Van de redactie Door het gemeenteweekend hebben we nu allemaal het gevoel dat het seizoen met elkaar gemeente zijn echt begonnen is. In dit nummer kijken we terug op het weekend. Meer foto’s (en beter leesbaar) staan op de website. Nieuw dit seizoen zijn twee avonden samen met de Remonstrantse Gemeente over mythisch denken en de bijbel, gegeven door Anneke van der Zijpp. Verder in dit nummer een verslag van Kerken Kijken, een beschouwing over de laatste zondag van het kerkelijk jaar (Gedachtenis van de overledenen en Avondmaal niet meer op dezelfde dag), informatie over de huissamenkomsten en Kort Nieuws. Deze nieuwe rubriek is informatief! De redactie: Sanne, Sandra, Nienke en Laura
Iedereen tenminste een ei Veel dingen zijn zo vanzelfsprekend dat je er bijna aan voorbij zou leven. Wie denkt er nou ooit over na dat het een wonder is dat je überhaupt kunt ademen, kunt lopen, kunt praten, al die dingen die schijnbaar automatisch gebeuren, die onderdeel zijn van je leven. Ze zijn zo vanzelfsprekend dat je je van het wonder nauwelijks bewust bent, totdat je zomaar een keer geconfronteerd wordt met mensen, even menselijk als jijzelf, die dat niet meer kunnen. Die over elke ademtocht een eeuwigheid lijken te doen. Mensen die zitten al een hele opgave vinden. Mensen die niets kunnen horen en wiens hersenen dus ook hun innerlijk niet of nauwelijks kunnen verklanken. Zoveel dingen vormen ongemerkt het leven, dat je bijna zou vergeten dat het een geschenk is. Op een zeer regenachtige avond stond mijn caravan op een zeer donkere, eenzame camping, omgeven door een zeer duister en druipend woud. Het was niet zo dat wij zielig waren, want we waren aan alle vijf-sterrencampings met waterglijbanen, disco's en bars voorbijgereden. Zodra we meer dan twee sterren zagen gaven we gas. Vandaar de gekozen locatie vol donkere duisternis. De regen kwam er als het ware als cadeautje nog bij. Als ik hollend door duister en modder vanuit het washok terug rende richting caravan, waar mijn warme dekens en mijn mooie boeken wachtten, dan zag ik al van verre het zachte licht stralen door de gordijntjes die nooit helemaal de ramen bedekten. Misschien heeft de kookwas ze toch geen goed gedaan, bedenk ik elk jaar, en zou ik niet eens wat meer haken moeten zoeken, maar ach, wat zou het. Op campings zie je zoveel rare en blote dingen, die zijn niet wezenlijk belangrijk. Je deelt ze. Maar wat is een huis belangrijk en essentieel, realiseer ik me iedere keer opnieuw. Het biedt bescherming in allerlei opzichten. Niet alleen ben je veilig voor de vreemde dingen in donkere wouden, en voor plensregens, maar het kan ook jouw eigen plek zijn in een stad vol huizen. Stel je even voor dat je die niet had, waar moest je heen? Wat zou je moe worden van je eigen gesjok langs straten en pleinen.
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 1 van 19
En niet alleen biedt een huis (een flat, een appartement, een bungalow, een aanleunwoning, een kamer, een grachtenpand) fysieke veiligheid, het biedt ook psychologische bescherming. Er is een deur, die een wisselwerking met de buitenwereld vertegenwoordigt. Soms zet je hem open, om er uit te gaan, of om mensen binnen te laten. Maar soms sluit je hem af om hem een grens te laten zijn: iedereen opgelet - tot hier en niet verder. Deze plek is de mijne. Hier vind ik mijn rust, hier mag ik huilen zonder uit te hoeven leggen waarom, hier mag ik languit op de grond liggen als dat in mijn hoofd opkomt, wie houdt me tegen als ik die harige kat maar weer eens meesmokkel naar boven in mijn bed. Natuurlijk kunnen de muren van je huis naast bescherming ook dingen zijn om tegenaan te schreeuwen, waarbij het heel erg is dat ze niets terugzeggen. Neem je dan voor morgen toch de deur maar weer te openen en een klankbord te zoeken dat luistert en troosten kan. Het kleine veilige plekje dat mijn caravan is te midden van duistere druipende bossen onder een inktzwarte oneindige sterrennacht leidt bij mij tot bespiegelende gedachten. Stel dat ik dat kleine witte ei niet had, waar te slapen, waar te lezen, waar tot rust te komen. Waar veilig te zijn. En de oeverloze stromen vluchtelingen, die meestal niets anders hebben dan de kleren die ze dragen, zij hebben niet eens een ei met een washok verderop. Dat het dankbare besef van het hebben van een plek van warmte en veiligheid ons mild en creatief moge stemmen als het gaat om al die mensen die noodgedwongen moesten vluchten uit omstandigheden die wij ons nauwelijks kunnen voorstellen. Dat dit in onze tijd, in onze generatie gebeurt.... Laten we vechten met de vanzelfsprekendheden in ons leven, met onze angst voor getraumatiseerde buitenlanders, met ons 'wij-en-zij-gevoel'. Laten we gaan voor de leuze: voor iedereen die op de vlucht is: tenminste een ei. Ds. Anneke van der Zijpp
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 2 van 19
Van de kerkenraad In deze onstuimige tijd waarin de wereld lijkt op de tijden van de grote volksverhuizingen en de herfst ons met regen en wind, maar ook met prachtige kleuren voorbereidt op de winter, weten we in vertrouwen dat er ook nu weer een lente en een zomer komen. Die gedachte hebben we soms wel nodig! In het openingsweekend van 19 en 20 september in Dopersduin hebben we elkaar ontmoet en geïnspireerd met het thema Pelgrimage van Gerechtigheid en Vrede. Een thema dat ons allen momenteel zeer bezighoudt. Graag willen we Anke Margreet Blankenstein, Jan Fokke Meirink en onze predikanten Anneke van der Zijpp en Carolien Cornelissen hartelijk danken voor de voorbereiding en de goede begeleiding van dit prachtige en inspirerende weekend. Op een andere plek in deze Menno Sticht treft u een verslag aan. In de laatste vergadering van de kerkenraad is stilgestaan bij de vraag wat de DGU kan betekenen voor de vluchtelingen die op drift zijn in Europa. In Utrecht, maar ook in de gemeente waar u woont, worden vele