De Staat van Nederland Innovatieland: een gouden ei? Walter Manshanden
Van der Zee, F., W. Manshanden, F. Bekkers, T. van der Horst ea (2012).
De Staat van Nederland Innovatieland 2012. Amsterdam: AUP
Over Nederland Innovatieland Groei
Dynamiek
Staat van Nederland innovatieland - aanleiding Aanleiding van de publicatie is de vraag over het verdienmodel van Nederland na de kredietcrisis Te weinig politieke herkenning van de rol van maakindustrie en export
voor de Nederlandse welvaart Politieke partijen en de doorrekeningen van het CPB getuigen daarvan Weegt het lange termijn effect van R&D voldoende mee in de beleidskeuzes? Derhalve besloten een breed opgezet onderzoek te doen naar de verschillende aspecten van de prestaties van NL innovatieland
STYLIZED FACTS Nederland heeft een R&D intensiteit onder het EU gemiddelde 1,84% van het BBP – EU doelstelling is 3 % R&D EU achter bij dat van Japan en de VS
China en Brazilië lopen flink in Met patenten, royalties en licenties draait NL in wereldtop mee Te weinig durfkapitaal voor jonge bedrijven NL: een aantal grote spelers en achterblijvend innovatie midden- en kleinbedrijf
Nederland internationaal ‘Nederland gezakt op de ranglijst’: naar de achtste plaats op de ranglijst van concurrerende landen van het World Economic Forum Dit zijn samengestelde indices….
Daarom een korte blik op eenvoudige, robuuste maatstaven: productiviteit en groei van de economie van Nederland in vergelijking met de EU27, Duitsland en Denemarken
Walter Manshanden Innovatie in Nederland
Productiviteit per gewerkt uur, 2000-2012 in euro’s 60.0 50.0 40.0 EU27
30.0 20.0
Duitsland Nederland
Denemarken 10.0 0.0
Walter Manshanden Innovatie in Nederland
Productiviteit per gewerkt uur, 2000-2012, 2000=100 120.0 115.0
110.0
EU27 Duitsland
105.0
Nederland 100.0
Denemarken
95.0 90.0 2000
2002
2004
2006
2008
2010
2012
Walter Manshanden Innovatie in Nederland
Ontwikkeling BBP, 2000-2014, 2000 = 100
15,4% van de toegevoegde waarde in NL komt uit de industrie… 50,7% uit commerciële diensten….
Export: 62,8% door industrie…. 30% door commerciele diensten… Arbeidsproductiviteitsgroei over de jaren 2000-2010: Industrie: 2,6% Commerciele diensten: 1,5% Nederlandse economie: 1,2%
Uitgaven R&D algemeen (GERD) en door de marktsector (BERD), als % van BBP, 2009
4.50 4.00 3.50 3.00 2.50 2.00 1.50 1.00 0.50 0.00
GERD
BERD
Productiviteitsgroei door extra R&D en innovatie: niet alleen groei door extra arbeid (niet meer mogelijk) en door extra kapitaalgoederen
of publiek kapitaal Grote landen zoals de BRICs lopen in, maar ook landen als ZuidKorea Europa en zeker Nederland mist de schaalvoordelen die China en de VS hebben Schaalvoordeel in R&D is cruciaal
R&D intensieve sectoren In Nederland zijn er zes, overwegend industriële sectoren die overleven in de wereldmarkt:
•Voedings- en genotmiddelenindustrie •Machine industrie •Chemie •Farma •Electrotechnische industrie •IT
Deze omvatten 9% van het Nederlandse BBP en 75% van de R&D
R&D in de marktsector in sterke mate geconcentreerd
2010 Nederland R&D sectoren 26 Elektrotechnische industrie 21 Farmaceutische industrie
2010
28 Machine-industrie 20 Chemische industrie 62 IT-dienstverlening 10-11 Voedingsmiddelen- en… 0.0
10.0
20.0
30.0
40.0
Wat onderscheidt deze bedrijfstakken: Hoge absolute dan wel relatieve R&D intensiteit Hogere groei van de toegevoegde waarde dan de rest van de economie
Hogere groei van de arbeidsproductiviteit De sterkste bedrijfstakken hebben een toegevoegde waarde van 10 miljard of meer: schaalvoordelen in de bedrijfstak. Diversiteit Ruimtelijke concentratie
Onderscheid concurrerende bedrijfstakken Wat maakt concurrerende bedrijfstakken onderscheidend: hoge groei van de arbeidsproductiviteit Toenemend aandeel op markt
Hoge exportgroei Gaat niet zozeer om sectoren, maar om concurrerend PRODUCT of een DIENST die in clusters worden geproduceerd
Slagkracht? Ruimtelijke concentratie van kennis, kunde, hoogwaardige arbeidsaanbod, R&D, universiteit in clusters Nederland bereikt de gevraagde schaal niet: combinatie van
schaalvoordeel en economies of scope: netwerkvoordelen Externe schaalvoordelen in clusters: onderwijs, financiering bij voldoende bedrijven in dezelfde sectoren
DO! Algemeen: geen ‘post-industrial society’ Kies voor kwaliteit en ruimtelijke concentratie! Sommige regio’s hebben eigen topsectoren: regio Amsterdam
Goed onderwijs Ondernemerschap stimuleren Open Innovatie formule: Holst Centre in Eindhoven op de high tech campus Samenwerking met partners: IMEC (Vlaanderen en Nederland) Specialisatie in niches Op buitenlandse studenten richten
Schaal genereren met partners elders in EU
DON’T! Spreiding: gelijkheid concurreert niet. Niet alleen sectoraal, maar regionaal en ook tussen sectoren (cluster staat centraal)
Wisselend beleid: beleid op de lange termijn Niet alleen fysieke infra, maar ook andere elementen in het vestigingsmilieu: R&D en innovatie