best practices Pal-V, Edel Group en Futurion over vliegende auto’s, alarmerende tapijten en robots pag. 6 zet kennis in werking NR.
7
OKTOBER 2014
Opinie Hoe blijf je de wet van de remmende voorsprong voor? pag. 20
Achtergrond Koudwatervrees rond crowdsourcing pag. 14
Column Situaties waarin je beter niet kunt innoveren pag. 27
Bestaat hét gouden ei nog? Of is innovatie een utopie…
5+1 innovatie trends
2
WinWin
nr.7 oktober 2014
Ten Geleide
Innovatie:
‘ Van Willy Wortel tot Steve Jobs’
K
ent u Gyro Gearloose? Dat is de bekendste innovator van de wereld. Wij kennen Gearloose onder de naam Willy Wortel uit de Donald Duck, waarmee hele generaties zijn opgegroeid. Hij werd geassisteerd door Lampje, door hemzelf tot leven gewekt. Een robot avant la lettre, zou je kunnen zeggen. Innoveren was jarenlang het exclusieve domein van de verstrooide uitvinder. Maar de tijden zijn veranderd. We zijn van de industriële massaproductie geruisloos in het tijdperk van de verfijnde technologie overgegaan. De digitale revolutie zorgt voor een totaal nieuw productielandschap. Daarin is permanente innovatie de sleutel tot economisch succes en welvaart. Wie de boot in dit opzicht mist, verliest de aansluiting op de wereld markt. We worden allemaal een Willy Wortel, maar dan als vernieuwers die middenin de samenleving staan. En die erin slagen voortdurend te anticiperen op de snelle technologische ontwikkelingen. Willy Wortel is Steve Jobs geworden. Jobs stelde: je produceert niet voor wat de klanten nu willen, maar voor wat ze in de toekomst willen. Je zorgt dus dat je altijd een paar stappen vooruit denkt. Dat is de kern van innoveren in onze tijd. ‘Innovatie maakt het verschil tussen een leider en een volger’. Wie alleen volgt, komt altijd te laat en delft het onderspit in de moderne concurrentie op wereldschaal.
Colofon WinWin wordt u aangeboden door Windesheim. Het kennis magazine biedt harde feiten, nuttige analyses, slimme praktijk voorbeelden en opinies van mensen die weten waarover ze praten. Windesheim verspreidt het blad onder ondernemers, hogere managers en bestuurders.
Redactieadviesraad: Hans Groenhuis (ROVA), Ralph Keuning (Museum de Fundatie), Kristel LeerkesBoerhof (Boerhof Projectinrichters), Maarten Roef (Wavin) en Simone van Ruth (MEE IJsseloevers) Hoofd- en eindredactie: Marketing en Communicatie Windesheim
Blijvend vernieuwen betekent ook een leven lang leren. Banen waarvoor we nu opleiden, bestaan over tien jaar niet meer of zijn totaal veranderd. En er komen in hoog tempo nieuwe banen bij waarvoor direct al adequaat moet worden opgeleid. Regionale bedrijven, instellingen en beroepsonderwijs moeten daarom nauw samenwerken. Innovatie krijgt bij uitstek vorm en inhoud in de regionale samenleving. En niet zozeer de multinationals, maar het MKB is de motor van de innovatieve ontwikkeling. Juist in deze sector kan snel geschakeld worden en kunnen nieuwe ontwerpen snel in concrete producten en diensten worden om gezet. Innovatie vraagt een cultuuromslag: open lijnen en een optimale samenwerking. De concurrent zit niet meer om de hoek in eigen land, maar in het buitenland. Hoe kijken wij hier in onze regio tegenaan? Zijn we bereid om onze kennis te delen? Zijn we volgers of leiders? Welke innovatieve projecten hebben we inmiddels opgepakt? Daarover gaat deze WinWin.
Journalistieke begeleiding: Maters & Hermsen Journalistiek Vormgeving: Hemels van der Hart Fotografie: Hollandse Hoogte, Fotopartners, Shutterstock, iStockphoto
Albert Cornelissen, Voorzitter College van Bestuur Windesheim
Teksten: Windesheim en Maters & Hermsen Journalistiek Overname van artikelen en beeld uit WinWin is alleen toegestaan na goedkeuring van Windesheim. Meningen in dit magazine weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de mening van Windesheim.
Suggesties Heeft u opmerkingen over de inhoud of suggesties voor onderwerpen? Mail naar:
[email protected] of schrijf naar: Redactie WinWin Postbus 10090 8000 GB Zwolle
3
6
WinWin NR.
7
Thema:
Bestaat hét gouden ei nog?
Innovatie
4 De beste innovators volgens Windesheim
Drie ondernemers die het anders doen. Hoe hebben zij hun gouden ei gevonden?
Open innovatie 3 vragen aan een innovatiedeskundige
13
WinWin’s top 5
20
Crowdsourcing Koudwatervrees
14 27
Column: 15 situaties waarin je beter niet kunt innoveren
En verder: 05 Agenda 12 Innovatietrends 18 Opdrachten aan Windesheim 25 Uitgezocht 26 3x WinWin
Goed gesprek over innoveren Juist in tijden van crisis
26 De vier glazen bollen van Windesheim
4
WinWin
nr.7 oktober 2014
WInWIN's top 5 Boeiende sprekers over innovatie
Innovatie; een buzz-woord of worden er met regelmaat gouden eieren gelegd? Wanneer innoveer je en hoe doe je dat? WinWin vond op het web vijf veelvuldig geciteerde sprekers over baanbrekende innovaties en inzichten. Daan Roosegaarde De wereld zoals we ‘m kennen werkt niet meer. Daarom wil Daan Roosegaarde de aarde updaten. De (innovatie)kunstenaar, vermaard in binnenen buitenland, noemt zich een hippie met een businessplan. Samen met zijn team van inge nieurs en ontwerpers, creëert hij interactieve ontwerpen zoals Dune, Intimacy en Smart Highway. Deze ontwerpen leggen verbanden tussen ideologie en technologie. Dat resulteert in wat Roosegaarde techno-poëzie noemt. De creatieve duizendpoot is een veelgevraagd spreker (TEDx, Design Indaba, De Wereld Draait Door). Hij heeft verschillende internationale prijzen gewonnen (INDEX Design Award, World Technology Award, Dutch Design Awards (2x), Charlotte Köhler Award, Accenture Innovation Award en China’s Most Successful Design Award).
Rogier van Kralingen Rogier van Kralingen combineert strategisch inzicht met creativiteit. Op een heldere en speelse wijze geeft hij inzicht in ingewikkelde materie als merkontwikkeling, marketing innovatie en positionering. De schrijver, spreker en muzikant is co-founder van het consultancybedrijf voor markt- en merkinnovatie vKralingenCompany. Hij is tevens mede-auteur van de boeken ‘De Groeimotor’ en ‘Emotionele Innovatie’ en redacteur van ‘De C2B Revolutie’ en ‘Frontrunners’. “Als je aan consumenten vraagt waar zij behoefte aan hebben en je laat je daardoor leiden, ben je aan het sturen met
de achteruitkijkspiegel. Op die wijze kom je niet tot innovaties”, aldus Rogier. Zowel in eigen land als in de VS is Rogier een veelgevraagd en gewaardeerde presentator van boeiende lezingen.
Dr. Carolien Smits ‘Innoveren in de ouderenzorg is hard nodig. Simpelweg omdat er een tekort komt aan verzorgend personeel en omdat er steeds meer ouderen komen. In de toekomst verzorgen ouderen andere ouderen’, zegt Carolien Smits, lector Innoveren in de Ouderenzorg bij Windesheim,’zo vreemd is dat niet, we doen dat nu al vaak, via mantelzorg of vrij willigerswerk.’ Carolien leidt bij Windesheim een multidisciplinaire onderzoeksgroep die toegepast onderzoek verricht naar de integrale beroepspraktijk van sociale en zorgprofessionals rondom oudere volwassenen: verlopend van preventie, wonen en welzijn naar langdurige zorg. Ze is betrokken bij diverse innovaties uiteenlopend van knuffelrobots en nieuwe ICTcommunicatieplatforms tot het implementeren van gezamenlijke besluitvorming rondom ouderen met dementie en persoonsgerichte zorg. De psycholoogsociaalgerontoloog stelt in haar werk altijd de eigen regie en zelfred zaamheid van ouderen centraal.
Boyan Slat Hoe ruim je de 7.250.000 ton plastic afval die onze wereldoceanen vervuilen op? De Delftse luchtvaart- en ruimtevaarttechniekstudent
Boyan Slat had op negentienjarige leeftijd een lumineus idee. Hij bedacht een installatie van lange drijvende armen die in de vorm van een V op strategische plekken in zee worden geplaatst. Door de stroming hoopt het plastic zich op langs de armen, wordt ‘de plastic soep’ gevangen, opgeslagen in verzamelstations en daarna opgehaald door een tanker. De jonge uitvinder heeft met zijn scriptie verschillende prijzen gewonnen. Inmiddels heeft Boyan zijn eigen stichting, The Ocean Cleanup, en werken verscheidene onderzoeksinstituten en bedrijven kosteloos mee aan het innovatieve project. Boyan maakt als jonge spreker veel indruk. Hij krijgt zowel nationaal als internationaal veel belangstelling.
Hilde Roothart Hilde Roothart is een pionier op het gebied van onderzoeken en vertalen van trends. Vanaf 1997 houdt ze zich met haar bureau Trendslator bezig met dit nieuwe vakgebied. Daarvoor deed ze ervaring op als prognosestylist en forecaster voor styling- en designbureaus in binnen- en buitenland. Als specialist op het gebied van ‘Futuring’ signaleert zij trends en vertaalt deze naar strategieën, concepten, markten en merken. Op die wijze helpt zij organisaties trends te vertalen naar een visie op de toekomst. In haar presentaties geeft ze aan hoe die vertaalslag van inspiratie en informatie naar creatie en innovatie kan worden gemaakt. Hierdoor is Hilde een veelgevraagde spreker op congressen.
5
Innovatieroutes in de zorg Hoe bereikt uw zorginnovatie de patiënt? Onderzoekers van Windesheim ontwikkelden het handzame boekje ‘Innovatieroutes in de zorg’. Deze is nu ook in een korte animatie te bekijken. Dit filmpje, dat in samenwerking met Zorg voor Innoveren is ontwikkeld, toont vier innovatieroutes om innovaties succesvol te laten landen in de zorg. De verschillende routes voor ICT-innovaties in de zorg zijn hiermee nog inzichtelijker. Het is het resultaat van het tweejarige onderzoek ‘Succesvol ondernemen met eHealth’. Benieuwd naar het filmpje? Ga naar YouTube en zoek op ‘Innovatieroutes in de zorg’ of ga naar innovatieroutesindezorg.nl.
Bekijk de WinWin ook online!