initiatieven genomen. Het begint bij geld inzamelen, zo is er in de dienst van 13 september € 185,- opgehaald voor het Rode Kruis. Kleding en andere hulpmiddelen kunnen bij de diverse Welkomsthuizen worden afgegeven. De Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken gaat samen met het Diaconaal Platform de noden inventariseren en hoopt vervolgens in een groot deel ervan te kunnen voorzien. Er zal dan ook een beroep op de diverse aangesloten kerken worden gedaan. Huisvesting is één van de grootste urgenties en misschien kunnen we daar ook iets aan doen? Graag wil de kerkenraad de vrijwilligers die deze zomer het Kerken Kijken project hebben getrokken, hartelijk danken voor de inzet en de flexibiliteit; heel fijn was dat er op het laatste moment een extra beroep kon worden gedaan op de vaste vrijwilligers. Het was een succes: we hebben dit jaar bijna 4.300 bezoekers gehad, dat is iets minder dan in 2014. De digitale verbindingen met de wereld om ons heen heeft zo ook zijn aandacht nodig. Br. Eddy van der End is samen met de Commissie Beheer en onze koster Jan van Strien druk bezig onze internetaansluiting te verbeteren. Steeds meer vrienden en leden en zeker jongeren storen zich er aan dat er geen goede verbinding vanuit de verschillende plekken in het gebouw mogelijk is. Een update is daarom noodzakelijk en gewenst. Zeker ook voor de verhuur van de kerkruimtes is een goede internetverbinding een noodzaak. We hopen dat deze werkzaamheden dit najaar gereed zullen zijn en dat de gebruikers van de ruimtes een veilig internet zullen hebben. Ik wens ons allen een gezegende herfst toe. Namens de Kerkenraad Teije Bakker, voorzitter
Israelreis 9 – 18 maart 2015 Er wordt een Israëlreis georganiseerd door Maaike Hoffer, de partner van predikant Pieter Dronkers (Geertekerk), samen met antropoloog Toine van Teefflen. Deze reis staat open voor leden van de buurkerken. Voor meer informatie zie www.voorbijdemuren.nl
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 3 van 19
Kerkdiensten: aanvang 10.00 uur, tenzij anders aangegeven Datum
Predikant
OKTOBER 4 11 18 25 NOVEMBER 1 8 15 22 29
Bijzonderheden
Kom maar in de kring (06jr)
ds. Anneke van der Zijpp ds. Carolien Cornelissen br. Gé Prangsma ds. Anneke van der Zijpp
Kinderdienst (6-12 jr)
ja ja nee nee
ds. Carolien Cornelissen zr. Marjan Kip ds. Carolien Cornelissen & Avondmaal ds. Anneke van der Zijpp ds. Anneke van der Zijpp & Gedachtenisdienst ds. Carolien Cornelissen ds. J.F. Klijnsma 1e advent
ja
ja ja ja ja
ja
ja
Collecte doelen: OKTOBER 4 ST.Omduw 11 Projecten van de Doopsgezinde Zending 18 Stichting Dienstverlening aan Buitenlanders 25 werk ten behoeve van de Broederschappen in Indonesië 1 8 15 22 29
ST.Omduw projecten voor gemeenteopbouw Werkverband Geweldloos Samenleven Musicians without Borders
Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht
SDB steunt mensen zonder papieren door sociaal juridische ondersteuning in Utrecht
Oecumenisch Diakonaal werk In de stad Utrecht
De Muziekbus en het Kindermuziektheater brengen kinderen van alle etnische groeperingen samen in Srebrenica.
Ontvankelijk de zon warmt mij op De wereld voelt vredig Heerlijk
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 4 van 19
AGENDA Oktober 2015 zo Di Wo Do Zo Wo Wo Wo
11 13 14 15 18 21 21 28
PR commissie Kerkenraad Taizédienst Startersgroep Repetitie Gemeentekoor Ochtendbijbelkring De Bilt Avond over Mythisch denken en de bijbel Geloofsverdieping
11.30 19.30 20.00 18.30 11.30 10.00 20.00 20.00
Repetitie Gemeentekoor Kostersbijeenkomst Ochtendbijbelkring Utrecht Tafel van 12 Praten & Proeven Ledenvergadering Kerkenraad Taizédienst Spraakmakend eten Repetitie Gemeentekoor Ubi Caritas Startersgroep Geloofsverdieping Repetitie Gemeentekoor
11.30 11.30 10.00 17.00 18.30 11.30 19.30 20.00 18.30 11.30 18.30 18.30 20.00 11.30
November 2015 Zo Zo Wo Wo Do Zo Di Wo Vr Zo Wo Do Wo Zo
1 1 4 4 5 8 10 11 13 15 18 19 25 29
Doopsgezind Wereld Congres – kom luisteren na de dienst op 18 oktober Waarde zusters, broeders en vrienden, afgelopen zomer heeft het Doopsgezind Wereldcongres plaatsgevonden. Vanuit Nederland is naast twee groepsreizen en velen op eigen initiatief- een groep van 40 jongeren (18 t/m 30 jaar) met twee begeleiders naar dit en het jongerencongres en vooraf Philadelphia, New York en een Amerikaanse camping gereisd. Op zondag 18 oktober aansluitend aan de kerkdienst vertellen de Utrechtse dames Janneke Leerink, Janneke Timmerman, Hedwig Swart en Margit Vellekoop en voormalig Utrechter Jasper Pondman u graag over deze reis. Het was een hele belevenis en wij zijn er nog vol van, dus komt allen!
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 5 van 19
De Terugblik op het Startweekend 1 Op 19 en 20 september verbleven ongeveer 50 leden, vrienden en kinderen, zowel grote als zeer kleine en jonge, uit de DGU in Schoorl om het nieuwe seizoen 2015-2016 van DGU-activiteiten met elkaar te openen. Het thema voor het weekend was pelgrimage van gerechtigheid en vrede. Dit thema is door de Wereldraad van Kerken centraal gesteld voor de komende jaren en is ook door de Algemene Doopsgezinde Sociëteit geadopteerd. Van velerlei kanten hebben we dit thema in het weekend benaderd. In de eerste plaats hadden allen de opdracht een koffer mee te nemen, gevuld met zaken die volgens ieder essentieel zijn om als pelgrim op weg te kunnen gaan naar vrede en gerechtigheid. In een eerste plenaire sessie werden de koffers uitgepakt. Al spoedig kwamen we er achter dat alle meegenomen ingrediënten te verdelen waren in vijf hoofdzaken, te weten basisbenodigdheden (spiritualiteit, kunst, humor, vertrouwen, geloof, hoop en liefde), ontmoetingen (taalgids, "dingen" om te delen, samenwerken, een bal om met elkaar te kunnen spelen en door het spel in gesprek te komen), uitdagingen en beproevingen (lef, durf, open hart, wilskracht, doorzettingsvermogen, teleurstellingen, duurzaamheid), wegwijzers