Bestaande ruimtelijke structuur op micro-niveau – DEELSTRUCTUREN
6. BESTAANDE RUIMTELIJKE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR 6.1
Omschrijving
De nederzettingsstructuur van een ruimte is het patroon dat gevormd wordt door het samenhangend geheel van grotere concentraties aan bebouwing, dorpen, lintbebouwing en verspreide bebouwing in een bepaald gebied. Het begrip ‘bebouwing’ kan zowel opgevat worden als woningen, bedrijfs- of industriële gebouwen, toeristisch-recreatieve bebouwing als bebouwing voor gemeenschaps- en nutsvoorzieningen.
6.2
Kenmerken
Kaart 13:
Bestaande nederzettingsstructuur op meso-niveau
Om de bestaande nederzettingstructuur van de gemeente Dilbeek in beeld te brengen wordt gebruik gemaakt van demografische gegevens, de urbanisatiegraad, het bebouwingspatroon in Dilbeek, het woning- en percelenpatrimonium. Voor een algemene weergave van de nederzettingsstructuur wordt verwezen naar bijhorende kaart. Bestaande ruimtelijke structuur op meso-niveau. Op deze kaart zijn de dichtbebouwde (verstedelijkte) zones, het eerder residentieel wonen en de lintbebouwing aangeduid. 6.2.1
DEMOGRAFISCHE GEGEVENS
Bevolkingsaantallen Groot-Dilbeek telde in 2001 38.324 inwoners. De meeste personen wonen in deelgemeente Dilbeek (17.986). Groot-Bijgaarden telt 6.877 inwoners, Schepdaal 5.051 en Itterbeek 4.152. De meer landelijke gemeenten Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle noteren respectievelijk 2.635 en 1.623 inwoners. Over het laatste decennium tekende de gemeente Groot-Dilbeek een stijging van 1143 inwoners op of een bevolkingstoename van 3%. De toename is vrijwel gelijkmatig in de tijd gespreid. Loop van de bevolking De bevolkingsgroei is steeds het resultaat van twee fenomenen: het natuurlijk saldo en het migratiesaldo. Het natuurlijk saldo of het geboorteoverschot is het verschil tussen het aantal geboorten en het aantal overlijdens. Het migratiesaldo is gelijk aan het verschil tussen immigratie (inwijking) en emigratie (uitwijking). De som van het natuurlijk saldo en het migratiesaldo levert de loop van de bevolking. De loop van de bevolking is over het laatste decennium overwegend positief gebleven. Evenals voor het migratiesaldo, kent de loop van de bevolking een aanzienlijke piek in 2001: een toename van 470 eenheden, ten opzichte van een gemiddelde toename van 112 voor het decennium. Algemeen werd de loop van de bevolking overwegend bepaald door het grote migratiesaldo (gemiddeld +12 personen per jaar), iets afgezwakt door een licht negatief natuurlijk saldo (gemiddeld 0,8 personen per jaar). Bevolkingsdichtheid De bevolkingsdichtheid geeft het aantal inwoners weer per vierkante kilometer. De gemiddelde bevolkingsdichtheid voor Groot-Dilbeek is gedurende het voorbije decennium met bijna 28 inwoners per km² gestegen tot 931 inwoners per km² in 2001. In vergelijking met het arrondissements-gemiddelde (594 inw. per km² in 2001) scoort Groot-Dilbeek zeer hoog. D+A Consult Gemeente Dilbeek
40
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Deelgemeente Dilbeek noteert de hoogste bevolkingsdichtheid, namelijk 1589 inwoners per km² in 2001. In deze deelgemeente is de bevolkingsdichtheid in tien jaar tijd met ruim 103 inwoners per km² toegenomen. Groot-Bijgaarden staat met 1222 inwoners per km² op de tweede plaats, maar kende een afname in dichtheid met bijna 56 inwoners per km². Itterbeek en Schepdaal noteren beiden bevolkingsdichtheden die lager liggen dan voor Groot-Dilbeek. Voor Itterbeek is de dichtheid in tien jaar toegenomen met 46 inwoners per km², terwijl Schepdaal ongeveer constant bleef met 609 inwoners per km² in 2001. De kleinste dichtheden noteert men voor Sint-Martens-Bodegem (470) en Sint-Ulriks-Kapelle (332). Deze laatste deelgemeente kende een kleine verdichting (+ 7 inwoners per km²), terwijl de bevolkingsdichtheid van Sint-Martens-Bodegem met 7 inwoners per km² afnam. Bevolkingsstructuur naar geslacht en leeftijd Groot-Dilbeek tekende de volgende evolutie van de bevolkingssamenstelling over de periode 19912001 op: het aandeel van de jongste groep inwoners (jonger dan 15 jaar) bleef stabiel over de betrokken periode (17%). In absolute cijfers was er wel een afname van 13 personen. De gemeente kent hierdoor een zeer lichte daling van het aantal jongeren; het aandeel van de oudste groep inwoners (65 jaar en ouder) nam over dezelfde periode toe met 5% (van 14% naar 19%), wat overeenkomt met een absolute toename van 2.006 personen. Dit betekent een duidelijke vergrijzing van de Dilbeekse bevolking; de stijging van het aandeel van de oudere bevolkingsgroep werd gecompenseerd door een afname van het aandeel van de middengroep (actieve bevolkingsgroep) met 5% of in absolute cijfers 1.034 personen. Gezinnen De voorbije twintig jaar blijkt dat er een toename wordt vastgesteld van het aantal gezinnen in GrootDilbeek. Deze toename bedraagt 55,5% (of 3073 gezinnen). De relatieve toename was het sterkste in deelgemeente St.-Martens-Bodegem (namelijk 44,6% of 307 gezinnen). In deelgemeenten Dilbeek, St.-Ulriks-Kapelle, Groot-Bijgaarden, Itterbeek en Schepdaal bedroeg deze toename respectievelijk 26% (1473 gezinnen), 21% (105 gezinnen), 13% (336 gezinnen), 23% (291 gezinnen) en 39% (556 gezinnen). 6.2.2
RUIMTELIJKE ASPECTEN VAN DE NEDERZETTINGSSTRUCTUUR
Globaal Globaal wordt de nederzettingsstructuur in de gemeente gekenmerkt door een oost-west tweedeling. De grootste concentratie bebouwing bevindt zich in het oosten van de gemeente met als belangrijkste kernen Dilbeek, Groot-Bijgaarden en Itterbeek. Het oostelijk deel van de gemeente vindt in de nederzettingsstructuur aansluiting bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en wordt bijgevolg gekenmerkt door een dichte concentratie. Het westelijk deel van de gemeente wordt echter gekenmerkt door een meer landelijk karakter met veel meer open ruimte. De bebouwing is er meer verspreid rondom de eerder landelijke kernen Sint-Martens-Bodegem, Sint-Ulriks-Kapelle en Schepdaal. Nederzettingspatroon Er kunnen op het grondgebied van Dilbeek momenteel zes grote zones onderscheiden worden, die overeen komen met de deelgemeenten: De kern van Groot-Bijgaarden, gelegen ten zuidwesten van de verkeerswisselaar van de R0 met de A10/E40. Deze kern wordt doorsneden door de spoorlijn 50 (Brussel – Denderleeuw – Aalst), waardoor de deelgemeente als het ware in twee wordt gesneden. Een dicht bebouwd gebied van de hoofdgemeente Dilbeek, geconcentreerd aan de kruising van de N8-Ninoofsesteenweg met de R0. Aansluitend langsheen de N8-Ninoofsesteenweg, ligt de kern van Itterbeek. De kern van Schepdaal die zich ontwikkelde ten zuiden van de N8-Ninoofsesteenweg, en nog een vrij landelijk karakter heeft.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
41
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
-
De kernen Sint-Martens-bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle die gelegen zijn in het westen van de gemeente kennen beiden nog een sterk landelijk karakter.
De bebouwing in de verstedelijkte kernen Dilbeek en Groot-Bijgaarden is hoofdzakelijk gesloten en halfopen. Voor Dilbeek ligt het zwaartepunt van de bebouwing zich in de ruime omgeving van de kerk en in Groot-Bijgaarden is dit langsheen de Brusselstraat. De residentiële woonwijken van de verstedelijkte kernen hebben lagere bouwdichtheden en liggen verder van de historische kernen. Ook appartementen en studio’s zijn goed vertegenwoordigd in beide kernen. De bebouwing in Itterbeek en Schepdaal wordt hoofdzakelijk getypeerd door open en halfopen bebouwing. Het aandeel gesloten bebouwing ligt hier lager dan in Dilbeek en Groot-Bijgaarden. Het landschap in het westen van de gemeente kenmerkt zich door de aanwezigheid van enkele afgezonderde, compacte dorpskernen (Sint-Ulriks-Kapelle en Sint-Martens-Bodegem). Vanuit het historisch centrum van deze landelijke woonkernen vertrekken een aantal woonlinten met hoofdzakelijk open bebouwing, die langsheen de belangrijkste wegenstructuren gelegen zijn. Langsheen de Ninoofsesteenweg heeft zich een hoofdzakelijk gesloten en halfopen bebouwing opgetrokken met vrij grote dichtheden. De sterk aanwezige lintbebouwing en de ruimtelijke spreiding van diverse woonparken zorgen voor een algemene versnippering van de open ruimte. Grote verkavelingen zoals Wolsem en Driehofvelden tasten een aantal open ruimte verbindingen ernstig aan. De kern van Dilbeek wordt landschappelijk gescheiden van de bebouwing in Groot-Bijgaarden door een bufferende strook bestaande uit agrarisch gebied en groengebied (Wolfsputten). In de bebouwde gebieden en zeker in het centrum van Dilbeek en Groot-Bijgaarden is er ook ruimte om aan natuurontwikkeling te doen. De bestaande natuurlijke elementen die in het stedelijk weefsel aanwezig zijn, bieden de mogelijkheid om groenassen uit te bouwen. Bedrijvigheid en diensten situeren zich hoofdzakelijk rondom de verkeerswisselaar van de R0 met de A10/E40. Kleinere zones voor industrie en diensten bevinden zich verspreid in de verschillende deelgemeenten. Een groot deel van de gemeente wordt nog altijd ingenomen door open landbouwgebied, waarin een netwerk van wegen ligt waarlangs losse bebouwing terug te vinden is. De kernen van Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle zijn praktisch volledig omgeven door dit landbouwgebied. 6.2.3
VOORZIENINGENNIVEAU
Kaart 14:
Openbare voorzieningen
De kernen van Dilbeek en Groot-Bijgaarden kennen een goed primair uitrustingsniveau. De meeste voorzieningen zoals post, administratief centrum, OCMW, bibliotheek, basisschool, sporthal… zijn aanwezig. Dilbeek heeft ook een uitgebouwde commerciële kern op lokaal niveau aangevuld met een reeks eerste lijnsvoorzieningen. Itterbeek, Schepdaal, Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle zijn zwakker uitgerust. Vooral de laatste twee deelgemeenten zijn ook voor hun dagdagelijkse voorzieningen eerder op Dilbeek, GrootBijgaarden of de buurgemeenten aangewezen (oa. Ternat). Schoolinfrastructuur: Kleuter- en lager onderwijs Deelgemeente Dilbeek Gemeentelijke Basisschool Jongslag, lager onderwijs (Marktplein) Sint Alenabasisschool, kleuter + lager onderwijs (Spanjebergstraat) Sint Alenabasisschool, wijkafdeling voor kleuters (Lambrechtslaan) BSGO De Vlinder, kleuter en lager onderwijs (Stationsstraat) Regina-Caeli kleuterschool (Kaudenaardestraat) Regina-caeli Lagere school 1 (Kaudenaardestraat) Regina-Caeli Lagere School 2 (H. Theresiastraat)
D+A Consult Gemeente Dilbeek
42
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Deelgemeente Groot-Bijgaarden Broederschool Groot-Bijgaarden/Dilbeek, lager onderwijs (H. Placestraat) Vrije Basisschool Don Bosco, kleuter en lager onderwijs (Brusselstraat) Deelgemeente Itterbeek Gemeenteschool ’t Keperke, lager onderwijs (Keperenbergstraat) Vrije Kleuterschool De Wip 1, kleuter onderwijs (Kerkstraat) Vrije Kleuterschool De Wip 2, kleuter onderwijs (St. Annastraat) Deelgemeente Schepdaal Gemeenteschool De Klimop, lager onderwijs (Marktstraat) Vrije Kleuterschool Trip Trap, kleuter onderwijs (Emile Eylenboschstraat) Deelgemeente Sint-Martens-Bodegem Vrije Basisschool ’t Klavertje Vier, kleuter en lager onderwijs (Sint Martinusstraat) Deelgemeente Sint-Ulriks-Kapelle Gemeenteschool de Kriebel, lager onderwijs (Kerkstraat) Secundair onderwijs MMI – Parnas, ASO, BSO, TSO (Brusselstraat, Groot-Bijgaarden) MMI – Parnas, ASO, TSO (Stationstraat, Dilbeek) Regina-Caelilyceum, ASO (Rozenlaan, Dilbeek) Hoger Onderwijs Departement Parnas Campus Dilbeek, Iris Hogeschool Brussel (Stationstraat, Dilbeek)
Handelsapparaat Het handelsapparaat is goed uitgebouwd in de kernen van Groot-Bijgaarden en Dilbeek. Vrijwel alle voorzieningen (bakker, slager, kapper, apotheker, optieker,…) zijn hier terug te vinden. De Ninoofsesteenweg trekt bovendien ook veel grootschalige handelsactiviteiten zoals autogarages, slaap- en woonwinkels en fabrikanten, tentoonstellingsruimtes, softwarezaken, … en dit zowel op grondgebied van Dilbeek als Itterbeek en Schepdaal. Sint-Ulriks-Kapelle en Sint-Martens-Bodegem zijn uitgerust met meer kleinschalige voorzieningen maar zijn voor minder dagdagelijkse inkopen sterk aangewezen op Dilbeek, Groot-Bijgaarden en Ternat. Markten ▪ ▪ ▪ ▪
▪
Elke woensdagvoormiddag is er markt in de Sint-Alenalaan in Dilbeek. Elke zaterdagvoormiddag is er boerenmarkt op de parking van het ontmoetingscentrum Westrand in Dilbeek en elke vrijdagvoormiddag is er boerenmarkt op het Marktplein in Schepdaal. De maandag na de eerste zondag van oktober vindt de jaarmarkt in Dilbeek plaats en de zaterdag voor de derde zondag van september vindt de jaarmarkt van Schepdaal plaats. De vrijdag voor de tweede zondag na Pinksteren is het avondmarkt in Dilbeek, de eerste vrijdag van mei vindt de avondmarkt van Schepdaal plaats, de avondmarkt van Sint-Martens-Bodegem kent een veranderlijke datum en de avondmarkten van Sint-Ulriks-Kapelle en van Sint-Anna-Pede vinden plaats de vrijdag voor de laatste zondag van juli. In Groot-Bijgaarden vindt de braderie plaats de zaterdag voor de laatste zondag van augustus.
Culturele centra ▪ ▪ ▪ ▪
Ontmoetingscentrum Westrand – Kamerijklaan, Dilbeek Recreatiecentrum Itterbeek – Keperenbergstraat, Itterbeek Trefcentrum Solleveld – Solleveld, Sint-Martens-Bodegem Kasteel La Motte – Lumbeekstraat, Sint-Ulriks-Kapelle
De bibliotheken ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
Hoofdbibliotheek in ontmoetingscentrum Westrand – Kamerijklaan, Dilbeek Filiaal Groot-bijgaarden – Brusselstraat, Groot-Bijgaarden Filiaal Itterbeek, recreatiecentrum – Keperenbergstraat, Itterbeek Filiaal Schepdaal – E. Eylenboschstraat, Schepdaal Filiaal Sint-Martens-Bodegem, Deelgemeentehuis – Kerkberg, Sint-Martens-Bodegem
D+A Consult Gemeente Dilbeek
43
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
6.2.4
WONINGPATRIMONIUM
De evolutie van het aantal woningen Groot-Dilbeek kende over de periode 1992 – 2001 een toename van het woningpatrimonium met 1.521 woningen of +11%. Van alle deelgemeenten kenden Dilbeek en Itterbeek tussen 1992 en 2001 de sterkste toename van het aantal woongelegenheden, namelijk +13% . Voor deelgemeente Dilbeek staat dit voor 847 bijkomende woongelegenheden, voor Itterbeek slechts 187. Schepdaal noteerde een toename van 11% (of 188 woongelegenheden), Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle beiden +9%. Groot-Bijgaarden tekende de kleinste toename op, namelijk +6%, of 165 bijkomende woongelegenheden. De ouderdom en comfort van het globaal woningbestand Het woningpatrimonium van Groot-Dilbeek kan afgeleid worden uit de beschikbare cijfers van de volks- en woningtelling van het NIS (1991), aangevuld met het aantal afgeleverde bouwvergunningen in de periode 1991-2001. De recent gebouwde woningen (gebouwd na 1970) maken meer dan 41% uit van het woningbestand. Het aandeel woningen dat ouder is dan 30 jaar bedraagt 52%. De woningen die meer dan 50 jaar oud zijn, worden gerekend tot de risicogroep. Deze risicogroep maakt hier ongeveer 25% uit van het woningbestand. Het comfortniveau van het woningbestand in Groot-Dilbeek ligt zeer hoog: 78% van het woningpatrimonium betreft woningen met een middelgroot tot groot comfort. 58% van de woningen heeft zelfs groot comfort. De woningtypologie Groot-Dilbeek wordt gekenmerkt door een vrij gelijkmatige verdeling van de woningtypologie. Open bebouwing haalt met ruim 34% toch het grootste aandeel. Open en halfopen bebouwing vertegenwoordigen samen 61,3% van het totale woningpatrimonium. Daarnaast zijn 20% van het woningpatrimonium appartementen of studio’s en 18,6% zijn eengezinswoningen van het gesloten type. Deelgemeenten Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle kennen in 2001 nog steeds het meest landelijke karakter door de open en halfopen bouwwijze die samen respectievelijk 94% en 86% van het woningpatrimonium van de betreffende deelgemeenten uitmaken. Deelgemeenten Itterbeek en Schepdaal worden eveneens getypeerd door een vrij landelijk karakter, met respectievelijk 79% en 72% open en halfopen bouwwijze. De gesloten bouwwijze is hier sterker vertegenwoordigd, met achtereenvolgens 13% en 21% van het woningpatrimonium. Appartementen/studio’s maken in deze deelgemeenten respectievelijk 8% en 7 % uit. De deelgemeenten Dilbeek en Groot-Bijgaarden sluiten aan bij de verstedelijkte rand en daar is nog ongeveer de helft van het woningbestand van het open of halfopen type. Appartementen en studio’s zijn er sterk vertegenwoordigd, met ongeveer 27%. Gesloten bebouwing haalt in Groot-Bijgaarden 22%, in Dilbeek 20%. Sociale woningen In Dilbeek zijn er vier maatschappijen voor sociale huisvesting actief, namelijk Providentia c.v., de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting, de Brabantse Huisvestingsmaatschappij en de intercommunale Haviland. In totaal beschikt de gemeente Groot-Dilbeek over 627 verhuurbare sociale woongelegenheden. Dit betekent slechts 4% van het totale woningpatrimonium van Groot-Dilbeek. Deze sociale huurwoningen staan enkel op naam van Providentia n.v. en de Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
44
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Providentia c.v. biedt 417 sociale (huur)woningen aan. Deze liggen verspreid over de deelgemeenten Dilbeek (Wolsemwijk) (11%), Groot-Bijgaarden (Reinaertwijk) (54%) en Schepdaal (Loveldwijk)(35%). Daarnaast heeft Providentia in totaal 281 sociale woongelegenheden verkocht. De Gewestelijke Maatschappij voor Volkshuisvesting voorziet in 126 woningen en 84 appartementen. Al deze woongelegenheden situeren zich in de Wolsemwijk, in deelgemeente Dilbeek. 84 woongelegenheden werden in het verleden verkocht. De Brabantse Huisvestingsmaatschappij beschikt op dit ogenblik niet (meer) over verhuurbare woongelegenheden. Ook de intercommunale Haviland heeft momenteel geen woongelegenheden noch bouwkavels aan te bieden op het grondgebied van Groot-Dilbeek. Wat betreft de vraag naar sociale woongelegenheden kan gesteld worden dat deze zeer hoog ligt. Er werden 952 aanvragen genoteerd voor een totaal aanbod van 627 verhuurbare sociale 1 woongelegenheden . Bij de verschillende maatschappijen wordt vastgesteld dat het aantal aanvragen het aanbod overtreft. Bovendien maakt het huidige aanbod van sociale woongelegenheden slechts 4% uit van het totale woningpatrimonium van Groot-Dilbeek. Het aanbod moet dus zeker nog uitgebreid worden. Rusthuizen, serviceflats Dilbeek telt verscheidene rusthuizen. Deze zijn gelokaliseerd in het centrum van Dilbeek, in Itterbeek en Sint-Ulriks-Kapelle. Het gaat over een totaal aanbod van 510 bedden (2003). instelling Dilhome Res. Maria Assumpta Breugheldal Quietas Res.Koning Albert Het Witte Huis (Res.Hoogveld) (Sint-Alena) Dennenbos De Verlosser TOTAAL
beheer BVBA VZW OCMW NV NIOI VZW VZW VZW BVBA VZW
erkend 23 120 90 58 89 36 24 14 56 510
deelgemeente Dilbeek Dilbeek Itterbeek Itterbeek Itterbeek Itterbeek Itterbeek Itterbeek Sint-Ulriks-Kapelle Sint-Ulriks-Kapelle
Meerdere rusthuizen hebben echter een verouderde en niet-aangepaste infrastructuur. Rusthuis de Verlosser, residentie Koning Albert en Residentie Maria Assumpta zijn zonevreemd gelegen (parkgebied). Voor de gehele gemeente Dilbeek zijn er slechts 95 serviceflats beschikbaar, waarvan er 60 in Breugeldal (OCMW) en 35 in het Witte Huis. De ligging van de serviceflats is geconcentreerd in deelgemeente Itterbeek. Leegstand van woningen Voor het inventariseren van de huidige leegstand en verkrotting wordt gebruik gemaakt van de officiële lijst die ter beschikking gesteld werd door AROHM. De inventaris dateert van 7 maart 2002. De gemeente Groot-Dilbeek telde op datum van 7/03/2002 in totaal 73 woningen die als leegstaand en/of verkrot konden geïnventariseerd worden. Het totale aantal leegstaande woningen bedroeg 64, waarvan er 19 eveneens verwaarloosd en/of onbewoonbaar zijn. Het grootste aantal leegstaande woningen treft men aan in Schepdaal (18), Dilbeek (17) en Groot-Bijgaarden (15). Ten opzichte van het totaal woningpatrimonium in de gemeente bedraagt het aandeel leegstaande en verwaarloosde woningen 0,47%. Deelgemeente Schepdaal noteert het grootste aandeel, namelijk 0,98% van haar woningbestand. Ook in deelgemeenten Itterbeek (met 0,63%), Sint-Martens1
Woningbehoeftestudie Dilbeek, Mei 2003 – D+A Consult
D+A Consult Gemeente Dilbeek
45
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Bodegem en Groot-Bijgaarden (met 0,51%) is het aandeel leegstaande/verwaarloosde woningen groter dan het gemiddelde voor Groot-Dilbeek. Enkel in deelgemeenten Dilbeek (0,31%) en SintUlriks-Kapelle (0,16%) is het aandeel kleiner dan het gemiddelde. Herbestemming van panden Gebouwen die leegstaan en/of verwaarloosd zijn (functieverlies,…) bieden potenties voor bijkomende woongelegenheden, in zoverre deze compatibel zijn met de omgevende functies. Het betreft alle mogelijke verouderde gebouwen en terreinen die hun hoofdfunctie verloren hebben. Na overleg met de gemeentediensten van Dilbeek, blijkt dat enkel de leegstaande gebouwen van de voormalige brouwerij De Neve – Eylenbosch, gelegen aan de N8 in deelgemeente Schepdaal- grens Itterbeek, in aanmerking komen voor herbestemming in functie van woongelegenheden . Prijzen van onroerende goederen De woningprijzen in de regio Dilbeek (regio Dilbeek = St.-Pieters-Leeuw – Drogenbos – Dilbeek) leunen sterk aan bij het gemiddelde van het arrondissement Halle-Vilvoorde. De prijzen van de kleinere en middelgrote woningen evenals de prijzen van de appartementen liggen in de regio Dilbeek iets hoger dan in het arrondissement Halle-Vilvoorde (respectievelijk 3% en 4% hoger). De prijzen van grotere woningen liggen echter 8% lager dan het arrondissementsgemiddelde. De prijzen van woningen (kleine, middelgrote en grote) in regio Dilbeek zijn in 1 jaar tijd met 4% gestegen. Dit is iets minder sterk dan de stijging in het arrondissement (+6%). De prijs voor een appartement in regio Dilbeek is daarentegen sterker gestegen dan in het arrondissement : regio Dilbeek noteerde een stijging van 8%, ten opzichte van 6% voor het arrondissement. De prijzen van de bouwgronden liggen daarentegen ruim 17% hoger dan in de rest van het arrondissement. In 1999 lagen deze prijzen ‘slechts’ 9% hoger dan het arrondissementsgemiddelde. 6.2.5
PERCELENPATRIMONIUM
6. 2. 5. 1 P er cel en gel eg en l ang s ui tg eruste in fr astr u ctuu r Actueel onbebouwde percelen gelegen langs uitgeruste infrastructuur Op basis van de kadastrale toestand van 01/01/2000 wordt de grondreserve geraamd2. Een actueel onbebouwd perceel wordt geteld volgens de indeling op de kadscan en moeten gelegen zijn langs bestaande infrastructuur. Er worden globale, niet-overlappende categorieën opgebouwd, waarbij de weergegeven en besproken aantallen steunen op de huidige perceelsstructuur.
Tabel 6:
Samenvatting per deelgemeente van het actueel aanbod onbebouwde percelen gelegen aan uitgeruste infrastructuur Schepdaal
St MartensBodegem
St UlriksKapelle
GrootDilbeek
63
81
45
44
601
3
23
0
0
27
101
58
80
45
58
551
0
4
26
0
0
31
128
210
90
102
1210
0
0
0
0
2
Dilbeek
Groot Bijgaarden
Itterbeek
geen extra bepaling
328
40
enkel BPA
1
0
enkel verkaveling
209
BPA + verkaveling
1
totaal 539 141 Waarvan uit woongebieden 2 0 Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
Voor Groot-Dilbeek werden 1210 onbebouwde percelen geteld. Deze komen hoofdzakelijk voor in deelgemeente Dilbeek (539) en Schepdaal(210).
2
Bron :Gemeente Dilbeek- inventaris onbebouwde percelen toestand, 01/01/2000
D+A Consult Gemeente Dilbeek
46
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De helft van het totaal aantal onbebouwde percelen (of 601 percelen) zijn enkel door de aard van het woongebied in hun gebruikskenmerken gedefinieerd. Ze zijn met andere woorden niet onderworpen aan de voorschriften van een vergunde verkaveling en/of een goedgekeurd BPA. 582 onbebouwde percelen liggen in een verkaveling en 58 percelen zijn onderhevig aan de bepalingen van een BPA. Onderstaande tabel geeft de verdeling van deze 1.210 actueel onbebouwde percelen volgens de bestemmingen op het gewestplan: Tabel 7:
Samenvatting per bestemming van het actueel aanbod onbebouwde percelen gelegen aan uitgeruste infrastructuur
Bestemming
# onbebouwde percelen Absoluut Woongebied 669 Woongebied met landelijk karakter 488 Woonpark 30 Woonuitbreidingsgebied 19 Woonreservegebied 2 Buiten de woonzone 2 Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
# onbebouwde percelen Relatief 55,3% 40,3% 2,5% 1,6% 0,2% 0,2%
De meerderheid (96%) van de actueel onbeboouwde percelen komt voor in volwaardige woongebieden en woongebieden met landelijk karakter. Een aantal in woonpark en slechts enkele percelen komen voor in woonreservegebied . De onbebouwde percelen die zich buiten de woonzone situeren, zijn meestal een erfenis uit het verleden. In de toekomst kunnen deze percelen enkel aangewend worden indien ze binnen een vergunde niet-vervallen verkaveling of een goedgekeurd BPA liggen. Bijkomende perceelsmogelijkheden3 op actueel onbebouwde percelen gelegen langs uitgeruste infrastructuur Een aantal onbebouwde percelen (gelegen langs uitgeruste infrastructuur) is mogelijks groot genoeg om meer dan één woning op te bouwen. Rekening houdende met de perceelsgrootte en perceelsbreedte, werden een aantal bijkomende perceelsmogelijkheden berekend. Deze bijkomende mogelijkheden (langs uitgeruste weg) worden apart in volgende telling opgenomen. Tabel 8:
Samenvatting per deelgemeente van het aantal bijkomende perceelsmogelijkheden op actueel onbebouwde percelen gelegen langs uitgeruste infrastructuur
Infrastructuur aanwezig # bijkomende perceelsmog.
Dilbeek 151
GrootBijgaarden 26
Itterbeek 74
Schepdaal 61
St.-MartensBodegem 21
Sint-UlriksKapelle
GrootDilbeek
9
Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
Groot-Dilbeek beschikt dus nog over 342 bijkomende bouwmogelijkheden langs uitgeruste weg. De meerderheid hiervan is in deelgemeente Dilbeek gelegen.
3
Volgende berekeningscoëfficiënten werden gehanteerd indien het gaat om percelen aan uitgeruste infrastructuur: - in volgens het gewestplan volwaardig woongebied: - # gesloten bebouwing: de perceelsbreedte voor het realiseren van één woning wordt op 6 meter breedte berekend; - # halfopen bebouwing: de perceelsbreedte voor het realiseren van één woning wordt op 10 meter breedte berekend; - # open bebouwing: de perceelsbreedte voor het realiseren van één woning wordt op 15 meter breedte berekend. - in woongebied met landelijk karakter en woonpark: - # woningen: de perceelsbreedte voor het realiseren van één woning wordt op 20 meter breedte berekend. - als het een vergunde verkaveling betreft: - # percelen volgens het verkavelingsplan Deze berekening wordt eveneens toegepast wanneer het een vergunde verkaveling betreft, aangezien de gegevens betreffende het precieze aantal loten niet voor alle verkavelingen beschikbaar was. Bron: omzendbrief RO 97/03 in verband met het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden en het opmaken van een gemeentelijke woningbehoeftestudie..
D+A Consult Gemeente Dilbeek
47
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
342
6. 2. 5. 2 P er cel en ni et g el egen aan in frastr u ctu u r 4 Percelen niet aan infrastructuur zijn grotendeels gegroepeerd in binnengebieden. Wil men deze percelen ingebruik nemen, dan zullen de wegen en nutsvoorzieningen dus nog aangelegd moeten worden. Tabel 9:
Samenvatting per deelgemeente van het aantal bijkomende perceelsmogelijkheden op percelen niet gelegen aan infrastructuur
geen infrastructuur aanwezig # bijkomende perceelsmog.
Dilbeek
GrootBijgaarden
1050
Itterbeek
721
Schepdaal
St.-MartensBodegem
Sint-UlriksKapelle
105
150
166
220
GrootDilbeek 2412
Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
Indien ingesloten gebieden worden voorzien van de nodige infrasructuur, kunnen in Groot-Dilbeek aldus nog 2412 bijkomende bouwpercelen gecreëerd worden, waarvan de meerderheid gelegen is in deelgemeenten Dilbeek en Groot-bijgaarden. Besluit omtrent totale aantal perceelsmogelijkheden Onderstaande tabel geeft een overzicht van het totale aantal perceelsmogelijkheden waarover GrootDilbeek beschikt. Het gaat hier dus over zowel de perceelsmogelijkheden gelegen aan uitgeruste infrastructuur als niet gelegen aan uitgeruste infrastructuur. Al deze perceelsmogelijkheden zijn gelegen in woongebied, woongebied met landelijk karakter, woonpark, woonuitbreidingsgebied of woonreservegebied. Tabel 10:
geen bepaling
Samenvatting per deelgemeente van de perceelsmogelijkheden (in absolute cijfers) Dilbeek
GrootBijgaarden
Itterbeek
Schepdaal
St.MartensBodegem
Sint-UlriksKapelle
GrootDilbeek
extra 688
722
225
94
158
174
2061
enkel BPA
394
0
9
40
0
0
443
enkel verkaveling
44
25
60
30
13
1
173
BPA + verkaveling
75
0
0
2
0
0
77
294
166
171
175
2754
totaal 1201 747 Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
Naast de 1.210 onbebouwde percelen, beschikt Groot-Dilbeek dus nog over 2.754 bijkomende perceelsmogelijkheden. Het totaal aantal theoretische bouwmogelijkheden klimt hiermee op tot 3.964 perceelsmogelijkheden. Hiervan is 67% niet onderworpen aan extra bepalingen, 14,6% ligt binnen de grenzen van een bestaand BPA en 21% binnen een goedgekeurde verkaveling. Van de 2.754 bijkomende perceelsmogelijkheden is slechts een minderheid (342 = 12%) gelegen aan uitgeruste infrastructuur. Het grootste aantal perceelsmogelijkheden is dus aan niet uitgeruste infrastructuur gelegen (2.412 = 88%).