Winnovatie
Juiste 3D-print in 3 stappen
Agenda 18/11/14 Dag van de Sociale Innovatie Organisatie: Windesheim Inhoud: ‘Hoe houd ik mijn bedrijf innovatief en hoe onderneem ik slim in een veranderende economie?’ Aan innovatietafels door heel Nederland delen ondernemers en medewerkers hun ervaringen en ideeën. Sjiera de Vries, lector Sociale Innovatie en Verscheidenheid, nodigt u uit aan de innovatietafel bij Windesheim. Datum en tijd: dinsdag 18 november 2014 van 13.00 – 17.00 uur Locatie: Windesheim, Campus 2-6, 8017 CA Zwolle Kosten: geen Informatie: windesheim.nl/agenda
Vindt u het lastig om te bepalen welke 3D-printtechniek voor u de juiste is? Onderzoekers van Windesheim lanceerden onlangs een beslismodel voor mkb’ers in de kunststofindustrie. De tool helpt ondernemers bij het kiezen van de meest geschikte 3D-printtechniek voor hun product. Het lectoraat Kunststof technologie van Windesheim concludeerde na onderzoek dat er veel informatie beschikbaar is over 3D-printen maar dat bruikbare richtlijnen ontbreken. Onderzoeker Masja Mooij: ‘3D-printen ontwikkelt zich razendsnel. Bij de meeste mkb’ers in de kunststofindustrie is de techniek toepasbaar. Het ontbreekt echter aan kennis over de mogelijkheden om te kiezen voor de juiste techniek.’ Daarvoor kunnen de ondernemers voortaan dus Windesheims beslismodel gebruiken. Het beslismodel is gratis te downloaden op windesheim.nl/onderzoek.
04/12/14 Masteravond: van informatie- naar innovatietijdperk Organisatie: Kennispoort Regio Zwolle Inhoud: Bent u klaar voor een andere economie met andere eisen? Wanneer de wereld zo snel verandert is harder je best doen wellicht niet de oplossing. Velen van ons hebben dat geprobeerd, zonder resultaat. Jan Bommerez spreekt over de overgang van het informatietijdperk naar het innovatietijdperk. Wat betekent dat voor uw organisatie, uw leiderschap en uw medewerkers? Hoe bereidt u uzelf en uw organisatie hierop voor? Datum en tijd: donderdag 4 december 2014 van 18.00 – 21.30 uur Locatie: Evenementenhal, Energieweg 2 in Hardenberg Kosten: geen Informatie: kennispoortregiozwolle.nl
03/06/15 Crossover Innovation Challenge Organisatie: Kennispoort Regio Zwolle Inhoud: Topsprekers, workshops en talloze innovaties. Dé ingrediënten van dit innovatiecongres. Het congres van 4 juni jl. was volgeboekt. Marius Woldberg, directeur Kennispoort Regio Zwolle: ‘Wie bij andere sectoren of bedrijven over de schutting kijkt, komt tot andere oplossingen en wellicht zelfs andere, nog open te breken markten. Wij ondersteunen graag bij het tot stand brengen van dergelijke innovaties.’ Save the date! Datum: woensdag 3 juni 2015 Locatie en kosten: nog niet bekend Informatie: Meer informatie volgt op kennispoortregiozwolle.nl/innovatieaward-regio-zwolle
6
WinWin
Bestaat hét gouden ei nog? Of is innovatie een utopie…
Geen In 2013 go u den eieren? heeft het rd In ja 2013 zijn il m Rijk 6,45 2 n .0 e 29 v octrooien euro uitgege n ve te rl c ee je n ro d aan de aan R&D-p se d B V n a N rl ederland. van het Nede is t In a 2 d 01 , n 2 waren e v bedrijfsle d n it a n og 1. 895. 10% meer d . 2 1 0 in 2
nr.7 oktober 2014
7 door: bart de haan beeld: shutterstock
Innovatie is nodig om uit de huidige economische crisis te komen. Dat denkt bijna tweederde van de Nederlanders. Je zou dan ook verwachten dat Nederland volop aan het innoveren is. Dit blijkt nog niet uit de cijfers. Nederland is volgens de Europese Commissie meer volgend dan leidend. Op de ranglijst van de meest innovatieve economieën in de Europese Unie is Nederland gezakt van de vijfde naar de zesde plaats. Zweden, Denemarken, Duitsland en Finland behoren tot de topgroep ‘innovatieleiders’. Daarna komen de ‘innovatievolgers’, waaronder Nederland. CEO’s en directeuren geven aan dat in de praktijk 90% van de innovaties alleen maar geld kost, slechts 10% is succesvol. Dan maar niet innoveren? WinWin zocht drie ondernemers op die het anders doen. Hoe hebben zij hun gouden ei gevonden?
Nederlanders brengen in 2016 vliegende auto op de markt
“Dit is geen innovatie, maa r wereldgeschied enis” Robert Dingem (PAL-V)
anse
De droom die een vlucht nam Al sinds de uitvinding van de verbrandingsmotor bijten ontwerpers hun tanden stuk op de vliegende auto. De doorbraak werd bereikt in Raamsdonksveer. De PAL-V heet het voertuig. Er is een prototype en die doet het. ‘De aanvragen van over de hele wereld stromen binnen’, meldt CEO Robert Dingemanse. De wordingsgeschiedenis van de PAL-V is een verhaal van volharding. ‘Dit hele project draaide om oplossingen verzinnen voor telkens nieuwe problemen’, zegt Dingemanse. Die hobbelige reis begon met een frustratie. John Bakker, een recreatieve vlieger, vond het maar irritant dat hij niet van deur tot deur kon reizen in één voertuig. ‘Vlieg je van het ene naar het andere vliegveld en kun je door het weer niet terugvliegen, dan zit je vast.’ De oplos sing: een auto die je naar een vliegveldje rijdt en daar verandert in een vliegtuig. Vanaf 2000 stortte Bakker zich op die droom.
Doorbraak Het was een andere uitvinding die de droom vleugels gaf. In 2005 kwam de Carver op de markt, een kruising tussen een auto en een motor op drie wielen. Het unieke kantelsysteem (sturen als een auto, zwenken als een motorfiets) bleek de missing link voor de ontwikkelaars van de PAL-V. Vanaf 2008 zijn de zaken professio neel opgepakt. Al ging dat niet van een leien dakje. ‘Het product
was zó vooruitstrevend dat het niet in hokjes paste. Ontwikkel partners en investeerders haakten af.’ Met steun van particulieren die wel geloofden in de droom én subsidies uit innovatiepotjes lukte het. De meeste tijd en geld gaan op aan de certificering binnen bestaande regelgeving. Voor discussies zoals die worden gevoerd rondom drones is Dingemanse niet bevreesd. ‘Voor drones zijn geen regels maar de PAL-V is in de lucht een gewoon vliegtuigje. De regelgeving hoeft dus voor ons niet te veranderen.’ Begin april 2012 maakten de pioniers het nieuws van de eerste vlucht wereldkundig. Ze moesten om het hardst roepen dat het echt géén 1 april-grap betrof. Daarna stond de telefoon niet meer stil. ‘Vanuit de hele wereld stromen dagelijks aanvragen binnen’, meldt Dingemanse. De vliegende auto blijkt een gewild speeltje voor kapitaalkrachtige liefhebbers van Top Gear, maar het is óók een laagdrempelige instap voor hobby-vliegeniers. In 2016 worden de sleuteltjes overhandigd aan de eerste klant. Dingemanse weet al aan wie, maar houdt die primeur onder de pet. Overigens zijn het niet alleen liefhebbers die aan de bel trekken. Er is professionele belangstelling van hulpdiensten, leger en politie. Het voertuig kan immers razendsnel van rol wisselen én langzaam en laag vliegen. Of zoals Dingemanse dat zegt: ‘dit is geen innovatie, LEES VERDER OP maar wereldgeschiedenis.’
PAGINA 8
8
WinWin
nr.7 oktober 2014
Over Robert Dingemanse Robert Dingemanse (50) studeerde in Delft en aan de Erasmus Universiteit. Bij Philips lanceerde hij nieuwe producten en leidde hij de strategieverandering van verschillende bedrijfsonderdelen. In 2008 was hij mede-oprichter van PAL-V, waar hij sindsdien de zakelijke leiding heeft.
Robert Dingemanse is volgens de Forbes innovatie-indeling een typische ‘mover’: een visionaire innovator die geschiedenis schrijft. Van de huidige jongeren ziet 13% zichzelf als een dergelijke vernieuwer.
Over de PAL-V PAL-V staat voor Personal Air & Land-Vehicle. De makers gebruiken de afkorting niet. Ze hopen dat PAL-V een zelfstandige soortnaam wordt. ‘Het is een fenomeen’, klinkt het zelfbewust. En niet zonder reden. De vliegende auto wordt wereldwijd omarmd als een baan brekende technologische revolutie.
de lucht is de actieradius 350 kilometer. Er t twee personen in. Met één persoon en wind mee vlieg je overigens wel 500 kilometer ver. De eerste serie gaat vanaf 2016 voor een half miljoen euro per stuk over de toonbank. Een reguliere PAL-V gaat rond de 300 duizend euro kosten.
Geschiedenismakers gezocht! De driewieler heet in luchtvaarttermen een gyrocopter. Groot voordeel is dat de besturing van een gyrocopter relatief eenvoudig is. Het brevet om te mogen vliegen met de PAL-V valt in zo’n 30 uur te halen. Om te rijden volstaat een gewoon autorijbewijs. Omdat je doorgaans vliegt in uncontrolled airspace hoef je niet per vlucht een vliegplan in te dienen. Die laagdrempeligheid geldt ook voor het brandstofgebruik. Hij rijdt én vliegt gewoon op Euro95. Tanken kan aan elke pomp. Om op te stijgen heeft de PAL-V, die leeg zo’n 660 kilogram weegt, 150 meter nodig. Om te landen volstaat 30 meter. Op de weg en in de lucht wordt een snelheid van 180 kilometer per uur gehaald. Door
Nu de vliegende auto de sprong maakt van prototype naar serie productie is PAL-V op zoek naar medewerkers. ‘Ervaren technici uit de luchtvaart en de automotive, alsmede een ontwikkelingsmanager. Mensen van universitair niveau, maar wel aanpakkers die geloven in een droom’, meldt Robert Dingemanse. Ook investeerders zijn welkom. Het bedrijf heeft nog beperkte mogelijkheden om mee te investeren. www.palv-com
De innovatietypes van Forbes Na grootschalig onderzoek onder Amerikaanse en Europese CEO’s zijn er volgens het tijdschrift Forbes 5 types innovators: The Mover Een visionaire innovator die geschiedenis schrijft. The Experimenter Een nieuwsgierige en toeg ewijde onderzoeker die uitgaat van de gedachte ‘waar een wil is, is een weg’. The Hanger-on Een realistische innovator die vooral let op haalbaarheid, compromissen en kosten. The Star Pupil Een leergierige vernieuwer die het beste uit iedereen haalt. The Controller Een zeer voorzichtige en calculerende innovator die risico’s wil uitsluiten.
9 Robbert Wapstra, een calculerende innovator. Van de jongeren is 6% een ‘controller’.
“Wij winnen us niet op prijs, d we moeten wel ’’ innovatief zijn ra Robbert Wapst p) ou Gr (Edel
Tapijt kan innovatief zijn …en zelfs zorgvraagstukken oplossen
Over Robbert Wapstra Geboren in Zaandam ging Robbert Wapstra (51) na zijn militaire dienst werken voor een houtbedrijf in Kampen als expat in Ivoorkust. Daarna stapte hij over naar een bouwbedrijf. In 2007 begon hij bij tapijtmaker Edel als controller. In 2010 werd hij algemeen directeur. Wapstra is getrouwd met Jeanet, verpleegkundige en afgestudeerd jurist. Zijn kinderen van 17, 19 en 21 jaar studeren (Veiligheidskunde, IT en Medische Biologie).