voor onderweg (kaart, bijbel, waarden om je de weg te wijzen), inzicht en ontdekkingen (dankbaarheid, kunst, ijskast voor eigen vooroordelen, stoffer en blik om eigen mijmeringen weg te ruimen, spiegel om jezelf recht in de ogen te kunnen kijken). De middag werd besteed aan meditatief wandelen door het prachtige duingebied van Schoorl, aan het maken van gedichten (rondeel, haiku of elfje), of het inkleuren van een mandala, waarin je je eigen levenscyclus in kleuren neerlegt. In de bespreking van deze kleurpatronen bleek ieder op zijn eigen wijze wel iets van een pelgrimsreis door het leven te maken. De kinderen deden waar mogelijk mee met het algemene programma en werden verder voor eigen activiteiten vakkundig opgevangen door Liesbeth van Rooijen, Jan Fokke Meirink, Inge Smoorenburg en Ronald van Rooijen. De zaterdagavond werd besteed aan het maken van een Paulusoratorium. De apostel Paulus was een pelgrim uit het begin van onze jaartelling en werd, na eerst alle volgelingen van Jezus intensief te hebben vervolgd, zelf een hartstochtelijk aanhanger van hem en verkondigde zijn leer op een viertal grote reizen door Klein-Azië en rond de Middellandse Zee. De bekering van Paulus bij Damascus, zoals beschreven in de eerste 22 verzen van het negende hoofdstuk van Handelingen, waarin hij van vervolger volger van Jezus werd, was geregeld de leidraad voor onderlinge gedachtewisselingen. Het bijbelstuk was door onze predikanten in zeven stukken verdeeld. Elk groepje zocht bij de haar toebedeelde verzen een toepassend stukje muziek, klassiek, modern, pop of rock, of wat dan ook. Het leidde tot intensieve discussies over de verzen, de betekenis van de bekering van Paulus en zijn pelgrimage en het zoeken van de bijpassende muziek. Als pelgrims ga je vaak niet alleen, maar ook samen op weg. Ga je gewoon wandelen of doe je het in spelvorm, zoals een levend ganzenbord, of in gesprek met elkaar over de pelgrimagereizen van Paulus? Alles was mogelijk op de zondagochtend. Het weekend werd besloten met een gemeenschappelijke viering in de kerk van het broederschapshuis. De kinderen vertelden aan de hand van door hen gemaakte tekeningen over hun pelgrimages. De voorbeden werden door de aanwezigen uitgesproken onder het aansteken van een kaars. Pelgrims-en vredesliederen werden gezongen. Ten slotte bracht de bus ons weer terug naar Utrecht. Ieder keek terug op een zeer geslaagd en intensief doorleefd weekend. De dank aan allen, die zich hadden ingezet om dit weekend op deze wijze mogelijk te maken, was groot. Onze predikanten, Carolien Cornelissen en Anneke van der Zijpp, hadden zich bijzonder enthousiast ingezet voor het programma om hun ideeën voor pelgrimage gestalte te geven. In de loop van het komende seizoen zal de pelgrimage herhaaldelijk terugkomen in de verschillende gespreksgroepen en andere activiteiten. Anke Margreet Blankenstein en Jan Fokke Meirink Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 6 van 19
hadden de organisatorische zaken rond het weekend verzorgd, zoals de contacten met Dopersduin, de busreis en alles wat rond het organiseren van een weekend komt kijken. Nanja ter Brake leidde ons rond door de duinen met her en der korte meditatiemomenten. Ook dank aan de reeds genoemde kinderleiding voor hun begeleiding van de kinderen. Gedurende het weekend waren er natuurlijk velerlei onderlinge contacten, die de saamhorigheid van de deelnemers duidelijk inspireerden, niet in het minst gestimuleerd door de jonge kinderen. Rest ons nog even stil te staan bij de inbreng van alle leden en vrienden, treffend tot uiting komend in het volgende elfje (elf woorden in vijf regels), ter plaatse door een lid gemaakt (niet ondergetekende): Gemeente in Schoorl met elkaar delen de levenskoffer vol verhalen Gemeente! Han van der Laag
Terugblik op het Startweekend 2 In aanvulling op het verslag van Han van der Laag schreef onze predikant Anneke van der Zijpp nog het volgende over de dienst: Zondagmiddag kwamen we ter afsluiting bijeen in de kerk, waar we een gezamenlijke, ontroerende vierende groep vormden. Niet een ieder kon stil zitten, want groot en klein waren nu bijeen, maar een kruipende kleuter werd liefdevol opgevangen door een zuster of broeder aan de overkant van de kring, zoals het ook evangelisch hoort. Tijdens het slotgebed werd een ieder uitgenodigd een kaars aan te steken en eventueel een gebed of wens uit te spreken. Wegens brandgevaar waren daartoe kleine bakjes met zand neergezet, die met de huidige nieuwsberichten in het achterhoofd plotseling opvallend veel op bootjes vol vluchtelingen leken. Maar nu waren de bootjes gevuld met vlammetjes waarin de bede nog naklonk. We waren elkaar zeer na, dit hele weekend in Dopersduin, en nu waren de mensen die niets en niemand hebben ons in gedachten ook nabij. In stilte had ik eens te meer het vaste voornemen om daarbuiten altijd mijn pelgrimskleed te blijven dragen. Dat we zoveel dingen die daarvoor nodig zijn samen hebben gedeeld zal de tocht lichter maken. Ds. Anneke van der Zijpp
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 7 van 19