4
Als percelen niet aan uitgeruste infrastructuur gelegen zijn (bvb. bouwmogelijkheden in een ingesloten gebied), worden de volgende minimale richtcijfers gehanteerd. Ook voor goedgekeurde BPA’s werden dezelfde normen gebruikt. - 25 woningen per hectare in het oostelijk deel van de gemeente, aansluitend bij het Brussels hoofdstedelijk gewest (Dilbeek, Groot-Bijgaarden en de kern van Itterbeek); - 15 woningen per hectare in het buitengebied (Sint-Ulriks-Kapelle, Sint-Martens-Bodegem, Schepdaal en de rest van Itterbeek); Deze coëfficiënten zijn conform het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen. Bron: omzendbrief RO 97/03 in verband met het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden en het opmaken van een gemeentelijke woningbehoeftestudie.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
48
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
6.2.6
INBREIDINGSGEBIEDEN, WOONUITBREIDINGSGEBIEDEN EN RESERVEGEBIEDEN VOOR WOONWIJKEN
Kaart 15:
Overzicht van de inbreidingsgebieden, woonuitbreidingsgebieden reservegebieden voor woonwijken op het grondgebied van Dilbeek
en
Op het grondgebied van Dilbeek komen een aanzienlijk aantal woonuitbreidingsgebieden voor. De helft hiervan ligt in de deelgemeente Groot-Bijgaarden. Daarnaast zijn er in de woonzone (woongebied en woongebied met landelijk karakter) ook nog tal van inbreidingsgebieden gelegen. Ook hiervoor zijn de meeste gebieden gelegen in Groot-Bijgaarden. Voor Dilbeek komen in de bestemming woonpark op het gewestplan geen inbreidingsgebieden voor. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven per deelgemeente van het aantal inbreidingsgebieden, woonuitbreidingsgebieden en reservegebieden voor woonwijken (2 zones op het gewestplan die worden opgedeeld in verschillende zones). De verschillende gebieden worden besproken in onderstaande paragrafen. Tabel 11:
Overzicht per deelgemeente van het aantal woonuitbreidingsgebieden en reservegebieden voor woonwijken Wooninbreidingsgebieden W WLK WP
WU
WR
inbreidingsgebieden,
Dilbeek Groot-Bijgaarden Itterbeek Schepdaal St-Martens-Bodegem
0 6 4 2 0
1 3 0 1 0
0 0 0 0 0
3 6 1 0 2
1 (4) 0 0 1 (2) 0
St-Ulriks-Kapelle
0
1
0
0
0
Groot-Dilbeek
12
6
0
12
2 (6)
WR: WU:
reservegebied voor woonwijken woonuitbreidingsgebied
Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
W: WP: WLK:
woongebied woonpark woongebied met landelijk karakter
6. 2. 6. 1 In br eidi ngsg eb i ed en Voor onbebouwde gronden van voldoende omvang in het woongebied van de kernen van het buitengebied kunnen inbreidingsprojecten uitgewerkt worden. Zodoende kunnen de open gebieden gevrijwaard en de bestaande bebouwde gebieden optimaal ingericht (verdicht) worden. In de bestemmingen woongebied (W) en woongebied met landelijk karakter (WLK) op het gewestplan kunnen nog grote inbreidingsgebieden aanwezig zijn die prioritair kunnen worden ingevuld met een woningdichtheid waarbij rekening gehouden wordt met de draagkracht van de omgeving en met een kwalitatieve inrichting van het openbaar domein. Het gaat hierbij enkel over woonmogelijkheden langs te ontwikkelen infrastructuur. Ook woonparken (WP) kunnen in aanmerking komen voor inbreiding. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de inbreidingsgebieden. Deze inbreidingsgebieden worden genummerd met een W als het gebied in woongebied is gelegen en WLK als het gebied in woongebied met landelijk karakter is gelegen.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
49
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Tabel 12:
Overzicht bouwmogelijkheden in inbreidingsgebieden Woningen per hectare aan 15 aan 25 won/ha won/ha
naam 5 gebied
oppervlakte (ha)
W1
1,07
16
26
W8
0,52
7
13
W17
1,22
18
30
W18
0,78
11
19
W22
0,93
13
23
W29
1,21
18
30
W31
1,45
21
36
W32
2,12
31
53
W33
1,56
23
39
W34
1,77
25
42
W37
0,56
8
14
W40
2,27
34
56
WLK1
1,64
24
41
WLK5
0,92
13
23
WLK7
1,23
18
30
WLK10
0,73
10
18
WLK11
0,51
7
12
WLK14
0,50
7
12
Opmerkingen Afhellend, weiland, aansluitend bij wijk Loveld Groot Bijgaarden, sluit aan bij WU3 Vlak, grasveld, aansluitend bij WU2, Groot Bijgaarden nabij sporthal centrum Licht afhellende weide, zuiden van Groot Bijgaarden Licht afhellend braak terrein, zuiden van Groot Bijgaarden Restruimte (braak, akkers, tuinen) zuiden Groot Bijgaarden Afhellend, weiland, inbreidingsgebied, centrum Itterbeek Taludvorming op terrein, braak, struiken, bomen, in verkaveling, Itterbeek Afhellend, weiland, noordwesten Itterbeek Afhellend, weiland, noordwesten Itterbeek Afhellend, weiland, in BPA Overveld – Schorenbos, Schepdaal Licht afhellend, akkergebied, westen van Schepdaal Ingesloten weilanden en tuinen – Dilbeek, bij kern Itterbeek Vlak, weiland en chiroterrein, woonkern St. Ulriks Kapelle Afhellend, (moes)tuin, Groot Bijgaarden Licht afhellende weidland en akkerland, Groot Bijgaarden Vlak, ingesloten weide , Groot Bijgaarden Sterk afhellend, tuin, boomgaard, weide, in verkaveling, Dilbeek Tuinen, woonkern Schepdaal
Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
6. 2. 6. 2 Wo on ui tb rei din g sgebi ed en Onderstaande tabel geeft een overzicht van de niet ontwikkelde woonuitbreidingsgebieden of delen ervan op het grondgebied van Dilbeek. De weergegeven oppervlakte is deze van het niet ontwikkelde deel van het woonuitbreidingsgebied. Tabel 13:
Overzicht bouwmogelijkheden in woonuitbreidingsgebieden Woningen per hectare aan 15 aan 25 won/ha won/ha
naam gebied
oppervlakte (ha)
WU1
1,89
28
47
WU2
2,36
35
59
WU3
3,32
49
83
WU4
1,31
19
32
WU5
3,42
51
85
Licht afhellend, (moes)tuinen, weiland, braak, nabij centrum Groot Bijgaarden Licht afhellend met taludvorming, weiland, moestuinen, sportveld, sparren, aansluitend op W8, Groot Bijgaarden Afhellend, weiland en akkerland, aansluitend op W1, Groot Bijgaarden Licht afhellend, parking, weiland en akkerland, nabij centrum Groot Bijgaarden Afhellend, weiland, aansluitend op W12, Groot Bijgaarden
WU8
9,08
135
226
Afhellend, grootschalig woonuitbreidingsgebied, weiland,
Opmerkingen
5
De nummering is afkomstig van de woonbehoeftestudie. De nummers volgen elkaar niet consequent op omdat vertrokken werd van een algemene lijst die doorheen het planningsproces werd bijgestuurd. Hierdoor zijn enkele gebieden niet meer opgenomen.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
50
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
naam gebied
oppervlakte (ha)
Woningen per hectare aan 15 aan 25 won/ha won/ha
Opmerkingen zuiden van Groot Bijgaarden aan grens met Dilbeek
WU9
5,08
76
127
WU11
4,87
73
121
WU12
7,52
112
188
WU14
5,80
87
145
WU16
7,05
105
176
WU17
2,69
40
67
WU19
9,49
142
237
Licht afhellend, weiland, aansluitend op WU8, noorden van Dilbeek aan grens met Groot Bijgaarden Afhellend wei- en akkerland, nabij afrit 12 ring Brussel, Dilbeek Licht hellend grootschalig uitbreidingsgebied, hoofdzakelijk akkerareaal, Dilbeek aan grens met St. Jans Molenbeek Afhellend groot uitbreidingsgebied, gemengd bodemgebruik, Itterbeek Zeer lichte afhelling, akkers, aansluitend bij woonkern St. Martens Bodegem Afhellend, weiland met verspreide bomen, aansluitend bij woonkern St Martens Bodegem Akker-en weilanden nabij kern Sint-Ulriks-Kapelle
Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
6. 2. 6. 3 Reser veg ebi ed en voo r w oo nw ij ken In Dilbeek komen een aantal ‘reservegebieden voor woonwijken’ voor. Deze gebieden hebben in Dilbeek als huidige bestemming ‘agrarisch gebied’ maar kunnen dus later aangesneden worden om te voldoen aan de woningbehoefte in de streek. Deze gebieden zijn tot dan onderworpen aan de voorschriften die gelden voor het in de grondkleur aangegeven gebied (agrarisch gebied), mits de toekomstige bestemming daarmee niet in gevaar wordt gebracht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van van de ‘reservegebieden voor woonwijken’. Op het gewestplan komen twee grote zones voor. De zone in Dilbeek wordt opgesplitst in 4 gebieden (WR 1, WR2, WR5 en WR7) en de zone in Schepdaal in 2 (WR9 en WR10). Tabel 14:
Overzicht bouwmogelijkheden in ‘reservegebieden voor woonwijken’ Woningen per hectare aan 15 aan 25 won/ha won/ha
naam gebied
oppervlakte (ha)
WR1
0,85
12
21
WR2
14,40
216
360
WR5
0,55
8
13
WR7
3,01
45
75
WR9
2,16
32
54
WR10
0,87
12
20
Opmerkingen Kleinschalig, vlak reservegebied, akkerland, BPA Wolsem, westen van Dilbeek. Grootschalig reservegebied, licht afhellend, akkers, BPA Wolsem, westen van Dilbeek Kleinschalig reservegebied, vlak, braak, BPA Wolsem, westen van Dilbeek Afhellend akkerland, in verkaveling, in BPA Wolsem, westen van Dilbeek Afhellend, braak en weiland, Loveldwijk, grenzend aan BPA Overveld – Schorenbos, St Gertrudis Pede Afhellend, weiland, Loveldwijk, deels in verkaveling, St Gertrudis Pede
Bron: woningbehoeftestudie, mei 2003. D+A Consult
Kaart 15 geeft een overzicht van de ruimtelijke spreiding van de inbreidingsgebieden in woonzone, woonuitbreidingsgebieden en reservegebieden voor woonwijken op het grondgebied van Dilbeek. Een meer uitgebreide bespreking per ‘reservegebied voor woonwijken’ wordt gegeven in de woningbehoeftenstudie (mei 2003).
D+A Consult Gemeente Dilbeek
51
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
6.2.7
ZONEVREEMDE WONINGEN
Kaart 16:
Overzicht locaties zonevreemde woningen in Dilbeek
In kader van het structuurplan werd een nota zonevreemde woningen (augustus 2003) opgemaakt voor de gemeente Dilbeek. 6. 2. 7. 1 O m sch rij vin g van een z on evr eem d e w onin g Onder zonevreemde woning wordt verstaan: “elk gebouw dat (om)gebouwd is in functie van wonen en dat in een niet-geëigende zone (dus: geen ‘rode’ zone) gelegen is op het gewestplan of bijzonder plan van aanleg6 en niet in een vergunde nog geldige verkaveling is gelegen”. Voor de uitwerking van de gemeentelijke benadering wordt uitgegaan van legaal gebouwde woningen. Onder legaal gebouwde woningen wordt verstaan: - woningen waarvan aangetoond kan worden dat ze opgetrokken zijn voor het in voege treden van de stedenbouwwetgeving (1962); - woningen die gebouwd of verbouwd zijn na 1962 met een vergunning. 6. 2. 7. 2 In ven tar i s De inventaris voerde geen onderzoek uit naar het legale karakter van de betrokken woningen. Bij de eventuele opmaak van een GRUP (gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan) of van een gemeentelijke verordening rond zonevreemde woningen dient voor elke betrokken woning het legaal karakter te worden aangetoond. Illegaal opgetrokken woningen komen niet in aanmerking om te genieten van een bestemmingswijziging of de faciliteiten van een gemeentelijke verordening. Er werd een gebiedsdekkende doch niet limitatieve inventaris gemaakt om de grootte van het probleem voor de gemeente in te schatten. Uit confrontatie van grootschalige kadasterkaarten en contouren van bestemmingen van het gewestplan, BPA’s en verkavelingen werd een lijst opgesteld met solitaire en gegroepeerde zonevreemde woningen. De afbakening van de locaties gebeurt op de perceelsgrenzen van de bebouwde kavel. Bij diepe percelen werd de afbakening op max 50m bouwdiepte gelegd. Deze afstand wordt immers ook in het gewestplan toegepast. Voor elke locatie van een zonevreemde woning(en) werden volgende gegevens verzameld: straat, aantal woningen per locatie, bestemming gewestplan, ligging in BPA, ligging in vergunde verkaveling, beleidsopties GNOP, oppervlakte, oppervlakte binnen vergunde verkaveling. Deze gegevens fungeren als randvoorwaarden bij de toetsing van elke zonevreemde locatie aan de gewenste ruimtelijke structuur van het structuurplan. Onbebouwde percelen worden in se niet opgenomen in de inventaris. Inzake de inventaris van zonevreemde bebouwing met een gemengde functie (wonen en bedrijvigheid, recreatie,…) een zuivere bedrijfsfunctie (al dan niet landbouw) dient verder overleg gepleegd te worden met de gemeente Dilbeek. Over sommige bebouwing op kadasterplan kon immers geen uitsluitsel gegeven worden of het over een zuivere woonfunctie gaat. 6. 2. 7. 3 An al yse Uit de analyse van het ‘zonevreemd patrimonium’ blijkt: ▪ in de gemeente Dilbeek zijn grosso modo 371 zonevreemde woonentiteiten (solitaire woningen of woonkorrel) gelegen. Dit komt neer op ongeveer 1075 zonevreemde woningen. Een raming van de totale oppervlakte aan percelen, waarop een zonevreemde woning gelegen is, bedraagt ruim 170ha. ▪ 102 woningen hiervan zijn niet in een juiste bestemming gelegen maar wel in een vergunde verkaveling. Dit komt overeen met een oppervlakte van ongeveer 22 ha oftewel bijna 13% van de totale oppervlakte aan zonevreemde woningen. ▪ Er zijn diverse groepen met zonevreemde woningen, zogenaamde woonkorrels (minimum 5 woningen), aanwezig (ruim 17%).
6
Geëigende zones: woongebied, woongebied met landelijk karakter, woonuitbreidingsgebied en woonreservegebied
D+A Consult Gemeente Dilbeek
52
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
▪ ▪ ▪ ▪
▪
Verscheidene zonevreemde woningen vallen binnen de BPA’s van Roekhout, Wolfsputten, Koeivijver, Wolsem, Overveld-Schorenbos of Ketelheide. Hiervoor is bijkomend onderzoek noodzakelijk om te weten of deze al dan niet in een geëigende bestemming gelegen zijn. Het merendeel van de percelen met zonevreemde woningen is volgens het gewestplan in agrarisch gebied (34,8%), landschappelijk waardevol agrarisch gebied (30,7%) of in een zone met een combinatie van beide types (1,6%) gelegen. Ongeveer 7,8% van de clusters is gelegen in een parkgebied. Nog eens 7% van de percelen ligt in een gemengde zone met agrarische- en natuurfunctie. Slechts 4% van de zonevreemde clusters zijn volledig in een natuurgebied gelegen. Volgens het GNOP is ongeveer 73% van de clusters gelegen buiten het urbane gebied. o hiervan is bijna 29,6% gelegen in agrarisch gebied. o ongeveer 28,8% van de clusters is in een beekvallei gelegen. o Bijna 3,3% van de clusters is gelegen in gemengd gebied bestaande uit akkers, weilanden, kleine bospercelen. o Er zijn ook een aantal clusters gelegen in het Ijsbos (2,4%), in het bosgebied van de Nieuw Molenbeek (1,3%) en de Taborgberg (1,1%) en op de domeinen van het St-Anna Kasteel (1,9%) en het Kasteel St-Sauveur (1,3%). De resterende clusters (2,7%) liggen verspreid over een aantal kasteeldomeinen en het Begijnenborrebos. Een bijzondere problematiek vormen de zonevreemd gelegen rusthuizen. Meer specifiek gaat het over Residentie Koning Albert (openbaar) in Itterbeek, Residentie Maria Assumpta (privaat) in Dilbeek, Sint-Alena in Dilbeek (privaat) en Rusthuis De Verlosser (privaat) in Sint-Ulriks-Kapelle. Samen zijn ze goed voor meer dan de helft van de Dilbeekse rusthuizen. Alle sites hebben de bestemming parkgebied, wat de rusthuizen en de omgevende woningen zonevreemd maakt.
6.3
Knelpunten en kwaliteiten
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
De knelpunten en kwaliteiten werden verzameld door literatuurstudie, terreinverkenning, getuigenissen van bewoners op de startavond en gesprekken met bevoorrechte getuigen uit de gecoro. 6.3.1
KNELPUNTEN
Onduidelijke afbakening stedelijk gebied ▪ Er is nood aan duidelijkheid aangaande de afbakeningen van het stedelijk gebied. ▪ De eigenheid van elke deelgemeente moet behouden blijven. Hoge woning- en grondprijzen ▪ De gemeente Dilbeek kent hoge woningprijzen. ▪ De kadastrale schattingen liggen hoog. ▪ Er is een laag aanbod aan bouwgronden en ook de grondprijzen zijn hoog. ▪ Er is het fenomeen van speculatie waarbij promotoren gronden bevriezen. ▪ De woningprijzen in de regio Dilbeek (regio Dilbeek = St.-Pieters-Leeuw – Drogenbos – Dilbeek) leunen sterk aan bij het gemiddelde van het arrondissement Halle-Vilvoorde. ▪ De prijzen van bouwgronden zijn in regio Dilbeek nog veel sterker toegenomen : +11%, terwijl deze in het arrondissement met slechts 3% toegenomen zijn.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
53
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Vergrijzing – verjonging Groot – Dilbeek volgt de trend naar vergrijzing zoals zich die ook op hogere schaalniveaus manifesteert. De prognoses voorspellen dat deze trend van vergrijzing zich in de toekomst nog verder zal manifesteren; vooral in de deelgemeenten Sint-Martens-Bodegem, Groot-Bijgaarden, Schepdaal en Sint-Ulriks-Kapelle wordt tegen 2016 een verdere vergrijzing verwacht. De meeste deelgemeenten zullen bovendien het aandeel van hun jongerengroep zien afnemen, wat betekent dat de ontgroening eveneens verder doorzet. Groot-Bijgaarden is de enige deelgemeente die een lichte verjonging zal ondergaan. Inwijkingen ▪ De uitwijking van de Brusselse bevolking naar Dilbeek toe. ▪ Probleem van toenemend aantal Franstaligen. Deze vaststelling gaat samen met een algemene suburbanisatiedruk vanuit Brussel en wordt versterkt door de veranderingen op de arbeidsmarkt, de veranderingen en speculaties op de woningmarkt en de sociale en ruimtelijke polarisatie. ▪ Vele huurwoningen worden betrokken door vreemdelingen (vooral voor delen van de Ninoofsesteenweg). ▪ Dilbeek mag geen slaapgemeente worden van Brussel. Diverse ▪ Te weinig aanmoediging voor de renovatie van woningen. ▪ Er is te weinig parkeergelegenheid nabij woningen. ▪ Zonevreemde ligging van de rusthuizen Residentie Koning Albert (openbaar) in Itterbeek, Residentie Maria Assumpta (privaat) in Dilbeek, Rusthuis De Verlosser (privaat) in Sint-UlriksKapelle en Sint-Alena in Dilbeek (privaat). ▪ Concentratie van serviceflats in deelgemeente Itterbeek. Een betere spreiding zou tegemoetkomen aan de vraag van de ouderen. 6.3.2
KWALITEITEN
Invloedsgebied van Brussel ▪ De nabijheid van de grootstad moet niet enkel negatief beschouwd worden (uitstoten van minderwaardige functies uit het centrum, inwijking vanuit Brussel, onveiligheidsgevoel, hoge grond- en woningprijzen, …). De hoofdstad heeft ook een grootstedelijk uitrustingsniveau dat het uitrustingsniveau van Dilbeek aanvult. Dit verhoogt onrechtstreeks het voorzieningenniveau van Dilbeek tot een niveau die de gemeente op zichzelf nooit zou kunnen dragen. Ook het uitgebreid cultuuraanbod in Brussel draagt bij tot een hoger cultureel niveau van Dilbeek. ▪ De woonkernen van Sint-Martens-Bodegem en Sint-Ulriks-Kapelle hebben daarentegen een nog landelijk karakter. Woningcomfort Het comfort van de woningen in Groot-Dilbeek ligt redelijk hoog: 58% van het woningpatrimonium betreft woningen met een groot comfort, daarnaast ligt 20% van de woningen in de klasse van woningen met middelmatig comfort. Voorzieningen ▪ Algemeen kan gesteld worden dat de gemeente goed voorzien is op het gebied van sociaalculturele voorzieningen (scholen, OCMW,…). ▪ In de huidige ruimtelijke opbouw (bebouwing met ongestructureerde restruimten in en direct errond) zijn mogelijkheden aanwezig voor het realiseren van verbindingen tussen woongebieden en het dorpscentrum. Globaal zijn hierin twee kenmerken aanwezig: o interne ‘assen’ (gedeeltelijk bestaande groenassen); o externe ‘assen’ (hoofdzakelijk bestaande valleien). ▪ Voor de verschillende kernen is ruimte aanwezig om door inbreiding met kleinschalige ingrepen zowel de bebouwingsstructuur af te werken als verbindingen met pleinen en groen te voorzien. Gedifferentieerd woonmilieu Groot-Dilbeek wordt gekenmerkt door een vrij gelijkmatige verdeling van de woningtypologie. Open bebouwing haalt met ruim 34% toch het grootste aandeel. Open en halfopen bebouwing D+A Consult Gemeente Dilbeek
54
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
vertegenwoordigen samen 61,3% van het woningpatrimonium. Daarnaast zijn 20% van het woningpatrimonium appartementen of studio’s en 18,6% zijn eengezinswoningen van het gesloten type. Deelgemeenten Dilbeek en Groot-Bijgaarden kennen een veeleer stedelijk karakter, Schepdaal en Itterbeek zijn al meer landelijk. Sint-Ulriks-Kapelle en Sint-Martens-Bodegem zijn uitgesproken landelijke gemeenten. Onbebouwde percelen Groot-Dilbeek heeft nog veel onbebouwde percelen en perceelsmogelijkheden met deelgemeente Dilbeek als koploper. Deze percelen bieden naar de toekomst toe potenties voor de versterking van het stedelijk gebied van Dilbeek. In de landelijke kernen kan de groei van de eigen bevolking worden opgevangen.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
55
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
7. BESTAANDE RUIMTELIJK-ECONOMISCHE STRUCTUUR 7.1
Omschrijving
De ruimtelijk-economische structuur heeft betrekking op de samenhang tussen gebieden die hoofdzakelijk worden gekenmerkt door de aanwezigheid van economische functies. Hierbij wordt ingegaan op de diverse locaties, de omvang en aard van bedrijvigheid. Daarnaast wordt ook gezocht naar mogelijke interne en externe relaties.
7.2
Kenmerken
7.2.1
SOCIO-ECONOMISCHE KENCIJFERS
Onderstaande gegevens zij gebaseerd op Economic Decision Power (EDP) in Vlaanderen: geoeconomische kencijfers voor de periode 1993-1996. Beroepsbevolking per sector Aan de hand van de gegevens uit de Volks- en woningtelling van 1991 wordt een overzicht gegeven van de werkende beroepsbevolking naargelang de sector van tewerkstelling. In de tewerkstellingssectoren was het aandeel werknemers en werkgevers respectievelijk 0.4 % en 2.2 % in de primaire sector, 32.1 en 19.8 % in de secundaire sector en 47.9 en 61.5 % in de tertiaire sector. In de kwartaire sector is het aandeel werknemers 19.5 % en werkgevers 16.6%. De meerderheid van de bevolking is tewerkgesteld in handel, horeca en reparatiebedrijven, metaalverwerking, fijnmechanische en optische industrie en vervoer en verkeer. Een minderheid werkt in banken, diensten en kantoorfuncties en in de bouw. (Bron RSZ) Tabel 15:
Werkgelegenheids-, werkloosheids-, werkzaamheidsgraad voor Dilbeek in 1996
Entiteit Gemeente Dilbeek Arr. Halle - Vilvoorde Prov. Vlaams Brabant Vlaams Gewest
1996 Werkgelegenheidsgraad 54,70% 63,70%
Werkloosheidsgraad 6,10% 6,70%
59,70% 64,90%
7,30% 9,60%
Werkzaamheidsgraad 72,60% 69,40% 68,90% 67,20%
Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Stativaria 21, januari 1999, De Economic Decision Power (EDP) in Vlaanderen: geo-economische kencijfers voor de periode 1993-1996.
Werkgelegenheidsgraad De werkgelegenheidsgraad geeft aan in hoeverre er veel of weinig jobs zijn in een bepaald geografisch gebied. Hierbij wordt de verhouding genomen tussen het totaal aantal arbeidsplaatsen (de totale werkgelegenheid) in een bepaald geografisch gebied en het aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd. De werkgelegenheidsgraad van Dilbeek (54,7%) ligt lager dan het arrondissementeel (63,7 %), het provinciaal (59,7 %) en het Vlaams gemiddelde (64,9 %). Concreet betekent dit dat er in de gemeente Dilbeek weinig arbeidsplaatsen zijn in verhouding tot het aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd. Werkzaamheidsgraad De werkzaamheidsgraad vormt de verhouding tussen het aantal werkende inwoners van een bepaald geografisch gebied en het totale aantal inwoners van dat geografisch gebied. Hier scoort Dilbeek met 72,6 % hoger dan het arrondissement (69,4 %), het provinciaal (68,9 %) en het Vlaams (67,2 %) gemiddelde. Werkloosheidsgraad De werkloosheidsgraad is de verhouding tussen het aantal werkzoekende inwoners van een bepaald geografisch gebied en de totale beroepsbevolking. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de leeftijden 2059 jaar (vrouwen) en 20-64 jaar (mannen). Bij deze coëfficiënt scoort Dilbeek (6,1 %) lager dan het
D+A Consult Gemeente Dilbeek
56
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
arrondissementeel gemiddelde (6,7 %) en dus beter dan de gemiddelden van de provincie (7,3 %) en het Vlaams Gewest (9,6 %). Dilbeek wordt aldus niet echt geconfronteerd met een fundamenteel ‘werkloosheidsprobleem’. Aantal werklozen: - Totaal: - Mannen: - Vrouwen: - Jongeren: - Vreemdelingen:
637 246 391 12,2% 11,5%
Bron: GOM Vlaams-Brabant, 1999
7.2.2
ECONOMISCHE DYNAMIEK
De economische dynamiek van de gemeente wordt bepaald aan de hand van de bedrijfseconomische gegevens (omzet, toegevoegde waarde en investeringen) van de ondernemingen gevestigd in de gemeente Dilbeek. Dit geeft de bedrijfseconomische slagkracht (EDP) weer van de ondernemingen in Dilbeek binnen de grotere gehelen (arrondissement, provincie, Vlaams gewest). Aansluitend worden er ook nog een aantal typische economische kencijfers toegevoegd zodat de financiële en economische situatie nog beter tot uiting komt. 7. 2. 2. 1 O mz et De omzet geeft de waarde weer van de productie over een heel jaar en verwijst naar de impact ervan op de markt. De omzet in de gemeente Dilbeek is in de loop van de beschouwde periode (1993-1996) met 9,3% gedaald, wat 23% minder is dan de gemiddelde groei van de omzet in Vlaanderen. Deze daling is zo goed als volledig te wijten aan een daling in het laatste jaar (1996). Ook in vergelijking met de toename in omzet in het arrondissement en de provincie ligt de omzet in Dilbeek opmerkelijk lager. De totale omzet in de gemeente nu nog neemt ruim 5% van de totale omzet in het arrondissement voor haar rekening. Hierbij dient gewezen op het feit dat de tewerkstellingspolen Halle, Vilvoorde en Zaventem voor bijna 50% van de omzet instaan. Aansluitend kan worden vermeld dat het arrondissement Halle-Vilvoorde voor ongeveer 80% de omzet in de provincie bepaalt. Tabel 16: Omzet Entiteit
Omzet voor de gemeente Dilbeek (1993-1996)
Index 1994 Index 1995 Index 1996 Index 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 Gem. Dilbeek 51.934 100 52.711 101,5 55.121 106,1 47.095 90,7 Arr. Halle – Vilvoorde 773.876 100 740.389 95,7 810.282 104,7 828.721 107,1 Prov. Vlaams-Brabant 1.010.009 100 969.089 95,9 1.049.287 103,9 1.067.145 105,7 Vlaams gewest 6.588.215 100 6.947.205 105,4 7.306.251 110,9 7.488.485 113,7 Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Stativaria 21, januari 1999, De Economic Decision Power (EDP) in Vlaanderen: geo-economische kencijfers voor de periode 1993-1996. 1993
(in mln BEF)
7. 2. 2. 2 T o eg evo eg d e w aar de De toegevoegde waarde geeft een beeld van de investerings- en tewerkstellingskosten over een geheel jaar. Dit is vooral in belang met betrekking tot de bijdragen in de Belgische economie. Op het vlak van de toegevoegde waarde neemt de gemeente Dilbeek 6% van de totale toegevoegde waarde in het arrondissement voor haar rekening. De toegevoegde waarde nam in de beschouwde periode (1993-1996) aanvankelijk toe, maar later weer af, in totaal met 2,5%. Hierdoor ligt de toegevoegde waarde met ongeveer 10% lager dan de gemiddelde toename in het arrondissement (+ 7,7%), de provincie (+ 7,0%) en het Vlaams Gewest (+ 8,5%) gedurende dezelfde periode (19931996).
D+A Consult Gemeente Dilbeek
57
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Tabel 17:
Toegevoegde waarde voor de gemeente Dilbeek (1993-1996)
Toegevoegde waarde Entiteit 1993
Index 1994 Index 1995 Index 1996 Index 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 Gem. Dilbeek 13.368 100 13.722 102,6 14.490 108,4 13.039 97,5 Arr. Halle – Vilvoorde 194.466 100 197.217 101,4 211.482 108,8 209.462 107,7 Prov. Vlaams-Brabant 267.449 100 272.176 101,8 289.065 108,2 285.901 107,0 Vlaams gewest 1.908.769 100 2.013.118 105,5 2.111.457 110,6 2.071.850 108,5 Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Stativaria 21, januari 1999, De Economic Decision Power (EDP) in Vlaanderen: geo-economische kencijfers voor de periode 1993-1996. (in mln BEF)
7. 2. 2. 3 In vester i ng en De investeringen geven een beeld van de toekomstverwachtingen op bedrijfseconomisch vlak. In vergelijking met het arrondissement (+ 5,8%) en de provincie (+ 5,0%) heeft de gemeente Dilbeek inzake investeringen een zeer sterke daling gekend (- 26,4%) in de periode 1993-1996. De gemeente neemt binnen het arrondissement slechts een aandeel van ruim 3% in. Tabel 18:
Investeringen voor de gemeente Dilbeek (1993-1996)
Investeringen Entiteit
1993
Index 1994 Index 1995 Index 1996 Index 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 (in mln BEF) 1993 = 100 Gem. Dilbeek 2.568 100 2.274 88,6 2.112 82,2 1.891 73,6 Arr. Halle – Vilvoorde 51.866 100 56.754 109,4 55.511 107,0 54.861 105,8 Prov. Vlaams-Brabant 71.519 100 76.000 106,3 76.212 106,6 75.086 105,0 Vlaams gewest 482.289 100 500.231 103,7 521.340 108,1 537.162 111,4 Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Stativaria 21, januari 1999, De Economic Decision Power (EDP) in Vlaanderen: geo-economische kencijfers voor de periode 1993-1996. (in mln BEF)
7. 2. 2. 4 T o eg evo eg d e w aar de / omz et De verhouding van de toegevoegde waarde op de omzet geeft weer hoeveel frank toegevoegde waarde gecreëerd wordt voor elke 100 BEF omzet die gerealiseerd wordt. Met 0,28 haalt de gemeente een verhoudingsgetal dat in grote mate het niveau haalt van het arrondissement (0,25), de provincie Vlaams-Brabant (0,27) en het Vlaams Gewest (0,28). Daarnaast gaat de gemeente in tegen de algemene trend in Vlaanderen, die een lichte daling vertoont. De verhouding toegevoegde waarde/omzet kent in Dilbeek een stijging.
