Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
Projectvoorstel Nederland Ondernemend Innovatieland I-BRIDGE 3.0
INNOVATIE KOPPELT DE KETENS
Pagina 1/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
1.
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
Inleiding In het kader van het project Nederland Ondernemend Innovatieland (NOI) is het kabinet Balkenende 3 gestart met maatschapschappelijke innovatieprogramma’s op het terrein van water, veiligheid, zorg en energie. Deze programma’s moeten bijdragen aan oplossingen voor belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Inmiddels is de eerste tranche in een afrondende fase en heeft besluitvorming plaatsgevonden over het vervolg, waarbij is vastgesteld dat er een tweede tranche komt voor de jaren 2011-2012. Het projectvoorstel I-Bridge 3.0 behelst de doorontwikkeling van het project I-Bridge 2.0 dat succesvol is gebleken als Proof-of-Concept binnen de eerste tranche NOI. Het voorliggend projectvoorstel omvat de activiteiten die met I-Bridge 3.0 kunnen worden uitgevoerd door de Bedrijfsgroep IVENT van het Ministerie van Defensie in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en industriepartners.
1.1
Gegevens opdrachtgever De opdrachtgever voor i-Bridge 3.0 in het kader van Nederland Ondernemend Innovatieland (NOI) is Agentschap NL (is begin 2010 ontstaan uit een bundeling van EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem). Namens opdrachtgever treedt als gedelegeerd opdrachtgever op Defensie/Bestuursstaf/ DMO/ DR&D. Projectbegeleiding en aansturing van het project zal plaatsvinden vanuit het Ministerie van Defensie gezamenlijk met de NVBR. Voor sturing, afstemming en monitoring van de voortgang zal een stuurgroep worden ingericht.
1.2
Gegevens opdrachtnemer Defensie/BG IVENT is de opdrachtnemer. Dit betekent dat zij als opdrachtnemer de verantwoordelijkheid zal nemen het project i-Bridge 3.0 te realiseren, daarbij ondersteund door de NVBR (vraagkant) en industriepartners (aanbodkant).
1.3
Refertes
1.4
PID i-Bridge 2.0 Faseplannen i-Bridge 2.0 Voortgangsrapportages i-Bridge 2.0 (o.a. voortgangsverslag 2009 aan NOI
Revisiegegevens Versie 0.1 0.2
Datum 21 jun 2010 23 jun 2010
Status Concept Concept
Auteur R.van Bladel R.van Bladel
Omschrijving e
1 review R. Boots verwerkt
Pagina 2/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
0.3
1.5
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
4 aug 2010
Concept
R.van Bladel
Input NVBR, beschrijving scenario’s
Verspreidingsgegevens Organisatie NVBR
Stuurgroep i-Bridge
Functie Portefeuillehouder Informatiemanagement Secretaris NVBR Vz en leden stuurgroep
Naam S. v/d Schuit G. Zijlstra P. Kwant, R. Dekker, R. Boots (Defensie) F. Gronsveld (NW) J. Slakhorst (HGM)
Pagina 3/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
2.