De laatste zondagen van het kerkelijk jaar Een nadere doordenking van het vieren van Avondmaal en Gedachtenis van de overledenen binnen de DGU Kort geleden kreeg ik een uitnodiging voor de nieuwjaarsreceptie van de USRK (Utrechtse Stedelijke Raad van Kerken), die gehouden wordt op 30 november. Even dacht ik dat ik de datum verkeerd verstaan had, maar 30 november is de dag. Het kerkelijk jaar begint niet op 1 januari, maar op de eerste zondag van de Advent, dit jaar op 29 november. Waar een nieuw jaar is om te beginnen, is ook een oud jaar om af te sluiten. Bij het ‘gewone’ Oudjaar kruipen we bij elkaar en blikken we terug op het voorbije jaar. Zo doen we dat ook bij het afsluiten van het kerkelijk jaar. Het is de tijd waarin we onze onderlinge band versterken door samen het Avondmaal te vieren. Ook kijken we terug op de dagen die achter ons liggen en herinneren we ons degenen die we hebben moeten loslaten, omdat we ze verloren aan de dood. In onze gemeente werden deze twee gebeurtenissen de afgelopen jaren op één zondag gevierd. De kaarsen die we tijdens de gedachtenisviering ontstaken, stonden tijdens de viering van het Avondmaal op de tafel. Een heel mooi ritueel, waarbij de overledenen als het ware nog eenmaal in onze kring aanwezig zijn. Toch hebben de twee vieringen die op deze zondag gecombineerd worden elk een eigen karakter. De Gedachtenisviering is naar buiten gericht: open en gastvrij naar de nabestaanden die voor deze dienst speciaal worden uitgenodigd. Het Avondmaal heeft een meer naar binnen gericht karakter. Doopsgezinden vieren dan de eenheid in de gemeente, onze betrokkenheid bij Christus en bij elkaar. In de doopsgezinde traditie wordt het Avondmaal ook wel ‘Enigheid vieren’ genoemd. Als nabestaanden ook uit de doopsgezinde traditie komen, is de combinatie van Gedachtenis en Avondmaal heel natuurlijk. We hebben echter gemerkt dat het steeds vaker zo is, dat zij niet doopsgezind of kerkelijk betrokken zijn. Voor hen is het niet vanzelfsprekend om deel te nemen aan het Avondmaal; zij kennen het ritueel vaak niet en weten niet wat van hen wordt verwacht, waardoor ze zich ongemakkelijk zouden kunnen voelen. Als predikanten en kerkenraad hebben we hierover uitgebreid nagedacht. Het Avondmaal drukt onze betrokkenheid bij de gemeente en bij Christus uit. Zouden we niet-kerkelijke mensen hiervoor kunnen uitnodigen? Maar wat doet dat met de betekenis van het Avondmaal, de betrokkenheid op Christus, die voor ons zo belangrijk is? Voor de niet-kerkelijke aanwezigen zou het betekenen dat zij op dát moment de keuze moeten maken: in hoeverre wil ik betrokken zijn bij Christus en deze gemeente? Kun je die keuze wel zo snel maken? Of zouden we nietkerkelijken niet moeten laten meedoen aan het Avondmaal? Maar dat zou afbreuk doen aan het gastvrije karakter van onze gemeente. Hoe kunnen we een manier vinden die recht doet aan zowel de viering van enigheid, als aan gastvrijheid naar buiten toe? We hebben nu bedacht om dit jaar de Avondmaalsviering en de Gedachtenisviering op twee verschillende zondagen te houden. In het ritme van het kerkelijk jaar kan dit heel goed; er zijn namelijk drie ‘laatste zondagen van het kerkelijk jaar’, ook wel genoemd ‘voleindingszondagen’. Op 15 november willen we de Enigheid in de gemeente vieren met het Avondmaal. Op de zondag daarna, 22 november, houden we de Gedachtenisdienst, waarbij we de nabestaanden uitnodigen. Met elkaar willen we ontdekken hoe het is om Avondmaal en Gedachtenis zo te vieren. We vinden het belangrijk om van u te horen hoe u beide diensten ervaart. Daarom vragen we u om ons te laten weten hoe u de vieringen hebt beleefd. Wat ging naar uw idee goed, wat zou beter kunnen? Zo kunnen we met elkaar komen tot een mooie en respectvolle viering van Avondmaal en Gedachtenis in de toekomst, waarbij betekenis en karakter van beide rituelen tot hun recht komen, en nabestaanden zich welkom voelen in onze gemeente. Mede namens Anneke van der Zijpp, Carolien Cornelissen
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 8 van 19
Het lied dat mij raakte Het lied dat mij raakte, en nog steeds elke keer weer ontroert, is het lied “Ken je mij, wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik?” En dan in de originele live-uitvoering van Stijn van der Loo. Prachtig! Het filmpje is op youtube te bekijken. Wat me raakt is de intensiteit en de inkeer waarmee het gezongen wordt, als een gebed. De tekst van het lied is geschreven door Huub Oosterhuis en gebaseerd op psalm 139: “Heer, U doorgrondt en kent mij…”, een prachtige psalm. Een gebed, waarin iemand zich realiseert dat er Eén is die jou ten diepste kent. Nog beter dan dat je jezelf kent. En tegelijk die vraag erbij: “Wie ben ik dan? Help me dan om te zien wie ik ten diepste ben! U weet het toch? Ikzelf weet het niet meer. Ben ik op de goede weg? Ben ik op weg te worden zoals ik ten diepste bedoelt ben? Zoals ik bedoeld ben door U?” en de twijfel: ”Bestaat U wel? Of is het maar gewoon verbeelding, een aardig iemand die ik me zo voorstel omdat ik anders zo eenzaam ben? Bent U een hersenspinsel? “…” Bent U beeldspraak voor iemand die aardig is, maar onmetelijk ver …” En toch…”Ogen die door de zon heen kijken, zoekend naar de plek waar ik woon…” Er klinkt voor mij een heel groot verlangen door dat die ogen er zijn, dat ze jou zoeken, door de zon heen, en dat ze jou zien, met liefde zien. En dat je terug mag kijken. Dat er soms een doorkijkje lijkt te zijn naar die onmetelijkheid, dat Geheim, dat we God noemen. Dit is de tekst: Refr: Ken je mij? Wie ken je dan? Weet jij mij beter dan ik? Ken je mij? Wie ben ik dan? Weet jij mij beter dan ik? Ogen die door de zon heen kijken Zoekend naar de plek waar ik woon Ben jij beeldspraak voor iemand die aardig is, of onmetelijk ver, die niet staat en niet valt en niet voelt als ik, niet koud en hooghartig Hier is de plek waar ik woon Een stoel op het water, Een raam waarlangs het opklarend weer Of het vallende duister voorbij vaart Heb je geroepen? “Hier ben Ik”
Ik zou één woord willen spreken Dat waar en van mij is Dat draagt wie ik ben, dat het houdt, Ik zou één woord willen spreken Dat rechtop staat als mens die mij aankijkt en zegt: “Ik ben jouw zuiverste zelf, Vrees niet, versta mij, Ik ben, Ik ben” Ben jij de enige voor wiens ogen Niet is verborgen van mijn naaktheid Kan jij het hebben, Als niemand anders, Dat ik geen licht geef, niet warm ben, Dat ik niet mooi ben, niet veel Dat geen bron ontspringt in mijn diepte Dat ik alleen dit gezicht heb, geen ander. Ben ik door jou, zonder schaamte, gezien, genomen, door niemand minder? Zou dat niet veel teveel waar zijn? Zou dat niet veel teveel waar zijn?