Veredeling Hoe innovatief kan tapijt zijn? Héél innovatief, zegt Robbert Wapstra vanuit Genemuiden, het regionale Mekka van de tapijtindustrie. Zijn bedrijf Edel Group staat bekend als open en vernieuwend. Begin 2015 betreedt Edel de zorgmarkt met een detectievloer die automatisch alarm slaat als een oudere bewoner valt. Veel mensen denken bij het woord ‘innovatie’ niet aan tapijt. ‘Daar heb ik een ander beeld bij, maar dat sentiment herken ik. Tijdens een rondleiding aan studenten vroeg ik: “Wat is het eerste waaraan je denkt bij het woord tapijt?” Een jongen zei: “Aan mijn oma”. ’Over oma’s gesproken. Eén op de drie mensen boven de 65 jaar maakt jaarlijks een val. Klopt het dat Edel werkt aan een product rond dat maatschappelijke probleem? ‘We ontwikkelen een vloer die zo’n val detecteert. We zijn drie jaar geleden benaderd door een softwarebedrijf en vonden het meteen interessant. Zeker nu ouderen langer thuis blijven wonen, is het nóg belangrijker dat slimme systemen, zoals de detectievloer, zorgvraagstukken oplossen. Hoe het werkt? We ontwikkelen een ondervloer die bestaat uit tegels met daarin een zwak elektrisch veld. Bij verstoring van het veld wordt een signaal naar de meldkamer verzonden zodat actie kan worden ondernomen. Het blijkt een lastige ontwikkelklus. We moeten nieuwe verlijmings technieken toepassen en onderdelen vochtbestendig LEES VERDER OP maken. Ook moet de vloer wél een gevallen oudere PAGINA 10 detecteren, maar niet die zware boodschappentas.’
10
WinWin
Waarom stapt u in zo’n avontuur als de ontwikkeling drie jaar duurt? ‘We geloven in de markt, in de maatschappelijke potentie en dat wij oplossingen in huis hebben. Bij Edel hebben we bijna alle disciplines rondom tapijtproductie in huis. We produceren en veredelen garens, tuften en backen het tapijt en doen onze eigen verkoop. Ook hebben we alle aspecten rondom ontwikkeling in eigen hand. Maar we zijn tegelijkertijd geen enorm grote tapijtfabriek. Met onze bedrijfsom vang winnen wij het niet op prijs van de grote jongens, dus moeten wij ons onderscheiden met service en innovatie. We nemen beheerst risico’s en ontwikkelen dit stap voor stap.’ Wanneer komt deze vloer op de markt? ‘Aan het eind van 2014 is een proefvloer klaar en wordt deze uitgebreid getest. In 2015 willen we de verkoop opstarten. In eerste instantie richten wij ons op zorginstellingen. In die professionele omgeving kunnen we de programmatuur exact inregelen. Pas als we daar voldoende ervaring hebben opgedaan, maken we de sprong naar de particu liere markt en andere sectoren. (red: Robbert staat op en pakt een ingelijst vloerdeel uit de kast.) Kijk, zo ziet de detectievloer eruit…’ U legt het open en bloot op tafel... ‘Ja hoor. We laten dit ook zien op beurzen. Er is veel belangstelling voor. Ook uit andere disciplines. Architecten vinden dit enorm interessant.’ Bent u niet bang dat concurrenten uit lagelonenlanden aan het kopiëren slaan? ‘Nou ja, we geven niet alle details prijs natuurlijk. Maar de essentie is dat
Google-generatie reageert WinWin polste onder de Google-generatie, jongeren opgegroeid met technologische vooruitgang, hoe zij aankijken tegen innovatie.
Hoe belangrijk vinden toekomstige CEO’s innovaties?
succesvolle producten in onze branche nou eenmaal worden geko pieerd. Dat accepteren wij als een voldongen feit. Ons antwoord? Continu blijven innoveren.’ Een zelfbewuste houding… ‘Op persoonlijke titel durf ik zelfs te beweren dat we de maatschap pij een groot plezier doen als grote spelers serieus aan de slag gaan met onze detectievloer.’ Hebben jullie naast de detectievloer meer innovatieve voorbeelden? ‘Zeker. We hebben bijvoorbeeld samen met een Duits chemisch bedrijf een nieuwe backing, dat is de tapijt rug, ontwikkeld. Ceneva® heet dat. Bijzonder is eigenlijk wat er niet in zit. Dit tapijt ruikt niet en de brandgevoeligheid ligt lager. Ook nieuw is Pamina, het zachtste tapijt. Een verkoopsucces. We wisten uit marktonderzoek dat klanten daar behoefte aan hebben. Het is een drukke, chaotische tijd. Thuis willen mensen de schoenen uitschoppen en op een comfortabele vloer lopen.’ Hoe komt u tot het besluit om tijd en geld te investeren in iets nieuws? ‘Dat doe ik nooit alleen. Ik heb de wijsheid niet in pacht. Wij zoeken altijd de balans tussen verkoop, productie en financiën. Door de opmars van harde vloeren en de slechte huizenmarkt moeten we op al die parameters sturen. Verkoop is belangrijk, het product moet kwalitatief onder scheidend zijn én het moet financieel uitkunnen. Alle disciplines zitten aan tafel als we ontwikkelbesluiten nemen.’ Maken jullie ook wel eens pas op de plaats? ‘We hebben onderzoek verricht naar biocomposteerbaar tapijt. Een prachtig idee: tapijt dat ná gebruik op de composthoop kan! We moesten echter zoveel problemen overwinnen, dat het voor ons financieel onhaalbaar was. Een pijnlijk besluit. Wat is er mooier dan iets maken dat de maatschappij verbetert én omzet genereert?’ De tapijtbranche heeft het moeilijk. Vormt dat een bedreiging voor vernieuwing? ‘Voor ons is het juist een drijfveer, maar je moet wel de beschikking hebben over mensen, tijd en geld. Na moeilijke jaren hadden we in 2013 een beetje ruimte om te investeren. Dat geld staken we meteen in warmteterugwinning. Dat levert nu al een besparing op van 75 duizend euro per jaar.’ Hoe organiseren jullie innovatie? ‘We maken altijd één iemand uit het managementteam verantwoordelijk. Die moet het plan SMART maken en een degelijke business case opleveren. Maar tot een paar duizend euro mag iedereen kansen verkennen. Mensen mogen freewheelen. Een operator mag proberen om instellingen op een machine te veranderen als hij denkt dat het winst oplevert. Dat werkt motiverend. Mensen die de ruimte krijgen om creatieve dingen uit te proberen, blijven loyaal is onze ervaring. Zijprojectjes, die maken het werk leuk! Een productiemedewerker kwam zo op het lumineuze idee om een gereed tapijt ná productie te scheren. Zo krijg je er prachtige patronen in. Geweldig toch?’
7%
20%
Van levensbelang Ze horen erbij We kunnen wel zonder
nr.7 oktober 2014
73%
Samenwerken in onderzoek Innovatie-personalities onder Wifi-jongeren:
6% 19%
Gaan de Facebook-jongeren zich in hun werk bezig houden met innovaties? Nee 13% JA 87%
≥ Controllers
19%
≥ Star Pupils
≥ Experimenters
≥ Movers
13%
≥ Hangers-on
44%
TechForFuture, het Centre of Expertise High Tech Systemen en Materialen Oost (een initiatief van Saxion en Windesheim) onder zoekt voor Edel diverse aspecten van ‘de slimme vloer’. Daarnaast zijn ook MEA Smart BV, Tex perium en LC Maan Engineering BV betrokken bij de ontwikkeling. Onderzoekers en studenten van Windesheim ontwikkelen een app waarmee je voor elke willekeurige ruimte de detectievloer precies op maat kunt maken.
Over Edel Group Edel Group is één van de grotere tapijtmakers in Genemuiden. Het familiebedrijf onderscheidt zich met vernieuwende producten en een hoge service. De belangrijkste afzetmarkt is West-Europa. Met name in Groot-Brittannië lopen de zaken goed. Hoewel de tapijtin dustrie krimpt schrijft Edel, na moeilijke jaren, sinds 2011 zwarte cijfers. Door een verlaging van de productiekosten en succesvolle productinnovaties verwacht Edel in 2014 wederom betere cijfers te kunnen laten zien. Edel heeft zo’n 120 medewerkers in dienst.
11 De ‘experimenter’. 44% van de jongeren is, net als Henk Wiersma, een innovator volgens het motto ‘waar een wil is, is een weg’.
“Waar een wil is is een weg” Henk Wiersma (Futurion)
Over Henk Wiersma Henk Wiersma (60) richtte in 1976 in het Duitse
Fabriek van de toekomst is al bijna af In Hardenberg verrijst de fabriek van de toekomst. De staalconstructie staat overeind. In maart start de productie. In het nieuwe Futurion gaan robots het meeste werk doen. Onmenselijk? Nee hoor, hoogopgeleide medewerkers blijven onmisbaar. Zij mogen hun eigen werktijden indelen én krijgen een bruine kroeg.
Itterbeck (vandaar de naam Itter) een bedrijf op dat geautomatiseerde besturingssystemen leverde. Later legde Itter zich toe op de bewerking van aluminium onderdelen. Voor de productie van kleine series en exclusieve onderdelen bedacht Wiersma het concept Futurion. Begin 2015 gaan Itter én Futurion samen in een nieuw vooruitstrevend pand op industrieterrein De Broeklanden in Hardenberg. Wiersma is door RTL-Z genomineerd voor een Succes Award 2014 en de zender gaat de bouw van de fabriek volgen. In 2016 wil Wiersma met pensioen. Volgens plan gaat zoon Frank (30) het bedrijf overnemen. Frank is al vele jaren actief binnen het bedrijf en deelt zijn passie met zijn vader. Wiersma senior gaat niet stilzitten. Los van de waan van de dag wil hij zich bezighouden met innovaties rond duurzame voedselproductie.
Het is een cliché om een interview te beginnen met een dampend kopje koffie. Maar bij Henk Wiersma is het een dingetje. Zijn koffie komt in vierkante kopjes. Vervolgens observeert Henk zijn gasten. ‘De meeste mensen zoeken toch het meest ronde stukje op en drinken vanuit het hoekje. Bij dit model heel onhandig.’ Voor Wiersma een cue om te vertel len over de ballast van traditie. De vernieuwer laat weten dat we ‘eigen lijk te vroeg komen’. De fabriek van de toekomst, zijn geesteskind, is in aanbouw. Wiersma slingert zijn desktop aan en op een flatscreen ver schijnen real time beelden van de bouwput, tweehonderd meter verder op. ‘Daar groeit de droom.’ Elke dag deelt Henk een timelaps van de vor deringen met zijn medewerkers en andere geïnteresseerden.