7. 2. 2. 5 In vester i ng en / to egevo eg d e waar d e Deze ratio bepaalt welk deel van de voortgebrachte toegevoegde waarde naar de investeringen gaat of beter hoeveel frank geïnvesteerd wordt voor elke 100 BEF toegevoegde waarde die gecreëerd wordt. Deze ratio ligt voor de gemeente Dilbeek (0,15) een stuk lager dan het gemiddelde in het arrondissement Halle-Vilvoorde, de provincie Vlaams-Brabant en het Vlaams Gewest (0,26). Tabel 19:
Toegevoegde waarde/Omzet en Investeringen/Toegevoegde waarde voor de gemeente Dilbeek (1993-1996)
Entiteit
Toegevoegde waarde / Omzet Investeringen / Toegevoegde waarde 1993 1994 1995 1996 1993 1994 1995 1996 Gem. Dilbeek 0,26 0,26 0,26 0,28 0,19 0,17 0,15 0,15 Arr. Halle – Vilvoorde 0,25 0,27 0,26 0,25 0,27 0,29 0,26 0,26 Prov. Vlaams-Brabant 0,26 0,28 0,28 0,27 0,27 0,28 0,26 0,26 Vlaams gewest 0,29 0,29 0,29 0,28 0,25 0,25 0,25 0,26 Bron: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Stativaria 21, januari 1999, De Economic Decision Power (EDP) in Vlaanderen: geo-economische kencijfers voor de periode 1993-1996.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
58
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
7. 2. 2. 6 Co n cl u si e Globaal kan gesteld worden dat de gemeente voor de jaren 1993, 1994 en 1995 de algemene trends (toename) van de economische indicatoren toegevoegde waarde en omzet op de hogere niveaus volgt. Voor deze indicatoren bedraagt het aandeel van de gemeente ten opzichte van het geheel van het arrondissement in die periode 6,7% tot 7,2%. Voor het jaar 1996 ligt het aandeel van de gemeente ten opzichte van het arrondissement iets lager, namelijk tussen de 5,6% tot 6,3%. Bij de investeringen kunnen we deze trend echter niet waarnemen. Het aandeel van de gemeente ten opzichte van het arrondissement ligt hier slechts tussen de 3,4% tot 5,0%. Vooral in 1996 valt het lager aandeel investeringen van de bedrijfswereld in vergelijking met het arrondissement, de provincie en het Vlaams Gewest sterk op. 7.2.3
RUIMTELIJKE ANALYSE VAN DE INDUSTRIE-EN BEDRIJVENTERREINEN
7. 2. 3. 1 O ver zi ch t van d e i nd u strie- en b ed rij ven ter r ei n en vol g en s het g e w e stpl a n Naar cijfers Van de totale oppervlakte van Dilbeek, namelijk 4118 ha, wordt 100,39 ha ingenomen door industriegebied (paars), 26,57 ha door dienstverleningsgebied en 12,09 ha door KMO’s en ambachtelijke bedrijvigheid. Dit betekent respectievelijk 2,4%, 0,6% en 0,3% van het totale grondgebied van de gemeente. In totaal beslaan deze terreinen 139,05ha of 3,4%. Tabel 20:
Overzicht van de bestaande industrie-en bedrijvengebieden in Dilbeek
NR
ZONE
AARD
OPP[ha]
1
Tankstation E40
Dienstverleningsgebied
26,57
2
Zone Maalbeek Groot-bijgaarden
Industriegebied
27,24
3
Zone Noordkustlaan Groot-bijgaarden
Industriegebied
10,63
4
Zone Gossetlaan Groot-Bijgaarden
Industriegebied
51,06
5
Zone Inter Access Park (HoringZellik)
Industriegebied
2,23
6
Breedveld/Sirius Graphics
Industriegebied
2,07
7
Bosstraat/Cartomills
Industriegebied
3,26
8
Lumbeekstraat Oost (Dodo)
Industriegebied
1,50
9
Ijsbergstraat-ninoofsesteenweg (Spanuit) Industriegebied
2,40
10
Lumbeekstraat West
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,57
11
R.Dansaertlaan
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
1,43
12
Kloosterstraat
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,96
13
Stationsstraat/ Royer (Parnas)
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
2,91
14
P.Baeyensstraat /Webco
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,26
15
Brusselstraat (Dreamland)
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,69
16
Itterbeeksebaan-Neerhofstraat
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
2,91
17
Kerkstraat/De Bouwkroniek
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,32
18
Kerkstraat/brij. Timmermans
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,41
19
Isabellastraat-Lostraat (Brij De Neve)
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,57
20
Ijsbergstraat-Spoor
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,51
21
Ijsbergstraat/Arabel
zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO's
0,47
Bron: OC-GIS Vlaanderen + eigen verwerking
Naar structuur Kaart 17:
D+A Consult Gemeente Dilbeek
Overzicht van de bestaande industrie- en bedrijvengebieden
59
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Kaart 17 geeft een overzicht van de industrie-en bedrijvengebieden in Dilbeek volgens de bestemmingen op het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse. Deze omvatten de industriegebieden, dinestverleningsgebieden, evenals de bestemmingen voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s. Wanneer men het gewestplan voor gemeente Dilbeek bekijkt, valt op dat deze gebieden hoofdzakelijk geconcentreerd liggen in deelgemeente Groot-Bijgaarden. De industriegebieden liggen rond het verkeerswisselaar van en langs de E40 en de Brusselse Ring . Het dienstverleningsgebied is gericht op het tankstation langs de E40. Zones voor KMO’s en ambachtelijke bedrijvigheid zijn terug te vinden langsheen de Robert Dansaertlaan en de spoorlijn Brussel-Denderleeuw-Aalst. Langs de Ijsbergstraat liggen verder nog enkele zones voor KMO’s en ambachtelijke bedrijvigheid, evenals een industriegebied. Verder zijn er nog enkele kleine losstaande zones voor KMO’s en ambachtelijke bedrijvigheid. Opvolging met gemeente: invulling bpa’s in functie van bedrijvigheid. 7. 2. 3. 2 Besp r eki ng b estaan d e b ed rij ven ter r ein en Op het grondgebied van de gemeente Dilbeek bevinden zich drie belangrijke regionale bedrijvenzones. Deze zijn geconcentreerd in Groot-Bijgaarden, nabij de verkeerswisselaar met de E40 en de ring R0 rond Brussel: Industriezone Maalbeek Deze industiezone beslaat een oppervlakte van ongeveer 27ha en is gelegen nabij het op-en afrittencomplex van de E40 en de ring R0 rond Brussel. Het betreft hier een zone die voornamelijk ingenomen wordt door lichte industriële nijverheden en KMO’s in de sectoren van transport, autoverkoop (Daf en Iveco), drukkerijen, brandbeveiliging en computerbedrijven (Brother). De grootste bedrijvigheid die er plaatsheeft, situeert zich in het centrale deel, tussen de Industrialaan en Roekhout, nl. Puratos, dat grondstoffen levert voor bakkerijen en Ansul, dat zorgt voor de vervaardiging van brandblusapparatuur. In het noordoostelijk deel ligt nog een braakliggend terrein, eigendom van Puratos, waarvan recentelijk een deel werd ingepalmd door Beldem (voedingsmiddelen). De ontsluiting van deze zone op de E40 en de ring gebeurt langsheen de Roekhout, de R. Pelgrims de Bigardlaan, de Frans Schachtstraat, de Brusselsesteenweg (N9) en de Zuiderlaan (Asse). Via de Brusselsesteenweg en de Nieuwe Gentsesteenweg bereikt men eveneens de E40. Industriezone Noordkustlaan Industriezone Noordkustlaan, eveneens gelegen nabij de verkeerswisselaar, neemt een oppervlakte in van ruim 10 ha. Verscheidene bedrijvigheden hebben zich hier gevestigd; in het zuidelijk deel hoofdzakelijk tertiaire activiteiten (import, distributie en marketing) uit de sectoren van transport, (tele)communicatie en electronica. In het noordelijk deel situeren zich eerder licht verwerkende industriële activiteiten en uitgeverijen. De grootste oppervlakte wordt door het metaalverwerkend bedrijf Vlassenroot ingenomen. Aan de noordzijde van de Oude Pelgrimslaan sluiten een paar bloemencentra aan bij de bestaande woningen. De ontsluiting van deze zone op de E40 en de ring (R0) gebeurt eveneens langsheen de N9, de Nieuwe Gentsesteenweg of de A. Cooremansstraat. De ring kan ook bereikt worden via de Zuiderlaan op het grondgebied van Asse . Industriezone Gossetlaan De grootste industriezone beslaat zo’n 50 ha nabij het op- en afrittencomplex van de E40 en de ring. Deze zone kan beter omschreven worden als een bedrijven- en dienstenzone dan industriezone. De oppervlakte wordt voornamelijk ingenomen door KMO’s, gekenmerkt door een grote verscheidenheid wat betreft soort van bedrijvigheid (software, elektronica, telecommunicatie, drukkerijen, uitgeverijen (VUM),…). Aan de westkant situeren zich 2 businessparken, met name “West Point Park” en “Access 40”. D+A Consult Gemeente Dilbeek
60
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Binnen het gebied bevonden zich op het moment van de inventarisatie (april 2002) 2 leegstaande bedrijfspanden. In de zuidwestelijke hoek van dit gebied, langsheen de Brusselstraat en Stationstraat, komen nog verschillende woningen voor waardoor dit gebied aan een grondige herstructurering toe is. Het deel tussen de Brusselstraat en de spoorweg, met een oppervlakte van 2,16ha zou mits onteigening van een paar woningen nog mogelijkheid bieden voor nieuwe bedrijven. Dit gebied wordt via de A. Gosssetlaan ontsloten op de E40 en de ring. Daarnaast biedt de Stationsstraat, Brusselstraat, R.Dansaertlaan een tweede ontsluitingsmogelijkheid naar de ring. Deze belast echter de stationszone van Groot-Bijgaarden. De nabijgelegen spoorweg met de aanwezigheid van een station, biedt een alternatief voor het autoen vrachtverkeer voor dit gebied. Overige industriezones Verder komen nog een vijftal kleinere industriezones voor, verspreid over de gemeente. Hun oppervlakte varieert tussen 1,5 en 3,5ha. Een eerste zone is gelegen nabij de grens Zellik-Ganshoren. Het betreft een recente ontwikkeling tussen de Brusselsesteenweg, de Nieuwe Gentsesteenweg en de Pontbeekstraat, waar het Businesspark “Access Park” hoofdzakelijk dienstverlenende bedrijven huisvest in enkele bedrijvenblokken. Een tweede gebied “Breedveld” ligt ten zuiden van op-en afrit 11, waar het bedrijf “Sirius Graphics” (papierwaren) is gevestigd. Tussen de spoorweg en de Bosstraat in Groot-Bijgaarden, ligt een derde industriegebied, dat het papier-en kartonfabriek “Cartomills” omvat. Deelgemeente Sint-Ulriks-Kapelle telt 1 industriegebied, ten zuiden van de E40, waar het bedrijf “Dodo “ (vervaardiging slaapmeubilair) gevestigd is. In Schepdaal, langs de N8, aan het kuispunt “Spanuit” ligt het vijfde industriegebied, met de voormalige brouwerij “Eylenbosch”. Zones voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s 12 zones voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s liggen verspreid over de gemeente. Deze zones zijn maximaal 3 ha groot. Deelgemeente Groot-Bijgaarden telt 4 dergelijke zones; een eerste gelegen tussen de Brusselstraat en de spoorweg (Dreamland en tankstation Jet), een tweede langs de P.Bayensstraat (Wabco en Ideal Standard). Langs de Dansaertlaan ligt een derde gebied (Profi, BDV en Transunie) en in de Kloosterstraat ligt nog een zone met het bedrijf Novelti. Sint-Ulriks-Kappelle beschikt over 1 KMO-zone, langs de Lumbeekstraat, ten zuiden van de E40. Dilbeek telt 2 KMO-zones; een eerste ligt tussen de Stationsstraat, de Volsemstraat en de spoorweg, waar de Parnasschool is gelegen en een tweede ligt langs de Itterbeeksebaan, op de grens met Anderlecht, waar het bedrijf Roadstar is gevestigd. Deelgemeente Itterbeek beschikt over 4 KMO-zones: twee ervan zijn gesitueerd langs de Ijsbergstraat en twee langs de Kerkstraat. Op het grondgebied van Schepdaal tenslotte, bevindt zich 1 zone voor ambachtelijke bedrijven, langs de Isabellastraat en de Lostraat, met de hier gevestigde brouwerij “De Neve”. Dienstverleningszones Eén enkele dienstverleningszone is gelegen langs de E40, op het grondgebied van deelgemeente Groot-Bijgaarden. Het gaat om een oppervlakte van ruim 26 ha. Hier zijn een tankstation, baanrestaurant en motel gevestigd. 7.2.4
BEDRIJVEN GELEGEN BUITEN DE BEDRIJVENZONES
Naast de bedrijven die gelegen zijn in een zone voor industrie, KMO’s of ambachtelijke bedrijvigheid, zijn er nog bedrijven die voorkomen in een andere bestemmingszone op het gewestplan waar ze al
D+A Consult Gemeente Dilbeek
61
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
dan niet compatibel zijn met de bestemming en de functie. De belangrijkste vestigingszone is de N8 Ninoofsesteenweg. De Ninoofsesteenweg, van aan de grens met het Brussels Hoofdstedelijk gewest, tot aan de busstelplaats heeft voornamelijk een gemengd karakter. Naast woningen hebben zich hier ook verscheidene (klein)handelszaken en diensten gevestigd. De belangrijkste vestigingsfactoren zijn de ligging in het stedelijke weefsel van Dilbeek, in de nabijheid van Brussel met een ruim afzetgebied, gelegen aan een drukbereden invalsweg en goed ontsloten via de Brusselse ring. In de omgeving van Windmuts (kruispunt met de Itterbeeksebaan) treft men voornamelijk autobedrijvigheden aan (verkoop, carrosserie,..). Verder naar Bettendries (kruispunt met Herdebeekstraat) toe komt er nieuwe bedrijvigheid tot ontwikkeling (o.a. Kempeneer). Voorbij de spoorlijn Brussel-Gent komen verder opnieuw concentraties van commerciële bedrijvigheden voor (garages, autoverkoop,bouwmaterialen). De omgeving van het Trammuseum kent een gemengd karakter met eerder kleinere activiteiten en diensten (o.a. meubelzaken, restaurants, cafés, kledingszaken, banken, hotel.), die gericht zijn op het lokale niveau van Schepdaal. 7.2.5
BESCHIKBAAR AANBOD BEDRIJVENTERREINEN EN LEEGSTAND
Op basis de gegevens die door de GOM Vlaams-Brabant werd verstrekt (januari 2005), kan een analyse gemaakt worden van het aanbod aan beschikbare terreinen binnen de bedrijvenzones. Het geoloket van de website van OC-GIS-Vlaanderen7, juli 2005 geeft een overzicht met de ligging en structuur van de bedrijventerreinen in Vlaanderen. De gegevens over de bedrijventerreinen zijn oorspronkelijk afkomstig van de digitale gewestplannen. Van deze terreinen wordt de bijkomende inhoud (de interne infrastructuur, de bezetting en beschikbaarheid) continu bijgehouden door de vijf Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen (GOM’s) van Vlaanderen. Deze informatie wordt jaarlijks overgemaakt aan de Administratie Economie van de Vlaamse Gemeenschap die instaat voor de bundeling van de gegevens. De gegevens geven een momentopname weer van de stand van zaken 2005. De cijfers van de GOM geven een nauwkeurig beeld weer van de aanwezige bruikbare oppervlakte: - zo worden de oppervlaktes die in het bezit zijn van een bepaald bedrijf om een uitbreiding te realiseren, beschouwd als ingenomen oppervlakte (reserve); - de bedrijventerreinen die door een andere functie worden ingenomen en dus ook niet (direct) beschikbaar zijn, worden aangeduid als ‘niet-realiseerbare oppervlakte – al dan niet tijdelijk’ en werden apart vermeld onderstaande tabel; - de nog beschikbare oppervlakte wordt opgedeeld in bouwrijpe oppervlakte en nog uit te rusten oppervlakte; Tabel 21:
Bezettingstabel bedrijventerreinen Ingenomen oppervlakte
BEZETTINGSTABEL (JANUARI 2005) Totale opp. volgens het gewestplan
NR
Benaming bedrijvenzone
2 3 4 6 7 8 9 10 7
Bezet
In ha
Niet-ingenomen oppervlakte
Reserve Bedrijven Bouwrijp
Nog uit te rusten
Niet-realiseerbare oppervlakte
Tijdelijk
Definitief 0,00
Maalbeek Groot-Bijgaarden
25,41
20,65
3,83
0,00
0,00
0,92
Noordkustlaan Groot-Bijgaarden
17,13
16,95
0,00
0,00
0,00
0,08
0,09
Gossetlaan Groot-Bijgaarden
53,34
48,21
1,92
0,63
0,00
2,58
0,00
Breedveld / Sirius Graphics
2,07
2,07
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Bosstraat / Cartomills
3,26
3,26
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Lumbeekstraat Oost
1,50
1,46
0,00
0,00
0,00
0,00
0,04
IJsbergstraat-Ninoofsesteenweg
2,40
1,48
0,14
0,00
0,10
0,48
0,20
Lumbeekstraat West
0,57
0,08
0,00
0,00
0,00
0,49
0,00
www.gisvlaanderen.be
D+A Consult Gemeente Dilbeek
62
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
R. Dansaertlaan
1,43
1,41
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
Kloosterstraat
0,96
0,93
0,00
0,00
0,00
0,03
0,00
Stationsstraat / Royer
2,91
2,91
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
P. Baeyensstraat / Wabco
0,26
0,25
0,00
0,00
0,00
0,00
0,01
Brusselstraat
0,69
0,69
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Itterbeeksebaan-Neerhofstraat
2,91
1,29
0,00
0,00
0,00
1,63
0,00
Kerkstraat / De Bouwkroniek
0,32
0,32
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Kerkstraat / Brij.Timmermans
0,41
0,41
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Isabellastraat-Lostraat
0,57
0,57
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
IJsbergstraat-Spoor
0,51
0,49
0,00
0,00
0,00
0,00
0,03
IJsbergstraat / Arabel
0,47
0,43
0,00
0,00
0,00
0,00
0,04
117,13
103,87
5,89
0,63
0,10
6,21
0,42
Bron: GOM Vlaams Brabant (januari 2005)
Van de totale oppervlakte aan bedrijventerreinen (117,13 ha), is er al 109,76 ha ingenomen, waarvan 5,89 als reserve van bestaande bedrijven (voor uitbreiding). Er is slechts 0,73 ha niet-ingenomen oppervlakte, waarvan 0,63 ha bouwrijp is. 6,63 ha is niet realiseerbaar, waarvan 0,42 ha definitief. Aanvullend hierbij is er in dienstverleningsgebied nog een oppervlakte van 9,16 ha braakliggend en dit allemaal in de nabije omgeving van het tankstation aan de E40. Tabel 22:
Leegstand bedrijventerreinen
TERREIN
STRAAT
leegstand
Breedveld / Sirius Graphics
volledig
ex-Brouwerij Eylenbosch
Breedveld NinoofsesteenwegIjsbergstraat
volledig
4000m²
Gossetlaan Groot-Bijgaarden
Alfons Gossetlaan
deels
Reflexion Center: TH kantoren 8500m² vanaf 400m²
Gossetlaan Groot-Bijgaarden
Alfons Gossetlaan
deels
Access 40: TH kantoren 2500m²
Gossetlaan Groot-Bijgaarden
Brusselstraat
deels
TH kantoren + opslag
Maalbeek Groot-Bijgaarden
Industrialaan
deels
TH kantoren vanaf 236m²
Noordkustlaan Groot-Bijgaarden
Noordkustlaan
deels
TH kantoren 1100m²;
Gossetlaan Groot-Bijgaarden
't Hofveld
deels
West Point: TH kantoren 1420m²
TK industriepand 720 m² kantoren + 11320m² opslag
Bron: GOM Vlaams Brabant (januari 2005) + eigen verwerking
Leegstaande panden bevinden zich in het industriegebied in Schepdaal, aan het kruispunt “Spanuit”, nl. de voormalige brouwerij van Eylenbosch. Op het terrein van Sirius graphics is 720m² kantoorruimte te koop en 11320m² opslagruimte. In de grotere industriezones in Groot-Bijgaarden bevinden zich verschillende (gedeeltelijk) leegstaande kantoren, die alle te huur aangeboden worden. Een overzicht wordt weergegeven in bovenstaande tabel. Deze leegstaande kantoren worden gezien hun ideale ligging snel ingevuld. In deelgemeente Itterbeek situeren zich ook nog de leegstaande gebouwen van bakkerij Van Schepdaal langs de Ijsbergstraat, maar deze zijn gelegen in bosgebied. 7.2.6
ZONEVREEMDE BEDRIJVEN
Verspreid over de gemeente komen verschillende zonevreemde bedrijven voor. Voor de beschrijving van de zonevreemde bedrijven wordt het ‘sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven’8 van de gemeente Dilbeek als basis gebruikt. De lijst met zonevreemde bedrijven wordt opgenomen in bijlage.
8
Sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven Gemeente Dilbeek-juni 2005- Grontmij Belgroma
D+A Consult Gemeente Dilbeek
63
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Als toetsingskader voor het opnemen van de bedrijven in sectoraal BPA werd volgende werkwijze gehanteerd. Op basis van een inventaris van 309 bedrijven (kadasterkaarten) werd een toetsing gedaan van het digitale gewestplan. Hieruit werd het mogelijk om de zonevreemde of potentiële zonevreemde toestand af te leiden. Op basis van enquêtes werd een onderzoek verricht naar de activiteiten van de bedrijven. Aangezien een sectoraal BPA niet gericht is op horeca, landbouwbedrijven, recreatieve inrichtingen en/of kleinhandel, worden deze uitgesloten. Bedrijven die niet in een openruimte bestemming gelegen zijn (woongebied of industriegebied) worden eveneens uitgesloten (volgens de omzendbrief RO 2000/01). 45 bedrijven werden aangeduid als zonevreemd of zonevreemd door uitbreiding. Hiervan zijn er 30 geheel of gedeeltelijk zonevreemd. 15 zijn zonevreemdheid door uitbreiding. Bedrijven die onder te brengen zijn in onderstaande klassen worden ook uitgesloten van opname in sectoraal BPA. ▪ Bedrijven in woonuitbreidingsgebied. ▪ Percelen die gedeeltelijk zonevreemd zijn met niet zonevreemde gebouwen en waarvoor zich geen ruimtelijke problemen of uitbreidingsbehoefte voordoet. ▪ Momenteel niet meer bestaande bedrijven op percelen die gedeeltelijk zonevreemd zijn maar de gebouwen niet zonevreemd. Verder doen er zich nog een aantal specifieke gevallen voor, zodat 19 bedrijven uitgesloten werden voor opname in het sectoraal BPA. Aldus werden er uiteindelijk 26 zonevreemde bedrijven onderzocht. Kaart 18:
Zonevreemde bedrijven en zonevreemde bedrijven weerhouden voor ‘sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven’
Onderstaande tabel geeft de selectie weer van de zonevreemde bedrijven die werden weerhouden voor de opname in het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven. De nummers in de tabel komen overeen met de nummering op de kaart. Tabel 23:
Zonevreemde bedrijven weerhouden in het sectoraal BPA Zonevreemde bedrijven
Nr 1
Naam Animals Express
Straat Roekhout 11
2
Arabel nv
Ijsbergstraat 40-42
Deelgemeente GrootBijgaarden Itterbeek
3 4
Bodegemstraat 154b Ninoofsesteenweg 839
Dilbeek Schepdaal
5 6 7
Asemo bvba Autonijverheid De Smet nv Trullemans Garage nv Bakkerij van Schepdael Brouwerij Girardin
Ninoofsesteenweg 845 Geraardsbergsestraat 1 Lindenbergstraat 10-12
Schepdaal Schepdaal Dilbeek
8
Brusselmans Guido
Kortenbosstraat 5
Itterbeek
9
Cooreman & Co nv
10
Coovera nv
Hendrik Van den Eedestraat 30 Is. Van Beverenstraat 59
11 12
Eksterstraat 10 Eksterstraat 10
13
D'Elst nv Van Schepdael tuinaanleg bvba De schrijver bvba
GrootBijgaarden GrootBijgaarden Schepdaal Schepdaal
14
Ideal Standard gmbh
Petrus Bayensstraat 70
15
Wabco Belgium nv
Petrus Bayensstraat 70
D+A Consult Gemeente Dilbeek
Petrus Bayensstraat 60
64
GrootBijgaarden GrootBijgaarden GrootBijgaarden
Bestemming Landschappelijk waardevol agrarisch gebied ambachtelijke bedrijven en kmos Agrarische gebied Agrarische gebied Agrarische gebied Bosgebied Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Woongebied met landelijk karakter (gebouwen)/ Agrarisch gebied (overige deel van terrein) Bufferzone Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Agrarisch gebied Agrarische gebied Bufferzone Ambachtelijke bedrijven en kmos (grotendeels)/ Bufferzone Ambachtelijke bedrijven en kmos (grotendeels)/ Bufferzone
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
16
De Wit nv
Doylijkstraat 127
Itterbeek
17 18
Eikelenberg nv Garage De Witte
Eikelenbergstraat 20 Ninoofstesteenweg 598
Dilbeek Itterbeek
19
Ninoofsesteenweg 657
Itterbeek
20
Kempeneer W Machines nv Pax Transport bvba
Ninoofsesteenweg 598
Itterbeek
21
Heremans Garage bvba
Robert Dansaertlaan 102
GrootBijgaarden
22
nv Locus
Lostraat 99
Schepdaal
23 24
Silver Racing bvba Steps Depannage
Maalbeekstraat 38 Assestraat 77
25
B&B Group
Lenniksebaan 1120
Dilbeek Sint-UlriksKapelle Vlezenbeek
26
Truck Parc Gebr De Cooman
Ninoofsesteenweg 639
Itterbeek
Woongebied met landelijk karakter (toonzaal en appartementen)/ Agrarisch gebied (bedrijf)/ Natuurgebied (achterste deel terrein) Woongebied met landelijk karakter (grotendeels)/ Agrarisch gebied (achterste deel en parking) Agrarisch gebied/ Woongebied (deel met toerit) Woongebied met landelijk karakter (grotendeels)/ Agrarisch gebied (achterste deel en parking) Industriegebied (grootste deel bedrijfsgebouwen)/ Bufferzone (deel toonzaal en parking) Woongebied met landelijk karakter (grotendeels)/ Agrarisch gebied (zuidelijk deel)/ Parkgebied (deel met parking) Agrarisch gebied Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Woongebied met landelijk karakter (grotendeels)/ Agrarisch gebied (achterste deel) Agrarisch gebied
Bron: Gemeente dilbeek, Sectoraal BPA zonevreemde bedrijven, Grontmij Belgroma, juni 2005
Vier bedrijven werden na onderzoek niet weerhouden in het sectoraal BPA: Animals Express (1) : het bedrijf is ruimtelijk georiënteerd als kleinhandelszaak. Een sectoraal BPA is niet het geëigende plandocument voor de oplossing van deze problematiek. Uitbreiding van het bedrijf is onmogelijk doordat het in de 100m zonelangs de snelweg ligt. Een uitbreiding naar het noorden is niet wenselijk, gelet op de potenties die het gebied heeft voor regionale bedrijvigheid. Bakkerij Van Schepdaal (6) : het bedrijf werd niet weerhouden, gelet op het feit dat delen van het bedrijf (parking) in VEN-gebied gesitueerd zijn. Coovera nv (10): het bedrijf werd niet weerhouden gelet op de commerciële activiteit van het bedrijf (gebouwen worden verhuurd als kantoorruimte). Eikelenberg nv (17):het bedrijf werd niet weerhouden gelet op de aard van de activiteiten (vastgoed holding- complex van kantoren die verhuurd worden). Voor overige 22 bedrijven wordt een toetsingskader gebruikt vanuit ruimtelijk oogpunt en vanuit het juridisch, economische en bedrijfsspecifieke kader. Dit toetsingskader zal leiden tot het bepalen van de ontwikkelingsperspectieven voor de bedrijven en is een leidraad bij het individueel toetsen van elk bedrijf. Ruimtelijk wordt elk bedrijf benaderd op niveau van de gemeente (stedelijk gebied, landelijk gebied, verdicht netwerk langs de N8) en vanuit lokaal perspectief (aansluitend bij industrieterrein, nabij grote infrastructuurassen, aansluitend bij kern, in woonlint, in verspreide bebouwing, in open ruimte, in kern). De gewenste ruimtelijke structuur van de gemeente is hierin belangrijk. Voor het juridisch kader zijn de plannen van aanleg en vergunningstoestand belangrijk. Voor de economische kant wordt de impact van het bedrijf op de omgeving nagegaan. Het bedrijfsspecifieke kader onderzoekt de lokale specifieke situatie van het bedrijf.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
65
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Op basis van de toetsingskaders wordt elk zonevreemd bedrijf dat in aanmerking komt voor het sectoraal BPA ingedeeld in een bepaalde categorie.
Klasse 1 Klasse 2 Klasse 3 Klasse 4 Klasse 5
Herlokalisatie Ja Nee Nee Nee Nee
Uitbreiding Nee Nee Ja Nee Ja
Nieuwe activiteiten Nee Nee Nee Ja Ja
Omgevingszonevreemdheid Het betreft bedrijven die in woongebied gelegen zijn en omwille van hun activiteit of hun omvang als incompatibel met de woonomgeving worden beschouwd. Momenteel nog geen concrete informatie verkregen van de gemeente betreffende bedrijven die storend zijn voor hun onmiddellijke omgeving.
7.3
Knelpunten en kwaliteiten
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
De knelpunten en kwaliteiten werden verzameld door literatuurstudie, terreinverkenning, getuigenissen van bewoners op de startavond en gesprekken met bevoorrechte getuigen uit de gecoro. 7.3.1
KNELPUNTEN
Oververzadiging van verkeer ▪ Aangezien Brussel de belangrijkste tewerkstellingspool is voor de inwoners van Dilbeek, genereert dit dagelijks een aanzienlijke hoeveelheid pendelverkeer naar Brussel. Ook sommige autowegen in Dilbeek zijn verzadigd van het verkeer. De (over)verzadiging van de N8 zorgt ervoor dat de verkeersafwikkeling over een groot deel van dag moeizaam verloopt. ▪ Algemene verkeersknelpunten veroorzaken ook voor de bedrijvigheid een verminderde bereikbaarheid van de bedrijven- en industriezones. ▪ In de gemeente komen veel versnipperde (kleine) bedrijventerreinen voor (ook binnen het woongebied). Hierdoor ontbreekt niet alleen enige structuur, maar dit zorgt eveneens voor (verkeers)overlast voor de omgevende woonbebouwing. (Omgevings)Zonevreemde bedrijvigheid en ontbreken van landschappelijke inkadering ▪ Het gemengd voorkomen van wonen met niet compatibele bedrijvigheid brengt de leefbaarheid in het gevaar. ▪ Dilbeek wordt geconfronteerd met de problematiek van zonevreemde bedrijvigheid. Deze conflicteert soms met de functie van de zone waarin ze gelegen is (planologische zonevreemdheid) en/of zorgt soms voor visuele hinder, verkeers-, reuk- en geluidshinder (omgevingszonevreemdheid). ▪ Bij het merendeel van de bedrijventerreinen is er geen landschappelijke integratie aanwezig zodat de bedrijventerreinen sterk conflicteren met de omliggende open ruimte. Activiteitenontwikkelingen onttrekken dynamiek aan centrum De laatste decennia hebben zich langsheen belangrijke invalswegen, waaronder de N8, bepaalde ketenontwikkelingen voorgedaan ten gevolge van het suburbanisatie-verschijnsel en het ‘autogerichtdenken’ Dit had (heeft) tot gevolg dat veel kleinhandelvoorzieningen het centrum ontvluchten en zich verplaatsten (verplaatsen) naar weinig gestructureerde zones langsheen de N8. Dit veroorzaakt een
D+A Consult Gemeente Dilbeek
66
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
leegzuigeffect op de handelskernen van Dilbeek waardoor het centrum een deel van zijn dynamiek verliest. 7.3.2
KWALITEITEN
Goede ontsluiting van bedrijventerreinen voor autoverkeer Goede ontsluiting naar het hoofdwegennet van zo goed als alle grote industrieterreinen. De meeste bedrijventerreinen sluiten rechtstreeks aan op de E40 of op de N9 in Asse. Deze aantrekkelijke ligging naar autobereikbaarheid speelt een grote rol bij de locatiekeuze van een bedrijf. Grote tewerkstelling in de regio ▪ De grote industriezones in Groot-Bijgaarden creëren een grote tewerkstelling in de regio en zeker voor de gemeente, waardoor het werkloosheidscijfer van de gemeente laag ligt. ▪ Ook de nabijheid van Brussel als belangrijke tewerkstellingspool heeft een positieve invloed voor Dilbeek (naast de knelpunten). Verweving van activiteiten langs de N8 Langsheen de N8 is een verweving ontstaan van allerhande activiteiten, waardoor van een activiteitenas kan gesproken worden. De verschillende activiteiten zijn ruimtelijk in de nabijheid van elkaar geconcentreerd. De huidige structuur van activiteiten langsheen de N8 biedt de mogelijkheid om op termijn zones voor kleinhandel, lokale en regionale bedrijvigheid en wonen af te bakenen.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
67
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
8.
BESTAANDE OPEN RUIMTESTRUCTUUR
Kaart 19:
Synthesekaart bestaande open ruimtestructuur
8.1
Fysisch systeem als kader
8.1.1
OMSCHRIJVING
Het fysische systeem ligt aan de basis van de ruimtelijke structuur van de open ruimte. Het is het geheel van eigenschappen, processen en onderling relaties van klimaat, geologie, reliëf, bodem, oppervlakte- en grondwater en lucht9. Vooral de interne samenhang van de elementen van het fysische systeem is erg belangrijk. 8.1.2
KENMERKEN
8. 1. 2. 1 Reli ëf en h yd ro gr afie Kaart 20:
Reliëf en hydrografie
Het reliëf in de gemeente Dilbeek wordt sterk geaccentueerd door de beekvalleien en varieert naargelang de richting. Dit is te verklaren doordat het afwateringssysteem tot verschillende rivieren behoort, namelijk de Dender en de Zenne. Het hoogste punt (95m) bevindt zich in het zuidwesten van de gemeente. De hoofdtrekken van het landschap worden sterk bepaald door de aard van dit substraat: kleiige lagen vormen de ondergrond van talrijke steile hellingen en heuveltoppen. Ter hoogte van de steenweg Ninove – Brussel (N8) loopt een heuvelrug in zuidwest-noordoostelijke richting waarvan enkele toppen uit Klei van Asse of uit kalksteenzand van het Lediaan zijn opgebouwd. Zo herkent men de IJsberg (84 m), de Snikberg (80 m), de Eikelenberg (84m) en de Taborberg (76m). De asymmetrische uitschuring van de vrij diepe valleien is duidelijk uit de hoogtelijnenkaart af te lezen. Als gevolg van de afwisseling van kleiige en zandige lagen in de tertiaire afzettingen zijn sommige zandlagen sterk waterhoudend. Het dagzomen van deze lagen veroorzaakt het ontstaan van bronnen, die op hun beurt het ontstaan geven aan waterlopen en vochtige gebieden. De Wolfsputten, de omgeving van het Rondebos en de heuvelruggen langsheen de N8 vormen de belangrijkste brongebieden van de gemeente. De afwatering gebeurt via verschillende beken naar de Dender of de Zenne. Het zuidelijke en het oostelijke deel behoren tot het verzamelgebied van de Zenne, het westelijke en het noordelijke gedeelte tot dit van de Dender. De waterscheidingslijn tussen Dender- en Scheldebekken loopt vanaf de dorpskom van Schepdaal ongeveer langs de steenweg Ninove – Brussel naar de dorpskom van Dilbeek en buigt vervolgens af in noordelijke richting naar Groot-Bijgaarden. De nieuwe Molenbeek en de Molenbeek-Zuid, samen met haar zijbeken de Zierbeek, de Doornbeek, de Plankenbeek, de Zibbeek en de Smissenboswaterloop behoren tot het stroomgebied van de Dender. De noordflank van de vallei van de Molenbeek-Zuid kent een hoogteverschil van ongeveer 30 m ten opzicht van de waterloop. De Pedebeek, de Laarbeek, de Molenbeek en de Koeievijverbeek in het zuiden van de gemeente en de maalbeek en de Elegembeek in het noordoosten behoren tot het verzamelgebied van de Zenne. 8. 1. 2. 2 G eol ogi e De belangrijkste geologische formaties zijn de horizontale zandige en kleiige tertiaire lagen, die plaatselijk aan het oppervlak komen. De subhorizontale, zwak naar het noorden hellende zandige en kleiige tertiaire lagen die de basis vormen van het gekartelde gebied werden gedurende het Kwartair sterk geërodeerd. Het sterke reliëf van het tertiaire substraat is voornamelijk toe te schrijven aan de aanwezigheid van kleiige assises (vooral de klei van Asse) en kalkzandsteenlagen (Lediaan). 9
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, Brussel, 1997
D+A Consult Gemeente Dilbeek
68
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De klei van Asse vormt de ondergrond van de heuvelruggen langs de steenwegen Asse-Edingen en Gent-Brussel. Ze wordt eveneens aangetroffen op de heuveltoppen ten zuiden van de steenweg Ninove-Brussel. In het noordelijk deel, op de hoogste delen, is de klei van Asse bedekt door enkele meters kleiig Tongeriaan of Diestiaan. In een smalle strook langsheen deze heuvelruggen wordt het grotendeels weggeërodeerde Lediaan aangetroffen. Tijdens het Würmglaciaal werd het tertiair substraat afgedekt met lemige sedimenten van eolische oorsprong. Bij de aanvang van die periode werd, ten gevolge van afspoeling en verglijding, tertiair (vooral zandig) materiaal verplaatst en vermengd met de eolische sedimenten. Naderhand werd de afzetting van eolisch materiaal relatief belangrijker. Tenslotte sedimenteerde in de gebieden die ver van tertiaire opwelvingen gelegen waren nagenoeg zuiver loessleem. Uitzonderlijk wordt ten westen van Sint-Ulriks-Kapelle zandig loessleem aangetroffen; hier is een duidelijke bijmenging van tertiair zandig materiaal in het loessdek waar te nemen. Met het verzachten van het klimaat na de IJstijden verdween de permanent bevroren ondergrond; de voornaamste beekvalleien werden uitgediept, meestal tot in het tertiair substraat, en er talrijke secundaire depressies ontstonden. De beekvalleien werden naderhand gedeeltelijk opgevuld met door het water aangebracht terrogeen materiaal (alluvium) en ten dele ook met organogeen materiaal (veen). In recente tijd, vanaf de ontbossing van de streek, greep door afspoeling, vooral op de hellingen, bodemerosie plaats. Op sommige plaatsen, vooral daar waar het leemdek dun was, kwamen aldus de tertiaire lagen aan het oppervlak. Het geërodeerde materiaal werd grotendeels als colluvium afgezet aan de voet van hellingen en in depressies. Een gedeelte van dit materiaal werd door het water meegevoerd, waarbij het tijdens overstromingen langs de waterloopjes sedimenteerde (vorming van oeverwallen), maar meestal werd afgevoerd naar de rivieren. 8. 1. 2. 3 Bo d em (boven l aag ) De bodems van de plateau- en hellinggronden bestaan hoofdzakelijk uit diepe leemgronden (meer dan 80 cm dik) met textuur B horizont, soms uit zwak tot matig gleyige leemgronden met textuur B horizont. Vooral langs de valleiranden komen ondiepe leemgronden met textuur B horizont voor, met een zand- of kleisubstraat beginnend op geringe diepte en beperkte oppervlakten zandleemgronden of lemige zandgronden. Stenige leemgronden en kleigronden met een niet bepaalde profielontwikkeling komen verspreid voor. De stenige leemgronden liggen op ondiepe tertiaire substraten van het Tongeriaans zand. De kleigronden liggen op ondiepe tertiaire klei van het Tongriaan, de klei van Asse en het Paniseliaan. De talrijke vallei- en depressiegronden die het leemdek doorsnijden kenmerken het reliëf. Het zijn colluviale en alluviale gronden. In de valleien zelf domineren gronden op leem naast zwak tot zeer sterk gleyige gronden op leem of lemig materiaal. Plaatselijk komen zwak tot zeer sterk gleyige of gereduceerde gronden op zandlemig materiaal voor. In de laagste delen van de valleien en in de bovenvalleien vertonen deze gronden een permanente grondwatertafel.