Het is een gebed, een troostend lied, een verlangend lied, een lied vol twijfel, een lied ook waarin erkend wordt dat we niet perfect zijn, dat er zoveel op ons aan te merken is, dat U dat weet en ons liefdevol aanziet. Dat je er mag zijn precies zoals je bent. Niet meer en niet minder. Punt. Nanja ter Brake
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 9 van 19
Domineesvrouw in deeltijd Laura’s man werkt als predikant in Twente. Laura woont in Utrecht en is als domineesvrouw in het weekend vaak in Twente. Als stadse geniet zij van het dorpsleven. Deze zomer hadden we twee bijzondere uitvaarten in de Stiftsgemeente. De eerste was van een 93-jarige vrouw, een steunpilaar van de kerk, die al jaren ziek was. Zolang ik in de gemeente ben, hoorde ik al dat ze niet meer beter kon worden. Desalniettemin zat ze elke zondag met haar rolstoel voor in de kerk, gehaald en gebracht door iemand met haar auto, die geschikt was voor rolstoelvervoer. Het laatste jaar kwam ze niet meer in de kerk, maar een gespreksgroep was nog steeds bij haar thuis. Zo kon ze gewoon meedoen. Deze vrouw woonde alleen, ze was weduwe en had verder geen familie. Iedere morgen haalde iemand van de thuiszorg haar uit bed en zette haar in haar stoel. In de loop van de dag kwamen ze nog een paar keer om haar eten te verzorgen, naar de wc te begeleiden en ’s avonds brachten ze haar weer naar bed. Twee uur per week kwam er een huishoudelijke hulp voor de schoonmaak. (Let op, staatssecretaris Van Rijn: nog dit voorjaar werd in een zogenaamd keukentafelgesprek de huishoudelijke hulp teruggebracht tot twee uur per week. Iets wat deze vrouw idioot vond, en het keukentafelgesprek vond ze ook een aanfluiting.) Alle andere dingen in het huishouden deden de buren. Een paar keer per dag gingen ze even langs voor een praatje en om even te kijken of alles goed ging. Ze deden haar boodschappen en haar was, en zorgden voor de voorraad. Ze had reuma en verschillende soorten kanker. Toch weigerde ze sterke pijnbestrijding want ze wilde helder blijven en voor zover mogelijk de regie over haar leven houden. Toen ze op een middag zei dat ze naar bed wou en extra pijnbestrijding accepteerde, wist iedereen dat het niet lang meer zou duren. De volgende dag overleed ze, nadat ze nog van veel mensen afscheid had genomen en met de dominee het Onze Vader had gebeden. Na haar overlijden zorgde de testamentair executeur, met wie ze alles had besproken, voor de begrafenis; hij had contact met de begrafenisondernemer. Maar ook toen weer deden de buren wat normaliter de familie doet: haar wassen en aankleden na haar overlijden, en de honneurs waarnemen bij het condoleren de avond voor de begrafenis in haar huis waar ze opgebaard lag. Ook hadden ze een rol bij de begrafenisdienst in de volle Stiftskerk. En bij het koffiedrinken na afloop zaten zij aan de ‘familietafel’ centraal in het restaurant. Zulke dingen zullen vast ook wel eens in de stad voorkomen. En ook wel vaker hier in het dorp, maar toch was dit toch wel iets bijzonders, omdat het ziekbed zo lang had geduurd. De tweede was van een jonge vrouw, getrouwd met een katholieke man en moeder van twee meisjes van zes en vier jaar. De afscheidsdienst en de begrafenis zelf waren op het Stift, maar op de avond ervoor was er een traditionele avondwake in de katholieke kerk. Dat kwam omdat haar man katholiek was, maar het kwam vooral omdat dat hier zo gebruikelijk is in het dorp. Een avondwake is een soort kerkdienst-light. Geen preek, wel een koor dat liederen zingt, en iemand die teksten voorleest. De wake werd geleid door een katholieke vrijwilliger, een soort lekenprediker. Hij gaat wel vaker voor want er is een enorm gebrek aan RK-professionals. Na afloop is er gelegenheid om ‘afscheid te nemen’ van de overledene in de aula en de familie te condoleren. Bij die avondwake waren er wel zo’n 230 mensen aanwezig, natuurlijk ook omdat het ‘s avonds was. De hele straat, ouders van school, collega’s, vrienden uit de verenigingen waarvan de ouders lid zijn, enzovoort.. Niettemin zat de volgende dag de Stiftskerk zo vol dat de deuren naar de hal opengezet werden en de mensen tot in de hal zaten of stonden. Ik vind het bijzonder, deze RK en protestantse dienst achter elkaar – maar niemand lijkt dit hier gek te vinden. Dus onze koster, hoewel hij nu met pensioen is, heeft nog twee keer een graf gedolven!
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 10 van 19
Huissamenkomsten najaar 2015 De huissamenkomsten in week 44 (26 tot 30 oktober) hebben als thema 'Verwachting', een onderwerp dat past bij donkerende dagen, waarin de belofte van het komende Christuskind steeds naderbij komt. Tenslotte is heel die duistere decembermaand straks prima door te komen met al die lichtjes die binnen en buiten ons tegemoet fonkelen. Maar wat doet heel die Adventstijd met onze verwachtingen? Verwachting is ook een woord dat heel persoonlijk ingevuld kan worden. Wat verwachten we van de toekomst van ons eigen leven? Welke lijnen lopen er al en hoe zullen die in de toekomst zich verder ontwikkelen? Zouden wij daarin iets kunnen bijsturen? Zijn er dingen die we kunnen 'leren' of dingen die we innerlijk zullen moeten leren aanvaarden? Wij kunnen als leden en vrienden ook verwachtingen hebben van de Doopsgezinde Gemeente waarvan wij deel uit maken. Hoe zouden we de gemeente in deze tijd kunnen omschrijven of definiëren, en welke verwachtingen hebben wij ten aanzien van de gemeente in de toekomst? Dat is een geheel open vraag, die op allerlei manieren beantwoord kan worden. Tenslotte kunnen we samen onze verwachtingen uitspreken op een universeel niveau: wat verwachten we ten aanzien van wat ons uiteindelijk te wachten staat, ofwel beloofd is: het Koninkrijk Gods? Is dat iets wat in ons leeft als geruststellende belofte, of is het een vreemd en ver woord? Maar... we zingen er wel vaak over. Kortom: er zijn diverse invalshoeken voor dit thema. De Schakelgroep nodigt u van harte uit de diverse bijeenkomsten bij te wonen. Namens de Schakelgroep, ds. Anneke van der Zijpp
Datum
Aanvangstijd
Plaats
IJsselstein / Vianen Nieuwegein / Houten Culemborg e.o. Centrum e.o.
Di. 27 oktober
20.00-22.00 uur
Zr. en Br. Smoorenburg- van Terwisga
Wo. 28 oktober
20.00-22.00 uur
Fam. Chirangi
Overvecht / Zuilen Tuindorp / Oog in Al Kanaleneiland e.o.
Do. 29 oktober
10.30-12.00 uur
Zr. Akkerman- Hofenk
Maarssen / Breukelen Vleuten / Leidsche Rijn e.o. De Bilt / Bilthoven Lunetten Maartensdijk e.o.