Robots Deze winter verhuizen twee ondernemingen naar de droomfabriek. De één is Itter, het bedrijf dat Wiersma oprichtte in 1976. De metaalbewerker ontwerpt en freest aluminium onderdelen voor high tech afnemers. Denk aan machinefabrieken, makers van medische apparatuur en vliegtuig bouwers. In het nieuwe Futurion wil Wiersma met zo min mogelijk werknemers kleine series maken. Het wordt een fabriek vol robots. ‘Want alleen met een onbemande productie kan Futurion de con currentie met lagelonenlanden als China aan.’ Bovendien omzeilt Wiersma zo de, in zijn ogen, geringe beschikbaarheid van vaardig technisch personeel. ‘De ontmanteling van het lagere technische
12
WinWin
onderwijs is me een doorn in het oog.’ Volgens Wiersma is ‘mens-arm en innovatie-rijk’ dé gouden combinatie om maakindustrie in Nederland te houden. ‘Belangrijk, want iedere baan in de maak industrie is goed voor twee andere banen in de logistiek of toelevering. Bovendien kan onze kenniseconomie niet zonder maakindustrie. Je kunt wegenbouwers of werktuigbouwkundigen opleiden, maar als die niks kunnen maken is dat weggegooid geld.’
nr.7 oktober 2014
De wanden zijn geïsoleerd met schapenwol en gemaakt van Nederlands hout. ‘Tegen de tijd dat de planken aan vervanging toe zijn, is er een nieuwe boom gegroeid.’ Om het pand heen wordt een waterpartij gegraven die Wiersma wil gebruiken voor de koeling. Al hoeft er niet enorm veel gekoeld te worden, want machines kiest Wiersma altijd uit op hun lage energieverbruik.
Sociale innovatie Evolutie Hoe het eraan toegaat in de fabriek van de toekomst, toont Wiersma in een 3D-animatie. Een robot pikt een plaat aluminium op en glijdt over een rails langs alle machines die nodig zijn voor de benodigde bewerking. Aan het eind van die rit legt de robot het op maat ge freesde, of geboorde onderdeel op een magazijnwagentje. Het karretje rijdt uit zichzelf naar het magazijn en legt het onderdeel op de juiste plank. Wat Futurion aan mensen nodig heeft, zijn uitge kookte programmeurs aan de voorkant en expeditiemedewerkers aan de achterkant. Deze plannen zijn allesbehalve een bevlieging, stelt Wiersma. ‘Futurion is een filosofie, het product van een lange termijnvisie die heel geleidelijk evolueert.’ Wiersma gaat niet over één nacht ijs. Zo werkt in de huidige fabriek al een robot. De testopstelling kwam tot stand met innovatiesubsidies (5 ton) van de provincies Overijssel en Gelderland en een even groot bedrag van hemzelf. Daarnaast zijn klanten zoals VMI uit Epe en Océ uit Venlo volop ‘aangehaakt in het denkproces’. Naast de procesinnovatie is de fabriek van Wiersma ook vernieu wend op andere fronten. Het fabriekspand wordt een toonbeeld van duurzaamheid. Op het dak komen 336 zonnepanelen te liggen.
Dit soort duurzaamheid streeft Wiersma ook na in zijn relatie met de veertig medewerkers. Die krijgen een hoge mate van autonomie en mogen hun eigen werktijden indelen. ‘Of dat kan in een fabriek? Jazeker, maar dan wel het hele bedrijf inrichten rond dat concept.’ Ook het ontwerp van de fabriek ondersteunt de sociale innovatie. Zo verbindt een corridor de afzonderlijke bedrijfsonderdelen. ‘De aorta’, noemt Wiersma dat. Het is de wandelgang waar zwervende medewerkers elkaar bijpraten over lopende klussen. Dat de fabriek de vorm heeft van een boom is geen toeval. De inspiratie werd gele verd door een land- en tuinbouwdeskundige die Wiersma ontmoette op een open innovatiesessie. De bioloog en de ondernemer raakten aan de klets. Henk legde zijn fabrieksplannen voor en de man met de groene vingers schetste een organisch pand. ‘In de hele natuur zit dit ontwerp. Denk aan de stam van de boom. Dat is niet voor niks zo.’ De nieuwe fabriek vol robots wordt bepaald geen kille werkplek, stelt Wiersma. Zo bouwt hij voor personeel een inpandige, bruine kroeg. En in het kantoor komt een auditorium voor presentaties en innovatiesessies. Henk: ‘Ik moet bekennen dat ik reikhalzend uitkijk naar het moment dat ik gasten imponeer met het vrije uitzicht over de weilanden en bossen. En om daarna met ze de toekomst van de Nederlandse maakindustrie te bekijken.’
innovatietrends Ynte van der Meer (49) gaf met zijn ontwerpbureau innovaties vorm, werkt op Windesheim en is volop actief als innovatie-adviseur bij Kennispoort Regio Zwolle. Aan Ynte de vraag 5 innovatietrends te noemen én te illustreren met voorbeelden. 1. Samen is niet alleen ‘In clouds, clusters of communities. Mooi regio naal voorbeeld is Masterwall. Het idee van Herman Meester: de binnenwanden bevatten al sleuven en kanalen. Klanten bepalen achteraf waar contactpunten gewenst zijn en Master wall maakt die in enkele minuten. Zonder stof en gedoe voor de stucadoor. Domotica-experts dachten mee. Voor de afbouw is Boeve uit Lemelerveld de partner.’ www.masterwall.nl
2. Crowdfunding ‘Mobiliseer mensen die geloven in jouw plan. Niet alleen loyale vrienden maar ook mensen
die verder van je afstaan. Anders lukt het door gaans niet. Love 2 Fund is een hulpmiddel, voor markt en money.’ www.lovetofund.com
3. Cross-over ‘Steeds meer organisaties zoeken inspiratie buiten hun comfortzone. Goed voorbeeld is de Maan Group uit Raalte. Zij kunnen alles verlijmen. Zij kwamen in contact met een leverancier van potgrond die zich afvroeg of je potgrond niet bij elkaar kunt houden met lijm. Maan kwam met een biocomposteerbaar netje. Hebben ze prijzen mee gewonnen.’ www.maangroup.nl
4. De beleving van techniek ‘Cruciaal bij elke technische productinnovatie is de aansluiting op de belevingswereld van de klant. Bij de elektrische fiets is dat goed gelukt. Dat waren ooit echte “bejaardenap paraten” met veel zichtbare techniek. De Sparta Ion leek op een gewone fiets. Pas toen ging het echt los.’ www.sparta.nl/ion
5. Cocreatie ‘Samen met klanten ontwikkelen raakt voorzichtig in zwang. Goed voorbeeld is het studentenbedrijf vanuit Windesheim dat indoornavigatie mogelijk maakt. Werkt ook in betonnen gebouwen. De oud-studenten praten volop met potentiële eindgebruikers. Een ziekenhuis wil apparatuur koppelen aan het systeem. Zoek je een instrument, dan zie je op het scherm waar het ligt.’ www.movinsoftware.nl
+ 1: Overwin regels ‘Een kunst bij baanbrekende innovaties: bureaucratische beperkingen overwinnen. Een bedrijf in Ruinen maakt schoon door ozon toe te voegen aan water. Wasmachines kunnen met minder zeep toe. Het desinfecteert medische instrumenten, zwembaden kunnen zonder chloor. Maar wet- en regelgeving in Nederland schrijft chloor voor. Daar moet je omheen! Ik ben voor functionele regelgeving: niet voorschrijven hoe maar wat je moet doen.’
Over Kennispoort Ynte van der Meer werkt vanuit Windesheim voor Kennispoort, het innovatienetwerk dat zorgt voor (kruis)verbindingen tussen ondernemingen, onderwijs, onderzoek en overheid in de regio Zwolle (19 gemeenten). Zo stimuleert Kennispoort het samenwerken aan innovaties en delen van kennis en ervaring. Kennispoort biedt een platform waar deskundigen innovaties van ondernemers professioneel, onafhankelijk en praktijkgericht vooruithelpen. Ondernemers met kansrijke innovatieve ideeën worden begeleid van idee tot realisatie. Windesheim is één van de foundingpartners naast de provincie Overijssel, Regio Zwolle en Deltion.
13 Drie n vrage aan
Roy van Enkhuijzen
Open innovatie Roy van Enkhuijzen (35) is innovatiedeskundige bij Windesheim en coördinator van Green PAC iLab dat startende ondernemers ondersteunt bij het ontwikkelen van slimme innovatieve producten in de groene (vezel) chemie. De van huis uit industrieel ontwerper inspireert starters en incubators in de kunststofindustrie.
1. 2. 3.
Open innovatie, dat is een trend. Wat heb je daar nou voor nodig? ‘Frisse onafhankelijkheid. Wat goed werkt: géén financiële doelstellingen opgelegd krijgen. De vraag of het ooit geld oplevert, hangt er altijd boven. Als bewakers van financiën een doorslaggevende stem hebben, gaat er nog wel eens de stekker uit een project in die onzekere fase.’
Is dat het enige? ‘Een maatschappelijke uitdaging als uitgangspunt en partijen dichtbij dragen zeker ook bij aan open innovatie. Toch is leren innoveren moeilijk, want blauwdrukken bestaan eigenlijk niet. En oh ja, een open geest is ook een vereiste.’
Hoe kun je frisse onafhankelijkheid bereiken als je niet onafhankelijk bent? ‘Je kunt de deuren opengooien. Zet het eergevoel opzij en haal deze eigenschappen van buiten naar binnen. Zo leerde ik onlangs Bob Vroegh kennen. Die man komt aan in een truck en slaat vanaf jouw parkeerplaats aan het innoveren. Volstrekt authentiek, eigengereid en ongebonden. Bob is zo’n vrije geest. Ik heb hem gekoppeld aan een andere startup. Samen ontwikkelen zij een fiets met een kunststof frame. Veelbelovend!’ www.greenpac.eu
Green PAC is een open innovatiecentrum voor (groene) kunststoffen, vezels en composieten geïnitieerd door Stenden en Windesheim.
14
WinWin
nr.7 oktober 2014
15 door: bart de haan beeld: fotopartners en hollandse hoogte
Koudwater vrees rond
crowdcrowd sourcing Marcel Weber (Windesheim) weet uit onderzoek dat in Overijssel en Flevoland met cocreatie en crowdsourcing nog een wereld te winnen valt. Sander Snellink (TT-Engineering) is een ambitieuze en innovatieve ondernemer die vol zit met ideeën, maar op drempels stuit. Een tweegesprek. LEES VERDER OP
PAGINA 14
16
WinWin
Marcel Weber: ‘Ik denk dat jullie veel nieuwe producten en diensten samen met klanten ont wikkelen, toch?’ Sander Snellink: ‘Ik onderscheid twee soorten bedrijven. Het ene bedrijf ontwikkelt precies voor zijn klant wat wordt gevraagd, klassieke order-engineering. Het andere type ontwikkelt op eigen initiatief een product en gaat daarmee naar de klant. Creatief en ver rassend. Beide opdrachtgevers zitten in ons portfolio, maar het merendeel doet toch precies wat wordt gevraagd.’ Marcel: ‘Hoe komt dat?’ Sander: ‘Te weinig geld, te weinig tijd om kritisch naar het eigen product te kijken.’ Marcel: ‘Het klassieke verhaal van de hout hakker die hakt en hakt, maar geen tijd heeft om zijn bijl te slijpen!’
nr.7 oktober 2014
Sander: ‘Klanten krijgen de gelegenheid om vragen en issues uit te zetten bij ons, die we intern delen. Ik moet bekennen dat bedrijven niet staan te trappelen om issues op die manier met ons te delen. Koudwatervrees.’ Marcel: ‘Maar de crowd… dat zijn jullie eigen medewerkers?’ Sander: ‘Voorlopig wel. Later willen we dat uitbreiden.’ Marcel: ‘Bij crowdsourcing denk ik als theo reticus aan een ongedefinieerde massa, maar jullie werken met een afgebakende crowd?’ Sander: ‘Klopt. Ook al is het mooier dat ie dereen mag meedenken. Ik ken een bedrijf dat pompen verkoopt. Die kregen een order gegund voor een pomp op de zeebodem. Hebben ze nog nooit gedaan. Misschien heeft een duikinstructeur in Griekenland wel het ei van Columbus.’