Project definitie
2.1
Achtergrondinformatie Informatie is cruciaal in de hulpverlening bij incidenten, rampen en crises. Hulpverleners en bestuurders hebben relevante informatie nodig om effectief voor de burger op te kunnen treden. Er is nog veel te verbeteren aan de informatievoorziening. De inspectie Openbare Orde en Veiligheid (OOV) concludeerde eind 2007 dat het informatiemanagement bij de rampenbestrijding over de gehele linie tekortschiet. De technologie is niet het grootste obstakel. Kern van de problematiek is dat er nauwelijks sturing wordt gegeven. De versnipperde en sterk verzuilde organisatie, gebrekkige landelijke regie en financiering zorgen ervoor dat de informatievoorziening niet geïntegreerd plaatsvindt en op veel plaatsen van onvoldoende kwaliteit is. Dit betekent dat er onvoldoende effectief en efficiënt wordt gewerkt. Met i-Bridge 1.0 en 2.0 is een belangrijke impuls gegeven aan het verbeteren van het verkrijgen van een gemeenschappelijk operationeel beeld tijdens crisis- en rampenbestrijding, waarbij gebruik werd gemaakt van de bij Defensie aanwezige kennis van het netcentrische gedachtegoed in samenwerking met de Nederlandse industrie. Het i-Bridge concept maakt het mogelijk om op flexibele wijze een aantal verschillende communicatie componenten in wisselende combinaties aan elkaar te koppelen op basis van gestandaardiseerde Protocollen. Secure, real-time collaboratie en logging worden hiermee mogelijk. In eerste instantie is het Proof-of-Concept i-Bridge 1.0 ontwikkeld. Daarna is gedurende demonstraties en oefeningen (Combined Endeavour 2008, Voyager 2007 en andere civiele deeloefeningen) aangetoond dat de vijf kernfunctionaliteiten die benodigd zijn om tijdens een ramp effectief en gecoördineerd op te kunnen treden zowel afzonderlijk als in elke gewenste combinatie kunnen worden ondersteund met het i-Bridge concept. Deze vijf kernfunctionaliteiten zijn; (Ad hoc) Collaboratie. Betreft secure adhoc online collaboratie. Verslaglegging. Betreft activiteiten met betrekking tot logging en scenario plotting. Geoharmonisatie. Betreft het synchroniseren van geografische informatie in diverse vormen en het opnieuw gebruiken van deze informatie per context. Spraakharmonisatie. Betreft Voice Interoperabiliteit waarbij met software alle vormen van spraakcommunicatie worden omgezet in IP en daarmee geharmoniseerd.
Cryptoharmonisatie oftewel toegangsbeheer en beveiliging van informatie. Hierdoor wordt het mogelijk dat ongelijkwaardige beveiligingsniveaus en netwerken onder voorwaarden met elkaar worden verbonden. Hiermee kunnen open en gesloten bronnen worden samengevoegd en geanalyseerd en kan terugkoppeling plaatsvinden naar de deelnemers op het juiste beveiligingsniveau. In i-Bridge 2.0 zijn deze kernfunctionaliteiten en de onderlinge koppelingen en integraties verder uitgebouwd. In Combined Endeavour 2009 werden deze ontwikkelingen voor het eerst getoond in een oefening waar de civiel militaire samenwerking werd beproefd.
Pagina 4/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
Daarnaast zijn in i-Bridge 2.0 een aantal ontwikkelingen beproefd die een oplossing kunnen bieden op het gebied van verbindingen. Het is algemeen bekend dat ten tijde van een ramp of crisis de verbindingen vaak problemen geven. Door het wegvallen van verbindingen en/of de slechte bereikbaarheid binnen bv. een uitgestrekt natuurgebied worden hulpverleners vaak belemmerd bij het adequaat uitvoeren van hun werkzaamheden. Binnen i-Bridge 2.0 is hier op twee aspecten aandacht aan besteed: Het beproeven van een ad-hoc data infrastructuur waarbij het mogelijk wordt dat voertuigen die bv. zijn uitgerukt in het kader van brandbestrijding door het creëren van onderlinge dataverbindingen (een zgn. mesh-up netwerk) veel beter in staat zijn een gemeenschappelijk gedeeld beeld op te bouwen. D.w.z. dat zij continue zicht hebben waar de andere voertuigen zich bevinden, naar welke pomppunten zij zich in het kader van wachtrijen het beste kunnen begeven etc. Het beproeven van een onafhankelijk mobiel GSM netwerk rond de plaats incident waarmee het o.a. mogelijk wordt dat hulpverleners rond de plaats incident - mits van tevoren bekend gesteld aan het netwerk - met hun eigen mobiele toestel kunnen inbellen in een netwerk dat alleen voor hulpverleners toegankelijk is. De resultaten van i-Bridge 2.0 zullen ter beschikking worden gesteld aan het project Doorontwikkeling Landelijk Crisis Management Systeem en aan de NVBR.
2.2
Project doelstellingen De doelstelling van i-Bridge 3.0 is: het koppelen van nieuwe innovatieve ontwikkelingen aan de bestaande functionaliteit van i-Bridge 2.0 om daarmee nieuwe oplossingen te genereren voor maatschappelijke vraagstukken op het terrein van de Openbare Orde en Veiligheid gebruik makend van de ketenpartners in de OOV en m.n. de NVBR om de gevraagde oplossingen duidelijk te articuleren en gebruik makend van industriepartners om deze oplossingen daadwerkelijk te realiseren via Proof-of-Concepts.