Do. 29 oktober
20.00-22.00 uur
Zr. Boegborn - Dam
Do. 29 oktober
10.30-12.00 uur
Zr. Hagen- Fast
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 11 van 19
Jeugdpagina Gemeenteweekend Zaterdagochtend gingen we met een grote bus naar Schoorl. Wij stapten in Zeist op en gingen toen naar Utrecht om andere mensen van de kerk op te halen. In het broederschapshuis hadden we ’s ochtends, met alle kinderen, een workshop over de toekomst. We gingen een zelfportret maken van hoe we er later uit willen zien en wat we dan willen zijn. Daarna speelden we het spel 'wie ben ik'. Dat was lachen. Zaterdagmiddag liepen we het blote voetenpad (op onze blote voeten natuurlijk). We gingen een hele hoge trap op. Na een stuk wandelen in het bos kwamen we bij het klimduin. We gingen heel vaak naar boven en beneden, rennend en rollend. Bovenaan het klimduin was een hut van de wortels van een boom. Toen we gingen eten hadden we het halve klimduin in onze schoenen en kleren (oké, het halve klimduin is misschien wat overdreven, maar het kwam in de buurt.) Het eten was, ondanks het zand, heel lekker en gezellig met iedereen aan tafel. Ik vond het een heel leuk en gezellig weekend. Ester Meirink
Doolhof
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 12 van 19
AKC Pagina Ook deze zomer waren er natuurlijk waar AKC-kampen. Om een klein beetje te laten zien hoe leuk het was, hierbij een aantal stukjes over de kampen. Zeilzwerfkamp Op zeilzwerfkamp vaar je met een grote skût door Friesland. Er waren ook twee kleine bootjes, valkjes, mee. Met z’n allen sliepen en aten we op de skût. Het was klein, maar wel erg gezellig! Een groot deel van de dag zeilden we, maar we deden ook veel spellen op, in en naast het water, wat altijd heel grappig was. We bezochten Sneek en Grouw, waar we onder andere een vossenjacht deden en nog veel meer spellen! Ook zongen we veel, natuurlijk het kamplied, maar ook heel veel andere liedjes, bijvoorbeeld uit de Allewiejo. Dat zorgde voor een gezellig sfeer. Elke avond moest een groepje een soort verslag maken van de dag, door een couplet te maken voor een groot lied. Aan het eind van de week hadden we dus een heel lang lied met alles wat we hadden gedaan! Ook dat zongen we veel. Elke avond luisterden we naar de avondtune, en natuurlijk een verhaaltje voorgelezen door de leiding. ‘s Ochtends werden we vroeg wakker gemaakt met de ochtendtune, om vervolgens een douche te nemen op het dek ;) De laatste avond was er gala. Iedereen had zich mooi gemaakt en we maakten veel foto’s. Toen was het tijd voor een disco in de boot en toen was ook de laatste dag alweer afgelopen! Het was een hele leuke week die ik niet snel zal vergeten. Sara Wildschut
Giethoorn 2 Een week op Samen Eén is altijd leuk. Ondanks het slechte weer hebben we toch erg veel gezeild en gesurft. We hebben met de punters een tocht achter Samen Eén gemaakt en we zijn naar Giethoorn geweest om kaartjes te versturen, souvenirs te kopen en snoep in te slaan. We hadden een gala, dat zich in Spanje afspeelde want ons thema was de VOC. Elke dag stond een ander land centraal. Verder deden we ook de gebruikelijke AKC dingetjes zoals corveeen, zingen, weinig slapen en luisteren naar de avondtune. We hadden een kampkrant waar een groepje elke dag wat in schreef over wat er die dag allemaal gebeurd was. De laatste avond was er een bonte avond en een disco ter afsluiting. Toen ik na een week weer naar huis moest, viel ik om van de slaap en had ik geen stem meer over, maar het was een fantastische week! Imke Wildschut Menno Sticht 2015 nr. 5
Giethoorn 1 Ik ben naar Giethoorn 1 gegaan dat was superleuk. We gingen heel veel zeilen en dat vond ik heel leuk. We hadden best goede wind dus dat was ook heel erg fijn en soms best wel spannend of je wel omsloeg of niet. En we hebben ook heel vaak gezwommen en we hebben ook ochtendgymnastiek in het water gedaan en dat was best koud en best wel vermoeiend maar het kamp was wel superleuk. Ik wil volgend jaar dus weer! Sander van den End
Uitdaging 1 Met de boot op de dag dat het zo heel hard waaide, ging ik naar Texel. Daar stond een mooi kamphuis op ons te wachten. We hebben de hele week heel veel gesurft op de zee. Dat was moeilijk, maar superleuk. We hebben ook veel leuke spelletjes gedaan, zoals het wasmachinespel, een nachtspel en een vossenjacht. De stunt was erg spannend, want het was ’s nachts. We gingen op de fiets naar het strand. Het eten was erg lekker en kwam iedere dag uit een andere cultuur, omdat we iedere dag in een ander land waren. Het thema van het kamp was namelijk wereldreizen. Tijdens de bonte avond werden er toneelstukjes opgevoerd, goocheltrucs gedaan en was er het AKCjournaal. We hadden ook een diner en toen moest elke jongen met een meisje uiteten in het AKC-restaurant. Iedereen zag er heel mooi uit. Het was een superleuk kamp! Ruben Wildschut blz. 13 van 19
Interview met Jan Niemantsverdriet Hoe lang ben je betrokken bij de DGU? En hoe ben je betrokken geraakt? Ik ben al heel lang betrokken bij de DGU, sinds we in ‘75 in IJsselstein zijn gaan wonen. Dat is nu zo’n 40 jaar geleden. Ik ben van huis uit hervormd, wat nu de PKN heet. Toen ik in Leiden studeerde, heb ik belijdenis gedaan in een hervormde/oecumenische studentengemeente. In deze stad heb ik ook Evelien leren kennen. Zij was doopsgezind en via haar ben ik bij de doopsgezinde gemeente betrokken geraakt. Nadat we naar IJsselstein zijn verhuisd, zijn we zijn getrouwd in de Doopsgezinde gemeente Den Haag. In hoeverre verschilt de PKN van de doopsgezinden? De verschillen zijn volgens mij niet zo groot. Ik vind het opvallend dat door doopsgezinden de verschillen vaak zo benadrukt worden. Ik zie vooral de gemene delers, zoals het gemeenschappelijk geloof in de waarden van het Christendom. Die vind je overigens ook in de rooms-katholieke geloofsgemeenschap. De verschillen tussen de doopsgezinden en de PKN, zoals bijvoorbeeld de volwassendoop, zijn voor mij niet bepalend voor waar ik me het meest mee verbonden voel. Wat spreekt je aan in het betrokken zijn bij een geloofsgemeenschap? Ik vind het heel leuk om met teksten bezig te zijn. Wat staat er precies en hoe kan of moet het geïnterpreteerd worden? Ik ben daar een groot deel van mijn beroepsleven, als jurist en criminoloog, ook mee bezig geweest. Het boeit me daarom ook om met Bijbelteksten bezig te zijn. Ik volg daar ook wel eens een workshop of cursus voor. Vorig jaar heb ik bijvoorbeeld via de Doopsgezinde Zending deelgenomen aan een leerhuis van Afke Maas. Sinds een paar maanden ben je de penningmeester van de kerkenraad. Kun je vertellen hoe dat zo gekomen is? Een paar jaar geleden ben ik officieel vriend geworden van de DGU. Ik heb daar bewust voor gekozen. Vriend zijn verbindt je nog iets meer met de gemeente. Daarbij horen ook meer verplichtingen, zoals dat je zowel financieel als in daadkracht bijdraagt aan de gemeente. In het najaar van vorig jaar kwam Teije Bakker bij me langs en legde me de vraag voor of ik wilde toetreden tot de kerkenraad. Het is pas sinds kort (2013) reglementair mogelijk dat een vriend lid kan worden van de kerkenraad. Teije vroeg me ook of ik wat voelde voor de functie van penningmeester. Daar moest ik wel even over nadenken. In het