Sander: ‘Precies. Stephen Covey hè?’
Marcel Weber Marcel Weber (60) uit Waalwijk is sinds 2012 associate-lector Cocreatie en Klantbeleving bij Windesheim. De oudluchtmachtofficier hing in 1999 zijn uniform aan de wilgen en ging werken als consultant bij Altuïtion. In 2011 promoveerde hij aan de TU Eindhoven op het onderwerp cocreatie (product- en dienstontwik-
Marcel: ‘Tijd nemen, is dat nou dé conditie die je nodig hebt? Of kun je de winkel ook openhouden en innoveren tegelijk?’ Sander: ‘Kan allebei. Je kunt als hoger ma nagement stimuleren dat er geïnnoveerd moet worden. Dan ontstaat er echt wel wat. Aan de andere kant van het spectrum staat de archetypische ondernemer die een kans ruikt en in alle vrijheid losgaat. Onze ervaring zit bij de grote bedrijven. Die gaan vanuit een verbetervisie wel op zoek naar innovatie. In onze branches zie ik juist mkb’ers die alleen maar de klantwens bevredigen. Die hebben geen tijd om te innoveren. Merk jij dat ook?’ Marcel: ‘Mijn ervaring is dat multinationals denken dat innovatiekracht wordt gemeten aan de hand van de R&D-bestedingen. Terwijl ik zelf geloof dat juist kleine ondernemers prima de interactie kunnen zoeken met hun omgeving. Zij staan dichter bij hun klant. Dat biedt kansen voor cocreatie!’ Sander: ‘In onze praktijk zie ik dat niet.’
keling samen met de klant). Uit een monitor in de verzorgingsregio van Windesheim blijkt minder dan de helft van alle regionale bedrijven aan cocreatie te doen.
Marcel: ‘Proberen jullie dat klimaat te ver anderen?’ Sander: ‘Als een engineer een project uitvoert bij onze opdrachtgever, dan is de projectom schrijving leidend en hebben wij weinig in vloed. Legt een klant een heel project bij ons neer, dan is onze invloed al groter. Wat wij sinds kort nastreven is dat klanten profiteren van al onze knappe koppen. Daarom zijn we begonnen met crowdsourcing.’ Marcel: ‘Hoe werkt dat?’
Marcel: ‘Uit onderzoek blijkt dat doodgewone amateurs tot de creatievere ideeën kunnen komen dan experts.’ Sander: ‘Ik wil niets liever dan met technische issues de boer op. Naar hogescholen, naar uni versiteiten. Maar dat is toekomstmuziek. Ik denk dat we daarvoor nog twee jaar nodig hebben. We moeten éérst vragen losweken bij onze klanten. Pas dan kunnen we een crowd mobiliseren. En die vragen komen nog maar mondjesmaat los.’ Marcel: ‘Waar ligt dat aan? Ligt het aan het middenkader of het hoger management?’ Sander: ‘Het hogere management heeft wei nig moeite om de buitenwereld naar binnen te halen. In de lagen daaronder zit weerstand. Leg een probleem neer bij een engineer, dan gaat-ie zelf aan de slag. Heel misschien schakelt hij de collega in die tegenover hem zit. Maar een vraagstuk posten op internet? De buitenwereld om hulp vragen? No way. Technici ervaren het vaak als een nederlaag als ze niet zelfstandig een vraagstuk kunnen oplossen. Ik worstel met die vraag: hoe krijg je engineers zo ver om zich kwetsbaar op te stellen? Ik volg een MBA en aan die vraag ga ik een studieproject wijden.’ Marcel: ‘Lukt het soms ook wel?’ Sander: ‘Ja! We hebben een live-sessie gedaan bij Stork. We vroegen managers om issues te benoemen en met 30 engineers van ons en 20 van hen zijn we ideeën gaan spuien. Dat werkte. De klant kreeg een frisse kijk op het eigen product. Die avond bracht zaken in be weging. Daar staat tegenover dat we in andere
17 gevallen merken hoe moeilijk het is om intrinsieke drive te genereren om mee te denken.’ Marcel: ‘Hoe kijk je aan tegen betaling van de crowd?’ Sander: ‘Dat kan werken. Innocentive doet dat. Of het voor ons werkt, betwijfel ik. Ons verdienmodel zit niet in de eerste ideeën. Volgens ons plan weken we idee ën los, bijna kosteloos, waardoor een project ontstaat. In dát project willen we wel commercieel meedraaien.’ Marcel: ‘Ben je bekend met Battle of Con cepts. Of CMNTY, het oude RedesigningMe? Partijen leveren een vraag aan en als leve rancier van ideeën verdien je punten die tellen op het cv. Of je verdient kortingen.’
Marcel: ‘Je moet niet bang zijn voor ruwe diamanten.’ Sander: ‘Inderdaad. Daarom beoordelen wij geen ideeën. We sturen onze klanten alle ideeën door die we genereren. Wie zijn wij om te bepalen wat onzin is en wat niet? We filteren niet. Maar ja, onze crowd is ook nog niet zo groot.’ Marcel: ‘Hoe gaan jullie om met cocreatie? Waarde toevoegen door samen te ontwik kelen met de klant?’ Sander: ‘Die interactie is bij ons volstrekt ingeburgerd. Het is onze corebusiness eigenlijk.’ Marcel: ‘Maar hoe gaat dat met eindge bruikers? Komen jullie daar ook?’
Sander: ‘Eerlijk gezegd heb ik over belo ningsvormen nog niet eens nagedacht. We moeten eerst die klant zover krijgen om vragen te delen.’
Sander: ‘Nee.’
Marcel: ‘Als het zover is, bel me dan. Bij Windesheim starten we met het Cocreatie Lab. Wij kunnen intermediair zijn voor 20 duizend studenten. Maar je hebt een punt. Bedrijven moeten eerst bereid zijn. Bedrij ven zien gewoon risico’s. Een gevaar is dat je jezelf afhankelijk maakt van anderen. Bovendien kan crowdsourcing ‘gekaapt’ worden door groepen die onzin spammen. Bij Lays kregen ze 700 duizend reacties toen ze een nieuwe chips-smaak zochten. Driekwart was onzin. Ben je daar niet bang voor?’
Sander: ‘Dat klopt, maar we verdiepen ons wel! We hebben voor Spyker gewerkt. De jongens die voor die klant werkten, waren de grootste autoliefhebbers.’
Sander: ‘Bij Lays won Patatje Joppie. Er loopt een dun lijntje tussen bagger en een briljant idee. Oh nee, dit komt vast als kop boven het artikel hè?’
Marcel: ‘Maar de eindgebruiker snappen, is het begin van elk goed ontwerp.’
Marcel: ‘Wat ik ook merk is dat er finan ciële weerstand zit. Bedrijven lijken nog niet te geloven dat door cocreatie de omzet kan stijgen en ontwikkelingskosten worden gereduceerd. Het wordt eerder beschouwd als kostenpost.’ Sander: ‘Klopt wel. En dat is onterecht. De belangrijkste winst is bovendien onmeetbaar. Medewerkers die creatief mogen zijn, die zijn loyaler. En klanten die serieus mogen meedenken, gaan jou als leverancier meer waarderen. Dat is de grootste kracht van samen.’
Sander Snellink De Zwolse werktuigbouwkundige Sander Snellink (39) begon bij TTEngineering als engineer, werd accountmanager en sinds 2006 is hij algemeen directeur. Hij volgt een MBA en houdt zich voor zijn studie bezig met de vraag hoe engineers open complexe vragen kunnen neerleggen bij de buitenwacht. Met
Over TT-Engineering De ingenieurs van TT-Engineering draaien projecten bij de klant of duiken binnen de muren van het eigen bedrijf in complexe problemen. Van idee tot prototype, van compleet ontwikkelproject tot technische tekening. De 56 medewerkers houden zich bezig met research & development voor de machinebouw, scheepsbouw, automotive en de aerospace. TT-Engineering heeft kantoren in Zwolle, Enschede en Arnhem. Lees meer op Www.tt-engineering.nl.
TT-Engineering maakte Snellink een begin met crowdsourcing. Op hun site kunnen klanten technische vraagstukken delen met een breed publiek.
18
WinWin
nr.7 oktober 2014
Hoe internationaliseren bedrijven in Oost-Nederland? Wat onderzoeken we? Welke stappen bedrijven in Gelderland en Overijssel nemen wanneer zij geld over de grens willen gaan verdienen. Hoe vindt het internationaliserings proces bij deze bedrijven plaats? En welke externe private en publieke partijen zijn van belang in dit proces? Belangrijk want: Door de toenemende economische globalisering kunnen bedrijven nieuwe markten aanboren, nieuwe werkge legenheid creëren en flexibeler opereren. Ook biedt internationalisering volop kansen voor innovatie. Veel bedrijven lopen echter tegen complexe vraagstukken aan. Zo leveren juridische of culturele verschillen tussen landen nogal eens problemen op. Dit onderzoek geeft inzicht in het internationaliseringsproces en antwoord op de vraag met welk internationali seringprofiel bedrijven in Gelderland en Overijssel het beste de stap kunnen wagen. Partner: Ontwikkelingsmaatschappij Oost NV Duur van het onderzoek: 1,5 jaar Meer weten? Rob Erven, senior onderzoeker lectoraat International Business (
[email protected]).
Een goede leider maakt het verschil Wat onderzoeken we? Hoe leidinggevenden competenties en talenten van medewerkers beter kunnen herkennen en benutten en welke omgevingsfactoren daarin bevorderend of belemmerend werken. Hierbij gaan we na welke competenties leidinggevenden inzetten, wat hiervan het effect is, wat nieuwe vormen van leiderschap zijn en hoe je leiderschap op dit punt kunt ontwikkelen. Belangrijk want: Door de huidige krimp op de arbeidsmarkt wordt het steeds relevanter voor leidinggevenden om het potentieel in hun organisatie te herkennen en benutten, ook in de regio rondom Zwolle en Almere. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt een praktische toolbox voor leidinggevenden ontwikkeld. Partner: Een Leven Lang Leren Academie (ELLLA) Duur van het onderzoek: 2 jaar Meer weten? Dr. Menno Vos, senior onderzoeker lectoraat Sociale Innovatie en Verscheidenheid (
[email protected]).
