
0
CATEGO-
0
AFSTAND
Detailhandel voor zover n.e.g.
GROOTSTE
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
47
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
bars, ijssalons met eigen ijsbereiding, viskramen e.d. 563
Café’s, bars
0
0
10
C
10
10
563
Discotheken, muziekcafé’s
0
0
30
C
10
30
5629
Kantines
10
0
10
C
10
10
562
Cateringbedrijven
10
0
30
C
10
30
49
-
VERVOER OVER LAND
491,492
0
Spoorwegen:
491,492
1
493 A
52
-
P
1
D
2
2
P
1
D
1
1
P
1
2
1
G/P
1
- stations
0
0
100
C
50
100
3.2
3
P
2
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
0
0
10
0
10
1
2
P
1
OVER
WATER
D
/
DOOR DE LUCHT Vervoersbedrijven
50,51
2
Taxibedrijven VERVOER
50,51
1
(uitsluitend
kantoren) DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Overige
dienstverlening
t.b.v.
5222
vervoer (kantoren)
0
0
10
0
10
1
2
P
1
791
Reisorganisaties
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
Expediteurs, cargadoors (kanto5229 53
ren) -
POST EN TELECOMMUNICA-
D
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
TIE 531,532
Post- en koeriersdiensten
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
61
A
Telecommunicatiebedrijven
0
0
10
C
0
10
1
1
P
1
61
B0
zendinstallaties:
0
0
0
C
100
100
3.2
1
P
2
0
0
0
C
10
10
1
1
P
2
0
0
10
C
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
10
0
30
10
30
2
2
P
1
personen- 10
0
50
10
50
3.1
2
G
1
- LG en MG, zendervermogen < 100 kW (bij groter vermogen: 61
B1
onderzoek!)
61
B2
- FM en TV FINANCIELE
64,65,66
-
EN VERZEKERINGSWEZEN Banken,
64,65,66
A
41,68
-
INSTELLINGEN
verzekeringsbedrijven,
beurzen VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED Verhuur van en handel in onroe-
41,68
A
rend goed VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN,
77 7711
-
MACHINES,
Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven
7712,7739
AN-
DERE ROERENDE GOEDEREN
portmiddelen
voor
(excl.
transD
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
auto's) Verhuurbedrijven voor machines 773
en werktuigen
10
0
50
10
50
D
3.1
2
G
1
10
10
30
10
30
D
2
2
G
2
0
10
1
1
P
1
0
30
2
1
P
1
B
Verhuurbedrijven voor roerende 772
goederen n.e.g. COMPUTERSERVICE- EN IN-
62
-
FORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatie-
62
A
technologie-bureau's e.d.
0
0
10
62
B
Datacentra
0
0
30
30
10
30
30
30
2
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
D
1
2
P
1
50
10
30
30
50
D
3.1
1
P
1
SPEUR72
-
EN
ONTWIKKE-
LINGSWERK Natuurwetenschappelijk
721
C
speur-
en ontwikkelingswerk Maatschappij- en geestesweten-
722
schappelijk onderzoek
63,69tm71,73,74,
OVERIGE ZAKELIJKE DIENST-
77,78,80tm82
-
63,69tm71,73,74, 77,78,80tm82
VERLENING Overige
A
zakelijke
dienstverle-
ning: kantoren Reinigingsbedrijven voor gebou-
812
wen
B
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
STOF
GEUR
-
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
74203
0
Brandweerkazernes
GELUID
STOF
30
2
2
G
1
10
0
10
1
2
P
1
0
10
0
10
1
2
P
1
0
0
50
0
50
3.1
1
G
1
0
0
30
0
30
2
1
P
1
10
0
30
10
30
2
2
P
1
10
0
30
10
30
2
3
P
2
Veilingen voor huisraad, kunst 82992
e.d. OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN,
84
-
84
A
VERZEKERINGEN Openbaar
8425 85
-
SOCIALE
bestuur
(kantoren C
ONDERWIJS Scholen voor basis- en alge-
852,8531
meen voortgezet onderwijs Scholen voor beroeps-, hoger en
8532,854,855
overig onderwijs GEZONDHEIDS-
86
-
8610
EN
D
WEL-
ZIJNSZORG Ziekenhuizen Artsenpraktijken,
klinieken
C
en
8621,8622,8623
dagverblijven
0
0
10
0
10
1
2
P
1
8691,8692
Consultatiebureaus
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
30
2
1
P
1
0
30
2
2
P
1
871
1
Verpleeghuizen
10
0
30
8891
2
Kinderopvang
0
0
30
C
B
LUCHT
e.d.)