8.2
De natuurlijke structuur
8.2.1
OMSCHRIJVING
De natuurlijke structuur is een ruimtelijk begrip, waarmee verwezen wordt naar het samenhangend geheel van rivier- en beekvalleien, reliëfcomponenten, complexen van natuur en lijnvormige verbindingselementen. Deze structuur bevat echter meer dan de huidige intrinsieke natuurwaarden. In het kader van voorliggende studie werd gebruik gemaakt van de beschikbare gegevens uit het 10 Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan Dilbeek . 8.2.2
BIOLOGISCH WAARDEVOLLE GEBIEDEN
Hiervoor wordt de biologische waarderingskaart (Instituut van Natuurbehoud) als basis gebruikt. Een concentratie van biologisch (zeer) waardevolle gebieden wordt aangetroffen in de beekvalleien en in de bossen op de heuvelruggen.
10
Gemeentelijk natuurontwikkelingsplan Dilbeek - D+A Planning – november 1996
D+A Consult Gemeente Dilbeek
69
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De zeer waardevolle gebieden in de beekvalleien zijn meestal bron- of valleibosjes die door hun ontoegankelijkheid steeds met rust zijn gelaten. De biologische kwaliteit is dus sterk gerelateerd aan de kwaliteit van het grond- en het oppervlaktewater. De belangrijkste biologisch waardevolle entiteiten die op de kaart zichtbaar zijn, zijn de volgende: de vallei van de Nieuwe Molenbeek met het parkgebied rond het kasteel Nieuwermolen; de vallei van de Steenvoordebeek met het Vallenbos en het domein van de Sint-Wivina abdij als belangrijkste kernen; de valleien van de Zibbeek en de Plankenbeek met hoofdzakelijk weilanden langsheen de beeklopen en het parkgebied aansluitend bij de kern van Sint-Martens-Bodegem. het bosgebied Rondenbos, gelegen op een heuvelrug; de Wolfsputten en de parkgebieden aansluitend bij het centrum; de bos- en parkgebieden van het kasteel Sint-Anna en het Gulden kasteel, gelegen op de heuvelruggen langsheen de N8; de gemengde gebieden aansluitend aan de spoorweg Oostende-Brussel; de vallei van de Molenbeek met verspreid de waardevolle gebieden in de zijvalleien 8.2.3
NATUURLIJKE KENMERKEN VANUIT HET GNOP
Het GNOP van Dilbeek deelt de gemeente op in een aantal natuurlijke eenheden binnen de open ruimte met als grote eenheden de bos- en hooghoutgebieden, de valleigebieden en waterlopen en de kleine landschapselementen. Bossen Met uitzondering van het IJsbos, Wolfsputten, Vallenbos, kasteelomgeving van St-Anna-Pede, het bos tussen Koeievijverstraat en Vlazendaalstraat en Begijnenborre bereikt de oppervlakte van de overige bossen maximaal slechts een paar hectaren. Heel wat oude bosplanten zijn terug te vinden in geïsoleerde percelen met een zeer klein oppervlakte. Toch hebben de meeste loofhoutbestanden nog een typische bosvegetatie behouden. Binnen Dilbeek zijn nog diverse percelen aanwezig met oude bosplanten die reeds hun bestaan kenden ten tijde van Ferraris. De meeste waardevolle bossen zijn gelegen bovenop de heuvelruggen of in valleien. Deze laatsten herbergen de bronnen van de lagerstromende beken. Een uitzondering hierop zijn de spoorwegbegeleidende bossen en het resterende gedeelte van Rondenbos. Het inspoelen van nutriënten, het inwaaien van kunstmest of de luchtverontreiniging zorgen voor de dominantie van een stikstofminnende vegetatie in de rand van het bos, waar een echte bosrandzoom ontbreekt. Deze voedselverrijkende invloeden doen zich het sterkst voor in een golvend landschap waar de bossen of aanplanten lager liggen dan de akkers. Indien er een verbinding aanwezig is, bestaat deze meestal uit een populierenrij. Dergelijke bomenrij kan de isolatie echter niet opheffen daar een vergelijkbaar bosmicroklimaat afwezig is. Hooghoutgebieden (op valleigronden) en kasteeldomeinen: Het betreft hier gebieden gedomineerd door hooghout: populierenaanplanten en andere loofhoutbossen. In Dilbeek zijn het overgrote deel van deze terreinen op valleigronden gelegen. Dilbeek herbergt nog heel wat kastelen. Meestal zijn deze gebouwen gesitueerd in een bos, al dan niet op valleigronden. Het bos op zijn buurt wordt door weiden, akkers of boomgaarden omzoomd. Volgende hooghoutgebieden worden afgebakend: Spoorwegberm – IJsbos Over de gehele lengte is de spoorwegbergm beplant met houtige gewassen. Een aanpalend bosgebied is het Ijsbos. Deze lintvormige houtige stroken spelen een belangrijke rol als corridor en als beeldvormend elementen binnen het Dilbeeks landschap. St-Anna bosgebied De bron van de beek die later in de Molenbeek stroomt, ontspingt in een diepe ravijn. De taluds van deze groeve (35 meter hoogteverschil) zijn volledig bedekt met relict-vegetaties. Ten zuiden van het kasteel St- Anna heeft het gebied twee grote vijvers. Ten tijde van Ferraris was dit vochtig gebied ingevuld door een zestal vijvers. D+A Consult Gemeente Dilbeek
70
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Met name voor de bebouwing aan de Herdebeekstraat vormt het bosgebied een attractief zichtpunt. Vlazendaal bosgebied Dit bos heeft een licht golvend reliëf met enkele zeer drassige gebieden. Het geheel wordt onderbroken door weiden waardoor het en zeer gefragmenteerd karakter krijgt. Het gebied sluit aan bij de parkgebieden van het rusthuis en het kasteel aan de Vlazendaalstraat. Begijnenborrebos Het bos herbergt het brongebied van de Plankenbeek. Het belang van dit bos zit voornamelijk in de hoge biologische waarde. Rondenbos De ecologische waarde is door de aanleg van de Rondebos-wijk nagenoeg volledig teniet gedaan. Door zijn topografische ligging (heuvelrug) heeft dit bos nog wel een duidelijke baken-functie te vervullen en vormt het een stapsteen in het landschap. Kasteelomgeving Sint-Martens-Bodegem Het kasteeldomein sluit aan bij de kern van Sint-Martens-Bodegem en geeft de kern een groen karakter. Door het private gebruik is het gebied enkel van belang voor zijn functie in de opbouw van het landschap. Taborberg Het bosgebied is gelegen op de heuvelruggen ten oosten van de ring rond Brussel. Bebouwing (zonevreemd) heeft de kwaliteit en de samenhang van het bosbestand al ernstig aangetast. Steenvoordbeekvallei bosgebieden Deze bosgebieden bestaan voornamelijk uit populierbestanden aangevuld met de dreefstructuur naar de Sint-Wivina-abdij. Het Vallenbos is op steile noordoever van de Steenvoordbeek gelegen en kent een hoogteverschil van meer dan 20 meter. Hof ter Putten Het betreft hier een parkgebied met rusthuis binnen de kern van Dilbeek. St-Alenapark Het gebied bevat het Kasteel de Viron (gemeentehuis), de Sint-Alena-toren en het Sint-Alena-park zelf. De open ruimte geeft het verstedelijkte landschap een groen karakter. Naar het noorden sluit het aan bij de open ruimte van de Wolfsputten. Pelgrims de Bigard kasteelomgeving Het kasteel met hoeve wordt omgeven door een half gesloten landschap dat de verkeerswisselaar van E40/R0 grotendeels afschermt. Verder komen er verspreid nog heel wat kleine landschapselementen en dreefstructuren voor. Het parkkarakter wordt verder doorgetrokken naar het centrum via de pastorietuin. St-Saveur kasteelomgeving Het kasteelpark heeft een vrij open karakter (gazons, loofhoutbosjes en hoogstammige fruitbomen) en sluit goed aan bij het open landbouwlandschap ten zuiden. Waterlopen De oevers van de waterlopen vormen belangrijke lintvormige ecologische structuren. Langs de oevers worden dikwijls houtkanten aangetroffen, afgewisseld met broekbossen, moerassen en drassige weilanden. Ze vormen de basis voor de ecologische kwaliteit binnen de gemeente en ze staan ook in voor de verspreiding ervan. Met name de Plankenbeek, de Molenbeek-Zuid en de Nieuwe Molenbeek vormen het verbindende element tussen de verschillende waardevolle gebieden.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
71
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Structuurkenmerken De Zierbeek vertoont van de bron tot de monding een geleidelijk slechter wordende structuurdiversiteit. Vermeldenswaardig is de Zibbeek (Plankenbeek) wiens structuurkenmerken ter hoogte van de inventarisatiepunten Plankenveld zeer goed ontwikkeld zijn. De Molenbeek (Pedebeek op de topografische kaart) heeft op basis van de veldinventaris uit het GNOP zeer waardevolle deeltrajecten. Door de UIA kreeg deze beek door haar meanderend patroon een matig tot waardevolle beoordeling. De Dorploop vertoont zeer zwakke structuurkenmerken, te wijten aan de ingebetonneerde bedding. Als gevolg van deze structurele ingrepen kan deze waterloop geen natuurlijk verloop meer kennen. De Laarbeek heeft over haar gehele lengte nog waardevolle trajecten. De Maalbeek, Elegembeek en de Molenbeek vertonen allen een zwakke tot zeer zwakke structuur. De meandering van de Steenvoordebeek is zwak. Door de UIA werd ze ingetekend als een zeer zwakke tot goed ontwikkelde natuurlijke beek. De structuurdiversiteit van de Nieuwe Molenbeek is zeer hoog. Waterkwaliteit Op één na blijken alle meetpunten een zeer slechte waterkwaliteit te hebben. De Steenvoordebeek, Molenbeek en de Broekbeek kunnen dus als (zwaar) verontreinigde beken worden ingetekend. Binnen de studie van het Denderbekken (UIA, 1991) is de Nieuwe Molenbeek verontreinigd. De Zierbeek is stroomopwaarts aangeduid als een zuivere waterloop. Stroomafwaarts is ze aangeduid als een verontreinigde beek. De Laarbeek behaalt eveneens een goede kwaliteit. Maar de waterkwaliteitsbepaling klasseert de Zibbeek, Molenbeek, Peverstraatbeek en de Steenvoordebeek als zeer zwaar verontreinigde waterlopen. Binnen het Zennebekken wordt het gebied rond de Hallerbosbeken aangeduid als prioritair te saneren zone omdat hier nog één van nature voorkomende vispopulatie aanwezig is. Doch op het grondgebied van Dilbeek wordt de Laarbeek aangeduid als een waterloop met een hoge ecologische waarde. De Neerpedebeek daarentegen krijgt op basis van de overwelving aan de monding in de Sint-JansMolenbeek een zeer lage ecologische basiskwaliteit. Zelfs na sanering is migratie van waterorganismen van en naar andere zijbekkens steeds beperkt. In het Denderbekken komen de zijbekkens van de Molenbeek, Ophasseltbeek, Beverbeek en de Wolfsputbeek in aanmerking als prioritair te saneren zones. Intercommunale Haviland bezit gegevens over de kwaliteit van de waterlopen binnen de gemeente. Een update van deze gegevens wordt bijgehouden door de gemeente Dilbeek. In Dilbeek worden de prioritair te saneren waterlopen ingevuld door bronbeken nl. het stroomopwaartse gedeelte van de Zierbeek, ten zuiden van de spoorweg en de bovenloop van de Steenvoordebeek binnen het domein van de Wolfsputten. Valleigebieden Volgende aparte valleistructuren worden onderscheiden: Zierbeekvallei: weiden en akkers domineren deze vallei. Populierenaanplanten komen verspreid voor. De bovenloop van de beek (tussen N8 en spoorlijn Oostende-Brussel) heeft een zeer smalle valleistructuur die stroomafwaarts dan geleidelijk aan breder wordt. De vallei wordt voornamelijk ingenomen door landbouwgronden, afgewisseld met verspreide bebouwing. Rond de kern van SintMartens-Bodegem geraakt de vallei sterk ‘versteend’. Met name op de hellingen van de zuidelijke valleidelen komen verspreid boomgaarden voor. Molenbeekvallei: weiden domineren het landschap. De linkeroever van de beeklopen (noordelijke zijde) is bijzonder steil met hoogteverschillen tot 45 meter! Ten zuiden van Sint-Anna-Pede komen een aantal smalle zijvalleitjes voor die aantakken op de vallei van de Molenbeek. Verspreide populierenbestanden komen voor in de dalen. Broekbeek – Dorploopvallei: deze vallei staat onder sterk verstedelijkte druk: bebouwing heeft de open ruimte al sterk gereduceerd en intens (recreatief) gebruik van de vallei heeft de belevingswaarde aangetast.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
72
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Steenvoordebeekvallei: de bestemming natuur is rond de Wolfsputten dominant aanwezig. Met name de oostelijke en de zuidelijke oevers kennen een steil verloop in de richting van het centrum van Dilbeek. Dit was gedurende vele jaren de reden om hier niet te bouwen. Dit deel van de vallei bevat een attractieve afwisseling van bosbestanden en open ruigten in combinatie met watergebonden elementen. Toch heeft de bebouwing op de heuvelruggen het landschapsbeeld reeds aangetast. Ter hoogte van de Saviowijk is de vallei gereduceerd tot het park en de recreatievijvers. Het valleideel voorbij de spoorweg Denderleeuw-Brussel wordt gekenmerkt door een duidelijk asymmetrisch verloop waarbij de noordelijke hellingoever tot 45 meter hoog oploopt. Dit gedeelte wordt tevens gekenmerkt door het voorkomen van een aantal zeer waardevolle historische bosrelicten. Elegembeekvallei: weiden domineren deze vallei. In het westen wordt het beeld bepaald door knotwilgen die de weiden begrenzen. Diverse taluds (Taborberg, Eikelenberg) accentueren het reliëf. Het landschapsbeeld van de vallei wordt wel ernstig verstoord door de R0. Nieuwe Molenbeekvallei: de vallei wordt in grote mate ingenomen door weiden en intensief gebruikte akkergronden. Deze landschapseenheid sluit aan bij het grotere landbouwgebied op het grondgebied van Asse. Kleine landschapselementen In de gemeente Dilbeek komen de volgende kleine landschapselementen voor: Bomenrijen, houtkanten, solitairen (alleenstaande oude bomen), hoogstamboomgaarden, knotbomenrijen (meestal wilgen) en poelen. Dilbeek is rijk aan solitaire bomen. De hoogste concentratie situeert zich in de huidige woongebieden Door de hoge bebouwing is de beschikbare ruimte voldoende voor enkele bomen, maar te klein om een lintvormig element te creëren. Als dense zones van solitaire bomen komen volgende gebieden in aanmerking: de strook tussen Kaudenaarde en Nieuwenbos; woonwijken Saviowijk, Wolsem, Schorenbos en de bebouwde kommen. Lintvormige structuurbepalende elementen binnen deze zones worden ingevuld door coniferen-, liguster-, taxus- en haagbeukhagen. De concentratie aan hagen is het grootst in de omgeving van het Sint Annakasteel. Houtkanten en bomenrijen werden vroeger dikwijls massaal gebruikt als perceelscheiding, veekering en voor de houtopbrengst. Een groot aantal vogel- en insectensoorten gebruiken dit als habitat. De meest waardevolle houtkanten zijn deze waarbij de verticale structuur goed ontwikkeld is. Knotwilgenrijen komen verspreid voor. Hoogstamboomgaarden hebben een eerder historisch karakter en worden meestal teruggevonden in de buurt van boerderijen. Binnen de landelijke gebieden zijn de houtige groenelementen beperkt tot de valleien. De meest gebruikte soorten zijn bomenrijen (knotwilgen en populieren) en gemengde struwelenrijen (gesnoeid tot haag of onderhouden als houtkant). De lengte aan houtkanten en siergroen is relatief klein. De voornaamste zones met een lage concentratie van houtige elementen zijn de volgende : de strook ten westen van de Zierbeek het plateau tussen de Zibbeek en de Zierbeek de driehoek tussen de spoorweg, de Zierbeek - Peverstraatbeek en het verlengde van Bruinelieveheerstraat - Lange haagstraat de zone tussen Molenbeek-Zuid, Tenbroekstraat en de Brusselstraat de strook tussen Brusselstraat en de E40 de zone ten oosten van de Ring en ten zuiden van de spoorweg het gebied tussen de Roomstraat, spoorweg en de Poverstraat Veedrinkpoelen kwamen vroeger frequent voor in graasweiden. De optimalisatie van de landbouwinrichtingen heeft deze poelen overbodig gemaakt waardoor ze gedempt of verwaarloosd werden.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
73
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De rijkste menging van kleine landschapselementen van diverse aard is waar te nemen binnen de vallei van de Zibbeek en het stroomopwaartse deel van de monding van de Peverstraatbeek in de Zibbeek. Bermen en taluds Bermvegetatie vinden we langs wegen, paden, enz. Aangezien ons wegennet dicht vertakt is, is ook het bermennet een dicht netwerk. Deze bermen hebben een belangrijke ecologische betekenis. Zij hebben immers een zowel een biotoop, als een refugiumfunctie (toevlucht) als een corridorfunctie (verbindings-, doorgangsfunctie). Een bloemenrijke vegetatie veronderstelt een verschralingstechniek die verkregen wordt door diverse malen te maaien en het maaisel af te voeren. De meeste bermen op het grondgebied van Dilbeek hebben een gevarieerd plantenaanbod dat eerder gericht is op een matig voedselrijke en vochtige bodem met de hoofdbloei in de lente. De hoogste concentratie aan taluds zijn terug te vinden in de strook Driehofvelden,Tenbroek- richting Groot -Bijgaarden; de buurt van Taborberg, Eikelenberg en Kattebroek en de omgeving Itterbeek binnen de driehoek gevormd door de grens van Dilbeek, de spoorweg en de N8 . De steilste taluds zijn deze langs de spoorwegen en de autosnelwegen. De scheiding tussen het Denderbekken en het Zennebekken kent eveneens een grote concentratie aan taluds. Markante holle wegen zijn o.a. terug te vinden in de Oude Eikelenbergstraat, ter hoogte van de Kloosterweide, Jozef Mertensstraat, Rodenberg, zijweg van de Lostraat, Bullenbergstraat, Plankenstraat, de Stationstraat, ... . 8.2.4
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN VAN DE NATUURLIJKE STRUCTUUR
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
8. 2. 4. 1 Kn elp un ten Barrièrewerking In Dilbeek worden enkele drukke verkeerswegen aangetroffen, waarvan de E40, de R0 en de N8 de belangrijkste zijn. Deze wegen vormen immers barrières voor allerlei dier- en plantensoorten. Bovendien veroorzaken wegeninfrastructuren nog andere milieu-hygiënische knelpunten (o.a. geluidshinder, trillingen, verstoring, zwerfvuil,...). Ook de zones met dichte bebouwing, specifiek in de valleien, sluiten praktisch alle genetische uitwisseling uit. Versnippering van de open ruimte Naast de hoger aangehaalde wegenstructuren zorgen de lintbebouwing en de ruimtelijke spreiding van diverse woonparken voor een algemene versnippering van de open ruimte. Verdwijnen bosbestanden De sterke afname van het bosbestand door de jaren heen maakt dat het behoud van elk van de bossen (binnen iedere bestemming op het gewestplan) als een entiteit dient vooropgesteld te worden. Dit moet gepaard gaan met bouwverbod in deze percelen en een strikte naleving van het Natuurdecreet. De korte kapcycli voor hooghout zijn schadelijk voor de biodiversiteit. Ook de soortenkeuze bepaalt in sterke mate de natuurwaarde van de bossen. Vervanging van bestanden met een lange omlooptijd (beuk, zomereik) door populieren-bestanden is ten stelligste af te raden; Verdwijning van kleine landschapselementen en de regressie van de valleistructuren Voor de natuur zijn kleine landschapselementen van groot belang omdat deze lineaire elementen belangrijke verplaatsingsroutes betekenden voor de flora en fauna om van het ene naar het andere gebied te migreren. Een speciale rol in deze ‘natuurwegen’ spelen de beekvalleien. De belangrijkste oorzaken voor het verdwijnen van kleine landschapselementen en de regressie van de valleistructuur D+A Consult Gemeente Dilbeek
74
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
zijn algemeen de bouw van woningcomplexen, de afwezigheid van de intentie om kleine landschapselementen terug aan te planten en vooral perceelsvergroting. Slechte waterkwaliteit Zowel de biologische waterkwaliteit als de gebrekkige structuurkenmerken duiden op de slechte kwaliteit van diverse beken en grachten op het grondgebied van Dilbeek. Bovendien hypothekeert de slechte waterkwaliteit de opwaardering van beken tot waardevolle waterlopen. Schaalvergroting en intensifiëring in de landbouw Steeds intensievere landbouwmethodes vereisen een grootschalige aanpak. De uitgesproken kavelbegrenzing verdwijnt. De meststoffen uit de landbouw tasten de waterkwaliteit van grond- en oppervlaktewater aan waardoor mesotrofe plantenvegetaties (stikstofarm) verdwijnen. 8. 2. 4. 2 Kw ali tei ten Aanwezigheid beekvalleien De valleien in Dilbeek zijn potentiële natuurassen en kenmerken de landschapsvormen die op hun niveau kunnen bijdragen tot het landschapsbehoud, de landschapsbouw en de integratie in de ruimtelijke identiteit, kenmerkend voor de verschillende entiteiten. De aanwezige open "verbindingen" kunnen "corridors" worden tussen de valleien onderling en de open gebieden in de bebouwde zones. Dit biedt de mogelijkheid om een groenstructuur en –netwerk voor natuur en landschap te realiseren. Waterzuivering Door de uitbouw van collectoren en de aanleg van rioolwaterzuiveringsstations wordt het huishoudelijk afvalwater opgevangen en naar zuiveringsinstallaties geleid en wordt het niet meer in de beken geloosd. Door dit afkoppelingsbeleid wordt de potentie gecreëerd om terug zuiver oppervlaktewater te krijgen. Op langere termijn zal zich dit weerspiegelen in een rijke fauna en flora rond de beken. Deze potentie past eveneens in de algemene potentie van de valleien als structuurbepalende elementen voor de uitbouw van een groennetwerk. Natuur in bebouwde omgeving In de bebouwde gebieden en zeker in het centrum van Dilbeek en Groot-Bijgaarden is er ook ruimte om aan natuurontwikkeling te doen. Bij de uitbouw van groenassen dient uitgegaan van de bestaande natuurlijke elementen die het stedelijk weefsel aanwezig zijn. Daarnaast kunnen ook de bestaande beekvalleien en open ruimten als uitgangspunt genomen worden voor de realisatie van groenelementen in de bebouwde omgeving en de creatie van een groennetwerk. Dit verhoogt de kwaliteit van de woon- en werkomgeving.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
75
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
8.3
Landschappelijke structuur
8.3.1
OMSCHRIJVING
In het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen wordt het landschap omschreven als ‘de resultante van de dynamische wisselwerking tussen fysische omstandigheden (het abiotisch en biotisch milieu) en menselijke activiteiten’. Het is de specifieke ordening van deze elementen en componenten die aanleiding geeft tot specifiek ecologisch functioneren, een specifiek visuele beleving en een specifiek menselijk ruimtegebruik. 8.3.2
HUIDIG BODEMGEBRUIK
Intens bebouwde gebieden bevinden zich als een grote strook langs de steenweg Ninove – Brussel verdervloeiend in de bebouwing ten oosten en ten westen van de Ring rond Brussel: de wijken Schorrenbos, Loveld, Koudenaarde, Savoiwijk, Wolsemwijk, Nieuwebos, Hof ter Putten, Driehofvelden, Reinaurtwijk, Wivinawijk, wijk in de buurt van IJsbos, Dilbeek Centrum, de buurt van Wivinakapel, Rondenbos,… Industriële bebouwing situeert zich enerzijds in het noorden van Dilbeek, ingesloten tussen de A10/E40 en de grens anderzijds in het noordoosten tussen de Ring rond Brussel, het klaverbad, de A10/E40 en de spoorweg. Bossen komen versnipperd voor in Dilbeek en beperken zich tot de valleien met uitzondering van IJsbos, Wolfsputten, Begijnenborre en het resterende bosgedeelte van Rondenbos. Grote weidearealen beperken zich tot de valleien. Kouters van akkers liggen op de plateaus en met hun respectievelijke hellingen. Kleine hoogstamboomgaardcomplexen vinden we terug rond de dorpskern van Sint-Gertrudis-Pede, ten noorden van Bullenberg, de omgeving van de Sint-Annakerk en de ruime omgeving van Eksterveld. 8.3.3
ANALYSE VAN DE LANDSCHAPPELIJKE STRUCTUUR
8. 3. 3. 1 L an d sch ap p elij k kad er op 1e sch aal ni veau Traditionele landschappen Kaart 6 : Traditionele landschappen, relictzones, ankerplaatsen, lijn-en puntrelicten Dilbeek is een verstedelijkte gemeente in de forenzenwoonzone van Brussel, met een dichte bebouwing in het landelijk gebied, sterke lintbebouwing en een sterke versnijding door (gebundelde) infrastructuurassen. Geografisch gezien ligt Dilbeek in de Zandleem- en Leemstreek van Binnen-Vlaanderen. Het zuidelijk deel van de gemeente behoort tot het traditionele landschap ‘Pajottenland’, dat gekenmerkt wordt door een golvende topografie, asymmetrische valleien, bossen en kleine kerndorpen. Voor de zichtbare open ruimten betekent dit talrijke door topografie en vegetatie bepaalde panoramische of gerichte vergezichten; - de skyline wordt meestal bepaald door topografie; - door topografie en vegetatie begrensde gerichte zichten in de valleien. De duidelijk herkenbare en begrensde kerndorpen zijn structurerende beelddragers van de open ruimte en de lintbebouwing geeft aanleiding tot een versnelde degradatie van een nog gaaf landelijk gebied. Het microreliëf en lineair groen in de valleien contrasteren met het omliggende en zijn structuurversterkend. Daarnaast komen er talrijke geïsoleerde beelddragers (torens, bosjes, ...) voor . Het noordelijke stuk van de gemeente sluit aan bij het ‘Land van Meise-Asse’, dat aan de westkant omgeven wordt door de Bellebeek-as, een landschappelijke subeenheid van het ‘Land van Merchtem’. De structuurdragende matrix van deze traditionele landschappen wordt gevormd door een golvende topografie en verstedelijkt weefsel.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
76
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
In deze landschappen zijn de open ruimten onregelmatig, erg versnipperd en van sterk verschillende omvang met slechts een beperkt aantal gerichte vergezichten voor die topografisch bepaald worden door reliëf, bebouwing en vegetatie. Open ruimten en bebouwing zijn complex verweven met elkaar. De kleine landschapselementen komen geïsoleerd voor en zijn weinig herkenbaar. De oostelijke kant van de gemeente sluit aan bij het stedelijke gebied van de hoofdstad. 8. 3. 3. 2 L an d sch ap p elij k kad er op 2e sch aal ni veau De landschappelijke streken die worden onderkend in de analyse op het 1e schaalniveau kunnen verder worden opgedeeld, uitgaande van de opdeling in relictzones en ankerplaatsen zoals die is gemaakt in de Landschapsatlas11. De punt- en lijnrelicten worden enkel meegegeven voor zover deze van belang zijn voor de landschappelijke structuur van de gemeente. Om te komen tot een gebiedsdekkende beschrijving van de bestaande landschappelijke structuur werd de indeling naar landschapseenheden uit het GNOP gebruikt, aangepast en aangevuld met eigen veldinventarisatie. De landschapseenheden zijn gebieden met een zelfde landschappelijk beeld en karakter, met een eigen identiteit die zich duidelijk onderscheidt van de omringende eenheden. Een uitspraak over de invulling en de uitwerking van de eenheden is in deze nota niet aan de orde en moet worden opgenomen en uitgewerkt in de uitvoeringsplannen. Relictzones Relictzones zijn gebieden met een grote dichtheid aan punt- of lijnrelicten, zichten en ankerplaatsen en zones waarin de samenhang tussen de waardevolle landschapselementen belangrijk is voor de gehele landschappelijke waardering. De aanduiding gebeurt maximalistisch, doch zonder scherpe grenzen te definiëren. Zowel de verspreid voorkomende elementen als het ruimtelijke patroon zijn hier belangrijk. Afzonderlijke objecten worden niet op kaart aangeduid; wel de zone waarin ze voorkomen. De regels voor het selecteren van een gebied tot relictzone zijn één of meerdere van de volgende: 1. het voorkomen van verschillende herkenbare structuren of objecten die terug gaan tot de landschappelijke situatie van het einde van de 18de eeuw en / of tot de periode vóór de Tweede Wereldoorlog; 2. het voorkomen van geomorfologische eenheden of elementen met een structurerende of patrimoniumwaarde; 3. het voorkomen van concentraties van punt- en lijnrelicten; 4. het voorkomen van gekende concentraties van archeologische vondsten; 5. het voorkomen van concentraties van zichten of van esthetisch gave landschappen die onverstoord zijn door moderne bebouwing of infrastructuren. De aangeduide relictzones worden getoetst aan de bestemmingen op de gewestplannen en aan de zones aangeduid op kaarten van de nationale survey. Deze toetsing dient enkel om de beschrijving van de aangeduide zone in de fiches te vervolledigen. Waardevolle bouwelementen, zoals die o.m. beschreven worden in de “Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed”, kunnen zelfs verspreid en met wisselende gaafheid in een grote dichtheid voorkomen en een karakteriserend aspect vormen van het gehele gebied. In dergelijke gevallen vormen de bouwelementen een criterium voor de aanduiding en karakterisering van een relictzone. R20014: Bellebeek - Molenbeek-Zuid Twee zones, gelegen langs de Molenbeek-Zuid liggen in de gemeente Dilbeek. Langs de Molenbeek-Zuid werden de beemden reeds ten tijde van Van der Maelen perceelsgewijs bebost. Hier zijn de perceelsvormen ongeveer behouden gebleven, maar de perceelsrandbegroeiing rond de resterende weiden is hier quasi volledig verdwenen.