2.3
Project begrenzing Het project is uitsluitend bedoeld voor (door)ontwikkeling, kennisopbouw en experimenten. Er wordt vooralsnog geen directe operationele klant bediend, doch resultaten kunnen vervolgens in reguliere (modificatie/verwervings) trajecten worden ingebracht.
2.4
Op te leveren producten / resultaten De op te leveren producten en resultaten bestaan uit een fysieke i-Bridge 3.0 omgeving bij de BG IVENT (Defensie) die kan worden gebruikt als ontwikkel-, demonstratie-, oefen- en testomgeving. De resultaten en opgedane kennis gedurende de opbouw en het gebruik van i-Bridge 3.0 worden vastgelegd in een kennisbank.
Pagina 5/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
Met i-Bridge 3.0 wordt verder gebouwd aan het reeds ontworpen concept van i-Bridge en worden binnen dit concept innovatieve ideeën beproefd die mogelijk een oplossing kunnen geven voor maatschappelijke vraagstukken binnen de OOV op het gebied van: het zo efficiënt mogelijk ontsluiten van alle relevante informatie aan alle bij een ramp of crisis betrokkenen op een zo flexibel mogelijke wijze het zo efficiënt mogelijk koppelen van alle relevante gegevens die hierbij benodigd zijn waarbij deze gegevens zo dicht mogelijk bij de bron blijven, waarmee zij makkelijker, goedkoper en beter te beheren zijn het zo veilig mogelijk koppelen en ontsluiten van genoemde gegevens een betere integrale informatievoorziening ten behoeve van crisisbeheersing en rampenbestrijding Om aan het bovenstaande invulling te geven zullen de volgende onderwerpen nader worden uitgewerkt en beproefd in i-Bridge 3.0:
Cloud computing. Cloud computing is een generieke term voor alles dat te maken heeft met het ter beschikking stellen van gehoste data diensten over een TCP/IP netwerk. Dit soort diensten kent een grote variatie, maar valt grotendeels uiteen in drie categorieën: Infrastructure-as-a-Service (IaaS), Platform-as-a-Service (PaaS) en Software-as-a-Service (SaaS). Een cloud dienst kent drie kenmerkende karakteristieken die het verschil maken met traditionele hosting architecturen : (1) de dienst wordt ‘verkocht’ op afroep, met een doorlooptijd van seconden tot een uur, (2) de dienst is elastisch, wat betekent dat de gebruiker zo veel aanspraak mag en kan maken als hij op dat moment nodig heeft en (3) de dienst wordt integraal gemanaged door de leverancier, waardoor de gebruiker enkel een computer met datanetwerk aansluiting nodig heeft. Een cloud dienst kan privaat (bv. Shell), publiek (bv. Amazon Web Services, Microsoft Hotmail, MS LIVE, Google Flickr) of hybride (bv. MS Azure, Apps.gov programma van de Amerikaanse Federale overheid) zijn. Data kan intern of extern gehost en ontsloten worden over een open of gesloten netwerk. Het doel van cloud computing is het laagdrempelig en schaalbaar toegang verschaffen tot computermogelijkheden en IT diensten als data opslag, data mining en data finding. Door cloud computing kan elke gebruiker, onafhankelijk waar deze zich bevindt, op gewenste services inloggen als deze gebruiker maar beschikt over een internetverbinding. Binnen i-Bridge zullen de voor en nadelen van de verschillende vormen van cloud computing beproefd worden door de reeds bestaande componenten binnen i-Bridge in “de cloud” te plaatsen en met gebruikers te bepalen wat de voor- en nadelen zijn.