verleden heb ik wel de functie van secretaris, voorzitter of adviseur vervult, maar niet die van penningmeester. Ik ben toen bij de vorige penningmeester langsgegaan om te informeren wat het werk precies inhoudt. Daar kreeg ik een helder beeld van, wat me een gerust gevoel gaf en waardoor ik de functie van penningmeester wel zag zitten. Wat houdt het werk van een penningmeester precies in? Gedurende de maanden dat ik nu betrokken ben bij de kerkenraad, kom ik geleidelijk in aanraking met de verschillende aspecten van het penningmeesterschap. In het voorjaar heb ik vanaf de zijlijn meegekeken met het opstellen van de jaarrekening van 2014. Dit heeft Willem Hartman nog hoofdzakelijk gedaan. Op dit moment ben ik bezig met het opstellen van de begroting voor volgend jaar. Deze zal gepresenteerd worden in de Ledenvergadering op 8 november. Hoe vind je de functie van penningmeester? Is het veel werk? Is het moeilijk, ben je financieel onderlegd? Ik heb geen financiële opleiding, maar ik ben wel geïnteresseerd in financiële kennis en in financiële en economische ontwikkelingen. Ik ken die wereld op zich wel. De hoeveelheid werk is goed te doen. Met de kerkenraad vergaderen we maandelijks op dinsdagavond. De vergaderingen vragen weinig tijd aan voorbereiding, achteraf zijn er natuurlijk de afspraken die afgehandeld moeten worden. Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 14 van 19
Ten aanzien van de financiële administratie vind ik het belangrijk om op te merken, dat we als DGU het voorrecht hebben dat Peter Reinhold als financieel assistent hier heel veel voor doet. Hij kent de DGU goed en heeft een jarenlange routine in het verwerken van facturen en allerlei financiële zaken. Verder wordt de loonadministratie en de declaraties daaromheen voor de vier personen die in dienst zijn van de DGU, verzorgd door een speciale instelling van de ADS. Wel heb ik regelmatig overleg met de ADS en moet ik zo nu en dan bepaalde betalingen goedkeuren. Er zijn dus veel zaken die al jaren geroutineerd verlopen. Langzaam maar zeker krijg ik door hoe het allemaal in zijn werk gaat. Hoe staat de gemeente er financieel voor? De gemeente heeft reguliere inkomsten van verhuur van ruimten en van huizen. Daarnaast zijn de kerkelijke bijdragen een belangrijke bron van inkomsten. Deze geven wel enige zorg omdat het aantal en de hoogte van de bijdragen in de afgelopen jaren zijn teruggelopen. Hierdoor hebben we vorig jaar en het jaar daarvoor de begroting niet helemaal gehaald. Maar gelukkig komen er ook nieuwe leden en vrienden bij, onlangs nog vier nieuwe vrienden tegelijkertijd. Echter blijft het ‘verleiden’ van mensen tot een bijdrage in een aantal gevallen lastig. Het lidmaatschap of vriendschap van de DGU brengt natuurlijk ook een financiële verplichting met zich mee, maar er kunnen allerlei redenen zijn waardoor mensen hier niet toe komen. Door middel van de kerkbalans proberen we aan het begin van het jaar inzicht te krijgen in wat mensen willen bijdragen, maar dat wil niet zeggen dat mensen dat uiteindelijk ook bijdragen. Dit is echter niet alleen in de DGU lastig, ook andere kerken kennen deze ervaring. Naast de kerkelijke bijdragen en de opbrengsten uit de verhuur is het vermogen van de DGU een bron van inkomsten. 2013 en 2014 waren goede jaren, waardoor het vermogen zelfs vermeerderd is, maar dat is “geen garantie voor de toekomst”. Ik vind dat de financiële situatie er alles overziend op dit moment gezond uitziet. Vind je het ook leuk om je binnen de kerkenraad met de rest van het beleid bezig te houden? Welke onderwerpen vind je interessant? Ik praat mee met alle onderwerpen die passeren. Voordat ik lid werd van de kerkenraad was ik betrokken bij de beleidscommissie. Ik vond het interessant om op die manier mee te kunnen denken met het beleid en de toekomst van de gemeente. De kerkenraad heeft na het aannemen van het nieuwe beleidsplan al gelijk wat stappen gezet. Zo is er een liturgiecommissie in het leven geroepen waar ik ook lid van was. Daarnaast houden we in de gaten hoe de uitvoering van het beleidsplan verloopt. Hoe is het om als vriend lid te zijn van de kerkenraad? Voelt dat anders? Dat ik vriend ben van de gemeente is in de kerkenraad geen issue. Ik denk dat de gemeente hier ook al veel langer aan gewend was. De aanpassing van het reglement op dit punt was volgens mij meer een formaliteit. Heb je sinds je lid bent van de kerkenraad een ander beeld van de DGU? Ik ben onder de indruk geraakt van de vele activiteiten die binnen de DGU plaatsvinden. Dat realiseer ik me beter nu ik er nauwer bij betrokken ben. Daarnaast vallen me natuurlijk dingen op die goed lopen en die minder goed lopen. Soms gaan er dingen niet altijd even efficiënt, dan zijn bijvoorbeeld twee mensen met dezelfde dingen bezig. Dat is niet handig, maar soms lopen zaken ook zoals ze gaan. Wat doe je verder binnen de DGU en daarbuiten? Binnen de DGU maak ik onderdeel uit van de broederkring. Verder zit ik in het bestuur van de Stichting Broederschapshuis Bilthoven. Dat is een gezamenlijk project van de DGU en DG Amsterdam. In Bilthoven was een broederschapshuis gevestigd. Een aantal jaar geleden is dat verkocht en er is daarna een kantoorgebouw op het terrein gebouwd. De stichting stelt zich ten doel met het vermogen en de huuropbrengsten van dat kantoorpand goede doelen te Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 15 van 19
financieren. Verzoeken van goede doelen komen uit het hele land, je moet dan denken aan de vergoeding van workshops of een bijdrage aan een verbouwing van een kerkgebouw. De DGU en de DG Amsterdam krijgen jaarlijks een donatie uit dit fonds. Daarnaast zit ik in de commissie van toezicht en klachtencommissie van een forensisch psychiatrische instelling en ben ik bestuurslid van een stichting die steun biedt aan familieleden en naastbetrokkenen van mensen met psychische aandoeningen. Sanne Weijers
De gedoogpartner1 - vijf vragen aan een niet-doopsgezinde partner In de rubriek ‘vijf vragen aan een niet doopsgezinde partner’ stellen we vijf vragen aan Ernst Verloop, de man van Tuut Verloop. 1. Je bent niet doopsgezind. Hoor je bij een andere kerk of ben je niet gelovig? Kun je dat toelichten? Ik ben niet aangesloten bij een kerkgenootschap maar ook niet “ niet gelovig “ in de zin van afwijzend tegenover religie. Mijn achtergrond is een familie met protestantse geschiedenis van vaders zijde en joodse van moeders kant. Beide families zijn in de loop der jaren het contact met hun oorspronkelijke religie kwijtgeraakt. 2.
Wat vind je van de doopsgezinden en de doopsgezinde gemeente Utrecht?
Ik heb bewondering voor de actieve beleving van het kerkelijk leven van de doopsgezinde gemeente in Utrecht, voorzover ik dat uit de verhalen en ervaringen van mijn vrouw kan beoordelen. 3.
Ga je wel eens mee naar een dienst van de DGU? Waarom wel of niet?
Bij bijzondere gelegenheden woon ik wel eens een dienst bij. Ik doe dit uit een gevoel van samen zijn en samen beleven met mijn vrouw en belangstelling en nieuwsgierigheid naar de inhoud van de dienst, de aanwezige deelnemers en de omgeving. Het valt mij op dat de algemene stemming in zowel de dienst als tijdens de koffie altijd positief en plezierig is. 4.