11
Landschapsatlas, 2001, opgemaakt door het MVG, LIN, AROHM, Monumenten en Landschappen en VLM.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
77
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Het Sint-Wivinaklooster vormde samen met het bos, de kapel en de vijvers reeds ten tijde van Ferraris een samenhangend geheel langsheen de Molenbeek. De nabijgelegen autosnelweg E40 Brussel - Oostende verstoort deze relictzone. R20015: Houwijk - Hoogpoort - Vrijberg - Nieuwe Molenbeek – Keerlemeer Enkel het noordwestelijk gedeelte van de gemeente, grenzend aan de Molenbeek – Nieuwermolenbeek, behoort tot deze relictzone. In het gebied van de Nieuwe Molenbeek – Ijsbeek zijn de perceelsvormen weinig gewijzigd t.o.v. Ferraris, wel werd tussen Van der Maelen en begin 1900 een deel van de bossen omgezet in weiland. De dreven zijn grotendeels behouden, ook de 2 kastelen met hun omgeving zijn weinig veranderd. De omgeving van het Nieuwermolenkasteel werd sinds Ferraris stilaan bebost, tot over 50 jaar werden er akkers en weiland omgezet in bos. In de vallei van de Nieuwe Molenbeek - Molenbeek dateren de bossen van voor Ferraris. De drogere tussenliggende flanken verloren na Ferraris snel hun perceelsrandbegroeiingen waardoor het landschap her en der opengebroken werd. Recent werden hier boomgaarden aangeplant waardoor het landschap terug deels gesloten werd. Van op deze noordelijke hellingen van de Bellebeek-Molenbeek heeft men een mooi zicht over het Pajottenland. De autosnelweg E40 Brussel – Oostende vormt een ernstige verstoring voor deze relictzone. Beleidsmatig zou men de aanplanting van hoogstamboomgaarden moeten stimuleren en perceelsrandbegroeiing heraanleggen op de plaatsen waar ze tot 100 jaar terug ook voorkwam. Vrijwaren van industriële inplantingen en lintbebouwing. R20016: Brongebieden en bovenlopen in Noord-Pajottenland Het gebied met verschillende biotopen heeft een grote biologische waarde met een aantal zeldzame planten. De brongebieden liggen op de randen van het leemplateau waar het de tertiaire klei snijdt. Zierbeek – Plankenbeek: De valleitjes hebben nog steeds het gesloten landschap van ten tijde van Ferraris dat bestaat uit perceelsrandbegroeiing en bossen. De bebossing is sindsdien nog toegenomen en verschoven naar de natste delen van de valleitjes. De weinige perceelsrandbegroeiing op de interfluvia is na Ferraris langzaam aan verdwenen. De perceelsvormen en het wegennet zijn niet veranderd. Itterbeek - Sint-Anna: De bossen en de boomgaarden rond de Sint-Annakerk dateren van voor Ferraris, het kasteel van na Ferraris. De perceelsvormen zijn ook ongewijzigd. Begijnenborre: Een deel was ten tijde van Ferraris bebost, de bossen rond de Plankenbeek zijn van na Van der Maelen. De dreven rond het bebost gebied zijn pas vrij recent aangeplant. De perceelsvormen ten tijde van Ferraris zijn niet meer te herkennen. De vijver is na 1900 aangelegd. Smissen - Wolfputten - Sint-Elena: Wolfsputten bestond ten tijde van Ferraris uit een langgerekt vochtig loofbos, gaande van de dorpskom van Dilbeek tot Groot Bijgaarden. Dit bosareaal is op de kaarten van Van der Maelen volledig verdwenen, er zijn enkel kleine restbosjes in de 3 zuidelijk gelegen brongebieden. De vochtige graslanden langsheen de beek zijn behouden gebleven, terwijl de rest bestaat uit weiden en landbouwgronden met uitzondering van de steilste delen die recent terug bebost zijn geworden. De rand van het toenmalige bos is nog in het landschap te zien als taluds. De perceelsvormen zijn weinig gewijzigd, wel is het gebruik vaak gewijzigd; van akker naar wei of van wei naar akker. Ook werd er na 1900 een boomgaard aangelegd. Aan deze zone grenst het centrum van Dilbeek met de Sint-Alenatoren en het kasteel (na Van der Maelen) met hun omliggende tuin en het park. Voor het gebied langs de Zierbeek – Plankebeek vormt de lintbebouwing een bedreiging. Deze relictzone zou gevrijwaard moeten worden van bebouwingen verstorende infrastructuren. R20097: Kasteel De Motte te Sint-Ulriks-Kapelle Sint-Ulriks-Kapelle is een klein dorpje gekenmerkt door een gotische kerk in witte zandsteen midden in het kerkhof omgeven door een muur en gebouwen uit de periode 1850-1900. De kerk is laatgotisch met een neogotische toren. In Boerenhuis "de Beuk" zijn nog sporen te vinden van vakwerk, weliswaar in versteende vorm.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
78
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Net buiten de dorpskern staat het classicistische kasteel de Motte en bijgebouwen met park. Vóór de aanleg van de autostrade Brussel - Oostende had men vanuit de site van het kasteel een uitzicht over de Nieuwe Molenbeekvallei. Ankerplaatsen Ankerplaatsen zijn de meest waardevolle landschappelijke plaatsen die bestaan uit complexen van gevarieerde erfgoedelementen die een geheel of ensemble vormen. Ze zijn uitzonderlijk inzake gaafheid of representativiteit of nemen ruimtelijk een plaats in die belangrijk is voor de zorg of het herstel van de landschappelijke omgeving. Bij het aanduiden (aflijnen en beschrijven) van de ankerplaatsen werd steeds die definitie voor ogen gehouden. A20023: Vrijhoutbos en Moretteberg Het noordwesten van de gemeente sluit aan bij de ankerplaats Vrijhoutbos en Moretteberg. In het gebied tussen Asse en Sint-Ulriks-Kapelle ligt een aanzienlijk aantal bronnen. Niet alleen in de omgeving van de kastelen, maar ook in de vallei- en brongebieden komen grote bospercelen voor, afgewisseld met akkers. Perceelsrandbegroeiing komt nog sporadisch voor. Een aantal holle wegen, houtkanten en taluds kenmerken het landschap. Het kasteel Nieuwermolen is gelegen op het grondgebied van Sint-Ulriks-Kapelle, deelgemeente van Dilbeek. Het ligt buiten de dorpskern in de vallei van de Nieuwermolenbeek, in een domein van 35 ha met hoofdzakelijk bossen. Twee dreven leiden naar het kasteel, dat als monument beschermd is. Het rijke interieur werd in de periode 1928-1933 in Vlaamse Renaissancestijl gerestaureerd. Nieuwermolen dankt zijn naam aan de nabijgelegen watermolen, die al in 1450 vermeld werd. A20024: Kasteel van Groot-Bijgaarden Het kasteeldomein van Groot-Bijgaarden ligt ten westen van de Brusselse agglomeratie, naast de verkeerswisselaar van de E40 met de Brusselse grote ring. Het domein maakte deel uit van een groter geheel dat destijds eigendom was van de Sint-Baafs-abdij te Gent. Het is omgeven door een ringgracht, omvat bospartijen, terrassen en tuinen en is toegankelijk langs een vijfbogige brug en een middeleeuws poortgebouw. De site werd voor het eerst vermeld begin de 12de eeuw. Het huidige kasteel met geïntegreerde kapel werd in de 17de eeuw gebouwd. Begin de twintigste eeuw werd het kasteel gerestaureerd, alsook de donjon daterend uit de 15de eeuw en werd de middeleeuwse omwalling terug uitgegraven. Het domein is volledig ingesloten door bebouwing en wegen. De voormalige kasteelhoeve is buiten de ringgracht gelegen en werd in het begin van de 20ste eeuw in traditionele stijl gereconstrueerd. Ten zuiden van het kasteeldomein ligt het dorpsplein met de Sint-Egidiuskerk waarvan de vierkante toren dateert van ca. 1600, de pastorij en het nieuwe gemeentehuis. Lijnrelicten Lijnrelicten worden gevormd door beken, kanalen, wegtracés, oude spoorzaten, steile reliëfovergangen, markante holle wegen, enzovoort. L24003 Bellebeek L20057 Dreef van St-Wivina-Kapel naar abdij Puntrelicten Puntrelicten stemmen overeen met monumenten, kunstwerken, bouwelementen, archeologica, enz. Hieronder volgt een lijst van puntrelicten die zijn opgetekend in de Landschapsatlas: P200554 P200455 P200478 P200479 P200480 P200482 P200481 P200483
P200493 P200494 P21086 P200495 P200496 P21480 P200498 P200497
Voormalige tramstelplaats Watermolen van Pede St-Annakerk St-Pieterskerk Neerhof Voormalige tramstelplaats St-Alenakerk St-Ambrosiuskerk
D+A Consult Gemeente Dilbeek
79
Castelhof Galmarthoeve Walsemhoeve Spaans Huis Voormalige St-Wivina abdij St-Wivinakapel Gemeentehuis St-Gilliskerk
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
P200555 P200484 P200486 P200485 P200487 P200492
St-Alenatoren Treurbeuken en linde Walravenhof Personaatshoeve St-Martinuskerk Molenhoeve
8.3.4
LANDSCHAPSEENHEDEN
P200499 P200500 P200502 P200501 P200507
Kasteel van Groot-Bijgaarden Voormalige kasteelhoeve Kasteel De Motte Boerenhuis Kasteel Nieuwermolen
Woon- en Industriegebieden : Voor de afbakening van de woongebieden en industriegebieden werd gebruik gemaakt van het Gewestplan en de veldinventarisatie. Dit type landschapseenheid omvat als voornaamste gebieden : woonwijken Schorrenbos, Loveld, nabij IJsbos, Rondebos, Saviowijk, Wolsemwijk, Reinaertwijk, Nieuwebos, Breedveld, buurt Elegem, buurt St.-Wivinakapel, St.-Wivinawijk, Driehofvelden woonwijk Rondebos lintbebouwing: gedeelte Stationstraat, Populierenlaan, gedeelte Brusselstraat, Ternatstraat, Molenstraat industriegebied tussen E40, het klaverblad en de grens van Dilbeek industriegebied ingesloten door E40, het klaverblad en de Brusselsesteenweg industriegebied ingesloten door E40, het klaverblad, de Ring en de spoorweg Valleien : Deze landschapseenheid is opgebouwd rond een beek. Het bodemgebruik wordt gedomineerd door weiden en populierenaanplanten, maar op sommige plaatsen heeft men een lichte menging met o.a. kleine bosjes, akkers en een paar hoogstamboomgaarden. Deze eenheid heeft nog een relatief hoge concentratie aan kleine landschapselementen. De oppervlakte aan landbouwareaal is aanzienlijk. De valleistructuren werden besproken bij de natuurlijke structuur. Hooghoutgebieden (op valleigronden) en kasteeldomeinen: Het betreft hier gebieden gedomineerd door hooghout: populierenaanplanten en andere loofhoutbossen. In Dilbeek zijn het overgrote deel van deze terreinen op valleigronden gelegen. Dilbeek herbergt nog heel wat kastelen. Meestal zijn deze gebouwen gesitueerd in een bos, al dan niet op valleigronden. Het bos op zijn buurt wordt door weiden, akkers of boomgaarden omzoomd. De hooghoutgebieden worden verder besproken bij de agrarische structuur. Effectieve barrièregebieden: In Dilbeek doorkruisen hoogspanningskabels, spoorwegen, autowegen de gemeente. Visueel vormen ze linten en bakens in het landschap. Of zijn ook bijdragen tot een verbetering van het landschapsbeeld is niet altijd even duidelijk. Met name de spoorwegbermen (de lijn Denderleeuw-Brussel in het algemeen en de spoorwegbrug van de lijn Oostende-Brussel in het bijzonder) en de autosnelwegen (E40 en R0) vormen belangrijke functionele en visuele barrières. 8.3.5
VISUEEL-RUIMTELIJKE OPBOUW VAN HET LANDSCHAP
Naast de bodem, het water en de natuurlijke factoren die de opbouw van het landschap verklaren als basisgegeven, biedt een studie van de ruimtelijke opbouw doorheen de historische ontwikkeling tot heden een basis voor de landschapsvorm zoals wij deze zien en dus ervaren in al zijn verscheidenheid. De ruimtelijke organisatie kan naar de visueel - landschappelijke kenmerken uitgedrukt worden in de schaal en het karakter van de afzonderlijke gebiedsdelen. De methode die hierbij wordt gehanteerd, berust op veldwaarnemingen en kaartinterpretaties door verschillende personen uitgevoerd. Uitgangspunt hierbij is de standplaats van de waarnemer.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
80
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De interpretatie van het bodemgebruik en de opname van de landschapselementen die de ruimte dominant invullen, laten toe het karakter te bepalen. Storende en markante invloeden laten dan toe een bepaalde belevingswaarde van de respectievelijke ruimten te beschrijven. In Dilbeek resulteert deze evaluatie in de volgende visuele landschapsbeschrijving: 1. Open ruimten
Afstanden tussen 500 en 1500 m
Grootschalig
2. Half-open ruimten
Afstanden tussen 100 en 500m
Kleinschalig
3. Gesloten ruimten
Afstanden < dan 100 m
Kleinschalig
4. Vergezichten of oculaire ruimten
Afstanden > dan 1500 m
Grootschalig
De laatste categorie komt veelvuldig voor langs de heuvelruggen die gelegen zijn langsheen de waterscheidingskam ( tracé N8). Het aantal vergezichten wordt wel sterk gehinderd door de bebouwing langsheen de N8. De vergezichten zijn als markante elementen aangeduid op plan. In de open ruimten te Dilbeek komen hoofdzakelijk homogene akkerlanden voor in de westelijke open ruimte (waaronder de ruilverkaveling Ternat). In de zuidelijke open ruimte komen deze ruimten eveneens voor, mede dankzij de sterke hellingen in het gebied. Hierdoor is de belevingswaarde groter want de begroeiingsvormen in de valleien bieden een sterkere afwisseling met de open ruimten. De tweede categorie, de half-open ruimten komen voor in de lager gelegen delen en vormen de overgang tussen de meestal gesloten dalen van de valleien met dominante hooghoutfragmenten en kleine landschapselementen enerzijds en de hellinggronden naar de open plateaus anderzijds. In historisch opzicht kan gesteld worden dat deze ruimten vooral door het verdwijnen van kleine landschapselementen (bomenrijen, wallen en heggen) en door de perceelsverruiming onder invloed van het hoofdzakelijk agrarische gebruik tot hun huidige omvang zijn teruggedrongen. Hierdoor is trouwens dikwijls het karakter van de valleien en depressies teruggedrongen tot de dalen zelf. Het kleinschalige karakter dat in tegenstelling tot de grootschalige open ruimten, maar complementair hieraan een afwisseling in landschappen biedt, wordt zodoende stelselmatig gereduceerd.
Figuur 1: Projectie van de visuele
interpretatie van de landschappelijke ruimte
De derde categorie tot slot zijn de gesloten en (meestal) kleinschalige landschappen van de valleien, vertrekkend vanuit de heuvelruggen langsheen de N8. Het zijn bossen en enkele parkgebieden. Kenmerkend zijn de talrijke kleinschalige elementen met als gevolg een grote versnippering van deze valleien. Omzeggens alle valleien zijn opeenvolgend gesloten tot half-open landschappen, wat wel kenmerkend is voor de streek van het Pajottenland. Met name in het zuidelijke deel van de gemeente zijn de valleien smaller hetgeen het gesloten karakter nog benadrukt.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
81
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
8.3.6
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
8. 3. 6. 1 Kn elp un ten Het verdwijnen van kleine landschapselementen Onder het verdwijnen van kleine landschapselementen wordt verstaan: ▪ het verdwijnen van hagen, bomenrijen, houtwallen, ...; ▪ het verdwijnen van bosjes, hoogstamboomgaarden, … Bouwdruk Effecten van de toenemende bebouwing, aanleg van infrastructuren e.d. monden uit in een rechtstreeks ruimtebeslag en in een versnippering van percelen en landschapseenheden. Visueel landschappelijke hinder De wegeninfrastructuur (voornamelijk N8 en E40), de ontwikkelingen rondom deze verkeersassen en de verkavelingen rond Wolsem en Loveld schaden de visuele beleving bij het lezen van het landschap. Regressie van open en gemengde landschappen Volgende feiten veroorzaken een kwantitatieve en kwalitatieve terugval van de open en gemengde landschappen: ▪ het verdwijnen van kleine landschapselementen zoals hagen, houtkanten, bomenrijen; ▪ het verdwijnen van grote gehelen groen (bossen); 8. 3. 6. 2 Kw ali tei ten Aanwezigheid van zowel grootschalige als meer kleinschalige maar gevarieerde open ruimtes De open ruimte van de gemeente Dilbeek is voornamelijk aanwezig langsheen de westzijde van de gemeente; met name in de aangrenzende gemeenten Ternat en Sint-Pieters-Leeuw komen nog grote aaneengesloten gebieden voor. De beekvalleien bezitten kleinere open ruimten met een afwisselend karakter van bossen en weilanden. Aanwezigheid van kleine landschapselementen (KLE’s) Kleine landschapselementen hebben een veelzijdige waarde in het landschap. Cultuurhistorisch zijn ze de afspiegeling van de traditionele bedrijfsvoering van rond de eeuwwisseling en eerder. Landschappelijk gezien markeren ze een kleinschalig en aantrekkelijk landschap. Daarnaast hebben ze ook een ecologisch functie. De verdere uitbouw van deze KLE’s kan leiden tot een netwerk van lijnvormige elementen, bosjes en andere beplantingen in het landschap. Landschapsecologische uitbreiding in de open ruimte Bosuitbreiding vormt één van de mogelijkheden om natuurbouw te realiseren binnen de open ruimte. Dit dient in eerste instantie te gebeuren in de buurt van reeds bestaande bossen zodoende dat de kolonisatie door planten en dieren op een snellere manier kan gerealiseerd worden. Weliswaar mag geen bosuitbreiding plaatsvinden op percelen waar andere ecologische ontwikkelingen in gedrang komen. Voorrang dient gegeven aan de gebieden die vanuit het GNOP naar voor worden geschoven. Het Bosdecreet biedt hiervoor ontwikkelingsperspectieven.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
82
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Beschermde monumenten en landschappen De aanwezigheid van diverse beschermde monumenten, landschappen en dorpszichten biedt garantie voor het behoud van landschappelijk waardevolle kenmerken.
8.4 8.4.1
Agrarische structuur OMSCHRIJVING
In de bestaande ruimtelijke agrarische structuur wordt aandacht besteed aan de ruimtelijke structuur van agrarische activiteiten. Onder het begrip agrarische activiteit worden activiteiten verstaan in de sector van veeteelt, akkerbouw, groenteteelt, bosbouw en tuinbouw. 8.4.2
RUIMTELIJKE ANALYSE
Check up kaart Het Dilbeekse landbouwareaal is grotendeels versnipperd en aangetast door bebouwing. Grotere aaneengesloten stukken treft men aan in het westelijk en landelijke deel van de gemeente: in SintMartens-Bodegem, Sint-Ulriks-Kapelle en Schepdaal, versneden door de valleien van de ZierbeekMolenbeek en Zibbeek-Plankenbeek. Verder treft men nog grote stukken landbouwareaal aan in het golvende zuiden van Schepdaal en Itterbeek. Grote weidearealen beperken zich tot de valleien. Kouters van akkers liggen op de plateaus en met hun respectievelijke hellingen. De landbouwgebieden worden hoofdzakelijk gedomineerd door akkers. Daarnaast zijn ook weiden aanwezig. Hier is vooral de afwezigheid van kleine landschapselementen op te merken of hun niet bepalende aanwezigheid in het landschap. Algemeen worden vier grote gebieden onderscheiden: Westelijk open gebied Dit gebied maakt deel uit van een koutercomplex dat zich grotendeels uitstrekt op het grondgebied van de gemeente Ternat. Het behoort tevens tot een ruilverkaveling die in totaal 980ha beslaat. Door de herstructurering van de percelen is het grootste deel van de natuurlijke en landschappelijke elementen verdwenen. Kenmerken zijn de grote percelen en de uniformiteit van de akkers Centraal open gebied Behalve een aantal hoogstamboomgaarden in de buurt van de bewoning, wordt deze landschappelijke afbakening bijna volledig ingenomen door akkerbouw. Een paar weiden zorgen voor de variatie binnen het bodemgebruik, maar behouden de openheid van deze eenheid. De perceelsgrootte is hier beduidend kleiner dan in het westelijke open gebied. Het gebied wordt aanzienlijk doorsneden door woonlinten en verspreide kernen. De kouters liggen als het ware verspreid tussen de bewoning, de kasteeldomeinen, de valleien, de Ninoofsesteenweg en de autosnelweg E40. Zuidelijk open gebied Dit gebied wordt voornamelijk ingenomen door akkerbouw. Het ligt verweven tussen de valleien, de spoorweg en de bewoning. Alhoewel er niet veel kleine landschapselementen aanwezig zijn, heeft het landschap geen wijds karakter. Smalle beekvalleitjes, verspreide bosrelicten en grote topografische hoogteverschillen maken verre doorkijken onmogelijk. Oostelijke open gebied Deze open gebieden liggen verspreid in het oosten van Dilbeek. Door hun bodemgebruik (hfz. akkers; hier en daar weiden zonder landschapselementen) worden deze ingesloten ruimten samengenomen. Hierna volgt een meer gedetailleerde opsomming van de open gebieden in Dilbeek. Open gebied tussen de Lostraat, Geraardsbergsestraat en de Heilige-kruiswegstraat Het bodemgebruik wordt hoofdzakelijk ingenomen door akkers. Een paar (restanten van) hoogstamboomgaarden situeren zich in de buurt van de bewoning.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
83
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Open gebied in het westen van de gemeente Dit open gebied maakt deel uit van het koutercomplex dat zich uitstrekt tot op het grondgebied van Ternat. Open gebied ten westen van het Kasteeldomein St. Anna. Met uitzondering van een zeer ijle boomgaard bestaat deze landschapseenheid uit weiden en akkers gekenmerkt door een afwezigheid van lintvormige landschapselementen. Versnipperde gebieden langs de Broekbeekvallei Deze akkers liggen verloren binnen het landschap door enerzijds de begrenzing van de Broekbeekvallei, anderzijds de begrenzing met de bebouwing. Open gebied tussen de Peverstraatbeek en de Zibbeek Serres zijn aanwezig in de buurt van de bebouwing van de Kraanstraat. Het overige bodemgebruik wordt gedomineerd door akkers. Ingesloten open gebied tussen de Zibbeek en de Zierbeek Behalve een aantal hoogstamboomgaarden in de buurt van de bewoning wordt deze lanschappelijke afbakening bijna volledig ingenomen door akkerbouw. Een paar weiden zorgen voor de variatie binnen het bodemgebruik, maar behouden de openheid van deze eenheid. Open gebied ten oosten van Sint-Martens-Bodegem Het hele gebied staat in functie van de landbouw: akkers bepalen het karakter van de eenheid. Smalle repen boomgaarden zorgen voor een kleine landschapsvariatie. Graslanden en ijle boomgaarden komen voor nabij de bewoning en bedrijven. Open gebied ‘Oosthoek’ – ‘Tenbroek’ Deze eenheid ligt ten noorden van de Nieuwe-Molenbeek en strekt zich uit vanaf de woonwijk Driehofvelden richting Tenbroek, ten zuiden van het kasteeldomein St.Saveur. Akkerbouwgebieden in het noorden van Dilbeek Deze kouters liggen verspreid tussen de bewoning, de kasteeldomeinen, de valleien en de autosnelweg E40. Toch heeft ieder koutercomplex een eigen identiteit door ondermeer de aanwezigheid van taluds, holle wegen of dreven. Verspreide kleine open gebieden Deze open gebieden liggen verspreid in het oosten van Dilbeek. Hun bodemgebruik bestaat hoofdzakelijk uit akkers met hier en daar weiden zonder landschapselementen. Open gebied ten zuiden van de Molenbeek Dit akkerbouwgebied ligt verweven tussen de valleien, de spoorweg en de bewoning. Op een paar boomgaarden en solitaire bomen na zijn kleine landschapselementen als het ware afwezig. 8.4.3
KENMERKEN VAN DE LANDBOUWSECTOR
De doorlichting van de landbouwsector binnen de gemeente Dilbeek is gebaseerd op de NIS gegevens van het jaar 1990 en 2000. Deze cijfers verstrekken alleen informatie over de landbouwers uit Dilbeek, ongeacht of hun gebruiksgronden in Dilbeek liggen. 8. 4. 3. 1 Ag r ari sche b edrij ven en hu n teel ten in Dilb eek De onderstaande tabel geeft een aantal kengetallen van de landbouw in gemeente Dilbeek en het arrondissement Halle-Vilvoorde
D+A Consult Gemeente Dilbeek
84
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Tabel 24: Dilbeek
Kengetallen van de landbouw in Dilbeek
12
absoluut 1990
relatief 2000
1990
2000
totaal aantal bedrijven
178
92
100
51,7
bestendige bedrijfsleiders
122
57
100
46,7
niet bestendige bedrijfsleiders
56
35
100
62,5
totaal opp. cultuurgrond [ha]
1034,02
891,66
100
86,2
gemiddelde bedrijfsgrootte [ha]
5,81
9,69
100
166,8
2000
1990
13
arr. Halle-Vilvoorde
absoluut 1990
relatief 2000
totaal aantal bedrijven
4677
2698
100
57.7
bestendige bedrijfsleiders
2696
1424
100
52,8
niet bestendige bedrijfsleiders
1981
1274
100
64,3
totaal opp. cultuurgrond [ha]
40367,41
39278,05
100
97,3
gemiddelde bedrijfsgrootte [ha]
8,63
14,56
100
168,7
Bron: landbouw- en tuinbouwtelling NIS 1990 en 2000, gemeente Dilbeek
Het aantal agrarische bedrijven bedroeg in 2000 nog 92, tegenover 178 in 1990. Dit betekent bijna een halvering van de landbouwbedrijven. Deze achteruitgang werd veroorzaakt door een sterke daling van de bestendige bedrijfsleiders (in hoofdberoep) met ongeveer 53%, maar eveneens door een daling van de niet bestendige bedrijfsleiders met 37%. Voor Dilbeek is de afname van het aantal landbouwbedrijven sterker (-48%) dan de gemiddelde afname die vastgesteld werd voor het arrondissement Halle-Vilvoorde (-42%). De totale oppervlakte cultuurgrond die door de landbouwers van Dilbeek wordt beheerd, is op een decennium met 142 ha afgenomen of gedaald tot ongeveer 86% van het oorspronkelijke areaal. Onder deze cultuurgrond zijn naast de percelen die op het grondgebied van Dilbeek liggen, ook de terreinen begrepen die door de landbouwers van Dilbeek bewerkt worden in andere gemeenten. Deze procentuele afname is sterker dan de algemene trend voor het arrondissement Halle-Vilvoorde, waar de gemiddelde oppervlakte cultuurgrond met slechts 3% is afgenomen. De gemiddelde bedrijfsgrootte in Dilbeek is over het decennium met 3.9 ha toegenomen. Dit is minder dan de algemene trend binnen het arrondissement, waar de gemiddelde bedrijfsgrootte over dezelfde periode steeg met ongeveer 5.9 ha. Relatief gezien is de stijging ongeveer dezelfde als voor het arrondissement. De procentuele afname van de bedrijfsleiders is iets groter dan het arrondissementsgemiddelde. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de aard van de meest voorkomende teelten in grondbezetting in de gemeente Dilbeek. Tabel 25:
Aard van de teelten in ha
Absolute oppervlakte in ha + wijziging in % t.o.v. 1990 (= 100)
1990
1990
2000
2000 [%]
Totaal akkers
590,61
502,86
100
85,1
Totaal grasland
358,13
332,42
100
92,8
Totaal opp. onbebouwde grond
46,26
4,68
100
10,1
Totaal boomgaard
14,04
11,97
100
85,3
Totaal andere
24,98
39,73
100
159,0
Totaal opp. Cultuurgrond (ha)
1034,02
100
891,66
86,2
12 13
Bron: Land- en tuinbouwtellingen NIS 1990 en 2000, gemeente Dilbeek Bron: Land- en tuinbouwtellingen NIS 1990 en 2000, arrondissement Halle-Vilvoorde
D+A Consult Gemeente Dilbeek
85
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Relatieve oppervlakte in % t.o.v. de totale oppervlakte cultuurgrond
1990
2000
totaal akkers
57,1
56,4
totaal grasland
34,6
37,3
totaal opp. onbebouwde grond
4,5
0,5
totaal boomgaard
1,4
1,3
In het laatste decennium is de totale cultuurgrond van de Dilbeekse agrariërs, in gebruik zowel binnen als buiten de gemeente Dilbeek, afgenomen met 142 ha of bijna 14%. Hiervan is 88 ha voor rekening van de akkerlanden. Deze nemen in 2000 ruim 56% in van de landbouwgrond. De oppervlakte graslanden, met 37% van de cultuurgrond, kende een daling van ongeveer 7% ten opzichte van 1990. De oppervlakte boomgaarden is eveneens verminderd met 15%. De totale oppervlakte bouwland dat uit productie werd genomen bedroeg in 1990 ruim 46 ha, waar deze in 2000 nog 5 ha is. Het aandeel van het akkerareaal en boomgaarden in de totale oppervlakte cultuurgrond is de laatste 10 jaar nagenoeg constant gebleven, het aandeel grasland is met bijna 3% toegenomen, en de onbebouwde oppervlakte is in 2000 bijna te verwaarlozen. 8. 4. 3. 2 L an db ouw14 Actieve bedrijven Onderstaande tabel geeft een doorlichting van het aantal bedrijven die actief zijn per teelt of productie. Tabel 19:
Bedrijven actief in de landbouwsector per teelt of productie
Dilbeek per teelt of productie:
aantal bedrijven
oppervlakte in ha
1990
2000
in % tov 1990
1990
2000
weiden en grasland
99
58
58,6
358,13
332,42
in % tov 1990 92,8
Granen
82
42
51,2
317,34
222,56
70,1
(Groen)voedergewassen
82
64
78,0
153,56
118,10
76,9
Nijverheidsgewassen
21
10
47,6
31,14
49,42
158,7
Aardappelen
94
34
36,2
53,16
70,83
133,2
Groenteteelt in open lucht
68
23
33,8
35,40
29,30
82,8
totaal
178
92
51,7
948,73
822,63
86,7
Hoofdkenmerken naar bodembezetting Wat betreft de bodembezetting, wordt in 2000 37 % of 332 ha ingenomen door weiden en grasland en een ruime helft (56%) door akkerteelten. Deze bestaan hoofdzakelijk uit granen (223 ha) (groen)voedergewassen (118 ha) en aardappelen (71 ha). Daarnaast wordt er nog 49 ha ingenomen door nijverheidsgewassen -hoofdzakelijk suikerbieten. De groenteteelt in open lucht neemt 29 ha in beslag. Ten opzichte van 1990, is het vooral de oppervlakte aan granen die is afgenomen: in 2000 werd er 95 ha minder geteeld, wat staat voor een afname van 30%. Daarnaast merkt men dat de oppervlakte (groen)voedergewassen nog slechts 77% inneemt van het oorspronkelijk areaal van 1990, wat staat voor een afname van 36 ha. Weiden en grasland zijn met 26 ha of 7% afgenomen. Toename van de bebouwde oppervlakte is daarentegen te noteren voor de nijverheidsgewassen en de aardappelteelt, die beide met 18 ha zijn toegenomen. Voor de nijverheidsgewassen staat dit voor een toename van 59%, voor de aardappelteelt betekent dit een stijging van 33% ten opzichte van 1990. Wordt de evolutie van het aantal bedrijven bekeken, dan kan gesteld worden dat deze in tien jaar tijd ongeveer gehalveerd zijn: van 178 naar 92. De afname van actieve bedrijven geldt voor alle teelten. Voornamelijk het aantal bedrijven met groenteteelt (-66%), aardappelen (-64%), nijverheidsgewassen (-52%) en granen (-49%) is sterk afgenomen. 14
Bron: land- en tuinbouwtelling NIS 1990 en 2000, gemeente Dilbeek
D+A Consult Gemeente Dilbeek
86
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Minder sterke dalingen manifesteren zich in het aantal bedrijven met (groen)voedergewassen (-22%) en graslanden (-41%). Wanneer de afname van bedrijven gesteld wordt tegenover de evolutie in oppervlakte, dan tekenen er zich verschillende trends af naargelang de aard van de teelten: -
De afname van de oppervlakte graslanden, granen en groenteteelt gaat gepaard met een nog sterkere terugval van het aantal bedrijven. Deze landbouwbedrijven kennen een duidelijke schaalvergroting.
-
Voor de (groen)voedergewassen houdt de afname van bedrijven ongeveer gelijke tred met de afname aan bebouwde oppervlakte. De beteelde oppervlakte per bedrijf blijft hier ongeveer constant.