Container concept (mobiele component). Dit behelst de populaire benaming van de trend om datacentra niet langer te zien als gebouwen met IT middelen, maar als een systeem in een gestandaardiseerde behuizing. Alle grote IT partijen schakelen momenteel over naar dit concept. Microsoft en Google bouwen wereldwijd datacentra die geheel bestaan uit 40-voet containers, elk gevuld met duizenden servers. Het container concept is het Babushka poppetje van de gestandaardiseerde ICT business waar gestandaardiseerde servers, op
Pagina 6/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
gestandaardiseerde racks, in standaard scheepscontainers worden verpakt tot een Lego-achtig modulair concept. Hier komt natuurlijk wel bij dat afhankelijk van inzetgebied, missie en klimatologische omstandigheden fysieke aanpassingen aan de container noodzakelijk zijn. Een goede analogie voor het container concept is zo’n datacontainer te beschouwen als een hele grote USB-stick. Je kunt datacontainers die cloud computing draaien zien als losse USB-sticks die virtueel een (beheersbaar) geheel vormen. Een gedistribueerd datacentrum kent geen centrum, geen Single Point of Failure en kan dus niet kapot, is oneindig schaalbaar en is tot in detail te managen qua beheer, gebruik en energieverbruik. Massageproduceerde datacontainers zijn ook veel sneller uit te rollen dan individuele server racks, met losse servers, met losse software etc. Aangezien de containers gestandaardiseerd zijn, kun je precies zien hoeveel energie nodig is, verbruikt wordt en als hitte verloren gaat etc. Anderzijds brengt het container concept wel uitdagingen met zich mee, zoals energiebeheer en schokisolatie. Inzet van containers in het OOV-veld betekent dat compacte datacenters in crisissituaties overal naar toe gereden, aangesloten en ingezet kunnen worden. Binnen i-Bridge zal beproefd worden hoe de verschillende onderdelen beveiliging, adhoc netwerken, spraak, geo en collaboratie passen in en bij kunnen dragen aan het container concept. Containers zullen voor het OOV werkveld namelijk moeten voldoen aan specifieke beveiligingseisen en ook in het geval van wegvallende verbindingen operationeel moeten blijven.
Mobiele ad hoc (data) infrastructuur. Voor data communicatie wordt veel gebruik gemaakt van publieke cellulaire systemen (GPRS/UMTS). Dit blijkt in verschillende gevallen onvoldoende robuust te zijn om op te kunnen vertrouwen in crises en rampen. Crisisgebieden zijn ‘lastige omgevingen’ om de data communicatie met voldoende kwaliteit te realiseren. In i-Bridge 2.0 is succesvol aangetoond dat een concept met deze nieuwe technologie in combinatie met peer to peer datauitwisseling in de praktijk werkt en een grote meerwaarde heeft in het robuust maken van een mobiele infrastructuur. Door inzet van een mobiele ad hoc (data) infrastructuur kunnen nl. belangrijke gegevens (voertuigposities, berichten etc.) uitgewisseld worden zonder dat een verbinding met een centrale server noodzakelijk is. Dit moet nu door de industrie worden opgepakt en commercieel verder worden uitgewerkt. Daarnaast moeten door de overheid stappen worden gezet op het gebied van beveiliging, toewijzing van spectrum en afspraken worden gemaakt over standaardisatie (bijvoorbeeld protocollen) voor heel Nederland. Het gaat het om de volgende onderwerpen: frequentietoewijzing, optimalisatie van (Open Source) MANET-protocol, verder uitwerken voertuignetwerk-architectuur , onderzoeken/ doorontwikkeling ad hoc-router, onderzoek naar koppeling commandovoeringapplicaties (hergebruik componenten), beveiligingsaspecten en standaardisatie componenten/producten.
Secure data uitwisseling met behulp van Public Key Infrastructuur (Overheid) oftewel PKI (O). Cross Domain Sharing van informatie is een dilemma waar de Overheid al langere tijd mee te maken heeft. Het uitwisselen van informatie tussen
Pagina 7/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
meerdere netwerken - die mogelijk van andere classificatiemodellen gebruik maken - levert problemen op gedurende reguliere werkzaamheden maar vooral tijdens crisissituaties. i-Bridge 3.0 is een platform waar oplossingen voor dit dilemma op kunnen worden getest en geëvalueerd.
Crowd sourcing. Crowd sourcing is een recente ontwikkeling, waarin organisaties (overheid, bedrijven, instituten) of personen gebruik maken van een grote groep niet vooraf gespecificeerde individuen (een zgn. community van professionals, vrijwilligers, emergent groups ofwel participerende burgers etc.) om een bepaald doel te bereiken. In het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing zou crowd sourcing van betekenis kunnen zijn om meer efficiënt gebruik te maken van de informatie van het bij een ramp/crisis betrokken publiek om daarmee tot een meer efficiënte rampbestrijding te kunnen komen. Voorbeelden hiervan het weergeven van “social media” berichten zoals twitter en flickr op een kaart (gefilterd en gegroepeerd op steekwoorden zoals “stank”, “duizelig”,“ongeluk”), maar ook het slim gebruik maken van data van mobiele operators waarmee dichtheid van mobiele telefoontjes een indicatie kan zijn voor “ongeregeldheden of incidenten”. Belangrijk hierbij is het filteren van de ongestructureerde informatie die via het betrokken publiek in de rampenbestrijdingscyclus als informatiebron wordt binnengebracht. Daarnaast maken deze personen ook gebruik van de publieke netwerken, die bij rampen en crisis het eerste overbelast raken. Hier is dan ook een directe relatie met het onderwerp mobiele, ad-hoc (data) infrastructuur.