10
BODEM
0
VISUEEL
0
C
VERKEER
30
RIE
0
CATEGO-
10
AFSTAND
Foto- en filmontwikkelcentrales
GEUR
-
INDICES GROOTSTE
AFSTANDEN IN METERS GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
-
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GROOTSTE
INDICES GEVAAR
STOF
GEUR
37,38,39
AFSTANDEN IN METERS GELUID
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
MILIEUDIENSTVERLENING RWZI's
en
gierverwerkingsin-
richt., met afdekking voorbezink3700
A0
tanks:
3700
B
rioolgemalen Vuilophaal-,
381
A
Gemeentewerven 381
B
inzameldepots)
382
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
382
A2
- kabelbranderijen pathogeen
0
10
50
30
30 100
C
0
30
2
1
P
1
50
10
50
3.1
2
G
1
30
50
30
50
3.1
2
G
1
B
50
30
10
100
3.2
1
G
1
B
L
straatreinigingsbe-
drijven e.d.
-
30
(afval-
afvalverbranding
382
A4
(voor ziekenhuizen)
50
10
30
10
50
382
A5
- oplosmiddelterugwinning
100
0
10
30
100
3.1
1
G
2
3.2
1
G
2
B
L
10
10
30
30
30
2
1
G
1
B
L
100
100
100
10
100
3.2
2
G
2
B
D
L
- verwerking fotochemisch en 382
A7
galvano-afval
382
C0
Composteerbedrijven:
382
C3
- belucht v.c. < 20.000 ton/jr
94
-
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorgani-
941,942
saties (kantoren)
0
0
10
0
10
1
1
P
1
9491
Kerkgebouwen e.d.
0
0
30
0
30
2
2
P
1
Hondendressuurterreinen CULTUUR,
59
-
SPORT
EN
0
D
2
2
P
1
50
3.1
1
P
1
RE-
CREATIE
591,592,601,602
Studio's (film, TV, radio, geluid)
0
0
30
C
10
30
2
2
G
1
5914
Bioscopen
0
0
30
C
0
30
2
3
P
1
C
0
30
2
3
P
1
0
30
2
2
P
1
0
30
2
2
P
1
0
10
1
2
P
1
Theaters, schouwburgen, concertgebouwen, evenementenhal9004
len
0
0
30
8552
Muziek- en balletscholen
0
0
30
85521
Dansscholen
0
0
30
e.d.
0
0
10
Kinderboerderijen
30
10
30
C
0
30
2
1
P
1
Bibliotheken, 9101,9102 91041
musea,
C
ateliers,
931
0
Zwembaden:
931
1
- overdekt
10
0
50
C
10
50
3.1
3
P
1
931
A
Sporthallen
0
0
50
C
0
50
3.1
2
P
1
931
B
Bowlingcentra
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
931
E
Maneges
50
30
30
0
50
3.1
2
P
1
931
F
Tennisbanen (met verlichting)
0
0
50
C
0
50
3.1
2
P
2
931
G
0
0
50
C
0
50
3.1
2
P
2
Veldsportcomplex (met verlichting)
LUCHT
STOF
GELUID
30
BODEM
50
B
0
VISUEEL
0
94991
C
VERKEER
0
Buurt- en clubhuizen
RIE
30
A
CATEGO-
0
94991
AFSTAND
0
GEUR
-
INDICES GROOTSTE
AFSTANDEN IN METERS GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
931
H
Golfbanen
0
0
10
931
I
Kunstskibanen
0
0
30
931
0
Schietinrichtingen:
C
0
10
1
2
P
1
50
50
3.1
2
P
2
30
30
2
1
P
1
10
10
1
1
P
1
10
50
3.1
2
P
1
0
30
2
2
P
1
LUCHT
BODEM
VISUEEL
VERKEER
RIE
CATEGO-
AFSTAND
GELUID
STOF
GEUR
-
INDICES GROOTSTE
AFSTANDEN IN METERS GEVAAR
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
- buitenbanen met voorzienin931
11
gen: boogbanen
0
0
30
931
2
- binnenbanen: boogbanen
0
0
10
931
A
Skelter- en kartbanen in een hal
10
0
50
931
F
Sportscholen, gymnastiekzalen
0
0
30
C C
9200
Casino’s
10
0
30
C
0
30
2
3
P
1
92009
Amusementshallen
0
0
30
C
0
30
2
2
P