-
Voor de teelt van nijverheidsgewassen (suikerbieten) en aardappelen stelt men een toename van bebouwde oppervlakte vast, terwijl het aantal bedrijven sterk is verminderd; deze landbouwbedrijven worden gekenmerkt door een sterk schaalvergroting. Voor nijverheidsgewassen bedraagt de bebouwde oppervlakte per bedrijf in 2000 4.9 ha, terwijl deze in 1990 nog 1.5 ha bedroeg. De aardappelbedrijven kenden een toename van 0.6 ha per bedrijf naar 2.1 ha. Voor bijna alle teelten heeft zich het laatste decennium dus een schaalvergroting voorgedaan, die voor de aardappelbedrijven en bedrijven met (groen)voedergewassen zelfs zeer uitgesproken is. De veestapel Tabel 20:
Aantal bedrijven actief in de veeteeltsector
Dilbeek
1990
2000
aantal bedrijven met runderen
74
41
in % tov 1990 55,4
aantal bedrijven met melkkoeien
28
10
35,7
aantal bedrijven met zoogkoeien
31
21
67,7
aantal bedrijven met varkens
21
5
23,8
aantal bedrijven met pluimvee
31
27
87,1
aantal bedrijven met hoefdieren
12
11
91,7
aantal bedrijven met schapen
15
13
86,7
Wat betreft de rundveebedrijven zijn er in 2000 nog 41 bedrijven te tellen. Dit betekent bijna een halvering ten opzichte van 1990, toen er nog 74 rundveebedrijven waren. Het aantal runderen is in tien jaar afgenomen met 10 %, nl. van 1917 runderen in 1990 naar 1735 in 2000. Dit betekent een verhoging van het gemiddeld aantal runderen per bedrijf: in 1990 telde een rundveebedrijf gemiddeld 26 stuks, in 2000 is dit 42. Voornamelijk het aantal melkkoeien is afgenomen, evenals het aantal bedrijven (van 28 naar 10). Het aantal pluimveebedrijven is met 13% gedaald in tien jaar tijd. Het betreft hier echter een nevenactiviteit, wat blijkt uit het aantal stuks pluimvee; 1089 stuks in 1990 en in 2000 telde men 1574 stuks. Waar het in 1990 vooral legkippen betrof (637 stuks), is men in 2000 overgeschakeld op ganzen (812 stuks ten opzichte van 8 in 1990). Het aantal varkens is in tien jaar zeer sterk afgenomen van 935 in 1990 naar slechts 20 in 2000. Deze marginalisering van de varkensstapel weerspiegelt zich eveneens in het aantal varkenshouderijen, waarvan er nog 5 zijn in 2000.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
87
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
8. 4. 3. 3 T uin bo uw Tabel 26:
Bedrijven actief in de tuinbouwsector
Dilbeek
1990
2000
1990
2000
abs. oppervlakte [are] rel. oppervlakte [%]
1990
2000
abs. aantal bedrijven 97 49
1990
2000
rel. aantal bedrijven 100 50,5
in open lucht [in are]
5956
4758
100
79,9
sierteelt in open lucht
747
525
100
70,3
27
17
100
63,0
Extensieve groenteteelt*
400
2083
100
520,8
68
23
100
33,8
Intensieve groenteteelt*
3140
847
100
27,0
fruitteelt
1669
1303
100
78,1
2
9
100
450,0
serreteelt [in are]
693
719
100
103,8
60
32
100
53,3
groenten in serres
324
402
100
124,1
23
11
100
47,8
fruit in serres
22
27
100
122,7
29
2
100
6,9
sierteelt in serres
347
290
100
83,6
28
18
100
64,3
* extensieve groenteteelt = in vruchtwisseling met akkerbouwgewassen * intensieve groenteteelt = in vruchtwisseling met andere groenten
De tuinbouwteelt in open lucht kende in tien jaar tijd een oppervlakteafname van 1198 are of 20%. Het aantal bedrijven is in dezelfde tijdsspanne gehalveerd. De groenteteelt in open lucht kende een afname van 17 %, dit is vooral te wijten aan een sterke terugval van de intensieve groenteteelt. In 1990 werden nog verschillende variëteiten geteeld, waaronder vooral witloof (371a), ajuin (550a), andijvie (320a), prei (252a) en radijzen (241a), in 2000 zijn enkel nog ajuin (176 a) en andijvie (250a) van enig belang. De extensieve groenteteelt kende daarentegen een vervijfvoudiging inzake oppervlakte. In 1990 betrof het 400 are met uitsluitend witloof(wortelen), tegenover 2083 are in 2000 met tuinwortelen, stamslabonen en andere. De oppervlakte witloofwortelen neemt slechts nog 50 are in beslag. Sierteelt in open lucht is met 222 are afgenomen tot 525 are in 2000. De fruitteelt in open lucht betreft hoofdzakelijk fruitbomen en deze kende een oppervlaktevermindering van 22%. Bekijkt men het aantal bedrijven, dan stelt men vast dat het aantal bedrijven met groenteteelt teruggevallen is tot 34% van het oorspronkelijke aantal in 1990, het aantal sierteeltbedrijven tot 63%. In het voorbije decennium zijn er daarentegen 7 fruitteeltbedrijven bijgekomen. Globaal gezien is het aantal tuinbouwbedrijven met open lucht activiteiten gehalveerd in tien jaar tijd. Voor bedrijven met serreteelten geldt het hetzelfde: deze zijn teruggevallen van 60 naar 32. De grootste bedrijvenafname is vast te stellen voor de fruitteelt (hoofdzakelijk aardbeien): van 29 naar 2 bedrijven. De ingenomen oppervlakte is echter met 20% toegenomen. Het aantal bedrijven met groenten in serres is meer dan gehalveerd, terwijl de bebouwde oppervlakte gestegen is met 24%. De sierteelt in serres is zowel qua oppervlakte (-17%) als qua aantal bedrijven (-36%) achteruitgegaan. Samenvattend kan gesteld worden dat de tuinbouw in Dilbeek achteruit gaat. Het aantal tuinbouwbedrijven is gehalveerd. De ingenomen oppervlakte is eveneens verminderd, maar kende een relatief minder sterke afname. Voor de teelten in open lucht is voor de groenteteelt de bebouwde oppervlakte per bedrijf sterk toegenomen (van 52 naar 127a/bedrijf), terwijl deze voor de fruitteelten afgenomen is en voor de sierteelten licht is toegenomen. Voor serreteelten is de ingenomen oppervlakte lichtjes gestegen, maar het aantal bedrijven tot ongeveer de helft teruggebracht. Deze trend geldt voor alle teelten, maar voor de groente- en fruitteelt is deze zeer uitgesproken.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
88
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
8. 4. 3. 4 Z eker h ei d o ver d e b ed rij fsop vol gi ng Tabel 27:
Bedrijfsopvolging in Dilbeek in 1990 en 2000
Dilbeek
1990
totaal aantal bedrijven totale opp. cultuurgrond
2000
178
92
1034,02
25%
891,66
Vermoedelijke opvolger > 14 j
8
4%
18
22% 20%
geen opvolger
93
52%
42
46%
weet het nog niet
18
10%
7
8%
In 2000 is voor 42 bedrijven bekend dat er geen opvolger zal zijn. Dit betekent 46% van het totaal aantal landbouwbedrijven. Indien hierbij de bedrijven geteld worden die “het nog niet weten” komt men aan 53 % die waarschijnlijk geen opvolging kennen. Slechts 18 landbouwbedrijven (of 20 %) hebben een vermoedelijke opvolger. Over de rest van de bedrijven werd geen informatie verstrekt. Neemt men de gegevens van 1990 eveneens in beschouwing, dan blijkt dat nu meer bedrijven een vermoedelijke opvolger hebben; in 1990 waren dit er 8 op 178 (of slechts 4%) tegenover 18 op 92 (of 20%) in 2000. Ook lag tien jaar geleden het aantal bedrijven zonder opvolger hoger, evenals het aantal bedrijven “die het nog niet weten”; samen was dit 62% in 1990. Deze cijfers zijn veel positiever dan voor het arrondissement, waar in 2000 slechts 8% van de bedrijven een vermoedelijke opvolger kent, en 47% van de landbouwbedrijven geen opvolger heeft. 8. 4. 3. 5 Im p act van h et m estd ecr eet Door het mestdecreet streeft het Vlaams Gewest naar de beheersing van de mestproblematiek zonder de leefbaarheid van de landbouwbedrijven in het gedrang te laten komen. De eerste versie werd op 23 januari 1991 door de Vlaamse regering goedgekeurd. Het definitieve decreet werd van kracht op 1 januari 1996. Op 30/03/2000 werd een nieuwe en strengere versie van het MAP goedgekeurd. Voor de duidelijke impact van het mestdecreet werd een nitraatmeetnet geïnstalleerd. Belangrijke bepalingen voor de gemeente Dilbeek zijn de gehanteerde bemestingsnormen en het vergunningsbeleid. Naar de bemestingsnormen toe geldt een verscherping in gronden die worden ondergebracht in de groepen ‘water’, ‘natuur’ en ‘fosfaatverzadigde gebieden'. Landbouwers met percelen gelegen in de gebieden ‘water’ en ‘natuur’ kunnen een vergoeding krijgen. Voor de gemeente Dilbeek geldt voornamelijk de verscherpte bemestingsnormen voor de ‘groep natuur’. Dit zijn gebieden die vallen onder de bosgebieden, natuurgebieden, natuurontwikkelingsgebieden en de natuurreservaten die op het gewestplan zijn afgebakend. 8. 4. 3. 6 Z on evr eem d e ag r arisch e b ed rij ven Landbouwbedrijfszetels in uitbating en andere vergunde aanverwante agrarische activiteiten in agrarisch gebied worden niet als zonevreemd weerhouden vanuit de woon-of bedrijfsfunctie. Onder welke vorm een woonfunctie kan gerealiseerd worden in een gewezen bedrijfszetel en hoeveel wooneenheden per bedrijfszetel mogen gehandhaafd worden, vergt een veel gedetailleerder onderzoek en een meer gedifferentieerde aanpak dan de studie rond zonevreemde woningen die binnen het structuurplan wordt voorgesteld. 8. 4. 3. 7 P l attel andsto er i sm e Aan de Neerhofstraat in Itterbeek bevindt zich het Neerhof, een jeugd-en gezinsboerderij. Deze biedt verscheidene mogelijkheden voor schoolactiviteiten en tienervakanties, hoevefeesten, wandelingen en individuele bezoeken. Tevens is er een hoevewinkel waar zuivelproducten, aardappelen en honing verkocht worden. Het Neerhof kent een regionale uitstraling. 8.4.4
RUILVERKAVELING
Een deel van de gemeente Dilbeek behoort tot de ruilverkaveling Ternat. Deze spreidt zich uit over de gemeenten Roosdaal, Lennik, Ternat en Dilbeek en is zo’n 976 ha groot. Dit project heeft tot doel het
D+A Consult Gemeente Dilbeek
89
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
landgebruik van de agrarische gebieden te optimaliseren met aandacht voor landschappelijke en ecologische waarden. Voor afbakening van het ruilverkavelingsgebied wordt verwezen naar de synthesekaart open ruimtestructuur. 8.4.5
KNELPUNTEN EN KWALITEITEN
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
8. 4. 5. 1 Kn elp un ten Sterk versnipperd landbouwareaal Dilbeek beschikt slechts over een beperkt landbouwareaal: in 2000 is slechts 22 % van de totale oppervlakte in gebruik als cultuurgrond. Deze gronden zijn bovendien erg versnipperd. Door de nabijheid van de hoofdstad hebben deze gronden namelijk sterk te lijden onder de steeds toenemende bouwdruk. Enkel in deelgemeente Sint-Martens-Bodegem, op de grens met Ternat, komen nog relatief grote aaneengesloten stukken landbouwgrond voor. Maar ook hier dreigt de uitbreiding van de (lint)bebouwing de landbouwgronden verder te versnipperen. Grootschalige terreinen zijn echter vereist om tegemoet te komen aan de schaalvergrotende trend die zich steeds verder zet. Onstabiliteit van de landbouwsector Het aantal bedrijven in de landbouwsector is in tien jaar tijd bijna gehalveerd, met daarnaast de vaststelling dat 46 % van de nu nog bestaande bedrijven geen opvolging zullen kennen. Bovendien stijgt de grondprijs wat voor bijkomende problemen zorgt voor grondgebonden bedrijven. Dit werkt de onstabiliteit van de opvolging verder in de hand. Achteruitgang van de land- en tuinbouw Algemeen mag gesteld worden dat de landbouw achteruit ‘boert’ in Dilbeek. Het aantal landbouwers en het aantal bedrijven is de laatste tien jaar zelfs sterker gedaald dan het gemiddelde voor het arrondissement. Ook de toekomst ziet er niet echt rooskleurig uit aangezien bijna de helft van de landbouwbedrijven waarschijnlijk geen bedrijfsopvolging heeft. De achteruitgang van de landbouw kan op termijn grote consequenties hebben voor het gebruik van de resterende oppervlakten open ruimte in Dilbeek. 8. 4. 5. 2 Kw ali tei ten Beschikbare ruimte voor landbouw Uit de juridische randvoorwaarde voor de landbouw blijkt dat wanneer men een vergunning wil krijgen of een vergunning wil hernieuwen grondgebonden mestafzet noodzakelijk is. Daar de gemeente Dilbeek momenteel nog over ruimte beschikt voor deze invulling is blijvende landbouwexploitatie mogelijk. De vruchtbare gronden van het Pajottenland zijn beschikbaar als goed gedraineerde percelen en zijn momenteel in handen van de landbouw. Het behoud van deze gronden biedt een zekerheid naar de mogelijkheid van landbouwuitbating. Positieve evolutie bedrijfsopvolging Uit de cijfers van het NIS blijkt dat de bedrijfsopvolging in de voorbije tien jaar iets positiever geworden is. In 2000 is toch voor 20% van de bedrijven een vermoedelijke opvolger, en dit is hoger dan het arrondissementsgemiddelde. Bovendien is het aantal bedrijven zonder opvolger tegelijkertijd iets afgenomen.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
90
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Tuinbouwveiling te Zellik De aanwezigheid van de tuinbouwveiling (Bravaveiling) in de naburige gemeente Zellik is zeker een bijkomende troef voor de ondersteuning van de groenteteelt en de hard fruitteelt in de omgeving. Grootschalige agrarische gebieden op het gewestplan Op het gewestplan vallen de grootschalige agrarische gebieden op in de westelijke helft van de gemeente, ten noorden van de N8, alsook in het uiterste zuiden van de gemeente. Deze terreinen mogen in de toekomst uitsluitend voor agrarische doeleinden aangewend worden; zij zijn tenslotte vereist om tegemoet te komen aan de schaalvergrotende trend die zich nog steeds verder zet. Mogelijkheden voor de serreteelten De Bravaveiling (Zellik) en Euroveiling (Brussel) zijn afzetmogelijkheden die in de nabijheid van Dilbeek zijn gelegen. Daarnaast zijn ook het provinciaal proefcentrum in Pamel en de Tuinbouwscholen van Peizegem en Anderlecht nabij gelegen. Dit kan bijkomende ontwikkelingsmogelijkheden voor deze teelten bieden.
8.5
Kasteelparken en landeigendommen
Voor situering op kaart zie synthesekaart open ruimtestructuur 8.5.1
OMSCHRIJVING
Tijdens de veldinventaris werd vastgesteld dat in Dilbeek heel wat kasteelparken voorkomen. 8.5.2
KENMERKEN
De kasteelparken zijn zeer divers in opbouw en karakter. Het betreft zowel parken met authentieke, historische kastelen als grote herenhuizen of villa’s van recentere datum, al dan niet in combinatie met een (kasteel)boerderij, portierswoning, stallen, of moderne openbare instellingen. Binnen de open ruimtestructuur vormen deze kasteelparken gezamenlijk een belangrijke hoeveelheid groengebieden van diverse aard. Op het gewestplan zijn deze parken meestal gelegen in parkgebied, natuurgebied en bosgebied. De groengebieden zijn ook ecologisch divers met waardevolle en weinig waardevolle elementen. Globaal kan gesteld worden dat deze kasteelparken waardevol zijn zowel omwille van hun ruimtelijke en historische (erfgoed) waarden als omwille van hun landschappelijke kwaliteiten en natuurlijke aspecten. Deze specifieke ruimtelijke groenelementen verdienen dan ook bijzondere aandacht binnen de open ruimtestructuur. Bij het uitwerken van een beleidsvisie voor de kasteelparken in globo dienen al deze elementen tot hun recht te kunnen komen. Zo kan het voortbestaan van de verschillende kasteelparken en hun “kastelen” gegarandeerd worden. De waardevolle kenmerken dienen versterkt en/of beschermd te worden, rekening houdend met de haalbaarheid (openbaar, privaat bezit). Bestemmingswijzigingen voor de gebouwen dienen voorzichtig afgewogen te worden in functie van de landschappelijke waarden. In eerste instantie zal de woonfunctie binnen de “kastelen” voorop staan. In die zin kunnen kasteelgebouwen en hun parken aangepast worden voor hedendaagse aan het wonen verwante functies15. Waar mogelijk en wenselijk dienen deze entiteiten betrokken te worden in de verdere uitbouw van het socio-cultureel en toeristisch-recreatief beleid. Als onderdeel van de landschapsbeleving bieden deze groengebieden potenties om geïntegreerd te worden in het aanbod van park- en groengebieden. Ook ten aanstaan van het privatief karakter dienen soepele maar beperkte mogelijkheden voorhanden te zijn om bestemmingswijzigingen, uitbreidingen en/of vernieuwingen aan deze entiteiten toe te 15
vb. aanleg privaat zwembad, tennisveld, ruimte voor technische voorzieningen, tuinhuis, stallingen, in het park geïntegreerde verharding voor toegang en bewonersparkeren,……
D+A Consult Gemeente Dilbeek
91
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
kennen, rekening houdend met hoger genoemde kwaliteiten en opties (landschap, historisch karakter,…). Verschillende mogelijkheden kunnen verder worden uitgewerkt door beschermingsbesluit of andere mogelijke toepassingen na verdwijnen woonfunctie.
wijziging
van
Een bijzondere problematiek vormen de kasteelparken en landeigendommen met rusthuizen. Meer specifiek gaat het over de sites waarin de volgende rusthuizen gelegen zijn: Residentie Koning Albert (openbaar) in Itterbeek, Residentie Maria Assumpta (privaat) in Dilbeek, Sint-Alena in Dilbeek (privaat) en Rusthuis De Verlosser (privaat) in Sint-Ulriks-Kapelle. Samen zijn ze goed voor meer dan de helft van de Dilbeekse rusthuizen. Alle sites hebben de bestemming parkgebied, wat de rusthuizen en de woningen in de directe omgeving van de rusthuizen zonevreemd maakt. In het licht van een globaal toenemende vergrijzing is een lange termijnvisie vereist voor deze sites.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
92
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
9. BESTAANDE VERKEERS- EN VERVOERSSTRUCTUUR 9.1
Omschrijving
De verkeersinfrastructuur bepaalt in grote mate de relaties tussen nederzettingsstructuren. De lineaire structuur van verkeerswegen, heeft een groot structurerend vermogen voor de open ruimte. Niet alleen de aanwezigheid van dergelijke (lijn)infrastructuren, maar ook de aard en de diversiteit, zijn in veel gevallen de bepalende factor (geweest) voor de ontwikkeling van nederzettingsstructuren, activiteiten en functies.
9.2
Kenmerken
Kaart 21:
Bestaande verkeers- en vervoersstructuur
De bereikbaarheid van de gemeente Dilbeek wordt gegarandeerd door de aanwezigheid van belangrijke verkeersinfrastructuren. De twee belangrijkste verkeersassen, met name de R0 en de E40, liggen ongeveer dwars op elkaar en kruisen elkaar in het noordoosten van het grondgebied van de gemeente. Op het grondgebied van Dilbeek zijn ook twee spoorlijninfrastructuren aanwezig. 9.2.1
AANWEZIGE BOVENLOKALE VERKEERS- OF VERVOERSVOORZIENINGEN
9. 2. 1. 1 W eg en in frastr u ctu u r In het oosten wordt de gemeente Dilbeek doorsneden door de Ring rond Brussel (R0). De tweede belangrijke ontsluitingsweg, de A10/E40-autosnelweg (Brussel – Gent – Oostende) situeert zich in het noordelijke deel van de gemeente. Beide autosnelwegen kruisen elkaar in het noordoosten van de gemeente, dit in deelgemeente Groot-Bijgaarden. De gemeente is op beide autosnelwegen aangesloten met maar liefst vier directe en twee indirecte toegangen of verkeerswisselaars. De gemeente kent volgende gewestwegen: ▪ de N8: de historische verbinding tussen Brussel en Ninove en de hoofdontsluitingsader van de kernen Dilbeek, Itterbeek, Schepdaal en Sint-Martens-Bodegem. De gemeente is via de N8 direct aangesloten op de Ring rond Brussel (R0); ▪ de N282: de verbinding tussen Anderlecht en Gooik. Deze weg vormt tevens een verbinding tussen de provinciale baan N285 (Asse-Edingen) en de Ring rond Brussel (R0). Deze weg dwarst even het grondgebied van Dilbeek in het uiterste zuiden van de gemeente. ▪ de N9: de historische verbinding tussen Brussel en Gent. Deze verbinding is van minder belang voor Dilbeek aangezien zij de gemeente in feite slechts raakt in het uiterste noordoosten (deelgemeente Groot-Bijgaarden); 9. 2. 1. 2 S p oo rin fr astr u ctu ur Dilbeek is door drie stations aangesloten op het spoorwegnetwerk. De stations bevinden zich in de deelgemeenten Dilbeek, Groot-Bijgaarden en Sint-Martens-Bodegem. Dilbeek is het enige station met loketfunctie, deze in Groot-Bijgaarden en Sint-Martens-Bodegem fungeren enkel als halte. Deze stations zijn alle gelegen op de lijn 50: Brussel – Denderleeuw – Aalst. De stations worden bediend door een stoptrein, met een goede tot zeer goede bediening. Op werkdagen ligt de minimumfrequentie op 2 treinen/uur/richting, in de spitsfrequentie op 4 treinen/uur/richting (soms 5 in de richting van Denderleeuw). De weekendbediening ligt op 1 trein/uur/richting. De tweede spoorlijn (lijn 50a) die het zuidelijke deel van de gemeente dwarst heeft geen stations op grondgebied Dilbeek. Op grondgebied Groot-Bijgaarden doet tramlijn 19 (Groot-Bijgaarden – Sint-Aghatha-Berchem – Koekelberg – Jette – Heizel) het station van Groot-Bijgaarden aan en is de terminus gelegen in de R. Dansaertlaan.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
93
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
9.2.2
AANWEZIGE LOKALE VERKEERS- EN VERVOERSVOORZIENINGEN
9. 2. 2. 1 W eg ver ke er Met de beschrijving van de voornoemde gewestwegen en autosnelwegenstructuur zijn in feite ook de belangrijkste externe verbindingsmogelijkheden voor de gemeente aangegeven. Voor de gemeentelijke en intergemeentelijke verplaatsingen zijn volgende wegen nog van belang: ▪ De Brusselstraat: verbindt en doorsnijdt de deelgemeenten Sint-Ulriks-Kapelle en GrootBijgaarden. Zij loopt parallel aan zowel de A10/E40, de N8 en de N9. ▪ De Ijsberg- en Doylijkstraat: vormen vanaf de N8 een verbinding met de gemeente Sint-PietersLeeuw. ▪ De J. De Trochstraat: voorziet in een externe ontsluiting naar Wambeek (deelgemeente van Ternat). ▪ De Itterbeeksebaan: is de hoofdontsluitingsas van de deelgemeente Itterbeek en heeft tevens een externe ontsluitingsfunctie naar Anderlecht in het oosten. ▪ De Bodegemstraat: verbindt de deelgemeenten Itterbeek en Sint-Martens-Bodegem met elkaar en voorziet in een externe verbinding naar de gemeente Ternat via de Ternatstraat. ▪ De route Kotthemstraat – Isabellastraat – Roomstraat –Rollestraat –Keperenbergstraat: verbindt de deelgemeenten Schepdaal en Itterbeek. ▪ De Berchemstraat: voorziet het centrum van Dilbeek in een externe relatie naar Sint-JansMolenbeek. ▪ De Kattebroekstraat en de Dansaertlaan: De Kattebroekstraat geeft Dilbeek centrum een externe verbinding met Sint-Agatha-Berchem en de verkeerswisselaar nr. 12 van de R0. De Dansaertlaan verbindt de kern Wolsem direct met het Brusselse terwijl er ook via deze laan en middels verkeerswisselaar nr. 11 van de ring R0 een aansluiting op het nationale wegennet mogelijk is. ▪ De Gossetlaan: verzorgt de directe aansluiting van de belangrijkste industriezone van Dilbeek op het nationale wegennet. De (overige) binnengemeentelijke relaties worden verzorgd door wegen met een historisch verbindingskarakter. Zij maken in een aantal gevallen tevens deel uit van de belangrijkste externe verbindingsroutes met de buurgemeenten en/of de ring R0. 9. 2. 2. 2 Bu sver vo er De gemeente wordt bediend door de Vlaamse vervoersmaatschappij ‘De Lijn’. De belangrijkste lijnen worden gevormd door de buslijnen 355, N en de 118 (gedeeltelijk). Deze volgen overwegend de hoofdwegenstructuur (de parallelle assen: Ninoofsesteenweg, Itterbeeksebaan en Brusselstraat). Momenteel wordt Dilbeek bediend door de volgende buslijnen: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
Buslijn 116 (Brussel – Itterbeek – Ternat) Buslijn 117 (Brussel – Itterbeek – Dilbeek, Rondenbos) Buslijn 118 (Brussel – Itterbeek – Schepdaal) Buslijn 126 (Snelbus Brussel – Ninove) Buslijn 127 (Brussel – Liedekerke – Ninove) Buslijn 128 (Brussel – Ninove) Buslijn 129 (Brussel, Noord – Dilbeek, Zuurweide) Buslijn 136 (Groot-Bijgaarden, Gossetlaan – Alsemberg) Buslijn 137 (Dilbeek – Alsemberg) Buslijn 141 (Brussel – Lennik – Leerbeek) Buslijn 213 (Brussel – Asse – Ternat – Teralfene – Aalst) Buslijn 214 (Brussel – Asse – Aalst) Buslijn 212 (Snelbus Aalst – Koekelberg, Simonis) Buslijn 355 (Brussel – Ternat – Liedekerke) Schooldienst 1 Dilbeek Schooldienst 2 Dilbeek
D+A Consult Gemeente Dilbeek
94
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
9. 2. 2. 3 L an gz aam ver keer Wat de zachte vervoerswijzen betreft is er een (inter-)provinciaal fietsroutenetwerk ontworpen (zie planningscontext). Dit fietsroutenetwerk is gemeenteoverschrijdend en is naast recreatief ook functioneel bedoeld, zo ook voor woon-werkverkeer over langere afstand. Het beschikbare fietsroutenetwerk vertoont slechts gedeeltelijk een samenhang, terwijl de continuïteit van de fietsvoorzieningen in een aantal gevallen niet aanwezig is. De bestaande fietsvoorzieningen komen in het algemeen langs de hoofdwegenstructuur voor. In de woongebieden zijn de voetgangersvoorzieningen algemeen gezien in voldoende mate aanwezig en uitgerust. Desondanks heerst er een voetpadenproblematiek in de Neerhofwijk te Dilbeek. Inzake het dwarsen/oversteken van bepaalde situaties zijn in het verleden een aantal maatregelen getroffen. Zo is de oversteekbaarheid ter hoogte van de scholen verbeterd door het aanbrengen van verkeerslichten langs drukke wegen. Een aanzienlijke verbetering inzake oversteekbaarheid van de N8 werd bekomen door de fiets- en voetgangerstunnel onder de N8 ter hoogte van de Lambrechtsstraat. Met de herinrichting van de N8, op het deeltracé Ring – Spanuit, is zeker voor het meest intensief gedwarste deel van de N8, een verbetering bekomen door het aanleggen van een middenberm en verkeerseilanden tussen de verschillende rijrichtingen.
9.3
Knelpunten en kwaliteiten
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25: 9.3.1
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten KNELPUNTEN
Problemen met betrekking tot de huidige verkeersontsluiting en de eraan gekoppelde verkeersveiligheid ▪ De situering van de gemeente ten opzichte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de aanwezigheid van de A10/E40 en de R0 evenals de verkeerswisselaars verklaren in belangrijke mate dat de gemeente wordt geconfronteerd met veel doorgaand verkeer en verzadiging van het wegennet. Dit heeft geleid tot verschillende punten van onveilige verkeerssituaties. ▪ Het doorgaande verkeer heeft de verkeersdruk op de gemeentelijke infrastructuur sterk doen toenemen, waardoor het ‘hergebruik’ van oude (historische) verbindingen, de N8, N9 en N282, steeds manifester wordt. Dit heeft niet alleen consequenties voor de leefbaarheid langs deze wegen, maar leidt tevens tot verzadigingsverschijnselen ter hoogte van de aansluitingen op voornoemde autosnelwegen. ▪ De verzadigingsverschijnselen leiden op hun beurt tot het ontstaan van sluikverkeer (verkeer met herkomst en bestemming buiten de gemeente) in een aantal wegen/straten, die deel uitmaken van het Dilbeekse hoofdwegennet. ▪ Naast voornoemde externe verbindingswegen worden echter ook (woon)straten gebruikt door het doorgaande verkeer. Gezien langs deze routes vooral wordt gewoond en in een aantal gevallen een sterke functievermenging plaats heeft, staan de leefbaarheid en verkeersveiligheid in de gemeente onder zware druk. ▪ In een aantal situaties en meer bepaald langsheen de historische verbindingswegen heeft overmaat aan doorgaand verkeer een duidelijke barrièrewerking tot gevolg. ▪ De autosnelwegenstructuur vormt op bepaalde plaatsen fysische barrières. De R0 scheidt de wijk Moortebeek van Dilbeek-centrum en isoleert de Stationswijk van Groot-Bijgaarden ten opzichte van de rest van de gemeente. ▪ De barrièrewerking van de spoorwegen is eerder gering. Enkel in Groot-Bijgaarden worden de relaties tussen het noordelijke en zuidelijke woongebied beperkt tot één enkele straat. ▪ Naast de fysische barrières kunnen de N8–Ninoofsesteenweg, de Brusselstraat, de Dansaertlaan en de Itterbeeksebaan als psychische barrières worden beschouwd. Daarenboven zijn de activiteiten langs de N8–Ninoofsesteenwg in conflict met de verkeersfunctie van de Steenweg. ▪ Als gevolg van de verzadiging van het wegennet kennen diverse situaties te Dilbeek afwikkelingsproblemen. D+A Consult Gemeente Dilbeek
95
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
▪ ▪ ▪ ▪ ▪
De verkeerswisselaar van de N8–Ninoofsesteenweg met de R0 kan eveneens als een capaciteitsknelpunt worden beschouwd. De bereikbaarheid van de noordoostelijke industriezone via de Brusselstraat en de Stationstraat verloopt moeilijk, om redenen van te beperkte kruispuntruimte. De verkeerssituatie hier zorgt er echter wel voor dat het gemeenteplein van Groot-Bijgaarden ontlast wordt. Er is een probleem van sluipwegen op spitsuren (vb. Arconatistraat). Het vrachtverkeer brengt veel schade toe aan de wegen en dit vooral aan de kleine wegen. Er is een probleem van zwaar verkeer en vervoer van gevaarlijke stoffen door woonwijken.
Parkeerdruk Er wordt een grote parkeerdruk en parkeerproblemen geconstateerd in: ▪ De N8 – Ninoofsesteenweg, op het deeltracé Ring R0 – Molenbergstraat, ten gevolge van de aanwezigheid van woningen, winkels en bedrijven. ▪ De Verheydenstraat (de winkelstraat van Dilbeek). In het recente verleden werd een parkeerruimte van ongeveer 100 parkeerplaatsen aangelegd tussen de Verheydenstraat en de Oude Smidsestraat. Dit heeft echter geen verlichting gebracht in de Verheydenstraat. ▪ Brusselstraat (winkelactiviteiten). ▪ Gossetlaan en aanpalende straten als gevolg van de aanwezigheid van bedrijven. ▪ Parking sporthal Caerenberg te Schepdaal ▪ Parkeerproblematiek hoek Rustlaan – Brusselstraat te Groot-Bijgaarden. ▪ Er is een gebrek aan parkings nabij bus-, tramhalten en treinstations. ▪ Er is een gebrek aan parkeergelegenheid nabij socio-culturele en sportvoorzieningen. De omgeving van het cultureel centrum ‘Westrand’: bij bepaalde voorstellingen / activiteiten / manifestaties is de beschikbare parkeercapaciteit te gering waardoor een parkeerdruk wordt ervaren in de omliggende straten. De omgeving van het ontmoetingscentrum van Itterbeek is bij tijd en wijle eveneens onderhevig aan een te hoge parkeerdruk. Parkeerproblematiek rondom zwembad Dilkom in Kauwenaardewijk te Dilbeek en rondom het Regina Caeli-lyceum ter hoogte van het zwembad in de Rozenlaan. ▪ Er is een gebrek aan parkeergelegenheid nabij openbare instellingen (post,…) Wat het parkeren bij de stations betreft, blijkt dat er enkel aan het station van Dilbeek sprake is van een structureel tekort aan parkeerruimte. Als gevolg daarvan wordt er rondom het station geparkeerd en dan vooral in de Stationstraat, waarbij de kruising met de Dansaertlaan geheel wordt omzoomd met geparkeerde voertuigen. Ondanks de gunstige ligging, aan de rand van Brussel en dichtbij de verkeerswisselaar met de R0, kan de capaciteit van de parking aan het station van Groot-Bijgaarden moeilijk worden uitgebreid met het oog op de aanpalende bebouwing. Onderlinge aansluiting openbaar rail- en busvervoer ▪ Het openbaar vervoer circuleert te weinig radiaal rond Brussel. ▪ De verschillende vervoersmodi zijn slecht op elkaar afgestemd (verschillende soorten tickets). ▪ Er is nood aan een verbinding tussen Dilbeek en AZ van Jette. ▪ De bus moet worden aangepast aan de noden (belbus). ▪ De frequentie van sommige bustrajecten moet verhogen (vooral voor pendelaars en schoolgaande jeugd). ▪ De trein zou frequenter moeten stoppen op de verschillende treinhaltes in Dilbeek. Langzaam verkeer Fietsvoorzieningen ▪ De gemeente Dilbeek beschikt niet over een samenhangend net van fietsvoorzieningen, waardoor sommige kernen minder goed met elkaar zijn verbonden. ▪ Andere zwakke plekken zijn fietsoversteekplaatsen: in vele gevallen zijn deze niet aanwezig. Indien ze wel voorzien zijn, zijn ze veelal onveilig uitgebouwd. ▪ Met uitzondering van een aantal fietsvoorzieningen langs de gemeentelijke structuurwegen, zijn de meeste fietspaden en fietsstroken in slechte staat of te smal. ▪ Het gebrek aan continuïteit in de voorzieningen geeft aanleiding tot gevaarlijke situaties. In sommige gevallen werden fietspaden niet op elkaar aangesloten. ▪ Een aantal fietsvoorzieningen zijn ontworpen zonder rekening te houden met desiderata van de fietsers. Langs de andere kant zijn er fietsvoorzieningen op plaatsen waar er geen nodig waren.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
96
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
▪ ▪
Bepaalde fietsvoorzieningen bieden weinig comfort. Dit is een gevolg van ongelijke ligging of verzakkingen, het veelvuldig parkeren op het fietspad en/of het regelmatig overrijden daarvan en het te grote snelheidsverschil tussen de fietser en het gemotoriseerd verkeer. Sommige fietspaden of fietsstroken beginnen of eindigen plots, zonder dat ze op andere bestaande fietsvoorzieningen aansluiten en zonder bijkomende beveiligingen.
Voetgangersvoorzieningen ▪ Belangrijke knelpunten qua onleefbaarheid vormen de gewestwegen en voornamelijk de doortochten daarvan door de kernen. ▪ Wel zijn er enkele problemen ter hoogte van de Neerhofwijk te Dilbeek en blijft het oversteken van voornamelijk de hoofdwegen, met de N8 voorop, nog altijd gevaarlijk. ▪ Een aantal voetpaden buiten de beschouwde woongebieden zijn in minder goede staat. ▪ Sommige straten en kruisingen zijn overgedimensioneerd. 9.3.2
KWALITEITEN
Verkeersontsluitingen en –verbindingen ▪ De gemeente is bijzonder goed ontsloten. De aanwezigheid van de A10/E40, de R0, de N8 en de diverse verkeerswisselaars zorgen ervoor dat de gemeente direct op het hoofdwegennet is aangesloten. ▪ De interne verbindingen zijn eveneens goed voorzien. Vermits die interne verbindingen verlopen via de historische verbindingswegen dienen deze verbindingen zowel de interne, externe als bovenlokale doorgaande verplaatsingen. Goede openbaar vervoerverbindingen ▪ De gemeente wordt goed tot zeer goed bediend inzake het railvervoer. Door de nabijheid van de IC/IR-stations van Brussel en Denderleeuw, zijn nagenoeg alle railverbindingen mogelijk. ▪ De hoofdstructuur van het openbaar vervoer kenmerkt zich door een oost-west oriëntatie (van de randgemeenten naar het Brusselse), wat goede aansluitingen geeft op trein-, tram- en metrostations binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een noord-zuid gericht openbaar vervoer ontbreekt echter.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
97
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
10. BESTAANDE TOERISTISCH-RECREATIEVE STRUCTUUR Kaart 22:
10.1
Bestaande recreatievoorzieningen
Omschrijving
De ruimtelijke structuur van de bestaande recreatieve activiteiten wordt gevormd door de aanwezigheid van en de samenhang tussen de recreatieve voorzieningen in de ruimte.
10.2
Kenmerken
10.2.1
RECREATIEVE BESTEMMINGEN
In eerste instantie wordt de oppervlakte voor recreatieve activiteiten in het gewestplan voor de gemeente Dilbeek vergeleken met de recreatieve voorzieningen in een aantal buurgemeenten en de hogere administratieve eenheden (zie onderstaande tabel). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de term ‘bezettingsgraad’. Dit is de verhouding tussen het aantal inwoners en de oppervlakte aan recreatievoorzieningen (dag- en verblijfsrecreatie) volgens het gewestplan (inwoners/ha recreatie). Tabel 28:
Bezettingsgraad recreatieve bestemmingen
Entiteit
aantal inwoners
Oppervlakte Grondgebied (ha)
Dilbeek
37.499
4.118
Sint-Pieters-Leeuw
29.821
Lennik
8.495
Ternat
14.266
Asse Arr. Halle - Vilvoorde
Recreatie
Oppervlakte Recreatie (ha)
Bezettingsgraad
(%) 1,0
41
(inw. / ha recreatie) 914
4.038
0,3
12
2485
3.080
0,3
9
943
2.448
0,7
17
839
27.583
4.964
0,5
24
1149
554.110
94.293
0,7
660
840
Vlaams-Brabant
1.007.882
210.615
0,7
1.474
683
Vlaamse Gewest
5.912.382
1.352.225
1,3
17.579
336
Bron: Wegwijs in eigen regio. - Portret van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten, GOM Vlaams-Brabant, 1999
Besluit: Op het gewestplan is 1,0% van het grondgebied van Groot-Dilbeek ingekleurd als recreatiezone16. Dit is iets hoger dan het gemiddelde van Vlaams-Brabant en het arrondissement Halle-Vilvoorde waar slechts 0,7% van de totale oppervlakte wordt aangeduid als recreatiebestemming. In vergelijking met het Vlaamse Gewest is de relatieve oppervlakte recreatiegebied in Dilbeek dan weer kleiner. Uit bovenstaand tabel blijkt tevens dat de provincie Vlaams-Brabant een zeer hoge ‘bezettingsgraad’ kent in vergelijking met het gemiddelde in Vlaanderen. 1 ha recreatiebestemming op het gewestplan moet in de provincie Vlaams-Brabant (683 inw/ha) en in het arrondissement Halle-Vilvoorde (840 inw/ha) meer dan het dubbel aantal mensen opnemen dan het gemiddelde in Vlaanderen (336 inw/ha). Binnen het arrondissement Halle-Vilvoorde en de omringende gemeenten die allemaal een relatief hoge bezettingsgraad kennen, behoort Dilbeek met 914 inwoners die gebruik moeten maken van 1 ha recreatie tot de meer gemiddelde bezettingsgraden. Gebieden voor dag- en verblijfsrecreatie Op het grondgebied van Dilbeek komen binnen het gewestplan 15 verspreid liggende recreatiegebieden voor. Hiervan liggen er zes in de deelgemeente Dilbeek, vier in deelgemeente Schepdaal, twee in deelgemeente Groot-Bijgaarden en telkens één in de deelgemeenten SintMartens-Bodegem, Itterbeek en Sint-Ulriks-Kapelle. Gebied Ketelheidestraat (niet te verwarren met latere BPA Ketelheide): deze zone is op vandaag niet ingenomen door recreatie; 16
Wegwijs in eigen regio - Portret van de 65 Vlaams-Brabantse gemeenten, GOM Vlaams-Brabant, 1999
D+A Consult Gemeente Dilbeek
98
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Gebied aan de Bodegemstraat: is volledig ingenomen door eigenaar (gemeente St-JansMolenbeek) Gebied Rodenbergstraat: De zone is in privébezit. Is deels ingenomen door een sportzaal met mogelijkheid voor tennis en squash. Manège Horses Dream Events - Wolsemstraat: volledig ingenomen. Zone Kouterstraat: volledig ingenomen door tennisvelden (zie vzw Tennisclub Pajottenland). Zone Jan De Trochstraat: Is volledig ingenomen. Zone Kapelleveldstraat: volledig ingenomen door voetbalterrein. Zone Roelandsveld: Is volledig ingenomen door sportterreinen. Manège Embourg – Isidoor Van Beverenstraat: volledig ingenomen. Zone Herdebeekstraat: volledig ingenomen door voetbalterrein. Zone Borrestraat: Terrein volledig ingenomen voor voetbalveld. Zone Kapellesport – Lumbeekstraat: Volledig ingenomen met een bestaand voetbalveld Zone kern St-Martens-Bodegem: Is volledig ingenomen. In deze zone is een voetbalveld en een gemeenschapscentrum + jeugdinfrastructuur gevestigd. Zone Kalenbergstraat: is volledig ingenomen voor hockey-velden en tennisvelden. Is in privaat bezit. Zone Caerenbergveld (CVS): nagenoeg volledig ingenomen, behalve klein deel aan de rand van de Kothemstraat.