Serious gaming. Een serious game is een spel dat specifiek is gemaakt voor meer dan entertainment. Het serieuze aspect probeert echte gebruikers ook echt iets te leren, in alles van Defensie, onderwijs, wetenschap, gezondheidszorg, emergency management, stads planning, industrieel ontwerpen, religie of politiek. Het doel is om zaken te trainen, te onderzoeken of aan te tonen. Hoewel serious games geen spelgenre vormen, zijn er wel spelletjes die ook serieus gebruikt kunnen worden als je er op een andere manier mee omgaat dan de reguliere gebruiker. In essentie is een game en dus ook een serious game, een activiteit tussen twee of meer onafhankelijke beslissingnemers die proberen doelen te bereiken binnen een beperkte context of verhaallijn. Hierbinnen hebben serious games een bewuste educatieve doelstelling en wordt omwille van kostenbesparing steeds meer aandacht geschonken aan dit soort systemen, omdat ze goedkoper zijn dan traditionele simulatoren. Niet alleen in ontwikkelingkosten, maar ook in uitrolkosten. Bekende serious games zijn vluchtsimulatoren, management simulatoren voor specifieke industrieen, procedure simulatoren en militaire simulatoren. Commerciële games worden inmiddels ook als serious game ingezet door overheden. Binnen iBridge 3.0 zal een serious gaming omgeving ingericht worden waarin gegevens uit echte incidentengecombineerd worden met “spel elementen” waarmee samen met gebruikers en oefenstaf beproeft zal worden in hoe dit bij kan dragen aan training van personeel. Serious gaming kan hier o.a. een belangrijke bijdrage leveren in het bereiken van de grote groep vrijwilligers binnen de brandweer.
Pagina 8/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
Navigatie voor hulpverleners. Hulpverleners lopen grote risico’s. Hoewel er telkens naar gestreefd wordt om dit risico te minimaliseren blijft het voor een deel onvermijdelijk. De fysieke risico’s kunnen te maken hebben met de omgeving waarin geopereerd wordt, maar helaas ook vaak met geweld door omstanders of de mensen tegen wie opgetreden moet worden. Allereerst is het van groot belang om te weten waar de hulpverlener zich bevindt. In stedelijke omgevingen, en zeker in gebouwen, werkt de veel gebruikte GPS technologie niet of onvoldoende. Er zijn een aantal ontwikkelingen die navigatie door hulpverleners en het localiseren van hulpverleners kunnen verbeteren. Ten eerste is er een ontwikkeling naar geïntegreerde plaatsbepalingstechniek. Hierbij wordt bijvoorbeeld inertieele navigatie (het meten van versnellingen) gecombineerd met GPS en andere plaatsbepalingstechnieken (WIFI, UMTS). Ten tweede is er de ontwikkeling van satellietnavigatie zelf.