Hoe is het om als stel niet bij dezelfde kerkelijke gemeente te horen?
Het heeft in 40 jaar samen zijn nog geen problemen opgeleverd. Overigens, wij kunnen ook op vele andere gebieden zonder al te veel moeilijkheden van mening verschillen.
1
Deze naam is ontleend aan de naam van een rubriek in de Nieuwsbrief van de Amsterdamse Studentenekklesia Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 16 van 19
Joods Monument Utrecht Donderdag 29 oktober wordt in de Utrechtse Johan van Oldenbarneveltlaan vlakbij het Spoorwegmuseum het Joods monument onthuld, 's avonds om zes uur en u bent daarbij van harte welkom. Er staat dan een gedenkmuur van zeven meter breed en drie meter hoog, met daarop de namen van alle 1.239 tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen Joodse medeburgers van onze stad. Voor de muur komt een platform van Jeruzalemsteen met op de hoek van het platform een grote Sjofar in brons op een betekenisvolle sokkel. De Sjofar (het Hebreeuwse woord voor ramshoorn) is gericht op het Oosten en vormt een teken van hoop bij een dieptreurig gebeuren. Want wat is er midden in de oorlog gebeurd? Onze toenmalige Joodse stadgenoten zijn grotendeels via datzelfde Spoorwegmuseum, toen Maliebaanstation geheten, om hun Jood-zijn 's nachts en 's morgens vroeg (want dat gaf het minste kabaal) weggevoerd en nooit meer teruggekomen. De Georgisch-Joodse beeldhouwer Amiran Djanashvili heeft een jaar aan het monument gewerkt in het atelier van Pieter de Hondt, de beroemde al overleden Utrechtse beeldhouwer, die vroeger bijvoorbeeld al die beeldjes (consoles) onder vele lantaarnpalen in onze stad heeft gemaakt. De beeldengroep van ruim een halve meter hoog is inmiddels in brons gegoten en komt vlakbij de grote, al eerder genoemde Sjofar die ook in brons is uitgevoerd. De voorste figuur van de tien mannen draagt de Sidoer, het Joods gebedenboek en leest daaruit het Kaddiesj-gebed voor, het gebed dat gezegd wordt bij een overlijden. Achter die tien mannen zijn als het ware de schimmen te zien van alle weggevoerden. Het voorlopige programma voor de onthullingsbijeenkomst op 29 oktober tussen 18.00 en 19.00 uur ziet er als volgt uit: 1. Openingswoord door voorzitter Wim Rietkerk van de Stichting Joods Monument Utrecht. 2. Toespraak en onthulling door de burgemeester van Utrecht, mr. J. van Zanen. 3. Blazen op een sjofar door rabbijn Arjeh Heinz. 4. Het zeggen van het Kaddiesj door Moshe Lewkowitz. 5. Toespraak namens de nabestaanden door mevrouw Hadassah Hirschfeld-Reichmann. 6. Het lezen van een gedicht door mevrouw Els van Starborch. 7. Toespraak door opperrabbijn Binyomin Jacobs. 8. Ter afsluiting: Lied 'Eli, Eli', te zingen door Moshe Lewkowitz.
Verschijningsdata Mennosticht Nummer
Inleverdatum kopij
Verschijningsdatum
2015.6 kerst
15 november
28 november
2016.1 winter
10 januari
23 januari
2016.2 pasen
28 februari
13 maart
2016.3 Pinksteren
17 april
30 april
2016.4 nieuw seizoen
7 augustus
20 augustus
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 17 van 19
Kerken Kijken 2015 Thema van het jaar 2015 Kerken Kijken was 'Prachtige preekstoelen' . Voor de inrichting van de hal waren er mooie en zeer informatieve panelen, die ons geschonken zijn door de organisatie van Kerken Kijken Utrecht. De start van het seizoen werd helemaal bepaald door de Tour de France. In de dagen voordat de Tour de France startte, deelden de gidsen papieren gele truitjes uit met het verzoek een wens op te schrijven voor iemand die eigenlijk een gele trui verdient. En zo hangt er ook een truitje met Chinese tekens aan de lamp! Harke heeft op de ochtend van de tourstart een mooie foto gemaakt van Teije, voor de deur van de kerk. De tour zelf leverde overigens niet veel extra bezoekers op, maar wel een heel apart sfeertje in de stad en op de zondag een heel bijzondere meditatieve dienst waarbij Anneke voorging en Anton Visser prachtig piano speelde. De inzet van de gidsen, degenen die al jaren hun ervaring delen én natuurlijk ook de nieuwe gidsen als Anja, Nanja, André en Ciska, maakte ook dit Kerken Kijken tot een geslaagd seizoen. We waren dit jaar met 24 gidsen en ontvingen met elkaar bijna 4300 bezoekers/gasten, afkomstig van alle continenten van onze aardbol. In ons gastenboek staan lovende woorden. De bezoekers waren zeer divers: sommigen kwamen voor 't pelgrimsstempeltje, anderen kwamen meer toevallig dan wel spontaan binnen, maakten zelf muziek, zochten stilte, verkoeling of juist een gesprek. Na dertien weken het slotfeest: De Monumentendag, 12 september, waarbij Freddy den Herder heel accuraat alle 660 bezoekers met streepjes in het telboek vastlegde. De dag - vrolijk door het prachtige weer - waarop alle gidsen verwend werden door Jan van Strien’s onvolprezen soep en de lekkere broodjes van Truus. Kortom het was een heel mooi Kerken Kijken - seizoen, waar we trots op terug kunnen kijken. Henriëtte Hoekstra
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 18 van 19
Kort nieuws Op 7 en 21 oktober zijn er twee gemeente-avonden samen met de Remonstrantse Gemeente, verzorgd door Anneke van der Zijpp. Ze beginnen om 20 uur en zijn in de Gemeentezaal. Het onderwerp is Mythisch denken en de bijbel. Veel verhalen in de bijbel vallen onder het mythisch denken. Er zijn veel universele verhaalthema’s aan te wijzen in de bijbel. En zodra je ontdekt hoe groot de rijkdom is als je de metaforentaal en de poëtische uitdrukkingswijzen herkent, gaat er een wereld open en worden de verhalen veel begrijpelijker. Denbk bijvoorbeeld aan de schepping, de zondvloed, de toen van Babel, de maagdelijke geboorte, de kruisiging en de hemelvaart. De data van de huissamenkomsten zijn t.o.v. de Wegwijzer iets gewijzigd. Zie elders in dit nummer Op 1 november is de geboortedankzegging van Menno, zoon van Leontien en Walter; van Jesse, zoon van Lotte en Chai; en van Marijn, zoon van Inge en Edwin. Vrijdag 13 november is er Spraakmakend eten. Tijd: 18.30 uur in de Tuinkamer. Thema: Geloof en Bijgeloof. Opgeven bij het kerkelijk bureau. Choral evensongs door Schola Davidica in de Janskerk te Utrecht, iedere vierde zondag van de maand om 17.00 uur. Zie voor meer informatie www.scholadavidica.nl. Toegang vrij.
Menno Sticht 2015 nr. 5
blz. 19 van 19