1
C
30
50
3.1
2
G
1
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
96011
A
Wasserijen en strijkinrichtingen
30
0
50
96011
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
50
3.1
2
G
1
30
0
30
30
30
2
2
G
1
L
Chemische wasserijen en verve96012
rijen
96013
A
Wasverzendinrichtingen
0
0
30
0
30
2
1
G
1
96013
B
Wasserettes, wassalons
0
0
10
0
10
1
1
P
1
0
0
10
0
10
1
1
P
1
Kappersbedrijven 9602
en
schoon-
heidsinstituten
9603
0
Begrafenisondernemingen:
9603
1
- uitvaartcentra
0
0
10
0
10
1
2
P
1
96031
2
- begraafplaatsen
0
0
10
0
10
1
2
P
1
B
L
3
Dierenasiels en -pensions
30
0
0
0
GELUID
STOF
100
3.2
2
P
2
C
0
30
2
1
P
1
100
C
0
100
3.2
1
P
1
10
C
0
10
1
1
P
1
Fitnesscentra, badhuizen en sau9313,9604 9609
A
Persoonlijke 9305
B
n.e.g.
dienstverlening D
LUCHT
30
10
BODEM
0
VISUEEL
10
VERKEER
na-baden
RIE
30
CATEGO-
10
AFSTAND
100
GROOTSTE
- crematoria
INDICES GEVAAR
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
96032
OMSCHRIJVING nummer
SBI-2008
L
Bijlage 3. bij de regels Overzicht consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijvigheid en aan huis gebonden beroepen Bij de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke bedrijvigheid valt te denken aan: 1 autorijschool (geen theorie) 2 bloemschikker 3 computerservice (o.a. systeembouw/-analyse) 4 decorateur 5 fietsenreparateur 6 fitness-studio 7 fotograaf 8 goud- en zilversmid 9 glazenwasser 10 hoedenmaker 11 hondentrimmer 12 instrumentenmaker 13 kaarsenmaker 14 kapper 15 klompenmaker 16 koeriersdienst 17 lijstenmaker 18 loodgieter 19 meubelmaker 20 muziekinstrumentenmaker 21 nagelstudio/pedicure 22 pottenbakker 23 prothesemaker 24 reisorganisatie (kleinschalig) 25 reparatie van kleine consumentenartikelen (antiek/radio’s-tv’s/horloges etc.) 26 schoonheidsspecialist 27 traiteur 28 tv/radio reparateur 29 zadelmaker Deze lijst is niet onuitputtelijk. Echter het uitgangspunt bij deze activiteiten moet zijn dat het woonkarakter niet wezenlijk mag worden aangetast.
Door de kamers van koophandel is de volgende lijst samengesteld van personen die als aan huis gebonden beroepen (vrije beroepsbeoefenaars), gelden. Dit zijn: 1. adviseur 2. advocaat 3. accountant-administratieconsulent 4. alternatieve genezer 5. belastingconsulent 6. bouwkundig architect 7. dierenarts 8. fysiotherapeut 9. gerechtsdeurwaarder 10. huidtherapeut 11. huisarts 12. interieurarchitect 13. juridisch adviseur 14. kunstenaar 15. logopedist 16. makelaar 17. medisch specialist 18. notaris 19. oefentherapeut Cesar/Mensendieck 20. organisatieadviseur 21. orthopedagoog 22. psycholoog 23. redacteur 24. registeraccountant 25. stedenbouwkundige 26. tandarts 27. tandartsspecialist 28. tolk 29. tuin- en landschapsarchitect 30. verloskundige Een beroep dat hier niet op voorkomt, geldt in beginsel niet als ‘aan huis gebonden beroep (vrij beroep)’, tenzij de onderneming/beroepsbeoefenaar anders aan kan tonen.