19
i.o.
in onderzoek
Opdrachten verstrekt aan Windesheim
Een veiliger pedagogisch verantwoord sportklimaat Wat onderzoeken we? Op welke manier sporttrainers, coaches, sportbuurtwerkers, leraren lichamelijke opvoeding, bestuurders en ouders er samen voor kunnen zorgen dat er een veiligere sportomgeving ontstaat. Hierbij onderzoeken wij hoe bewustwording en gedragsverandering grensoverschrijdend gedrag in de sport tegen kunnen gaan en hoe respect en sportiviteit gestimuleerd kunnen worden. Belangrijk want: Zo’n 10 miljoen Nederlanders doen aan sport. Sporten doe je voor je plezier en het draagt bij aan je fysieke en mentale gezond heid. Helaas komt het voor dat er op en rond het veld incidenten zijn, zoals (seksuele) intimidatie, agressie en andere vormen van grensoverschrij dend gedrag. Dit onderzoek richt zich erop hoe incidenten voorkomen of teruggedrongen kunnen worden en hoe sport kan bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van jeugdigen en jongvolwassenen. Partners: NOC*NSF, De Haagse Hogeschool, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Hanze hogeschool, Fontys Sporthogeschool, Hogeschool van Amsterdam, CIOS Nederland, Landstede en de gemeenten Arnhem, Rotterdam en Zwolle Duur van het onderzoek: 3 jaar Meer weten? Dr. Nicolette Schipper-van Veldhoven, lector Sportpedagogiek - in het bijzonder veilig sportklimaat. (
[email protected]).
Zelfstandig ondernemende ritueelbegeleiders Wat onderzoeken we? Hoe ritueelbegeleiders zich op een krachtige en authentieke wijze kunnen profileren, zonder daarmee de eigenheid en waarde van het beroep onder druk te zetten. Belangrijk want: Sinds 20 jaar is er een groeiende beroepsgroep van zelfstandig onder nemende professionals die een dienst of ritueel leveren rondom belangrijke levensmomenten, zoals een overlijden, geboorte of huwelijk. Daar bij zijn zij over het algemeen niet gebonden aan een bepaalde religie of een (kerkelijk) instituut. Voor deze groep is het belangrijk om te werken vanuit het hart. Dat botst soms met de huidige marktprincipes waarin winst en concurrentie centraal staan. Naamsbekendheid is wel een voorwaarde om de diensten te kunnen leveren. Het gebrek aan goede profilering wordt door
ritueelbegeleiders dan ook als een urgent probleem ervaren. Partner: Landelijke Beroepsvereniging van Ritueelbegeleiders (LBvR) Duur van het onderzoek: 1,5 jaar Meer weten? Dr. Angela Stoof, senior onderzoeker lectoraat Theologie en Levensbeschouwing (
[email protected]).
Verandert het agrarisch gezinsbedrijf? Wat onderzoeken we? Of de arbeidsverdeling binnen agrarische familiebedrijven de laatste jaren veranderd is, wat de rollen zijn van de verschillende gezinsleden, hoe besluitvorming over de bedrijfsvoering plaatsvindt en of iedereen binnen het gezin daarover tevreden is. In het onderzoek is speciaal aandacht voor de positie van vrouwen en bedrijfsopvolgers. Belangrijk want: In de agrarische sector is 30 jaar geleden een onderzoek gedaan dat ter inspiratie diende voor het huidige. In de tussentijd is veel veranderd. Vrouwen en ook andere gezins leden zijn meer gaan werken. Zijn de werkzaam heden van de meewerkende gezinsleden eco nomische noodzaak of is zelfontplooiing een belangrijke reden? Het onderzoek geeft inzicht in te verwachten trends en ontwikkelingen voor het komend decennium. De overheid en diverse belangenorganisaties kunnen hier hun belangen behartiging op richten. Het onderzoek vindt plaats onder 1.200 agrarische gezinsbedrijven. Opdrachtgever: Ministerie van Economi sche Zaken Partners: Landbouw Economisch Instituut (LEI), LTO Vrouw en Bedrijf, LTO Noord en het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK) Duur van het onderzoek: 1 jaar Meer weten? Dr. Ilse Matser, lector Familiebedrijven (
[email protected]).
Kunststoffen in de machinebouw Wat onderzoeken we? De mogelijkheden van kunststoffen als vervanger van staal in de machinebouw voor modulair en lichtgewicht ontwerp. Belangrijk want: Machines worden in gewicht een stuk lichter wanneer staal of delen van staal door kunststof vervangen kunnen worden. Bovendien is het vanuit kostenoverwegingen interessanter om kunststof te gebruiken omdat er tegenwoordig steeds meer in kleinere series
geproduceerd wordt. Het onderzoek moet de kennis van kunststoffen en hun mechanica in de machinebouw, in zowel statische als bewegende delen, vergroten. Ook gaan we na hoe de prak tische toepasbaarheid van diverse kunststof integratiemogelijkheden verbeterd kan worden en hoe kostenefficiënt modulair gebouwd kan worden in kunststoffen. Opdrachtgever: Green PAC, Centre of Expertise Smart Polymeric Materials. Green PAC is een ini tiatief van Stenden Hogeschool en Windesheim Partners: Moba, Verbruggen, Veenhuis, VMI, AWL, NOVEK en TME Duur van het onderzoek: 1 jaar Meer weten? Freek Noordhuis, projectleider en onderzoeker lectoraat Kunststoftechnologie (
[email protected]).
Professioneel samenwerken in de wijk Wat onderzoeken we? Welke instrumenten zorg- en welzijnprofessionals in multidisciplinaire wijkteams kunnen inzetten om de kwaliteit van hun samenwerking eenvoudig te monitoren en -indien nodig- zelf te kunnen bijsturen. Belangrijk want: De eerstelijnszorg verandert in rap tempo: de beroepspraktijk con centreert zich meer in de wijk en professionals moeten als generalist samenwerken in multi disciplinaire teams. Deze samenwerking moet efficiënter, effectiever en meer gericht op een betere leefstijl en zelfredzaamheid van de wijk bewoner. Professionals hebben behoefte aan indicatoren voor een goede samenwerking en aan ondersteuning bij het kiezen van passen de acties of methodieken bij een vastgesteld samenwerkingsprobleem. Dit onderzoek voorziet daarin. Financier: SIA-Raak Publiek PartnerS: Sanitas Thuiszorg, Driezorg, de Stouwe, Welzijn Mensenwerk, Icare, Medrie, De Kern, MJD, Humanitas, Arts en Zorg, Landstede, Movisie, Vilans, Viaa, Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers, Vrijwilligerscentrale Zwolle Doet!, Denktank 60+ Noord, Stichting Present, Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn, Zorgcampus Noorderboog Meppel en Academische Werkplaats Thuiszorg Gezondheid Dichtbij. Duur van het onderzoek: 2 jaar Meer weten? Drs. Monique Mensen, project leider en onderzoeker lectoraat Innoveren in de Ouderenzorg (
[email protected]).
20 door: bart de haan beeld: fotopartners
21 08:30 ontbijt +
Een goed gesprek over innoveren (juist in tijden van crisis)
Hoe moeilijk is het om te innoveren in tijden van crisis? En hoe blijf je dan de wet van de remmende voorsprong voor? Aan de rand van de savanne in Dierenpark Emmen bespreken Peter Bosman (Windesheim), Marcel Grit (Roelofs) en Frankwin van Beers (Dierenpark Emmen) deze vragen.
Stelling 1: Jongens, het is crisis. Innovatie is te duur! Frankwin van Beers: ‘Dodelijk!’ Peter Bosman: ‘Dat moet je omdraaien. Het is crisis. Niet inno veren is te duur. Rust roest.’ Marcel Grit: ‘Precies. Herman Roelofs had een schitterende quote. “Wat kunnen we morgen beter doen?” Ik was erbij toen Herman, 82 jaar en alive and kicking, dat zei. Ik vind het alles zeggend en het staat prominent op onze bedrijfsbrochure.’ Peter: ‘Prachtig! Wat kunnen we morgen beter doen? Dat is bij ons in het onderwijs de essentie. Wij leiden studenten niet op voor de wereld van nú, maar voor de wereld van straks.’ Frankwin: ‘Innovatie is voor ons van levensbelang. We zitten in Emmen. De gevoelsafstand vanuit de Randstad naar ons park is groter dan de daadwerkelijke afstand. Wij moeten echt iets bijzonders bieden om mensen hier te krijgen.’
Marcel: ‘Tegelijkertijd is innovatie geen toverwoord of zo. Je moet over de korte termijn heen kijken, jezelf niet laten gijzelen door financiële kengetallen. Het lijkt duur, maar daar zijn oplossingen voor. Wij ontwikkelen de meeste kennis met strategische partners en streven ernaar om als eerste in morgen aan te komen. Een voor beeld? Wij hebben tien zandwinningslocaties, plassen van soms wel 45 meter diep. Uit onze plas bij Steenwijk halen we koud water waarmee wij aanliggende kantoren en bedrijven koelen. We koppelen onze assets aan bestaande technologie van anderen, in dit geval van Unica. Niet ingewikkeld, wel slim.’ Peter: ‘Innovatie is vaak niets anders dan bestaande technologie bij elkaar brengen. En een kritische houding ten opzichte van het bestaande. Wij doen onderzoek naar onderhoudsgevoelige onderdelen in bruggen. Denk bijvoorbeeld aan de voegover gangen die kedeng, kedeng doen als je eroverheen rijdt. De beste vraag: kun je niet zonder die voegen? Wij onderzoeken wat er te bereiken valt met composieten van vezels die korter worden bij hogere temperaturen en uitzetten bij kou. Precies omgekeerd dus. Die vezels zijn nu nog te duur, maar uiteindelijk kan zo’n ‘voegloze’ brug veel winst opleveren.’
LEES VERDER OP
PAGINA 22
22
WinWin
Stelling 2: Innovatie die niet duurzaam is, mag niet vernieuwend heten Frankwin: ‘Vernieuwing en duurzaamheid gaan bij ons hand in hand. In ons nieuwe park lopen giraffes onder een klapbrug door van biologisch composiet. We werken met hennepbeton en stro. Als bouwmateriaal gebruiken we leem dat we opgraven uit een tunnel. We doen er alles aan om met een gesloten grondbalans te werken, letten extreem op uitstoot. We zitten in een waterwinningsgebied en onttrekken uit dat proces warmte, met onze wkk’s (warmtekrachtkoppelingen, red.) kunnen we in de toekomst gemeentepanden en ouderenhuizen verwarmen.’ Peter: ‘Maar de stelling is zwaar aangezet. Duurzaamheid is mooi meegenomen. En het verkoopt ook beter.’ Marcel: ‘Maar alleen duurzaam vernieuwen voor de marketing, dat werkt niet. Je moet een intrinsieke drive hebben.’ Frankwin: ‘Van mij mag ‘geld verdienen’ best een intrinsieke drive heten. Niks mis mee.’
nr.7 oktober 2014
Marcel: ‘Zeker, maar duurzaamheid moet in de genen van een bedrijf zitten. Bij aanbestedingen wordt bijvoorbeeld steeds meer naar de CO2-prestatieladder gevraagd. Bij Roelofs wilden we destijds een stap verder gaan; in dit geval naar uitstootmo nitoring per project. We vroegen zelf een audit aan. De auditor kwam onverwachts langs en trok een rioolwerker aan zijn jas. Die man kon in zijn eigen woorden perfect vertellen waarom hij exact bijhield hoeveel diesel hij verstookte. De auditor vertelde later dat hij dit gesprekje enorm relevant vond. Het was voor hem het signaal dat het bij ons van boven tot onder goed zit.’ Peter: ‘Interessant is dat innovatieve bedrijven die duurzaam werken een voorsprong krijgen bij projecten. Bij ProRail wegen ze dit aspect mee in gunningen. Ingenieursbureaus die weinig CO2 produceren krijgen een beoordelingsvoorsprong.’ Frankwin: ‘Ook dit is trouwens vaak boerenslimheid hoor. Kijk naar secundaire bouwstoffen. Mooi voorbeeld: in onze arctische wereld leggen we stalen bruggen neer. Die bruggen moeten de sfeer uitademen van een oud havengebied. Zo’n brug kunnen we nieuw bouwen en oud laten lijken óf we tikken ergens een oude brug op de kop.’ Peter: ‘Er bestaat zelfs een bruggenbank. Vergelijk het maar met Marktplaats. Zo kan een oude brug uit Zeeland nog dienst doen in Suriname.’