Gebruik sensoren in crisissituaties. Als alle electronische apparatuur worden sensoren goedkoper en kleiner. Hiermee neemt de toepasbaarheid van sensoren in crisisbestrijding toe. Belangrijk voor brandweermensen zijn hitte- en ademhalingsstress. Sensoren op of bij het lichaam kunnen helpen deze risico’s te signaleren. Politie en ambulance medewerkers worden veel geconfronteerd met fysiek geweld. Mede hierom is video een steeds meer gebruikte ‘sensor’. In alle gevallen moet deze sensor informatie beschikbaar zijn bij bevelvoerders op afstand die verantwoordelijk zijn voor de inzet van de hulpverleners. Voor deze communicatie kan gebruik gemaakt worden van ad-hoc radio netwerk technologie. Naast lichaamssensoren en videosensoren zijn er ook sensornetwerken van omgevingssensoren in ontwikkeling, deze meten grootheden als temperatuur, straling, trillingen etc. Deze verschillende sensor netwerken zullen verschillende bronbeheerders hebben. Het flexibel inschakelen van deze externe sensor netwerken is een van de uitdagingen voor de komende periode. Naast de speerpunten lokalisatie en communicatie dient ook de integratie van de technologie in de uitrusting van de hulpverlener te worden geadresseerd. Voor deze problematiek is internationaal ook veel aandacht.. Daarnaast zal “Event Steam Processing” worden beproefd, waarmee op basis van sensordata realtime analyses worden uitgevoerd. Een voorbeeld is het “uitstrooien” van mini-sensoren rond een ziekenhuis om de temperatuur of gaswolken te meten, patiëntbewegingen te monitoren etc. Tenslotte zal bekeken worden in hoeverre het koppelen en fusen van sensoren kan leiden tot het beter kunnen analyseren van informatie die via deze sensoren wordt gegenereerd.
Augmented Reality. Op basis van GPS kunnen applicaties in tablet PC’s of telefoons objecten in het veld zoals gebouwen of bewegende voorwerpen identificeren. en daar meer informatie over opvragen. Op de objecten in de foto wordt een “marker”geplaatst vanuit een centrale geodatabase aan de hand van de x,y,z en kijkrichting (via compas) gegevens die naar die server gestuurd worden. De augmented reality applicatie projecteert de gegevens uit de database op de foto. Dit kunnen punten, lijnen of vlakken zijn maar ook films of foto’s.
Pagina 9/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
Binnen i-Bridge wordt een augmented reality applicatie ontwikkeld waarmee een hulpverlener in het veld de camera op een object, een voertuig, of een persoon kan “richten” en daar meer informatie over krijgt via geprojecteerde “meta data”. Gegevens als BAG data, voertuignummer, naam , functie maar ook telefoonnummer worden dan getoond. Vanuit de augmented realilty applicatie kan dan via de spraak module van i-Bridge direct contact opgenomen worden. Daarnaast zal met een publieksversie van de de i-Bridge Augmented reality applicatie een terugkoppeling naar de meldkamer gegeven kunnen worden. Een burger ziet een incident, pakt zijn of haar telefoon en geeft op het camerabeeld aan waar het incident is waardoor positie en snapshot van het beeld naar 112 wordt doorgegeven.
2.5
Intelligentie in kaartlagen. Modellering van de mogelijke ontwikkelingen van een brand of een gasverspreiding bij een industriële brand kan van groot belang zijn tijdens incidentenbestrijding. Nu worden nog vrij eenvoudige modellen gebruikt zoals bijvoorbeeld een gasmal. Door integratie van realtime sensor informatie in een model (met informatie als windrichting, temperaturen etc.) kan een veel nauwkeuriger model geïmplementeerd worden. Gebruik van de informatie uit het model stelt hulpverleners in staat betere voorspellingen te doen over het verloop van een incident. Andere toepassingen hier zijn het verwerken van informatie over bewegingen van grote groepen waarmee evt. knelpunten in de verplaatsing van deze groepen kunnen worden voorspeld (zie Duisburg) of het verwerken van informatie over het transport van gevaarlijke stoffen. Ook het voorspellen van het verloop van een overstroming kan een belangrijke bijdrage leveren bij het bestrijden van een dergelijk incident.
Integratie i-Bridge componenten. Voor alle hiervoor genoemde onderwerpen geldt dat zij moeten worden geïntegreerd in het i-Bridge concept. De kracht van het concept ligt immers in het geïntegreerd werken van de oplossing. Aan deze integratie dient dus in ieder geval veel aandacht te worden besteed.
Koppelingen met andere projecten Een eerste versie van een landelijk crisismanagementsysteem wordt dit jaar uitgerold in een aantal veiligheidsregio’s. Voor een tweede versie van dit systeem wordt dit jaar een EU-aanbestedingstraject doorlopen. Voor het opstellen van de functionele specificaties voor deze versie zijn de ervaringen en successen uit de eerdere Proof-of-Concepts iBridge mede input geweest. Verder zijn er op deelproducten mogelijk koppelingen met andere reeds lopende initiatieven op landelijk niveau (bv. Informatiepool Veiligheid, Maritime Situational Awareness, E-depot Defensie, MAJIIC Navo) en binnen veiligheidsregio’s (bv. Geo-Tekst integratie, koppelen van near realtime datastromen, ad hoc mobiele datanetwerken). Dit dient verder uitgewerkt te worden.