10.2.2
INTENSIEVE RECREATIE17
De infrastructuren voor intensieve recreatie omvatten de sporthal en -terreinen, de historische bezienswaardigheden, de culturele centra, de jeugdvoorzieningen, enz. Hieronder volgt een opsomming van de aanwezige intensieve recreatie-infrastructuur op het grondgebied van Groot-Dilbeek. Jeugd Jeugdcentra en jeugdclubs: ▪ De Graankorrel in Groot-Bijgaarden ▪ Gemeentelijk Jeugdcentrum Castelhof in Dilbeek ▪ Jeugdclub Zomaar in Itterbeek ▪ Jeugdclub Jeugd Ontmoeting Schepdaal (JOS) in Schepdaal ▪ Jeugdclub Oosthoek in Dilbeek ▪ Jeugdclub Roesj in Dilbeek ▪ Jeugdclub Paddestoel in Groot-Bijgaarden ▪ Jeugdclub Vuilbak in Sint-Martens-Bodegem
17
Chiro: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
Chiro Schepdaal, Schepdaal Chiro Don Bosco, Groot-Bijgaarden Oud leiding Chiro Don Bosco, Groot-Bijgaarden Chiro Jokonta, Itterbeek Chiro Allegro, Itterbeek Chiro Iris, Dilbeek Chiro Kapelle, Sint-Ulriks-Kapelle Chiro Savio, Dilbeek Chiro Bodegem, Sint-Martens-Bodegem Chiro Windekind, Groot-Bijgaarden
Scouts: ▪ ▪ ▪ ▪ ▪
VVKM Sint Alena, Dilbeek VVKS Sint Alena, Dilbeek VVKMS Sint Alena, Dilbeek VVKMS De Pelgrims, Groot-Bijgaarden VVKMS Paloke, Dilbeek
Intensieve recreatie is een vorm van recreatie waarbij gebruik gemaakt wordt van een sterk geconcentreerd voorzieningenpakket of één grote voorziening en waar relatief veel mensen per oppervlakte-eenheid actief zijn
D+A Consult Gemeente Dilbeek
99
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
▪
Oud-leiding Scouts Paloke, Dilbeek
Andere jeugdverenigingen ▪ Kajottersbeweging Dilbeek ▪ +13-Savio KAJ Savio-Club, Dilbeek ▪ KAJ Savio-Club Savio, Dilbeek ▪ KWB Savio Dilbeek, Dilbeek ▪ +13 Sint-Ambrosius ▪ Kinderwerking O.C.M.W. – Naschoolse begeleiding ▪ Wereldwinkel Jongeren Sport- en recreatievoorzieningen Onderstaande tabel geeft per deelgemeente een overzicht van de relevante terreinen en gebouwen voor sport en recreatie. Per terrein of gebouw wordt toegelicht welke verenigingen van deze voorzieningen gebruik maken en/of wat het recreatieve aanbod inhoudt. Naast sport- en recreatieverenigingen worden ook de culturele en jeugdverenigingen die van deze voorzieningen gebruik maken opgenomen in de tabel. Dit om een indicatie te geven van de omvang of het medegebruik van de complexen, de bundeling van functies… Dergelijke verenigingen worden in de tabel cursief weergegeven.
Deelgemeente Schepdaal
Terrein/Gebouw Gemeentelijk voetbalveld Gemeentelijk voetbalveld Gemeentelijk voetbalveld Bergendael Gemeentelijk voetbalveld Voetbalvelden Plankendaal Gemeentelijke sporthal Caerenbergveld
Sint-Martens-Bodegem
Sint-Ulriks-Kapelle
Itterbeek
D+A Consult Gemeente Dilbeek
Gemeentelijke sportzaal De Klimop Niet-gemeentelijke sportzaal Dilgym Manege Manege Niet-gemeentelijke visvijver Niet-gemeentelijk tennisterrein Gemeentelijk voetbalveld Gemeentelijk klein openluchtterrein Driehofveldlaan Trefcentrum Solleveld
Manege Niet-gemeentelijke visvijver Gemeentelijke voetbalvelden Manege Gemeentelijk tennisterrein Park La Motte Gemeentelijk voetbalveld Gemeentelijk voetbalveld Bettendries Gemeentelijk klein openluchtterrein Mussebeeklaan Gemeentelijk klein openluchtterrein Bettendries Gemeentelijke sporthal Recreatieiecentrum Itterbeek
100
Vereniging/Gebruik vzw FC Schepdaal vzw Verbroedering Koeivijver – Pede Nicky Spurters Voetbal FC Pede Voetbal Judoclub vzw Minivoetbalbond Dilbeek Jeugdtoneel Konseir Campersclub Tafeltennisclub Smash Volleybal Schepdaal Zaalvoetbal Amigo Zaalvoetbal Foot Vrienden Cultuurraad Fitness Manege Winner’s Stable bvba Manege Horses Farm Visvijver Bullenhof vzw Tennisclub Pajottenland Daring Bodegem vzw Karate-Do Icho Chiro Bodegem Oudleidingen werking vuilbak Petanque Manege Sint-Martinus Visserij Sint-Martinus FC Kapellesport vzw Manege Ter Wilgen Tennis KVE ITNA Itterbeek Voetbal
vzw Judoclub SDI Vollebal vzw Openbare Diensten Dilbeek Minivoetbalbond Dilbeek SDI Turnen
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Dilbeek
Golfterrein Gemeentelijke petanquebaan Herdebeekstraat Gemeentelijk tennisterrein Gemeentelijk voetbalveld Zuurweide Gemeentelijke voetbalvelden Wolfsputten Niet-gemeentelijk voetbalveld Gemeentelijk klein openluchtterrein Draverslaan Gemeentelijk klein openluchtterrein Withuislaan Gemeentelijk klein openluchtterrein Pippezijp Gemeentelijk klein openluchtterrein Begijnenborre Gemeentelijk klein openluchtterrein Zuurweidestraat Gemeentelijk klein openluchtterrein Gemeentelijk Sportcomplex Roelandsveld
Gemeentelijke sportzaal Jongslag Niet-gemeentelijk sportcentrum Baudouin Niet-gemeentelijke sporthal Iris Hogeschool Brussel, Parnas-instituut Manege Manege Gemeentelijk Zwembad Dilkom
Groot-Bijgaarden
Zwembad Gemeentelijke petanquebaan Veldeke Gemeentelijke petanquebaan Tulpenlaan Niet-gemeentelijke overdekte petanquebaan Niet-gemeentelijke overdekte petanquebaan Gemeentelijke visvijver Gemeentelijke visvijver Jeugdlokalen – Niet-gemeentelijk voetbalveld Gemeentelijk klein openluchtterrein Gossetlaan Gemeentelijk klein openluchtterrein Nieuwenbos Gemeentelijke Sporthal “Ten Gaerde”
Niet-gemeentelijk Sportcomplex Rodenberg
Recre Janika (gymnastiek) Dilbeek Retro Sport Volleybalclub Attila Steenpoel Golf Petanque SDI Tennis Voetbal Moustacheboys Dilbeeksport vzw (voetbal) vzw Verbroedering Koeivijver - Pede
Petanque
Skateboarden (cf. skateplein) Tennisclub Roelandsveld Dilbeek Sport vzw Vriendenkring Dilbeek Dilbeek Atletiekclub Duursport Petanquebanen Hockeyclub Baudouin Koninklijke tennisclub Baudouin Petanque Polyvalent sportveld Manege Horses Dream Events Manege Hof Ter Smissen Duikschool Adventure Diving Dilbeek vzw Zwemclub Dilbeek vzw – Orka’s Dilbeekse Zwemvereniging Sauna – Zwembad Thermen Petanque Petanque St-Alena Petanque Savio Petanque Dilbeekse Vissersclub Visvijverpark Chiro Don Bosco Oudleiding De Zolder Voetbalterrein Don Bosco Brussels Kart
Aikido Club Groot-Bijgaarden vzw TTGB Vzw Judoclub Groot-Bijgaarden Basketbalclub Groot-Bijgaarden SDI Volleybal vzw Turnkring Ten Gaerde vzw Badmintonclub vzw GBSK Handbal vzw Karateclub Groot-Bijgaarden KVLV Groot-Bijgaarden Zaalvoetbal Groot-Bijgaarden Volleybalclub VC Groot-Bijgaarden Tennisclub TC Rodenberg Squash Petanque
Niet-gemeentelijke sporthal Maria D+A Consult Gemeente Dilbeek
101
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Mazzarello instituut Sportcomplex
Manege Gemeentelijke petanquebaan Reinaertproject
Tennisen Recreatieclub Bijgaarden vzw Voetbal VC Groot-Bijgaarden Petanque bvba Manege Embourg Petanque
Groot-
Verblijfsaccomodatie Er komen op het grondgebied van Groot-Dilbeek 7 hotels voor: ▪ Hostellerie d’Arconatie gelegen in de d’Arconatistraat te Dilbeek ▪ Relais Delbeccha gelegen in de Bodegemstraat te Dilbeek ▪ Gosset Hotel gelegen in de Alfons Gossetlaan te Dilbeek ▪ Lienzana gelegen in de Ninoofsesteenweg te Schepdaal ▪ Rest-inn Autostrade gelegen op de dienstenzone langs de A10/E40 te Groot-Bijgaarden ▪ Victory gelegen in de Nieuwe Gentsesteenweg te Groot-Bijgaarden ▪ Waerboom gelegen in de Jozef Mertensstraat te Groot-Bijgaarden
10.2.3
EXTENSIEVE RECREATIE18
Voor de passieve of extensieve recreatievormen zijn er weinig voorzieningen met openbaar karakter. De wandel- en fietsrecreatie verdient een bijzondere aandacht. Dilbeek bezit een mooi open en heuvelachtig landbouwlandschap, grotendeels gelegen in het Pajottenland. Ook bevinden er zich heel wat kastelen en domeinen in de streek. Op het grondgebied van Dilbeek zijn twee lokale fietsroutes uitgestippeld. Een ervan is de Konijntjesroute Dilbeek, een fietsroute van 23km langs een rustig parcours ten noorden van de ninoofsesteenweg. Een andere route is de Fietsroute Dilbeek die een traject aflegt van 29km langs de verschillende deelgemeenten. Het gemeentebestuur werkte samen met Bloso ook een moutainbikeparcours uit. Deze bestaat uit drie lussen, die elk een andere startplaats hebben en combineerbaar zijn. Van noord naar zuid loopt tevens een recreatieve fietsroute die deel uitmaakt van het provinciaal fietsroute netwerk. Dit tracé wordt in St-Anna-Pede gekruist door een ander dat van oost naar west loopt. In de verschillende deelgemeenten bevinden zich eveneens verscheidene bewegwijzerde wandelroutes: de Wolfsputtenwandeling, De Bruegelwandeling, De Hoppewandeling, de Pedemolenwandeling en de Interbellumwandeling. Gratis foldertjes met de volledige wegbeschrijving, illustraties en uitleg bij de bezienswaardigheden zijn verkrijgbaar bij de cultuurdienst. Dit jaar worden ook de Wivinawandeling en de Vierbekenwandeling ingehuldigd.
10.2.4
CULTURELE EN TOERISTISCHE VOORZIENINGEN
Culturele voorzieningen Voor de culturele voorzieningen wordt verwezen naar ‘Voorzieningenniveau’ in hoofdstuk “bestaande ruimtelijke nederzettingsstructuur”, waar een opsomming gegeven wordt van de voornaamste voorzieningen. Toeristische voorzieningen Hieronder volgt een opsomming van de voornaamste aantrekkingspunten voor toerisme in Dilbeek: ▪ ▪
Watermolen Pede Het trammuseum
18
Extensieve recreatie is een vorm van recreatie waarbij in de eerste plaats het verlangen naar rust voorop staat en het aantal recreanten per oppervlakte-eenheid beperkt is. D+A Consult Gemeente Dilbeek
102
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
▪ ▪ ▪
De Onsemhoeve voor hoevetoerisme De verschillende (kasteel)parken en monumenten zoals Sint-Alenapark, Kasteel Nieuwermolen, Kasteel La Motte, Kasteel Pelgrims de Bigard, Guldenkasteel, Kasteel Sint-Anna, … Het Neerhof: jeugd-en gezinsboerderij met verscheidene mogelijkheden voor schoolactiviteiten en tienervakanties, hoevefeesten, wandelingen en individuele bezoeken.
10.2.5
ZONEVREEMDE RECREATIE
Voor beschrijving van de zonevreemde bedrijven wordt het ‘BPA Zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-,recreatie-,en jeugdactiviteiten’19 van de gemeente Dilbeek als basis gebruikt. Het gaat hier om sport- en recreatieterreinen met hun bijbehorende gebouwen of terreinen en om jeugdlokalen die volgens het gewestplan gelegen zijn in de landelijke gebieden (agrarisch gebied, groengebied, natuurgebied, ...) en daarmee gelijkgestelde gebieden of zones. 1 zone is tevens zonevreemd doordat ze in industriegebied is gelegen. Kaart 23:
Deelgemeente
Schepdaal
Overzicht locaties zonevreemde recreatievoorzieningen
Nr. op kaart 4
Terrein/Gebouw
Vereniging/Gebruik
Bestemming gewestplan
Gemeentelijk voetbalveld
vzw Verbroedering Koeivijver – Pede Nicky Spurters Voetbal
Recreatiegebied/ Agrarisch gebied (toegangsweg)
8
Voetbalvelden Plankendaal
3
Manege
9
Manege
Manege Winner’s Stable bvba Manege Horses Farm
6
Niet-gemeentelijke visvijver
Visvijver Bullenhof
1
Niet-gemeentelijk tennisterrein
13
Manege
vzw Tennisclub Pajottenland Manege Sint-Martinus
10
Niet-gemeentelijke visvijver
Visserij Sint-Martinus
14
Gemeentelijke voetbalvelden
FC Kapellesport vzw
15
Manege
Manege Ter Wilgen
Itterbeek
20
Jeugdlokalen Plankenstraat
Chiro Allegro Chiro Jokonta
Dilbeek
41
Gemeentelijk klein openluchtterrein Zuurweidestraat Gemeentelijk Sportcomplex Roelandsveld
Sint-MartensBodegem
Sint-Ulriks-Kapelle
28
Recreatiegebied (hoofdzakelijk)/ Natuurgebied/ Woongebied met landelijk karakter Agrarisch gebied Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Woongebied met landelijk karakter/ Landschappelijk waardevol agrarisch gebied Recreatiegebied/ Agrarisch gebied Woongebied met landelijk karakter (straatzijde)/ Agrarisch gebied Natuurgebied (grotendeels)/ Agrarisch gebied/ Woongebied met landelijk karakter Recreatiegebied/ Woonuitbreidingsgebied (nietgeordend) Landschappelijk waardevol agrarisch gebied (grotendeels)/ Natuurgebied Groengebied Natuurgebied
Tennisclub Roelandsveld Dilbeek Sport vzw Vriendenkring Dilbeek Dilbeek Atletiekclub Duursport
Recreatiegebied en Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (grotendeels)/ Parkgebied
19
BPA Zonevreemde terreinen en gebouwen voor sport-,recreatie-en jeugddactiviteiten, Gemeente Dilbeek- Mens en Ruimte,juli 2004. D+A Consult Gemeente Dilbeek
103
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Groot-Bijgaarden
Petanquebanen Manege Hof Ter Smissen Sauna – Zwembad Thermen
36
Manege
29
Zwembad
31 32
Jeugdlokalen Lambrechtslaan Jeugdlokalen Ketelheide
VVKM Alena VVKS Alena
34 45
Jeugdlokalen Berchemstraat Jeugdlokalen – Nietgemeentelijk voetbalveld
49
Gemeentelijk klein openluchtterrein Gossetlaan Gemeentelijke Sporthal “Ten Gaerde”
VVKMS Paloke Chiro Don Bosco Oudleiding De Zolder Voetbalterrein Don Bosco Brussels Kart
43
48
Niet-gemeentelijk Sportcomplex Rodenberg
42
Sportcomplex
44
Manege
47
Jeugdlokalen Gemeenteplein/Gossetlaan
Aikido Club GrootBijgaarden vzw TTGB Vzw Judoclub GrootBijgaarden Basketbalclub GrootBijgaarden SDI Volleybal vzw Turnkring Ten Gaerde vzw Badmintonclub vzw GBSK Handbal vzw Karateclub GrootBijgaarden KVLV Groot-Bijgaarden Zaalvoetbal GrootBijgaarden Volleybalclub VC GrootBijgaarden Tennisclub TC Rodenberg Squash Petanque Tennis- en Recreatieclub GrootBijgaarden vzw Voetbal VC GrootBijgaarden Petanque bvba Manege Embourg Chiro Windekind Jeugdclub Paddestoel VVKMS De Pelgrims
Woonuitbreidingsgebied (hoofdzakelijk geordend) Woongebied met landelijk karakter/ Agrarisch gebied (achterste deel) Agrarisch gebied Agrarisch gebied/ Natuurgebied Bufferzone Groengebied (Oudleiding)/ Gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut (Chiro) Industriegebied Woongebied (straatzijde)/ Woonuitbreidingsgebied
Recreatiegebied (grotendeels)/ Parkgebied Woonuitbreidingsgebied
Recreatiegebied (hoofdzakelijk)/ Parkgebied/ Woongebied Woongebied (deel JK Paddestoel, Chiro Windekind)/ Bufferzone (deel VVKMS De Pelgrims)
Vierentwintig van de 49 locaties voor sport- en recreatie en voor jeugdinfrastructuur zijn zone-eigen volgens het gewestplan (gelegen in recreatiegebied, woongebied of openbaar nutsgebied) en blijven zone-eigen bij uitbreiding. Dilbeek heeft dus te maken met een probleem van 25 locaties waarvan er 12 volledig zonevreemd zijn (ongeacht gewenste uitbreiding); waarvan 13 locaties gedeeltelijk zonevreemd zijn; Gedeeltelijk Zonevreemd: 1. Tennisterreinen, Vzw Tennisclub Pajottenland is gedeeltelijk zonevreemd (deels gelegen in recreatiegebied en deels in agrarisch gebied); ligt in directe aansluiting met de kern van Schepdaal en heeft een goede bereikbaarheid via de N8. Er wordt geen uitbreiding gevraagd maar een correctie van het gewestplan volgens de werkelijke toestand. 4. Voetbalveld, Kapelleveldstraat, Schepdaal: Hoofdzakelijk gelegen in recreatiegebied. De toegangsweg is echter in agrarisch gebied gelegen. Is gelegen net achter een rand van lintbebouwing en open ruimte. Op relatief korte afstand van een lokale ontsluitingsweg. 6. Visvijver Bullenhof, Bullenbergstraat, 1703 Schepdaal: gedeeltelijk gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, gedeeltelijk gelegen in landelijk woongebied. De locatie is langs een
D+A Consult Gemeente Dilbeek
104
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
lokale verbindingsweg gelegen aan de rand van een lint, maar tevens aan de rand van een valleigebied. 8. Voetbalvelden Plankenveld, J. De Trochstraat, 1703 Schepdaal: hoofdzakelijk in recreatiegebied gelegen, maar deels ook in natuurgebied en deels in landelijk woongebied. De zone is gelegen aan de rand van lintbebouwing en een klein deeltje in natuurgebied gelegen. Het is gelegen langs een lokale verbindingsweg. 13. Manège St-Martinus, Suikerenbergstraat, 1700 St-Martens—Bodegem: aan de straatzijde gelegen in landelijk woongebied, achteraan gelegen in agrarisch gebied. De locatie is in valleigebied gelegen en tevens in een hoofdgroenstructuur. Er is een relatief goede ontsluiting via een lokale verbindingsweg. 14. Voetbalveld Lumbeekstraat 75 St-Ulriks-Kapelle: fc Kapellesport vzw: deels in recreatiegebied; deels in woonuitbreidingsgebied (nog niet geordend). Er wordt uitbreiding gevraagd voor een kantine. De locatie sluit aan bij de kern van St-Ulriks- Kapelle met een goede ontsluiting naar de kern van de deelgemeente. Doordat het woonuitbreidingsgebied nog niet volledig is geordend komt een deel van de locatie in open gebied te liggen. De vereniging wenst uit te breiden met bijkomende gebouwoppervlakte voor ongeveer 150m². 28. Sportcomplex Roelantsveld, Sportlaan, 1700 Dilbeek: voor het overgrote deel gelegen in zone voor recreatie en openbaar nut. Een klein deel is gelegen in parkgebied. Er wordt een extra tennisveld gevraagd maar de essentie voor deze locatie is eerder dat een klein deel van een bestaand voetbalveld in parkgebied is gelegen. De locatie sluit aan bij de kern van Dilbeek en wordt goed ontsloten via een centrumweg en een secundaire weg type III. 29. Sauna-zwembad Thermen, Kattebroekstraat, 1700 Dilbeek: Aan de straatzijde is de bebouwing volledig in landelijk woongebied vervat. De tuin erachter is in agrarischgebied gelegen. De bebouwing zit op het einde van een bouwlint in de nabijheid vande ring en van de grens met Brussel. 43. Sporthal Ten Gaerde, Jozef Mertensstraat 27a, Groot-Bijgaarden: deels woonzone aan de straatzijde; deels woonuitbreidingsgebied. In de locatie “Ten Gaerde” (gelegen in woonuitbreidingsgebied) zijn verschillende verenigingen gevestigd, waarvan er vier zijn die in de enquête uitbreiding vragen ter plaatse: - TTGB vraagt bijkomende gebouwoppervlakte van 300m²; - vzw Judoclub vraagt een gebouwoppervlakte van 120m²; - Basketbalclub Groot-Bijgaarden vraagt de oppervlakte van eenbijkomend basketbalveld. - SDI-Volley vzw heeft de gevraagde oppervlakte niet gespecifieerd maar vraagt een vereniging van alle activiteiten op 1 locatie. Welke locatie juist is niet vermeld. De locatie is gelegen aan de rand van de kern van Groot-Bijgaarden met een goede ontsluiting via een lokale verbindingsweg. 44. Manège, Isidoor Van Beverenstraat 40-7, Groot-Bijgaarden: bvba Manege Embourg: volgens kadastrale vergelijking hoofdzakelijk gelegen in recreatiegebied; deels in groengebied; deel aan overkant straat gelegen in woongebied. De locatie is gelegen in en net achter een lint van bebouwing, aan de rand van groengebied en tevens aan de ruime rand van de E40. 45. Jeugdlokalen, voetbalveld, Hendrik Placestraat 44, Groot-Bijgaarden : chiro Don Bosco, oudleiding De Zolder: gedeelte oudleiding is gelegen in groengebied; gedeelte Chiro Don Bosco is gelegen in openbaar nutsgebied. De locatie is gelegen aan de rand van de kern van Groot-Bijgaarden, en tevens aan de rand van valleigebied. Verderop is spoorweginfrastructuur gelegen. De ontsluiting gebeurt via een lokale ontsluitingsweg. 47. Jeugdlokalen, Gemeenteplein/Gossetlaan, Groot-Bijgaarden: chiro Windekind, jk Paddestoel, vvkms de Pelgrims: gedeelte JK Paddestoel Chiro Windekind en in woongebied; gedeelte VVKMS De Pelgrims in groengebied. De locatie is aan de rand van zowel kern als groenstructuur gelegen. Zij is zeer dicht bij de infrstructuur van de verkeerswisselaar E40/Ring gelegen. 48. Sportcomplex Rodenberg, Rodenberg Groot-Bijgaarden: voor het grootste gedeelte gelegen in recreatiegebied; een zeer klein gedeelte is gelegen in natuurgebied. De locatie is gelegen aan de rand van Groot-Bijgaarden en tevens aan de rand van het open gebied tussen kern en E40. Ze is gelegen op korte afstand van een lokale verbindingsweg. Zonevreemd: 3. Manège, J. De Trochstraat 85 Schepdaal: Winner’s Stable: is volledig gesitueerd in agrarisch gebied. De locatie maakt de links tussen twee linten van bebouwing en heeft een goede ontsluiting op de kruising van een lokale verbindingsweg en een lokale ontsluitingsweg. De manège vindt het wenselijk maar niet volledig noodzakelijk om uit te breiden. Er wordt niet gespecifieerd waarop de uitbreiding juist slaat (parking, gebouwen of terrein).
D+A Consult Gemeente Dilbeek
105
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
9. Manège Horses Farm, Hunselveld, 1703 Schepdaal: volledig gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. De locatie is gelegen in valleigebied en groenstructuur met een relatief goede ontsluiting naar een lokale ontsluitingsweg. 10. Visserij St-Martinus, Blekerijstraat, 1700 St-Martens-Bodegem: grotendeels in natuurgebied gelegen, een klein deel in agrarisch gebied en een klein deel in landelijk woongebied. De locatie is gelegen in valleigebied en in de groene hoofdstructuur. Ze is niet goed ontsloten. 15. Manège, Kloosterweide, 1700 St-Ulriks-Kapelle: grotendeels gelegen in landschappelijk waardevol agrarisch gebied, deels gelegen in natuurgebied. De locatie is gelegen aan de rand van valleigebied en in open ruimte. Ze heeft geen goede ontsluiting. 20. Jeugdlokalen, Plankenstraat 23 Itterbeek: chiro Allegro - chiro Jokonta: gelegen in groengebied. De locatie met bestaande bebouwing is gelegen in de kleine kern van St- Anna-Pede op het einde van een bouwlint en aan de rand van natuurgebied. Ze is gelegen aan de rand van valleigebied. Volgens de gewenste ruimtelijke structuur is het gelegen in de groen as ten zuiden van de N8. 31. Jeugdlokalen, Lambrechtslaan Dilbeek: vvkm Alena: de bebouwing is zonevreemd (agrarisch gebied) gelegen aan de rand van een woonzone (op het gewestplan) en van de kern van Dilbeek. De locatie is gelegen aan de rand van een woonlint, maar ook aan de rand van valleigebied en aan de rand van open ruimte. 32. Jeugdlokalen, Ketelheide, Dilbeek: VVKS Alena: De bebouwing is gelegen aan de rand van de infrastructuur van de N8 deels in agrarisch gebied en deels in groengebied. Het is gelegen achter de lintbebouwing van de d’Arconatistraat 34. Jeugdlokalen, Berchemstraat Dilbeek, vvkms Paloke: de bebouwing is zonevreemd (zone voor buffergebied). Het is gelegen in groengebied achter de lintbebouwing van de Berchemstraat. De bebouwing is gelegen aan de rand van de infrastructuur van de Ring en van de bebouwing aan de binnenzijde van de Ring (in aansluiting met Anderlecht). 36. Manège Hof ter Smissen, Hongersveldstraat, 1700 Dilbeek: gelegen in woonuitbreidingsgebied (hoofdzakelijk geordend). De locatie is gelegen aan de rand van valleigebied en van groengebied. 41. Voetbalveld Zuurweide Hongersveldstraat, 1700 Dilbeek: volledig gelegen in natuurgebied. De locatie is tevens gelegen in valleigebied en in de groene hoofdstructuur. 42. Sportcomplex Bosstraat 74 Groot-Bijgaarden: voetbal, tennis- en recreatieclub Groot- Bijgaarden: volledig gelegen in woonuitbreidingsgebied. De locatie is gelegen aan de rand van de kern van GrootBijgaarden dichtbij een lokale verbindingsweg. Hier moet beoordeeld worden of het woonuitbreidingsgebied al dan niet geordend is, omdat dit de basis is voor de al dan niet zonevreemdheid van de locatie. De vereniging vraagt uitbreiding met twee tennisterreinen. 49. Brussels Kart, Alfons Gossetlaan, Groot-Bijgaarden: volledig in industriegebied gelegen. De locatie is gelegen in een industriële zone van Groot-Bijgaarden tussen de infrastructuur van spoorweg en E40.
10.3
Knelpunten en kwaliteiten
Voor een algemene synthesekaart van de ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten voor de verschillende sectoren wordt verwezen naar: Kaart 24: Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
De knelpunten en kwaliteiten werden verzameld door literatuurstudie, terreinverkenning, Slechte locaties buurt- en speelplaatsen 10.3.1
KNELPUNTEN
Bestemmingen voor recreatie quasi volledig ingenomen De meeste gewestplanbestemmingen voor dag-en verbijfsrecreatie zijn volledig ingenomen. Enkel de zone aan de Ketelheidestraat is nog vrij, maar deze heeft geen gunstige ligging (ver van de kern van Dilbeek) . Verder heeft enkel de zone Caerenbergveld in Schepdaal nog een kleine vrije oppervlakte.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
106
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Slechte locaties buurt- en speelplaatsen ▪ De buurt- en speelplaatsen zijn slecht ingeplant. Ze zouden dichter bij de woonkernen moeten aansluiten om het veiligheidsgevoel te bevorderen. ▪ Er is meer nood aan kleine speelpleinen. Zonevreemde recreatieinfrastructuur Verspreid over het grondgebied van Dilbeek zijn tal van zonevreemde of gedeeltelijk zonevreemde recreatievoorzieningen gelegen. Het betreft zowel sportterreinen – en gebouwen als manèges, visvijvers en jeugdlokalen. Gebrek aan specifieke voorzieningen ▪ Een aantal pleinen worden exclusief ingenomen door sportclubs. ▪ Er is te weinig initiatief voor recreatievoorzieningen vanuit de provincie. ▪ Er is nood aan een fuifzaal in de deelgemeente Dilbeek. ▪ De Saviowijk in deelgemeente Dilbeek heeft een gebrek aan voorzieningen. ▪ Naar recreatie toe heeft Sint-Martens-Bodegem nood aan een nieuw voetbalplein. 10.3.2
KWALITEITEN
Historische gebouwen Dilbeek bezit enkele belangrijke historische gebouwen. Verschillende monumenten en kastelen zijn belangrijke aantrekkingspolen. Uitbouw van toeristisch-recreatieve voorzieningen Toeristisch-recreatieve potenties voor wandel- en fietstoerisme, het hoeve- en plattelands-toerisme, toerisme en recreatie rond het historisch erfgoed kunnen verder uitgebouwd worden. Het prachtige landschap en cultureel-historisch erfgoed hier aanwezig biedt tal van kansen.
Voor de verschillende hierboven besproken sectoren (wonen, economie, open ruimte, mobiliteit en recreatie) worden de belangrijkste ruimtelijke knelpunten en kwaliteiten weergegeven op afzonderlijke kaarten. Voor de kwaliteiten en knelpunten bij de verschillende sectoren werd telkens naar deze kaarten verwezen. Kaart 24:
Synthesekaart ruimtelijke knelpunten
Kaart 25:
Synthesekaart ruimtelijke kwaliteiten
D+A Consult Gemeente Dilbeek
107
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Bestaande ruimtelijke structuur op micro-niveau – DEELRUIMTEN 11. DEELRUIMTEN 11.1
Inleiding
In het kader van de analyse van de bestaande ruimtelijke structuur kunnen een aantal subgemeentelijke ruimtelijke entiteiten onderscheiden worden. Naast de hoger beschreven sectoranalyses (deelstructuren) wordt hier een analyse en beschrijving gemaakt van een drietal deelruimten. Twee van de drie deelruimten worden verder onderverdeeld in 2 subentiteiten. Deze zogenaamde deelruimten (en subentiteiten) vormen homogene gebieden met een eigen identiteit. Ze hebben hun typische karakteristieken, knelpunten en kwaliteiten. Elke deelruimte heeft zich ruimtelijk anders ontwikkeld maar dit wil niet zeggen dat bepaalde deelruimten elkaar niet deels kunnen overlappen. De volgende deelruimten kunnen in de gemeente Dilbeek onderscheiden worden: ▪ Randstedelijk gebied ▪ Westelijke open ruimte ▪ Ninoofsesteenweg Kaart 26:
11.2
Indeling in deelruimten
Randstedelijke gebied
De deelruimte randstedelijk gebied kan worden opgedeeld in twee grote subentiteiten. ▪ Randstedelijk gebied Dilbeek – Groot-Bijgaarden ▪ Overgangszone Itterbeek – Wolsem, Rondebos, Begijnenborre 11.2.1
RANDSTEDELIJK GEBIED DILBEEK – GROOT-BIJGAARDEN
Situering Stedelijke ontwikkelingen vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben ertoe geleid dat wonen en economische activiteiten uitzwermen over de randgemeenten. De deelgemeenten Dilbeek en Groot-Bijgaarden, gelegen langs de ring rond Brussel hebben te kampen met deze stedelijke ontwikkelingen. Kenmerken als een hoge bouwdichtheid, aaneengesloten stedelijke bebouwing, een sterke verweving van wonen en werken en uitgebreide infrastructuren (wegenis, spoor) komen in Dilbeek en Groot-Bijgaarden tot uiting. Deze deelruimte kan opgedeeld worden in twee subentiteiten: ▪ Dilbeek ▪ Groot-Bijgaarden Subentiteit 1: Dilbeek Kaart 27:
Deelruimte verstedelijkt gebied Dilbeek
Beschrijving De ligging van Dilbeek in de schaduw van Brussel, langs de belangrijke infrastructuren naar (spoor en N8) en rond (R0) Brussel, hebben de stedelijke ontwikkeling van Dilbeek gestimuleerd. Onder deze verstedelijkingsdruk heeft een deel van Dilbeek zich ontwikkeld als een stedelijk gebied met een hogere bouwdichtheid (hoogbouw, aaneengesloten bebouwing) en een sterke verweving van wonen en werken.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
108
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Het centrum van Dilbeek situeert zich op de zuidelijke flank van de langgerekte heuvelrug in de gemeente. Het historische centrum rond de kerk vormt een compacte en dichte bebouwingsstructuur, grosso modo binnen en rond de Baron de Vironlaan, Sint-Alenalaan, Kasteelstraat, Roelandsveldstraat en de N8. Het gemeentehuis wordt echter omgeven door een park en vormt op deze manier een groen punt in het centrum. Het Marktplein, het Gemeenteplein, de Spanjebergstraat, de Smidsestraat en de Verheydenstraat vormen de belangrijkste ontmoetingsplaatsen. Dilbeek-centrum beschikt over een goed uitgebouwd, bovenlokaal en multifunctioneel centrum met voorzieningen voor socio-culturele activiteiten, onderwijs, sport, wonen, administratieve en sociale dienstverlening. Het merendeel van de handelsactiviteiten en horecavoorzieningen situeert zich in de historische kern en langsheen de Ninoofsesteenweg (N8). Het centrum vervult eveneens een belangrijke woonfunctie. Vooral langs de N8 en in het historische centrum wordt voornamelijk gesloten bebouwing aangetroffen. Rond het centrum liggen vooral sociale en residentiële verkavelingen met lagere bouwdichtheden. De woningtypologie in Dilbeek wordt gekenmerkt door een vrij verstedelijkt karakter. 20% van het totale woningpatrimonium is gesloten bebouwing en 26% halfopen. Appartementen en studio’s zijn sterk vertegenwoordigd, met ongeveer 27%. Het gebied van Dilbeek met dichte bebouwing situeert zich tussen belangrijke infrastructuren met een sterke oriëntatie op Brussel. De ring (R0) in het oosten en de N8 in het zuiden zijn hier de voornaamste elementen. Het op- en afrittencomplex aan de ring (R0) vanaf de N8 beheerst in sterke mate de ruimtelijke structuur van Dilbeek. Aan de westelijke zijde van het centrum zijn tal van voorzieningen gelegen zoals het sportcomplex Roelandsveld met voetbal en tennisvelden, het ontmoetingscentrum Westrand met bijhorend speelplein en petanquebaan en het kerkhof van Dilbeek. Deze voorzieningen begrenzen de dichte bebouwing en zorgen voor een overgang naar de Wolfsputten. Ten zuiden van het centrum van Dilbeek, langs de Ninoofsesteenweg (N8) ligt Kaudenaarde. In de nabijheid van de N8 – Ninoofsesteenweg is de bebouwing gesloten en zeer dens. In de Kalenbergstraat komt hoogbouw voor. Verder van de Ninoofsesteenweg af wordt de bebouwing lager en minder gesloten. Rond de kerk van Kaudenaarde situeert zich het Regina Caelilyceum dat ruimte biedt aan een uitleenpost van de gemeentelijke bibliotheek. Verder beschikt deze kern over een goed uitgeruste sportinfrastructuur. In het zuiden wordt Kaudenaarde begrensd door de vallei van de Broekbeek, die een open ruimte corridor vormt tussen Dilbeek en Anderlecht. De vallei van de Elegembeek, ten noorden van Dilbeek, vormt een belangrijke open ruimtecorridor. De vrijwaring van de open ruimte tussen Dilbeek en Groot-Bijgaarden is reeds jaren een belangrijke betrachting van de gemeente. Deze strook open ruimte sluit aan bij het gebied Wolfsputten in het westen en bij de twee groene ruimten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het oosten. Het natuurgebied Wolfsputten sluit in het westen aan op de vallei van de Elegembeek. Dit ecologisch zeer belangrijk groengebied vormt een essentieel onderdeel van de groene vingers doorheen het stedelijk gebied.