Wie is wie?
Peter Bosman (49) werkte als civiele technicus, afgestudeerd in Delft, twintig jaar voor ingenieursbureau Witteveen+ Bos. Sinds vijf jaar doceert hij aan Windesheim. Hier voert Bosman ook onderzoeken uit, met name op het terrein van kunststof composieten. Een van die onderzoeken, een samenwerkingsproject met Stenden, betreft de klapbrug van biovezels die wordt aangelegd in de nieuwe zoo waardoor giraffen hun buitengebied kunnen bereiken.
Stelling 3: Marcel Grit (31) is als hoofd Marketing & Innovatie onder meer verantwoordelijk voor R&D- en innovatieprogramma’s bij Roelofs. De gebiedsontwikkelaar/aannemer beschikt onder meer over een eigen academy en NEN/ ISO- geaccrediteerd wegenbouwkundig laboratorium. Van een “klassieke aannemer” is Roelofs een “integraal ontwerpende totaaloplosser” geworden. Het bedrijf met circa 200 medewerkers heeft inmiddels 60 tot 70 ingenieurs van hbo-plus in dienst en is steeds eerder in het proces betrokken bij planvorming. Roelofs participeert in tal van onderwijsprojecten en wil een ‘bovenregionale kennispartner rond projecten in de openbare ruimte’ zijn.
Het allermoeilijkst is afscheid nemen van succesvolle eigen innovaties Frankwin: ‘Dit park is in de wet van de remmende voorsprong getrapt. Hier is bewezen dat bezoekers aantallen dalen als je stilstaat. Alle energie ging op een gegeven moment zitten in het nieuwe park. Een hard leermoment. Je moet onderscheidend blijven ten opzichte van concurrenten.’ Peter: ‘Denkend aan Dierentuin Emmen, denk ik als eerste aan de Vlindertuin. Dat is onderschei dend toch?’
Frankwin van Beers (45) nam in 2010 de leiding over in Dierenpark Emmen. Het park verkeerde destijds in acute financiële nood. Hij saneerde, maakte de organisatie SMART én pakte door met de ambitieuze nieuwbouwplannen. Een maquette werd samen met bouwpartner VolkerWessels uitgebouwd tot een ambitieus ontwikkelproject. In april 2016 opent het nieuwe Wildlands de poorten. Hiervoor werkte Frankwin onder meer voor Dolfinarium Harderwijk.
Frankwin: ‘Het wás volstrekt nieuw en in onze vorm zie je het nog steeds nergens. Maar in onze benadering zijn we ingehaald door concurrenten. Dat gaat niet nog eens gebeuren, want ons nieu we park is voorbereid op continu vernieuwen. Het oorspronkelijke plan was om 35 hectare helemaal vol te bouwen. Dat doen we niet meer. We houden ruimte vrij. Deels omdat we het project tot finan cierbare proporties moesten terugbrengen, maar ook uit een strategische overtuiging. We gaan ons kruit niet ineens verschieten. We weten al wat er in 2018 of 2021 bijkomt. Wat? Nee, dat ga ik natuurlijk niet verklappen. Over de vlinders kan ik trouwens wel melden dat die straks een prachtige plek krijgen in de ruïne-achtige entree naar onze jungle. Helemaal nieuw. Je ziet daar ook alligators.’
23
Stelling 4: Innoveren op eigen kracht is onmogelijk Peter: ‘Waar. Alleen kun je zó weinig. Daarom doen wij onder zoek zoals naar kunststofgewapende rubberopleggingen, en onderwijsvernieuwing zoals Bouw Informatie Model/Manage ment in samenwerking met het bedrijfsleven en de overheid.’ Frankwin: ‘Op de Noordbargeres hebben we een unieke samen werking met VolkerWessels. Toen we begonnen hadden we geen bestek, geen uitgewerkt plan. We hadden alleen een maquette, schetsen en een plafondbudget. Als volwassen partners hebben we dat uitgewerkt in een voorlopig ontwerp, definitief ontwerp en uitvoeringsontwerp. Klinkt makkelijk, is lastig. Je praat niet over één aannemer. Er hangen tientallen onderaannemers onder. Maar het is gelukt. Hoe? Escalaties worden bijvoorbeeld meteen naar directieniveau getild en daar opgelost. De teams die mooie dingen maken, hebben daar geen last van.’
Peter: ‘Dat was twintig jaar geleden ondenkbaar.’ Marcel: ‘Die bouwteamfilosofie omarmen we bij Roelofs ook. Vooraf in een zo vroeg mogelijk stadium goede afspraken maken, elkaar wat gunnen en dan samen aan de slag. In overheidsland ligt dit trouwens wel wat lastiger, maar ook daar heeft die filosofie zeker voordelen voor alle partijen en uiteindelijk de eindgebruiker. En open innovatie is hot. Die R&D-afdelingen achter hoge hek ken en prikkeldraad, daar kom je niet ver meer mee. Dan sluit je jezelf buiten. Wel moet je een eigen visie hebben. In eigen huis moeten ideeën kunnen borrelen en je moet medewerkers hierin stimuleren. Ook als je vernieuwing zoekt bij partners.’ Frankwin: ‘Gesloten zijn wij zeker niet, maar rond productinnova tie en marketing kan ik niet alles delen. Dat geldt totaal niet rond dierenwelzijn. Dierentuinen zijn harde concurrenten en zachte dierenliefhebbers. Onze olifantenkenners hebben twee dagen lang met collega’s in Engeland gesproken over onze plannen. Een ijsberenexpert van Ouwehand heeft volop met ons gebrain stormd over nieuwe verblijven. Als het gaat over operationele details die het leven van de dieren beter maken, delen we alles!’
Marcel: ‘Hoe zijn jullie bij elkaar gekomen?’ Frankwin: ‘In een aanbesteding. Daar won VolkerWessels vertrouwen op het onderdeel partnership. Zij vertelden eerlijk dat ze totaal geen verstand hadden van themaparken. Daar hadden ze een specialistische partner, Jora Vision, voor in de arm genomen. Die bescheidenheid én open houding gaf ons meteen een goed gevoel. En we gaan ver hoor. We zijn zo transparant dat we bij elkaar in de systemen kijken.’
Marcel: ‘Geslotenheid is niet van deze tijd. Wij investeren óók in studenten die uiteindelijk bij een concurrent terecht kunnen komen. Tijdens onze Design & Construct Dagen mag iedereen bij ons in de keuken kijken. Is dat erg? Nee. Uiteindelijk hebben we allemaal baat bij een volwassen arbeidsmarkt.’ Peter: ‘Prettige bijkomstigheid is dat jonge mensen je vaak laten realiseren wat er zo bijzonder is aan jezelf.’
LEES VERDER OP
PAGINA 24
24
WinWin
nr.7 oktober 2014
Stelling 5: Innoveren is vaak het betere jatwerk Frankwin: ‘Ja. Dat is niet erg en voor ons zelfs cruciaal. Wildlands wordt voor Nederland iets nieuws, maar we zijn echt niet aan het pionieren. We kijken goed naar anderen. We hebben een quadrant gemaakt met op de ene as de waarden ‘fantasie/echt’ en op de andere as ‘educatie/entertainment’. De Efteling scoort het hoogst in het quadrant fantasie/entertainment. Dierentuinen zitten in echt/educatie. Het vak echt/entertainment is in Nederland nog leeg. Dáár willen wij naartoe. Maar we gaan niet experimenteren. We hebben gekeken naar Erlebnispark Hannover Zoo en in Orlando, het Mekka van parkenland, hebben we ons laten inspireren door Animal Kingdom. Die gaan wel heel ver hoor. Die combineren dieren met achtbanen. En in Tampa heb je Bush Gardens. Die zijn steengoed in expedities. Proven technology en bewezen formules adopteren we gretig.’ Peter: ‘Je hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden als dat elders op de aarde al is gebeurd. We leren onze studenten over grenzen te kijken en we stimuleren elders studeren. En studenten van over de hele wereld komen tegenwoordig naar ons voor zaken als stormvloedkeringen, polders of sluizen. Van elkaar leren in het kader van internationalisatie is niet meer weg te denken en daar komt innovatie uit voort.’ Marcel: ‘Jatten klinkt wat negatief. Het is gewoon kansrijk om te kijken naar andere branches en andere markten door parallelli seren. Een klassiek voorbeeld bij ons is dat wij veel beter zijn gaan nadenken over omgevingscommunicatie door te kijken naar branches die daar veel verder mee waren. Onze stenen en ons asfalt moeten constructief en technisch goed zijn, maar waar het óók om gaat is dat we opereren tussen bewoners, winkeliers en ondernemers die als eindgebruikers steeds centraler in een project komen te staan.’ Frankwin: ‘Overigens moet je ook goed kijken naar wat niet werkt: bewezen slechte innovaties. In eerste instantie wilden wij onze bezoekers het liefst echt op expeditie sturen. In een park zonder routebordjes. Dat is in Amerika getest en dat werkte niet. Bezoekers willen leidraad. En onze gasten zijn de baas. Zij bepalen wat goed of slecht is. Daarom werken wij ook met focusgroepen. Wij hadden géén kinderboerderij gepland in Wildlands. Dat pikten onze bezoekers niet. Die willen konijntjes en geitjes aaien. Resultaat: er komt een kinderboerderij!’
Op naar de Wildlands De naam van Dierenpark Emmen verandert over anderhalf jaar in Wildlands Adventure Zoo Emmen. In april 2016 opent het park de deuren op de Noordbargeres. Daar positioneert de dierentuin zich nóg meer dan nu als een belevingspark. Bezoekers kunnen op expeditie gaan in vier werelden: Jungola, Serenga, Nortica en Anamazia. Te voet, in trucks, in bootjes. Kinderen klauteren zelfs tot op ooghoogte met apen. Pinguïns bestudeer je straks met periscopen. Elk gebied krijgt een storyline. Gasten kunnen bijvoorbeeld een ornitholoog helpen bij het opsporen van een zeldzame vogel in het tropisch regenwoud. Het nieuwe park wordt veel groter. Waar de dierentuin nu 11 hectare tot de beschikking heeft, krijgt het op de nieuwe locatie 22 hectare. In het hart van de Wildlands verrijst de grootste kas van Europa. De totale investering, inclusief een theater, bedraagt bijna 200 miljoen euro.