Pagina 10/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
3.
Business Case
3.1
Inleiding Aan i-Bridge 2.0 komt in 2010 een eind. De gebruikte concepten en innovatieve technologieën bieden echter mogelijkheden om het spectrum van functionaliteiten binnen de OOV aan te vullen en daar waar nodig te verbeteren, Hierbij dient invulling te worden gegeven aan de eerder genoemde gevraagde oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken binnen de OOV. Voor de reeds opgeleverde Proof-of-Concepts is veel belangstelling getoond door de ketenpartners binnen de OOV. Maar ook aan deze partners gelieerde partijen ( utiliteitenmarkt, waterschappen etc.) hebben belangstelling getoond. Het verbinden van deze partijen kan in het kader van Nederland Ondernemend Innovatieland verder worden verwezenlijkt. De industriële partners brengen capaciteiten (fondsen, kennis en personeel) in bij i-Bridge 3.0. In ruil hiervoor kunnen zij de ontwikkelde tooling implementeren op die plaatsen waar dit opportuun wordt geacht.
3.2
Toegevoegde waarde Toekomstige crisisbeheersingsapplicaties zullen gebaseerd zijn op de technologieën die worden toegepast binnen het i-Bridge concept. Met i-Bridge 3.0 wordt kennis opgedaan die van belang is om een rol te kunnen blijven spelen in het verbeteren van de besluitvorming in het kader van rampenbestrijding en crisisbeheersing. De combinatie van nieuwe technologieën en concepten tot i-Bridge 3.0 leidt tot een verdere doorontwikkeling van een innovatief platform met brede toepassingsmogelijkheden. De partijen die een oplossing zoeken voor maatschappelijke vraagstukken op het gebied van rampenbestrijding en crisisbeheersing kunnen in overleg met de industrie oplossingen zoeken en beproeven. De industrie kan de ketenpartners in de OOV, de waterschappen, utiliteitenmarkt en andere nietzwaailichtdiensten op basis van opgedane ervaringen en kennis binnen i-Bridge beter bedienen. Ook bestaat de mogelijkheid dat zij als leverancier van hardware, software of diensten worden aangeschreven door de veiligheidssector. Hierdoor ontstaat een olievlekwerking van een toekomstvast concept dat is gebaseerd op veilige collaboratie.
3.3
Beschrijving hoe het project aansluit op de beleidsplannen In het Veiligheidsberaad van 1 november 2008 is besloten een nadere prioritering cq. fasering aan te brengen in activiteiten op het terrein van de multidisciplinaire informatievoorziening veiligheid. Op 7 februari 2009 heeft het VB ingestemd met een viertal prioriteiten, waaronder de invoering van netcentrisch werken bij rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het projectvoorstel i-Bridge 3.0 sluit aan bij deze ontwikkelingen.
Pagina 11/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
4.
Scenario’s
4.1
Inleiding Voor de realisatie van i-Bridge 3.0 is gekozen voor een modulaire opzet, waarbij verschillende scenario’s zijn uitgewerkt. Afhankelijk van het budget dat voor de realisatie van i-Bridge 3.0 beschikbaar zal worden gesteld zal een van de hierna beschreven scenario’s worden gerealiseerd. De financiële planningen van de scenario’s zijn gebaseerd op aanvang van het project uiterlijk 1 januari 2011. Kosten zijn gecalculeerd op basis van ervaringsgegevens uit i-Bridge 1.0 en 2.0. Investeringen en subsidies van de industrie en eventueel Ministeries zijn niet meegenomen, besprekingen over deze inbreng moeten nog geformaliseerd worden.
Pagina 12/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
5.
Projectorganisatie
5.1
Schematische weergave
5.2
Toelichting projectorganisatie Binnen de Stuurgroep zijn de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden als volgt verdeeld:
Opdrachtgever: is eigenaar van de business case van het project, keurt de projectresultaten goed en houdt kosten en tijd in de gaten, neemt beslissingen over wijzigingsvoorstellen vanuit het project die het mandaat van de projectmanager overstijgen (in overleg met andere leden Stuurgroep) en is verantwoordelijk voor project assurance (levert het project de juiste resultaten op vanuit optiek opdrachtgever).