Knelpunten Steenwegontwikkeling N8 De ontwikkeling van de autogerichte kleinhandel, grote verkoopspunten en bedrijven langsheen de N8 is kenmerkend voor de ontwikkeling van Dilbeek. In Dilbeek gebeurt dit steeds meer ten nadele van het centrum, de handel en het verkeer in het kerngebied en de open ruimte er rond door verdichting en lintvorming. Onveilige ontwikkeling voor het zachte verkeer Ondanks het veelvuldig voorkomen van grote scholen (vb. Regina Caelilyceum, Parnas, …) en gemeenschapsvoorzieningen, is het netwerk van fiets- en voetpaden nog steeds ontoereikend. Zowel
D+A Consult Gemeente Dilbeek
109
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
de fysische barrières (N8, spoorweg en R0) als de hoge verkeersdruk hebben een nadelige invloed op de veiligheid voor zachte weggebruikers. Hoogbouw In Kaudenaarde, ter hoogte van de Kalenbergstraat en Dennenlaan treft men een aantal hoogbouwblokken. Deze steken schril af tegen de omgevende woonbebouwing. De aanwezigheid van deze blokken zorgt voor een schaalbreuk en beklemtoont het stedelijke karakter van Dilbeek. Verstedelijkingsdruk De deelgemeente Dilbeek ondergaat een sterke verstedelijkingsdruk vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waardoor de deelgemeenten de allures krijgen van een ‘slaapgemeente’. Men kan een algemene suburbanisatiedruk vanuit Brussel vaststellen in Dilbeek. Elementen die deze evolutie versterken zijn de veranderingen op de arbeidsmarkt, de veranderingen en speculaties op de woningmarkt en de sociale en ruimtelijke polarisatie. Rusthuizen in parkgebieden De rusthuizen ‘Residentie Maria Assumpta’ (H. Moeremanslaan) en ‘Sint-Alena’ (De Heetveldelaan) grenzen beide aan een woonomgeving en zijn gelegen binnen de uiteinden van de groene entiteit ten noorden van de kern. Ze zijn zonevreemd gelegen in een gebied met ‘parkgebied’ als bestemming. Met het oog op de vergrijzing van de bevolking is mogelijke uitbreiding bovendien een realiteit waarmee terdege rekening moet gehouden worden. Zonevreemde recreatievoorzieningen Het sauna-zwembad Thermen (29) en het sportcomplex Roelantveld (28) zijn gedeeltelijk zonevreemde recreatievoorzieningen. Twee lokaties voor jeugdlokalen zijn volledig zonevreemd gelegen: (32) Ketelheide in agrarisch/groengebied en (34) aan de Berchemstraat in buffergebied. Manège Hof ter Smissen(36) ligt volledig in woonuitbreidingsgebied en voetbalveld Zuurweide(41) is gesitueerd in natuurgebied. Kwaliteiten Natuur in de bebouwde omgeving In de bebouwde gebieden is er ruimte om aan natuurontwikkeling te doen. Vb: De Elegembeekvallei, de Dorploop-Waterloop en Broekbeekvallei en de Molenbeek-Zuidvallei met de Wolfsputten bieden hierbij tal van mogelijkheden. Bij de uitbouw van groenassen dient uitgegaan van de bestaande natuurlijke elementen die nabij het woonweefsel aanwezig zijn. Daarnaast kunnen ook de bestaande beekvalleien en open ruimten als uitgangspunt genomen worden voor de realisatie van groenelementen in de bebouwde omgeving en de creatie van een groennetwerk. Dit verhoogt de kwaliteit van de woon- en werkomgeving. Sterk uitgebouwd voorzieningenniveau Dilbeek centrum is zeer goed uitgerust betreffende verzorgende (scholen, huisdokters, apothekers,…) dienstverlenende, administratieve en socio-culturele voorzieningen (ontmoetingscentrum Westrand,…) en dit nabij de commerciële kern. Goede ontsluiting Dilbeek is goed ontsloten op het hogere verkeersnet. Zowel de ontsluiting van Dilbeek op de N8 als de ontsluiting van deze N8 op de R0 en de toegang tot Brussel bieden Dilbeek vele ontsluitingsmogelijkheden.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
110
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Subentiteit 2: Groot-Bijgaarden Kaart 28:
Deelruimte verstedelijkt gebied Groot-Bijgaarden
Beschrijving Groot-Bijgaarden is eveneens gelegen aan belangrijke infrastructuren naar en rond Brussel die de stedelijke ontwikkeling in de deelgemeente hebben gestimuleerd. Zo zijn de autosnelweg E40 in het noorden van de gemeente en de ring (R0) in het oostelijke deel met de verkeerswisselaar tussen beiden, samen met de spoorlijn L50, Brussel – Denderleeuw – Aalst, de belangrijkste infrastructuren op het grondgebied van Groot-Bijgaarden. Het centrum van Groot-Bijgaarden kan morfologisch worden opgedeeld in twee delen: enerzijds het woonweefsel ten noorden van de spoorlijn L50 (Brussel – Denderleeuw – Aalst) en anderzijds de woonwijken ten zuiden van deze spoorlijn. Deze spoorlijn L50 vormt een belangrijke fysische barrière. De residentiële woonwijken ten zuiden van de spoorweg zijn slechts verbonden door één spooroverweg (Elzenstraat) met het centrum van Groot-Bijgaarden. Het historische centrum van Groot-Bijgaarden is gelegen net ten westen van de R0 en ten noorden van de spoorweg. De belangrijkste openbare voorzieningen, zoals de politie, het deelgemeentehuis, het ontmoetingscentrum, het zwembad en de kerk zijn gelegen rondom het vernieuwde Gemeenteplein. De verdere ontwikkeling van Groot-Bijgaarden situeert zich hoofdzakelijk langsheen de Brusselstraat. De woningtypologie in Groot-Bijgaarden wordt eveneens gekenmerkt door een vrij verstedelijkt karakter. 22% van het totale woningpatrimonium is gesloten bebouwing en 29% is halfopen. Appartementen en studio’s zijn sterk vertegenwoordigd, met ongeveer 27%. De Reinaartwijk vormt een sociale woonwijk ten noordwesten van het centrum van Groot-Bijgaarden. De concentratie aan halfopen en gesloten woningbouw, samen met de aanwezigheid van appartementsblokken, ligt geïsoleerd ten opzichte van de kernontwikkeling in Groot-Bijgaarden. De wijk is voor zijn dagelijkse voorzieningen aangewezen op Groot-Bijgaarden en wordt door twee toegangswegen ontsloten op de Brusselstraat. De bedrijventerreinen, Maalbeek, Gossetlaan en Noordkustlaan te Groot-Bijgaarden en deels grensoverschrijdend met Zellik vormen een belangrijk gegeven in de ruimtelijke structuur van de gemeente. De terreinen situeren zich volledig rondom de verkeerswisselaar van de E40 met de ring (R0). De aansluiting van de terreinen op de E40 en R0 gebeurt hoofdzakelijk via de Brusselsesteenweg (N9) op grondgebied Zellik en voor industriegebied Gossetlaan ook via de Brusselstraat en de R. Dansaertlaan. Knelpunten Barrièrewerking De spoorlijn L50 (Brussel – Denderleeuw – Aalst) vormt in Groot-Bijgaarden een fysieke barrière langs het dorpscentrum ten nadele het woonweefsel gelegen langsheen de Robert Dansaertlaan. Deze woningen zijn hierdoor geïsoleerd van het centrum van Groot-Bijgaarden waar de meeste voorzieningen aanwezig zijn. De woningen gelegen ten oosten van de R0 in Groot-Bijgaarden zijn volledig geïsoleerd van het centrum. Deze gesloten woonentiteiten sluiten morfologisch sterk aan bij de bebouwing in SintAgatha-Berchem. Conflict bedrijvigheid – wonen Op een aantal plaatsen is er een directe confrontatie tussen gebouwen met een woonfunctie en bedrijfsactiviteiten. Buffering tussen bedrijventerreinen en aangrenzende woongebieden is op een aantal plaatsen ontoereikend. Een kwalitatieve verweving van activiteiten kan een nieuwe dynamiek in deze randgebieden teweeg brengen, in andere gevallen is een landschappelijke inkadering gewenst. Concreet doet deze confrontatie bedrijvigheid – wonen zich voor ten oosten van de ring in GrootBijgaarden op het bedrijventerrein Gossetlaan ter hoogte van de Robert Dansaertlaan, Brusselstraat D+A Consult Gemeente Dilbeek
111
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
en Guido Gezellestraat. Ook iets noordelijker, net op grondgebied van Asse op bedrijventerrein Noordkustlaan ter hoogte van de Brusselsesteenweg (N9) bestaat een conflictzone tussen bedrijvigheid en wonen. In deze zones ontbreekt een groenbuffer. Visueel conflict Bij een aantal van de bedrijventerreinen is er geen landschappelijke inkadering aanwezig zodat de bedrijventerreinen sterk conflicteren met de omliggende open ruimte. Hoogbouw De Reinaartwijk bestaat met name uit een zevental hoogbouwblokken die schril afsteken tegen de omgevende open ruimte. De aanwezigheid van deze blokken zorgt voor een schaalbreuk en beklemtoont het stedelijke karakter van Groot-Bijgaarden. Verstedelijkingsdruk De deelgemeente Groot-Bijgaarden ondergaat een sterke verstedelijkingsdruk vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waardoor de deelgemeenten de allures krijgen van een ‘slaapgemeente’. Men kan een algemene suburbanisatiedruk vanuit Brussel vaststellen. Een aantal elementen die deze evolutie versterken zijn de veranderingen op de arbeidsmarkt, de veranderingen en speculaties op de woningmarkt en de sociale en ruimtelijke polarisatie. Sluikverkeer en pijpenkopverkavelingen Groot-Bijgaarden wordt veelvuldig geconfronteerd met sluikverkeer. Grote wegen als de E40 en R0 die regelmatig met verkeerscongestie geconfronteerd worden, liggen immers in de onmiddellijke nabijheid. Daarnaast komen er veelvuldig ‘pijpenkop’-verkavelingen voor in deze deelruimte die aansluiten op een weg met verbindingsfunctie, zoals bijv. de Brusselstraat. Dit maakt aansluiting vanuit de woonverkavelingen moeilijk en zorgt voor veelvuldig afslaand verkeer op de verbindingsweg. Zonevreemde recreatievoorzieningen In dit gebied zijn er twee recreatievoorzieningen volledig zonevreemd gelegen: het betreft het sportcomplex Bosstraat (42) in woonuitbreidingsgebied en Brussels Kart (49) in industriegebied. De gedeeltelijk zonevreemde recreatie betreft twee sporthallen : de gemeentelijke sporthal Ten Gaerde (43) en het niet gemeentelijk sportcomplex Rodenberg (48). Daarnaast zijn ook nog manège Embourg (44) en twee jeugdlokalen (47 en 45) deels zonevreemd. Kwaliteiten Ontsluiting bedrijventerreinen Alle belangrijke grote bedrijventerreinen, hoofdzakelijk gelegen in de subruimte Groot-Bijgaarden, hebben een goede verkeersontsluiting in de richting van het hogere autowegennet. De N9 en de A. Cooremansstraat vormen hierbij de belangrijkste verzamelweg voor auto’s en vrachtwagens naar het hogere wegennet, met name de E40/A10 en de R0. Enkel voor het bedrijventerrein Gossetlaan bestaat ook de mogelijkheid om via de Brusselstraat de Robert Dansaertlaan te bereiken om zo de R0 te kunnen oprijden. Dit brengt echter grote overlast mee voor de stationsomgeving van GrootBijgaarden. 11.2.2
OVERGANGSZONE ITTERBEEK – WOLSEM, RONDEBOS, BEGIJNENBORRE
Kaart 29:
Deelruimte verstedelijkte omsluiting Itterbeek
Beschrijving De goed voorziene kern van Itterbeek is gelegen op de zuidelijke helling van de heuvelrug die de gemeente dwarst in zuidwest-noordoostelijke richting. De Itterbeeksebaan is de belangrijkste verkeersas die de kern doorkruist. De meeste openbare voorzieningen, zoals het bibliotheekfiliaal, het ontmoetingscentrum, het recreatiecentrum, het deelgemeentehuis en OCMW, zijn gelegen langsheen de Keperenberglaan. De Sint-Pieterskerk en het postkantoor zijn de openbare voorzieningen die zich ten noorden van de Itterbeeksebaan situeren. De kern van Itterbeek sluit niet rechtstreeks aan op de Ninoofsesteenweg die ten noorden van de kern loopt.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
112
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De sportvoorzieningen in Itterbeek beperken zich tot een golfterrein in het noorden, een tennisterrein en petanquebaan in het centrum. In het zuiden en westen wordt de kern van Itterbeek omringd door de vallei van de Koeivijverbeek met het natuurgebied rondom het Sint-Annakasteel. Ten noorden en oosten wordt de kern van Itterbeek begrensd door de vallei van de Broekbeek met het Neerhof en het parkgebied rond het Gulden Kasteel. Ten westen van Wolfsputten ligt Wolsem met de Savio- en Wolsemwijk, beiden bestaande uit open en halfopen bebouwing. Naar het zuiden toe treft men open bebouwing aan in Rondebos en Begijnenborre met uitlopende bebouwing tot aan de N8. Deze wijken zijn allen aangewezen voor voorzieningen op de omliggende kernen. Wolsem, Rondebos en Begijnenborre grenzen in het westen aan de westelijke open ruimte. Oostelijk wordt het gebied afgescheiden van Dilbeek-centrum door het natuurgebied de Wolfsputten en een open ruimtegebied ten noorden van Molenberg. Het station van Dilbeek vormt de kern van Wolsem. In de nabijheid van het station treft men enige gesloten bebouwing en zijn enkele voorzieningen aanwezig, zoals een sporthal, een speelplein, een kerk en petanquebaan. Verder zijn hoofdzakelijk residentiële woonwijken met zowel halfopen als open bebouwing aanwezig. Knelpunten Verstedelijkingsdruk De deelgemeente Itterbeek ondergaat eveneens enige verstedelijkingsdruk vanuit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, waardoor de deelgemeenten de allures krijgen van een ‘slaapgemeente’ met weinig leven. Man kan een algemene suburbanisatiedruk vanuit Brussel vaststellen. Een aantal elementen die deze evolutie versterken zijn de veranderingen op de arbeidsmarkt, de veranderingen en speculaties op de woningmarkt en de sociale en ruimtelijke polarisatie. Steenwegontwikkeling N8 De ontwikkeling van de autogerichte kleinhandel, grote verkoopspunten en bedrijven langsheen de N8 is kenmerkend voor de ontwikkeling van Itterbeek. Dit gebeurt steeds meer ten nadele van het centrum, de handel en het verkeer in dit kerngebied. De open ruimte rond de kernen wordt verder aangetast door verdichting en lintvorming. Rusthuizen in parkgebieden Het rusthuis ‘Residentie Koning Albert’ (Keperenberg) is gelegen aan de zuidelijke rand van de kern van Itterbeek, binnen een groene entiteit. Het is zonevreemd gelegen in een gebied met ‘parkgebied’ als bestemming. Zonevreemde recreatievoorzieningen In dit gebied zijn er twee jeugdrecreatievoorzieningen volledig zonevreemd gelegen: het betreft de jeugdlokalen aan de Lambrechtslaan (31) in agrarisch gebied en de jeugdlokalen aan de Plankenstraat(20) in groengebied. Kwaliteiten Verweven karakter Het overgangsgebied bevat een sterke verwevenheid van bebouwing met open ruimte. Aanwezigheid van natuur- en parkgebieden De overgangszone bevat met het parkgebied Gulden Kasteel en het natuurgebied aan de Kluisboswaterloop, enkele belangrijke groene ruimtes.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
113
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
11.3
Westelijke open ruimte
11.3.1
SITUERING
De westelijke open, agrarische ruimte behoort integraal tot de zandleem- en leemstreek en wordt gekarakteriseerd door het voorkomen van een langgerekte heuvelrug en een sterk versneden golvend heuvelland. Het gebied omvat drie kernen, met name Sint-Ulriks-Kapelle, Sint-Martens-Bodegem en Schepdaal. Deelruimte II kan worden opgesplitst in twee subentiteiten: - Sint-Ulriks-Kapelle en Sint-Martens-Bodegem - Schepdaal 11.3.2
SINT-ULRIKS-KAPELLE EN SINT-MARTENS-BODEGEM
Kaart 30:
Deelruimte westelijke open ruimte Sint-Martens-Bodegem
Kaart 31:
Deelruimte westelijke open ruimte Sint-Ulriks-Kapelle
Beschrijving De landelijke kern van Sint-Ulriks-Kapelle is gelegen op de noordelijke flank van de heuvel gelegen tussen de vallei van de Nieuwe-Molenbeek en de Steenvoordebeek. De Brusselstraat ontsluit als belangrijkste as de dorpskern. Vanuit het centrum heeft de (lint)bebouwing zich langs deze weg verder gezet in de richting van Ternat in het westen en Groot Tenbroek in het oosten. Een noord-zuid georiënteerd woonlint, met halfopen en open bebouwing, strekt zich eveneens uit langsheen de Tenbroekstraat in de richting van Tenbroek. De belangrijkste voorzieningen, zoals de post, de uitleenpost van de bibliotheek, de school en een polyvalent sportplein liggen ten oosten van de Sint-Ulrikskerk. Ten noorden en ten zuiden van de kerk treft men een groen parkgebied aan. De enkele sportvoorzieningen buiten de kern, zoals een voetbalveld, een tennisveld en een manège, liggen ten noorden van de kern. De open ruimte die de kern van Sint-Ulriks-Kapelle zo goed als volledig omgeeft en doorloopt ten noorden van de E40 wordt aanzien als landschappelijk waardevol en wordt hoofdzakelijk benut als boomgaard, akkergrond of weiland. De dorpskern van Sint-Martens-Bodegem is gelegen in de vallei van de Zierbeek. De belangrijkste verkeersas die het dorp doorsnijdt is de Bodegemstraat – Ternatstraat. De kerk, het dorpsplein en de omgevende gesloten bebouwing vormen het historische centrum van de dorpskern. Hier overweegt het lokale karakter van winkels en horeca, de vrije basisschool en de uitleenpost van de bibliotheek in het oude gemeentehuis. Het centrum van Sint-Martens-Bodegem wordt opgedeeld in een oostelijk en een westelijk deel, gescheiden van elkaar door een klein natuur- en parkgebied in de Molenbeekvallei, een deel van de kasteelomgeving van Sint-Martens-Bodegem. Het westelijke deel van de kern kan eerder omschreven worden als een volgroeid woninglint langsheen de Molenstraat. De belangrijkste sportvoorziening Solleveld (voetbal en petanque) ligt noordelijk van de SintMartinuskerk en wordt omsloten door residentiële woningen. De spoorlijn L50 vormt de noordelijke grens van de kern van Sint-Martens-Bodegem. Het station van Sint-Martens-Bodegem ligt op deze spoorlijn en begrenst de bebouwing gelegen in de Molenstraat. De valleien en zijdepressies van de Molenbeek, de Zierbeek en de Plankenbeek vormen de kenmerkende landschappelijk waardevolle open ruimte die het centrum van Sint-Martens-Bodegem omringen en deels doorkruisen. De open ruimte wordt grotendeels ingenomen door akkerland, weiland en enkele bosresten die als natuurgebied of parkgebied worden aanzien.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
114
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
De woonverkaveling Oosthoek, met open en halfopen bebouwing, is gelegen op het grondgebied van Sint-Martens-Bodegem, maar wordt van de kern van Sint-Martens-Bodegem gescheiden door de oost-west georiënteerde spoorlijn L50 en vallei van de Molenbeek. De wijk vindt aansluiting bij de uitlopers van de bebouwing langsheen de Brusselstraat in Sint-Ulriks-Kapelle. De woonlinten die zijn ontstaan langsheen de Jan de Trochlaan en de Kraanstraat in Zibbeek vormen lange linten in noordelijke richting vanaf de Ninoofsesteenweg. Beide straten liggen omsloten door de valleien van de Plankenbeek en de Beverstraatbeek. Van kernontwikkeling kan niet worden gesproken daar vrijwel geen voorzieningen aanwezig zijn. Knelpunten Recreatiedruk Mede door de ligging nabij Brussel, zijn de laatste grote open ruimtegebieden in de gemeente Dilbeek (zo ook de deelruimte ‘westelijke open ruimte’) onderhevig aan een grote recreatieve druk. Zowel de passieve recreatie (groot aantal wandelaars en fietsers) als de actieve recreatievormen (mountainbikers, zelfs 4x4-voertuigen) komen voor. Bouwdruk Effecten van toenemende bebouwing monden uit in een rechtstreeks ruimtebeslag en in een versnippering van valleien en landschapsstructuren. Een rechtstreeks ruimtebeslag in deze landschappen impliceert dat de bestaande natuur- en landschapswaarden teruggedrongen worden. Ook lintbebouwing versnippert de grote open ruimte structuren, verkavelingen (uitbreidingen) palmen de ruimte verder in, waardoor het landelijk karakter van de nederzettingen aangetast wordt. Zonevreemde woningen Het gebied wordt gekenmerkt door aanwezigheid van diverse zonevreemde woningen of zonevreemde woningkorrels. Rusthuizen in parkgebieden Het rusthuis ‘De Verlosser’ (Brusselstraat) is gelegen in het kasteelpark St.-Sauveur in het open landbouwgebied ten noorden van de kern van Sint-Ulriks-Kapelle. Het is zonevreemd gelegen in een gebied met ‘parkgebied’ als bestemming. Zonevreemde recreatievoorzieningen Op het grondgebied van Sint-Ulriks-Kapelle ligt het voetbalveld aan de lumbeekstraat (14) gedeeltelijk in een andere bestemming. Manège Ter Wilgen aan de Kloosterweide (15) is volledig zonevreemd en ligt grotendeels in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. In Sint-Martens-Bodegem zijn twee manèges volledig zonevreemd: Winner’s Stable (3) in agrarisch gebied en Horses Farm (9) in landschappelijk waardevol agrarisch gebied. Ook visserij Sint-Martinus (10) die grotendeels in natuurgebied ligt, is volledig zonevreemd. Verder zijn de visvijver Bullenhof (6), voetbalveld Plankenveld (8) en manège Sint-Martinus (13) gedeeltelijk zonevreemd gelegen.
Kwaliteiten Open karakter van het gebied In de westelijke open ruimte komen nog ongeschonden, agrarische open ruimten voor waar de bebouwing geen versnippering veroorzaakt en de landbouw de hoofdactiviteit vormt. De potenties zijn aanwezig zijn voor de selectieve ontwikkeling als verwevingsgebied met agrarische, landschappelijke en ecologische waarden.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
115
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Holle wegen De nog bestaande holle wegen bieden ecologische potenties voor een grote verscheidenheid aan fauna en flora. Daarnaast bieden deze wegen in combinatie met bestaande voetwegen mogelijkheden voor de uitbouw van een integraal langzaam verkeersnet (functioneel en recreatief). Samen met de kleine landschapselementen in de open ruimte kunnen ze bijdragen tot de uitbouw van een ecologisch netwerk. Kasteelparken en hoeves De talrijk aanwezige kasteelparken en hoeves vormen een waardevol ruimtelijk en historisch erfgoed en hebben belangrijke landschappelijke kwaliteiten en natuurlijke aspecten. Waar mogelijk en wenselijk kunnen deze entiteiten betrokken worden in de verder uitbouw van het socio-cultureel en toeristisch recreatief beleid. Ook de beschermde dorpsgezichten uit deze deelruimte nemen in dit kader een belangrijke plaats in. Valleigebieden De kenmerkende complexe structuur van valleien in de westelijke open ruimte vormt een belangrijk netwerk van groene assen met landschappelijke, ecologische en agrarische potenties. Ook de ruimtelijke kwaliteiten van deze valleien kunnen volwaardig uitgespeeld worden in de uitbouw van een recreatief netwerk en als ‘groene linten’ binnen de bebouwde omgeving, in relatie met de aanpalende open ruimte. De waterkwaliteit wordt verbeterd door kleinschalige waterzuiveringen. Aanwezigheid station De aanwezigheid van een spoorweghalte in Sint-Martens-Bodegem op het traject Brussel – Denderleeuw – Aalst is gunstig voor de ontsluiting van de deelruimte.
11.3.3
SCHEPDAAL
Kaart 32:
Deelruimte westelijke open ruimte Schepdaal
Beschrijving De kern van Schepdaal ligt op het hoogste punt in de gemeente op de heuvelrug die Dilbeek dwarst in zuidwest-noordoostelijke richting en dit net ten zuiden van de Ninoofsesteenweg. De historische kern van het dorp situeert zich op de hoek van de Eylenboschstraat en de Kerkstraat en aan het Marktplein. Residentiële bebouwing heeft zich vanuit het centrum verder ontwikkeld in zuidelijke richting. Naar de Ninoofsesteenweg toe verdicht de bebouwing zich en wordt het aantal bouwlagen groter. Het handelsapparaat is gevestigd in de Eylenboschstraat en loopt verder uit tot op de Ninoofsesteenweg. De sportvoorziening het Caerenbergveld, met als belangrijkste concentratie enkele voetbalvelden, een petanqueplein, een speeltuin en een sporthal, liggen nabij het kerkhof in het zuiden van de kern. De sociale wijk Loveld kent een vrij geïsoleerde ligging ten oosten van de uitlopers van de kern van Schepdaal. De wijk vindt geen aansluiting bij een kern en heeft ook geen uitgebreide basisvoorzieningen. De gehucht van Sint-Gertrudis-Pede is gelegen in de vallei van de Molenbeek. Het straatdorp wordt gevormd door een kerk en de gesloten / halfopen bebouwing, met enkele kleinschalige handelsvoorzieningen langs de Isabellastraat. Een historische watermolen is gelegen achter de Gertrudiskerk. Het geheel kent een lintvormige structuur zonder duidelijk centrum. De gebouwen van de brouwerij domineren de omgeving. De landelijke kern van Sint-Anna-Pede situeert zich op de hoek van de Rollestraat met de Herdebeekstraat, in de vallei van de Pedebeek. De historische Sint-Annakerk vormt het centrum van de kleine kern. Residentiële bebouwing strekt zich in noordelijke richting verder uit naar de Ninoofsesteenweg toe. Ten westen van de kern van Sint-Anna-Pede ligt het spoorwegviaduct. Nachtegaal kenmerkt zich enkel door de residentiële ontwikkeling van bebouwing langsheen de Lenniksebaan. De voorzieningen in dit gehucht zijn minimaal en men is sterk gericht op
D+A Consult Gemeente Dilbeek
116
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
buurgemeenten voor zijn dagelijkse voorzieningen. Het gehucht is volledig omgeven door open ruimte in gebruik genomen door intensieve landbouw. Knelpunten Steenwegontwikkeling N8 De ontwikkeling van de autogerichte kleinhandel, grote verkoopspunten en bedrijven langsheen de N8 is kenmerkend voor de ontwikkeling van Schepdaal. Dit gebeurt steeds meer ten nadele van het centrum, de handel en het verkeer in dit kerngebied. De open ruimte rond de kernen wordt verder aangetast door verdichting en lintvorming. Barrièrewerking De noordwest – zuidoostelijk lopende spoorlijn vormt een belangrijke visuele barrière in het landschap. De spoorlijn loopt hoofdzakelijk op een verhoogde berm en ter hoogte van Sint-Anna-Pede over een spoorwegviaduct. Bouwdruk op resterende open ruimten Effecten van toenemende bebouwing monden uit in een rechtstreeks ruimtebeslag en soms in een versnippering van valleien en landschapseenheden. Een rechtstreeks ruimtebeslag in deze landschappen impliceert dat ook bestaande natuur- en landschapswaarden worden teruggedrongen. Ook lintbebouwing versnippert de grotere open ruimtestructuren en de talrijke verkavelingen (uitbreidingen) palmen de ruimte verder in. Zonevreemde recreatievoorzieningen Enkel de tennisterreinen van tennisclub Pajottenland zijn gedeeltelijk in agrarisch gebied gelegen en bijgevolg deels zonevreemd. Kwaliteiten Valleigebieden De valleigebieden zijn belangrijke groene assen met landschappelijke ecologische en agrarische potenties. Ook de ruimtelijke kwaliteiten van deze valleien kunnen volwaardig uitgespeeld worden in de uitbouw van een recreatief netwerk en als ‘groene linten’ binnen de bebouwde omgeving, in relatie met de aanpalende open ruimte. De hellingen van deze valleien bieden nog steeds een waardevol tegengewicht ten opzichte van de verstedelijkingsdruk. Ook de landbouw fungeert als belangrijke ‘beheerder van de open ruimte’. Aanwezigheid van bos- en parkgebieden Samen met het waardevolle boscomplex IJsbos, dat als VEN-gebied is geselecteerd, en het natuurgebied rond het Sint-Annakasteel, opgenomen in het Bruegelproject, bezit de deelruimte enkele waardevolle bosfragmenten. Daarnaast komen ook talrijke parkgebieden en boomgaarden voor in de deelruimte. De watermolen en zijn domein (Pedevallei) is ook een belangrijk gebied in deze deelruimte.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
117
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
11.4
Ninoofsesteenweg
Kaart 33:
Deelruimte N8 baanontwikkeling (voor grondgebied Dilbeek – Itterbeek)
Kaart 34:
Deelruimte westelijke open ruimte Schepdaal
De Ninoofsesteenweg (N8) vormt de historische verbinding tussen Brussel en Ninove en is de hoofdontsluitingsader van de kernen Dilbeek, Itterbeek en Schepdaal. De gemeente is via de N8 rechtstreeks aangesloten op de R0. De N8 loopt min of meer parallel over een heuvelrug die in zuidwest-noordoostelijke richting de gemeente dwarst. De Ninoofsesteenweg kan als afzonderlijke deelruimte worden beschouwd vermits de ontwikkeling langs deze N8 haar stempel drukt op de ruimtelijke ontwikkeling van Dilbeek. Beschrijving De ontwikkelingen op en rond de Ninoofsesteenweg hebben een belangrijke ruimtelijke impact op de leefbaarheid en de evolutie van de kernen van Dilbeek, Itterbeek en Schepdaal. De Ninoofsesteenweg is een belangrijke drager van de grootschalige dienstverlening en de voorzieningen in Dilbeek. Door de ruimtelijke nabijheid van de centra van de verschillende kernen zijn de meeste voorzieningen complementair met de kleinhandelszaken die in de kernen gevestigd zijn. De verkeerscapaciteit van deze weg raakt echter stilaan verzadigd waardoor de omwonenden met files en onleefbaarheid worden geconfronteerd. Verder uitbouw van een grootschalig handels- en dienstapparaat dient geremd te worden en enkel afwerking en herwaardering van het bestaande weefsel mag toegelaten worden. De nederzettingsstructuur wordt eveneens duidelijk beïnvloed door de aanwezigheid van de steenweg. Aansluitend op de steenweg treft men in de nabijheid van de kernen, hoofdzakelijk gesloten, hoog opgetrokken bebouwing. Naarmate de bebouwing verder van de Ninoofsesteenweg is gelegen evolueert ze naar minder dens en minder hoog opgetrokken constructies. Indien niet van het traject op de steenweg wordt afgeweken zou men hierdoor verkeerdelijk de indruk kunnen krijgen reeds ter hoogte van Schepdaal in stedelijk gebied te vertoeven. De N8 is een belangrijke ontsluitingsmogelijkheid voor bedrijven gevestigd op en in de omgeving van de steenweg. Knelpunten Uitholling handels- en voorzieningsapparaat Er moet echter waakzaam worden omgesprongen met deze invullingen vermits er uitholling kan ontstaan van het handels- en voorzieningsapparaat in de kernen, wat ten alle koste moet worden vermeden. Verder kunnen verkeerskundige belemmeringen ontstaan doordat de op – en afslaande beweging van het bestemmingsverkeer het doorgaande verkeer afremt. Barrièrewerking Langsheen de Ninoofsesteenweg heeft overmaat aan doorgaand verkeer een duidelijke psychische en fysische barrièrewerking tot gevolg. Oververzadiging N8 Specifiek knelpunt is de (over)verzadiging van de N8 waardoor de verkeersafwikkeling op bepaalde tijdstippen van de dag moeizaam verloopt. Filevorming is dan ook dagelijkse kost in Dilbeek en dit niet alleen op de piekperiodes of tijdens de week. De verkeersdruk is plaatselijk zo problematisch dat er lange files ontstaan, voornamelijk ter hoogte van de kruising met het op- en afrittencomplex van de R0. Gevaar voor lintbebouwing en vergroeien van de verschillende kernen gelegen langsheen de steenweg alsook het aantasten van open ruimtefragmenten.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
118
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005
Kwaliteiten Structurerende gemengde activiteiten rond de steenweg Langsheen de Ninoofsesteenweg is een verweving van allerhande activiteiten ontstaan, waardoor binnen de afbakening van de deelruimten kan gesproken worden van een gemengde as. De huidige structuur van activiteiten langsheen de steenweg kan best gestopt worden en biedt op termijn de mogelijkheid om zones voor kleinhandel en lokale bedrijvigheid en wonen af te bakenen in het woonweefsel. Verkeersontsluiting en –verbinding De gemeente is bijzonder goed ontsloten. Onder andere de N8 zorgt ervoor dat de gemeente direct op het hoofdwegennet is aangesloten. De interne verbinding is eveneens goed voorzien. Goede openbaar vervoerverbindingen De N8 is goed voorzien van openbare vervoerslijnen en wordt verder uitgebouwd als openbare vervoersas. Vooral de verbinding met Brussel is langsheen de Ninoofsesteenweg goed uitgebouwd.
D+A Consult Gemeente Dilbeek
119
Structuurplan – Voorontwerp Versie 1 – November 2005