25
uit- ht gezoc
Mensen met dementie hebben voorkeur voor robotkat Knuffelrobots zoals de zeehond ‘Paro’ worden steeds meer gebruikt in zorginstellingen. Ze hebben een gunstige invloed op het gedrag en de stemming van ouderen met dementie. Wat vindt de zorgpraktijk ervan om knuffelrobots in te zetten bij de zorg voor mensen met dementie? Welke gebruikersrichtlijnen hebben zij daarvoor nodig? Windesheim deed hier onderzoek naar.
De therapeutische knuffelrobot ‘Paro’ heeft sensoren en reageert op aanrakingen door de staart te bewegen en de ogen te openen en te sluiten. Hij reageert op geluiden en produceert klanken die lijken op die van een echte zeehond. Nieuwe en goedkopere knuffelrobots werden ontwikkeld. Researchers in Zwolle en Almere onderzochten of deze goedkopere knuffelrobots ook ingezet kunnen worden bij mensen met dementie. Zo ja, naar welk dier gaat de voorkeur uit? Onderzoekers ondervroegen en observeerden dementerenden en hun zorgverleners en experimenteerden met de robotknuffels. Conclusie: je moet meerdere dieren aanbieden aan iemand met dementie. Een voorkeur is vooral afhankelijk
van de persoonlijkheid van iemand en de ervaringen uit zijn jeugd. De zorgverleners blijken de knuffelrobot bij voorkeur aan te bieden in een rustige situatie zodat de oudere meer aandacht kan opbrengen voor het dier. Hierdoor is er meer kans op reactie. Er blijkt een lichte voorkeur voor de kat -boven de zeehond- te zijn omdat dit eerder herkenning oproept bij de oudere. Ook de aap valt in de smaak bij mensen met dementie. De teddybeer wordt vooral als ‘eng’ ervaren. Meerdere aan- en uitfuncties (waaronder een ‘try-me’ -functie) vragen om instructie, maar richtlijnen of een gebruikershandleiding vinden zorgverleners niet nodig.
Nieuwe lector Nieuwe arbeidsverhoudingen Hoe geef je vorm aan arbeidsverhoudingen die recht doen aan individuele ontplooiing van professionals en die bijdragen aan innovatie en duurzame economische groei? Dat is de vraag waar dr. Anneke Goudswaard, lector bij Windesheim Flevoland, zich onder andere mee bezighoudt. Haar onderzoek richt zich onder meer op de volgende vragen: hoe kunnen ondernemers, overheid en onderwijs regionaal samenwerken aan een innovatieve en inclusieve regio? En hoe stimuleer je ondernemerschap bij werknemers binnen je organisatie? Brede staat van dienst Naast haar functie als lector bij Windesheim Flevoland, is Anneke senior onderzoeker en adviseur bij TNO. Beide functies combineert ze nu. Ze is expert op het terrein van flexibilisering en maatwerk in arbeidsrelaties, waaronder flexibele contracten, het creëren van duurzaam flexwerk, flexibele werktijden, zelfroosteren, duurzame inzetbaarheid en ontwikkelmogelijkheden. Anneke is gepromoveerd aan de Radboud Universiteit
Nijmegen op het onderwerp ‘duurzame flexibiliteit’. Ze heeft ruime ervaring met onderzoek en advies in de industrie, uitzendbranche, transport, zorg, bij de politie en Rijkswaterstaat.
Meer weten? windesheim.nl > onderzoek > deskundigen > goudswaard
26
WinWin
nr.7 oktober 2014
Rwandezen en Burundiërs gaan serious gamen en eLearnen Softwareleverancier Be-Informed, PUM en Windesheim hebben de handen ineengeslagen om kennis te delen over de nieuwste ICT-concepten en -technieken met bedrijven uit Rwanda en Burundi. In dit project ontwikkelen senior onderzoekers en studenten van Windesheim prototypes voor overheidsdiensten - eGovernment - en zorgdiensten - eHealth - in deze landen. Dr. Alma Schaafstal, deskundige op het gebied van Serious Gaming bij Windesheim, gaf een introductie in Serious Gaming en eLearning aan een delegatie van de betrokken bedrijven uit Rwanda en Burundi. Het ontwikkelen van een goed softwareplatform is stap één, maar de implementatie en het juiste gebruik ervan is zeker zo belangrijk.
1. De vier glazen bollen van Windesheim
Innovatieve rol voor Windesheim binnen Business Hanse
Windesheim is toegetreden tot de Business Hanse. Hiermee committeert de kennisinstelling zich als eerste hoger onderwijsinstelling aan dit samenwerkingsverband van bedrijven en instellingen uit ruim twintig Hanzesteden in vijf landen. De samenwerking moet resulteren in innovatieve oplossingen om bijvoorbeeld de kloof tussen onderwijs en praktijk te dichten, om de werkloosheid onder schoolverlaters aan te pakken en de samenwerking met de MKB-sector te stimuleren.
2.
KennisDC Noordoost laat kennis stromen
3.
Met Distrizorg 20% op logistieke kosten besparen
Het Kennisdistributiecentrum Logistiek Noordoost-Nederland is sinds april een feit! Het KennisDC bundelt en verspreidt logistieke kennis. Speerpunten van dit KennisDC zijn: Supply Chain Finance, Knooppunten en interregionale netwerken en Logistiek in de Zorg. Het kenniscentrum moet uitgroeien tot een innovatieve hotspot in Noordoost-Nederland in de logistieke sector met uitstraling naar Duitsland en Scandinavië. Windesheim werkt samen met onderstaande partners in dit logistiek centrum. Je weet nooit precies wat de toekomst brengt. Daarom heeft Windesheim niet één, maar vier toekomstvisies tot 2025 onderzocht. Wij willen tijdig inspelen op maatschappelijke veranderingen en ontwikkelingen in het hoger onderwijs en passen daarom de methodiek van scenarioplanning toe. De vier scenario’s bevatten verschillende vernieuwende vergezichten en uitdagingen die helpen bij beleidskeuzes. Zaken als een flexibelere arbeidsmarkt, technologische innovaties en ontwikkelingen in de regio Zwolle en Almere zijn hierin meegenomen. Voor de komende jaren verwachten we bijvoorbeeld verdergaande innovaties in de kunststoftechnologie. De voorgestelde scenario’s worden de komende jaren kritisch getoetst op actuele maatschappelijke ontwikkelingen. Download het rapport op windesheim.nl > over Windesheim > strategisch beleid
Slimmer organiseren van de goederenstroom. Daarmee kunnen zorginstellingen in de regio van Almere tot Amsterdam flink besparen op hun logistieke kosten. Een besparing van ruim twintig procent is mogelijk, wijst onderzoek uit. Dat is de intentie van het project Distrizorg, een consortium van kennisinstellingen, waaronder Windesheim Flevoland, en bedrijven in Almere. Het initiatief moet er ook voor zorgen dat Almere zorglogistieke hotspot wordt.
27
15
n colum
Situaties
Waarin Je Beter Niet Kunt Innoveren
Innovatie is ‘dingen echt anders doen’ of ‘echt andere dingen doen’. Het is veel te populair. Iedereen praat erover zonder echt andere dingen te doen. Door alle aandacht krijg je de indruk dat innoveren het juiste instrument is voor iedereen in elke organisatie op elk moment. Nou, in mijn ogen is dat nou net niet het geval. Daarom heb ik een lijst gemaakt met 15 situaties waarin je beter niet kunt innoveren. Ik ben mij ervan bewust dat enkele zeer provocerend zijn. Zo zijn ze ook bedoeld. Want dat is het moment waarop innovatie start: het ter discussie stellen van het normale, het uitdagen van bestaande opinies en het openen van de geest. 15 situaties waarin je beter niet kunt innoveren:
1. Als jouw klanten nog conservatiever zijn dan jij. 2. Als de innovaties van vroeger risicoloos ook de komende vijf jaar nog uitstekend verkopen.
3. Als je met kleine merk- en productextensies meer dan genoeg 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
extra omzet en winst kunt maken. “Innovatie, Als de urgentie om te innoveren bij echt niemand aanwezig is. Als je niet de juiste middelen en tijd tot je beschikking krijgt. alleen als het Als jouw organisatie midden in een crisis zit. echt moet” Als je op 100% volle capaciteit draait om aan de huidige vraag te kunnen voldoen. Als iedereen zegt ‘wij willen innoveren’ en niemand de verantwoordelijkheid ervoor wil nemen. Als het je niet lukt om een goed multidisciplinair projectteam met de juiste mensen te krijgen. Als in de top steun voor innovatie ontbreekt. Als mensen in jouw organisatie (nog) niet bereid zijn om hun bestaande gewoonten en patronen los te laten. Als langetermijnplanning in jouw bedrijf eigenlijk de komende drie maanden is. Gijs van Wulfen Als iedereen bang is om te falen. Grondlegger van de VOORT-innovatiemethode. Als iedereen nieuwe ideeën aanvalt en afwijst. Nr. 3 in de internationale top 40 meest Als jouw laatste innovaties erg succesvol invloedrijke innovation bloggers. Meer dan 205.000 LinkedIn-volgers zijn en het tijd is om te oogsten in plaats wereldwijd. van weer te zaaien.
Dus, wanneer is het dan wel het moment om te innoveren? Dat is het moment waarop je beseft dat je echt moet en de bovenstaande omstandigheden zich niet voordoen. Kies het juiste moment, want je kunt maar één keer een innovatieproject voor de eerste keer starten.
Frank
wordt innovator
Robots zijn overal om ons heen. Minister Melanie Schultz van Haegen besloot onlangs dat er op de Nederlandse wegen proeven komen met auto’s die door robots worden bestuurd. Een grote verbetering, want ze vallen nooit in slaap en hebben nooit de neiging dronken achter het stuur te kruipen.
Frank Wiersma
heeft ervaring met robots. Hij studeerde onder andere Bedrijfskundige Informatica bij Windesheim en volgt zijn vader op als directeur van ‘dé fabriek van de toekomst’. Hoe kijkt Frank als toekomstig werkgever tegen robots aan?
‘Het is best een uitdaging. Ons bedrijf loopt voorop in innovatie. We automatiseren het productieproces door robots in te zetten. Dit betekent dat onze productie medewerkers straks meer procesbegeleiders worden. Door robots in te zetten creëren we meer output. Zij kunnen immers 24 uur per dag werken. In plaats van een krimp in werkgelegenheid creëren robots juist werkgelegenheid in onze hele productieketen.’ Momenteel bekijkt Frank wat de commerciële kansen zijn voor het bedrijf. Hij onderzoekt hoe hij met de technische innovaties voorop kan blijven lopen in de markt. Dat hij straks het stokje van zijn vader mag overnemen is voor hem erg spannend. Hij gaat de uitdaging graag aan!