Senior User : vertegenwoordigt belangen van de potentiële operationele gebruikers, bewaakt de voortgang van het project vanuit het oogpunt van deze gebruikers, stelt zeker dat de projectresultaten de gebruikersbehoeften weerspiegelen, adviseert ten aanzien van beslissingen over wijzigingsvoorstellen, stelt zeker dat de gebruikers (crisisorganisaties) voldoende capaciteit beschikbaar stellen in kwantitatief en kwalitatief opzicht en is “linking pin” naar het management van de crisisorganisatie.
Senior Supplier: vertegenwoordigt belangen van het de door het project aangestuurde leveranciers, bewaakt de voortgang van het project in haar rol als leverancier van de projectresultaten, draagt bij aan beslissingen over wijzigingsvoorstellen, lost prioriteitsconflicten op, stelt zeker dat resultaat aansluit op visie leveranciers.
De projectleider stelt zeker dat de gedefinieerde projectresultaten tijdig en binnen budget worden geleverd en dat de projectresultaten voldoen aan kwaliteitsnormen.
Pagina 13/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
6.
Projectaanpak en - beheersing
6.1
Aanpak op hoofdlijnen Uitwerken projectvoorstel tot Project Initiatie Document. Projectorganisatie oprichten inclusief betrokken industriepartijen. Kennisbank inrichten. Fysieke inrichting I-Bridge 3.0. Realisatie functionaliteiten i-Bridge 3.0. Demonstraties, oefeningen en testen. Rapportage bevindingen, evaluatie en mogelijke vervolgacties. Fasering: 4 timeboxes, elk van een half jaar, waarin in een faseplan een meer concrete uitwerking van de op te leveren projectresultaten (zie hoofdstuk 2) wordt uitgewerkt. Timebox 1: jan 2011 - jun 2011 Timebox 2: jul 2011 - dec 2011 Timebox 3: jan 2012 - jun 2012 Timebox 4: jul 2012 - dec 2012
6.2
Projectbeheersing Deze paragraaf beschrijft de maatregelen die binnen het project worden genomen om het project beheersbaar uit te voeren qua tijd en geld. Daarmee wordt geborgd dat de oplevering van de producten van het project geschiedt conform afspraken en dus binnen de afgesproken toleranties opgeleverd worden. Risicobeheersing zal tijdens de uitvoering van het project een belangrijk aandachtspunt van de projectleider blijven. Het onderwerp zal wekelijks bij het voortgangsoverleg onder de aandacht worden gebracht. De standaard risico’s en projectspecifieke risico’s worden bij elk overleg tussen projectmanager en het projectteam doorgenomen. Risico’s die zich (dreigen te) openbaren worden volgens de daarvoor geldende procedure afgehandeld in overleg met de opdrachtgever. De projectleider rapporteert over het project via de onderstaande rapportagevormen. Hoofdpuntenrapport De projectmanager rapporteert hiermee over de voortgang van zijn project. Afwijkingsrapport Hiermee rapporteert de projectmanager naar de opdrachtgever, indien de overeengekomen toleranties van het project of de fase in doorlooptijd en/of projectbudget dreigen te worden overschreden. Alle vragen, fouten, (wijzigings- en functionaliteit)verzoeken, opmerkingen en afwijkingen worden geregistreerd in een zogenoemde aandachtspuntenlijst. Iedereen kan
Pagina 14/15
Document Project Projectnummer Status Versienummer Datum
Projectvoorstel i-Bridge 3.0 Definitief
aandachtspunten indienen waarna de projectmanager aangeeft of er, en zo ja, welke actie wordt ondernomen. Dit kan betekenen dat aandachtspunten zoals fouten in de applicaties en (functionele) wijzigingsverzoeken het wijzigingsbeheerproces ingaan en tot nieuwe versies kunnen leiden. Onderwerpen die hierbij aan de orde zullen komen, zijn: (uniek) nummer, type (RfC, afwijking, vraag, opmerking), naam indiener, datum van indiening, laatste update, omschrijving, status, prioriteit en maatregelen. Opdrachtverstrekking geschiedt in de projectlijn via de opdrachtgever. Goedkeuring van alle plannen is een verantwoordelijkheid van de opdrachtgever.
Pagina 15/15